PROGRAMMA* Donderdag 26 november Midwifery in Europe: Uitdagingen voor de Belgische vroedvrouw? Joeri Vermeulen, Opleidingshoofd vroedkunde Erasmushogeschool Brussel. In deze workshop wordt ‘midwifery in Europe’ onder de loep genomen. De European Midwives Association maakte, op basis van verschillende bevragingen en consultaties, een blauwdruk van het werk van de vroedvrouw in Europa. Er wordt ingezoomd op gelijkenissen, maar vooral op voorbeelden in Europa die een bron kunnen zijn voor verdere reflectie en inspiratie. In de workshop wordt met de deelnemers gereflecteerd wat de uitdagingen zijn voor de Belgische vroedvrouw en hoe we verandering kunnen faciliteren.
Workplace Learning in Midwifery Education in Flanders Mieke Embo, Head of Midwifery, University College Arteveldehogeschool Ghent, Belgium Workplace learning in midwifery is a continuous and self-directed process of competency development but midwifery workplaces are complex and discontinuous learning environments. The question therefore is how workplace learning can be organized in such a way that ongoing competency development is optimally stimulated throughout the workplace learning curriculum and that learners are prepared for lifelong learning. This workshop aims to describe Embo’s workplace learning model, a model that integrates learning, assessment and supervision in a midwifery competency framework in order to facilitate a continuous self-directed developmental process within and across midwifery workplaces. Furthermore, this workshop aims to highlight a unique co-creation project between all midwifery programmes in Flanders. This project started with the design of a midwifery competency framework and a professional profile. Midwifery educators are now working on the implementation of this integrated workplace learning model because they believe in the strength of joint research and sharing good practices. This workshop is intended for professionals (Thursday) and students (Friday) from Flanders and abroad. As students increasingly receive part of their training at foreign workplaces, an international outlook on the topic becomes indispensable in order to ensure that the learning is continued for the entire lifetime of a midwifery training programme. This highly interactive session will provide educators and students with practical strategies for reflection, feedback, assessment and supervision. Participants will be stimulated to discuss the different components of this model in relation to the reality of daily midwifery practice. Reference: Embo, M. (2015a). Integrating workplace learning, assessment and supervision in health care education. Maastricht: Universitaire Pers; http://pub.maastrichtuniversity.nl/700fdd2c-b660-48cf-ad32-2a9f4effff95.
De MAMMOET: interprofessioneel opleiden at it’s best! Bahareh Goodarzi, verloskundige en docent aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen. Hoe kan de opleiding verloskunde ervoor zorgen dat verloskundigen in opleiding volgens de principes van veiligheidsmanagement leren samenwerken met andere professionals? Wilt u meer weten over hoe u interprofessioneel opleiden kunt uitrollen in uw organisatie? Of wilt u interprofessioneel opleiden ervaren? Dan verwelkomen wij u bij deze workshop! De MAMMOET (Midwifery Assistant & Midwife Managing Obstetric Emergency Training) is interprofessioneel opleiden at it’s best. Deze calamiteitentraining wordt gegeven door studenten van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen aan kraamverzorgenden. De studenten geven niet alleen de training, maar zijn betrokken bij alle fasen van de ontwikkeling. Het doel van de training is het verbeteren van de medisch technische en communicatieve vaardigheden van de verloskunde studenten en de kraamverzorgenden. En nog belangrijk: leren van elkaar. Dat maakt de verloskundige zorg namelijk veiliger. Wat is onveilige zorg? Hoe ontstaan misverstanden? En hoe kunnen deze voorkomen worden? Door het uitspelen van casuïstiek in een reële situatie en het reflecteren daarop, ondervinden verloskunde studenten en kraamverzorgenden hoe zij samenwerken in een acute situatie kunnen verbeteren. Tijdens de workshop komt de geschiedenis, inhoud en opzet van de training aan bod. Tevens kunt u de bijzondere sfeer tijdens de training beleven tijdens het scenario dat wordt nagespeeld met studenten als instructeur en u als deelnemer. En natuurlijk is er ruimte voor discussie.
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme, Praktijklector vroedkunde, Coördinator simulatieonderwijs, Katholieke Hogeschool VIVES. Lien Hugelier, Lector vroedkunde, Katholieke Hogeschool VIVES. Teamgericht werken, communiceren, organiseren, klinisch redeneren en kritisch reflecteren… in crisissituaties binnen de verloskunde. “HOE” aanleren binnen de opleiding: SIMULATIETRAINING kan een oplossing bieden!
Educator@healthcare: tutoring voor en door studenten Kathleen Biesmans, Coördinator Educator@healthcare, Coördinator Internationalisering, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. In educator@healthcare komt de rol van de student als coach aan bod. We richten ons deze keer niet op onze patiënt, maar wel op de medestudenten. Studenten in opleiding begeleiden, behoort namelijk ook tot de competenties van een vroedvrouw. Via een peertutoringopdracht worden medestudenten uit het eerste of tweede jaar gecoached. Deze workshop neemt je mee in het basisconcept van het project educator@healthcare. Bovendien ga je praktisch aan de slag en word je uitgedaagd bij het opzetten van je eigen educator-verhaal.
Werkplekleren Wendy Schoeters, Coördinator Klinisch onderwijs, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. Hoe creëren we een stimulerend leerklimaat waarin studenten het beste uit zichzelf kunnen halen? Binnen de Karel de Grote-Hogeschool hebben we de afgelopen jaren ervaring opgedaan met de leerwerkplek. Tijdens deze workshop nemen we jullie graag mee in de wereld van werkplekleren. Het principe van de leerwerkplek kan ook onder volgende benamingen worden teruggevonden: leerafdeling, opleidingsafdeling, verpleegkundige werkplaats, praktijkwerkplaats, leerwerkplaats, nursing development units (NDU) . De leerwerkplaats is een samenwerkingsverband tussen de zorginstelling en de hogeschool dat gestalte krijgt in
een (verpleeg)afdeling van de zorgaanbieder die bevolkt wordt met studenten verpleegkunde (hier vroedkunde) onder begeleiding van een gekwalificeerde leidinggevende staf vanuit de zorgaanbieder. In begeleidingstaken van studenten wordt door zowel zorgaanbieder als de betrokken onderwijsinstellingen voorzien. (Klingeman & de Lange, 2008) Een leerafdeling is een werkeenheid waarbinnen opleiding en praktijk worden geïntegreerd met een optimaal aantal deelnemers, waardoor de kwaliteit van het werk toeneemt en professionalisering van de deelnemer, werknemers en docenten plaatsvindt (Klingeman & de Lange, 2008). Een leerwerkplaats is een authentieke werkomgeving, waarin een groep studenten alle voor de beroepsuitoefening typerende werkprocessen uitvoert en verantwoordelijk is voor de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het werk (Klingeman & de Lange, 2008). Deze vorm van stagelopen brengt studenten in een contextrijke omgeving waar de student de verschillende competenties van de vroedvrouw kan exploreren en ontwikkelen.
Coachen van medestudenten: het coaching project Caroline Deceuninck, Praktijklector vroedkunde, Thomas More Turnhout. In deze laatste fase van de opleiding tot professionele bachelor in de vroedkunde maakt het coaching project onderdeel uit van het curriculum. Doel van het coaching project is om de potentiële kwaliteiten van medestudenten vroedkunde aan te wakkeren en te stimuleren, ter bevordering van het leren en/of het sturen van de persoonlijke en professionele ontwikkeling. Het onderkennen van de eigen beperkingen maar zeker ook de eigen kwaliteiten, zijn belangrijke aspecten binnen het groeiproces tot bekwame vroedvrouw! Tevens trachten we met deze coaching projecten de toekomstige vroedvrouwen klaar te stomen om aan de volgende DLR: “De vroedvrouw coacht en begeleidt studenten en collega’s uit eigen en verwante disciplines, om een kwaliteitsvolle zorg te waarborgen” tegemoet te komen zodat ze ook later als stage mentor en collega sterker in hun schoenen staan om elkaar en studenten te coachen. In deze workshop wordt het project toegelicht aan de hand van voorbeelden uit de praktijk.
Simulatie-Instructie Patiënten Cathleen Gavel, Lector vroedkunde, SIP-coördinator Verpleegkunde en vroedkunde, Karel de Grote-Hogeschool, Antwerpen. Een simulatie-instructie patiënt (SIP) is een persoon die in de opleidingen Vroedkunde en Verpleegkunde een vooraf bepaalde patiënten rol speelt. Een SIP speelt bijvoorbeeld de rol van een zwangere die op consultatie komt en een gesprek voert met de student vroedvrouw. Door theorie en praktische vaardigheden eerst meermaals in te oefenen in een gecontroleerde omgeving met een SIP, zijn studenten beter voorbereid op het contact met echte patiënten. Na een goede skills training met SIP’s hebben studenten hun vaardigheden beter onder de knie, kunnen ze gerichter vragen stellen en voeren ze hun onderzoeken vlotter uit. SIP’s worden ingezet in alle deeltrajecten van zowel de opleiding Vroedkunde en Verpleegkunde. Studenten kunnen met het goede gestructureerde vraaggesprekken voeren, kunnen technieken inoefenen tot ze dit volledig beheersen. SIP’s kunnen ook worden ingeschakeld bij examens. Tijdens de workshop komen volgende aspecten aan bod: rekrutering, training, curriculum, feedback.
Learning Café en flipped classroom Giovanna Gooris, Praktijklector vroedkunde, AP Hogeschool Antwerpen. Learning Café
Bij de flipped classroom verwerken studenten de leerinhoud zelfstandig door op voorhand een weblecture door te nemen. Hierdoor komt er tijd vrij om tijdens contactmomenten actiever met studenten om te gaan, bijvoorbeeld, door het laten toepassen van eerder geleerde theorie, het oplossen van opdrachten en het beantwoorden van vragen.
Dr. Google: Gezondheidsinformatie op het internet en gezondheidsgerelateerde apps voor vrouwen met een kinderwens. Ilse Delbaere, Lector VIVES Kortrijk, Expertisecentrum Zorginnovatie. Aline Ollevier, Lector VIVES Brugge . In 2012 beschikte 95% van de Vlaamse gezinnen (huishoudens met twee volwassenen met kinderen) over een internetverbinding (economie.fgov.be/nl/consument/Internet/ICT_in_cijfers). Uit studies blijkt dat het internet steeds populairder wordt als informatiebron voor zorgvragers (Lee 2014). Het internet kan bijdragen aan patiënt empowerment en aan de patiëntenparticipatie binnen de gezondheidszorg, maar kan langs de andere kant bijdragen aan onnodige ongerustheid door de voorziening van ongenuanceerde of onjuiste informatie (Andreassen 2007). Zwanger zijn en bevallen zijn major life events en bij uitstek gebeurtenissen waarbij veel behoefte is aan informatie (Grimes 2013). Binnen deze workshop willen we dieper ingaan op het gebruik van internet en apps voor het opzoeken van gezondheidsgerelateerde informatie in het algemeen en informatie rond zwangerschap en bevalling in het bijzonder. We nemen een aantal websites en apps kritisch onder de loep.
Interculturele communicatie in de verloskunde – Klaar voor verwondering? Esther Van Grembergen, Docent opleiding vroedkunde Erasmus Hogeschool Brussel (Jette). Marianne Vanbellinghen, Docent opleiding vroedkunde Erasmus Hogeschool Brussel (Jette). Als vroedvrouwen komen we steeds meer in aanraking met patiënten van zeer diverse afkomst. Culturele verschillen kunnen we heel ruim opvatten: het gaat mogelijk om taal, etnische-afkomst, cultuur, religie, sociale achtergrond, … Soms zijn we ons van deze verschillen bewust, soms ook niet. Soms beklemtonen we deze verschillen onnodig, soms gaan we er te snel aan voorbij. Hoewel deze verschillen heel uitdagend kunnen zijn, leiden ze ook vaak tot ergernis, misverstanden. We zijn dan ‘vreemden’ voor elkaar. Deze wederzijdse onbekendheid geeft bij de patiënt vaak het gevoel niet gehoord en begrepen te worden, men voelt zich onheus behandeld of, in het slechtste geval, gediscrimineerd. Bij de zorgverlener leidt dit naast ergernis soms ook tot onverschilligheid, tot het zich halsstarrig vastklampen aan vertrouwde routine handelingen. Vooroordelen en negatieve beeldvorming staan de belangrijke vertrouwensrelatie in de weg. Met deze workshop vertrekken we vanuit jouw ervaringen. We reiken je een aantal
inzichten en handvaten aan die van pas kunnen komen om reacties, gebeurtenissen of situaties in interculturele context te begrijpen. Deze handvaten zorgen ervoor dat we niet (te) snel oordelen of in veralgemeningen vervallen. Ergernis kan dan omslaan in verwondering. Hoe nieuwsgieriger je bent naar het waarom van de dingen, hoe genuanceerder je beeld. Dit laat toe je oordeel uit te stellen, minder definitief te maken. Want begrip en respect tonen betekent niet dat je geen eigen mening mag vormen. Een uitgesteld en voorlopig oordeel maken je relatie met de patiënt echter positiever. Zorg en begeleiding worden hierdoor veel optimaler. Bovendien wordt de invulling van je job veel rijker, met steeds nieuwe uitdagingen.
Schouderdystocie Jill Smets, Praktijklector vroedkunde PXL Hasselt. Schouderdystocie komt voor bij 0.2% tot 3% van de bevallingen (1 op 33 geboorten). De huidige tendens met steeds meer macrosome baby’s en obese moeders zal leiden tot een nog vaker voorkomen van schouderdystocie. Schouderdystocie is beangstigend. Zelfs indien alle gepaste acties ondernomen worden treden er heel frequent bijkomende complicaties op : derde en vierdegraads-rupturen, postpartum hemorragieën, en neonatale brachiaal plexies verlamming. Schouderdystocie is niet te voorspellen en vereist spoedeisende maatregelen. Deze workshop richt zich op een optimaal management van schouderdystocie op het moment dat het zich voordoet. Het mechanisme van schouderdystocie komt aan bod. Een casusanalyse focust op de ‘doe’ en ‘doe beter niet ’- aspecten van deze uitdrijvingsdystocie. We zoomen vervolgens in op efficiënte communicatie en simuleren maneuvers volgens het mnemotechnische model ALSO : ‘ HELPERR’.
Neonatale stabilisatie Koenraad Smets, medisch diensthoofd Neonatale Intensieve Zorg, UZ Gent Ilse Verhulst, NICU-verpleegkundige Michèle Claus, NICU-verpleegkundige Eveline Van Dijk, Adjunct-hoofdverpleegkundige NICU In de workshop Neonatale stabilisatie krijgen de deelnemers een hands-on training over de eerste opvang van de pasgeborene, gebaseerd op de officiële ERC-NLS richtlijnen. Eerst worden de actuele richtlijnen voor opvang van de pasgeborene in de verloskamer theoretisch toegelicht. Daarna volgt een vaardigheidstraining in kleinere groepen, waarbij de cursisten vertrouwd worden gemaakt met het materiaal, luchtwegmanagement aanleren en de verschillende technieken van thoraxcompressies inoefenen. In functie van de resterende tijd wordt dit verder ingeoefend aan de hand van de scenario’s.
Rookstopbegeleiding voor en tijdens de zwangerschap Katrien De Wilde, Opleidingshoofd vroedkunde Odisee, PhD-student Ugent. Roken heeft een impact op de fertiliteit van man en vrouw. Roken tijdens de zwangerschap kan verschillende gezondheidsproblemen veroorzaken bij moeder en kind: b.v. placenta praevia, placenta solutio, laag geboortegewicht, preterme geboorte, SIDS, ... De zwangerschap wordt beschouwd als een goede periode om gedragsverandering te introduceren en aan te leren. De vroedvrouw kan hierin een belangrijke rol spelen. Tijdens deze workshop worden de gevolgen van roken tijdens de vruchtbare periode en de zwangerschap besproken en er worden verschillende manieren aangereikt om een (zwanger) koppel te ondersteunen in een rookstopproces. Zowel op de medicamenteuze als niet-medicamenteuze manieren, zoals motiverende gespreksvoering, 5 A’s en AARmethode wordt dieper ingegaan.
Cancer in pregnancy Magali Verheecke, ASO Gynaecologie, PhD student ‘Cancer in Pregnancy’. Cancer is diagnosed in 1 per 1000-2000 pregnancies, a number that is likely to increase with childbearing delayed until higher maternal age in developed countries. Pregnancy does not predispose to cancer and cancers occurring during pregnancy are those typical of women of reproductive age. The most frequently encountered cancers during pregnancy include breast, hematologic malignancies, cervical cancers and melanoma Caretakers and future parents are confronted with both medical and ethical dilemmas. Cancer diagnosis and treatment is a challenge for the obstetrician, the oncologist and the perinatologist. Delay in diagnosis and treatment should be prevented since prognosis is stage and therapy dependent. Treatment decisions must take into account maternal and fetal concerns. Whether or not to terminate the pregnancy is an individual decision and depends on the parental opinion, the oncological prognosis and the urgency of cancer treatment initiation. During pregnancy, surgical interventions and specific types of chemotherapy are safe for both mother and child. From an obstetrical point of view the aim is to have a term vaginal delivery where possible. A multidisciplinary approach with a team that is specialized in treating pregnant patients with cancer is necessary to take all aspects of care for pregnant women with cancer into account. This workshop emphasis the important issues for caregivers to take into account during the whole process from diagnosis, during treatment, till the follow-up period.
De vroedvrouw en het voorschrijfrecht Violet Vervloet, Praktijklector vroedkunde Thomas More Turnhout. Op 14 januari 2014 verscheen het Koninklijk Besluit met betrekking tot het voorschrijfrecht van de vroedvrouw in het Belgische Staatsblad. Niet elke vroedvrouw zal plots medicatie mogen voorschrijven, een degelijke opleiding is vereist. De opleidingen Vroedkunde organiseren, in samenwerking met de BMA, de opleiding ‘Gespecialiseerde toegepast farmacologie’. Vroedvrouwen die hun diploma voor 1 oktober 2014 behaald hebben, moeten deze bijkomende opleiding van minimum 30 uren volgen. Na het succesvol volgen van de opleiding moet de vroedvrouw zich laten registeren bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid. Studenten vroedkunde die afstuderen na 1 oktober 2014, ontvangen op hun diploma-supplement een duidelijke vermelding dat hen de mogelijkheid geeft om geneesmiddelen voor te schrijven. In deze workshop bekijken we samen wat de wetgeving omtrent het voorschrijfrecht precies inhoud en welke medicatie de vroedvrouw mag voorschrijven. Daarna proberen we dit te vertalen naar de praktijk aan de hand van concrete voorbeelden.
Lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag: Hoe inschatten en reageren. Sam Geuens, Klinisch Psycholoog VVS, Oplossingsgericht Psychotherapeut, Lector PXL Hasselt. Zorg verlenen betekend dicht bij mensen komen, letterlijk en figuurlijk. Zorg verlenen als vroedvrouw gaat nog vederen. Het brengt je vaak fysiek en psychologisch op een intieme manier in contact met je patiënt. Dicht bij mensen komen vraagt een goed besef van grenzen. Deze workshop biedt een kader aan voor vroedvrouwen om als zorgverleners een beter zicht te krijgen op lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Aan de hand van een eenvoudig systeem wordt mogelijk gemaakt individueel of in teamverband op een objectieve manier na te denken over situaties die ons buikgevoel aanduidt als niet vanzelfsprekend. Het vlaggensysteem van Franken & Frans (2010) biedt de mogelijkheid om aan de hand van 6 criteria situaties te zien voor wat ze zijn en op een gepaste manier te reageren. Overleg over moeilijke situaties wordt eenvoudiger gemaakt door het aanreiken van een concreet kader en een gemeenschappelijke taal. Na een inhoudelijke introductie wordt aan de slag gegaan met casuïstiek uit de eigen praktijk.
Multidisciplinaire aanbevelingen voor het ontslag op de materniteit met het oog op een kwaliteitsvolle continuïteit van de zorg Florence D’Haenens, Lector en onderzoeker aan de Erasmushogeschool Brussel, Kenniscentrum Brussel, Geïntegreerde zorg Brussel. Introduction: Within the context of a shortened hospital stay, the correct use of the primary and secondary health care, & the need for collaboration, raise a lot of questions about the integration of the care and the patients’ care trajectory. Up to now very little is known about the specific needs of deprived patients in the discharge process. Methods: The fieldwork took place on the postnatal ward of the University Hospital Brussels. A sample of 25 professional health care providers were interviewed and/or observed in practice settings. Thematic analysis was conducted on interviews, field observations, and closed documents. Coding was conducted by one analyst. Another researcher independently reviewed and cross checked the process of analysis with transcripts for consistency using Nvivo10 qualitative software. Results: Discharge is multidisciplinary organized. But communication & collaboration between the different caregivers who together give form to the discharge, are of decisive importance. Yet there is no discipline that claims the coordination of the discharge, and there is no clear coordination role to manage the discharge. Discussion: More attention should be given to discharge, specifically to the preparation and communication, in particular for specific patient groups. The development of transmural and interdisciplinary care paths, protocols and trainings are needed. The value, role, competencies and implications of a discharge planning case manager in the maternal care should be more examined.
Het AP Geboortehuis Novo Vida: Hoe werkt het? Inge Meyvis, vroedvrouw, Lector vroedkunde Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen. In Vlaanderen wordt 1 op de 4 kinderen geboren in armoede. Het Toekomstproject Vlaanderen in Actie heeft in het Pact 2020 als doel gesteld dat het aantal kinderen dat geboren wordt in armoede in Vlaanderen tegen 2020 moet dalen met 30%. Uit de meest recente cijfers blijkt echter dat het aantal Antwerpse kinderen dat geboren wordt in armoede blijft stijgen in plaats van dalen. Veel kansarme zwangeren komen niet of pas laat in de prenatale zorg terecht. Met het Geboortehuis Novo Vida proberen we deze mensen te stimuleren om toch de nodige prenatale zorgen te krijgen. Het Geboortehuis Novo Vida is een plaats waar studenten onder begeleiding van docenten pre- en postnatale consultaties uitvoeren bij kwetsbare zwangeren. Zowel de competenties van het uitvoeren van consultaties, het opvolgen van een zwangerschap, risicoselectie, als de competenties rond het omgaan met kwetsbare doelgroepen worden hier uitgebreid geoefend. Studenten leren werken met de sociale kaart en kunnen doorverwijzen naar andere disciplines om het zwangere of pas bevallen koppel zo goed mogelijk te begeleiden. In deze workshop wordt dieper ingegaan op hoe je omgaat met de doelgroep en studenten mee begeleidt tijdens dit proces.
Samen beslissen in de verloskundige zorg Marianne Nieuwenhuijze, RM, MPH, PhD, Hoofd lectoraat Midwifery Science |Academie Verloskunde Maastricht |Zuyd. Shared decision-making (SDM, gezamenlijke besluitvorming) tussen zorggebruiker en zorgverlener is steeds meer de norm in de gezondheidzorg. Dat geldt ook voor de verloskundige zorg. Onderzoek laat zien dat de meeste zwangere vrouwen actief betrokken willen worden bij wat er gebeurd tijdens de zwangerschap en geboorte en dat zij inbreng willen hebben in de beslissingen die genomen worden. Het is echter niet eenvoudig voor zorgverleners om SDM daadwerkelijk toe te passen in de praktijk. Dit komt o.a. door de onevenwichtigheid in de relatie tussen zorggebruiker en zorgverlener, door gebrek aan evidence-based informatie (bijv. keuzehulpen), doordat
gezondheidsinformatie niet altijd toegankelijk is voor de diversiteit aan zorggebruikers, en door gebrek aan inzicht en competenties voor een systematische aanpak en communicatie rondom keuzemoment en keuzeopties. In de verloskundige zorg kan het nog extra ingewikkeld zijn doordat de dynamiek van de zwangerschap en geboorte soms onverwachte en snelle beslissingen nodig maakt. Onderzoek onder een internationaal panel van experts geeft handreikingen hoe SDM aan te pakken in de verloskundige zorg. Tijdens deze workshop spelen we in op de behoefte om daadwerkelijk vorm te geven aan SDM bij de zwangerschapscontroles en tijdens de bevalling.
Levensreddende vaardigheden in de verloskunde: efficiënt teamwork (zowel technisch als non-technisch) tijdens de urgenties. Postpartumbloeding met shock. Marina Vissers, praktijklector vroedkunde Karel de Grote Hogeschool Antwerpen. Acute verloskundige noodsituaties zijn gelukkig zeldzaam. Als ze zich toch voordoen is het uitermate belangrijk dat alle handelingen zodanig geautomatiseerd zijn dat er rustig en adequaat gereageerd kan worden binnen het verloskundig team. In deze training 'Levensreddende vaardigheden in de verloskunde’ oefenen we zowel de technische als nontechnische aspecten hiervan in een casus rond postpartumbloeding met shock. Kalm blijven, het overzicht houden, tijdig hulp van anderen inschakelen, hulp coördineren én effectief een noodsituatie oplossen zijn vaardigheden die tijdens deze training worden ingeoefend. Je werkt aan een vlotte systematische aanpak in team in situaties waarin elke seconde telt.
Theoretical framework for midwifery practice Antonella Nespoli, Researcher and Head of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop discusses a theoretical framework that can be used by midwives to guide their practice: Midwifery Partnership Model (Guilliland and Pairman 1998) Midwifery partnership provides a model for a midwife/woman relationship. It involves trust, shared control and responsability and shared meaning. It is a reciprocal relationship negotiated and understood by the partner: a childbearing woman and the midwife. The Midwifery Partnership Model aims to shift power from the midwife to the chilbearing woman and seeks to redifine accepted definitions of the midwife as an ‘expert’. Ultimately, midwifery partnership is about self-determination, whereby the childbearing woman is recognised as an ‘expert’, able to define her own needs, to control her own experiences, and to determine the appropriateness of the midwifery care she is receiving.
Midwifery Student Case Load Model Edda Pellegrini, Midwife, Coördinator of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop intend to present a model of learning based on the continuity of care as an emerging need in the educational program of the Bachelor in Midwifery. This model consists notably in “experiencing the continuity of care between Student and Woman, from the first contact in early pregnancy until the completion of puerperium. The aim is to give students a learning experience regardless of the caregivers that women choose and models of care” (Australian College of Midwives, 2001). This pathway is considered an effective training methodology (Browne, 2014) The University of Bournemouth made use of it in 1966 (Fry et al, 2011) and it quickly became the central focus in the educational program in some Anglo-Saxon countries (Lewis et al, 2008). The Midwifery Case Load Model (MSCLM) allow, in the opinions of students, an opportunity to provide care for women in the ‘real life context’ and in a continuity mode, throughout a journey, not only a formative step, but also a reflexive practice in their becoming midwife (Rawson, 2010).
Evidence based midwifery als een blended learning opleidingsonderdeel Liesbeth Van kelst, Lector vroedkunde – onderzoeker (UC Leuven-Limburg/ KU Leuven) Het flipped-classroommodel is een vorm van blended learning. Het houdt in dat activiteiten die traditioneel tijdens de contacturen plaatsvonden, nu buiten de contacturen zullen plaatsvinden en omgekeerd. Het aanreiken van de leerstof gebeurt voornamelijk buiten de contactmomenten die door de student grondig voorbereid worden. Tijdens de contactmomenten wordt er dan ingezoomd op de toepassing en de integratie van de leerstof. In deze workshop wordt, bij wijze van voorbeeld, het opleidingsonderdeel evidence based midwifery dat al drie jaar succesvol op deze wijze aangeboden wordt, kort besproken. Er wordt uitgebreid stilgestaan bij de mogelijkheden, uitdagingen en valkuilen van het flippedclassroommodel in het algemeen. Deze workshop wil de deelnemers handvaten bieden om met hun eigen opleidingsonderdeel aan de slag te gaan.
De kracht van aanwezigheid en aanraking! Handvaten voor het begeleiden van het proces van verinnerlijking tijdens de perinatale periode. Hoe kan je de binding tussen moeder-kind en partner bevorderen? Kaatje Keppens, Docente vroedkunde Thomas More Lier. Zelfstandige vroedvrouw in het pre- en postnataal gebeuren. Shiatsubeoefenaar met specialisatie verloskunde. De fysieke en emotionele veranderingen en de aanpassingen aan het moederschap zijn zowel voor moeders, vaders als voor de pasgeborenen een sleutelmoment in het leven... Bepaalde activiteiten van zwangeren kunnen spanningen met zich meebrengen waardoor ze haar focus buiten haar lichaam legt. Dit heeft een invloed op het verloop van de zwangerschap, de bevalling en het postpartum. Hoe een moeder deze spanningen ervaart is afhankelijk van het evenwicht dat ze vindt tussen het functioneren in haar omgeving , haar lichaam en haar baby. Je krijgt een aantal oefeningen aangereikt waarmee met hulp van de partner, vrouwen meer naar binnen kunnen keren en contact maken met de baby. De rust die hierdoor ontstaat is energie die naar de baby gaat. De zwangerschap, het baringsproces en het postpartum kunnen hierdoor vlotter verlopen. Vroedvrouwen kunnen dit proces positief beïnvloeden. De manier waarop we als vroedvrouw aanwezig zijn heeft invloed op de moeder / koppel. Voel je je evenwichtig, oncomfortabel of ben je gespannen? Je geeft dit onbewust door. Als je werkt vanuit je eigen kracht zal je je niet alleen beter voelen, maar ben je ook een betere steun. Aan de hand van oefeningen kan je ervan bewust worden hoe jou houding is.
Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys, docent Vroedkunde en Pedagogie van het Jonge Kind. Hoofdpromotor ODC GezinsKracht, Arteveldehogeschool Gent. Dat vaders een belangrijke rol spelen in de opvoeding is intussen overtuigend aangetoond. Vaderbetrokkenheid heeft een positieve invloed op de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen, op de fysieke en mentale gezondheid van moeders en op hun eigen psychosociale ontwikkeling. Ook tijdens de zwangerschap, de bevalling en de postnatale periode willen vaders betrokken zijn. Weinig regels of modellen beschrijven echter wat vaders precies kunnen, mogen en wensen te doen, weinig handleidingen voor professionals geven aandacht aan het ondersteunen van vaders. Recent onderzoek aan de Arteveldehogeschool toont aan dat deze wens tot vaderbetrokkenheid niet anders is voor vaders in een situatie van maatschappelijke kwetsbaarheid, meer nog, de perinatale periode blijkt een ‘window of opportunity’ om vanuit de kracht die de vaderrol geeft nieuwe kansen voor het gezin aan te grijpen. De vraag naar interventies om vaderbetrokkenheid vroegtijdig te verzekeren is dan ook groot.
Om dergelijke interventies succesvol te maken moeten zij zijn gesteund op een model van vaderbetrokkenheid dat in de realiteit is geënt. Het heuristisch model van Lamb (1987), herwerkt door Cabrera et al (2004), vormt hiertoe een geschikte basis. In een eerste deel van de workshop wordt de toepassing van het model in de perinatale context toegelicht. In een tweede deel wordt de vertaling van het model naar de eigen praktijk gemaakt, en zullen de deelnemers samen nadenken over indicatoren voor vadervriendelijke zorg en zo meewerken aan een ‘father friendly label’ dat zorgverleners –van kraamkliniek tot kindercrèche’ zal enthousiasmeren om op een gefundeerde manier vaderbetrokkenheid te realiseren.
FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode An De Craecker, docent Arteveldehogeschool Gent.
Vroedkunde
en
medewerker
ODC
Gezinskracht,
Het is niet evident om als zorgverlener of student een correcte attitude aan te nemen ten overstaan van een persoon uit een maatschappelijk kwetsbaar milieu. Het is erg moeilijk om je te kunnen inleven in hun situatie , laat staan begrijpen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Uit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd binnen en buiten de Arteveldehogeschool blijkt daarenboven dat maatschappelijke kwetsbaarheid het best zo vroeg mogelijk- nog voor de geboorte- wordt aangepakt. Daarom heeft het Onderzoek en Dienstverleningscentrum van de Arteveldehogeschool vanuit de opleidingen Vroedkunde en Secundair Onderwijs een bordspel ontwikkeld met als doel kennis en attitude bij te brengen omtrent dit onderwerp. Dit inleefspel ‘FRAGNANT, fragile and pregnant’ genaamd, is ontwikkeld in het kader van een opleiding hieromtrent aan professionelen in de gezondheidszorg nl. vroedvrouwen, artsen, leerkrachten, medewerkers van Kind en Gezin, mutualiteiten, kraamzorgcentra ed. Het spel wordt gespeeld met een spelbegeleider die als taak heeft het spel in goede banen te leiden alsook de wetenschappelijke achtergrond ter beschikking te stellen van de spelers in een voor hen begrijpbare taal. FRAGNANT wordt gespeeld met idealiter 12-18 spelers en duurt ongeveer 2-3u, met inbegrip van een grondige evaluatie nadien.
De aansprakelijkheid van de vroedvrouw in het licht van haar verruimde bevoegdheden. Sarah Van Haute, advocaat-vennoot Partoens Van Haute, praktijkassistent Universiteit Hasselt, docent PXL Healthcare Het beroep “vroedvrouw” evolueerde doorheen de jaren meer en meer naar een autonome medische bevoegdheid, zoals weergegeven in het KB nr. 78 van 1967. Het KB van 1 februari 1991 omschrijft het takenpakket van de vroedvrouw. Eén van de taken van de vroedvrouw is het opsporen van zwangerschappen met verhoogd risico. De wet van 13 december 2006 houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid bouwt hierop verder en verleent aan de vroedvrouw een belangrijk aantal autonome bevoegdheden. De vroedvrouw krijgt met name de bevoegdheid om volledig zelfstandig een normale zwangerschap te begeleiden en op te volgen, een normale bevalling uit te voeren en de eerste zorgen aan een gezonde pasgeborene toe te dienen. De vroedvrouw verkrijgt zo ook een zeer belangrijke verantwoordelijkheid naar opsporing van pathologische zwangerschappen en bevallingen. In voormelde wet werd ten slotte de mogelijkheid ingevoerd om via koninklijk besluit de voorwaarden te bepalen waarbinnen de vroedvrouw autonoom medicatie kan voorschrijven. Het was uiteindelijk wachten tot 15 december 2014 voor de uiteindelijke uitwerking hiervan bij koninklijk besluit. Deze belangrijke uitbreiding van bevoegdheden heeft implicaties op de (al dan niet autonome) aansprakelijkheid van de vroedvrouw. In de workshop zal de aansprakelijkheid van de vroedvrouw in zijn algemeenheid worden toegelicht, zal dieper ingegaan worden op
de uitbreiding van de bevoegdheden en het takenpakket van de vroedvrouw en de te verwachten impact hiervan op de aansprakelijkheid van de vroedvrouw. Een uitbreiding van bevoegdheden impliceert met name meer verantwoordelijkheden en bijgevolg meer risico’s naar aansprakelijkheid toe.
Bedsharing “ Hoe kan je aansluiten bij ouders “ Simonne Jacobs, Vroedvrouw, lactatiekundige, praktijklector, regioverpleegkundige Kind en Gezin In deze workshop staan we stil bij het thema veilig slapen en gaan we dieper in op het gesprek dat aangegaan wordt met ouders over bedsharing. Hoe kunnen wij respectvol aansluiten bij ouders zonder kinderen in gevaar te brengen .
Als je een prille zwangerschap verliest. Shanti Van Genechten, Vroedvrouw, Projectontwikkelaar Kinderwens Vlaanderen, Rouw- en verliesbegeleiding Kinderwens Vlaanderen Prof.dr. Emmanuel Keirse, Emeritus en hoogleraar KULeuven, psycholoog, vroeger kabinetchef Volksgezondheid, adviesraad Kinderwens Vlaanderen Bijna één op vier zwangerschappen eindigen in een miskraam. De impact hiervan wordt echter zwaar onderschat. Want hoe rouwt u om een kind dat u nooit echt hebt gekend? En hoe gaat u om met de angst dat het bij een volgende zwangerschap weer fout kan gaan? Dit verlies geeft een diepgewortelde pijn die niet te omschrijven verdriet met zich mee brengt. Ouders die hun kindje verliezen door een miskraam worden vaak niet erkend in hun verdriet door de omgeving en dat maakt het verwerkingsproces moeizaam. Het verlies dient omvat en verwerkt te worden. Helaas is zwanger worden ook niet voor iedereen vanzelfsprekend. 1 op 6 koppels ondervindt hindernissen om zwanger te worden. Ongewilde kinderloosheid, intensieve fertiliteitsbehandelingen kunnen een diepgaande impact hebben op diverse aspecten van het leven van wensouders: algemeen welbevinden, lichaamsbeleving, zelfbeeld, relatie en seksualiteit, werksituatie, sociaal leven, financieel draagvlak, geestelijke gezondheid enz. Veel koppels ervaren deze fase in hun leven dan ook als een rollercoaster van stress, spanning, hoop, onzekerheid, angst, verdriet, blijdschap, teleurstelling en ontgoocheling telkens een behandelingscyclus of een natuurlijke zwangerschapspoging niet tot het verhoopte resultaat leidt. Gedurende deze workshop wordt er aandacht besteed aan de theorie, het herkennen van het rouwproces, de bijkomende emoties en het belang van psychosociale begeleiding. We werken tevens praktijkgericht opdat u aan het einde van de workshop inzicht heeft in processen rondom rouw- en verliessituaties. U herkent signalen van rouw en verlies bij cliënten met een onvervulde kinderwens of een miskraam. Daarenboven krijgt u handvaten ter ondersteuning van de psychosociale begeleiding van deze doelgroep. Verlies verwerken is rouwarbeid verrichten, als hulpverlener hebben we de belangrijke taak te helpen bij verlies en verdriet opdat de cliënt terug hoopvol kan toeleven naar de toekomst.
ICM & Education Margriet Pluymaekers, Technical Midwife Advisor ICM Nester T. Moyo, Senior Midwifery Advisor This workshop will provide a forum to discuss educational concerns on global level and how midwifery institutions can ensure the quality of learning of midwives, enabling them to provide safe and evidence based care to women, their babies and their families. Reference will be made to the ICM Strategic Directions, the ICM Global Standards for Midwifery
Education and Competency Based Education.
De reanimatie van de zwangere vrouw. De Turck Bruno, anesthesist en urgentiearts Elke persoon kan reanimeren. In deze workshop spitsen we ons toe tot de reanimatie van de zwangere. Na een korte theoretische introductie wordt er met levensechte poppen en echte defibrillatoren geoefend onder begeleiding van ervaren verpleegkundigen en arts.
Vrijdag 27 november (uitsluitend voor studenten vroedkunde) Midwifery in Europe: Uitdagingen voor de Belgische vroedvrouw? Joeri Vermeulen, Opleidingshoofd vroedkunde, Erasmushogeschool Brussel. In deze workshop wordt ‘midwifery in Europe’ onder de loep genomen. De European Midwives Association maakte, op basis van verschillende bevragingen en consultaties, een blauwdruk van het werk van de vroedvrouw in Europa. Er wordt ingezoomd op gelijkenissen, maar vooral op voorbeelden in Europa die een bron kunnen zijn voor verdere reflectie en inspiratie. In de workshop wordt met de deelnemers gereflecteerd wat de uitdagingen zijn voor de Belgische vroedvrouw en hoe we verandering kunnen faciliteren.
Workplace Learning in Midwifery Education in Flanders Mieke Embo, Head of Midwifery, University College Arteveldehogeschool Ghent, Belgium Workplace learning in midwifery is a continuous and self-directed process of competency development but midwifery workplaces are complex and discontinuous learning environments. The question therefore is how workplace learning can be organized in such a way that ongoing competency development is optimally stimulated throughout the workplace learning curriculum and that learners are prepared for lifelong learning. This workshop aims to describe Embo’s workplace learning model, a model that integrates learning, assessment and supervision in a midwifery competency framework in order to facilitate a continuous self-directed developmental process within and across midwifery workplaces. Furthermore, this workshop aims to highlight a unique co-creation project between all midwifery programmes in Flanders. This project started with the design of a midwifery competency framework and a professional profile. Midwifery educators are now working on the implementation of this integrated workplace learning model because they believe in the strength of joint research and sharing good practices. This workshop is intended for professionals (Thursday) and students (Friday) from Flanders and abroad. As students increasingly receive part of their training at foreign workplaces, an international outlook on the topic becomes indispensable in order to ensure that the learning is continued for the entire lifetime of a midwifery training programme. This highly interactive session will provide educators and students with practical strategies for reflection, feedback, assessment and supervision. Participants will be stimulated to discuss the different components of this model in relation to the reality of daily midwifery practice. Reference: Embo, M. (2015a). Integrating workplace learning, assessment and supervision in health care education. Maastricht: Universitaire Pers; http://pub.maastrichtuniversity.nl/700fdd2c-b660-48cf-ad32-2a9f4effff95.
De MAMMOET: interprofessioneel opleiden at it’s best! Bahareh Goodarzi, verloskundige en docent aan de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen. Hoe kan de opleiding verloskunde ervoor zorgen dat verloskundigen in opleiding volgens de principes van veiligheidsmanagement leren samenwerken met andere professionals? Wilt u meer weten over hoe u interprofessioneel opleiden kunt uitrollen in uw organisatie? Of wilt u interprofessioneel opleiden ervaren? Dan verwelkomen wij u bij deze workshop! De MAMMOET (Midwifery Assistant & Midwife Managing Obstetric Emergency Training) is interprofessioneel opleiden at it’s best. Deze calamiteitentraining wordt gegeven door studenten van de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen aan kraamverzorgenden. De studenten geven niet alleen de training, maar zijn betrokken bij alle fasen van de
ontwikkeling. Het doel van de training is het verbeteren van de medisch technische en communicatieve vaardigheden van de verloskunde studenten en de kraamverzorgenden. En nog belangrijk: leren van elkaar. Dat maakt de verloskundige zorg namelijk veiliger. Wat is onveilige zorg? Hoe ontstaan misverstanden? En hoe kunnen deze voorkomen worden? Door het uitspelen van casuïstiek in een reële situatie en het reflecteren daarop, ondervinden verloskunde studenten en kraamverzorgenden hoe zij samenwerken in een acute situatie kunnen verbeteren. Tijdens de workshop komt de geschiedenis, inhoud en opzet van de training aan bod. Tevens kunt u de bijzondere sfeer tijdens de training beleven tijdens het scenario dat wordt nagespeeld met studenten als instructeur en u als deelnemer. En natuurlijk is er ruimte voor discussie.
Training acute verloskundige zorg via simulatie Martine Dorme, Praktijklector vroedkunde, Coördinator simulatieonderwijs, Katholieke Hogeschool VIVES. Lien Hugelier, Lector vroedkunde, Katholieke Hogeschool VIVES. Teamgericht werken, communiceren, organiseren, klinisch redeneren en kritisch reflecteren… in crisissituaties binnen de verloskunde. “HOE” aanleren binnen de opleiding: SIMULATIETRAINING kan een oplossing bieden!
Educator@healthcare: tutoring voor en door studenten Kathleen Biesmans, Coördinator Educator@healthcare, Coördinator Internationalisering, Katholieke Hogeschool Kempen, Turnhout In educator@healthcare komt de rol van de student als coach aan bod. We richten ons deze keer niet op onze patiënt, maar wel op de medestudenten. Studenten in opleiding begeleiden, behoort namelijk ook tot de competenties van een vroedvrouw. Via een peertutoringopdracht worden medestudenten uit het eerste of tweede jaar gecoached. Deze workshop neemt je mee in het basisconcept van het project educator@healthcare. Bovendien ga je praktisch aan de slag en word je uitgedaagd bij het opzetten van je eigen educator-verhaal.
Werkplekleren Wendy Schoeters, Coördinator Klinisch onderwijs, Karel de Grote-Hogeschool. Hoe creëren we een stimulerend leerklimaat waarin studenten het beste uit zichzelf kunnen halen? Binnen de Karel de Grote-Hogeschool hebben we de afgelopen jaren ervaring opgedaan met de leerwerkplek. Tijdens deze workshop nemen we jullie graag mee in de wereld van werkplekleren. Het principe van de leerwerkplek kan ook onder volgende benamingen worden teruggevonden: leerafdeling, opleidingsafdeling, verpleegkundige werkplaats, praktijkwerkplaats, leerwerkplaats, nursing development units (NDU) . De leerwerkplaats is een samenwerkingsverband tussen de zorginstelling en de hogeschool dat gestalte krijgt in een (verpleeg)afdeling van de zorgaanbieder die bevolkt wordt met studenten verpleegkunde (hier vroedkunde) onder begeleiding van een gekwalificeerde leidinggevende staf vanuit de zorgaanbieder. In begeleidingstaken van studenten wordt door zowel zorgaanbieder als de betrokken onderwijsinstellingen voorzien. (Klingeman & de Lange, 2008) Een leerafdeling is een werkeenheid waarbinnen opleiding en praktijk worden geïntegreerd met een optimaal aantal deelnemers, waardoor de kwaliteit van het werk toeneemt en professionalisering van de deelnemer, werknemers en docenten plaatsvindt (Klingeman & de Lange, 2008). Een leerwerkplaats is een authentieke werkomgeving, waarin een groep studenten alle voor de beroepsuitoefening typerende werkprocessen uitvoert en verantwoordelijk is voor de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het werk (Klingeman & de Lange, 2008).
Deze vorm van stagelopen brengt studenten in een contextrijke omgeving waar de student de verschillende competenties van de vroedvrouw kan exploreren en ontwikkelen.
Bloedgroepen, hoe zit dat? Vera Balduyck, Lector vroedkunde, Odisee Campus Waas (Sint-Niklaas) Kathleen Timmerman, Lector vroedkunde, Odisee Campus Waas (Sint-Niklaas) In Wanneer je in de praktijk geconfronteerd wordt met het toedienen van bloed, is het belangrijk om de bloedgroep van de donor en van de ontvanger te kennen. In deze sessie leer je meer over de verschillende bloedgroepen A, B, AB & O en hoe deze worden bepaald. Ook de Rhesusfactor komt aan bod. Deze workshop biedt je de kans om aan de hand van testjes bloedgroepen te gaan bepalen.
Simulatie-Instructie Patiënten Cathleen Gavel, Lector vroedkunde, SIP-coördinator Verpleegkunde en vroedkunde Karel de Grote-Hogeschool Een simulatie-instructie patiënt (SIP) is een persoon die in de opleidingen Vroedkunde en Verpleegkunde een vooraf bepaalde patiënten rol speelt. Een SIP speelt bijvoorbeeld de rol van een zwangere die op consultatie komt en een gesprek voert met de student vroedvrouw. Door theorie en praktische vaardigheden eerst meermaals in te oefenen in een gecontroleerde omgeving met een SIP, zijn studenten beter voorbereid op het contact met echte patiënten. Na een goede skills training met SIP’s hebben studenten hun vaardigheden beter onder de knie, kunnen ze gerichter vragen stellen en voeren ze hun onderzoeken vlotter uit. SIP’s worden ingezet in alle deeltrajecten van zowel de opleiding Vroedkunde en Verpleegkunde. Studenten kunnen met het goede gestructureerde vraaggesprekken voeren, kunnen technieken inoefenen tot ze dit volledig beheersen. SIP’s kunnen ook worden ingeschakeld bij examens. Tijdens de workshop komen volgende aspecten aan bod: rekrutering, training, curriculum, feedback.
Learning Café en flipped classroom Giovanna Gooris, Praktijklector vroedkunde AP Hogeschool Antwerpen Learning Café
Bij de flipped classroom verwerken studenten de leerinhoud zelfstandig door op voorhand een weblecture door te nemen. Hierdoor komt er tijd vrij om tijdens contactmomenten actiever met studenten om te gaan, bijvoorbeeld, door het laten toepassen van eerder geleerde theorie, het oplossen van opdrachten en het beantwoorden van vragen.
Dr. Google: Gezondheidsinformatie op het internet en gezondheidsgerelateerde apps voor vrouwen met een kinderwens. Ilse Delbaere, Lector VIVES Kortrijk, Expertisecentrum Zorginnovatie. Aline Ollevier, Lector VIVES Brugge In 2012 beschikte 95% van de Vlaamse gezinnen (huishoudens met twee volwassenen met kinderen) over een internetverbinding (economie.fgov.be/nl/consument/Internet/ICT_in_cijfers). Uit studies blijkt dat het internet steeds populairder wordt als informatiebron voor zorgvragers (Lee 2014). Het internet kan bijdragen aan patiënt empowerment en aan de patiëntenparticipatie binnen de gezondheidszorg, maar kan langs de andere kant bijdragen aan onnodige ongerustheid door de voorziening van ongenuanceerde of onjuiste informatie (Andreassen 2007). Zwanger zijn en bevallen zijn major life events en bij uitstek gebeurtenissen waarbij veel behoefte is aan informatie (Grimes 2013). Binnen deze workshop willen we dieper ingaan op het gebruik van internet en apps voor het opzoeken van gezondheidsgerelateerde informatie in het algemeen en informatie rond zwangerschap en bevalling in het bijzonder. We nemen een aantal websites en apps kritisch onder de loep.
Interculturele communicatie in de verloskunde – Klaar voor verwondering? Esther Van Grembergen, Docent opleiding vroedkunde Erasmus Hogeschool Brussel (Jette) Marianne Vanbellinghen, Docent opleiding vroedkunde Erasmus Hogeschool Brussel (Jette) Als vroedvrouwen komen we steeds meer in aanraking met patiënten van zeer diverse afkomst. Culturele verschillen kunnen we heel ruim opvatten: het gaat mogelijk om taal, etnische-afkomst, cultuur, religie, sociale achtergrond, … Soms zijn we ons van deze verschillen bewust, soms ook niet. Soms beklemtonen we deze verschillen onnodig, soms gaan we er te snel aan voorbij. Hoewel deze verschillen heel uitdagend kunnen zijn, leiden ze ook vaak tot ergernis, misverstanden. We zijn dan ‘vreemden’ voor elkaar. Deze wederzijdse onbekendheid geeft bij de patiënt vaak het gevoel niet gehoord en begrepen te worden, men voelt zich onheus behandeld of, in het slechtste geval, gediscrimineerd. Bij de zorgverlener leidt dit naast ergernis soms ook tot onverschilligheid, tot het zich halsstarrig vastklampen aan vertrouwde routine handelingen. Vooroordelen en negatieve beeldvorming staan de belangrijke vertrouwensrelatie in de weg. Met deze workshop vertrekken we vanuit jouw ervaringen. We reiken je een aantal inzichten en handvaten aan die van pas kunnen komen om reacties, gebeurtenissen of situaties in interculturele context te begrijpen. Deze handvaten zorgen ervoor dat we niet (te) snel oordelen of in veralgemeningen vervallen. Ergernis kan dan omslaan in verwondering. Hoe nieuwsgieriger je bent naar het waarom van de dingen, hoe genuanceerder je beeld. Dit laat toe je oordeel uit te stellen, minder definitief te maken. Want begrip en respect tonen betekent niet dat je geen eigen mening mag vormen. Een uitgesteld en voorlopig oordeel maken je relatie met de patiënt echter positiever. Zorg en begeleiding worden hierdoor veel optimaler. Bovendien wordt de invulling van je job veel rijker, met steeds nieuwe uitdagingen.
Neonatale stabilisatie Koenraad Smets, medisch diensthoofd Neonatale Intensieve Zorg, UZ Gent Ilse Verhulst, NICU-verpleegkundige Michèle Claus, NICU-verpleegkundige Eveline Van Dijk, Adjunct-hoofdverpleegkundige NICU In de workshop Neonatale stabilisatie krijgen de deelnemers een hands-on training over de eerste opvang van de pasgeborene, gebaseerd op de officiële ERC-NLS richtlijnen. Eerst worden de actuele richtlijnen voor opvang van de pasgeborene in de verloskamer theoretisch toegelicht. Daarna volgt een vaardigheidstraining in kleinere groepen, waarbij de cursisten vertrouwd worden gemaakt met het materiaal, luchtwegmanagement
aanleren en de verschillende technieken van thoraxcompressies inoefenen. In functie van de resterende tijd wordt dit verder ingeoefend aan de hand van de scenario’s.
Rookstopbegeleiding voor en tijdens de zwangerschap Katrien De Wilde, Opleidingshoofd vroedkunde Odisee, PhD-student Ugent. Roken heeft een impact op de fertiliteit van man en vrouw. Roken tijdens de zwangerschap kan verschillende gezondheidsproblemen veroorzaken bij moeder en kind: b.v. placenta praevia, placenta solutio, laag geboortegewicht, preterme geboorte, SIDS, ... De zwangerschap wordt beschouwd als een goede periode om gedragsverandering te introduceren en aan te leren. De vroedvrouw kan hierin een belangrijke rol spelen. Tijdens deze workshop worden de gevolgen van roken tijdens de vruchtbare periode en de zwangerschap besproken en er worden verschillende manieren aangereikt om een (zwanger) koppel te ondersteunen in een rookstopproces. Zowel op de medicamenteuze als niet-medicamenteuze manieren, zoals motiverende gespreksvoering, 5 A’s en AARmethode wordt dieper ingegaan.
Multidisciplinaire aanbevelingen voor het ontslag op de materniteit met het oog op een kwaliteitsvolle continuïteit van de zorg Florence D’Haenens, Lector en onderzoeker aan de Erasmushogeschool Brussel, Kenniscentrum Brussel, Geïntegreerde zorg Brussel. Introduction: Within the context of a shortened hospital stay, the correct use of the primary and secondary health care, & the need for collaboration, raise a lot of questions about the integration of the care and the patients’ care trajectory. Up to now very little is known about the specific needs of deprived patients in the discharge process. Methods: The fieldwork took place on the postnatal ward of the University Hospital Brussels. A sample of 25 professional health care providers were interviewed and/or observed in practice settings. Thematic analysis was conducted on interviews, field observations, and closed documents. Coding was conducted by one analyst. Another researcher independently reviewed and cross checked the process of analysis with transcripts for consistency using Nvivo10 qualitative software. Results: Discharge is multidisciplinary organized. But communication & collaboration between the different caregivers who together give form to the discharge, are of decisive importance. Yet there is no discipline that claims the coordination of the discharge, and there is no clear coordination role to manage the discharge. Discussion: More attention should be given to discharge, specifically to the preparation and communication, in particular for specific patient groups. The development of transmural and interdisciplinary care paths, protocols and trainings are needed. The value, role, competencies and implications of a discharge planning case manager in the maternal care should be more examined.
Wat hoort een vroedvrouw te weten over het humaan papilloma virus (HPV) en bacteriële vaginose (BV)? Inge Tency, vroedvrouw, docent en onderzoeker Odisee Hogeschool Opleiding vroedkunde Chris Van der Aa, vroedvrouw, praktijklector Odisee Hogeschool Opleiding Vroedkunde Het humaan papillomavirus (HPV) is een seksuele overdraagbare aandoening waarvan bepaalde types (o.a. 16 en 18) gerelateerd zijn aan baarmoederhalskanker. Bescherming tegen bepaalde types van HPV kan gebeuren door vaccinatie en is gratis voor Vlaamse meisjes in het eerste jaar secundair onderwijs. Bacteriële vaginose (BV) is de meest frequente oorzaak van fluor vaginalis en gaat gepaard met een microbiële verandering in het vaginale ecosysteem. BV is geassocieerd met een verhoogd risico op vroeggeboorte en intra-amniotische infectie. Een gedegen kennis van de vroedvrouw over deze twee belangrijke gynaecologische infecties is dan ook noodzakelijk. Via een interactieve workshop zullen de deelnemers zicht krijgen op hun actuele kennis rond HPV en BV en krijgen ze de gelegenheid om de handen uit de mouwen te steken en zelf een HPV en BV
screening uit te voeren in een skills lab omgeving, inclusief het uitvoeren van een microscopisch onderzoek.
Oosterse complementaire geneeskunde in de Vroedkunde Sarah Steckel, praktijklector Odisee Hogeschool Opleiding vroedkunde. Marleen Vercauteren, praktijklector Odisee Hogeschool Opleiding vroedkunde. Bij alle Oosterse behandelingen, of ze nu afkomstig zijn uit China, Japan of uit het Boeddhisme, ligt de nadruk vooral op de gehele mens, in tegenstelling tot de westerse geneeskunde waar ziekten meer analytisch en microscopisch bekeken en behandeld worden. Deze manier van denken, waar lichaam, geest en omgeving niet meer los van elkaar gezien kunnen worden, krijgt in de westerse wereld ook steeds meer voorstanders. In de Oosterse therapieën wordt gezondheid energetisch bekeken, terwijl de westerse geneeskunde meer gefocust is op anatomische en materiële kenmerken. Deze Energie, die door het menselijk lichaam beweegt doorheen de meridianen of energiebanen, moet steeds in balans zijn. Een onbalans leidt tot pijn of ziekte. We bekijken welke bijdrage dit kan geven binnen vroedkunde.
SBAR in de vroedkunde Marleen Vercauteren, praktijklector Odisee Hogeschool Opleiding vroedkunde. Sarah Steckel, praktijklector Odisee Hogeschool Opleiding vroedkunde. Eén oorzaak van risicovolle momenten binnen processen kan ‘slechte communicatie’ zijn. Om communicatie tussen verschillende hulpverleners (bijvoorbeeld tussen de arts en de vroedvrouw) te verbeteren, werd in Amerika het instrument SBAR ontwikkeld. Hier wordt uitgelegd hoe je dat instrument in een ziekenhuis kunt gebruiken om communicatie te verbeteren.
Levensreddende vaardigheden in de verloskunde: efficiënt teamwork (zowel technisch als non-technisch) tijdens de urgenties. Postpartumbloeding met shock. Marina Vissers, praktijklector vroedkunde Karel de Grote Hogeschool Antwerpen. Acute verloskundige noodsituaties zijn gelukkig zeldzaam. Als ze zich toch voordoen is het uitermate belangrijk dat alle handelingen zodanig geautomatiseerd zijn dat er rustig en adequaat gereageerd kan worden binnen het verloskundig team. In deze training 'Levensreddende vaardigheden in de verloskunde’ oefenen we zowel de technische als nontechnische aspecten hiervan in een casus rond postpartumbloeding met shock. Kalm blijven, het overzicht houden, tijdig hulp van anderen inschakelen, hulp coördineren én effectief een noodsituatie oplossen zijn vaardigheden die tijdens deze training worden ingeoefend. Je werkt aan een vlotte systematische aanpak in team in situaties waarin elke seconde telt.
Theoretical framework for midwifery practice Antonella Nespoli, Researcher and Head of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop discusses a theoretical framework that can be used by midwives to guide their practice: Midwifery Partnership Model (Guilliland and Pairman 1998) Midwifery partnership provides a model for a midwife/woman relationship. It involves trust, shared control and responsability and shared meaning. It is a reciprocal relationship negotiated and understood by the partner: a childbearing woman and the midwife. The Midwifery Partnership Model aims to shift power from the midwife to the chilbearing woman and seeks to redifine accepted definitions of the midwife as an ‘expert’. Ultimately, midwifery partnership is about self-determination, whereby the childbearing woman is recognised as an ‘expert’, able to define her own needs, to control her own experiences, and to determine the appropriateness of the midwifery care she is receiving.
Midwifery Student Case Load Model Edda Pellegrini, Midwife, Coördinator of the School of Midwifery at the University of Milano Bicocca. The workshop intend to present a model of learning based on the continuity of care as an emerging need in the educational program of the Bachelor in Midwifery. This model consists notably in “experiencing the continuity of care between Student and Woman, from the first contact in early pregnancy until the completion of puerperium. The aim is to give students a learning experience regardless of the caregivers that women choose and models of care” (Australian College of Midwives, 2001). This pathway is considered an effective training methodology (Browne, 2014) The University of Bournemouth made use of it in 1966 (Fry et al, 2011) and it quickly became the central focus in the educational program in some Anglo-Saxon countries (Lewis et al, 2008). The Midwifery Case Load Model (MSCLM) allow, in the opinions of students, an opportunity to provide care for women in the ‘real life context’ and in a continuity mode, throughout a journey, not only a formative step, but also a reflexive practice in their becoming midwife (Rawson, 2010).
De kracht van aanwezigheid en aanraking! Handvaten voor het begeleiden van het proces van verinnerlijking tijdens de perinatale periode. Hoe kan je de binding tussen moeder-kind en partner bevorderen? Kaatje Keppens, Docente vroedkunde Thomas More Lier. Zelfstandige vroedvrouw in het pre- en postnataal gebeuren. Shiatsubeoefenaar met specialisatie verloskunde. De fysieke en emotionele veranderingen en de aanpassingen aan het moederschap zijn zowel voor moeders, vaders als voor de pasgeborenen een sleutelmoment in het leven... Bepaalde activiteiten van zwangeren kunnen spanningen met zich meebrengen waardoor ze haar focus buiten haar lichaam legt. Dit heeft een invloed op het verloop van de zwangerschap, de bevalling en het postpartum. Hoe een moeder deze spanningen ervaart is afhankelijk van het evenwicht dat ze vindt tussen het functioneren in haar omgeving , haar lichaam en haar baby. Je krijgt een aantal oefeningen aangereikt waarmee met hulp van de partner, vrouwen meer naar binnen kunnen keren en contact maken met de baby. De rust die hierdoor ontstaat is energie die naar de baby gaat. De zwangerschap, het baringsproces en het postpartum kunnen hierdoor vlotter verlopen. Vroedvrouwen kunnen dit proces positief beïnvloeden. De manier waarop we als vroedvrouw aanwezig zijn heeft invloed op de moeder / koppel. Voel je je evenwichtig, oncomfortabel of ben je gespannen? Je geeft dit onbewust door. Als je werkt vanuit je eigen kracht zal je je niet alleen beter voelen, maar ben je ook een betere steun. Aan de hand van oefeningen kan je ervan bewust worden hoe jou houding is.
Vaders in beeld: vadervriendelijke zorg in de perinatale periode. Annemarie Hoogewys, docent Vroedkunde en Pedagogie van het Jonge Kind. Hoofdpromotor ODC GezinsKracht, Arteveldehogeschool Gent. Dat vaders een belangrijke rol spelen in de opvoeding is intussen overtuigend aangetoond. Vaderbetrokkenheid heeft een positieve invloed op de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen, op de fysieke en mentale gezondheid van moeders en op hun eigen psychosociale ontwikkeling. Ook tijdens de zwangerschap, de bevalling en de postnatale periode willen vaders betrokken zijn. Weinig regels of modellen beschrijven echter wat vaders precies kunnen, mogen en wensen te doen, weinig handleidingen voor professionals geven aandacht aan het ondersteunen van vaders. Recent onderzoek aan de Arteveldehogeschool toont aan dat deze wens tot vaderbetrokkenheid niet anders is voor vaders in een situatie van maatschappelijke kwetsbaarheid, meer nog, de perinatale periode blijkt een ‘window of opportunity’ om vanuit de kracht die de vaderrol geeft nieuwe kansen voor het gezin aan te grijpen.
De vraag naar interventies om vaderbetrokkenheid vroegtijdig te verzekeren is dan ook groot. Om dergelijke interventies succesvol te maken moeten zij zijn gesteund op een model van vaderbetrokkenheid dat in de realiteit is geënt. Het heuristisch model van Lamb (1987), herwerkt door Cabrera et al (2004), vormt hiertoe een geschikte basis. In een eerste deel van de workshop wordt de toepassing van het model in de perinatale context toegelicht. In een tweede deel wordt de vertaling van het model naar de eigen praktijk gemaakt, en zullen de deelnemers samen nadenken over indicatoren voor vadervriendelijke zorg en zo meewerken aan een ‘father friendly label’ dat zorgverleners –van kraamkliniek tot kindercrèche’ zal enthousiasmeren om op een gefundeerde manier vaderbetrokkenheid te realiseren.
FRAGNANT, fragile and pregnant: een bordspel rond maatschappelijke kwetsbaarheid in de perinatale periode An De Craecker, docent Arteveldehogeschool Gent.
Vroedkunde
en
medewerker
ODC
Gezinskracht,
Het is niet evident om als zorgverlener of student een correcte attitude aan te nemen ten overstaan van een persoon uit een maatschappelijk kwetsbaar milieu. Het is erg moeilijk om je te kunnen inleven in hun situatie , laat staan begrijpen waarom bepaalde keuzes worden gemaakt. Uit wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd binnen en buiten de Arteveldehogeschool blijkt daarenboven dat maatschappelijke kwetsbaarheid het best zo vroeg mogelijk- nog voor de geboorte- wordt aangepakt. Daarom heeft het Onderzoek en Dienstverleningscentrum van de Arteveldehogeschool vanuit de opleidingen Vroedkunde en Secundair Onderwijs een bordspel ontwikkeld met als doel kennis en attitude bij te brengen omtrent dit onderwerp. Dit inleefspel ‘FRAGNANT, fragile and pregnant’ genaamd, is ontwikkeld in het kader van een opleiding hieromtrent aan professionelen in de gezondheidszorg nl. vroedvrouwen, artsen, leerkrachten, medewerkers van Kind en Gezin, mutualiteiten, kraamzorgcentra ed. Het spel wordt gespeeld met een spelbegeleider die als taak heeft het spel in goede banen te leiden alsook de wetenschappelijke achtergrond ter beschikking te stellen van de spelers in een voor hen begrijpbare taal. FRAGNANT wordt gespeeld met idealiter 12-18 spelers en duurt ongeveer 2-3u, met inbegrip van een grondige evaluatie nadien.
Midwives and ICM Margriet Pluymaekers, Technical Midwife Advisor ICM Nester T. Moyo, Senior Midwifery Advisor Why is a midwife so important for the health of mothers and their newborns? This workshop provides an outline of the importance and the value of a midwife and discusses what a midwife is according to the ICM Global Standards and how this relates to the position of a midwife in your country. Also, an explanation will be giving on how ICM functions and what ICM can do for you and your country, but also what you can do for ICM.
*Het betreft een voorlopig programma