Programma Begroting 2014
Programmabegroting 2014 Gemeente Beesel
Reuver, 7 november 2013 Gemeente Beesel Postbus 4750 5953 ZK Reuver Telefoon: 077-4749292 Fax: 077-4745888 Bezoekadres: Raadhuisplein 1 5953 AL Reuver Internet: http://www.beesel.nl
© RR/EH/FV/MV
1
2
Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 7 november 2013
griffier, drs. E.J.C. Apeldoorn-Feijts
voorzitter, dr. P. Dassen-Housen
3
4
INHOUDSOPGAVE Aanbiedingsbrief Bijlage: overzicht afwijkingen t.o.v. begroting 2013
7 17
Deel 1 Programmaplan
21
Programma 1: Bedrijfsvoering en bestuur Programma 2: Openbare orde en veiligheid Programma 3: Zorg en welzijn Programma 4: Recreatie, toerisme en cultuur Programma 5: Educatie Programma 6: Wonen en leven Programma 7: Ruimtelijke, economische en plattelandsontwikkeling Programma 8: Middelen Financiële positie Deel 2 Paragrafen A Weerstandsvermogen B Onderhoud kapitaalgoederen C Financiering D Bedrijfsvoering E Verbonden partijen F Grondbeleid G Lokale heffingen Bijlage 1 Brondocumenten Bijlage 2 Berekening EMU saldo 2014 Bijlage 3 Staat van borgstellingen Bijlage 4 Opzet programma’s Programma’s, beleidstaken en functies Bijlage 5 Lijst met gebruikte afkortingen
23 31 41 59 65 71 87 93 99 107 109 127 137 143 147 157 161
169 181 185 189 191 199
5
6
Aan de leden van de gemeenteraad,
Voor u ligt de begroting voor 2014 en de meerjarenbegroting voor de periode 2015 tot en met 2017. De opzet is niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2013. Ondanks de economische crisis, de efficiencykortingen op de decentralisatieopgaven en de nadelige financiële effecten van het regeerakkoord is het gelukt om een sluitende meerjarenbegroting voor de periode 2014-2017 te presenteren. Dit vraagt continu een alertheid welke taken en vanuit welke rolverdeling we onze maatschappelijke opgaven uitvoeren. Saldo conceptbegroting 2014-2017 2014 € 0 2015 € 2.320 positief 2016 € 3.047 positief 2017 € 285 positief In deze aanbiedingbrief gaan wij in op de hoofdpunten van deze begroting. 1.
Van versobering naar sociale verrijking
Onder het motto van ons collegeprogramma ‘Beesel pakt de toekomst, van versobering naar sociale verrijking, een nieuwe balans’ zetten wij in deze laatste begroting voor de gemeenteraadsverkiezingen onverminderd in op het op peil houden van het voorzieningenniveau. Een goed voorzieningenniveau is een randvoorwaarde voor de leefbaarheid in onze kernen. Ook in deze begroting houden we deze voorzieningen in stand. Onze gemeente is hiermee in toenemende mate onderscheidend in de regio. Uit de burgerpeiling blijkt dat onze inwoners tevreden zijn. Dit sterkt ons om de ingeslagen koers vast te houden. Maar dat gaat niet zomaar. Rijksbezuinigingen dwingen tot keuzes. Om deze keuzes weloverwogen en consistent te maken hebben wij in de voorbereiding naar deze begroting onze inhoudelijke maatschappelijke doelen aangescherpt. Op grond hiervan werken wij aan: ‘een Beesel als levende, duurzame gemeenschap waarin overheid (gemeente) en inwoners, bedrijven en organisaties (gemeenschap) samen verantwoordelijk zijn voor het met zorg voor elkaar leven, wonen, werken en recreëren.’ Onze leidraad is sociale verrijking. Hieronder verstaan wij dat mensen meer of beter voor elkaar en hun leefomgeving zorgen. Om dit te bereiken stimuleert de gemeente inwoners, bedrijven en organisaties om (meer en/of beter) verantwoordelijkheid te nemen voor medeburgers en leefomgeving (civil society). De rol van de gemeente verandert in toenemende mate van trekker naar aanjager, regisseur en facilitator. De gemeente maakt gebruik van de kennis, kunde en (levens)ervaring van de inwoners. Wij realiseren deze visie door een achttal instrumenten, die wij hebben onderverdeeld in ‘betrokken Beesel’, ‘leefbaar Beesel’ en ‘bloeiend Beesel’. Betrokken Beesel • We stimuleren verenigingen en inwoners om activiteiten te organiseren voor die groepen die nu buiten beschouwing blijven. 7
Dit instrument speelt een rol in de de beleidsvelden vrijwilligers, informele zorg, sport, kunst en cultuur en jeugd. Hiermee raakt deze ambitie de algemene subsidieverordening en uiteraard de drie decentralisaties. Op het moment van herijking van de beleidnota’s zetten we dit instrument c.q. deze ambitie successievelijk in. Deze aanpak vraagt een omslag in denken en handelen van alle betrokken partijen (naast de gemeente gaat het om alle verenigingen en instellingen). Zo’n omslag vraagt tijd en energie. Dit is een traject van de lange adem en vraagt aanvankelijk extra inspanningen. Het contract met Wel.Kom loopt tot en met 2015. In 2014 ontwikkelen we een visie op welzijnswerk nieuwe stijl vanuit de uitgangspunten van sociale verrijking. Hierbij denken we ook aan het inzetten van niet-professionele instellingen. •
We geven extra subsidie aan verenigingen en inwoners die extra activiteiten doen die anders door professionele instellingen worden gedaan. Dit instrument speelt een rol in dezelfde beleidsvelden als voorgaande. Concreet passen we dit toe binnen het muziekonderwijs. Deze uitwerking is reeds in gang gezet en krijgt zijn vertaling in de conceptbegroting. Verenigingen en scholen werken samen om binnen de beschikbare budgetten meer jongeren in verenigingsverband te laten musiceren. Verder onderzoeken we met Stichting Sportbeheer Beesel, gebruikers en Optisport of we beheer en onderhoud van de sportaccommodaties bij de nieuwe aanbesteding (gedeeltelijk) kunnen overdragen aan de verenigingen. Deze mogelijkheid hebben we financieel vertaald in de conceptbegroting door een besparing van 10% vanaf 2017 (na afloop van het contract met Optisport). Ook op het gebied van kunst en cultuur maken we vanaf 2017 (einde van looptijd cultuurnota 'to be or to Beesel') deze omslag. Het doel is om activiteiten van kunst en cultuur onder dezelfde regeling te laten vallen als andere door de gemeente gesubsidieerde evenementen. Hierdoor hopen we met dezelfde subsidiehoogte meer activiteiten te kunnen laten plaats vinden.
•
We zetten uitkeringsgerechtigden in als vrijwilligers. Dit instrument speelt een rol voor de WWB en aanverwante wetgeving c.q. verordeningen. Landelijk is de participatiewetgeving in voorbereiding. Deze wetgeving betrekken we bij de uitwerking. Deze maatregel richt zich vooral op het ‘ijzeren bestand’ van de uitkeringsgerechtigden, cliënten die soms al jaren een uitkering ontvangen. Deze cliënten hebben een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Voor de cliënten die een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zetten we immers andere instrumenten in. Deze maatregel heeft een relatie met de ontwikkelingen rondom onze sociale werkvoorziening de WAA. In samenhang werken we deze maatregelen uit. De incidentele kosten van deze maatregel dekken we uit de reserve re-integratie. Deze ontwikkeling heeft daarom geen budgettaire gevolgen voor de begroting.
•
We stimuleren bedrijven om uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen (social return on investment). Ook dit instrument speelt een rol bij de WWB en aanverwante wetgeving c.q. verordeningen. In 2013 zijn we al gestart met deze maatregel in te voeren. Zo hebben we afspraken gemaakt met Thijssen-Emans bij de sloop van de gebouwen op het terrein Molenveld-Zuid, bij het Drakenrijk, met De Lommerbergen. Kortom bij alle nieuwe ontwikkelingen is social return gespreksonderwerp. Bij het project Molenveld-Zuid heeft dit 6 fulltime arbeidsplaatsen opgeleverd. Afhankelijk van de participatiewetgeving breiden we deze aanpak in 2014 uit naar het inkoopbeleid dan wel door ondernemers financieel te ‘belonen’ om uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen. De financiële omvang van deze 8
maatregel is moeilijk in te schatten en is afhankelijk van de concrete kansen die zich voordoen. Het succes van deze maatregel vertaalt zich in het aantal uitkeringsgerechtigden. In de raming in deze begroting hebben we rekening gehouden met deze ontwikkeling. Leefbaar Beesel • We vergroten het verantwoordelijkheidsgevoel van inwoners voor de eigen wijk. Hierbij richten we ons ook op duurzaamheidsaspecten. Bewoners benoemen zelf knelpunten en oplossingen voor hun wijk of straat en de gemeente faciliteert. Verder zetten we in op een verandering van de vorm en positie van het kernoverleg in relatie tot het buurtbeheer. We ontwikkelen subsidiebeleid om deze eigen verantwoordelijkheid te stimuleren. Dit instrument speelt een rol bij de beleidsvelden: duurzaamheid, vrijwilligers, kerngericht werken, beheer openbare ruimte, openbare verlichting en eventueel het GVVP. Dit instrument haakt aan bij de enkele trajecten die we reeds hebben ingezet, enerzijds de evaluatie van de kernoverleggen en het daaruit voortvloeiende kernoverleg nieuwe stijl en anderzijds het project Heijencamp en het nieuwe project buurtbeheer. Uit project Heijencamp blijkt dat dit instrument inhoudelijk werkt, maar dat dit een forse investering vooraf vergt. Deze investeringen zijn voor de helft betaald door de woningstichting. De woningstichting heeft aangegeven hiermee niet door te gaan. Dit betekent dat de gemeente deze ontwikkeling volledig zelf moet financieren. Concreet hebben we deze ambitie in deze begroting vertaald naar het plantsoenonderhoud. In 2014 ramen we een extra budget van € 25.000 om dit beleid vorm te geven. In 2015 ramen we een besparing van € 45.000, die oploopt tot € 90.000 in 2016 en € 125.000 in 2017. Ook passen we dit toe binnen de WMO door aanpassing van de verordeningen en in de keukentafelgesprekken de eigen kracht en de kracht van het netwerk mee te nemen in de bepaling van het ondersteuningsarrangement, zoals bijvoorbeeld dagopvang in Beesel die opgepakt wordt door ouderenwerk en kernoverleg. Om onder andere deze initiatieven mogelijk te maken, stellen we € 600.000 beschikbaar. Dit bedrag onttrekken we uit de investeringsreserve. In deze begroting maken we ook ruimte voor mediation. We willen inwoners ondersteunen om hun problemen met elkaar onderling op te lossen. Naast het feit dat dit voor de betrokkenen prettiger is, verwachten we hiermee minder handhavingsituaties. •
We vergroten de economische vitaliteit door bedrijven/ondernemers te faciliteren bij hun plannen en bedrijfsvoering. Ook faciliteren we door bij herinrichting van ontsluitingswegen maatwerk te leveren; we houden rekening met de verkeersbewegingen van en naar bedrijven. Gezamenlijk met bedrijven proberen we antwoorden te vinden, onder andere door het opstellen van een detailhandelsvisie. Effecten zijn wellicht zichtbaar door minder mensen in de uitkering, een positieve uitwerking via social return, toeristenbelasting, bouwleges en extra OZB. In financiële zin hebben we van deze maatregel geen effecten in deze begroting opgenomen.
•
We werken samen om de voorzieningen op peil te houden. Dit instrument werken we in 2014 uit binnen een visie op blijvend voorzien (nota accommodatiebeleid) met een nadruk op multifunctioneel gebruik van accommodaties (scholen, verenigingen, instellingen). We schatten in dat deze ontwikkeling financieel kansrijk is. Uit een eerdere inventarisatie bleek immers dat het voorzieningenpeil reeds voldoet. De uitdaging ligt vooral in de demografische ontwikkelingen en de nieuwe
9
verhoudingen tussen gemeente en gemeenschap. Dit hebben we echter nog niet financieel verwerkt in deze begroting. Bloeiend Beesel • We vergroten de economische vitaliteit (zie ook hierboven) waarbij we de focus op ondernemers en jonge gezinnen leggen. Dit instrument passen we toe binnen de bestemmingsplannen Bedrijventerreinen, Bergerhof, Roversheide, Molenveld-zuid, Centrumplan Reuver, de structuurvisie en de detailhandelsvisie. De focus op jonge gezinnen leidt bovendien ook tot maatschappelijke en sociale vitaliteit. Deze ontwikkeling is financieel vertaald in deze begroting door middel van de budgetten voor de startersleningen. 2.
Kerntakendiscussie
Bij de behandeling van de begroting 2013 heeft de raad besloten om een kerntakendiscussie te voeren. Ten tijde van het opstellen van deze begroting is deze kerntakendiscussie net gestart. De kerntakendiscussie krijgt inhoudelijk ongetwijfeld overlap met de keuzes binnen deze begroting. De resultaten van de kerntakendiscussie zijn echter pas bekend na de behandeling van de begroting. Wij hebben inhoudelijk niet geanticipeerd op deze resultaten. Onder de veronderstelling dat de kerntakendiscussie (financiële) resultaten oplevert, hebben wij een stelpost opgenomen van € 120.000. Het bedrag van € 120.000 baseren wij op de randvoorwaarden van het provinciaal financieel toezicht. Op het moment dat wij een niet nader geconcretiseerd bezuinigingsbedrag opnemen in de begroting dan stelt de Provincie dat dit bedrag dient te worden gemaximeerd op 1 % van het zogenaamde genormeerd uitgavenniveau (= verdeelmaatstaven x uitkeringsfactor -/inkomensmaatstaf + verfijningen + ozb-capaciteit op 100%). Voor Beesel is dit bedrag afgerond € 120.000. 3.
Molenveld-zuid
In 2013 hebben we grote stappen gezet om het gebied Molenveld-zuid te herstructureren. Het gebied is gesloopt, gesaneerd en we hebben de bestemmingsplanprocedure gestart. 2014 Staat in het teken van het bouwrijpmaken van het gebied en het ontwikkelen van de bouwplannen door onze partners in dit project, zodat we begin 2015 kunnen starten met de bouw van de eerste woningen en de bebouwing van de werkwoonkavels. 4.
Gevolgen regeerakkoord
A. WAA Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling WAA heeft in de begroting 2014 een taakstellende bezuiniging opgenomen. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de gemeentelijke bijdrage aan de WAA en de taakstellende bezuiniging.
Bijdrage excl taakstellende bezuinigingen Af: Taakstellende bezuinigingen Bijdrage incl taakstellende bezuinigingen
2014 2015 2016 2017 € 385.843 € 335.717 € 337.140 € 343.582 € 244.543- € 239.633- € 288.137- € 343.582€ 141.300 € 96.084 € 49.003 € -
Het risico dat de WAA deze taakstellende bezuiniging niet realiseert, verwerken we in de paragraaf weerstandsvermogen. De besparing op grond van deze taakstellende bezuiniging
10
zetten we vanaf 2014 in voor de uitvoering van de decentralisaties en voor participatie (zie hieronder). B. Decentralisaties / participatie We maken ons zorgen over de onduidelijkheid omtrent de decentralisatie van de jeugdzorg, de Participatiewet en de decentralisatie AWBZ. Zorgpunt en risico is ook dat de wettelijke kaders waarbinnen we deze decentralisaties moeten realiseren niet tijdig worden vastgesteld. We werken regionaal en lokaal samen om de uitvoering te realiseren. We borduren hierbij voort op de kaders die de raad inmiddels heeft vastgesteld in de uitgangspuntennotitie, de kadernota AWBZ/WMO en het WMO-beleidsplan. Uitgangspunt is dat de budgetten zoveel mogelijk leidend zijn. Dit betekent concreet dat we het beleid zodanig vormgeven dat we binnen de beschikbare budgetten blijven, rekening houdend met de extra formatie die nodig is om deze nieuwe taken beleidsmatig en met name financieel goed te kunnen monitoren. We ramen voor de uitvoering van de decentralisaties / participatie in 2014 een extra budget van € 244.543. Dit is de besparing als gevolg van de taakstellende bezuiniging van de WAA in 2014. C. Open eind regelingen Voor de open eind regelingen als de WWB, WMO en leerlingenvervoer maken we een inschatting op basis van de historische gegevens en de nieuwe ontwikkelingen. Beleidsmatig maken we dusdanige keuzes dat de uitgaven de beschikbare budgetten niet overschrijden. Gezien het open eind-karakter van deze regelingen is een tekort op voorhand echter nooit uit te sluiten. D. Financieel technische wijzigingen - Schatkistbankieren In het lente-akkoord is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren Dit is bankieren zonder leenfaciliteit. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse Schatkist. Hierdoor hoeft de Nederlandse Staat minder geld te lenen op de financiële markten en daalt de staatsschuld. In week 27 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel behandeld, dat er voor zorgt dat Schatkistbankieren een wettelijke basis krijgt in de wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het wetsvoorstel is ingediend bij de Eerste kamer. Het Kabinet streeft ernaar om schatkistbankieren voor decentrale overheden eind 2013 in te voeren. Het wetsvoorstel regelt alleen de hoofdlijnen van de verplichting. Daarnaast wordt er een ministeriële regeling opgesteld. Hierin worden zaken geregeld zoals de rentevergoeding, drempelbedragen etc. In het derde kwartaal van 2013 starten we zelf met de noodzakelijke voorbereidingen. We verwijzen naar programma 8 voor de gevolgen van het schatkistbankieren voor de ramingen. In de paragraaf Financiering geven we een toelichting op de gevolgen voor de financiering. In de paragraaf Weerstandsvermogen gaan we in op de risico’s die samenhangen met het schatkistbankieren. - Vennootschapsbelasting (VPB) Op 2 mei 2013 heeft de Europese Commissie (EC) Nederland formeel voorgesteld om de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor overheidsbedrijven af te schaffen. Volgens de EC is deze vrijstelling in strijd met EU-staatssteunregels. Op 21 mei 2013 heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn reactie naar de EC gestuurd. Hierin laat hij weten voornemens te zijn de wet uiterlijk per 1 januari 2015 te wijzigen. Per 1 januari 2016 moet de wet inwerking treden. De nieuwe wetgeving is erop gericht dat: “overheidsbedrijven die economische activiteiten uitoefenen op dezelfde wijze als private bedrijven 11
aan vennootschapsbelasting worden onderworpen”. Voor Beesel gaat het bijvoorbeeld om de begraafplaats, de grondexploitatie en de afvalverwerking. De Staatssecretaris geeft aan dat op dit moment een inventarisatie loopt om inzicht te krijgen in de economische activiteiten die worden uitgeoefend. De uitkomsten van deze inventarisatie zijn van belang om een passende invulling te kunnen geven aan de afschaffing van de vrijstelling. Hij verwacht dat deze inventarisatie dit najaar is afgerond. We monitoren deze ontwikkelingen. E. Kortingen bestuur - Lagere apparaatskosten Het Rijk voert vanaf 2015 een korting door op het gemeentefonds vanwege lagere apparaatskosten. Het Rijk veronderstelt dat de gemeenten lagere apparaatskosten hebben als gevolg van schaalvergroting. Voor Beesel betekent dit een korting op de algemene uitkering van € 38.954 (2015), € 78.807 (2016) en € 118.162 (2017). Wij verwerken dit doordat we bijvoorbeeld bij de decentralisaties minder meerkosten hebben als gevolg van regionale samenwerking. - Verlaging aantal politieke ambtsdragers Het voornemen om vanaf 2015 het aantal politieke ambtsdragers met 25% te verminderen vervalt. De bijbehorende korting op het gemeente fonds gaat daarom niet door. In de begroting 2013 hebben we vanaf 2015 een korting van € 57.587 op de baten en een besparing van een zelfde bedrag op de loonkosten geraamd. In de begroting 2014 vervalt zowel de korting op het gemeentefonds als de besparing op de loonkosten. 5.
Financiële positie
A. Financiële maatregelen Om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2014-2017 hebben we de volgende financiële maatregelen genomen: - Incidentele lasten en investeringen dekken uit incidentele middelen We dekken incidentele lasten met incidentele middelen. Investeringen met maatschappelijk nut dekken we deels uit de investeringsreserve. In de tabel hieronder zetten we de belangrijkste uitnamen uit de reserves op een rij. We hebben de bedragen afgerond op € 1.000. (Bedrag x € 1.000) Investeringsreserve Reserve recreactie & toerisme Reserve tekorte WAA Reserve compensatie dividenden PBE Totaal
2014 1.271 40 42 6 1.359
2015 218 40 0 6 264
2016
2017 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
- Investeringsreserve Uit de investeringsreserve dekken we in 2014 en 2015 de volgende incidentele lasten en investeringen: 2014: e Fietsroute Hovergelei-Veer 2 fase Fietsroute Keulseweg 2014 Vervanging lichtmasten 2014 Gladheidmeldingensysteem Onderhoud / verlaging wegbermen Storting in reserve Project realisatie collectieve voorzieningen
€ 570.000 P.M. € 69.684 € 21.515 € 10.000 € 600.000
12
Duurzaamheidsbeleid Visie blijvend voorzien / accommodatiebeleid
P.M. P.M.
2015: Fietsroute Keulseweg 2015 Centrumplan Beesel* Vervanging lichtmasten Onderhoud / verlaging wegbermen Actualiseren GVVP Revitalisering Wijken
P.M. € 129.000 € 71.077 € 10.000 € 8.000 P.M.
*We investeren in 2015 € 250.000 in het centrumplan Beesel waarvan we € 129.000 dekken uit de investeringsreserve en € 121.000 opnemen in de exploitatie. Bij de begrotingsbehandeling stelt de Raad vast welke investeringen van de eerstvolgende jaarschijf zij kaderstellend wenst te bespreken. Van deze investeringen stelt zij het krediet vast na de kaderstellende bespreking. Van de overige investeringen stelt zij het krediet vast tegelijk met de vaststelling van de begroting. We verwijzen voor de kaderstelling en een toelichting op de investeringen naar het raadsvoorstel en de toelichting op de investeringstabel in de programma’s. - Stand van de reserves In onderstaande tabel geven we een totaal overzicht van de stand van de reserves.
Saldo 31 december (bedrag x € 1.000) Algemene reserve Algemene reserve grondbedrijf Bestemmingsreserve Waarvan bruteringsreserve Voorzieningen Totaal
2014 € € € € € €
1.500 257 21.175 3.365 7.568 30.500
2015 € € € € € €
1.500 253 20.731 3.140 7.688 30.172
2016 € € € € € €
1.500 263 20.507 2.915 7.927 30.197
2017 € € € € € €
1.500 273 20.294 2.701 8.299 30.366
Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de diverse programma’s en de paragraaf over de financiële positie. - Meerjarig geen indexering In de uitgangspunten voor de begroting 2014 heeft de raad besloten om voor prijsstijgingen de nullijn te hanteren. Dit betekent dat we in de ramingen geen indexering toepassen tenzij dit onvermijdelijk is. B. Gemeentefonds De ramingen voor de inkomsten uit het gemeentefonds baseren we op de meicirculaire 2013. In deze circulaire heeft het Rijk de financiële gevolgen van het regeerakkoord voor de gemeenten verwerkt.
13
In onderstaand tabel geven we een overzicht van de ontwikkeling van de inkomsten uit het gemeentefonds. Gemeentefonds 2014 2015 2016 2017
€ € € €
12.552.604 11.398.908 11.542.429 11.545.107
Het Rijk heeft meerdere kortingen op het gemeentefonds doorgevoerd. De kortingen zijn harde bezuinigingen of bezuinigingen die de gemeente kan “terugverdienen” door haar lasten te verlagen. - harde bezuinigingen De korting voor de lagere apparaatskosten hebben we al benoemd onder punt 4 E. Daarnaast voert het Rijk een korting door op het BTW-compensatiefonds. Voor Beesel is deze korting € 120.000 in 2014 en vanaf 2015 jaarlijks € 320.000. - bezuinigingen met terugverdienmogelijkheid In het zorgakkoord is afgesproken om het budget voor de WMO huishoudelijke hulp vanaf 2015 met 40% te verlagen. Voor Beesel is dit een structurele korting van € 566.000. Ons uitgangspunt is om de lasten voor de WMO eveneens met 40% te verminderen. We hebben deze maatregel daarom budgetneutraal verwerkt (zie ook punt 4A). Dit vraagt wel dat het Rijk aan gemeenten de ruimte biedt om het beleid aan te passen. Als het Rijk deze mogelijkheid niet biedt, dan is ook hier sprake van een harde bezuiniging. Op dit moment is dit nog niet helder. Hetzelfde geldt voor de budgetten voor de decentralisatie Jeugdzorg, de Participatiewet en de AWBZ (zie punt 4B). We verwerken de decentralisaties neutraal in deze begroting. In de meicirculaire 2013 staan echter geen budgetten voor de decentralisaties, zodat we dit in deze begroting als PM-posten opnemen. Voor het onderhoud van de huisvesting van het primair onderwijs is de korting voor Beesel circa € 140.000 vanaf 2015. Het basisonderwijs is vanaf 2015 zelf verantwoordelijk voor het onderhoud. De gemeente bespaart daardoor vanaf 2015 jaarlijks € 19.000 door het vervallen van de stortingen in de onderhoudsvoorziening. In deze begroting anticiperen we op extra rijksbezuinigingen in het najaar van 2013. We kunnen de hoogte van deze bezuinigingen en de financiële gevolgen voor Beesel nu nog niet inschatten. We nemen daarom in 2014 een stelpost op van € 140.000. Deze stelpost verhogen we in 2015 naar € 170.000, in 2016 naar € 210.000 en in 2017 naar € 397.000. In de begroting 2013 hebben we een stelpost voor de herverdeling van het gemeentefonds opgenomen van € 150.000 in 2014. We laten deze stelpost vervallen maar nemen deze post wel op in de paragraaf weerstandsvermogen. De herverdeling kan voor Beesel zowel positief als negatief uitpakken. Daarbij heeft het Rijk de herverdeling van het gemeentefonds verschoven naar 2015. Verder uitstel is aannemelijk in verband met de invoering van de decentralisaties. Een verdere toelichting op het gemeentefonds geven we in programma 8.
14
6.
Lasten burger
OZB In deze begroting verhogen we het tarief van de OZB voor 2014 tot en met 2017 jaarlijks met 4%. In de begroting 2013 hebben we voor 2014 een stijging van 10% geraamd. Het college stelt voor in 2014 6% minder OZB te verhogen. In absolute zin betekent dit voor een gemiddeld gezin een verhoging van afgerond € 7 in 2014. (En dus niet de oorspronkelijke stijging van € 18) Rioolrecht Het tarief rioolrecht stijgt conform het vastgestelde GRP jaarlijks met € 8 per aansluiting. In 2014 is het tarief € 190,50. Afvalstoffenheffing Het vastrecht voor de afvalstoffenheffing verlagen we in 2014 met € 10 naar € 86 per huishouden. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 blijft dit € 86. In dit tarief hebben we een aanbestedingsvoordeel op de verwerking van het GFT- en restafval verwerkt. De tarieven voor de ledigingen blijven in 2014 ongewijzigd. Een gemiddeld gezin betaalt in 2014 totaal circa € 45 voor de ledigingen. We hebben de tarieven voor afval op een andere manier berekend dan in 2013. We verwijzen naar programma 6 voor een toelichting. Belastingdruk De lastendruk in onze gemeente is de laagste van de provincie. In onderstaand overzicht staat de ontwikkeling van de belastingdruk voor een gemiddeld gezin met een eigen woning. Belastingdruk Beesel OZB zakelijk gerechtigde Rioolrechten Afvalstoffenheffing (vast recht) Teruggave € 10 per huishouden Ledigingen
2013 € 171,00 € 182,50 € 106,00 -€ 10,00 € 45,00
2014 € 178,00 € 190,50 € 86,00 € 0,00 € 45,00
2015 € 185,00 € 198,50 € 86,00 € 0,00 € 45,00
2016 € 192,00 € 206,50 € 86,00 € 0,00 € 45,00
Totaal Stijging absoluut Stijging procentueel
€ 494,50
€ 499,50 € 514,50 € 529,50 € 5,00 € 15,00 € 15,00 1,01% 3,00% 2,92%
2017 € 200,00 € 206,50 € 86,00 € 0,00 € 45,00 € 537,50 € 8,00 1,51%
Hondenbelasting De tarieven voor de hondenbelasting blijven ongewijzigd. Toeristenbelasting In 2014 verhogen we de toeristenbelasting met € 0,20 naar € 1,00. Deze verhoging is conform de begroting 2013. Het College stelt voor om vooralsnog af te zien van de verhoging van de toeristenbelasting in 2015 naar € 1,20. Tarieven leges De tarieven 2014 houden we op het peil van 2013. Dit betekent dat we geen verhoging doorvoeren. We verwijzen naar de paragraaf Lokale heffingen voor meer informatie over de lasten voor de burger.
15
7.
Overzicht posten
In de bijlagen geven wij een overzicht van de belangrijkste zaken die we in deze begroting hebben opgenomen (alleen bedragen boven € 25.000). Daar waar het gaat om investeringen is het investeringsbedrag vermeld. De bedragen betreffen de verschillen met primaire raming 2013. 8.
Tot slot
We hebben in juli de beleidsuitgangspunten en de conceptbegroting besproken met de Provincie. Dit heeft niet geleid tot aanpassing van de conceptbegroting. Met de voorstellen in deze begroting hebben we getracht een zo evenwichtig mogelijke afweging te maken. Voorop staat het behoud van voorzieningen. Ook hebben we onze verenigingen ontzien. We hebben uitsluitend lastenverhogingen doorgevoerd als we zonder deze maatregel ons voorzieningenniveau niet kunnen handhaven. In de programmabegroting vindt u een compleet overzicht van alle maatregelen die we hebben genomen.
16
Bijlage: overzicht afwijkingen ten opzichte van begroting 2013 > € 25.000 (zie punt 7 van de aanbiedingsbrief) We hebben de structurele wijzigingen alleen in het eerste jaar benoemd. Hiermee bevorderen we de leesbaarheid van de bijlage. Onderwerp Onontkoombaar / onvermijdbare zaken (voordeel) 2014 WWB, IOAW, IOAZ, BBZ en minimabeleid (saldo baten en lasten) WAA WMO, m.n. aanbestedingsvoordeel (structureel) Leerlingenvervoer Dividenden Enexis en Attero (structureel) Gemeentefonds Personeelslasten Kerntakendiscussie (structureel) 2015 WWB, IOAW, IOAZ, BBZ en minimabeleid (saldo baten en lasten) WAA Personeelslasten 2016 WWB, IOAW, IOAZ, BBZ en minimabeleid (saldo baten en lasten) WAA Bouwleges (structureel) Personeelslasten Toeristenbelasting, uitbreiding Lommerbergen in 2016 € 1,00 x 105.000 (structureel) 2017 WWB, IOAW, IOAZ, BBZ en minimabeleid (saldo baten en lasten) WAA Personeelslasten Onontkoombaar / onvermijdbare zaken (nadeel) 2014 Verkiezingen e Fietsroute Hovergelei veer 2 fase, investering (tlv investeringsreserve) Fietsroute Keulseweg, investering (tlv investeringsreserve) Vervanging lichtmasten, investering (tlv investeringsreserve) Doorgaande wegen kern Beesel, investering Snelheidsremmende voorz Pastoor Vranckenlaan, investering Snelfietsroute Sittard-Roermond-Venlo, investering Vervanging speeltoestellen, investering WVG (structureel)
Bedrag in €
Programma
99.218
3
180.020 447.000 34.033 30.753 365.619 63.570 120.000
3 3 5 6 8 8 8
116.865
3
225.236 66.630
3 8
111.957
3
272.317 41.500 87.045 105.000
3 6 8 8
106.754
3
321.320 96.680
3 8
25.600 570.000
1 2
pm 69.684 180.000 150.000 60.000 108.190 111.000
2 2 2 2 2 3 3
17
Onderwerp Bouwleges Onderhoud groen door derde (structureel) Automatisering 2015 Fietsroute Keulseweg, investering (tlv investeringsreserve) Centrumplan Beesel, investering (€ 129.000 tlv investeringsreserve, € 121.000 tlv exploitatie) Vervanging lichtmasten, investering (tlv investeringsreserve) Gymnastiek onderwijs Revitalisering wijken, investering (tlv investeringsreserve) Vervanging materieel gemeentewerken, investering Bouwleges Rente vordering Enexis (bruglening) Schatkistbankieren Gemeentefonds, incl alle kortingen waar onder WMO, BCF Automatisering 2016 Vervanging lichtmasten, investering Vervanging speeltoestellen, investering Gymnastiek onderwijs Vervanging materieel gemeentewerken, investering Onderhoud wegen Rente vordering Enexis (bruglening) Schatkistbankieren Gemeentefonds, incl alle kortingen waar onder WMO, BCF Automatisering 2017 Vervanging lichtmasten, investering Vervanging speeltoestellen, investering Gymnastiek onderwijs Leerlingenvervoer Onderhoud wegen Rente vordering Enexis (bruglening) Schatkistbankieren Gemeentefonds, incl alle kortingen waar onder WMO, BCF Automatisering Nieuw beleid (voordeel) 2014 Verhoging OZB 4% t.o.v. 2013 Verhoging toeristenbelasting in 2014 met € 0,20 naar € 1,00 p.p.p.o. (structureel) 2015 WMO, besparing 40% (structureel) Vrijval voorziening huisvesting onderwijs Sociale verrijking, besparing plantsoenonderhoud Verhoging OZB 8% t.o.v. 2013
Bedrag in € 90.000 43.000 72.496
Programma 6 6 8
pm 250.000
2 2
71.077 30.324 pm 336.698 40.000 28.099 43.098 788.077 73.839
2 5 6 6 6 6 8 8 8
72.499 50.165 32.332 107.405 26.990 28.099 57.466 644.556 76.148
2 3 5 6 6 6 8 8 8
73.949 50.570 34.382 51.102 36.901 56.168 157.406 641.878 77.539
2 3 5 5 6 6 8 8 8
64.733 104.000
8 8
576.000 45.256 45.000 132.184
3 5 6 8
18
Onderwerp 2016 Sociale verrijking, besparing plantsoenonderhoud Verhoging OZB 12% t.o.v. 2013 2017 Sociale verrijking, besparing plantsoenonderhoud Verhoging OZB 16% t.o.v. 2013 Nieuw beleid (nadeel) 2014 Intensivering armoedebeleid (structureel) Storting in reserve Communicatie decentralisaties Storting in reserve Project realisatie collectieve voorzieningen (tlv investeringsreserve) Uitvoering decentralisatie / participatie Visie blijvend voorzien / accommodatiebeleid Storting in reserve Recreatie en Toerisme Duurzaamheidsbeleid (tlv investeringsreserve) Sociale verrijking plantsoenonderhoud, aanloopkosten Stelpost extra rijksbezuinigingen 2015 Uitvoering decentralisatie / participatie Uitbreiding Broekhin, investering Stelpost extra rijksbezuinigingen 2016 Uitvoering decentralisatie / participatie Draaksteken Stelpost extra rijksbezuinigingen 2017 Uitvoering decentralisatie / participatie Stelpost extra rijksbezuinigingen
Bedrag in €
Programma
90.000 202.484
6 8
125.000 276.376
6 8
50.000 75.000 600.000
3 3 3
244.543 pm 100.000 pm 25.000 140.000
3 3 4 6 6 8
189.633 3.246.000 170.000
3 5 8
338.137 50.000 210.000
3 4 8
250.000 397.000
3 8
19
20
Deel 1 Programmaplan
21
22
Programma 1: Bedrijfsvoering en Bestuur Opbouw programma Het programma verdelen wij in de volgende deelprogramma’s en beleidstaken. 1.1 Dualisme en openheid - 001.0 bestuursorganen - 002.1 communicatie - 002.2 representatie - 002.4 Participatie / samenwerking omgeving - 003.0 burgerdiensten - 003.1 burgerlijke stand - 003.2 verkiezingen - 003.3 klantenbalie 1.2 Strategie - 001.1 samenwerking - 002.3 strategie 1.3 Kwaliteit van de organisatie - 001.2 algemeen juridische zaken - 002.0 bestuursondersteuning B&W - 006.0 bestuursondersteuning Raad (griffie) Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van het programma Bedrijfsvoering en Bestuur is het realiseren en in stand houden van een transparante en slagvaardige bestuurscultuur. Het bestuur betrekt de inwoners en geeft hen invloed op de besluitvorming. De organisatie kenmerkt zich door openheid, betrouwbaarheid, daadkracht en kwaliteit. Maatschappelijke effecten Binnen het programma Bedrijfsvoering en Bestuur onderscheiden we 2 pijlers: - Bestuur, hier borgen we de positie en besluitvorming van raad en college, alsmede een goede interactie met de burger. - Kwaliteit dienstverlening.
23
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
BESTUUR Werken overeenkomstig duale en grondwettelijke
-
Creëren van legitieme besluitvorming
principes
-
Nemen van eigen verantwoordelijkheid door raad en college
Een optimale communicatie in dienst van
-
Betrekken van burger
-
Transparant maken van beleid en
gemeentelijk beleid en doelstellingen
besluitvorming -
Representatie, communicatie en promotie in dienst stellen van dienstverlening en positieve externe profilering
STRATEGIE Samenwerken waar dit meerwaarde heeft
-
Deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen
-
Operationeel samenwerking in Regio Venlo
-
Samenwerking aangaan met natuurlijke partners
Ontwikkelen ván en werken vólgens eigen visie
-
Versterking samenwerking buurgemeenten
-
Toekomstvisie als leidraad nemen voor gemeentelijk handelen
Eigen bijdrage aan regionale doelstellingen
-
vormgeven
o.b.v. eigen speerpunten en sterke punten invulling geven aan regionale doelstellingen voor en met regionale partners
-
deze speerpunten en sterke punten op regionaal niveau actief uitdragen
KWALITEIT DIENSTVERLENING Een klantgerichte en kwalitatief goede
-
dienstverlening
Openstaan voor nieuwe ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening
-
In stand houden van klantenbalie met hoog service-niveau
-
Verhogen en in stand houden van kennisniveau, vaardigheden en communicatiebewustzijn van medewerkers
-
Waarborgen van zorgvuldige bezwaar- en klachtprocedures
Actiepunten 2014-2017 Strategie Strategieontwikkeling/ bestuurskracht Het bestuurskrachtonderzoek hebben we in 2013 afgerond. Het uitvoeren van de nieuwe acties loopt door in 2014. Toekomstvisie Het herijken van de Toekomstvisie hebben we in 2015 gepland.
24
Inbedden beleidsindicatoren Indicatoren behandelen we in het perspectief van een beleidsnota. Indicatoren staan dan niet op zichzelf zoals in de begrotingscyclus, maar in direct verband met doelen in nieuw of te evalueren beleid. We hebben daarom de prestatie-indicatoren die horen bij beleidsdoelstellingen uit de begroting 2014 gehaald. Deze indicatoren, die iets zeggen over kwaliteit, effectiviteit of efficiency van beleid, geven we een plaats in de beleidscyclus. We voegen een overzicht brondocumenten toe aan de begroting (zie bijlage 1). Hierin staan alle beleidsonderwerpen met beslisbevoegdheid (raad of college), datum van vaststelling en jaar van evaluatie/ herijking. Ook hebben we aangegeven tot welk programma het beleidsonderwerp behoort. Het betreft een dynamische lijst, die we steeds actualiseren. Door toevoeging van dit overzicht brondocumenten, vervallen vanaf de begroting 2014 de kopjes brondocumenten in de diverse programma’s van jaarrekening en begroting. Kwaliteit dienstverlening Elektronische dienstverlening In 2014 zetten we ons onverminderd in voor de verbetering van de elektronische dienstverlening (EDV). De incidentele kosten dekken we uit de reserve EDV. We hebben een toelichting opgenomen in de paragraaf Bedrijfsvoering. Klant Contact Centrum (KCC) Vanaf 2013 realiseren we stap voor stap een klanten kontact centrum (KCC) dat voldoet aan de landelijke normen. Dit project loopt door in 2014. Met onze, inmiddels vertrouwde, uitgangspunten voor de balie lopen we hierin voorop. Mediation We zetten mediation in bij conflicten tussen buren indien we hier een meerwaarde in zien. We hebben hiervoor € 20.000 in de begroting opgenomen.
25
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s Lasten: Dualisme en openheid Bestuursorganen Communicatie Representatie Participatie Burgerdiensten Burgerlijke stand Verkiezingen Klantenbalie Subtotaal 1.1 1.2 Strategie 001.1/005.0 Samenwerking 002.3 Strategie Subtotaal 1.2 1.3 Kwaliteit organisatie 001.2 Alg. juridische zaken 002.0 Bestuursondersteuning 006.0 Griffie Subtotaal 1.3 Totaal lasten programma 1 Baten: 1.1 Dualisme en openheid 001.0 Bestuursorganen 003.0 Burgerdiensten 004.1 Burgerlijke stand 003.3/004.0 Klantenbalie Subtotaal 1.1 1.2 Strategie 001.1/005.0 Samenwerking 002.3 Strategie Subtotaal 1.2 Totaal baten programma 1 Saldo programma 1 Voor bestemming/onttrekking reserves: 1.1 001.0 002.1 002.2 002.4 003.0 003.1 003.2 003.3
1.1 Dualisme en openheid 1.2 Strategie 1.3 Kwaliteit organisatie Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal Programma 1 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 1 Totaal baten programma 1 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017
961 163 28 9 46 9 12 560 1.789
994 159 16 5 54 12 1 553 1.794
745 177 16 0 55 11 26 562 1.593
745 177 16 0 56 11 17 562 1.583
725 177 16 0 56 11 13 561 1.558
713 177 16 0 56 11 1 560 1.533
28 198 226
38 158 196
38 147 185
38 147 185
38 147 184
38 147 184
190 1.402 190 1.781 3.795
154 1.388 220 1.762 3.752
179 1.347 201 1.726 3.504
179 1.348 201 1.727 3.495
179 1.346 200 1.726 3.468
179 1.345 200 1.724 3.441
12 2 10 215 238
12 0 16 203 232
38 0 16 191 245
38 0 16 191 245
38 0 16 191 245
38 0 16 191 245
44 15 59 298
30 0 30 262
30 0 30 275
30 0 30 275
30 0 30 275
30 0 30 275
1.550 166 1.781 3.497
1.562 166 1.762 3.490
1.348 155 1.726 3.229
1.338 155 1.727 3.220
1.313 154 1.726 3.193
1.288 154 1.724 3.166
270 510 3.258
200 492 3.197
0 0 3.229
0 0 3.220
0 0 3.193
0 0 3.166
4.065 807 3.258
3.952 754 3.197
3.504 275 3.229
3.495 275 3.220
3.468 275 3.193
3.441 275 3.166
26
Specificatie mutatie reserves programma 1 Bedrijfsvoering en Bestuur In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
0 340 -340
0 287 -287
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
270 10 260
0 5 -5
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
150 0 150
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 142 -142
0 200 -200
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
923 Reserve participatie Lasten Baten Saldo
942 Reserve EDV Lasten Baten Saldo 946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
948 Reserve onderzoeken toekomstvisie, bestuurskracht en klanttevredenheid Lasten Baten Saldo
0 0 0
50 0 50
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 18 -18
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
999 Reserve rendement APPA-fonds Lasten Baten Saldo
Totaal mutatie reserves programma 1 Bedrijfsvoering en Bestuur Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
270 510 -240
200 492 -292
0 0 0
Toelichting Dualisme en openheid De ramingen van baten en lasten voor de beleidstaak bestuursorganen geven een voordeel van € 274.000 ten opzichte van 2013. De belangrijkste oorzaak is de storting in de voorziening voor pensioenen van de wethouders. In 2013 hebben we vanuit het rekeningsaldo 2012 € 263.000 in de voorziening wethouderspensioenen gestort voor de dekking van de pensioenlasten van vier oud-wethouders. Vanaf 2014 onttrekken we jaarlijks ca € 25.000 extra uit de voorziening voor de dekking van pensioenlasten. Per saldo in 2014 een voordeel van € 288.000 ten opzichte van 2013. In de nabije toekomst hebben we twee onzekerheden ten aanzien van het wethouderspensioen: - de samenstelling van het college; - nieuwe wetgeving over de pensioenen in 2015.
27
De doorbelasting uit de kostenplaats automatisering stijgt met ca € 25.000 als gevolg van het papierloos vergaderen. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 11.000. De lasten voor de beleidstaak communicatie zijn € 18.000 hoger dan we geraamd hebben in 2013. De jaarlijkse bijdrage aan RTV Beesel hebben we geraamd op € 50.653. Dit is opgebouwd uit € 8.400 aan zorgplicht en € 42.253 aan vrijwillige bijdrage. Deze bijdrage correspondeert met scenario 3 in het raadsvoorstel van 24 juni. Ten opzicht van 2013 stijgt de raming met € 8.000. De e Raad neemt in het 4 kwartaal een besluit over de bijdrage. In 2012 en 2013 hebben we een publieksversie uitgebracht van de jaarrekening en de begroting. De productie van deze publieksversies hebben we uitbesteed. We ramen voor de begroting 2014 en verder € 1.500 voor de productie van deze publieksversies. Daarnaast bekijken we de mogelijkheden om de highlights van de publieksversies in beeld te brengen door een promotiefilmpje. Hiervoor ramen we € 2.500. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende nadeel van € 6.000. Voor de beleidstaak participatie / samenwerking omgeving ramen we voor 2014 geen budget. De lasten voor participatie dekken we uit de reserve participatie. Allerlei kleine verschillen verklaren de hogere lasten (€ 1.000) voor de beleidstaak burgerdiensten en de lagere lasten (€ 1.000) voor burgerlijke stand. Het aantal verkiezingen verschilt jaarlijks. We organiseren alleen bij de gemeenteraadsverkiezingen een uitslagavond. De raming is daarom ieder jaar afwijkend. In 2014 zijn er verkiezingen voor de gemeente en voor Europa. In 2015 zijn er verkiezingen voor Provinciale Staten en de Waterschappen. In 2016 zijn de Tweede Kamer verkiezingen en in 2017 zijn er geen verkiezingen. In het regeerakkoord van het kabinet staat dat de Waterschapsverkiezingen op dezelfde dag worden gehouden als de Provinciale Statenverkiezing. Het ligt daarom voor de hand dat de gemeenten de Waterschapsverkiezingen ook gaan organiseren. Hoewel er nog wetswijzigingen nodig zijn om dit plan te realiseren hebben we € 4.000 gereserveerd voor extra drukwerk. In totaal ramen we in 2014 € 26.000 en in 2015 € 17.000 voor elk jaar twee verkiezingen. Voor 2016 ramen we € 13.000 voor een verkiezing. Het saldo van de baten en de lasten van de beleidstaak klantenbalie valt € 21.000 nadeliger uit. We hebben de ramingen gebaseerd op de realisatie 2012. De belangrijkste afwijkingen zijn: - Het aantal uittreksels GBA daalt, € 2.000 nadeel; - Het aantal aanvragen voor rijbewijzen daalt, € 14.000 nadeel; - Het aantal aanvragen voor paspoorten stijgt, € 6.000 voordeel; - Hogere personeelslasten, nadeel € 7.000; - Lagere kosten voor drukwerk, voordeel € 2.000; - Overige verschillen, nadeel € 4.000. Strategie Allerlei kleine verschillen verklaren het nadeel van € 11.000 voor de beleidstaak strategie. Kwaliteit organisatie De kosten van de beleidstaak algemeen juridische zaken stijgen met € 25.000.
28
We ramen € 20.000 voor mediation bij burengeschillen. Met dit budget willen we inwoners ondersteunen om hun problemen met elkaar onderling op te lossen. Naast het feit dat dit voor de betrokkenen prettiger is, verwachten we hiermee minder handhavingsituaties. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 5.000. Bij de beleidstaak bestuursondersteuning zien we een kostendaling van € 41.000. Deze daling is voornamelijk het gevolg van een lagere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen. De lasten voor de beleidstaak griffie zijn € 19.000 lager dan in 2013. In 2013 hebben we € 17.000 extra geraamd voor de rekenkamercommissie RKC. Dit extra budget hebben we via de bestemming van het rekeningsaldo 2012 overgeheveld naar 2013. In 2014 ramen we dit weer regulier. In 2014 geven we invulling aan de aanbesteding van de accountantswerkzaamheden voor de jaarrekening en de interne controle. De lasten hebben we 4 jaar niet geïndexeerd. Daarom schatten we in dat de controlekosten € 4.000 stijgen ten opzichte van 2013. De kosten voor de jaren 2014 tot en met 2017 hebben we begroot op € 43.000. Overige kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 6.000. Storting/onttrekking reserves We ramen geen onttrekkingen uit de reserves. Investeringen We hebben geen investeringen opgenomen. Groot onderhoud We hebben de volgende uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Groot onderhoud
Kader
Begroting
(bedrag x € 1.000)
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
0
15
43
0
0
15
43
0
1.3 Kwaliteit organisatie Groot onderhoud
Onderhoudsplan
gemeentehuis (t.l.v.
gemeentehuis
voorziening) Totaal groot onderhoud:
Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
1.1 Dualisme en openheid Publieksversie rekening en
1,5
1,5
1,5
1,5
2,5
2,5
2,5
2,5
4
4
4
4
begroting Promotiefilm publieksversie Totaal nieuw beleid:
29
30
Programma 2: Openbare Orde en veiligheid Opbouw programma Het programma verdelen wij in: 2.1 Verkeersveiligheid - 210.0 Wegen, Straten en Pleinen - 211.0 Verkeersmaatregelen 2.2 Veiligheid in de buurt - 120.0 Brandweer en Rampenbestrijding - 140.0 Openbare Orde en Veiligheid - 240.0 Waterkering - 723.0 Milieu Hoofddoelstelling In dit programma staat de handhaving van de openbare orde en veiligheid in de gemeente centraal. Zowel het objectieve als het subjectieve veiligheidsgevoel bij de burger krijgt aandacht. Maatschappelijke effecten Binnen het programma Openbare Orde en Veiligheid kunnen we twee pijlers onderscheiden: verkeersveiligheid en veiligheid in de buurt. Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
VERKEERSVEILIGHEID Veilig verkeer
-
Verder uitvoering geven aan en periodiek actualiseren Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP)
-
Jaarlijks vaststellen en actualiseren gladheidbestrijdingsplan
-
Middelen beschikbaar stellen voor stimulering van verkeerseducatie in het basis- en voortgezet onderwijs
-
Gericht verkeerstoezicht
-
Bijzondere aandacht geven aan twee black-spots:
VEILIGHEID IN DE BUURT Een fijne woon- en leefomgeving
Raadhuisplein Reuver en NS-station
-
Nadruk leggen bij fietsendiefstal, klachten burgers en vandalisme
Handhaving van regelgeving bij overtreding
-
Verminderen overlast hondenpoep Uitvoeren van acties uit het integraal handhavingsbeleidsplan
-
Jaarlijks opstellen en uitvoeren van een werkplan voor de buitengewoon opsporingsambtenaar
Voorkomen en adequaat bestrijden van onveilige
-
situaties
Opsporingsactiviteiten ontplooien Het structureel voorbereiden op de bestrijding van incidenten, die de veiligheid mogelijk aantasten
-
Voortdurend actualiseren van rampenbestrijdingsplannen en het Operationeel Organisatieplan
-
Regelmatig oefenen en bijscholen
31
-
Het structureel voorkomen van directe oorzaken van onveiligheid
-
Regelmatig controleren van risicovolle bedrijven
Actiepunten 2014-2017 Verkeersveiligheid Gladheidbestrijding Om onze gladheidsbestrijding te optimaliseren investeren we in een gladheidsmeldsysteem. Met dit systeem voorkomen we onnodige strooiacties en te laat ingezette strooiacties. Naast verbeterde gladheidsbestrijding heeft dit systeem als voordeel dat we minder zout hoeven te gebruiken en minder hoeven uit te rukken. Meerjarenplan Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) Tijdens de raadsvergadering van 17 december 2012 heeft de gemeenteraad het Meerjarenuitvoeringsprogramma voor het gemeentelijk GVVP 2012-2015 vastgesteld. Binnen dit uitvoeringsprogramma zijn de volgende projecten voor 2014 benoemd: a. Doortrekken recreatieve fietsroute Hovergelei tot aan veerpont (totaal € 600.000 waarvan € 30.000 voorbereidingskosten in 2013) b. Aanvullende snelheidsremmende voorzieningen Past. Vranckenlaan c. Snelfietsroute Sittard-Roermond-Venlo d. Aanpak subjectieve verkeersonveiligheid doorgaande wegen kern Beesel (totaal € 200.000 waarvan € 20.000 voorbereidingskosten in 2013) Project a dekken we uit de investeringsreserve en b, c, en d uit de exploitatie.
€ 570.000 € 150.000 € 60.000 € 180.000
Voor de recreatieve fietsvoorziening langs de Keulseweg kunnen we op dit moment nog geen raming opnemen. Er zijn op dit moment nog te veel onduidelijkheden over de uitvoering. Daarom nemen we voor 2014 en 2015 een PM-post op. De kosten van dit project dekken we uit de investeringsreserve. Verkeerseducatie Conform het GVVP 2012-2015 verhogen we het budget voor verkeerseducatie naar € 14.000. Het betreft zowel de verplichtingen die voortvloeien uit de VEBO- en VEVO convenanten, als de educatieve projecten gericht op de doelgroep ouderen. We verwerken deze verhoging in de jaarlijkse raming voor verkeerseducatie. Actualiseren GVVP 2015 Het huidige Meerjarenuitvoeringsprogramma van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan strekt zich uit over de periode van 2013-2015. Voor de actualisatie van dit programma reserveren we voor 2015 een bedrag van € 8.000. Herinrichten centrum Beesel In de begroting 2013 hebben we aangegeven, dat we in Beesel een aantal fysieke maatregelen uitvoeren in de kern Beesel. Deze maatregelen komen voort uit de stedenbouwkundige visie voor het centrum van Beesel en voeren we uit aansluitend aan de realisatie van bouwprojecten van WoonGoed 2-Duizend. Door de veranderde rol en beperking van mogelijkheden van WoonGoed 2-Duizend is niet duidelijk wanneer uitvoering kan plaatsvinden. Voor de uitvoering van de
32
maatregelen ramen we indicatief € 300.000. Hiervan ramen we € 50.000 in 2013. Het restant van € 250.000 ramen we in 2015. Aanvullend is een bedrag van € 90.000 beschikbaar van WoonGoed 2-Duizend. Uitvoering beleidsplan openbare verlichting, jaarschijf 2014 Op grond van het beleidplan Openbare Verlichting 2010-2015 vervangen we versleten armaturen door energiezuinige armaturen, en breiden we openbare verlichting uit ter verbetering van de verkeers- en sociale veiligheid. In 2014 vervangen we masten en armaturen die hun levensduur hebben overschreden. Veiligheid in de buurt Waak voor inbraak Het project Waak voor inbraak heeft als doel om het aantal woninginbraken te verminderen. Dit is een taak van politie, Openbaar Ministerie, gemeenten en inwoners samen. Via Waak voor inbraak laten we mensen weten wat ze zelf kunnen doen om inbraken te voorkomen. Daarnaast is een provinciaal project gestart om het aantal woninginbraken en- overvallen te verminderen. Dit is een vervolg op het vroegere project PolitieKeurmerk Veilig Wonen. Begin 2014 is Beesel aan de beurt. Projectmedewerkers bezoeken een aantal woningen. De bewoners krijgen dan een op hun woning toegesneden advies over inbraakpreventie.
33
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s
2.1 210.0 211.0 2.2 120.0 140.0
Lasten: Verkeersveiligheid Wegen/straten/pleinen Verkeersmaatregelen Subtotaal 2.1 Veiligheid in de buurt Brandw. en rampbestr. Openb. Orde en veiligheid
240.0 723.0
Waterkering Milieu Subtotaal 2.2 Totaal lasten programma 2 Baten: 2.1 Verkeersveiligheid 210.0 Wegen/straten/pleinen 211.0 Verkeersmaatregelen Subtotaal 2.1 2.2 Veiligheid in de buurt 120.0 Brandw. en rampbestr. 140.0 Openb. Orde en veiligheid 240.0 723.0
Waterkering Milieu Subtotaal 2.2 Totaal baten programma 2 Saldo programma 2: 2.1 Verkeersveiligheid 2.2 Veiligheid in de buurt Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 2 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 2 Totaal baten programma 2 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
Rekening
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
246 843 1.089
736 569 1.305
305 1.186 1.490
288 483 771
291 225 516
295 224 519
798 149
709 144
691 183
691 182
691 179
691 179
0 49 996 2.084
0 51 904 2.210
0 51 924 2.415
0 52 925 1.696
0 52 922 1.438
0 52 922 1.441
0 211 211
0 8 8
0 9 9
0 9 9
0 9 9
0 9 9
28 31
27 18
28 13
28 13
28 13
27 22
0 0 59 270
0 0 45 53
0 0 41 50
0 0 41 50
0 0 41 50
0 0 49 58
878 937 1.814
1.297 860 2.157
1.482 883 2.365
762 884 1.646
507 881 1.388
510 873 1.383
218 768 1.265
15 920 1.252
15 692 1.688
14 238 1.422
13 29 1.373
13 28 1.367
2.302 1.038
2.225 973
2.429 742
1.710 288
1.452 79
1.454 86
1.265
1.252
1.688
1.422
1.373
1.367
34
Specificatie mutatie reserves programma 2 Openbare Orde en veiligheid In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
0 11 11-
0 56 56-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
904 Reserve kunst in de openbare ruimte Lasten Baten Saldo
12 0 12
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
13 29 16-
13 28 15-
12 28 16-
11 27 16-
937 Reserve dekking kapitaallasten Raadhuisplein Economisch nut Lasten 15 14 Baten 30 30 Saldo 1516946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo 961 Reserve groot onderhoud wegen Lasten Baten Saldo
2015
2016
2017
190 717 527-
0 833 833-
0 661 661-
0 208 208-
0 0 0
0 0 0
0 8 8-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1 1 0
1 1 0
1 1 0
1 1 0
1 1 0
14 238 224-
13 29 16-
13 28 15-
992 Reserve dekking kapitaallasten grond ABN-AMRO Lasten 1 Baten 1 Saldo 0
Totaal mutatie reserves programma 2 Openbare Orde en veiligheid Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
218 768 550-
15 920 905-
15 692 677-
Toelichting Verkeersveiligheid De lasten op de beleidstaak wegen/straten/pleinen zijn in 2014 € 431.000 lager dan in 2013. Op deze beleidstaak verantwoorden we de kosten van openbare straatverlichting en gladheidsbestrijding. Het grote verschil heeft hoofdzakelijk te maken met de stelposten die we in de raming 2013 hebben opgenomen voor de aanleg van openbare verlichting langs de N271. Door een vergissing hebben we het bedrag voor deze stelpost dubbel in de raming 2013 zitten. We hebben dit gecorrigeerd in de eerste bestuursrapportage 2013. Hierdoor is de raming 2014 € 465.000 lager. Voor de uitvoering van het beleidsplan openbare verlichting ramen we € 71.077 voor 2014. Door indexering zijn de kosten ca. € 1.000 hoger dan in 2013. Deze kosten dekken we uit de investeringsreserve. Als gevolg van areaaluitbreiding en indexering stijgen de jaarlijkse onderhouds- en energiekosten voor de openbare verlichting met € 8.000.
35
Verder schaffen we in 2014 een gladheidsmeldsysteem aan voor een bedrag van € 22.000. We dekken deze kosten uit de investeringsreserve. De hieraan verbonden jaarlijkse onderhoudskosten bedragen € 3.000 De totale raming op de beleidstaak verkeersmaatregelen komt in 2014 € 616.000 hoger uit. Dit bestaat uit € 617.000 hogere uitgaven en € 1.000 hogere inkomsten. Door vervroegde afschrijving zijn de kapitaallasten ca. € 56.000 lager dan in 2013. Bij de vaststelling van het meerjarenuitvoeringsprogramma van het GVVP heeft de raad prioriteit gegeven aan verkeerseducatie voor de doelgroep “ouderen”. We ramen totaal € 14.000. Ten opzichte van de raming 2013 betekent dit een verhoging van ca. € 7.000. In 2014 nemen we een stelpost op voor de projecten die voortvloeien uit het GVVP. Het gaat om een totaalbedrag van € 960.000. - doortrekken recreatieve fietsroute Hovergelei tot aan veerpont € 570.000 - aanpak verkeersonveiligheid doorgaande weg kern Beesel € 180.000 - anelheidsremmende voorzieningen Past. Vranckenlaan € 150.000 - snelfietsroute Sittard-Roermond-Venlo € 60.000 Voor de uitvoering van het centrumplan Beesel hebben we voor 2015 indicatief een investeringsbedrag opgenomen van € 250.000. We dekken dit voor € 129.000 uit de investeringsreserve en voor € 121.000 uit de exploitatie. In eerste instantie hebben we hiervoor in 2013 € 300.000 geraamd. Voor 2014 betekent dit dus een verlaging van de raming met € 300.000. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende nadeel van € 5.000. Veiligheid (in de buurt) De raming op de beleidstaak brandweer en rampenbestrijding valt in 2014 € 19.000 lager uit. Dit komt door een lagere bijdrage aan de Veiligheidsregio van € 29.000. Daar staat tegenover dat we huur en onderhoud van brandweerkranen (€ 17.500) vanaf 2014 zelf aan het WML betalen. Tot 2013 heeft de Veiligheidsregio voor de betaling gezorgd. Per saldo betalen we dus € 11.500 minder. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 7.500. Binnen de beleidstaak openbare orde en veiligheid zien we in 2014 een nadeel van € 44.000. Dit bestaat uit € 39.000 hogere uitgaven en € 5.000 hogere inkomsten. Beesel neemt deel aan het project Veiligheidsarrangement Maaslijn. Het doel van dit project is: - beperking van het aantal incidenten en voorkomen van escalatie; - verbetering van de veiligheidsbeleving; - verbetering van het imago van de Maaslijn. In dit project werken we samen met provincies, Veolia, NS, OM, politie en de andere gemeenten met een station aan de Maaslijn. We ramen hiervoor vanaf 2014 jaarlijks € 5.000. Vanaf 2014 ramen we structureel € 10.000 meer door toenemende gemeentelijke taken op het gebied van horeca-exploitatievergunningen en de Drank- en Horecawet. Eens in de vier jaar zijn de legesinkomsten speelautomaten extra hoog. De reden hiervan is dat we in dat jaar voor de speelautomatenhal in Bungalowpark De Lommerbergen de exploitatieannex aanwezigheidsvergunning verlenen voor een periode van 4 jaren. Het gaat om een bedrag van € 9.000. De laatste keer was in 2013. Voor 2014, 2015 en 2016 is de raming dus € 9.000 lager. In 2017 ramen we weer incidenteel € 9.000 extra inkomsten. Jaarlijks nemen we een bedrag op voor vergoeding van CJIB voor processen verbaal van verkeersovertredingen en kleine ergernissen. We verhogen de raming met € 5.000 naar een bedrag van € 10.000. Dit is een voorzichtige schatting op basis van de werkelijke ontvangsten tot nu toe. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende nadeel van € 24.000. 36
Binnen de beleidstaak milieu zijn er geen verschillen ten opzichte van de raming 2014. Storting/onttrekking reserves De beschikking over de reserves is in 2014 € 228.000 lager. In 2013 hebben we een onttrekking van € 833.000 uit de investeringsreserve geraamd voor de dekking van de kosten van de aanleg openbare verlichting N271 (€ 465.000), de vervanging van de lichtmasten conform het beleidsplan openbare verlichting (€ 68.317) en het centrumplan Beesel (€ 300.000). Deze onttrekkingen komen in de raming voor 2014 niet meer terug. Voor 2014 hebben we een onttrekking uit de investeringsreserve geraamd van € 570.000 voor het doortrekken van de recreatieve fietsroute Hovergelei tot aan de veerpont en ca. € 22.000 voor de aanschaf van een gladheidsmeldsysteem. Voor het jaarlijkse programma vervanging openbare verlichting onttrekken we in 2014 ca. € 69.684 uit de investeringsreserve. In 2013 hebben we conform het raadsbesluit van 24 juni 2013 in dit programma een vrijval van ca. € 56.000 uit de reserve rekeningsaldo 2012 geraamd voor de vervroegde afschrijving van het krediet toeristische bewegwijzering en de organisatie van de rampenoefening. Investeringen We hebben de volgende investeringen opgenomen. Investeringen
Kader
(bedrag investering x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
70
71
72
74
Fietsroute Hovergelei-veerpont
570
0
0
0
Doorgaande wegen kern Beesel
180
0
0
0
Snelheidsremmende maatr.
150
0
0
0
2.1 Verkeersveiligheid
Uitbreidingsinvesteringen met maatschappelijk nut Beleidsplan openbare verlichting Uitvoering GVVP
Vranckenln Snelfietsroute Sittard-RoermondVenlo Fietsvoorziening Keulseweg
GVVP
60
0
0
0
p.m.
p.m.
0
0
0
250
0
0
22
0
0
0
1.052
321
72
74
Centrumplan Beesel Gladheidsmeldsysteem 2.2 Veiligheid in de buurt Geen Totaal investeringen:
Kaderstellende discussie Bij de begrotingsbehandeling stelt de raad vast welke investeringen zij kaderstellend wenst te bespreken. Van deze investeringen stelt de raad het krediet vast na de kaderstellende bespreking. Van de overige investeringen stelt de raad het krediet vast tegelijk met de vaststelling van de begroting. Onderstaand geven wij een overzicht van alle investeringen uit de jaarschijf 2014 uit dit programma. We geven aan of we de investeringen dekken uit de exploitatie of uit de
37
investeringsreserve. Verder doen we een voorstel om de betreffende investering tijdens de begroting vast te stellen dan wel eerst een kaderstellende raadsbijeenkomst te hebben. Vervanging lichtmasten € 69.684 (investeringsreserve) Omdat u de kaders in het beleidsplan openbare verlichting reeds heeft vastgesteld, stellen we voor om deze investering en de dekking nu goed te keuren. In 2014 vervangen we wederom de oudste en meest energieverslindende armaturen door energiezuinige armaturen. Fietsroute Hovergelei-veerpont € 570.000 (investeringsreserve) We willen met de raad over dit project een kaderstellende discussie voeren. In september 2013 vragen we een voorbereidingskrediet voor dit project. We stellen voor om niet lang daarna in een aparte vergadering met uw raad oplossingsrichtingen voor dit project te bespreken, waarmee we de koers voor de verdere uitwerking helder krijgen. Aanpak verkeersonveiligheid doorgaande wegen kern Beesel € 180.000 (exploitatie) We zijn de voorbereidingen voor dit project medio 2013 gestart. We betrekken hier het kernoverleg Beesel intensief bij. Dit project gaat vooral over het realiseren van snelheidsremmende maatregelen op de doorgaande wegen. Het project is daarmee sterk uitvoeringsgericht. Omdat we daarnaast het kernoverleg Beesel een grote stem in dit project geven stellen we voor géén kaderstellende raadsbijeenkomst te houden en deze investering nu goed te keuren. Snelheidsremmende voorzieningen Past. Vranckenlaan € 150.000 (exploitatie) Uit de lijst met wegvakken van subjectieve verkeersonveiligheid is dit een hoogscorend wegvak gebleken. Om die reden is dit project opgenomen in het uitvoeringsprogramma 2012-2015. Bij dit project gaat het er om de vrij hoge rijsnelheid op het wegvak (tussen Heerstraat en Raadhuisplein) van gemiddeld 44 tot 48 km/uur met snelheidsremmende maatregelen terug te dringen. Gelet op het sterk uitvoerend karakter stellen we voor géén kaderstellende raadsbijeenkomst te houden en deze investering nu goed te keuren. Snelfietsroute Sittard-Roermond-Venlo € 60.000 (exploitatie) Ter stimulering van het fietsgebruik willen we vanaf Venlo tot en met Sittard een snelfietsroute realiseren. Door deze route zo veilig mogelijk te maken en een goede doorstroming te bewerkstelligen moet deze route aantrekkelijk worden voor (woon-werk) fietsers. In Beesel gebruiken we hiervoor de fietspaden aan weerzijden van de Rijksweg. Met de reconstructie van de Rijksweg enkele jaren geleden én de openbare verlichting die we binnenkort gaan aanbrengen hebben we al stappen gezet om dit doel te bereiken. Dan resteren nog enkele additionele maatregelen, in de sfeer van optimalisering van openbare verlichting, belijning en wat onderhoudsmaatregelen aan het wegdek. Gelet hierop stellen wij voor dit geen onderwerp van gesprek te laten zijn in een kaderstellende raadsvergadering, maar het krediet nu beschikbaar te stellen. Gladheidmeldsysteem € 21.515 (investeringsreserve) Gezien het uitvoeringsgerichte karakter in combinatie met het relatief beperkte budget stellen wij voor om deze investering en deze dekking nu goed te keuren. Voor een nadere toelichting verwijzen we naar de actiepunten van dit programma. 38
Groot onderhoud We hebben de volgende uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Groot onderhoud
Kader
Begroting
(bedrag x € 1.000)
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
0
0
0
0
5
38
46
6
5
38
46
6
2.1 Verkeersveiligheid Geen 2.2 Veiligheid in de buurt Groot onderhoud brandweer-
Onderhoudsplan
garage (t.l.v. voorziening)
brandweergarage
Totaal groot onderhoud:
Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
2.1 Verkeersveiligheid Actualisatie GVVP
0
8
0
0
Onderhoud gladheidsmeldsysteem
3
3
3
3
5
5
5
5
10
10
10
10
18
26
18
18
2.2. Veiligheid in de buurt Veiligheidsarrangement Maaslijn Capaciteit tbv horeca-exploitatievergunningen en Drank- en Horecawet Totaal nieuw beleid:
39
40
Programma 3: Zorg en welzijn Opbouw programma Het programma verdelen we onder in de volgende deelprogramma’s en beleidstaken. 3.1 Sociale wetgeving en zorgbeleid - 610.0 Ondersteuning uitvoering sociale zekerheid - 610.1 Inkomensvoorzieningen WWB - 611.0 Werkgelegenheid - 612.0 Inkomensvoorziening IOAW/IOAZ - 614.0 Minimabeleid 3.2 Welzijn - 531.0 Sport - 580.0 Overige subsidiëring - 620.0 Gehandicapten - 620.2 Ouderen - 620.3 Welzijnswerk - 620.35 Vrijwilligerswerk - 620.4 Geestelijke gezondheidszorg - 621.0 Opvang vluchtelingen/ inburgering - 622.0 WMO huishoudelijke verzorging - 623.0 Participatiebudget - 630.0 Jeugd en jongeren - 630.1 Gemeenschapshuizen - 630.2 Kernbeheer - 630.3 Lokaal Sociaal Beleid - 630.4 Accommodatiebeleid - 650.0 Kinderopvang - 652.0 WMO WVG-voorzieningen - 714/715/716 Preventieve gezondheidszorg - 724.0 Lijkbezorging
Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van dit programma is een leefbare samenleving vóór en dóór alle inwoners in alle kernen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de doelgroepen ouderen, jongeren, minima en mensen met een beperking. Ook dragen we zorg voor een efficiënte en effectieve uitvoering van de sociale wetgeving en zorgbeleid. Het vergroten van de mogelijkheden voor participatie staat voorop.
Maatschappelijke effecten Binnen het programma zorg en welzijn onderscheiden we twee pijlers; namelijk de pijler zorg en de pijler welzijn. Binnen de pijler zorg gaat het om een efficiënte en effectieve uitvoering van sociale wetgeving en zorgbeleid. Binnen de pijler welzijn gaat het om het ontwikkelen en stimuleren van lokale welzijnsactiviteiten. Deze leveren een bijdrage aan een gezonde en leefbare gemeenschap.
41
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
Sociale wetgeving en zorgbeleid
-
Het voorkomen en bestrijden van oneigenlijk
Het voorkomen van bijstandsfraude door informeren,
gebruik van de bijstand
controleren en sanctioneren bij oneigenlijk gebruik. Concreet betekent dit:
-
Bij de uitkeringsintake voorlichting geven over
-
Regelmatig publiceren over hoogwaardig
-
Intensieve controle van risicogroepen en
-
Overleg ketenpartners (gemeente Venlo,
de regels en over de pakkans bij fraude handhaven in de plaatselijke pers adequaat reageren bij fraudesignalen
-
De inwoners op een efficiënte en effectieve manier aan werk helpen. Als dat (nog) niet mogelijk is gaan
Werkplein, WAA) over de kwaliteit van de
we uitkering verstrekken.
samenwerking en dienstverlening.
-
Kwaliteitsborging van de uitvoering door de kwaliteitsmedewerker.
-
Samenwerking zoeken met het lokale en regionale bedrijfsleven ten behoeve van stageplaatsen en werkervaringsplaatsen voor klanten.
-
De methode “work first” in samenwerking met ketenpartners stimuleren zodat we nieuwe en potentiële klanten direct op een traject of aan het werk zetten.
-
De inwoners op een efficiënte en effectieve manier
Hierbij ligt de nadruk op stimulering van participatie
bijstaan bij hun aanvragen om bijstandsonder-
aan het maatschappelijk verkeer en de armoedeval
steuning.
verminderen door het verstrekken van: -
Langdurigheidstoeslag.
-
Garant staan voor bijstand in bijzondere kosten bij individueel vastgestelde noodzakelijkheid
-
Laagdrempeligheid bevorderen door het hanteren van heldere regelgeving en goede voorlichting
-
Minima stimuleren gebruik te maken van collectieve ziektekostenverzekering.
-
Het uitvoeren van de regierol in de
Aanbieden van trajecten schuldhulpverlening en
schuldhulpverlening en zorgen voor adequate
voortijdige signalering inclusief de uitvoering van de
preventie.
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) en bewindvoering bij aangetoonde noodzakelijkheid.
-
Het realiseren van de Wet Maatschappelijke
Aanbieden van voorzieningen op grond van de
Ondersteuning. Dit betekent zowel uitvoering van de wettelijke regeling en aanvullende bepalingen op wettelijke regeling en invulling geven aan de eigen gemeentelijke WMO-verordening
basis van gemeentelijk beleid. Dit doen we door:
-
Garant te staan voor voorzieningen in het kader van de WMO/WVG bij aantoonbare noodzakelijkheid
-
Verantwoordelijk te zijn voor de regie van het gehele uitvoeringsproces (inclusief indicatie van noodzakelijke zorg)
-
Uitdragen van deze rol ten opzichte van
42
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor samenwerkingspartners ( indicatieorganen, leveranciers, thuiszorgorganisaties en de woningcorporatie)
WELZIJN
-
Voorwaarden scheppen waardoor inwoners naar
-
Aanbieden van binnensport- en
-
Ondersteunen van verenigingen door middel
-
Stimuleren van sporten bij bepaalde
eigen keuze sport kunnen bedrijven.
buitensportaccommodaties van subsidies en vrijwilligersbeleid doelgroepen via projecten als Beweeg Bewust en Sportieve School
-
Toegankelijkheid voor gehandicapten bevorderen.
Betrekken van gehandicapten bij het beleid door het ondersteunen en raadplegen van het gehandicaptenplatform en WMO-adviescommissie.
-
Senioren kunnen zo lang mogelijk, in goede
Zorg dragen voor:
lichamelijke en geestelijke gezondheid, zelfstandig in
-
voldoende aangepaste woningen,
hun eigen woonomgeving blijven wonen
-
voldoende aanbod aan welzijnsactiviteiten zoals wijksteunpunten en eetpunten.
-
Realiseren van modern en hoogwaardig
Dit doen we door:
welzijnswerk op basis van vragen van gemeente en/
-
vormgeven van een uitvoeringsovereenkomst
-
periodiek overleg voeren met Wel.kom over
of inwoners.
met de stichting Wel.kom mogelijke knelpunten en de realisatie van de doelstellingen.
-
Het vrijwilligerswerk op lokaal niveau verder
Dit doen we o.a. door:
ontwikkelen en waar nodig ondersteunen
- Voorwaarden te scheppen (vrijwilligersverzekering, cursussen aan te bieden). - Het vrijwilligerswerk richting eigen inwoners te promoten en stimuleren.
-
-
De gemeente als regisseur van het jeugd- en
Een adequaat en sluitend jeugd- en jongerenbeleid
jongerenwerk laten fungeren en zo doende
opstellen en uitvoeren. Hieronder vallen onder andere:
voldoende faciliteiten/ randvoorwaarden creëren voor
-
stimuleringssubsidie jongerenactiviteiten
deze doelgroep van 0 tot 24 jaar
-
activiteiten voor en door jeugd
-
jongerenwerk
-
netwerken rondom jeugd faciliteren
-
Centrum Jeugd en Gezin
Leefbaarheid in de kernen verbeteren
Zorg dragen voor meer zeggenschap in en waardering voor de directe leefomgeving van de inwoners van de drie kernen van de gemeente, door:
-
per kern een kernoverleg in te stellen
-
een uitvoeringsbudget per kern beschikbaar te
-
professionele ondersteuning vanuit de
-
te starten met pilots buurtbeheer.
hebben gemeentelijke organisatie aan te bieden.
-
Het gemeenschapshuis biedt aan verenigingen en
In stand houden, onderhouden en stimuleren van de
inwoners ruimte voor het uitvoeren van hun sociale,
faciliteiten in SCC De Schakel.
43
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
culturele en maatschappelijke activiteiten
-
De gemeente Beesel streeft ernaar de lichamelijke
Uitvoeren van de taken uit de Wet Collectieve
en geestelijke gezondheid van haar inwoners te
Preventie Volksgezondheid, waaronder:
bevorderen en ziekten te voorkomen
-
in stand houden GGD Noord en Midden Limburg
-
realiseren doelstellingen lokaal gezondheidsbeleid
Actiepunten 2014-2017 Sociale wetgeving en zorgbeleid Decentralisaties / participatie In de komende periode krijgen we te maken met decentralisatie van de jeugdzorg, de Participatiewet en de decentralisatie AWBZ. De wettelijke kaders waarbinnen we deze decentralisaties moeten realiseren zijn op dit moment nog niet duidelijk. We werken regionaal en lokaal samen om de uitvoering te realiseren. We borduren hierbij voort op de kaders die de raad inmiddels heeft vastgesteld in de uitgangspuntennotitie, de kadernota AWBZ/WMO en het WMObeleidsplan. Uitgangspunt is dat de landelijk beschikbaar gestelde budgetten leidend zijn. Participatiewet De nieuwe Participatiewet vervangt drie andere wetten: de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en bijstand (WWB). De contouren van de nieuwe Participatiewet zijn bekend, de exacte inhoud niet. Op dit moment kunnen we benoemen dat: • de invoeringsdatum van de Participatiewet 1 januari 2015 wordt; • de bezuinigingen en de beëindiging van de instroom in de WSW per 2015 ingaan; • er 35 regionale Werkbedrijven komen, die verantwoordelijk worden voor het aan het werk helpen van burgers met een arbeidsbeperking, zowel beschut als regulier; • er een herkeuring komt voor mensen met een Wajonguitkering. Decentralisatie AWBZ Begeleiding en verzorging uit de AWBZ gaan per 2015 over naar gemeenten. Ook over deze decentralisatie zijn op dit moment uitsluitend contouren bekend. Duidelijk is dat de wijzigingen tot gevolg hebben dat mensen meer en vaker een beroep moeten doen op mantelzorg en zorgvrijwilligers. De verantwoordelijkheid hiervoor komt bij mensen en sociale netwerken zelf te liggen. Dit zal niet vanzelf gaan. Als gemeente zetten we daarom in op het vergroten van de kwantiteit en kwaliteit van het vrijwilligersbestand en een betere ondersteuning van mantelzorgers. Van het Rijk zullen we middelen gaan ontvangen voor wijkverpleegkundigen. Zij moeten gaan dienen als schakel in buurten en wijken en om dreigende gezondheidsproblemen of overbelasting van mantelzorgers te signaleren. Verder wil het Rijk de lagere zorgzwaartepakketten (ZZP’s) uit de AWBZ schrappen. Dit heeft waarschijnlijk tot gevolg dat ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Deze ouderen blijven daarmee langer ‘binnen het gemeentelijk domein’. Hiervoor ontvangen gemeenten extra middelen. Decentralisatie Jeugdzorg Per 2015 komen gefaseerd de taken van de jeugdzorg over naar de gemeentes. Dit betekent dat wij verantwoordelijk worden voor de regie, financiering en uitvoering van taken die nu nog bij
44
Bureau Jeugdzorg, jeugdbescherming etc. liggen. Samenwerking in de regio is in deze essentieel. De raad wordt nog in het najaar 2013 geïnformeerd over de kaders en keuze mogelijkheden. Collectieve voorzieningen We zetten in op de ontwikkeling van collectieve voorzieningen als een rolstoeluitleenservice voor incidenteel gebruik, een vrijwillige vervoersservice en een scootmobielpool. Daarnaast onderzoeken we mogelijkheden als een was- en strijkservice. Hierbij maken we ook gebruik van het bijstandsbestand en andere doelgroepen waarvoor de gemeente vanuit de Participatiewet verantwoordelijk wordt. Wijziging Huishoudelijk werk Het Rijk is voornemens de aanspraak op Huishoudelijk werk (HW) te beperken. Met ingang van 2014 wordt HW inkomensafhankelijk voor nieuwe cliënten en vanaf 2015 ook voor bestaande cliënten. Hiervoor wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) aangepast. Gemeenten behouden 60% van het budget voor een maatwerkvoorziening. Dit is voor mensen die de ondersteuning echt nodig hebben en dit niet uit eigen middelen kunnen betalen. Regionaal zoeken we naar mogelijkheden om met zorgaanbieders afspraken te maken over deze omslag. WAA Groep Het bestuur van de WAA heeft een taakstellende bezuiniging in haar begroting 2014-2017 opgenomen. In de tweede helft van 2013 maakt de WAA hiervoor een plan van aanpak. Welzijn Sport Optisport verzorgt voor ons het beheer en de exploitatie van de binnensportaccommodaties. De overeenkomst met Optisport loopt tot en met 2016. Medio 2015 starten we met de organisatie van het beheer en de exploitatie na 2016. De overeenkomst met stichting zwembad de Bercken loopt tot en met 2015. Medio 2014 gaan we met de stichting in gesprek over de periode na 2016. Maatschappelijke stage Vanaf het schooljaar 2014-2015 vervalt de verplichte maatschappelijke stage en de verplichting voor de gemeente om in een stagemakelaar te voorzien. Schoolbesturen hebben aangegeven dat zij na 2014 verder willen met maatschappelijke stage. Wij ondersteunen deze wens omdat de makelaarsfunctie breder ondersteuning biedt: • de functie versterkt van het vrijwilligerswerk; • de functie ondersteunt vrijwilligersorganisaties bij het plaatsen van vrijwilligers; • de functie bevordert dat de leerling van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. Afspraken met stichting Wel.Kom De afspraken met stichting Wel.Kom lopen tot en met 2015. Medio 2014 starten we de voorbereidingen voor het organiseren van het welzijnswerk na 2015. Accommodatiebeleid In 2014 stellen we een nota accommodatiebeleid op waarin we de nadruk leggen op het multifunctioneel gebruik van accommodaties (scholen, verenigingen, instellingen).
45
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s
3.1
Ondersteuning sociale zekerheid
610.1 / 614.0 611.0 612.0
Inkomensvoorz. WWB / Minimabeleid Werkgelegenheid Inkomensvoorz IOAW/IOAZ Subtotaal 3.1 Welzijn Sport Overige subsidiëring Gehandicapten Ouderen Welzijnswerk Vrijwilligerswerk / mantelzorg Geestelijke gezondheidszorg Opvang vluchtelingen WMO huishoudelijke verzorging Participatiebudget Jeugd en jongeren Gemeenschapshuizen Kernbeheer Lokaal sociaal beleid Accommodatiebeleid Peuterspeelzaal / kinderopvang WVG-voorzieningen Jeugd gezondheidszorg
620.4 621.0 622.0 623.0 630.0 630.1 630.2 630.3 630.4 650.0 652.0 714/716 724.0
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
Lasten: Sociale wetgeving en zorgbeleid
610.0
3.2 530/531 580.0 620.0 620.2 620.3 620.35
Rekening
Lijkbezorging Subtotaal 3.2 Totaal lasten programma 3
528
453
477
479
482
484
3.045
3.193
3.655
3.768
4.111
4.229
2.301 273
2.409 224
2.112 199
1.870 186
1.634 188
1.415 190
6.148
6.278
6.443
6.303
6.414
6.318
696 46 4 87 233 82
750 83 4 83 240 107
775 78 4 79 233 106
779 78 4 72 234 112
783 78 4 73 234 106
761 90 4 73 224 111
22
20
22
22
22
22
4 2.469
3 2.532
4 2.114
4 1.469
4 1.469
4 1.468
646 159 39 41 3 0 203
669 234 33 30 4 2 246
624 206 33 41 4 2 183
624 222 33 41 4 2 182
624 226 33 41 4 2 181
624 229 33 41 4 2 180
725 561
596 694
667 581
667 570
667 570
667 570
171 6.190 12.337
148 6.478 12.756
181 5.937 12.381
186 5.304 11.607
186 5.305 11.719
185 5.292 11.610
46
In duizenden euro’s
3.1 610.0
Rekening
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
Baten: Sociale wetgeving en zorgbeleid
Ondersteuning sociale zekerheid
29
0
0
0
0
0
Inkomensvoorz. WWB / Minimabeleid Werkgelegenheid Inkomensvoorz IOAW/IOAZ Subtotaal 3.1 3.2 Welzijn 530/531 Sport 580.0 Overige subsidiëring 620.0 Gehandicapten 620.2 Ouderen 620.3 Welzijnswerk 620.35 Vrijwilligerswerk 620.4 Geestelijke gezondheidszorg 621.0 Opvang vluchtelingen 622.0 WMO huishoudelijke verzorging 623.0 Participatiebudget 630.0 Jeugd en jongeren 630.1 Gemeenschapshuizen 630.2 Kernbeheer 630.3 Lokaal sociaal beleid 630.4 Accommodatiebeleid 650.0 Peuterspeelzaal / kinderopvang 652.0 WVG-voorzieningen 714/716 Jeugd gezondheidszorg 724.0 Lijkbezorging Subtotaal 3.2 Totaal baten programma 3 Saldo programma 3: 3.1 Sociale wetgeving en zorgbeleid 3.2 Welzijn
3.265
2.879
3.175
3.478
3.670
3.872
2.145 2
2.042 0
1.922 0
1.725 0
1.535 0
1.366 0
5.441
4.921
5.097
5.203
5.205
5.238
28 0 0 0 0 0 0
28 0 0 0 0 0 0
29 0 0 0 0 0 0
29 0 0 0 0 0 0
30 0 0 0 0 0 0
30 0 0 0 0 0 0
0 267
0 233
0 262
0 191
0 191
0 191
760 0 1 15 0 0 62
475 0 1 15 0 0 54
435 0 1 15 0 0 54
305 0 1 15 0 0 54
305 0 1 15 0 0 54
305 0 1 15 0 0 54
4 13 37 1.187 6.628
35 0 35 875 5.796
0 0 39 835 5.932
0 0 39 634 5.837
0 0 37 632 5.837
0 0 37 633 5.871
707 5.003 5.710
1.357 5.603 6.960
1.346 5.103 6.449
1.101 4.669 5.770
1.209 4.673 5.882
1.080 4.659 5.739
95 160 5.645
383 732 6.612
684 692 6.441
9 50 5.729
9 50 5.841
9 50 5.698
12.432 6.788 5.644
13.139 6.528 6.612
13.065 6.624 6.441
11.616 5.887 5.729
11.728 5.887 5.841
11.618 5.920 5.698
610.1 / 614.0 611.0 612.0
Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 3 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 3 Totaal baten programma 3 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
47
Specificatie mutatie reserves programma 3 Zorg en Welzijn In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
0 783 783-
0 405 405-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
30 0 30
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
908 Reserve Pilot Coordinator CJG Lasten Baten Saldo
918 Reserve flankerend ouderenbeleid Lasten Baten Saldo
0 16 16-
0 9 9-
919 Reserve tekorten WAA Lasten Baten Saldo
83 0 83
0 42 42-
0 42 42-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
529 0 529
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 21 21-
0 1 1-
0 1 1-
0 1 1-
0 1 1-
0 1 1-
33 0 33
0 210 210-
0 600 600-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
943 Reserve werk en inkomen Lasten Baten Saldo
944 Reserve bijzondere bijstand Lasten Baten Saldo
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
962 Reserve inburgering Lasten Baten Saldo
0 33 33-
0 0 0
966 Reserve communicatie Decentralisaties Lasten Baten Saldo
0 0 0
0 0 0
75 0 75
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
600 0 600
0 0 0
0 0 0
0 0 0
967 Reserve Project collectieve voorzieningen Lasten Baten Saldo
0 0 0
48
In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
93 0 93
171 0 171
2015
2016
2017
985 Reserve re-integratie Lasten Baten Saldo
0 33 33-
0 33 33-
0 33 33-
0 33 33-
986 Reserve dekking kapitaallasten maatwerkdeel invest.subs SPP Solberg Lasten Baten Saldo
0 0 0
180 0 180
7 12 5-
7 12 5-
7 12 5-
7 12 5-
0 60 60-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2 4 2-
2 4 2-
2 4 2-
2 4 2-
684 692 8-
9 50 41-
9 50 41-
9 50 41-
991 Reserve WMO Lasten Baten Saldo
604 121 483
994 Reserve dekking kapitaallasten overkapping begraafplaats Lasten Baten Saldo
2 4 2-
2 4 2-
Totaal mutatie reserves programma 3 Zorg en Welzijn Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
1.344 978 366
383 732 349-
Toelichting Sociale wetgeving en zorgbeleid We ramen de lasten binnen beleidstaak ondersteuning uitvoering sociale zekerheid in 2014 € 24.000 hoger. Dit komt vooral door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaats. We baseren deze hogere doorbelasting op de in 2012 werkelijk door de medewerkers geschreven uren op deze beleidstaak. Overige kleine verschillen verklaren de rest.
Binnen de beleidstaak inkomensvoorziening WWB ramen we voor 2014 exclusief minimabeleid € 417.000 meer lasten en € 297.000 meer baten. Per saldo dus een nadeel van € 165.000. Lasten WWB (€ 417.000 nadeel) Voor de prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden is het aantal aan het einde van 2012 het uitgangspunt. Aanvullend gebruiken we arbeidsmarktstatistieken en verwachte gevolgen van wetswijzigingen. Voor het uitkeringsbedrag gaan we uit van een jaarlijkse indexering van 1%. Op grond hiervan ramen we onze uitgaven aan uitkeringen in 2014 € 172.000 hoger ten opzichte van 2013.
49
Raming bestandsontwikkeling aantal uitkeringen WWB, IOAW, IOAZ en Bbz (einde jaar) Regeling
2014
2015
2016
2017
WWB
221
232
243
255
IOAW/IOAZ
13
13
13
13
Bbz
1
1
1
1
235
246
257
269
Totaal
Raming uitkeringslasten (gemiddelde in jaar) Jaar
Aantal
Uitkering
Raming Lasten
2014
230
€ 14.141
€ 3.256.057
2015
240
€ 14.212
€ 3.411.082
2016
251
€ 14.354
€ 3.607.405
2017
263
€ 14.498
€ 3.815.505
Raming uitkeringslasten per regeling Regeling
2014
2015
2016
WWB
€ 3.043.936
€ 3.212.113
€ 3.406.446
€ 3.612.536
IOAW
€ 175.980
€ 162.757
€ 164.605
€ 166.471
IOAZ
€ 22.000
€ 22.000
€ 22.000
€ 22.000
Bbz starters, levensonderhoud
€ 14.141
€ 14.212
€ 14.354
€ 14.498
€ 3.256.057
€ 3.411.082
€ 3.607.405
€ 3.815.505
Totaal
2017
Decentralisaties / Wet Participatie De komende jaren krijgen we te maken met de invoering van de wet participatie en de decentralisaties van de jeugdzorg en de AWBZ. De wettelijke kaders zijn nog niet bekend. Voor de uitvoering ramen we vanaf 2014 extra budget. In 2014 is dit € 245.000. Meerjarig nemen we voor de decentralisaties / wet participatie de volgende bedragen op: 2013 Decentralisaties / Participatie
€ 244.543
2014 € 189.633
2015 € 338.137
2016 € 250.000
Baten WWB (€ 297.000 voordeel) Jaarlijks maakt het Rijk de (voorlopige) budgetten voor de uitkeringen bekend. Op grond van ons aandeel in het landelijke budget ramen we de inkomsten voor 2014 € 297.000 hoger. Dit leidt tot het volgende totaalbeeld. Raming baten/lasten (budget inclusief terugontvangsten debiteuren) Jaar
Baten
Lasten
Saldo
2014
€ 3.093.133
€ 3.256.057
€ - 162.924
2015
€ 3.395.805
€ 3.411.082
€ - 15.277
2016
€ 3.587.220
€ 3.607.405
€ - 20.185
2017
€ 3.790.117
€ 3.815.505
€ - 25.388
50
Voor het minimabeleid ramen we € 45.000 meer lasten. Het Rijk stelt de komende jaren extra budget beschikbaar voor kwetsbare groepen. Voor ons betekent dit € 50.000 per jaar. Dit extra geld zetten we in voor bijzondere bijstand. Op basis van de verleende kwijtscheldingen in 2012 verlagen we de raming vanaf 2014 met € 10.000. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 5.000 Op beleidstaak inkomensvoorzieningen ramen we de lasten € 25.000 lager. Voor de prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden IOAW en IOAZ zijn wij uitgegaan van het verwachte aantal eind 2013. Voor de berekening van het uitkeringsbedrag is uitgegaan van een jaarlijkse indexering van 1%. Op basis hiervan ramen we de lasten voor IOAW en IOAZ in 2014 € 25.000 lager. In onderstaande tabel zetten we de totale lasten voor de WWB (inclusief BBZ, IOAW, IOAZ, minimabeleid en uitvoeringskosten) af tegen de baten. In 2014 verwachten we een tekort van afgerond € 360.000. 2013 (primair) uitg
2014
ink
saldo
WWB
€ 2.872.010
€
2.731.305
Terugontvangsten debiteuren
€
-
€
BBz starters
€
13.908
IOAW
€
180.529
IOAZ Saldo WWB, IOAW, IOAZ en BBZ starters (excl. Minimabeleid)
uitg
ink
saldo
€ 140.705- € 3.043.936
€ 3.028.133
€
15.803-
65.000
€
65.000
-
€
65.000
€
65.000
€
-
€
13.908- €
14.141
€
-
€
14.141-
€
-
€ 180.529- €
175.980
€
-
€ 175.980-
€ 42.000 € 3.108.447
€ €
2.796.305
€ 42.000- € 22.000 € 312.142- € 3.256.057
€ € 3.093.133
€ 22.000€ 162.924-
BBZ uitvoeringskosten
€
12.000
€
12.000
€
-
€
12.000
€
12.000
€
BBZ leenbijstand levensonderhoud
€
2.000
€
-
€
2.000- €
2.000
€
-
€
9.700- €
€
Minimabeleid
BBZ leenbijstand bedrijfskapitaal
€
40.000
€
30.300
€
Terugontvangsten BBZ
€
-
€
40.000
€
40.000
€
30.300
€
€
-
€
40.000
€
Bijstand algemeen Dekking uit reserve bijstand
€
146.480
€
-
€
-
€
1.480
€
€ 146.480- €
Langdurigheidstoeslag € 30.000 Saldo WWB incl. IOAW, IOAZ, BBZ en minimabeleid € 3.338.927
€
-
€
€
2.880.085
40.000
9.70040.000
196.480
€
-
€
-
€
1.480
€
1.480
30.000- €
30.000
€
-
€
30.000-
1.480
€ 458.842- € 3.536.537
€ 196.480-
€ 3.176.913
€ 359.624-
Voor de beleidstaak werkgelegenheid ramen we voor 2014 € 296.000 minder aan lasten en € 121.000 minder aan baten. Per saldo hebben we hier een nadeel van € 175.000. Onderstaande tabel bevat de taakstellende bezuiniging van de WAA en de gevolgen daarvan voor de gemeentelijke bijdrage.
Bijdrage excl taakstellende bezuinigingen Af: Taakstellende bezuinigingen Bijdrage incl taakstellende bezuinigingen
2.000-
2014 2015 2016 2017 € 385.843 € 335.717 € 337.140 € 343.582 € 244.543- € 239.633- € 288.137- € 343.582€ 141.300 € 96.084 € 49.003 € -
Een taakstelling houdt een risico in. Dit risico verwerken we in de paragraaf weerstandsvermogen. De besparing als gevolg van de taakstellende bezuinigingen zetten we in 2014 in voor de uitvoering van de decentralisaties en voor participatie. Dit hebben we verwerkt binnen de
51
beleidstaak inkomensvoorziening WWB in dit programma. In totaal ramen we de bijdrage aan de WAA in 2014 € 180.000 lager dan in 2013. De raming van de bijdrage aan andere WSW bedrijven hebben we in 2014 gelijk gehouden aan de raming in 2013. De middelen die wij vanuit het Rijk voor de WSW ontvangen betalen we volledig door aan de WSW bedrijven. Dit nemen we daarom neutraal in de begroting op. Zowel bij de baten als bij de lasten is de raming van deze rijksmiddelen in 2014 € 121.000 lager dan in 2013. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 5.000. Welzijn
De lasten voor de beleidstaak sport ramen we € 25.000 hoger dan in 2013. De bijdrage aan Optisport is € 18.000 hoger ten opzichte van 2013. Beesel neemt deel aan de impulsregeling brede scholen, sport en cultuur. In dit kader hebben we de afgelopen jaren 1,97 fte combinatiefuncties gerealiseerd. We hebben besloten om de deelname aan de impulsregeling te verhogen van 1,97 fte naar 2,8 fte ten gunste van het regioplan sport. Hierdoor stijgen de lasten met € 16.000. De verhoging van de deelname levert echter ook € 16.000 aan extra rijksgelden op. Deze extra baten hebben we verwerkt in programma 8. Per saldo is dit voor Beesel dus budgettair neutraal. De kapitaallasten stijgen met € 12.000. Dit komt door de maatwerksubsidie voor de renovatie van sportpark de Solberg. De doorbelasting vanuit de kostenplaatsen is € 23.000 lager dan in 2013. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 2.000 De lasten voor de beleidstaak overige subsidiering dalen met € 5.000. In december 2012 heeft de raad ingestemd met het verlenen van een investeringssubsidie voor de renovatie van sportpark de Solberg. Hierbij is tevens het subsidieplafond voor de investeringssubsidies verhoogd van € 25.000 tot € 33.000 per jaar. De doorbelasting vanuit de kostenplaats inwoners daalt met € 13.000. De raming op beleidstaak ouderenwerk is € 4.000 lager. In 2010 zijn we gestart met het project ouderenadviseur. Dit project loopt door tot en met 2014. De kosten voor het project zijn in 2014 € 9.000 lager dan in 2013. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 5.000. Voor de beleidstaak welzijnswerk ramen we € 7.000 minder aan lasten. Dit voordeel wordt veroorzaakt door diverse kleinere verschillen. De lasten voor de beleidstaak vrijwilligersbeleid / mantelzorg ramen we € 1.000 lager dan in 2013. De kosten voor de uitvoering van de beleidsnota vrijwilligerswerk variëren per jaar doordat activiteiten (zoals de vrijwilligersdag) niet jaarlijks plaatsvinden. In 2014 is de raming € 5.000 lager dan in 2013. Meerjarig levert dit de volgende raming op:
Uitvoering beleidsnota vrijwilligerswerk
2013 € 9.852
2014 € 4.852
2015 € 10.652
2016 € 4.852
2017 € 9.852
De raming voor maatschappelijke stages is in 2014 € 9.000 lager. Verder zorgen de ontwikkelingen binnen het sociale domein (o.a. decentralisatie AWBZ en kanteling WMO) ervoor dat het recht op voorzieningen als dagopvang, huishoudelijke hulp en persoonlijke verzorging afneemt. Vanaf 2014 ramen we daarom structureel € 20.000 extra voor mantelzorg. Overige kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 6.000.
52
De lasten op beleidstaak geestelijke gezondheidszorg zijn € 2.000 hoger. Dit verschil wordt veroorzaakt door diverse kleinere aanpassingen in de ramingen.
De raming op de beleidstaak opvang vluchtelingen is in 2014 € 1.000 hoger. Dit verschil wordt veroorzaakt door diverse kleinere aanpassingen in de ramingen. Voor de beleidstaak WMO huishoudelijke hulp (HH) ramen we € 418.000 minder aan lasten en € 29.000 meer aan baten. Per saldo is de raming € 447.000 voordeliger ten opzichte van 2013. In 2014 verlagen we de raming met € 257.000 op grond van een verlaging van de uurtarieven bij de nieuwe aanbesteding. Daarnaast hebben we de omvang van de indicatie met gemiddeld 0,75 uur per klant per week gereduceerd. In het zorgakkoord is afgesproken om het budget vanaf 2015 met 40% te verlagen. Omdat we dit geld via de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontvangen hebben we deze verlaging van de baten vanaf 2015 in programma 8 verwerkt. Onze doelstelling is om de lasten voor de WMO eveneens met 40% te verminderen. Vanaf 2015 ramen we de lasten daarom € 576.000 lager dan in 2014. In de onderstaande tabel geven we een overzicht van het volume en de lastenontwikkeling tussen 2009 tot en met 2013 en de verwachting voor 2014.
Aantal klanten HH1 Aantal klanten Alphahulp Aantal klanten HH2/3 Totaal klanten Aantal uren HH1 Aantal klanten Alphahulp
2009
2010
2011
2012
2013
2014
321
346
365
355
387
304
0
0
0
1
0
54
48
35
29
34
31
36
369
381
394
390
418
394
55.277
63.200
66.281
65.607
65.605
53.188
0
0
0
146
0
2.609
8.584
7.443
8.109
7.113
8.026
5.796
Totaal uren
63.861
70.643
74.390
72.866
73.631
61.592
Gemiddelde uren/klant
173,07
185,41
188,81
186.84
176,15
156.38
Aantal uren HH2/3
Gemiddelde uurprijs Kosten jaarbasis
21,25
23,49
23,83
24,92
25,49
23.37
1.356.829
1.659.671
1.772.591
1.816.143
1.876.890
1.439.640
Samenvattend nemen we voor huishoudelijke hulp de volgende ramingen op: 2014 Begroting 2014 Basis 2014 Korting 40% van basis 2014 Saldo lasten Raming 2013 (primair) - €180.000* verwachte besparing 2013 ivm lagere uurtarieven Saldo raming 2013 Daling 2014 ten opzichte van 2013
€ € € € € € €
2015
2016
2017
1.439.640 € 1.439.640 € 1.439.640 € 1.439.640 - € 575.856- € 575.856- € 575.8561.439.640 € 863.784 € 863.784 € 863.784 1.876.890 180.0001.696.890 257.250
Persoonsgebonden budget WMO (PGB) De afgelopen jaren is minder gebruik gemaakt van PGB’s dan verwacht. Veel cliënten blijken het voeren van een PGB-administratie lastig te vinden en kiezen voor zorg in natura. Vanaf 2014 verlagen we de raming van budget voor PGB met € 28.000.
53
Decentralisatie AWBZ In 2012 en 2013 hebben we extra transitiemiddelen ontvangen voor decentralisatie van de AWBZ, in totaal voor € 176.000. Deze ramingen komen in 2014 niet meer terug. De doorbelasting vanuit de kostenplaats inwoners stijgt met € 27.000. Deze stijging komt omdat we het WMO-loket tegenwoordig zelf uitvoeren. Inkomsten eigen bijdrage Op basis van de werkelijk geïnde eigen bijdrage in 2012 ramen we voor 2014 een eigen bijdrage van 11% van de totaalsom van de te verstrekken voorzieningen. Daar tellen we € 30.000 bij op vanwege het effect van de vermogensbijtelling. In totaal is de raming in 2014 daarom € 29.000 hoger dan in 2013. Omdat we het uitgavenbudget vanaf 2015 met 40% verlagen, verlagen we ook de raming van de eigen bijdrage vanaf 2015 met 40%. In onderstaande tabel geven we een overzicht van alle baten en lasten ten aanzien van de WMO huishoudelijke hulp inclusief de uitvoeringslasten. omschrijving
2013 lasten
2014
baten
saldo
lasten
baten
saldo
WMO raad
€
8.000
€
-
€
8.000
€
8.000
€
-
€
8.000
Uitvoeringskosten WMO
€
49.467
€
-
€
49.467
€
49.500
€
-
€
49.500
Budget huishoudelijke hulp
€ 1.696.890
€
-
€ 1.696.890
€ 1.439.640
€
-
€ 1.439.640
Budget PGB WMO
€
200.000
€
-
€
200.000
€
172.020
€
-
€
172.020
Eigen bijdrage huish verzorging €
-
€
233.000
€
233.000- €
-
€
262.008
€
262.008-
Integratie-uitkering WMO
-
€ 1.339.897
€ 1.339.897- €
-
€ 1.379.033
€ 1.379.033-
€ 1.954.357
€ 1.572.897
€
€ 1.669.160
€ 1.641.041
€
€
381.460
28.119
Voor de beleidstaak participatiebudget ramen we € 45.000 minder lasten en € 40.000 minder baten. Per saldo hebben we een voordeel van € 5.000. Rijksuitkering participatiebudget Het participatiebudget regelt de samenvoeging van de gelden voor re-integratie, inburgering en educatie. Door het Rijk is een verlaging van het re-integratiebudget aangekondigd die voor Beesel neerkomt op € 32.000 minder. Vanaf 2015 verlagen we dit budget naar € 220.000. Het budget voor inburgering vervalt vanaf 2014 volledig. Voor volwasseneneducatie ramen we op basis van informatie van het Rijk baten ter hoogte van € 85.000. Dit is € 35.000 meer dan de raming die we voor 2013 hebben opgenomen. Samenvattend ziet dit er als volgt uit:
Re-integratie Inburgering Educatie Totaal
Raming 2013 € 382.307 € 42.811 € 49.759 € 474.877
€ € € €
budget 2014 350.000 85.084 435.084
€ € € €
verschil 32.30742.81135.325 39.793-
Uitgaven ten laste van het participatiebudget Wij ramen de lasten voor re-integratieactiviteiten in 2014 op € 322.000. Dit is € 32.000 lager. Deze verlaging van de raming van de lasten is gelijk aan de verlaging van de raming van de baten. In verband met de Participatiewet is op dit moment nog niet duidelijk op welke deelactiviteiten wij onze re-integratiemiddelen inzetten. De raming voor volwasseneneducatie verwerken we net als in 2013 neutraal. Daarom ramen we aan de lastenkant eveneens een bedrag van € 85.000. Dit is een nadeel van € 35.000 ten opzichte van 2013.
54
Het budget voor inburgering vervalt vanaf 2014. Op de post inburgering ramen we daarom vanaf 2014 geen lasten meer. Hierdoor hebben we een voordeel van € 70.000 ten opzichte van de raming 2013. Voor de toekomstige inschakeling naar werk van deze specifieke doelgroep is het noodzakelijk om toch budget te ramen. Hiermee willen we een langdurig beroep op inkomensondersteuning in de toekomst voorkomen. Binnen het scholings- en activeringsbudget nemen we hiervoor vanaf 2014 jaarlijks een bedrag van € 33.089 op. Dit bedrag dekken we uit de reserve reintegratie. De doorbelasting vanuit de kostenplaatsen naar de beleidstaak participatiebudget daalt met € 11.000. De uitgaven voor de beleidstaak jeugd en jongeren zijn in 2014 € 28.000 lager. Het bedrag van € 8.000 dat we in 2013 inzetten voor de regionale voorlichtingscampagne “Lekker Frizz” komt in 2014 niet meer terug. Verder stijgen de kapitaallasten ten opzichte van 2014 met € 21.000. Dit komt omdat we in 2013 een aantal speeltoestellen hebben vervangen. Deze investeringen activeren we. Ook in de periode 2014-2017 gaan we speeltoestellen vervangen. In de tabel hieronder geven we aan om welke bedragen het gaat: Overzicht raming vervanging speeltoestellen in de openbare ruimte en bij de basisscholen
2014 2015 2016 2017
Speeltoestellen in de openbare ruimte € 58.785 € 15.440 € 50.165 € 50.570
Speeltoestellen bij de basisscholen (de Meander) € 49.405 -
TOTAAL
€ 108.190 € 15.440 € 50.165 -
De doorbelasting vanuit de kostenplaatsen verlagen we met € 42.000. De urenraming baseren we op de werkelijk gemaakte uren in de afgelopen jaren. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 1.000.
Op de beleidstaak kernbeheer stijgen de lasten met € 11.000. Dit nadeel wordt volledig veroorzaakt door diverse kleinere verschillen. Voor de beleidstaak peuterspeelzaal / kinderopvang ramen we € 63.000 minder aan lasten dan in 2013. In 2013 heeft het kabinet een aantal bezuinigingsmaatregelen genomen ten aanzien van de kinderopvang voor doelgroepouders. De belangrijkste wijziging is dat de gemeentelijke taak om het werkgeversdeel van de kinderopvangtoeslag voor gemeentelijke doelgroepen uit te keren is overgedragen aan de Belastingdienst. Hierdoor dalen de lasten op deze beleidstaak met € 40.000. Hier staat eenzelfde korting op gemeentefonds tegenover. Dit nadeel hebben we verwerkt in programma 8. Per saldo is deze wijziging voor de gemeente dus budgettair neutraal. Verder komt in 2014 het budget van € 25.000 voor de realisatie van ambitieniveau 2 voor de peuterspeelzalen niet meer terug. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 2.000.
Voor de beleidstaak wet voorzieningen gehandicapten (WVG) is de raming € 106.000 hoger. Een aantal ramingen hebben we verhoogd op basis van de werkelijk uitgaven: - onderhoud bruikleenvoorzieningen € 10.000 hoger - Regiotaxi € 27.000 hoger - bruikleenvoorzieningen, zoals rolstoelen en scootmobielen, € 39.000 hoger.
55
Door het vervallen van de terugkoopregeling vervallen baten ter hoogte van € 35.000. Overige kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 5.000.
Voor de beleidstaak preventieve gezondheidszorg ramen we € 113.000 minder aan lasten. In 2014 komt de gemeentelijke bijdrage in het gezondheidscentrum van € 75.000 niet meer terug. Op basis van het lokaal gezondheidsbeleid werken we aan 4 speerpunten: preventie van overgewicht, alcohol, eenzaamheid en veiligheid. Voor de uitvoering van deze speerpunten verhogen we de raming vanaf 2014 met € 3.500 tot een bedrag van € 6.000. We bereiden de transitie jeugdzorg voor. In 2013 hebben we hiervoor € 42.000 ontvangen. In 2014 ontvangen we nog eens € 10.000. De lasten hebben we in dit programma verwerkt, de baten in programma 8. Verder krijgen we € 10.000 extra middelen voor het bevorderen van een gezonde leefstijl onder adolescenten. De lasten hebben we in dit programma verwerkt, de baten in programma 8. Overige kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 12.500. Het saldo op de beleidstaak lijkbezorging is € 29.000 nadeliger. Op grond van de werkelijk bestede uren is de doorbelasting vanuit de kostenplaatsen € 33.000 hoger. Diverse kleinere verschillen in de ramingen van de inkomsten leveren per saldo een voordeel van € 4.000 op. Storting/onttrekking reserves In 2014 halen we in totaal € 692.000 uit de reserves en voegen we € 684.000 aan de reserves toe. Dit is een nadeel van € 341.000 ten opzichte van 2013. Dit komt doordat de onttrekkingen en stortingen binnen de reserve Re-integratie, de reserve WMO, de reserve ter dekking van de kapitaallasten sportpark de Solberg, de reserve flankerend ouderenbeleid en de reserve pilot coördinator CJG in 2014 niet meer terug komen. In 2014 halen we € 600.000 uit de investeringsreserve. Dit bedrag storten we in een nieuwe reserve ter dekking van de kosten voor het project “realisatie collectieve voorzieningen”. Voor de communicatie over de decentralisaties storten we vanuit de exploitatie € 75.000 in een gelijknamige reserve. Met ingang van 2014 ontvangen wij geen rijksmiddelen meer voor inburgering. Wij willen voor deze doelgroep echter wel middelen beschikbaar stellen. Vanuit de reserve Re-integratie onttrekken we hiervoor jaarlijks € 33.000. Diverse kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 4.000.
Investeringen We hebben volgende investeringen opgenomen. Investeringen
Kader
(bedrag investering x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
15
50
51
15
50
51
3.2 Welzijn
Vervangingsinvesteringen met economisch nut Vervanging speeltoestellen openbare ruimte Vervanging speeltoestellen bij basisscholen Totaal investeringen:
Meerjarenvervangingsplan
59
speeltoestellen Meerjarenvervangingsplan
49
speeltoestellen 108
56
Groot onderhoud We hebben de volgende uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Groot onderhoud
Kader
Begroting
(bedrag x € 1.000)
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
3.2 Welzijn Binnensport
Meerjarenonder-
-Sporthal de Schans
houdsplannen
18
64
12
17
-Gymzaal Beesel
gemeentelijke
0
39
27
11
-Gymzaal Offenbeek
gebouwen
20
47
33
0
Buitensport
Meerjarenonder-
16
0
15
0
10
22
32
10
1
2
6
0
65
174
125
38
houdsplannen buitensport De Schakel
Meerjarenonderhoudsplannen de Schakel
Bergingen begraafplaatsen
Meerjarenonderhoudsplannen bergingen begraafplaatsen
Totaal groot onderhoud:
Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
245
190
338
250
20
20
20
20
6
6
6
6
4
4
4
4
10
10
10
10
285
230
378
290
3.1 Sociale wetgeving en zorgbeleid Decentralisaties / Wet Participatie 3.2 Welzijn
Mantelzorg: Vrijwilligersbestand AWBZ: gespecialiseerde Thuishulp Uitvoering beleidsnota lokaal Gezondheidsbeleid Extra contactmoment jeugdgezondheidszorg Totaal nieuw beleid:
57
58
Programma 4: Recreatie, toerisme en cultuur Opbouw programma Het programma verdelen we onder in de volgende deelprogramma’s en beleidstaken. 4.1 Kunst en cultuur - 540.0 kunst en cultuur - 541.0 monumenten - 541.1 oudheidkunde - 560.2 volksfeesten 4.2 Recreatie en toerisme - 560.1 recreatie en toerisme Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van dit programma is om de gemeente Beesel recreatief op de kaart te zetten voor eigen inwoners en voor toeristen. Ons beleid richt zich primair op de randvoorwaarden. Dit beleid geven we vorm binnen twee pijlers: - kunst, cultuur en cultureel erfgoed - toeristische voorzieningen. Maatschappelijke effecten De gewenste maatschappelijke effecten vatten we per pijler als volgt samen te vatten: - kunst, cultuur en cultureel erfgoed: behouden en ontwikkelen van het bewustzijn van de waarde van kunst, culturele uitingen en cultureel erfgoed - bevorderen leefbare samenleving vóór en dóór alle inwoners in de kernen. - toeristische voorzieningen: aanbieden van elkaar aanvullende en versterkende toeristisch recreatieve mogelijkheden. De concrete uitwerking van de gewenste maatschappelijke effecten in beleidsdoelstellingen is in onderstaande tabel per pijler samengevat.
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
KUNST en CULTUUR
-
behouden en ontwikkelen van het bewustzijn
-
stichting Eskacé faciliteren voor het uitvoeren van
van de waarde van kunst, culturele uitingen en
het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid.
cultureel erfgoed door het bereikbaar houden
Hieronder valt:
en maken van laagdrempelige voorzieningen
hiervoor
plaatsen van beeldende kunst in de openbare ruimte
inwoners en derden in aanraking laten komen met diverse vormen van kunst en cultuur
-
ruimte bieden voor (lokale) kunstenaars
faciliteren van volksfeesten voor de eigen bevolking (zoals carnavalsactiviteiten en Menu 2012)
-
de eigen bevolking in de gelegenheid stellen amateurkunst in verenigingsverband uit te oefenen
-
uitvoeren van rijks- en provinciale regelgeving op het gebied van cultureel erfgoed
59
Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
-
formuleren en uitvoeren van gemeentelijk monumentenbeleid
-
ondersteunen van eigenaren van cultureel erfgoed
-
bevorderen bewustzijn van de waarde van cultureel erfgoed
RECREATIE EN TOERISME -
aanbieden van elkaar aanvullende en
-
versterkende toeristisch recreatieve mogelijkheden
uitvoering geven aan het toeristisch recreatief actieplan
-
zorgdragen voor en faciliteren van een goede kwaliteit van de bestaande toeristisch recreatieve voorzieningen
-
uitbreiden en faciliteren van de uitbreiding van elkaar aanvullende toeristisch recreatieve voorzieningen
-
zorgdragen voor promotie van het toeristisch aanbod in de regio Maasduinen en in de gemeente Beesel
-
regionaal samenwerken om de regio Noord- en Midden-Limburg in toeristisch opzicht op de kaart te zetten
Actiepunten 2014-2017 Kunst en cultuur Cultuurnota In zowel landelijk als provinciaal beleid heeft een kentering plaatsgevonden van cultuurparticipatie naar cultuureducatie. Rijk en provincie willen alleen nog subsidie verlenen aan projecten met een bovenlokaal karakter. Culturele activiteiten gericht op het bevorderen van deelname van inwoners aan evenementen of het op peil houden van het verenigingsleven, komen daarmee volledig voor rekening van de gemeente. De uitwerking van het landelijke en provinciaal beleid laat nog op zich wachten. De gemeenten krijgen in de nieuwe regeling een adviserende rol. We bekijken of de lokale cultuurnota aanpassing nodig heeft. Monumenten In 2014/2015 verplaatsen we de molen de Grauwe Beer. De monumentencommissie heeft hiervoor een positief advies afgegeven. Stichting Korenmolen de Grauwe Beer heeft een bouwplan laten opstellen voor de verplaatsing en hiervoor hebben we een omgevingsvergunning verleend. De provincie heeft een bijdrage van € 117.000 voor de verplaatsing toegekend.
60
Recreatie en toerisme
Beleidsvisie Recreatie & Toerisme In 2013 zijn we gestart met het opstellen van een nieuwe beleidsvisie Recreatie & Toerisme. Dit doen we samen met R&T-ondernemers en belangenorganisaties. Op basis van deze beleidsvisie bekijken we welke voornemens we in 2014 en volgende jaren uitvoeren. Uitbreiding Lommerbergen De uitbreiding van de Lommerbergen is opgenomen in de Structuurvisie Beesel. We zijn in afwachting van een concreet uitgewerkt plan van Landal. Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s
4.1 540.0 541.0 541.1 560.2 4.2 560.0
Lasten: Kunst en cultuur Kunst en cultuur Monumenten Oudheidkunde Volksfeesten Subtotaal 4.1 Recreatie en toerisme Recreatie en toerisme
Subtotaal 4.2 Totaal lasten programma 4
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017
160 56 2 8 226
92 52 2 8 154
110 41 2 8 161
101 41 2 8 152
161 41 2 8 212
91 40 2 8 141
348
282
242
244
205
205
348 575
282 435
242 402
244 396
205 417
205 347
234 11 245
0 15 15
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
101 101 346
0 0 15
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-19 248 229
139 282 421
161 242 402
152 244 396
212 205 417
141 205 347
38 61 206
122 235 308
102 40 465
2 40 358
2 0 419
2 0 349
613 407
558 250
505 40
398 40
419 0
349 0
206
308
465
358
419
349
Baten: 4.1 540.0 541.0
Kunst en cultuur Kunst en cultuur Monumenten Subtotaal 4.1 4.2 Recreatie en toerisme 560.0 Recreatie en toerisme Subtotaal 4.2 Totaal baten programma 4 Saldo programma 4: 4.1 Kunst en cultuur 4.2 Recreatie en toerisme Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 4 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 4 Totaal baten programma 4 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
61
Specificatie mutatie reserves programma 4 Recreatie, Toerisme en Cultuur In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
0 0 0
0 155 155 -
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 25 25-
120 80 40
100 40 60
0 40 40-
0 0 0
0 0 0
2 0 2
2 0 2
2 0 2
2 0 2
2 0 2
2 0 2
2 40 38-
2 0 2
2 0 2
970 Reserve recreatie en toerisme Lasten Baten Saldo
974 Reserve onderhoud De Grauwe Beer Lasten Baten Saldo
Totaal mutatie reserves programma 4 Recreatie, Toerisme en Cultuur Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
2 25 23-
122 235 113-
102 40 62
Toelichting
Kunst en cultuur De lasten voor de beleidstaak kunst en cultuur stijgen in 2014 met € 18.000. Het onderhoud van de kunstwerken in de openbare ruimte laten we één keer per twee jaar uitvoeren. Voor 2014 en 2016 hebben we jaarlijks € 10.000 opgenomen voor het onderhoud. In 2016 ramen we incidenteel een bedrag van € 50.000 voor het openluchtspel Draaksteken. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 8.000.
Op de beleidstaak monumenten hebben we een nadeel van € 4.000. De raming voor het onderhoud van Korenmolen de Grauwe Beer is in 2014 € 7.000 lager. In 2014/2015 verplaatsen we molen de Grauwe Beer. De totale kosten hiervoor bedragen ongeveer € 300.000. Hiervan dekken we € 117.000 uit de door de provincie toegekende subsidie en € 50.000 door een bijdrage van de molenstichting zelf. Uit het onderhoudsbudget 2013 dekken we € 10.000. Het resterende bedrag (€ 123.000) nemen we in 2013 als investering op. Deze investering activeren we. In de begroting 2014 ramen we de kapitaallasten voor deze investering. In de begroting 2013 zijn we nog uitgegaan van een gemeentelijke investering van € 200.000. Hierdoor is de raming van de kapitaallasten in 2014 € 6.000 lager. In 2013 hebben we een provinciale bijdrage van € 15.000 geraamd voor de verplaatsing. Deze raming vervalt. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 2.000. Recreatie en toerisme Op de beleidstaak recreatie en toerisme hebben we een voordeel van € 40.000. In 2013 hebben we eenmalig een bedrag opgenomen voor de projecten “Beesel Drakendorp” (€ 25.000) en “Regio van de Smaak” (€ 10.000) en voor de realisatie van projecten in het gebied Leewen de Weerd (€ 35.000). Deze ramingen komen in 2014 niet meer terug. In 2014 en 2015
62
ramen we net als in 2013 jaarlijks een bedrag van € 40.000 voor de deelname aan Olympia’s Ronde. De gemeente staat garant voor de kosten die hiermee zijn gemoeid. Deze raming vervalt vanaf 2016. De kosten voor Olympia’s Ronde dekken we uit de reserve Recreatie en Toerisme. De doorbelasting vanuit de kostenplaatsen neemt in 2014 met € 30.000 toe. De nieuwe urenramingen hebben we gebaseerd op de werkelijk gemaakte uren in de afgelopen jaren. Storting/onttrekking reserves In 2014 is de vrijval uit de reserves € 175.000 lager. In 2013 halen we € 40.000 uit de reserve recreatie en toerisme en € 35.000 uit de investeringsreserve voor een aantal eenmalige projecten. Deze beschikkingen over de reserves komen in 2014 niet meer terug. In 2014 verhogen we de toeristenbelasting met € 0,20 tot € 1,00 per overnachting. Van deze hogere baten storten we in 2014 eenmalig € 100.000 in de reserve recreatie en toerisme voor de uitvoering van projecten. Investeringen We hebben geen investeringen opgenomen. Groot onderhoud We hebben geen uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Beleidsvoornemens We hebben geen uitgaven voor nieuw beleid opgenomen.
63
64
Programma 5: Educatie Opbouw programma Het programma verdelen we onder in de volgende deelprogramma’s en beleidstaken. 5.1 Onderwijs - 420.0 openbaar basisonderwijs - 423.0 bijzonder basisonderwijs - 443.0 bijzonder voortgezet onderwijs - 480.0 aanvullende onderwijsvoorzieningen
5.2
Overig educatie - 510.0 openbaar bibliotheekwerk - 511.2 muziekonderwijs
Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van dit programma is om een optimaal niveau van onderwijsvoorzieningen en onderwijsvoorwaarden te garanderen. Hiervoor zijn voldoende mogelijkheden en een goede huisvesting voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs belangrijk. Ook de kwaliteit van de bibliotheekvoorziening en het muziekonderwijs kwalitatief in stand te houden maakt onderdeel uit van dit programma.
Maatschappelijke effecten Dit programma bestaat uit twee componenten, te weten onderwijs en aanvullende educatieve voorzieningen waaronder muziekonderwijs en bibliotheekwerk. - vanuit de pijler onderwijs liggen er primaire taken bij de gemeente om te zorgen dat we voldoende huisvestingsvoorzieningen in stand houden en dat we goede onderwijskundige randvoorwaarden creëren voor onderwijsinstellingen; - de tweede pijler bestaat uit bibliotheekwerk en muziekonderwijs, waarbij de nadruk ligt op het bereikbaar maken en houden van laagdrempelige voorzieningen. Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
ONDERWIJS
-
In stand houden van de huisvesting ten
Het treffen van voorzieningen in de huisvesting
behoeve van primaire en voortgezet onderwijs.
Overleg met schoolbestuur m.b.t. knelpunten in de sfeer van huisvesting.
-
Verbeteren van de leerprestatie en
Het bereik van kinderen met een onderwijs, taal en
schoolloopbanen van kinderen en jongeren in
opvoedkundige achterstand (de zgn.
achterstandssituaties.
doelgroepkinderen) maximaliseren. Dit doen we onder andere door uitvoering te geven aan het VVE beleidsplan, actief leerplichtbeheer, stimuleren en faciliteren zorg advies teams en positioneren Centrum voor Jeugd en Gezin.
-
Doelgerichte ondersteuning en begeleiding
Middelen beschikbaar te stellen voor BCO waarmee
bieden aan jeugdigen van de basisscholen.
gerichte onderwijs begeleiding wordt ingezet om onderwijskundige knelpunten op te lossen en te verbeteren.
65
Wat willen we bereiken
-
Uitvoeren van de Leerplichtwet
Wat doen we daarvoor De wettelijke verplichtingen in het kader van de Leerplichtwet (verplichte registratie en verplicht schoolbezoek) monitoren en handhaven.
-
Leerlingen van het basisonderwijs, voortgezet
Het vervoer van leerlingen regelen we op basis de
onderwijs, speciale school voor basisonderwijs
verordening leerlingenvervoer, waarbij we (indien
of speciaal (voortgezet) onderwijs die niet
nodig):
zelfstandig naar school kunnen vervoeren we
-
Het taxivervoer verzorgen
op een passende en veilige wijze.
-
Een onkostenvergoeding openbaar vervoer betalen
-
Een onkostenvergoeding eigen vervoer betalen.
-
Het in stand houden van bibliotheek binnen
OVERIGE EDUCATIE
-
Bevorderen van een openbare, laagdrempelige voorziening die zich richt op informatie, cultuur
onze gemeente. Om dit mogelijk te maken
en educatie.
stellen wij subsidie beschikbaar en werken we samen in regioverband Peel en Maas.
-
Bevorderen van de kwaliteit van de
De eigen bewoners in de gelegenheid stellen via
amateuristische muziekbeoefening.
verenigingsverband muziekonderwijs te volgen. Om dit mogelijk te maken verstrekken we subsidie aan Centrum voor de Kunsten voor muziekonderwijs voor Beeselse inwoners.
Actiepunten 2014-2017 Overige Educatie
Groeibibliotheek Maas en Peel De beleidsdoeleinden van de gemeente op het gebied van de bibliotheek liggen vast in de nota bibliotheekbeleid 2013-2016. De uitwerking van die nota heeft niet alleen invloed op wat we inhoudelijk willen bereiken met de bibliotheek (welke maatschappelijke doeleinden), maar ook op de financiën en huisvesting van de bibliotheek. Het samenbrengen van deze drie elementen, staat in 2014 voorop. Muziekonderwijs Het project ‘muziek op school’ heeft als doel meer jonge leden te werven voor muziekverenigingen. Op die manier stimuleren wij de leefbaarheid in de verschillende kernen. We hebben met betrokken partijen prestatieafspraken gemaakt. We verwachten de komende vier jaar in totaal 100 nieuwe leden voor de muziekverenigingen. Tussentijds is er een evaluatiemoment. Samen met de muziekverenigingen en de ECI Cultuurfabriek bekijken we hoe we van de hoogte van de subsidie en het aantal cursisten bij muziekverenigingen beter in balans kunnen brengen.
66
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s Lasten: 5.1 Onderwijs 420/421 Openbaar basisonderwijs 422/423 Bijzonder basisonderwijs 443.0 Bijz. voortgezet onderwijs 480.0 Aanv. onderwijsvoorz. Subtotaal 5.1 5.2 Overige educatie 510.0 Openbaar bibliotheekwerk 511.2 Muziekonderwijs Subtotaal 5.2 Totaal lasten programma 5 Baten: 5.1 Onderwijs 420/421 Openbaar basisonderwijs 422/423 Bijzonder basisonderwijs 443.0 Bijz. voortgezet onderwijs 480.0 Aanv. onderwijsvoorz. Subtotaal 5.1 Totaal baten programma 5 Saldo programma 5: 5.1 Onderwijs 5.2 Overige educatie Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 5 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 5 Totaal baten programma 5 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
Rekening
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
65 450 94 630 1.239
59 554 90 710 1.413
61 438 97 690 1.286
60 434 94 717 1.306
60 431 304 746 1.540
59 416 300 776 1.550
251 55 307 1.546
225 85 310 1.723
237 65 302 1.588
213 65 278 1.584
213 65 278 1.818
213 65 278 1.828
2 0 0 98 101 101
0 0 0 96 96 96
0 0 0 96 96 96
0 45 0 96 141 141
0 0 0 96 96 96
0 0 0 96 96 96
1.138 307 1.445
1.317 310 1.628
1.190 302 1.492
1.165 278 1.443
1.444 278 1.722
1.454 278 1.732
0 11 1.434
473 613 1.487
19 72 1.440
62 69 1.435
15 67 1.669
13 54 1.691
1.546 112 1.434
2.196 709 1.487
1.607 168 1.440
1.646 211 1.435
1.833 163 1.669
1.841 150 1.691
67
Specificatie mutatie reserves programma 5 Educatie In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
0 0 0
0 140 140-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
10 31 21-
10 30 20-
9 29 20-
8 28 20-
2 15 13-
1 14 13-
1 14 13-
0 2 2-
5 15 10-
4 14 10-
4 14 10-
3 14 11-
2 11 9-
1 10 9-
1 10 9-
0 0 0
0 0 0
15 67 52-
12 54 42-
930 Reserve kapitaallasten Uitbreiding / verbouw BS Offenbeek Lasten Baten Saldo
0 0 0
261 0 261
931 Reserve dekking kapitaallasten 2 noodlokalen BS Offenbeek Lasten Baten Saldo
0 0 0
41 0 41
932 Reserve dekking kapitaallasten noodlokaal BS 't Spick 2008 Lasten Baten Saldo
0 0 0
113 0 113
936 Reserve dekking kapitaallasten uitbreiding BS Beesel Lasten Baten Saldo
0 0 0
58 0 58
2 11 9-
0 0 0
0 473 473-
0 0 0
473 613 140-
19 72 53-
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
45 0 45
Totaal mutatie reserves programma 5 Educatie Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
0 0 0
62 69 7-
Toelichting
Onderwijs Voor de beleidstaak huisvesting openbaar basisonderwijs ramen we in 2014 € 2.000 meer lasten. Dit nadeel wordt veroorzaakt door diverse kleinere verschillen in de ramingen.
De raming op beleidstaak huisvesting bijzonder basisonderwijs is per saldo € 116.000 voordeliger. In 2013 hebben we € 120.000 gestort voor de voorziening groot onderhoud schoolgebouwen. In 2014 dekken we de kosten voor de vervanging van de dakbedekking van basisschool de Meander uit deze voorziening. Vanaf 2015 vervalt de jaarlijkse storting van € 15.543 in de voorziening voor het groot onderhoud aan de schoolgebouwen omdat de verantwoordelijkheid voor het totale onderhoud van de schoolgebouwen (binnenkant en
68
buitenkant) bij de schoolbesturen komt te liggen. Het bedrag dat nog in de voorziening zit valt in 2015 vrij. Hierdoor hebben we in 2015 een incidenteel voordeel van € 45.000. Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 4.000. Op de beleidstaak bijzonder voortgezet onderwijs ramen we in 2014 € 7.000 meer aan lasten. Dit komt door diverse kleinere verschillen. In 2015 hebben we binnen deze beleidstaak een investering van € 3.246.000 opgenomen voor de uitbreiding van Broekhin. Deze investering activeren we. Hierdoor hebben we vanaf 2016 kapitaallasten over deze investering. In het eerste jaar (2016) bedragen de kapitaallasten € 210.990. Voor de beleidstaak aanvullende onderwijsvoorzieningen ramen we in 2014 € 20.000 minder aan lasten dan in 2013. Het leerlingenvervoer ramen we € 34.000 lager dan in 2013. Op basis van de leerlingenprognoses gaan we uit van een daling van het aantal leerlingen ten opzichte van 2013. Voor de jaren erna gaan ervan uit dat dit aantal stabiel blijft (120 leerlingen). In het verleden hebben we de uitvoering van de leerplichtwet uitbesteed. Sinds 2013 doen we dit zelf. Op grond van werkelijk bestede uren ramen we de doorbelaste uren vanaf 2014 € 14.000 hoger. Overige educatie Op de beleidstaak openbaar bibliotheekwerk ramen we € 12.000 meer lasten. Tot en met 2014 verhogen we de subsidie aan de bibliotheek jaarlijks met een index. Vanaf 2013 bezuinigen we op de subsidie. In 2013 en 2014 bezuinigen we 10% van het budget. Vanaf 2015 ramen we een structurele bezuiniging van € 50.000 (circa 20%). Door deze fasering heeft de bibliotheek de tijd om maatregelen te nemen om de inkomstenderving op te vangen. In onderstaande tabel geven we de opbouw van de subsidie voor de bibliotheek.
basisbedrag subsidie bij: index bedrag incl. indexering
2013 € 240.500 € 5.623 € 246.123
2014 € 246.123 € 5.763 € 251.886
2015 € 251.886 € 251.886
2016 € 251.886 € € 251.886
2017 € 251.886 € € 251.886
af: bezuiniging 10% af: bezuiniging vast bedrag Totaal subsidiebedrag
€ 24.612- € 25.188- € € € € € 50.000- € 50.000- € 50.000€ 221.511 € 226.698 € 201.886 € 201.886 € 201.886
Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 7.000. De raming op de beleidstaak muziekonderwijs is in 2014 € 20.000 lager dan in 2013 doordat dit extra bedrag in 2013 niet meer terug komt in 2014. Storting/onttrekking reserves In 2014 halen we per saldo € 87.000 minder uit de reserves dan in 2013. In 2013 hebben we stortingen en onttrekkingen gehad die in 2014 niet meer terug komen (onderhoud dakbedekking basisschool de Meander, muziekonderwijs, een viertal bruteringsreserves ter dekking van de kapitaallasten van investeringen in huisvestingvoorzieningen voor bijzonder basisonderwijs). Vanaf 2014 halen we jaarlijks een bedrag uit de bruteringsreserves om de kapitaallasten van deze investeringen te dekken. In 2014 is dit € 72.000. De rente over de boekwaarde van deze reserves per 1 januari voegen we toe aan de betreffende reserves. Voor 2014 is dit € 19.000.
69
Investeringen We hebben de volgende investeringen opgenomen. Investeringen
Kader
Begroting
(bedrag investering x € 1.000)
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
5.1 Onderwijs
Investering met economisch nut Uitbreiding Broekhin Reuver
0
3.246
0
0
Totaal investeringen:
0
3.246
0
0
Groot onderhoud We hebben de volgende uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Groot onderhoud
Kader
Begroting
(bedrag x € 1.000)
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
8*
0
0
0
8
0
0
0
5.1 Onderwijs Groot onderhoud huisvesting
Onderhoudsplan
onderwijs (t.l.v. voorziening)
huisvesting onderwijs
Totaal groot onderhoud:
* In dit bedrag zijn de kosten voor de vervanging van het dak van de Meander) niet meegenomen. De vervanging van het dak stond oorspronkelijk gepland voor 2021 maar moet als gevolg van een constructiefout al in 2014 uitgevoerd worden.
De ramingen voor het groot onderhoud aan de schoolgebouwen komen vanaf 2015 te vervallen. Meer informatie hierover hebben we opgenomen in de paragraaf kapitaalgoederen. Beleidsvoornemens We hebben geen uitgaven voor nieuw beleid opgenomen.
70
Programma 6: Wonen en leven Opbouw programma Het programma verdelen wij in: 6.1 Wonen - 723.0 Milieu - 820.0 Woningexploitatie - 821.0 Stedelijke Vernieuwing - 822.0 Overige Volkshuisvesting - 822.2 Woonwagens 6.2 Omgeving - 210.0 Wegen, Straten en Pleinen - 550.0 Natuurbescherming - 560.0 Bossen - 560.3 Plantsoenen 6.3 Woonfaciliteiten - 240.1 Waterkering - 330.0 Nutsvoorzieningen - 721.0 Afval - 722.0 Riolering en Waterzuivering Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van dit programma is het behouden van een plezierig woon- en leefklimaat in de gemeente Beesel. Dit beleid geven we in drie pijlers vorm: - Wonen - Omgeving - Woonfaciliteiten Maatschappelijke effecten De gewenste maatschappelijke effecten per pijler vatten we als volgt samen: - Wonen: het realiseren van een gedifferentieerd woningaanbod door een goede afstemming met initiatiefnemers en Stichting WoonGoed 2-Duizend te bewerkstelligen. Bijzondere doelgroepen zijn senioren, starters en eigen bouwers - Omgeving: het behouden van een functioneel onderhoudsniveau van de openbare ruimte door het regelmatig uitvoeren van inspecties, het opstellen en uitvoeren van onderhoudsplannen en een adequate afhandeling van meldingen. Het beperken van de overlast als gevolg van werkzaamheden in de openbare ruimte. Het verbeteren van de kwaliteit van het leefmilieu met het oog op de leefbaarheid en duurzame ontwikkeling - Woonfaciliteiten: het doelmatig en milieuhygiënisch inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval en afvalwater, waarbij wij het principe “de vervuiler betaalt” hanteren.
71
De uitwerking van de gewenste maatschappelijke effecten in beleidsdoelstellingen is in onderstaande tabel per pijler uitgewerkt. Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
WONEN Het realiseren van een gedifferentieerd
-
periodiek evalueren en actualiseren van de
woningaanbod door een goede afstemming met
prestatieafspraken tussen gemeente en
projectontwikkelaars en woningstichting te
Stichting WoonGoed 2-Duizend
bewerkstelligen. Bijzondere doelgroepen zijn
-
senioren, starters en eigen bouwers.
periodiek evalueren van de regionale Woonvisie, de gemeentelijke Woonvisie en het woonbehoefte-onderzoek
-
deelname aan regionaal volkshuisvestingsoverleg
-
afspraken maken met ontwikkelaars van bouwprojecten over woningtypen, prijsklassen en bouwtempo
-
beheren, toezicht houden en exploiteren van het woonwagencentrum
Het verbeteren van de kwaliteit van het leefmilieu
-
het, op basis van het milieubeleidsplan,
met het oog op de leefbaarheid en duurzame
opstellen en uitvoeren van het jaarlijkse milieu-
ontwikkeling
uitvoeringsprogramma (MUP) en het opstellen van het milieujaarverslag
-
Uitvoeren milieubeheerstaken (vergunningverlening, afhandeling meldingen, bedrijfscontroles en actueel houden inrichtingenbestand)
-
beoordelen van bodemonderzoeken, begeleiden van bodemsaneringen, opstellen bodembeleid
-
beoordelen en uitvoeren van akoestisch onderzoeken, opstellen/uitvoeren geluidbeleid
-
inbrengen milieu-aspecten bij ruimtelijke plannen, bouw- en sloopvergunningen, APVvergunningen
-
Natuur- en milieueducatieve activiteiten in samenwerking met CNME Regio Venlo
OMGEVING Het behouden van een functioneel
-
het opstellen en bijhouden van beheerplannen
onderhoudsniveau van de openbare ruimte door het
voor de verschillende onderdelen van de
regelmatig uitvoeren van inspecties, het opstellen
openbare ruimte
en uitvoeren van onderhoudsplannen en een
-
adequate afhandeling van meldingen.
het, op basis van de beheerplannen, jaarlijks opstellen en uitvoeren van onderhoudsmaatregelen.
-
het afhandelen van meldingen binnen de termijnen die hiervoor zijn gesteld.
Het beperken van de overlast als gevolg van werkzaamheden in de openbare ruimte
-
Op elkaar afstemmen van de gemeentelijke activiteiten en activiteiten van de nutsbedrijven
72
WOONFACILITEITEN Het doelmatig en milieuhygiënisch inzamelen en
-
afvoeren van huishoudelijk afval en afvalwater, waarbij wij het principe “de vervuiler betaalt” hanteren.
Het zoveel mogelijk gescheiden inzamelen van diverse deelfracties ten behoeve van hergebruik
-
Het, op basis van het GRP, aanleggen, beheren en onderhouden van riolering, kolken, pompgemalen, bergbezinkbassins en overige randvoorzieningen.
Actiepunten 2014-2017 Wonen Woningcorporaties Sinds eind 2012 is de positie en de rol van de woningcorporaties door de rijksmaatregelen fors veranderd, en heeft het regeerakkoord geleid tot een greep in de kassen van de corporaties. De corporaties moeten zich voornamelijk op hun kerntaak richten: het realiseren, beheren en onderhouden van sociale huurwoningen. Ook voor WoonGoed 2-Duizend, ‘onze’ woningcorporatie geldt dit. Het gevolg hiervan is dat de corporatie eerder afgesproken of al in ontwikkeling zijnde plannen niet uitvoert, later uitvoert of herijkt. Denk hierbij aan locaties als: Kleine Solberg, Aaj Mert, Het Spick, Wederikstraat en Rustoord. Ook gaat de corporatie fors bezuinigen op het onderhoud van de woningvoorraad en het investeren in duurzaamheidsmaatregelen in de woningvoorraad. Ook investeringen in leefbaarheid staan onder druk. Dit heeft grote gevolgen voor onze woningbouwplanning en de kwaliteit van de gehele woningvoorraad in de gemeente. Woningbouw De veranderde positie en mogelijkheden van WoonGoed 2-Duizend hebben geleid tot wijzigingen in de woningbouwprojecten. Daarnaast hebben we in 2013 hard gewerkt aan Molenveld-Zuid, hetgeen ook gevolgen heeft voor de woningbouwplanning. Ontwikkeling Heijackerstraat Na vaststelling van het wijzigingsplan op basis van het bestemmingsplan kan de realisatie plaatsvinden in de periode tot 2020. De kosten en opbrengsten van deze locatie komen ten gunste cq. ten laste van de grondexploitatie. Herstructurering Rustoord De planning is dat de realisatie van de herstructurering Rustoord rond 2017 gereed is. Mogelijk dat de gemeente moet bijdragen in de wijzigingen in de infrastructuur in verband met onze wens tot extra parkeergelegenheid ten behoeve van het centrum van Reuver. We hebben hiervoor nog geen budget opgenomen in deze begroting. Molenveld-Zuid In 2013 hebben we grote stappen gezet om het gebied Molenveld-Zuid te herstructureren. Het gebied is gesloopt, gesaneerd en we hebben de bestemmingsplanprocedure gestart. Het jaar 2014 staat in het teken van bouwrijp maken van het gebied en het ontwikkelen van de bouwplannen door onze partners in dit project. We starten begin 2015 met de bouw van de eerste woningen en de bebouwing van de woonwerkkavels. We hebben de ambitie om het openbaar gebied en met name het park direct aan te leggen.
73
In de jaren daarna bouwen we het plan in een constant tempo vol en moet het plan in 2020 zijn afgerond. Zie ook de paragraaf grondbeleid. Ontwikkeling Bergerhof Eind 2012 zijn we gestart met het project Bergerhof. Doel van het project is het opstellen van een bestemmingsplan en stedenbouwkundige visie voor de woningbouwlocatie Bergerhof. Alles moet planologisch gereed zijn voor de realisatie van de woningbouwplannen. Zie ook de paragraaf grondbeleid. Woonbehoefte-onderzoek Woonbehoefte-onderzoeken zijn de basis voor het woningbouwkader. Om de woningbouw goed te kunnen plannen en beleid gemotiveerd bij te stellen is het nodig om woonbehoefte-onderzoeken periodiek te herhalen. Ons laatste onderzoek is uit 2011. We willen dit rond 2015 opnieuw uitvoeren. Hiervoor ramen we een bedrag van € 15.000. Dit dekken we ten laste van de reserve van het grondbedrijf. Energiebeleid conform Energiestrategie In 2014 voeren we energiebeleid uit conform het uitvoeringsprogramma volgend uit de Energiestrategie Beesel, Venlo, Venray. Actualisatie Nota bodembeheer en de bijbehorende bodemkwaliteitskaart Samen met gemeenten in de regio Maas & Roer stellen we gezamenlijk bodembeleid op. De bodemkwaliteitskaart heeft een wettelijke geldigheid van 5 jaar. De nota Bodembeheer heeft een geldigheid van 10 jaar. Om in 2016 de bodemkwaliteitskaart te kunnen actualiseren is in dat jaar een bedrag van € 15.000 nodig. In 2021 zullen wij het bodembeleid actualiseren. Uitvoering Duurzaamheidsbeleid We voeren het duurzaamheidsbeleid uit conform het plan van aanpak in het duurzaamheidsbeleidsplan. In 2014 ligt onze focus op: - fair trade - duurzaamheidsmaatregelen bepalen voor Molenveld-Zuid - uitrollen van project Groen Vogel over de gehele gemeente - bestrijdingsmiddelvrije onkruidbestrijdiging. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Per 1 januari 2013 is de RUD Limburg-Noord van start gegaan en voeren wij in RUD-verband taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het milieudomein. Eind 2014 vindt een bestuurlijke evaluatie plaats om na te gaan in hoeverre we onze doelstellingen bereiken. Ook bekijken we dan of en zo ja wanneer we meer Wabo-taken in de RUD kunnen onderbrengen.
Omgeving Revitaliseren wijken In de gemeente is een aantal wijken met een hoge dichtheid aan woningen en aaneengesloten bebouwd. We willen in deze wijken de knelpunten (parkeren, openbaar groen, speelgelegenheden) aanpakken en het openbaar gebied daar waar nodig en mogelijk herinrichten. Omdat we nog geen concrete plannen hebben, nemen we hiervoor een PM-raming op in 2015.
74
Buurtbeheer In juni 2013 heeft de raad ingestemd met de startnotitie buurtbeheer. We gaan nu aan de slag om het project buurtbeheer in 2014 volgens de stappen uit de startnotitie verder uit te voeren. We houden rekening met de ervaringen die we in het project Heyencamp hebben opgedaan Verlagen wegbermen In verband met wateroverlast op de wegen moeten we de wegbermen verlagen. We spreiden deze werkzaamheden over de periode 2014 t/m 2016. Onderhoud plantsoenen We hebben de ambitie om onze inwoners meer bij hun leefomgeving te betrekken en hun daar ook verantwoordelijk voor te maken. In 2014 maken we een plan om het beheer en onderhoud van een gedeelte van onze plantsoenen tot de zorg van onze inwoners te laten worden. Hiervoor nemen we in 2014 een bedrag op van € 25.000. In de jaren daarna zou dit tot een vermindering van de onderhoudskosten moeten leiden. Vervanging materieel onderhoudsdienst We bekijken jaarlijks of een geplande vervanging noodzakelijk is op basis van technische staat, te verwachten onderhoudskosten en functionaliteit. In de periode 2014-2017 staan gepland:
Vervanging 2015 Mitsubishi Fuso met kraantje erop (kleine vrachtwagen) (was 2014) Mitsubishi Fuso met opzetstuk voor zoutstrooier (was 2014) Mitsubishi Fuso met opzetstuk voor zoutstrooier (was 2014) Beregeningshaspel groot (was 2014) Stobbenfrees (was 2014) Snippermolen (afval) (was 2014) Vervanging 2016 VW Crafter groenploeg (was 2015) (gras) veegmachine (was 2015) Wegenschaaf (was 2015) Beregeningshaspel klein (was 2015) Kunstmeststrooier (was 2015) Frees klein groen (was 2015)
Woonfaciliteiten Aanbesteding inzameling rest- en GFT-afval We verlengen het contract met Sita, zodat het contract definitief eindigt op 31-12-2014. We hebben de intentie met een aantal Noord-Limburgse gemeenten samen aan te besteden. Producentenverantwoordelijkheid afval De consequenties van de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022 voeren we in 2014 door in de inzamelstructuur. Hiervoor hebben we geen middelen geraamd. Hetzelfde geldt voor de producentenverantwoordelijkheid elektr(on)ische apparaten.
75
Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Het huidige GRP loopt van 2008 t/m 2012. Het nieuwe GRP 2013-2017 leggen we u in 2013 ter besluitvorming voor. Het is nu nog niet bekend welke investeringen hier uit zullen komen. In de huidige meerjarenbegroting zijn we vooralsnog nog uitgegaan van de investeringen uit het oude GRP.
76
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017
Lasten: Wonen Milieu Woningexploitatie Stedelijke vernieuwing Overige volkshuisvesting Woonwagens Subtotaal 6.1 Omgeving Wegen, straten en pleinen
478 283 1 529 1 1.291
487 418 1 570 0 1.476
480 267 1 562 0 1.311
476 282 1 564 0 1.323
500 266 1 564 0 1.331
475 265 1 563 0 1.305
1.029
641
613
628
641
637
Natuurbescherming Bossen Plantsoenen Subtotaal 6.2
1 21 824 1.875
2 25 907 1.575
2 22 792 1.429
2 23 717 1.369
2 23 672 1.338
2 22 636 1.297
Waterlossingen Nutsvoorzieningen Afval Riolering en waterzuivering
42 34 905 1.115
44 14 994 1.178
32 21 913 1.225
32 21 929 1.283
32 21 928 1.340
32 21 922 1.367
Subtotaal 6.3 Totaal lasten programma 6 Baten: 6.1 Wonen 723.0 Milieu 820.0 Woningexploitatie 821.0 Stedelijke vernieuwing 822.0 Overige volkshuisvesting 822.2 Woonwagens Subtotaal 6.1 6.2 Omgeving 210.1 Wegen, straten en pleinen
2.096 5.262
2.229 5.280
2.191 4.931
2.266 4.958
2.322 4.991
2.343 4.944
25 280 0 123 7 435
18 337 0 241 0 596
1 261 0 151 0 413
1 260 0 201 0 463
1 260 0 283 0 543
1 259 0 283 0 543
30
4
4
4
4
4
0 1 4 36
0 0 0 4
0 0 0 4
0 0 0 4
0 0 0 4
0 0 0 4
0 286 1.018 1.169
0 225 1.105 1.232
0 259 1.018 1.281
0 231 1.026 1.340
0 231 1.025 1.397
0 203 1.019 1.404
2.472 2.943
2.562 3.161
2.558 2.975
2.596 3.063
2.653 3.200
2.625 3.172
6.1 723.0 820.0 821.0 822.0 822.2 6.2 210.1 550.0 560.0 560.3 6.3 240.1 330.0 721.0 722.0
Woonfaciliteiten
550.0 560.0 560.3
Natuurbescherming Bossen Plantsoenen Subtotaal 6.2
6.3 240.1 330.0 721.0 722.0
Woonfaciliteiten Waterlossingen Nutsvoorzieningen Afval Riolering en waterzuivering
Subtotaal 6.3 Totaal baten programma 6
77
In duizenden euro’s
Rekening 2012
Saldo programma 6: 6.1 Wonen 6.2 Omgeving 6.3 Woonfaciliteiten
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017
856 1.839 -376 2.320
880 1.571 -332 2.119
897 1.425 -367 1.956
860 1.365 -330 1.895
788 1.334 -331 1.791
762 1.293 -282 1.772
278 1.073 1.525
0 264 1.855
0 16 1.940
0 31 1.864
0 0 1.791
0 0 1.772
5.541 4.015 1.525
5.280 3.425 1.855
4.931 2.991 1.940
4.958 3.094 1.864
4.991 3.200 1.791
4.944 3.172 1.772
Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 6 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 6 Totaal baten programma 6 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
Begroting 2013
Specificatie mutatie reserves programma 6 Wonen en Leven In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
0 636 636-
0 121 121-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
3 0 3
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1 3 -2
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
48 18 30
0 18 18-
0 6 6-
0 6 6-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 15 15-
0 0 0
0 0 0
213 218 5-
0 125 125-
0 10 10-
0 10 10-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
904 Reserve kunst in de openbare ruimte Lasten Baten Saldo
906 Reserve landschapsontwikkeling Lasten Baten Saldo
922 Reserve compensatie dividenden PBE Lasten Baten Saldo
935 Algemene reserve grondbedrijf Lasten Baten Saldo
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
954 Reserve ter dekking jaarl. onderhoudskosten N271 Lasten Baten Saldo
0 200 200-
0 0 0
78
In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
977 Reserve groot onderhoud wegen Lasten Baten Saldo
13 0 13
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 16 16-
0 31 31-
0 0 0
0 0 0
Totaal mutatie reserves programma 6 Wonen en Leven Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
278 1.073 795-
0 264 264-
Toelichting Wonen Het saldo van de baten en lasten binnen de beleidstaak milieu is in 2014 € 10.000 nadeliger. Energie- en klimaatbeleid De uitvoering van het energiebeleid moeten we financieren met eigen middelen, daar waar in het verleden middelen vanuit Rijk en Provincie beschikbaar waren. In 2013 hebben we een energievisie met plan van aanpak opgesteld. Om deze projecten te kunnen uitvoeren, ramen we vanaf 2014 € 20.000 per jaar. Duurzaamheidsbeleid In het duurzaamheidsbeleid hebben we opgenomen dat we samen met een werkgroep uit de samenleving het predicaat fair tradegemeente proberen te halen. De geraamde kosten van dit nieuwe beleid (in 2014 € 3.000, in 2015 € 2.500 en € 2.000 in de daarop volgende jaren) zetten we in ter facilitering van de werkgroep en voor het organiseren van een evenement. Ongediertebestrijding We hebben de raming verlaagd met € 4.000 in verband met het schrappen van de campagne voor het bestrijden van de zwarte rat. Beeldbestek zwerfafval De in de begroting 2013 geplande bezuiniging op zwerfafval bleek niet helemaal haalbaar. We verhogen de raming met ca. € 3.000 naar € 57.000. De raming is verder € 10.000 lager in verband met de eenmalige kosten in 2013 voor het actualiseren van het beeldbestek zwerfafval. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 2.000. Verder ramen we in 2016 een bedrag van € 15.000 voor het opstellen van een nieuwe bodemkwaliteitskaart en € 10.000 voor het actualiseren we het beeldbestek zwerfafval. Het saldo van de lasten en baten van de beleidstaak woningexploitatie is in 2014 € 75.000 voordeliger. Dit verschil heeft betrekking op het eenmalige bedrag voor de startersleningen dat we in 2013 hebben geraamd. In 2015 hebben we een bedrag van € 15.000 opgenomen voor de uitvoering van een nieuw woningmarktonderzoek. Dit bedrag dekken we ten laste van de algemene reserve van het grondbedrijf Binnen het onderdeel overige volkshuisvesting hebben we per saldo een nadeel van € 82.000.
79
In de begroting van vorig jaar is voor de opbrengsten aan bouwleges voor 2014 t/m 2017 een bedrag opgenomen van € 281.500. Door maatregelen van de regering heeft WoonGoed 2Duizend bijna alle grote bouwprojecten die op de planning stonden voorlopig dan wel definitief stopgezet. Dit geldt voor het museum met bovenwoningen in Beesel, ‘t Spick, de Herbergier aan de Kerkstraat, een Poortgebouw in de kloostertuin en de woningen aan de Wederikstraat. Door het beperkte aantal bouwplannen dat we voorzien is het niet reëel om voor 2014 en 2015 € 281.500 aan inkomsten op te nemen. We ramen voor 2014 een bedrag van € 150.000, een verlaging van € 90.000 ten opzichte van de raming 2013. Voor 2015 ramen we € 200.000 en voor de jaren 2016 t/m 2017 blijft het bedrag van € 281.500 staan. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 8.000. Omgeving De lasten van beleidstaak wegen/straten/pleinen zijn € 28.000 lager. Dit verschil heeft diverse oorzaken. In 2013 hebben we de investering in Reuversveld (met maatschappelijk nut) vervroegd afgeschreven ten laste van het rekeningsaldo 2012. Hierdoor zijn de kapitaallasten iets lager geworden. Dit levert in 2014 een voordeel op in de kapitaallasten van € 8.000. De post groot onderhoud wegen is in vergelijking met 2013 € 40.000 lager. Dit komt doordat we in 2013 extra middelen, overgeheveld vanuit 2012 beschikbaar hadden. Verder is het budget voor groot onderhoud jaarlijks met 5% geïndexeerd conform de CBS-index. Dit is een verhoging van € 9.000. Per saldo is de post groot onderhoud wegen dus € 40.000 lager. Om de raming in overeenstemming te brengen met de werkelijkheid verschuiven we € 17.000 van de post waterlossingen naar de post bermen. Daarnaast verhogen we de post bermen gedurende 3 jaar met een bedrag van € 10.000. Dit bedrag zetten we in voor het verlagen van de wegbermen om wateroverlast op de wegen te voorkomen. Deze kosten dekken we in 2014 en 2015 uit de investeringsreserve en in 2016 uit de exploitatie. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 7.000. Voor het opnieuw vaststellen van de wegenlegger nemen we in 2016 een raming op van € 3.000. Binnen het onderdeel plantsoenen hebben we in 2014 een verlaging van de raming met € 115.000 ten opzichte van 2013. Dit verschil heeft een aantal oorzaken. We hebben we bij de jaarrekening 2012 het restantbudget van het groenbeheersysteem (€ 50.000) overgeheveld naar 2013. Hierdoor is de raming 2014 lager dan de bijgestelde raming 2013. In 2013 hebben we onder deze beleidstaak een stelpost opgenomen van € 50.000 voor het verwijderen van de aanwezige bomen en een reconstructie uit te voeren met nieuwe kleinere bomen aan de Lambertusweg. Deze stelpost komt in 2014 niet meer terug. In verband met vandalisme vervangen we het hekwerk aan de achterzijde van Dierenrijck. De kosten bedragen € 14.000. We verhogen de raming voor onderhoud groen met ca. € 43.000 naar € 310.000. Onderhoud dat we tot en met 2013 in eigen beheer deden, besteden we nu uit. Daardoor stijgen enkele onderhoudsposten met in totaal € 43.000. De doorverdeling vanuit de kostenplaatsen is mede hierdoor in 2014 ca. € 95.000 lager dan in 2013. Zoals in de aanbiedingsbrief is aangegeven willen we de verantwoordelijkheid van inwoners voor de eigen wijk vergroten. Concreet hebben we deze ambitie in deze begroting vertaald naar het plantsoenonderhoud. In 2014 ramen we een extra budget van € 25.000 om dit beleid vorm te geven. In 2015 ramen we een besparing van € 45.000, die oploopt tot € 90.000 in 2016 en € 125.000 in 2017. Diverse kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van ca. € 2.000.
80
Binnen deelprogramma 6.2 is de vervanging van het materieel van de buitendienst opgenomen. Zie actiepunten voor het vervangingsschema voor de komende jaren. We ramen de volgende bedragen: 2015 € 336.698 2016 € 107.405 Voor 2014 en 2017 hebben we geen vervangingen gepland. De kapitaallasten van deze investeringen belasten we via de kostenplaats vervoermiddelen door naar diverse beleidstaken. Woonfaciliteiten Bij de beleidstaak waterlossingen dalen de kosten met ca. € 12.000. Dit heeft voor ca. € 17.000 te maken met de herschikking van de post maaien bermen zoals hierboven toegelicht. Daarnaast verhogen we de raming voor de waterschapslasten met € 5.000 op basis van de werkelijke kostenontwikkeling. Binnen het onderdeel nutsvoorzieningen is het saldo van baten en lasten € 27.000 voordeliger. Dit bestaat uit € 7.000 hogere uitgaven en € 34.000 hogere inkomsten. De hogere uitgaven hebben te maken met een hogere doorverdeling vanuit de kostenplaatsen. De lagere inkomsten bestaan uit de volgende posten. Dividend Essent Op basis van ons aandelenbezit en de laatste dividenduitkeringen hebben we de dividenden Enexis (€ 139.293) en Attero (€ 9.045) opgenomen. Dit doen we conform de aanwijzingen van de provincie. Dit betekent een verhoging van respectievelijk € 29.000 en € 2.000. In 2011 hebben we onze aandelen EPZ verkocht. Bij de resultaatbestemming in 2011 hebben we deel van de ontvangen gelden gereserveerd om de dividendbaten te compenseren. Vanaf 2016 vervalt de vrijval uit deze reserve missen we een structurele baat van € 6.043. Als onderdeel bij verkoop van de Essent-aandelen in 2009 hebben we een aandeel in de zogenaamde bruglening (vordering op Enexis) gekregen. Ons aandeel in deze vordering was € 2.175.409 en deze vordering bestond uit 4 delen (tranches). Per 1-1-2014 bedraagt de resterende vordering € 1.631.557. In 2014 wordt de tweede tranche afgelost (€ 604.280). Hierdoor dalen de rentebaten van € 75.867 in 2014 naar € 47.768 in 2015 en 2016. Tot nu hebben we ieder jaar bekeken of herbelegging van de afgeloste bedragen aan de orde is. Door de invoering van het schatkistbankieren is dit niet meer mogelijk. Bruglening Bedragen ultimo jaar
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Tranche 1 (3 jaar) Tranche 2 (5 jaar)
€
604.280
Tranche 3 (7 jaar)
€
604.280
€
604.280
€
604.280
Tranche 4 (10 jaar)
€
422.997
€
422.997
€
422.997
€ 422.997
€ 422.997
€ 422.997
€
-
Aandeel in bruglening
€ 1.631.557
€ 1.027.277
€ 1.027.277
€ 422.997
€ 422.997
€ 422.997
€
-
Aflossing
€
-
€
604.280
€ 604.280
€
-
€
-
€ 422.997
Rente
€
75.867
€
75.867
€
€
19.669
€
19.669
€
47.768
47.768
€
19.669
81
Inconveniëntenregeling Essent Op basis van overeenkomsten uit het verleden krijgen we jaarlijks een inconveniëntentoeslag van Essent. In 2012 hebben we € 34.750 ontvangen. We ramen dit bedrag ook voor de begroting 2014. Dit is een stijging van € 3.360. Het deelprogramma woonfaciliteiten bevat verder de gesloten exploitaties afval en riolering. Het resultaat binnen deze gesloten exploitaties bepaalt de tarieven afvalstoffenheffing en rioolrecht. Via een egalisatievoorziening zorgen we voor een evenwichtige tariefontwikkeling. De tariefontwikkeling lichten we in de paragraaf Lokale Heffingen verder toe. Nieuwe systematiek berekening tarief afvalstoffenheffing en ledigingen In vergelijking met voorgaande jaren hanteren we een andere systematiek voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing. Nu hebben we jaarlijks te maken met een wijziging in het tarief afvalstoffenheffing. Het tarief voor de ledigingen koppelen we altijd aan de verwerkingskosten van rest en GFT-afval. Vanwege de recente aanbesteding vallen deze kosten in 2014 fors lager uit. Tot nu toe is het gebruikelijk om in dit geval het tarief voor de ledigingen te verlagen zodat de opbrengst ledigingen in de pas blijft lopen met de verwerkingskosten. In dit geval zou het gaan om een halvering van de ledigingstarieven. Een dergelijke verlaging van de ledigingstarieven vinden we niet wenselijk omdat we hiermee de prikkel wegnemen om afval te scheiden. Het aanbieden van afval via de container wordt immers een stuk goedkoper. We kiezen er daarom voor om de koppeling tussen het tarief ledigingen en de verwerkingskosten los te laten. Omdat het gaat om een gesloten exploitatie betekent dit automatisch dat het tarief voor de afvalstoffenheffing omlaag kan. Indien we alle kosten doorrekenen komen we voor 2014 uit op een tarief van € 86 per aansluiting. De lasten van afval dalen met ongeveer € 81.000. De baten dalen met ongeveer € 87.000. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste verschillen. Lasten afval We ramen € 15.000 meer op basis van de diverse onderhoudscontracten voor het milieupark en de ondergrondse containers. De raming voor de inzameling van grof huisvuil op het milieupark verlagen we met € 15.000 op basis van de werkelijke kosten. Er is een nieuw contract afgesloten voor de inzameling van hout. We verlagen de raming op basis hiervan met € 7.000. De verwerkingskosten van rest- en GFT-afval zijn als gevolg van de nieuwe aanbesteding € 92.000 lager. Door een daling van de papierprijs ramen we de opbrengst € 53.000 lager. De investering in de ondergrondse containers bij hoogbouw hebben we doorgeschoven naar 2015. Hierdoor dalen de kapitaallasten in 2014 met € 16.000. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende voordeel van € 19.000. Baten afval De geraamde baten afvalstoffenheffing (vastrecht) hebben we ten opzichte van 2013 met € 63.000 verlaagd. Deze ramingen hebben we gebaseerd op de mutaties in de lasten en baten en we hebben rekening gehouden met de uitbreiding van het aantal woningen. De belangrijkste reden voor deze verlaging is de gunstige aanbesteding van de verwerkingskosten rest- en GFT-afval. De raming voor de inkomsten milieupark hebben we verlaagd met € 30.000 ten opzichte van de bijgestelde raming 2013. In 2013 zijn we overgestapt naar een nieuwe manier van afrekenen. Voortaan worden alle aanbiedingen gewogen en wordt op basis van gewicht afgerekend. De
82
ervaringen tot nu toe leren dat hierdoor minder wordt aangeboden. Dit heeft ook zijn uitwerking in lagere kosten voor het afvoeren van de aangeboden fracties. Diverse kleinere aanpassingen binnen de baten veroorzaken per saldo nog een voordeel van € 6.000 ten opzichte van de raming 2013. De beleidstaak riolering en waterzuivering is een gesloten exploitatie. Op basis van het GRP berekenen we het tarief waarmee we op lange termijn alle kosten kunnen dekken. Plussen en minnen verrekenen we via de egalisatievoorziening rioolheffing. Het exploitatieresultaat riolering is in 2014 € 2.000 voordeliger dan in 2013. De lasten stijgen met € 47.000. De baten stijgen met € 49.000. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste verschillen. Door afname van de boekwaarde en het feit dat een aantal activa volledig zijn afgeschreven dalen de kapitaallasten in 2014 met € 27.000. De investeringen in de rioolrenovatie Reuversveld, de riolering Bosdaellaan en het EMI-gemalen Bosdael hebben we (gedeeltelijk) doorgeschoven naar 2013. De kosten van het krediet EMI-gemaal Ouddorp zijn iets hoger dan geraamd. Per saldo dalen de kapitaallasten hierdoor met € 3.000. De totale daling bedraagt € 30.000. Vanwege geplande investeringen conform het GRP nemen we in 2014 een stelpost op van € 15.000 voor de dekking van de kapitaallasten. Het verschil tussen baten en lasten in een jaar egaliseren we via de Voorziening Egalisatie Rioolheffing. Het voordelig verschil tussen lasten en baten voegen we toe aan de voorziening. De storting in de voorziening is in 2014 € 53.000 hoger. Diverse kleinere aanpassingen van de ramingen leveren per saldo nog een nadeel op van € 9.000. De raming voor de baten rioolrecht is in 2014 € 57.000 hoger. Deze raming hebben we gebaseerd op de uitbreiding van het aantal woningen en een verhoging van het tarief rioolrechten. We hebben het tarief voor 2014 met € 8,00 verhoogd tot € 190,50. Deze verhoging is conform het GRP. Overige kleinere verschillen verklaren het resterende nadeel van € 8.000 Meer informatie met betrekking tot de beleidstaak riolering en waterzuivering hebben we opgenomen in de paragraaf Kapitaalgoederen. Storting/onttrekking reserves De beschikking over de reserves is in 2014 € 248.000 lager. In 2013 hebben we een vrijval van ca. € 121.000 geraamd voor de vervroegde afschrijving van een deel van de investeringen in het project Reuversveld, groot onderhoud wegen, het groenbeheersysteem en de omgevingsvergunning. Deze vrijval komt in 2014 niet meer terug. We onttrekken in zowel in 2013 als 2014 en 2015 een bedrag uit de reserve compensatie dividenden PBE. In 2013 is deze onttrekking € 18.000 geweest. In 2014 en 2015 is dit € 6.043. Daarna vervalt deze onttrekking. Voor 2014 dus een verlaging van de beschikking van ca. € 12.000 In 2013 hebben we een beschikking over de investeringsreserve geraamd van € 125.000 voor enerzijds de reconstructie van de Sint Lambertusweg (€ 50.000) en het bedrag voor de startersleningen (€ 75.000). In 2014 en 2015 onttrekken we € 10.000 in verband het verlagen van de wegbermen. Voor 2014 dus een verlaging van de beschikking van € 115.000. In 2015 onttrekken we € 15.000 uit de algemene reserve van het grondbedrijf ten behoeve van het woningmarktonderzoek.
83
Investeringen We hebben de volgende investeringen opgenomen. Investeringen
Kader
(bedrag investering x € 1.000)
Begroting
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
0
p.m.
0
0
0
337
107
0
186
165
151
268
186
502
258
268
6.1 Wonen Geen 6.2 Omgeving
Vervangingsinvesteringen met maatschappelijk nut Revitalisering van wijken
Vervangingsinvesteringen met economisch nut Vervanging materieel
Meerjaren
Gemeentewerken
vervangingsplan
6.3 Woonfaciliteiten
Vervangingsinvesteringen met economisch nut Riolering, div. investeringen
GRP 2008-2012
Totaal investeringen:
Groot onderhoud We hebben de volgende uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Groot onderhoud
Kader
(bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
0
0
0
0
0
0
0
65
0
0
0
2
0
0
0
67
6.1 Wonen Geen 6.2 Omgeving
Meerjaren
Onderhoud gemeenteloods
onderh.plan
(t.l.v. voorziening)
gebouwen
6.3 Woonfaciliteiten
Meerjaren
Onderhoud gebouw milieupark
onderh.plan
(t.l.v. voorziening) Totaal groot onderhoud:
gebouwen
84
Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
6.1 Wonen Woningmarktonderzoek
0
15
0
0
Bodemkwaliteitskaart
0
0
15
0
Beeldbestek zwerfval
0
0
10
0
20
20
20
20
3
2,5
2
2
Verlagen wegbermen
10
10
10
0
Hekwerk Dierenrijck
14
0
0
0
Beleid plantsoenonderhoud
25
-45
-90
-125
72
2,5
-33
-103
Klimaatbeleid Duurzaamheidsbeleid 6.2 Omgeving
6.3 Woonfaciliteiten Geen Totaal nieuw beleid:
85
86
Programma 7: Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling Opbouw programma Het programma verdelen wij in: 7.1 Ruimtelijke ordening - 810.0 Ruimtelijke Ordening - 830.0 Bouwgrondexploitatie 7.2 Economische ontwikkeling - 310.0 Handel en Ambacht - 320.0 Industrie - 560.4 Kermissen 7.3 Plattelandsontwikkeling - 341.0 Overige agrarische zaken, jacht en visserij - 810.1 Ruimtelijke Ordening Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van dit programma is om, door planologische en stedenbouwkundige maatregelen, een optimale en evenwichtige indeling, inrichting, benutting en instandhouding van het woon-, werk- en leefmilieu te realiseren in een gemeente met een goed economisch klimaat. Dit beleid geven we in drie pijlers vorm: - ruimtelijke ordening - economische ontwikkeling (exclusief recreatie en toerisme, dit hebben we in programma 4 opgenomen) - plattelandsontwikkeling Binnen de laatste twee pijlers is de gemeente niet leidend, maar faciliteert en ondersteunt. Maatschappelijke effecten De gewenste maatschappelijke effecten vatten we per pijler als volgt samen: - Ruimtelijke ordening: het mogelijke maken van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en voorzien in de behoefte aan ruimte voor wonen, werken, recreatie en natuur - Economische ontwikkeling: het behouden en ontwikkelen van mogelijkheden voor bedrijfsleven en detailhandel - Plattelandsontwikkeling: het faciliteren van de verdere ontwikkeling van het buitengebied tot een vernieuwende en verbeterde economische structuur. De concrete uitwerking van de gewenste maatschappelijke effecten in beleidsdoelstellingen is in onderstaande tabel per pijler samengevat. Wat willen we bereiken
Wat doen we daarvoor
RUIMTELIJKE ORDENING
-
het mogelijke maken van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen het voorzien in de behoefte aan ruimte voor wonen, werken, recreatie en natuur
-
actueel houden en ontwikkelen van de bestemmingsplannen nieuwe, gewenste initiatieven positief benaderen en procedureel ondersteunen optimale inzet van gemeentelijk grondbezit voor de realisatie van gewenste ontwikkelingen jaarlijkse herziening van exploitatieopzetten
ECONOMISCHE ONTWIKKELING
-
het behouden en ontwikkelen van mogelijkheden voor bedrijfsleven en detailhandel
-
coördinatie van gemeentelijke activiteiten ten dienste van het bedrijfsleven het faciliteren en stimuleren van een goede ontwikkeling van het economische klimaat beheren en promoten van de weekmarkt, vaste
87
standplaatsen en jaarlijkse kermissen PLATTELANDSONTWIKKELING
-
het faciliteren van de verdere ontwikkeling van het buitengebied tot een vernieuwende en verbeterde economische structuur
-
In samenwerking met de reconstructiecommissie noord en midden Limburg, het agrarische bedrijfsleven en de natuurorganisaties projecten opstellen met als doel de economische structuur van het buitengebied te vernieuwen en te verbeteren in het kader van toerisme en recreatie.
Actiepunten 2014-2017 Ruimtelijke ordening Project Leewen/De Weerd In 2012 zijn we gestart met het uitwerken van diverse plannen in het gebied Leewen/De Weerd. Het belangrijkste deelproject vinden wij het (deels) zichtbaar maken van de Schans. Momenteel onderzoeken we de mogelijkheden om dit te kunnen doen. Als dit mogelijk blijkt, resteren nog beperkte middelen voor de overige ambities uit het project. In 2014 willen we dan nog de lintbeplanting in het gebied versterken, een onderzoek doen naar de fundamenten van de Lambertuskapel en het plaatsen van een uitkijktoren. Structuurvisie Maasplassen In het voorjaar van 2014 leggen wij de raad (gelijktijdig met de overige deelnemende gemeenten) de Intergemeentelijkse Structuurvisie Maasplassen (IGSV Maasplassen) ter vaststelling voor. Deze IGSV heeft een werkingsduur tot 2030 en is richtinggevend en bindend voor de gemeenten. We houden rekening met de maatregelen vanuit het Deltaprogramma (hoog watermaatregelen) tot 2050. Voor de definitieve vaststelling doorlopen we een inspraakprocedure. Bestemmingsplan bebouwde gebieden We ontwikkelen één bestemmingsplan voor de bebouwde gebieden. In dit bestemmingsplan nemen we de plangebieden ‘Centrum Reuver’ en ‘Bedrijventerreinen’ mee. De voorbereidende werkzaamheden zijn gestart in 2012. In 2013 start de bestemmingsplanprocedure. Naar verwachting maken we het merendeel van de kosten in 2013 en in 2014 het restant. Dekking vindt plaats via de algemene reserve grondbedrijf. Uitbreiding Lommerbergen De uitbreiding van Lommerbergen is opgenomen in de Structuurvisie Beesel. We zijn in afwachting van een concreet uitgewerkt plan van Landal. De kosten van het bestemmingsplan voor deze uitbreiding komen voor rekening van de initiatiefnemer. Economische ontwikkeling Uitbreiding bedrijventerrein Roversheide Het bedrijventerrein Roversheide breiden we uit met een oppervlakte van 6 hectare ten behoeve van lokale bedrijvigheid. Ter plaatse realiseren we circa 10 nieuwe bedrijfskavels. Initiatiefnemer is een projectontwikkelaar en de gemeente faciliteert. Naar verwachting volgt in 2013 en 2014 de bestemmingplanprocedure. De kosten van het opstellen van het beeldkwaliteitsplan en het bestemmingsplan komen voor rekening van de initiatiefnemer.
88
Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s
Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015 2016 2017
Lasten: 7.1 810.0 830.0 7.2 310.0 320.0 560.4 7.3 341.0
Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Bouwgrondexploitatie Subtotaal 7.1 Economische ontwikkeling Handel en ambacht Industrie Kermissen Subtotaal 7.2 Plattelandsontwikkeling Overige agrarische zaken
810.0
Ruimtelijke ordening Subtotaal 7.3 Totaal lasten programma 7
659 622 1.282
382 14 395
355 10 365
346 10 357
341 10 351
346 11 356
102 0 12 114
93 0 14 107
93 0 12 105
93 0 12 105
55 0 14 69
55 0 12 67
239
115
104
104
103
103
0 239 1.635
0 115 618
0 104 574
0 104 566
0 103 523
0 103 527
399 658 1.057
168 14 182
168 10 179
168 10 179
168 10 178
168 11 179
53 0 42 94
57 0 42 99
50 0 42 92
50 0 42 92
12 0 42 54
12 0 42 54
238
69
67
67
74
67
0 238 1.389
0 69 349
0 67 338
0 67 338
0 74 306
0 67 300
225 20 2 246
213 8 47 268
186 13 36 236
178 14 36 228
173 15 29 217
178 13 36 227
764 845 164
27 68 228
21 18 239
21 11 239
21 11 227
22 11 238
2.398 2.234 164
644 417 228
595 356 239
587 348 239
544 317 227
548 311 238
Baten: 7.1 810.0 830.0 7.2 310.0 320.0 560.4 7.3 341.0
Ruimtelijke ordening Ruimtelijke ordening Bouwgrondexploitatie Subtotaal 7.1 Economische ontwikkeling Handel en ambacht Industrie Kermissen Subtotaal 7.2 Plattelandsontwikkeling Overige agrarische zaken
810.0
Ruimtelijke ordening Subtotaal 7.3 Totaal baten programma 7 Saldo programma 7: 7.1 Ruimtelijke ordening 7.2 Economische ontwikkeling 7.3 Plattelandsontwikkeling Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 7 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 7 Totaal baten programma 7 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
89
Specificatie mutatie reserves programma 7 Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
0 77 77-
0 40 40-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
36 537 501-
14 15 1-
10 7 3
10 0 10
10 0 10
10 0 10
696 35 661
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
935 Algemene reserve grondbedrijf Lasten Baten Saldo
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
949 Reserve dekking kapitaallasten gronddepot Keulseweg Lasten Baten Saldo
0 0 0
0 0 0
3 3 0
3 3 0
3 3 0
3 3 0
0 7 7-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
19 47 28-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
5 5 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
8 8 0
8 8 0
8 8 0
8 8 0
977 Reserve groot onderhoud wegen Lasten Baten Saldo
988 Reserve aankoop onroerend goed Lasten Baten Saldo
993 Reserve dekking kapitaallasten grond BBL Lasten Baten Saldo
5 135 130-
998 Reserve. dekking kapitaallasten grond fietspad Maas (B1821) Lasten Baten Saldo
8 8 0
8 8 0
Totaal mutatie reserves programma 7 Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
764 845 81-
27 68 41-
21 18 3
21 11 10
21 11 10
21 11 10
Toelichting Ruimtelijke Ontwikkeling Het saldo van de baten en lasten van de beleidstaak ruimtelijke ordening is in 2014 € 27.000 voordeliger. Dit verschil heeft diverse oorzaken.
90
In 2013 hebben we ca. € 40.000 opgenomen voor diverse projecten. Dit zijn eenmalige ramingen die in 2014 niet meer terugkomen. Daarnaast hebben we nog een budget beschikbaar voor het bestemmingsplan bebouwd gebied. Dekking vindt plaats via de algemene reserve van het grondbedrijf. In de oorspronkelijke raming 2013 hebben we een bedrag geraamd van € 15.000. Naar verwachting geven we in 2014 € 7.500 uit aan externe ondersteuning. Dus een verlaging van de raming met € 7.500. Wij schaffen elk jaar luchtfoto’s aan die recht van boven zijn gemaakt (orthofoto’s). Aanvullend beeldmateriaal (obliquefoto’s - foto’s onder een hoek van 45° en panoramafoto’s) schaffen wij eens per 3 jaar aan. Voor die laatste betalen wij wel jaarlijks de kosten van het gebruiksrecht. Hierdoor fluctueren de kosten van de luchtfoto’s. De kosten in 2014 zijn ca. € 7.500 hoger dan in 2013 (zie onderstaande tabel).
Orthofoto's Kosten/gebruiksrecht panoramafoto's Huur viewer panoramafoto's Obliquefoto's
2013 3.055 1.480
2014 3.055 9.129
2015 3.055 1.480
2016 3.055 1.480
2017 3.055 9.129
0 0 4.535
0 0 12.184
0 7.085 11.620
2.500 0 7.035
0 0 12.184
Overige kleinere verschillen verklaren het resterende nadeel van ca. € 13.000. Economische Ontwikkeling Binnen de beleidstaak handel en ambacht is het saldo van baten en lasten in 2014 € 7.000 nadeliger.Het nadelige verschil van € 7.000 wordt vrijwel geheel verklaard door hogere elektriciteitskosten voor de markt. Plattelandsontwikkeling Het saldo van de beleidstaak overige agrarische zaken is € 9.000 voordeliger en bestaat uit diverse kleinere verschillen. Storting/onttrekking reserves De storting in de reserves is in 2014 € 6.000 lager dan in 2013. Een verschil van € 4.000 heeft te maken met de lagere bijboeking van de rente algemene reserve grondbedrijf. Het resterende verschil van heeft te maken met een lagere storting in twee reserves voor de dekking van kapitaallasten.
De beschikking over de reserves is in 2014 € 50.000 lager. In 2013 hebben we een vrijval van ca. € 40.000 uit de reserves geraamd die in 2014 niet meer terugkomt. Daarnaast hebben we € 7.500 minder onttrokken uit de algemene reserve grondbedrijf in verband met de kosten voor het bestemmingsplan bebouwde kommen. Het resterende bedrag van ca. € 2.500 heeft te maken met een per saldo lagere beschikking over twee reserves voor de dekking van kapitaallasten. Investeringen We hebben geen investeringen opgenomen. Groot onderhoud We hebben geen uitgaven voor groot onderhoud opgenomen.
91
Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
7.1 Ruimtelijke ordening BP kernen/bebouwde kommen
7,5
0
0
0
Kosten lucht- en panoramafoto’s
12
12
7
12
0
0
0
0
0
0
0
0
19,5
12
7
12
7.2 Economische Ontwikkeling Geen 7.3 Plattelandsontwikkeling Geen Totaal nieuw beleid:
92
Programma 8: Middelen Opbouw programma Het programma verdelen wij in de volgende deelprogramma’s en beleidstaken. 8.1 Middelen - 911.0 geldleningen - 913.0 beleggingen - 921.0 algemene uitkering - 922.0 algemene uitgaven/inkomsten - 930.0 WOZ - 940.0 belastingen - 960.0 saldo kostenplaatsen Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling van het programma Middelen is een financieel gezonde gemeente, nu en in de toekomst, bij een verantwoorde belastingdruk.
Het programma Middelen kent een grote overlap met de paragrafen weerstandsvermogen, financiering, lokale heffingen en, in mindere mate, bedrijfsvoering. Ook is er sprake van overlap met de paragraaf over de financiële positie. Teneinde vergelijkbare informatie op één plek te concentreren, hebben we ervoor gekozen de toelichting op onderhavig programma summier te houden en de paragrafen volwaardig te vullen. Maatschappelijke effecten De maatschappelijke effecten zijn grofweg uiteen te zetten in drie componenten: - een solide en realistisch financieel beleid; - beperken van de belastingdruk voor burgers; - beschikken over adequate financieringsmiddelen. De concrete uitwerking van de gewenste maatschappelijke effecten in beleidsdoelstellingen is in onderstaande tabel per onderdeel samengevat.
Wat willen we bereiken Solide en realistisch financieel beleid
Wat doen we daarvoor
-
Zorgen voor goed budgetbeheer, een goede planning en control-cyclus met rapportages
-
Zorgen voor beleidsregels en adequate onderbouwingen op het gebied van:
-
waardering van activa en afschrijving
-
(meerjaren)ramingen
-
actuele meerjarenplannen
-
reserves en voorzieningen
-
Rapporteren over de consequenties van de ministeriële circulaires met betrekking tot het gemeentefonds
Beperken van de belastingdruk voor burgers
-
Zorgen voor kostendekkende tarieven rioolrecht en afvalstoffenheffing
-
Indien mogelijk zorgen voor een OZB-tarief lager dan het Limburgs gemiddelde
-
Indien mogelijk zorgen voor alternatieve
93
inkomsten (subsidies, bijdragen derden) Beschikken over adequate financieringsmiddelen
-
Jaarlijks opstellen belastingverordeningen
-
zorgen voor adequaat treasurybeleid
-
zorgen voor een adequate liquiditeitsplanning
-
zorgen voor voldoende financieringsmiddelen en deze tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden betrekken dan wel uitzetten
-
zorgen voor beleidsregels op het gebied van invordering en kwijtschelding
Actiepunten 2013-2016 In dit programma hebben we voor de begrotingsperiode geen actiepunten. Wat mag het kosten: Totaal bestaand en nieuw beleid uitgesplitst per deelprogramma en beleidstaak. In duizenden euro’s Lasten: 8.1 Middelen 911.0 Geldleningen 913.0 Overige fin. middelen 922.0 Algemene uitgaven en inkomsten 930.0 WOZ 940.0 Belastingen 960.0 Saldo kostenplaatsen Subtotaal 8.1 Totaal lasten programma 8 Baten: 8.1 Middelen 911.0 Geldleningen 913.0 Overige fin. middelen 914.0 Bespaarde rente 921.0 Algemene uitkering 940.0 Belastingen 960.0 Saldo kostenplaatsen Subtotaal 8.1 Totaal baten programma 8 Saldo programma 8: 8.1 Middelen Mutaties reserves Lasten: Baten: Totaal programma 8 Na bestemming/onttrekking reserves Totaal lasten programma 8 Totaal baten programma 8 Saldo na bestemming/onttrekking reserves
Rekening
Begroting
Begroting
2012
2013
2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
299 12 0
348 12 251
269 12 125
254 12 161
240 12 156
140 12 159
151 163 400 1.025 1.025
147 165 205 1.127 1.127
157 177 0 740 740
152 174 0 753 753
152 172 0 732 732
150 177 0 638 638
291 76 878 12.493 1.871 277 15.887 15.887
341 76 795 12.140 2.121 290 15.763 15.763
261 99 830 12.403 2.279 161 16.033 16.033
246 99 803 11.229 2.347 150 14.874 14.874
232 99 790 11.332 2.526 120 15.099 15.099
132 99 790 11.148 2.612 -10 14.771 14.771
-14.862 -14.862
-14.636 -14.636
-15.293 -15.293
-14.121 -14.121
-14.367 -14.367
-14.133 -14.133
1.180 1.450 -15.133
700 1.003 -14.939
87 236 -15.442
81 230 -14.270
75 224 -14.516
69 218 -14.282
2.205 17.338 -15.133
1.827 16.766 -14.939
827 16.268 -15.442
834 15.104 -14.270
807 15.323 -14.516
707 14.989 -14.282
94
Specificatie mutatie reserves programma 8 Middelen In duizenden euro’s
Meerjarenbegroting Rekening 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
121 1.278 -1.157
0 205 -205
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
189 169 20
71 174 -103
67 170 -103
62 166 -104
58 161 -103
100 0 100
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
4 18 -14
3 18 -15
3 17 -14
3 16 -13
2 11 -9
1 11 -10
1 10 -9
1 10 -9
10 30 -20
9 29 -20
8 28 -20
7 27 -20
2015
2016
2017
903 Reserve rekeningsaldo Lasten Baten Saldo
915 Reserve dekking kapitaallasten verbouwing gemeentehuis Lasten Baten Saldo
75 173 -98
921 Reserve dekking kapitaallasten Cultuurgrond Lasten Baten Saldo
0 0 0
924 Reserve dekking kapitaallasten uitbreiding gemeentehuis Lasten Baten Saldo
0 0 0
99 0 -99
926 Reserve dekking kapitaallasten aanpassing klantenbalie Lasten Baten Saldo
0 0 0
43 0 43
927 Reserve dekking kapitaallasten meubilair gemeentehuis Lasten Baten Saldo
0 0 0
243 0 243
928 Reserve dekking kapitaallasten discussie installatie Lasten Baten Saldo
0 0 0
25 0 25
1 3 -2
1 3 -2
1 3 -2
1 3 -2
984 0 984
0 629 -629
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
700 1.003 -303
87 236 -149
81 230 -149
75 224 -149
69 218 -149
946 Investeringreserve Lasten Baten Saldo
Totaal mutatie reserves programma 8 Middelen Totaal lasten Totaal baten Totaal saldo
1.180 1.450 -270
Toelichting Allerlei kleine verschillen verklaren een nadeel van € 1.000 voor de beleidstaak geldleningen.
95
Voor de beleidstaak overige financiële middelen ramen we € 23.000 meer baten aan dividend BNG. Onduidelijk is hoe de ontwikkelingen in de komende jaren zullen zijn. Banken (ook de BNG) moeten voldoen aan bepaalde eisen qua eigen vermogen. Maar ook wordt het schatkistbankieren verplicht. Dit laatste betekent dat BNG minder uitgezette gelden zal hebben. Hierdoor kunnen de resultaten (en dus ook de dividenduitkeringen) onder druk komen te staan. Op advies van de provincie trekken we de dividenduitkeringen over 2012 als raming meerjarig door. Op basis van ons aandelenbezit hebben we € 99.000 per jaar opgenomen ( € 1,49 per aandeel). Bij de beleidstaak bespaarde rente is het verschil aan baten (voordeel € 35.000) te verklaren door een hogere rente over de reserves en voorzieningen. Dit heeft te maken met de stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari 2014. De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2013. De bezuinigingen uit het regeerakkoord zijn in de circulaire verwerkt. De bezuinigingen op de decentralisaties Jeugd, ABWZ en participatie zijn niet verwerkt in de circulaire. Het blijft daardoor onbekend hoe hoog de kortingen op de decentralisatiebudgetten voor Beesel zijn. De systematiek van “samen trap op, trap af” leidt in de huidige omstandigheden tot een verlaging van de reële accressen, behalve voor het jaar 2014. Het accres in dat jaar is opvallend positief. Dit wordt vooral veroorzaakt door een aantal pieken in infrastructurele landelijke projecten. Landelijk zien de accressen voor 2014 tot en met 2017 er als volgt uit. Bedragen in miljoenen euro’s: Uitkeringsjaar Accres stand meicirculaire 2013 Nominaal accres in procenten Prijsontwikkeling BBP Reëel accres in procenten
2014 974
2015 15
2016 139
2017 88
5,95%
0,09%
0,87%
0,54%
1,60% 4,28%
0,90% -0,81%
0,90% -0,03%
0,90% -0,36%
In 2015 tot en met 2017 is het reëel accres in procenten negatief. Een negatief reëel accres betekent dat we met het ontvangen geld minder kunnen doen. In onderstaande tabel geven we een overzicht van de algemene uitkering in vergelijking met de raming in de begroting 2013. Algemene uitkering 2013 2014 2015 2016 2017
€ € € € €
12.186.985 12.552.604 11.398.908 11.542.429 11.545.107
Afwijking t.o.v. begroting 2013 € € € €
365.619 (788.077) (644.556) (641.878)
96
Uit de bovenstaande tabel blijkt een sterke daling van de algemene uitkering vanaf 2015. Deze daling is het gevolg van de kortingen uit het regeerakkoord. In onderstaande tabel geven we een overzicht van de belangrijkste kortingen. Kortingen, bedrag x € 1.000 BTW compensatiefonds Lagere apparaatskosten Huisvesting onderwijs Maatschappelijke stages WMO
2014 120 0 0 0 37
2015 320 39 132 12 566
2016 323 79 138 13 566
2017 323 118 140 13 566
In de aanbiedingsbrief onder punt 4B hebben we de kortingen toegelicht. Stelposten In deze begroting anticiperen we op extra rijksbezuinigingen in het najaar van 2013. We kunnen de hoogte van de bezuinigingen en de financiële gevolgen voor Beesel nu nog niet inschatten. We nemen daarom een stelpost voor de financiële gevolgen op. In onderstaande tabel geven we hiervan een overzicht. Bedrag x € 1.000 Stelpost extra bezuinigingen
2014 140
2015 170
2016 210
2017 397
In de begroting 2013 hebben we stelposten opgenomen voor de efficiëntiekortingen op de decentralisaties en voor het herverdeeleffect van het gemeentefonds. De decentralisaties ramen we in deze begroting budgetneutraal. Daarom laten we deze stelposten uit 2013 vervallen. De stelpost voor het herverdeeleffect laten we eveneens vervallen. Het financiële risico van de herverdeling nemen we op in de paragraaf weerstandsvermogen. Voor de beleidstaak algemene uitgaven en inkomsten ramen we voor 2014 € 126.000 minder lasten. We hebben vanaf 2014 een jaarlijkse besparing van € 120.000 ingeboekt als gevolg van de kerntakendiscussie (zie punt 2 in de aanbiedingsbrief). Overige kleine verschillen verklaren het resterende voordeel van € 6.000. Voor de beleidstaak WOZ ramen we ca € 10.000 meer lasten als gevolg van diverse kleine verschillen. Het saldo van baten en lasten voor de beleidstaak Belastingen geeft een voordeel van € 146.000 ten opzichte van 2013. Het OZB-tarief hebben we verhoogd met 4% (voordeel ca. € 65.000). Voor autonome groei (woningbouw) OZB ramen we een stijging van € 5.000. In 2014 verhogen we het tarief van de toeristenbelasting met € 0,20 p.p.p.o naar € 1,00 p.p.p.o. Hierdoor ontvangen we vanaf 2014 jaarlijks € 104.000 aan toeristenbelasting extra. We verwachten in 2014 circa 30.000 minder bezoekers aan de Lommerbergen. Hierdoor dalen de opbrengsten met € 24.000. Voor de jaren 2015 t/m 2017 handhaven we het tarief van de toeristenbelasting op € 1,00 p.p.p.o. Een verdere toelichting op de meerjarenraming staat in de paragraaf G Lokale Heffingen. Het Ministerie van VROM houdt één keer in de drie jaar een audit op de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Binnen de begrotingsperiode staat een audit (€ 5.000) gepland voor 2014 en een voor 2017. We krijgen van het Ministerie een vergoeding van € 5.000.
97
Overige kleine verschillen verklaren het resterende nadeel van € 4.000. Het verschil in de uitgaven op de beleidstaak saldo kostenplaatsen (voordeel € 205.000) heeft betrekking op het saldo van de begrotingswijzigingen 2013. De kolom raming 2013 is namelijk inclusief de in 2013 verwerkte begrotingswijzigingen. Het verschil in de inkomsten op de beleidstaak saldo kostenplaatsen (nadeel € 129.000) heeft betrekking op de berekening van de renteomslag.
Investeringen We hebben geen investeringen opgenomen. Groot onderhoud We hebben geen uitgaven voor groot onderhoud opgenomen. Beleidsvoornemens We hebben de volgende bedragen voor nieuw beleid opgenomen. Beleidsvoornemens (bedrag x € 1.000)
Begroting 2014
Meerjarenbegroting 2015
2016
2017
65
65
65
67
67
67
70
70
8.1 Middelen Verhoging ozb 2014 met 4%
65
Verhoging ozb 2015 met 4% tov 2014 Verhoging ozb 2016 met 4% tov 2015 Verhoging ozb 2017 met 4% tov 2016
74
Verh. toeristenbel 2014 € 0,20 pppo
104
104
104
104
Totaal nieuw beleid:
169
236
306
380
98
Financiële positie Begrotingsuitkomsten UITKOMSTEN MEERJARENBEGROTING 2014-2017 Saldo begroting 2014-2017 2014 € 0 2015 € 2.320 2016 € 3.047 2017 € 285 Uitgangspunten voor de (meerjaren)begroting zijn: - geen loonstijging; - voor prijsstijgingen hebben we daar waar dit mogelijk is de nullijn gehanteerd. Bij contractuele verplichtingen of daar waar dit onvermijdelijk is hebben we wel een prijsstijging meegenomen gebaseerd op de afspraken bij de betreffende budgetten; - de meerjarenraming gemeentefonds uit de meicirculaire 2013; - kaders kwaliteitsniveau gebouwen en groen (paragraaf kapitaalgoederen) - uitvoering van de meerjarige onderhouds- en investeringsplannen (o.a. wegen, verlichting, riolering, automatisering, gemeentelijke gebouwen, materieel brandweer en gemeentewerken etc.); - de (meerjarenbegroting) van de Veiligheidsregio en WAA; - 100% kostendekking beleidstaken reiniging en riolering; - een jaarlijkse verhoging van de OZB met 4%; - verwerking van de in de programma’s beschreven meerjarige ontwikkelingen; - een verhoging van de toeristenbelasting in 2014 met € 0,20 p.p.p.o.
99
Ruimte investeringen In onderstaande tabel geven we een overzicht van de investeringen in de begrotingsperiode 2014 tot en met 2017. We geven tevens aan waar we deze investeringen uit dekken.
Prog
Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 3
Prog 2 Prog 2
Prog 2 Prog 3 Prog 5 Prog 6 Prog 6
Prog 2 Prog 3 Prog 6
Prog 2 Prog 3
Omschrijving 2014 Fietsroute Hovergelei veer 2e fase Fietsroute Keulseweg Vervanging lichtmasten Gladheidsmeldingsysteem Doorgaande wegen kern Beesel Snelheidsremmende voorzieningen Past. Vranckenlaan Snelfietsroute Sittard-Roermond- Venlo Vervanging speeltoestellen Totaal 2014 2015 Fietsroute Keulseweg Centrumplan Beesel
Vervanging lichtmasten Vervanging speeltoestellen Uitbreiding Broekhin Revitalisering wijken Vervanging materieel gemeentewerken Totaal 2015 2016 Vervanging lichtmasten Vervanging speeltoestellen Vervanging materieel gemeentewerken Totaal 2016 2017 Vervanging lichtmasten Vervanging speeltoestellen Totaal 2017 TOTAAL 2014 tot en met 2017
Investeringsbedrag 570.000 pm 69.684 21.515 180.000 150.000
Dekking
Investeringsreserve Investeringsreserve Investeringsreserve Investeringsreserve Exploitatie Exploitatie
€
60.000 Exploitatie 108.190 Exploitatie 1.159.389
€
pm Investeringsreserve 250.000 Investeringsreserve €129.000, exploitatie €121.000 71.077 Investeringsreserve 15.440 Exploitatie 3.246.000 Exploitatie pm Investeringsreserve 336.698 Exploitatie 3.919.215
€
72.499 Exploitatie 50.165 Exploitatie 107.405 Exploitatie 230.069
€ €
73.949 Exploitatie 50.570 Exploitatie 124.519 5.433.192
100
In de begrotingsperiode hebben we de volgende kredieten opgenomen voor het groot onderhoud. We baseren ons hierbij op de door de raad vastgestelde onderhoud- en vervangingsplannen. (bedragen x € 1.000) Prog Prog 1 Prog 2 Prog 3 Prog 3 Prog 3 Prog 3 Prog 3 Prog 3 Prog 5 Prog 6 Prog 6
Omschrijving
2014
Gemeentehuis Brandweergarage Sporthal de Schans Gymzaal Beesel Gymzaal Offenbeek Buitensport De Schakel Bergingen begraafplaatsen Huisvesting onderwijs Gemeenteloods Gebouw milieupark Totaal onderhoud
2015
5 18 20 7 10 1 181 €
242
2016
15 38 64 39 47 2 22 2 45 €
274
2017
43 46 13 27 33 13 32 6 €
213
6 17 11 10 65 2 €
111
101
Overzicht incidentele lasten en baten In deze begroting hebben we een aantal baten en lasten opgenomen die een incidenteel karakter hebben. Hieronder geven wij u hier een overzicht van. Dit overzicht is exclusief investeringen. Tabel incidentele lasten
Prog prog 3
Omschrijving 2014 Visie blijvend voorzien / accommodatiebeleid
Prog 4
Olympias ronde
Prog 6 Prog 6 Prog 6
Vervangen hekwerk Dierenrijck Onderhoud / verlagen wegbermen Duurzaamheidsbeleid Totaal 2014 2015 Actualiseren GVVP Olympia's ronde
Prog 2 Prog 4
Bedrag
pm Investeringsreserve
€
40.000 Reserve recreatie en toerisme 14.000 Exploitatie 10.000 Investeringsreserve pm Investeringsreserve 64.000
€
8.000 Investeringsreserve 40.000 Reserve recreatie en toerisme 10.000 Investeringsreserve 5.000 Exploitatie 63.000
Prog 6 Prog 8
Onderhoud / verlagen wegbermen Hertaxatie gebouwen Totaal 2015 2016 Prog 4 Draaksteken 2016 Prog 6 Onderhoud / verlagen wegbermen Prog 6 Actualisatie Bodemkwaliteitskaart Totaal 2016 TOTAAL LASTEN 2014 tot en met 2017
Dekking
€ €
50.000 Exploitatie 10.000 Exploitatie 15.000 Exploitatie 75.000 202.000
Tabel incidentele baten Prog
Omschrijving 2015 Prog 5 Vrijval voorziening huisvesting onderwijs ivm wetswijziging TOTAAL BATEN 2014 tot en met 2017
Bedrag
Ten gunste van
€
45.256 Investeringsreserve
€
45.256
102
Recapitulatie financiën programma’s Indien we de meerjarenbegroting van de diverse programma’s samenvatten ontstaat het volgende beeld.
In duizenden Euro’s Programma 1 Bedrijfsvoering en Bestuur Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
2013
2014
2015
2016
2017
3.752 -262 3.490 -293 3.197
3.504 -275 3.229 0 3.229
3.495 -275 3.220 0 3.220
3.468 -275 3.193 0 3.193
3.441 -275 3.166 0 3.166
Programma 2 Openbare orde en veiligheid Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
2.210 -53 2.157 -905 1.252
2.415 -50 2.365 -677 1.688
1.696 -50 1.646 -224 1.422
1.438 -50 1.388 -15 1.373
1.441 -58 1.383 -16 1.367
12.756 -5.796 6.960 -348 6.612
12.381 -5.932 6.449 -8 6.441
11.607 -5.837 5.770 -41 5.729
11.719 -5.837 5.882 -41 5.841
11.610 -5.871 5.739 -41 5.698
435 -14 421 -113 308
402 0 402 63 465
396 0 396 -38 358
417 0 417 2 419
347 0 347 2 349
Programma 5 Educatie Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
1.723 -95 1.628 -141 1.487
1.588 -96 1.492 -52 1.440
1.584 -141 1.443 -8 1.435
1.818 -96 1.722 -53 1.669
1.828 -96 1.732 -41 1.691
Programma 6 Wonen en leven Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
5.280 -3.161 2.119 -264 1.855
4.931 -2.975 1.956 -16 1.940
4.958 -3.063 1.895 -31 1.864
4.991 -3.200 1.791 0 1.791
4.944 -3.172 1.772 0 1.772
Programma 3 Zorg en welzijn Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming Programma 4 Sport, recreatie en toerisme Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
103
In duizenden Euro’s Programma 7 Ruimtelijke, economische en Plattelandsontwikkeling Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
2013
2014
2015
2016
2017
618 -350 268 -40 228
574 -338 236 3 239
566 -338 228 11 239
523 -306 217 10 227
527 -300 227 11 238
Programma 8 Middelen Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
1127 -15.763 -14.636 -303 -14.939
740 -16.033 -15.293 -149 -15.442
753 -14.874 -14.121 -148 -14.269
732 -15.099 -14.367 -149 -14.516
638 -14.771 -14.133 -149 -14.282
Totaal Lasten Baten Saldo voor bestemming Onttrek./storting reserves Saldo na bestemming
27.901 -25.494 2.407 -2.407 0
26.535 -25.699 836 -836 0
25.055 -24.578 477 -479 -2
25.106 -24.863 243 -246 -3
24.776 -24.543 233 -234 -1
(+ = tekort, - = overschot)
Conclusie financiële positie De belangrijkste aspecten voor het beoordelen van de financiële positie van de gemeente zijn budgettaire ruimte, reservepositie, ruimte belastingpakket, belastingdruk en meerjarenperspectief. Daarnaast speelt een aantal specifieke, gemeentegebonden kenmerken een rol, zoals fysieke en sociale structuur, afschrijvingsbeleid en grondexploitatie. We beoordelen de gemeente Beesel op de diverse aspecten als volgt: * Budgettaire ruimte Hieronder verstaan we de ruimte die in de begroting aanwezig is voor het uitvoeren van nieuw beleid. In de voor u liggende begroting 2014 is de volgende budgettaire ruimte opgenomen: een post onvoorzien van € 75.000 een post onvoorzien incidenteel kapitaallasten van € 170.000 een investeringsruimte van € 1.109.984 * Reservepositie Jaarlijks evalueren we de gemeentelijke reserves en voorzieningen. We kijken of de bestaande reserves en voorzieningen nog voldoen aan het BBV, of we ze kunnen samenvoegen of opheffen en of we nieuwe reserves of voorzieningen moeten vormen. Ook bekijken we of de hoogte van de reserves en voorzieningen toereikend is voor het doel waarvoor de reserve c.q. voorziening is gevormd.
104
We dekken incidentele lasten en investeringen met maatschappelijk nut met incidentele middelen. Hierdoor ontlasten we onze meerjarenbegroting. In de tabel hieronder zetten we de belangrijkste uitnamen uit reserves op een rij. (Bedrag x € 1.000) Investeringsreserve Reserve recreactie & toerisme Reserve tekort WAA Reserve compensatie dividenden PBE Totaal
2014 1.271 40 42 6 1.359
2015 218 40 0 6 264
2016
2017 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
In de onderstaande tabel geven we een verder uitsplitsing van de onttrekkingen uit de reserves. Prog
Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 3 Prog 3 Prog 6 Prog 6
Prog 4 Prog 3 Prog 6 Prog
Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 2 Prog 6 Prog 6
Prog 4 Prog 6
Omschrijving 2014 Investeringreserve Fietsroute Hovergelei veer 2e fase Fietsroute Keulseweg Vervanging lichtmasten Gladheidsmeldingsysteem Storting in reserve Project realisatie collectieve voorzieningen Visie blijvend voorzien / accommodatiebeleid Onderhoud / verlaging wegbermen Duurzaamheidsbeleid Totaal investeringsreserve Reserve recreatie en toerisme Olympia's ronde Reserve tekorten WAA Versterking weerstandsvermogen WAA Reserve compensatie dividenden PBE Compensatie wegvallen dividenden PBE Totaal 2014 Omschrijving 2015 Investeringreserve Fietsroute Keulseweg Centrumplan Beesel (tot. € 300.000) Vervanging lichtmasten Actualiseren GVVP Onderhoud / verlaging wegbermen Revitalisering wijken Totaal investeringsreserve Reserve recreatie en toerisme Olympia's ronde Reserve compensatie dividenden PBE Compensatie wegvallen dividenden PBE Totaal 2015
Investering of incidentele last
Bedrag onttrekking
Investering Investering Investering Investering Incidentele last
570.000 pm 69.684 21.515 600.000
Incidentele last Incidentele last Incidentele last
pm 10.000 pm 1.271.199
Incidentele last
40.000
Incidentele last
41.718
Incidentele last € Investering of incidentele last
6.043 1.358.960 Bedrag onttrekking
Investering Investering Investering Incidentele last Incidentele last Investering
pm 129.000 71.077 8.000 10.000 pm 218.077
Incidentele last
40.000
Incidentele last €
6.043 264.120
105
Stand reserves en voorzieningen In onderstaande tabel geven we een totaal overzicht van de stand van de reserves. Saldo 31 december (bedrag x € 1.000) Algemene reserve Algemene reserve grondbedrijf Bestemmingsreserve Waarvan bruteringsreserve Voorzieningen Totaal
2014 € € € € € €
1.500 257 21.175 3.365 7.568 30.500
2015 € € € € € €
1.500 253 20.731 3.140 7.688 30.172
2016 € € € € € €
1.500 263 20.507 2.915 7.927 30.197
2017 € € € € € €
1.500 273 20.294 2.701 8.299 30.366
* Ruimte belastingpakket Uit de paragraaf Weerstandsvermogen en Lokale heffingen blijkt dat er ruimte zit bij de OZB. De ruimte is iets afgenomen door de voorgestelde verhoging van de OZB met 4%. Er is echter nog steeds ruimte, zeker als we als bovengrens het Limburgse gemiddelde nemen. Het rioolrecht en de reinigingsrechten zijn 100% kostendekkend. Voor de cijfers verwijzen we naar de paragraaf Lokale Heffingen. * Belastingdruk De belastingdruk voor een gemiddeld gezin stijgt in 2014 met 1%. In 2015 tot en met 2017 stijgt de belastingdruk eveneens licht. Daarnaast houden we de voorzieningen voor de burger zoveel mogelijk op peil. Ondanks de lichte verhogingen ligt de belastingdruk in de gemeente Beesel nog steeds ver onder het gemiddelde van de Limburgse gemeenten. Voor de toelichting op de cijfers verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen. * Meerjarenperspectief We hebben heeft voor de begrotingsperiode 2014 tot met 2017 de financiële huidhouding op orde. We zijn er in geslaagd een sluitende meerjarenbegroting 2014 samen te stellen. Daarbij blijven de voorzieningen voor de burgers op peil en hebben we ruimte vrijgemaakt voor investeringen. Bij het meerjarige beeld moeten we rekening houden met de volgende zaken: - In deze begroting hebben we de volgende kortingen op het gemeentefonds verwerkt: lagere apparaatskosten, BTW-compensatiefonds, huisvestingonderwijs (zie programma 8). - De drie decentralisaties hebben we budgetneutraal geraamd. Vanaf 2014 ramen we een structureel uitvoeringsbudget decentralisaties / participatie van € 244.000. In 2014 storten we € 600.000 in een reserve voor de realisatie van collectieve middelen en € 75.000 in een reserve voor communicatie decentralisatie. - We hebben vanaf 2014 een stelpost opgenomen voor de gevolgen van de aanvullende bezuinigingen van het Rijk (6 miljard). - We hebben reserves om tegenvallers in de WWB en WMO op te vangen. - Het totaal saldo van onze reserves en voorzieningen blijft meerjarig nagenoeg constant. De belastingcapaciteit hebben we nog niet ten volle benut.
106
Deel 2 Paragrafen
107
108
A
WEERSTANDSVERMOGEN
Het weerstandsvermogen definiëren we als het vermogen van de gemeente Beesel om nietstructurele financiële risico’s op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor we geen voorzieningen hebben getroffen of verzekeringen hebben afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. Aandacht voor het weerstandsvermogen voorkomt dat elke financiële tegenvaller ons dwingt tot bezuinigingen. De paragraaf weerstandsvermogen bevat: 1. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s 2. een inventarisatie van de risico’s 3. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit
1. Beleid Het College van Beesel heeft in 2011 de geactualiseerde nota risicomanagement en weerstandsvermogen vastgesteld. Invoering van risicomanagement is een groeiproces waarbij het niet alleen gaat om de ontwikkeling van instrumenten maar ook om bewustwording en gedragsbeïnvloeding. Het gaat om het managen van bedreigingen en kansen die de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen in de weg staan of daaraan juist bijdragen. Rollen in het kader van risicomanagement De raad is verantwoordelijk voor een sluitende begroting. Een exact sluitende begroting zonder weerstandsvermogen betekent dat iedere tegenvaller een budgettair probleem oplevert. In dat geval staan de programma’s en daarmee het beleid van de gemeente onder druk. Daarom heeft een gemeente voldoende weerstandsvermogen nodig. De kaders en beleidsuitgangspunten moeten ervoor zorgen dat weerstandsvermogen en risicomanagement een structureel onderdeel vormen van de planning & control cyclus.
109
Hieronder volgt een overzicht waarin de relaties tussen de Gemeentewet, de wet dualisering Gemeentebestuur en het BBV zijn weergegeven. De donker gekleurde vlakken hebben betrekking op de Gemeentewet en de wet Dualisering gemeentebestuur en de lichte vlakken op het BBV. Gemeenteraad kaderstellen
Weerstandsvermogen
College / ambtenaren uitvoeren
Gemeenteraad Toezicht houden
Verordening 212 (financiële verordening) Jaarrekening en BERAP's Begroting
Accountant Uitvoeren beleid
paragraaf W eerstandsvermogen en risicomanagement
paragraaf W eerstandsvermogen en risicomanagement
Risicoprofiel Rekenkamer Beleidsnota's:
1. Reserves en Voorzieningen
Verantwoording afleggen
2. Lokale heffingen Weerstandscapaciteit
Beleidsevaluaties 3. Grondbeleid (herziening) exploitatie opzetten
Recht van enquête
4. Onderhoud kapitaalgoederen 5. Subsidieverstrekkingen
2. Risico’s Het begrip risico definiëren we als volgt: Risico is een onzekere en ongewenste gebeurtenis, waardoor het realiseren van de organisatiedoelstellingen en -strategie in het gevaar komt. Bovenstaande betekent dat: Als er zekerheid bestaat over het optreden van de gebeurtenis, er geen sprake is van een risico (een risico is immers een onzekere gebeurtenis); Als de gebeurtenis geen gevolgen heeft voor het realiseren van de organisatiedoelen, er ook geen sprake is van een risico; Het missen van een kans ook een risico is.
110
Onderstaand schema geeft een beeld van de mogelijke risico’s voor een gemeente:
Uit dit overzicht blijkt dat we risico’s onderverdelen in strategische, operationele, schade en financiële risico’s. Onder strategische risico’s vallen bijvoorbeeld politieke, imago en pr-risico’s. De overige drie soorten risico’s betreffen met name risico’s met financiële dan wel juridische gevolgen. Juist deze risico’s zijn financieel kwantificeerbaar, waardoor we de relatie met de weerstandscapaciteit kunnen leggen. We beperken ons tot deze risico’s. Gedurende het reguliere P&C-proces inventariseren we de mogelijke risico’s op de diverse beleidstaken. Het is van belang dat we de in kaart gebrachte risico’s analyseren. We bepalen zowel de financiële gevolgen die het risico met zich meebrengt, als de kans dat een risico zich voordoet. Voor de financiële gevolgen en de kans hanteren we voor beiden 5 klassen met de volgende referentiebeelden. Waarschijnlijkheid
1 2 3 4 5
Zeer klein (1-20%) Klein (21-40%) Gemiddeld (41-60%) Groot (61-80%) Zeer groot (81-100%)
111
Financiële gevolgen (impact) 1
€ 10.000 < x ≥ €
50.000
2
€ 50.000 < x ≥ €
100.000
3
€ 100.000 < x ≥ €
500.000
4
€ 500.000 < x ≥ € 1.000.000
5
> € 1.000.000
Met behulp van een risicoscore rangschikken we risico’s. We maken inzichtelijk welke risico’s het meest belangrijk zijn om te worden beheerst. De risicoscore bepalen we door de klassen van kans en gevolg te vermenigvuldigen volgens onderstaande formule, waarbij de maximale score 25 is (5*5). Voor wat betreft de risico’s kunnen we op basis van de huidige inzichten de volgende ontwikkelingen melden. Voor 2014 e.v. voorzien we een aantal (mogelijk) risicovolle ontwikkelingen. In deze paragraaf gaan we in op de volgende onderwerpen: • 2.1 Algemene uitkering • 2.2 Grondexploitatie • 2.3 Open eind-regelingen - Sociale uitkeringen (WWB) - Decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg - WMO en WVG - Schuldhulpverlening - WSW / Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid (WAA) • 2.4 Schatkistbankieren • 2.5 Claims / Verzekeringen - Onderverzekering - Natuurrampen • 2.6 Drakenrijk • 2.7 APPA-fonds • 2.8 ICT • 2.9 Gemeenschappelijke regelingen
2.1 Algemene uitkering (programma 8.1) Het Rijk heeft de herverdeling van het gemeentefonds verschoven tot na 2014. Daarmee blijft het onzeker wanneer het Rijk de herverdeling doorvoert. De herverdeling van het gemeentefonds heeft een financieel effect voor Beesel. Dit herverdeeleffect kan oplopen tot maximaal € 15 per inwoner in het eerste jaar. De daaropvolgende jaren ervaren we de daadwerkelijke herverdeeleffecten. Het herverdeeleffect kan zowel voor- als nadelig zijn. Op dit moment kunnen we het effect niet bepalen. Daarom hebben we in de begroting 2014 geen stelpost geraamd om een mogelijk negatief effect op te vangen. Het financieel risico treedt op z’n vroegst op in 2015. Het financiële risico is in 2015 maximaal € 210.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. We schatten de kans dat het effect zich voordoet op gemiddeld met een waarschijnlijkheid van klasse 3. De risicoscore is 3 x 3 = 9 en is daarmee een middelmatig risico. Omdat het herverdeeleffect zowel voor- als nadelig kan zijn schatten we
112
het risicobedrag op 50% van het maximum bedrag (€ 105.000). Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen. 2.2 Grondexploitatie (programma 7.1) We voeren een passief grondbeleid. Dit neemt niet weg, dat we de gronden die we in ons bezit hebben optimaal inzetten voor de realisatie van de gewenste ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen betreffen uitbreidingsgebieden en de sanering van bestaande gebieden. Bij elk gebied beoordelen we of we de uitvoering overlaten aan private partijen. Tevens beoordelen we van elke exploitatie de rentabiliteit. Ons uitgangspunt is dat we alleen rendabele exploitaties uitvoeren. Onrendabele exploitaties zetten we alleen door als het maatschappelijk nut hiertegen opweegt. Jaarlijks rekenen we de exploitatieopzetten opnieuw door. Indien we voor een complex een verlies verwachten storten we vanuit de algemene reserve van het grondbedrijf een bedrag ter hoogte van het te verwachten tekort in een voorziening voor verliesgevende complexen. Op basis van de meest recente exploitatieopzetten, vastgesteld door de raad op 17 december 2012, hebben we geen verliesgevende exploitaties. De stand van de voorziening voor verwachte verliezen is per 1 januari 2013 nihil. We hebben het gebied Molenveld-Zuid in exploitatie genomen. We verwachten dat de raad in de eerste helft van 2014, gelijktijdig met het vaststellen van het bestemmingsplan, de exploitatie-opzet kan vaststellen. In de voorlopige exploitatie-opzet houden we rekening met een tekort van € 750.000. Hiervoor hebben we ten laste van de investeringsreserve een voorziening getroffen. De stand van de voorziening voor verwachte verliezen is per 1 januari 2014 € 750.000. Eind 2012 zijn we gestart met het project Bergerhof. De meeste gronden in dit complex zijn in handen van een projectontwikkelaar. We hebben nog geen afspraken gemaakt over de participatie van de gemeente in dit complex. Op dit moment kunnen we geen uitspraak doen over mogelijke risico’s.
2.3 Open eind-regelingen De gemeente heeft in haar begroting een aantal zogenaamde open-eind regelingen. Dit zijn regelingen waarbij het bedrag per deelnemer vast staat, maar het aantal deelnemers variabel is. Een ieder die in aanmerking komt, kan in principe gebruik maken van de betreffende regeling. De gemeente is verplicht de regelingen uit te voeren en draagt het volledige risico. Dit geldt voor: Sociale uitkeringen ( WWB) (programma 3.1) Het sociaal akkoord dat het kabinet in april 2013 met werkgevers en werknemers heeft gesloten, heeft veel gevolgen voor de invoering en inhoud van de Participatiewet. In 2013 wordt dit akkoord inhoudelijk verder uitgewerkt. Dan wordt duidelijk wat dit precies betekent voor de taken die de gemeenten erbij krijgen. De invoeringsdatum van de Participatiewet is 1 januari 2015. Lokaal en regionaal is het onze ambitie dat lokaal werkzoekenden en aanbieders elkaar beter en sneller kunnen vinden. Om de uitgaven te beheersen, zetten we ook in 2014 sterk in op reintegratie en handhaving. Gezien de beperking in de middelen zullen wij hierbij nieuwe wegen moeten bewandelen en nog meer de samenwerking zoeken met partners in de gemeente (o.a. de werkgevers en maatschappelijke organisaties).
113
We beschikken over een reserve Werk en Inkomen. Deze reserve dient als buffer voor budgettaire risico’s voor de WWB. Per 31 december 2012 zit er een bedrag van € 1.030.145 in deze reserve. Dit is € 570.145 meer dan het door de raad vastgestelde minimum. We schatten in dat we ten aanzien van de sociale uitkeringen een klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 2. We schatten het waarschijnlijkheidsrisico op klein omdat we de reserve Werk en Inkomen inzetten indien dat nodig is. Daarmee verkleinen we de kans dat we de financiële risico’s van de WWB ten lasten van de exploitatie moeten brengen. De maximale financiële gevolgen schatten we op basis van ervaringscijfers uit het verleden en de omvang van het klantenbestand in op € 500.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 2 x 3 = 6 en is daarmee een middelmatig risico. Op basis van genomen maatregelen zoals het sterk inzetten op re-integratie en ervaringscijfer uit het verleden schatten we het risicobedrag op € 200.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen. Decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg (deelprogramma 3.2) De decentralisaties van de AWBZ en Jeugdzorg naar de gemeente heeft als consequentie dat we er twee open eindregelingen bij krijgen. Ons uitgangspunt is dat de middelen die we van het Rijk krijgen leidend zijn bij de beleidvorming. Dus dat de lasten gelijk zijn aan de baten. De Rijksoverheid heeft de juridische kaders waarbinnen wij deze decentralisaties moeten uitvoeren echter nog niet uitgewerkt. Het is mogelijk dat we de decentralisaties als gevolg van het ontbreken van de juridische kaders niet budgettair neutraal kunnen uitvoeren. Op dit moment hebben we onvoldoende informatie over de invulling van de wetgeving. Daarom kunnen we de hoogte van de financiële risico’s nu niet inschatten. WMO en WVG (programma 3.2) Er zijn 4 factoren die van invloed zijn op het financiële risico t.a.v. de WMO en de WVG. Deze factoren zijn: 1. het aantal klanten; 2. het aantal uren hulp per klant; 3. de prijsontwikkeling van de uurtarieven; 4. de meerjarige ontwikkeling van het beleid en wetgeving; Met ingang van 2013 zijn de beleidsregels voor de verstrekking van Huishoudelijk werk gewijzigd. We zetten minder in op individuele hulp maar kijken meer naar mogelijkheden van de klant, diens netwerk en het gebruik van collectieve en algemene voorzieningen. In 2014 gaan we nadrukkelijk verder met het door doorontwikkeling van collectieve voorzieningen om zodat we als gemeente niet meer verplicht zijn dure individuele voorzieningen te verstrekken. Hiermee hopen we de financiële risico’s voor de gemeente te beperken. Om de kosten voor het ontwikkelen van collectieve voorzieningen te kunnen dekken vormen we in 2014 een nieuwe reserve “Project realisatie collectieve middelen”. In deze reserve storten we een bedrag van € 600.000. We beschikken over een reserve WMO. Deze reserve dient als buffer voor budgettaire risico’s voor de WMO en de WVG. Per 31 december 2012 zit er een bedrag van € 682.246 in deze reserve. Dit is € 509.746 meer dan het door de raad vastgestelde minimum voor 2013. Het restant dient als buffer voor de budgettaire risico’s van de WMO en de WVG. We schatten in dat we ten aanzien van de WMO en WVG (gezamenlijk) een klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 2. We schatten het waarschijnlijkheidsrisico op klein omdat we de reserve WMO inzetten indien dat nodig is. Daarmee verkleinen we de kans dat we de financiële 114
risico’s van de WMO ten lasten van de exploitatie moeten brengen. Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren schatten we het maximale financiële risico op € 500.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 2 x 3 = 6 en het is daarmee een middelmatig risico. Rekening houdend met reeds genomen maatregelen en ontwikkelingen zoals het uitbreiden van de collectieve voorzieningen schatten we het risicobedrag op € 100.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen. Schuldhulpverlening (programma 3.1) Het budget voor schuldhulpverlening in de meerjarenbegroting bedraagt € 85.000 per jaar. Uitgangspunt is dat we de schuldhulpverlening binnen dit budget uitvoeren. Door het toenemende beroep op schuldhulpverlening vanwege de economische crisis is er een risico dat dit budget ontoereikend is. We schatten in dat we ten aanzien van de schuldhulpverlening een klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 4. Op basis van ervaringscijfers van de afgelopen jaren schatten we de maximale financiële gevolgen in op € 25.000. Daarmee valt de impact in klasse 1. De risicoscore is 4 x 1 = 4 en is daarmee een laag risico. We schatten het risicobedrag op € 10.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen. WSW / Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid (WAA) (programma 3.1) WAA Groep nv heeft niet alleen last van de gevolgen van de economische recessie, maar tevens van rijksbezuinigingen op de WSW. De decentralisatie van financiële middelen naar aanleiding van het Bestuursakkoord heeft grote gevolgen voor gemeenten. Het bestuur GR WAA heeft besloten om in te stemmen met de begroting GRWAA 2014. Maar heeft een taakstellende bezuiniging opgelegd. Deze taakstelling gaat in per 2014. De WAA maakt in de 2e helft van 2013 een plan van aanpak om de taakstellende bezuinigingen te realiseren. In onderstaande tabel geven we een overzicht van de gemeentelijke bijdrage aan de WAA en de taakstellende bezuiniging.
Bijdrage excl taakstellende bezuinigingen Af: Taakstellende bezuinigingen Bijdrage incl taakstellende bezuinigingen
2014 2015 2016 2017 € 385.843 € 335.717 € 337.140 € 343.582 € 244.543- € 239.633- € 288.137- € 343.582€ 141.300 € 96.084 € 49.003 € -
De gemeentelijke bijdrage inclusief de taakstellende bezuiniging hebben we financieel verwerkt in de begroting 2014. Er bestaat een risico dat de WAA de taakstellende bezuiniging niet realiseert in 2014. We schatten in dat we ten aanzien van de WSW een groot risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 4. De maximale financiële gevolgen schatten we voor 2014 in op € 250.000. Dit is gelijk aan het bedrag van de taakstellende bezuiniging. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 4 x 3 = 12 en is daarmee een middelmatig risico. Op basis van de geplande ontwikkelingen van de WAA schatten we het risicobedrag op € 125.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen.
115
2.4 Schatkistbankieren (programma 8.1) Als Schatkistbankieren doorgaat moeten we aan het einde van dit jaar in ieder geval 1/7 deel van het vermogen dat is ondergebracht in een Limburg fonds beëindigen. We hebben participaties in twee Limburgfondsen (totaal € 6,3 mln.). Bij tussentijdse verkoop is het reëel te veronderstellen dat we koersverlies gaan lijden. Zeker omdat we niet de enige partij zijn die participaties moet verkopen. De hoogte van het koersverlies is moeilijk in te schatten. Bij 5% is dit een jaarlijks verlies zijn van € 45.000. De vrijgevallen middelen moeten we verplicht storten in de schatkist. De lagere rentebaten nemen we mee in de begroting. We kunnen niet inschatten wat het gevolg van schatkistbankieren voor de dividenduitkering van BNG is. We hebben het dividend opgenomen conform aanwijzingen van de Provincie. We schatten in dat we ten aanzien van het schatkistbankieren een groot risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 4. De maximale financiële gevolgen schatten we in op 7 x € 45.000 = € 315.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 4 x 3 = 12 en is daarmee een middelmatig risico. We schatten het risicobedrag op € 45.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen.
2.5 Claims / Verzekeringen (programma 7.1 en 8.1) Onderverzekering Het voornaamste risico bij verzekeringen is het risico op onderverzekering. Voor de brandverzekering voorkomen we dit door elke drie jaar de inventaris te laten taxeren en de gebouwen elke zes jaar. In de tussenliggende jaren indexeren we de waarde van inventaris en gebouwen. De meeste verzekeringen betalen niet de werkelijke schade uit, maar een vooraf bepaald maximum. We lopen daardoor een risico op onderverzekering. We schatten in dat we ten aanzien van het onderverzekeren een zeer klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 1. De maximale financiële gevolgen schatten we in op € 1.000.000. Daarmee valt de impact in klasse 5. De risicoscore is 1 x 5 = 5 en is daarmee een middel matig risico. We schatten het risicobedrag op € 100.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen. Natuurrampen We kunnen ons niet verzekeren voor natuurrampen zoals een overstroming van de Maas. Als er een natuurramp plaats vindt dan draagt de gemeente in principe alle kosten tenzij het Rijk middelen ter beschikking stelt. We schatten in dat we ten aanzien van natuurrampen een zeer klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 1. De maximale financiële gevolgen schatten we in op € 1.000.000. Daarmee valt de impact in klasse 5. De risicoscore is 1 x 5 = 5 en is daarmee een middel matig risico. We schatten het risicobedrag op € 100.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen
2.6 Drakenrijk (programma 7.1) Om te zorgen dat we ook daadwerkelijk een dagrecreatiepark en niet alleen een waterplas krijgen, is het belangrijk dat de gemeente 'grip op de grond' houdt. Dit bereiken we door met de recreatieondernemer en ontgronder een erfpachtovereenkomst te sluiten. Deze overeenkomst (een zogenaamde ‘Groninger akte’) is in 2013 ondertekend. De akte gaat over de gronden die 116
eigendom van de ontgronder zijn. Na ondertekening hebben wij ook onze eigen gronden in het plangebied overgedragen aan de recreatieondernemer. Wij hebben, net als in de Groninger akte, bij de gemeentelijke gronden een realisatieverplichting voor de recreatieondernemer opgenomen dat deze het park uitvoert. We hebben met de ontgronder afgesproken dat de Gemeente jaarlijks € 138.857 van de ontgronder ontvangt. Dit hebben we vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst. De nakoming kunnen wij niet bij de rechter afdwingen (natuurlijke verbintenis tot betaling).Toch loopt de gemeente er slechts een klein risico mee. De imagoschade voor de ontgronder is groot bij nietnakoming. Wij schatten in dat wij bij de ontwikkeling van het Drakenrijk een zeer klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 1. We ontvangen vanaf 2014 11 termijnen van in totaal € 1.527.427. Als de ontgronder in gebreke blijft, dan is het maximale financiële gevolg € 1.527.427. Daarmee valt de impact in klasse 5. De risicoscore is 1 x 5 = 5. Daarmee is het een middel matig risico. We hebben geen indicatie dat de ontgronder in gebreke blijft. Daarom schatten we het risicobedrag op een jaartermijn (€ 140.000). Dit bedrag nemen wij op in de berekening van het weerstandsvermogen.
2.7 APPA-fonds ( programma 1.1) We hebben een voorziening APPA getroffen voor pensioenen van bestuurders. Het hebben van een voorziening is een verplichting in het kader van het BBV. Pensioenverplichtingen zijn in de tijd in sterke mate onvoorspelbaar. Zij kunnen namelijk fluctueren als gevolg van het wettelijk recht van belanghebbenden om opgebouwde pensioenrechten tussentijds op te eisen via waardeoverdracht. Het effect van waardeoverdracht is dat de waarde van het pensioen op dat moment moet worden gekapitaliseerd. Het bedrag van de voorziening moeten we acuut vrijmaken om het pensioen over te dragen aan een ander bestuursorgaan of aan een pensioenfonds. We hebben gelden uitgezet in het BNG APPA-fonds ter hoogte van de voorziening om bij een eventuele waardeoverdracht financieringsproblemen te voorkomen. De vervolgvraag is of de getroffen voorziening passend en toereikend is in het licht van de aanspraken. Jaarlijks laten we actuariële berekeningen maken door RAET. In overleg met onze accountant hebben we besloten om voor de begroting 2014 berekeningen te laten maken met een rekenrente van 2,8% (de oude rekenrente was 3%). De hoogte van de rekenrente is van invloed op de jaarlijkse dotatie aan de voorziening. Hoe lager de rekenrente hoe hoger de jaarlijkse dotatie aan de voorziening. We hebben de rekenrente aangepast omdat we signalen kregen dat er naar alle waarschijnlijkheid met een lagere rekenrente gerekend wordt bij waardeoverdracht. Bij een verplichte overdracht van de wethouderspensioenen aan een pensioenfonds tegen een lagere rente dan 2,8% hebben we niet voldoende middelen in onze voorziening. We schatten de kans op een verplichte overdracht in als klein. Bij een eventuele verplichte overdracht is de kans op een lagere rekenrente gemiddeld. De gezamenlijke kans geven we een waarschijnlijkheid van klasse 1 (klein). Bij een lichte daling van de rekenrente schatten we de maximale financiële gevolgen in op € 300.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 1 x 3 = 3 en is daarmee een laag risico. Vanwege in de instabiliteit van de rentemarkt schatten we het risicobedrag op € 300.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen.
117
2.8 ICT (programma 1.3)
•
•
• • • •
De ICT-beheerorganisatie is kwetsbaar, doordat kennis schaars is en vaak slechts bij één persoon is belegd. Hierdoor is het beheer van onze ICT-infrastructuur en toepassingen in noodsituaties slechts beperkt mogelijk. Projecten van hogere overheden zorgen voor overbelasting en kennen een gebrekkige samenhang. Hierdoor beperken wettelijke verplichtingen en/of bestuurlijke afspraken onze eigen ambities. De gebruikersorganisatie is kwetsbaar, doordat kennis schaars is en vaak slechts bij één persoon is belegd. Hierdoor is het gegevensbeheer in noodsituaties slechts beperkt mogelijk. De samenhang van systemen, de koppelingen tussen die systemen en de afhankelijkheid van leveranciers zijn voor ons een punt van zorg. De beschikbaarheid van mensen en middelen om projecten te realiseren is beperkt. Onze systemen (webmail, website, telewerkportaal en WiFi-netwerk) zijn van buitenaf te benaderen. Hierdoor zijn deze systemen kwetsbaar voor oneigenlijke toegang en aanvallen door hackers.
We schatten in dat we ten aanzien van de ICT een klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 2. Bij een calamiteit op gebied van ICT moeten we waarschijnlijk dure noodvoorzieningen treffen. Denk daarbij aan de inhuur van mensen en materieel. We schatten de maximale lasten hiervoor op € 300.000. Daarmee valt de impact in klasse 3. De risicoscore is 2 x 3 = 6 en is daarmee een laag risico. Op basis van onze ervaring met het treffen van noodvoorzieningen in verleden schatten we het risicobedrag op € 90.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen.
2.9 Gemeenschappelijke regelingen (programma 3) We wijzen erop dat we onder punt 2.3 het risico op het gebied van de exploitatie van de WAA hebben opgenomen. Dit punt betreft het balansrisico van de WAA. Als deelnemende gemeente aan een Gemeenschappelijke regeling (GR) zijn we verplicht om zorg te dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Het algemeen bestuur van een GR kan geldleningen of rekening courant overeenkomsten aangaan in verband met de uitvoering van haar taken. Ook kan het algemeen bestuur van een GR besluiten garant te staan voor de door derden aangegane kredietfaciliteiten. Wij als deelnemende gemeente kunnen aangesproken worden inzake het terugbetalen van deze verplichtingen (de balansrisico’s van een GR). We nemen deel aan 2 Gemeenschappelijke regelingen; de WAA en de Veiligheidsregio LimburgNoord. In de overeenkomst met de Veiligheidsregio staat dat gemeenten hoofdelijk aangesproken kunnen worden. Dit betekent dat we in het meest ongunstige scenario aangesproken worden voor het saldo van de aangegane geldleningen (€ 10,3 mln. ultimo 2012). In de overeenkomst met de WAA staat dat gemeenten gezamenlijk garant zijn voor de juiste betaling van rente en aflossing in verhouding tot het aantal inwoners van deze gemeenten per 1 januari van het jaar van sluiting van de lening of het aangaan van de rekening-courant overeenkomst. Concreet betekent dit dat we voor ca. 10% van een schuld aangesproken kunnen worden. WAA heeft ultimo 2012 € 8,4 mln. aan geldleningen op de balans staan. We schatten in dat we ten aanzien van de balansrisico’s bij de Gemeenschappelijke regelingen een zeer klein risico lopen met een waarschijnlijkheid van klasse 1. De maximale financiële 118
gevolgen zetten we in op € 11,1 mln. Daarmee valt de impact in klasse 5. De risicoscore is 1 x 5 = 5 en is daarmee een laag risico. We schatten het risicobedrag op € 500.000. Dit bedrag nemen we mee in de berekening van het weerstandsvermogen.
2.10 Dreigend faillissement van verbonden partijen Is niet aan de orde.
2.11 Dreigend faillissement van derden bij wie borgstellingen, garanties, leningen of vorderingen uitstaan. Is niet aan de orde
2.12 Tegenvallende realisatie op begrote subsidieverwachtingen. Is niet aan de orde.
In onderstaande tabel geven we een overzicht van genoemde risico’s. Risicoscore = inschaling waarschijnlijkheid x inschaling impact gevolg Risico's
a b c d e f g h i j k l
2.1 Algemene uitkering 2.3 Open eind-regelingen / Sociale uitkeringen 2.3 Open eind-regelingen / WMO en WVG 2.3 Open eind-regelingen / Schuldhulpverlening 2.3 Open eind-regelingen / WSW 2.4 Schatkistbankieren 2.5 Claims / verzekeringen / Onderverzekering 2.5 Claims / verzekeringen / Natuurrampen 2.6 Drakenrijk 2.7 APPA-fonds 2.8 ICT 2.9 Gemeenschappelijke regelingen Totaal
Klasse Waarschijnlijkheid Impact 3 2 2 4 4 4 1 1 1 1 2 1
3 3 3 1 3 3 5 5 5 3 3 5
Risico-
Risico
score
2013
9 6 6 4 12 12 5 5 5 3 6 5
€ € € € € € € € € € € € €
105.000 200.000 100.000 10.000 125.000 45.000 100.000 100.000 140.000 300.000 90.000 500.000 1.815.000
119
Op basis van het indelen van de risico’s in bovenvermelde klassen stellen we een risicomatrix op. De risicomatrix geeft een indicatie van de potentiële impact van het risico. Hieronder geven we een risicomatrix weer die we baseren op bovenvermelde risicoklassen. Hierbij geldt bij het intekenen van een risicoscore dat hoe hoger de risicoscore, hoe hoger de prioriteit voor aanpak van het risico is.
Risico analyse
Waarschijnlijkheid
5
4
e
d
f
a
3 b
2
k c
1
2
3
i
g
j
1
h 4
l 5
Impact Laag risico Midelmatig risico Hoog risico
Voor alle risico’s in de rode vlakken (score 15 of hoger) geeft het college aan welk beleid we (gaan) voeren om deze risico’s te beheersen in overeenstemming met de strategie van onze gemeente. Voor deze begroting zijn er geen risico’s in de rode vlakken. We geven dit keer dus ook niet in een tabel weer welke gewijzigde beleidskeuzen we maken.
3. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit betreft alle middelen die we kunnen inzetten om eventuele tegenvallers te bekostigen. De weerstandscapaciteit van Beesel leiden we af uit: • de post voor onvoorziene uitgaven • de onbenutte belastingcapaciteit; • de stand van de reserves en voorzieningen; • de stille reserves; • geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur. Post voor onvoorziene uitgaven Het BBV bepaalt dat de gemeente in de begroting een raming voor de post onvoorzien opneemt. Elke gemeente bepaalt op basis van het eigen beleid en de ervaring met betrekking tot deze post
120
de raming. Als toezichthouder bekijkt de Provincie of deze raming reëel is. Wij voldoen nog steeds aan de oude norm van 0,6% van de Provincie (voor ons ca.€ 74.000). Dit bedrag hanteren we voorlopig als ondergrens voor de post onvoorzien. We ramen voor de post onvoorzien € 75.000. Daarnaast hebben we een post onvoorzien die is opgebouwd uit de rentekosten en de afschrijving van de in de begroting opgenomen voorgenomen investeringen en uit de rente van de voorzieningen. We ramen hiervoor de volgende bedragen: - post onvoorzien incidenteel kapitaallasten € 15.454 - post onvoorzien incidenteel rente voorzieningen € 154.445 Totaal € 169.899 Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die we hebben om belastingen en heffingen te verhogen. We kunnen hierbij onderscheiden: 1. onbenutte belastingcapaciteit OZB; 2. onbenutte belastingcapaciteit rioolrechten en afvalstoffenheffing; 3. overige onbenutte belastingcapaciteit (toeristenbelasting, hondenbelasting, woonforensenbelasting en baatbelasting); 4. onbenutte belastingcapaciteit legestarieven titel 1 (paspoorten, rijbewijzen etc.). 5. onbenutte belastingcapaciteit legestarieven titel 2 (bouwleges) Uitgangspunt van het collegeprogramma is een zo laag mogelijke belastingdruk, rekening houdend met de noodzakelijke investeringen en nieuw beleid ten behoeve van het voorzieningenniveau binnen onze gemeente. Bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit volgen wij de methode zoals de Provincie die aanbeveelt. De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt voor Beesel € 1.054.000. Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd: 1. € 831.000 OZB; het betreft het verschil tussen onze OZB-percentages en het normpercentage-OZB voor toelating tot artikel 12 van de Fvw. Het normpercentage voor de begroting 2014 bedraagt 0,1651 % van de WOZwaarde. 2. € 0 Rioolrechten en afvalstoffenheffing: deze zijn 100% kostendekkend. 3. € 0 Overige: de jaarlijkse inkomsten in het kader van de woonforensenbelasting, baatbelasting en hondenbelasting zijn zo marginaal dat een eventuele onbenutte belastingcapaciteit nihil is. Binnen de toeristenbelasting zit wellicht nog wel een gedeeltelijk onbenutte belastingcapaciteit die echter moeilijk in een bedrag is uit te drukken. 4. € 0 Legestarieven titel 1 (paspoorten, rijbewijzen etc.). In 2011 hebben we de “kostendekkendheid leges” opnieuw bekeken. Op basis hiervan is besloten om de tarieven te verhogen tot de wettelijk vastgestelde tarieven. 5. € 223.000 Legestarieven titel 2 (bouwleges). Dit bedrag komt uit het onderzoek “kostendekkendheid leges” in 2011. Hierin is gebleken dat we nog niet kostendekkend werken. Het nieuwe onderzoek staat gepland voor 2014.
121
Stand van de reserves en voorzieningen De stand van de reserves en voorzieningen is meerjarig als volgt Saldo 31 december (bedrag x € 1.000) Algemene reserve Algemene reserve grondbedrijf Bestemmingsreserve
€ € €
Waarvan bruteringsreserve
Voorzieningen Totaal
2014
2015
1.500 257 21.175
€ € €
€
3.365
€ €
7.568 30.500
2016
1.500 253 20.731
€ € €
€
3.140
€ €
7.688 30.172
2017
1.500 263 20.507
€ € €
1.500 273 20.294
€
2.915
€
2.701
€ €
7.927 30.197
€ €
8.299 30.366
We actualiseren alle reserves en voorzieningen jaarlijks op aspecten zoals onderbouwing, noodzaak en toereikendheid. Op basis van de laatste nota reserves en voorzieningen zijn wij van oordeel dat onze reservepositie voldoende is. De buffers voor risico’s in de algemene reserve en de reserves voor openeinde regelingen zijn voldoende. Dit geldt ook voor de overige bestemmingsreserves. De meerjarige onderhoudsplannen hebben we in 2009 opnieuw berekend en daar waar nodig brengen we de voorzieningen op peil. In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” hebben we een tabel opgenomen inzake de beheerplannen en onderhoudsplannen. Rente over reserves en voorzieningen. Over de stand van de reserves en voorzieningen per 1 januari berekenen we rente. Voor de begroting 2014-2017 is dit 4 %. Bij de onderstaande reserves en voorzieningen voegen we deze rente rechtstreeks toe aan de betreffende reserve of voorziening: • Reserve rekeningsaldo • Bruteringsreserves (Dit zijn de reserves die we nodig hebben voor de dekking van kapitaallasten) • Algemene reserve grondbedrijf • Egalisatievoorziening Rioolheffing De rente over alle andere reserves en voorzieningen komt ten gunste van de exploitatie. De rente van de voorzieningen storten we in de post onvoorzien incidenteel. Stille reserves Stille reserves zijn eigendommen die wel een waarde vertegenwoordigen maar waaraan geen boekwaarde is toegekend. Deze reserves hebben we dus niet, of tegen een zeer lage boekwaarde, in de financiële administratie opgenomen. De stille reserves bij de gemeente Beesel bestaan uit gronden die verpacht zijn, gebouwen en aandelenbezit. Het grondbezit betreft in totaal ca. 95 ha aan pachtgronden waarvan ca. 22 ha van jaar tot jaar is verpacht en ca. 73 ha regulier is verpacht. De waarde in verpachte staat bedraagt ca. € 2 per m². De totale waarde bedraagt derhalve ca. € 1.900.000. Zodra gronden pachtvrij zijn is de waarde afhankelijk van de ligging gemiddeld ca. € 4 per m². Een overzicht van het aandelenbezit van de gemeente treft u aan in de paragraaf E. Verbonden partijen. De werkelijke waarde BNG, ENEXIS en Attero ligt velen malen hoger dan de balanswaarde. Deze aandelen zijn niet beursgenoteerd en zijn niet verhandelbaar. Voor de weerstandscapaciteit zijn alleen die stille reserves interessant, die direct of binnen een afzienbare termijn verkoopbaar zijn. Derhalve hebben we deze post PM opgenomen.
122
Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur Het geïnvesteerd vermogen per 1 januari 2013 bedraagt op basis van de begroting € 24.621.000. Het gaat hierbij om de geraamde boekwaarde van de geactiveerde kapitaaluitgaven. Dit geïnvesteerde vermogen is op de volgende wijze gefinancierd: - saldo per 1-1-2014 nog niet afgeloste leningen € 6.098.000 - saldo per 1-1-2014 reserves en voorzieningen* € 20.451.000 Totaal € 26.549.000 *) exclusief reserve belegde gelden BNG/ Essent Dit betekent een financieringsoverschot van € 1.928.000 per 1-1-2014. Tot het geïnvesteerde vermogen behoren de geldleningen die de gemeente aan de woningstichting heeft verstrekt. Aangezien we aan de woningstichting een gelijke rente en aflossing doorberekenen dan die wij betalen, zijn deze leningen budgettair neutraal. Het bedrag aan verstrekte leningen bedraagt per 1 januari 2014 € 4.652.000. Het deel van het geïnvesteerde vermogen dat budgettaire lasten veroorzaakt, bedraagt derhalve € 24.621.000 minus € 4.652.000 is € 19.969.000. Dit laatste bedrag is voor 93% gefinancierd met eigen middelen. Het met lang vreemd vermogen gefinancierde deel draagt een gemiddelde rentelast van 5,54%. Overige elementen weerstandscapaciteit Uiteraard kunnen ook andere elementen in de weerstandscapaciteit een rol spelen: de aanwezige nog niet bestemde budgettaire ruimte, de flexibiliteit van het uitgavenpatroon, en het niveau van de gemeentelijke materiële en immateriële voorzieningen. Voor wat betreft de budgettaire ruimte verwijzen wij naar de financiële positie in programma 8 van deze begroting. De flexibiliteit van het uitgavenpatroon is beperkt. Een groot gedeelte van de uitgaven ligt vast als gevolg van investeringsbesluiten in het verleden, contracten en wettelijke verplichtingen (salariskosten, kosten overhead zoals huisvesting e.d.). Het niveau van de gemeentelijke materiële en immateriële voorzieningen is moeilijk te kwalificeren, maar heel behoorlijk voor een gemeente van deze omvang.
123
Onderstaande tabel geeft inzicht in de weerstandscapaciteit (stand 1 januari) waarbij een onderscheid is gemaakt naar incidentele en structurele weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit Algemene reserve Algemene reserve grondbedrijf Reserve Werk en Inkomen Reserve Bijzondere Bijstand Reserve WMO Stille reserves Onvoorzien incidenteel kapitaallasten Onvoorzien incidenteel rente voorzieningen Subtotaal incidentele weerstandscapaciteit
€ 1.500.000 € 254.682 € 1.030.145 € 56.030 € 622.246 PM € 15.454 € 154.445
Structurele weerstandscapaciteit Onvoorzien structureel Onbenutte belastingcapaciteit Subtotaal structurele weerstandscapaciteit
€ 75.000 € 1.054.000
Totaal weerstandscapaciteit
€ 3.633.002
€ 1.129.000 € 4.762.002
In voorstaand overzicht is de waarde van de stille reserves als PM-post meegenomen, omdat deze vooralsnog niet inzetbaar zijn voor de weerstandscapaciteit. Uit het overzicht blijkt dat er veel meer incidentele capaciteit beschikbaar is dan structurele capaciteit. In het algemeen geldt dat structurele capaciteit jaarlijks ingezet kan worden en incidentele capaciteit eenmalig.
4. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is opgebouwd uit de relatie tussen risicoscore en weerstandscapaciteit. Deze relatie drukken we uit in een verhoudingsgetal:
Ratio weerstandsvermogen =
Weerstandscapaciteit Risicoscore
124
In dit verhoudingsgetal komt de eigen beleidsvrijheid tot uitdrukking om te bepalen in welke mate de gemeente de risico’s wil afdekken. Algemene normen hiervoor zijn er niet. De Universiteit Twente heeft in samenwerking met het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement een waarderingstabel opgesteld, die in meerdere gemeentes wordt gebruikt: Ratio
Betekenis
> 2,0
Uitstekend
1,4 – 2,0
Ruimvoldoende
1,0 – 1,4
Voldoende
0,8 – 1,0
Matig
0,6 – 0,8
Onvoldoende
< 0,6
Ruim onvoldoende
Wanneer we het weerstandsvermogen van de gemeente Beesel aan de hand van bovenstaande formule berekenen, komt deze uit op 2,6 (4.762.002 / 1.815.000) voor 2014.
125
126
B
Onderhoud kapitaalgoederen
Algemeen In deze paragraaf gaan we in op het beleidskader over de “grotere” kapitaalgoederen. Denk hierbij aan de aanleg en instandhouding van: • Wegen • Openbare verlichting • Riolering • Groenvoorziening • Begraafplaatsen • Speeltoestellen • Buitensportaccommodaties • Gebouwen De instandhoudingkosten komen voort uit de diverse onderhoudsplannen. Onderhoudskosten maken een belangrijk deel van de uitgaven uit. Deze onderhoudskosten staan in de diverse programma’s. Een groot deel van het “vermogen” van onze gemeente ligt in de grond of op het openbaar gebied. Zorgvuldig beheer hiervan is dan ook van groot belang. Een tweede, nog belangrijker, aspect is dat inwoners de kwaliteit van het openbaar gebied van onze gemeente vaak het meest intensief beleven. Zwerfvuil, hondenpoep, losliggende stoeptegels, boomwortels, slecht onderhouden schoolgebouwen, moeilijk toegankelijke gemeentelijke gebouwen raken de burgers direct en zij hebben hier vaak een eigen en duidelijke mening over. De gemeente Beesel heeft een totale oppervlakte van 2.920 ha. Hiervan is 97 ha binnenwater. De totale wegenlengte is ongeveer 102 km en er staan ruim 2.200 lichtmasten. Om tot een goed beheer hiervan te komen moeten de diverse beheersplannen goed op elkaar aansluiten. Kaderstelling De raad bepaalt welk kwaliteitsniveau we hanteren voor het onderhoud van de diverse kapitaalgoederen. In deze paragraaf geven we aan wat voor ons de norm is bij het bepalen van het kwaliteitsniveau. Ook geven we aan of er sprake is van achterstallig onderhoud. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de aanwezige beleids- en beheerplannen. Beleids- en
Vastge-
Jaar
Achterstallig
Financiële
Actualisatie /
Beheerplannen
steld door
actualisatie
onderhoud
doorvertaling
samenstelling
Raad
B/O plan
volgens
beheerplan
Ja Ja Nee Nee Ja Nee
1995 2009 2005 2008-2012 2011
Nee Nee Nee Nee Nee Nee
onderhoudsplan Ja Ja Ja Ja Ja
2014 (elke 3 jaar)
Ja
2007
Nee
Ja
2013
beheersplan/ Wegen (B) Openbare Verlichting 2010-2015 (B) Groenvoorzieningen (O) Begraafplaatsen (O) Riolering (B) Gebouwen en binnensportaccommodaties (O) Buitensportaccommodaties(O)
2013 2015 2013 2015 2013
(B) = beheerplan, vastgesteld door de raad, (O) = onderhoudsplan, vastgesteld door het college
127
Wegen Kwaliteit Jaarlijks inspecteren we alle verharde wegen door middel van het “globale visuele inspectiesysteem” volgens de richtlijnen van de C.R.O.W. (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek). Uit deze inspectie volgt voor elke weg een kwaliteitsnorm. Er zijn drie categorieën: voldoende, matig en onvoldoende. De resultaten van de inspectie van het voorjaar 2013 waren als volgt. Voldoende 2013 Voorjaar 85%
Matig 7%
Onvoldoende 8%
Ter vergelijking de resultaten laatste 3 jaren: Voldoende 2012 Voorjaar 86% 2011 Voorjaar 89% 2010 Voorjaar 89%
Matig 9% 6% 7%
Onvoldoende 5% 5% 4%
De kwaliteit van het totale verhardingsareaal is voldoende maar loopt iets terug. Dit komt doordat we in de afgelopen jaren minder budget beschikbaar hadden voor het jaarlijks uit te voeren groot onderhoudsprogramma. Wij vinden dat de kwaliteit van de verharding in onze gemeente minimaal voldoende moet zijn. We monitoren dit via de jaarlijkse inspecties. De kosten voor het jaarlijkse onderhoud betalen we uit de reguliere onderhoudsbudgetten. In de begroting 2014 hebben we hiervoor binnen deelprogramma 6.2 € 523.898 (inclusief kapitaallasten) opgenomen. Verder beschikt de gemeente over een reserve groot onderhoud wegen. Deze reserve zetten we in als door calamiteiten (hoog water, stormschade, zeer strenge winter etc.) of andere onvoorziene omstandigheden het reguliere onderhoudsbudget niet voldoende is. De omvang van deze reserve is per 1 januari 2014 € 529.025. Naast het jaarlijks groot en klein onderhoud voeren wij in de komende jaren ook grootschalige herinrichtingsprojecten uit, die deels een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de wegen.
• • • • •
doortrekken fietsroute Hovergelei-veerpont (€ 600.000) aanleg snelheidsremmende maatregelen pastoor Vranckenlaan (€ 150.000) aanleg snelfietsroute Sittard-Roermond-Venlo (€ 60.000) aanpak subjectieve verkeersonveiligheid doorgaande wegen kern Beesel (€ 200.000) in 2015 hebben we de aanleg van een recreatieve fietsvoorziening Keulseweg als p.m. post opgenomen.
Achterstallig onderhoud Er is nog geen sprake van achterstallig onderhoud. Openbare verlichting In december 2009 heeft de raad het beleidsplan “Openbare Verlichting 2011-2015” vastgesteld. Dit plan voorziet in het op niveau houden c.q. brengen van al onze openbare verlichting conform de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 13201-01. De sociale- en verkeersveiligheid spelen hierbij een rol. Tevens schenken we bij vervangingen aandacht aan duurzaamheid en energiebesparing. Met ingang van de begroting 2011 nemen we jaarlijks een bedrag op voor de vervanging van de
128
lichtmasten. Dit bedrag indexeren we jaarlijks. In 2014 ramen we € 69.684 voor de vervanging van lichtmasten. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. In de begroting 2014 hebben we voor de openbare verlichting binnen deelprogramma 2.1 € 247.161 opgenomen. Dit bedrag is inclusief het bedrag voor de jaarlijkse vervanging van lichtmasten, kosten voor stroomverbruik, regulier onderhoud van de lichtmasten en uren eigen personeel. Riolering en pompgemalen Het beheer en onderhoud van de riolering vindt plaats conform het vastgestelde verbreed gemeentelijk rioleringsplan (GRP) dat loopt tot en met 2012. Eind 2013 leggen we een nieuw GRP aan de raad voor. Het GRP omvat onze taken op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en bevat een opsomming van de noodzakelijke maatregelen en bijbehorende investeringen. In 2014 hebben we voor het onderhoud van het gemeentelijke rioleringsstelsel € 1.223.973 geraamd (inclusief kapitaallasten, uren eigen personeel en bijkomende kosten). De kosten belasten we via een kostendekkend tarief door naar de burgers. Via de voorziening egalisatie rioolrechten realiseren we een evenwichtig tariefverloop. De stand van de voorziening bedraagt per 1 januari 2014 € 2.832.865. Voor 2014 stellen we een rioolrecht voor van € 190,50. Om op termijn alle uitgaven te dekken, moet het rioolrecht stijgen tot € 206,50 per aansluiting. Om dit tarief te bereiken stijgt het rioolrecht de komende jaren jaarlijks met € 8,00 tot wij in 2016 het kostendekkende tarief hebben bereikt. We gaan hierbij nog uit van het oude GRP. Op basis van de resultaten van het GRP 2013 is het mogelijk dat we deze bedragen moeten aanpassen. Om het goed functioneren van de riolering te waarborgen, reinigen en inspecteren wij jaarlijks een tiende deel van het stelsel. Bergingsriolen en zinkers die sneller verontreinigen door neerslaand slib reinigen we een keer per vijf jaar. Kolken en hoofdgemalen reinigen we tweemaal per jaar en bergbezinkbassins eenmaal per jaar. Voor het afkoppelen van hemelwater hebben we in het GRP jaarlijks een extra bedrag van € 50.000 opgenomen. In het GRP hebben we een bedrag van € 311.000 opgenomen voor de ombouw van de overstortleiding aan de Bösdaellaan. Uit onderzoek bleek dat deze ombouw een verhoogde kans op “water op straat” in het achterliggend gebied geeft. Tevens bleek het rendement (minder vuiluitworp) laag. Als alternatief leggen we een open buffer aan achter de overstort aan de Bergerhofweg, gelijktijdig met de uitbreiding van industrieterrein Roversheide. Door de recessie is dit industrieterrein nog niet uitgebreid, waardoor ook de aanleg van de buffer is vertraagd. Groenvoorzieningen Het onderhoud van het openbaar groen hebben we op basis van een bestek uitbesteed. Dit bestek bevat de richtlijnen en normen voor het beheer en onderhoud van het openbaar groen. In 2013 zijn we gestart met de invoering van een groenbeheersysteem. Jaarlijks vinden er uitbreidingen van het groen plaats in de nieuwe bestemmingsplannen. Voor het onderhoud van openbaar groen hebben we in 2014 binnen deelprogramma 6.2 € 787.520 opgenomen (inclusief kapitaallasten en uren eigen personeel).
129
Zoals aangegeven in programma 6 willen we de inwoners meer betrekken bij het groenonderhoud. Dit moet er toe leiden dat we vanaf 2015 minder kosten hoeven te maken voor het onderhoud aan de groenvoorzieningen. In 2015 ramen we een besparing van € 45.000, die oploopt tot € 90.000 in 2016 en € 125.000 in 2017. Voor de plantsoenen hanteren wij als kwaliteitsniveau zes keer schoffelen per jaar en drie keer het plantsoenafval uitruimen. Voor de gazons hanteren wij het onderhoudsniveau van twee maal per week maaien. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Begraafplaatsen Wij voeren het beheer over twee algemene begraafplaatsen, één in Beesel en één in Reuver. Voor het jaarlijkse onderhoud ramen we in 2014 binnen deelprogramma 3.2 € 180.926. We hebben besloten de Algemene Begraafplaats Beesel voorlopig niet uit te breiden. De trend is immers dat steeds meer mensen kiezen voor cremeren. Na invoering van het groenbeheersysteem stellen wij naar verwachting in 2015 een nieuw beheerplan voor de begraafplaatsen op. Wij willen dat de begraafplaatsen er tiptop bij liggen. Daarom onderhouden wij de begraafplaatsen zeer intensief. Vanuit de onderhoudsdienst hebben wij daarom één medewerker continue belast met het onderhoud van de beide begraafplaatsen. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Speeltoestellen Gemeente Beesel voert het beheer over de speeltoestellen zowel in de openbare ruimte als bij de scholen in de gemeente. In 2014 vervangen we: - speeltoestellen in de openbare ruimte voor € 38.610 - speeltoestellen bij basisschool De Meander voor € 58.785. Voor het onderhoud van speeltoestellen hebben we binnen deelprogramma 3.2 € 83.890 geraamd (incl. kapitaallasten en uren eigen personeel). De speeltoestellen moeten voldoen aan de veiligheidseisen van het Attractiebesluit. We inspecteren de speeltoestellen jaarlijks om er voor te zorgen dat ze aan de veiligheidseisen voldoen. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Buitensportaccommodaties De gemeente Beesel heeft twee buitensportaccommodaties: Dijckerhof in Reuver en Solberg in Beesel. We hebben voor deze terreinen onderhoudsplannen opgesteld. Deze onderhoudsplannen actualiseren we elke 6 jaar. In 2013 heeft de laatste actualisatie plaatsgevonden. Het onderhoud van de terreinen dekken we uit de daarvoor bestemde voorzieningen. De stand van deze voorzieningen is per 1 januari 2014 naar verwachting € 112.266. Dit is toereikend.
130
Volgens de onderhoudsplanning moeten we de komende jaren naar verwachting het volgende (groot) onderhoud gaan uitvoeren: Sportaccommodatie Dijckerhof Reuver 2014 Veldafzettingen
€
1.000
Pomp regeninstallatie
€ 15.000
2015 Geen groot onderhoud gepland
-
2016 Geen groot onderhoud gepland
-
2017 Geen groot onderhoud gepland
-
Sportaccommodatie Solberg Beesel 2014 Geen groot onderhoud gepland
-
2015 Geen groot onderhoud gepland
-
2016 Pomp regeninstallatie
€ 15.000
2017 Geen groot onderhoud gepland
-
We hanteren een functioneel kwaliteitsniveau voor de buitensportaccomodaties. Dit betekent dat het kwaliteitsniveau moet voldoen aan de (minimale) eisen die voor de betreffende sporten gelden. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud aan de gemeentelijke onderdelen van de buitensportaccommodaties. Gebouwen en binnensportaccommodaties De gemeente Beesel heeft een aantal gebouwen in beheer en eigendom:
• • • • • • • • • •
gemeentehuis gemeenteloods brandweerkazerne kantoor milieupark bergingen begraafplaatsen zalencentrum De Schakel gymzaal Beesel gymzaal Offenbeek sporthal de Schans schoolgebouwen.
131
De onderhoudsplannen voor deze gebouwen actualiseren we iedere 3 jaar. In 2014 actualiseren we de onderhoudsplannen opnieuw. Het onderhoud van de gebouwen dekken we uit de daarvoor bestemde voorzieningen. Deze zijn op basis van de actuele onderhoudsplanningen op peil. De totale stand van de voorzieningen voor het onderhoud van deze gebouwen is per 1 januari 2014 € 1.117.142. Volgens de onderhoudsplanning moeten we de komende jaren het volgende groot onderhoud uitvoeren: Gemeentehuis 2015 Tapijt grondig laten reinigen Accu’s noodverlichting vervangen
€ 7.598 € 7.064
2016 Automatische toegangsdeuren vervangen Buitenschilderwerk Onderhoud/ groepsvervanging lampen
€ 8.669 € 25.456 € 9.059
Gemeenteloods 2017 Asfalt verharding overtrekken Schilderen fietsenstalling Urinoir en uitstortgootsteen vervangen Sproeischuimblusser Vernieuwen platen systeemplafond Binnenschilderwerk
€ 44.002 € 2.204 € 2.296 € 477 € 7.036 € 9.082
Kantoor milieupark 2017 Sproeischuimblusser Binnenschilderwerk Vernieuwen platen systeemplafond
€ 191 € 645 € 693
Brandweerkazerne 2014 Onderhoud overheadpoorten Onderhoud aan zinken goten Onderhoud verwarming en boiler Onderhoud blusmiddelen en noodverlichting Legionellapreventie Kitwerk doucheruimtes vernieuwen Curatief onderhoud
€ 243 € 260 € 462 € 913 € 1.110 € 964 € 1.380
2015
132
Onderhoud overheadpoorten Onderhoud blusmiddelen en noodverlichting Legionellapreventie Verwarmingsketel en boiler vervangen Brandslanghaspel vervangen Curatief onderhoud
€ 249 € 935 € 1.138 € 34.344 € 331 € 1.415
2016 Vervangen overheadpoorten Buitenschilderwerk Groot onderhoud kelder Onderhoud blusmiddelen en noodverlichting Legionellapreventie Curatief onderhoud Onderhoud verwarming en boiler
€ 24.950 € 4.250 € 12.895 € 959 € 1.166 € 1.452 € 485
2017 Onderhoud overheadpoorten Platen systeemplafond douches vernieuwen Onderhoud verwarming en boiler Onderhoud blusmiddelen en noodverlichting Legionellapreventie Curatief onderhoud
€ 262 € 1.178 € 497 € 982 € 1.196 € 1.487
Bergingen begraafplaatsen 2014 Berging Reuver: buitenschilderwerk ramen, kozijnen en deuren
€
973
2015 Berging Beesel: nieuwe dakbedekking en daktrim aanbrengen op dakrand
€ 2.497
2016 Berging Beesel: buitenschilderwerk ramen, kozijnen en deuren Berging Reuver: overheadpoort vervangen Berging Reuver: toilet vernieuwen
€ 383 € 3.805 € 2.090
Zalencentrum De Schakel 2014 Actualiseren MJOV Legionellapreventie Klein/jaarlijks/regulier aan automatische deuren, daken en lift
€ 1.330 € 782 € 7.440
2015 Herstel hemelwaterafavoeren pvc vervangen Dakbedekking luifels herstellen Dilatatiekit gevels vernieuwen Plaatselijk beschadigd metselwerk herstellen Buitenschilderwerk
€ € € € €
664 2.152 2.966 2.141 5.301
Legionellapreventie
€
800
133
Klein/jaarlijks/regulier aan automatische deuren, daken en lift
€ 7.627
2016 Buitenschilderwerk Vervangen brandmeldcentrale Vervangen dakventilatoren
€ 5.460 € 12.798 € 5.433
Legionellapreventie
€
Klein/jaarlijks/regulier aan automatische deuren, daken en lift
€ 7.817
822
2017 Actualiseren MJOV 1432 Klein/jaarlijks/regulier aan automatische deuren, daken en lift Legionellapreventie
€ 1.432 € 8.012 € 842
Gymzaal Beesel 2014 Legionellapreventie
€
391
2015 Hemelwaterafvoeren vernieuwen Legionellapreventie Dakbedekking vernieuwen
€ 1.856 € 401 € 36.523
2016 Binnenschilderwerk Sporvloer behandelen Legionellapreventie Enkele radiatoren vervangen
€ 12.427 € 10.777 € 411 € 3.213
2017 Legionellapreventie Buitenschilderwerk
€ 421 € 10.119
Gymzaal Offenbeek 2014 Legionellapreventie Stralingspanelen gymzaal vernieuwen
€ 391 € 19.573
2015 Hemelwaterafvoeren vernieuwen Legionellapreventie
€ €
907 401
Dakbedekking vernieuwen v Parketvloer gymzaal opschuren en behandelen v
€ 35.643 € 10.456
2016 Buiten- en binnen schilderwerk Legionellapreventie
€ 27.232 € 411
Radiatoren vervangen
€ 5.784
2017 Legionellapreventie
€
421
134
Sporthal De Schans 2014 Legionellapreventie Buitenschilderwerk stalen gevelbeplating
€ 1.173 € 16.933
2015 Vervanging brandmeldcentrale Legionellapreventie Buiten- en binnenschilderwerk uitbreiding sporthal Groot onderhoud scheidingswanden uitbreiding sporthal v Kitwerk vernieuwen in douches uitbreiding v Plafondplaten vernieuwen in uitbreiding v Groot onderhoud hang- en sluitwerk binnendeuren v
€ 8.334 € 1.202 € 41.078 € 2.160 € 1.779 € 8.379 € 1.036
2016 Legionellapreventie Binnenschilderwerk kleed- doucheruimtes oorspronkelijke hal
€ 1.232 € 11.733
2017 Handbrandmelders vervangen Expansievat vervangen Brandblussers vervangen Legionellapreventie Hang- en sluitwerk vernieuwen van binnendeuren uitbreiding
€ 8.756 € 642 € 196 € 1.263 € 5.826
Schoolgebouwen 2014 Dak BS Meander Deurdrangers BS Meander Kozijn/hang- en sluitwerk/voegen schoorsteen BS ’t Spick
€ 173.000 € 3.751 € 4.361
Per 1 januari 2015 valt de voorziening voor onderhoud van de schoolgebouwen vrij in verband met een wetswijziging. Het Rijk hevelt per 1 januari 2015 het huisvestingsbudget vanuit het gemeentefonds over naar de scholen. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de basisscholen komt bij de schoolbesturen te liggen. De overige aspecten van de huisvesting zoals nieuwbouw, vervangende bouw, uitbreiding, herstel van constructiefouten en dergelijke blijven de verantwoordelijkheid van gemeenten. We voeren vooral preventief en geen correctief onderhoud uit. Met andere woorden onze onderhoudsinspanningen zijn gericht op het voorkomen van technische mankementen en storingen in en aan de (installaties van de) gebouwen. De onderhoudsplannen en beoordeling van de onderhoudstoestand baseren we op NEN-normen. Deze beoordeling is de basis voor de actualisatie van de onderhoudsplannen in 2014. De onderhoudsmaatregelen toetsen wij in het jaar van uitvoering op technische noodzaak. Indien verantwoord, stellen wij de maatregel uit. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen.
135
136
C
Financiering
Het beleid omtrent de financiering hebben we geregeld in het treasurystatuut als onderdeel (artikel 14) van de Financiële Verordening gemeente Beesel (artikel 212 Gemeentewet). Het aangepaste treasurystatuut is op 18 april 2011 door het college vastgesteld. In het treasurystatuut zijn regels opgenomen over: a. de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen van de financieringsfunctie; b. de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, waaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordelijkheidsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening. Het treasurystatuut richt zich op de financiering van de gemeente. De treasuryfunctie omvat de financiering van het beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering ervan vereist snelle beslissingen in een steeds complexer wordende geld- en kapitaalmarkt. Het statuut is het kader voor de uitvoering van deze functie.
Ontwikkelingen Schatkistbankieren Het wetsvoorstel is in de Tweede Kamer behandeld. Het wetsvoorstel is ingediend bij de Eerste Kamer. Het Kabinet streeft ernaar om schatkistbankieren voor decentrale overheden voor eind 2013 in te voeren. Het wetsvoorstel regelt alleen de hoofdlijnen van de verplichting. Daarnaast wordt er een ministeriële regeling opgesteld. Hierin worden zaken geregeld zoals de rentevergoeding, drempelbedragen, afbouw fondsen zonder vaste looptijd etc. Er is nu duidelijkheid inzake de nadere regelgeving omtrent uitzettingen die geen vaste looptijd hebben. Voor ons betreft dit de gelden die in de BNG Limburg fondsen zitten. In totaliteit hebben we hier ± € 6,3 mln. in belegd. In de nu bekende regelgeving is aangegeven dat we deze gelden jaarlijks met 1/7 van de oorspronkelijke waarden moeten liquideren. Uitdrukkelijk is aangegeven dat dit per fonds moet worden gedaan en niet op totaalniveau. Aangezien we niet de enige gemeente zijn die dit moet doen, lopen we een reëel risico op koersverlies. Daarnaast worden de rentebaten ook lager. Immers, de rentevergoeding op schatkistbankieren is momenteel 0%. We hebben in de begroting rekening gehouden met de lagere rentebaten. Renteontwikkeling De economische crisis heeft de geld- en kapitaalmark fors geraakt. Op dit moment is sprake van een zeer laag renteniveau op de geldmarkt. De rente op de kapitaalmarkt ligt rond de 2,25%. Voor de berekening van de kapitaallasten hanteren wij in de begroting 4%. Rentetarieven BNG Daggeld og *)
Per 11 juni 2012
Per 12 juni 2013
0,12%
0%
3-maands deposito
0,21%
0,02%
10 jaar gelijk
2,25%
2,03%
20 jaar gelijk
3,02%
2,94%
137
*) BNG Bank heeft standaard financieringsovereenkomsten, waarbij het rentepercentage van depotarrangementen is vastgesteld op 1-maands Euribor met een afslag. Inmiddels ligt het 1-maands Euribor lager dan de afslag groot is, waardoor een negatieve rente zou ontstaan. BNG Bank hanteert momenteel echter géén negatieve rente.
Risicobeheer Voor het risicobeheer zijn wettelijke normen ontwikkeld die zijn vastgelegd in de wet Fido (Financiering decentrale overheden). Het betreft: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Het uitgangspunt voor de wet Fido, het beheersen van risico’s, uit zich in een tweetal kwalitatieve randvoorwaarden voor het treasurybeleid: 1. het aangaan en verstrekken van leningen alsmede het verstrekken van garanties is alleen toegestaan voor de uitoefening van de publieke taak; 2. tijdelijke uitzettingen en derivaten moeten een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van inkomsten door het lopen van overmatige risico’s. Het beheersen van risico’s uit zich verder in de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beiden hebben als doel om de renterisico’s te begrenzen die verbonden zijn aan financiering.
138
Kasgeldlimiet (voor kort geld met looptijd korter dan 1 jaar) De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Dit komt neer op afgerond € 2,4 miljoen (begroting 2013). Voor dit bedrag mogen we met kort geld mogen financieren.
Bedragen x €1.000 3e kwartaal 4e kwartaal 1ste kwartaal 2e kwartaal 2012 2012 2013 2013
Stappen (1-4) (1) Vlottende schuld
ultimo maand 1 ultimo maand 2 ultimo maand 3
165 125 8
13 10 438
264 977 503
77 494 441
(2) Vlottende middelen
ultimo maand 1 ultimo maand 2 ultimo maand 3
8.578 8.673 7.920
8.619 8.051 7.859
9.061 7.807 8.157
8.420 8.350 8.518
8.4138.5487.912-
8.6068.0417.421-
8.7976.8307.654-
8.3437.8568.077-
8.291-
8.023-
7.760-
8.092-
2.329
2.329
2.372
2.372
10.620
10.352
10.132
10.464
27.403 8,5%
27.403 8,5%
27.901 8,5%
27.901 8,5%
2.329
2.329
2.372
2.372
(3) netto vlottend (+) of overschot middelen (-) ultimo maand 1 ultimo maand 2 ultimo maand 3 (4) gemiddelde van (3)
Stappen ( 5-9) (5)
Kasgeldlimiet (KGL)
(6a) = (5> 4) (6b) = (4>5)
Ruimte onder KGL Overschijding van de KGL
Berekening kasgeldlimiet (5) (7) (8)
Begrotingstotaal Percentage regeling
(5) = (7) x (8)/100
Kasgeldimiet
139
Rente risiconorm In de onderstaande tabel rapporteren we over het renterisico voor de komende vier jaren. Het renterisico heeft betrekking op de vaste schuld en het bedrag waarover renterisico wordt gelopen. Het renterisico op de vaste schuld mag de rente risiconorm niet overschrijden. Naast renteherzieningen zijn hiervoor ook aflossingen van belang. Het renterisico wordt verkleind door aflossingen in de tijd te spreiden. De rente risiconorm heeft betrekking op het totaal van de begroting van uitsluitend 2014.
Bedragen x €1.000 Stap
Variabelen Renterisico(norm)
Jaar T: 2014
Jaar T+1: Jaar T+2: 2015 2016
(1) (2)
Renteherzieningen Aflossingen
0 0
0 0
0 0
0 0
(3)
Renterisico ( 1+2)
0
0
0
0
(4)
Renterisiconorm
5.307
5.307
5.307
5.307
(5a) = (4 > 3)
Ruimte onder renterisiconorm
5.307
5.307
5.307
5.307
(5b) = (3 > 4)
Overschrijding renterisiconorm
Berekening
Renterisiconorm
(4a)
Begrotingstotaal jaar T
(4b)
Percentage regeling
(4) = (4a x 4b/100)
Renterisiconorm (alleen van jaar T)
26.535 20% 5.307
Voor de komende 4 jaar overschrijdt het renterisico de norm niet. Dit betekent dat we uit financieringsoogpunt geen rente risico lopen.
140
Jaar T+3 2017
Financieringsbehoefte en leningenportefeuille Uitzettingen met een looptijd < 1 jaar. De tegoeden bij de banken bedragen per eind juni 2013 circa € 8,1 miljoen waarvan we € 6,3 miljoen belegd hebben in een tweetal fondsen van de BNG. Bij BNG en Rabobank staat ca € 0,4 miljoen op lopende rekeningen. Hierover ontvangen we een rente op basis van daggeld. Daarnaast zijn er financieringsmiddelen die een vaste bestemming hebben zoals: • € 1.054.000 pensioengelden wethouders belegd in het Appa fonds bij de BNG. • € 343.000 van WoonGoed 2 Duizend ontvangen gelden. Deze middelen zijn bestemd voor een aantal vastgestelde doelen in het kader van de verbetering van de leefbaarheid aanwenden. Uitzettingen met een looptijd > 1 jaar. Eind juni 2013 hebben we € 5,6 miljoen belegd. Het betreft de deelname in een tweetal fondsen van APG (totaal € 5 miljoen) en een 10-jaars deposito bij de Rabo-bank (€ 0,6 miljoen). De doelen van deze uitzettingen zijn het compenseren van enerzijds de wegvallende dividendopbrengsten Essent en de OZB-verlaging in het verleden. De verplichting om te schatkistbankieren heeft geen impact op deze uitzettingen. Het betreft uitzettingen die we voor juni 2012 zijn aangegaan én een vaste looptijd kennen. Deze looptijden zijn: - € 2,5 mln. bij APG t/m 2016 - € 2,5 mln. bij APG t/m 2020. - € 0,6 mln. bij de Rabobank t/m 2019. Zodra er gelden vrijvallen c.q. de looptijd is verstreken vallen ook deze gelden onder schatkistbankieren. Leningen In onderstaand overzicht hebben we de leningen aan de woningbouwvereniging niet meegenomen. Een overzicht van de leningen c.q. garantstellingen hebben we als bijlage opgenomen. Meer informatie hierover staat in de paragraaf weerstandsvermogen.
Bedragen in mln. Stand leningen per 1 januari 2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen
€ 1,446 € 0,218
In 2014 lossen we 1 lening geheel af. De resterende twee leningen lossen we af in 2016 en 2022. In de leningvoorwaarden zijn geen mogelijkheden voor vervroegde aflossing opgenomen.
141
142
D
Bedrijfsvoering
De bedrijfsvoering betreft de hele gemeentelijke organisatie, de ambtelijk en bestuurlijk. De burger verwacht dat de gemeente de gelden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend besteedt. En dat de gemeente een betrouwbare partner voor burgers is en duidelijk is. Deze verwachtingen zijn tevens de voorwaarden voor de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering ondersteunt de uitvoering van de programma’s. Er is een samenhang tussen het programma 1 Bedrijfsvoering en bestuur en de paragraaf Bedrijfsvoering. Het verschil is dat programma 1 zich inhoudelijk met name richt op de relatie tussen de burgers en de gemeente. Deze paragraaf bevat informatie over de dagelijkse uitvoering om de programma’s te kunnen realiseren.
Beleid De ontwikkeling van de organisatie is gericht op het realiseren van een robuuste organisatie, die flexibel is en continuïteit heeft. Ook zetten we in op een versterking van onze integraliteit. Deze ontwikkeling levert hogere kwaliteit en grotere organisatorische efficiëntie (en daarmee besparingen) op. Door het vergroten van de inzetbaarheid van medewerkers hoeven we bijvoorbeeld substantieel minder extern in te huren.
Organisatie en personeel Afdeling Grondgebied In 2014 gaan twee medewerkers van de Onderhoudsdienst met pensioen (1.67fte). Daarnaast beschikken we nog over 1.6 fte aan vacatureruimte. In totaal komt daarmee 3.27 fte beschikbaar. Hiervan zetten we 1.27 fte in om het onderhoud van de bomen zelf te doen. Hiervoor passen we de bestekken met de WAA aan. Daarnaast huren we regelmatig een hoogwerker in. We vullen 2 vacatures als volgt in: - 0,5 fte zetten we in voor het invullen van de vacature magazijnmeester; - 1 fte vullen we regulier in. De invulling van de overige 0,5 fte onderzoeken we nog nader. We ramen deze als structurele vacatureruimte. Opleidingen OHD Er is nieuwe wetgeving voor het rijden met een groot rijbewijs op de voertuigen die we bij de OHD gebruiken. Dat betekent dat diverse medewerkers aanvullende bevoegdheden moeten halen om in de voertuigen te mogen rijden. Afdeling Inwoners Binnen de afdeling Inwoners hebben we nog de volgende vacatureruimte beschikbaar: - 3 uur op schaal 10; - 11,2 uur vacatureruimte WMO-consulenten. We zijn in 2012 gestart met de uitvoering van de WMO in eigen beheer. De beschikbare vacatureruimte zetten we in voor administratieve ondersteuning voor de WMO-consulenten. We vullen op salarisschaal 6 voor 20 uur administratieve ondersteuning in.
143
Wethouders Voorziening pensioen wethouders Vanaf 2013 dekken we alle pensioenlasten voor ex-wethouders en weduwen uit de voorziening pensioen wethouders. Hiervoor hebben we vanuit het rekeningsaldo 2012 ca € 263.000 in de voorziening gestort. In onderstaande tabel geven we een overzicht van het verloop van de voorziening in de begrotingsperiode. Voorziening pensioen wethouders Stand 1/1 stortingen extra storting onttrekkingen Stand 31/12
2013
2014
2015
2016
2017
1.026.954 67.000 263.202 -37.877 1.319.279
1.319.279 67.000
1.348.402 67.000
1.377.525 67.000
1.406.648 67.000
-37.877 1.348.402
-37.877 1.377.525
-37.877 1.406.648
-37.877 1.435.771
CAO-gemeenten Er is nog geen nieuwe CAO-gemeenten. De onderhandelingen lopen nog. Bij deze begroting zijn we voor de salarissen uitgegaan van de nullijn.
Facilitaire zaken Informatisering en automatisering Begin 2014 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Op basis van het nieuwe collegeprogramma herzien wij het Informatiebeleidsplan. Het Informatiebeleidsplan biedt ons inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van ICT. De bijbehorende projecten en activiteiten hebben wij gebundeld in ons programma Elektronische Dienstverlening (EDV). Wij werken die projecten en activiteiten jaarlijks uit in het I&A Jaarplan. Het belangrijkste aandachtspunt voor de komende jaren blijft het realiseren van de elektronische gemeente. Wij ondersteunen steeds meer processen en producten digitaal. Om verder vorm te geven aan de elektronische gemeente staan voor 2014 de volgende activiteiten op de planning:
• • • • • • •
Voortzetten implementatie van het Document Managementsysteem (Verseon); Inrichten en optimaliseren van landelijke en gemeentelijke Basisregistraties; Inrichten en optimaliseren van de website, e-producten en MidOffice; Digitaliseren werkprocessen, o.a. digitaliseren facturen en papierloos vergaderen; Informatiebeveiliging, o.a. DigiD Audit en Audit Informatiebeveiliging; Beheer van de informatiehuishouding op basis van de Baseline Informatiehuishouding Gemeenten. Papierloos vergaderen door de Raad.
Deze investeringen leiden tot andere onderhoudsbedragen. Deze bedragen komen meestal tot uiting in het daaropvolgende jaar. Om de elektronische overheid verder vorm te geven, blijven we investeren. Deels door onze eigen ambitie, zoals de website en het document management systeem. Maar vaak op basis van een wettelijke verplichting, bijvoorbeeld de landelijke basisregistraties en de DigiD Audit. Voor de komende jaren is de ambitie om desondanks onze leasetermijnen niet te laten groeien.
144
Verzekering We hertaxeren de inventaris van alle gemeentelijke gebouwen in 2015. Hiermee voorkomen we onder- en oververzekering. Voor de hertaxatie hebben we € 5.000 geraamd. Archief Horizontaal toezicht Met ingang van 1 oktober 2012 is de archiefinspectie door de provincie op de gemeente vervallen (Wet Revitalisering Generiek Toezicht). De gemeente beoordeelt nu haar eigen archief. In 2012 hebben we de interne controle archief voor het eerst uitgevoerd. Over de resultaten van deze controle hebben we de raad via de paragraaf bedrijfsvoering in de jaarrekening geïnformeerd. Inmiddels heeft de VNG nadere normen (Kritische Prestatie Indicatoren) uitgewerkt waaraan de inhoud van de interne controle archief moet voldoen. We passen de interne controle archief 2013 aan deze normen aan. De resultaten van deze interne controle bieden we in 2014 aan via de paragraaf bedrijfsvoering van de jaarrekening 2013 aan de raad.
Regionale samenwerking We nemen deel aan twee regio overleggen Archief: - Regionale Archiefsamenwerking Noord-Limburg: Binnen de regio Venlo streven we naar samenwerking op archiefgebied. We onderzoeken de mogelijkheid van één historisch archief. Daarnaast bekijken we de mogelijkheden om samen te werken bij de interne controle. Tot slot staat het vervangen van papieren archiefstukken door digitale reproducties op de agenda. - Regio overleg e-depot: Aan dit overleg nemen diverse gemeentes uit heel Limburg deel. Ook de provincie Limburg is bij dit overleg betrokken. Het doel van dit overleg is het onderzoek naar de mogelijkheden van een provinciaal e-depot. Dit is voorzien voor 2018-2019. Bewaarstrategie Inmiddels hebben we een plan van aanpak voor een bewaarstrategie voor digitale archiefbescheiden gemaakt. Het plan van aanpak hebben we in 2019 uitgevoerd, omdat dan het provinciaal e-depot pas af is.
Kosten bedrijfsvoering In het onderstaande overzicht geven we een meerjarig overzicht van de belangrijkste kosten op het gebied van bedrijfsvoering.
Kosten bedrijfsvoering Personeelskosten Huisvestingskosten Gemeentehuis Gemeenteloods
2013 2014 2015 2016 2017 6.121.402 6.057.832 6.054.772 6.034.357 6.024.722
442.028 108.819 550.847
446.189 107.283 553.472
445.162 106.574 551.736
434.130 105.901 540.031
428.093 105.227 533.320
Automatiseringskosten
497.050
569.546
570.889
573.198
574.589
Kosten facilitaire dienstverlening
298.316
293.328
288.328
288.328
284.828
145
146
E
VERBONDEN PARTIJEN
Algemeen Informatie verbonden partijen conform artikel 69 BBV Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s besteden we aandacht aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Onder bestuurlijk belang verstaan we een zetel in het bestuur van een participatie of stemrecht hebben. Met een financieel belang bedoelen we dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij. Het gaat hierbij om deelnemingen, vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Een verbonden partij is voor de raad om twee redenen van belang. De eerste is dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij maar blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. De tweede reden is uiteraard het financieel belang waarbij tevens een maatschappelijk belang aan de orde is. Geformuleerd beleid We hebben geen algemene criteria vastgelegd om in verbonden partijen te participeren. Tot op heden beoordelen wij samenwerkingsverbanden op ad hoc-basis. Bestaande verbonden partijen De verbondenheid kan tweeledig zijn. Een financiële verbondenheid of een bestuurlijke verbondenheid. Voor wat betreft de financiële verbondenheid betreft het partijen waarin de gemeente heeft deelgenomen in het aandelenkapitaal . In onderstaande tabel treft u aan een overzicht van het aandelenbezit van de gemeente in deze partijen per 31 december 2012.
BNG Enexis Holding NV Attero Vordering op Enexis BV CBL Vennootschap BV Verkoop Vennootschap BV Claim Staat Vennootschap BV LIOF Waterleidingmij Nazorg Limburg BV NV Greenport Totaal
Aantal 66300 180900 180900 2417 2417 2417 2417 15 5 310 76383
Nominale waarde per aandeel totaal € 2,50 € 165.750 € 1,00 € 180.900 € 0,01 € 1.809 € 0,01 € 24 € 0,01 € 24 € 0,01 € 24 € 0,01 € 24 € 113,45 € 1.702 € 4.538,00 € 22.690 € 0,45 € 140 € 0,01 € 764 € 373.851
€ € € € € € € € € € € €
Balans 150.428 121.613 1 24 24 24 24 1.702 27.227 140 764 301.971
Verschil € 15.322 € 59.287 € 1.808 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0€ 4.537€ 1€ 0€ 71.880
In dit overzicht is tevens een aansluiting met de balans gemaakt. Het verschil tussen de nominale waarde van de aandelen met de balanswaardering is ontstaan door herschikkingen van het aandelenkapitaal die hebben plaatsgehad. Omdat deze
147
herschikkingen met gesloten beurzen zijn verlopen blijft de balanswaardering ongewijzigd. Het BBV schrijft voor dat we aandelen waarderen tegen de verkrijgingprijs.
Verbonden partijen met financiële verbondenheid Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Gevestigd: Den Haag Visie De BNG is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. Het dividend zetten we in de begroting als structureel dekkingsmiddel in. Het financiële belang voor de gemeente is dus aanzienlijk. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd. Relatie met de programma’s Het dividend van BNG hebben we opgenomen in programma 8: Middelen. Het dividend verantwoorden onder beleidstaak 913.0. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt De NV Bank Nederlands Gemeenten (BNG) is de bank van en voor de overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen die de gemeente bezit. Financieel De gemeente bezit 66.300 aandelen van € 2,50 per stuk. De nominale waarde van de aandelen BNG bedraagt in totaal € 165.750. Risico’s In de paragraaf weerstandsvermogen gaan we nader in op de risico’s in relatie tot het schatkistbankieren. We hebben het dividend geraamd conform aanwijzingen van de Provincie. Er zijn geen verdere risico’s bekend.
Enexis Holding N.V. Gevestigd: Rosmalen Visie: ENEXIS is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. Het dividend hebben we in de begroting in als structureel dekkingsmiddel. Het financiële belang voor de gemeente is dus aanzienlijk. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd Relatie met de programma’s Het dividend ENEXIS hebben we opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven.
148
Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt De vennootschap heeft ten doel: 1. het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; 2. het instandhouden, (doen) beheren, doen exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten met annexen voor energie; 3. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; 4. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. Financieel De gemeente bezit 180.900 aandelen van € 1 per stuk. De nominale waarde van de aandelen ENEXIS bedraagt € 180.900. De aandeelhouders van Essent N.V. hebben deze deelneming als dividend in natura uitgekeerd gekregen. We waarderen de aandelen Enexis B.V. tegen de oorspronkelijke verkrijgingprijs van de aandelen Essent (€ 121.613). Risico’s Gezien de huidige economische situatie zijn de winstverwachtingen en dividenden onzeker. We hebben de dividenden geraamd conform aanwijzingen van de Provincie. Er zijn geen verdere risico’s bekend.
Attero Holding N.V. Gevestigd: Den Bosch Visie: Attero Holding N.V.is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. Het dividend zetten we in de begroting in als structureel dekkingsmiddel. Het financiële belang voor de gemeente is dus aanzienlijk. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd Relatie met de programma’s Attero Holding N.V. is opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt Attero Holding N.V. heeft ten doel: het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en – verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. In 2009 besloten de voormalige Essent aandeelhouders om Essent Milieu niet te verkopen, maar zelf rechtstreeks aandeelhouder te worden. Reden hiervoor waren de sterk verslechterde marktomstandigheden welke een negatief effect hadden op de waardering. Ontwikkelingen In 2009, bij de verkoop van de aandelen van Essent en de afsplitsing van het toenmalige Essent Milieu (thans: Attero), zijn aandeelhouders al tot de conclusie gekomen dat afvalverwerking en daardoor een participatie in Attero niet tot hun strategische kernactiviteiten behoort. In 2012 is onderzocht of een positie van het bedrijf als publiek dienstverlener met uitsluitend gemeentelijke aandeelhouders mogelijk is. Hoewel veel gemeenten belangstelling voor 149
deze optie toonden, heeft uiteindelijk een onvoldoende aantal ook daadwerkelijk aangegeven in dit model te zullen participeren. Nu is ervoor gekozen de mogelijkheid te onderzoeken Attero met een andere eigenaar of andere eigenaren goed voor de toekomst te positioneren. Aan het besluit om het verkoopproces te starten is een eerste oriënterende verkenning van de belangstelling in de markt voorafgegaan. Diverse partijen hebben daarbij hun interesse kenbaar gemaakt. Op basis hiervan is het besluit genomen om het proces voor de mogelijke verkoop van Attero te starten. Financieel De gemeente bezit 180.900 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen Attero Holding N.V. bedraagt € 1.809. Omdat bij de deelneming Enexis de oude boekwaarde van Essent geheel is opgenomen, wordt deze deelneming gewaardeerd tegen € 1. Risico’s Gezien de huidige economische situatie zijn de winstverwachtingen en dividenden onzeker. We hebben de dividenden geraamd conform aanwijzingen van de Provincie. Er zijn geen verdere risico’s bekend.
Vordering op Enexis B.V. Gevestigd: Den Bosch Visie: Vordering op ENEXIS B.V. is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. De rente op de verstrekte leningen zetten we in de begroting in als structureel dekkingsmiddel. Het financiële belang voor de gemeente is dus aanzienlijk. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd Relatie met de programma’s Vordering op ENEXIS hebben we opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt In de Wet Onafhankelijk Netbeheer staat opgenomen dat het niet wenselijk is dat na splitsing van Essent financiële kruisverbanden blijven bestaan en omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is derhalve besloten om de lening (vordering) niet mee te verkopen aan RWE, maar over te dragen aan de aandeelhouders. Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland dient Essent uiterlijk vòòr 1 januari 2011 gesplitst te zijn in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. Deze verplichte splitsing is inmiddels al doorgevoerd per 30 juni 2009. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en electriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis B.V. over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze onverschuldigd gebleven en omgezet in een lening van Essent Nederland B.V. Financieel De gemeente bezit 2.417 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen Vordering op ENEXIS B.V. bedraagt € 24.
150
Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De aflossing hiervan is vastgelegd in een viertal leningsovereenkomsten met verschillende looptijden. Het gemiddelde rentepercentage, dat op deze leningen wordt vergoed, bedraagt 4,65%. Ons aandeel in de vordering bedraagt medio 2013 ca € 1,6 mln. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen geoormerkt als achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis. Risico’s Er zijn geen risico’s bekend.
CBL Vennootschap B.V. (Cross Border Leases) Gevestigd: Den Bosch Visie CBL Vennootschap B.V. is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd Relatie met de programma’s CBL Vennootschap B.V. is opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven . Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt De functie van deze CBL Vennootschap BV is dat zij de Verkopende Aandeelhouders zal vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Enexis en Essent) van het CBL Fonds en in eventuele andere relevante CBL-aangelegenheden en zal fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen namens aandeelhouders in en uit het CBL Fonds. Ter voorkoming van misverstanden: het CBL Fonds zelf is niets meer dan een bankrekening die zal worden aangehouden bij een gerenommeerde bank waarop het afgesproken bedrag zal worden gestort en aangehouden. Voor zover na beëindiging van alle CBLs en de betaling uit het CBL Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Fonds, wordt het resterende bedrag weer in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en Verkopende Aandeelhouders. Naast het feit dat deelname in CBL Vennootschap BV de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst van Essent en een optimale (financiële) risicoafdekking voor eventuele aansprakelijkheid van de publieke aandeelhouders, is het deelnemen door de Verkopende Aandeelhouders in CBL Vennootschap BV om de volgende redenen in het openbaar belang: 1. Redenen waarom het medebeheer van het CBL Fonds en de vertegenwoordiging inzake CBL aangelegenheden door de Verkopende Aandeelhouders wordt gebundeld in CBL Vennootschap BV en niet individueel wordt gedaan door ongeveer 140 aandeelhouders zijn gelegen in argumenten van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Het is in de praktijk vrijwel ondoenlijk om met ongeveer 140 separate partijen het (mede)beheer te voeren over een fonds. Ook in de context van communicatie over, en besluitvorming met betrekking tot, de onderliggende CBL’s zelf, is het efficiënter, sneller en goedkoper om met één partij van doen te hebben in plaats van met ongeveer 140. Deze argumenten van eenvoudiger coördinatie en efficiëntie gelden niet alleen in de relatie tussen de 151
aandeelhouders onderling, maar zijn ook aspecten die door Essent, Enexis en RWE als van wezenlijk belang voor de toekomstige verhouding worden beschouwd. 2. Hoewel niet te maken hebbend met CBL Vennootschap BV, maar met het CBL Fonds, is het openbaar belang ook bijzonder gediend met het bestaan van het CBL Fonds omdat dit (i) het risico van de aandeelhouders jegens de wederpartijen van de CBL’s deels beperkt en (ii) leidt tot een heldere en eenvoudige (namelijk 50%-50%) aansprakelijkheidsverdeling (althans voor het bedrag dat in het CBL Fonds zit) van CBL risico’s tussen Verkopende Aandeelhouders en RWE. Financieel De gemeente bezit 2.417 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen CBL Vennootschap B.V. bedraagt € 24. Ons aandeel in de fonds is € 26.626. In de tijd kunnen delen van de gevormde Escrow worden uitgekeerd zodra risico’s zich niet meer (in die mate) voor doen. Conform aanwijzingen van Provincie Limburg hebben we op de balans een vordering opgenomen en hier een voorziening tegenover gezet voor 100%. Concreet betekent dit, dat iedere uitkering/vrijval een incidentele baat is. Of er gelden uitgekeerd worden en welk bedrag wordt bepaald door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Risico’s Er zijn geen risico’s bekend.
Verkoop Vennootschap B.V. Gevestigd: Den Bosch Visie Verkoop Vennootschap is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd Relatie met de programma’s Verkoop Vennootschap B.V. is opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt In het kader van de transactie met RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties gegeven aan RWE. Het overgrote merendeel van deze garanties is door de verkopende aandeelhouders op het moment van verkoop van Essent PLB aan RWE overgedragen aan deze deelneming, die vanaf het moment van oprichting dus ook aansprakelijk is mochten een of meer van deze garanties onjuist blijken te zijn. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende ene bepaalde tijd op een aparte bankrekening zal worden aangehouden (in jargon: in escrow zal worden gestort). Buiten het bedrag dat in escrow zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet verder aansprakelijk voor inbreuken op garanties. Daarmee is de functie van Verkoop Vennootschap B.V. dus tweeërlei. Als vennootschap die vrijwel alle garanties onder de verkoopovereenkomst heeft overgenomen van de verkopende aandeelhouders zal zij eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE. Daarnaast treedt 152
Verkoop Vennootschap B.V. op als vertegenwoordiger van de verkopende aandeelhouders met betrekking tot het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in escrow wordt gestort. Financieel De gemeente bezit 2.417 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen Verkoop Vennootschap B.V. bedraagt € 24. Ons aandeel in het fonds is € 534.205. In de tijd kunnen delen van de gevormde Escrow worden uitgekeerd zodra risico’s zich niet meer (in die mate) voor doen. Conform aanwijzingen hebben we op de balans een vordering opgenomen en hier een voorziening tegenover gezet voor 100%. Concreet betekent dit, dat iedere uitkering/vrijval een incidentele baat is. Of er gelden uitgekeerd worden en welk bedrag wordt bepaald door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Risico’s Er zijn geen risico’s bekend.
Claim Staat Vennootschap B.V. Gevestigd: Den Bosch Visie Claim Staat Vennootschap B.V. is een verbonden partij waarin de gemeente een financieel belang heeft als aandeelhouder. De aandelen zijn niet verhandelbaar en ook niet beursgenoteerd. Relatie met de programma’s Claim Staat Vennootschap is opgenomen in programma 6, deelprogramma 6.3 Woonfaciliteiten, beleidstaak 330.0 Nutsbedrijven. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt Met toestemming van de aandeelhouders hebben Essent en Essent Nederland B.V. een procedure tegen de Staat der Nederlanden gestart. Zij vragen een verklaring voor recht dat bepaalde bepalingen van de splitsingswetgeving onverbindend zijn. Als gevolg van de, in de ogen van Essent, onverbindende wetgeving en de daarop doorgevoerde splitsing lijden de aandeelhouders schade. Hiervoor is deze Vennootschap opgericht. Naast het feit dat deelname in de Claim Staat Vennootschap B.V. de noodzakelijke randvoorwaarden creëert voor maximalisatie van de verkoopopbrengst Essent, is het deelnemen in de Claim Staat Vennootschap in het openbaar belang om redenen van flexibiliteit, eenvoudiger coördinatie en beheersbaarheid. Gezamenlijk kan men beter, goedkoper en eenvoudiger procederen. Financieel De gemeente bezit 2.417 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen Claim Staat Vennootschap B.V. bedraagt € 24. Risico’s Er zijn geen risico’s bekend.
153
NV Greenport Venlo Innovation Center (NV GPVIC) Gevestigd: Venlo Visie: Het leveren van een bijdrage aan de groei van de Greenport Venlo Regio door het stimuleren van innovatie. GPVIC richt zich hierbij op de sectoren Fresh-Food-Flowers, Logistiek en Industrie. Relatie met de programma’s GPVIC is opgenomen in programma 1. Bedrijfsvoering en bestuur, deelprogramma 1.2 Zelfstandigheid, beleidstaak 005.0 Bestuurlijke samenwerking. Op deze post verantwoorden we de jaarlijkse bijdrage per inwoner. Het openbaar belang dat op deze wijze wordt behartigd Een substantiële bijdrage leveren aan de versterking van de economische structuur van de Regio Venlo door: • De economische (toegevoegde) waarde van Greenport Venlo te verhogen met 1 miljard euro in 2020 • Concurrentievoordeel voor bedrijven door duurzaam ondernemen te realiseren Financieel De gemeente bezit 76.383 aandelen van € 0,01 per stuk. De nominale waarde van de aandelen bedraagt € 763,83. Risico’s Er zijn geen risico’s bekend.
154
Verbonden partijen met bestuurlijke verbondenheid De partijen voor wat betreft de bestuurlijke verbondenheid zijn de Veiligheidsregio Limburg Noord en Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo e.a. (WAA);
Veiligheidsregio Limburg-Noord Gevestigd: Venlo Visie Samenwerken waar dit meerwaarde heeft waarbij wordt deelgenomen aan gemeenschappelijke regelingen. Strategische wordt dit niet alleen bekeken vanuit de voordelen die het oplevert voor de eigen inwoners, maar ook vanuit de bijdrage die de gemeente kan leveren voor de burgers in de regio. Relatie met de programma’s De Veiligheidsregio Limburg Noord is ondergebracht onder programma 1: Bedrijfsvoering en Bestuur, deelprogramma 1.2 Zelfstandigheid, beleidstaak 005.0 Samenwerking Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt De Veiligheidsregio Limburg-Noord geeft vorm en inhoud aan intergemeentelijke samenwerking op de schaal van Noord- en Midden-Limburg en heeft tot doel: I. De behartiging van de belangen van de gemeenten en hun ingezetenen op het gebied van: a) de brandweerzorg; b) de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen; c) de rampenbestrijding en crisisbeheersing; d) het bevorderen van de multidisciplinaire uitvoering van de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de bestrijding van zware ongevallen; e) het bevorderen van een samenhangend integraal veiligheidsbeleid in de regio. II. De behartiging van die taken die door de wet- en regelgeving aan gemeenten zijn toegekend op het gebied van collectieve preventie volksgezondheid en maatschappelijke zorg en waarvoor samenwerking tussen gemeenten op de schaal van de regio uit het oogpunt van verhoging van efficiency en effectiviteit wordt vereist. Financieel De financiële resultaten van het Veiligheidsregio zijn voor rekening en risico van de deelnemende gemeenten. Risico’s Voor informatie over de risico’s verwijzen we naar de paragraaf Weerstandsvermogen.
Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid (WAA) Gevestigd: Venlo Visie WAA heeft als beleidsvisie dat zij voor alle personen in de regio die zijn aangewezen op de WSW, passende arbeid wil realiseren in een zoveel als mogelijke reguliere arbeidsomgeving. 155
Relatie met de programma’s Het WAA is opgenomen in programma 3 Zorg en Welzijn, deelprogramma 3.1, beleidstaak 611.0 Werkgelegenheid. Het openbaar belang dat op deze wijze behartigd wordt De doelstelling van het WAA is het - voor en namens de deelnemende gemeenten- als gemeenschappelijke regeling uitvoering geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de regio Venlo tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het WAA voert de WSW (Wet Sociale Werkvoorziening) uit in opdracht van de gemeenten Arcen en Velden, Beesel, Bergen en Venlo. De organisatie WAA en RSW zijn met ingang van 2004 in twee delen geknipt en ondergebracht in een publiekrechtelijke organisatie (WAA Gemeenschappelijke regeling) en een private uitvoeringsorganisatie (WAA groep NV). Het WAA is 100% aandeelhouder van de WAA groep NV. De gemeente wordt in het bestuur van het werkvoorzieningschap vertegenwoordigd door een lid van ons college. Financieel De financiële resultaten van het werkvoorzieningschap zijn voor rekening en risico van de deelnemende gemeenten. Risico’s Voor informatie over de risico’s verwijzen we naar de paragraaf Weerstandsvermogen.
156
F
Grondbeleid
Algemeen Het grondbeleid heeft een invloed op en samenhang met de programma’s 4. Recreatie, toerisme en cultuur, 6. Wonen en leven en 7. Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling. Het grondbeleid kan grote financiële gevolgen hebben. Eventuele baten, maar vooral de mogelijke financiële risico’s zijn van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. In de programmabegroting hebben we het grondbeleid ondergebracht in programma 7. Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling, deelprogramma 7.1.
Het grondbeleid van de gemeente Beesel We voeren een passief grondbeleid. Dit neemt niet weg, dat we gronden die we in ons bezit hebben en ook de gronden die we tegen gunstige condities kunnen en willen verwerven (zoals Molenveld-zuid) optimaal inzetten voor de realisatie van de gewenste ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen betreffen uitbreidingsgebieden en de sanering van bestaande gebieden. Bij elk gebied beoordelen we of we de uitvoering overlaten aan private partijen. Ook beoordelen we van elke exploitatie de rentabiliteit. Ons uitgangspunt is dat we alleen rendabele exploitaties uitvoeren. Onrendabele exploitaties zetten we alleen door als het maatschappelijk nut hiertegen opweegt. De verkoopprijzen van onze bouwkavels zijn in vergelijking met de prijzen in de regio aan de lage kant. We wachten met het opnieuw vaststellen van de grondprijzen tot het moment dat er weer sprake is van de uitgifte van bouwgrond. Winsten storten we in de algemene reserve van het grondbedrijf. Gemeentelijk grondbezit brengen we in de exploitatie in op basis van de getaxeerde waarde. Boekresultaten brengen we ten gunste (of ten laste) van het rekeningresultaat. Eén keer per jaar herzien we de exploitatieopzetten. Deze herziene exploitatieopzetten leggen we in principe in de raadsvergadering van december voor vaststelling aan de gemeenteraad voor.
Financiële positie Voor de grondexploitatie hebben we een Algemene Reserve Grondbedrijf. De reserve dient voor de dekking van onvoorzienbare risico’s. De rente voegen we aan de reserve toe. Komt deze reserve door winstneming of de toevoeging van de rente boven de maximum limiet dan komt het meerdere ten gunste van de algemene middelen. Daarnaast treffen wij ten laste van deze reserve voorzieningen als uit een exploitatieberekening blijkt dat er verliezen te verwachten zijn. De Algemene Reserve van het grondbedrijf bedraagt per 1 januari 2014 € 254.682. De maximale limiet van deze reserve is € 400.000. Het minimumsaldo is bepaald op € 200.000.
Winstverwachting Onze gedragslijn is dat wij winsten pas nemen op het moment dat de winst daadwerkelijk gerealiseerd is. Voor grote complexen geldt dat wij meerdere fasen onderscheiden. Na realisering van een planonderdeel kunnen we tussentijds een deel van de winst nemen als deze winst gerealiseerd is en het geraamde resultaat van andere planonderdelen positief is (zie onderstaande tabel voor verwachte resultaten).
157
Voorziening voor verwachte verliezen Als voor een complex een verlies op eindwaarde optreedt, dan storten we hiervoor een bedrag in de voorziening voor verwachte verliezen. Op basis van de meest recente exploitatieopzetten hebben we geen verliesgevende exploitaties. De lopende exploitaties Offenbeker Bemden en Sint Lambertusweg / Scheiweg sluiten we naar verwachting in 2013 af en Parklaan / Sint Lambertusweg waarschijnlijk in 2014. We hebben het gebied Molenveld-Zuid in exploitatie genomen. We verwachten in de eerste helft van 2014, gelijktijdig met het vaststellen van het bestemmingsplan, de exploitatie-opzet hiervoor vast te stellen. In de voorlopige exploitatie-opzet houden we rekening met een tekort van € 750.000. Hiervoor hebben we ten laste van de investeringsreserve een voorziening getroffen. De stand van de voorziening voor verwachte verliezen is dan ook per 1 januari 2014 € 750.000.
Overzicht lopende complexen Samenvattend schetsen we over de lopende complexen het volgende totaalbeeld: Exploitatiegegevens
Einde looptijd Restcapaciteit in m2 per 1 januari 2014 Restcapaciteit in kavels per 1 januari 2014 Boekwaarde per 31 december 2012 Verwacht exploitatiesaldo Eindwaarde (-) is nadelig
Offenbeker Bemden
Parklaan / St. Lambertusweg
Sint Lambertusweg / Scheiweg
Totaal
2013
2014
2013
0
0
0
0
0
0
-189.812
-189.504
-73.402
-452.718
110.384
44.152
283.226
437.762
Nieuwe exploitaties Bergerhof Eind 2012 zijn we gestart met het project Bergerhof. Doel van het project is het opstellen van een bestemmingsplan en stedebouwkundige visie. Alles moet planologisch gereed zijn voor de realisatie van de woningbouwplannen. Dit plan kan niet los gezien worden van de ontwikkelingen Molenveld-Zuid. Of en wanneer we de grondexploitatie starten, is mede afhankelijk van de situatie op de woningmarkt en de ontwikkelingen bij Molenveld Zuid. De meeste gronden in dit complex zijn in handen van een projectontwikkelaar. We hebben nog geen afspraken gemaakt over de participatie van de gemeente in dit complex. Uitbreiding bedrijventerrein Roversheide Deze uitbreiding hebben we in handen gegeven van een projectontwikkelaar. In 2013 starten we de bestemmingsplanprocedure. Ontwikkeling Molenveld-Zuid Eind 2012 heeft de raad besloten om zes hectare industrieterrein in de dorpskern Offenbeek aan te kopen. Op het terrein, dat wordt begrensd door de Keulseweg, de Mariastraat, de Greswarenstraat en het spoor bouwen we in acht jaar tijd een woonwijk met 150 woningen (koop en huur) voor verschillende doelgroepen en 12 zogenaamde woon-werk locaties. We pogen een gedeelte van de voormalige fabriekspanden te behouden als cultureel erfgoed. Samen met de
158
nationale maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van industrieel erfgoed (BOEI) bekijken we of dit mogelijk is. We hebben met Stichting WoonGoed 2-Duizend een intentie-overeenkomst gesloten voor het realiseren van 105 sociale huurwoningen in het plan.
Complexen die we nog niet in exploitatie hebben genomen of niet zelf uitvoeren: Complex
Verwachte opbrengst
Toelichting
Bergerhof
Nog niet bekend
We weten nog niet of we dit plan zelf uitvoeren of via een projectontwikkelaar
Uitbreiding
Niet van toepassing
Roversheide Molenveld-Zuid
Dit plan wordt door een projectontwikkelaar voor zijn rekening uitgevoerd. We lopen hier geen financiële risico’s.
Nog niet bekend
Aankoop terrein is gerealiseerd. Het plan werken we verder uit.
Overige zaken Aan de hand van bevolkingsprognoses van de Provincie voor de lange termijn (tot 2020) hebben wij de toekomstige woningbehoefte berekend voor de kernen Beesel, Offenbeek en Reuver. Tot het jaar 2020 moeten we rekening houden met een autonome woningbehoefte van ca. 40-50 woningen per jaar voor de kernen Reuver en Offenbeek en 4 tot 5 woningen per jaar voor de kern Beesel. De restcapaciteit van de bestaande plannen is niet toereikend om in deze behoefte te voorzien. Vanaf 2014 vindt verdere ontwikkeling plaats van het gebied Molenveld-Zuid en daarna het uitbreidingsgebied Bergerhof om invulling te geven aan deze taakstelling.
159
160
G
Lokale heffingen
Visie college ‘van versobering naar sociale verrijking’ In ons collegeprogramma ‘van versobering naar sociale verrijking’ beschrijven wij onze visie voor de komende vier jaar. Wij zetten de komende vier jaar vooral in op het op peil houden van de leefbaarheid. Een goed voorzieningenniveau is de randvoorwaarde voor het behoud van leefbaarheid in onze gemeente. Wij willen minimaal de bestaande voorzieningen in stand houden. Denk hierbij aan: een levendige markt, speelplaatsen, plantsoenen, evenementen, het verenigingsleven, kwalitatieve scholen en lokale winkelvoorzieningen. In financiële zin kiezen we voor balans tussen versobering van uitgaven in combinatie met verhoging van de inkomsten. We zetten in op vergroten van de efficiency. Uit de enquête voor de toekomstvisie blijkt dat inwoners bereid zijn om meer belasting te betalen voor het behoud van goede voorzieningen. Met de voorstellen in deze begroting hebben we getracht een evenwichtige afweging te maken. Voorop staat het behoud van zoveel mogelijk voorzieningen. Ook hebben we onze verenigingen zoveel mogelijk ontzien. Tot slot hebben we uitsluitend lastenverhogingen doorgevoerd als we zonder deze maatregel ons voorzieningenniveau niet konden handhaven. De lastendruk in onze gemeente is de laagste van de provincie. Onze keuzes baseren we op de Toekomstvisie Beesel 2030, die eind 2009 unaniem door de gemeenteraad is vastgesteld.
Onroerende Zaak Belasting In deze begroting verhogen we het tarief van de OZB voor 2014 tot en met 2017 jaarlijks met 4%.
Tabel ontwikkeling OZB
2012 2013 2014 2015 2016 2016
totaal 10,0% 10,0% 4% 4% 4% 4%
In de onderstaande tabel geven we de OZB tarieven in % van de WOZ-waarde aan. Tabel tarieven OZB
Gebruikers niet-woningen Zakelijke gerechtigden woningen Zakelijke gerechtigden niet-woningen
2013 Na vaststelling WOZ-waarden 0,1218 0,0969 0,1511
2014 Voor vaststelling WOZ-waarden 0,1268 0,1008 0,1571
161
Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing is gesplitst in een vast en een variabel tarief. Het vastrecht verlagen we in 2014 met € 10,00 tot € 86,00. Voor de jaren 2015 tot en met 2017 blijft dit € 86,00. Voor een verdere toelichting hierop verwijzen we naar programma 6. De variabele tarieven blijven in 2014 ongewijzigd. Per liter containerinhoud berekenen we € 0,023. Een gemiddeld gezin betaalt in 2014 in totaal ca. € 45 voor de ledigingen. De reinigingsrechten (inclusief variabel tarief en tarief zaterdagstort) zijn 100% kostendekkend.
Tabel ontwikkeling variabele tarieven afvalstoffen Tarief 2013 / 2014 Tarieven reguliere containers 25 liter container 60 liter container 140 liter container 240 liter container Tarieven ondergrondse voorziening (Bösdael en Raadhuisplein) Volume 20 liter Volume 40 liter Volume 60 liter
€ 0,60 € 1,40 € 3,25 € 5,50
€ 0,45 € 0,95 € 1,40
Rioolheffing Het uitgangspunt voor het tarief van de rioolheffing is dat deze 100% kostendekkend is. De rioolheffing berekenen we op basis van een meerjarig Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het nieuwe GRP leggen we eind 2013 aan de raad voor. Dit GRP heeft betrekking op de jaren 2013-2017. Voor 2014 verhogen we het tarief met € 8,00 naar € 190,50. In de jaren 2015 en 2016 verhogen we het tarief jaarlijks eveneens met € 8,00.
Hondenbelasting Het tarief voor de hondenbelasting blijft in 2014 ongewijzigd.
Tabel ontwikkeling tarief hondenbelasting Tarief 2013 / 2014 Één hond Twee honden Drie honden Kennel
€ 40,00 € 95,00 € 155,00 € 105,00
162
Toeristenbelasting Het tarief voor de toeristenbelasting verhogen we in 2014 met € 0,20 naar € 1,00. Deze verhoging is conform de begroting 2013. In 2015 tot en met 2017 verhogen we het tarief niet.
Belastingdruk De belastingdruk voor een gemiddeld gezin met een eigen woning ziet er als volgt uit.
Belastingdruk Beesel
2013
2014
2015
2016
2017
OZB zakelijk gerechtigde Rioolheffing Afvalstoffenheffing (vast recht) Teruggave € 10 per huishouden Ledigingen
€ 171,00
€ 178,00
€ 185,00
€ 192,00
€ 200,00
€ 182,50
€ 190,50
€ 198,50
€ 206,50
€ 206,50
€ 106,00
€ 86,00
€ 86,00
€ 86,00
€ 86,00
-€ 10,00
€
€
€
€
€ 45,00
€ 45,00
€ 45,00
€ 45,00
€ 45,00
Totaal
€ 494,50
€ 499,50
€ 514,50
€ 529,50
€ 537,50
€ 5,00
€ 15,00
€ 15,00
€ 8,00
1,01%
3,00%
2,92%
1,51%
Stijging absoluut Stijging procentueel
0,00
0,00
0,00
0,00
In de provincie Limburg zijn wij al jaren de goedkoopste gemeente qua belastingdruk. Hierbij tekenen we aan dat enkele van deze gemeenten geen 100% kostendekkendheid doorrekenen wat betreft afvalstoffenheffing en/of rioolrecht. In onderstaande tabel geven we de gemiddelde lasten in Limburg in vergelijking met Beesel. We houden de gemiddelde lasten in de provincie voor 2014 tot en met 2017 gelijk aan de ramingen voor 2013 omdat we voor 2014 tot en 2017 geen informatie hebben.
Belastingdruk Provincie OZB zakelijk gerechtigde Rioolrechten Afvalstoffenheffing / ledigingen Totaal Provincie
Totaal Beesel Verhouding Beesel t.o.v. provincie
Begroting 2013 € 237,00 € 199,00 € 238,00
Begroting 2014 € 237,00 € 199,00 € 238,00
Begroting 2015 € 237,00 € 199,00 € 238,00
Begroting 2016 € 237,00 € 199,00 € 238,00
Begroting 2017 € 237,00 € 199,00 € 238,00
€ 674,00
€ 674,00
€ 674,00
€ 674,00
€ 674,00
€ 494,50
€ 499,50
€ 514,50
€ 529,50
€ 537,50
73 %
74 %
76 %
79 %
80 %
Uit deze tabel blijkt dat de gemiddelde belastingdruk in Beesel ruim onder het provinciale gemiddelde blijft. In deze vergelijking verhogen we wel de tarieven van Beesel maar we laten de provinciale tarieven op het niveau 2013 staan. Het is realistisch om te stellen dat ook de provinciale tarieven in 2014 tot en met 2017 stijgen. De werkelijke verhouding tussen de belastingdruk in Beesel en het provinciale gemiddelde is daarom gunstiger voor Beesel.
163
In de onderstaande tabel geven we een overzicht van de niet-bestedingsgebonden gemeentelijke heffingen. Deelprogr. 8.1 8.1 8.1 8.1 8.1 8.1
Lokale heffingen
Begroting 2013 Begroting 2014
Saldo 2014 minus 2013
Onroerend goed belasting gebruikers Onroerend goed belasting eigenaren Baatbelasting Forensenbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting
€ € € € € €
201.000 1.411.000 2.065 1.950 440.000 65.000
€ € € € € €
211.000 1.475.000 1.010 1.950 520.000 65.000
€ € € € € €
Totaal
€
2.121.015
€
2.273.960
€
10.000 64.000 1.05580.000 152.945
Kwijtscheldingsbeleid Inwoners van de gemeente kunnen kwijtschelding van gemeentelijke belastingen aanvragen als ze onvoldoende inkomsten of vermogen hebben om de belastingen te kunnen betalen. Kwijtschelding verlenen we alleen voor de onroerende zaakbelastingen, het vast recht van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. We verlenen geen kwijtschelding voor het variabele deel van de afvalstoffenheffing (de ledigingen), hondenbelasting, woonforensenbelasting en baat- en bouwgrondbelastingen. We toetsen een verzoek om kwijtschelding aan regelingen zoals die door de rijksoverheid zijn vastgesteld. Voor de berekening van de hoogte van de kwijtschelding nemen we de bijstandsnorm als uitgangpunt. In 2013 heeft de Raad het kwijtscheldingsbeleid opnieuw vastgesteld. We hebben de regeling geactualiseerd op basis van de Rijksleidraad. Er zijn 2 belangrijke wijzigingen: 1. De netto kosten van kinderopvang merken we aan als uitgaven. 2. We hanteren een hogere inkomensnorm voor AOW-gerechtigden. Vanaf 2014 nemen we in meerjarenbegroting jaarlijks € 15.000 op als lasten.
164
H
Demografische ontwikkeling
Het gemeentefonds kent voor de periode 2011-2015 een krimpmaatstaf. Op basis hiervan krijgen gemeenten die te maken hebben met een extreme bevolkingskrimp compensatie. Deze middelen zijn bedoeld om de nadelige gevolgen van bevolkingsdaling (voor een deel) op te vangen. Na deze periode van 5 jaar gaan de beheerders van het gemeentefonds bekijken of ze de krimpmaatstaf handhaven. In onze gemeente is krimp nog niet aan de orde. Wij komen dan ook niet in aanmerking voor een krimpmaatstaf. Dit kan in de toekomst natuurlijk veranderen. Demografische ontwikkelingen hebben invloed op de voorzieningen in de gemeente. In 2012 hebben we een demografisch onderzoek uitgevoerd voor onze gemeente. Uit het onderzoek komen vier trends naar voren: vergrijzing: De komende decennia laten een toename zien van het aantal senioren in de gemeente. Met name het aantal 65 plussers zal stijgen. De kern Offenbeek kent verreweg de grootste toename van het aantal 75 plussers. ontgroening: Het aantal jongeren (tot 20 jaar) neemt tot 2040 met ongeveer 33% af. huishoudensverdunning: In 2040 telt de gemeente Beesel meer huishoudens en gemiddeld minder personen per huishouden. Na 2040 zullen de meeste huishoudens in Beesel het eenpersoonshuishouden zijn. Deze stijging komt vooral door de vergrijzing en het toenemende aantal senioren dat als eenpersoonshuishouden zelfstandig blijft wonen. toename niet westerse allochtonen: Het aantal niet westerse allochtonen stijgt van 5% naar 8,5% van de totale bevolking in Beesel. De oorzaak hiervan is het hogere geboortecijfer van niet westerse allochtonen. De conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek zijn de komende jaren de leidraad voor ons beleid. De resultaten van het onderzoek nemen we mee in toekomstige beleids- en visieplannen. Een maal per vijf jaar laten we de we de bevolkings- en prognosegegevens actualiseren.
165
166
Bijlage 1 Bronbestanden
167
168
Bronbestanden Programma / paragraaf
Onderwerp
Datum vaststelling
1 1 1
GBA handboek privacy en werkprocedures GBA privacyreglement en beheerregeling Reglement Burgerlijke Stand
1
Beheersverordening GBA
2008
1
Verordening GBA
2003
1 1
Functioneringsgesprekken burgemeester en gemeenteraad Reglement van Orde Gemeenteraad
1
Verordening rekenkamercommissie Beesel 2011
1
Gedragscode voor de leden van de raad & fractievertegenwoordigers (inclusief richtlijn handelswijze bij vermoed overtreden gedragscode) Inspraakverordening
2007
Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Verordening op de vertrouwenscommissie
2003
Verordening op het correctief raadgevend referendum Verordening raadscommissies
2002
2007
1
Verordening rechtspositie raadsleden & fractievertegenwoordigers Verordening fractieondersteuning 2012
1 1
Participatienota 2012 Regiovisie
1
Verordening elektronische bekendmaking
1
verordening regeling behandeling bezwaarschriften
2005
1 1
delegatieverordening Communicatiebeleid: Eén smoel voor de gemeente Beesel Veiligheidsregio 2011-2015
2002 28-02-11
als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2015 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 2014
30-05-11
2015
1 1 1 1 1 1
1
29-08-11 11-07-11 7-05-12
Jaar van herijking
12-09-11 6-06-11 4-07-11
2006
2010
2007
2012 18-06-12 23-04-12 4-02-13
jaarlijks jaarlijks als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is
169
1
Visie op samenwerking 2012
1
Reglement van orde voor B&W
1994
1
regeling outplacement gewezen wethouders
2003
1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 2 2
Toekomstvisie 2030 Vaknotitie demografische ontwikkeling gemeente Beesel Collegeprogramma 2010-2014 APV (herziening) Coffeeshop- en Damoclesbeleid Beesel
17-12-12
21-12-09 3-12-12 1-09-10 10-09-12 9-07-12
2
Drugsbeleid Beesel 2012
8-10-12
2
3-06-13
2 2
Integraal alcohol- en drugsbeleid voor jongeren in Beesel 2013-2016 Gewijzigde drank- en horecawet Evenementenbeleid 2011 (definitieve herziening)
3-06-13 12-12-11
2
Beleidsregel paracommerciële horecabedrijven
22-11-04
2
Speelautomaten verordening
18-11-02
2
Winkeltijdenverordening
19-03-12
2 2 2
Beleidsnota wegen Beleidsnota Openbare Verlichting Externe veiligheid
2 2 2
GVVP 2012-2015 Prioritering uitvoeringsprogramma GVVP Mobiliteitsfonds / parkeerbijdrageregeling
19-12-11 17-12-12 24-06-13
2
Verordening parkeerfonds
24-06-13
2 2
Horecahandhaving Integraal handhavingsbeleid 2012
6-02-12 18-06-12
2 2 2 2
Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) 2013 Gladheidsbestrijdingsplan 2012/2013 Beleidsplan veiligheidsregio 2011-2015 Visie Brandweerzorg 2011-2015
25-03-13 17-09-12 4-07-11 8-07-11
2
Beleidsregel gevonden en verloren voorwerpen
18-03-13
2
Integraal veiligheidsplan gemeente Beesel 20132014
24-06-13
1994 dec. 2010 6-06-11
als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2015 2017 2014 jaarlijks als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2016
als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 2015 als er aanleiding voor is 2015 2015 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 als er aanleiding voor is jaarlijks jaarlijks 2015 2015 als er aanleiding voor is 2015
170
2 2, 3, 6, par. B 3 3 3 3 3 3
Preventie-activiteitenplan gemeente Beesel 2003 Onderhoudsplannen gemeentelijke gebouwen 2011
23-06-03 9-05-11
Beleidsregel legionellapreventie
13-02-06
Beleidsregel stookruimten (geheel of gedeeltelijk) onder maaiveld Beleidsnota kinderopvang o.g.v. een sociaal medische indicatie Kadernota decentralisaties
14-11-05 31-01-11 10-09-12
Vrijwilligersbeleid Verordening Subsidie Deskundigheidsbevordering Vrijwilligers 2009-2011 verordening waardering vrijwilligers Kaderstellende nota decentralisatie extramurale zorg Nota inventarisatie en vervanging speeltoestellen Vaststellen basistarieven hulp bij huishouding Verordening WMO 2013
21-11-11 2008
25-03-13
3 3
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel 2013 Schuldhulpverlening Tijdelijke aanscherping regels WWB
3
Verordening wachtlijstbeheer WSW
21-02-11
3
Vrijlatingsbeleid
1994
3
2010
3
Afstemmingsverordening IOAW en IOAZ gemeente Beesel 2010 Afstemmingsverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Beesel 2010 afstemmingsverordening WWB
3
beleidsregel b062 tm b155 bijzondere bijstand
2004
3
2006
3
Beleidsregel B070 Standaard aanvullende of collectieve ziektekostenverzekering Beleidsregels eenmalige uitkering sociale minima 2008 Beesel Bijlagen nota Integraal Minimabeleid 2007
3
fraudeverordening WWB
2004
3 3 3 3 3 3
3
3
2003 6-05-13 14-09-09 17-12-12 28-01-13
4-02-13 19-12-11
2010 2005
2008 2007
als er aanleiding voor is 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2019 2019 2019
2013 2014 als er aanleiding voor is
2017 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet)
171
3
2010
3
Handhavingsverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Beesel 2010 reglement cliëntenparticipatie wwb
3
re-integratieverordening WWB
2004
3
Toeslagenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Beesel 2010 toeslagenverordening WWB
2010
2008
3
Verordening cliëntenparticipatie Wet Sociale werkvoorziening Verordening inburgering
3
Verordening kinderopvang
2004
3
2008
3
Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Beesel Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale Werkplaats verordening werkleeraanbod Wet Investeren in Jongeren gemeente Beesel 2010 verzuimprotocol gemeente Beesel
3
Wet Investeren in Jongeren 2009
2009
3
Maatregelenverordening wet werk en bijstand, wet inkomensvoorzieningoudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze ondernemers en wetinkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezenzelfstandigen gemeente Beesel 2012
3 3 3
Algemene subsidieverordening Welzijn Lokaal gezondheidsbeleid Sport beleidsnota 2009-2017
19-12-11 6-05-13 25-01-10
3
Uitvoeringsregel investeringssubsidies
9-01-12
3
Uitvoeringsregels overgangsregelingen subsidie
3
Marktverordening
2004
3
Beleidsnota standplaatsenbeleid gemeente Beesel
2007
3 3
Jeugdbeleid 2012-2016 Peuterspeelzalenbeleid
3 3
3 3
2008
2004
2009
2008 2010 2007
2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet) 2014 (in participatiewet)
3-06-13
19-01-12
10-09-12 23-04-12
2019 2013 tussenevaluatie. 2016 evaluatie en herijking als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2016 2017
172
3
27-09-10 19-04-10
4
Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Beesel. Beleidsnota informele zorg 2010-2013 Archeologiebeleid en archeologische verwachtingsen beleidskaart Beschermd dorpsgezicht Beesel
4
Erfgoedverordening
15-11-10
4
Monumentencommissie gemeente Beesel 2009
16-03-09
4
Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Toeristische Visie gemeente Beesel 2009 Beleidsregel verblijfsrecreatie
3 4
4 4 4 5 5 5 6 6 6
Kunst-en cultuurnota Huisvestingsprogramma scholen 2013 Beleidsnota VVE 2010-2014 Verordening leerlingenvervoer gemeente Beesel Beleidsnota bodembeheer Regio Maas & Roer, gedeelte Beesel Verordening geurhinder en veehouderij
2011
21-12-09
2008 16-03-09 1-01-08 21-02-11 5-11-12 25-10-10 23-04-12 4-07-11 2008
6 6
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) Milieubeleidsprogramma 2012-2014 Duurzaamheidsbeleid
2008 19-03-12 4-02-13
6 6
Duurzaamheidsinvesteringsplan Uitvoeringsprogramma Klimaatbeleid 2009-2012
6-05-13 15-12-08
6
19-09-05
6
Aanwijzingsbesluit woonschepenligplaatsen i.h.k.v. de Huisvestingswet Beleidsregel kamerverhuur
6
Regionale woonvisie
24-01-11
6
Woningbouwkader 2012-2020
19-12-11
6
Startersleningen
24-06-13
6
Verordening startersleningen
24-06-13
6 6
Geluidbeleid 2011-2014 Landschapsontwikkelingsplan
20-06-11 19-03-12
6
Structuurvisie Leewen-de Weerd
17-05-10
16-01-12
2017 2013 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 als er aanleiding voor is 2016 jaarlijks 2014 2016 2021 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 als er aanleiding voor is 2016 2013 (komt in energiestrategie) als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 als er aanleiding voor is n.v.t.
173
6
Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan 2008 t/m 2012 Verordening aansluitvoorwaarden riolering Verordening beheer/gebruik algemene begraafplaatsen Bomenbeleidsplan en bomenverordening
21-04-08
24-01-11 19-12-11
6 6
Afvalstoffenverordening (eerste herziening) Uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening 2011 (actualisatie) Beleidsregel tijdelijke huisvesting (bij -verbouwingwoning op eigen erf) Aanwijzingsbesluit van categorieën waarin geen vvgb Wabo is vereist Bouwverordening Beesel 2012 Beleidsregel erfafscheidingen
6
Welstandsnota
11-04-11
6
Welstandsbeleid
24-06-13
7 7
Gebiedsvisie Witte Stein Structuurvisie
10-09-12 12-09-11
7
Planschadeverordening 2008
19-09-08
7 7 7 7
19-07-04 18-06-07 7-04-08 29-08-05
7 7 7
Bestemmingsplan Kernen Bestemmingsplan Ronkenstein Beleidsregel hoogzitten Beleidsregel huisvesting van seizoenarbeiders bij agrarische bedrijven Stedenbouwkundige Visie centrum Beesel Wijziging bestemmingsplan kernen schoollocatie Wildenkamp Bestemmingsplan 4 kavels St. Annastraat Bestemmingsplan Buitengebied Bestemmingsplan Drakenrijk
7 7 7 7
Bestemmingsplan Rijksweg 73-Zuid Bestemmingsplan Rijksweg 73-Zuid artikel 30 WRO Inkoopbeleid 2012 Exploitatieverordening gemeente Beesel 2001
20-08-01 24-03-03 16-01-12 17-12-01
7
Reclamebeleid Beesel 2008
25-02-08
7
Procedureregeling planschadevergoeding
6 6 6 6 6 6 6
7 7
2003 2006 24-06-13
5-02-01 18-10-10 18-06-12 24-10-05
5-09-11 20-06-11 10-09-12 24-06-13 17-03-08
2005
2013 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is n.v.t. als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 2014 2013 als er aanleiding voor is n.v.t. 2014 2014 2023 als er aanleiding voor is 2013 2013 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is Intrekken (raad juni 2013)
174
7
Procedureverordening planschadevergoeding
2003
7
Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Beesel Beleidsregel inhoudsmaat woningen buitengebied Paraplubestemmingsplan Bed & Breakfast Herziening exploitatieopzetten 1e Partiële herziening bestemmingsplan Bedrijventerreinen
2008
7 7 7 7
23-04-12 21-05-12 17-12-12 19-03-12
7
Aanbouwen in verlengde van de zijgevel in bp Kernen
7-11-05
7
Algemeen Bestemmingsplan Beesel 1972
20-08-73
7
Bestemmingsplan Bedrijventerrreinen
15-09-08
7
Bestemmingsplan Buitengebied artikel 30 WRO
19-04-04
7
Bestemmingsplan Centrum Reuver
21-01-08
7
Bestemmingsplan Kernen artikel 30 WRO
18-06-07
7
Beleidsregel gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden voor overigen woningen
23-06-05
7
Beleidsregel particuliere woningbouw op open plekken binnen bp Kernen
29-01-07
7
Beleidsregel plaatsing zendmasten
7
10-10-11
8 8 8
Verordening bedrijveninvesteringszone Reuver 2012 - 2015 Nota reserves en voorzieningen Integraal beveiligingsplan 2013 Budgethoudersregeling
8
Werkkostenregeling
10-01-11
8
Activerings- en afschrijvingsbeleid 2004
20-12-04
8 8
Controleprotocol 2012 Controleverordening 2006
17-12-12 28-06-05
6-09-07
17-12-12 22-04-13 25-07-11
Intrekken (raad juni 2013) als er aanleiding voor is 2013 2014 jaarlijks 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) als er aanleiding voor is 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) 2014 (komt in bp gebouwde gebieden) als er aanleiding voor is 2015 jaarlijks 2013 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is jaarlijks als er aanleiding voor is
175
8
Financiële verordening
8
Invorderings- en kwijtscheldingsregelingen
6-05-13
8
Risicomanagement en weerstandvermogen
30-01-12
8
Treasury statuut (herziening)
18-04-11
8
20-11-06
8
Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid 2006 nota activa en afschrijving
8
Procedure achtervang WSW
24-06-13
8
Baatbelasting aanleg riolering en reconstructie St Annastraat Baatbelasting reconstructie Charles Ruysstraat/Henri Hermanstraat Brandweerrechten Beesel 2012
27-06-83
als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is eindigt in 2013
20-05-85
eindigt in 2015
Diensten aan derden Beesel 2012 Forensenbelasting Beesel 2012 Hondenbelasting Beesel 2012 Legesverordening Beesel 2013 Lijksbezorgingsrechten Beesel 2012 Verordening marktgelden Beesel 2013 Onroerende zaakbelastingen Beesel 2013 Proceskostenvergoeding bezwaarprocedures Wet waardering onroerende zaken 2013 Reinigingsrechten Beesel 2013 Rioolaansluitrecht Beesel 2012 Rioolheffing Beesel 2013 Toeristenbelasting Beesel 2013 Verordening rioolheffingen Beesel 2012 Proceskostenvergoeding bezwaarprocedures Wet waardering onroerende zaken 2012 verordening heffing en invordering bouwgrondbelasting Verordening naamgeving en nummering (adressen) van de gemeente Beesel 2010 Verordening op de baatbelasting
3-11-11 3-11-11 3-11-11 17-12-12 3-11-11 8-11-12 8-11-12 9-01-12
8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8
24-06-13
2004
3-11-11
8-11-12 3-11-11 8-11-12 8-11-12 2011 9-01-12 1971 2010 1998
par. D par. D
Aggressieprotocol Bezoldigingsverordening
1-05-06 1-11-12
par. D
Melding misstanden
13-08-12
par. D
Gedragscode ambtenaren
29-06-05
als er aanleiding voor is 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013
176
par. D
Telewerkregeling
par. D
Archiefverordening + besluit Informatiebeheer
2006
par. D
Mandaat- en volmachtigingsbesluit ambtenaren
2009
par. D
2009
par. D
Mandaat- en volmachtigingsbesluit portefeuillehouders Verordening interne klachtbehandeling
par. D par. D par. D par. D
Dereguleringsbesluit mandaten P&O Gedifferentieerd beloningsbeleid Regeling lokale regeling studiefaciliteiten Piketdienstregeling OHD
par. D
2008
par. D par. D
Rechtspositieregeling Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand Regeling Fietsplan Regeling functiewaardering
par. D par. D
Regeling functioneringsgesprekken Regeling overwerkvergoedingen
2003 ?
par. D
2009
par. D
Regeling uitruil arbeidsvoorwaarden voor contributie vakorganisatie Regeling uitwisseling arbeidsvoorwaarden + wijziging woon-werkverkeer Regeling reiskostenvergoeding
par. D
Regeling beeldschermbril
par. D
Attentieregeling
par. D par. D
Organisatieverordening Werktijdenregeling
par. D
Regeling werving en selectie
par. D
10-01-11
2006 5-12-11 2004 2003 2012
2008 2012
2005/ 2011 2008/2010 2012 2-07-12 8-04-02 30-03-09 2013
als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 2014 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2013 als er aanleiding voor is 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is 2014 als er aanleiding voor is als er aanleiding voor is
177
178
Bijlage 2 Berekening EMU-saldo
179
180
Berekening EMU-saldo 2014 Volgens begroting 2013
1 Explotatiesaldo voor toevoeging aan cq. onttrekking uit reserves 2 Afschrijving ten laste van exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: a Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs) b Boekwinst op desinvesteringen in (im)materiële vaste activa op exploitatie 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie a Baten voor zover transactie niet op de exploitatie verantwoord b Op de exploitatie verantwoorde boekwinst op verkoop grond 9 Lasten balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (incl. fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten 11 Verkoop van effecten: a Gaat u effecten verkopen ja/nee b Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie Berekend EMU-saldo
Volgens begroting 2014
Volgens meerjarenraming in begroting 2014
-1.001
-836
-477
1.026 323
1.004 351
991 380
853
1.110
3.919
79
280
312
nee
nee
nee
-584
-871
-3.337
181
182
Bijlage 2 Staat van Borgstelling
183
184
Staat van borgstellingen WSW-nr 32026 32031 33489 33977 33986 35987 38044 38742 38743 39257
Oorspronkelijk bedrag € 307.953 € 1.406.719 € 4.500.000 € 5.000.000 € 5.000.000 € 4.469.735 € 7.500.000 € 7.500.000 € 7.500.000 € 5.071.066
€
Geldgever Gemeente Beesel K0110 BNG Nederlandse Waterschapsbank Nederlandse Waterschapsbank Nederlandse Waterschapsbank Gemeente Beesel K0119 Nederlandse Waterschapsbank Nederlandse Waterschapsbank Nederlandse Waterschapsbank Rabobank Venlo
Rente % 4,340% 6,430% 5,080% 4,830% 4,510% 5,670% 4,188% 4,095% 4,095% 3,470%
48.255.473 totaal door WSW geborgde leningen t.b.v. Woongoed 2 Duizend
Hoofdsom ultimo 2012 € 197.000 € 826.000 € 4.500.000 € 5.000.000 € 5.000.000 € 4.469.735 € 7.500.000 € 7.500.000 € 7.500.000 € 5.071.066
€
47.563.801
Nieuwe overeenkomst in 2013 45246
€ 7.500.000 INTER Lebensversicherung AG
3,60%
Borgstelling Nationale hypotheekgarantie Dit overzicht is excl. de borging van de woninghypothecaire leningen. In 1994 is een overeenkomst gesloten met de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen inzake de overname van garantieverplichtingen voor eigen woningen. De financiële risico's van de lopende garantieverplichtingen zijn bij de Stichting ondergebracht. Over de omvang van de daadwerkelijke garantiesom voor onze gemeente kunnen we geen sluitend inzicht geven. Aansprakelijkheid bij Gemeenschappelijke regelingen Als deelnemende gemeente aan een Gemeenschappelijke regeling (GR) kunnen we aangesproken worden inzake het terugbetalen van aangegane verplichtingen van de GR. We nemen deel in 2 GR's. Dit zijn de Veiligheidsregio Noord- en Midden-Limburg en de WAA. In de overeenkomst met de Veiligheidsregio staat dat gemeenten hoofdelijk aansprakelijk zijn. Bij de WAA is dit in verhouding tot het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten (aandeel Beesel is ca. 10%). Eind 2012 is het saldo van de (aangegane) geldleningen op de balans van de Veiligheidsregio € 10,3 mln. Bij de WAA is dit € 8,4 mln.
185
186
Bijlage 4 Opzet programma’s Programma’s, beleidstaken en functies
187
188
Opzet programma’s Voor de herkenbaarheid en leesbaarheid hebben we gekozen voor een eenduidige indeling van de afzonderlijke programma’s. De programma’s hebben we als volgt opgebouwd: - opbouw programma - hoofddoelstelling - maatschappelijke effecten o tabel ‘wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor’ - actiepunten - wat mag het kosten, onderverdeeld in: o exploitatie o investeringen o nieuw beleid Onderstaand volgt per programmaonderdeel een korte toelichting over de rol en functie van het betreffende onderdeel en, indien van toepassing, over de onderlinge samenhang tussen onderdelen.
Opbouw programma Dit onderdeel bevat alle beleidstaken die behoren bij het programma, onderverdeeld in deelprogramma’s. Vanuit deze opsomming ligt een directe doorsteek naar de productenraming, die is opgebouwd per beleidstaak. Hoofddoelstelling De hoofddoelstelling is een bondige omschrijving van de lange termijn doelstelling van het programma. Tevens wordt aangegeven welke thema’s (pijlers) en doelgroepen het programma bevat. Omwille van de structuur is de rest van het programma zoveel mogelijk volgens de pijlers ingericht. Maatschappelijke effecten In het onderdeel maatschappelijke effecten wordt de hoofddoelstelling nader uitgewerkt in verschillende deelprogramma’s (pijlers). Uiteengezet wordt wat de hoofdlijn is die we met het (deel)programma willen bereiken. Dit wordt nader uitgewerkt in de tabel ‘wat willen we bereiken en wat doen we daarvoor’. In deze tabel wordt per deelprogramma in grote lijnen inzichtelijk gemaakt welke concrete uitvoeringsacties de gemeente heeft geformuleerd teneinde de doelstelling en het gewenst maatschappelijk effect te bereiken (‘van grof naar fijn’). Hierbij wordt steeds onderscheid gemaakt tussen het zelf uitvoeren en het faciliteren van de uitvoering door derden. De tabel bevat uitsluitend de reguliere werkzaamheden, de incidentele projecten komen terug in het onderdeel ‘actiepunten’ (zie hieronder). Actiepunten Onder actiepunten worden verstaan de niet-reguliere, vaak grotere klussen. Deze klussen worden zoveel mogelijk integraal benaderd en concreet gemaakt, ook qua planning. Feitelijk zijn het de speerpunten voor de komende jaren.
189
Wat mag het kosten De tabellen in dit onderdeel betreffen: o exploitatie o investeringen o nieuw beleid en bevatten de financiële vertaling van het programma. De tabel exploitatie bevat het totaal van de exploitatiekosten, dus inclusief de kapitaallasten van de geplande investeringen en inclusief het nieuwe beleid. De tabellen investeringen en nieuw beleid geven de investeringen en het nieuwe beleid apart weer. De lasten, baten en het saldo zijn op programma- en op deelprogrammaniveau weergegeven. Daarnaast is een toelichting op de belangrijkste en opvallendste hoofdlijnen in financiële zin gegeven.
Paragrafen Een acht paragrafen zijn verplicht voorgeschreven. De paragrafen, zoals onderhoud kapitaalgoederen, lokale heffingen, weerstandsvermogen en grondbeleid, geven een dwarsdoorsnede van de programma’s. De paragrafen zijn in deel 2 van deze programmabegroting opgenomen.
190
Programma’s, beleidstaken en functies Programma 1: Bedrijfsvoering en Bestuur Deelprogramma’s en beleidstaken 1.1
FCL
DUALISME EN OPENHEID
001.0 Bestuursorganen
600101 Burgemeester 600102 Wethouders 600103 Gemeenteraad
002.1 Communicatie
600210 Voorlichting en promotie
002.2 Representatie
600220 Representatie gemeentebestuur
003.0 Burgerdiensten
600300 Burgerdiensten
003.1 Burgerlijke stand
600310 Burgerlijke stand lasten 600410 Burgerlijke stand baten
003.2 Verkiezingen
600320 Verkiezingen
003.3 Klantenbalie
600330 Klantenbalie legesplichtig (lasten) 600331 Klantenbalie niet legesplichtig (baten) 600400 Baten en lasten secretarieleges
1.2
STRATEGIE
001.1 Samenwerking
600110 Samenwerking 600500 Bestuurlijke samenwerking
002.3 Strategie 1.3
600205 Strategie
KWALITEIT VAN DE ORGANISATIE
001.2 Algemeen Juridische zaken
600120 Rechtsbescherming
002.0 Bestuursondersteuning b&w
600200 Bestuursondersteuning
006.0 Bestuursondersteuning raad (griffie)
600600 Bestuursondersteuning raad (griffie)
Programma 2: Openbare orde en Veiligheid Deelprogramma’s en beleidstaken 2.1
FCL
VERKEERSVEILIGHEID
210.0 Wegen, straten en pleinen
621015 Openbare straatverlichting 621050 Gladheidbestrijding
211.0 Verkeersmaatregelen te land
621100 Verkeersmaatregelen 621101 Verkeersmeubilair, wegmarkeringen etc. 621105 Verkeersmeubilair, wegmarkeringen etc.
2.2
VEILIGHEID (in de buurt)
120.0 Brandweer en rampenbestrijding
612000 Personeelskosten brandweer 612005 Brandweergarage, -materiaal en – materieel 612020 Overige uitgaven brandweer 612025 Rampenbestrijding en civiele verdediging 612030 Rampen
140.0 Openbare orde en veiligheid
614000 Overige beschermende maatregelen 614001 Leges APV/bijzondere wetten openbare orde 614005 Kriminaliteitsbestrijding 614010 Gemeentelijke toezichthouders (BOA)
240.0 Waterkering
624001 Hoogwaterbestrijding
723.1 Milieu
672305 Aanpak hondenoverlast
191
Programma 3: Zorg en Welzijn Deelprogramma’s en beleidstaken 3.1
SOCIALE WETGEVING EN ZORGBELEID
610.0
Ondersteuning uitvoering sociale zekerheid
610.1
Inkomensvoorziening (WWB)
611.0
Werkgelegenheid
612.0
Inkomensvoorzieningen (IOAW / IOAZ)
614.0
Minimabeleid
3.2
WELZIJN
531.0
Sport
580.0
Overige subsidiëring
FCL 661000 661001
Ondersteuning uitvoering sociale zekerheid WWB 65 jaar en jonger (thuiswonend)
661002
Langdurigheidstoeslag
661005
Bijstandsbesluit zelfstandigen niet starters
661008
Wet investeringen jongeren
661012
Bijstandsbesluit zelfstandigen, starters levensonderhoud Sociale werkvoorziening
661100 661205
IOAW
661210
IOAZ
661400
Bijzondere bijstand algemeen
661401
Bijzondere bijstand kwijtschelding
653010
Binnensportaccommodaties
653020
Zwembad “De Bercken”
653030
Subsidies en sportstimulering
653100
Buitensportaccommodaties
653101
Onderhoud gemeentelijke sportterreinen
658000 658005
Subsidies t.b.v. kerkenbouw en kerkgenootschappen Overige subsidies en bijdragen
620.0
Gehandicapten
662000
Gehandicapten collectief
620.2
Ouderen
662020
Ouderenwerk
620.3
Welzijnswerk
662025
Maatschappelijke dienstverlening
662030
Professioneel welzijnswerk
662035
Vrijwilligersbeleid / Mantelzorg
620.35 Vrijwilligersbeleid 620.4
Geestelijke gezondheidszorg
662040
Geestelijke gezondheidszorg
621.0
Opvang vluchtelingen
662102
Subsidie vluchtelingenwerk Beesel-Reuver
622.0
WMO huishoudelijke verzorging
662200
Huishoudelijke verzorging WMO
662210
Pakketmaatregel AWBZ
623.0
Participatiebudget
648200
Volwasseneneducatie
661013 661101
Bijstandsbesluit zelfstandigen starters voorbereiding Participatiebudget (Re-integratie deel)
661102
Dienstbetrekkingen/loonkostensubsidies
661104
Scholings- en activeringsbudget
661110
ESF project
661115
ESF project Dynamo
662104
Wet inburgering
630.0
Jeugd en jongeren
663000
Plaatselijk jeugdwerk
663001
Speelgelegenheid voor de jeugd
630.1
Gemeenschapshuizen
663010
Gemeenschapshuizen
630.2
Kernbeheer
663004
Kernbeheer
630.3
Lokaal sociaal beleid
663002
Lokaal sociaal beleid
663003
Subsidies leefbaarheid
630.4
Accommodatiebeleid
663040
Accommodatiebeleid
192
650.0
Kinderopvang
665000
652.0
Wet voorziening gehandicapten
665200
Gehandicapten individueel: leefvoorz.
665205
Woonvoorzieningen gehandicapten
716.0
724.0
Preventieve gezondheidszorg
Lijkbezorging
Peuterspeelzalen en kinderopvang
671400
Openbare gezondheidszorg
671500
Jeugdgezondheidszorg uniform deel
671600
Jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel
672400
Begraafplaatsen (lasten)
673200
Begraafplaatsen (baten)
Programma 4: Recreatie, Toerisme en Cultuur Deelprogramma’s en beleidstaken 4.1
FCL
KUNST EN CULTUUR
540.0 Kunst en cultuur
654005 Kunst en cultuur 654010 Willem Limburghuis
541.0 Monumenten
654100 Monumenten
541.1 Oudheidkunde
654110 Oudheidkunde (subsidies)
560.2 Volksfeesten
656020 Volkssubsidies
4.2
RECREATIE EN TOERISME
560.1 Recreatie en toerisme
656005 Recreatie en toerisme
Programma 5: Educatie Deelprogramma’s en beleidstaken 5.1
FCL
EDUCATIE
420.0 Openbaar basisonderwijs
423.0 Bijzonder basisonderwijs
443.0 Bijzonder voorgezet onderwijs 480.0 Aanvullende onderwijsvoorzieningen
642000 Gymnastiekonderwijs openbaar basisonderwijs 642101 Huisvestingsvoorzieningen openbaar basisonderwijs 642200 Gymnastiekonderwijs bijzonder basisonderwijs 642300 Huisvestingsvoorzieningen bijzonder basisonderwijs 644300 Stichting en inrichting van schoolgebouwen 648000 Begeleidingsdiensten 648002 Vroeg- en voorschoolse educatie 648005 Leerlingenvervoer 648010 Leerplichtwet
5.2
EDUCATIE OVERIG
510.0 Openbaar bibliotheekwerk
651000 Openbare bibliotheek
511.2 Muziekonderwijs
651120 Muziekonderwijs
193
Programma 6: Wonen en leven Deelprogramma’s en beleidstaken 6.1
FCL
WONEN
723.0 Milieu
672300 Milieubeheer 672301 Milieuhandhaving 672302 Bestrijden van dierplagen 672303 Regionale Uitvoeringsdienst Milieu (RUD) 672310 Zwerfafval
820.0 Woningexploitatie
682000 Investeringslasten woningbouw 682005 Exploitatietekort Woningwetwoningen 682010 Geldelijke steun particuliere huurwoningen 682015 Bejaardenwoningen 682020 Gemeentelijk woningbezit
821.0 Stedelijke vernieuwing
682110 Stads- en dorpsvernieuwing
822.0 Overige volkshuisvesting
682200 Bouwen en bouwtechniek 682201 Leges gebruiksvergunning 682202 Omgevingsvergunning 682205 Welstandstoezicht 682300 Bouwleges
822.2 Woonwagens 6.2
682220 Woonwagenlocatie en woonwagens
OMGEVING
210.1 Wegen, straten en pleinen
621000 Wegen, straten en pleinen 621001 Overig onderhoud (kleine) wegen ca. 621020 Torenuurwerken 621025 Werken voor derden 621030 Wachtgelegenheid voor passagiers 621035 Recognities en vergunningen 621040 Trim- wandel- en ruiterpaden 621055 Maaien van wegbermen
550.0 Natuurbescherming
655000 Natuurbescherming
560.0 Bossen
656010 Gemeentelijke bossen
560.3 Plantsoenen
656000 Parken en plantsoenen 656001 Overig onderhoud plantsoenen 656002 Dierenpark
6.3
WOONFACILITEITEN
240.1 Waterlossingen
624000 Waterlossingen
330.0 Nutsvoorzieningen
633000 Nutsbedrijven 633005 Aanleg glasvezel
721.0 Afval
672100 Lasten afvalstoffenverwijdering 672500 Baten afvalstoffenverwijdering
722.0 Riolering en waterzuivering
672200 Pompen en rioleringen 672201 Overig klein onderhoud pompen en riolering 672205 Aansluiting riolering t.b.v. derden 672600 Baten rioolheffing 672900 Riolering huishoudelijk/ bedrijfsafvalwater 673000 Riolering inzameling/verwerking hemelwater
194
Programma 7: Ruimtelijke-, economische- en plattelandsontwikkeling Deelprogramma’s en beleidstaken 7.1
FCL
RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
810.0 Ruimtelijke ordening
681005 Bestemmingsplannen algemeen 681006 Bestuursdwang/planschadeclaims bestemmingsplannen 681007 Digitaliseren bestemmingsplannen 681008 Structuurvisie Beesel (gemeentebreed) 681009 Structuurvisie Leewen – de Weerd 681010 Project Drakenrijk bestemmingsplan 681011 Meerlebroek 681012 Bestemmingsplan Buitengebied 681013 Bestemmingsplan Lommerbergen 681014 Bestemmingsplan Kernen/Bebouwde kommen 681015 Bestemmingsplan Centrum Reuver 681016 Bestemmingsplan Bedrijventerreinen 681017 Landschapsontwikkelingsplan 681018 Structuurvisie Maasplassen 681019 Molenveld Zuid
830.0 Bouwgrondexploitaties
683000 Grondexploitatie algemeen 683045 Expl. Offenbeker Bemden gemeenschapsvoorzieningen 683047 Offenbeker Bemden bouwterreinen 683073 Communicatie Bösdael 683075 Complex Bösdael gemeenschapsvoorzieningen 683080 Complex Sint Lambertusweg gemeenschapsvoorzieningen 683082 Lambertusweg bouwterreinen 683085 Expl. Uitbr. Bedr. Roversheide gemeenschapsvoorzieningen 683087 Expl. Uitbr. Bedr. Roversheide bouwterreinen 683090 Expl. Bergerhof gemeenschapsvoorzieningen 683092 Expl. Bergerhof bouwterreinen 683094 Expl. Sint Lambertusweg / Schieweg gemeenschapsvoorzieningen 683096 Expl. Lambertusweg / Schieweg bouwterreinen
7.2
ECONOMISCHE ONTWIKKELING
310.0 Handel en ambacht
631000 Markten en kermisterreinen (lasten) 631010 Overige aangelegenheden terzake van handel en ambacht 631020 BIZ-bijdrage 631100 Markten en kermisterreinen (baten)
320.0 Industrie
632000 Industrie
560.4 Kermissen
632005 Overige aangelegenheden terzake van industrie 656015 Kermissen
7.3
PLATTELANDSONTWIKKELING
341.0 Overige agrarische zaken, jacht en visserij
634100 Pacht en overige grondzaken
810.0 Ruimtelijke ordening
681000 Ruilverkaveling
195
Programma 8: Middelen Deelprogramma’s en beleidstaken
FCL
911.0 Geldleningen
691100 Geldleningen
913.0 Beleggingen
691300 Aandelen 691400 Bespaarde renten
921.0 Algemene uitkering
692105 Gemeentefonds
922.0 Algemene uitgaven/inkomsten
692205 Algemene baten en lasten
930.0 WOZ
693000 Uitvoering wet WOZ
940.0 Belastingen
693100 Baten OZB gebruikers 693200 Baten OZB eigenaren 693400 Baatbelasting 693500 Forensenbelasting 693600 Toeristenbelasting 693700 Hondenbelasting 694000 Algemene uitgaven belastingen
960.0 Saldi kostenplaatsen
696000 Saldo kostenplaatsen
196
Bijlage 5 Lijst met gebruikte afkortingen
197
198
Lijst met gebruikte afkortingen ABOR ABRvS ACW AED AJZ AOV AOV APG APPA APV ASA AWB AWBZ BAG BBL BBV Bbz Bbz LO BCF BDU BIZ BNG BOA BOEI BOO BS BSO BUIG BZK CAK CAO CAR CBS CIZ CJG CJIB CNME CPB CPGGZ CROW CRvB CVTM CWI Divosa DOO
Team Aanleg en beheer openbare ruimte Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State Advies Commissie Wonen Automatische Externe Defibrillator Team algemeen juridische zaken Arbeidsongeschiktheidsverzekering Ambtenaar Openbare Veiligheid Algemene Pensioen Groep Algemene Pensioenwet politieke ambtsdragers Algemene Plaatselijke Verordening All or Substantially All (ASA-risicofonds) Algemene wet bestuursrecht Algemene wet bijzondere ziektekosten Basisregistraties adressen en gebouwen Bureau Beheer Landbouwgronden Besluit Begroting en verantwoording Bijstandsbesluit zelfstandigen Bijstandsbesluit zelfstandigen levensonderhoud BTW-compensatiefonds Brede Doeluitkering Bedrijveninvesteringszone Bank Nederlandse Gemeenten Buitengewoon opsporingsambtenaar Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel erfgoed Afdeling Bestuurs- en Organisatie Ondersteuning Basisschool Buitenschoolse Opvang Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten Ministerie van binnenlandse zaken Centraal Administratie Kantoor Collectieve arbeidsovereenkomst Construction All Risks (verzekering) Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum indicatiestelling zorg Centrum voor jeugd en gezin Centraal Justitieel Incassobureau Centrum voor Natuur en Milieu Educatie Centraal Plan bureau Collectieve preventie gezondheidszorg Centrum voor regelgeving en onderzoek in grond-, water- en wegenbouw en Verkeertechniek Centrale Raad van Beroep Coördinatie vrijwillige thuiszorg en mantelzorg Centrum voor werk en inkomen Nederlandse vereniging van gemeentelijke managers op het terrein van participatie, werk en inkomen Duurzame Organisatie Ontwikkeling
199
DBWZ EDV EMI EMU EOM EPZ Fido Fvw GBA GFT GGB GGD GRP GR WAA GVVP GWW HH ICT IGSV INW IAU IOAW IOAZ IVP IVN JGZ KCA KGL KING KNWU KKC LEA LIOF LOP MOVZ MUP NUP NVPM O&O OCW OKE OM ONH OVA OZB PBE
Diensten bij wonen met zorg Elektronische dienstverlening Electro Mechanische Installatie Economische en Monetaire Unie Overige eigen middelen Electriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland Wet Financiering decentrale overheden Financiële-verhoudingswet Gemeentelijke basisadministratie Groente-, fruit- en tuinafval Afdeling Grondgebied Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan Grond-, Weg- en Waterbowu Huishoudelijke Hulp (WMO) Informatie- en Communicatietechnologie Intergemeentelijke Structuurvisie Maasplassen Afdeling Inwoners Incidentele Aanvullende Uitkering Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Integraal Veiligheidsplan Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid Jeugdgezondheidszorg Klein Chemisch Afval Kasgeldlimiet Kwaliteitsinstituut Nederlandse gemeenten Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie Klanten Kontact Centrum Lokale educatieve agenda Limburgse ontwikkelings- en investeringsmaatschappij Landschapsontwikkelingsplan Maatschappelijke opvang verslavingszorg Milieu-uitvoeringsprogramma Nationaal uitvoeringsprogramma elektronische overheid Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten Onontkoombaar, onvermijdbaar Ministerie onderwijs cultuur en wetenschap Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Openbaar ministerie Onderhoudsdienst Overheidsbijdrage aan arbeidskosten Onroerend zaak belasting Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV
200
PBO PGB POL PSW p.p.p.o. R&T RAW RIEC RIOZ RUD RWE SCP SLOK SOML SVB SZO SZW TROM UWV VAC VCP VEBO VEVO VGRP VHH VNG VROM VVE VWS WAA Wabo Wajong WEEE Wet Oké WCL WGA WIA WIJ WIZ WML WMO Wro Wrv WSNP WSW WVG WWB WWnV
Programmabeleid bepalend orgaan Persoonsgebonden Budget Provinciaal omgevingsplan Pedagogisch Sociaal Werk Noord en Midden Limburg Per persoon per overnachting Recreatie en toerisme Rationalisering automatisering water- en wegenbouw Regionale Informatie en Expertise Centra Regionale ondersteuning informele zorg Regionale Uitvoeringsdiensten Rheinisch-Westfälisches Elektrizitätswerk Sociaal en cultureel planbureau Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven Stichting Onderwijs Midden Limburg Sociale verzekeringsbank Stichting Zelfstandige Ondernemers Reuver Ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid Toeristische regionale ontwikkelingsmaatschappij Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Adviescommissie voor de woningbouw en woonomgeving Verkeerscirculatieplan Verkeerseducatie Basis Onderwijs Verkeerseducatie Voortgezet Onderwijs Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Veiligheidshuis Noord Limburg Vereniging Nederlandse Gemeenten Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Voor- en vroegschoolse educatie Ministerie volksgezondheid, welzijn en sport Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (omgevingsvergunning) Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten Waste Electrical and Electronic Equipment Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie Ons Waardevol Cultuurlandschap (regeling) Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wet werk en inkomensvoorziening naar arbeidsvermogen Wet investeringen jongeren Werk inkomen en zorg Waterleidingmaatschappij Limburg Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Ruimtelijke Ordening Wonen, rollen, vervoer Wet schuldsanering natuurlijke personen Wet sociale werkvoorziening Wet voorziening gehandicapten Wet werk en bijstand Wet werken naar vermogen
201
ZVP ZVW ZZP
Zorgvernieuwingsprojecten Zorgverzekeringswet zorgzwaartepakket
202