Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Wat willen we bereiken? Omschrijving/Definitie: Ontwikkelingsperspectief Eindhoven ontwikkelt zich langs de lijnen van “het beste van twee werelden”: 1.
Aan de ene kant is Eindhoven een ‘supervillage’: de oorspronkelijke stadskernen zijn ruim opgezet, het is er goed wonen, groen is voor iedereen dichtbij, bewoners zijn actief in hun buurt, gastvrij en kennen mensen hun buren;
2.
Aan de andere kant is Eindhoven een dynamische (werk)stad: modern, snel en internationaal. Een stad waarin niet zo lang geleden het geld werd verdiend in de nog aanwezige fabrieksgebouwen op Strijp-S en Strijp-R. Een stad die zich in rap tempo ontwikkelt naar een stad waarin de wereld van morgen wordt bedacht en ontworpen. Samen met ondernemende bedrijven, groot en klein, en samen met kennisinstellingen. De Brainportregio is de tweede economie van Nederland.
De twee werelden van Eindhoven laten een zelfbewuste en krachtige stad zien, een stad die denkt in kansen, zichzelf telkens weet te vernieuwen en zo anticipeert op de veranderingen in de wereld om haar heen. Een stad van hardwerkende mensen die meegroeien met de ontwikkeling van maakindustrie naar kennisindustrie. Een stad die op de toekomst is gericht en als centrum van de toptechnologische regio Brainport voor een schaalsprong staat. Om werk en prettig leven voor iedereen te kunnen blijven garanderen is het van belang om de ontwikkeling van de stad integraal aan te pakken; d.w.z. dat alle dimensies (sociaal, economisch en ecologisch) in hun onderlinge samenhang worden bezien. Verder zijn we ons bewust dat we het niet alleen kunnen, maar samen met partners. Tot slot is ook de regionale context van belang. Kortom: de ambitie is een ‘Duurzame, toekomstbestendige, Stedelijke Ontwikkeling’. Trends en ontwikkelingen Met het oog op het geschetste ontwikkelingsperspectief is een aantal trends en ontwikkelingen waar te nemen, die van invloed zijn op de te volgen strategie voor de komende jaren. Zoals: de crisis in de woningmarkt; de vergrijzing en de groeiende vraag naar (woon-)zorg; de vraag naar woonruimte voor studenten, kenniswerkers, de veranderende verhouding tussen wonen en werken (meer werken aan huis), leegstand van kantoren, ontwikkelingen op het gebied van Duurzaam (ver)bouwen en energiebesparende maatregelen. Strategisch kader Op basis van deze trends en ontwikkelingen komen we, ten aanzien van Duurzame Stedelijke Ontwikkeling (qua Wonen en Wijkvernieuwing), tot de volgende strategie: Wonen: prioritering projectenportefeuille en beter op de vraag afgestemd De laatste jaren zijn in Eindhoven veel projecten in gang gezet. Door de crisis staat de woning-, bedrijventerreinen- en kantorenmarkt onder druk. Niet alle plannen kunnen in het geplande tempo gerealiseerd worden. De betrokken partijen moeten, onder regie van de gemeente, keuzes maken: wat doen we nog wel, wat kan op een later moment, en wat doen we niet meer? Met de wetenschap van nu leggen wij prioriteit bij de realisatie van Meerhoven, Strijp-S, Landelijk Strijp , het Stationsgebied en de integrale wijkvernieuwingsgebieden/krachtwijken. De komende periode zullen we de situatie nauw volgen en daar waar nodig aanvullend prioriteren. Nog nadrukkelijker dan voorheen is (door de crisis) duidelijk geworden dat het woningaanbod beter afgestemd moet worden op de vraag van de woonconsumenten. CPO blijft daarom voor ons een uitstekende vorm van zelfbouw. Wij willen daar de komende periode extra ruimte voor vrijmaken. Niet alleen bij gronduitgifte, maar ook in bestaande bouw. Initiatieven die zich bij de gemeente melden zullen wij, uiteraard binnen (wettelijke) kaders, zoveel mogelijk faciliteren. In de huidige woningmarkt hebben starters volop kansen op de Eindhovens woningmarkt. Het regionale verhuisonderzoek van het SRE
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
toont aan dat starters hun weg op de woningmarkt weten te vinden. Een bepalende factor hierbij is uiteraard het feit dat zij geen problemen hebben met het verkopen van een woning (wat voor veel mensen momenteel een probleem is) en de slimmer-kopenwoningen die in Eindhoven worden aangeboden. Ons inziens is het verantwoord de starterslening in te trekken maar van kracht te laten voor lopende leningen. Deze maatregel levert een bijdrage aan de bezuinigingstaakstelling. Wijken: nu en in de toekomst Eindhoven kent fijne wijken waar het goed wonen is, met groen in de buurt en ruimte voor kinderen om te spelen en leren. Dat willen we graag zo houden. En daar waar nodig verbeteren. We gaan op een gerichte en efficiënte wijze door met resterende opgave van de Integrale Wijkvernieuwing/Krachtwijken. Met partners en wijkbewoners willen we sociale, fysieke en/of economische verbeteringen realiseren in de aangewezen wijken. De integrale aanpak wordt onverminderd voorgezet in de Bennekel (Krachtwijk), Doornakkers (Krachtwijk), Woensel-West (Krachtwijk) en Oud-Woensel. In Drents Dorp, Genderdal, Kruidenbuurt, Lakerlopen, Bloemenbuurt-Zuid, Philipsdorp wordt de inzet afgestemd op de resterende opgave, die (zie evaluatie wijkvernieuwing) minder complex en integraal is als in de eerste categorie. De Barrier is klaar en wordt afgebouwd naar een reguliere wijk in 2012. Om de resterende opgave af te maken hebben we in het Meerjaren Investeringsprogramma de benodigde financiële middelen vrij gemaakt. De komende periode gaan we, samen met betrokken partijen, conform coalitieakkoord aan de slag met de opgave ná de integrale wijkvernieuwing (in de (naoorlogse) bestaande woningvoorraad). Ons voornemen is om in de toekomst samen met o.a. corporaties gebieden aan te wijzen op basis van een eenduidige definitie van gebieden die extra aandacht nodig hebben. Het plan van aanpak hiertoe is eind 2011 klaar (is besloten bij evaluatie wijkvernieuwing). Daarbij denken we aan een cyclisch proces waarin we periodiek samen met onze partners op basis van de vraag vanuit de wijken en buurten en een verbeterde buurtthermometer (zie evaluatie van de buurtthermometer), gezamenlijk analyses opstellen, de opgave bepalen en een buurtperspectief (ambities en doelstellingen) formuleren voor meerdere jaren. De concrete uitwerking daarvan per jaar leggen we vast in buurtcontracten. De komende periode wordt onverminderd ingezet op de aanpak van woonoverlast en het reguleren van de kamerbewoning. Een combinatie van sturing in de vergunningverlening en gerichte handhaving moet leiden tot minder overlast en verbetering van de leefbaarheid in wijken en buurten.
Doelstelling: Het realiseren van een aantrekkelijk stedelijk woon- en leefklimaat voor de huidige en nieuwe bewoners van onze stad, waarbij alle dimensies (de pijlers: sociaal, economie, fysiek) in hun onderlinge samenhang betrokken zijn. Aandachtspunten hierbij zijn: A: Meer en beter op de vraag afgestemde woningen door renovatie, woningverbetering respectievelijk nieuwbouw: CPO is hiervan de ultieme vorm B: Kwantitatief en kwalitatief woningaanbod voor studenten en MOE-landers C: Transformatie van bestaande gebouwen naar nieuwe functie, herbestemmen van leegstaande kantoren; al dan niet tijdelijk, revitaliseren van winkelstrips, wonen boven winkels en tijdelijk gebruik van gebieden (ruimte), die voorlopig niet tot ontwikkeling komen D: Duurzaam bouwen en verbouwen en levensloop bestendig ontwikkelen Ten aanzien van Wijken; de wijkvernieuwing in de ruime zin van het woord: 1.
Verbeteren leefbaarheid
2.
Tegengaan ruimtelijke segregatie
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
3.
Bevorderen woningdiversiteit
4.
Bevorderen sociale stijging: bij de evaluatie wijkvernieuwing is afgesproken dat we het begrip Sociale Stijging nader gaan definiëren. Hiertoe zal in 2011 een voorstel worden gedaan.
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Effectindicatoren Regionaal woningbouwprogramma Eindhoven
2005-2009
2010-2014
2015-2029
Sociaal
1.340
600
750
Vrije sector
4.010
1.800
2.250
Wat doen we daarvoor? Beleid: Als basis hanteren we een ‘Afspraken- en beleidskader’, dat voortdurend moet worden onderhouden. Via dit kader geeft de gemeente sturing aan de wijze waarop het woonbeleid wordt ingevuld en uitgevoerd. De volgende documenten (lees: instrumenten) zijn van belang:
b b b b b b b b b b b b
Beleidsplan Wonen, kiezen voor stedelijke woonkwaliteit, deel I: Visie (2004); Vernieuwde prestatieafspraken met woningcorporaties; op weg naar duurzaam partnerschap Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020 met het SRE (de afspraken met het Rijk en de BOR-afspraken zijn hierin verwerkt); Convenant ‘Huisvestingsopgave studenten van onderwijsinstellingen en internationale gasten’; Klimaatbeleid: bouwen en wonen; Conclusies en aanbevelingen evaluatie wijkvernieuwing; Plan van aanpak toekomstige opgave IWV (2011); Visies en masterplannen van de afzonderlijke IWV-gebieden; Kantorennota; Bedrijventerreinennota; Crisis- en herstelwet; Jaarlijkse buurtcontracten.
Flankerend in regionaal verband zijn de ‘Regio/BSGE(BOR)-afspraken (bovenlokale doelstelling)’ van belang
b
Realiseren Eindhovense behoefte van 10.000 woningen buiten de gemeentegrens van Eindhoven (overloopopgave), verdeeld per
b
Terugdringen van de scheefheid goedkope woningen/dure woningen tussen Eindhoven en randgemeenten en voorzien in eigen
gemeente. Hierover zijn regionale afspraken gemaakt; sociale woningbehoefte. Deze zijn vertaald in aantallen per gemeente in het Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020 (inclusief BOR-afspraken). Kruisverbanden Daarnaast zijn er vele linken naar andere speerpunten en programma’s. Zoals Duurzaamheid en Klimaatbeleid dat valt binnen het programma Milieu heeft ook zijn doorwerking op dit beleidsterrein met name wat betreft Duurzaam Bouwen. Verder wordt via het raadsprogramma Ruimtelijke kwaliteit de stedelijke ontwikkeling doorvertaald naar stadsdelen respectievelijk de bestemmingsplannen, de grondexploitaties, vergunningverlening en toezicht en handhaving. Tenslotte liggen er raakvlakken met de programma’s Sociaal en Economie voor wat betreft de bevordering van Sociale Stijging in wijken.
Beleidswijzigingen: Niet van toepassing.
Outputindicatoren:
Ruimtelijk Raadsprogramma:
8 Ruimtelijk
Programmaonderdeel:
8.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling
Portefeuille:
Wonen, wijken, ruimte en burgerparticipatie
Commissie:
Ruimte en vastgoed
Sector:
Gebiedsontwikkeling
Niet van toepassing.
Wat mag het kosten? (Bedragen x € 1.000) Totaal (netto)investering Exploitatie: - Exploitatielasten - Exploitatiebaten Exploitatiesaldo voor mutaties reserves Mutaties in reserves Saldo na mutaties reserves
2010
2011
2012
2013
2014
2015
-
-
-
-
-
-
4.752 2.156
3.986 723
5.366 832
5.423 777
3.236 777
1.919 732
2.596
3.263
789 3.385
9442.319
4.534
4.646
2.459
1.187
2.815-
2.660-
850-
800-
1.719
1.986
1.609
387