Rapportage Eindresultaten 2014 Wat zijn de prestaties van onze scholen?
Colofon datum auteur status
7 mei 2014 Jan Vermeulen Definitief
Rapportage eindresultaten 2014 datum 07-05-2014 pagina 2 van 8 status concept
Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Hoe normeert de inspectie? 3 Werkwijze 4 Resultaten 5 Conclusies
pagina 3 pagina 4 pagina 6 pagina 7 pagina8
Rapportage eindresultaten 2014 datum 07-05-2014 pagina 3 van 8 status concept
1 Inleiding 1.1.
Inleiding
Deze notitie rapporteert over de eindopbrengsten van onze scholen in 2014 op basis van de eindtoetsen. O2A5 heeft 24 scholen met gezamenlijk 27 vestigingen; alle vestigingen maken gebruik van de Cito-Eindtoets Basisonderwijs. De scores op de toetsen die deel uitmaken van de verschillende eindtoetsen zeggen iets over de vaardigheid van leerlingen en over de resultaten van het onderwijs. Ze meten wat een kind in vergelijking met andere kinderen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. Een analyse van de scores van de leerlingen kan gebruikt worden bij de evaluatie van het onderwijs. De toetsen geven tevens onafhankelijke informatie voor de keuze van een passend brugklastype. 1.2.
Toelichting op inhoud
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op hoe de inspectie normeert. In hoofdstuk 3 volgt een korte uitleg over hoe de overzichten in de bijlage tot stand zijn gekomen en waar rekening mee gehouden is bij de berekeningen. Hoofdstuk 4 geeft een verslag over de resultaten. Op de eerste plaats de resultaten van 2014. Voorts ook de resultaten over de laatste 3 schooljaren. De resultaten worden afgezet tegen de normen van de inspectie van het onderwijs. De bijbehorende resultaatoverzichten worden als bijlagen toegevoegd aan deze rapportage. In hoofdstuk 5 zijn conclusies te vinden. Gegevens van iedere school afzonderlijk zijn zowel te vinden in de schoolgidsen, jaarplannen en jaarverslagen van de scholen zelf als op de website van de onderwijsinspectie.
Rapportage eindresultaten 2014 datum 07-05-2014 pagina 4 van 8 status concept
2 2.1.
Hoe normeert de Inspectie van het onderwijs? Beoordeling 2014 en referentiegroepen
Om te beoordelen of de leerresultaten van leerlingen op een school ‘aan de maat’ zijn, worden ze vergeleken met de leerresultaten op scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie (ongeveer hetzelfde percentage gewogen leerlingen). Dit gebeurt om scholen zo fair mogelijk te beoordelen. Bij de beoordeling van leerresultaten gebruikt de inspectie doorgaans relatieve normen. Zij gebruikt een ondergrens als norm voor het bepalen van het oordeel: voldoende/onvoldoende. Deze ondergrens ligt ongeveer 20 procent onder het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. De ondergrens is een minimumniveau voor de leerresultaten en niet een gewenst niveau of een streefniveau. De bovengrens ligt ongeveer 20 procent boven het landelijk gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Als een school een gemiddelde toetsscore onder de ondergrens heeft, worden de leerresultaten als onvoldoende beoordeeld. Als de gemiddelde toetsscore op of boven de bovengrens ligt, worden de leerresultaten als ‘goed’ beoordeeld. 2.2.
Beoordeling over meerdere schooljaren
De inspectie wil een zo stabiel mogelijk oordeel uitspreken. Eén zwakke jaargroep leerlingen kan een vertekend beeld geven van de opbrengsten van de school. Daarom kijkt de inspectie bij de beoordeling van de eindresultaten naar ten minste drie jaargroepen (cohorten). Bij kleine scholen (minder dan tien leerlingen in groep 8) kan zij zelfs de eindresultaten van vijf opeenvolgende schooljaren betrekken. De volgende oordelen/waarderingen zijn mogelijk: Resultaat
Oordeel
De gemiddelde leerresultaten liggen in elk van de drie opeenvolgende schooljaren op of boven de bovengrens.
Goed
De gemiddelde leerresultaten liggen in drie opeenvolgende schooljaren ten minste één keer op of boven de ondergrens en ten minste één keer onder de bovengrens.
Voldoende
De gemiddelde leerresultaten liggen in elk van de drie opeenvolgende schooljaren onder de ondergrens.
Onvoldoende
Als de resultaten slechts één keer voldoende zijn, en het aantal in de beoordeling betrokken leerlingen is minder dan 10, dan betrekt de inspectie de resultaten van groep 7 bij de beoordeling. Als de resultaten van groep 7 onvoldoende zijn, dan betrekt de inspectie de leerresultaten van een vierde jaargroep 8 bij de beoordeling.
2.3.
Leerlingen die de inspectie buiten de beoordeling van de eindresultaten laat
Met ingang van 1 januari 2011 geldt een aangepaste beleidslijn voor het herberekenen bij indicator 1.1. De resultaten van de volgende leerlingen hoeven niet in de beoordeling van de eindresultaten betrokken te worden: 1. Leerlingen die uitstromen naar het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs (ook als ze toch naar het lwoo uitstromen);
Rapportage eindresultaten 2013 datum 07-05-2014 pagina 5 van 8 status definitief
2. Leerlingen die een lgf-, so- of sbo-indicatie hebben en als gevolg van beperktere capaciteiten geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep. Het gaat hier dus om uitzonderingsgevallen; 3. Leerlingen die in groep 7 of 8 zijn ingestroomd; 4. Leerlingen die kort in Nederland verblijven èn om die reden het Nederlands minder goed beheersen.
Rapportage eindresultaten 2013 datum 07-05-2014 pagina 6 van 8 status definitief
3 Werkwijze Alle scholen hebben overzichten aangeleverd uit het Cito Volgsysteem Eindtoets Basisonderwijs: voor deze rapportage is gebruik gemaakt van het Schoolrapport schoolgroep. Deze gegevens zijn in een overzicht geplaatst waarin aangegeven is of de resultaten onvoldoende, voldoende of goed zijn. Tevens is door de scholen informatie aangeleverd over leerlingen die niet deelgenomen hebben aan de eindtoets, over leerlingen die handgescoord zijn, over leerlingen die naar hun oordeel buiten beschouwing zouden moeten worden gelaten bij de schoolrapporten. Dit leverde bij 11 scholen herberekeningen op. De uiteindelijke scores worden besproken in directeurenoverleg, in een bestuursvergadering en in de GMR. De schoolspecifieke scores worden besproken in de afzonderlijke medezeggenschapsraden. De resultaten voor Taal en Rekenen-wiskunde zijn nog niet af te zetten tegen een referentiegroep; momenteel ontbreken hiervoor nog de normen vanuit Cito/inspectie. Vervolgens zijn de oordelen van de laatste 3 schooljaren in een overzicht geplaatst en conform de criteria van de inspectie, genoemd in 2.2, van een oordeel voorzien.
Rapportage eindresultaten 2013 datum 07-05-2014 pagina 7 van 8 status definitief
4 4.1.
Resultaten De resultaten van 2014
De resultaten zijn afgezet tegen de normen van de inspectie van het onderwijs, zoals die genoemd zijn in ‘De beoordeling van opbrengsten in het basisonderwijs’ van augustus 2012. O2A5 kent 24 scholen met in totaal 27 zelfstandige schoollocaties. Waar hierna gesproken wordt over scholen wordt schoollocaties bedoeld. Van de 27 scholen hebben er 8 onder de ondergrens van de referentiegroep gepresteerd, 14 behaalden een voldoende resultaat (tussen onder- en bovengrens) en 5 scholen scoorden boven de bovengrens. Een van de scholen die onder de ondergrens scoorde, had in 2014 slechts 9 leerlingen in groep 8, waarvan er 2 buiten de berekening gelaten zijn vanwege uitstroom naar PRO resp. pas heel kort op school zijn; in groep 7 zijn de resultaten voldoende. Een andere school die onvoldoende scoorde, had slechts 8 leerlingen in groep 8; ook hier zijn de resultaten in groep 7 voldoende. Wanneer de resultaten worden afgezet tegen het landelijk gemiddelde (zonder correctie) dan blijven 15 van de scholen daar onder en 12 daar boven. 4.2.
De resultaten van de laatste 3 jaren (2012-2013-2014)
Over het totaalresultaat van iedere school kan gemeld worden dat er in 2012 6 scholen onvoldoende scoorden, in 2013 dat voor 4 scholen gold en nu in 2014 er sprake is van een forse toename: 8 scholen hebben onvoldoende resultaten. Geen enkele school scoorde tweemaal onvoldoende op rij in de laatste twee jaar. 1 school scoorde in 2012 en 2013 onvoldoende, maar laat dit jaar een score zien die ruim boven het gemiddelde ligt. 1 school scoorde zowel in 2012 als 2014 onvoldoende. In deze school zijn de tussenresultaten in de leerjaren daarvoor voldoende; deze, op het moment van opstellen van deze rapportage nog als ‘zwak’ aangemerkte, school heeft zich aanmerkelijk verbeterd. 2 scholen scoorden in de laatste 3 jaren tweemaal goed, dus boven de bovengrens van de schoolgroep; 1 van deze scholen deed dat de laatste twee jaren. 11 scholen scoorden alle jaren voldoende of goed. Volgens de beoordelingssystematiek van de inspectie krijgen alle scholen het oordeel voldoende.
Rapportage eindresultaten 2013 datum 07-05-2014 pagina 8 van 8 status definitief
5 Conclusies 5.1. De resultaten van 2014 In het Strategisch Beleidsplan ‘Bij de tijd 2010-2013’ staat dat wij willen bereiken dat de resultaten van het onderwijs minstens gelijkwaardig en bij voorkeur hoger dan het niveau van de scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie zijn. We kunnen constateren dat 19 van de 27 scholen er in slagen om resultaten te hebben op gemiddeld of bovengemiddeld niveau, afgezet tegen de referentiegroep. 8 scholen scoren onder de ondergrens die de inspectie van het onderwijs hanteert. Het betreft hier o.a. 2 scholen met een zeer kleine groep 8, waar de resultaten in de groepen 7 van deze scholen voldoende zijn. Ten opzichte van de twee voorgaande jaren is er sprake van een flinke daling van de resultaten. Afgezet tegen het landelijk gemiddelde zijn er 12 scholen die daarboven scoren. De stijgende lijn ten opzichte van de voorgaande jaren wordt niet voortgezet. Er is sprake van een forse daling. Waar er de laatste jaren sprake is van een grotere focus op opbrengsten en voorzichtig werd geconcludeerd dat de resultaten stijgen, moet nu geconstateerd worden dat die lijn zich niet voortzet. De extra inspanningen die worden gepleegd, ook door het verbeteren van het klassenmanagement, leiden nu niet tot een steeds grotere groep scholen die de ambitie waarmaakt. 5.2. De resultaten van de laatste 3 jaren (2011-2012-2013) De inspectie beoordeelt de eindresultaten van een school op basis van de resultaten van de leerlingen in groep 8 van de afgelopen 3 jaar. Voor de criteria wordt verwezen naar 2. 1 van deze rapportage en naar ‘Analyse en waarderingen opbrengsten PO’, augustus 2012, hoofdstuk 2. Deze criteria hanterend kan worden gesteld dat alle scholen bij beoordeling voor kernindicator 1.1 een voldoende krijgen. 5.3. Benodigde acties Er is na stijging in de laatste twee jaren nu sprake van een dalende lijn qua eindresultaten. Er kan van worden uitgegegaan dat 8 scholen een attendering van de inspectie zullen krijgen. Deze scholen komen onder proportioneel verscherpt toezicht van het bestuur. Bij 5 van de nu onvoldoende scorende scholen is er sprake van mindere resultaten in de huidige groep 7; een goede analyse en een verbeterplan zijn hier noodzakelijk. Zij dienen op basis van een analyse van de eindresultaten en de tussenresultaten, auditgegevens en meest recente inspectierapport en tevens evaluatiegegevens in Integraal een verbeterplan op te stellen voor het komend schooljaar; maandelijks zullen zij over de vorderingen moeten rapporteren aan hun regiodirecteur. Een overzicht van de scholen waar het om gaat wordt aan deze rapportage als bijlage toegevoegd.