PROVINCIE: Oost-Vlaanderen BRANDWEER: Merelbeke DATUM INSPECTIE: 29.11.07 NIS-NUMMER: 44043
Willems D. Inspecteur
Dit verslag van het inspectiebezoek uitgevoerd door de brandweerinspectie, ressorterende onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, in uitvoering van artikel 9, § 2 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, is gebaseerd op een vooraf ingevulde vragenlijst, evenals op nazicht van documenten en administratieve bescheiden ter plaatse en op kantoor. De waarnemingen en de gesprekken van de inspecteur(s) geven aanleiding tot opmerkingen, die geformuleerd worden na de deelrubrieken. Bij de inspectie op 29.11.07 zijn volgende personen aanwezig: De heer Eric De Rieck, kapitein-dienstchef
ORGANISATIE 1.
Korpstype Z vrijwillig
2.
Beschermde gemeente(n) Merelbeke Oosterzele Melle (autonoom korps)
3.
4.
oppervlakte (ha) 3.665 4.312 1.521
Hoofdkazerne
-
Adres: Kloosterstraat 28, 9820 Merelbeke Telefoon Oproepnummer: 09/210.59.80, 100/112 Administratief nr.: 09/210.59.81 Fax nr.: 09/210.59.89 E-mailadres brandweer:
[email protected]
-
Voorpost(en): -
Organisatie hulpverlening
Korps ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
5.
aantal inwoners 22.423 13.194 10.660
Afstand(km) 10 21 12 6 34
X: Gent Y: Oudenaarde Z: Gavere C: Melle CB: Liedekerke
Overeenkomsten met andere gemeenten als gevolg van artikel 20 van het koninklijk besluit van 8.11.1967, met uitwerking buiten de hulpverleningszone? Neen
6.
Het brandweerkorps is ingedeeld in de hulpverleningszone? Oost-Vlaanderen (4): “Zone Centrum”
2
PERSONEEL 1.
Officier-dienstchef
¾ naam: Eric De Rieck ¾ adres: Tuinwijk Jan Verhaegen 9, 9820 Merelbeke ¾ telefoon: 0475/47.88.02 2.
Korpssecretaris
¾ naam: Willy Botte ¾ adres: St. Elooistraat 19, 9820 Merelbeke ¾ telefoon: 0475/57.94.96 3.
Personeelsbestand
graad
kapitein luitenant
beroepspersoneel grondin dienst wettelijk reglement minimum (kb 8.11.67) 1
wettelijk minimum (kb 8.11.67) 1
in dienst
1
1
2
onderluitenant
2¹
adjudant
2
1 3
sergeant majoor eerste sergeant
1 2
1
3
1
7 48
7 48
5 35
1
1
1
65
66
45²
3
sergeant korporaal brandweerman officier – geneesheer totaal
vrijwilligers grondreglement
1 1
1
1
1
3²
2²
(¹) Er is in een bijkomende plaats van officier voorzien die vervalt als een van de huidig ingenomen plaatsen van officier vrijkomt (²) Bovenop bovenstaand personeelskader, voorziet het grondreglement in 15 vrijwillige betrekkingen van ‘verplegend personeel’ voor de ambulancedienst en in 1 voltijds administratief bediende. Die plaatsen zijn volledig ingevuld.
3
Opkomst bij interventies (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren? Buiten de kantooruren?
20% 30%
5.
Opkomst bij oefeningen (vrijwilligers):
50%
6.
Specifieke taakverdeling officieren doorgevoerd?
7.
Verstandhouding (volgens dienstchef)
4.
n
Niet goed
8.
Gemiddelde leeftijd van het operationele personeel (bij benadering): 40 jaar (brandweer) 36 jaar (ambulance)
Aantal operationele damespersoneelsleden?
0
10.
Aantal beroepsbrandweerlieden?
2
11.
Worden alle vrijwilligers jaarlijks medisch gekeurd?
9.
O ⇒ ⇒
⇒ ⇒
j
PMERKINGEN
Het personeelseffectief van brandweer Merelbeke voldoet niet aan het wettelijk minimum, zoals vastgesteld in bijlage 1 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand. Daarbij dient wel opgemerkt dat er een aanvullend kader is van 15 ambulanciers (die echter niet functioneren als brandweerman). In het bijzonder de bevorderingsgraden zijn onvoldoende ingevuld. Twee onderofficieren volstaan niet voor een gewestelijk groepscentrum dat ruim 35.000 inwoners beschermt. Het is dan ook aangewezen om het personeelseffectief verder te vervolledigen, conform aan wat in het grondreglement is vooropgesteld. De aandacht wordt er op gevestigd dat er tijdig dient te worden geanticipeerd op de opvolging van de officier-dienstchef door de aanwerving van een beroepsofficier. Hij of zij moet immers voldoende tijd hebben om zich terdege te kunnen inwerken. Een van de graden van vrijwillig officier in het personeelskader, kan dan uitdovend worden gemaakt.
4
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS 1.
Grondreglement: gemeenteraadsbeslissing d.d. 08.10.02
2.
Huishoudelijk reglement: gemeenteraadsbeslissing d.d. ? (datum niet opgegeven)
3.
Verzekeringen
POLIS B.A. verzekeringspolis Arbeidsongevallen 1. beroepspersoneel 2. vrijwilligers Voertuigenverzekering Overlijdensverzekering
4.
Retributiereglement
5.
Administratieve stukken
NUMMER
MAATSCHAPPIJ
6.100.185
Ethias
? j j j ?
diverse polissen
j
• Dienstnemingscontracten? Nagezien van: Donald De Bock (onderluitenant)
j
Geert Devos (brandweerman)
• Register hulpoproepen?
j
• Aanwezigheids - en prestatieregister?
j
• Inschrijvingsregister + persoonlijke dossiers?
De gegevens nagezien van Tony Cools (brandweerman) ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
identiteit, burgerlijke staat? gezinssituatie: (bij ongeval te verwittigen personen)? bloedgroep? nummer van inschrijving? aanduidingen dringende terugroeping? persoonlijke steekkaart (gevaarlijke stoffen, besmetting)?
•• Inventarissen? Materieel? Verbruiksgoederen? Interventiekledij?
j j j j j n
j j j
O
PMERKINGEN
5
Grondreglement
⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
Het grondreglement wijkt op verschillende punten af van het modelreglement voor de organisatie van een gemeentelijke vrijwilligersbrandweer, bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971. Een grondig nazicht van het grondreglement is niet het opzet van dit verslag, de aandacht wordt evenwel gevestigd op volgende zaken. Let wel: deze opmerkingen zijn geenszins exhaustief. Artikel 8 werd opgeheven bij artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991. De aanwervingsvereisten onder artikel 12 horen thuis onder artikel 9 (beroepspersoneel) en artikel 10 (vrijwillig personeel). Artikel 16 werd gewijzigd bij artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991. In artikel 21 is “Legt de betrokkene zijn ambt neer onder de voorwaarden bepaald in artikel 9, dan wordt door de benoemende overheid ontslag van ambtswege uitgesproken” een verwarrende vertaling van de Franse tekst: “Lorsque l’intéressé cesse de remplir une des conditions fixées à l’article 9, la démission d’office est pronocée par l’autorité qui exerce le pouvoir.” De tekst mag als volgt worden gewijzigd: “Wanneer de betrokkene niet meer voldoet aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 9, dan wordt door de benoemende overheid het ontslag van ambtswege uitgesproken.” In artikel 23 werd een punt toegevoegd (5°, d) dat niet conform is aan het modelreglement en eerder thuishoort in het reglement van orde. In artikel 45 en artikel 55 werd een bepaling ingelast over vergoedingen. Alle vergoedingen van het vrijwlligerspersoneel horen echter thuis onder artikel 41. Artikel 61 van de bijlagen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van de gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten, werd initieel als een overgangsbepaling geconcipieerd en diende om de rechten van de in dienst zijnde personeelsleden te beschermen tegen de belangrijke wijzigingen die toen werden doorgevoerd op het vlak van de organisatie van de brandweer. Dit artikel dient bijgevolg te worden geïnterpreteerd als een éénmalige overgangsbepaling en kan niet systematisch en blijvend worden toegepast. Volgende tekst kan de tekst van artikel 61 vervangen: “De bepalingen van dit reglement mogen in geen geval tot gevolg hebben enig nadeel te berokkenen aan de personeelsleden die op de datum waarop het organiek reglement opgemaakt in toepassing van het koninklijk besluit van 6 mei 1971 voor de eerste maal van kracht werd.”
Huishoudelijk reglement ⇒ ⇒ Het huishoudelijk reglement (reglement van orde) van brandweer Merelbeke is toe aan een actualisering. Zeker gezien de huidige situatie (ondermaatse aanwezigheden) kan een eigentijdse herziening van het reglement van orde een middel zijn om de werking van de brandweer en de rechten en plichten van alle leden te verduidelijken en te formaliseren. Dienstnemingscontracten ⇒ ⇒ Voor de officieren-vrijwilligers dient bij effectieve aanwerving een contract van onbepaalde duur te worden opgemaakt, naar analogie met artikel 37 van het koninklijk besluit van 19 april 1999 tot vaststelling van de geschiktheids- en bekwaamheidscriteria alsmede van de benoembaarheidsen bevorderingsvoorwaarden voor de officieren van de openbare brandweerdiensten. Gelieve de contracten in die zin te vernieuwen. ⇒ Artikelen 9 en 10 van het grondreglement van brandweer Merelbeke ⇒ bevatten een woonplaatsverplichting voor het beroeps- en vrijwillig
6
⇒ ⇒
Verzekeringen
⇒ ⇒
brandweerpersoneel. De omzendbrief van 28 mei 2004 verduidelijkt de toelaatbaarheid van de woonplaatsverplichting voor de brandweer en stelt dat, telkens wanneer een woonplaatsverplichting aan een brandweerlid wordt opgelegd, die verplichting in het benoemingsbesluit of in het dienstnemingscontract dient te worden gemotiveerd. De omzendbrief geeft eveneens een voorbeeld van een formulering. Indien de dienstnemingscontracten geen clausule voor stilzwijgende vernieuwing bevatten, dienen ze tijdig te worden vernieuwd. De verzekeringspolissen waarnaar wordt verwezen in artikel 55 en 55bis van het grondreglement, konden tijdens de inspectie niet worden nagezien. Gelieve te verifiëren of de wettelijke verplichte minimumbedragen worden gerespecteerd. Hoewel het aangewezen kan zijn dat een gemeentelijk ambtenaar instaat voor de coördinatie van de polissen, dienen er in ieder geval geactualiseerde afschriften ter beschikking te zijn in de kazerne. Bij het tekenen van het dienstnemingscontract voor de duur van de stage, en bij effectieve indienstneming, ontvangen de ledenvrijwilligers immers een uitreksel uit de polis arbeidsongevallen en overlijdensverzekering.
INTERVENTIES EN OEFENINGEN 1.
Aantal interventies - beknopte statistiek 2006 branden dringende medische hulpverlening andere interventies totaal
2.
19
2007 tot op heden 49
607
-
313 939
410 -
Oefeningen
Aantal voorziene uren op jaarbasis (individueel)? 48 uur (12 algemene oefeningen + 12 tussentijdse oefeningen)
Waar? In/bij de kazerne of op locatie
Wanneer? Algemene oefeningen: elke derde donderdag van de maandag Tussentijdse oefeningen: elke maandag, telkens voor een peloton (2 secties)
Welke maatregelen worden er genomen tegen ongeoorloofde afwezigheden?
7
Functioneringsgesprek
Mogelijkheden tot sportbeoefening? j Wordt er op jaarbasis voldoende aandacht besteed aan adembescherming? j Zijn er mensen die geen adembescherming kunnen of willen dragen? j Zijn er gezamenlijke oefeningen met grootschalige inzet binnen de hulpverleningszone? j Beschikt de brandweer over voldoende oefenterrein met een brandkraan of waterput? j Beschikt het korps over voldoende didactisch materieel? j Zijn er praktische handleidingen van het materieel voor iedereen beschikbaar? j Is de korpsdokter voldoende actief bij de opleiding in zake levensreddende handelingen? j Kunnen de leden van de brandweer vlot deelnemen aan bijzondere opleidingen (brandweerduiken, computer, speciale reddingstechnieken…)? j Wie is er specifiek verantwoordelijk voor de oefensystematiek? 3.
Alarmering (vrijwilligers) Tijdens de kantooruren wordt de telefoonpermanentie waargenomen door iemand van het beroepspersoneel, buiten de kantooruren door de inwonende conciërge. De centralist van dienst alarmeert de vrijwilligers door middel van een computergestuurd systeem voor dispatching.
Alarmeert men voldoende selectief (vrijwilligers)? Is er een permanent verzekerde telefoonwacht in de kazerne? 4.
j j
Spraak –en datacommunicatie
Individuele zakontvangers? ASTRID - verenigbare radioapparatuur volgens Tetranorm? Computer gestuurde alarmering en vertrek (CAD)? Zijn er nog sirenes beschikbaar? Kunnen ze nog in werking worden gesteld? De radiokamer neemt ook oproepen in ontvangst voor een ander brandweerkorps? Specifieke opleiding voor de radiokameroperatoren voorzien?
j j j n n n j
Telecommunicatie apparatuur 5.
Vast opgestelde radio’s: 1 Mobiele radio’s (voertuigen):10 Portofoons: 11 Alarmontvangers: 50 Gsm: 1 Zender - ontvangers gaspakdragers: Zender - ontvangers duikers: Personal computers: 7
Dienstrooster (vrijwilligers - organisatie?) Het korps is ingedeeld in 8 secties. De gegradueerden zijn gegroepeerd in drie leidinggevende secties, die afwisselend van wacht zijn. Naargelang de oproep worden een of meerdere secties opgeroepen, evenals een leidinggevende sectie. Bij dringende oproepen tijdens de kantooruren wordt een algemene oproep gegeven. Bij dringende oproepen buiten de kantooruren wordt het volledige korps gealarmeerd, met uitzondering van 2 secties (die bij noodzaak alsnog kunnen worden bijgevraagd).
8
6.
Dringende medische hulpverlening centrum (centra) 100: Gent aantal ambulances: 1 bediende regio > brandweergewest ziekenvervoer? Worden de hulpverleners -ambulanciers (bijkomend) vergoed voor hun interventies? Maakt er een verpleegkundige deel uit van het personeelsbestand?
j j j
7.
Gemiddelde uitruktijd voor de eerste hulpploeg?
8.
Gemiddelde opkomsttijd voor de eerste hulpploeg naar het verst afgelegen punt van het te beschermen gebied? 20 minuten
9.
Uitrukprocedures of operationele richtlijnen?
10.
Personeelsbezetting autopomp eerste uitruk?
11.
Gedetailleerde bijstandsprocedures bij opschaling voor brandbestrijding, calamiteiten of rampen?
12.
9 minuten
j niet bepaald
j
Persoonlijke alarmtoestellen in gebruik, die akoestische en al dan niet elektronische signalen uitzenden, wanneer een brandweerman in nood is? j
O ⇒ ⇒
PMERKINGEN
De inspectie stelt vast dat de verstandhouding in het korps reeds jaren volledig zoek is. Er heerst een klimaat van wantrouwen en er is een gebrek aan engagement en discipline. De tweestrijd binnen het korps brengt de goede werking van de brandweer ernstig in het gedrang. De kwaliteit van de hulpverlening zou voor elk korpslid moeten primeren: het is tijd dat de persoonlijke vetes en ongenoegens plaats ruimen voor een open en constructieve dialoog. De inspectie pleit dan ook voor een overleg tussen alle gegradueerden, onder leiding van de korpschef, waarbij klare afspraken worden gemaakt en verantwoordelijkheden worden verdeeld. Die taakverdeling dient vervolgens schriftelijk te worden uitgewerkt en bij dienstnota te worden verspreid onder alle brandweerlieden. Zo is het voor iedereen duidelijk wat van hem of haar wordt verwacht en wordt iedereen ten volle bij de organisatie van de brandweer betrokken. De aandacht wordt daarbij gevestigd op de cruciale rol van de officierdienstchef. Het is de officier-dienstchef die de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie, de goede werking en de tucht van de dienst. Die drie zaken verdienen op dit moment in ieder geval zijn prioritaire aandacht: het is aan hem om de brandweer zo te organiseren dat die goede werking kan worden gewaarborgd. De brandweer blijft echter een hiërarchisch gestructureerde organisatie. Wie blijk zou geven van hardnekkige onwil of zou trachten die goede werking te blokkeren, dient daarvoor ter verantwoording te worden geroepen. Zo nodig worden ordemaatregelen en tuchtsancties genomen en als laatste – en ultieme – stap kan door de
9
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
⇒ ⇒
indienstnemende overheid gemotiveerd worden beslist het dienstnemingscontract niet meer te verlengen. Er is geen degelijk uitgewerkt oefenbeleid waarbij de oefenonderwerpen op voorhand, minstens halfjaarlijks, worden bepaald en aan de hand waarvan kan worden aangetoond dat op periodieke basis alle aspecten van de brandweerzorg aan bod komen. Het ‘beleidsplan opleiding’ dat door de korpsleiding werd opgesteld is alvast een goede aanzet, maar zou nu zo snel als mogelijk een concrete invulling moeten krijgen. Het aanduiden van een door een officier begeleide oefencel die het systeem van opleidingen en oefeningen vormgeeft en van nabij opvolgt, is daarbij van cruciaal belang. De aanwezigheden bij de algemene en tussentijdse oefeningen zijn absoluut ontoereikend. Oefenen is een kernactiviteit van de brandweer en een noodzakelijke voorwaarde voor een snel en adequaat optreden. Ongeoorloofde afwezigheden dienen in ieder geval aanleiding te geven tot een functioneringsgesprek met de betrokkene. Wie veelvuldig afwezig is bij oefeningen, is niet langer operationeel inzetbaar. De kennis van het materieel, de operationele technieken en procedures en het correct gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen kan dan immers niet meer worden gewaarborgd. Er is niet in een gespecialiseerde opleiding voorzien voor de operatoren van de radiokamer. Nochtans is dat een uiterst belangrijke schakel in het verloop en de opvolging van diverse opdrachten, grootschalig optreden inbegrepen. De operator dient bijgevolg volledig vertrouwd te zijn met de werking van alle telecommunicatieapparatuur en moet een goede kennis hebben van verwittigings-, nood-, -en rampenplanprocedures. Hij staat borg voor een correct taalgebruik en is er toe gehouden de geijkte radioprocedure te volgen en bepaalde administratieve documenten correct bij te houden. Het is aangewezen om in de uitrukprocedures, naast de inzet van materieel, ook de inzet van personeel te specificeren en de uitrukprocedures, die uiteraard ook de nodige aandacht dienen te krijgen tijdens oefeningen en opleidingen, bij dienstnota onder alle korpsleden te verspreiden. Uit een analyse die werd uitgevoerd door brandweer Merelbeke blijkt dat de aanrijdtijd naar verschillende plaatsen van het beschermd gebied, vooral van de gemeente Oosterzele, meer dan 10 minuten bedraagt, en soms zelfs meer dan 15 minuten. Rekening houdende met de meldingstijd en uitruktijd zijn interventietijden mogelijk van meer dan 20 minuten. De inspectie dringt er dan ook op aan dat het principe van de snelste adequate hulp snel kan worden toegepast voor de gedeelten van het door brandweer Merelbeke beschermde grondgebied die daar voor in aanmerking komen. De ambulance van brandweer Merelbeke wordt meegenomen door een van de ambulanciers van wacht. De oproepen van het HC-100/112 worden rechtstreeks naar hen doorgeschakeld. De inspectie stelt zich de vraag of een dergelijk systeem wel voldoende garanties biedt. De brandweerkazerne is en blijft het centrum van de hulpverlening, de stalling van een ambulancevoertuig bij ambulanciers thuis is allerminst ideaal. Het laat immers niet toe om de nodige voorzorgen te nemen om de bedrijfszekerheid te waarborgen (verwarmde garage, druppelvoeding…) en het voertuig te stallen in optimale hygiënische omstandigheden. Ook het ophalen van de medeambulancier bij hem thuis kan tijdrovend zijn en tot vreemde situaties leiden. Positief wordt vastgesteld dat er een goed uitgewerkte en overzichtelijke registratie is van waterwinplaatsen en hydranten.
10
BRANDWEERKAZERNE 1.
Is de locatie geschikt (bereikbaarheid, uitvalswegen)?
2.
Verwarming voldoende? Welke brandstof?
n j stookolie
3.
Noodstroomvoorziening geïnstalleerd? Indien ja, welk type?
4.
Uitsluitend gebruik van de kazerne door de brandweer?
5.
Is de kazerne uitgerust met bliksemafleiders?
6.
Aantal uitvalspoorten? Hoe worden ze geopend en gesloten?
beperkt: UPS-batterijen radiokamer (+ mogelijkheid aansluiten stroomgroep)
j n 11 elektrisch en manueel
Voldoende sanitaire voorzieningen voor zowel heren -als damespersoneelsleden?
j
10.
Droogtoren (alternatieve installatie) en een wasplaats voor persslangen?
j
11.
Voldoende ruimte beschikbaar voor
7.
¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
Stalling brandweervoertuigen in de parkeergarage? Opslag van logistiek interventiematerieel en verbruiksgoederen? Praktische opleiding (oefenterrein)? Administratie, archief en onthaal? Herstelling en onderhoud van voertuigen en niet-rollend materieel? Vlot parkeren van de persoonlijke voertuigen? Sportbeoefening? Theoretische opleiding (leszaal?) Vestiaire interventiekledij? Onderhoud adembescherming?
j j j n j j n j j j
12.
Huisbewaarder ondergebracht in de kazerne?
j
13.
Gescheiden kleedkamers voor dames en heren?
j
14.
Specifiek lokaal voor optimaal onderhoud van adembeschermingsmiddelen?
j
15.
Lokaal waar gaspakken degelijk kunnen worden gereinigd?
n
16.
Ruimte waar gaspakken kunnen gedroogd worden?
n
17.
Kan interventiekledij en laarzen gereinigd worden in de kazerne?
j
18.
Radiokamer voldoende functioneel ingericht?
j
11
O ⇒ ⇒
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒
PMERKINGEN
Brandweer Merelbeke beschikt over een degelijke en goed uitgeruste kazerne, die echter excentrisch gelegen is binnen het beschermde gebied. De indeling en inrichting getuigen van een goede operationele visie. De verschillende ruimten, zoals de voertuigenstalling en de vestiaire, zijn ruim en faciliteren de vlotte circulatie van personeel en materieel. Enkele zaken worden vastgesteld die voor verbetering vatbaar zijn. De kantine doet tevens dienst als leszaal. De inspectie geeft de voorkeur aan een (minstens akoestisch) gescheiden ruimte. Aan de uitrit van de interventievoertuigen kan best een signalisatie worden aangebracht. Er is onvoldoende archiefruimte. Het is wenselijk om voor alle interventievoertuigen een individuele rookafzuiging voor uitlaatgassen te monteren, met automatische afkoppeling en verklikkersysteem. Het lokaal voor het onderhoud van de adembeschermingsmiddelen grenst onmiddellijk aan de autowerkplaats met smeerput en is daarvan slechts geïmproviseerd gescheiden (door middel van een rolluik). Dat verhoogt de kans op contaminatie. In de werkplaats adembescherming zelf dient een uitstekende hygiëne te worden nagestreefd. Om het zo stofvrij mogelijk te kunnen houden kan het geheel of gedeeltelijk worden betegeld. Om de kans op verontreiniging van de verschillende onderdelen van de adembeschermingsmiddelen te minimaliseren, dient het onderhoud en testen te gebeuren volgens een kringloop, met scheiding tussen enerzijds het natte (vuile) en anderzijds het droge (reine) gedeelte.
MATERIEEL 1.
Inventaris
12
type
aantal voorzien in grondreglement
aantal in dienst
Wagenpark industriële autopomp zware of extrazware autopomp halfzware autopomp lichte autopomp bosbrandweerwagen pomp op aanhanger(nom. debiet >= 500 l/m) schuimautopomp/ container/ aanhanger voertuig/container/aanhangwagen met bluspoeder tankwagen / tankcontainer (alle volumes) autoladder (nom. hoogte 20 tot 50 m) hoogwerker (nom. hoogte 20 tot 50 m) slangenwagen/ container/ aanhanger bevrijdingswagen verkeersslachtoffers reddingswagen/ container (zwaar bevrijdingsmaterieel) voertuig/ container klimteam duikwagen/ container materieel- en personeelswagen karweiwagen/ pick-up /bestelwagen commandovoertuig (break) commandovoertuig alle terrein cp-ops telecommunicatievoertuig dienstvoertuig (personenwagen) personeelswagen(minibus, minivolume) haakarmvoertuig zonder kraan haakarmvoertuig met kraan ambulance open container (bak) voertuig/ container adembescherming voertuig/ container ogs milieuwagen/ container gesloten hoge container (inzetbaar en/of ingericht voor specifiek of meervoudig gebruiksdoel) kraanwagen takelwagen vorklift boot op aanhanger meetwagen andere
2
1
1 1
1 1 1
1
1 1 1 1 1
1
Niet-rollend materieel draagbare motorpomp
1
1 per autopomp + 1 op aanhangwagen
13
1
stroomaggregaat >= 6KVA lichtschuimgenerator overdrukventilator onderdrukventilator ademluchtcompressor adembeschermingstoestel met gesloten kringloop adembeschermingstoestel met open kringloop gaspak chemiepak valharnas valstopapparaat reanimatietoestel explosiemeter (multimeter) gasconcentratiemeter/ gasdetectie toestel detectietoestel nucleaire straling stralingsdosismeter warmtebeeldcamera dompelpomp nom. debiet >= 500 l/m draagbare lichtmast staaldraadtakel (alle vermogens) lier op wagen (alle vermogens) hydraulisch aggregaat (bevrijding van verkeersslachtoffers) persslangen (aantal meter) Ø 25 mm Ø 45 mm Ø 70 mm Ø 110 mm Ø 150 mm
1
4
1 1 1
1.500 5.000 700
2.
Uitsluitend gebruik van het materieel door de brandweer?
j
3.
Gebruiksboekje (reiswijzer) voor elk voertuig?
j
4.
Onderhoudsregistratie voor elk voertuig?
j
5.
Is er voor elk voertuig een schouwingbewijs?
j
6.
Periodieke keuringen voor de hef -en hijswerktuigen? (ARAB - art. 281 - elevator, autoladder, hijsbanden, kettingen, takels ...) Datum laatste keuring? 13.02.07
j
7.
Periodieke keuring handladders volgens NBN S21-047?
j
8.
Testenkwaliteit ademlucht?
j
9.
Periodieke keuringen ademluchtflessen?
j
10.
Onderhoudsschema ademluchtcompressor?
j
11.
Worden de adembeschermingstoestellen gereinigd + gekeurd?
j
12.
Worden de gelaatsmaskers hermetisch opgeborgen?
j
14
13.
Zijn er nog heupgordels in gebruik?
14.
Valbescherming? Componenten gekeurd?
n
15.
Onderhoudscontract voor explosiemeter(s)
n
16.
Beschikt het korps over een technische ploeg? Verricht men zelf herstellingen?
O
j
j
PMERKINGEN
Voertuigenpark, niet-rollend materieel ⇒ ⇒ De interventievoertuigen zijn, met uitzondering van de zware autopomp (met kenteken EAV 074), van relatief recente datum en worden goed onderhouden. De aantallen beantwoorden aan de wettelijke minima. ⇒ Er is een degelijke registratie en opvolging van onderhoud en gebreken. De ⇒ beroepskorporaal verdient lof voor het uistekende werk dat hij op dat vlak levert. Persoonlijke beschermingsmiddelen ⇒ ⇒ Aan boord van de autopomp voor eerste uitruk bevinden zich slechts drie persluchttoestellen. De inspectie hanteert het principe dat alle inzittenden zich bij noodzaak moeten kunnen beschermen, zelfs al lijkt dat in de praktijk niet altijd noodzakelijk. Als er in de cabine onvoldoende plaats is, kunnen er extra toestellen schokvrij worden bijgeplaatst in de bergruimtes van het voertuig. ⇒ Voor het werken met apparaten waarvan het gebruik een zeker risico ⇒ inhoudt (zoals boomzagen) voorziet brandweer Merelbeke in de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen. Het is evenwel aanbevolen om ook voor het werken op hoogte in de gepaste beveiliging te voorzien. De preventieadviseur “arbeidsongevallen” van de gemeente is in deze aangelegenheid te raadplegen.
15