PROGRAMMA DONDERDAG 26 november 2015
9u – 10u30
11u – 12u30
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme & Lien Hugelier
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme & Lien Hugelier
Dr. Google: Gezondheidsinformatie op het internet en gezondheidsgerelateerde apps voor vrouwen met een kinderwens. Ilse Delbaere & Aline Ollevier
Werkplekleren Wendy Schoeters
Educator@healthcare: tutoring voor en door studenten Kathleen Biesmans Neonatale stabilisatie (DEEL 1) Koenraad Smets, Ilse Verhulst, Michèle Claus & Eveline Van Dijk Schouderdystocie (DEEL 1) Jill Smets De vroedvrouw en het voorschrijfrecht Violet Vervloet Simulatie-Instructie Patiënten Cathleen Gavel Samen beslissen in de verloskundige zorg Marianne Nieuwenhuijze Interculturele communicatie in de verloskunde – Klaar voor verwondering? Esther Van Grembergen & Marianne Vanbellinghen De kracht van aanwezigheid en aanraking! (DEEL 1) Kaatje Keppens Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode (DEEL 1) An De Craecker De reanimatie van de zwangere vrouw. De Turck Bruno
Coachen van medestudenten: het coaching project Caroline Deceuninck Neonatale stabilisatie (DEEL 2) Koenraad Smets, Ilse Verhulst, Michèle Claus & Eveline Van Dijk Schouderdystocie (DEEL 2) Jill Smets Rookstopbegeleiding voor en tijdens de zwangerschap Katrien De Wilde Multidisciplinaire aanbevelingen voor het ontslag op de materniteit met het oog op een kwaliteitsvolle continuïteit van de zorg Florence D’Haenens Midwifery in Europe: Uitdagingen voor de Belgische vroedvrouw? Joeri Vermeulen Evidence based midwifery als een blended learning opleidingsonderdeel Liesbeth Van Kelst De kracht van aanwezigheid en aanraking! (DEEL 2) Kaatje Keppens Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode (DEEL 2) An De Craecker De reanimatie van de zwangere vrouw. De Turck Bruno
Borstvoeding begeleiden: van probleemanalyse tot opties voor de moeder Veerle Van Bocxstaele
Workplace Learning in Midwifery Education in Flanders Mieke Embo
Bedsharing “ Hoe kan je aansluiten bij ouders “ Simonne Jacobs
Bedsharing “ Hoe kan je aansluiten bij ouders “ Simonne Jacobs
Leerzorgcentrum: brug tussen onderwijs en werkveld Corstjens Frieda
Academic Collaborative Centre Pregnancy and Childbirth: Exchanging knowledge between midwifery practice, research and education focussing on vulnerable pregnancies Hanneke Torij
Fear of childbirth – why do women fear and what can be done about it? Mirjam Lukasse Management of post-partum Hemorrhage, WHO Guidelines in obstetric emergencies Musabwasoni Marie Grace Sandra
Vroedvrouwelijke wijsheid. Beroepswaarden in het onderwijs Elies de Geus Nieuw in 010, buddyprogramma voor zwangeren op Rotterdam Zuid Wietske Willemse Helping Babies Breathe, the golden minute Musabyimana Twahirwa Jean Damascene
13u30 – 15u
15u30 – 17u
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme & Lien Hugelier
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme & Lien Hugelier
Dr. Google: Gezondheidsinformatie op het internet en gezondheidsgerelateerde apps voor vrouwen met een kinderwens. Ilse Delbaere & Aline Ollevier
Coachen van medestudenten: het coaching project Caroline Deceuninck
De vroedvrouw en het voorschrijfrecht Violet Vervloet Learning Café en flipped classroom (DEEL 1) Giovanna Gooris Lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag: Hoe inschatten en reageren. Sam Geuens Theoretical framework for midwifery practice Antonella Nespoli Levensreddende vaardigheden in de verloskunde: efficiënt teamwork (zowel technisch als non-technisch) tijdens de urgenties. Postpartumbloeding met shock. Marina Vissers Sluiten van vaginawand en perineumletsels (DEEL 1) Karin Theeuwen De MAMMOET: interprofessioneel opleiden at it’s best! Bahareh Goodarzi ‘Cancer in pregnancy’ Magali Verheecke Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode (DEEL 1) An De Craecker Workplace Learning in Midwifery Education in Flanders Mieke Embo De aansprakelijkheid van de vroedvrouw in het licht van haar verruimde bevoegdheden Sarah Van Haute Vaccinatie van baby’s en peuters Elke Wierckx, Myriam Den Tandt & Birgit Duytschaever Als je een prille zwangerschap verliest (DEEL 1) Shanti Van Genechten & Emmanuel Keirse Management of post-partum Hemorrhage, WHO Guidelines in obstetric emergencies Musabwasoni Marie Grace Sandra
Rookstopbegeleiding voor en tijdens de zwangerschap Katrien De Wilde Learning Café en flipped classroom (DEEL 2) Giovanna Gooris Het AP Geboortehuis Novo Vida: Hoe werkt het? Inge Meyvis Midwifery Student Case Load Model Edda Pellegrini Levensreddende vaardigheden in de verloskunde: efficiënt teamwork (zowel technisch als non-technisch) tijdens de urgenties. Postpartumbloeding met shock. Marina Vissers Sluiten van vaginawand en perineumletsels (DEEL 2) Karin Theeuwen Evidence based midwifery als een blended learning opleidingsonderdeel Liesbeth Van Kelst De aansprakelijkheid van de vroedvrouw in het licht van haar verruimde bevoegdheden. Sarah Van Haute Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode (DEEL 2) An De Craecker ICM & Education Margriet Pluymaekers & Nester T. Moyo Vaccinatie van baby’s en peuters Elke Wierckx, Myriam Den Tandt & Birgit Duytschaever Leerzorgcentrum: brug tussen onderwijs en werkveld Corstjens Frieda Als je een prille zwangerschap verliest (DEEL 2) Shanti Van Genechten & Emmanuel Keirse Nieuw in 010, buddyprogramma voor zwangeren op Rotterdam Zuid Wietske Willemse Helping Babies Breathe, the golden minute Musabyimana Twahirwa Jean Damascene
Abstracts Workshops Midwifery in Europe: Uitdagingen voor de Belgische vroedvrouw? Joeri Vermeulen, Opleidingshoofd vroedkunde Erasmushogeschool Brussel. In deze workshop wordt ‘midwifery in Europe’ onder de loep genomen. De European Midwives Association maakte, op basis van verschillende bevragingen en consultaties, een blauwdruk van het werk van de vroedvrouw in Europa. Er wordt ingezoomd op gelijkenissen, maar vooral op voorbeelden in Europa die een bron kunnen zijn voor verdere reflectie en inspiratie. In de workshop wordt met de deelnemers gereflecteerd wat de uitdagingen zijn voor de Belgische vroedvrouw en hoe we verandering kunnen faciliteren.
Workplace Learning in Midwifery Education in Flanders Mieke Embo, Head of Midwifery, University College Arteveldehogeschool Ghent, Belgium Workplace learning in midwifery is a continuous and self-directed process of competency development but midwifery workplaces are complex and discontinuous learning environments. The question therefore is how workplace learning can be organized in such a way that ongoing competency development is optimally stimulated throughout the workplace learning curriculum and that learners are prepared for lifelong learning. This workshop aims to describe Embo’s workplace learning model, a model that integrates learning, assessment and supervision in a midwifery competency framework in order to facilitate a continuous self-directed developmental process within and across midwifery workplaces. Furthermore, this workshop aims to highlight a unique co-creation project between all midwifery programmes in Flanders. This project started with the design of a midwifery competency framework and a professional profile. Midwifery educators are now working on the implementation of this integrated workplace learning model because they believe in the strength of joint research and sharing good practices. This workshop is intended for professionals (Thursday) and students (Friday) from Flanders and abroad. As students increasingly receive part of their training at foreign workplaces, an international outlook on the topic becomes indispensable in order to ensure that the learning is continued for the entire lifetime of a midwifery training programme. This highly interactive session will provide educators and students with practical strategies for reflection, feedback, assessment and supervision. Participants will be stimulated to discuss the different components of this model in relation to the reality of daily midwifery practice. Reference: Embo, M. (2015a). Integrating workplace learning, assessment and supervision in health care education. Maastricht: Universitaire Pers; http://pub.maastrichtuniversity.nl/700fdd2c-b660-48cf-ad32-2a9f4effff95.
De MAMMOET: interprofessioneel opleiden at it’s best! Bahareh
Goodarzi,
verloskundige
en
docent
aan
de
Academie
Verloskunde
Amsterdam
Groningen.
Hoe kan de opleiding verloskunde ervoor zorgen dat verloskundigen in opleiding volgens de principes van veiligheidsmanagement leren samenwerken met andere professionals? Wilt u meer weten over hoe u interprofessioneel opleiden kunt uitrollen in uw organisatie? Of wilt u interprofessioneel opleiden ervaren? Dan verwelkomen wij u bij deze workshop! De MAMMOET (Midwifery Assistant & Midwife Managing Obstetric Emergency Training) is interprofessioneel opleiden at it’s best. Deze calamiteitentraining wordt gegeven door studenten van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen aan kraamverzorgenden. De studenten geven niet alleen de training, maar zijn betrokken bij alle fasen van de ontwikkeling. Het doel van de training is het verbeteren van de medisch technische en communicatieve vaardigheden van de verloskunde studenten en de kraamverzorgenden. En nog belangrijk: leren van elkaar. Dat maakt de verloskundige zorg namelijk veiliger. Wat is onveilige zorg? Hoe ontstaan misverstanden? En hoe kunnen deze voorkomen worden? Door het uitspelen van casuïstiek in een reële situatie en het reflecteren daarop, ondervinden verloskunde studenten en kraamverzorgenden hoe zij samenwerken in een acute situatie kunnen verbeteren. Tijdens de workshop komt de geschiedenis, inhoud en opzet van de training aan bod. Tevens kunt u de bijzondere sfeer tijdens de training beleven tijdens het scenario dat wordt nagespeeld met studenten als instructeur en u als deelnemer. En natuurlijk is er ruimte voor discussie.
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme, Praktijklector vroedkunde, Coördinator simulatieonderwijs, Katholieke Hogeschool VIVES. Lien Hugelier, Lector vroedkunde, Katholieke Hogeschool VIVES. Teamgericht werken, communiceren, organiseren, klinisch redeneren en kritisch reflecteren… in crisissituaties binnen de verloskunde. “HOE” aanleren binnen de opleiding: SIMULATIETRAINING kan een oplossing bieden!
Educator@healthcare: tutoring voor en door studenten Kathleen Biesmans, Coördinator Educator@healthcare, Coördinator Internationalisering, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. In educator@healthcare komt de rol van de student als coach aan bod. We richten ons deze keer niet op onze patiënt, maar wel op de medestudenten. Studenten in opleiding begeleiden, behoort namelijk ook tot de competenties van een vroedvrouw. Via een peer-tutoringopdracht worden medestudenten uit het eerste of tweede jaar gecoached. Deze workshop neemt je mee in het basisconcept van het project educator@healthcare. Bovendien ga je praktisch aan de slag en word je uitgedaagd bij het opzetten van je eigen educator-verhaal.
Werkplekleren Wendy Schoeters, Coördinator Klinisch onderwijs, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. Hoe creëren we een stimulerend leerklimaat waarin studenten het beste uit zichzelf kunnen halen? Binnen de Karel de Grote-Hogeschool hebben we de afgelopen jaren ervaring opgedaan met de leerwerkplek. Tijdens deze workshop nemen we jullie graag mee in de wereld van werkplekleren. Het principe van de leerwerkplek kan ook onder volgende benamingen worden teruggevonden: leerafdeling, opleidingsafdeling, verpleegkundige werkplaats, praktijkwerkplaats, leerwerkplaats, nursing development units (NDU) . De leerwerkplaats is een samenwerkingsverband tussen de zorginstelling en de hogeschool dat gestalte krijgt in een (verpleeg)afdeling van de zorgaanbieder die bevolkt wordt met studenten verpleegkunde (hier vroedkunde) onder begeleiding van een gekwalificeerde leidinggevende staf vanuit de zorgaanbieder. In begeleidingstaken van studenten wordt door zowel zorgaanbieder als de betrokken onderwijsinstellingen voorzien. (Klingeman & de Lange, 2008) Een leerafdeling is een werkeenheid waarbinnen opleiding en praktijk worden geïntegreerd met een optimaal aantal deelnemers, waardoor de kwaliteit van het werk toeneemt en professionalisering van de deelnemer, werknemers en docenten plaatsvindt (Klingeman & de Lange, 2008). Een leerwerkplaats is een authentieke werkomgeving, waarin een groep studenten alle voor de beroepsuitoefening typerende werkprocessen uitvoert en verantwoordelijk is voor de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het werk (Klingeman & de Lange, 2008). Deze vorm van stagelopen brengt studenten in een contextrijke omgeving waar de student de verschillende competenties van de vroedvrouw kan exploreren en ontwikkelen.
Coachen van medestudenten: het coaching project Caroline Deceuninck, Praktijklector vroedkunde, Thomas More Turnhout. In deze laatste fase van de opleiding tot professionele bachelor in de vroedkunde maakt het coaching project onderdeel uit van het curriculum. Doel van het coaching project is om de potentiële kwaliteiten van medestudenten vroedkunde aan te wakkeren en te stimuleren, ter bevordering van het leren en/of het sturen van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het onderkennen van de eigen beperkingen maar zeker ook de eigen kwaliteiten, zijn belangrijke aspecten binnen het groeiproces tot bekwame vroedvrouw! Tevens trachten we met deze coaching projecten de toekomstige vroedvrouwen klaar te stomen om aan de volgende DLR: “De vroedvrouw coacht en begeleidt studenten en collega’s uit eigen en verwante disciplines, om een kwaliteitsvolle zorg te waarborgen” tegemoet te komen zodat ze ook later als stage mentor en collega sterker in hun schoenen staan om elkaar en studenten te coachen. In deze workshop wordt het project toegelicht aan de hand van voorbeelden uit de praktijk.
Simulatie-Instructie Patiënten Cathleen Gavel, Lector vroedkunde, SIP-coördinator Verpleegkunde en vroedkunde, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. Een simulatie-instructie patiënt (SIP) is een persoon die in de opleidingen Vroedkunde en Verpleegkunde een vooraf bepaalde patiënten rol speelt. Een SIP speelt bijvoorbeeld de rol van een zwangere die op consultatie komt en een gesprek voert met de student vroedvrouw. Door theorie en praktische vaardigheden eerst meermaals in te oefenen in een gecontroleerde omgeving met een SIP, zijn studenten beter voorbereid op het contact met echte patiënten. Na een goede skills training met SIP’s hebben studenten hun vaardigheden beter onder de knie, kunnen ze gerichter vragen stellen en voeren ze hun onderzoeken vlotter uit. SIP’s worden ingezet in alle deeltrajecten van zowel de opleiding Vroedkunde en Verpleegkunde. Studenten kunnen met het goede gestructureerde vraaggesprekken voeren, kunnen technieken inoefenen tot ze dit volledig beheersen. SIP’s kunnen ook worden ingeschakeld bij examens. Tijdens de workshop komen volgende aspecten aan bod: rekrutering, training, curriculum, feedback.
Learning Café en flipped classroom Giovanna Gooris, Praktijklector vroedkunde, AP Hogeschool Antwerpen. Learning Café
Bij de flipped classroom verwerken studenten de leerinhoud zelfstandig door op voorhand een weblecture door te nemen. Hierdoor komt er tijd vrij om tijdens contactmomenten actiever met studenten om te gaan, bijvoorbeeld, door het laten toepassen van eerder geleerde theorie, het oplossen van opdrachten en het beantwoorden van vragen.
Dr. Google: Gezondheidsinformatie op het internet en gezondheidsgerelateerde apps voor vrouwen met een kinderwens. Ilse Delbaere, Lector VIVES Kortrijk, Expertisecentrum Zorginnovatie. Aline Ollevier, Lector VIVES Brugge . In 2012 beschikte 95% van de Vlaamse gezinnen (huishoudens met twee volwassenen met kinderen) over een internetverbinding (economie.fgov.be/nl/consument/Internet/ICT_in_cijfers). Uit studies blijkt dat het internet steeds populairder wordt als informatiebron voor zorgvragers (Lee 2014). Het internet kan bijdragen aan patiënt empowerment en aan de patiëntenparticipatie binnen de gezondheidszorg, maar kan langs de andere kant bijdragen aan onnodige ongerustheid door de voorziening van ongenuanceerde of onjuiste informatie (Andreassen 2007). Zwanger zijn en bevallen zijn major life events en bij uitstek gebeurtenissen waarbij veel behoefte is aan informatie (Grimes 2013). Binnen deze workshop willen we dieper ingaan op het gebruik van internet en apps voor het opzoeken van gezondheidsgerelateerde informatie in het algemeen en informatie rond zwangerschap en bevalling in het bijzonder. We nemen een aantal websites en apps kritisch onder de loep.
Interculturele communicatie in de verloskunde – Klaar voor verwondering? Esther Van Grembergen, Docent opleiding Marianne Vanbellinghen, Docent opleiding
vroedkunde vroedkunde
Erasmus Erasmus
Hogeschool Hogeschool
Brussel Brussel
(Jette). (Jette).
Als vroedvrouwen komen we steeds meer in aanraking met patiënten van zeer diverse afkomst. Culturele verschillen kunnen we heel ruim opvatten: het gaat mogelijk om taal, etnische-afkomst, cultuur, religie, sociale achtergrond, … Soms zijn we ons van deze verschillen bewust, soms ook niet. Soms beklemtonen we deze verschillen onnodig, soms gaan we er te snel aan voorbij. Hoewel deze verschillen heel uitdagend kunnen zijn, leiden ze ook vaak tot ergernis, misverstanden. We zijn dan ‘vreemden’ voor elkaar. Deze wederzijdse onbekendheid geeft bij de patiënt vaak het gevoel niet gehoord en begrepen te worden, men voelt zich onheus behandeld of, in het slechtste geval, gediscrimineerd. Bij de zorgverlener leidt dit naast ergernis soms ook tot onverschilligheid, tot het zich halsstarrig vastklampen aan vertrouwde routine handelingen. Vooroordelen en negatieve beeldvorming staan de belangrijke vertrouwensrelatie in de weg. Met deze workshop vertrekken we vanuit jouw ervaringen. We reiken je een aantal inzichten en handvaten aan die van pas kunnen komen om reacties, gebeurtenissen of situaties in interculturele context te begrijpen. Deze handvaten zorgen ervoor dat we niet (te) snel oordelen of in veralgemeningen vervallen. Ergernis kan dan omslaan in verwondering. Hoe nieuwsgieriger je bent naar het waarom van de dingen, hoe genuanceerder je beeld. Dit laat toe je oordeel uit te stellen, minder definitief te maken. Want begrip en respect tonen betekent niet dat je geen eigen mening mag vormen. Een uitgesteld en voorlopig oordeel maken je relatie met de patiënt echter positiever. Zorg en begeleiding worden hierdoor veel optimaler. Bovendien wordt de invulling van je job veel rijker, met steeds nieuwe uitdagingen.
Schouderdystocie Jill Smets, Praktijklector vroedkunde PXL Hasselt. Schouderdystocie komt voor bij 0.2% tot 3% van de bevallingen (1 op 33 geboorten). De huidige tendens met steeds meer macrosome baby’s en obese moeders zal leiden tot een nog vaker voorkomen van schouderdystocie. Schouderdystocie is beangstigend. Zelfs indien alle gepaste acties ondernomen worden treden er heel frequent
bijkomende complicaties op : derde en vierdegraads-rupturen, postpartum hemorragieën, en neonatale brachiaal plexies verlamming. Schouderdystocie is niet te voorspellen en vereist spoedeisende maatregelen. Deze workshop richt zich op een optimaal management van schouderdystocie op het moment dat het zich voordoet. Het mechanisme van schouderdystocie komt aan bod. Een casusanalyse focust op de ‘doe’ en ‘doe beter niet ’- aspecten van deze uitdrijvingsdystocie. We zoomen vervolgens in op efficiënte communicatie en simuleren maneuvers volgens het mnemotechnische model ALSO : ‘ HELPERR’.
Neonatale stabilisatie Koenraad Smets, medisch diensthoofd Neonatale Intensieve Zorg, UZ Gent Ilse Verhulst, NICU-verpleegkundige Michèle Claus, NICU-verpleegkundige Eveline Van Dijk, Adjunct-hoofdverpleegkundige NICU In de workshop Neonatale stabilisatie krijgen de deelnemers een hands-on training over de eerste opvang van de pasgeborene, gebaseerd op de officiële ERC-NLS richtlijnen. Eerst worden de actuele richtlijnen voor opvang van de pasgeborene in de verloskamer theoretisch toegelicht. Daarna volgt een vaardigheidstraining in kleinere groepen, waarbij de cursisten vertrouwd worden gemaakt met het materiaal, luchtwegmanagement aanleren en de verschillende technieken van thoraxcompressies inoefenen. In functie van de resterende tijd wordt dit verder ingeoefend aan de hand van de scenario’s.
Rookstopbegeleiding voor en tijdens de zwangerschap Katrien De Wilde, Opleidingshoofd vroedkunde Odisee, PhD-student Ugent. Roken heeft een impact op de fertiliteit van man en vrouw. Roken tijdens de zwangerschap kan verschillende gezondheidsproblemen veroorzaken bij moeder en kind: b.v. placenta praevia, placenta solutio, laag geboortegewicht, preterme geboorte, SIDS, ... De zwangerschap wordt beschouwd als een goede periode om gedragsverandering te introduceren en aan te leren. De vroedvrouw kan hierin een belangrijke rol spelen. Tijdens deze workshop worden de gevolgen van roken tijdens de vruchtbare periode en de zwangerschap besproken en er worden verschillende manieren aangereikt om een (zwanger) koppel te ondersteunen in een rookstopproces. Zowel op de medicamenteuze als nietmedicamenteuze manieren, zoals motiverende gespreksvoering, 5 A’s en AAR-methode wordt dieper ingegaan.
Cancer in pregnancy Magali Verheecke, ASO Gynaecologie, PhD student ‘Cancer in Pregnancy’. Cancer is diagnosed in 1 per 1000-2000 pregnancies, a number that is likely to increase with childbearing delayed until higher maternal age in developed countries. Pregnancy does not predispose to cancer and cancers occurring during pregnancy are those typical of women of reproductive age. The most frequently encountered cancers during pregnancy include breast, hematologic malignancies, cervical cancers and melanoma Caretakers and future parents are confronted with both medical and ethical dilemmas. Cancer diagnosis and treatment is a challenge for the obstetrician, the oncologist and the perinatologist. Delay in diagnosis and treatment should be prevented since prognosis is stage and therapy dependent. Treatment decisions must take into account maternal and fetal concerns. Whether or not to terminate the pregnancy is an individual decision and depends on the parental opinion, the oncological prognosis and the urgency of cancer treatment initiation. During pregnancy, surgical interventions and specific types of chemotherapy are safe for both mother and child. From an obstetrical point of view the aim is to have a term vaginal delivery where possible. A multidisciplinary approach with a team that is specialized in treating pregnant patients with cancer is necessary to take all aspects of care for pregnant women with cancer into account. This workshop emphasis the important issues for caregivers to take into account during the whole process from diagnosis, during treatment, till the follow-up period.
De vroedvrouw en het voorschrijfrecht Violet Vervloet, Praktijklector vroedkunde Thomas More Turnhout. Op 14 januari 2014 verscheen het Koninklijk Besluit met betrekking tot het voorschrijfrecht van de vroedvrouw in het Belgische Staatsblad. Niet elke vroedvrouw zal plots medicatie mogen voorschrijven, een degelijke opleiding is vereist. De opleidingen Vroedkunde organiseren, in samenwerking met de BMA, de opleiding ‘Gespecialiseerde toegepast farmacologie’. Vroedvrouwen die hun diploma voor 1 oktober 2014 behaald hebben, moeten deze bijkomende opleiding van minimum 30 uren volgen. Na het succesvol volgen van de opleiding moet de vroedvrouw zich laten registeren bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Studenten vroedkunde die afstuderen na 1 oktober 2014, ontvangen op hun diploma-supplement een duidelijke vermelding dat hen de mogelijkheid geeft om geneesmiddelen voor te schrijven. In deze workshop bekijken we samen wat de wetgeving omtrent het voorschrijfrecht precies inhoud en welke medicatie de vroedvrouw mag voorschrijven. Daarna proberen we dit te vertalen naar de praktijk aan de hand van concrete voorbeelden.
Lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag: Hoe inschatten en reageren. Sam Geuens, Klinisch Psycholoog VVS, Oplossingsgericht Psychotherapeut, Lector PXL Hasselt. Zorg verlenen betekend dicht bij mensen komen, letterlijk en figuurlijk. Zorg verlenen als vroedvrouw gaat nog vederen. Het brengt je vaak fysiek en psychologisch op een intieme manier in contact met je patiënt. Dicht bij mensen komen vraagt een goed besef van grenzen. Deze workshop biedt een kader aan voor vroedvrouwen om als zorgverleners een beter zicht te krijgen op lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Aan de hand van een eenvoudig systeem wordt mogelijk gemaakt individueel of in teamverband op een objectieve manier na te denken over situaties die ons buikgevoel aanduidt als niet vanzelfsprekend. Het vlaggensysteem van Franken & Frans (2010) biedt de mogelijkheid om aan de hand van 6 criteria situaties te zien voor wat ze zijn en op een gepaste manier te reageren. Overleg over moeilijke situaties wordt eenvoudiger gemaakt door het aanreiken van een concreet kader en een gemeenschappelijke taal. Na een inhoudelijke introductie wordt aan de slag gegaan met casuïstiek uit de eigen praktijk.
Multidisciplinaire aanbevelingen voor het ontslag op de materniteit met het oog op een kwaliteitsvolle continuïteit van de zorg Florence D’Haenens, Lector en onderzoeker aan de Erasmushogeschool Brussel, Kenniscentrum Brussel, Geïntegreerde zorg Brussel. Introduction: Within the context of a shortened hospital stay, the correct use of the primary and secondary health care, & the need for collaboration, raise a lot of questions about the integration of the care and the patients’ care trajectory. Up to now very little is known about the specific needs of deprived patients in the discharge process. Methods: The fieldwork took place on the postnatal ward of the University Hospital Brussels. A sample of 25 professional health care providers were interviewed and/or observed in practice settings. Thematic analysis was conducted on interviews, field observations, and closed documents. Coding was conducted by one analyst. Another researcher independently reviewed and cross checked the process of analysis with transcripts for consistency using Nvivo10 qualitative software. Results: Discharge is multidisciplinary organized. But communication & collaboration between the different caregivers who together give form to the discharge, are of decisive importance. Yet there is no discipline that claims the coordination of the discharge, and there is no clear coordination role to manage the discharge. Discussion: More attention should be given to discharge, specifically to the preparation and communication, in particular for specific patient groups. The development of transmural and interdisciplinary care paths, protocols and trainings are needed. The value, role, competencies and implications of a discharge planning case manager in the maternal care should be more examined.
Het AP Geboortehuis Novo Vida: Hoe werkt het? Inge Meyvis, vroedvrouw, Lector vroedkunde Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen. In Vlaanderen wordt 1 op de 4 kinderen geboren in armoede. Het Toekomstproject Vlaanderen in Actie heeft in het Pact 2020 als doel gesteld dat het aantal kinderen dat geboren wordt in armoede in Vlaanderen tegen 2020 moet dalen met 30%. Uit de meest recente cijfers blijkt echter dat het aantal Antwerpse kinderen dat geboren wordt in armoede blijft stijgen in plaats van dalen. Veel kansarme zwangeren komen niet of pas laat in de prenatale zorg terecht. Met het Geboortehuis Novo Vida proberen we deze mensen te stimuleren om toch de nodige prenatale zorgen te krijgen. Het Geboortehuis Novo Vida is een plaats waar studenten onder begeleiding van docenten pre- en postnatale consultaties uitvoeren bij kwetsbare zwangeren. Zowel de competenties van het uitvoeren van consultaties, het opvolgen van een zwangerschap, risicoselectie, als de competenties rond het omgaan met kwetsbare doelgroepen worden hier uitgebreid geoefend. Studenten leren werken met de sociale kaart en kunnen doorverwijzen naar andere disciplines om het zwangere of pas bevallen koppel zo goed mogelijk te begeleiden. In deze workshop wordt dieper ingegaan op hoe je omgaat met de doelgroep en studenten mee begeleidt tijdens dit proces.
Samen beslissen in de verloskundige zorg Marianne Nieuwenhuijze, RM, MPH, PhD, Hoofd lectoraat Midwifery Science |Academie Verloskunde Maastricht |Zuyd. Shared decision-making (SDM, gezamenlijke besluitvorming) tussen zorggebruiker en zorgverlener is steeds meer de norm in de gezondheidzorg. Dat geldt ook voor de verloskundige zorg. Onderzoek laat zien dat de meeste zwangere vrouwen actief betrokken willen worden bij wat er gebeurd tijdens de zwangerschap en geboorte en dat zij inbreng willen hebben in de beslissingen die genomen worden.
Het is echter niet eenvoudig voor zorgverleners om SDM daadwerkelijk toe te passen in de praktijk. Dit komt o.a. door de onevenwichtigheid in de relatie tussen zorggebruiker en zorgverlener, door gebrek aan evidence-based informatie (bijv. keuzehulpen), doordat gezondheidsinformatie niet altijd toegankelijk is voor de diversiteit aan zorggebruikers, en door gebrek aan inzicht en competenties voor een systematische aanpak en communicatie rondom keuzemoment en keuzeopties. In de verloskundige zorg kan het nog extra ingewikkeld zijn doordat de dynamiek van de zwangerschap en geboorte soms onverwachte en snelle beslissingen nodig maakt. Onderzoek onder een internationaal panel van experts geeft handreikingen hoe SDM aan te pakken in de verloskundige zorg. Tijdens deze workshop spelen we in op de behoefte om daadwerkelijk vorm te geven aan SDM bij de zwangerschapscontroles en tijdens de bevalling.
Levensreddende vaardigheden in de verloskunde: efficiënt teamwork (zowel technisch als non-technisch) tijdens de urgenties. Postpartumbloeding met shock. Marina Vissers, praktijklector vroedkunde Karel de Grote Hogeschool Antwerpen. Acute verloskundige noodsituaties zijn gelukkig zeldzaam. Als ze zich toch voordoen is het uitermate belangrijk dat alle handelingen zodanig geautomatiseerd zijn dat er rustig en adequaat gereageerd kan worden binnen het verloskundig team. In deze training 'Levensreddende vaardigheden in de verloskunde’ oefenen we zowel de technische als nontechnische aspecten hiervan in een casus rond postpartumbloeding met shock. Kalm blijven, het overzicht houden, tijdig hulp van anderen inschakelen, hulp coördineren én effectief een noodsituatie oplossen zijn vaardigheden die tijdens deze training worden ingeoefend. Je werkt aan een vlotte systematische aanpak in team in situaties waarin elke seconde telt.
Theoretical framework for midwifery practice Antonella Nespoli, Researcher and Head of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop discusses a theoretical framework that can be used by midwives to guide their practice: Midwifery Partnership Model (Guilliland and Pairman 1998) Midwifery partnership provides a model for a midwife/woman relationship. It involves trust, shared control and responsability and shared meaning. It is a reciprocal relationship negotiated and understood by the partner: a childbearing woman and the midwife. The Midwifery Partnership Model aims to shift power from the midwife to the chilbearing woman and seeks to redifine accepted definitions of the midwife as an ‘expert’. Ultimately, midwifery partnership is about self-determination, whereby the childbearing woman is recognised as an ‘expert’, able to define her own needs, to control her own experiences, and to determine the appropriateness of the midwifery care she is receiving.
Midwifery Student Case Load Model Edda Pellegrini, Midwife, Coördinator of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop intend to present a model of learning based on the continuity of care as an emerging need in the educational program of the Bachelor in Midwifery. This model consists notably in “experiencing the continuity of care between Student and Woman, from the first contact in early pregnancy until the completion of puerperium. The aim is to give students a learning experience regardless of the caregivers that women choose and models of care” (Australian College of Midwives, 2001). This pathway is considered an effective training methodology (Browne, 2014) The University of Bournemouth made use of it in 1966 (Fry et al, 2011) and it quickly became the central focus in the educational program in some Anglo-Saxon countries (Lewis et al, 2008). The Midwifery Case Load Model (MSCLM) allow, in the opinions of students, an opportunity to provide care for women in the ‘real life context’ and in a continuity mode, throughout a journey, not only a formative step, but also a reflexive practice in their becoming midwife (Rawson, 2010).
Evidence based midwifery als een blended learning opleidingsonderdeel Liesbeth Van kelst, Lector vroedkunde – onderzoeker (UC Leuven-Limburg/ KU Leuven) Het flipped-classroommodel is een vorm van blended learning. Het houdt in dat activiteiten die traditioneel tijdens de contacturen plaatsvonden, nu buiten de contacturen zullen plaatsvinden en omgekeerd. Het aanreiken van de leerstof gebeurt voornamelijk buiten de contactmomenten die door de student grondig voorbereid worden. Tijdens de contactmomenten wordt er dan ingezoomd op de toepassing en de integratie van de leerstof. In deze workshop wordt, bij wijze van voorbeeld, het opleidingsonderdeel evidence based midwifery dat al drie jaar succesvol op deze wijze aangeboden wordt, kort besproken. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de mogelijkheden, uitdagingen en valkuilen van het flipped-classroommodel in het algemeen. Deze workshop wil de deelnemers handvaten bieden om met hun eigen opleidingsonderdeel aan de slag te gaan.
De kracht van aanwezigheid en aanraking! Handvaten voor het begeleiden van het proces van verinnerlijking tijdens de perinatale periode. Hoe kan je de binding tussen moeder-kind en partner bevorderen? Kaatje Keppens, Docente vroedkunde Thomas More Lier. Zelfstandige vroedvrouw in het pre- en postnataal gebeuren. Shiatsubeoefenaar met specialisatie verloskunde. De fysieke en emotionele veranderingen en de aanpassingen aan het moederschap zijn zowel voor moeders, vaders als voor de pasgeborenen een sleutelmoment in het leven... Bepaalde activiteiten van zwangeren kunnen spanningen met zich meebrengen waardoor ze haar focus buiten haar lichaam legt. Dit heeft een invloed op het verloop van de zwangerschap, de bevalling en het postpartum. Hoe een moeder deze spanningen ervaart is afhankelijk van het evenwicht dat ze vindt tussen het functioneren in haar omgeving , haar lichaam en haar baby. Je krijgt een aantal oefeningen aangereikt waarmee met hulp van de partner, vrouwen meer naar binnen kunnen keren en contact maken met de baby. De rust die hierdoor ontstaat is energie die naar de baby gaat. De zwangerschap, het baringsproces en het postpartum kunnen hierdoor vlotter verlopen. Vroedvrouwen kunnen dit proces positief beïnvloeden. De manier waarop we als vroedvrouw aanwezig zijn heeft invloed op de moeder / koppel. Voel je je evenwichtig, oncomfortabel of ben je gespannen? Je geeft dit onbewust door. Als je werkt vanuit je eigen kracht zal je je niet alleen beter voelen, maar ben je ook een betere steun. Aan de hand van oefeningen kan je ervan bewust worden hoe jou houding is.
Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys, docent Vroedkunde en Pedagogie van het Jonge Kind. Hoofdpromotor ODC GezinsKracht, Arteveldehogeschool Gent. Dat vaders een belangrijke rol spelen in de opvoeding is intussen overtuigend aangetoond. Vaderbetrokkenheid heeft een positieve invloed op de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen, op de fysieke en mentale gezondheid van moeders en op hun eigen psychosociale ontwikkeling. Ook tijdens de zwangerschap, de bevalling en de postnatale periode willen vaders betrokken zijn. Weinig regels of modellen beschrijven echter wat vaders precies kunnen, mogen en wensen te doen, weinig handleidingen voor professionals geven aandacht aan het ondersteunen van vaders. Recent onderzoek aan de Arteveldehogeschool toont aan dat deze wens tot vaderbetrokkenheid niet anders is voor vaders in een situatie van maatschappelijke kwetsbaarheid, meer nog, de perinatale periode blijkt een ‘window of opportunity’ om vanuit de kracht die de vaderrol geeft nieuwe kansen voor het gezin aan te grijpen. De vraag naar interventies om vaderbetrokkenheid vroegtijdig te verzekeren is dan ook groot. Om dergelijke interventies succesvol te maken moeten zij zijn gesteund op een model van vaderbetrokkenheid dat in de realiteit is geënt. Het heuristisch model van Lamb (1987), herwerkt door Cabrera et al (2004), vormt hiertoe een geschikte basis. In een eerste deel van de workshop wordt de toepassing van het model in de perinatale context toegelicht. In een tweede deel wordt de vertaling van het model naar de eigen praktijk gemaakt, en zullen de deelnemers samen nadenken over indicatoren voor vader-vriendelijke zorg en zo meewerken aan een ‘father friendly label’ dat zorgverleners –van kraamkliniek tot kindercrèche’ zal enthousiasmeren om op een gefundeerde manier vaderbetrokkenheid te realiseren.
FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode An De Craecker, docent Vroedkunde en medewerker ODC Gezinskracht, Arteveldehogeschool Gent. Het is niet evident om als zorgverlener of student een correcte attitude aan te nemen ten overstaan van een persoon uit een maatschappelijk kwetsbaar milieu. Het is erg moeilijk om je te kunnen inleven in hun situatie , laat staan begrijpen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Uit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd binnen en buiten de Arteveldehogeschool blijkt daarenboven dat maatschappelijke kwetsbaarheid het best zo vroeg mogelijk- nog voor de geboorte- wordt aangepakt. Daarom heeft het Onderzoek en Dienstverleningscentrum van de Arteveldehogeschool vanuit de opleidingen Vroedkunde en Secundair Onderwijs een bordspel ontwikkeld met als doel kennis en attitude bij te brengen omtrent dit onderwerp. Dit inleefspel ‘FRAGNANT, fragile and pregnant’ genaamd, is ontwikkeld in het kader van een opleiding hieromtrent aan professionelen in de gezondheidszorg nl. vroedvrouwen, artsen, leerkrachten, medewerkers van Kind en Gezin, mutualiteiten, kraamzorgcentra ed. Het spel wordt gespeeld met een spelbegeleider die als taak heeft het spel in goede banen te leiden alsook de wetenschappelijke achtergrond ter beschikking te stellen van de spelers in een voor hen begrijpbare taal. FRAGNANT wordt gespeeld met idealiter 12-18 spelers en duurt ongeveer 2-3u, met inbegrip van een grondige evaluatie nadien.
De aansprakelijkheid van de vroedvrouw in het licht van haar verruimde bevoegdheden. Sarah Van Haute, advocaat-vennoot Partoens Van Haute, praktijkassistent Universiteit Hasselt, docent PXL Healthcare Het beroep “vroedvrouw” evolueerde doorheen de jaren meer en meer naar een autonome medische bevoegdheid, zoals weergegeven in het KB nr. 78 van 1967. Het KB van 1 februari 1991 omschrijft het takenpakket van de vroedvrouw. Eén van de taken van de vroedvrouw is het opsporen van zwangerschappen met verhoogd risico. De wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid bouwt hierop verder en verleent aan de vroedvrouw een belangrijk aantal autonome bevoegdheden. De vroedvrouw krijgt met name de bevoegdheid om volledig zelfstandig een normale zwangerschap te begeleiden en op te volgen, een normale bevalling uit te voeren en de eerste zorgen aan een gezonde pasgeborene toe te dienen. De vroedvrouw verkrijgt zo ook een zeer belangrijke verantwoordelijkheid naar opsporing van pathologische zwangerschappen en bevallingen. In voormelde wet werd ten slotte de mogelijkheid ingevoerd om via koninklijk besluit de voorwaarden te bepalen waarbinnen de vroedvrouw autonoom medicatie kan voorschrijven. Het was uiteindelijk wachten tot 15 december 2014 voor de uiteindelijke uitwerking hiervan bij koninklijk besluit. Deze belangrijke uitbreiding van bevoegdheden heeft implicaties op de (al dan niet autonome) aansprakelijkheid van de vroedvrouw. In de workshop zal de aansprakelijkheid van de vroedvrouw in zijn algemeenheid worden toegelicht, zal dieper ingegaan worden op de uitbreiding van de bevoegdheden en het takenpakket van de vroedvrouw en de te verwachten impact hiervan op de aansprakelijkheid van de vroedvrouw. Een uitbreiding van bevoegdheden impliceert met name meer verantwoordelijkheden en bijgevolg meer risico’s naar aansprakelijkheid toe.
Bedsharing “ Hoe kan je aansluiten bij ouders “ Simonne Jacobs, Vroedvrouw, lactatiekundige, praktijklector, regioverpleegkundige Kind en Gezin In deze workshop staan we stil bij het thema veilig slapen en gaan we dieper in op het gesprek dat aangegaan wordt met ouders over bedsharing. Hoe kunnen wij respectvol aansluiten bij ouders zonder kinderen in gevaar te brengen .
Als je een prille zwangerschap verliest. Shanti Van Genechten, Vroedvrouw, Projectontwikkelaar Kinderwens Vlaanderen, Rouw- en verliesbegeleiding Kinderwens Vlaanderen Prof.dr. Emmanuel Keirse, Emeritus en hoogleraar KULeuven, psycholoog, vroeger kabinetchef Volksgezondheid, adviesraad Kinderwens Vlaanderen Bijna één op vier zwangerschappen eindigen in een miskraam. De impact hiervan wordt echter zwaar onderschat. Want hoe rouwt u om een kind dat u nooit echt hebt gekend? En hoe gaat u om met de angst dat het bij een volgende zwangerschap weer fout kan gaan? Dit verlies geeft een diepgewortelde pijn die niet te omschrijven verdriet met zich mee brengt. Ouders die hun kindje verliezen door een miskraam worden vaak niet erkend in hun verdriet door de omgeving en dat maakt het verwerkingsproces moeizaam. Het verlies dient omvat en verwerkt te worden. Helaas is zwanger worden ook niet voor iedereen vanzelfsprekend. 1 op 6 koppels ondervindt hindernissen om zwanger te worden. Ongewilde kinderloosheid, intensieve fertiliteitsbehandelingen kunnen een diepgaande impact hebben op diverse aspecten van het leven van wensouders: algemeen welbevinden, lichaamsbeleving, zelfbeeld, relatie en seksualiteit, werksituatie, sociaal leven, financieel draagvlak, geestelijke gezondheid enz. Veel koppels ervaren deze fase in hun leven dan ook als een rollercoaster van stress, spanning, hoop, onzekerheid, angst, verdriet, blijdschap, teleurstelling en ontgoocheling telkens een behandelingscyclus of een natuurlijke zwangerschapspoging niet tot het verhoopte resultaat leidt. Gedurende deze workshop wordt er aandacht besteed aan de theorie, het herkennen van het rouwproces, de bijkomende emoties en het belang van psychosociale begeleiding. We werken tevens praktijkgericht opdat u aan het einde van de workshop inzicht heeft in processen rondom rouw- en verliessituaties. U herkent signalen van rouw en verlies bij cliënten met een onvervulde kinderwens of een miskraam. Daarenboven krijgt u handvaten ter ondersteuning van de psychosociale begeleiding van deze doelgroep. Verlies verwerken is rouwarbeid verrichten, als hulpverlener hebben we de belangrijke taak te helpen bij verlies en verdriet opdat de cliënt terug hoopvol kan toeleven naar de toekomst.
ICM & Education Margriet Pluymaekers, Technical Midwife Advisor ICM Nester T. Moyo, Senior Midwifery Advisor This workshop will provide a forum to discuss educational concerns on global level and how midwifery institutions can ensure the quality of learning of midwives, enabling them to provide safe and evidence based care to women, their babies and their families. Reference will be made to the ICM Strategic Directions, the ICM Global Standards for Midwifery Education and Competency Based Education.
De reanimatie van de zwangere vrouw. De Turck Bruno, anesthesist en urgentiearts Elke persoon kan reanimeren. In deze workshop spitsen we ons toe tot de reanimatie van de zwangere. Na een korte theoretische introductie wordt er met levensechte poppen en echte defibrillatoren geoefend onder begeleiding van ervaren verpleegkundigen en arts.
Academic Collaborative Centre Pregnancy and Childbirth: Exchanging knowledge between midwifery practice, research and education focussing on vulnerable pregnancies Hanneke Torij, Associate applied research professor Midwifery & Childbirth Midwifery Academy Rotterdam is a cooperation between Rotterdam University of Applied Sciences and Erasmus University Medical Centre concerning midwifery education and research. Research started in 2006 and has been embedded in an Academic Collaborative Centre (ACC) since 2011. Within the ACC practice based scientific research always has its starting point at a problem in - or question from midwifery practice. Together with midwives, students, teachers and researchers an appropriate research question will be developed and research will be performed. Research outcomes as well as developments during studies are always implemented in midwifery practice and in the midwifery curricula. This procedure has been very successful. Nowadays several research projects (all involving students, teachers, midwives and researchers) at local, regional, national and international level have been performed by the ACC with a focus on urban perinatal health inequalities. One of these project is the regional consortium that includes 39 parties in the Southwest of the Netherlands (midwives, obstetricians, paediatricians, maternity care providers, youth health care, municipal health services, three Universities and many others). The aim of this specific project is to improve cooperation between perinatal health care professionals and to improve perinatal outcomes in this region - specifically for vulnerable pregnant women. During the workshop the ACC with its successes and limitations will be presented and discussed. Also a short insight in the regional consortium project will be given.
Leerzorgcentrum: brug tussen onderwijs en werkveld Corstjens Frieda, Lector – Leerzorgspecialist / Lector – Coördinator leerzorgcentra Introductie: wanneer de sterktes van bestaande stage en opleidingsconcepten kunnen gebundeld worden met nieuwe inzichten, ervaringen uit het buitenland en bevindingen van wetenschappelijk onderzoek, is het mogelijk een krachtig beleid te ontwikkelen om de praktijkopleiding van verpleegkundigen te optimaliseren. Met deze ambitie werd een vernieuwend concept ontwikkeld en geëvalueerd: het leerzorgcentrum. Doel: het dichten van de kloof tussen onderwijs en werkveld, tussen theorie en praktijk. Resultaten: een leerzorgcentrum (LZC) is een afdeling in een zorgvoorziening waar leren (onderwijs) en zorg (praktijkvoering) beter op elkaar worden afgestemd. Een LZC wordt gevormd door een samenwerkingsverband tussen een onderwijspartner en een werkveldpartner. Deze manier van samenwerken focust enerzijds op het verbeteren van de praktijkopleiding en stage van studenten verpleegkunde en anderzijds op het realiseren van een kwaliteitsvolle patiëntenzorg. Zorgen en leren zijn de twee centrale kernprocessen van een LZC. Het leren op de afdeling komt voor zowel studenten als verpleegkundigen van de afdeling meer centraal te staan. Ook de innovatie in zorgprocessen en kwaliteit van de verpleegkundige zorgpraktijk krijgen, meer dan op een klassieke afdeling, bijzondere aandacht.
Nieuw in 010, buddyprogramma voor zwangeren op Rotterdam Zuid Wietske Willemse, Programmaleider Nieuw in 010 Nieuw in 010 is een buddyprogramma waarbij Verloskunde en Maatschappelijk Werk studenten (kwetsbare) zwangeren ondersteunen in Rotterdam Zuid. Geïnspireerd door het Buddy programma van de opleiding Vroedkunde van Artevelde Hogeschool Gent.
Hogeschool Rotterdam (onderdeel Expertisecentrum maatschappelijke innovatie, www.emiopzuid.nl) werkt hierin samen met stakeholders uit de stad waaronder de Gemeente Rotterdam, maatschappelijke organisaties als Humanitas, DOCK (http://dock.nl/), Verloskundige Praktijken etc. Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam evalueert het programma vanuit het lectoraat Verloskunde en Geboortezorg (Hanneke Torij). Tijdens deze workshop geven we inzicht in hoe dit programma is opgezet en in wat de meerwaarde is voor zwangeren, studenten en de verloskundige praktijk. Hoe kun je een bijdrage leveren aan de stevige start van kinderen? Wat is het 9 maanden spel? Wat vinden studenten van dit programma? Op welke wijze zijn andere opleidingen ( waaronder de Willem de Kooning Academie) hierbij betrokken? Hoe verloopt de communicatie tussen de diverse beroepsgroepen? Is er een doorsnede cliënt op Rotterdam Zuid? Tijdens deze workshop gaan wij samen met u op zoek naar antwoorden. Laat u verrassen tijdens deze interactieve zoektocht.
Fear of childbirth – why do women fear and what can be done about it? Mirjam Lukasse, Associate professor at midwifery education at the university college of Oslo and Akershus Fear of childbirth is a specific fear in anticipation of a future birth. The definition of fear of childbirth varies across studies, cultures and professions. How many women fear childbirth depends on the definition used. However, a review of the literature suggest that about 10% of pregnant women have severe fear of childbirth. The workshop will look at different definitions, their use, strengths and weaknesses. A number of studies have investigated why and what women fear. These studies present a characteristics and risk factors for women fearing childbirth. Some of the most important factors to discuss at the workshop are other psychological/psychiatric problems, other traumatic life-experiences and previous traumatic experiences within the healthcare. It is important not to forget the partners, friends and relatives when studying fear of childbirth. They may be fearful, they may play a role in the women’s fear and need to be taken on board in the treatment of fear of childbirth. Research suggest that women who have severe fear of childbirth are more likely to give birth by Cesarean Section and have a negative childbirth experience. Different methods/approaches for reducing fear of childbirth and a request for birth by cesarean section have been investigated. The workshop will present some of the latest research on the possible consequences of fear of childbirth and suggestions for treatment. The workshop will be interactive. Some presentation of research findings, some sharing of practical experience, and time for questions and discussion.
Borstvoeding begeleiden: van probleemanalyse tot opties voor de moeder Veerle Van Bocxstaele, Lector Vroedkunde PXL, MSc, Vroedvrouw, Lactatiekundige IBCLC Moeders bij borstvoeding begeleiden behoort tot de corebusiness van de vroedvrouw. Om moeders optimale slaagkansen te bieden bij borstvoeding is een effectieve begeleiding door de vroedvrouw nodig. Als vroedvrouw coach je de moeder, bespreek je met haar de doelen die ze wenst te bereiken en die voor haar haalbaar zijn. Belangrijk is aandachtig te luisteren naar wat de moeder zelf al heeft geprobeerd. Je biedt de moeder enkele opties aan zodat ze zelf kan kiezen wat ze wil uitproberen. Nog te veel vrouwen stoppen hun borstvoeding vroegtijdig omdat ze borstvoeding als pijnlijk ervaren of omdat ze twijfelen over hun melkproductie. Tijdens deze workshop komen, via casuïstiek, aandachtspunten en tips aanbod om moeders effectief te begeleiden in deze problematiek. Er wordt ook gefocust op het snel herkennen van een probleem met de mogelijke opties en behandelingen.
Vroedvrouwelijke wijsheid. Beroepswaarden in het onderwijs Elies De Geus, docent Academie Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) In een curriculum waarin academische vaardigheden, wetenschap en evidence based midwifery een niet meer weg te denken plek hebben gekregen lijkt de eigen identiteit van de verloskundige minder herkenbaar. ‘Pas op dat we niet verliezen wat we hebben’ is een veelgehoorde uitspraak. Wat is de plaats van ervaringskennis tijdens de opleiding? Op welke manier pas je vroedvrouwelijke wijsheid in, in het onderwijs en in de stage? Op deze en andere vragen gaan we in tijdens de workshop. Voor ieder die zich betrokken voelt bij het opleiden van de verloskundige van de toekomst.
Sluiten van vaginawand en perineumletsels Theeuwen Karin, Verloskundige, docent Academie Verloskunde Maastricht Cliëntvriendelijke hechttechnieken ontwikkelen zich steeds verder. Wilt u als verloskundige uw kennis van- en inzicht in het hechten van een episiotomie of ruptuur actualiseren? In deze workshop komen nieuwe ontwikkelingen bij zowel het hechten van de vaginawand, de bulbo cavernosus, de onderliggende spierlaag, de huid, een spuiter en de labiaruptuur aan bod. In het programma is naast de theorie vooral aandacht voor het praktisch oefenen van vaardigheden.
Vaccinatie van baby’s en peuters Elke Wierckx, Docent opleiding bachelor in vroedkunde, Arteveldehogeschool Myriam Den Tandt, Provinciale stafmedewerker Preventieve Gezinsondersteuning Kind en Gezin Birgit Duytschaever, Provinciaal adviserende arts Kind en Gezin
De taakbeschrijving van verpleegkundigen en vroedvrouwen in Kind en Gezin is uitgebreid met de bevoegdheid om onder supervisie van een arts peuters en kleuters te vaccineren. In deze workshop wordt de vaccinatietechniek gedemonstreerd en ingeoefend aan de hand van een protocol dat in samenwerking met Kind en Gezin en enkele hogescholen samengesteld wordt. De lesgevers hebben ervaring in het geven van deze workshop voor medewerkers van Kind en Gezin. De samenwerking tussen een docent van de hogeschool en medewerkers van Kind en Gezin biedt een inhoudelijke meerwaarde en een voorbeeld van een kruisbestuiving tussen een onderwijsinstelling en een organisatie in het werkveld. De nadruk ligt op het inoefenen van de vaccinatietechniek. Daarom wordt van de deelnemers verwacht dat zij op voorhand de e-learningmodule ‘vaccineren’ bekijken via de website van Kind en Gezin: http://www.kindengezinacademie.be. Om toegang te krijgen zal gevraagd worden om een login aan te maken. Na bevestiging van account ga je naar het item gezondheid en daarna klik je op het item vaccineren.