Raadsvoordracht
Onderwerp: Datum: Steller: Portefeuillehouder:
Afdekken financiële risico’s duurzaamheidsleningen 3 september 2013 W.P. Groeneveld R.P. Grondel
Gevraagde beslissing 1. Een bedrag van € 50.000 beschikbaar stellen ten laste van de algemene reserve voor het afdekken van financiële risico’s bij het verstrekken van duurzaamheidsleningen. 2. De Verordening duurzaamheidsleningen vaststellen.
Relevante achtergrondinformatie Voorgeschiedenis Op 30 juni 2000 is de gemeente een deelnemingsovereenkomst aangegaan met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) en is bij SVn een gemeenterekening geopend. Ten laste van de gemeenterekening bij SVn kunnen leningen worden verstrekt, waarbij sprake is van een revolverend fonds. Vanaf 2003 verstrekt de gemeente via SVn startersleningen voor de aankoop van woningen. Er kunnen via SVn ook duurzaamheidsleningen worden verstrekt aan eigenaren/bewoners die duurzame maatregelen treffen. Er moet dan een verordening duurzaamheidsleningen worden vastgesteld. Concrete aanleiding In het Actieplan energiebeleid 2013-2017 (raadsbesluit van 25 april 2013) is onder punt 4.5 als actie opgenomen: In 2013 zal worden nagegaan of de gemeente behulpzaam kan zijn bij het vinden en/of verstrekken van goedkope leningen aan bewoners voor het financieren van energie-investeringen, bijvoorbeeld door een revolverend fonds. Toelichting Inhoud van de voordracht Lage rente Een gemeentelijke duurzaamheidslening kent een zeer laag rentepercentage. Op 29 juli 2013 bedroeg de rente 1,6 of 2,3% (rentepercentage is afhankelijk van bedrag, looptijd en marktrente). Voor een eigenaar/bewoner zonder eigen geld is de duurzaamheidslening een zeer gunstige financieringsmogelijkheid ten opzichte van andere mogelijke leningen. De hypotheekrente bedraagt circa 4 tot 4,5% bij 10 jaar vast met Nationale Hypotheek Garantie. Voor persoonlijke leningen en doorlopende kredieten bedraagt de rente globaal 6 tot 7%. Speciale eco leningen voor investeringen in energiebesparing en het opwekken van duurzame energie zijn nauwelijks goedkoper: 5,5 tot 6,5 % rente. Noodzaak duurzaamheidslening Het treffen van duurzaamheidsmaatregelen aan een woning zorgt voor energiebesparing, verlaging van de woonlasten en extra werkgelegenheid. 1
De duurzaamheidslening kent een ondergrens van € 2.500. Om boven dit bedrag te komen, moeten in de regel meerdere maatregelen worden getroffen (bij tusseneengezinswoningen meer dan bijvoorbeeld alleen spouwmuur- en vloerisolatie). Nagegaan is hoeveel huishoudens, die maatregelen hebben getroffen met subsidie duurzame energiepakket in de periode 2008-2013, in aanmerking hadden kunnen komen voor een duurzaamheidslening als die er was geweest. Van de 119 huishoudens zijn dat er maar vier zeker en twee onzeker, gegeven de ondergrens van € 2.500. Bij de in 2013 gehouden collectieve inkoopactie ‘samen zonne-energie’ hebben de meeste huishoudens acht tot tien PV-panelen aangeschaft voor een bedrag van € 3.044 tot € 3.741. De jaarlijkse opbrengst bedraagt dan € 396 tot € 445 (1.800 tot 2.250 kWh). In Diemen gaat het om 67 huishoudens die tot aankoop zijn overgegaan. Het is het meest voordelig om hiervoor spaargeld te gebruiken. Gelet op het bovenstaande bestaat de verwachting dat de duurzaamheidslening met name gebruikt zal worden voor de aanschaf van PV-panelen, eventueel gecombineerd met één isolatiemaatregel. Hierdoor zal een maximum leenbedrag van € 5.000 in de meeste gevallen volstaan. Wie voor een hoger bedrag wil investeren, zal deels op andere wijze in de financiering moeten voorzien. Het is de bedoeling om eind 2013 te starten met een project gericht op energiebesparing bij eigenaren/bewoners. In dat kader zullen huishoudens worden verleid om DE-maatregelen te laten uitvoeren (naast het hoofddoel isolatie gaat het daarbij ook om PV-panelen). Naar verwachting start eind 2013 voor de derde keer een collectieve inkoopactie ‘samen zonneenergie’ Het aanbieden van een duurzaamheidslening kan voor huishoudens met onvoldoende spaargeld een nuttig instrument zijn (het laatste zetje). Het is onduidelijk hoe groot de doelgroep is die thans niet beschikt over financiering voor duurzaamheidsmaatregelen. Het verstrekken van duurzaamheidsleningen, zonder (noemenswaardige) kosten voor de gemeente, kan een grote stimulans betekenen. Nadere informatie duurzaamheidslening De gemeente beslist of en voor welk bedrag een duurzaamheidslening wordt verstrekt. SVn zorgt voor de krediettoets, gaat een overeenkomst aan met de eigenaar/bewoner en zorgt voor de financiële administratie. Een gemeentelijke duurzaamheidslening via SVn geeft een rentekorting van 3% op de toetsrente van SVn. De toetsrente bedraagt op 29 juli 2013: • 4,6% bij een lening van € 2.500 tot € 7.500 en een aflossing in 10 jaar; • 5,3% bij een lening van € 7.500 tot € 25.000 en een aflossing in 15 jaar. De te betalen rente bedraagt op 29 juli 2013 dus 1,6% of 2,3%. Hiernaast dient 2% afsluitkosten te worden betaald en eventuele hypothecaire kosten. De gemeente mag het minimum van € 2.500 verhogen en/of het maximum van € 25.000 verlagen (het minimum verlagen of het maximum verhogen mag niet). De duurzaamheidslening is een annuïteitenlening. De gemeente kan bepalen dat altijd in tien jaar moet worden afgelost. Vervroegde aflossing is te allen tijde boetevrij toegestaan. Bij verkoop van de woning moet de restantschuld in z’n geheel worden afgelost. Van de lening wordt een onderhandse of notariële akte opgemaakt. Er is geen hypothecaire zekerheid noodzakelijk. De gemeente mag hiervan afwijken door extra zekerheid te verlangen. Dit brengt naar verhouding tot het leenbedrag echter veel kosten met zich mee (notaris circa € 450, kadaster circa € 120, eventueel Nationale Hypotheek Garantie (NHG) 0,7% van de lening). Bij de duurzaamheidslening vindt in alle gevallen een krediettoets plaats bij het Bureau Kredietregistratie aangevuld met een draagkrachttoetsing. Over de eerste € 8.000 vindt, conform de werkwijze van de NHG, een beperkte krediettoets plaats (bij de inkomenstoets wordt dit deel van de financiering buiten beschouwing gelaten, omdat tegenover de kosten van de investering in energiebesparende maatregelingen en/of opwekking van duurzame energie een energielastenverlaging staat). De gemeente mag bepalen welke energiemaatregelen wel of niet in aanmerking komen voor de duurzaamheidslening. 2
Argumenten en keuzemogelijkheden Uit het bovenstaande blijkt dat de gemeente veel beleidsvrijheid (keuzemogelijkheden) heeft. Binnen de door SVn aangegeven grenzen mogen gemeenten zelf in een verordening de (aanvullende) voorwaarden stellen. De gemeente Diemen vindt het van belang: A. om burgers te ontlasten bij het aanvragen en verkrijgen van de lening; B. om de risico’s die de gemeente loopt (terugbetaling van de lening) te beperken; C. dat de leningen worden gebruikt voor energie-investeringen waarvan de kosten in goede verhouding staan tot de opbrengsten (redelijke terugverdientermijnen). In de verordening wordt de gemeentelijke beleidsvrijheid ingevuld zoals in onderstaand schema is aangegeven. nr. 1
2
3 4 5
6
7
te stellen voorwaarde Minimum leenbedrag is € 2.500. Maximum leenbedrag is € 5.000 in plaats van € 25.000. Aflossing vindt plaats binnen tien jaar. Op 29 juli 2013 bedraagt de te betalen annuïteit daardoor minimaal circa € 22 tot maximaal circa € 45 per maand. Doelgroep: eigenaar/bewoner. Bij een Vereniging van Eigenaren (VvE) is sprake van maximaal drie leden (gesplitste laagbouwwoning). Onderhandse acte zonder hypothecaire zekerheid. De woning is (op)geleverd en is voor permanente bewoning bedoeld. De volgende maatregelen komen altijd voor een lening in aanmerking: spouwmuurisolatie; vloerisolatie; paneelisolatie; dakisolatie; HR++glas ter vervanging van enkel glas; verticale douchewater warmteterugwinning; PV-panelen. Andere maatregelen komen voor een lening in aanmerking indien er een energieprestatieadvies (EPA) is opgesteld, waaruit blijkt dat de maatregel een terugverdientermijn heeft van maximaal 15 jaar bij een te verwachten (resterende) levensduur van tenminste 25 jaar. De kosten van het EPA mogen worden meegefinancierd. Bij de onder punt 5 en 6 genoemde maatregelen moet worden voldaan aan de provinciale eisen (zoals isolatiewaarden) die gelden voor het verkrijgen van subsidie duurzame energiepakket (DE).
motivatie voor het stellen van de voorwaarde Bedrag is in de regel voldoende. Eenvoudige aanvraagprocedure en krediettoets. Risico voor de gemeente beperkt. Tegenover de te betalen annuïteit staat een directe besparing op energielasten van in beginsel gelijke omvang of hoger.
Voor grotere VvE’s vindt in 2014 nader onderzoek plaats naar de behoefte aan gemeentelijke ondersteuning. Beperken onnodige kosten voor de aanvrager. Bewoners van nieuwbouwwoningen kunnen dan meteen PV-panelen plaatsen. De gemiddelde terugverdientermijnen zijn: - spouwmuurisolatie: 3-4 jaar; - PV-panelen: 8-9 jaar; - overige genoemde maatregelen: 7-10 jaar.
Een EPA kost € 200 tot € 450 mede afhankelijk van de grootte van de woning. In een EPA wordt rekening gehouden met woning- en huishoudenkenmerken (grootte en energiegedrag). Door de eis van 15 jaar komt een zonneboiler niet in aanmerking voor een lening. Deze heeft een terugverdientermijn vanaf circa 18 jaar (goedkoopste boiler bij een woningbezetting van vier personen). De levensduur van een zonneboiler bedraagt zo’n 15-25 jaar. Naast de lening kan de aanvrager ook subsidie DE krijgen voor de onder punt 5 genoemde maatregelen, behalve voor PV-panelen. DEsubsidie is ook mogelijk voor isolatie massieve muur en horizontale douchewater warmteterugwinning (mogelijke maatregelen onder punt 6). 3
Gevolgen en risico’s Financieel Net als bij de startersleningen gaat het verstrekken van duurzaamheidsleningen via een gemeenterekening bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Dit komt erop neer, dat de gemeente geld uitleent aan SVn. Ten laste van de gemeenterekening verstrekt SVn duurzaamheidsleningen, waarbij sprake is van een revolverend fonds. Rente en aflossing worden op de gemeenterekening gestort, waardoor in de toekomst steeds budgetruimte ontstaat om nieuwe duurzaamheidsleningen te verstrekken. De kosten van de beheervergoeding (maximaal € 500 per jaar) en eventuele verschillen in rentelasten en rentebaten worden verrekend ten laste of ten gunste van de gemeenterekening (het revolverend fonds). Het risico bestaat dat leningen niet (geheel) worden afgelost. Dit risico wordt in eerste instantie gedekt uit de lopende begroting. Zo nodig wordt het revolverend fonds aangevuld vanuit de lopende begroting (milieubudget). Mocht dekking uit de lopende begroting niet mogelijk zijn, dan wordt het gevraagde budget van € 50.000 aangewend. Juridisch Indien de woning is verkocht, moet de duurzaamheidslening ineens worden afgelost. Omdat sprake is van een onderhandse lening zal verkoop niet altijd (direct) bij SVn bekend zijn. Andere risico’s? N.v.t. Wat merkt de burger van de te nemen beslissing? Eigenaren/bewoners zonder voldoende spaargeld kunnen ook energiemaatregelen treffen die zich op redelijke termijn terugverdienen en zo de woonlasten (op termijn) verlagen. Opmerkingen over de uitvoering Communicatie De mogelijkheid om een duurzaamheidslening aan te vragen wordt op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt (Diemen Info, DiemerNieuws en gemeentelijke website). Bijlagen N.v.t.
Burgemeester en wethouders van Diemen, de secretaris, J.D. de Kort
de burgemeester, mw. drs. A.E. Koopmanschap
4
Raadsbesluit
Onderwerp: 13-54
Afdekken financiële risico’s duurzaamheidsleningen
De gemeenteraad van Diemen in vergadering bijeen, Gelet op de voordracht van het college d.d. 3 september 2013,
Besluit Een bedrag van € 50.000 beschikbaar stellen ten laste van de algemene reserve voor het afdekken van financiële risico’s bij het verstrekken van duurzaamheidsleningen.
Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 17 oktober 2013,
De voorzitter,
De griffier,
5
Raadsbesluit
Onderwerp:
Verordening duurzaamheidsleningen
De gemeenteraad van Diemen in vergadering bijeen, Gelet op de voordracht van het college d.d. 3 september 2013, Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet, Besluit Vast te stellen de navolgende Verordening duurzaamheidsleningen. Artikel 1 Begrippen Deze verordening verstaat onder: a. aanvrager: een eigenaar/bewoner, die een aanvraag voor een duurzaamheidslening doet; bij twee of meer eigenaren gelden de gezamenlijke eigenaren als ‘aanvrager’; b. bestaande woning: een woning die is (op)geleverd aan de eigenaar/bewoner op het moment van of voorafgaand aan de indiening van een aanvraag om een duurzaamheidslening op grond van deze verordening; c. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen; d. duurzaamheidslening: een lening die, na toewijzing door het college, door SVn kan worden verstrekt aan aanvrager ten behoeve van de financiering van de door het college aanvaarde werkelijke kosten van duurzaamheidsmaatregelen, die worden getroffen in de woning van aanvrager; e. duurzaamheidsmaatregelen: energiebesparende en/of duurzame maatregelen en voorzieningen als bedoeld in artikel 7 die door een deskundig vakbedrijf worden gerealiseerd (maatregelen waarbij geheel of gedeeltelijk sprake is van doe-het-zelf komen niet in aanmerking); f. eigenaar/bewoner: een natuurlijk persoon die het volledige eigendomsrecht (waaronder begrepen erfpachtrecht) van de woning bezit en aldaar zijn hoofdverblijf heeft en op het betreffende adres staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie; g. werkelijke kosten: 1. de door een deskundig vakbedrijf, voor zover noodzakelijk voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen, in rekening te brengen kosten voor arbeidsuren, materialen en BTW, verminderd met de van derden ontvangen of nog te ontvangen tegemoetkomingen (subsidies) in deze kosten; 2. de kosten van een EPAmaatwerkadvies; 3. de afsluitkosten van de duurzaamheidslening; h. SVn: stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten, gevestigd te Hoevelaken. Artikel 2 Toepassingsbereik Deze verordening is uitsluitend van toepassing op eigenaren/bewoners van bestaande 6
woningen in de gemeente Diemen. Indien sprake is van meerdere woningen in één gebouw dat in een splitsing is betrokken en waarvoor een Vereniging van Eigenaren in het leven is geroepen, dan bedraagt het aantal appartementsrechten / zelfstandige woningen in dat gebouw maximaal drie. Artikel 3 Budget Sprake is van een revolverend fonds voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen waaraan vooralsnog geen maximum budget is toegekend. Het college kan besluiten een maximum budget vast te stellen. Artikel 4 Deelnemingsovereenkomst Op deze verordening is van toepassing de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Diemen en SVn d.d. 30 juni 2000, waarin ondermeer de financiële verhouding tussen de gemeente en SVn is geregeld. Artikel 5 Bevoegdheid college 1. Het college is bevoegd om, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening, een duurzaamheidslening toe te kennen. 2. Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. 3. Het college kan aan een toewijzingsbesluit nadere voorwaarden verbinden. Artikel 6 Beleidsdoelen Het college besluit een aanvrager een duurzaamheidslening toe te kennen, indien uit de aanvraag blijkt dat met het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen aantoonbaar wordt bijgedragen aan een of meer van de hiernavolgende beleidsdoelen: a. een beperking van de energievraag, dan wel een vermindering van CO2 uitstoot; b. het verhogen van het aandeel duurzame energiebronnen in de energievoorziening van de woning van aanvrager. Artikel 7 Duurzaamheidsmaatregelen Tot de duurzaamheidsmaatregelen worden gerekend: a. PV-systeem: panelen, omvormer, montagematerialen, ballast plat dak, aanpassing meterkast, opbrengstmeter, andere noodzakelijke werkzaamheden en materialen; b. spouwmuurisolatie met een isolatiewaarde groter of gelijk aan 1,3; c. dakisolatie met een isolatiewaarde groter of gelijk aan 2,5; d. vloerisolatie met een isolatiewaarde groter of gelijk aan 2,5 (bodemisolatie door bijvoorbeeld de kruipruimte op te vullen met korrels valt hier niet onder); e. paneelisolatie met een isolatiewaarde groter of gelijk aan 2,5; het gaat hierbij om nietsteenachtige en niet-glasachtige geveldelen, zoals: dakkapellen; borstweringen; panelen tussen de raampartij van de begane grond en de bovenverdieping; f. HR++-glas met een isolatiewaarde kleiner of gelijk aan 1,2 ter vervanging van enkel glas: verwijderen enkel glas, kosten en plaatsen isolatie glas, bestaande kozijnen aanpassen (hieronder valt niet het vervangen van bestaand dubbel glas of bestaande kozijnen); g. verticale douchewater warmteterugwinning; wordt toegepast in woningen bestaande uit tenminste twee bouwlagen; h. maatregelen die op grond van een EPA-maatwerkadvies een terugverdientermijn hebben van maximaal 15 jaar bij een te verwachten (resterende) levensduur van tenminste 25 jaar (in beginsel valt hierdoor een zonneboiler af). Het college kan in bijzondere omstandigheden de lijst van duurzaamheidsmaatregelen uitbreiden en/of inkorten. Artikel 8 Aanvraag Een aanvraag voor een duurzaamheidslening wordt schriftelijk bij het college ingediend op een door de gemeente beschikbaar gesteld formulier onder opgave van: 7
1. 2.
3.
de te treffen duurzaamheidsmaatregelen, met de vermelding of ook subsidie is of wordt aangevraagd; per maatregel een kopie van een offerte van een deskundig vakbedrijf, waarin de te treffen duurzaamheidmaatregel voldoende gespecificeerd is beschreven (indien van toepassing opgave van oppervlakte en isolatiewaarde) en de kosten voldoende zijn gespecificeerd (tenminste een splitsing in materiaalkosten, arbeidskosten en BTW); een planning van de uitvoering van de werkzaamheden.
Artikel 9 Procedure aanvraag en toewijzing Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag binnen twee weken. 1. Indien de aanvraag niet alle gegevens bevat die het college voor het nemen van een beslissing noodzakelijk acht, stelt het college aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen een termijn van vier weken te completeren. 2. Indien de aanvraag niet binnen de aangegeven termijn is gecompleteerd, verklaart het college de aanvraag niet ontvankelijk. 3. Het college handelt aanvragen in volgorde van binnenkomst af. 4. Het college neemt binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag, dan wel na het compleet worden daarvan, een beslissing en deelt die middels een toewijzingsbesluit mee aan aanvrager. Artikel 10 Afwijzen aanvraag Het college wijst een aanvraag af, indien: 1. het budget niet toereikend is om de aanvraag te honoreren; of 2. de werkelijke kosten op basis van de offertes naar zijn oordeel niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat; of 3. de werkelijke kosten op basis van de offertes na aftrek van eventuele subsidies minder bedragen dan € 2.500; of 4. de aanvraag is ingediend ná het treffen van de duurzaamheidsmaatregelen; of 5. naar zijn oordeel gegronde redenen bestaan om aan te nemen dan wel vastgesteld wordt, dat niet aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening wordt of zal worden voldaan. Artikel 11 Krediettoets, verstrekken en beheer duurzaamheidslening 1. De toewijzing van een duurzaamheidslening geschiedt onder voorbehoud van een
positieve krediettoets van SVn. 2. SVn verstrekt en beheert een toegewezen duurzaamheidslening.
Artikel 12 Voorwaarden SVn Op een duurzaamheidslening zijn van toepassing: ‘Algemene bepalingen voor geldleningen’, ‘Productspecificaties Duurzaamheidslening’, ‘Procedures Duurzaamheidslening’, ‘Uitvoeringsregels Duurzaamheidslening’, ‘Productspecificaties Bouwkrediet’ en ‘Toelichting op een SVn Financieringsplan’, zoals die op het moment van toewijzing zijn opgenomen in de dan geldende SVn Informatiemap, die deel uitmaakt van de Deelnemingsovereenkomst tussen gemeente Diemen en SVn. Artikel 13 Kenmerken duurzaamheidslening 1. De hoofdsom van de door het college toegewezen duurzaamheidslening is in beginsel gelijk aan het bedrag van de door het college aanvaarde werkelijke kosten of basis van offertes. 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de hoofdsom van de duurzaamheidslening niet minder dan € 2.500 en niet meer dan € 5.000 (inclusief BTW). 3. Van de lening wordt een onderhandse akte opgemaakt. Artikel 14 Bouwkrediet Een duurzaamheidslening komt via een bouwkrediet van SVn tot uitbetaling op basis van facturen, die verband houden met de aanvaarde werkelijke kosten op basis van offertes. 8
Artikel 15 Hardheidsclausule In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van deze verordening, indien strikte toepassing van één of meer bepalingen leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 16 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 15 november 2013.
Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 7 november 2013,
De voorzitter,
De griffier,
9