Radiocolumns voor Radio Hoorn 2013 - 2014
SJAAK GROSTHUIZEN
BONUSMATERIAAL: Zomergedachten conference ‘Workshop verkiezingen’ 4 oktober 2013
VOELHOORN
Verzamelde columns voor Hoorn Actueel Radio Hoorn seizoen 2012 – 2013
Sjaak Grosthuizen (met als bonusmateriaal: zomergedachten en conference ‘Workshop verkiezingen’ 4 oktober 2013)
© Sjaak Grosthuizen Alles uit dit document mag zonder toestemming van de auteur worden gebruikt, mits er geen bedoeling is er persoonlijke reputaties mee te ondermijnen. Het wordt zelfs op prijs gesteld de hierna te lezen teksten onder de aandacht van derden te brengen, ongeacht of het in werkof huiselijk verband is. Bij goed gebruik van tekstonderdelen graag de bron vermelden.
Columns radioseizoen 2013/2014 INHOUD Voorwoord van Judith De Jong, wethouder van de gemeente Hoorn 1. L’histoire se répète 2. Rondje Hoornse partijen 3. Kansen ruiken 4. Kritikreten 5. Onweerstaanbaar onafhankelijk 6. Vanzelfsprekend gelukkig 7. Pas op! Oppassen! 8. Af- of aanbesteden 9. Zwartepieten met volksvermaak 10. Politieke herfstverschijnselen 11. Op weg naar de toekomst 12. Sinterklaas in Hoorn 13. Belofte maakt schuld 14. Actief met actie 15. Afscheid van monumenten 16. Deugen of niet deugen 17. Waar doen we het van? 18. Het was me het jaartje wel 19. Eindejaarszaken 20. De strijd om Groot Hoorn 21. In het achterkamertje 22. Kanbestwaarworden 23. Raadsvoorstelling 24. Rampkoers 25. Wie is het beste raadslid van Hoorn? 26. Plek voor kunstige kunstkunde 27. Morgen is gisteren begonnen 28. Verkiezen we de verkiezingsstrijd? 29. Vergelijken 30. Jemig de pemig! We hebben gewonnen! 31. Kersvers 32. Landelijke stadspolitiek 33. Oorlogstaal 34. Coalitie-exercitie 35. Discovery: struggle for coalition 36. Er is een tijd van komen… 37. Grüss aus Grindelwald 38. Met blijdschap geven wij kennis 39. Leve de oppositie of levende oppositie? 40. Gesjochte 41. Dromen en drijfveren 42. Hoorntv voor gevorderden en beginners 43. Uitsprakenles 44. Wat is het doel waarnaar we streven? 45. Lust je nog peultjes? 46. Wie ben ik? 47. Een prachtbaan
31 augustus 2013 7 september 2013 14 september 2013 21 september 2013 28 september 2013 5 oktober 2013 12 oktober 2013 19 oktober 2013 26 oktober 2013 2 november 2013 9 november 2013 16 november 2013 23 november 2013 30 november 2013 7 december 2013 14 december 2013 21december 2013 28 december 2013 4 januari 2014 11 januari 2014 18 januari 2014 25 januari 2014 1 februari 2014 8 februari 2014 15 februari 2014 22 februari 2014 1 maart 2014 8 maart 2014 15 maart 2014 22 maart 2014 29 maart 2014 5 april 2014 12 april 2014 19 april 2014 26 april 2014 3 mei 2014 10 mei 2014 17 mei 2014 24 mei 2014 31 mei 2014 7 juni 2014 14 juni 2014 21 juni 2014 28 juni 2014 5 juli 2014 12 juli 2014 19 juli 2014
De Zomercolumns 1. Beschaving 2. Aan de overkant 3. Goddelijk 4. Schrijven 5. De ander en ik of gesprekken met een UFO
Bonus: conference ‘Workshop verkiezingen’ 4 oktober 2013 Het Huis Verloren
26 juli 2014 2 augustus 2014 9 augustus 2014 16 augustus 2014 23 augustus 2014
Voorwoord We hebben weer een roerig politiek jaar achter de rug. Een verkiezingsjaar waarin wat viel te beleven, met campagnes, debat en de nodige politieke strijd. Met al die dynamiek had columnist Sjaak Grosthuizen natuurlijk goud in handen. En wat hebben we kunnen genieten van het resultaat daarvan. De columns van Sjaak lezen als een spannend boek, maar dan met hoofdrolspelers die je ook in levende lijve tegenkomt en meemaakt.
Ik weet niet hoe het andere politici vergaat, maar ik vermoed dat het voor velen, net als voor mij, elke week weer een bijzonder moment is de lotgevallen van Hoornse politici terug te lezen. Draufgänger, Grote Vriendelijke Reus, heilige of lijstjesfetisjist, de Hoornse politici ontkomen geen van allen aan de scherpe, humoristische en kritisch beschrijvende pen van Sjaak Grosthuizen.
Zelf schrijft Sjaak dat hij wekelijks gretig de lokale nieuwsfeiten opslurpt. Feit is dat dit zeer lezenswaardige columns oplevert. Maar ik blijf mij afvragen: hoe doet hij dit? Hoe komt Sjaak zo goed ingevoerd in de Hoornse politiek? Heeft hij vaste informanten? Of heeft hij een zeer levendige politieke fantasie, waarmee hij de Hoornse politici simpelweg inspireert?
We zullen er mee moeten leven, dat deze vragen niet beantwoord worden. Gelukkig doet dat niets af aan het geheel. Ik wens u veel leesplezier.
Judith de Jong Wethouder gemeente Hoorn
L’histoire se répète 31 augustus 2013 Vandaag start voor mij een nieuw jaar van wekelijkse overpeinzingen. Het wordt een prachtig jaar, want met ongetwijfeld meedogenloze verkiezingsstrijd. Met in de aanloopfase toenemende duidelijkheid waar het nou eigenlijk om gaat in Hoorn. Helaas zitten daarin ook veel onvermijdelijk oud zeer en voorspelbare stokpaardjes, die vreugdeloos gemend door stokpaardrijders door ons gezichtsveld komen draven. Hopelijk komt er ook nieuw zeer, dat de keuze van de kiezer dient te sturen.
Arthur Helling, de grote man van onze D66-fractie, waarschuwt voor een stukje oud zeer, gesneden koek of uitgekauwd gerecht. Dat dient niet meer op de menukaarten van de andere fracties te staan. Waarom liet Arthur, de GVR van de Hoornse D66, dit optekenen in de krant? De schijn wordt gewekt dat Arthur gewoon vindt dat tunnelplannen, waarvoor zijn fractie het groene licht reeds lang geleden gegeven heeft, zonder gezeur moeten worden uitgevoerd en dat doormekkeren over afgewezen referendum geen zin meer heeft. Punt!
Maar zo simpel kan het niet zijn. Arthur de Grote is geen simpele denker. Neem dat nou maar van mij aan!. Arthur weet ook dat de verkiezingen er aan komen in een tijd dat de magie van Alexander Pechtold een beetje uitgewerkt lijkt. Hij is bezig met een uitgekiende strategie. (De landelijke top van D66 lijkt nog niet te beseffen dat hun sterkste wapens in Hoorn liggen.) Je kunt mij van alles wijsmaken, maar niet dat referendumpartij nummer één niet door heeft hoe de regeltjes voor referenda precies zijn. Het siert Arthur en zijn kompanen dat zij niet al een paar jaar geleden, vlak na het momentum van de mogelijkheid nog een referendum te kunnen starten een openbare high five lieten zien. De tunnel ligt er nog niet en tot dat moment lijken andere fracties kansen te ruiken verkiezingsgunst te vergaren op dit dossier. Samir Bashara, de welbespraakte woordvoerder van GroenLinks, laat het niet bij het likken van de wonde. De kans op een referendum is verkeken, maar niet de kans om de aanbestedingsvoorwaarden zo te formuleren, dat geen zinnig bouwondernemer er nog brood in ziet.
Vreest Arthur nou echt dat anderen in staat zullen zijn een rechtgeaarde volkswoede te kunnen uitlokken of weet hij in zijn grote wijsheid dat de kiezers ongeïnteresseerd hun schouders zullen ophalen bij nog weer eens een gevecht rond een uitzichtloze tunnelruzie? Weet u, ik verdenk Arthur ervan er juist garen te willen spinnen uit de krampachtige pogingen van GroenLinks en het liefst van alle oppositiepartijen om een achterhoedegevecht aan te gaan over
zaken uit de geschiedenis. Volgens mij heeft hij nog heldere beelden op zijn netvlies staan van de electorale opdonder die de PvdA in de vorige ronde kreeg door halsstarrig principieel vast te houden aan het vroege sluitingsuur van cafés, prominent uitgedragen op de tv, zodat iedereen in Hoorn dat kon zien.
L’histoire se répète, zie ik hem glunderend denken en hij stookt het heilige vuurtje nog eens op met de uitdagende kreet: hou er nou toch eens over op, man! Zou Samir daar in tuinen? De SP wel. Zij vermoeden nog volop kansen de tunnelplannen te kunnen torpederen met hun omgelegde fietspadenplan. Zouden mensen buiten hun eigen achterban daar ook serieus naar willen kijken?
De aanloop naar de verkiezingen is definitief ingezet. Beschouw het tunnelgevecht als een voorzichtig begin. Ook benieuwd naar thema’s die het komende half jaar aan ons worden opgedrongen? Ik ben vooral benieuwd naar nieuwe inzetten van Arthur Helling. Zou hij in staat zijn de slome sentimenten ten opzichte van de landelijke politieke partijen op de achtergrond te krijgen? Hoorn: let op mijn woorden. Het begint pas echt wanneer Arthur Helling iets gaat zeggen! (terug)
Rondje Hoornse partijen 7 september 2013 De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. In alle Hoornse partijen wordt gebrainstormd, gemindmapt, of worden creatieve geesten gemotiveerd en geactiveerd om maar zo goed mogelijk voorbereid de oneerlijke strijd aan te gaan. Verkiezingen zijn al heel lang niet meer de wedstrijden waarin de besten winnen. Maar als je niks doet heb je de strijd al bij voorbaat verloren, tenzij je een bevindelijke gristelijke partij bent, waarvan de beginselen vaststaan in boeken waar antiquariaten maar wat graag de hand op willen leggen. We leven in de tijd dat het merendeel van de kiezers liever hun stem willen uitbrengen op kandidaten die in televisietalentenspeurshows nog even niet uit de boot gedonderd mogen worden.
De Hoornse politieke partijen hebben voor de doorsnee kiezer de uitstraling van de zwakste schakel, waarvan iedereen intens hoopt dat hij meteen weggestemd wordt. De kenners van de digitale wereld hebben mij duidelijk gemaakt, dat het internet hèt medium is om je aan den volke te presenteren. Ik heb dus alle websites bezocht. Kort samengevat moet mijn conclusie zijn dat geen enkele partij de mogelijkheden van het internet nog echt ontdekt heeft. Wie alle sites op één avond wil bezoeken, heeft meer doorzettingsvermogen dan tijd nodig. Voorspelbaarheid is groot. Ook werd duidelijk dat gemeentefracties en –partijen de vakantieperiode streng in acht nemen.
De VVD slaat zichzelf op de borst met een artikel over de impuls van 1 miljoen voor de Hoornse economie, onder de digikennisuitstralende noemer: Kansenkaart 2.0. Met die 2 wordt aangegeven dat er ook een Kansenkaart 1.0 moet zijn geweest, welke kennelijk aan verbetering toe was.
De PvdA lonkt naar de kiezer met een stukje over het bezoek aan de kunstmarkt met bewoners van Lindendael, waarmee zij aantonen dat cultuur en hulp aan hulpbehoevenden zeer hoog in hun vaandel staan. En wellicht ook het idee verspreiden dat cultuur genieten voor deze categorie kiezers niets hoeft te kosten.
De VOCH wrijft de kiezer nogmaals in dat het referendum lekker geen doorgang kan hebben en dat het plan Waterfront goed bij hen valt.
Het CDA zegt dat men onderwijs en cultuur erg belangrijk vindt, maar dat een feestzaal voor een van de culturele zuilen in Hoorn geen goed idee is. Maar dat laatste bericht dateert van mei.
D66, voor mij de partij met een hoop mensen die in Hoorn digitale vooroplopers zijn, noemt het referendum op de homepage en verder is er een bericht uit juli over spookburgers.
GroenLinks zoekt op de eerste pagina kandidaten, maar dat meest verse bericht is er al in juli op geplaatst en verder laat Samir Bashara in juni al weten dat hij zijn klassieken kent via citaten van Aristoteles en Socrates en nog wat meer oudjes die de beter opgeleide wel zal herkennen.
De SP is actueel over hun alternatieve plannen voor de tunnel en zij vermelden op de homepage ook standpunten van de landelijke partij om aan te geven dat zij in Hoorn wel degelijk keurig in de pas lopen.
De Hoornse Seniorenpartij laat op de eerste pagina een mooie groepsfoto zien van krasse knarren. Er is ook na korte tijd bladeren weinig meer informatie te vinden. Ik vermoed dat een kleinzoon van één van hen de website heeft opgebouwd en dat opa of oma toen zei: “Mooi gedaan, knul. Niks meer aan doen!”
Hoorns Belang was duidelijk op vakantie. Ik weet nu dat zij zich tot een van de oudste partijen in Hoorn rekenen en dat in juni een nieuw bestuur is gekozen.
Fracie Tonnaer heette mij welkom omdat zij mij kennen. Ik fronste mijn wenkbrauwen bij het lezen van een dankwoord aan de kiezers voor de 5 zetels die de fractie heeft gekregen. Roger zal toch wel door hebben wat er sinds de laatste verkiezingen is gebeurd? Tonnaer is wel de enige in Hoorn die zich zorgen maakt over het scheepswrak Broeder Isidoor.
De fractie Assendelft heeft geen eigen website. René hoopt tijdig te kunnen overstappen naar een andere partij en waarom zou je nog moeite doen om een website te maken. Johan van der Tuin heeft ook geen website. Johan zit op Facebook en twittert een hoop. Dan heb je geen website nodig natuurlijk.
De verkiezingsaanloop is nog niet definitief gestart. Wacht nog even met het bezoeken van de sites om langs de digitale zijwegen de carnavalsoptocht der fracties te zien paraderen en bedenk dat wanneer volgend jaar de tijd is gekomen, dat je maar één keer je stem mag uitbrengen op je favoriet. De politici zullen echt zelf wel zorgen dat het een afvalrace wordt. (terug)
Kansen ruiken 14 september 2013
Kansenkaart 2.0, waarin wordt aangegeven dat maar liefst één miljoen wordt uitgetrokken als een soort vitamine C voor de kwakkelende Hoornse economie, is de opvolger van Kansenkaart 1.0 en zal ooit wel eens opgevolgd worden door Kansenkaart 3.0. Met Adobe zitten we al op Adobe XI.0. Je hebt ook tussenvarianten, wanneer er kleine aanpassingen worden gedaan. We hadden bijna Kansenkaart 2.1 gekregen, wanneer CDA en Hoorns Belang hun kansen hadden uitbetaald gezien. De meest linkse vleugel van de raad, PvdA, SP en GroenLinks probeerde er nog even een 2.1.1-versie van te maken, maar dat mocht ook niet baten. De aanvullende amendementen werden weggestemd en de hele raad, uitgezonderd GroenLinks was voor de basisvariant 2.0.
De Kansenkaart is iets anders dan een kanskaart van Monopoly. Het is eerder iets uit het algemeen fonds om economische ontwikkelingen in Hoorn te stimuleren. Een zeer lofwaardig streven. Het doet vermoeden dat ons college reële uitwegen ziet in de crisis die neringdoenden in onze stad in een wurggreep lijkt te hebben.
Mark Rutte en zijn kompanen zien herstelkansen in een ruimer bestedingsbeleid van de burgers van Nederland. Je zou dus kunnen denken dat het college en het overgrote deel van de raad het miljoen willen laten uitgeven om ondernemers die kopje-onder dreigen te gaan te verblijden met een grotere groep koopgrage klanten, geworven bij de uitgang van de voedselbank, met de uitdrukkelijke opdracht het geld te besteden bij de lokale middenstand. Zo eenvoudig is dat echter niet.
Mevrouw Grosthuizen en ik fantaseren er wel eens over over een miljoen te mogen beschikken en ik moet bekennen dat ik er aanzienlijk minder royaal mee zou zijn naar minder draagkrachtige familieleden, vrienden, kennissen en goede doelenorganisaties met of zonder directeur die dit fraaie bedrag binnen hun werkzame leven enige malen als persoonlijk inkomen bij elkaar kunnen bedelen.
Voor zaken die op gemeenteniveau moeten worden ondersteund is het echter niet veel. De collegepartijen hadden al een rijtje doelen op papier staan en vanuit traditionele, laat ik het mevrouw-Grosthuizenachtige insteek noemen, wilden sommige partijen er nog wat nooddruftige doelgroepen bij plaatsen.
Omdat alles ook nog duurzaamheid zou bevorderen kreeg Kansenkaart 2.0 toch nog voldoende handen op elkaar, maar misschien vreemd genoeg, niet die van GroenLinks. Samir Bashara heeft weinig fiducie in de duurzaamheid van Kansenkaart 2.0. Om dit te loochenstraffen doen onze wethouders een maand lang een wedstrijdje in duurzaamheid. Wie verbruikt het minst aan energie of andere zaken in de persoonlijke leefsfeer? Met groot enthousiasme doen al onze wethouders mee. Het is zelfs een landelijke wedstrijd. Wie deze week van één van onze wethouders de vraag krijgt of hij een maandje mag komen logeren weet dan wat daarachter steekt! We moeten maar niet al te nadrukkelijk gaan ruiken of zij zich wel goed gedoucht hebben.
Ik werd deze week verblijd met de mededeling dat René Assendelft nu ook onder de pannen is. Hij heeft een behoorlijke tijd uitgetrokken om te kunnen beoordelen bij welke partij zijn persoonlijke gedachtegoed het best tot verdere ontplooiing kan komen. Hij koos VOCH, omdat hij zag dat VOCH een duidelijke visie heeft op de toekomst van de stad en met een grote en trouwe achterban een sterke basis heeft. VOCH op haar beurt ziet in René eigenschappen die zij, misschien met het oog op de komende verkiezingen, ook graag in huis heeft. Karin Hakhoff, de fractievoorzitter, formuleerde het als volgt: Een politiek talent, met enorm veel gevoel voor wat er in de stad leeft. Hij heeft laten zien dat hij een doorzetter is, die zich vastbijt in onderwerpen, met veel kennis van zaken, en een groot hart voor onze inwoners en ondernemers. Kijk, en nu vindt men deze mooie eigenschappen voortaan ook bij het VOCH. Het ontroerende van deze politieke omhelzing zit ook een beetje in het benoemen van elkaars mooie kwaliteiten. René beschrijft de VOCH op een manier waarop deze lokale partij zichzelf nooit kan presenteren zonder beschuldigd te worden van borstklopperij. Daar tegenover wordt René door VOCH neergezet als een soort heilige. Er worden hem eigenschappen toegedicht die hijzelf nooit zonder blozen had kunnen noemen. Je vraagt je nu af, waarom de andere partijen niet tot het uiterste zijn gegaan om hem aan de eigen gelederen toe te voegen.
Misschien heeft de wederzijds ontstane aantrekkingskracht te maken met het feit dat men het afgelopen jaar te druk bezig was met aandachtopslurpende bestuurszaken en dat men pas nu de tijd heeft genomen om eens te onderzoeken welke kwaliteiten men nodig heeft om tijdens de aanstaande verkiezingen aarzelende kiezers over de streep te rukken. Dat GroenLinks René Assendelft niet heeft binnengehaald verbaast mij niets. Kennelijk voldoet René in de ogen van Samir Bashara ook niet aan de eis van duurzaamheid. Daar tillen VOCH en René Assendelft klaarblijkelijk veel minder aan. (terug)
Kritikreten 21 september 2013
Wij kwamen gisteren thuis na drie weken vertoefd te hebben in het Overijsselse Salland. Een mooie omgeving waar mevrouw Grosthuizen af en toe bekende dat ze daar best met plezier zou kunnen wonen. Ik heb dat idee niet direct verontwaardigd van de hand gewezen. Dat voelde een beetje als vreemd gaan. Hoorn, zo las ik gisteren in het nieuwe kwartaalblad van Vereniging Oud Hoorn, staat op de derde plaats van Noord-Hollandse steden met monumenten. In de krant stond de glunderende D66-wethouder van Hoorns antiek Peter Westenberg, die er onlangs achter kwam waar de klepel van de gerestaureerde klok van de Noorderkerk uithing en tot zijn grote opluchting mocht ervaren en dat eigenlijk niemand wist waar de oude klepel hing. Gelukkig hoort men in Hoorn een nieuw monumentaal geklep erbij.
Bij het gretig opslurpen van lokale nieuwsfeiten trof ik berichten aan over de fraaiheid van de stad. Ons gemeentebestuur lijkt zich nadrukkelijk iets te willen aantrekken van standpunten van de goegemeente. Wat doen we met het Havenkwartier? Hoe bereikbaar moet dit gebied zijn en voor wie? Vijf varianten werden in de krant getoond met de mededeling dat men ook nieuwsgierig is naar nog andere varianten. Ik vrees dat iedereen nu al kan voorspellen dat zelfs na een in gezamenlijk overleg tot stand gekomen eindvariant, stormen van protest in verschillende varianten zullen losbarsten. Hoorn is daar goed in en er zijn meer dan genoeg varianten van fracties in de raad die zich achter welke variant van protest dan ook zullen willen scharen. En anders kan men altijd nog een nieuwe partij oprichten.
Dat heikele zaken eigenlijk niet het onderwerp zouden moeten zijn voor de fracties worden door onze kordate burgervader ferm aangetoond. Niet meer zaniken, we doen het zó! Hoorn is weer een stuk veiliger geworden in de afgelopen paar jaar. Hoe zou dat nou komen? Het huidige college heeft zich een aantal malen krachtdadig betoond met maatregelen waar oppositiepartijen tevergeefs tegen te hoop liepen. Welke maatregel voor een leefbare stad ook wordt voorgesteld, altijd moet daarop worden ingeleverd vanwege gesteggel tussen partijen. Enerzijds zou dit kunnen opgevat als het falen van democratie. Hoe meer partijen, des te minder democratie. Mag je in dat licht gezien, onze burgemeester zien als een milde dictator? En hoe slecht is dat voor de stad?
Ik slaap wel eens slecht bij dit soort lemma’s. Zijn we als Nederlandse polderbewoner reeds zodanig genetisch aangepast aan compromissenpolitiek dat we ons ongemakkelijk voelen bij besluiten zonder gezeik? Is dat ook de reden waarom ons kabinet het zo moeilijk heeft? Twee partijen die elkaar om
beurten pijn doen om eindeloos gezaag over belangrijk geachte zaken te vermijden? Als grote salarissen meer moeten inleveren, dan mag daar best wel wat Joint Fight Strikers tegenover staan.
Het deed mij natuurlijk wel goed onze burgervader op de landelijke televisie de officiële Hoornse standpunten rondom drankgebruik en sluitingstijden te zien verwoorden en dan te weten dat tegelijkertijd een coffeeshop alhier werd geopend, dankzij zijn persoonlijke inspanning. Is dit nu ook Hoorn? vroeg ik me af. Wie discussieplatforms van Facebook raadpleegt, kan lezen op welke toon besluiten van de gemeente over sluitingstijden worden besproken. De burgemeester wordt voor alles en nog wat uitgemaakt. Wordt het gelijk van de genomen maatregelen over niet al te lange tijd bewezen, wanneer Hoorn weer een paar stapjes lager op ongunstige lijstjes komt te staan? Of wanneer men zich hier gaat afvragen wat comazuipen nou eigenlijk is en waar komt dat dan wel voor?
Volgend jaar vieren we het gemeentelijke feest van de democratie wanneer iedereen mag uitmaken welke politici het liefst en best worden gevonden. Stijgen de kansen wanneer geen enkele partij onsympathieke maatregelen meer hoeft te nemen, omdat de ongekozen burgemeester die wel neemt? Wordt dat met een democratische meerderheid steeds goed gevonden en moet je kritiek daarop overlaten aan burgers van de stad die Facebook en Twitter frequenter gebruiken dan de burgemeester? Wanneer lezen we dan op Twitter zijn repliek: de honden blaffen, maar de karavaan trekt verder?
Ik vind het jammer dat digitale kritikreten vaak zo stijlloos zijn. En dat in een monumentale stad. Ik geef direct toe: je moet van goeden huize komen om Onno van Veldhuizen op dezelfde stijlvolle wijze van repliek te kunnen dienen, maar het zou het culturele niveau van de stad wel ten goede komen. Met schelden bereik je niet veel. Cést le ton qui tue la musique. (terug)
Onweerstaanbaar onafhankelijk 28 september 2013
Ein Duft, so aufregend dass er Chaos verbreitet! Un parfum si envoûtant qu’il déclenche le chaos! De onweerstaanbare geur die chaos creëert! Deze kreten stonden op de nieuwe flacon shampoo die ik vanmorgen pakte om verfrist onder de douche vandaan de wereld weer aan te kunnen. In reclameboodschappen levert dit middel situaties op dat je vrouwen nauwelijks van het lijf kunt houden. Als redeloze wezens reageren zij op de feromonen die dit sopje op een mannenlijf achterlaat. Mevrouw Grosthuizen heeft dit douchemiddel aangeschaft en ik vroeg me af met welk doel. Meteen na het afdrogen meldde ik me bij mevrouw Grosthuizen, uiterst benieuwd naar haar reactie. ‘Vergeet je niet de afwas te doen?’ vroeg zij. Bij ons was geen andere chaos dan die in de keuken prijkte omdat we gisteravond na het eten geen zin meer hadden de boel aan de kant te krijgen. Ik leerde dat reclamekreten en verwachtingen die zij dienen op te wekken geen ander doel hebben dan de maker van het product voordeel te leveren. Laat de consument denken dat je iets biedt waar je absoluut niet buiten kunt en dat nergens anders te verkrijgen is.
Hoorn is een nieuwe politieke stroming rijker. HOP, Hoornse Onafhankelijke Partij heet de stroming en Robert Vinkenborg is de genius achter dit politieke product. Dit hadden we nog niet in Hoorn en er bestaat hier juist zo’n grote behoefte aan! Reeds 45 mensen deelden deze opvatting. ‘Iedereen die het eens is met onze idealen is welkom’ mocht ik uit de krant vernemen.
Heeft Hoorn behoefte aan lokale partijen? Jawel, en die behoefte laat zich al jaren vertalen in een keur aan lokale politieke stromingen, elk met een volstrekt eigen filosofie en elk met programma’s die elkaar nooit volkomen overlappen. Tenminste, dat horen wij te geloven. Anders was er wel gewoon één lokale partij of hadden we nog steeds te maken met de traditionele partijen die ook landelijk te herkennen zijn. Op dit moment kennen wij Hoorns Belang, VOCH, Fractie Tonnaer en Hoorn +. Fractie Assendelft heeft te elfder ure ingezien dat er geen noemenswaardige verschillen bestaan tussen zijn idealen en die van VOCH. Waarlijk een scherp inzicht.
Alle lokale initiatieven suggereren hartstochtelijk dat de partijen met ook een landelijke binding absoluut niks op hebben met de lokale behoeften van de burgerij van Hoorn. Een absurd idee, maar dat ziet niet elke potentiële kiezer in. Tot nu toe zijn alle Hoornse lokale partijen ontstaan vanuit een ongenoegen of hoog opgelaaid conflict met de oorspronkelijke partijen. Goed beschouwd is elke politieke partij, waar dan ook, ontstaan vanuit ongenoegen met de partij waaruit de afsplitsing
vandaan komt. Dit is wellicht een typisch Nederlands verschijnsel. Ik weet niet of wij in Europa of zelfs in de wereld koploper zijn met afsplitsingen van diverse geloofsrichtingen binnen het christelijke spectrum. In de politiek is dat net zo en ook wij in Hoorn hebben ooit te maken gehad met een in de kroeg ontstane partijtje van Piet Oerlemans. Lachen! Een statement om duidelijk te maken dat je politiek niet altijd serieus moet nemen?
Hoe moeten we het initiatief van Robert Vinkenborg zien? Onafhankelijke is het deel van de naam van deze groepering die de essentie weergeeft van de geest waaruit de partij is ontstaan. Zelfs onafhankelijk van de Hoornse burgerij? Robert noemde in het krantenartikeltje: onze idealen. Ik ben niet bij de oprichtingsvergadering geweest. Wel ontdekte ik dat in Heerhugowaard ook al een H.O.P. bestaat, een lokale partij met uitgeschreven idealen, die doorgaans bij alle partijen met lokale interesse bestaan. Dus eigenlijk bij alle partijen in welke gemeenteraad dan ook. Er is ook sprake van een Groep H.O.P. In zeven gemeenten willen zij de lokale belangen met ongetwijfeld zeer herkenbare politieke idealen dienen. Daarnaast zijn er ook specifieke idealen, zoals het afschaffen van gemeentelijke belastingen en het opheffen van de provincie als bestuurslaag. Verder mogen alle instituten die volgens hen de dienst uitmaken in Nederland hun invloed volledig kwijt raken. Vrijheid als fundamenteel grondbeginsel is het uitgangspunt voor elk gemeentelijk bestuursbeleid. Verder zijn er heel wat bedrijven die HOP heten en bestaat er een studentenruitervereniging met die naam. De vogelbescherming noemt de hop als een vogel die in Nederland dringend bescherming behoeft.
HOP zal zich in Hoorn vast voor iets volledig afwijkends willen beijveren. Wat precies de idealen zijn, moet nog even worden uitgewerkt. Eerst maar een partij oprichten, die idealen komen vanzelf wel. Een hippe partij. HipHOP. Ik moet even denken aan de shampoo van vanmorgen. Een onweerstaanbare politieke kleur die chaos creëert. Ik weet nu dat reclamekreten niet altijd de verwachtingen waarmaken, maak ik vrees dat die chaos wel eens een haalbare zaak kan blijken te zijn. (terug)
Vanzelfsprekend gelukkig 5 oktober 2013
Heel af en toe worden onze activiteiten die het vegeteren op de nationale reserves overstijgen beloond met een kleine financieel gebaar. We zijn daar steevast heel dankbaar voor en zoeken dan een bestemming die de financiële basis van ons huishouden overstijgen. Boeken zijn altijd welkom en ook worden cd’s en dvd’s die we anders met enige pijn in het hart moeten laten staan met enige overwinningsvreugde aangeschaft. Sinds niet eens zo lang geleden hoop ik via de blijken van waardering ook af en toe een fles mooie whisky te scoren hetgeen wij vanuit het normale budget als een zeer decadente handeling zien. De extraatjes deponeren bij het huishoudgeld kwam eigenlijk niet bij ons op. Wanneer de financiële armslag veel groter zou zijn, zouden deze aankopen nauwelijks meer worden gezien als een extraatje, een luxe, iets waarvan we blij worden, omdat het onmogelijke toch mogelijk bleek. Er staan nu lp’s in mijn platenkast, waarvan ik nog precies weet wanneer die zijn gekocht en voor welke prijs. Dat laatste, omdat ik de prijsstickertjes er nooit heb afgehaald. Ik denk dat geluk groeit, naarmate vanzelfsprekendheid afneemt.
Ons mooie Hoorn is de afgelopen jaren gelukkig geweest met een polsstok, waarmee redelijk brede slootjes met droge voeten konden worden bedwongen. Een groeiende stad heeft ook steeds behoefte om op alle gebieden te groeien. Dat is gebeurd. Natuurlijk wel altijd met politiek gesteggel, want onze lokale politici zaten er natuurlijk niet voor niets. Mensen die de politieke taak vervullen, dienen bij tijd en wijle of hartstochtelijk voor- of rabiaat tegenstander te zijn. Democratie is goed beschouwd een spel, dat helaas voor een iets te kleine groep boeiend is om te spelen of van korte afstand met plezier te aanschouwen. Het is een soort voetbal voor het sociale spectrum in ons mens zijn.
Wanneer er genoeg geld is om te besteden, dan is de wedstrijd eigenlijk een beetje saai. Voor de vorm worden nog wel eens met enige heftigheid over moties gediscussieerd. Een plekje in de discussiebankjes kan voor deelnemers zo vormend zijn dat daar in andere echelons plezierig gebruik van gemaakt kan worden. Voor de gewone man wordt zo’n persoon iemand met wie je slechts vruchteloos in discussie kunt treden of alleen interessant is om naar te luisteren bij het uitkramen van nonpolitieke nonsens.
Wanneer de geldkist slechts een matig bedekte bodem te zien geeft, wordt het democratische spel spannender. Waar zullen de schaarse penningen aan worden uitgegeven? De zetten in het spel leveren hoe dan ook pijn op voor een deel van de bevolking. Voelbare pijn. Elk besluit om ergens iets
financieel mogelijk te maken betekent dat op andere plaatsen zaken aan het noodlot of aan de ondernemingszin van de burgerij wordt overgelaten. Zaken die jarenlang vanzelfsprekend waren worden niet meer gezien als primaire zorg voor een gemeentelijke overheid. Is dat vanzelfsprekend? Ik ben geboren en getogen in een tijd, dat er nauwelijks of geen extraatjes bestonden. De basisbehoeften waren werkelijk basaal en zelfs hierin werd niet met grote vanzelfsprekendheid in voorzien. In onze kringen legde men zich daar, soms mokkend, bij neer. In de samenleving hing de geur van een naderende lente en beetje bij beetje zijn we meegegroeid in de uitbreiding van de behoeften. In de tijd dat in het boek van Vance Packard, De Verborgen Verleiders, uit de doeken werd gedaan hoe wij door de groeiende industrie hebzuchtbevorderend werden benaderd, veranderde ons concept van basisbehoeften. De toestand van de werkende mens in de tijd ervoor werd gezien als lamentabel en gelukkig leefden we niet meer in die vreselijke omstandigheden. Maar toch, toen vadertje Drees wetten formuleerde om de oudere mens een menswaardig bestaan toe te staan werd hij ongetwijfeld met afgrijzen bekeken door teapartyachtige lieden in het landsbestuur. We wenden echter langzamerhand aan vanzelfsprekende verzorging.
Toen kwam de door de financiële wereldleiders vakkundig opgebouwde crisis. Het landsbestuur kan minder vanzelfsprekendheid garanderen en ook de gemeenten dienen een aanzienlijk eind van hun polsstok af te zagen. Een tekort van zes miljoen staat ons te wachten. Maar de tunnelplannen blijven recht overeind staan, roept onze VVD-wethouder van schatkistbodems. Want die worden betaald uit de parkeergelden. De parkeergelden zijn het extraatje waarvan de leuke dingen kunnen worden betaald. Hoe optimistisch mag je zijn, wanneer je voor de verre toekomst de extraatjes blijft besteden aan leuke dingen, zelfs wanneer wordt ingeleverd op de basisbehoeften in de gemeente? Wie dan een politiek leven wil hebben zal dan zorgen dat het geloofwaardig blijft.
Over een aantal jaren weten mevrouw Grosthuizen en ik, als doorgewinterde parasieten in een kleiner wordende ruif, of de extraatjes (als ze nog binnen komen) nog steeds besteed kunnen worden aan boeken, cd’s, dvd’s of mooie whisky. Ik vrees echter dat dan alleen de supermarkt daarmee het hoofd boven water tracht te houden. (terug)
Pas op! Oppassen! 12 oktober 2013
Ruim tweeënveertig jaar heb ik, onder andere naam, werkzaamheden in het onderwijs verricht. Ik kreeg als snotneus van 21 jaar tijdens ouderavonden vragen van wanhopige ouders hoe zij hun kroost nou het beste op tijd in bed konden krijgen, hun eten netjes op eten, hun kamer eens zelf op orde houden. In die tijd spraken die ouders, allemaal een stuk ouder dan ikzelf, mij aan met u en met het respect dat men diende te hebben voor de autoriteit die het vak met zich mee bracht. Toen moest ik daar heftig aan wennen, want ik was zelf nog maar net de situatie ontstegen waarin mijn ouders en docenten mij met de nodige nadruk wezen op nuttig en gewenst gedrag. Mijn autoriteit groeide in de decennia die volgden. Men ging ervan uit dat ik in staat was, naast een geruststellende hoeveelheid opvraagbare kennis in de hoofdjes te krijgen, de opgroeiende jeugd liefdevol maar met zekere hand de weg naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te wijzen. Dankzij opgedane kennis in de praktijk en nuttige aanvullende cursussen bleef de schade bij de leerlingen en hun directe leefomgeving beperkt. Veel kinderen bij wie dat iets moeizamer gerealiseerd werd reageerden daar af en toe wat weerspannig op. De school beschikt echter over mogelijkheden om via goedgekozen opvoedkundige gesprekken en passende sancties van de meeste van deze leerlingen toch redelijk functionerende en maatschappelijk acceptabele kinderen te maken. In ieder geval zolang zij de ogen van hun gezag op zich gericht weten. Het aardige was dat men van deze kinderen zeer dankbare en lovende opmerkingen kon krijgen wanneer zij eenmaal de pubertijd achter zich hadden.
Deze week zag ik onze burgemeester in zijn specifieke houding, armen over elkaar zoals dat vroeger in elke school van de leerlingen verlangd werd wanneer zij netjes moesten zitten, en met een vriendelijk vorsende blik, op de voorpagina van de veiligheidskrant staan. Samen voor een veilig Hoorn luidde de kop van het begeleidende artikel. We dienen samen voor de veiligheid van onze stad te zorgen. We wonen er, dus we zijn er ook verantwoordelijk voor. Gesteund door maatregelen die de veiligheid en het welzijn mogelijk moeten maken kunnen we Hoorn nog veel meer plaatsen op de lijst van onveilige steden laten zakken.
In de berichten uit de sociale media en de media voor de volwassenen klinken soms ondubbelzinnige geluiden van protest, woede en ongeloof. Het toelatingsbeleid voor de horeca en het verhogen van de leeftijd waarop men zich klem mag zuipen leveren genuanceerde en ongenuanceerde argumenten op. De zeer jeugdige Samir Bashara van GroenLinks, met nog verse herinneringen aan het leven onder opvoedkundig regime, neemt het op voor de kinderen tussen 16 en 18 jaar die nu
geen openbare kant op kunnen met hun drankzucht. Zijn afkeer van het ganzenborden doet vermoeden dat hij daarbij iets te vaak in de put of in de gevangenis raakte. Meent Samir werkelijk dat de jeugd tussen 16 en 18 jaar niets anders kan of wil dan zich vol te gieten met alcoholische versnaperingen? Robert Vinkenborg, de oprichter van Hoorns nieuwste politieke stroming HOP lijkt op zijn zoektocht naar goede keuzeargumenten voor zijn partij in ieder geval het toelatingsbeleid voor de kroegen als kerndoel te kiezen. De gram richt zich zowel op de zalige of onzalige plannen van de burgemeester om het maatschappijontwrichtende onvolwassen gedrag van drinkers en druggers aan te pakken.
Staat onze burgemeester, Onno van Veldhuizen, met de armen over elkaar af te wachten op ongelukken die komen gaan? Welnee! Hij staat daar pal. Pal voor ons lichamelijke en geestelijke welzijn. Pal voor normen en waarden die wij allen met oprecht gekozen woorden onderschrijven. Pal voor de trieste constatering dat zelfs de braafste burger lijkt te kunnen ontaarden in redeloze wezens. Pal voor beslissingen die allerwegen als betutteling worden beschreven. Pal voor onszelf, omdat wij soms onszelf niet meer zijn. Pas op! Onno past op ons, opdat wij oppassende burgers worden! Onno van Veldhuizen, de autodidactische stadspedagoog, hoopt met duidelijke maatregelen de boel een beetje in de hand te willen houden. Samen met burgers die deze leermeester begrijpen en volgen en zo de stad betere cijfers te laten halen.
Intussen lijkt een storm op te steken van burgers die geen enkele begrenzing van drank- en drugsgedrag tolereren. Hoe groot zou hun weerstand tegen de veiligheidsplannen zijn, wanneer we in Hoorn allemaal gemeentelijk worden aangeslagen voor een aparte vandalismetax, waarmee de schade wordt betaald die door mensen in de stad wordt aangericht? Misschien dat een politiek partij kan worden opgericht om de plannen van (burge)meester Onno te blokkeren. Wat mij betreft kan dat ook onder de naam HOP. Hoornse Onbeheersbare Pubers. (terug)
Af- of aanbesteden 19 oktober 2013
In een vorig leven was ik een redelijk actieve amateurfotograaf. Mijn budget voor handige aanvullingen van camera- en dokamateriaal was beperkt. In de winkel waar ik mijn materialen betrok werd ik steevast geholpen door Jan. Jan wist wat ik al had, wat ik ermee deed, wat mijn wensen konden zijn en wist bovenal wat wel en wat niet binnen mijn financiële bereik lag. Jan heeft me nooit belazerd. Dat ervoer ik als zeer prettig. Het kwam niet in me op, ooit naar andere fotowinkels te stappen, zelfs niet wanneer ik wist dat ik daar af en toe voordeliger uit kon zijn.
In de loop der jaren hebben wij ook met andere winkels zo’n relatie opgebouwd. Je betaalde ook voor service en voor een persoonlijke band met winkeliers. Soms betaalde je iets meer voor je spullen; soms kregen we een extra korting waar helemaal niet om gevraagd was. Alle tips over zaken waar we geld konden uitsparen ten spijt, bleven we trouw aan de winkeliers waarmee we een goede relatie hadden. Ik geef niet graag toe, dat we ondanks dat af en toe zwichtten voor een aanbod elders. Maar dit ging altijd gepaard met een beetje schuldgevoel en met de hoop dat de vertrouwde vaste winkelier hier nooit lucht van kreeg.
Gemeentebesturen gaan ook over aankopen die nodig zijn voor een stad. Vroeger konden werken worden uitgevoerd door bedrijven die of met de gemeente een historische aanbestedingsband hadden ontwikkeld of zo’n band hadden met de op dat moment residerende burgemeester of wethouders. Die banden verwerden in een aantal gevallen tot ritselbanden. Ritselbanden zijn gebaseerd op heb- en graaizucht. Daar is een eind aan gekomen, door wet- en regelgeving waar veel mensen opgelucht van geraakten. Er is nu een reglement voor aanbestedingen. Voor erg grote projecten is er zelfs een Europees reglement. Na diverse bouwfraudezaken lijkt dat de beste manier te zijn om af te zijn van limboachtige sjoemelpraktijken.
Ik heb even getracht me door het uitgebreide reglement van aanbestedingen te worstelen. Dat heb ik snel opgegeven. Eén ding werd mij duidelijk: om mazen in de wetgeving te dichten heb je een hoop stopgaren nodig. Vanuit berichtgeving om mij heen mag ik begrijpen dat een hoop goedwillende en – presterende bedrijfjes hieraan ten onder dreigden te gaan. Hoe verfrissend is het dan, wanneer gemeentebestuurders desondanks openingetjes trachten te vinden om lokale en/of regionale bedrijfjes in te schakelen bij grote projecten. En dat het ook mogelijk wordt mensen zonder baan aan werk te helpen. Onze wethouders lopen zich hiervoor warm en zullen zich zelfs bij een minimale lokale inbreng tevreden op de borst kloppen als een
sliepuitgebaar naar de linkse oppositie. Voor deze mensen resteert eigenlijk nog maar één activiteit. Men dient bij het presenteren van aanbestedingsplannen te eisen dat er minimaal een dubbele lokale inbreng dient te zijn of een minimale inbreng van bouwpartijen buiten de regio. Dat is dan het fijne van lokale politiek. Er is altijd wel een mogelijkheid om oppositie over te voeren.
De gemeente zal geen onnodig strenge selectiecriteria stellen. Wat nu? Is een beetje broddelwerk ook wel goed? Gaan we er gemakshalve maar van uit dat de regionale bedrijven slechts goed zijn voor het iets simpeler werk? Zijn we kopschuw geworden van lokale en regionale bedrijven sinds de befaamde instorting van de toneeltoren? Ik vrees dat we ook moeten uitgaan van de kunde en kennis van de ambtenaren die namens de gemeente toezicht blijven houden op het bouwproject. Dat betekent dat erg ingewikkelde klussen niet meer van gemeentewege deskundig kunnen worden gevolgd. Dan zou je als het niet te ingewikkeld mag zijn, ook rustig gebruik maken van bedrijven in de buurt.
Als volslagen leken op bouw- en installatiegebied hebben wij voor ons huis bedrijven ingehuurd om de klus te laten klaren. Daarnaast beschikken we over een aantal ‘mannetjes’ die ook allen over vaardigheden en kennis beschikken waar wij nagenoeg niets van in huis hebben. Wanneer zo’n ‘mannetje’ echter de klus tot grote tevredenheid en binnen een budget heeft geklaard, zullen we niet snel besluiten een volgende klus aan iemand anders te gunnen. En al helemaal niet wanneer zo’n mannetje dicht in de buurt woont. Ergo: wij doen niet aan aanbesteden en hoeven dat ook gelukkig niet. Daar zijn zowel wij als onze mannetjes dik tevreden mee.
Jammer dat dit systeem niet meer mag werken in de grote wereld. Grote vriendschappen tussen ondernemers en gemeente zijn uit den boze. Misschien komt alles wel weer goed wanneer blijkt dat het komende college wordt bemand door onbenaderbare autisten. Of mensen met wie je geen zaken kunt doen. En nee, dat is nu niet helemaal het geval. (terug)
Zwartepieten met volksvermaak 26 oktober 2013
Ik moet het er nu al over hebben en waarom ook niet? Het strooigoed lag in september al in de winkels. Ik heb al een zak kruidnootjes naar binnen gewerkt en het zakje borstplaatjes zal ook geen lang leven beschoren zijn. Het is dit jaar wederom overduidelijk dat het Sinterklaasfeest vooral een feest is voor winkeliers. Lange tijd vormden de tandartsen de enige groep met kritische geluiden. Langzamerhand begonnen ook politiekcorrecte groeperingen hun stem te laten horen. Zwarte Piet moet in de ban, want zolang deze niet de baas wordt van Sinterklaas, doet de Nederlandse bevolking massaal in commissie aan discriminatie. Sinterklaas wordt zwart gemaakt en krijgt in deze strijd de zwarte piet in de handen geduwd.
Wereldwijd wordt Nederland erop aangekeken hardnekkige voorlopers in discriminatieland te willen blijven. Poetin wrijft zich verheugd de handen, want Nederland heeft zichzelf monddood gemaakt in discussies over discriminatie in zijn deel van de wereld.
Sommigen hopen Sinterklaas vrij te kunnen pleiten van discriminatie door uit te roepen dat hij Turk was. Hoe slecht zijn zij dan op de hoogte. Sint Nicolaas mag dan bisschop geweest zijn van Myra, dat in het huidige Turkije ligt, maar hij stierf daar ruim 650 jaar voordat de eerste Turk er zijn gezicht liet zien. De stoffelijke resten van de goedheiligman zijn zelfs gevlucht voor de Turken uit angst geen respect te ontvangen voor zijn bijdrage in de christelijke cultuur. Het Katholieke deel van onze natie mag gerust beticht worden van een zeer slordige manier van respect tonen voor deze heilige. Het feest lijkt aan te sluiten op het Germaanse geloof in Odin met zijn paard Sleipnir. De twee zwarte raven zouden dan de begeleidende knechten geworden kunnen zijn en schoolmeester Jan Schenkman bedacht daar Zwarte Piet voor. Sinterklaas en Zwarte Piet hebben sedertdien hele generaties een paar jaar braaf gehouden. De dominees van ons land zijn er nooit in geslaagd het sinterklaasfeest uit de Nederlandse cultuur te schrappen. Wellicht komt dit door het cadeautjeselement in deze geloofsovertuiging. Daar zijn uiteindelijk de protestanten ook voor gezwicht. Een milde vorm van corruptie dus. Alleen Jehovagetuigen bewaren op dit gebied schone handen.
Hoe schuldig aan discriminatie ben je wanneer je dit educatieve sprookje in stand wilt houden? Ik heb een aantal intochten meegemaakt, als kind, als Piet, als vader, oom, als leraar en als verslaggever. Bij geen enkele gelegenheid heb ik me ongemakkelijk gevoeld omdat een bevolkingsdeel werd weggezet als dom, serviel en te opdringerig. Als kind in de vijftiger jaren in
Alkmaar zag ik voor het eerst buiten Sinterklaastijd een roetzwarte collega van mijn vader bij ons thuis. Hij was aardig en wij waren trots omdat onze vader waarschijnlijk de enige in onze wijk was die bevriend was met iemand die er uit zag als een zwarte piet in een gewoon pak. Met stropdas. En die man had vriendelijk met ons gesproken.
Binnenkort mag onze burgervader, namens het overgrote deel van Hoorn, een half verkleumde Sinterklaas de hand schudden, wanneer hij met een meute jolige zwarte pieten in een echte stoomboot komt aanmeren. Hij zal aanwezig zijn, zelfs wanneer de VN voor die dag officieel dit festijn als mensonterend zal verklaren. Er moet nog heel wat meer gebeuren voordat voor de ontvangst een locoburgemeester helaas zijn plaatsvervanger mag zijn omdat een griepje hem op zo’n ongelukkig moment velt.
Het feest heeft in de loop der jaren veel veranderingen gekend en zal in de loop der jaren nog meer veranderen. Voor de jongste kinderen maakt het niet veel uit. Tegen de tijd dat er weer wat wordt toegevoegd of weggelaten heeft het ware geloof plaats gemaakt voor de eerste twijfel aan de zekerheden van dit bestaan.
Misschien ontstaat er in Hoorn ineens een nieuw volksfeest. Met boemannen en met de grote redder die voor ons het kwaad verslaat. En wie weet spelen figuren uit de lokale politiek daarin een rol. Een wethouder, die het Hoornse geluk verstoort met rigide bezuinigingen en een burgemeester die glorieus geluk en voorspoed weet te verwerven na een gespeelde volksopstand. Of misschien dat de burgemeester de boeman is, die niet alleen liefhebbers van drank en drugs in de kou zet, maar ook de liefhebbers van chocola en speculaas. En dat een wethouder als volksheld geschiedenis gaat maken. Ik weet nog niet welke namen we aan deze rollen moeten geven. Ik denk alvast na over daarbij behorende liedjes en de vraag aan de Verenigde Naties of het allemaal wel door de beugel kan. (terug)
Politieke herfstverschijnselen 2 november 2013
Het zal wel in de lucht hebben gehangen of het is de tijd van het jaar. Herfstig weer met fikse winden die loszittende takken weten over te halen de boom los te laten. Of misschien moet je zeggen dat de takken al eigenlijk bezig waren zich los te maken van de boom. Tussen tak en loswaaiend blad is al tijdens de zomertijd een kurkachtig en breekbaar laagje gegroeid, waardoor het zonder al te grote trauma’s kan afbreken. En na een stormachtige gebeurtenis is de breuk daar en zullen boom en tak nooit meer samenkomen. Ook de vruchten van de boom zullen loslaten om zelfstandig verder te kunnen groeien. Het is de loop der natuur. Loslaten en breken is iets natuurlijks. Ook bij mensen komt dat voor. Opgegroeide kinderen moeten worden losgelaten. Partners die beiden een andere kant op groeien laten elkaar los. Dat gebeurt overal en overal zijn de breuklijnen te voelen.
In onze democratische politieke wereld is het al niet anders. Partijen en hun leden scheiden om de haverklap. Dat was vroeger een stuk minder, maar toen was er minder ruimte voor voortschrijdende inzichten. Nu lijkt het een virus dat de Nederlandse politici onherroepelijk dwingt om afstand te nemen van de boom waarin zij groeiden. Oude vruchten en bladeren dienen plaats te maken voor nieuw blad en bloesem. Sommige scheidingen roepen vooral vreugde op. Bij de PVV was het Louis Bontes. Hij had te laat door dat er al een kurklaagje was ontstaan tussen hem en de boom. Zijn vallen van de boom was onvermijdelijk. Hij had niet door dat bij de PVV Geert Wilders zelf de boom is. De rest hangt er gewoon een tijdje aan.
Bij 50+, waar heel veel oud fruit in de boom hangt, moest het eveneens tot scheiding komen. Henk Krol sneuvelde in een stormachtige omgeving. We weten dat dan zelfs de dikste takken van de boom gerukt kunnen worden en zeker wanneer er binnen die tak sprake is van houtrot. Jan Nagel doet alsof hij de boom en het lekkerste fruit is. Zo hoef je niet eens te wachten op een storm.
Het fenomeen van losraken van de partij speelt zich ook in Hoorn af. Ik vrees met een grotere frequentie dan elders. Is dit te verklaren? Ja! Lokale politiek bedrijven is topsport. Het is de kunst van verantwoording dragen. Wij, burgers, kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe zwaar die verantwoordelijkheid op de schouders drukt van hen die zich bereid hebben verklaard het welzijn en voorspoed van een gehele stad met 70.000 inwoners te dragen. Zich alle gewone geneugten des levens ontzeggend, offeren zij tijd en eigen welzijn, en zelfs eigen gezondheid op om als buitengewoon dienaar van de stad fractie-, commissie- en raadsvergaderingen te vullen met hun inzichten.
Politiek is emotie! Wij zijn echter blind voor de ingehouden tranen wanneer politieke tegenstanders de gore moed hebben verantwoorde en noodzakelijke zorg voor elke burger van Hoorn te blokkeren met amendementen of wegstemmen. Hebben wij ze zien thuiskomen na zo’n vergadering? Gebroken, als een hoopje ellende, doen zij een beroep op partners en huisgenoten. Gesloopt worden zij gewekt vlak na het moment dat de slaap eindelijk wilde komen. Uitgeput halen zij weer een stapel raadsstukken van de deur- of van de muismat. Genoeg tijd om uitgebreid de meningen van fractiegenoten te wegen op hun waarde is er nauwelijks. Daar waar het eens zo duidelijk leek dat de fractiekoers als vanzelfsprekende één richting op gaat is het in de hectische tijden in fracties, waar geloofs- en/of politieke kleur niet de norm zijn, moeizamer om in periodes van storm of dichte mist niet van elkaar weg te drijven. Soms ontaardt dit tot het hanteren van een ramkoers.
Joke van der Meij en Symen van der Meer hebben elkaar in de hectiek van de Hoornse politiek uit het oog verloren. Terwijl beiden uit de grond van hun hart en met schier bovenmenselijke inspanning het belang van Hoorn meenden te behartigen hebben storm en mist deze hardwerkende politici uit elkaar gedreven. Hoe voor de hand liggend is het dan dat beiden elkaar de schuld geven van het afdrijven van de koers. Hoe tragisch maar ook menselijk is het dan, dat beiden niet het belang van Hoorn en van de partij, maar dat van zichzelf verdedigen. Blind geworden voor elkaars kwaliteiten en slechts gefocust op de ontstane verschillen, klapt zo alweer een Hoornse lokale fractie uit elkaar. Lokale politiek voeren is het moeilijkste wat er is, is mijn conclusie. We hebben nog een paar maanden tot de nieuwe gemeenteraadsverkiezingen. We hebben nu vijf fracties met louter lokale interesses. In potentie is de mogelijkheid aanwezig dat dit zal uitgroeien naar tien fracties.
Ik houd mijn hart vast. Als het waar is dat Joke zelf een mogelijke bron voor conflicten is, wat zou er dan gebeuren wanneer ze in conflict raakt met zichzelf? (terug)
Op weg naar de toekomst 9 november 2013
De toekomst is voor een flink deel een raadselachtig onderdeel van de geschiedenis. Het begint altijd aan het einde van de tijdlijn. Niemand heeft 100 % zekerheid of de voorspellingen uitkomen. Je kunt wel voorwaarden scheppen voor futuristisch gelijk. Voor politic is het dagelijks werk om de toekomst naar eigen hand te zetten. Dat heet plannen. De burgemeesters van Westfriesland lijken elkaar gevonden te hebben in een gezamenlijke visie. De ervaring om hoog op allerlei lijstjes te staan smaakte naar meer. Heel Westfriesland lijkt te zijn aangestoken door een meestal gezonde variant van het lijstjesfetisjismevirus.
De burgemeesters van onze regio menen dat Westfriesland alleen de vaart der volkeren kan bijbenen wanneer dit gezamenlijk gebeurt. Een onderzoeksbureau heeft berekend dat Westfriesland al binnen de top tien staat waar het wonen en ondernemerschap betreft. Op drie andere terreinen, werkgelegenheid, onderwijs en toerisme, staan we niet helemaal onderaan, maar evengoed niet op een plek welke uitnodigt tot trotse borstklopperij. Dat moet dus anders en het kan ook anders roepen de burgervaders aanmoedigend. Iedereen die hun verhaal aanhoort zou moeten denken: natuurlijk, we slaan gewoon de handen ineen en we fiksen dit wel even.
Voor visionaire futuristen is de toekomst gesneden koek. De weg naar succes zien zij al volledig uitgetekend en afgebakend. Maar helaas gaan zij daar niet over. De politieke partijen in elke Westfrieze gemeente wel. Ook zij plannen de toekomst, maar elke partij heeft een eigen planbord. En die zien er allemaal anders uit, of de partij nu een landelijke politieke richting aanhoudt of dat zij behoort tot de talloze lokale fracties die het eigen belang van hun gemeente tot in het hoogste omslagstiksel van hun vaandel hebben staan. Het belang van Hoorn is nog niet het belang van Westfriesland en het belang van Westfriesland gaat in hun gevoel ten koste van het Hoornse belang. Politici zijn in staat om zeer afwijkende wegen te willen bewandelen om dan bij hetzelfde doel aan te komen. En tegelijkertijd zijn zij ervan overtuigd dat een andere weg nimmer tot hun doel kan leiden. De juiste duiding van de toekomst en de weg daar naar toe kan men eigenlijk net zo goed laten schilderen door een duur onderzoeksbureau als via glazen bol of Tarotkaarten.
Linksom of rechtsom, iedereen weet dat de toekomst er aankomt. De praktijk leert dat een volk dat leeft, struikelt en strompelt naar zijn toekomst. Op vijf beleidsterreinen zou het zomaar mogelijk kunnen gebeuren dat er gekozen wordt voor één Westfrieze weg. Ik zou dan weer geloven in
wonderen. Het pact van Westfriesland is gebaseerd op de spreekwoorden : wie achterom kijkt, draait zijn rug naar de toekomst en wie de toekomst als tegenwind ervaart, loopt in de verkeerde richting.
Vanmorgen las ik dat onze burgemeester, Onno van Veldhuizen, ruimte zoekt voor legale wiet. Niet omdat hij gelukzalig kan genieten van de geur van smeulende hennep, maar om de uitnodiging van overheden het spul alleen illegaal en strafbaar te verbouwen te ontkrachten. Daar kunnen mooie toekomstervaringen van komen. Hoeveel toeristen trekken we daarmee?
Ons college heeft zich breeduit geschaard achter de leuze: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. In de gang langs de werkkamers van het college, in het heilige der heiligen van de Hoornse politieke macht, werden deze week kinderen uitgenodigd om daar het nationale schoolontbijt te nuttigen. Het hele college zat aangeschoven en was druk in gesprek met kinderen voor wie zij hun toekomstplannen willen maken. Het kan zijn dat de kinderen dit nog niet helemaal zo ervoeren, maar bijzonder vonden zij het wel. Ik vond het ontroerend om te zien hoe toegewijd onze wethouders deze taak op zich namen. Zelden was hun werk zinvoller dan dit moment dat ze naast en met de kinderen hun broodjes belegden of in een krentenbol hapten. En misschien kreeg hun gevoel: die kinderen zullen ons een zorg zijn de positieve lading.
Wat zou belangrijker zijn: het besef dat er een toekomst is of het kissebissen over de voordeligste route ernaar toe? Als columnist hoop ik heel pervers op het laatste. Die toekomst komt toch wel. (terug)
Sinterklaas in Hoorn 16 november 2013 Als Sinterklaas op zaterdagmorgen met kalme vaart naar Hoorn stoomt, maakt hij zich toch nog altijd zorgen: weinig geslapen en slecht gedroomd. De stoomboot vaart met veel cadeautjes en personeel, toch weer apart, met grote zakken pepernootjes, is, zoals het hoort, toch zwart. Staat men straks in Hoorn te wachten met naar de boot gekeerde rug? Als dat zo is, gaan zijn gedachten, dan vaar ik met een rotgang terug. Maar aan de frisse Hoornse kade staat zingend en lachend heel veel jeugd, net als ieder ander jaar. Dat doet de Sint veel deugd. Die vreemde acties juist dit jaar dat gezeur van alle kanten. Hier kregen kleurenprotestanten een groot protest niet voor elkaar. De mooie oude Hoornse haven wordt ook bezocht door witte vloot. De toeristen die hun geld uitgaven hielden zaakjes uit het rood. Niet rood, maar wit zijn deze schepen; men spreekt zelfs van een witte muur. Antiekpuristen roepen benepen, maar nieuwe kades zijn zo duur. Hoorn is weer hoogbouw rijker. Van der Valk bouwt een hotel. Zij spelen zich gaarne in de kijker met veel vertier, dat lukt ze wel. Van der Valk wil ook gaan varen met een grote rondvaartboot. Dilek Bilgen heeft mitsen en maren; vindt dertig meter vast te groot. Als er dan toch een boot moet komen, moet het passen in Hoorns nautiek. Dan graag iets ouds, het mag best stomen of met veel masten, maar wel antiek. Sint kijkt nog even naar zijn schuit. Die stuit vast niet op Dileks klagen. Misschien kijkt ook Dilek naar hem uit dan hoeft hij haar geen fiat vragen. Het raadswerk is ontzettend moeilijk er komen ook emoties bij
niet op één lijn is verfoeilijk vraag dat aan Joke van der Meij. De derde fractie waar zij werkte is een uitsluitend voor haarzelf Sinterklaas wenst haar veel sterkte geen ruzies meer. Wel stil vanzelf. Sinterklaas deelt met Hoorns burgervader de zorgen over Hoorns jeugd. Maatregelen passend in dit kader slagen gelukkig, dat schept vreugd. Ben je nu nog lang niet achttien, blijven kroegen voor jou dicht, zodat we straks een frisse jeugd zien, want minder zuipen scheelt allicht. Laat de kroegen toch maar open tot het vroege ochtenduur. Laat de tapkranen maar lopen weg met regelend stadsbestuur. Denk toch niet dat Sint ook zo denkt. Sint wil ’s nachts gewoon gaan slapen op tijden dat een kroegbaas schenkt voor nauwelijks volwassen apen. Cannabis, hasj of zeg maar wiet brengt overal steeds weer gedonder. Het beste gebruik je dit spul niet, dat is voor lijf en geest gezonder. Maar burgemeesters, juist de braven raken door de regels klem. Deels zijn het criminele zaken en deels wordt maar gedoogd door hem. Hoorns burgervader Onno wil een legale achterdeur. Niet bediend door vage aso want dat geeft geheid gezeur. Start legaal een wietplantage en koop alleen je wiet daarvan. Voor gemeentekas wat gage dat is meteen een mieters plan. Sint rijdt graag door het mooie Hoorn. Het erfgoed wordt hier goed bewaart Want met Vereniging Oud Hoorn houdt men oud Hoorn op de kaart. Een oud gebouw verdient bewaren. Zoiets heet een monument. VOH had goede banden met het gemeentelijk apparaat. Wethouder neemt hen dat uit handen: geen band meer, men is uitgepraat. Wat nu, wethouder Westenberg?
Wat ging fout met overleggen? Vindt het college het te erg te horen wat deskundigen zeggen? Wil je de mening van zomaar iemand die hier geen verstand van heeft? Sint houdt zijn hart al vast, want dit heeft hij nog niet vaak beleefd. Egbert Ottens strijdt voor zaken die monumentenzorg nog heet. Die strijd kan heviger geraken zolang Westenberg niet beter weet. Als Sint vraag naar de tunnelplannen barst het gekrakeel onmiddellijk uit. Oppositie kan samenspannen, maar dat helpt nu voor geen fluit. Hoorn betaalt nog vele jaren voor betonnen ideaal. Er is geen ruimte meervoor sparen en dat merken we allemaal. De zeven gemeenten van Westfriesland sloten met elkaar een pact. Af en toe ontstaat wat herrie en zegt Aart weer getverderrie; misschien ontbreekt hem even tact, want wie betaalt het Grote Waalstrand? Maar het komt goed, er bestaan lijsten waarin men regio’s vergelijkt. Samen werken is het wijste hoe je verschillen ook bekijkt. Het duurt misschien een vijftal jaren Eer wij staan in de top tien. Daartoe dient men kalmte te bewaren; dan laat dat ooit een stijging zien. Westfriesland man, daar wil je wonen en ook werken bovendien! Voor onze dochters en ook zonen is hier heel veel onderwijs. En toeristen die hier komen geven stad en streek een tien. Hoorn, stad van ieders dromen en historisch bovendien. In maart mogen burgers kiezen wie mag zitten in de raad. Partijen zullen veel beloven Hopen zo geen stem te verliezen Het is voor ons bestwil inderdaad en dat moet iedereen geloven. Hebben lijsttrekkers soms een postbus waarin men wensen kan deponeren?
Toch eigenlijk het werk van Sinterklaas Maar ze mogen het wel proberen. De raad telt nu wel heel veel fracties Die voornamelijk lokaal iets willen Te weinig burgers vermoeden strakjes Dat ze niets van elkaar verschillen. Afijn, dat is niet Sint zijn zaak Hij vervult zoveel mogelijk wensen. Met politiek steekt hij de draak Dat mag van hem door alle mensen (terug)
Belofte maakt schuld 23 november 2013 Ik kan me enorm verheugen op de tijd van de verkiezingen. Man, man, dan gebeuren er toch prachtige zaken! Alle deelnemende partijen hebben zich tot aan de kurk of schroefdopje volgeladen met politieke wensen, met uitgangspunten, met principes zelfs. Ik vind het dan altijd verbazingwekkend hoezeer met name de lijsttrekkers zich hebben volgepompt met de beste bedoelingen voor de stad.
De verkiezingen op zichzelf zijn zinderend spannend, maar werkelijk veel heerlijker is de tijd die daaraan vooraf gaat. De argumenten van alle partijen over alle lokale zaken kunnen volkomen tegengesteld zijn aan elkaar. Telkens weer verbaas ik me over het feit dat ik bij bijna alle lijsttrekkers denk: ja, als je het zo bekijkt, heb je nog gelijk ook! Het gemak waarmee ze mij van de sokken kunnen redeneren maakt waarschijnlijk deel uit van het verkiezingsaanloopfeest.
Zijn er al standpunten? Weten we al van partijprogramma’s? Staan de websites al boordevol goede voornemens of wacht men ook daarmee tot na 1 januari? Ik zocht en ik vond. Niet zoveel natuurlijk, er is ook nog kruit dat droog gehouden moet worden, maar bepaalde lijnen naar de tijd na de verkiezingen zijn al uitgelegd.
De VVD loopt zich warm voor een mooie toekomst met een interessant en uitnodigend havengebied. We moeten denken in sterren vergaren. In hun ogen heeft Hoorn hooguit een tweesterrenhaven en daar moet zo hard aan gewerkt worden dat men meer sterretjes ziet. Ook het parkeerprobleem achter station Kersenboogerd moet zeer dringend worden aangepakt. Het is tevens een actiepunt voor een raadslid dat de hele periode wat in de schaduw is gebleven. Bert van Dijkhuizen - had u al eens van hem gehoord? – maakt zich hier hard voor. Wie weet bevalt ons zijn actie zozeer dat we hem spontaan op de nieuwe VVD-kandidatenlijst willen zien.
De PvdA heeft wel haar website gemoderniseerd, maar dringt aan op het in stand houden van onze monumenten, die vanuit een antieke rondvaartboot kunnen worden bewonderd. En… dat VVDverhaal over een mooie sluitende begroting is een sprookje. Ik had het leuker gevonden dat de kreet ‘Nu liegt u alweer’ een beetje bewaard bleef voor de verkiezingsdebatten.
Aart Ruppert wordt de lijsttrekker van VOCHoorn. Nou, dan hebben ze geen partijprogramma meer nodig, zei mij iemand. Ze maken zich op hun website druk over overbodige bomenrooiregeltjes en het blijven schenken van jonge jenever aan oude biljarters.
Het CDA meldde al in september dat Michiel Pijl hun nieuwe lijsttrekker is. Ik denk dat ze er over een paar maanden achter komen dat het wel erg lang wachten is op de boodschappen, die de brave CDAkandidaten dienen uit te dragen.
D66 heeft de groslijst van de kandidaten al bekend gemaakt. Op de laatste plaats staat Peter Westenberg, met de nadrukkelijke mededeling dat hij lijstduwer is. Dat je dus niet moet denken dat Peter als politicus terug komt. En oja, behoud de Witte Vloot en het historische aangezicht van de stad.
Samir Bashara trekt de kar van GroenLinks, waarin naast kandidaten de thema’s zorg en welzijn, werk en groene energie. ’t Is jouw toekomst! roept hij reeds toe.
De SP is een actiepartij en dan kan het best zijn dat je niet eens in de raad wil komen. Wees gerust: de leden hebben erover gestemd en de SP doet mee met de race, met aan het hoofd Mathé van Stralen. Zij hebben ook al een verkiezingsprogramma. Waarschijnlijk een iets aangepast kopietje van het vorige.
Bent u ook zo nieuwsgierig naar wapens voor de verkiezingsstrijd van de Hoornse Seniorenpartij? Op hun website staat er niets over. Ik denk dat deze partij met het oog op de doelgroep de informatie nog gewoon op de oude vertrouwde manier met elkaar deelt. Houd uw brievenbus in de gaten!
We hebben net de kruitdampen rond Hoorns Belang laten wegwaaien om op hun site te kunnen zien dat de partij groeiende is, omdat het zo’n sterke politieke partij is. De groei van één zetel naar twee zetels zou inderdaad een groei met 100% betekenen. Voorbeeldig optimistisch! ‘s Zaterdagnachts tot in de kleine uurtjes kroegentocht houden en op zondag naar de open zijn de winkels. De echte volhouder laat het ene in het andere overgaan.
Fractie Tonnaer beweert nog steeds dat zij u kennen, maar zoeken nog onverdroten naar nieuwe kandidaten. Als je iedereen kent, dan weet je toch wie je daarvoor kunt aanspreken?
Hoorn + en Hoorn Lokaal beschikken helaas niet over een website. Dan toch maar hopen dat de kiezers zelf moeite doen om te weten wat zij ons na de verkiezingen willen doen toekomen.
Belofte maakt schuld, zegt een spreekwoord en daar houden alle partijen zich nauwgezet aan. Elk jaar wordt de miljoenenschuld groter.
(terug)
Actief met actie 30 november Actie voeren is soms hard nodig. Wanneer de gewone kanalen om iets voor elkaar te krijgen of om tegengeluid te laten horen niet meer werken, dan grijp je terug op actie. ‘Actie! Actie! Harde Actie!’ was een kreet waarmee ik in het verleden de schreeuwkoren hielp versterken. Tegen kruisraketten en tegen maatregelen die je salarispositie ondermijnen en tegen zaken die moreel verwerpelijk zijn. Ook als oud-vakbondsman op lokaal niveau heb ik mijn best gedaan om de afdeling naar de bussen te praten. Ach, dat waren nog eens tijden! Ik kan uit dierbare herinneringen nog precies de plaatsen aanwijzen op het Malieveld waar ik heb gestaan en enkele routes door Amsterdam en Den Haag sluimeren in het nog niet geheel verdwenen geheugen.
Actievoerders hebben altijd gelijk. En dat gelijk beleef je, omringd door duizenden anonieme medeactievoerders, als een religieus dogma. Alle harten en zielen vereend in hetzelfde geloof dat het beter kan. Heerlijk is zo’n gevoel en dat gevoel houdt zelfs enige tijd aan na het journaalbericht met beelden waar ik heel soms met sterk vergrootglas aangewezen kon worden en na het vermelden van de telling door de politie en getallen die door de voorgangers in de actie genoemd werden. Het is niet alleen bij totalitaire regimes dat politieschattingen altijd veel lager uitvallen.
Acties zijn meestal reacties op bestuurders die als reactionair werden gezien. Het grappige van de acties die nu de regionale emoties doen oplaaien is dat het juist bestuurders zijn die de meute opstandig wil krijgen. Onze relbeluste burgemeester Onno van Veldhuizen ziet zijn pogingen de arme burgerij te ontzetten uit de beklemmende greep van maatregelen uit nog hogere politieke echelons. Drank en drugs bedreigen het geestelijke en lichamelijke welzijn van vooral jeugdige burgers, louter om het feit dat het te makkelijk voorhanden is. Wij zagen hem de barricades bestijgen die op zijn aansturing werden opgeworpen om de uit de hand lopende consumptie van deze samenleving ontregelende producten een halt toe te roepen. Landelijk wordt nu bepaald dat te jonge drankzuchtigen niet meer toegelaten dienen te worden tot de uitgiftepunten die wij ouderen met inachtneming van een verantwoorde maat wel mogen frequenteren. De omhelzing door onze vroede vaderen van dit besluit joeg burgers en politici naar naarstig opgeworpen barricades en proclamaties. De vertwijfelde burgers die nog in het niemandsland tussen beide barricades en loopgraven vertoeven moeten een keuze maken. Zij vinden lokale politici aan beide kanten van de frontlijn.
Vreemd voor een partij als GroenLinks om zo’n drukte te maken over het ontnemen van kansen voor grenzeloos experimenteren met alcohol door puberale Horinezen en Hoornaars. Waarom
manifesteert Samir Bashara zich zo fanatiek als politicus met een drankprobleem? Wiens belang wordt daarmee gediend? Dat van de Hoornse horeca, dat van medici die minder comazuipertjes te genezen krijgen of hoort dit bij de retoriek die meer stemmen voor de partij moet genereren?
Burgemeester Van Veldhuizen werd midden in het verbale offen- en defensief uitgedaagd door heel andere stads- en burgerbedreigingen. De nationale spoorweguitbaters lijken niet alleen Hoorn, maar de hele regio Westfriesland weg te zetten als achterlijk en te veronachtzamen gebied. De treinen zullen ’s nachts minder ons gebied bereizen. Gevolg: maar liefst 19.000 slachtoffers! En niet allemaal mensen die het harde horecabeleid van de stad ontvluchten. De gedupeerden komen vanuit de hele regio. Dat bracht onze reeds warmgedraaide actieburgemeester nog verder op stoom. Hij mobiliseerde de overige zes burgemeesters van de regio en gezamenlijk werd de nieuwe barricade tegen het vervoersonrecht bemand. De oproep om te hoop te lopen betreft ook alle burgers die gedupeerd worden en hen die bereid zijn het leed van deze mensen te delen. De communicatieve mogelijkheden van Facebook worden nog niet volledig ingezet, maar dat gaat komen. Gedeelde tweets, krabbels en mailberichten zullen weldra worden ingezet. Specialisten zullen met ons allen in staat zijn het internetsysteem van de dubieuze nachtvervoerder lam te leggen voor de periode dat het duurt om tot beter inzicht te komen.
Zien zij de komende storm aankomen en heeft de NSA al alle activiteiten op dit gebied in het oog gekregen? Heerlijk! Dan gaan we eindelijk ook mondiaal betekenis krijgen! Actie! Actie! Strijd allen mee met deze burgervaderlijk gezegende actie! En als de actie succes heeft, gelieve dan niet meer te zeuren over de bescherming van dorstige onvolwassen kelen. (terug)
Afscheid van monumenten 7 december 2013 Hoorn kent monumenten. Wij menen dat zij dierbaar gekoesterd worden door de schatbewaarders van onze gemeente, maar daar denken de erfgoedbewakers van ons land wat genuanceerder over. Zolang monumentenzorg niet in beleidspannen en bestemmingsplannen uitgebreid wordt beschreven zal Hoorn slechts twee van de drie haalbare sterren worden opgeplakt.
Hoorn kent naast stenen monumenten ook monumenten van vlees en bloed. Politici bijvoorbeeld, die zich tot ver na hun pensionering blijven inzetten voor historisch, contemporain en futuristisch Hoorn. Drie raadsleden hebben, na een lange staat van dienst, aangegeven dat het welletjes is en dat de jeugd het nu maar moet overnemen. Piet Bruijns van de PvdA, Wim van Hilten van de VVD en Piet Mol van VOC Hoorn. Alle drie afkomstig uit buitengebied Blokker, maar dat is toeval. Aan alle drie bewaar ik dankbare herinneringen, omdat zij niet schroomden hun hoofd boven het maaiveld uit te steken. Zij waren columniseerbaar.
Politieke nestor Piet Bruijns, een van de weinigen die qua zetelvastheid in de buurt van pluchevereerder Roger Tonnaer komt, werd door mij voor het eerst genoemd in de Nieuwjaarsconference van januari 2000. Sedertdien hebben zijn enorme inspanningen om Hoorn en Blokker netjes door de decennia te loodsen een behoorlijk vlucht genomen. Ondanks zijn slanke postuur kon je niet om Piet heen. Piet op de fiets, Piet lopend, Piet was overal aan te treffen en niet alleen in Blokker. Ik heb hem dankbaar verguisd en opgehemeld. Op momenten dat ik wanhopig dacht dat er eigenlijk niks mis was met de stad, kwam Piet met een prachtige zaak waarvoor hij zich met hart en ziel in zette en voorzag hij mij van een onderwerp om over te schrijven.
Wim van Hilten van de VVD kwam op 9 december 2000 voor het eerst binnen mijn blikveld. Ik had hem toen positiever moeten bejegenen, vind ik achteraf. Mijn column toen begon als volgt: ‘Even, voordat ik begin. Ken jij ene Van Hilten? Nou, ik was zijn naam nog niet eerder tegengekomen, maar deze week al twee keer. Een keer op een foto waarop een hele stoet raads- en andere leden een wandelingetje maakte door een van onze buitengebieden en nog eens toen hij voorstelde om het werkcentrum West-Friesland in de TSH te huisvesten. Ik heb hem opgezocht in de gemeentegids. Hij is al een tijdje VVD-raadslid. Toch leuk om te merken dat hij ook eens iets doet. Wat ik dan merk, bedoel ik.‘
Ik heb hem en zijn fractie sedertdien ook wel eens positief behandeld of wat kritischer andere fracties aangepakt en daardoor kenmerken onze ontmoetingen zich door een oprechte wederzijdse hartelijkheid.
De derde Blokkerse politicus is Piet Mol, de fractievoorzitter van VOC Hoorn. Op 27 december 2008 schreef ik voor het eerst over deze markante inwoner van Hoorn en Westfriesland. Of het nu te wijten was aan politieke onervarenheid, of door opgestuwde verontwaardiging over de streken van de overige coalitiepartijen weet ik niet precies meer. Wethouder Cees van der Maat werd opgeofferd voor het statement wat deze lokale partij wenste te maken. Ik dank deels aan deze Piet - misschien wat verwarrend in deze periode waarin over heel veel pieten gestruikeld werd - dat ikzelf onderscheiden werd tijdens de Westfriese sportman of –vrouw van het jaarceremonie.
Opvallend is ook dat de eerste columnaandacht voor deze kanjers altijd rond de jaarwisseling was. Ik weet niet meer hoe mijn gemoedstoestand tijdens die momenten was. Ik vrees dat die onvoldoende werd beïnvloed door vredige kerstgedachten of nostalgisch terugblikken op een veelbewogen jaar.
Zij stoppen meteen na de verkiezingen in maart. Gezien hun leeftijd gun ik ze een plekje aan de rand van het politieke gebeuren. Niemand is onmisbaar. Wat niet vervangen kan worden wordt gewoon afgeschaft of weggezet als niet meer van deze tijd. Anderen komen nu in de schijnwerpers van de media en worden evenals bij de drie oudjes afgerekend op de diepte en het aantal deukjes die in de pakjes boter worden geslagen.
De afscheidsspeeches roepen straks reacties op tussen oja? en oh..ja! Ik hoop erbij te zijn om te horen wat ik allemaal gemist heb in de afgelopen jaren. Dat is geschiedenis die meestal spaarzaam in de analen wordt opgetekend. Piet, Wim en Piet zal ik ongetwijfeld wel missen, want zo is de toekomst wel vaker. (terug)
Deugen of niet deugen 14 december 2013
Dus Albert Moens heeft niet gedeugd. Dat las ik eerst in mijn regionale en later in de landelijk verspreide krant. Hij heeft zich wat geld in de hand laten proppen voor bewezen diensten in de tijd dat hij nog gedeputeerde was. Schokkend vindt men, en hij was nog wel van GroenLinks ook. Dat soort zaken verwacht je niet van iemand uit een sociaal gewetensvol milieu. Natuurlijk wel van Ton Hooijmaijers, zijn collega van de VVD in die tijd. Die pakte een groot veelvoud van het bedrag dat Moens opstreek. Het verschil tussen € 25.200,- en €350.000,- is natuurlijk groot, maar verwacht je dan anders? Moens ging over milieu en Hooijmaaijers over ruimtelijke ordening, grondbeleid, Schiphol en financiën. Een ander verschil, dat volgens mij veel uitmaakt is, dat Ton Hooijmaijers nog leeft en Albert Moens niet meer.
Maakt dat wat uit? Nou, daar zit ik dus over te dubben. Albert Moens was tot zijn overlijden een hogelijk gewaardeerd persoon, met een prachtige conduitestaat. Als onbevlekte PPR-politicus was hij medesmid van GroenLinks, raadslid in Leusden en burgemeester van Oostzaan. Bij het afscheid van Moens zal ongetwijfeld de hele rits aan voorbeeldige daden de revue zijn gepasseerd.
Ton Hooijmaijers was politiek gezien ook lekker bezig, maar al tijdens zijn functioneren kreeg men argwaan over zijn zuiverheid en hij is levend en wel daarvoor tot drie jaar gevangenis veroordeeld. Hij kan in hoger beroep gaan. Moens doet dat niet meer. Hij is door justitie niet meer te veroordelen; we wonen niet in Rusland, China of Noord-Korea. Alleen het publiek van nu kan hem veroordelen of vergoelijken. Ik vraag me dan toch iets af. Als na iemands overlijden ontdekt wordt dat hij of zij zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten, waarheen stuur je dan de dagvaarding? Naar de hemel, de hel of het voorgeborchte?
Natuurlijk hebben we een beetje de pest in, wanneer duidelijk foute mensen niet veroordeeld zijn voordat ze het tijdelijke met het eeuwige verwisselen. Dan ga je nog niet vrijuit natuurlijk. Heinrich Boere was fout en ontsnapte aan zijn straf door naar Duitsland te vluchten in de tijd dat Duitsland nog moest ontdekken dat je in de oorlog fout kon zijn. Hitler wordt hoogst waarschijnlijk ook door advocaten gezien als fout. Van Berlusconi en Geert Wilders weet je het, maar krijg ze maar eens veroordeeld.
Ik ben tegen corruptie. De meesten van u ook, neem ik aan. Ik hoop dat dit ook geldt voor de Hoornse politici van dit moment. Wanneer bij één van hen na het verscheiden blijkt dat hij enkele belangen verkeerd gemixed heeft, dan zal ik natuurlijk even geschokt zijn. Maar mocht ik na het afwegen van hun goede en foute daden tot de conclusie komen dat hun misstap in het niet valt bij gewaardeerde stappen, dan zou ik niet overal rondbazuinen dat die zogenaamde goeie peer eigenlijk een rotte appel was.
Ik ga nog verder. Wanneer een alom gewaardeerde politicus nog niet dood is en er lijkt zich een vlekje op zijn of haar blazoen af te tekenen, dan moet dat een wel erg grote vlek zijn, wil ik verontwaardigd raken. Zelfs de politici die uit het zakenleven komen en als politicus eigenlijk nog te veel zakenman blijven zouden kunnen rekenen op een zekere mildheid mijnerzijds, tenzij de financiële slimmigheden alleen voor deze persoon wat opleverden. Te snel veroordelen kan ook buiten Tuitjenhorn leiden tot AMC-excuses.
Ik werd deze week bijna verleid iets te zeggen over de tunnelcapriolen in Hoorn. De volgende stappen blijken pas gezet te kunnen worden na de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Er is nog hoop!’ roepen de verstokte tegenstanders verheugd. Ronald Louwman, de gedreven VVD-vooroploper voor tunnelbouw, hoopt vurig dat alles gewoon doorgaat. Ook wanneer hij het wethouderspluche moet laten warm houden door een tegenstander van de tunnel. Hij zou willen regeren over zijn graf heen, zoals we dat zo mooi weten te zeggen. Hoe is de stemming van de stad op dit moment? Hoe zal die zijn wanneer we weer eens vier jaar verder zijn? Is dan het geld voor andere zaken dan tunnelzaken allemaal verdampt, terwijl automobilisten tot de conclusie komen dat het gebruikmaken van een snelle tunnelroute naar een stervende binnenstad toch niet het leukste uitstapje is dat je kunt maken? Of knikken de wachtenden voor de overwegbomen begripvol naar elkaar omdat de snelheid waarmee een stervende binnenstad kan worden bezocht past bij de eerbied waarmee je stervenden moet naderen?
Ik hoop voor mijzelf slecht één ding: dat men over mijn onvolkomenheden niet pas na mijn heengaan zal roeptoeteren. Dat ik mijn ogen dicht kan doen met de gedachte: saved by the bell. Ik moet dan wel weten vol te houden nooit de politiek in te gaan. (terug)
Waar doen we het van? 21 december 2013
‘Waar doen ze het toch van?’ is de vraag die mevrouw Grosthuizen en ik elkaar regelmatig stellen. Familieleden, kennissen, maar meestal mensen die we helemaal niet kennen zien we rondrijden in auto’s waarvan wij slechts van kunnen dromen, of ze bezitten gigantische beeldschermen, imposant ingerichte interieurs en noem maar op. Wij vinden dromen natuurlijk prachtig en soms lukt het een droom te verwezenlijken. Feest! Wij weten waarvan wij het moeten doen. Dat lukt wat de gewone zaken betreft eigenlijk altijd prima, maar toch verwonderen we er ons nog altijd over dat lieden met een financiële polsstok die naar schatting even lang is als de onze zoveel grotere sprongen kunnen maken.
Ik heb er eens wel eens naar gevraagd, hoor. “Hoe doe je dat toch?’ Dan bleek af en toe dat er een apart inkomstenbronnetje was waarmee gaatjes gedicht kunnen worden of speciale dingen gedaan. ‘Zonder dat hadden we dat natuurlijk nooit gedaan.’ Iemand anders zei: ‘Het is leuk dat we dit erbij hebben, want anders vallen er in onze begroting gaten. De kinderen worden nog veel duurder wanneer ze gaan studeren. Een leuk appeltje voor de dorst.’ De appeltjes voor de dorst heetten bij ons kinderbijslag en vakantiegeld. Kinderen maakten de bijslag met groot gemak op en het vakantiegeld was uitstekend geschikt om de gaatjes in de begroting te dichten of de keuken op te knappen. We zijn er best wel eens van op vakantie gegaan, maar alleen dan wanneer het gewone dagelijkse leven naar behoren en genoegen kon worden doorgezet. Extraatjes worden slechts dan overwogen wanneer dat niet ten koste gaat van de basisvoorzieningen. Bij ons kan het ook wel eens voorkomen dat zaken de stempel krijgen van basisbehoefte. De tweezitsbank vertoont slijtplekken, de televisie is te klein, de tijdschriften voldoen maar net aan onze informatiebehoefte en je kunt toch tegenwoordig onmogelijk zonder een smartfoon. Dat soort denken levert echter eerder grotere zorgen op.
Ik ben soms zo naïef te denken dat dit voor overheidsuitgaven ook zo geldt. Wanneer ik lees dat de telefooncentrale in het gemeentehuis niet meer naar behoren functioneert dan zou een simpele burger met nul verstand van politiek kunnen denken: de bereikbaarheid van het gemeentehuis is een basisvoorziening. Dat staat bovenaan het lijstje, want wanneer in de straat een stoeptegel scheef ligt dan moet je het stadsbestuur daar van op de hoogte kunnen stellen. Niet iedereen belt dan in dit geval naar Roger Tonnaer of een ander willekeurig welwillend raadslid.
In de ongekend felle ideologische strijd om wel of juist niet een Poort van Hoorn aan te leggen wordt geruststellend gezegd dat dit niet ten koste gaat van andere zaken, want het wordt betaald van de parkeergelden. Parkeergeld moet je zien als het extraatje in het inkomen. Een soort kinderbijslag of vakantiegeld. Dat klinkt direct heel geruststellend. Feestverlichting wordt betaald van een speciale heffing voor winkeliers, mits je in het winkelhart bent. Gelukkig voor de havengebiedbewoners zijn er havengebiedbewoners met een nuchtere inslag. In tuincentra vind je genoeg lichtsnoeren om de hele haven en als het moet de Hoornse territoriale wateren feestelijk te verlichten voor een paar euro energiekosten.
De reguliere heffingen zijn bedoeld om de gemeente draaiend te houden. Al die heffingen gaan omhoog. Helaas hard nodig, zou je zomaar een politicus kunnen horen zeggen. Alles is duurder geworden en het is nu niet meer de tijd voor extraatjes. En het parkeergeld dan? Ja, dat parkeergeld. Je kunt dat op twee manieren opvatten. Je houdt vol dat dit geld niet anders uitgegeven kan worden dan aan een tunnel om zo een paar minuten eerder een parkeermeter gevuld te krijgen. Of je zegt dat parkeergeld gelukkig benut kan worden om in de basisbehoeften van een middelgrote stad te voorzien.
In de komende maanden zult u als kiezer geconfronteerd worden met beide opvattingen. Op de Grote Noord zullen binnenkort af en toe marktkramen verschijnen waar voor beide meningen mensen staan die dit haarfijn en met hoge overtuigingskracht met u willen delen. Wanneer het u gaat duizelen, dan kunt het beste denken aan hoe het bij u thuis geregeld is. Wat doet u met het vakantiegeld? Wanneer u zich daar goed bewust van bent, dan wordt het kiezen in maart een stuk gemakkelijker. De tijd zal het leren of buitenpoorters die de Hoornse parkeerautomaten komen vullen ooit zullen zeggen: ’Goh, waar doen ze dat van?’
(terug)
Het was me het jaartje wel 28 december 2013 Nog even en dan treden we gewild of ongewild het nieuwe jaar in. Onze jaartelling heeft het ooit gewonnen van andere jaartellingen en dat vieren we. Met vuurwerk en oliebollen. Hoorn zul je op dat moment niet voelen, maar horen en zien zullen je wel vergaan. Het was me het jaartje wel, hoor ik Wim Kan nog zeggen. Wanneer je terug kijkt, lijkt alles gisteren. Gisteren was ik nog volop bezig op mijn werkplek nuttige arbeid te verrichten; overmorgen ben ik al een jaar met pensioen. Eergisteren volgde ik nauwlettend de verkiezingsactiviteiten van de Hoornse partijen en over drie maanden moeten alweer de stembussen worden gevuld. De dag voor eergisteren was een ruime en enthousiaste meerderheid van de Hoornse gemeenteraad voor het aanleggen van een Poort van Hoorn en over een kleine drie maanden hoopt een minderheid meerderheid te worden om op het nippertje de aanleg ervan te verhinderen.
Onze Hoornse politici beleven in meerderheid een rustige week. Met aangename hapjes en hier en daar met een vage vredesgedachte. Geen spannende spraakmakende acties. Geen uitdagende houding ten opzichte van lokale columnisten. Die dienen deze rustige week aan het einde van het kalenderjaar te gebruiken voor een terugblik. Terugblikken is iets voor de oudere mensen. Sinds deze maand in dit jaar behoor ik redelijk officieel tot de oudere mensen, de bejaarden. Van de ene dag op de andere hoor je bij een andere categorie. De Nederlandse staat zorgt voor een gewenningsperiode van nu nog een maand, later nog langer. Gelukkig ken ik nog niet het onderscheid tussen geraniums en azalea’s, maar die tijd komt mij met langzame schreden tegemoet.
Waar hebben we ons dit jaar druk over gemaakt? Wat is er bereikt en wat is ons uit de handen gevallen? En wie wil daar nu aan herinnerd worden? Tijdens het doornemen van de columns van het afgelopen jaar viel mij op dat er over veel zaken stevige strijd is geleverd. Neem nu de cannabisstrijd. Door het sluiten van de coffeeshops om volstrekt begrijpelijke redenen leek het openen van nieuwe coffeeshops de enige oplossing te zijn tegen de zich verspreidende overlast die het tot gevolg had. En wie is daar gelukkiger van geworden?
Kinderen van deze tijd zuipen meer dan ze aankunnen. Kinderen van deze tijd beschikken over ontiegelijk veel geld, zodat ze zeer makkelijk in staat zijn hun lichaam en vooral geest al volledig onbruikbaar te maken voor de toekomst die volgens oude zegswijzen in hun handen ligt. Maatregelen om dat te voorkomen worden door uitbaters van alcoholica en door jeugdige
gebruikers onder de 18 jaar, alsmede politici die via deze groep hun eigen toekomst willen veilig stellen, fanatiek bestreden. Ik ben gek op het bedenken van argumenten voor of tegen iets, maar ik voelde mij dit jaar ruimschoots verslagen door de argumentenbedenkers rond dit dossier. Ik ben nu oud en verdraagzaam genoeg geworden dat ik dit niet meer opvat als falen mijnerzijds.
De strijd rond het wel of niet laten doorgaan van de tunnelplannen is nog niet volledig gestreden. Dat verheugt mij als columnist uiteraard zeer, maar als belastingbetalende burger van deze nu nog prachtige stad zou ik eigenlijk een van de strijdende frontlinies moeten helpen versterken. De uitslag van de strijd komt pas na de komende verkiezingen. Waarschijnlijk tot grote ergernis van hen die de uitvoering van de plannen geruststellend ver daar voor al hadden willen zien.
Ach, en zo zijn er nog meer strubbelingen waar te nemen. De wereldcrisis zal in Hoorn misschien langer voelbaar blijven dan elders in de wereld. De gemeenteraadsverkiezingen nopen de deelnemende partijen eigenlijk allemaal tot het uitventen van goede ideeën om geld te besparen. Maar dat laat zich bijzonder lastig vatten in kreten die de kiezers moeten aanspreken. De clientèle van de rechtse overheidsbeknibbelpartijen zullen ons doen geloven dat er sprake is van wildgroei aan zaken die allemaal ten onrechte door de goegemeente worden betaald. De stakkers die dit als slachtoffer dreigen te ervaren zouden moeten kiezen voor partijen die hen dankzij bezuinigingsdrift op landelijk niveau nauwelijks kunnen helpen. Bedenk daar maar een paar pakkende verkiezingsleuzen bij.
Ik denk dat een afgelopen jaar altijd de opmaat naar het volgende is. Laten we ons richten op wat er nog kan komen en wat wij daar zelf aan kunnen bijdragen. We kunnen dat in Hoorn nog steeds. Laten we dat vieren. Een fijne en zorgeloze jaarwisseling! (terug)
Eindejaarszaken 4 januari 2014 Weet u wat u een keertje moet doen? Lees de eindejaarsbrief van onze VVD-wethouder van schaarse-centen-voor-mooie-dingenzaken Ronald Louwman. Elk jaar schrijft hij er een. Ons land miegelt van cabaretiers die ook eens een eindejaarsconference willen doen of een Nieuwjaarsconference. Grote mensen in onze huidige wereld houden een eindejaars- of Nieuwjaarstoespraak. De paus kiest voor een iets vroeger moment en houdt evenals onze koning met Kerstmis een toespraak met goedgekozen voorbeeldiggedragstimulerende opmerkingen.
Wij in Hoorn worden elk jaar tijdens de Nieuwjaarsreceptie vergast op een toespraak van onze burgervader. Vanwege de mooie woorden, heerlijke zinsbouw en opwekkende inhoud en snaakse verwijzingen mag zijn toespraak best wat langer duren en dat gebeurt dan ook. Onze wethouder Ronald doet volop mee in deze tradities. Ook dit jaar gebruikt hij het fenomeen eindejaarsbrief voor zijn boodschap aan de mensheid. Wie de gedachte zou koesteren dat het helemaal mis gaat in onze stad zit er deerlijk naast! In deze brief kunnen we zelf lezen waar prachtige vooruitgang is geboekt. Hij heeft zelfs foto’s geplaatst die de waarheid van zijn woorden ondersteunen. Allemaal getuigend van de dadendrang van de lokale voorman van de VVD en elke daad kan geen ander effect hebben dan dat wij er blij van worden en trots op deze fantastische Hoornse burger.
Denk niet dat hij dit uitsluitend doet om er een beetje aantrekkelijker mee te worden in de ogen van de kiezers die op 19 maart de best denkbare stadsbestuurders moet kiezen. Neen, neen, driewerf neen! Ronald schreef al eerder eindejaarsbrieven. De kiezer die de gang naar het stemlokaal wel willen maken kan bijna niet anders doen dan te kiezen voor Ronald. En Godlof! Hij heeft aangekondigd door te willen gaan met zijn zegen- en zegerijke werk voor ons.
Vergeet vooral niet: hij doet zijn nobele werk vanuit zijn grote liefdevolle hart voor de stad. Soms vraag zelfs ik mij af, waarom deze geweldenaar dit allemaal doet, ondanks het economisch zware weer dat ons de afgelopen vier jaar teisterde. En wat te denken van het sluipende gif vanuit Den Haag, waardoor elke kans op welvaart en leefbaarheid schier onmogelijk wordt? Een welhaast ongelijke strijd en die is nog lang niet ten einde. Maar Ronald laat zich niet afschrikken! Hij wil er voor gaan!
Is Ronald een politieke masochist? Is hij een durfal die steeds driester handelt naarmate de uitdaging groter wordt? Wij dienen hem te zien als de held die met zijn capaciteiten in het bedrijfsleven of in bestuurlijke zaken financieel een veelvoud bij elkaar kan vegen van de bescheiden beloning die hem nu ten deel valt maar daar niet voor kiest! Waarom dit schrijven van hem? Wat wil hij bereiken? Allemaal redenen om eens zelf zijn brief te lezen. Probeer je eens voor te stellen wat er zal gebeuren wanneer Ronald na 19 maart zijn werk niet kan voortzetten. Zonder Ronald is Hoorn hulpeloos overgeleverd aan de grillen en de grollen van politici van net zoveel lokale partijtjes als er aan lokale ongemakjes geleden wordt.
Het document verschilt qua inhoud van alle oud- en nieuwjaarsboodschappen van cabaretiers en wereldleiders. Die hebben het altijd over anderen. Ronald doet dat niet. Hij heeft het over zichzelf. Het is een egodocument. Wie anders dan Ronald zelf zou zo’n compleet overzicht van zijn verrichtingen kunnen opstellen? Wie zou dat willen, met de wetenschap iemand ver boven zichzelf te verheffen? En lijkt het er nu niet op dat men dat expres niet wilde doen omdat men Ronald niet wil verleiden naast zijn schoenen te gaan lopen?
Ik vraag me af, waarom Ronald de enige wethouder in Hoorn is, die dit zo duidelijk doet. Is het zo dat de andere leden van het college alleen wat dingetjes voor elkaar kregen waarover je niet naar huis moet schrijven? Is hij het alfamannetje van het college? Ontvingen de andere wethouders al zoveel meer lof dat dit nog de enige manier kan zijn om ook eens lovend over Ronald te zijn? Neen, laten wij positief blijven denken over hem die onze stad met zulke voldoening gevende zegeningen verrijkt en verblijdt.
Ronald Louwman, onthoud die naam! Gun hem voor uw eigen bestwil zijn glorierijke terugkeer in het college dat hem hopelijk eind december 2014 ertoe zal brengen weer een nieuw eindejaarsbrief te schrijven. Welke schitterende bestuursresultaten zullen onze mooie stad dan ten deel gevallen zijn! Daar kan geen postcodeloterij tegen op!
Leest allen de eindejaarsbrief van Ronald Louwman. Lees en herlees, want in deze brief kan men ook tussen de regels door lezen. Niet iedereen is in staat een eindejaarsbrief te schrijven. Of heb ik dat hiermee ook een beetje gedaan? (terug)
De strijd om Groot Hoorn 11 januari 2014 Soms sla ik het uiten van goede voornemens aan het begin van een kalenderjaar over. Wanneer het dagelijkse leven verloopt in een prettig leefbaar ritme, dan voel ik er weinig voor de boel eens radicaal op de schop te nemen en een start te maken om samen met mevrouw Grosthuizen nieuwe uitdagingen met bijbehorende fraaie vergezichten te zoeken. Als zich zoiets dreigt voor te doen, dan gebeurt dat steevast bij de wisseling van de jaargetijden, het inzien van folders of het zien van een van de favoriete televisieprogramma’s van mevrouw Grosthuizen. Zij is eerlijk gezegd van ons twee degene die zich het best laat verlokken door nieuwe vergezichten.
Ik ben wel benieuwd naar goede voornemens van anderen. Niet om dat een paar dagen later meesmuilend te becommentariëren. Sommige voornemens spreken mij aan en verdienen ondersteuning. Vanmorgen las ik over het hartverwarmende initiatief om een bijeenkomst te houden om te praten over ‘Groot Hoorn’. Eén van de sprekers zal Gert van der Valk zijn. De directeur van het nieuwe en grootste hotel van Westfriesland. Dat de bijeenkomst plaats vindt in het verzorgingshuis Westerhaven, vind ik betekenisvol. Hoorn en haar Westfriesland zijn wat noodlijdend. De eerste diagnosestelling en te formuleren therapie in deze zorgzame omgeving kan heilzaam zijn voor de toekomst van onze hele regio.
Groot Hoorn is een beladen begrip. Dat wordt in Hoorn op fluistertoon en elders in de regio met afgrijzen uitgesproken. Groot Hoorn scheidt nu meer dan het verbindt. Dat moet in de toekomst veranderen. Het voornemen om daar met alle Westfriezen aan te werken dient alleen dit jaar nog een voornemen te zijn. In de komende Nieuwjaarsboodschappen moet de voortgang ervan worden besproken.
Hoe kan de gehele Westfrieze bevolking hier strijdbaar en strijdklaar voor worden gemaakt? Het antwoord is duidelijk. We hebben een gemeenschappelijke vijand nodig. Dat is eerder gebeurd. Ik heb ooit een jeugdroman geschreven over de strijd van de Westfriezen tegen de vermaledijde Hollanders, die onder aanvoering van Roomskoning Willem II en zijn zoon Floris V erop uit waren ons te knechten, als wingewest in te passen in hun rijkje. In die strijd waren we geen Hoornaars, Medemelekers, Blokkerders of Widenessers. Ook water als vijand leek een verbindende kracht te hebben.
Wij lijken in deze tijd niet meer bewust te maken te zijn voor een gemeenschappelijke vijand. Alles is teruggebracht tot gesprekspartners waarmee we het soms niet eens zijn. Het provinciebestuur of het rijk bieden ons genoeg kansen om eens te komen tot een gezellig gezamenlijk verzet, maar vaker blijven we ons vasthouden aan een beeld van gerieflijke lokale status quo. Probeer maar eens een noodzakelijke en bruikbare verkeersweg dwars door Westfriesland te realiseren. De rieken van protesterende boeren zijn dan niet op de provincie of het rijk gericht.
Even meende ik hoop te kunnen putten uit het bericht dat waterplanten de toeristische mogelijkheden voor de Hoornse en overige Westfrieze kustlijn ernstig bedreigen. Bedreigende planten, daar heb ik het al eens eerder over gehad. In de tweede column die ik voor Radio Hoorn maakte, op 2 oktober 1999, noemde ik al dat we ernstig werden bedreigd door de sterk oprukkende grote waternavel. De strijd daartegen hebben we toen overgelaten aan het hoogheemraadschap.
Wij zijn zelf nauwelijks meer te overreden onze wapens te omgorden en na elkaar met veel vertrouwen als strijdmakkers in de ogen te hebben gekeken het commando af te wachten schreeuwend en vechtend uit de loopgraven te klimmen om het buitengewestelijke gevaar een gevoelig lesje te leren.
Wij laten het strijden over aan de gekozen politici. Wij besteden heldhaftige gevechten tegen de bedreigingen uit. Het Pact van Westfriesland zal op deze manier nimmer een Pact van Groot Hoorn worden. In de komende drie maanden zullen zij, die namens ons bedreigingen dapper het hoofd willen bieden, zich aan ons opdringen. En zonder kennis van de vijanden, zonder vermoeden van bedreigingen en nagenoeg zonder interesse voor een voorspoedige toekomst van gemeente en regio zal een minderheid van ons mensen aanwijzen aan wie de zorg en strijd worden overgelaten. Dat mensen daarvoor de zorginstelling Westerhaven als uitvalsbasis gebruiken klopt dan wel. Stop Groot Hoorn daar maar in. Daar hoort het blijkbaar thuis. (terug)
In het achterkamertje 18 januari 2014
Nadat ze hadden afgesproken in welke kamer ze elkaar eens wat dieper in de ogen konden kijken, de secretaressen hadden medegedeeld dat ze tijdens de informele ontmoeting voor het komende uur niet gestoord wensten te worden, de koffiedame vriendelijk hadden bedankt, gebruikten ze tijd die nodig was om de eerste slokjes koffie te nuttigen voor het rangschikken van de argumenten die ze voor het komende gesprekje dachten nodig te hebben. Ronald begon, want ze zaten in zijn werkkamer. ‘We moeten de afspraken die we vorige maand gemaakt hebben toch even evalueren.’ ‘Afspraken?’ zei Peter. ‘Hebben we dan echte afspraken gemaakt?’ ‘We hebben het er met elkaar over gehad,’ zei Michiel. ‘Maar er zijn geen notulen gemaakt.’ Aart zuchtte even. ‘Nee Michiel, en ook van dit gesprekje wordt geen verslagje gemaakt. Maar we hebben met elkaar afgesproken dat we elkaar geen loer zouden draaien.’ Hij keek even Peter aan met de blik die hij doorgaans reserveerde voor de momenten dat hij ‘not amused’ was. Peter kende het blikkenrepertoire van Aart en hij schoot direct in de houding van een onterecht beschuldigde. ‘Wacht even, Aart! Je kijkt mij nu aan, maar ik ben me van geen kwaad bewust!’ Hij zag dat zijn collega’s hem allemaal aankeken met een loepzuivere kopie van de gezichtsuitdrukking van Aart.’ Ronald nam het woord. ‘Peter, we hebben het nog geen maand geleden met elkaar over gehad. Na de bespreking met Onno. Dat kun je je vast nog wel herinneren. Ik, misschien moet ik zeggen: wij, wij hebben het gehad over de manier en frequentie van in de media te komen.’ ‘Ja, dat herinner ik me best, maar ik ben me nog steeds geen kwaad bewust. Ik nodig de media niet uit, ze komen steeds zelf. Dat mag je mij echt niet verwijten.’ ‘Dat doen we ook niet, Peter,’ zei Michiel, maar jij bent echt onevenredig veel in de aandacht van de media geweest. Neem nu deze week. In de krant een levensgrote foto en in het komende weekend op tv.’ ‘Hoorn tv, ja. Hoorn tv en niet RTL zoveel of de Nederlanden 1 t/m 3. Ik kom toch niet vaker in beeld dan jullie?’ Ronald gebaarde bijna onopvallend naar Aart, die duidelijk last kreeg van een spontane briesbui. ‘Beste Peter, ik denk dat wij als wethouders ongeveer even vaak in de media verschijnen.’ ‘Maar daar is er toch niks loos mee?’
‘Peter, luister,’ zei Ronald geduldig. ‘Jij bent geen lijsttrekker. Jij hebt ook geen ambitie om in de volgende ronde als wethouder door te gaan. Dàt is het verschil, Peter. Dáár hebben we het over gehad.’ ‘Wij willen wèl doorgaan, Peter,’ zei Michiel. ‘Ik tenminste wel.’ Aart had zijn kalmte weer hervonden. ‘Kijk Peter, je mag best af en toe in het nieuws komen, maar hou dat een beetje low key. Ik weet wat je wilt zeggen. D66 kan de media-aandacht ook goed gebruiken, maar laat dat dan over aan jullie lijsttrekker. Por Arthur een beetje op.’ De anderen knikten instemmend. Een beetje verbluft keek Peter naar zijn collega’s. ‘Ik wist niet dat het jullie zo hoog zat. Maar wat moet ik doen wanneer er zich weer eens iets leuks voordoet. Op de scholen bijvoorbeeld. Dat scoort, terwijl ik er niet eens mijn best voor hoef te doen.’ ‘Als je nu eens in beeld probeert te komen over de VMBO-scholen. Die maken er volgens de toekomstige bazen een puinhoop van. Geen leerling beschikt ook maar over de geringste beroepsvaardigheid. Ze weten hoe ze hun I-pad kunnen gebruiken, maar ze krijgen nog geen schroef op de goede manier ergens ingedraaid. Kom daarover eens in de openbaarheid!’ Peter sputterde. ‘Met een beetje moeite kan ik daar ook een mooie draai aan geven. De inspectie is tevreden over wat ze doen.’ ‘Ga eens wat minder vaak in op verzoeken jouw kop te laten zien,’ zei Michiel. ‘Dan komen ze ook meer aan ons toe. Hoorntv heeft mij nog niet gevraagd om te laten zien dat het stationsgebied rond de Kersenboogerd is gezuiverd van een hoop narigheid.’ ‘Daar kan ik toch niks aan doen?’ ‘Toch deels wel, Peter,’ zei Aart. ‘Wanneer jij een tijdje zogenaamd geen tijd hebt om ze te woord te staan, dan richten zij zich wat meer op ons.’ ‘De verkiezingen komen steeds dichterbij, Peter, en hoewel jouw partij best mag meeprofiteren van wat we met elkaar hebben bereikt, vinden wij het niet zo fijn dat jij, als niet-lijsttrekker elke week lachend wordt weergegeven in de media.’ ‘En jij weet welke beroerde zaken ik in mijn portefeuille heb,’ zei Aart. ‘Probeer maar eens te scoren met woonwagens en daklozen.’ ‘Daklozen is nu mijn afdeling, Aart,’ zei Ronald. ‘Maar ik heb je regelmatig gezien bij het uitreiken van prijzen aan sporters of mooie meiden. Wij moeten zo goed mogelijk voor al onze partijen zo mooi mogelijk in beeld zien te komen. Wij maken als collegepartijen het verschil. De oppositie kan alleen scoren met beroerde zaken en reken er maar op dat ze die waar dan ook vinden.’ Michiel begon te gniffelen. ‘Dat noemen wij in onze partij het pietbruijnsen van ongemakken.’ Met deze opmerking leek de spanning tussen de wethouders volledig op te lossen. ‘Kunnen we weer aan het werk?’ Ze konden aan het werk. Peter kreeg van zijn collega’s schouderklopjes. ‘Er zijn mensen waar je altijd op kunt rekenen,’ zei Ronald.
‘Rekenen kun je wel, als wethouder van financiën.’ zei Peter en met de brede lach van zijn collega’s ging hij naar zijn werkkamer en belde direct zijn lijsttrekker.
(terug)
Kanbestwaarworden 25 januari 2014
Met genoegen kijken mevrouw Grosthuizen en ik naar Kanniewaarzijn, een VARA-programma met opgepoetst consumentenleed. Daar wordt ellende gebruikt om lachsalvo’s te ontlokken aan de toeschouwers. Leedvermaak is de beste vorm van humor. Een vast onderdeel van dit programma is het uitspitten van beslissingen van een gemeente die volkomen uit de hand gelopen zijn. Over miljoenen aan over de balk gesmeten geld en moet je kijken hoe stom deze gemeente bezig geweest is!
Als wij in Hoorn ooit bij een programma als Kanniewaarzijn terecht kunnen komen, is dat toch wel met het tunnelplan. Alle tekenen wijzen erop dat het niet onmogelijk is, dat Hoorn Kanniewaarzijnfähig is. De eerste vraag bij ons bouwproject zal dan zijn: ‘Hoeveel zou het project gaan kosten?’ Dan hoort de Nederlandse kijker het bedrag noemen van 32 miljoen. Zo! Dat is bepaald geen kleingeld! En wat heeft het uiteindelijk gekost? En dan komt uit dat het minimaal drie keer het oorspronkelijke bedrag is. Dat is ongeveer de norm om genoemd te worden. Het onderwerp wordt gelardeerd met gesprekjes met gewone burgers en met de wethouder die met een gezicht als een boer met kiespijn toch op de tv durft te komen.
Kan Hoorn een Kanniewaarzijnlot bespaard blijven? Moeizaam, vrees ik. Eén van de onverbeterlijke fouten die colleges en raden maken is om gedurende het traject de wensen te veranderen. Aanpassingen om een oppositiepartij tegemoet te komen. Aanpassingen om een coalitiegenoot tegemoet te komen. Aanpassingen om de glorie van de stad tegemoet te komen. Aanpassingen om esthetici tegemoet te komen. Aanpassingen om gebruikersgroepen tegemoet te komen. Aanpassingen om tegenstribbelende burgers tegemoet te komen. Aanpassing omdat een sneeuwuil of kleine burgemeester daar broedt. Aanpassingen die een bouwonderneming in diverse stadia van de bouw nodig acht. Moet je zien, hoe snel de rekening dan kan oplopen!
Naarmate je meer euro’s in het project steekt, is het moeilijker om terug te krabbelen. In veel gemeenten zijn ambitieuze projecten volkomen uit de klauw gelopen, dankzij of ondanks wethouders die hun stinkende best hebben gedaan hun gemeente mee te slepen in de vaart der volkeren.
Wij gaan er in Hoorn ook iets moois en goed bruikbaars van maken. Een fiets- en wandelboulevard erbij. Dan wordt op de nota van de bouwers het bedrag van 59 miljoen genoteerd. Niet erg, zegt
Ronald Louwman, onze VVD-wethouder en vooraanstaande Hoornse poorter. Het kost ons niks meer dan het geld dat we er jaarlijks zonder probleem in kunnen stoppen. Zolang wij betaald parkeren is er geen vuiltje aan de lucht. En door de tunnel bereiken bezoekers aan de stad massaler onze parkeerplaatsen.
Tegenstanders noemen nu al het bedrag van 102 miljoen, ruimschoots het bedrag waarmee we in Kanniewaarzijn kunnen komen. Natuurlijk zijn er onzekerheden. Wie zal Ronald Louwman spelen? Wie de kiene oppositieleider die het debacle al lang van tevoren zag aankomen? Welke kritische burger kan men met de Carbasiusweg op de achtergrond interviewen? Hoezeer zal Astrid Joosten haar best doen om niet te lachen?
Een van mijn Nieuwjaarsvoornemens was het voorlopig niet meer over de Carbasiusweg met tunneltjes te hebben. Ik ben ook weer gaan snoepen en het sportschoolverzuim is ook weer begonnen, dus is er geen enkele reden om me niet bezig te houden met The Never Ending Story of Carbasius. Misschien schrijf ik er een boek over. Of een serie boeken. Voor het bijbehorende drama hoef ik nauwelijks een beroep te doen op mijn fantasie. De namen van de leden van het college zal ik fingeren. Het fijne aan dit onderwerp is dat er momenten zijn van hoop. Als standwerker op een braderie of markt wordt door de wethouder het plan aan de ademloos toekijkende klanten gepresenteerd. ‘Voor hetzelfde geld krijgt u aanverwante zaken! Kijk eens, ik doe er een fietstunnel bij! Jawel en ik hoor u denken: dat kan toch niet allemaal voor dat geld! Maar ik doe er gewoon nog een fietsboulevard bij! En wanneer u nu beslist, dan doe ik er ook nog een wandelboulevard bij! Wie maakt me los! En het jaarlijks te betalen bedrag wordt steeds lager, terwijl de inflatie in een prettig tempo voortschrijdt.’
De lezer zal zich in de eerste hoofdstukken afvragen of dit wel fout kan gaan. Maar gaandeweg trekken steeds donkerder wolken over het verhaal en wordt de lezer gegrepen door de dreiging van een onafwendbaar tragisch slot voor stad en bestuurders. Misschien krijg ik dit verhaal nooit op papier. Dan is er gelukkig de geruststellende wetenschap, dat er programma’s zijn als Kanniewaarzijn. Echt waar! (terug)
Raadsvoorstelling 1 februari 2014
‘Ga je nu over vanavond schrijven?’ vroeg mij een zeer gewaardeerd lid van het college toen ik, geheel tegen mijn gewoonte in, de raadsvergadering bijwoonde. Lang heb ik geaarzeld mijn gezicht in zo’n vergadering te laten zien. Mijn gespleten persoonlijkheid speelt mij daarbij parten. Bij de raadsvergadering van deze maand was ik puur beroepshalve betrokken, maar mag je dat zeggen wanneer je daar als onbetaalde ongeschoolde vrijwilliger bent?
Ik zag de leden van de raad en van het college in hun natuurlijke habitat en wat viel dat mee! Beleefdheid, betrokkenheid, pogingen tot humoristisch taalgebruik, het spelen met gezegdes en spreekwoorden, pogingen om zelf te scoren, maar ook serieuze pogingen om oprechte bezorgdheid te delen. Iedereen deed zo roerend zijn of haar best. Ik kon dat allemaal van dichtbij beleven. Een journalist moet alert zijn op zaken die niet goed gaan. Scherpe randjes blootleggen enzo. Ik zag ze niet. Ik heb gewoon schaamteloos genoten!
Mijn beeld van de raadsleden behoefde nauwelijks bijstelling. Waar men zou kunnen vermoeden dat leden elkaars bloed wel konden drinken, bleek daar in de raad en in de plas- en drinkpauze niets van waar te zijn. Ik zag een uiterst beschaafde wijze van omgaan met elkaar. De standpunten staan tegenover elkaar, niet de raadsleden. Ook na afloop. De gemeenteraad van Hoorn vertoont alle verschijnselen van voorbeeldige en beschaafde manier van omgaan met standpunten en personen.
Onze burgemeester ontmoette een overvloed aan dankbetuigingen, blij als men steeds was om ook eens iets te mogen zeggen. En ieder wachtte op zijn of haar beurt. Braaf en slechts af en toe met wat ongeduld, maar dat kan ook gespeeld zijn.
Voorstellingen in de schouwburg zijn nauwelijks boeiender en daar moet je voor betalen. Ik zat helemaal gratis op de eerste rang en kreeg daar zelfs hapjes en drankjes aangeboden! Ik kreeg ruimschoots alle waar voor niks. De raadsleden die de moed hadden het woord te vragen, wekten de indruk dat zij hun rol zo goed hadden geoefend, dat zij hun tekst veelal uit het hoofd konden opzeggen. Met gevoel voor timing, met een prettige zinsmelodie en met een werkelijk zeer geloofwaardige natuurlijkheid. Was staatssecretaris Frans Weekers hier maar bij geweest! De souplesse waarmee de wethouders - ze mochten alle vier vragen beantwoorden – de raadsleden
weerwoord boden, was een genot om te beleven! Peter Westenberg, ik weet nu echt niet meer waar hij het over gehad heeft, maakte zelfs enkele kwinkslagen en met een glimlach die dicht tegen een echte lach leunde ontried hij de raadsleden de moties en amendementen waarmee hij bestookt werd. Michiel Pijl zag ik staan met een flair alsof hij dat al jaren deed. En feitelijk is dat ook zo. Aart Ruppert stond daar met een gemoedsrust van heb-ik-jou-daar en gaf aan dat men met hem alle kanten uit kon, behalve die van de SP. Ook Ronald Louwman stapte op het spreekgestoelte af, nou ja, het katheder, alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was.
Burgemeester meneer Van Veldhuizen toonde aan dat echte democratie best wel wat meer tijd mocht kosten. Ondanks vergeefse smeekbeden om geen argumenten te blijven herhalen, bleef zijn gezicht in de dezelfde aangename en vriendelijke plooi. En men heeft het hem niet altijd gemakkelijk gemaakt, hoor! De geraffineerdheid waarmee door de wol geverfde oldtimers in de raad toch aan het woord konden blijven. Zelfs wanneer onze burgemeester als voorzitter slechts ruimte wilde bieden aan vragen en op dat moment geen betogen, om dan toch een betoog te houden en aan het eind doen alsof dat een vraag was. Prachtig!
Meisje Kusters viel mij op omdat ik nagenoeg de hele vergadering lang slechts de bovenkant van haar kapsel kon zien. Ze was ontzettend geconcentreerd met haar mobieltje bezig. Zelden zag ik iemand die zo toegewijd feeling hield met de achterban, opdat ook mensen buiten de raadszaal niets hoefden te missen.
Hoe voorbeeldig ook slikten Roger Tonnaer en Judith de Jong het totaal voorbijgaan aan hun weloverdachte motie of amendement. Heerlijk om dat te mogen mee maken. Winnen en verliezen. Vreugde en nauwelijks verholen teleurstelling. Een feestje van de democratie. Dàt beleefde ik. Over luttele weken moeten we afscheid nemen van een aantal spelers. Geen nood, er komen net zoveel nieuwe gezichten bij als er vertrekken.
Politiek is theater. Joop van den Ende had er vast meer liedjes en dansjes bij gedaan. Bij de volgende raadsvergadering ben ik er weer bij, met een cameraman en de liedjes en dansjes bedenk ik er voor mijzelf wel bij.
(terug)
Rampkoers 8 februari 2014
Onder onze eigen Hoornse neuzen speelt zich een spannende strijd af. Onze Hoornse lijsttrekkers lopen zich het schompes van de ene uitdaging naar de volgende. Inzet: een zo groot mogelijke fractie. Het gaat hen niet om glorie, denkbeeldige medailles of lauwerkransen. Het gaat om de toekomst van de stad en de regio. En die wordt alleen gewaarborgd met een grotere fractie.
In Hoorn dient niets minder dan een ramp te worden voorkomen. De toekomst is ongewis. Wie niet vooraf beschikt over een loepzuivere achterafblik zou de mooie stad wel eens met de beste bedoelingen de doodsteek kunnen bezorgen. Hoorn moeten we zien als een stad met kansen! Hoorn moeten we zien als een stad met kansen! Hoorn moet je verdomme zien als een stad met kansen! Dit kan niet vaak genoeg worden herhaald!
Wie daar niet in gelooft zal er aan moeten geloven. We stevenen af op een regelrechte ramp wanneer we geen nieuwe plannen uitwerken voor de stad. Nieuwe kansen dankzij rigoureuze maatregelen. Niet wachten, maar nu beginnen, anders hoeft het niet meer. Volgens anderen stevent Hoorn koersvast af op een onvermijdelijke ramp, omdat men rigoureuze plannen heeft met de toegangswegen naar de binnenstad. Een binnenstad waar geen enkele winkel meer opgewassen is tegen de nietsontziende internetkoopjesjagers.
In de afgelopen week mocht ik van VVD-wethouder van toekomstzaken Ronald Louwman vernemen dat we alleen dankzij de Poort van Hoorn en alles wat daardoor zich bijna als vanzelf ontplooiende kansen zal openbaren de rest van de eeuw een prachtige stad kunnen nalaten. Zodra zijn achterkleinkinderen de laatste euro’s of Wildersguldens zullen afbetalen zullen alleen leden van Vereniging Oud Hoorn nog weten waar dit geld voor uitgegeven werd.
Ik sprak ook Judith de Jong, de opgewekte lijsttrekster van de zorgelijk kijkende PvdA in Hoorn. Ook zij schilderde een geloofwaardig rampscenario wanneer de onzalige plannen van de huidige coalitie de verkiezingsstrijd zullen overleven. Ik weet het nu echt niet meer. Ik verpak mijn bij de pakken neerzitten altijd in nieuwsgierig toekijken hoe de strijd zich gaat ontwikkelen. De lijsttrekkers van de tegentunnelaars, de anticarbasionisten,
hebben elkaar ogenschijnlijk gevonden in een gezamenlijke strijd, maar met het oogmerk daar als partij toch iets voordeliger tevoorschijn te komen dan de medestanders.
De procarbasionisten houden elkaar ook in het oog, opdat de ander niet ineens veel overtuigender als rampenaanzegger overkomt. Hoe je de toekomst van Hoorn ook wilt zien: een ramp ligt hoe dan ook op de loer.
Het zal toch wel even duren voordat de ramptoeristen die nu massaal Groningen bezoeken voor de Parkinsonbodem aldaar, op het idee komen om de ramp van Hoorn te bekijken. Grote verwachtingen hadden we voor een buitenpoortse winkelgalerij, een meubelboulevard. Een originele Hoornse koopgoot met vrije parkeerplaatsen. Een runshopping centrum, een veelbelovende Engelse naam voor veelbelovend ondernemerschap. Een koopgoot met regeltjes. Niet te groot, niet te klein en met procedures die slechts een jaar of vijf duurden. Omdat het runnen wat stroef verliep werd koortsachtig gedacht aan het opvijzelen van het imago. Een nieuwe naam, een nieuwe zak voor oude wijn. Het Hof van Hoorn. Een naam met allure voor een plek met plaats voor ondernemerschap en met regeltjes en procedures die nauwelijks meer dan een paar jaar hoeven te duren.
Hoop verkeert langzamerhand in wanhoop. Hoe mooier de naam, des te leger het winkelbestand. Stevenen we eigenlijk wel af op een ramp? Natuurlijk, linksom of rechtsom bedenken we procedures en regeltjes waarmee we politici van links of rechts tevreden houden en wanneer de ramp volledig is, dan komt dat altijd door de coalitie, die de domme regeltjes en procedures bedenken en door de oppositie die het allemaal niet goed begrijpt. Dat is politiek, zo hoort dat te gaan.
Er komen verkiezingen en van links en rechts hoor ik dat er nieuwe hoop is en prachtige kansen voor een florerend Hoorn. Wat ik precies moet kiezen weet ik nog steeds niet. Hoe meer hoop mij wordt voorgespiegeld des te minder ik het begrijp. Voor mij een ramp. (terug)
Wie is het beste raadslid van Hoorn? 15 februari 2014
Wie is het beste raadslid van Nederland? Dat is de vraag deze week van kwaliteitskrant De Volkskrant. In 2012 waren er in Nederland 9175 raadsleden actief of af en toe doende. In het artikel van twee pagina’s zien we 9 raadsleden een beetje uitgelicht worden. Voor een flink deel zijn dat dwarsliggers. Dwarsliggers die hun gemeenten hebben behoed voor vreselijke miskleunen. Dat wordt door hen zelf beweerd. Afsplitsingen van bestaande partijen zijn vaak éénpitters. De meeste afsplitsingen ontaarden in een lokale partij, met, om de goodwill bij het stemvolk te winnen , een lokale agenda. Zouden die mensen kunnen horen bij de beste raadsleden van Nederland?
Hoe zit dat bij ons in Hoorn? Zouden wij kandidaten voor de fraaie titel kunnen aandragen? En wie dan wel? Moet je ze zoeken bij onze eenpitters? We hebben er genoeg, maar zit daar het beste raadslid van Hoorn tussen? Ik weet het echt niet. Er wordt stevig gekissebist tussen de partijen en niet alleen door de eenpitters. Bijna al onze lokale partijen zijn het gevolg geweest van onmin in grotere fracties. Hoorns Belang heb ik zien oprichten door Peter van der Hall, die woest was over de lage plek op de groslijst van de PvdA. Fractie Tonnaer, in de afgelopen periode nog maar een fractie van de oorspronkelijke samenstelling, ontstond ook na heftig gedonder met moederpartij PvdA. En wat te denken van VOC Hoorn, een afsplitsing van de VVD? Ik kan er best eens naast zitten, of iets verkondigen wat de afgesplitste partijen niet zo zien, maar elke afsplitsing zocht een lokale doelgroep waar ze het meest voor wilde betekenen. Recent splitste prominent lokale CDA-vertegenwoordiger Johan van der Tuin zich af om met Hoorn + een gat in de markt te kunnen vullen. Laat het vullen van een gat maar aan Johan over. De meeste geroutineerde afsplitster is Joke van der Meij, die kennelijk dacht dat hiermee een prijs in de wacht te slepen was: De Gouden Querulant.
In de afgelopen weken zag ik menig verkiezingsspeerpunt van politici in onze regio langskomen. Bij Radio Hoorn en Hoorn TV doen we verwoede pogingen om de verschillen tussen de partijen aan het licht te brengen. Af en toe slagen wij daar in. Meestal vinden lokale opponenten in onze schaakborddiscussies tot ieders grote opluchting enkele kleine verschillen.
Wij, van de politiekgeïnteresseerde kern van deze lokale omroep, hopen uiteraard op spraakmakende verschillen, op loopgravenoorlogen, grootse en meeslepende pleidooien voor het welzijn van de mooie eeuwenoude schatkamer die ons geliefde Hoorn is. Daar hoort moddergooien bij, beledigingen, factfree statements en alles wat een verkiezingsstrijd zo aantrekkelijk en spannend
maakt voor een hele bevolking. Gelukkig bespeur ik een toenemende vastbijthouding bij partijen in Hoorn die de kiezers zoveel mooie keuzemogelijkheden willen bieden.
Het enige echt duidelijke onderwerp van de lokale partijenstrijd is het bouwplan rond De Poort van Hoorn. Vanmorgen zag ik in de krant een foto met Judith de Jong van de PvdA en Samir Bashara van GroenLinks, met als ondertitel: ‘Geen molensteen om de nek van Hoorn hangen.’ Niet de best denkbare strijdkreet, maar zij hopen er iets mee duidelijk te maken. De titel van het artikel luidt: ‘Vechten voor sociaal Hoorn’ en het stuk ging op twee zinnen na over het tegenhouden van tunnelplannen. ‘Wij verkiezen het cement van de samenleving boven dat van de tunnel’, mocht ik lezen. Deze zin sprak mij wel aan en direct prevelde ik voor mijzelf de dichtregels uit de rey van burghzaten uit de Gijsbreght van Aemstel van Joost van den Vondel: ‘Dit is het krachtigste ciment, dat harten bindt, als muuren breecken tot puin in het end.’ Maar of dit hen de nominatie oplevert van beste gemeenteraadslid van Hoorn, laat staan van Nederland, zou ik niet weten.
Mensen of stenen, dat zal voor deze verkiezingen het centrale thema blijven, vrees ik. Maar altijd nog stukken beter dan het mag-je-wel-of-niet-zuipen-en-strontlazarus-de-hele-nacht-door-de-stadzwalkenthema van de vorige verkiezingen. Een pikant idee om er nu van uit te gaan dat de huidige coalitie een deel van de zetels heeft verdiend aan kiezers met een nachtelijke zuiphobby.
De toon lijkt nu gezet te zijn. Maar of de zorgelijkheid van de tunneltegenstanders het best wordt uitgedrukt door twee vriendelijk lachende politici onder de kop ‘Vechten voor sociaal Hoorn’, blijft voor mij even de vraag. Lach pas na het winnen van de strijd.
In Hoorn zijn het niet de echte kenners van de politiek die de winnaar aanwijzen. Toch mag iedereen mee doen. Oh, burgers van Hoorn, schaart u rond het strijdperk op 19 maart. U mag dan bepalen wie het best gestreden heeft voor uw stad. Dit gaat in een stemhokje. U kunt uw telefoon thuis laten. (terug)
Plek voor kunstige kunstkunde 22 februari 2014
Ik heb nooit een Mercedes gereden. Zelfs met ons gezamenlijke inkomen was dat altijd vanzelfsprekend. Een Mercedes hoort niet bij mijn soort mensen. Doe maar gewoon. Dat kost al genoeg.
In de grote wereld is dat eigenlijk net zo. Een plattelandsgemeente die een gigantisch project neerzet, wordt overduidelijk bestuurd door mensen die nooit gekozen hadden moeten worden. Wethouders die zo nodig hun persoonlijke footprint willen achterlaten moet je wegstemmen. Dat kan namelijk.
In Opmeer staat een groot bouwproject. Niet het idee van de lokale partij Megalomaan Opmeer, maar van Megalomaan Scheringa, die zijn collectie kunstvoorwerpen wilde uitstallen. Het enorme gebouw staat goeddeels afgemaakt maar pathetisch leeg op Opmeerse grond. Ook de Opmeerse politiek geloofde in de uitstraling die dit museum naar het dorp kon hebben. Nieuwe ideeën om het gebouw nuttig en betaalbaar vol te stoppen met ‘grootschalige slechtweervoorzieningen’ (in de krant stond daar geen rood kronkellijntje onder) worden wel genoemd, maar wie wil dat uitvoeren? Bedrijfsleven, overheid en onderwijs kunnen elkaar op die plek ontmoeten en versmelten in een oh zo nuttige omstrengeling.
Hoorn heeft nuttige instellingen die grotendeels afhankelijk zijn van subsidie. De meeste organisaties die iets willen doen op het gebied van nuttige en noodzakelijke educatie en nuttige en zeer noodzakelijke cultuur zijn afhankelijk van overheidsgeld. Waarom? Misschien omdat de gewone burger grosso modo niet zoveel geld over heeft voor cultuur. De doorsnee burger wil best wel eens iets beleven op cultureel gebied, maar willen niet zoveel betalen dat genieten van cultuur kostendekkend is. Hierbij wil ik best aantekenen dat het niet onmogelijk is dat over 100 jaar Frans Bauer, Jan Smit en Nick en Simon als belangrijke zelfkostend cultuur uit het begin van de 21ste eeuw wordt beschouwd. Ik snap de zuinige cultuurgenieter wel. Ik ben gek op opera, maar een bezoek aan een prachtige voorstelling in de Stopera kost een heel lekkere single malt Schotse whisky. Daar doe ik veel langer mee.
In Hoorn zoeken verschillende culturele instellingen elkaar op om een mooie droom waar te maken. Gezamenlijk een nieuw pand betrekken waarin voor elke cultuurvorm plek is om zich te ontwikkelen in een permanente kruisbestuiving. Met behoud van eigen identiteit, lees ik. Hoe moet je dat in de
praktijk zien? Mensen die een fraai figuur uit een steen beitelen onder inspirerende klanken van een Bach spelende violist in opleiding? Creatief schilderen in de bibliotheek? D66-Wethouder Peter Westenberg van kunstjes-doe je-zozaken voorspelt zelfs de geboorte van creatieve ideeën voor de gebouwen die de verschillende culturele instellingen achter zullen laten.
Het moet een cultureel knooppunt worden voor de regio. Een Westfries Centrum voor Kunsten. Directies van de kunstige instellingen zijn heilig overtuigd van het belang van hun kunstvorm voor de samenleving. Zij zijn vaak de eersten die de relatie tussen geld en kunst als iets verfoeilijks vinden. Kunst is geen koopwaar. Kunst is een manier om de voortgeschreden beschaving te illustreren. Daarom begrijp ik hoe het komt hoe veel paleizen der kunst zo godsgruwelijk duur zijn. Kunst gedijt niet in een schuurtje, en dat snap ik tot op zekere hoogte. Maar moet een paleis voor schone kunsten per sé 15 miljoen kosten? Ars of pecunia, dat is de vraag. Het is wel voor de hele regio, is dan waarschijnlijk het weerwoord.
Voor de regio betekent dat alle mensen uit de zeven Westfriese gemeenten er naar toe gelokt dienen te worden. Wat een bof voor de Hoornse aspirantkunstenaars; die hebben hun culturele groeikans dichtbij. Ach, we hebben ook een paleis voor theaterkunsten. Dat zit regelmatig vol met mensen die blij zijn dat ze niet in Hoorn wonen. Er moeten nodig regionale culturele knooppunten gehakt worden.
In Opmeer staat een nog niet helemaal afgebouwd paleis voor schone kunsten. Voor 4 miljoen is dat aan te passen voor alle kunstzinnige instellingen in de hele regio. Samenwerking van gemeenten in onze regio is in theorie goed mogelijk. Er is daar zelfs door alle gemeenten een Pact van Westfriesland voor ondertekend. Een beetje slim samenwerken scheelt toch bijna een halve tunnel. Samenwerken is echter een echte kunst op zich. Mooie kunst is prijsloos, maar als het een aantal miljoenen scheelt vraag ik me af: is geld besparen ook een kunst? En hoe belangrijk is het kunnen rijden van een Mercedes nou helemaal? Weet u, als dit plan doorgaat heb je geen tunnel nodig om er te komen. (terug)
Morgen is gisteren begonnen. 1 maart 2014
‘Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst’. Een prachtige spreuk die op voorstel van ir. J.H. Telders van de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken op het monument op de Afsluitdijk werd geplaatst. De afsluiting van de Zuiderzee zal ongetwijfeld een hoop mensen hebben aangezet tot uiterste verontrusting. In 1927 waren we iets minder ‘van het verzet’ tegen doortastende politici. Alleen de vissers vreesden het einde van hun broodwinning. De Afsluitdijk ligt er nu nog als bewijs dat uitvoering van plannen de toekomst veranderen.
De Afsluitdijk is het gevolg van visionaire plannen. Bouwen aan de toekomst is laten zien dat je visionair bent. Visionair zijn heeft een hoogwaardigere status dan helderziendheid of bekwaam koffiedikkijkerei. De mooiste beloning die een mens ten deel kan vallen is de erkenning dat men het in het verleden toch maar goed gezien heeft.
Daarom is het zo mooi dat in Hoorn mogelijkheden bestaan het uiteindelijk bij het rechte eind te hebben. Dat men over pakweg 25 jaar, de tijd dat de meeste van de huidige gemeentebestuurders met pensioen zijn, het achteraffe gelijk aan de eigen kant heeft. Ik hoop dat tegen die tijd nog te mogen beleven en dat, dankzij voortgeschreden Alzheimer, enige malen per dag te mogen aanhoren.
Een element van visionariteit is het gokken. Door visionarissen (of is het visionisten?) steevast ontkend en voor visioblinden al vanaf de eerste seconde duidelijk zichtbaar. De plannen rond De Poort van Hoorn vormen een eerste waterscheiding en misschien zullen de plannen rond de herinrichting van het winkelhart van Risdam de volgende zijn. Wat verheugend klinkt en visionarici hoop geeft en bedenkelijkheidsdominees van hagenpreken weerhoudt, is dat de financiële onderbouwing voornamelijk voor rekening van de ondernemers daar zijn. De gemeente hoeft maar weinig bij te dragen.
Voor politici is dit een heerlijke situatie. Vooruitgang, vernieuwing, groeikansen, opwaardering van stadsgebiedjes zonder dat het tot fronsende wethouders van financiën en op achterbenen balancerende oppositieleden zal leiden. Wie is de eerste die zal roepen: ‘Natuurlijk zijn wij hier voor! Hier denken wij binnen de fractie al tijden zo over.’ Spreek deze woorden pas uit wanneer duidelijk is geworden dat het plan goed uitwerkt. Bij twijfel nog even wachten met commentaar, of voorzichtig
polsen of wel aan alles gedacht is. De VVD zal dit toekomstplan waarschijnlijk direct omarmen. Oppervisionaricus Henk Hansen van het bedrijf dat deze plannen maakt hoort bij die club.
VVD-wethouder van verstand-van geldzaken laakt de beperkte financiële kennis van alle vertegenwoordigers van alle nu nog oppositiepartijen. Het is bijzonder leerzaam om te ervaren dat wethouders van financiën zich binnen één bestuurstermijn ontwikkelen tot politici die het allemaal scherper zien dan andere politici. Hij heeft een VanEssiaanse kijk ontwikkeld, of misschien moet je het Schaperiaans noemen naar de wethouder van financiën uit het eind van het vorige en het begin van dit millennium. Waren dat tevens mensen-voor-stenenwethouders of waren ze zoals hun PvdApolitici van nu stenen-voor-mensenmensen? Bouwen aan de toekomst doe je met stenen, menen de Hoornse bouwers aan een nieuwe steentijd. Werken aan mensen is pas mensenwerk, menen weer anderen. Mag je de politici die in beide uitgangspunten wel iets nuttigs zien opportunisten noemen? Dat zeggen we maar wat graag over politici die in coalitiebesprekingen met bloedend hart afscheid moeten nemen van zo fier uitgedragen wensen voor de mensen.
In de aanlooptijd naar de verkiezingen ontmoet je uitsluitend politici die bezig zijn met de toekomst. Met de toekomst van stad en streek, met die van ons allemaal en met die van henzelf. Hun campagne is al gestart. Wij dienen wakker te worden in het belang van onze toekomst. Daar wordt sinds gisteren aan gebouwd door mensen met bouwplannen. Bouwplannen voor het gerief waarin jij wilt wonen. Alle bouwplannen van de 13 partijen in Hoorn zijn voor ons bestwil bedoeld. Lijsttrekkers staan te popelen hun plannen aan ons voor te leggen. Met mooie praatjes en mooie plaatjes. Misschien is het handig om op 19 maart een teken van leven te geven. Zonder leven is er geen toekomst. Rest mij nog een vraagje betreffende de financiële toekomst van Hoorn: is dat tunneltje onder het spoor door bij de Dinkelweg al afbetaald?
(terug)
Verkiezen we de verkiezingsstrijd? 8 maart 2014
Heerlijk! Heerlijk! Heerlijk! We krijgen dit keer in Hoorn echte verkiezingen! Het gaat er steeds meer op lijken! Een verkiezingsstrijd als nooit tevoren ontvouwt zich dag na dag. Hoorn wordt volwassen. Politiek Hoorn heeft aarzelend een begin gemaakt met het creëren van een echt voelbaar spanningsveld en een zichtbaar slachtveld. Er vloeit nog geen bloed. De wapens en de schilden waarmee politici zich in Arena Hoorn omgorden werden al manmoedig geheven en gezwaaid, maar nu worden er ook klappen uitgedeeld. Het verkiezingstoernooi is begonnen!
Er wordt zonder echte scheidsrechters gestreden met diverse wapens. Verbale wapens, natuurlijk! Maar zou het ademloos toekijkende publiek erg schrikken, wanneer er ook lijfelijk politiek geweld ontstaat? Ik vrees dat wij in Hoorn nog niet toe zijn aan strijd waarbij ook het volk lijfelijk deelneemt met stokken, vuurwerk en molotovcocktails. De Partij Van de Vrijheid doet hier geen gooi of greep naar de macht.
In Hoorn regeert nog in hoge mate het fatsoen. Moddergooien moeten we nog leren. Toch bespeur ik een kentering. Judith de Jong, de bijna aandoenlijk lief glimlachende lijsttrekster van de PvdA beschuldigt Aart Ruppert, de Vladimir van VOC Hoorn, van leugens. Zo! En wat ontzettend leuk: tegelijkertijd sleept zij andere conflictstof naar het zand van de arena. Aart knijpt met satanisch genoegen de uitkeringsslaven de strot dicht en zegt dan doodleuk dat niet hij dat doet, maar de gladiatoren in Den Haag. Stevige taal! Maar is ze hiermee wel fel genoeg? Houdt Judith zich niet te veel in? Met: Aart, je bent een leugenaar zit ze een beetje tussen: Aart, ik ben niet boos, maar wel verdrietig! en Aart, je bent een smerige kakkerlak! Misschien bewaart ze steviger wapenspreuken voor later.
Hoe zal Aart als lijsttrekker en wethouder van bezuinigen-op-uitkeringszaken hier op reageren? We verwachten natuurlijk van hem dat hij daar overheen kan. Zou hij het doen met een persoonlijke aanval in de vorm van een dreigement? ’t Is goed dat je af en toe je brilletje afzet, dan kan die heel blijven als ik met je klaar ben! Of iets vreedzamer, maar toch stevig: heks! jouw bezem is niet nieuw en laat te veel vuil liggen en voor wij het door hebben ben je ermee gevlogen! Waarop een smakelijke scheldpartij losbarst met oneliners en losse flodders. Nep-VVD’er! Rooie Troela! Wildersadept! Hermelien Griffel! Uitkeringsbeul! Laat ik niet teveel voorzeggen, want beiden zijn
genoeg door de wol geverfd om ze zelf te bedenken of ze te laten aanreiken door bereidwillige schildknapen en –maagden.
En kijk eens, hoe interessant! Judith en haar strijdmakkers kiezen gelijktijdig voor een charmeoffensief om het publiek te behagen. Een meesterlijk strategische zet is cupcakes bakken met kinderen. Wie de jeugd heeft, heeft de ouders. En alweer, u merkt dat goed op: alweer een actie in een supermarkt om spullen en geld op te halen voor de voedselbank. Zeg niet dat het een goedkope verkiezingsstunt is. Je zult Judith ongetwijfeld horen verklaren dat dit niet de eerste noch de laatste keer is. In de komende jaren zal dit elk kwartaal in steeds weer een andere supermarkt herhaald worden.
Ook andere partijen kruisen de degens en anders krijgsspul. Waar VVD-topman Ronald Louwman, wijzend op het overwicht aan VVD-wethouders van financiën in de Nederlandse gemeenten, blijft kermen dat alleen VVD’ers verstand hebben van financiën en economie en zeker in Hoorn, Arthur Helling van D66 geen belofte doet om bij de Grote Waal een strandje aan te leggen, maar wel de kiezer daar lekker mee maakt, Samir Bashara heel eloquent laat horen hoe GroenLinks slechts diep de grond in wil graven wanneer daar een tunnelstrijdbijl met tunnelplannen kunnen worden begraven, CDA-corifee Michiel Pijl hoopt dat bescheidenheid óók kiezers zal aantrekken, Mathé van Stralen van de SP heel voorzichtig laat weten dat hij zijn tijd nuttig zal besteden met het lezen van partijprogramma’s van de andere partijen om ooit goed beslagen ten ijs te komen aan het einde van de winter, Johan van der Tuin meent dat het goed is op verkiezingsposters zorgelijker te kijken dan op Facebook en Robert Vinkenborg huppend en hoppend blijft roepen dat hij een nieuwe lokale partij is met hééél andere inzichten dan de andere, moeten we maar afwachten of er zich langs het Hoornse strijdperk voldoende hunkerende stemgerechtigden uit hun lethargie gewekt zullen worden om de strijd te aanschouwen. Zonder publiek geen politiek, is een oud gezegde. Of misschien nieuw, maar hij klinkt wel lekker oud.
Ik kan er de komende dagen niet met de neus bovenop zitten. Op het moment dat u deze column hoort ben ik al enkele dagen weg voor het vieren van het jaarfeest van vreedzame co-existentie en cohabitatie met mevrouw Grosthuizen. U wilt niet weten hoeveel politiek daarvoor al die jaren nodig was.
(terug)
Vergelijken 15 maart 2014
Wie Wilders vergelijkt met Hitler moet naast excuses aanbieden en woorden terugtrekken naar Marokko worden verbannen. Gelukkig heerst Geert Wilders niet in Hoorn. Griep en verkoudheid kunnen hier heersen, plat nationalisme nog niet.
Ik vind dat je Geert Wilders wel kunt vergelijken met Adolf Hitler. Je mag iedere politicus, ook hier in Hoorn dus, vergelijken met Hitler. Bij het vergelijken vind je overeenkomsten en verschillen. Wanneer ik onze lokale politici met de gruwel uit Nazi-Duitsland vergelijk, zie ik tot mijn grote opluchting bijna uitsluitend grote verschillen. Bij Wilders zijn veel meer overeenkomsten te zien, in ieder geval veel meer dan hij zelf zou willen toegeven. Zijn aanhang en zijn entourage zijn veel zorgwekkender, want zij lijken onuitgesproken wensen van hun Leider ongevraagd en met plezier te willen uitvoeren. Dat deden de aanhangers van der Führer indertijd ook met gevaarlijke overtuiging. De Zwitserse schrijver Max Frisch gaf de mensheid een toneelstuk en een boek om te waarschuwen voor de invloed van wolven met een schaapsvacht. Haal geen mensen in huis die zich mooi voordoen terwijl zij brandstof voor maatschappelijke brandhaarden verzamelen.
Heeft dit iets met Hoorn te maken? Nee, gelukkig niet. Alle lijsttrekkers die zich bij het debat van afgelopen woensdag hebben uitgesloofd om verkiezingsaardig en verkieswaardig over te komen zijn geen brandstichters zoals in het werk van Frisch. In Hoorn is nog geen basis voor autonomen, moslim- en christenbroederschappen. Trouwens, waar zet je dan je tentenkamp op?
Stemmen ronselen mag niet. In Hoorn wordt dat kennelijk veel slimmer aangepakt. Politici staan voortdurend in onopvallende schijnwerpers. Hou rekening met al die mobieltjes met camerafunctie. Peuteren in de neus, krabben aan de kont en gapen zonder hand voor de mond alleen doen in ruimtes waar geen andere mensen en/of bewakingscamera’s zijn.
Wij in Hoorn kennen beschaafde schermutselingen. In het afgelopen lijsttrekkersdebat vloog men elkaar beschaafd in de haren. Zonder eraan te trekken. De Poort van Hoorn en de zorg voor zorgbehoevenden waren de onderwerpen waarbij de mooiste verbeten gezichten te zien waren. Wie nog geen keuze heeft gemaakt, zou misschien dankzij het debat, op 19 maart een keuze kunnen maken. Wie dat nog niet kan, raad ik aan goed te kijken naar wat er op de verkiezingsposters staat. Bij ‘Iedereen telt’ en ‘Fris en verstandig’ van PvdA en CDA mag je raden naar de vertaling daarvan in concreet gemeentebeleid. ‘Anders Ja’ van D66 klinkt iets ondernemender dan ‘Zin in de toekomst’
van GroenLinks. Ik stel me dan voor dat Samir Bashara van GroenLinks handenwrijvend aan Arthur Helling van D66 vraagt: ‘Zullen we?’ en dat dan blijkt dat het ja van D66 iets heel anders behelst. Doe als partij geen beloften! Al heel wat generaties kiezers hebben van de media zo vaak te horen gekregen dat de beloften niet nagekomen worden, dat iedereen dat is gaan geloven.
De VVD heeft niet één poster, maar een hele serie. Op alle gebieden die voor deze partij belangrijk zijn, hebben knappe koppen aanplakbare slagzinnen bedacht die een beetje passen bij de bewoners in de buurt van zo’n poster. Ik vraag mij af wat hun gedachten bepaalde bij de posters in de Grote Waal, waarin zij beloven dat de wijk van de bewoners is en niet van de criminelen. Roger Tonnaer geeft nu ruiterlijk toe dat hij niet iedereen kent, maar al zijn kandidaten samen wel. Alleen de SP is 100% sociaal. De Hoornse Seniorenpartij claimt ook zaken voor elkaar te willen brengen voor de jongeren die over een aantal decennia ook senioren worden. Ik weet niet of ik ooit oud genoeg wordt om op deze partij te stemmen.
Tijdens het debat meende ik goed te hebben opgelet. Bij Hoorn Lokaal komt meteen de gedachte: oja, de hondenbelasting! Goed dat een aparte partij bestaat voor deze belofte! HOP presenteerde zich als de nieuwste politieke stroming in de Hoornse politiek. We hebben nu zes lokale partijen die allemaal vechten voor de juiste beslissingen voor de mooie stad Hoorn. En toch laten zij een gat zitten dat zo groot is dat er uit pure noodzaak een nieuwe lokale partij moet worden opgericht. Die noodzaak was er ook voor good old Johan van der Tuin, die geen heil meer vond bij het CDA.
Ik heb uit pure nieuwsgierigheid de programma’s van de Hoornse partijen met elkaar vergeleken. De overeenkomsten zijn gemakkelijk te vinden. Ik heb me wezenloos gezocht naar zaken waarin ze met elkaar verschilden. Eigenlijk twee zaken: de tunnel en de zorg. Het zijn de opvattingen over deze twee zaken die de Hoornse politiek verdeeld houden. Eigenlijk bestaat de Hoornse raad uit twee partijen. Waarom dan vasthouden aan 14 snipperpartijen? Ik noem hier tot mijn eigen opluchting twee partijen. Wanneer ik één partij had voorgesteld, dan zou je mij direct kunnen vergelijken met… noem een dictator en daar hebben we er helaas genoeg van in onze wereld. (terug)
Jemig de pemig! We hebben gewonnen! 22 maart 2014
Wat een geweldige belevenis was dat afgelopen woensdag! Ik had het buitengewone voorrecht de hele dag te wentelen in het verkiezingsgebeuren. Ik trok met een cameraman van Hoorn TV langs een aantal stembureaus in Westfriesland. Daar sprak ik levensechte Westfriese kiezers aan met vragen over hun motivatie om te komen stemmen. Een enkeling had zich terdege voorbereid op de verkiezingen. Dat verheugde mij zeer, omdat ik mij in toenemende mate een wat cynische houding over de lokale, regionale, provinciale, landelijke en zelfs Europese kiezer begon aan te meten. Enthousiast vroeg ik dan waarom men juist die partij hun kostbare stem gunde. Nou, die partij hield veel meer rekening met wat zij wensten. Welke wensen dan? Op dat moment schoot de bewuste kiezer meestal geen enkel verkiezingswaardige maatregel te binnen. Alle mooie dingen die de naar stemmen snakkende partij in de afgelopen vier jaar voor elkaar wist te brengen en alle goeds die de partij voor de komende jaren in petto had waren teruggebracht tot een gevoel. Het gevoel dat de partij landelijk of regionaal en soms alleen lokaal wist op te roepen was voldoende om deze partij het mooiste te gunnen wat mogelijk was: de stem.
Amper iets meer dan de helft van de Hoornse poorters togen naar het stemlokaal. Iets boven het landelijke gemiddelde, maar in Hoorn ging het dan ook ergens om. De tunnel. Het hele project om Hoorn een stoot in de goede richting te geven hield maandenlang de langzaam maar zeker opwarmende gemoederen bezig. Een pre-electorale coalitie van zeven partijen slaagde er in om de onrust over het lokaal uit te geven miljoenen te wekken en vast te houden tot ver na de verkiezingen. Een mooi staaltje democratisch goochelen waardoor Hoorn zich ten opzichte van de landelijke trends opvallend onderscheidde. Hoorn liet de stemkeuze niet bepalen door de media die vooraf bepaalde dat de VVD, maar zeker de PvdA een enorme optater zou krijgen en dat de stemmen van de Nederlander vooral zouden worden buitgemaakt door D66 en ook wel door de SP en de lokale partijen. Hoe anders ging dat in Hoorn.
De meerderheid van de zetels kwam te liggen bij de zeven partijen die in gezamenlijk optreden de Hoornse bevolking een duur lijkende infrastructurele oplossing wilden besparen. Vreugde op de gezichten van PvdA, SP, GroenLinks en nog wat politiek kleingoed. Nu is er dan eindelijk de kans om het heilloze megalomane getij te keren. Nu zijn slechts de verbijsterde blikken te zien van het voormalige rechtse blok in Hoorn.
Hoe blij mag Judith de Jong, die nu de rol krijgt van kartrekster van het mensenvoorstenenbeginsel, eigenlijk zijn? Om dit standpunt een kans te geven te slagen in de komende afblaasprocedures moet met de andere strijdmakkers worden samengewerkt. Hoe houd je de onderlinge verhoudingen tussen de socialistische Jehovagetuigen van de SP, de vrijzinnige sociaaldemocraten van de PvdA en de met windmolentjes lopende leden van linkse liefhebbers van een groene samenleving van GroenLinks?
Dat is niet eens het grootste struikelblok, want deze drie partijen bezetten gezamenlijk 12 van de 35 zetels. Dat betekent dat er nog minimaal zes zetels bij onderhandeld moet worden. Welke lokale splinters passen het best in de tunnelafzwerende alliantie? Er zijn maar liefst drie of vier partijtjes nodig om stevig in het zadel te blijven. In het totaal bestaat de coalitie dan minstens uit zeven fracties. Er kan met veel wringen een college gevormd worden met vijf wethouders. Welke partijtjes zullen buiten het college blijven en tegen welke prijs? Door de felheid van de gestreden strijd is het schier onmogelijk geworden zonder gezichtsverlies en kleerscheuren bij de volgende verkiezingen met partijen uit het andere kamp samen te werken in ons dierbare Klein Oekraïne. Oh, wat houd ik van de kiezers van Hoorn!
De kiezer heeft altijd gelijk, wordt door zelfs de meest ervaren politicus gemompeld. Ik zal dit niet gauw beamen. De kiezer is soms gek op spagaatsituaties, zou ik eerder denken. Wrange vreugde bij de vorige tunnelcoalitie is te verwachten bij de heisa die zal ontstaan, wanneer blijkt dat het afblazen van de plannen ettelijke miljoenen gaat kosten en in de mogelijkheid dat ook een nieuwe coalitie niet anders dan voor de tunnel kan gaan. Wanneer over vier jaar iedereen al gewend is aan de tunnel of aan het wachten bij de overweg zal men weten of deze coalitie de verkiezingen van maart 2018 overleeft. Ik wens de winnaars succes met hun overwinning. Voor mij blijft politiek veel leuker dan voetbal.
(terug)
Kersvers 29 maart 2014
De afgelopen week mocht ik 17 raadsleden zien uitwuiven en 17 kersverse gloednieuwe raadsleden zien verwelkomen. 17 nieuwe raadsleden. Onze raad bestaat uit 35 leden. Bijna de helft van de raad is nu vervangen. Als dat in een andere organisatie gebeurt, dan ligt daar steevast een vervelende oorzaak aan ten grondslag. De organisatie deugde niet, de resultaten waren bedroevend, er was een onwerkbare situatie, er speelde zich een oorlog af op de werkvloer. In die gevallen is vervanging bedoeld om de kwaliteit op te vijzelen.
Kwaliteit kun je verwachten bij mensen met een hoop relevante ervaring, die bovendien ergens in de hogere echelons zijn opgevallen. Wanneer men lukraak nieuwe krachten aanneemt, omdat ze een mooi verhaal kunnen vertellen dan zal de noodzakelijke verandering in het bedrijf slechts moeizaam of helemaal niet plaatsvinden.
In de politiek spelen andere factoren een rol. Talent om te besturen hoeft niet noodzakelijk aangetoond te worden. Talent om te kunnen meelopen in de partijdiscipline is een stuk belangrijker. Talent om door te blijven praten en antwoorden te geven op vragen die nog niet gesteld zijn is zelfs onontbeerlijk. Een politicus moet kunnen praten als een standwerker op Lappendag. Maar slechts weinig raadsleden kunnen een diploma gemeenteraadslid tonen, laat staan een cijferlijstje.
Ik heb de zeventien oude raadsleden zien weggaan na zeer lovende woorden van de burgemeester. Hij heeft daar een niet te overtreffen talent voor. Ik zag de opgetogen meeknikkende hoofden van de raadsleden tijdens de lofuitingen en de schrik sloeg mij om het hart. De 17 afzwaaiende raadsleden zorgen dus voor een catastrofale aderlating. Hoe kun je nog geloven in een stadsbestuur die deze enorme talenten in de komende jaren moet ontberen?
Er zijn 17 nieuwe raadsleden teruggekomen. Ik ken er maar weinig van. Wat hebben ze voorheen gedaan om erop te kunnen vertrouwen dat alles binnen de kortste keren zal goed komen met de bestuurlijke staat van de stad? De SP heeft een compleet nieuwe fractie naar de raadsstoelen gestuurd. Nou kan dat met die partij wel goed komen, want ware leden van de SP zijn de Jehovagetuigen onder de politici. Zij kennen de in steen gebeitelde idealen waar deze partij al jaren mee leurt. Wie je ook aanstelt, de spreuken uit hetzelfde sociale evangelie zit in alle hoofden. Wat
moet het voor psychologen toch erg interessant zijn om te zien hoe zij zich zullen aanpassen wanneer hun fractie een coalitiefractie wordt.
Een coalitie vormen na de afgelopen strijd om de stemmen is niet eenvoudig. Voor deze verkiezingen hebben 13 partijen zich uitermate nadrukkelijk uitgesproken voor of tegen de tunnelplannen. Dat partijen uit beide kampen op velerlei gebieden samen uitstekend een werkbare coalitie kunnen vormen is een gegeven. Nu is die samenwerking ontstellend moeilijk geworden. Of je spreekt af de tunnelplannen af te maken, of juist af te blazen, of in een stevige grote ijskast op te bergen tot het moment dat het mogelijk wordt zonder gezichtsverlies een andere tunnelvisie te hebben en zonder oudjes en gebrekkige stadgenoten in een rechtsgeaarde kou te zetten.
Elke partij die zich in de tunneloorlog in een van de twee loopgraven heeft ingegraven zal kunnen rekenen op een spervuur aan scheldkanonnades wanneer de koers omwille van een bestuurbare stad op de echt belangrijke zaken wordt gewijzigd. Compromissen de ene of de andere kant uit worden gezien als het breken van de verkiezingsbeloften. Laten we maar aannemen dat zo’n knieval slechts kan worden gemaakt door een partij die gewend is aan het feit dat men in coalitiebesprekingen veren zal moeten laten. Maar de partijen die bestuurlijke verantwoordelijkheid hoog in het vaandel hebben en daarom in de verkiezingsstrijd zetels zijn kwijtgeraakt zullen nu niet staan te springen om als de kop van Jut te fungeren.
Haagse coalitiegevechten kunnen soms maanden duren. Hoe zal dat zijn in Hoorn? We hebben nu een aangenaam warm lenteweer. Is dat een voorbode voor een hete zomer? De gladiatoren staan nu in de arena en lopen op kansen loerend om elkaar heen met net, drietand en zwaard. Wij zitten op de tribune en wachten het verloop van het gevecht af. De tijd is voorbij dat we naar de Tribuun kijken om te zien of de duim omhoog of omlaag gaat. Wij in Hoorn zijn dankzij onze gevorderde beschaving allemaal zelf een tribuun en de vechters loeren af en toe met zorgelijke blik naar de tribune. Gaan de duimen omhoog of omlaag? Over vier jaar zullen wij weer beslissen wie er in de arena mogen staan om de klappen op te vangen. Waar komen in ’s hemelsnaam die 17 nieuwe masochisten vandaan?
(terug)
Landelijke stadspolitiek 5 april 2014
Lokaal gaat winnen, werd ons door nagenoeg alle media met grote overtuigingskracht voor gehouden. Landelijk is uit, niet van ons en niet voor ons, marionetten van Den Haag, clubjes van carrièrejagers. Landelijk is jakkiebah. In Hoorn slaagden alle partijen er in te focussen op verkiezingsitems die ontzettend lokaal waren. De landelijk verbonden fracties haalden verrassend genoeg de meerderheid. Hoe ga je dan verder?
Judith de Jong, de immer enthousiaste politica van de PvdA, ging voortvarend van start. Sinds een paar jaar weten we van de PvdA dat ze coalitiebesprekingen op verrassende wijze durft vorm te geven. Hoe moest de tunnelcontroverse zonder kleerscheuren worden aangepakt? Welke combinatie van partijen men ook kon bedenken, de tegenstellingen over de aanpak van de bereikbaarheid van ons historisch erfgoed en commerciële paradijsje-in-ontwikkeling zouden blijven leiden tot wegstemmen van de tunnelplannen. Deze wend-of-keerfilosofie was helder voor D66 en CDA en bracht hen tot het inzicht dat dit deel van de verkiezingsbeloften prijsgegeven moest worden. Behalve deze 5,6 miljoen kostende misser valt er namelijk nog heel wat meer te besturen in de stad. Pap die belangrijk genoeg is om daar een vinger in te houden.
PvdA, SP, GroenLinks, D66 en CDA bleven over na het uitsluitingsritueel. Volgens geruchten zong bijna-ex-CDA-wethouder van verstrooiingszaken en misschien nieuwe CDA-wethouder van ietsbelangrijker-zaken Michiel Pijl zachtjes een half vergeten kinderwijsje. Vinger in de pap, wie er meedoet / voor wel vier jaar / als een baasje / van een pannetje met pap / hoezee! / en VVD doet niet meer mee!
De VVD vormt met tunnelpartner VOC Hoorn een knarsetanderskoor. De Hoornse onafhankelijken en de Hoornse senioren ontdekten vlak na de verkiezingen dat ze eigenlijk wel als één partij kunnen worden gezien. Mooi voorbeeld van sprintend inzicht. Voor het eerst in tijden ben ik geneigd in te zien dat de kreet ‘de kiezer heeft altijd gelijk’ waarheid kan bevatten. Ik heb de kandidatenlijst van beide lokale splinterpartijen nagezocht op de sterke wethouderskandidaat die zij in beweren achter de hand te hebben. Mijn conclusie is dat ik toch maar weinig mensen in Hoorn ken!
In sommige takken van sport geldt het gezegde ‘meedoen is belangrijker dan winnen’. Fractieplakster Judith de Jong laat dit los. Wie zetels heeft behouden is geen verliezer en dus ook winnaar. De SP is de grootste winnaar en misschien ligt daarin een probleem voor de toekomst. Deze partij ging
doorgaans niet voor optimale haalbaarheid van wensen en beschikte niet altijd over een lijstje van weg te geven pijnpunten ten behoeve van een collegeprogramma. Ik kan de verrichtingen in een coalitie van deze partij nauwelijks afwachten!
Wie krijgt over vier jaar het etiket van verrader van de verkiezingsbeloften in posterformaat opgeplakt? Mijn voorstel zou zijn om als eerste agendapunt op de raadsagenda het tunnelplan in stemming te brengen. CDA en D66 kunnen dan in de schijnwerpers van harte tegenstemmen en voorts met onbezoedeld blazoen tunnelvrij verder besturen. De oppositie wordt onder bezielende leiding van de landelijk VVD gevoerd door alle lokale fracties, behalve Fractie Tonnaer, die uitstekend op eigen houtje oppositie kan voeren. Hij geeft al schoten voor de boeg, wanneer het schip nog in de haven ligt.
Er is al voor 5,6 miljoen uitgegeven aan voorwerk voor de tunnel. De oude politieke vos Roger Tonnaer probeert de komende coalitie de schuld van dit financiële verlies in de schoenen te schuiven. Wegpoetsend dat ook hij uit alle macht deze plannen wilde tegenhouden. Dit financiële debacle is door Roger en natuurlijk ook VVD-kopman Ronald Louwman met enorm enthousiasme en met bijna beangstigende voortvarendheid door de oude raad gesleept. Dankzij twee a-politieke vogelpaartjes is zelfs nog grotere schade verhinderd. De nieuwe coalitie mag best even luttele minuten besteden aan de gedachte een monumentje neer te zetten voor deze gevleugelde liefhebbertjes van een fleurig Hoorn. *
Lokale politiek zal in Hoorn de komende jaren worden bedreven door landelijke partijen. Dat is geen garantie dat in de komende jaren louter goed beleid zal worden gevoerd. Eén ding wil ik toch wel van hen vragen: Is het mogelijk dat jullie ervoor zorgen dat stadsbezoekers via de witte vloot voortaan net zo hartelijk worden ontvangen als deze week door burgemeester Onno van Veldhuizen? Dan noemen we onze haven in de toekomst gewoon Poort van Hoorn. (terug)
* Om de bouwplannen wat voortvarender aan te kunnen pakken na de verkiezingen was het voorstel van de toenmalige coalitie om bomen langs de Weel alvast te kappen. Doordat twee vogelpaartjes zich reeds nestelden, kon dat plan niet doorgaan.
Oorlogstaal 12 april 2014
Oorlogstaal begint subtiel. Moet ook, anders landen de strijdkreten niet goed. In de eerste fase om tot oorlogsstemming te komen zaai je verontrusting. Er ontstaat een beeld van een vijand, die ons aller welzijn, rust en toekomstverwachtingen dreigt te verstoren. Ze komen aan onze spullen, onze veiligheid komt in gedrang, onze vrijheid om te zijn en te zeggen hoe en wat we willen gaat teloor, tenzij… En dan komen voorbeelden van de vuige daden van de vijand. Eerst wanneer het vijandbeeld compleet is en wijdverspreid wordt gedeeld en gevoeld, is het tijd voor actie. Gelukkig zijn er in die gevallen altijd vechtlustigen die namens jou en het liefst nog samen met jou, de vijand te lijf gaan.
Oorloghitsers willen ze niet worden genoemd. Wie zichzelf benoemt tot oorlogshitser en dat overal roeptoetert zal minder effect oogsten dan wanneer iemand van onbesproken gedrag, beschaafd gekleed en met een serieuze zorgelijk-over-jouw-welzijnsgezichtsuitdrukking, jou confronteert met een het-kan-gewoon-niet-anders-situatie en die het stadium van lijdzaam afwachten als een gepasseerd station afschildert. We moeten nu in actie komen voordat alles door die vijand naar de ratsmodee is geholpen.
Heel subtiel zie ik in het Nederlandse politieke leven en zelfs in onze Hoornse politiek tekenen van subtiel en zelfs minder subtiel plannen van strijdbaar optreden. Ik benoem voor het gemak twee oorlogsdoelen en de bijbehorende partijen. Allemaal terug te lezen in de kranten en nieuwsmedia van de afgelopen week. Je kunt mij op mijn woord vertrouwen, want ik ben bovenpolitiek actief en door geen enkele politieke richting ingepalmd om aan een oorloghitsige actie mee te doen.
De zorg. De zorg verkeert in een hachelijke positie. Het Rijk beweert nu, genoodzaakt tot financieel hakken in het zorgbudget, dat gemeenten de zorgtaken veel beter en efficiënter en dus goedkoper kunnen regelen. Klinkt als compliment, maar is een eerste aanzet tot oorloghitsen. De VVD in het kabinet ziet met lede ogen aan dat in Nederland zo ontzettend veel geld gaat naar mensen die nooit meer zelf een cent gaan binnenbrengen. Dat zegt de VVD niet met zoveel woorden. De VVD kent daar een subtiele uitdrukking voor. Alle mensen die echt zorg nodig hebben, krijgen die zorg ook. Niks aan de hand? Het venijn zit in het stukje ‘echt nodig’. De volgende stap bestaat uit het hanteren van duidelijkere en strakkere normen om te zien wie de echte zorgbehoevenden zijn. Iedereen die zelfstandig naar het toilet kan gaan en daar op acceptabele wijze grote of kleine boodschappen bezorgt, is duidelijk minder zorgbehoevend dan wij denken. Wie zonder professionele hulp vork, lepel en mes kan hanteren is nog lang niet zo afgeschreven als wij allemaal dachten.
Dit is voor het strijdgereed maken van veel Nederlanders nog niet genoeg. Duidelijk moet worden dat er zeer veel zorgbehoevenden zijn, die doen alsof en die dus frauderen. Die kosten het land honderden miljoenen. Het zijn, zeg maar, de Grieken in de zorg. Wij moeten moeizaam al die kosten ophoesten. Dankjewel VVD, om ons daarop attent te maken. Er komen smeuïge stukjes in de media om de fraude te illustreren. Dat schreeuwt om actie! Weg met die fraudeurs! Aanpakken die hap! Niet te kleinzielig doen, laat ze maar eens een tijdje creperen! Dat zal ze leren en kandidaat fraudeurs afschrikken! En worden die zogenaamde echte zorgbehoevenden eigenlijk niet iets te riant in de watten gelegd? Zelfs met de helft aan zorgaanbod zijn ze beter af dan lotgenoten in Afrika of India.
Het leuke is dat de andere kant op ook oorloghitsende activiteiten bestaan. Eén procent van de rijkste Nederlanders bezit 23 procent van de centen. De rijken worden rijker en dat gaat nog even door en nu komen we bij de partij die wij strijdlustig moeten aanpakken. Dat is de VVD. Halbe Zijlstra van de VVD heeft het voor elkaar gekregen dat van elke poging tot nivelleren voorlopig afstand is gedaan. Dat is gedaan in ruil voor het humaner behandelen van asielzoekers. Asielzoekers kosten alleen maar. Probeer te raden door welke partij dit argument gebruikt gaat worden in een nieuwe strijd tegen bedenk maar welke vijand.
Heeft dat met Hoorn te maken? Ja hoor. Er moet een nieuw college worden gevormd. Bijpassende coalitiepartijen hebben bijpassende doelstellingen. Doelstellingen die het waard zijn om voor te vechten. Allereerst door de coalitiepartijen. Om een meerderheid van Hoornse burgers gevechtsklaar te maken voor de strijd om dat voor elkaar te krijgen is een opzweepcampagne nodig. Er zal worden gevochten voor een goede zaak die voor ons allemaal van belang is. De oppositie voor de komende vier jaar zal waarschijnlijk worden afgeschilderd als vijand. Dat u dat alvast weet. Er gaat gestreden worden namens jullie, voor jullie en het liefste ook met jullie. Houd de strijd wel in de gaten. Er zal worden teruggevochten door de andere partijen. In jullie belang natuurlijk en het liefst ook met jullie, want de echte vijand is de coalitie.
Het wordt een prachtig spel. Wie een standpunt ondersteunt, welke kant ook op, is altijd zowel strijder voor een goede zaak als vijand. Heerlijk, waar vind je dit soort spellen nog verder? (terug)
Coalitie-exercitie 19 april 2014
Wat had ze hier lang naar uitgekeken. Dankbaar dacht ze aan de uitslag van de verkiezingen. Dat de PvdA hier in Hoorn niet de afranseling kreeg, die nagenoeg alle PvdA-fracties in het land wel hadden gekregen. En dan ook nog als de grootste fractie in de Hoornse raad overeind blijven. Wat een geweldige keuze was het geweest om op tijd de tunnelplannen af te zweren en in te zetten op de zaken die de partij veel meer aan het hart liggen.
De rol van leider van de coalitiebesprekingen past haar ook zo goed, bedacht ze. Ze was klaar voor weer een volgende onderhandelingsronde. Ze keek nog even op haar lijstjes met programmapunten die niet onderhandelbaar waren en die met wisselgeldzaken. Ze turfde de puntjes die in de onderhandelingen al waren binnengehaald. Haar overlegopponenten kwamen de fractiekamer binnen. ‘Ik wil het toch nog weer eens hebben over de zorgafspraken,’ begon Mathé. Hij wilde van wal steken, maar daar stak ze een stokje voor. Niemand moest denken dat hij zelf wel eens even de agenda kon bepalen. Met de grootst mogelijke vriendelijkheid die binnen haar pinnige karakter paste en met een zekere mate van toegevendheid zei ze: ‘Dank je dat je dit noemde, Mathé. We zullen daar vandaag zeker op terugkomen.’
De samenwerking met de SP viel haar tot haar eigen verbazing geweldig mee. Was er dan toch een mildere wind gaan waaien binnen de rode partij? Ze had zich sinds de uitslag van de verkiezingen gewapend tegen ultra-onhaalbare programma-eisen van deze partij. Ook de eisen van GroenLinks waren haar meegevallen. Toch voelde zij een zekere druk van de echte linkse fracties. Net of de PvdA een rechtse partij was. Gelukkig waren CDA en D66 nog iets rechtser, zodat de rode kleur van haar partij iets minder flets leek.
‘Hoi, Juud!’ groette Arthur. ‘En Mathé, Michiel, en Samir natuurlijk!’ De groet van Arthur was altijd hartelijk. Ook hij ervoer deze coalitiebesprekingen voor een deel als spel. Met Arthur kon het gelijk wat makkelijker diverse kanten op. De onderlinge sfeer was prima. Wat een bof dat met de positieve opstelling van deze partijen de lokalo’s buiten de deur gehouden konden worden. ‘We zullen ze laten zien wie er in Hoorn een echt lokaal gezicht kan hebben!’ had Michiel in het begin van de onderhandelingen stevig vastberaden geroepen.
Lief dat Michiel ook wil meedoen, dacht ze. We hebben nu een ruime meerderheid. ‘Dan kunnen we met een gerust hart eens een keertje ziek zijn!’ had iemand als grapje uitgeroepen. Ze wist niet meer zeker wie dat was.
De tunnel was van de baan. Om D66 en CDA toch binnen de boot te houden, waren er wat concessies nodig. Vaak juwelen van SP en GroenLinks. Die zouden ook van de PvdA moeten zijn. De zorg natuurlijk. Met een beetje interpretatieruimte stond in alle verkiezingsprogramma’s hetzelfde over zorg. Samir had bovendien de groene idealen. Alleen een beetje te omvangrijk, vreesde ze.
‘Zijn onze plannetjes al uitgerekend?’ vroeg Samir. Dat waren ze. Lastig dat berekeningen van de kosten altijd nadelig uitvallen. Hoe hoger de kosten van de niet onderhandelbare plannen, des te moeilijker was het compenseren ervan. Eén ding moesten Michiel en Arthur niet vergeten: de tunneltroefkaart is al uitgespeeld. ‘Geen cent meer belastingdruk!’ had Michiel ferm uitgeroepen. Dat was Arthur het met hem eens, als het maar niet zijn stadsstrand zou kosten. ‘Niet uitbreiden, maar inbreiden!’ zei Samir bij een van de eerste gelegenheden. Leuk dat juist Samir met deze kreet kwam. Een dag lang had ze gedacht dat hij die term zelf had bedacht, maar het was te googlen. De in te breiden zaken leken nog betaalbaar te zijn ook.
Mathé was al vroeg met het voorstel gekomen voor de moeilijker te betalen gemeentelijke zorgtaken 20% van hun aller salaris in te leveren. Daar had Arthur voor de website van D66 meteen een Stelling van Helling over geplaatst. ‘Raadswerk is voor ons eveneens een roeping. Maar we willen in de raad ook mensen hebben die niet gewend zijn aan een leven met een minimale uitkering,’ klonk zijn antwoord net iets te scherp. ‘Zijn die slimmer dan?’ vroeg Mathé. Gelukkig heeft Arthur die vraag onbeantwoord gelaten. Ze moest er niet aan denken dat een van de partijen voor de komende coalitie zou opstappen. Dan moest ze in zee met de vreemde combinatie van HSP en HOP. Ze moest er niet aan denken met wie ze dan als wethouder zouden komen. Huh! Van sommige gedachten kreeg je koude rillingen. Eén ding was duidelijk: haar PvdA zou weer volop meedoen en daar kreeg ze een oprecht warm gevoel bij.
(terug)
Discovery: struggle for coalition 26 april 2014 Reeds op de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen wist Judith de Jong, de lijsttrekster van de PvdA, dat het haar taak zou worden de volgende dag reeds een start te maken met de coalitiebesprekingen. De uitslagen kenden een verrassende wending. Met gelijkblijvende fractiebezetting evengoed de grootste fractie te worden vroeg om een uiterst nauwkeurige analyse van wat haalbaar kon zijn. In de vooravond van de verkiezingen konden de tegenstellingen nauwelijks groter zijn. Het vormen van een coalitie, die het de volle vier jaar zou moeten uithouden met elkaar en die in en voor de stad grootse zaken tot stand moest brengen, was een verantwoordelijkheid die voor menig politicus een veel te zware last zou blijken.
Zou Judith, hoewel gepokt en gemazeld in het politieke strijdperk in Hoorn en in de Flevopolders, in staat zijn uit de nooit eerder zo versnipperde raad een door de meerderheid gesteund College te vormen? Judith besefte dat ze de komende weken op eieren zou lopen. Met elke fractievoorzitter had ze een startgesprek, waaruit in grote lijnen duidelijk zou moeten worden of daar goed garen mee te spinnen was. Wie van de partijen zou voldoende spinproof zijn voor het te weven kleed?
Met inzet van alle ervaring, doorzettingsvermogen, mensenkennis en bestuursgevoel zou het Judith, in ieder geval op papier, goed moeten lukken, ondanks de risico’s die het politieke strijdperk karakteriseren. Een van de schier onneembare hobbels was het op één lijn kunnen komen met de partijen waarmee om het hardst was gestreden om de te veroveren zetels.
Al heel snel werd het Judith duidelijk dat een coalitie met VVD en VOCHoorn niet kon worden dooronderhandeld, omdat de verschillen in de verkiezingsstrijd te fel waren uitgelicht. Judith wees de mogelijkheid af met een of meer lokale splinterfracties door te gaan. De sterkte van hun gevoel van teleurstelling was omgekeerd evenredig met haar gevoel van triomf.
De gesprekken met CDA-voorvechter Michiel Pijl en diens strijdmakker Arthur Helling van D66 leken vruchtbaar, maar hoeveel moest zij opgeven van haar verkiezingsbeloften om een coalitieprogramma zonder tunnelplannen te kunnen compenseren? Altijd ligt het gevaar van overcompensatie op de loer. Daarnaast was er de dreiging van het overcompenseren op de sociale actiepunten van de SP. En hoeveel verschillen haar groene wensen met die van GroenLinks?
De gesprekken waren taai, maar godlof steeds meer gericht op de belangen van de stad dan van de partij. Na een week stevig onderhandelen met de vier andere partijen werden de eerste contouren zichtbaar, alleen niet voor de razend nieuwsgierige pers. Desgevraagd kon zij verwijzen naar het mooie gezegde over broedende kippen.
De tweede week van overleggen brak aan. Er waren zaken die eerst uitgerekend moesten worden door een onafhankelijk en degelijk instituut. Met toenemende spanning werd naar de uitslag daarvan uitgekeken. Zou alle moeite nu vergeefs zijn geweest? Judith realiseerde zich dat de tijd begon te dringen. Bij het ingaan van de derde week waren nog niet alle hobbels genomen. Judith ontdekte dat overleg met coalitiepartners moeizamer was dan met de eigen fractiegenoten. Haar mogelijke coalitiegenoten hadden meer noten op hun zang dan ze had ingeschat. De onderhandelingen dreigden in een impasse te raken. In Hoorn betekent impasse niets minder dan het einde van het overleg.
In de nabijgelegen gemeenten werden de nieuwe samenstellingen van coalities en colleges in de publiciteit gebracht. Hier en daar werd daar openlijk nog strijd over geleverd. Judith wilde, niet ten koste van alles, maar toch van veel, vermijden dat zij met de beoogde coalitiepartijen rollend over straat zou gaan. Haar inspanningen om op een goede, zelfs voorbeeldige manier, te laten zien dat het ook anders kan, bereikten de grenzen van wat menselijkerwijze kon worden verwacht.
Dan was er nog een laatste grote hobbel te nemen. Wie levert waarvoor een wethouder? Vijf wethoudersposten zouden elke deelnemende coalitiepartij tevreden houden. Maar zijn er wel vijf nodig? Zeker nu zij het verhaal over het beter besteden van overheidsgeld uit de verkiezingsstrijd geloofwaardig moest houden. Zou zijzelf wethouder willen zijn? Van financiën natuurlijk, want dat is altijd de zwaarste post. Mathé of Nel van de SP bij sociale zaken? Zou ze dan de uitvoering van die plannen willen betalen? Zou Arthur van D66 over te halen zijn weer wethouder te worden? En kan Michiel van het CDA over belangrijker zaken gaan dan het strooizout? Zou de welbespraakte GroenLinkse Samir een te moeilijke coalitiegenoot blijken? Bloedstollend steeg de spanning.
De tijd begint nu wel erg te dringen. Hoe langer het duurt, des te meer resultaten zouden burgers mogen verwachten. Judith ziet de beren op de weg, de hoogte van de hobbels, de te slechten barrières. Zou ze deze vijfde week alsnog mislukken? Worden de onderhandelaars overvallen door het laatstehoopsyndroom? Stem volgende week weer af op uw zender Radio Hoorn om te vernemen hoe dit verkiezingsavontuur afloopt! (terug)
Er is een tijd van komen… 3 mei 2014
Ik heb niet al te lang geleden aan Roger Tonnaer gevraagd hoe lang hij al actief is als raadslid en wethouder. Op een of andere manier was ik daarvan zodanig onder de indruk, dat het juiste jaartal van het begin van zijn politieke carrière mij nu ontschoten is. Het was een jaartal ver terug in de vorige eeuw, waarvan ik me vaag herinner dat ik toen nog nauwelijks aan politiek toe was, als jongeling vrij van verantwoordelijkheden rondscheurde op een brommertje, een vaste slempavond in een stamkroeg had en zonder liefdevol sturende en corrigerende hand van de aanstaande mevrouw Grosthuizen mijn dagen vulde met noem maar wat. Ik had nog nauwelijks besef van wat ik op het moment van afscheid uit het leraarsambt als geestelijke bagage zou meetorsen. Veel oude handelingen en gedachten maakten plaats voor nieuwe inzichten. Ik stopte met het pedagogisch en didactisch bestaan op het punt dat het wel eens tijd werd, ondanks dat mijn doos met onderwijstruckjes recentelijk was gevuld met nog uitermate handige zaken, maar waar de onderwijswereld niet echt op zat te wachten. Ik zie na een traject van zelfbedachte therapieën in dat de onderwijswereld gerust verder kan zonder mijn inbreng. Gaat iets dergelijks ook op voor politici?
Roger Tonnaer is volgens eigen inzichten nog niet zover, dat hij het politieke handwerk uit handen geeft. Is de oude Roger te vergelijken met de huidige Roger? Jawel. Eigenlijk nog veel te goed. Een draufgänger die nog altijd met hetzelfde vuur en zwaard de stoeptegelproblematiek in onze gemeente onder de ogen van het immer falende college brengt. Niemand in de raad doet dit zo lang als Roger. En zo lang met dezelfde methodiek. Het aangeprezen model van dualisme in de raadspolitiek leek hem niet te interesseren. Met dualisme krijg je de stoeptegels niet recht gelegd.
Op dit moment is Roger de onverminderd energieke motor achter de discussie over het al uitgegeven of geplande geld voor de Poort van Hoorn. Openheid, transparantie, de kleine lettertjes moeten de goegemeente inzicht geven in de financiële ramp die ons te wachten staat, nu de Poortplannen worden afgeblazen of gewijzigd. Die plannen zullen niet allemaal in de ijskast kunnen worden bewaard. Wat reeds de uiterste houdbaarheidsdatum voorbij is zal als een onwelriekend gerecht bij inname zwaar op de maag liggen. Roger wil dat duidelijk hebben en met hem bijna alle teleurgestelde Hoornse politici die elke poging tot dwarsbomen van de nieuwe coalitie met enige gretigheid zullen ondersteunen. Dat alles onder het motto: wij mogen geen wethouder leveren, dan zul je dat weten ook! Roger zal de komende vier jaar aangrijpen om als kleine fractie toch de leiding te hebben in het voeren van oppositie, want daartoe is deze op bijna alle fronten gepokt en gemazelde politicus meer in staat dan wie ook. Dat zegt hij trouwens zelf ook.
Moet een politicus na een aantal raadsperiodes afscheid nemen? In de meeste partijen, ook in Hoorn gebeurt dat. Of bij een vierjarig wisselmoment, of ruziënd met het oprichten van een eigen fractie. Wanneer die fractie je eigen naam voert, dan kun je niet eerder terugtreden dan wanneer de stemmende goegemeente je geen stem meer waardig acht of wanneer je politiek of in het echt overlijdt.
Onze VOCH-wethouder van een aantal over te dragen zaken Aart Ruppert liet zich fotograferen met een pistool op zijn hoofd gericht. Een startpistool weliswaar, maar het leek symbolisch. In sporttenue net doen of je een politieke dood tegemoet gaat. Hij had het pistool zelf in de hand. Politieke zelfmoord? Ziet Aart zich niet functioneren in de gemeenteraad? Ach, hij lachte er uiterst geamuseerd bij. Soms meen je vooraf iets te zien aankomen en meestal zoek je achteraf naar de signalen waarmee gebeurtenissen als aankondiging geduid konden worden. Aart en Roger zullen misschien met elkaar strijden om de leiding van de oppositie. Wellicht een vruchteloze strijd. En hoe langer de coalitieonderhandelingen gaan duren, des te hechter zullen raadszaken zijn vast getimmerd. En hoe meer de huidige oppositiepartijen gezamenlijk gaan optrekken, des te duidelijk wordt het dat lokale partijen niets van elkaar verschillen.
In de loop van deze maand, of anders wel in de volgende, worden de rücksichtlos om het leven gebrachte en door moeizaam overleg verminkte compromissen aan den volke getoond. Met een enthousiasme dat enkel kan worden verklaard uit masochistische trekken van de uitvoerende politici. Dualisme zal wederom een kreet zijn uit een ver verleden, toen nog werd nagedacht over ideale manieren om gemeentepolitiek te uit te voeren.
Roger zal dit keer de komende termijn vast wel helemaal uitzitten en de vroede collega’s confronteren met hun ergerlijke falen. Ik beloof dat ik er ook op zal blijven toe zien. Ik ga pas weg, ver nadat Roger de politiek opgeeft. Dat beloof ik, al moet ik er 100 jaar voor worden. (terug)
Grüss aus Grindelwald 10 mei 2014 Van een afstandje zie je het beter. Vanaf ons terras zien wij de Eiger Nordwand in volle glorie. Vanaf het stationnetje bij de Kleine Scheidegg zijn ook nog de Mönch en de Jungfrau goed te zien. Wanneer we vanuit de hoogte neerkijken op het dal zien we de groepen huizen en boerderijen waarvan de dorpsnamen op te zoeken zijn. We komen daar graag voor het uitzicht en nemen bij elk bezoek foto’s, films, folders en nog niet weggegooide kassabonnen van de Migros mee.
Vanuit het appartement aan de Dorfstrasse in Grindelwald leek opeens het uitzicht tot inzicht te leiden. Nou ja, voor echte inzichten moet je natuurlijk niet bij mij zijn. Noem het een vorm van preinzicht. De rust van het terras voerde tot vragen die opwelden en die met een beetje fantasie kunnen worden opgevat als analyseren. Waarom is Grindelwald zo ontzettend in trek bij toeristen uit alle windstreken? In Zwitserland en misschien in het bijzonder in Grindelwald zagen wij toeristen uit Japan, misschien wel uit China en zeker uit India rondzwerven. De Japanners steeds vaker dan vroeger niet in groepen. Zij hoeven geen Frans, Duits of Engels te spreken om toch de toeristische boodschappen te doen. In alle winkels is naast Duits en Engels ook de Japanse taal gebruikt om te vertellen dat een Zwitsers mes een Zwitsers mes is. Ook de sightseeingfolders vermelden een Japanse tekst. Dit jaar ontwaarden wij zelfs een tweede tekst in Aziatische karakters. Hier en daar zien we al jaren Japans personeel in de winkels rondlopen.
Waarom gaan al die Aziatische toeristen juist naar Zwitserland en naar Grindelwald? Misschien herkennen mevrouw Grosthuizen en ik deze reisdoeldrang. Waarom gaan wij graag naar Zwitserland en speciaal naar Grindelwald? Waarom gaan al die toeristen niet naar Nederland en speciaal naar Hoorn? Misschien moet ik het antwoord over deze drang zoeken in de vraag: waarom wonen mevrouw Grosthuizen en ik zo graag in Hoorn?
Ik vrees dat in Hoorn de belangstelling voor de mogelijkheden van het inspelen op de reislust van reizigers uit groeiende economieën nog onvoldoende gezocht en gezien worden. Met de nodige schrik om het hart vraag ik mij hier in Grindelwald af of de noodzaak om de stroom toeristen om te buigen naar Hoorn wel voldoende gevoeld wordt. Ja, er zijn wat initiatieven hier en daar, maar is dat genoeg? Waarom zie ik in Hoorn niet een ononderbroken stroom Japanners die nota bene in eigen land Hoornse bouwwerken en standbeelden kunnen bewonderen en de sluimerende vraag zouden kunnen voelen om dit en nog meer van dit fraaie beelden te gaan zien in de plaats waar dit in het echt ook te bewonderen staat?
Zou dit punt in de moeizame en tijdrovende coaltiebesprekingen een plek hebben? Zijn er in Hoorn ambtenaren en hen aansturende politici die zich dagelijks van vroeg tot laat inspannen om belemmerende regelgeving om te buigen naar stimulans voor initiatieven? Zijn er in Hoorn mensen die een Aziatische taal machtig zijn er die groepen kunnen begeleiden op een magische ontdekkingstocht door onze fraaie binnenstad en havengebied? Weten we al wat toeristen graag willen beleven? Hebben wij in Hoorn eigenlijk al veel te veel onze VOC-erfenis verwaarloosd? Zijn er in Hoorn genoeg mensen die op dit gebied vragen stellen buiten de kroeg om?
Gaat dit onderwerp besproken worden in de coalitiebesprekingen en is dit een wisselgeldonderwerp, waardoor kroonjuweeltjes van een coalitiegenoot jammer maar helaas maar niet wordt ingeruild voor onderdelen van de zorgproblematiek, de restantjes tunnelvisie of besteding van parkeergeld? Ik zit op prachtige afstand van Hoorn vergezichten in ruimte en tijd tot mij te nemen. Ik mijmer terwijl ik groepen globetrotters zie langstrekken. Misschien is het een goed idee de coalitieonderhandelaars even deze kant op te sturen. Wie weet wat zij zullen zien en inzien, terwijl de Zwitserse lokalo’s ze hartelijk begroeten met het oer-Zwitserse: Grüszich mit einand! (terug)
Met blijdschap geven wij kennis 17 mei 2014
’t Is geboren, de nieuwe coalitie! Komt burgers, blaast op uw feestschalmeien! Strijkt de vedels en roert de trom! Komt allen tegader en verheugt u over de boreling en vult alle ruimtes met jubelkreten! Judith de Jong, de mater omnipotente van dit project, heeft alle moeilijkheden en onmogelijkheden van de afgelopen weken overwonnen. Na de bevalling van bijna twee maanden kunnen de roze, rode en groene muisjes op de beschuiten gestrooid worden, de royaal gevulde glazen worden geheven en geklonken en een grote gefiguurzaagde ooievaar op de gevel van het stadhuis bevestigd worden.
Ik raad u aan: lees het collegeprogramma. Op de tunnel na zijn alle grote wensen van alle coalitiegenoten hoofdstuksgewijs terechtgekomen in het akkoord. Wie dit naast de verkiezingsprogramma’s zet, zal zien dat geen enkele achterban van de coalitiepartijen buikpijn hoeft te hebben. Je vraagt je af waarom dit programma zoveel tijd heeft moeten kosten. Waren het de kleine lettertjes die men er stiekem in wilde moffelen? Was het de benodigde tijd om elkanders vertrouwen te winnen? Was het de drang naar het dichttimmeren van akkoorden, zodat de eigen achterbannen die niet via de dualistische smoezen kunnen openbreken? Kwam het door de opgelopen trauma’s van Judith door vier jaar lijdzaam te moeten toezien hoe stenen voorrang kregen op mensen? Kwam het doordat de SP absolute garanties wilden hebben dat het collegeprogramma geen graad zou afwijken van de koers die zij willen varen?
Hoe het ook zij, het nieuwe college is er. De grote lijnen zijn bekend gemaakt en beslaan gemakkelijk twee A-viertjes. Misschien komt het door mijn onvermogen om alles kritisch te analyseren dat ik de gedachte kreeg dat alle oppositiepartijen zich zonder al te veel moeite moeten kunnen vinden in dit akkoord.
De keuze van de wethouders is elke vier jaar voor mij een spannende gebeurtenis. Wethouder zijn is moeilijker dan je denkt. Een heel hoog percentage wethouders in Nederland treedt, meestal niet op eigen wens, voortijdig af. Ze krijgen een hoop kritiek over zich heen. Tegenwoordig worden ze wel eens uitgescholden ook. Omdat de echte keuze vaak geschiedt aan het einde van het coalitieoverleg loop je het gevaar dat deze functie wordt bekleed door een enthousiast en gedreven persoon, die er niet voor doorgeleerd heeft. Hoeveel vertrouwen mogen we bij voorbaat hebben in het huidige college? Judith de Jong gaat al een tijdje mee in de Hoornse politiek, net als Michiel Pijl. Samir Bashara was slechts één periode raadslid, evenals Nel Douw. Je moet eerlijk toegeven dat zij allen
roerend hun best hebben gedaan. Is dat wel genoeg? Ik heb leren behangen door een aantal maal met mijn vader mee te gaan. Ik heb goed meegekeken, maar bij mij willen de hoekjes wel eens loslaten.
Eén ding staat wel vast: dit college wil een socialer gezicht tonen. Maar hoeveel is mogelijk met dit bezuinigingsdriftig kabinet? We hebben op dat onderwerp Nel Douw van de SP, de toegewijde moeder van de zorgbehoevenden. Hoelang zal het duren voordat zij hier in Hoorn wordt geconfronteerd met het JetteKlijnsmasyndroom? Bij kandidaat-wethouder van D66, Ben Tap, kreeg ik vreemd genoeg de indruk, dat hij wel op de goede plek is neergezet. De combinatie van zijn naam en de horecabusiness waarin hij thuis is, klinkt overtuigend. Michiel Pijl gaat hetzelfde doen als in de vorige periode, zodat hij het de komende vier jaar nog beter kan doen. En Samir leurt al zolang met zijn GroenLinkse wensen, dat hij echt wel weet wat hij aan groene en duurzame zaken kan veroveren. Voor ons aller bestwil.
Wie het collegeprogramma goed doorleest zou eigenlijk kunnen concluderen dat de oppositie is uitgespeeld. Dit programma willen wij toch allemaal? Wie nu nog commentaar weet te bedenken is gewoon een muggenzifter, een mierenneuker, een sneu raadslid. Jammer voor de partijen die niet mogen meedoen met Judith. Die mogen vier jaar lang voor spek en bonen meedoen. Dat is namelijk het effect van ‘De kracht van verbinding’. Daar is niets tegenop gewassen.
Maar dit programma is misschien wel het ergste wat een kritisch columnist kan overkomen. Politici die alleen maar de goede dingen willen doen. Waarom heb ik toch nog het gevoel, dat ik ook met dit college een aantal jaren vooruit kan? (terug)
Leve de oppositie of levende oppositie? 24 mei 2014
Afgelopen maandag werden op ontspannen wijze de vijf wethouders van het nieuwe college geïnstalleerd. De stap van beoogd wethouder naar geïnstalleerd wethouder ging via aanbevelingstoespraakjes, eigen motivering, stembriefjes, inzweren, een mooie bos bloemen en een pakkerd van de burgemeester voor de dames of ferme handdruk voor de heren. Fractievoorzitters van de coalitie mochten hun beoogde wethouders presenteren aan de hand van krijgstrofeeën. Door fractievoorzitters de roembazuin te laten klinken, komt beter tot zijn recht dan door eigen roem. Dick Bennis, fractievoorzitter van het CDA, vloog daarbij niet uit de bocht, ging niet kort door de bocht, omdat hij al klaar was voordat er een bocht in zicht kwam. Is dat een veeg teken? Alles bij elkaar een feestelijke gebeurtenis, waarbij familieleden driftig aan het fotograferen sloegen en met rijen van feliciterenden aan het einde van de ceremonie.
Geen enkele wanklank was te horen of het moest de voorgelezen uitspraak van de stemmingen zijn. Er waren 35 raadsleden aanwezig, die voor elke beoogde wethouder een stembriefje mochten invullen, door simpelweg de naam van de voorgedragene op te schrijven. Elke wethouder werd met een gemiddelde van 28 stemmen verwelkomd in het nieuwe college. Dat betekent dat er zeven raadsleden waren die niets of een andere naam hebben ingevuld. Wie deden dat? Ik heb helaas verzuimd om tijdens het invullen van de briefjes te kijken welk raadslid of welke fractie de stemming negatief probeerde te beïnvloeden. Ik had deze stemmingsuitslagen niet verwacht. De nee-stemmers moeten natuurlijk worden gezocht in de partijen die niet mogen meedoen in het college. Er zijn daarvoor twaalf kandidaten uit zes fracties. Bij wie zit het grootste chagrijn?
Op welke manier kun je dat achterhalen? Hoe kun je dat zien, wanneer je bij geen van de raadsleden het schuim op de mond ziet? Zat het grootste chagrijn bij de combinatie HOP/Hoornse Seniorenpartij? Zij stonden immers al klaar om zelfs een wethouder te leveren. Vrat de teleurstelling over tunnelechec nog aan het gemoed van ex-wethouder Ronald Louwman van de geplaagde VVD? Zag ex-wethouder Aart Ruppert van VOC Hoorn een kans om op geniepige wijze de formateur (of is het formateuze?) een loertje te draaien? Was het voor Symen van der Meer van Hoorns Belang een poging tot het maken van een statement?
Aanwijzingen voor het ontmaskeren van de verdachten van negatief stemgedrag vond je de dag erna tijdens het debat over de collegeplannen. Robert Vinkenborg noemde de aanpassing van de verkiezingsprogramma’s van D66 en CDA ronduit kiezersbedrog, waardoor het vertrouwen in de
politici voor de komende eeuwen volledig weggevaagd wordt. Roger Tonnaer van Roger Tonnaer zat op dezelfde lijn. Aart Ruppert vond dat ook, maar voegde daar nog een heel zure opmerking bij. ‘Het coalitiebeleid is potverteren en vlees noch vis’. Ronald Louwman en Symen van der Meer formuleerden dezelfde uitspraak iets geciviliseerder.
Het krantenartikel noemde het debat van afgelopen dinsdag: ‘Oppositie vol in de aanval’. Eigenlijk moet je concluderen dat de reacties van de oppositiepartijen erg voorspelbaar waren en afgaande op wat de krant haalde, weinig inhoudelijk. De echte oppositie mag in de komende vier jaar best nog wat duidelijker gestalte krijgen. Nu kan ik slechts constateren dat men het collegeprogramma nog niet nauwkeurig gespeld heeft, of dat men er geen controversiële zaken in kon ontdekken. Ronald Louwman toonde wel zijn onopgesmukte VVD-gezicht door zich bij het onderwerp zorgkosten ernstig zorgen te maken. Niet over de vraag of de zorgbehoevenden wel allemaal de juiste zorg kunnen krijgen, maar of de zorg niet te duur zou worden. Kom op, oppositie! Laat niet door slappe kreten zien dat je terecht niet in een coalitie zit! Vuurwerk graag! Alleen maar een gezicht trekken alsof Hoorn al afgeschreven kan worden, is niet genoeg.. Kom met argumenten! Hoorn moet op de kaart gezet worden. Niet alleen op de weerkaart van de NOS, wanneer het te verwachten weer voor het midden van het land wordt genoemd.
De komende vier jaar zal Hoorn feest vieren of ernstig lijden onder de aanpak van dit college. Van de oppositie verwacht ik tegenspel. Vergeet oud zeer! Nieuw zeer willen we hebben! Steek de koppen bij elkaar. Veeg alle lokale ambities op één hoop. Verdeel de onderwerpen en taken alsof je een fractie van twaalf raadsleden bent. Pas dan krijgen we een uitgebalanceerde gemeenteraad, waarin agendapunten de behandeling krijgen die ze verdienen. Dan pas krijg je na het feest van installeren ook het feest van de echte democratie! En ja, ik zeg dit vooral uit eigen belang. (terug)
Gesjochte 31 mei 2014 Als burgemeester met de beste bedoelingen kun je behoorlijk gesjochte zijn. Het is nooit goed. Nou ligt het voor de hand dat wanneer een burgemeester een coffeeshop laat openen er wenkbrauwen worden gerezen. Voor een buurman van zo’n discutabele neringdoende is een rechtsgang om het allemaal terug te draaien naar een ethisch beter geaccepteerd verleden bij voorbaat kansrijk.
Nederlands beleid op gebied van speciale genotsmiddelen is halfbakken. Misschien omdat we deel uitmaken van Europa waar we niet willen opvallen door afwijkende meningen. De exportbedreigende uitlatingen van een atonale peroxidekoppige Mozart uit Limburg krijgt meer ruimte dan pogingen softdrugs buiten de criminele sfeer te krijgen. De Haagse opperburgemeester Dikkerdak lijkt doof te zijn voor hulpkreten en/of wijze woorden van de onderburgemeesters in het land.
In Hoorn leek onze burgemeester de scheefgezakte verhoudingen voor het oog keurig rechtgetrokken te hebben. Niet volgens de buurman van de nieuwe keurige en onverdachte wietnegotie. Dichtgooien die hap en de burgemeester dient dat zelf te doen! Daar sta je dan met je goedgedachte gedrag. Nu maar hopen dat onze burgemeester stevig in zijn schoenen kan staan. Ik heb daar alleen vermoedens van. Ik kijk eerlijk gezegd nooit naar zijn schoeisel, maar naar zijn gezicht. Je kunt onmogelijk beweren dat zijn gezicht getekend is door zware zorgen. Ik zie hem vaker olijk kijken dan zorgelijk. Misschien is dat een goed teken, hoewel er ook opvattingen bestaan dat men aan iemands uitstraling kan aanvoelen of de persoon wel serieus genoeg bezig is. Overigens heeft onze burgemeester een langere lachtraditie dan onze minister-president.
Vanuit Den Haag komen genoeg zaken aan, waarbij niet alleen een burgemeester, maar ook wethouders en raadsleden zich kale plekken krabbelen achter de oren. De nieuwe wet Markt en Overheid laat weinig ruimte voor gemeenten om accommodaties, goederen en diensten voor een appel en een ei te gunnen aan organisaties die zich het schompes werken om voor burgers een kleurrijke invulling te verzorgen op hun grauwe bestaan. Dat noemen ze in Den Haag vermindering van de regeltjes. Je mag straks alles zelf regelen, maar het moet wel op een Haagse welgevallige wijze. Dat is ongeveer hetzelfde als wanneer je tegen je zoon of dochter zegt. Papa geeft je iets minder zakgeld. Je mag er zelf mee doen wat je wilt, als je er maar niet iets nuttigs voor koopt. We zitten met een deels nieuwe bezetting van een gemeenteraad. Allemaal mensen die mooie ideeën hebben om het leven in Hoorn tot een feestje te maken voor elke burger of toerist. Die nu
ervaren dat het raadswerk spitten is met je goeie arm op de rug gebonden. Probeer dan maar uit te leggen dat dit iets anders is dan verkiezingsbeloften niet waarmaken. Och, hoe simpel lijkt raadswerk, wanneer je aan de zijlijn staat. Het is als met televisiequizzen. Thuis bak je er meer van dan wanneer je in de studio zou zitten met twintig lampen op je gericht.
Oplossingen lijken soms zo simpel. Het is dat ik mijn verstandelijke beperkingen ken, anders zou ik met het plan komen om wiet te legaliseren, en dit voor de huidige prijzen te laten verkopen in de pompstations in de grensstreek. Of in een proeflokaal wietroken in ons havengebied. Een absolute must voor alle buitenlandse toeristen, die thuis naast de vakantiefoto’s en –filmpjes mooie verhalen kunnen vertellen over de prachtige film- en fotogenieke oude stad met – en dit moet heel zachtjes achter de hand worden gefluisterd – een drugslokaal waar ze hun jointje in een veilige omgeving hebben kunnen genieten. Uit een ouderwetse lange kleipijp. Waarom niet? Zij hoefden niet aan het roer te staan van een prachtige van alle gemakken voorziene luxe salonboot. Dat garandeert voor het volgende seizoen uit die omgeving nieuwe bezoekers. Moet je nagaan, wanneer we in ons havengebied ook een red lightstraatje hebben of een café met paal- en lapdanseressen. Alles mogelijk geworden door een burgemeester die met andere stadsbestuurders deze inkomstenrijke voorzieningen hebben gedoogd. Hoorn en pijpen, moet je zien hoeveel mooie zaken we dan voor de burgers overeind kunnen houden!
Een op het geestelijke en morele gemoed van burgers gerichte rol van een burgemeester zou men slechts rond kerkelijke feestdagen en aan het begin van het jaar mogen eisen. Voor de rest van het jaar is hij bezig met het in stand houden van alle andere aspecten die nodig zijn voor een stad. Met uit de geschiedenis stammende nuttige uitgangspunten: Erst kommt das Fressen, dann kommt die Moral! Hoeveel oude en nieuwe raadsleden van Hoorn zouden over te halen zijn voor dit devies? Moeten we bang of blij zijn, dat een aantal politici dat allang als focus heeft? (terug)
Dromen en drijfveren 7 juni 2014 Je gaat de politiek in om dromen waar te maken. Je moet daartoe beschikken over een enorme drijfveer en zeer zeker wanneer het lokale politiek betreft. Je zit daar niet voor de eigen glorie, tenzij je erg gevoelig bent voor complimentjes uit eigen gelederen, zoals partij, buurt en familie. Je dient deze schone dienende taak met open ogen en oren te vervullen. Houd je een beetje gedeisd wanneer je een beginneling bent. Leer eerst maar eens hoe de hazen lopen, hoezeer politieke tactiek afwijkt van tactieken in allerlei gezelschapsspelletjes en groepssporten. Wie altijd verliest met monopoly, mens-erger-je-niet of ganzenborden moet zich eens achter de oren krabben en zich afvragen: is een zetel in de gemeenteraad wel een goede plek voor mij? Ben je daar neergezet, omdat partijbestuur en de kiezers menen dat je daar op de juiste plek bent of ben je eerst actief geweest met het rijklaar maken van kruiwagens? In dat laatste geval dreigt een positie als wethouder, zonder vier of meer jaren raadservaring een riskante keuze te zijn. Wethouders hebben, veel meer dan raadsleden, een verantwoordelijkheid om de gemeente niet te veel op te zadelen met projecten die de neiging hebben uit handen met een gat te lopen. De functie heet wethouder, maar zou in deze tijd van krapte geldhouder moeten zijn. Dat is wat ik heb begrepen van de activiteiten van de wethouders in de afgelopen 15 jaar.
Raadsleden die in de oppositie zitten, hebben deze verantwoordelijkheid niet. Zij zijn immer naarstig op zoek naar prettige zaken voor de mensen, waar de coalitie geen geld voor heeft uitgegeven. Het kunnen ook zaken zijn die de gemeente geen cent kosten, maar die een morele, geestelijke, sociale, educatieve, didactische, historische, culturele, linguïstische of symbolische lading hebben. Doorgaans kosten activiteiten die rond deze waardevolle zaken georganiseerd worden klauwen vol geld, terwijl de opbrengsten slechts door de organisatoren zelf worden gezien. Voor de doorgewinterde politicus geldt dat je duidelijk moet maken dat je deze alleen maar door de homo sapiens ontwikkelde zaken wel omarmt – ook een politicus is ergens homo sapiens – maar buiten de politiek om aan de mensen moeten worden aangeboden.
Een wethouder in 2014 heeft te kort geld. Hij of zij dient gedurende vier jaar op gespannen voet te leven met de wethouder van financiën. Iedereen die ook maar een rudimentair gevoel heeft voor gemeentepolitiek weet dat. Dacht ik dus. Kun je je mijn verbazing voorstellen toen ik in de krant een uitspraak las van D66-wethouder van stadsgoud Ben Tap? Hij zei dat er zat geld was voor ideeën om de toeristische waarde van Hoorn te veranderen in een soort gouden standaard. ‘Ben bedoelt natuurlijk niet via de politiek, maar in de samenleving!’ hoor ik PvdA-wethouderes van het tastbare
stadsgoud Judith de Jong direct reageren in de hoop dat de verheugde toehoorders van Ben achteraf begrijpen dat dit ook als zodanig is bedoeld.
De oppositie in Hoorn begint langzaam aan op stoom te komen. Symen van der Meer van Hoorns Belang is zijn werk als raadslid stevig begonnen. Deels natuurlijk om zijn kompaan in de fractie, Alex van der Kleij, te leren hoe als raadslid van een oppositiepartij te handelen. Een stoomcursus, want in de korte tijd na de verkiezingen en de vorming van een nieuw college verraste hij ons met een drietal epistels over waarlijk prangende zaken in Hoorn. Zoals daar zijn: het invullen van het bouwterrein op de plek van de oude schouwburg, het stallen van fietsen bij station Kersenboogerd, het uitvoeren van een raadsbesluit over het verruimen van de toegangstijd voor de horeca. Dat laatste ook ondertekend door enkele naar beleidsbloed smachtende co-oppositiepartijen. VOCHoorn, HSP en HOP. Zij geven hiermee aan de samens-sta-je-sterkervariant toe te passen. Natuurlijk ook heel leerzaam voor Alex. ‘Zorg dat je als eerste van de oppositie iets aan kaart. Dan is het of jij de oppositieleider bent.’ ‘En Fractie Tonnaer dan? Doet die niet met ons mee?’’ hoor je Alex vragen. ‘Tien bonuspunten extra, elke keer wanneer je hem te vlug afbent! En nog iets: de druk op de coalitie nooit van ze langzalzeleven loslaten!’ doceerde Symen. ‘De burgemeester staat niet zover boven de partijen dat je hem niet achter de vodden mag zitten!’ was de inhoud van de volgende les. ‘Spit nu als huiswerk de beloften van het vorige college na waar het huidige college zich ook aan te houden hebben.’ Alex zie je dan heftig instemmend knikken. Van Symen van der Meer, zijn eigen fractievoorzitter, valt een hoop te leren.
Alex en andere nieuwe raadsleden staan het komende eerste bestuursjaar nog prachtige wijze lessen te leren. De drijfveren om in Hoorns stadspolitiek te plegen krijgen door Symen meer inhoud en worden sterk vergroot in aantal. Dat is een goede zaak, want met een overvloed aan drijfveren kun je immers nooit verzuipen.
(terug)
Hoorntv voor gevorderden en beginners 14 juni 2014
Scepsis is iets heel mooi Hollands. Je kunt het overal aantreffen. Kritisch commentaar is daar een fantastisch bijproduct van. Kankeren, jeremiëren, sarcasme, zeiken, azijn pissen en ga zo maar door, is iets waar we in ons land iets mee kunnen. Wanneer er op dat gebied wereldkampioenschappen worden gehouden, zou het bereiken van de kwartfinales het minimum haalbare zijn. Wij vormen op dat gebied een ideale kudde.
De alles verenigende kuddegeest openbaart zich ook wanneer zicht is op de verwerkelijking van een nationale prestatie op wereldschaal. Mensenkinderen toch, wat zijn we daar uniek in! Waar men vroeger af en toe eens het geluk mocht proeven een ministoetje in oranje of andere tinten geklede jongeren tegen te komen, die in een vloeiend ritme Hare Krishna, Hare Hare, Hara rama mompelden, kan het in Nederland, maar zeker elders in de wereld gebeuren, dat een stoet van duizenden oranje feestgangers blijmoedig zingend, schreeuwend en lallend getuigen van het geloof in nationale verrichtingen. Feestelijke uitzinnigheid, waar internationaal met grote ogen van verbazing en ongeloof naar wordt gekeken. Wow! Wat voor speciaal land moet dat Nederland toch zijn, dat het de broedplaats werd van dit fenomeen!
In Nederland kan scepsis binnen twee keer drie kwartier omslaan in volkseuforie. Wij zijn een gezegend volk, omdat een dergelijke massale wending zich alleen laat zien wanneer het voetbal betreft. Het is de droom van politici als Geert Wilders om op het juiste moment, vlak voor de verkiezingen, door een uitzinnig Nederlands volk op het schild te worden gehesen. Om kort daarna, wanneer blijkt dat hij de finale niet meer zal halen, zich door een verdubbelde bewaking te laten beschermen tegen morren en bespugen.
Het mooie van deze tijd is, dat media ertoe doen. Het medium dat de grootste populariteit geniet en dus het best kan worden aangewend om de volksmassa’s alle kanten op te dirigeren, is de televisie. En laten we nu in Westfriesland en met name in Hoorn beschikken over lokale televisie! Voor politici een schitterend medium om door te dringen in alle huiskamers. Eerst nu wordt duidelijk dat men als politicus, met de schijnwerpers en camera’s op het gezicht gericht, dient te beseffen welk een effect het verschijnen op de beeldbuis op de burger heeft. Al ver vóór de verkiezingstijd kunnen potjes standpunten en wensen worden opgewarmd om alvast de geur te laten indalen bij de naar houvast snakkende kiezer. Hoorn tv kan daar de keuken voor leveren.
In zijn openingswoord wees burgemeester Onno van Veldhuizen op de functie van een spiegel voorhouden. En via Hoorn tv kan de Hoornse kiezer zien wat er met de stemmen gebeurd is.
Een spiegel voorhouden heeft een overdrachtelijke betekenis, maar ook een letterlijke. In het echt zal een raadslid of lid van het College thuis veelvuldig in een echte spiegel kijken hoe hij of zij overkomt op de kijkende kiezers. De betekenis van beide spiegels moet niet worden onderschat. Lichaamstaal, van woede verkrampte gezichten of juist ontspannen laconieke houding zullen de uitgesproken woorden moeten ondersteunen. Dat schreeuwt om mediatraining! De fractie die dit punt veronachtzaamt zal daarvan de wrange vruchten oogsten. De kiezer kiest de kant van de overwinnaars. Dit vergt intensieve training in het komikgoedovervak. Glim- of schaterlach moet authentiek lijken. Wie de Gordonschaterlach gebruikt kan het verder wel vergeten. Train voor de spiegel. Oefen met de hele fractie en vrees niet het boze gezicht van je fractievoorzitter, wanneer jij als gewoon raadslid zegt, dat die lach nergens op slaat. Oefen met dezelfde overgave het zorgelijk kijken. Onthoud dat de gebruikte gelaatsuitdrukking een eenheid vormt met de boodschap. De mensen van de SP hebben met het trekken van boze, vertwijfelde, zorgelijke en strijdbare blikken het minst moeite. Zij zullen vooral moeten trainen op de authentieke triomfantelijke blik, wanneer een langgekoesterd beleidsonderdeel wordt binnengehaald.
Blijf immer alert wanneer je het waagt om voor Hoorn tv een interview te geven. De camera registreert onverbiddelijk gemaakte foutjes, overdrijvingen en totaal onduidelijke lichaamstaal.
Hoorn tv is weer een stapje verder. Het inzicht dat met dit medium een instrument in huis gehaald is om de Hoornse volksmassa’s te beïnvloeden moet echter nog een beetje indalen. Zal dit ooit lukken? Ik heb er een hard hoofd in of men daarin goed zal slagen. Politiek is geen voetbal en de ellendige leefomstandigheden zijn in Hoorn en Westfriesland niet schrijnend genoeg om daarvoor aangrijpende favelabeelden te kunnen schieten. Maar één ding is na vandaag duidelijk: of er nu scepsis of halleluja voor de stad moet worden geserveerd, Hoorn tv is er klaar voor! (terug)
Uitsprakenles 21 juni 2014
Je solliciteert op een aantrekkelijke baan met vooruitzichten op verrijking van de geest, grotere bekendheid in een gemeente via krant, radio en tv, en, wat misschien onderbelicht bleef in het sollicitatiegesprek, een unieke kans om te verworden tot de kop van jut. De uiterst deskundige en scherpe mensen van D66 in Hoorn wisten voor deze baan de beste kandidaat te selecteren. Iemand met ervaring in diverse branches en met in de recente geschiedenis opgebouwde contacten met de Hoornse politici. De gelukkige die na de ratrace de hoofdprijs veroverde was Ben Tap. Die hoofdprijs was het wethouderschap van de gemeente Hoorn. Een eervolle baan, een heerlijke baan. Maar je moet er wel al voor klaargestoomd zijn. En is Ben dat?
Voordat je mij verkeerd beoordeelt moet ik zeggen dat Ben Tap als D66-wethouder van legegebouwenkwesties zijn taak zeer serieus neemt. Open en transparant bestuur staan bij hem zeer hoog in het vaandel. Misschien iets te hoog, want hij moest in de eerste maanden al twee keer teruggefloten worden. Deze week lukte het hem mensen in opperste staat van opwinding te brengen door het uiten van een verkeerd geïnterpreteerd stukje uit zijn stukken. Nou is er op het gebied van handel en detailhandel maar weinig nodig om de ex-VVD-wethouder van bouwsels Henk Hansen op de kast te krijgen, maar het is prettiger dat te vermijden.
Een politicus weegt zijn of haar woorden op een goudschaaltje en zoiets moet je leren. Je dikke stapel beleidsstukken moet je kennen. Wanneer je nog niet de laatste bladzijde hebt gelezen, moet je je als wethouder een beetje op de vlakte houden. Scheep de media af met de mededelingen dat je er druk mee bezig bent. Je zegt met een verstilde glimlach dat je ook op de hoogte bent van geruchten die rond gaan. Zeg met zichtbare spijt dat je nog niet in details kunt treden, maar dat je hen na de raad als eerste op de hoogte zal brengen van elk detail dat je onder de gegeven omstandigheden kunt delen.
Beste Ben, volg de cursus ‘Hoe word ik een succesvol wethouder?’ die in jouw partij door niemand beter kan worden verzorgd dan door Arthur Helling. Of kijk naar je collega-wethouders. Judith de Jong opende een kunstiets. Niemand nam aanstoot aan haar uitlatingen daarbij. Michiel Pijl, de jongste nestor in de politieke wereld van Hoorn ooit, heb je nog niet gehoord. Maar Michiel heeft dat in zijn vorige periode als wethouder bijna vier jaar lang volgehouden. Hij is een ware meester in het buiten de wind blijven. Daar hoeft hij geen moeite voor te doen. Bij Michiel is dat een gave.
Of kijk naar Samir Bashara, ook wethouder, terwijl bijna niemand in mijn persoonlijke vrienden- en kennissenkring dat weet. Aan de Holenweg wil een groep ideeënfabrikanten een bedenksel bouwen met de naam Land van Hoorn, na oplevering waarschijnlijk Nieuw Hobbitstee genoemd. Een initiatief waar het hart van Samir van op sprong en waarvoor hij het liefst persoonlijk gisteren al de eerste graszoden zou willen neerleggen. Maar dit plan ontlokte hem slechts de opmerking dat het interessant en inspirerend is. Datzelfde zou hij misschien ook hebben kunnen zeggen, wanneer in Hoorn initiatieven werden ontplooid voor het maken van een homo-getto. Nel Douw, de SPwethouder van kleineluidenzorg is ook nog niet in opspraak gekomen met uitlatingen over bijvoorbeeld het geld-over-de-balkgooien voor kunstprojecten voor mensen als Judith de Jong, terwijl er nog mensen zijn die niet kunnen rondkomen.
Zou politieke loslippigheid een D66-dingetje zijn? We herinneren ons nog uitlatingen van Alexander Pechtold over de Haagse politiek toen hij daar net deel van uitmaakte. Het verlangen naar transparantie in het politieke bedrijf is eigenlijk alleen iets voor het aanlooptraject voor de verkiezingen.
Nee, ik ben nu te zwartgallig. Ben, ik dien hier te zeggen dat jij juist het grote voorbeeld bent voor je collega-collegeleden. Houd je hart op de tong, laat hierbij zo vaak het nodig is, het achterste van je tong zien. Heb maling aan de politieke zwijgers. Voorkom dat alleen de oppositie de ware aard der dingen laten horen. Ben, ik heb zo het idee dat jij voor mij de echte kans op een droomwereld bent. (terug)
Wat is het doel waarnaar we streven? 28 juni 2014
Vraag zomaar een politicus naar de reden om politiek actief te zijn. Je krijgt met een vracht aan geloofwaardig klinkende redenen ook altijd te horen dat men een betere wereld wil achterlaten dan men heeft aangetroffen. Over het vestigen van betere werelden bestaan de diepst gaande tegengestelde visies, die te vaak ontaarden in bloederige burgeroorlogen en wereldwijde terreuracties.
Dit in gedachte hebbende, tracht ik de motivatie te doorgronden van onze Hoornse politici. Stuk voor stuk tot heel ver gaand behept met de drang de mooie stad nog mooier te maken, nog leefbaarder, nog aantrekkelijker. Om de juiste ideële keuzes te kunnen onderscheiden hebben de fracties zich verdeeld in coalitie en oppositie. Dat geeft politiek plegen, ook in Hoorn, een beetje spanning. In de afgelopen raadsvergadering is het voor een belangrijk deel gegaan over de Hoornse horecaregels. De juridisch geschoolde en gepokt en gemazelde Onno van Veldhuizen was even als des burger meester niet de voorzitter van de raad. Dat was de rol van D66-voorman Arthur Helling. De burgervader was iets teveel deelnemer in het juiste-keuzespel om op dat moment de onpartijdige bovenmeester van de stad te spelen.
Wanneer drankgebruik in het geding is trekken alle fracties alle registers zo ver mogelijk open. Deze week ging het simpelweg over het wel of niet verruimen van kroegtoegang en de lengte van het verblijf aldaar. Symen van der Meer, de kroeggoeroe van Hoorns Belang meent dat het een goede zaak is toegezegde veranderingen aan een als rigide beleefde horecabeleid onmiddellijk ingang te doen vinden. Welk mooi streven zit daar achter? Het lijkt op te houden bij het zinnetje afspraak is afspraak. Dat deel van de argumentatie begrijp ik. Maar welke maatschappijverfraaiende motieven liggen daarachter? Welke schone idealen zaten pakweg vijf jaar terug achter het veranderen van toegangstijden? Verhitte debatten in die tijd werden gevoed door burgers en raadsleden die de Hoornse politiek geen betuttelende rol wilden toedichten en door burgers en raadsleden die de alcoholproblematiek als uitgangspunt hanteerden. De PvdA werd in die periode keihard afgerekend op haar blauweknoopsentimenten van de vroegere SDAP.
Hoeveel vertrouwen mag je hebben in de goedgedragmentaliteit van de doorsnee Nederlander? Weinig. In ieder geval een stuk minder dan de maatschappijideologen van bijvoorbeeld de VVD graag zouden zien. De doorsnee burger in Nederland - en ik vermoed in de hele wereld - is een dom kuddedier. Kijk wat er gebeurt wanneer schoonmakers of vuilnisophalers hun werk staken. Iedereen
gooit zomaar zijn vuilnis ergens neer. Waarom zou je het dan anders doen? Die puinhoop wordt nooit een individuele vuilstorter verweten. Wanneer in Hoorn een enorm scherm wordt neergezet zodat voetbal kan worden bekeken, zijn de vechtpartijen en de vernielingen niet meer te overzien. In de politiek moet je alle afspraken afmeten aan het doel dat daaraan ten grondslag ligt. Bij Onno van Veldhuizen c.s. is dat het terugdringen van de drang tot alcoholische zelfvernietiging. Bij Symen van der Meer en kompanen is dat het vasthouden aan regeltjes die ooit zijn afgedwongen. Of het moet zijn dat Symen pal wil staan voor het economische doel van kroegbazen. ‘Het doel heiligt de middelen’ tegenover ‘om der wille van de smeer likt de kat de kandeleer’.
De eerste woorden van het besluit dienen dinsdag te luiden: Om het drankmisbruik en drankgerelateerde vechtpartijen en vandalisme tegen te gaan besluiten wij het volgende:…. Dat zou de wens om Hoorns politicus te worden een stuk duidelijker illustreren. Soms zou je wensen dat het verbeteren van de wereld waarin je leeft iets minder afhangt van politici.
(terug)
Lust je nog peultjes? 5 juli 2014
De Poort van Hoorn, wie wil daar niet iets moois van maken? Hoorn verdient dat toch? Hoorn komt zo op veel meer kaarten te staan dan op de weerkaart van noord Nederland, waar de weerman of – vrouw dan ook nog voor gaat staan. Alle fracties in Hoorn willen een Poort van Hoorn, maar wat voor poort gaat het worden? De oude plannen worden opnieuw bekeken en er komt een nieuw bestemmingsplan. Nee, meent de voltallige oppositie. En dan geeft Aart Ruppert blijk van inzicht in hoe zeer een en ander met de huidige coalitie mis is. Hij is gek op de programma’s met topkok Herman den Blijker. Oh, hij lust er wel pap van! In de keuken van de coalitie ontbeert een steviger pollepel. Koks zonder kennis van zaken ziet hij. Koksmaatjes die de kok hebben horen fluiten, maar niet weten waar de lepel hangt krijgen een te grote lepel in de pap. Hij, Aart Ruppert, zou graag zien dat ook de oppositie een rol behoudt als smaakmaker.
Luciën Greefkens van de SP biedt in een royaal gebaar aan dat men ook af en toe de peper en het zout mag strooien. Aart geeft hem meteen een veeg uit de pan. Heb je het ooit zo zout gegeten? Geen snufjes peper en zout strooien, maar meedenken over het hele menu, vindt Aart. Maar Luciën lijkt er geen kaas van gegeten hebben. Wil hij de boter alleen op zijn koek hebben? Je doet boter in de pan, maar bakt er niks van, voegde Aart hem toe. Het complete menu moet worden vervangen door een nieuw menu, maar met behoud van veel recepten, houden de koks van de coalitie vol. Bovendien is het door koks van de haut cuisine verboden om zomaar een menu te maken waaruit alleen maar het hoofdgerecht is verdwenen.
Marion van der Ven laat zich niet de kaas van het brood eten en laat namens de VVD weten dat er geen enkel probleem is om het stukje biefstuk te vervangen voor bijvoorbeeld de schoen van Arthur Helling. Roger Tonnaer lijkt zich als enige bewust van het WK voetbal en wil een gele kaart trekken voor de coalitie. Het botert meteen niet zo tussen Arthur en Roger. D66 slijpt de keukenmessen. Het zijn niet alleen koks die lange messen dragen, dacht ik even. Arthur wenst het niet op zijn boterham te krijgen dat D66 nog geen half jaar geleden voor een Poort van Hoorn streed en nu doet of hun ogen toen groter waren dan het bord. Arthur geeft smaakvol te kennen geen boter op het hoofd te hebben.
De discussie ging nog een tijdje door. Na de amuze, het voorgerecht en het ondergraven hoofdgerecht werd het tijd voor het toetje. Alles was nu nog geen botertje aan de boom, maar om nu meteen te vinden dat in Hoorn schraalhans keukenmeester is, vond de coalitie niet terecht. Lust
je nog peultjes, dacht de coalitie. Twee schorsingen (ik wilde bijna zeggen schorseneren) kwamen er aan te pas en een stemmingsronde om tot het besluit te komen het bestemmingsplan nog eens opnieuw de oven in te schuiven om aldus te ervoor te zorgen dat er iets smakelijks wordt bereid.
Ach, heerlijk is het dergelijke raadsvergaderingen mee te maken. Voor mij is dat heel fijn, terwijl men elders met spanning naar het voetbal kijkt om te zien of ons nationale team er wat van weet te bakken. Ik weet niks van voetbal. Ik kan er meestal geen chocola van maken. Nee, dan politiek! De voltallige eensgezinde oppositie slaat nog geen deuk in het pakje boter. En toch: een goed geolijfoliede oppositionele keukenploeg is het zout in de pap. Zelfs wanneer zij met lange tanden en tegen heug en meug gedwongen worden te eten wat de pot schaft. En blijf alert, anders vind je de hond in de pot. Blijf uitgekookt volharden, oppositie. Ook al lijkt het dat de aalgladde politici van de coalitie ervoor zorgen dat tegengeluiden boter aan de galg gesmeerd zijn. Over een paar jaar zijn jullie weer aan de beurt om te vertellen dat de tijd voor onbeperkt spare ribs eten voorbij is. En een nieuw bestemmingsplan komt er ooit wel. Misschien blijkt dan dat de soep behoorlijk is afgekoeld.
Ik blijf er altijd verlekkerd van genieten. Heerlijk toch, om te weten dat Hoorn op de menukaart blijft staan? Hoe lang nog? Net zo lang als de lepel in de breipot staat, hoop ik likkebaardend. (terug)
Wie ben ik? 12 juli 2014
Wie ben ik, dat ik dat mag doen? Deze uitspraak is van koningin Juliana. Een koninklijke uitspraak die ongetwijfeld door velen is gedacht aan bij het aanvaarden van een schone taak. Ik bewonder zonder enige terughoudendheid ieder die met deze gedachte aan de slag gaat. Als er, ondanks een lovenswaardige inzet, toch af en toe wat mis gaat, is dat makkelijker te vergeven.
Wie ben ik, dat ik dat mag doen duidt op bescheidenheid. Wanneer dit hardop wordt geschreeuwd door lieden die zich ellebogend naar mooie posities hebben gebaand, dan klinkt dat als het tegendeel. Er bestaat bij die lieden geen enkele twijfel over de eigen capaciteiten. Wanneer het misgaat, ligt dat altijd aan anderen.
Ikzelf hang nog steeds tussen beide kijken op de eigen capaciteiten in. Groot geschopt door mijn vader, die zichzelf zijn hele leven een beetje bij de eerste treden van de maatschappelijke ladder op hield, erfde ik zijn kijk op het gezag. Bescheiden, eerbiedig, onderdanig en een hoog ‘wie ben ik dat ik dat mag doen gehalte.’ Raak dat maar eens kwijt. Ik kijk op tegen elke hotemetoot. Ik betrap me zelfs op hosannareacties wanneer bijvoorbeeld CDA-wethouder Michiel Pijl van gebruik-hetzelfde – lijstje-als –de-vorige-keerzaken mij ongevraagd een minzaam, maar toch redelijk hartelijk glimlachje toont.
Toen kwam de afgelopen week de vraag of ik het bezoek van minister van geruststellende zaken Ivo Opstelten wilde verslaan. Er volgde een koortsachtig verplicht overleg met mevrouw Grosthuizen over de kleding die ik daarbij hoorde te dragen. Nee, geen colbertje. Daar was het veel te warm voor. Mijn lichtblauw gestreepte overhemd stond netjes genoeg. Anders gaan mensen denken dat ik ook een hotemetoot ben, dacht ik instemmend. Wie ben ik, om te doen alsof dat ook zo is.
Ik zie in mijn herinnering nog beelden van staatssecretaris Tineke Netelenbos, die onze school bezocht om met eigen ogen te zien hoe goed wij in staat waren ondanks allerlei bezuinigingsronden ordentelijk onderwijs te bieden. Ons werd vooraf een aantal zaken voorgehouden. We moesten zo normaal mogelijk les geven. Dat ging ver. Ik diende mijn bureau netjes leeg te ruimen. Het was niet de bedoeling de staatssecretaris uit eigen beweging iets toe te voegen of te vragen. We zagen een kleine colonne hoogwaardigheidsbekleders door de school stiefelen. Alle maal hotemetoten, behalve onze directeur. Ik heb die dag een vriendelijk knikje mogen ontvangen. Het begeleidende comité keek op datzelfde moment ook naar mij, met een blik die me duidelijk maakte dat men mij dat
glimlachje gunde, maar dat het wel dankzij hen gebeurde. Ik beleefde dat moment als een mooie opsteker, maar dit viel toch wel in het niet bij wat een paar collega’s wel overkwam. Zij mochten wat vragen van mevrouw Netelenbos beantwoorden. Ik heb mijzelf een gevoel van afgunst verboden. Wie was ik nou, om ook een gesprekje te mogen hebben met een levensechte staatssecretaris?
Deze week werd een bijzondere week, omdat ik zelf een aantal vragen mocht afvuren op een minister, zonder dat een organiserend comité dat eerst van tevoren met mij had doorgenomen. Het korte gesprekje werd wel geregeld via zijn persvoorlichter, maar wij, de mannen van Hoorn TV bepaalden toch even waar hij moest staan. Hij schikte zich zonder enige weerstand naar onze wensen. Sterker nog, al zijn activiteiten en gesprekken lagen vast in een draaiboek. De hotemetoten gaan daar zelf niet over. Ze doen ook maar wat ze opgedragen is. Zij hangen bijna willoos aan de touwtjes van hun organisatoren. Zij zijn de verstrekkers van boodschappen, naar de richtlijnen van de organisaties waarmee ze te maken hebben. Je zult maar hotemetoot zijn, dacht ik even.
Hoogwaardigheidbekleders betreden zelden op eigen houtje de kermis van de samenleving, waarin mensen graag frontaal met ze willen botsen met botsautootjes, laten zien dat zij met blikjes werpen maar erg matig scoren, dat zij bij het touwtje trekken alleen maar de goedkoopste prijsjes trekken, dat ze in de schiettent nooit de roos goed raken, dat ze in de cakewalk opstoppingen veroorzaken omdat ze steeds net de verkeerde stap doen. Ze zijn namelijk Poetin niet.
Minister Opstelten was blij dat een initiatief om woninginbraken te voorkomen zo mooi past in zijn taak als minister. Hij antwoordde op rustige bezwerende toon die ik ken van de televisiebeelden. En, is dat project een goed project? De dag nadat we het verslag over dit anti-inbraakproject hadden gemaakt, hing aan het openstaande keukenraampje bij ons thuis hun waarschuwings- en goede raadkaart aan het raamhaakje. Wie ben ik dan om een oordeel te vellen over dit project? (terug)
Een prachtbaan 19 juli 2014
Burgemeesters hebben een prachtbaan, heb ik een burgemeester wel eens horen zeggen. Als lid van een bepaalde politieke partij hebben zij de ruimte om standpunten en heilige huisjes van de eigen partij te laten voor wat het is. Zij staan boven de partijen. Het is om die reden dat ik vermoed dat zij beslissingen durven te nemen, waar elke wethouder de dreiging voelt door eigen partij aan de dijk gezet te worden, van harte gesteund door de voltallige oppositie. Natuurlijk kan ook een burgemeester een poosje op een schopstoel gezet worden, maar dan moeten er heel rare dingen gedaan zijn.
Deze week werden in de regionale pers een paar burgemeesteractiviteiten gevolgd. Burgemeester GertJan Nijpels van Opmeer kreeg, toen hij tot boven de knieën door een kudde schapen waadde alle ruimte om te filosoferen over leiderschap en leiderschapen. In de grotemensenwereld kan het zeer heilzaam zijn voor een gemeente wanneer beide functies in de persoon van de burgemeester verenigd zijn. Er bestaat ook het gevaar dat door zo’n dubbelfunctie individuen in de kudde volgzame burgers vertrapt kunnen worden. Wiens schuld is dat dan? In de grotemensenwereld is het oordeel daarover een zaak voor advocaten en rechters.
Ruzie tussen de kuddedieren is, wanneer de kudde erg groot is, nauwelijks meer een taak van het leiderschaap. Kuddedieren moeten het onderling maar uitvechten. In Hoorn zou dit volgens B. en W. iets kunnen zijn voor buurtbemiddeling. De raadsleden krijgen het hele zomerreces lang de gelegenheid hierover na te denken. Zuks kost geld en wie zal dat betalen? Onze buren en wij kunnen hooguit een schatting maken van wat professionele burenruziebemiddelingspogingen kosten en trachten daarom elkanders gekkigheden voor lief te nemen. Je went eraan en het blijft betaalbaar. Er zijn ook ruzies tussen de schapen en de opperherder. Ook in Hoorn komt dat voor. Een door leidershandelingen van de Hoornse burgemeester in de knel gekomen serreterrashouder aan het Kerkplein beticht de burgemeester zelfs van chantage. Nou ja, zijn advocaat dus. Advocaten weten doorgaans precies hoever zij met laster kunnen gaan zonder zelf te worden aangeklaagd. Het moet dus iets faliekant verkeerd zijn geweest wat onze burgemeester heeft uitgevreten. Iets wat misschien wel te groot is voor buurtbemiddelaars.
Ik sta nimmer versteld wanneer ik lees over foute boel in het buitenland. Nepotisme, corruptie, machtsmisbruik en zelfverrijking horen in veel te veel ver-van-mijn-bedlanden bij de opleiding tot burgerlijk schaapherder. Bestaat dat dus ook bij ons in Hoorn? Ik kan de bedoelde chanteur in een
miljoenenpubliek feilloos aanwijzen. Mijn tweede gedachte was dat de uitspraak is gedaan door een advocaat. Een advocaat kan zowel door de belager als door de belaagde worden ingeschakeld. Voor de advocaat maakt het niks uit wiens rechten hij moet verdedigen. Gewoon een kwestie van wie het eerst bij hem aanklopt voor juridische steun. De advocaat van de dader is vaak gespecialiseerd in het zoeken naar verzachtende omstandigheden of barstjes in de beschuldiging. Ik heb eerlijk gezegd bij onze burgemeester niet de indruk dat hij een slachtoffer is van een erg slechte jeugd Er is iets anders gebeurd waardoor een burger zich ineens belaagd weet door gewetensvrije ambtenarenhandelingen waarvan een burgemeester de spreekbuis is.
Natuurlijk ben ik, net als iedereen in Hoorn, gigantisch nieuwsgierig naar de toedracht, de feiten, de sappige details. Ik kom tot de slotsom dat ambtenaren en zeker de burgemeester iets te toeschietelijk waren. Dan denkt men al gauw met gedogen te maken te hebben. Of misschien omkoperij. Daarnaast was het wellicht te onduidelijk waarom het horecaterrasbeleid in 2012 zo nuttig was.
Handhaven op horecagebied behoort met afstand het moeilijkste handhaafprobleem te zijn. Wat burgers op dat gebied menen te doorzien en op waarde te schatten is sterk afhankelijk van het tijdstip op de avond of nacht of mate van innemen. Ik kroegen worden in het algemeen de meest vergaande conclusies getrokken uit de vooraf korte analyses. De chantageherkennende advocaat deed zijn beschuldiging niet in de kroeg. Er moet dus vuur zijn onder het rookgordijn. Misschien was het terrasbesluit wel zinnig, maar is men vergeten te laten weten hoe dat er dan moet uitzien. Burgemeesters hebben een prachtbaan. Maar moeten wij, zodra wij bij een ontmoeting hartelijk met uitgestoken hand naar elkaar toe komen, alarmbellen horen luiden? Uitspraak over veertien dagen. (terug)
Zomergedachten Voor de periode dat Bij Radio Hoorn de nieuwsrubriek Hoorn Actueel niet actief is.
Beschaving 26 juli 2014 Door de eeuwen heen zijn begrafenisrituelen voortgekomen uit de opvattingen over leven, overlijden en wat daarna komt. In veel oude culturen huldigde men niet de opvatting dat je laatste hemd geen zakken heeft. Via grafgiften van duizenden jaren terug vormen we ons een beeld van hoe mensen naar de dood keken. Belangrijke mensen lieten zich met veel ceremonieel gedoe begraven. Belangrijk bij de meeste beschavingen was dat je goed moest zijn voorbereid op de gang naar het dodenrijk, de hemel, het paradijs, het walhalla, het nirwana. Voor katholieken was het doen van een biecht en het ondergaan van een bediening voor een volle aflaat zeer aan te bevelen. Voor moslims is het aanroepen van Allah vlak voor het overlijden bijna een garantie dat jou de hemelse verrassing ten deel zal vallen. Begrafenissen zijn een vorm van afscheid nemen. Er is plaats voor terugblikken op het leven van de overledene, uitingen van emoties, behoefte aan samen zijn.
De afgelopen week bleven twee uitingen van rouw om overledenen op mijn netvlies staan. Twee manieren waarop culturen laten zien hoe ze omgaan met overledenen. De terugkeer van de overleden passagiers van de vliegramp en het begraven van Hamasstrijders in de Gazastrook. De manier waarop Nederland de lichamen van de slachtoffers uit Oekraïne terughaalde is er een van niet eerder vertoonde schoonheid. Wereldwijd werden de beelden opgepakt en getoond. Hier was beschaving op zijn mooist. Door de manier waarop de kisten met de stoffelijke resten uit het vliegtuig in de auto’s gedragen die deel uitmaakten van een imposante uitvaartstoet. Geen lawaai, ingetogen, strakke procedures, een ritueel met een sublieme choreografie. Wij keken toe. De hele wereld keek toe en was onder de indruk. Zonder een woord uit te spreken beleefden we respect. De grote groep nabestaanden bleef buiten de greep van sensatie- en emotiezoekende persmuskieten en camera’s. Niets laten zien dan slechts het diepste respect wekt oprechte en universele ontroering. De tienduizenden langs de route toonden dat zij meeleefden.
Het verzorgen van overledenen kan nauwelijks serener. Natuurlijk speelde het contrast met de bejegening van de testosteronstrijders in Oost-Oekraïne een grote rol. Wereldleiders krijgen zelden een dergelijk rouwprotocol. Alle nog anonieme doden viel deze devotievolle behandeling ten deel. Nederland gaf de wereld een voorbeeld. Nederland toonde een beschavingspeil dat ieder, ook in de
rest van de wereld, verbaasde. Hoe kan een beschaafd volk beter, mooier, betekenisvoller en liefdevoller omgaan met hen die schuldeloos slachtoffer werden van bruut en woedend geweld? De wijze waarop Frans Timmermans, onze minister van Buitenlandse Zaken alle wereldleiders raakte was fenomenaal. Beelden van mensen die zich meer mans voelen met een kalashnikov en volledig respectloos overledenen en hen die voor ze willen zorgen naar believen koeieneerden vormden een schril contrast. De wereld voelde zich vereend in afschuw. Werd Poetin geraakt door dit drama of trekt hij een betrokken gezicht omdat grote economische maatregelen dreigden?
Ik zag ook beelden vanuit de Gazastrook. Ook een plek met zinloos gedode burgers. Ik zag een meute van rouw en woede schreeuwende mannen die hun overledenen haastig door een menigte sjouwden. Natuurlijk kan hieraan een moment zijn voorafgegaan met devote gebeden en stillere rouw, maar toch. Ook hier moet je aannemen dat de manier van ten grave dragen er een is die stoelt op een lange geschiedenis van zich ontwikkelende beschaving.
Mag je de verschillen van omgaan met overledenen met elkaar vergelijken? Ja, maar dan wel met de vaststelling dat oorlog voeren de ultieme wijze is van respectloos omgaan met leven. Mijn vrees is dat de Nederlandse manier van respect tonen een onderdeel kan zijn voor de start voor een internationaal georganiseerd gewapend conflict. Nederland zou daaraan moeten deelnemen. Hoe beschaafd ben je dan tenslotte? (terug)
Aan de overkant 2 augustus 2014 Afgelopen week mocht ik een reportage maken over een probleem dat bewoners van de Rotiusstraat hebben met het kapbesluit van de gemeente. De gemeente zou juist in de vakantietijd, wanneer veel mensen er een tijdje tussenuit knijpen, de kans schoon zien om een paar bomen in die straat te kappen. Wanneer je in de materie duikt, ontdek je interessante ontwikkelingen die rond zo’n besluit van de gemeente opdoemen.
Een bewoner van deze straat stuurde namens bewoners van de straat berichten op hoge poten naar de gemeente en naar de fractievoorzitters. Wakkere fractievoorzitters in Hoorn voelen zich altijd geraakt door bestuurlijke overlast die goedwillende burgers wordt aangedaan. Vooral voor fractievoorzitters van de oppositie is dit koren op hun molen. Denk je dan. Ik las de brief die misschien de wakkerste fractieleider van Hoorn, Arthur Helling, van de Rotiusstraatbewoner mocht ontvangen. Redenen te over om hier via de media aandacht voor te vragen en dat deed Arthur dus ook. In vakantie tijd nog wel. Ik las het bericht in de krant en meende op dat moment dat het een goede zaak is, waar Arthur en bewoners van de Rotiusstraat voor staan. Ook als het formeel allemaal in orde is, moet je evengoed serieuze pogingen doen om bewoners van een straat op tijd kond te doen van overheidshandelingen die zich in hun leefomgeving gaan voordoen.
Ik zag het allemaal haarscherp voor me. In de vakantietijd een mooi item met een politiek glazuurlaagje produceren, zodat Hoorn tv iets interessants te melden heeft. Lokale overheden die over burgerwensen heen walst is iets waarvoor ik een neus aan het ontwikkelen ben. Ik zocht contact met de Rotiusstraatbewoner die de zaak bij de Hoornse politici aanhangig maakte. Tot mijn verrassing kreeg ik een reactie die ik als amateurpsychloog niet meteen kon verklaren. De Rotiusstraatbewoner was een beetje gebelgd over het feit dat D66-fractievoorzitter Arthur Helling, een coalitieraadslid van formaat, via de media een vergrootglas op de zaak hanteerde. En Arthur zou Arthur niet zijn wanneer hij de zaak niet breder zou trekken om inspraakhobbels aan te wijzen. De Rotiusstraatbewoner wilde ons van Hoorn tv niet voor de camera te woord staan. Er was al contact gelegd met het stadsbestuur en hij vond dat afwachten wat hun reactie zou zijn de enig passende vervolgstap was. Hij vond het principieel verkeerd van ons dat we zijn zaak op een zo wijd mogelijke manier wilden tentoonstellen. ‘Dat begrijpt u toch wel?’ vroeg hij meerdere malen. Ik begreep hem niet. Er zijn voor minder redenen lokale partijen opgericht, hield ik hem voor.
Er waren buurtbewoners die langs kwamen en nieuwsgierig werden naar het waarom van een levensgrote professionele camera in de straat. Een dame was het eens met de zelfbenoemde Rotiusstaatbewonersbelangenvertegenwoordiger waar het betreft het tegenhouden van het kappen der bomen, maar voelde er niets voor dat voor het oog van de camera op te biechten. Met veel gevoel voor understatement liet de Rotiussrtaatbelangenvertegenwoordiger weten dat wat hem betreft de oplossing wel of niet kappen open bleef. Als spreker tussen de teksten door mocht ik aannemen dat hij de bomen het liefst ongemoeid liet. Iets later toen we van de overkant een nieuwsgierige dame hoorde zeggen dat zij wat haar en vele andere straatbewoners betrof liever gisteren dan vandaag de lommerrijke platanen gekapt zag. De overlast meneer. Elk jaar komt dat prachtige groen verkleurd, nat en beschimmeld in hun tuinen. Je blijft bezig meneer, zei ze en ik moest haar vooral niet de bek openbreken.
Bij mij kwamen herinneringen terug uit mijn studietijd aan het einde der 60-er jaren. Ik hield om een maatschappijscriptie op te fleuren een enquête in mijn straat betreffende het parkeren van auto’s. Aan het begin van de straat stonden aan de even kant van de straat huizen met een tuintje ervoor. Verderop in de straat was een strook grasveld, eveneens aan de even kant. Wij, van de oneven kant, hadden alle te parkeren auto’s van de straat langs de stoep. Gevraagd naar het gevoel van overlast gaven bijna alle onevennummerburen aan dat het best anders mocht. De evenkanters vonden de bestaande situatie prima. Er veranderde echter niets en dit wasvoor mij aanleiding om voor het eerst in mijn leven een ingezonden protestbrief in de krant te laten plaatsen.
Uit de Rotiusstraatperikelen kan men twee zaken leren. De ver-van-mijn-bedshow kan al gaan over de overkant van de straat en voor politici is het van groot belang te weten dat er altijd wel een overkant is. (terug)
Goddelijk augustus 2014
Onlangs werd ik enorm verblijd met de vernieuwing van het contact met mede-studiegenoot, medecabaretier, collega op dezelfde school en goede vriend. Door drukke werkzaamheden en veranderde woonplaatsen die nauwelijks binnen één dag reizen van elkaar afliggen, verwaterden de contacten. Hoewel wonend in verschillende continenten is via Skype contact goed te compenseren, mits je computer goed blijft functioneren. Dat ondervonden wij.
In de voorafgaande aftastfase om te ontdekken hoe we tegenwoordig in het leven staan hoorde ik dat hij zich heeft bekeerd tot het christendom. Ik zeg bekeerd, omdat ik niet beter wist dan dat hem zijn hele leven geen enkel godsdienstig stempel kon worden gegeven. We hebben , ruim veertig jaar geleden, uit pure nieuwsgierigheid en om opvattingen van ouders van onze leerlingen beter te kunnen begrijpen samen wel eens wat variaties op diverse geloven onderzocht. We hebben zelfs een bijeenkomst van spiritisten in Alkmaar bezocht.
Ondanks of juist dankzij een uitermate boeiende theologische lessenreeks, die ik in mijn studietijd volgde van historicus en vicaris van bisdom Haarlem pater Rigobert Koper, was mijn zoektocht naar de belangrijkste waarden van het leven gestart om nooit meer te stoppen. Mijn diploma GodsdienstB van het bisdom bleek geen garantie dat ik als gediplomeerd katholiek tot in lengte van jaren mijn katholieke leerlingen op de katholieke school waar ik werkte bij de enige ware geloofsrichting zou trachten te houden.
Binnen een jaar voelde ik dat mijn kritische kijk op de enige ware godsdienst mijn oprechte pogingen de kinderen voor te bereiden op hun Eerste Heilige Communie wat minder oprecht maakte. Na drie jaar gaf ik toe dat ik als afvallige geen plek op een katholieke school bezet mocht houden. Mijn goede vriend fungeerde als toegewijde kruiwagen naar een openbaar lagere school hier in Hoorn. In de bijna veertig jaren die ik hier doorbracht veranderden de pedagogisch-didactische oplossingen voor mijn onderwijspraktijk veel vaker dan mijn visie op godsdienstig gebied. Ondanks de soms ontroerende overgave waarmee sommige ouders hun kinderen binnen de overtuigingen van de familie en de voorouders trachtten te houden, vroeg ik me af wat nu de wezenlijke verschillen konden zijn tussen de godsdiensten. Fundamentalistische stromingen binnen elke godsdienst kenmerken zich door het fanatisme waarmee men schuchter gelovende leden binnen de boot wil houden. Hoe zekerder het geloof, des te groter de behoefte om zichzelf en hun kinderen af te zonderen van de rest van de wereld. Ook in Nederland, waar men nauwelijks meer verschillen kon
ontdekken tussen scholen van protestant-christelijke, rooms-katholieke of openbare signatuur, bleef hardnekkig de behoefte aan scholen op streng christelijke, joodse of islamitische grondslag bestaan en werden en worden pogingen ondernomen het aantal eigen opleidingsinstituten voor enige juiste waarheden uit te breiden.
Ik zie in godsdiensten, ook al brachten zij geweldige kunstzinnige uitingen op, geen fundamenteel andere verschillen met geloven uit de antieke oudheid en primitieve godsdiensten van natuurvolken. In elke godsdienst worden één of meer goden aangeroepen en aanbeden, of ze nu in een boom, in een tempel, synagoge, moskee of grote steen huizen of overal op aarde of in het heelal heersen. Zelfs ietsisten menen dat er iemand of iets bestaat, die je op enig moment kunt aanspreken en die op onberekenbare momenten onverklaarbare beslissingen neemt, waar je je deemoedig bij neerlegt. Het verbijstert me eerlijk gezegd, dat er mensen zijn die over een goed verstand en een indrukwekkende opleiding beschikken, die toch menen dat ze hun god of God kunnen aanspreken alsof het iemand of Iemand is die ze kan aanhoren en die duidelijke antwoorden geeft.
Het ongrijpbare iets, dat je leven zin geeft, dat je beschermt, gelukkig maakt en aanzet tot goede daden ken ik wel. Ik ervaar dat dagelijks en ik hoop er tot mijn dood van te kunnen genieten, want zonder dat iets hoeft het leven van mij niet zo. Dat iets ervaar ik in mijn relatie met de wereld om mij heen. De relatie met mevrouw Grosthuizen, met mijn zoon en dochter, met familieleden, vrienden, collega’s , eigenlijk met iedereen met wie ik te maken krijg, zelfs met politici, leveren mij heerlijke belevingen op. Zelfs relaties met dieren, dingen, gedachten en alles wat wel of niet aanwijsbaar is, leveren mij momenten op van onschatbare waarde. Ik hecht daar aan. Maar het zal geen moment in mij opkomen tegen dat gevoel, noem het bij tijden liefde, iets te zeggen. Ik aanbid ook niet mevrouw Grosthuizen. Mijn mooiste gebed dat de bijna goddelijke ervaringen kan oproepen zijn de vier woorden: ik hou van jou. Zelfs een ontbijtje op bed brengen levert goddelijke genoegens op. Ik dien niet God of god, ik dien de wereld om mij heen om misschien heel egoïstisch daar iets moois mee te voelen. Zolang ik dat kan blijven doen, zit het wel goed met mijn hemelse genoegens en bevindt het paradijs zich met gemak binnen loopafstand. God of god heeft in mijn visie meer te maken met Prozac dan met religies. Een religie heeft weer wat meer met IS.
Mijn vriend is bekeerd, toen hij in een moeilijke tijd steun kreeg via de religieuze hoek. Moet ik nu tegen hem, die net met de steun van een goedbedoelende dominee het geloof denkt te hebben gevonden, zeggen dat hij het verkeerd ziet? Ik doe het niet. Ik wil niemand het geloof waaraan ze onmisbare steun ontlenen afnemen. Ik denk dat ik daarvoor teveel van hen houd. (terug)
Schrijven 16 augustus 2014
Af en toe doe ik het. Iemand die mij vraag wat ik doe antwoorden dat ik schrijver ben. Er zijn al enige jaren diverse van die momenten geweest. Bij een aantal gelegenheden werd ik ook aangekondigd als schrijver. Schrijver zijn is een vak. Het vraagt vakmanschap. Wie wel eens wat gelezen heeft zou zomaar op de gedacht kunnen komen, ook maar eens iets te schrijven. Van een paar mensen die dit voornemen tegen mij aankondigden zijn er niet veel verder gekomen dan een paar bladzijden en een velletje met schets van de opbouw. Het kan gebeuren dat je na vijf bladzijden klaar bent met de boodschap die je met je verhaal wilde formuleren. Ik denk na een bezoek aan een museum met niet al te oude kunstuitingen soms ook: dit ga ik ook doen. Dan gaat er iets prikkelen en eer ik het zelf goed door heb, ben ik bezig iets creatiefs te fabriceren, dat niet af komt omdat de vorm die ik in gedachten had weigert tevoorschijn te komen door mijn onprofessioneel geklungel.
Voor het vak van schrijver heb ik geen opleiding of cursus gevolgd. Ik ben enigszins autodidactisch aan het schrijven en typen begonnen en toen een paar lezers hun tevredenheid daarover uitten, ben ik maar doorgegaan. Ook aan schrijven gaan prikkelingen vooraf. Er is een voelbare drang. In tijden dat ik met ander en beter betaald werk bezig was, kon die drang enige tijd onderdrukt worden. Maar vreemd genoeg regelmatig op momenten dat diverse overleggen, dringende schoolse zaken, drukke familiebezigheden en wat dies meer zij mijn aandacht opeisten, gaf ik ook toe aan de schrijfdrang. Misschien ben ik een hogeketeldrukschrijver.
Ik nam in deze zomerperiode even de tijd om te mijmeren, liggend in een verstelbare tuinstoel, met een door mevrouw Grosthuizen gezond geachte zonnetje, tijdens een ‘nou ook eens even gezellig komen zitten, je kunt straks echt wel weer even naar binnen’ sessie.
Als ik nu schrijver zou zijn, wanneer en hoe was dat dan begonnen? Ik dacht direct aan de zesde klas op de St.Matthiasschool in Alkmaar. De opstelopdracht was een aantal malen achter elkaar vrij gelaten en ik koos er voor een vervolgverhaal te schrijven met de toen nog redelijk spannende titel Het Spookkasteel. Ik verhuisde in mei en kreeg het opstelschriftje niet mee. Nog een paar jaar had ik de stille hoop dat het schrift niet was weggegooid, maar nog ergens op school lag te wachten tot ik het zou komen ophalen.
Op de MULO deden we niet aan opstellen en een schoolkrant was er toen nog niet. Op de Kweekschool was er wel een schoolkrant en pas na een paar jaar leverde ik af en toe een verhaaltje
onder de schuilnaam Kéfas. Dit is de Hebreeuwse naam van Petrus. Op de Kweekschool kwam ik toevallig in contact een groepje leerlingen (we mochten ons in die tijd nog geen studenten noemen!) dat met cabaretvoorstellingen begon. Proberen heetten we toen en we hebben ons zelfs een aantal malen buiten de school laten inhuren om een avond humoristisch op te luisteren. Ik schreef teksten voor een aantal stukjes die we speelden. Ik ervoer daar voor het eerst dat men ons op die momenten beschouwde als uitzonderlijk. Thuis was ik nooit uitzonderlijk en diende ik met mijn praatjes mijn jongere broer en zusjes niet te verpesten. Ik had toen wel het plan opgevat een verhaal te schrijven over het fenomeen cultuurclash, zoals dat in de bijbel beschreven werd over de Toren van Babel. In de jaren daarna ben ik meerdere keren gestart met een verhaal over het ontstaan van de eerste steden, maar tot vandaag vond en vind ik dat ik er nog niet aan toe ben. Ik mis nog te veel bagage op historisch, psychologisch en antropologisch gebied. Ik heb tachtig bladzijden informatie en verhaalfragmenten geproduceerd en een allesomvattende grotelijnenschets. Ik twijfel nu of ik het project nog ooit zou willen afmaken.
Ik schrijf columns, naar het voorbeeld van Godfried Bomans, Jan Blokker en nog een paar schrijvers. Soms vliegt een column met een verbijsterende snelheid op mijn computerscherm. Soms zit ik uren te worstelen met het besef dat dit nou schrijven is. Ik heb een paar jeugdromans mogen laten uitgeven en mevrouw Grosthuizen spoort me met enige regelmaat aan de nu klaarliggende manuscripten van nieuwe verhalen nou eens eindelijk naar een uitgever te sturen.
Bij het ingaan van mijn pensioen heb ik een aantal mensen verteld dat ik blij was dat er nu meer tijd zou vrijkomen voor het schrijven. Tijd verdampt echter. Met een grotere snelheid dan mijn schrijfdrang. Ik ken niet echt een writers block. Daar ben ik nog te weinig schrijver voor. Kwam er maar weer eens wat meer druk op de ketel. (terug)
De ander en ik of gesprekken met een UFO 23 augustus 2014 Nu is het er toch van gekomen. Ongeveer 45 jaar geleden wilde ik deze werktitel gebruiken voor een alles verklarend verhaal over de samenleving. De bemanning van een UFO zou ik gebruiken om de nogal simpel klinkende, maar o zo veel geniale oplossingen ten einde onze onrustige wereldbevolking de zo broodnodige vredelievende kalmte bij te brengen. Om dit verhaal een tot volle wasdom gekomen uitstraling mee te geven, diende ik me iets degelijker voor te bereiden. Inzicht hoe mensen op elkaar reageren. Hoe wordt macht verkregen en op welke wijze gaat men daarmee om? Hoe ontstaan maatschappijveranderende bewegingen? Wat is de rol van religies en welke functie hebben politieke stromingen?
Met ver in het achterhoofd de hoop ooit goed voorbereid aan dit verhaal te kunnen bouwen mengde ik me in het maatschappelijke gebeuren. Ik zag van dichtbij schitterende voorbeelden tijdens bijeenkomsten van allerlei aard en verzamelde op die wijze de personages voor het verhaal. Ze zaten echt overal. In alle overleggen, in cursussen en werkgroepen, waarin of waaraan ik via werk of interesse heb deelgenomen ontdekte ik de verschillende rollen die men en ook ikzelf speelden. Bewust en onbewust gebruikte ik de mensen die ik daar in verschillende functies tegenkwam als studiemateriaal. Dankbare herinneringen heb ik aan personen die zich zo duidelijk manifesteerden, dat ik hen in nog te schrijven en in al geschreven verhalen kon gebruiken.
Ik denk dat het eerlijker is om iedereen te waarschuwen voor het feit dat hij/zij in alle interacties waar ik zicht op heb, ook geldt als studiemateriaal. Voor romans, maar zeker voor mijn columns. Onze lokale politici leveren daar elke week genoeg prachtig schrijfmateriaal voor op. Gretig slurp ik alles op wat nodig is om via stem, gebaren, gezichtsuitdrukking, zinsbouw en woordgebruik en natuurlijk ook inhoud anderen te beïnvloeden. Ik zeg er eerlijkheidshalve bij dat ik het geleerde ook gebruik om op mijn beurt anderen tot reacties aan te zetten.
Sinds enige maanden heeft mijn interesse in het politieke gebeuren geleid tot het bijwonen van raadsvergaderingen, opdat daar na afloop voor geïnteresseerde luisteraars en kijkers mooie samenvattingen of verduidelijkingen kunnen worden opgenomen. En ik beken het hier maar. Elke keer is voor mij een feestje. Ik kijk en luister naar onze politici. Naar hen die namens hun fractie het woord voeren, naar hen die gespecialiseerd zijn op een te behandelen gebied. Naar hen die alleen vanwege een stemmoment bij de vergadering zijn. Ik doe aan aapjes kijken, eerlijk gezegd. Gratis en voor zien van soms wel twee kopjes koffie. Ik heb er geen jaarkaart voor een dierentuin of een
Museumkaart voor nodig. Een apenrots met één hoge brede punt waar veel apen onder passen en diverse kleine piekjes. Er wordt een eeuwenoud spel gespeeld, met om de vier jaar een aantal nieuwe spelers. Niet elk aapje heeft precies door waar het zich op de rots bevindt. Ook in de gaten gehouden door eigen bloedgroepleden houden zij zelf voortdurend de gevaren voor hun eigen plekje in het oog. Heerlijk om te zien dat ook in de gedragingen in de raadzaal algemene groepsdynamiek te herkennen is.
Daar zit een aapje, net nieuw op de rots. Hij heeft al een tijdje langs de lijn mogen meespelen. Eigenlijk heeft hij nog maar net de tijd achter de rug dat hij tomaten gooide naar apen die al een tijdje op de rots vertoefden en nu loert hij zelf behoedzaam naar door anderen geworpen rode groente. Verderop troont een zeer oude aap. Een ouwe rot op de rots. Wat nors kijkend naar het jonge grut, dat nu al denkt dat het iets van politiek snapt. Soms met een wat weemoedige blik naar vervlogen en glorieuzere tijden, dan weer vergramd omdat de grote baas van de rots met zijn soms vermoeiende blijmoedigheid doet alsof er ook leven is buiten de rots. Of de wat wanhopig rondkijkende nieuwkomer op de rots, die moest ontdekken dat het er heel anders aan toe gaat en gelukkig begripvolle steun ondervindt van een oude apin, die vooral buiten de rots al zoveel ervaring opdeed, dat het gedoe op de rots grotendeels langs haar heen gaat. Je oog wordt zelfs ongewild getrokken naar de aap die zich niks aantrekt van het feit dat hij een kleine stam vertegenwoordigt. Hij maakt misbaar. Met grote gebaren en luid krijsend wijst hij naar de apen rond de rotspunt, die denken dat ze daar goed zitten vanwege goede onderlinge afspraken. Hij wijst op de zaken die niet goed geregeld zijn en gelukkig is een hoop niet goed geregeld. Hij doorbreekt daarvoor uitgekiend en verontwaardig momenten van noodzakelijke rust.
Vergis je niet. Ik aanschouw raads- en collegeleden met een liefdevol oog. Je zult maar zoveel voor de goede zaak overhebben dat je je gaat mengen in dit uitermate boeiende groepsgebeuren. Na eerst luidkeels te hebben geroepen dat je weet wat er gedaan moet worden, om vervolgens te ervaren hoe stroperig het proces is om het verschil te maken, zelfs tussen je eigen stamleden.
En kijk eens naar die smalle punt die iets buiten dat landschap duidelijk omhoog steekt en naar die oude dikbuikige aap die daar met een wijs gezicht toeschouwer zit te spelen. En kijk naar de pen en het opschrijfboekje in zijn handen. Zit hij daar om iedereen goed te kunnen zien of is dat om zelf goed gezien te kunnen worden? Zou deze aap ooit nog zover te krijgen zijn herinneringen op te halen aan vroegere ambities? Ik denk dat het, veilig afgezonderd op een piekje buiten het gewoel, bij hem zal blijven bij een inbeelding. Het zal er nooit van komen. Net als een UFO eigenlijk. (terug)
conference ‘Workshop verkiezingen voor PvdA-leden ’ 4 oktober 2013 Het Huis Verloren Beste mensen, Neem me niet kwalijk dat ik alles van een papiertje op lees. Ik ben geen echte cabaretier en ook geen doorgewinterde politicus. Mijn geheugen is niet zo sterk. Ik heb geen Alzheimer. Ik ben daar blij om. Als ik nou wel politicus was, dan zou het hebben van Alzheimer niet zo’n groot probleem zijn. Alzheimer is juist goed voor politici, dan kunnen ze makkelijker verkiezingsbeloften vergeten. Nou, deze grap deed het bij niet-politici heel wat beter!
Ik werd door jullie voorzitter Dolf van Dijk enthousiast uitgenodigd voor een feestje. Een feestje bij het openen van de verkiezingsstrijd. Mijn eerste gedachte was: wat een enorm gevoel voor humor heeft deze man! Hier zou ik dan bovenuit moeten zien te komen! Ik heb ja gezegd, omdat ik heel grote uitdagingen niet uit de weg ga. Ik dacht eerst: jongen, begin daar toch niet aan of: weet wat je op je hals haalt en dat wordt helemaal niks! Toen dacht ik: als je in de ellendige uitzichtloze situatie waarin de PvdA verkeert de ogen even wilt sluiten voor de deerniswekkende werkelijkheid en met elkaar de gezamenlijke moedeloosheid wilt ontstijgen, dan doe ik mijn best wel om er een paar grappen over te maken. Toch nam ik het besluit vandaag geen grappen te maken over de PvdA. Niet dat ik niet gauw te porren ben voor een portie galgenhumor. Ik voelde compassie met jullie en een sterke behoefte om jullie een hart onder de riem te steken. Jullie iets mee te geven waar je wat aan hebt. Opdat je, al is het maar een enkel ogenblik, het idee krijgt dat je niet met een heilloze klus bezig bent. Om je ook het gevoel te geven dat je de verkiezingen ziet als een uitdaging. Je staat voor een geweldige uitdaging. Landelijk staat de PvdA er zo slecht voor dat je serieus moet vrezen dat voor de komende verkiezingen ook in Hoorn alle kandidaten op de lijst alleen lijstduwer zullen blijken te zijn. Er mogen maximaal 50 mensen op de lijst staan. Als die allemaal op zichzelf stemmen heb je nog geen zetel in de raad. Het wordt dus zaak alle stemgerechtigde familieleden, vrienden en buren over te halen hun stem op jou uit te brengen. Dolf heeft bij het samenstellen van de lijst helaas verzuimd voor de kandidatenlijst uitsluitend mensen uit grote families in Hoorn te selecteren. Even een weetje tussendoor: bij alle partijen in Hoorn staan er mensen als lijstduwer op de lijst, behalve bij de SP. Die hebben geen lijstduwers. Daar ben je lijstdouwer. Ik weet dat hier ook mensen rondlopen van andere partijen. Misschien doet het je goed om dan te weten dat je hier, vanavond een keertje wel in de meerderheid bent! Geniet er maar even van.
Beste mensen, laat ik zeggen dat ik jullie bij voorbaat bewonder. Zonder enige terughoudendheid. Die bewondering slaat op de strijdlust, het niet versagen, het vasthouden aan idealen en het hebben van een fantastisch lichaamshouding: de rug recht en knieën zonder eeltplekken. Dat hebben jullie en dat is een van de weinig goede dingen die je hebt. Wat duidelijk is geworden, al ver voor deze 4e oktober, is dat er een moeizame strijd zal losbarsten in Hoorn en in de meeste gemeenten van ons land. Een strijd die slachtoffers zal vergen. Ook onder ons, hier aanwezig. Laten we niet onze ogen daarvoor sluiten! Maar weest allen verzekerd van de eerbied van hen die de komende strijd wel overleven. Allen die vallen zullen we blijvend gedenken. Jullie roemruchte strijd zal worden verteld in talloze verhalen die de geschiedenis zullen overleven. Zwaar zal het gevecht om de kiezer zijn en bij momenten hopeloos, maar schouder aan schouder zullen wij pal blijven staan. Samen in de strijd. Broeders en zusters die de komende maanden de kameraadschap zullen zien groeien in de tegenslagen en op de momenten dat overwinning aan de verre horizon gloort. En wat is een horizon? Dat is die lijn in de verte die je nooit zult bereiken.
Laten we elkaar niets wijs maken, broeders en zusters, het te betreden strijdperk is grillig. De vijand, ja, de vijand zal ons op onverwachte plekken opwachten. Niets is zo onvoorspelbaar als de strijd die ons te wachten staat. De strijd om de gunsten van de kiezer. Onze voorman in de komende strijd, voorzitter Dolf van Dijk heeft mij gevraagd vanavond toe te lichten waar de gevaren op de loer liggen en wat er tegen te doen is. Luistert dus goed en schroom niet na afloop verhelderende vragen te stellen over waar mijn toelichting voor jou te kort schoot.
Hoe ziet de vijand eruit, waar moeten we hem verwachten en op welke manier kunnen wij hem te lijf gaan? Allereerst iets over de kiezer. De kiezer, ik wil dat best een aantal malen herhalen, de kiezer is geen vijand. De kiezer is géén vijand! Tot de vijanden horen natuurlijk de andere partijen die hopen er met onze kiezers vandoor te gaan. Weest op uw hoede. Ook hier hebben zij hun spionnen rondlopen en zij zullen niet schromen met de wijze lessen die ik vanavond hoop te slijten hun eigen voordeel te doen. Wel is het noodzakelijk om te weten welke categorie kiezer we tegemoet zullen treden. Er zijn verschillende categorieën die elk een eigen benadering behoeven. Om te beginnen de categorie de werkman. Dat is een andere categorie dan de hardwerkende Nederlander. De werkman is onze categorie. De hardwerkende Nederlander is het doelwit van de VVD en haar zusterpartij de PVV. , maar we zullen ook hen proberen te paaien.
De werkman is een man, die een baan heeft en die tracht met het geld dat hij of zij daarmee krijgt, dagelijks de eindjes aan elkaar te knopen. Je benadert ze met: Beste werkman, (niet zeggen
werkvrouw! Dat zou een verkeerde reactie kunnen opwekken) Zeg ook maar niet beste werkman, maar beste meneer. Beste meneer, beste mevrouw, ik weet dat u keihard werkt en dat u keihard wordt gepakt door uw werkgever, door uw energiemaatschappij, uw ziektekostenverzekeraar, door de overheid, door uw provider en door bijna alle politieke partijen. Houdt dit rijtje goed in gedachten, je hebt het nodig! Beste meneer, je wordt belazerd waar je bij staat en dat moet anders! Het roer moet om! Geen loze beloften meer! Geloof niet in cadeautjes van politici! Die moet je altijd zelf betalen! U en ik meneer, mevrouw, trekken altijd aan het kortste end, maar dat kan veranderen. Dat heeft u zelf in de hand. Samen kunnen we een vuist maken tegen … en hier kun je diverse zaken noemen. Kijk eerst of de werkman aandachtig luistert. Als hij mee knikt, dan ga je een stapje verder. Bij onzekerheid even op voorzichtige wijze checken. Je vraagt: ben jij het in alles eens met Samsom? Zelfs als de ontkenning er wat schuchter uitkomt dan ga jij er meteen overheen met : Natuurlijk niet! We zijn toch niet gek? Samsom heeft zich laten inpakken en neem van mij aan dat we daar in Hoorn ab so luut niet blij mee zijn! Kijk hem of haar daarbij strak in de ogen. Daar moet verbetenheid uit stralen. Uiterst belangrijk detail, broeders en zusters. Ik stel voor dat we de verbeten blik even met elkaar gaan oefenen. Kijk je buurman of buurvrouw aan beide kanten even verbeten aan. Eerst links of eerst rechts. Dat maakt niet uit, we hebben vrijheid in dit land…. Ik zie nog steeds dat er broeders en zusters zijn die mij nog altijd aankijken. Ga me niet vertellen dat je je kompanen in de komende strijd geen blik waardig keurt. Kijk! Verbeten! Ik hoor gegrinnik, gelach, ik zie vrolijke gezichten. Verbetenheid mensen! Je wilt straks toch niet onvoorbereid de straat op? Oké, Oké, de boodschap is duidelijk. De geest van Troelstra is hartstikke dood hier in Hoorn. Ik denk dat Dolf er goed aan gedaan heeft mij hier vanavond uit te nodigen.
Even een noodzakelijke uitleg over de hardwerkende Nederlander. De hardwerkende Nederlander heeft een baan, hij of zij is rechts. Stemt stomweg op de partij die hem of haar de meeste centen gunt ná gedane arbeid. Hij stemt dus de partij die hem na het ontvangen van zijn loonzakje het minst wil bestelen. Onthoud: in die kringen is belasting betalen niks anders dan diefstal. Het verhaal dat het beste geloof vindt, is het verhaal dat links je alles wat maar een beetje leuk lijkt wil afpakken: grote flatscreen, onbeperkt internetten, roken en een alcoholische versnapering nuttigen, een ruime auto en lage benzineprijzen, porno op SBS 6, barbecueën en het stoken van houtblokken in open haard of vuurkorf, vliegreisjes naar zonnige oorden, een woonomgeving zonder moslims of Polen, Roemenen en Bulgaren. De PvdA heeft een slechte naam op alle vreugdebrengende terreinen. De PvdA is van oudsher de brenger van de realistische boodschap. Het leven is geen pretje en iedereen heeft daar in gelijke mate recht op. Gereformeerde politiek paste altijd goed bij de PvdA. Alleen bij de SP is dat erger.
Wat zeg je tegen een hardwerkende Nederlander? Je dient je te realiseren dat de hardwerkende Nederlander een onderbuikgestuurde afkeer heeft van alles dat riekt naar PvdA. Om überhaupt hun aandacht te trekken moeten we dus allerlei zaken uit de kast trekken, waarbij men zich helemaal niet kan voorstellen dat de PvdA er mee komt. We moeten daarin heel ver gaan. Op de Grote Noord, ter hoogte van de V&D bieden we een voorstelling aan van een pikant geklede paaldanseres. Ik wil je in overweging geven of wij daar onze lijsttrekster voor aantrekken. Het zal haar herkenbaarheid, ook buiten het besloten lokale politieke wereldje geweldig vergroten. De achtergrondleuze wordt dan: De PvdA wil u best meer laten zien. De PvdA brengt u graag in de juiste stemming! Flyers uitdelen met het opschrift: Ook nieuwsgierig naar 50 tinten rood?
Hoe pakken we de PVV-aanhang aan? Daar zit een hoop hardwerkende Nederlanders tussen. Eigenlijk iedereen die een afkeer heeft gekregen van de politiek. Mensen die politici beschouwen als zakkenvullers. Mensen met een diepgeworteld wantrouwen tegen iedereen die over de verdeling van de macht, de centen en het recht gaan. Bevestig alles wat zij zeggen. Geef ze in alles gelijk, ook al weet je dat de PvdA hun abjecte mening verafschuwt en wil bestrijden. Bestrijd hun mening niet! Echt nooit doen tijdens het veroveren van die verloren zielen. Het zijn verloren zielen, met een verloren verstand. Niet proberen! Niet aan beginnen! Het is dom stemvee. Klinkt hard, maar ontken het maar eens. De PVV weet dat al jaren en dankt er haar succes aan. Goed, dan nog iets waar je daarom nooit aan moet beginnen. Ga het niet hebben over cultuur. Nick en Simon: oké. Jan Smit: nou vooruit. Sterretje en Barbie: moet kunnen. André Hazes: allá. Tussen twee haakjes: begin ook nooit over Allah, behalve in waarschuwende zin. Niet doen in verkiezingstijd. Alleen wel natuurlijk wanneer je moslims tot stemvee wilt bekeren. Wanneer je een streng gelovige moslim ontwaart, ze zijn snel genoeg te herkennen, dan zou je iets vriendelijks kunnen zeggen, wat ze graag horen. Iets als: Ik hoop dat al uw kinderen maar snel martelaar mogen worden. Je kunt proberen ze over te halen met te beweren dat de PvdA bewust geen politici op de lijst heeft staan. Goed beschouwd is dat al jaren het geval, want wie verwacht nou een echte politicus in Hoorn? Zelfs in de Tweede Kamer zijn ze moeizaam met een lantaarntje te vinden. Wie wil er nou geregeerd worden door politici? Daar komt toch alleen maar ellende uit voort!
Er is nog een categorie kiezers die we binnen moeten halen. Het niet actieve deel van de samenleving. WAO’ers en AOW’ers. Ze worden al te grazen genomen door Den Haag en nou moeten ze ook nog vrijwilligerswerk doen. Spreek ze meteen aan op hun verantwoordelijkheidsgevoel. Je drukt zo’n rolstoelrijder een stapeltje folders in de hand met de opdracht: deel die eerst maar eens uit en dan zien we wel of we iets voor je zullen doen.
Of waarschuw ze voor de kraam van de VVD: kijk uit waar je rijdt, voor je het weet heb je een lekke band en denk maar niet dat ze je zullen helpen!
Een veel gestelde vraag is: helpt het wanneer ik mijn uiterlijk verander? Als je een vrouwelijke kandidaat bent, ben ik geneigd om te zeggen: doe maar, maar overdrijf niet. Wanneer mannelijke kiezers over de streep getrokken kunnen worden met de verlokking: stem op mij dan zul je de komende tijd nog meer van me zien, dan mogen we die mogelijkheid niet laten liggen. Mannelijke kandidaten dienen hier zeer terughoudend in te zijn. Laat niet plotseling je baard staan. De baard die men nu laat staan staat niet. Haal hem ook niet weg wanneer je ooit in de tijd van de jeugdpuistjes meende dat het wel nuttig was. Een baard maakt nog geen politicus. Jan, Piet, Joris… en Corneel! Die hebben baarden, maar die gaan de politiek niet in. Ze kijken wel uit! Ben je als man de 60 of zelfs de 50 gepasseerd, ga dan niet ineens je haar verven. Ten eerste ben je geen vrouw en wanneer de kiezer het idee krijgt dat je hem een loer wilt draaien door jezelf anders voor te doen dan je bent, dan verkrijg je veel moeizamer een vertrouwensbasis.
Mag je liegen? Nee. Liegen mag niet, maar je bent een grote sukkel als je dat niet doet. Lieg slim. Een liegvariant, zoals de Rutteleugen, is met enige oefening best uit te voeren. Gebruik hem op de markt, wanneer je de kiezer heel kort spreekt. Zo dadelijk delen we jullie op in drietallen en dan oefenen we dat even. Heeft iemand alvast een mooi voorbeeld van een goeie MarkRutteleugen? (Bij ja, de leugen aanhoren en daar commentaar op geven, zoals: volgens mij is dat geen leugen. Dat is gewoon zo. Of Dolf, noteer je die even? Bij nee: Zie je wel: oefenen is keihard nodig.) In de workshop straks zullen we de bruikbare leugens inventariseren en op een flip-over vastleggen en dan maken we er een praktische hand-out van. Ik zit alleen met die verrekte bezoekers van andere partijen. We moeten ook maar eens overleggen wie we van ons naar de andere partijen sturen om daar in hun keuken te kijken. Ik zie ze anders met al onze goeie ideeën mooie sier maken. Wat doe je wanneer men je confronteert met een leugen? Er zijn natuurlijk vaststaande uitdrukkingen, zoals: wij herkennen ons niet in uw verhaal. Kijk verbaasd, nee, dat gaan we nu niet oefenen, Dat kunnen we al heel goed. Dat deden we al veel te vaak, wanneer onze PvdA-ministers het weer eens zijn met een nieuw bezuinigingsvoorstel.
Mocht je tijdens gesprekken op de markt de volle lading van argwaan over je heen krijgen, zeg dan tegen de aanstaande kiezer: ik ben bang dat u zich vergist. Ik ben niet de fractievoorzitter van de VVD, die staat daar verderop. Of misschien nog beter: die stond daarnet nog verderop, maar die is ‘m snel naar huis gesmeerd toen iemand met uw verhaal bij hem kwam. Reacties op de landelijke en lokale politiek zijn belangrijk. Ik doe een paar suggesties.
De Joint Strike Fighter is allereerst iets wat de club van Rutte binnen wilden halen. De PvdA in Hoorn neemt in deze zaak een ferm standpunt in: Wij zullen niet toestaan dat ooit een JSF op Hoorns grondgebied mag landen! Over het CDA: hoe groter hun aantal zetels, des te hoger wordt weer hun belastingeis. Over D66: D66 wil meer geld uitgeven aan onderwijs. Zit u nog op school? Roger Tonnaer doet weer mee. Laat hem zijn gang gaan, dat kan ons later nog zeteluitbreiding opleveren.
Komen we bij de gunfactor. De kiezer gunt iemand iets, terwijl hij er helemaal niks van bakt. Je moet dan een beetje sneu zijn, je uiterste best doen en dan mislukken, of er absoluut niet bij passen, maar de belofte inhouden dat je aan zijn blunders dikke pret zult beleven. Je moet een Ruth Jacobiuitstraling hebben.
Ik ga naar het laatste onderdeel. Ik wil mijn wijze opmerkingen niet te lang laten duren, anders ben je het begin van deze les al weer vergeten. Ik zie dat eigenlijk iedereen te beroerd is geweest om meteen aantekeningen te maken. Dat maakt de komende strijd er niet veel hoopvoller op. Even over het laatste onderdeel. Het is heel goed om te weten dat jouw toehoorders je eerste woorden allang vergeten zijn wanneer je verhaal eindelijk gedaan is. Bewaar daarom de sterkste argumenten voor het einde van je gesprekken. Die kan men zich met een beetje geluk wel herinneren. Mijn laatste hoofdstuk gaat daarom over de verkiezingsleuzen. Dolf heeft mij gevraagd hierover mee te denken. En dat heb ik dan ook gedaan. Ik heb er een aantal bedacht en ik stel voor dat we die gezamenlijk beoordelen. Ik vraag jullie vooral hardop te reageren. Wanneer je het wel ziet zitten, maar het nog geen echte dijenkletser vindt dan hoor ik graag een reactie als ja hoor, kan best of Ja, dit gaat de goede kant op of mowàh, mowàh, moàh. (Even oefenen) De PvdA, goed voor u. ….
Je kunt ook heel enthousiast reageren. Dan zeg je iets als Jesus man, wat goed! Wie iets tegen Jesus heeft mag zich bij ons ook goed thuis voelen. Nee, ik bedoel: die kunnen ook zeggen Potverdrie! Potverdrie man! wat goed! Of luidkeels brullen: Ja , dit is het! (oefenen) Vijftig tinten rood: politiek is best lekker! ……
Het kan natuurlijk ook gebeuren dat je het helemaal niks vindt. Laat dat duidelijk weten. Overschreeuw gewoon degene die het wel een goede leus vindt. Roep: Waardeloos! Boe! Maak braakgeluiden! Ook dit moeten we even oefenen, zodat we straks geen misverstanden hebben. De PvdA, voor als u het ook niet meer ziet zitten…..
We gaan van start. Bent u tegen ons? Wij zijn ook tegen u! …… In deze participatiemaatschappij participeren wij even niet! …… PvdA, wel lokaal, maar geen dranklokaal! …….. PvdA: Komt allen tot mij. …… Het kan niet beroerder, dus kun je net zo goed PvdA stemmen. ……. Een tunnelvisie is ook een visie! ……. Zware storm op komst? Wij zijn uw zuidwester! ……. PvdA, omdat u ons kent! …… Hoorn verzuipt! Wij zijn uw reddingsvest. …….. Wij beloven niks dan weet je wat je krijgt! …….
Dolf, je merkt het : we zijn er helemaal klaar voor! Neem het maar weer over en probeer dit enthousiasme vast te houden!
(terug)