Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Projectverslag A745
Postbus 11563 2502 AN Den Haag SZW 000000
Projectverslag Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Project A745
21 februari 2006
Pilot WML ______________________ Arbeidsinspectie, Den Haag Inspectieonderwerpen AI bedrijfstakdirectie Landelijk Projectleider Landelijk Projectsecretaris Ondersteuning Looptijd Project Projectnummer Correspondentieadres
Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Commerciële Dienstverlening Mr. D.J.J. Korver Mw. J.M.M. Geurts A. Faas en J. Samadhan 1 november tot en met 31 december 2005 A 745 Arbeidsinspectie Utrecht T.n.v. mw. J.M.M. Geurts Postbus 820 3500 AV Utrecht
2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD SAMENVATTING
4 5
1. AANLEIDING EN DOEL 1.1. AANLEIDING 1.2. DOELSTELLINGEN PROJECT
6 6 6
2. OMVANG VAN HET PROJECT 2.1. WERKTERREIN/BIK-CODES 2.2. SELECTIE BEDRIJVEN 2.3. LOOPTIJD EN AANTALLEN BEZOEKEN
7 7 7 7
3. OPZET VAN HET PROJECT 3.1. INSPECTIEONDERWERPEN
8 8
4. INSPECTIERESULTATEN 4.1. ALGEMEEN 4.2. REPRESENTATIVITEIT RESULTATEN 4.3. OVERZICHT RESULTATEN 4.3.1. Resultaten monitoring
9 9 9 9 12
5. CONCLUSIES
14
3
VOORWOORD De Arbeidsinspectie heeft in het najaar van 2005 bij 92 werkgevers inspecties gedaan naar de naleving van de Wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag. Deze werkgevers werden opnieuw bezocht, omdat uit eerder onderzoek in het voorjaar 2005 was gebleken dat er werd onderbetaald. Er is derhalve gericht gecontroleerd. Hierdoor zijn de resultaten niet representatief voor de naleving van de WML. Uit de inspecties kwam naar voren dat in 30% van de gevallen opnieuw onderbetaling plaatsvond. Analyses geven aan dat vooral jongeren onder de 23 jaar en deeltijders met een arbeidsduur korter dan 40% van de normale arbeidsduur nog worden onderbetaald. Het merendeel van de oorzaken van onderbetaling houdt verband met onwetendheid, onnauwkeurigheid en slordigheid in de uitvoering. Ik beveel werkgevers (en hun administrateurs) dan ook van harte aan om informatie over de Wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag te raadplegen, zodat in de toekomst het maken van dergelijke fouten wordt voorkomen.
Den Haag, 16 februari 2005 De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie, Dr. J.J.M. Uijlenbroek
4
SAMENVATTING Naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer over de uitkomsten van een onderzoek naar de naleving van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag van 2001 heeft de minister van SZW toegezegd dat de Arbeidsinspectie in 2005 een project zou uitvoeren waarin de Arbeidsinspectie toezicht zou uitoefenen op de naleving van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML). Naast deze doelstelling zouden in het kader van dit project ook klachten worden onderzocht. Eerder in 2005 is door de Arbeidsinspectie het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) uitgevoerd, waarbij ook het toezicht op de naleving WML aan de orde was. Werkgevers waarbij is geconstateerd dat zij onderbetaalden werden in het kader van de Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag wederom geïnspecteerd. Deze werkgevers zijn gecontroleerd en bij 28 van de 88 werkgevers, met in totaal 1196 werknemers in dienst, was wederom sprake van onderbetaling. Bij 4 bedrijven was geen onderzoek meer mogelijk. Bij 30,4% van de werkgevers is dus nogmaals onderbetaling geconstateerd. De onderbetaling had betrekking op 66 werknemers en had uiteenlopende oorzaken. Bij twee werkgevers had de onderbetaling meerdere oorzaken. De onderbetaalden zijn vooral te vinden onder jongeren en deeltijders. Voorts is de onderbetaling grotendeels te wijten aan onnauwkeurigheden, slordigheden. Tevens is een deel van de gevallen van onderbetaling gebeurd op basis van afspraken tussen werkgever en werknemer. Gedurende de periode waarin het project werd uitgevoerd zijn geen klachten ingediend. De onderbetalingen zijn na mondelinge interventie door de Arbeidsinspectie door alle geïnspecteerde werkgevers hersteld.
5
1. AANLEIDING EN DOEL 1.1. Aanleiding Tijdens het Algemeen Overleg van 3 juni 2004 is door de Tweede kamer bezorgdheid geuit over het nalevingsniveau van de Wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML). Dit, naar aanleiding van eerdere resultaten van een WML-onderzoek van de Arbeidsinspectie, dat betrekking had op het peilmoment oktober 2001. Uit deze resultaten is gebleken dat circa 68.000 werknemers minder dan het wettelijk mimimum loon van € 1180,- per maand verdienden. Dit komt overeen met 1,1% van alle werknemers. De onderbetaalde werknemers bestonden in 2001 vooral uit in deeltijd werkende vrouwen of jongeren in de sectoren detailhandel, reparatiebedrijven, horeca en landbouw. Op vragen vanuit de Tweede kamer over wat de minister hiertegen wilde doen heeft hij daarop gezegd dat hij naast de inzet van voorlichtingsinstrumenten in 2005 ook een inspectieproject zou willen laten uitvoeren, waarin toezicht op de naleving wordt uitgeoefend. Gelet op de uitvoering van het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) in de eerste helft van 2005 bleek het niet eerder mogelijk dan pas laat in de tweede helft van dat jaar met de uitvoering van het pilotproject handhaving Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag te beginnen. 1.2. Doelstellingen project De doelstellingen van dit pilotproject waren: 1. Het uitoefenen van toezicht op de naleving van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag door het inspecteren van de loonadministratie van bedrijven waarvan uit het AVO-onderzoek 2005 is gebleken dat zij de WML niet (volledig) naleefden.; 2. Het onderzoeken van klachten over onderbetaling die bij de Arbeidsinspectie zijn ingediend in de periode november en december 2005.
6
2. OMVANG VAN HET PROJECT 2.1. Werkterrein/BIK-codes Gezien de eerdere resultaten van onderzoeken WML vindt onderbetaling meestal plaats bij bedrijven in de horeca, detailhandel, groothandel, reparatie en landbouw. Het betreft sectoren met veelal laaggeschoold werk dat wordt verricht door een kwetsbare categorie medewerkers, veelal deeltijders en jongeren. Dit is het geval doordat de factor ‘lonen’ in deze bedrijfstakken een groot deel van de bedrijfskosten uitmaakt en waarop aanzienlijke besparingen zijn te realiseren. Tevens betreft het vrijwel altijd die functies waarvoor relatief weinig scholing nodig is. 2.2. Selectie bedrijven Ten aanzien van de selectie van de gecontroleerde bedrijven kan het volgende worden opgemerkt. In de eerste helft van 2005 is het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) uitgevoerd. In het kader van dit onderzoek is ook gecontroleerd op naleving WML. Het AVO wees uit dat 92 van de 2557 onderzochte werkgevers een gedeelte van hun werknemers hadden onderbetaald. De onderbetaling bij het AVO kwam vooral in de sectoren detailhandel en horeca voor, maar ook bij de groothandel en landbouw. Ten behoeve van de uitvoering van dit pilotproject zijn de gegevens van alle werkgevers gehanteerd, waarvan bij het AVO was gebleken dat zij hadden onderbetaald. Er is dus sprake van een gerichte selectie van bedrijven. 2.3. Looptijd en aantallen bezoeken Gedurende de periode 1 november 2005 tot en met 31 december 2005 zijn 92 inspecties uitgevoerd. In 4 bedrijven is geen controle verricht, aangezien de activiteiten van die ondernemingen inmiddels waren gestaakt.
7
3. OPZET VAN HET PROJECT In het onderzoek is bij de geselecteerde bedrijven onderzoek gedaan naar de toepassing van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML). De in het kader van het project gecontroleerde werkgevers zijn van de bevindingen in het kader van het onderzoek op de hoogte worden gebracht. Dit zou schriftelijk gebeuren tenzij door de werkgever direct aanpassing van de uit te betalen bedragen zou plaatsvinden. 3.1. Inspectieonderwerpen In het kader van deze pilot is onderzoek gedaan naar de toepassing van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Onder loon verstaat de WML ‘de geldelijke inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking, met uitzondering van: a. verdiensten uit overwerk; b. vakantiebijslagen; c. winstuitkeringen; d. uitkeringen bij bijzondere gelegenheden; e. uitkeringen ingevolge aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen; f. vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking heeft te maken; g. bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden; h. uitkeringen ingevolge een premiespaarregeling of een spaarloonregeling; i. eindejaarsuitkeringen. Er is nagegaan of de werknemers het minimumloon ontvangen en waarbij derhalve rekening moest zijn gehouden met bovengenoemde elementen welke niet tot de definitie van het wettelijk minimumloon behoren. Voorts zijn ook de oorzaken van onderbetaling in beeld gebracht en is tevens onderzocht de onderbetaling naar geslacht en leeftijd. Hiertoe zijn monitorlijsten in gevuld.
8
4. INSPECTIERESULTATEN 4.1. Algemeen De door de inspecteurs in het geautomatiseerde systeem ingebrachte gegevens en de analyse door de Arbeidsinspectie daarvan leveren onderstaande resultaten op. In totaal is een viertal bedrijven aangeschreven om hen te wijzen op onderbetaling. In alle overige gevallen zijn de onderbetalingen gecorrigeerd. De inspecteurs hebben dat ook daadwerkelijk vastgesteld. 4.2. Representativiteit resultaten De controles in het kader van dit pilotproject zijn uitgevoerd bij werkgevers waarbij eerder in 2005 in het kader van het uitgevoerde AVO-onderzoek tekortkomingen zijn geconstateerd bij de uitvoering van de WML. Er is daarom gericht gecontroleerd. Hierdoor zijn de resultaten niet representatief voor de naleving van de WML in Nederland. 4.3. Overzicht resultaten Het AVO-onderzoek heeft aangetoond dat een 92-tal werkgevers – met in totaal 4412 daarbij werkzame werknemers – het minimumloon en minimum vakantiebijslag niet heeft uitbetaald; er was sprake van onderbetaling. Deze werkgevers zijn gecontroleerd en bij 28 van de eerdergenoemde 92, met in totaal 1196 werknemers in dienst, was wederom sprake van onderbetaling. Dit is 30,4% van de geïnspecteerde werkgevers. Bij 4 werkgevers heeft geen onderzoek meer plaats kunnen vinden, aangezien de activiteit was gestaakt. De onderbetaling had betrekking op 66 werknemers en had uiteenlopende oorzaken. Bij twee werkgevers had de onderbetaling meerdere oorzaken. Grafiek 1: Resultaten
4,35% in orde
30,43%
niet in orde 65,22%
geen onderzoek
Tabel 1. Oorzaken onderbetaling Oorzaak onderbetaling op werkgeversniveau 1. Geen 8% vakantiebijslag 2. Nettoloonafspraken 3. Onjuiste arbeidstijd 4. Juiste jeugdloon niet toegekend 5. Arbeidsgehandicapten/loondispensatie 6. Afrondingsfouten en andere fouten 7. Afvloeiingsregeling 8. Vrijwillig lager loon/deel loon in vrije tijd 9. Afspraken familielid/directeur/eigenaar 10 Onbekend Totaal
Aantal keren aangetroffen
In %
Aantal werknemers
2 4 2 3 4 4 1 6 1 4
6,5 12,9 6,5 9,7 12,9 12,9 3,2 19,4 3,2 12,9
15 9 3 8 11 4 4 7 1 4
31
100
66
9
Grafiek 2: Oorzaak onderbetaling in % Onbekend 12,9%
Directeur/eigenaar
3,2%
Vrijw illig lager loon/deel loon vrije tijd Afvloeiingsregeling
19,4% 3,2%
Afrondingsfouten en andere fouten Arbeidsgehandicapten/ loondispensatie Juiste jeugdloon niet toegekend
12,9% 12,9% 9,7% 6,5%
Onjuiste arbeidstijd 12,9%
Netto loonafspraken
6,5%
0,0%
5,0%
10,0%
Geen 8% vakantiebijslag
15,0%
20,0%
25,0%
Toelichting: Ad 1. Geen 8% vakantiebijslag Bij sommige werknemers kan het voorkomen dat er sprake is van ‘all-in loon’, bijvoorbeeld bij oproepkrachten. In dat geval is afgesproken dat het bruto maandloon inclusief het vakantiegeld en/of de vakantiedagen wordt uitbetaald. Vaak zal het bedrag aan vakantiegeld (minimaal 8%) en het bedrag voor uitbetaalde vakantiedagen afzonderlijk op de loonspecificatie staan vermeld. In het geval de bedragen niet afzonderlijk zijn vermeld dan moet het ‘all-in loon’ worden geschoond voor zowel het vakantiegeld als de uitbetaalde vakantiedagen. Het geschoonde loon moet dan worden getoetst aan het wettelijk minimumloon. Ad 2. Nettoloonafspraken Bij onderbetaling gaat het om bruto bedragen en niet om het bedrag dat de werknemer netto krijgt. Een werkgever mag met een werknemer een zogenaamde netto-loonafspraak maken. Dit betekent dat de hoogte van het overeengekomen loon in een netto- loonbedrag is uitgedrukt. Bij kleine deeltijders is het bruto/netto verschil (fiscale gevolgen) kleiner dan bij voltijders. Wanneer het netto uurloon is gebaseerd op een volledige dienstbetrekking, terwijl het daarbij behorende bruto-loon voldoet aan het rechtens geldende loon, kan de toepassing van het netto-uurloon voor de bepaling van het loon van deeltijders bij brutering van het loon leiden tot een bruto loon dat onder het WML ligt. De werkgever geeft vaak als oorzaak van de onderbetaling aan dat hij voor de deeltijder uit is gegaan van het netto uurloon van de voltijder. Ad 3. Onjuiste normale of gebruikelijke arbeidstijd gehanteerd Het betreft hier vooral de beloning van deeltijders. Een werknemer die bij een bedrijf werkt waar de gebruikelijke arbeidstijd 36 uur is, dient naar rato van 36 uur beloond te worden (en niet bijvoorbeeld naar rato van 40) Ad 4. Juiste jeugdloon niet toegekend De werkgever heeft de jeugdloonsverhoging niet toegekend aan de jeugdige werknemer. Stel een werknemer van 18 jaar kreeg volgens het minimumjeugdloon in bijvoorbeeld oktober 2003 een salaris van € 575,50. Een jaar later heeft hij recht op het minimumjeugdloon van een 19 jarige werknemer en dat bedraagt € 664,00. Wordt hij in de maand oktober 2004 19 jaar dan heeft hij naar evenredigheid recht op het loon behorende bij beide leeftijden. Ad 5. Arbeidsgehandicapten/loondispensatie
10
Werkgevers kunnen een ontheffing van betaling van het WML krijgen voor arbeidsgehandicapte werknemers met een te lage arbeidsproductiviteit. Het loon van deze werknemers wordt met een uitkering aangevuld. Hiervoor moet echter wel dispensatie zijn aangevraagd. Geconstateerd was dat dat bij de onderhavige gevallen nog niet was gebeurd. Ad 6. Afrondingsfouten of andere fouten In deze categorie gaat het om het onderbetalen van de werknemer als gevolg van onnauwkeurigheden of verschrijvingen. Ad 7. Afvloeiingsregeling In het onderhavige geval vielen de werknemers onder een afvloeiingsregeling en dezen mochten in verband daarmee slechts een bepaald bedrag bijverdienen. Ad 8.Vrijwillig lager loon of uitbetaling loon deels in vrije tijd Hierbij ging het om werknemers waarvan een familielid of zij zelf hadden aangegeven genoegen te nemen met een lager loon dan de WML. Ad 9 Directeur/eigenaar Hier betrof het de uitbetaling van de directeur/eigenaar van het bedrijf, die een lager loon dan het WML aan zichzelf uitbetaalde. Tabel 2 Onderbetaling naar bedrijfstakken
Bedrijfstakken
Landbouw Handel in en reparatie van auto’s Groothandel Detailhandel Horeca Verhuur van transportmiddelen Overige zakelijke dienstverlening Totaal
BIK
Aantal werknemers
%
1 50 51 52 55 71 74
2 1 9 26 21 5 2
3,0 1,5 13,6 39,4 31,9 7,6 3,0
66
100
Geconstateerd is dat het merendeel van de onderbetaling WML bij de in het kader van dit pilotproject gecontroleerde bedrijven heeft plaatsgevonden in de sectoren detailhandel, horeca en groothandel.
11
4.3.1. Resultaten monitoring
De hieronder aangegeven resultaten hebben betrekking op de in het kader van dit pilotproject aangetroffen gevallen van onderbetaling. Tabel 3 Oorzaken onderbetaling uitgesplitst naar mannen en vrouwen Oorzaak onderbetaling
Aantal werknemers
man
vrouw
Geen 8% vakantiebijslag Nettoloonafspraken Onjuiste arbeidstijd Juiste jeugdloon niet toegekend Arbeidsgehandicapten/loondispensatie Afrondingsfouten en andere fouten Afvloeiingsregeling Vrijwillig lager loon deel loon in vrije tijd directeur-eigenaar Onbekend
15 9 3 8 11 4 4 7 1 4
11 4 1 7 4 1 4 2 1 1
4 5 2 1 7 3 5 3
Totaal
66
36
30
In bovenstaande tabel 3 zijn de in tabel 1 reeds genoemde oorzaken weergegeven maar dan in relatie tot het geslacht van de werknemer. Er blijkt geen significant verschil in onderbetaling tussen vrouwen en mannen.
Tabel 4 Onderbetaling en bedrijfsgrootte Bedrijfsgrootte Aantal werknemers 0 1 2-4 5-9 10-19 20-49 50-99 100-199 200-499 500-749
Aantal bedrijven 1 5 7 14 13 17 0 1 0 8
Totaal
66
Tabel 4 geeft aan de verdeling van werknemers waarvan in het kader van dit pilotproject werd geconstateerd dat ze zijn onderbetaald zijn verdeeld over de verschillende bedrijfsgrootten. De onderbetaalde werknemers blijken vooral werkzaam in het midden- en kleinbedrijf. NB. De onderbetaling in het bedrijf met 0 werknemers, zoals uit bovenstaand overzicht blijkt, betrof de directeur/eigenaar van het bedrijf (zie ook oorzaak 9 in tabel).
12
Tabel 5 Onderbetaling naar leeftijdsklasse Leeftijdsklasse
Aantal werknemers
In %
15 tot en met 22 jaar 23 jaar en ouder
33 33
50 50
Totaal
66
100
Tabel 6 Onderbetaling naar Arbeidsduur Arbeidsduur
Aantal werknemers
In %
Voltijd Deeltijd >=40% Kleine deeltijd < 40%
6 10 50
9 15 74
Totaal
66
100
De werknemers waarvan in het kader van dit pilotproject is geconstateerd dat zij zijn onderbetaald zijn vooral te vinden onder jongeren en deeltijders. Maar liefst de helft van de onderbetaalden zit in het segment 15 tot en met 23 jaar. Dit verschijnsel is overigens goed te verklaren. Immers, jongeren hebben veel te maken met de verschillende hoogten van het jeugdloon, waardoor de kans groter is dat hun loon niet op tijd is aangepast en zij worden onderbetaald. Bij deeltijders is het niet ongewoon dat er met nettoloonafspraken wordt gewerkt. Bij kleine deeltijders is het bruto/netto verschil als gevolg van de werking van de heffingskorting bij de loonbelasting kleiner dan bij voltijders. Wanneer het netto uurloon is gebaseerd op een volledige dienstbetrekking, kan de toepassing van het netto-uurloon voor de bepaling van het loon van deeltijders bij brutering van het loon leiden tot een bruto loon dat onder het WML ligt. .
13
5. CONCLUSIES Vooropgesteld wordt dat het hier niet om een steekproefonderzoek gaat, maar om een gericht onderzoek naar onderbetaling WML. Hierdoor zijn de verkregen gegevens niet representatief, maar op zijn hoogst indicatief. Geconstateerd is dat het merendeel van de onderbetaling WML bij de bedrijven heeft plaatsgevonden in de sectoren detailhandel, horeca en groothandel. Dat is op zich niet verwonderlijk, aangezien een eerder in 2005 uitgevoerd Arbeidsvoorwaardenonderzoek dit ook al uitwees en deze bedrijven opnieuw zijn bezocht. Wat wel opmerkelijk is, is het hoge percentage (30%) werkgevers dat in korte tijd weer onderbetaalde. Deze werkgevers hadden namelijk na de constatering van onderbetaling WML in de eerste helft van 2005 de fout hersteld, maar bij een latere controle bleek dat ze weer onderbetaalden. Vaak verschilde dan de oorzaak van onderbetaling. De onderbetaalde werknemers zijn vooral te vinden onder jongeren (<22 jaar) en deeltijders met een dienstverband minder dan <40% van de normale arbeidsduur. Dit verschijnsel is overigens goed te verklaren. Immers, jongeren hebben veel te maken met de verschillende jeugdlonen, waardoor als gevolg van leeftijdsverjaring de kans groter is dat hun loon niet op tijd is aangepast en zij worden onderbetaald. Bij deeltijders is het niet ongewoon dat er met nettoloonafspraken wordt gewerkt. Bij kleine deeltijders is het bruto/netto verschil als gevolg van de werking van de heffingskorting bij de loonbelasting kleiner dan bij voltijders. Wanneer het netto uurloon is gebaseerd op een volledige dienstbetrekking, kan de toepassing van het netto uurloon voor de bepaling van het loon van deeltijders bij brutering van het loon leiden tot een bruto loon dat onder het WML ligt. Een deel van de onderbetaling vloeit voort uit het feit dat uitgegaan is van een verkeerde normale arbeidsduur. Een werknemer die bij een bedrijf werkt waar de gebruikelijke arbeidstijd 36 uur is, dient naar rato van 36 uur beloond te worden (en niet bijvoorbeeld naar rato van 40). Voorts is de onderbetaling grotendeels te wijten aan verschrijvingen en rekenfouten. Opmerkelijk is dat een deel van de werknemers die werden onderbetaald dit op basis van vrijwilligheid deden. Het geheel overziend is onderbetaling WML nog niet uitgebannen, maar als de gevallen van onderbetaling nader onder de loep worden gehouden, dan kan worden geconcludeerd dat er geen sprake is van opzettelijk onderbetalen. Het merendeel van de gevallen heeft betrekking op onwetendheid, onnauwkeurigheid en slordigheid in de uitvoering. Van opzet van onderbetaling lijkt geen sprake, omdat gebleken is dat het steeds om zeer kleine bedragen bleek te gaan. Werkgevers (en hun administrateurs) wordt daarom aanbevolen om informatie over de Wet Minimumloon en de minimum vakantiebijslag te raadplegen. Gedurende de periode waarin het project werd uitgevoerd zijn geen klachten ingediend.
14
Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Projectverslag A745
Postbus 11563 2502 AN Den Haag SZW 000000