RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE VUURBAAK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
De Vuurbaak Urk 23UT 73290
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 9 februari 2006 : 27 maart 2006
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ................................................. 7 3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ............................................................. 9 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 13
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
3
1 INLEIDING Het jaarlijks onderzoek Op 9 februari 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs De Vuurbaak in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. De indicatoren betreffen de volgende kwaliteitsaspecten: •
De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;
•
De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht;
•
De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.
In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Zoals in het toezichtkader primair onderwijs 2005 is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. U heeft naast de schoolgids en het schoolplan documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben, te weten de analyse van de opbrengsten van het schooljaar 2004-2005, de uitkomsten van de afname van de kwalitietskaart Zorg en Begeleiding (2006) en de Realisatie cijfers van het managementcontract (januari 2006). De opzet van het onderzoek Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst jaarlijks onderzoek zijn bij de analyse betrokken. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij gesprekken met de directie en -voor zover van toepassing- met de coördinatie leerlingenzorg zijn gevoerd over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op onderwijsinhoudelijk terrein.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
5
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdstuk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien. In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
6
2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL De schoolleiding noemt geen factoren die een negatieve invloed hebben (of hebben gehad) op de kwaliteit van het onderwijs.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
7
3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft. De Vuurbaak Kwaliteitszorg
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.
1
2
3
4
l l l l l l l
Toelichting: Met zelfevaluatie en kwaliteitszorg heeft De Vuurbaak inmiddels enige ervaring. Met kwaliteitskaarten en door analyse en evaluatie van de opbrengsten wordt de schoolkwaliteit op alle onderdelen geëvalueerd. De verbeterdoelen worden jaarlijks bepaald en in het managementcontract van de directie opgenomen. De verbeteractiviteiten zelf hebben nog een beperkt planmatig karakter: meetbare doelen zijn er wel maar de uit t e voeren activiteiten, de betrokkenen, de tijdpaden, de evaluaties en de wijzen van borging zijn niet vooraf duidelijk vastgelegd. Borging (het vastleggen van beleidsprocedures en -afspraken of van gerealiseerde kwaliteit) wordt als voldoende beoordeeld. De intern begeleider heeft de afspraken en procedures van de leerlingenzorg vastgelegd, over het schoolbeleid en ook ten aanzien van andere schoolaspecten zijn afsrpaken en procedures bepaald. Over de kwaliteit en de schoolontwikkeling wordt op een inzichtelijke manier aan de belanghebbenden (ouders, bestuur) verslag uitgebracht via de realisatie-overzichten van het managementcontract.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
9
De waarborg voor de sociale veiligheid van personeel en leerlingen kan beter. De school heeft in de dagelijkse praktijk oog voor veiligheid en is alert op bijvoorbeeld ongewenst gedrag van leerlingen. In preventieve zin zijn diverse maatregelen en afsrpaken vastgelegd. Om te kunnen spreken van voldoende waarborg op dit gebied moet er echter ook sprake zijn van regelmatige peiling van de ervaren veiligheid onder leerlingen en personeel, een zorgvuldige incidentenregistratie en van een transparant, vastgelegd beleid ter afhandeling van incidenten. Dit is nog in onvoldoende mate het geval. De schoolleiding onderkent het belang hiervan en staat er positief tegenover om dit de komende tijd verder invulling te geven. Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
1
2
3
4
5
l l
Toelichting: De resultaten op basis van het Schooleindonderzoek zijn, gemeten over meerdere jaren, op het verwachte niveau. De resultaten zijn wel wisselend en de afgelopen twee jaar waren de scores van verschillende leerlingen niet in overeenstemming met de verwachting van de school. De school wijt de magere resultaten aan de leerlingkenmerken in de bewuste groepen 8. De inspectie onthoudt zich van een oordeel over de mate waarin leerlingen aan het einde van de basisschool sociale vaardigheden beheersen. De school beschikt niet over betrouwbare en valide opbrengstgegevens van (een deel van) de leerlingen uit groep 7 en/of groep 8. Zij maakt wel gebruik van een beredeneerd aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en oriënteert zich op het werken met een observatie-instrument. Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
3
4
5
l l l
Toelichting: De opbrengsten op tussenliggende momenten in de schoolperiode zijn eveneens op niveau, maar niet in elke groep. Momenteel is er een groep met een flink aantal uitvallers op rekenen en begrijpend lezen.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
10
In de handelingsplanning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt nog niet altijd een ontwikkelingsperspectief voor de langere termijn bepaald met tussendoelen voor de opbrengsten (verwachte tussentijdse resultaten). Hiermee is nog onvoldoende gewaarborgd dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. Daarom wordt indicator 13.2 als onvoldoende beoordeeld. Wel heeft de school voor de meeste van deze leerlingen een capaciteitenonderzoek laten verrichten. De inspectie heeft kennis genomen van het aantal leerlingen met versnelde of vertraagde schoolloopbaan en van het aantal leerlingen dat verwezen is naar het speciaal basisonderwijs. Ze stelt vast dat de cijfers voor zittenblijven, verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs en eigen leerwegen op een acceptabel niveau liggen
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
11
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. Afspraken over de invulling van het eerstvolgende PKO Het volgende bezoek van de inspectie zal in beginsel bestaan uit een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Op basis van de gegevens die de inspectie heeft verkregen bij dit jaarlijks onderzoek worden vooralsnog geen veranderingen aangebracht in de inhoud van het eerstvolgende PKO. Wel is afgesproken dat de inspectie specifiek aandacht zal schenken aan het adaptieve gehalte van het onderwijs. Verder heeft de school geen specifieke wensen voor verbreding of verdieping van het eerstvolgende PKO.
Rapport jaarlijks onderzoek De Vuurbaak - 9 februari 2006
13