Productenraming 2009
Inhoudsopgave Programma 1 Bestuur en dienstverlening 001.01 Bestuursorganen 001.03 Raad en commissies 002.01 Strategie en onderzoek 002.02 Financiën en control 002.03 Bestuurs- en directieondersteuning 002.04 Coördinatie grotestedenbeleid 002.05 Concerninformatiebeleid 002.07 Bestuurlijke en juridische zaken 002.08 GO-OR 002.09 Vernieuwend besturen 002.10 Concernbeleid communicatie 002.11 Concernbeleid P en O 002.12 Grafisch vastgoed 002.15 Publieksinformatie 002.16 Electronische dienstverlening 003.01 Bevolking en burgerlijke stand 003.02 Verkiezingen 003.03 Afgifte reisdocumenten en rijbewijzen 004.01 Leges burgerzaken 005.01 Intergemeentelijke samenwerking (Holland Rijnland) 006.01 Griffie 006.02 Rekenkamerfunctie 511.02 Mondiale bewustwording 913.02 Beheer panden 922.02 Voormalig personeel 930.01 Uitvoering wet WOZ 940.01 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen
7 8 9 10 12 13 14 15 17 19 20 21 24 27 29 31 33 35 37 38 40 41 43 44 47 49 50 52
Programma 2 Veiligheid 120.01 Gemeentelijke brandweer 120.02 Rampenbestrijding 120.03 Gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer HM 140.01 Integraal veiligheidsbeleid
55 56 62 64 67
Programma 3 Economie en toerisme 310.01 Warenmarkten 310.02 Economische activiteiten 311.01 Baten marktgelden 560.02 Bevordering toerisme 611.03 Startersbeleid
71 72 74 77 78 80
Programma 4 Bereikbaarheid 210.01 Verkeer en vervoer 210.08 Investeringen wegen 211.01 Verkeersmaatregelen 212.01 Openbaar vervoer 214.01 Straatparkeren 214.02 Parkeergarages 215.01 Baten parkeerbelasting
83 84 89 91 93 95 97 99
3
Programma 5 Omgevingskwaliteit 210.02 Openbare verlichting 210.03 Buitenreclame 210.04 Binnenste beter 210.05 Exploitatie bruggen en viaducten 210.06 Investeringen bruggen 210.07 Exploitatie wegen 210.09 Herbestratingprogramma 210.10 Straatreiniging/graffitibestrijding 221.01 Exploitatie havens en waterwegen 221.02 Grachten en watergangen 541.05 Onderhoud walmuren en monumenten 541.06 Investeringen walmuren 560.05 Groenbeheer 560.06 Natuur- en milieueducatie 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen 560.08 Wijkmanagement 721.02 Huishoudelijk afval 721.03 Bedrijfsafval 721.04 Huishoudelijk afval regiogemeenten 722.03 Vervanging riolering 722.05 Investeringen riolering 722.06 Onderhoud riolering en gemalen 723.01 Ontsmettingsdienst 723.05 GR Milieudienst West-Holland 723.06 Milieubeheer algemeen 724.02 Begraafplaats Rhijnhof 725.01 Baten afvalstoffenheffing 726.01 Baten rioolrechten
101 102 104 106 107 109 110 113 114 116 117 119 120 121 124 126 130 131 135 137 139 141 142 144 145 147 149 150 151
Programma 6 Stedelijke ontwikkeling 810.01 Bovenlokaal ruimtelijk ordeningsbeleid 810.02 Lokaal ruimtelijk ordeningsbeleid 821.01 Vernieuwing binnenstad 822.01 Bouw- en woningtoezicht 822.02 Volkshuisvesting 822.04 Woonruimteverdeling 822.05 Stedenbouwkundig beleid 822.08 Wijkontwikkeling 823.01 Leges bouwvergunningen 830.01 Grondexploitatie 830.02 Erfpacht
153 154 157 159 160 164 168 169 171 172 174 180
Programma 7 Jeugd en onderwijs 420.01 Openbaar basisonderwijs algemeen 421.01 Openbaar basisonderwijs huisvesting 423.01 Bijzonder basisonderwijs huisvesting 430.01 Openbaar speciaal onderwijs algemeen 431.01 Openbaar speciaal onderwijs huisvesting 433.01 Bijzonder speciaal onderwijs huisvesting 440.01 Openbaar voortgezet onderwijs algemeen 440.02 Openbare scholengemeenschappen algemeen 441.01 Openbaar voortgezet onderwijs huisvesting 441.02 Openbare scholengemeenschappen huisvesting
183 184 186 186 184 186 186 184 184 186 186
4
443.01 480.01 480.02 480.03 480.04 630.04 650.01 715.01 716.01
Bijzonder voortgezet onderwijs huisvesting Facilitaire taken huisvesting Facilitaire zaken onderwijs Leerplicht Lokaal onderwijsbeleid Jeugdbeleid Kinderopvang Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel)
186 186 190 192 194 196 198 199 201
Programma 8 Sport, cultuur en recreatie 002.13 Archief en informatie 510.01 Openbaar bibliotheekwerk 530.01 Rode sportparken 530.02 Sportzalen en sporthallen 530.03 Zwembaden 530.04 Sportondersteuning 530.05 Sportstimulering 531.01 Groene sportparken 540.01 Theater 540.02 Muziek 540.03 Beeldende kunst 540.04 Cultuureducatie 540.05 Amateurkunst 541.01 Monumentenzorg 541.02 Oudheidkunde en musea 541.03 Archeologie 541.04 Onrendabele monumenten 560.01 Recreatie 560.03 Coördinatie volksfeesten 560.04 Evenementen 580.01 Lokale radio omroep
203 204 206 207 209 211 213 214 207 216 218 221 223 225 226 229 231 233 235 236 237 239
Programma 9 Welzijn en zorg 002.14 Raad- en daadwinkels 482.01 Volwasseneneducatie 511.01 Emancipatie 620.02 Zorgcoördinatie en bemiddeling 620.03 Ouderen- en gehandicaptenbeleid 620.04 Maatschappelijke dienstverlening 620.05 Maatschappelijke opvang 620.08 Anti-discriminatie 621.01 Opvang en zorg vreemdelingen 621.04 Inburgering 622.01 WMO hulp bij het huishouden 630.01 Samenlevingsopbouw 652.01 WMO, vervoer- en woonvoorzieningen en hulpmiddelen 714.01 Openbare basisgezondheidszorg 714.02 Categorale gezondheidszorg 714.03 Ambulante verslavingszorg
241 242 243 245 246 247 249 251 253 255 257 260 262 266 268 270 272
Programma 10 werk en inkomen 610.01 Inkomensvoorziening bijstand 611.01 WIW dienstbetrekkingen
275 276 280
5
611.02 611.05 611.06 611.07 611.08 612.01 614.01 614.03 614.04
Uitstroom en activering WSW In- en doorstroombanen Activiteiten re-integratie Leiden Onrendabele top huisvesting DZB IOAW en IOAZ Bijzondere bijstand Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen
281 284 287 288 290 291 292 294 296
Algemene middelen deel I 330.01 Deelnemingen nutsbedrijven 913.01 Deelnemingen 914.01 Geldleningen 914.02 Beleggingen 921.01 Algemene uitkering gemeentefonds 921.05 Grotestedenbeleid concernposten 922.01 Onvoorzien 931.01 Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers 932.01 Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren 936.01 Baten toeristenbelasting 939.01 Baten precariobelasting
299 300 301 302 303 304 310 311 312 313 314 316
Algemene middelen deel II 922.05 Stelposten concern 922.20 Oninbare vorderingen 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering
317 318 321 322
Verrekening met de reserves 980 Totaal van de verrekeningen met reserves
325 326
Verwijstabel per product
327
6
Programma 1 Bestuur en Dienstverlening
7
Product 001.01 Bestuursorganen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.235 2.217 2.330 -16 -1 0 2.219 2.217 2.330
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.330 2.330 0 0 2.330 2.330
2012 2.330 0 2.330
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Het functioneren als bestuur van de gemeente ten dienste van de belangen van de Leidse burgers en de Leidse gemeenschap in haar geheel, binnen de door de gemeenteraad aangegeven kaders. Tevens is het doel om de belangen van Leiden in en voor haar regionale omgeving te behartigen. De begroting 2009 bestaat voor het grootste deel uit salarissen en onkostenvergoedingen. De bestuursorganen bestaan uit het college van Burgemeester en wethouders en de Burgemeester als eigenstandig bestuursorgaan. Er hebben thans vijf wethouders zitting in het college van B&W.
Prestaties Meerjarige beleidsontwikkelingen College van B&W Het huidige College wil laten zien, dat het er voor iedereen is: een open, extern gerichte en dienstbare bestuursstijl, waarbij het College toegankelijk, zichtbaar en aanspreekbaar wil zijn voor alle Leidenaren. In dit kader hanteren de leden van het College een spreekuur en een persoonlijke pagina op de website. Dit zal in 2009 worden gecontinueerd. Daarnaast wordt in overleggen nadrukkelijk samenwerking gezocht met andere gemeentes in de regio en met strategische partners. In 2009 zal de gedachten vorming over de regierol van de gemeente nadere invulling krijgen. Burgemeester De burgemeester richt zich in de komende periode op intensivering van de regionale samenwerking. Zo wordt bekeken of de Rijnstreek zich meer kan voegen bij de regio Holland-Rijnland. Ook is er sprake van intensivering van de samenwerking van de brandweer in de regio, die mogelijk zal leiden tot een regionalisering van de brandweer
Budgettaire ontwikkelingen Met ingang van 2008 is het aantal wethouders teruggebracht van zes naar vijf. Hiermee wordt ook voor 2009 e.v. de begroting teruggebracht met € 100.000.
8
Product 001.03 Raad en commissies Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Griffie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.128 921 950 0 -1 -1 1.128 920 949
Meerjarenbeeld 2010 2011 950 950 -1 -1 949 949
2012 950 -1 949
Productomschrijving Het product Raad en commissies maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Dit product heeft een relatie met het beleidsterrein Bestuur. Dit product is door wettelijk voorgeschreven vanuit het Besluit Begroting en Verantwoording. Hierop worden de vergoedingen van de raadsleden, de fractievergoedingen en de kosten van de verslagen van raads- en commissievergaderingen geraamd.
Prestaties Prestatie indicatoren Uitbetalen onkostenvergoeding Uitbetalen fractievergoedingen Aantal verslagen raad en commissievergaderingen
Realisatie 2007 12 keer per jaar aan 39 raadsleden 4 keer per jaar aan 9 fracties 92
Begroting 2008 12 keer per jaar aan 39 raadsleden 4 keer per jaar aan 9 fracties 70
Begroting 2009 12 keer per jaar aan 39 raadsleden 4 keer per jaar aan 9 fracties 70
Budgettaire ontwikkelingen In 2007 en 2008 is de onderzoekscommissie overschrijding Grote Projecten aan het werk geweest. Hiervoor was eenmalig een budget van € 200.000 beschikbaar gesteld, dat grotendeels in 2008 is uitgegeven.
9
Product 002.01 Strategie en Onderzoek Portefeuillehouder Afdeling
P. (Pieter) van Woensel Strategie en Onderzoek Rekening Begroting bedragen x € 1.000,2007 2008 lasten 799 678 baten -105 0 saldo 694 678
Begroting 2009 652 0 652
Meerjarenbeeld 2010 2011 652 652 0 0 652 652
2012 652 0 652
Productomschrijving In het kader van Anders Werken is binnen het cluster Ontwikkeling de nieuwe afdeling Strategie en Onderzoek opgericht. De afdeling adviseert over gemeentebrede vraagstukken op het gebied van bestuur, beleid en uitvoering op korte en langere termijn. De afdeling verkent en analyseert ontwikkelingen, vertaalt deze in lange termijnperspectieven voor de gemeente en adviseert over het bereiken van daarin beoogde doelen. De afdeling stuurt op integrale beleidskaders en op de samenhang van sectorale beleidsprocessen met strategische beleidsdoelen en langere termijnagenda’s. Dat gebeurt mede op basis van statistische beleidsinformatie en analyses. Daarnaast vormt de afdeling de eerste “zeef” voor nieuwe, sectoraal overstijgende initiatieven door deze te toetsen aan de strategische doelen. Deze doelen zijn gebaseerd op strategieën op bestuurlijk, ruimtelijk, sociaal-maatschappelijk, economisch en financieel terrein. Op basis daarvan adviseert en ondersteunt de afdeling bestuur en ambtelijk apparaat bij het mede bepalen van agenda’s van medeoverheden (regio, provincie, rijk, EU) in het belang van deze doelen. Op onderdelen werken de medewerkers van de afdeling Strategie & Onderzoek voor alle programma’s van de begroting. Ten opzichte van vorige begrotingen zijn de producten Strategisch Beleid (002.01) en BOA (002.06) samengevoegd. Voor het Grotestedenbeleid blijft nog een apart beleidsproduct bestaan: 002.04.
Prestaties De belangrijkste output van de afdeling is: • Statistische informatie in kaart brengen en onderzoeksresultaten en relevante adviezen weergeven • Het formuleren van strategische doelen op korte en langere termijn • Het in focus en samenhang brengen van bestaande gemeentelijke activiteiten • Beïnvloeding van besluitvormingsprocessen van medeoverheden en externe partijen De beleidsonderzoekers voeren een hele trits incidentele en terugkerende werkzaamheden en producten uit zoals advisering bij allerlei soorten onderzoek die in de gemeente plaatsvinden, beantwoorden van ad hoc vragen, monitoring van indicatoren, het onderhouden van de website, het uitbrengen van kerncijfers, een Statistisch Jaarboek, de Stadsenquête, het LeidenPanel etc. Bovenstaande met als belangrijke taak voor de afdeling SenO het levend houden en verder ontwikkelen van de ontwikkelingsvisie voor de stad Leiden. De verder ontwikkelde ontwikkelingsvisie maakt duidelijk wat wij willen bereiken als stad (zie 2de bullet), welke activiteiten wij ontplooien, bv. strategische grondaankoop, participatie in het centrummanagement, et cetera (zie 3de bullet) én op welke strategische partners wij ons moeten richten (zie 4de bullet). Bij de advisering worden de volgende categorieën onderscheiden: 1. Initiatief en kaderstelling: op basis van strategische analyses worden kaders en uitgangspunten voor prioriteiten en keuzes aangereikt en opdrachten geformuleerd voor beleid, programma’s of projecten (inhoudelijk en werkproces); 2. Sturing: gedelegeerd opdrachtgever (namens de concerndirectie) voor het ontwikkelen van instrumenten voor inhoudelijke sturing op doelen en prestaties (w.o. afspraken met medeoverheden (rijk, provincie, regio), structuurvisie, PRIL, uitvoering collegeprogramma); 3. Netwerken: versterken en onderhouden van relaties met stedelijke partners, regio, provincie, rijk en Europa (coördinatie ‘accounts’) die ons in staat stellen kansen te signaleren en verzilveren (o.a. subsidieverkrijging);
10
4. Coördinatie: van sectoraal overstijgend beleid, gemeentebrede beleidsdocumenten en inzet in gemeentelijke samenwerkingsverbanden (o.a. Holland Rijnland, randstedelijk overleg, Zuidvleugel, G27, Randstad Urgent); 5. Bestuurlijk-juridische advisering: advisering over verhoudingen tussen en taken van Leiden met overheden en bestuursorganen in stad en regio. De strategen en beleidsonderzoekers begeleiden, toetsen en spiegelen processen in de driehoek bestuur, concerndirectie en organisatie. De afdeling is opdrachtnemer van concerndirectie en college, en (voor enkele strategische producten) gedelegeerd opdrachtgever aan afdelingen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De afdeling Strategie en Onderzoek (SenO) is verantwoordelijk voor de advisering aan de concerndirectie en college over korte en langere termijn perspectieven en gemeentelijke belangen. De afdeling zorgt de komende jaren ervoor dat die belangen op de agenda komen bij medeoverheden en externe partijen (bv. op het gebied van subsidies, investeringsprogramma’s of samenwerking) door het onderhouden en uitbreiden van netwerken, te schaken op verschillende schaakborden en door formele en informele belangenbehartiging. De afdeling zal relaties onderhouden met vaste dan wel wisselende externe partners/medeoverheden (accounts). Er wordt overlegd met voor de gemeente van belang zijnde partijen over wederzijdse belangen waarna de uitkomsten in gewenste vervolgacties voor bestuur of ambtelijke organisatie zullen worden vertaald. De afdeling SenO zal zich de komende jaren ontwikkelen om in een vroegtijdig stadium (de préinitiatieffase) over het belang, de samenhang en aanpak van nieuwe beleids- of projectinitiatieven van de gemeente of externe partijen op bovensectoraal, strategisch niveau te adviseren. Hiervoor wordt een werkproces ontwikkeld, waarin directie, college en afdeling elkaar wederzijds informeren en de voortgang afstemmen van de sturing op strategische doelstellingen. Daarnaast zal een nauwe werkrelatie met vooral de beleidsafdelingen, de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken en het Projectmanagementbureau worden onderhouden. De afdeling zal daarbij als “zeef” functioneren, waarin advisering plaatsvindt over doelstellingen, prioriteiten en aanpak. Vitale processen voor de komende jaren zijn: • Reguliere afstemming met college en directie over bestuurlijke en ambtelijke strategische doelstellingen. • Reguliere afstemming met alle afdelingen binnen cluster Ontwikkeling. • Leids Planproces.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing.
Investeringsplan Niet van toepassing.
11
Product 002.02 Financiën en Control Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.902 1.431 1.775 -343 -10 -10 1.559 1.421 1.765
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.742 1.784 -10 -10 1.731 1.774
2012 1.807 -10 1.796
Productomschrijving Het product voorziet onder meer in een tijdige, volledige en juiste informatieverstrekking van de financiële positie en de voortgang/ realisatie van de beoogde producten, in de financieel-economische advisering/ toetsing van bestuurlijke voorstellen, alsmede in het ontwikkelen van initiatieven ter verbetering van het doelmatig en doeltreffend handelen van de organisatie (planning & controlinstrumentarium). Het product draagt bij aan de doelstelling Daadkrachtig Bestuur (A)
Prestaties Advisering/Toetsing maken van beleidskaders/nota’s beoordelen van financiële paragrafen van B&W-voorstellen implementeren van risicomanagementsysteem conform opgestelde implementatieplan 2005 verder ontwikkelen van het Leids controlplan in samenwerking met alle afdelingen en SSC Prestatie indicatoren Budgetcyclusproducten
Beleidskaders
In control statement
Realisatie 2007 Alle
Begroting 2008 Alle perspectiefnota Reserves en Voorzieningen Nota investeringen Onderhoud kapitaalgoederen Nota lokale heffingen Gemeentegaranties Beleidsplan planning & control Meerjarenplan van aanpak AO/IC
Begroting 2009 Opdrachtverstrekking, regievoering, procesbewaking en advisering Verbonden partijen Treasurystatuut
Regie op uitvoering van meerjarenplan
Meerjarige beleidsontwikkelingen Komend jaar en de jaren daarna zal geïnvesteerd worden in het “in control” komen en zijn van de organisatie. Dit vergt extra inspanningen. Budgettaire ontwikkelingen De kapitaallasten van het financiële systeem ten bedrage van € 283.000 worden nu ten laste van dit product gebracht. Tot nu toe werden deze kosten over de diverse oude diensten verdeeld.
12
Product 002.03 Bestuurs- en directieondersteuning Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Concerndirectie Rekening Begroting 2007 2008 2.138 1.595 -47 0 2.091 1.595
Begroting 2009 1.623 0 1.623
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.573 1.573 0 0 1.573 1.573
2012 1.573 0 1.573
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Het leveren van adviserende secretariële, administratieve en bestuurlijke ondersteuning aan het college van Burgemeester en wethouders als geheel en aan de individuele portefeuillehouders en de gemeentesecretaris, zodat zij hun taken zo optimaal mogelijk kunnen uitoefenen. Daarnaast heeft het team Bestuurs- en directieondersteuning een voorlichtende en adviserende taak aan het gehele gemeentelijke concern waar het bestuurlijke besluitvormingsprocessen betreft. Het team onderhoudt contact met de griffie teneinde de stukkenstroom van het college van B&W richting de gemeenteraad te coördineren en onderhoudt contacten met externen. Het team adviseert en ondersteunt tevens de concerndirectie. Het team levert een belangrijke bijdrage aan het ontwerpen, actualiseren en implementeren van standaard procedures die concernbreed zijn en worden ingevoerd. Deze procedures omvatten onder andere richtlijnen ter verbetering van beleidsnotities, aanbiedingsformulieren en besluiten aan het college van B&W en de Burgemeester.
Prestaties • Bestuurlijke en secretariële ondersteuning college van Burgemeester en wethouders als geheel • Bestuurlijke en secretariële ondersteuning van de afzonderlijke collegeleden • Bestuurlijke en secretariële ondersteuning van de gemeentesecretaris • Advisering en ondersteuning van de concerndirectie • Beheer raadsinformatiesysteem • Beheer gemeentelijke website, onderdeel bestuurlijke informatie
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het bestaande proces inzake stukkenstroom richting College en Raad (bestuurlijke besluitvorming) dient verder te worden geprofessionaliseerd. • De in 2007 gestarte leerkring met daarin een driedaagse module zal ook in 2009 worden gecontinueerd. • Voor de medewerkers die al langer in de organisatie werkzaam zijn, zal een aparte training worden georganiseerd om de kennis op het gebied van bestuurlijke besluitvorming te actualiseren en kennisachterstand bij te werken. • In 2009 zal een nieuw softwarepakket worden geïmplementeerd voor RIS/BIS. Dit is mede afhankelijk van de testresultaten van de pilots (waaronder een Bestuurlijk Informatie Systeem) in GovUnited en het besluit van de gemeente om het pakket al dan niet af te nemen.
Budgettaire ontwikkelingen Met ingang van 2008 is het aantal wethouders teruggebracht van zes naar vijf. Hiermee is ook de ondersteunende formatie teruggebracht met een neerwaartse bijstelling van de begroting met € 100.000. Tevens is in het kader van RvNB besloten tot een taakstelling op het product bestuursondersteuning van € 50.000,= voor het jaar 2009, oplopend tot € 100.000,= in 2010 e.v.
13
Product 002.04 Coördinatie Grotestedenbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Strategie en Onderzoek Rekening Begroting 2007 2008 378 383 0 0 378 383
Begroting 2009 399 0 399
Meerjarenbeeld 2010 2011 399 399 0 0 399 399
2012 399 0 399
Productomschrijving In 2004 is met het Rijk een Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP) afgesloten voor de periode 2005-2009. In aanvang is dit MOP uitgewerkt in een richtinggevend uitvoeringsprogramma (projecten), maar inmiddels is het verankerd in de 10 programma’s van de Programmabegroting. Een belangrijk onderdeel van het MOP is het versterken van de samenwerkingsrelaties met partijen in de stad, de provincie en de omliggende gemeentebesturen. De coördinator Grotestedenbeleid en de GSBcontroller onderhouden met de pijlercoördinatoren de contacten met het Rijk. Budgetten voor het GSB na 2009 zijn onderwerp van gesprek. Het ziet er naar uit dat de doeluitkering voor de pijler economie verdwijnt en dat die voor de fysieke pijler (ISV) gehalveerd wordt. Een lobby om de GSB-gelden op peil te houden is momenteel gaande.
Prestaties Op basis van de in 2007 en 2008 uitgevoerde Midterm Review (In 2008 zal er een uitloop zijn van de Midterm Review voor wat betreft de aanvullende GSB afspraken op het gebied van Inburgering, Onderwijsachterstandenbeleid, Volwasseneducatie en Voorschoolse educatie.) met het Rijk en het interne project waarbij de GSB budgetrealisatie in beeld wordt gebracht, zal 2009 in het teken staan van het sturen op de uitvoering. Er zal een voorstel worden opgesteld voor (mogelijke) herverdeling van budgetten en herprioritering van projecten. In 2009 moet de verantwoording over de GSB-periode worden opgesteld. In 2009 blijft de opgave staan de voortgang van indicatoren en bestedingen van de Brede doeluitkeringen (BDU’s) op eenvoudige en eenduidige wijze uit onze administraties te genereren, aangezien de uitvoering is belegd in de diverse programma’s en bij verschillende uitvoerende diensten c.q. uitvoeringseenheden.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In najaar 2008 zal duidelijkheid moeten komen vanuit het Rijk over het vervolg van het Grotestedenbeleid na 2009. Dit is van groot belang om de continuïteit van afspraken met partners te kunnen waarborgen.
Budgettaire ontwikkelingen Binnen het product geen budgettaire ontwikkelingen.
Investeringsplan Investeringen voor het Grotestedenbeleid vinden plaats op de beleidsinhoudelijke productenramingen.
14
Product 002.05 Concern informatiebeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Concerndirectie Rekening Begroting 2007 2008 344 644 0 0 344 644
Begroting 2009 435 0 435
Meerjarenbeeld 2010 2011 556 768 0 0 556 768
2012 882 0 882
Productomschrijving Initiëren, coördineren en bewaken van concernbeleid op het gebied van informatievoorziening, zodanig dat deze een optimale bijdrage levert aan een daadkrachtig bestuur voor de stad en de regio, een goed contact tussen burgers en bestuur en een goede dienstverlening aan de burger. Het concerninformatiebeleid is onderdeel van het programma Bestuur en Dienstverlening.
Prestaties Bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening, administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven, samenwerking met partners en een doelmatige bedrijfsvoering door middel van de volgende activiteiten: • Ontwikkelen en communiceren van een gemeentebrede visie op de inrichting van de informatievoorziening en de inzet van moderne technologie. • Opstellen en onderhouden van een meerjarenprogramma om deze visie te realiseren. • Vertalen van landelijk informatiebeleid naar de Leidse situatie. • Opstellen en onderhouden van concernbeleid voor informatiebeveiliging. • Adviseren aan concerndirectie en College over gemeentebrede aspecten van de informatievoorziening. • Leveren van inhoudelijke bijdragen aan gemeentebrede projecten ter verbetering van de informatievoorziening. • Stimuleren van samenwerking met partners in de stad en regio op het gebied van informatievoorziening. In • • • • • • •
2009 zal in het bijzonder aandacht worden gegeven aan de volgende thema’s: actualiseren informatiebeleid voor de periode 2009 – 2012 de innovatie van bedrijfsprocessen en de inzet van ict daarbij gemeentebreed documentenbeheer systeem informatievoorziening in het kader van een integraal multi-channel Klanten Contact Centrum implementatie, beheer en gebruik van basisregistraties verbetering van managementinformatie op concernniveau actualiseren beleid voor informatiebeveiliging
Prestatie-indicatoren: • kwaliteit van internetdienstverlening • effectief gebruik van ict bij bedrijfsprocessen • gebruik van gemeenschappelijke basisgegevens • mate waarin kwetsbare informatie en informatiesystemen zijn beschermd • mate van samenwerking met andere gemeenten aan de inrichting van de informatievoorziening
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het gemeentelijk informatiebeleid sluit aan bij de door de rijksoverheid geformuleerde ambities voor een elektronische overheid. Deze ambities worden in toenemende mate dwingend vertaald naar concrete verplichtingen voor gemeenten. De gemeente Leiden zal bijdragen aan realisatie van de landelijke ambities en waar mogelijk gebruik maken van de landelijk aangeboden ondersteuning. Ook zal zij zoveel mogelijk samenwerken met andere gemeenten op dit gebied.
15
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen op dit product betreft de kapitaalslasten voor de investering in Elektronische Overheid.
Investeringsplan Investeringsobject elektronische overheid
Investeringsbedrag 2009 (*1.000,-) 1.500
16
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 ja
Product 002.07 Bestuurlijke en juridische zaken Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.271 1.466 1.410 -1.131 -204 -210 1.141 1.262 1.200
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.410 1.409 -210 -210 1.200 1.199
2012 1.409 -210 1.199
Productomschrijving Dit product maakt onderdeel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Onder dit product wordt gerekend het ondersteunen van het bestuur en de organisatie door middel van juridische advisering. Daarnaast wordt een bijdrage geleverd aan het bevorderen van in juridisch opzicht verantwoorde besluitvormingsprocessen en een verantwoord risicomanagement in de gemeentelijke organisatie op juridisch terrein. Ook de beleidsontwikkeling en coördinatie van klachtbehandeling en inspraakprocedures, beheer Verzekeringsportefeuille, kaderstelling en coördinatie van toepassing Wet Bibob, onderhoud van de A.P.V. , vraagbaak Europese regelgeving en behandeling van bezwaarschriften maken onderdeel uit van dit product. Het bureau Inkoop en Aanbesteding maakt organisatorisch deel uit Juridische Dienstverlening en draagt zorg voor kaderstelling en advisering met betrekking tot inkoop- en aanbestedingsprocedures. Incidenteel verzorgt dit organisatieonderdeel het projectmanagement hiervan indien sprake is van gemeentebrede projecten.
Prestaties Prestatie indicatoren Afhandeling bezwaarschriften Afd.1 Adviezen aan bestuur en diensten en realiseren van diverse projecten en beheer verzekeringsportefeuille Afhandeling schadeclaims
Realisatie 2007 380 3000 uur
Begroting 2008 375 4000 uur
Begroting 2009 375 4000 uur
295 claims
225 claims
250 claims
Voor wat betreft de relevante ontwikkelingen wordt verwezen naar het separaat uitgebrachte jaarverslag van de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften en het Burgerjaarverslag. Voortbouwende op in voorgaande jaren behaalde resultaten zal de inzet erop gericht blijven om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en de kwetsbaarheid van de organisatie op juridisch terrein te verminderen. Dat zal in nauwe samenspraak gebeuren met de overige organisatieonderdelen waaraan een belangrijke juridische functie is toegekend. Voertuig daarvoor is onder meer het intern juridisch vakberaad waarvan het voorzitterschap en secretariaat is ondergebracht bij het team Juridische Dienstverlening. Daarbij zal vooral het in evenwicht brengen van de gewenste juridische capaciteit en kwaliteit aandacht krijgen. Daarnaast zal in nauwe samenwerking met een nog aan te stellen juridisch controller, die organisatorisch bij de concernstaf zal worden ondergebracht, gewerkt worden aan het opzetten van een systeem van juridische kwaliteitszorg. Handleiding hierbij is het op 23 december 2005 uitgebrachte rapport “Onderzoek juridische kwaliteitszorg gemeente Leiden” en het Onderzoek & Gemeentebreed Juridisch Kwaliteitsplan van 21 december 2006. Aandacht zal worden besteed aan de implementatie en uitvoering van nieuwe regelgeving, waaronder de Wro, Wet omgevingsvergunning (Wabo) vierde Tranche Awb, Regeling samenhangende besluiten in de Awb, Diensten- en overige richtlijnen, EGEM en Elektronische bezwaarschriften. Ook zal het initiatief worden genomen om de kwaliteit van de procesvertegenwoordiging door medewerkers, te verbeteren en zal een pilot worden opgezet met betrekking tot het alternatief beslechten van geschillen door mediation.
17
Meerjarige beleidsontwikkelingen De komende jaren zullen in het teken staan van het verder doorontwikkelen van de juridische functie.
Budgettaire ontwikkelingen Er zijn geen budgettaire ontwikkelingen te melden.
Investeringsplan Niet van toepassing voor dit product.
18
Product 002.08 GO/OR Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman HRM en Communicatie Rekening Begroting 2007 2008 175 143 0 0 175 143
Begroting 2009 147 0 147
Meerjarenbeeld 2010 2011 147 147 0 0 147 147
2012 147 0 147
Productomschrijving Medezeggenschap is voor het college een serieuze aangelegenheid. OR en GO zijn voor ons serieuze partners, waarmee we graag overleggen. Wij vinden het belangrijk commitment te hebben met de organisatie. Ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) overlegt de Ondernemingsraad (OR) met de ondernemingsleiding namens en voor de medewerkers. Voor de gemeentelijke organisatie fungeert de Gemeentesecretaris als Bestuurder in de zin van de WOR. In dit overleg komen het bedrijfsbeleid in het algemeen en personeelsbelangen in het bijzonder aan de orde. Al naar gelang de te behandelen onderwerpen en te nemen besluiten, adviseert de OR ongevraagd of geeft op verzoek van de Bestuurder advies of instemming. De taakafbakening tussen OR en Georganiseerd Overleg (GO) is vastgelegd in een convenant. In het GO wordt overlegd over sociaal beleid, met name waar het de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie betreft.
Prestaties Naast de advisering- en instemmingprocedures is de OR een actieve gesprekspartner van de Bestuurder in zaken die nog niet in de besluitvormingsfase verkeren. Het aantal vergaderingen met de Bestuurder bedraagt jaarlijks ongeveer 20. (10x formeel en 10x agendaoverleg). De OR bereidt deze vergaderingen voor. Naast het gestructureerde overleg zijn er vergaderingen over incidentele onderwerpen. Ook met de Wethouder spreekt de OR twee keer per jaar tijdens het z.g. Artikel 24 overleg. Hierbij worden ontwikkelingen over met name het personeelsbeleid binnen de organisatie besproken. De OR bericht de medewerkers over de afgegeven adviezen via intranet. Ook heeft de OR in Klapstuk een rubriek.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De OR bestaat uit veertien leden, ondersteund door een ambtelijk secretaris en een communicatieadviseur. De OR organiseert meerdere keren per jaar achterbanraadplegingen over grote onderwerpen zoals Regie op Maat. De organisatie is veranderd door ‘’Anders werken’’, dit heeft ook gevolgen gehad voor de organisatie van de medezeggenschap in de gemeente Leiden.
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product doen zich geen substantiële budgettaire ontwikkelingen voor.
Investeringsplan Niet van toepassing.
19
Product 002.09 Vernieuwend besturen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel HRM en Communicatie Rekening Begroting 2007 2008 0 0 0 0 0 0
Begroting 2009 0 0 0
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 0 0 0 0
2012 0 0 0
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Mogelijk maken van referenda en experimenten voor bevolkingsraadpleging voor gemeentelijke besluitvorming.
Prestaties Begeleiden van mogelijke referenda, kleine experimenten voor bevolkingsraadpleging ondersteunen. Met name met de inzet van digitale middelen daarvoor wordt geëxperimenteerd.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Voor vernieuwend besturen was een structureel bedrag in de begroting opgenomen, te storten in de reserve referenda. De reserve is inmiddels opgeheven. Bij voorstellen voor het houden van referenda en andere experimenten voor bevolkingsraadpleging wordt voortaan per voorstel dekking geregeld.
Budgettaire ontwikkelingen In het kader van de Perspectiefnota 2009-2012 is het budget voor dit product á € 33.000 met ingang van 2008 opgeheven.
Investeringsplan Niet van toepassing.
20
Product 002.10 Concernbeleid communicatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel HRM en Communicatie Rekening Begroting 2007 2008 3.135 2.334 -872 -91 2.263 2.242
Begroting 2009 2.438 -95 2.343
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.438 2.438 -95 -95 2.343 2.343
2012 2.438 -95 2.343
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Bureau Communicatie ondersteunt de gemeente Leiden – door professionele advisering, ondersteuning en uitvoering – bij het tot stand brengen van een open en betrouwbare relatie tussen gemeente en inwoners en tussen medewerkers onderling. De communicatiemedewerkers proberen het contact met burgers te verbeteren en inwoners bij het beleid te betrekken. Daarvoor onderhouden zij onder andere het contact met vertegenwoordigers van de media, voeren het woord namens directie en bestuur, schrijven communicatiestrategieën, produceren communicatiemiddelen, organiseren bijeenkomsten en geven communicatieadviezen bij projecten en programma’s. Ook bij crises en rampen is een belangrijke rol voor het bureau weggelegd, door goede voorlichting te organiseren en strategische communicatieadviezen te geven. De communicatiemedewerkers proberen ook de interne communicatie binnen de gemeente te verbeteren; top down en bottom up communicatie wordt ondersteund. Daarnaast zorgt het bureau voor regie op en gecoördineerde de inzet van communicatie bij organisatieontwikkelingen (implementatie van Leiden Werkt, diverse vormen van verzelfstandiging en interne projecten). Samen met partners in de stad werkt het communicatiebureau ten slotte aan de promotie van de stad Leiden (Leiden Marketing).
Prestaties Hoofdactiviteit Stellen en controleren van kaders en standaards
Omschrijving Het opstellen van kaders en standaards op het gebied van in- en externe communicatie
2
Advisering, proces- & project/programmabegeleiding
Gevraagd en ongevraagd geven van maatwerkadviezen over communicatie en het begeleiden van de opdrachtgever bij projecten en programma’s
3
Mediacontacten
Het onderhouden van contacten met de media
4
Organisatiegebonden communicatie
Diverse vormen van communicatie die specifiek zijn voor de gemeente
5
Relatiebeheer en kabinetszaken
Het onderhouden van contacten tussen de gemeente en haar partners
1
21
Producten / diensten 1.1 opstellen en bewaken van kaders voor in- en externe communicatie, inzet middelen/mediamix, huisstijl, persvoorlichting, etc. 1.2 opstellen van standaards voor bewonersbijeenkomsten, brieven etc. 2.1 dagelijkse ondersteuning en begeleiding van bestuurders, directie en management 2.2 gevraagd en ongevraagd adviseren over communicatieaspecten aan bestuur, directie, management en medewerkers 2.3 ontwikkelen communicatiestrategie en plannen en coördinatie van de uitvoering 3.1 actief en reactief onderhouden van mediacontacten 3.2 opstellen van media-analyses 4.1 interne communicatie top down en bottom up 4.2 interne communicatie bij organisatieontwikkelingen als verzelfstandigingen en dergelijke 4.3 rampen- en crisiscommunicatie 4.4 citymarketing 5.1 beheer stedenbanden: ontwikkelen/organisatie contacten, begeleiden werkgroepen, beleids-
6
Project/programmaadvisering
Het gevraagd adviseren over communicatie van projecten en programma’s, het begeleiden en uitvoeren van het communicatieplan
7
Organisatie bijeenkomsten
Het organiseren van in- en externe bijeenkomsten
8
Redactie werkzaamheden
Het schrijven en redigeren van teksten
9
Productiebegeleiding
10
Inter- en intranet werkzaamheden
Productie van communicatiemiddelen Het ontwerpen, uitvoeren en onderhouden van het intranet en internet voor afdelingen en projecten
11
Communicatie onderzoek en evaluatie
Het voor- en achteraf meten van de communicatie-effectiviteit
12
Opleiding/training/ coaching
advisering, ontvangsten, bewustwordingsactiviteiten 5.2 kabinetszaken: onderscheidingen, lintjesregen, gemeentelijke onderscheidingen, predikaten, burgemeesters sollicitanten, protocollaire bezoeken 5.3 netwerkmomenten: gemeentelijke ontvangsten, bijeenkomsten, lezingen, recepties, installaties, nazorg, gemeentelijke netwerkmomenten, uitnodigingen B en W, PR B en W 5.4 ouderenattenties: bruidsparen, bruidsparenfeest, bijzondere verjaardagen 5.5 representatiegeschenken 5.6 Carillonzaken: beheer en aanstelling 5.7 Mediabeleid: onderhouden, bewaken, subsidies etc. m.b.t. Casema 6.1 opstellen communicatiestrategie/ -plan 6.2 dagelijkse ondersteuning projectleider/ programmamanager op het gebied van project/programmacommunicatie 6.3 adviseren over communicatieaspecten van het project/programma 6.4 (begeleiden van) uitvoering van het communicatietraject 6.5 uitvoeren van activiteiten uit het communicatieplan (zie ook: 7, 8, 9) 7.1 persconferenties voortvloeiend uit projecten/programma’s 7.2 bewonersavonden/ateliers 7.3 participatie/inspraakavonden 7.4 feesten/evenementen 8.1 schrijven en redigeren van teksten (algemeen) 8.2 bewonersbrieven 8.3 Personeelsblad Klapstuk 8.4 gemeenteberichten 8.5 Stadskrant 9.1 Posters 9.2 Brochures, boekjes, flyers 10.1 Intranet / internet redactie homepages en nieuwspagina’s 10.2 intranet / internet ontwikkeling als communicatiekanaal 10.3 intranet / internet beheer homepages en nieuwspagina’s 11.1 burgerpanel 11.2 klantonderzoek 11.3 begeleiding evaluatie communicatietraject 11.4 uitvoeren evaluatie communicatietraject 12.1 schrijfvaardigheden / taaltips 12.2 presenteren 12.3 communicatie in verandertrajecten 12.4 mediatraining 12.5 maatwerk
Het (doen) verzorgen van opleiding/training/coaching op het gebied van communicatie voor medewerkers Meerjarige beleidsontwikkelingen De organisatie van de communicatie wordt centraal georganiseerd en aangestuurd. Doelstelling is het bundelen van aanwezige kennis en capaciteit en versterken eenheid van gemeentelijke communicatie.
22
Vanaf 1-1-08 maakt Communicatie deel uit van een gemeentebreed Shared Service Center. In 2009 moet interne verzelfstandiging zijn beslag krijgen, waarna per 2010 regionalisering plaatsvindt voor de uitvoerende werkzaamheden. Inhoudelijk is de tendens ingezet om projecten te bundelen in programma’s. Dat vraagt om specifieke inzet van mensen en middelen en complexere communicatiestrategieën en –plannen. Coördinatie van communicatie is cruciaal.
Budgettaire ontwikkelingen Dit beleidsproduct kent activiteiten die gedeeltelijk worden betaald via doorbelasting van uren en middelen aan afdelingen, zoals inhuur projectcommunicatie. Dat leidt ertoe dat zowel de inkomsten als uitgaven op rekeningbasis hoger zullen liggen dan de begroting. Investeringsplan Niet van toepassing.
23
Product 002.11 (Concern)beleid P&O Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Concerndirectie Rekening Begroting 2007 2008 3.563 2.904 -325 -154 3.238 2.749
Begroting 2009 2.774 -155 2.618
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.614 2.614 -155 -155 2.458 2.458
2012 2.614 -155 2.458
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het Programma Bestuur en Dienstverlening. Het ontwikkelen en implementeren van strategisch HRM beleid (concernstaf) en tactisch /operationeel HRM beleid (SSC) dat is gericht op goed werkgeverschap en optimale inzet van de medewerkers t.b.v. een efficiënte en effectieve organisatie. Het adviseren en operationeel ondersteunen van management en bestuur m.b.t. personeelsbeleid en personeelsbeheer. Reguliere werkzaamheden zijn hierbij: • Visievorming op HRM beleid voor de komende jaren • Kaderstelling ten aanzien van concernbrede HRM onderwerpen • Het ontwikkelen, optimaal inzetten en regelmatig bijstellen van instrumenten voor personeelsbeleid (zoals werven en selecteren, opleiden en trainen, beoordelen en belonen, functiewaardering, management-development en loopbaanbeleid, alsmede rechtspositionele advisering); • Planning en control, zowel kwantitatief als kwalitatief (informatisering P-functie, leveren managementinformatie als sturing en monitoringsinstrument, bijdragen in budgetcyclus, sociaal jaarverslag en bijdragen aan landelijke benchmarkprojecten); • advisering ten aanzien van ontwikkeling en uitvoering ARBO-beleid; • het uitoefenen van de werkgeversfunctie in medezeggenschap en arbeidsvoorwaardenoverleg; • het adviseren over en op elkaar afstemmen van de organisatiedoelen, de organisatiestructuur en de noodzakelijke bedrijfscultuur.
Prestaties Standaardactiviteiten en beleidsontwikkeling De onderstaande indicatie van de output van reguliere activiteiten is gebaseerd op globale overzichten over de afgelopen jaren. De realisatie van project- en onvoorziene activiteiten is deels afhankelijk van de noodzaak omtrent die betreffende vraagstukken.
1.
2. 3. 4. 5. 6.
7.
Reguliere activiteiten Beleidsontwikkeling en advies ten aanzien van bestuur en directie
Output - Strategisch HRM-plan - Kaderstellende notities - Advies op diverse onderwerpen; Beroep- en bezwaar 20 á 30 officiële adviezen per jaar; plus behandeling 20-40 zaken Rechtspositionele adviezen Adviezen aan afdelingensmanagers, leidinggevenden en bestuur. OR/GO Ongeveer 25 reguliere bijeenkomsten per jaar. Functiewaardering, toetsing, (bege)leiden van Waardering 3-5 standaardreeksen, 2 individuele fuwa-commissie functies Beleidsontwikkeling SSC (uitgebreide Regelingen, instrumenten, coördinatie en behandeling relevante onderwerpen volgend opleidingen. uit strategisch HRM-plan en CAOverplichtingen) Planning en Control: P-aspecten in Rapportages en jaarverslagen, interne en externe budgetcyclus, kostenfactor informatieverstrekking; adviezen De doelen en resultaten van de organisatie worden doorvertaald naar individuele afspraken in
24
8.
Mobiliteit (NB: fte en overige kosten worden tot en met 2011 betaald uit flankeren beleid) 9. Arbo-activiteiten: - Arbo-beleidsontwikkeling, werkplekonderzoeken en voorlichtingsactiviteiten - Risico-inventarisatie en -evaluatie - Afhandeling arbeidsongevallen en incidenten 10. Organiseren van "Leidse lunch"
11. Periodiek organiseren van adviesgesprekken met het ABP 12. Introductie nieuwe medewerkers 13. Reguliere Activiteiten
14. Algemene ad hoc onderwerpen
functioneringsgesprekken. Herplaatsingen, flankerend beleid, loopbaanadviezen. Adviezen aan management, OR en medewerkers om arbeidsomstandigheden verder te verbeteren.
Lunchgesprekken met wethouder P&O, gemeentesecretaris en elke keer andere medewerkers van de gemeente. Persoonlijke voorlichting aan medewerkers naar behoefte. Kennismaking van nieuwe medewerkers met organisatie en diverse onderdelen. Formatiebeheer Personeelsadministratie Salarisadministratie Ondersteunen management bij werving- en selectie Professionele ondersteuning en advisering van zowel bestuur, concerndirectie als afdelingsmanagement bij uitvoering van hun HRMtaken. Ondersteuning en advisering ten aanzien van de ontwikkeling en implementatie van HRMinstrumenten Diverse te beantwoorden vragen
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 is een strategisch HRM beleid ontwikkeld voor de periode tot en met 2012. Hierin zijn de speerpunten voor de komende periode bepaald. De activiteiten van HRM zijn gericht op het verder ontwikkelen en implementeren van deze speerpunten. In 2009 zal nog gewerkt worden aan het afronden van de volgende “basis op orde-onderwerpen”: - Functiewaardering en taakformulieren - Interne HRM processen op orde - Concernbrede kaderstelling op HRM gebied Daarnaast zal gewerkt worden aan de 3 thema’s voor het HRM beleid: 1. Sturen en stimuleren (gericht op ontwikkeling leiderschap en motiveren van medewerkers) 2. Aantrekken en Afstoten (gericht op het aantrekken, binden en (gezond) behouden van medewerkers, maar ook op mobiliteit en uitstroom) 3. Leren en Excelleren (gericht op het ontwikkelen en opleiden van medewerkers en het creëren van een innovatieve en stimulerende werkomgeving). Speerpunten die passen binnen deze drie thema’s en in 2009 de aandacht krijgen zijn: Verdere competentieontwikkeling voor alle medewerkers doormiddel van de HRM-leergang en voor leidinggevenden door middel van een management-development traject. Het nieuw ontwikkelen en aanpassen van bestaande personeelsinstrumenten om aan de doelstellingen van Anders Werken te voldoen. Voorbeelden daarvan zijn instrumenten en of training op het gebeid van functionerings- ontwikkelings- en beoordelingsgesprekken, maar ook op het gebied van belonen. Ten aanzien van het ontwikkelen van een gezonde en aantrekkelijke werkomgeving waarbij medewerkers graag bij ons willen werken is naast het creëren van voldoende opleidings- en doorgroeimogelijkheden extra aandacht voor gezondheidsbeleid noodzakelijk, met name om het
25
ziekteverzuim verder terug te dringen. Uitgangspunt daarbij blijft dat het terugdringen van verzuim een gezamenlijke verantwoordelijkheid van leidinggevende en medewerker is. De uitvoering van de gemeentebrede Risico-inventarisatie en –evaluatie (RIE) zal in 2009 verder voortgezet worden. De resultaten worden verwerkt in een nog te ontwikkelen gemeentebreed Arboplan. De organisatie van de preventietaken zal verder worden uitgewerkt. Loopbaanbeleid, waarbij zowel een loopbaan in een expertise of in een leidinggevende richting mogelijk is, zal in 2009 ontwikkeld worden. Loopbaanadvies en het coördineren en verzorgen van zowel interne als externe werkplekken zijn nodig om de juiste persoon op de juiste plek te houden of te krijgen. Daarnaast blijven herplaatsingen en reïntegratie belangrijke taken van het mobiliteitsbureau, zeker nu de organisatie meer verantwoordelijk wordt voor de kosten van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid Naast het behouden van bestaand talent (door o.a. loopbaanbeleid) zal HRM zich tevens richten op het aantrekken van nieuw talent om de toenemende uitstroom a.g.v. vergrijziging het hoofd te bieden. Leeftijdsbewustpersoneelsbeleid is één van de speerpunten uit het strategisch HRM beleid. Tenslotte zal HRM in 2009 veel tijd besteden aan de activiteiten als gevolg van Regie op Maat. Het ondersteunen en begeleiden van de reorganisaties, beleidsmatig en operationeel.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen op dit product kunnen als volgt worden gespecificeerd:
begroting 2008 taakstelling P&O functies opleidingsbudget HRM budget begroting MJB
2008 2.101.690
2009 2.101.690 - 65.000 + 500.000 - 50.000 2.486.690
2010 2.101.690 - 65.000 + 500.000 -210.000 2.326.690
2011 2.101.690 - 65.000 + 500.000 - 210.000 2.326.690
Toelichting budgettaire ontwikkelingen: Taakstelling P&O-functie: Bij de reorganisatie Anders Werken is besloten tot een inkrimping van de formatie met € 65.000. Opleidingsbudget: Vanaf 2009 wordt structureel 500.000 euro toegevoegd aan het HRM-budget. Dit zal worden ingezet voor opleidingen. In 2008 is bij het aanleveren van de opleidingsplannen door de afdelingen, reeds een geschat tekort geconstateerd van 5 ton ten opzichte van het beschikbare opleidingsbudget. Aangezien het opleiden en ontwikkelen van medewerkers in de nieuwe organisatie één van de belangrijkste speerpunten van HRM is, zal dit budget dus structureel worden verhoogd. HRM-budget: Het HRM budget is een budget van in totaal 1,8 miljoen, dat verspreid over drie jaar (2007 t/m 2009) wordt besteed aan de concernbrede HRM trainingen in het kader van Anders Werken. Voor het laatste jaar, 2009, staat een bedrag begroot van 550.000 euro. 240.000 euro hiervan wordt gedekt uit het opleidingsbudget, 100.000 euro wordt gedekt vanuit de post “verlichting administratieve lasten”. De resterende 160.000 euro dient gedekt te worden uit de begroting HRM voor 2009. In bovenstaande tabel is uitgegaan van een bedrag van 210.000 euro begroot voor 2008, dit betekent dat 50.000 euro wordt afgeboekt voor 2009 (zie -50.000 euro) om uit te komen op een bedrag van 160.000 euro.
Investeringsplan Niet van toepassing.
26
Product 002.12 Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
Grafisch Vastgoed P. (Pieter) van W oensel Kwaliteit, Documenten en Gegevens Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 907 762 1.323 -46 -41 -42 862 721 1.280
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.512 1.483 -42 -42 1.469 1.440
2012 1.383 -42 1.340
Productomschrijving Het product Grafisch Vastgoed van het Vastgoed Informatiecentrum richt zich op de stroomlijning van de vitale gegevens van de gemeentelijke organisatie wat betreft grafisch vastgoed. Dit zijn gegevens die intensief worden gebruikt in meerdere beleids- en uitvoeringsprocessen. het doel is het gespreid verzamelen van gegevens te minimaliseren en hergebruik van beschikbare gegevens juist te maximaliseren: ‘eenmalige opslag / meervoudig gebruik’. De primaire taak is betrouwbare registraties te voeren, vooral met betrekking tot vastgoed gerelateerde informatie (gebouwen, adressen, enz.). Daarbij hoort een adequate advisering en dienstverlening door het beheren en het beschikbaar stellen van grafische – en daaraan gerelateerde administratieve basisbestanden. Een veelheid aan grafische vastgoedbestanden worden bijgehouden en ontsloten. Voor analyses wordt een Geografisch Informatie Systeem (GIS) ingezet en voor ontsluiting van de gegevens een Raadpleegsysteem en het internet. Een belangrijk gebruiksdoel van de gebouwenregistratie is het inzichtelijk houden van de samenstelling en de omvang van de Leise woningvoorraad. Hierover worden gegevens verstrekt aan het CBS in verband met het vaststellen van de hoogte van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het registeren, beheren en ontsluiten van vastgoedinformatie enerzijds ter ondersteuning van interne processen (ontwikkeling en beleid) en anderzijds gericht op het breder toegankelijk maken van overheidsinformatie voor de burger. Adequaat gegevensbeheer draagt bij aan de kwaliteit van dienstverlening. Prestaties • Op 1 juli 2009 zal de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) in werking treden. Volgens de huidige planning zal het project al in april 2009 worden opgeleverd. • In 2008 wordt de Grootschalige Basiskaart Leiden (GBKL) geactualiseerd en beschikbaar gesteld. • De ontwikkeling naar een ‘object-beheer’ GBKL vindt plaats om gegevensuitwisseling met de BAG te kunnen waarborgen en om beheerapplicaties aan te laten sluiten op de objecten in de GBKL. • Het actualiseren en beschikbaar stellen van digitale kadastrale gegevens wordt voortgezet. e • De invoering van de 2 tranche van de Wkpb (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen) wordt voorbereid. • Informatie voor de burger zoals topografische informatie, luchtfoto’s en panoramafoto’s is beschikbaar via internet en de informatie en de toepassingen hiervan worden steeds verder uitgebreid. • Ook in 2009 zal extra aandacht besteed worden aan de mutatiemeldingen in de kaart. Met interne afnemers worden afspraken gemaakt over meldingsplicht. • In 2009 zal een verdere uitbreiding van de beschikbaarheid van standaardkaarten op zowel internet, intranet als in het Raadpleegsysteem plaatsvinden. • In 2009 zal het team Gegevens zich verder ontwikkelen van vastgoedinformatie naar ontsluiters van álle basisgegevens. Hiertoe worden BAG, GBA, WOZ en vele andere applicaties digitaal met elkaar verbonden, waarin eenmalige opslag en meervoudig gebruik centraal staat. • De invoering van de wet WION (Grondroerdersregeling) zal ook een extra beslag leggen op de capaciteit van dit team. • Het beheer van kleinschalig kaartmateriaal (zoals bijvoorbeeld de ondergrond voor de Nieuwe Kaart en het PRIL) is belegd bij het Team gegevens.
27
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het team Gegevens is de initiërende en coördinerende afdeling voor activiteiten met betrekking tot de basisregistraties. In 2009 is de gemeente wettelijk verplicht een authentieke registratie adressen en gebouwen te onderhouden. Om hieraan te voldoen zal de komende jaren hiervoor veel extra capaciteit op worden ingezet. De nota ‘Informatiebeleid gemeente Leiden 2006-2009’ (vastgesteld B&W voorjaar 2006) geeft een beschrijving van een tiental hoofddoelstellingen, waarvan er drie benoemd zijn als eerste prioriteit. De prioriteiten betreft het uitbreiden van elektronische dienstverlening, invoering van de basisregistraties en het stroomlijnen van werkprocessen. Als uitvloeisel van dit beleid zijn projectvoorstellen uitgewerkt. Voor het onderdeel ‘invoering basisregistraties’ zijn de volgende projectvoorstellen opgenomen: de organisatie van de werkprocessen m.b.t. de basisregistraties, implementatie basisregistratie Adressen en Gebouwen, Kadastrale basisregistratie (percelen) en Digitale uitwisseling in ruimtelijke processen. Het nalaten van het meegroeien met de ontwikkelingen in het vakgebied heeft tot gevolg dat er nu onvoldoende wordt voldaan aan de voorwaarde om snel up-to-date informatie beschikbaar te hebben. Randvoorwaarden zijn het snel en vakkundig leveren van juiste en recente informatie. Gebruikelijke middelen om de broodnodige informatie te kunnen leveren zijn bijvoorbeeld cyclorama foto’s (oftewel 360 graden-foto’s), luchtfoto’s, en een geijkt hoogtemerkennet (referentie-meetpunten in de stad). Voor 2007 en volgende jaren is geborgd dat middelen beschikbaar zijn om deze informatie te vergaren of ter herijken. Nieuwe gebruikers van de centrale geo-informatie dienen zich aan zoals bijvoorbeeld het gebruik ervan bij rampenbestrijding. Bij calamiteiten is het beschikbaar hebben van de juiste informatie op het juiste moment enorm belangrijk
Budgettaire ontwikkelingen Bij de aanmelding van autonome ontwikkelingen 2008 is aangegeven dat er voor de invoering van de wet BAG vanaf 2009 jaarlijkse beheerkosten ten bedrage van € 40.000 gemaakt zullen worden. Hieraan gekoppeld is dat er extra menscapaciteit benodigd is. De kosten voor deze extra capaciteit bedragen jaarlijks circa € 61.000. Daar tegenover staat dat met de invoering van dit systeem tevens kostenbesparingen gerealiseerd kunnen worden. In het Projectplan BAG zullen de mogelijke besparingen nader uitgewerkt worden waarna de budgettaire consequenties van de invoering van de wet BAG volledig verwerkt kunnen worden in de begroting van 2009.
28
Product 002.15 Publieksinformatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 959 996 -7 -6 951 990
Begroting 2009 1.041 -6 1.035
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.041 1.041 -6 -6 1.035 1.035
2012 1.041 -6 1.035
Productomschrijving Het product Publieksinformatie maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. De informatiebalie geeft publieksvoorlichting aan de inwoners van Leiden en de eigen gemeentelijke organisatie. De dienstverlening behelst het verstrekken van algemene informatie over de gemeente, het vervullen van een vraagbaakfunctie, het doorverwijzen van klanten en het beantwoorden van de standaardvragen van burgerzaken en belastingen. Ook worden er reisdocumenten en verblijfsvergunningen afgegeven. De dienstverlening vindt plaats aan een informatiebalie, het servicepunt Burgerzaken en Belastingen en de telefooncentrale
Prestaties Publieksinformatie levert een bijdrage aan de doelstelling: goede dienstverlening: het verhogen van de tevredenheid van de burger over de dienstverlening. Om de tevredenheid van de burger over de dienstverlening te verhogen, wordt er voor veel producten op afspraak gewerkt bij de unit Burgerzaken. Het merendeel van deze afspraken wordt ingepland door het servicepunt. Prestatie indicatoren Aantal bezoekers: infobalie stadhuis Aantal bezoekers knoppenbord Aantal bezoekers informatiebalie SBH Aantal bezoekers Informatiebalie Stadskantoor Aantal gesprekken servicepunt Burgerzaken/Belastingen Aantal gesprekken Telefooncentrale per jaar Welkomstpakket nieuwe inwoners Uitgereikte documenten
Realisatie 2007 52.958 85.049 18.951
Begroting 2008 60.000 70.000 19.000
Begroting 2009 50.000 85.000 0 p.m.
35.886
37.000
35.000
149.579
130.000
140.000
1.622 39.300
1.600 36.500
1.600 36.500
De aantallen bezoekers Stadhuis voor 2009 zijn aangepast aan de hand van de gerealiseerde aantallen in 2007. Er is een verschuiving van het aantal klanten naar het knoppenbord ten opzichte van de informatiebalie. Ook het aantal telefoontjes van het servicepunt Burgerzaken en Belastingen is naar beneden bijgesteld. De verwachting is dat er meer zaken digitaal zullen worden afgehandeld, wat zal leiden tot een afname van het aantal gesprekken. In 2009 zal de informatiebalie SBH worden gesloten vanwege de verhuizing naar het Stadskantoor aan het Stationsplein. Een informatiebalie zal terugkomen in het Stadskantoor. Het is nog niet in te schatten hoeveel klantcontacten op de nieuwe locatie zullen plaats vinden.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Alle servicepunten, zo ook het servicepunt Burgerzaken en Belastingen zullen zich in 2009, in lijn met de programmabegroting, richten op de verdere ontwikkeling van de burgertevredenheid. Prestatieindicatoren hiervoor zijn de snelheid van opnemen van de telefoon en de juistheid van de telefonische afhandeling. Hiervoor wordt per servicepunt een plan van aanpak met concrete acties opgesteld. Daarnaast zal in 2009 verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van alle servicepunten richting een
29
klantencontactcenter.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
30
Product 002.16 Elektronische dienstverlening Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 161 309 0 0 161 309
Begroting 2009 320 0 320
Meerjarenbeeld 2010 2011 320 320 0 0 320 320
2012 320 0 320
Productomschrijving Het beleidsproduct Elektronische dienstverlening maakt deel uit van het programma Bestuur en dienstverlening. Het ontwikkelen en uitvoeren van elektronische dienstverlening binnen de gemeente Leiden teneinde de tevredenheid van de burger over dienstverlening te vergroten
Prestaties Bij elektronische dienstverlening worden vier niveaus onderscheiden: 1. informeren over producten en diensten 2. formulieren kunnen downloaden om ze thuis in te vullen en daarna op te sturen of af te geven bij een balie 3. formulieren digitaal kunnen invullen en digitaal terugsturen (waardoor geen bezoek meer nodig is aan het stadhuis of een andere locatie) 4. volledige transactionele dienstverlening; dat wil zeggen dat een product of dienst niet alleen volledig digitaal kan worden aangevraagd, maar dat ook de verwerking geheel of gedeeltelijk digitaal plaatsvindt. Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 % producten op website (eerste 100% 100% 100% niveau) Aantal downloadbare 60 25 25* publieksformulieren (tweede niveau) Aantal transacties (formulieren en producten) via internet (derde en 42 40 65 vierde niveau) % van de burgers dat zegt bekend te zijn met de gemeentelijke 75% 80% 80% website Plaats gemeentelijke website op 21 Top 25 Top 25 lijst AdviesOverheid.nl * De streefwaarde voor het aantal downloadbare producten is stabiel, omdat de inspanningen gericht zijn op interactieve en transactionele elektronische dienstverlening (niveau 3 en 4).
Meerjarige beleidsontwikkelingen Een belangrijke ontwikkeling op het gebied van dienstverlening is het concept ‘Gemeente heeft antwoord’ van de Vereniging Directeuren Publiekszaken, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Programma Contactcenter Overheid. Dit concept geeft richting aan het ontwikkelen van een Klant Contact Centrum (KCC), dat moet gaan dienen als front office voor de totale overheid. Het KCC neemt elektronische, fysieke, telefonische en papieren contacten met burgers, bedrijven en instellingen aan en handelt die zoveel mogelijk af. De elektronische dienstverlening gaat in de ontwikkeling van het KCC mee. Daarnaast zijn er de volgende Leidse ontwikkelingen: • Implementatie van de voorstellen van het programma Minder & Beter. Voor 32 producten verminderen de administratieve lasten door een digitale aanvraag (naast andere maatregelen). Dit leidt niet tot 32 digitale formulieren, omdat een slimme combinatie in één digitaal formulier kan, zoals bijvoorbeeld de gehandicaptenvoorziening WMO voor rolstoel, vervoersvoorziening of
31
•
woonvoorziening. Uitbreiding van het aantal vergunningen dat digitaal aan te vragen is en hier ook een statusoverzicht bij tonen.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
32
Product 003.01 Bevolking en Burgerlijke stand Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 2.081 2.080 -42 -54 2.039 2.026
Begroting 2009 2.124 -55 2.068
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.124 2.069 -55 -55 2.068 2.014
2012 2.069 -55 2.014
Productomschrijving Het product Bevolking en Burgerlijke stand maakt deel uit van het programma Bestuur en dienstverlening. Bevolking en burgerlijke stand levert een bijdrage aan de doelstelling: goede dienstverlening: het verhogen van de tevredenheid van de burger over de dienstverlening.
Prestaties Prestatie indicatoren Ondertrouw/aangifte reg. partnerschap Huwelijken / reg. partnerschap Echtscheidingen. ontbinding partnerschap Geboorten Erkenningen Overlijdens Verhuizingen Naturalisaties/optie verklaring Totaal migratie Verklaring onder ede (VOE) Naamswijziging Documenten betaald GBA-berichten Aanvraag verblijfsvergunningen Afgifte verblijfsvergunningen
Realisatie 2007 540
Begroting 2008 640
Begroting 2009 640
570 211
550 225
550 225
2.720 2.850 2.850 530 600 600 1.335 1.450 1.450 8.494 9.400 9.400 223 250 250 17.032 16.000 16.000 93 100 100 24 20 20 23.679 25.000 25.000 1.489.600 800.000 800.000 462 overgegaan naar IND overgegaan naar IND 2.274 overgegaan naar IND overgegaan naar IND
Meerjarige beleidsontwikkelingen Bedrijfsvoering De kwaliteit van dienstverlening wordt verbeterd. De verruiming van de openingstijden wordt gerealiseerd. De wachttijden worden teruggedrongen. Basisregistraties In de periode 2007-2010 wordt de basisregistratie Personen ingevoerd. De Gemeentelijke Basisadministratie vormt hier de basis voor. Met invoering van de basisregistraties zal het mogelijk worden voor alle binnen- en buitengemeentelijke afnemers van persoonsgegevens om gebruik te maken van de gegevens in de basisregistratie. Een burger hoeft dan niet meer elke keer bevraagd te worden op zijn gegevens. Administratieve lastenverlichting Het aantal documenten betaald zal de komende jaren dalen. In het kader van de administratieve lastenverlichting wordt het uittreksel meer en meer afgeschaft. In 2009 zal een beslissing worden genomen of de gemeente Leiden bij ondertrouw/aangifte partnerschap nog alle relevante uittreksels zal laten overhandigen door het aanstaande bruidspaar.
33
Veelal is Leiden reeds in het bezit van deze informatie. Er zijn reeds gemeenten die dit in 2008 hebben afgeschaft en de G4 doet dat per 1 januari 2009. Met de invoering van de landelijke raadpleegfunctie van de GBA zal het berichtenverkeer als totaal naar verwachting afnemen. Omdat niet alle berichten leiden tot werkzaamheden, heeft de stijging en daling van deze aantallen beperkte gevolgen voor uitzetting of krimp van werkzaamheden. Digitalisering akten Voor 2009 is een digitalisering van de akten gepland. De digitalisering levert in de toekomst diverse voordelen op. Niet alleen intern kunnen we gebruik maken van het gedigitaliseerde bestand. Ook via internet kunnen straks makkelijker aanvragen worden gedaan. Deze kosten worden gedekt binnen de exploitatie 2009.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
34
Product 003.02 Verkiezingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 169 58 0 0 169 58
Begroting 2009 153 0 153
Meerjarenbeeld 2010 2011 153 274 0 0 153 274
2012 32 0 32
Productomschrijving Het beleidsproduct Verkiezingen maakt deel uit van het programma Bestuur en dienstverlening. Het organiseren van verkiezingen en referenda.
Prestaties Prestatie indicatoren Verkiezingen Referenda
Realisatie 2007 1 1
Begroting 2008 0 0
Begroting 2009 1 0
Meerjarige beleidsontwikkelingen Voor 2009 staat de verkiezing voor de leden van het Europees Parlement gepland. Alleen een tussentijdse verkiezing als gevolg van de ontbinding van de Tweede kamer of een gemeentelijk of landelijk referendum kan hier wijziging in brengen. Het adviesrapport “Stemmen met Vertrouwen” heeft tot gevolg gehad dat landelijk bij verkiezingen weer stembiljetten gebruikt zullen worden in plaats van stemmachines. Aanschaf van stemhokjes en stembussen is hiervoor noodzakelijk. Daarnaast nemen de werkzaamheden toe als gevolg van de nieuwe stemprocedure. In 2009 zal het weer mogelijk zijn om deel te nemen aan het experiment Stemmen in een Willekeurig Stemlokaal. Daarbij kan de kiezer binnen de gemeente zijn stem uitbrengen op elk willekeurig stembureau. Verwacht wordt dat dit voor verkiezingen vanaf 2010 wettelijk geregeld zal zijn, tegelijk met een regeling voor de invoering van een legitimatieplicht voor de kiezer bij het uitbrengen van zijn stem.
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota Als gevolg van de wijziging van het kiesproces, nemen de kosten per verkiezing structureel toe met € 26.000. De stemmachines mogen niet meer worden gebruikt. De geraamde vervangingsinvestering komt hiermee te vervallen, waardoor de kapitaallasten met € 33.000 verlaagd zijn. Technische correctie Begroting 2009/Extra kosten per verkiezing De kosten per verkiezing bedroegen € 95.000. Deze kosten zijn ten onrechte niet in het meerjarenbeeld opgenomen. Daarnaast is in de Perspectiefnota (zie hierboven) structureel € 26.000 opgenomen, echter in 2011 zijn er dubbele verkiezingen en in 2012 zijn er geen verkiezingen. Vanaf 2009 bedragen de structurele kosten per verkiezing derhalve totaal € 121.000. Op grond van het aantal geplande verkiezingen vertoont het meerjarenbeeld de volgende mutaties: 2009 Europees Parlement € 95.000 2010 Gemeenteraad € 95.000 2011 Provinciale Staten en Tweede Kamer € 216.000 (€ 95.000+€ 121.000) 2012 geen verkiezing - € 26.000 2013 geen verkiezing - € 26.000 2014 Gemeenteraad en Europees Parlement € 216.000 (€ 95.000+€ 121.000)
35
Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
Investeringsplan Investeringsobject Stemhokjes en stembussen
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 87
36
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
Product 003.03 Afgifte reisdocumenten en rijbewijzen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 890 765 -28 -18 862 747
Begroting 2009 797 -18 779
Meerjarenbeeld 2010 2011 797 797 -18 -18 779 779
2012 797 -18 779
Productomschrijving Het product Afgifte reisdocumenten en rijbewijzen maakt deel uit van het programma Bestuur en dienstverlening. “Reisdocumenten en rijbewijzen” levert een bijdrage aan de doelstelling: goede dienstverlening: het verhogen van de tevredenheid van de burger over de dienstverlening.
Prestaties Prestatie indicatoren Paspoort Ned. Identiteitskaart Overige reisdocumenten Rijbewijs
Realisatie 2007 15.619 8.001 4.810
Begroting 2008 13.500 8.000 3.500
Begroting 2009 13.500 8.000 3.500
11.743
9.000
9.000
Meerjarige beleidsontwikkelingen Centrale Reisdocumenten Administratie Er zijn plannen bij het Rijk om een Centrale Reisdocumenten Administratie in te voeren met het idee om o.a. de dienstverlening aan de klant en de toegankelijkheid voor verifiërende instanties te verbeteren. Er wordt in deze ook gedacht aan plaatsonafhankelijke aanvraag- en uitgifte van reisdocumenten. De impact zal groot zijn voor de afdeling Burgerzaken als de invoering van plaatsonafhankelijke dienstverlening Reisdocumenten wordt doorgevoerd. Vingerafdrukken Uiterlijk 28 juni 2009 gaan de Nederlandse reisdocumenten vingerafdrukken in de chip bevatten. Naast de vingerafdruk wordt ook de foto en handtekening aan de balie gescand. Dit vraagt om aanpassing van de procedure. Daarnaast zal dit een langere behandeltijd tot gevolg hebben. (nu 10 minuten mogelijk straks 15 minuten per reisdocument (BPR/BZK)
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
37
Product 004.01 Leges Burgerzaken Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Service & Informatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 573 289 298 -2.366 -1.456 -1.456 -1.793 -1.167 -1.158
Meerjarenbeeld 2010 2011 298 298 -1.456 -1.456 -1.158 -1.158
2012 298 -1.456 -1.158
Productomschrijving Het product Leges Burgerzaken maakt deel uit van het programma Bestuur en dienstverlening. Het weergeven van de te verwachten inkomsten die worden verkregen door het verstrekken van documenten, voltrekken van huwelijken, het adviseren bij naturalisatieverzoeken en het toelaten tot, het onderzoeken en bevestigen van optieverklaringen ter verkrijging van de Nederlandse nationaliteit. Prestaties Prestatie indicatoren Reisdocumenten Rijbewijzen Documenten betaald Huwelijken/ trouwboekjes Naturalisaties/opties Aanvraag verblijfsvergunning
Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 28.430 26.000 26.000 11.743 8.900 8.900 23.679 25.000 25.000 520 550 550 218 250 250 462 overgegaan naar IND overgegaan naar IND
Meerjarige beleidsontwikkelingen Bedrijfsvoering De kwaliteit van dienstverlening wordt verbeterd. De verruiming van de openingstijden wordt gerealiseerd. De wachttijden worden teruggedrongen. eloVOG Het project eloVOG heeft als doel het mogelijk maken om via internet een verklaring omtrent gedrag VOG aan te vragen. De gemeente wordt als schakel uit het aanvraagproces gehaald voor deze vorm van plaatsonafhankelijke dienstverlening. Het elektronische aanvraagproces zal zodanig worden vormgegeven dat de elektronische aanvraag direct door het Centraal Orgaan VOG kan worden afgehandeld, zonder tussenkomst van gemeenten; De mogelijkheid om de VOG op papier bij gemeenten of op papier direct bij COVOG aan te vragen blijft bestaan. Impact op burgerzaken Gemeenten: Er zullen minder aanvragen via de gemeente lopen. Dit heeft budgettaire consequenties. In welke mate is nog onbekend. Gemeenten die te veel geld vragen voor rijbewijzen krijgen nog een jaar de tijd om hun tarieven te laten zakken. Dat blijkt uit een brief die minister Camiel Eurlings van Verkeer donderdag 12 juli 2007 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De minister vindt de verschillen te groot. Hij kondigt aan dat hij een lijst gaat publiceren met de rijbewijsprijzen van alle Nederlandse gemeenten. Gemeenten die daar een te hoge prijs voor in rekening brengen, krijgen een brief van de bewindsman. Daarin roept hij die op hun prijs te laten zakken. Doen ze dat niet, dan dreigt Eurlings met een maximumtarief voor het rijbewijs. Dit bericht zou mogelijk kunnen duiden op de invoer van een bandbreedte voor rijbewijzen, waarvan de budgettaire consequenties op dit moment nog onbekend zijn. Voor het overige, zie bij de betreffende producten: 003.01 Bevolking en Burgerlijke Stand 003.03 Reisdocumenten en Rijbewijzen
38
Budgettaire ontwikkelingen In de rekening 2007 zijn incidenteel hogere inkomsten door onder andere een piek in de afgifte rijbewijzen. Daarnaast staan tegenover de hogere inkomsten ook hogere lasten op een ander product (003.01 en 003.03). De begroting 2008 is derhalve niet gewijzigd ten opzichte van de begroting 2007. De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
39
Product 005.01 Intergemeentelijke samenwerking (samenwerkingsorgaan Holland Rijnland) Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Strategie en Onderzoek Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.327 5.876 6.000 -1.119 -2.590 -2.709 208 3.286 3.291
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.000 6.000 -2.709 -2.709 3.291 3.291
2012 6.000 -2.709 3.291
Productomschrijving Dit product maakt onderdeel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening, Het bevorderen van de samenwerking van de gemeente met andere gemeenten binnen het samenwerkingsverband Holland Rijnland, gericht op het vergroten van de efficiency en effectiviteit van de taakuitvoering op het gebied van ondermeer bestuur, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, verkeer en vervoer, economische zaken, arbeidsmarktklimaat, milieubeheer, welzijn, zorg en onderwijs. Het bevorderen van een evenwichtige organisatorische, economische en maatschappelijk ontwikkeling van de regio. Het optimaal inspelen op de ontwikkelingen in de organisatie van het binnenlands bestuur.
Prestaties De activiteiten die in het kader van het realiseren van deze doelstelling plaatsvinden worden uitgevoerd door het Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland, veelal gezamenlijk met de deelnemende 12 gemeenten. Activiteiten in het kader van het uitvoeringsprogramma met als speerpunten: • de regionale structuurvisie • de as Leiden-Katwijk • het offensief van Teylingen • de Rijn-Gouwelijn • de Rijnlandroute • het mobiliteitsfonds • de regionale woningmarkt • de bedrijventerreinstrategie • de regionale agenda. • uitvoeringsprogramma Randstad Activiteiten en ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen en overige bovenlokale overleggen. Bestuurlijke reorganisatie van de regio (aansluiting Rijnstreekgemeenten, intensivering samenwerking m.b.t. uitvoeringstaken en fusies gemeenten). Voor meer gedetailleerde informatie over de ontwikkelingen/ taken, activiteiten en prestaties wordt verwezen naar de begroting van het samenwerkingsorgaan SHR.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De inhoudelijke samenwerking betreft naast de uitvoering van het Programma van Afspraken de optimalisering van de samenwerking op de onderscheidene beleidsterreinen in het nieuwe samenwerkingsgebied, alsmede de belangen van het gebied in bredere zin te behartigen en meer gestalte te geven. Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling stamt uit het meerjarenbeeld 2005-2008 en is bedoeld voor intensivering regionale samenwerking.
40
Product 006.01 Griffie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Griffie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 748 846 878 0 0 0 748 846 878
Meerjarenbeeld 2010 2011 878 878 0 0 878 878
2012 878 0 878
Productomschrijving Het product Griffie maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Dit product heeft een relatie met het beleidsterrein Bestuur. De griffie ondersteunt de Raad en haar commissies in alle werkzaamheden. Het gaat om organisatorische, secretariële en beleidsmatige ondersteuning. Daarnaast voert zij het secretariaat van de Referendumkamer.
Prestaties Prestatie indicatoren Raadsvergaderingen Commissievergaderingen Hoorzittingen Conferenties Werkbezoeken en themabijeenkomsten Vergaderen op locatie Ondersteuning bij opstellen initiatiefvoorstellen Ondersteuning bij opstellen overige raadsvoorstellen Artikelen in stadskrant over raadsvergaderingen Artikelen in stadskrant over relevante onderwerpen Organiseren cursussen raadsleden
Realisatie 2007 19 73 9 6 25
Begroting 2008 14 56 4 2 24
Begroting 2009 14 56 4 2 24
6 12
6 6
6 6
Nvt
6
6
15
14
14
28
14
14
0
2
2
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 is een start gemaakt met de verbeteren van de kwaliteit van de stukken die aan de gemeenteraad worden aangeboden. Dit traject loopt door in 2009. Naar aanleiding van de evaluatie werkwijze raad en de rapportage van de (in)formateurs van het nieuw college is in het laatste kwartaal 2008 een conferentie voor de raad georganiseerd. In deze conferentie zijn allerlei aspecten over het functioneren van de raad aan de orde geweest. Op basis hiervan heeft de griffie voor 2009 in haar werkzaamheden het speerpunt “Verbetering van de kaderstellen en controlerende rol van de gemeenteraad” centraal gesteld. Belangrijk aandachtspunt is de kwaliteit van het debat in de commissie- en raadsvergaderingen. In maart 2010 vinden de verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraden plaats. Dit betekent dat in de tweede helft van 2009 de voorbereidingen hiervoor ter hand moeten worden genomen. Bij de behandeling van de jaarstukken 2005 is gemeentebreed een motie aangenomen waarin is uitgesproken dat de gemeente Leiden streeft de Kordesprijs voor beste jaarrekening binnen te halen en in 2009 de jaarstukken mee te laten dingen voor deze prijs. In september 2007 heeft de raad een onderzoekscommissie overschrijding grote projecten ingesteld.
41
Deze onderzoekscommissie heeft in het derde kwartaal van 2008 hierover verslag gedaan aan de raad. De aanbevelingen die uit dit onderzoek voorkomen worden in 2009 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Betrokkenheid van burgers is een belangrijk onderwerp voor de gemeenteraad. Burgers kunnen op een aantal manieren participeren bij de gemeenteraad, zoals bijvoorbeeld het burgerinitiatief, inspreken in commissievergaderingen (zowel bij een specifiek onderwerp als bij het onderdeel Burgers aan het woord). Hierbij komen de vijf vuistregels voor participatie die in 2008 zijn opgesteld. I n 2009 worden deze mogelijkheden goed op elkaar afgestemd. De griffie voert het secretariaat van de referendumkamer. De Referendumkamer vergadert als daartoe aanleiding is. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland wordt in 2008 aanbevelingen opgepakt en uitgewerkt. Het voornemen is om de contacten met de regiogemeenten te intensiveren. Daarnaast streeft de griffie naar meer inhoudelijke advisering van de griffie op stukken die vanuit de gemeenschappelijke regelingen komen. De onderlinge samenhang tussen de verschillende besluitvormingstrajecten is een belangrijk punt hierbij. De raad heeft in 2007 besloten het contract van de accountant met 2 jaar te verlengen. Dit betekent dat in 2009 gestart zal moeten worden met het traject van openbaar aanbesteden. In streven is dat er in 2009 een nieuw raadsinformatiesysteem in gebruik wordt genomen. Dit zal veel tijd en energie gaan kosten van de griffie. Tot slot is het de verwachting dat de griffie en de raadsfracties in 2009 verhuizen naar de eerste etage van het Stadhuis.
Budgettaire ontwikkelingen Geen ontwikkelingen te melden boven de € 50.000
42
Product 006.02 Rekenkamercommissie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Griffie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 95 94 96 0 0 0 95 94 96
Meerjarenbeeld 2010 2011 96 96 0 0 96 96
2012 96 0 96
Productomschrijving Het product Rekenkamercommissie maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Dit product heeft een relatie met het beleidsterrein Bestuur. De Rekenkamercommissie is een controle-instrument van de Raad. Zij verricht onderzoek naar het gemeentelijke beleid op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid. De Leidse rekenkamercommissie bestaat geheel uit externe leden en wordt ondersteund door de griffie. De uitkomsten van de onderzoeken zijn openbaar.
Prestaties Prestatie indicatoren Uitvoeren onderzoeken Uitvoeren quick scans
Realisatie 2007 1 0
Begroting 2008 1á2 1á2
Begroting 2009 1á2 1á2
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 heeft de raad naar aanleiding van de evaluatie rekenkamercommissie een 12-tal aanbevelingen opgesteld. In 2009 worden deze aanbevelingen doorgevoerd, voorzover dat niet al in de 2e helft van 2008 is gebeurd. Belangrijk aandachtspunt is de communicatie tussen rekenkamercommissie en de raad. Daarnaast is besloten dat het college jaarlijks rapporteert over de stand van zaken uitvoering aanbevelingen eerdere onderzoeken.
Budgettaire ontwikkelingen Geen ontwikkelingen boven de € 50.000 Investeringsplan Nvt.
43
Product 511.02 Mondiale bewustwording Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan HRM en Communicatie Rekening Begroting 2007 2008 304 124 -198 0 106 124
Begroting 2009 130 0 130
Meerjarenbeeld 2010 2011 130 130 0 0 130 130
2012 130 0 130
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening. Het bijdragen door de gemeente Leiden aan de duurzame ontwikkeling van onze mondiale gemeenschap: - door invulling te geven aan stedenbanden; - door steun te geven aan diverse op ontwikkelingssamenwerking gerichte projecten. Bij beide aspecten speelt de bewustwording van de Leidse bevolking een grote rol. De gemeentelijke rol is relevant omdat door de toenemende internationalisering van de samenleving, internationale vraagstukken zich meer en meer op lokaal niveau manifesteren. Juist op lokaal niveau kan dus de samenhang van de mondiale problematiek verduidelijkt worden.
Prestaties Coördinatie en stimulering van stedenbandactiviteiten (Oxford, Krefeld, Juigalpa, Toruñ, Buffalo City) zowel m.b.t. het maatschappelijk draagvlak als m.b.t. de gemeentelijke (ambtelijk-politieke) activiteiten. Subsidies voor de stedenbandstichtingen Juigalpa, Buffalo City, Toruñ en Oxford, voor structurele organisatiekosten en activiteitenkosten. Incidentele subsidies voor kleinere projecten van diverse organisaties.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In de Raadsvergadering van 4 december 2007 werd de beleidsnota stedenbanden ‘Leiden in de wereld’ vastgesteld. De belangrijkste maatregelen die hierin aangekondigd werden: 1- ambtenaren krijgen gelegenheid zich in te zetten voor een project 2- méér zichtbaarheid stedenbanden door permanente expositie in Stadhuis en wegwijzer op Stadhuisplein 3- individuele stedenbanden worden geadopteerd door leden van de gemeenteraad 4- stedenbanden worden in het laatste collegejaar opgenomen in de stadsenquête om de bekendheid bij de Leidse bevolking te meten. De uitvoering van maatregel 2 en 3 wordt in 2009 ter hand genomen. Ook zal in 2009 de eerste aanzet gedaan worden tot een herziening van de nota stedenbanden. Campagne Millenniumdoelen Een belangrijk project voor 2009 is bekendheid geven aan de Millenniumdoelen door middel van een grote publiekscampagne. Eind 2007 is het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland-Nicaragua een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met Hivos ter financiering van een Millennium Doelen Campagne, onder de titel ‘Caminando Juntos’. Leiden doet hieraan mee en heeft zich verplicht de jaarlijks te ontvangen campagnegelden te verviervoudigen uit de opbrengst van diverse activiteiten. Dit bedrag wordt weer verdubbeld en ingezet ter bevordering van de kwaliteit van en deelname aan het (beroeps-) onderwijs in Juigalpa. In Leiden functioneert hiertoe een campagneteam onder voorzitterschap van een beleidsmedewerker internationale betrekkingen. De draagvlak- en fondswervingsactiviteiten van de stichting Stedenband Leiden-Juigalpa staan voor een belangrijk deel in het teken van het project Caminando Juntos. Ook de jongeren van de Leidse werkbrigade die zich richten op activiteiten in Buffalo City, zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoering van de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de Millenniumdoelencampagne. Hiervoor is een uitgebreid activiteitenplan voor 2009 opgesteld door het campagneteam.
44
Ontwikkelingen per stedenband Juigalpa Via het lidmaatschap van het Landelijk Beraad Stedenbanden Nederland-Nicaragua wordt in de periode 2005-2010 deelgenomen aan het Landenprogramma Nicaragua. De bijdrage van VNG International voor dit programma bedraagt in totaal € 1.500.000. Hoofddoel van het project is dat de 15 Nicaraguaanse zustergemeenten een effectieve regiefunctie gaan vervullen in de lokale en regionale duurzame economische ontwikkeling. Trefwoorden hierbij zijn ‘strategische planning’ en ‘verhoging van inkomsten uit belastingen en heffingen’. De projectsteun vanuit het ROC aan het beroepsonderwijs in Juigalpa zal in de komende jaren een speerpunt zijn. Het bezoek van een officiële delegatie onder leiding van burgemeester Lenferink in juni/juli 2008 heeft geleid tot vast omlijnde plannen bij maatschappelijke partners (woningbouwverenigingen, ondernemers, beroepsonderwijs) om projecten uit te voeren die relevant zijn in het kader van de door Juigalpa omarmde Strategische Planning. In 2009 zullen drie projecten van start gaan: microkrediet, huisvesting en de start van 2 nieuwe technische opleidingen. Buffalo City In 2009 zullen er drie door de VNG gefinancierde 3-jarige projecten in het kader van Logo South van start gaan: Stormwatermanagement, Solid waste management en HIV/AIDS. In totaal is hier € 780,000,- voor beschikbaar tot eind 2010. De stichting Stedenband Leiden-Buffalo City voert met diverse partners in de stad het HIV/Aids project uit, de gemeente voert in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland het Waterproject uit. Solid Waste wordt door de gemeente Leiden uitgevoerd. De gemeente is eindverantwoordelijk voor al deze door de VNG-gefinancierde projecten. Daarnaast voert de stichting (in samenwerking met de gemeente Leiden) het project Keys for Kids uit, een project waarin jongeren zich inzetten voor de verbetering van de leefomstandigheden van AIDSwezen in Buffalo City. Hiervoor is in 2008 subsidie beschikbaar gesteld van € 48.800,- door het ministerie van ontwikkelingssamenwerking. In 2009 zal Keys for Kids een opvangcentrum voor seropositieve straatjongens afbouwen waarvoor € 135.000,- aan externe financiering is binnengehaald. De stichting Stedenband Leiden – Buffalo City gaat in vernieuwde vorm voort met het stimuleren van deelname van diverse organisaties aan de stedenband in het kader van City Wide Approach. Het bestuur van de Stedenband heeft eind 2008 ook een jubileum gevierd: het 10-jarig bestaan van de stedenband. De uitkomsten van het symposium dat is georganiseerd zullen leidend zijn voor de vernieuwing van de Stedenband. Toruñ In 2008 is aandacht besteed aan het 20-jarig bestaan van de stedenband. Aan de wederzijdse jaarlijkse groepsbezoeken per bus (in het voorjaar naar Leiden en in het najaar naar Toruñ) nemen naast groepen burgers telkens ook ambtenaren en politici deel, die zich in de zusterstad oriënteren op hun vakgebied. De door de stichting Stedenband Leiden-Toruñ gestimuleerde interesse uit burgerij en maatschappelijk middenveld is zeer divers, variërend van muziekgroepen en bibliothecarissen tot homo-emancipatie beweging, jeugdzorg en beroepsonderwijs. Oxford De stedenbandrelatie wordt gebruikt als voertuig voor inhoudelijke gemeentelijke contacten. Gewerkt wordt aan kennisuitwisseling op het gebied van watermanagement. Verder wordt gewerkt aan samenwerking tussen Leiden, Oxford en Leuven in het project ‘Kennissteden’. Daarnaast zijn er regelmatig uitwisselingen op cultureel en sportief gebied. Jaarlijks terugkerende activiteiten zijn bezoeken van delegaties met officiële vertegenwoordigers rond de Dodenherdenking in Leiden en Remembrance Day (11 november) in Oxford. Krefeld De gemeentelijke betrokkenheid beperkt zich tot de bemiddeling bij- en ondersteuning van particuliere contacten, voornamelijk op cultureel en sportgebied.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing.
45
Investeringsplan Niet van toepassing.
46
Product 913.02 Beheer panden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/BOV Rekening Begroting 2007 2008 872 756 -477 -683 395 73
Begroting 2009 754 -703 50
Meerjarenbeeld 2010 2011 771 809 -703 -703 67 106
2012 809 -703 105
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Bestuur en Dienstverlening Het zo adequaat mogelijk exploiteren en onderhouden van niet-monumentale panden in gemeentelijk eigendom.
Prestaties Objectadres:
Complexnaam:
Soort gebruik:
Bernhardkade 36 Boisotkade 2b
Gezondheidscentrum Noord Portierswoniong Gemeentearchief
gezondheidscentrum woning
Cobetstraat 1a/b Houtlaan 100 Kamerlingh Onnesplein 4 Lombartpoort 11 Noordeinde 2b Roodenburgerstraat 1a Rosmolen 2 Storm Buysingstraat 18b Willem Barentszstraat 12-24
Theehuis Leidse Hout Fietsenstalling NS
GGD Gezondheidsc.Merenwijk Kringloopwinkel ’t Warenhuis
verenigingsgebouw Café-restaurant Fietsenstalling Zonder gebruik Bloemenkiosk Momenteel zonder gebruik Gezondheidscentrum Kantoor /Bedrijfsruimte Bedrijfs- /winkelruimte
Meerjarige beleidsontwikkelingen Vastgoedportefeuille algemeen Gemeente Leiden heeft zo’n 400 objecten. Op dit moment wordt een beleidskader vastgoed voorbereid. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat is de gewenste omvang van de vastgoedportefeuille; hoe moet deze portefeuille worden beheerd en geëxploiteerd en wat moeten de kaders zijn voor de uitvoering van het vastgoedbeleid? Beheersinstrument Planon De gemeente Leiden gebruikt het softwarepakket Planon voor de registratie van het gemeentelijk vastgoed. In 2007 is er een inhaalslag gemaakt met het invoeren van gegevens in Planon. Het eigendom, de kadastrale gegevens, de WOZ- en verzekeringswaarde, het onderhoud en de verhuurinformatie van het vastgoed worden geregistreerd in Planon. Bij de voorbereiding van het beleidskader vastgoed is geconstateerd, dat er overlap is in de registratie van gegevens in verschillende systemen. Daarom zal onderzoek worden gedaan naar een duidelijke afbakening over “welke” basisgegevens “waar” worden geregistreerd. In 2009 zal Planon verder worden uitgebreid met o.a. onderhoudsplannen. Onderhoudsbudget vastgoed Voor deel van de vastgoedportefeuille is een onderhoudsplan aanwezig en eveneens in Planon aangegeven. Gewerkt wordt er aan het volledig op orde brengen van de gehele onderhoudsplanning. Voor het beheer en onderhoud van de stadsvernieuwingspanden is geen onderhoudsplan aanwezig, aangezien deze qua onderhoud alleen wind en waterdicht worden gehouden. Organisatie van beheer en onderhoud vastgoed Met ingang van 2008 is het eigendom van gemeentelijk vastgoed ondergebracht bij de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken en het beheer gebeurt door het Team Beheer en Onderhoud Vastgoed.
47
Ruimte voor nieuw beleid en verkoop vastgoed De omvang van de vastgoedportefeuille zal worden besloten bij de vaststelling van het beleidskader vastgoed. Twee jaar geleden is gestart met de verkoop van overtollig gemeentelijk vastgoed. In het PRIL (Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden) is in de collegeperiode een taakstelling verkoop vastgoed opgenomen van € 15,4 miljoen.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling op dit product bestaat uit de vrijval kapitaallasten.
48
Product 922.02 Voormalig personeel Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 3.274 2.078 -1.188 -4.425 -3.198 -1.188 -1.151 -1.120
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.004 -1.581 -2.982 -2.187 -1.978 -3.768
2012 -2.815 -3.181 -5.996
Productomschrijving Het nakomen van verplichtingen aan ex-medewerkers, veelal gepensioneerden, die voortkomen uit het dienstverband dat zij bij de gemeente Leiden hebben gehad. Het gaat daarbij voor het grootste deel om de werkgeversbijdrage aan de ziektenkostenpremies en aan bijzondere ziektenkosten in individuele gevallen waar ex-medewerkers recht op hebben, en in enkele gevallen om een individuele regeling. Deze regelingen zijn voor 1993 gesloten zodat de aanspraken die er nog zijn spoedig zullen aflopen.
Prestaties Betaling van bijdragen aan IZA-premies en aan bijzondere ziektekosten van ex-medewerkers; betaling van kosten m.b.t. individuele regelingen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De uitgaven hebben via de IZA-premie een relatie met de kosten en bekostiging van de gezondheidszorg, met de uitstroom van medewerkers die met pensioen gaan, met de levensverwachting van gepensioneerden en met de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden. Voorspelling van het effect is niet goed mogelijk. Beïnvloeding op plaatselijk niveau is evenmin mogelijk.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing.
Investeringsplan Niet van toepassing.
49
Product 930.01 Uitvoering Wet WOZ Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.544 1.688 1.764 -496 -486 -486 1.047 1.202 1.278
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.764 1.764 -486 -486 1.278 1.278
2012 1.764 -486 1.278
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder programma Bestuur en Dienstverlening. Het vaststellen van de WOZ-waarde van onroerende zaken binnen de gemeente Leiden in het kader van de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken. De werkzaamheden voortvloeiend uit de wet WOZ omvatten onder meer: permanente verwerking mutaties objectafbakening permanente verwerking mutaties objectkenmerken het vergaren en bijhouden van de eigenaren– en gebruiksrelaties permanente marktanalyse woningen; het permanent verzamelen van marktinformatie, analyseren van verkoopinformatie, registreren van marktgegevens en bevindingen in de WOZ administratie - permanente marktanalyse niet-woningen; verzamelen van marktgegevens en het deels beschikbaar hebben van deze gegevens voor gebruik op lokaal, regionaal en landelijk niveau voor aanpak van marktanalyse en taxatie van niet-woningen - het waarderen van alle woningen en niet-woningen binnen de gemeente Leiden - het vaststellen en verzenden van de WOZ-beschikkingen naar prijspeil 1 januari 2008 - het op verzoek verstrekken van taxatieverslagen aan belanghebbenden - het afhandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen de WOZ beschikking - het verstrekken van gegevens aan de Rijksbelastingdienst en het Waterschap als heffingsgrondslag voor de door deze overheden op te leggen belastingen - het verstrekken van gegevens aan het Ministerie van Financiën ter bepaling van de belastingcapaciteit van de gemeente. De belastingcapaciteit bepaalt mede de hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds - het verstrekken van informatie aan de Waarderingskamer ten behoeve van de controle op kwaliteit en voortgang van het WOZ-proces.
Prestaties Prestatie indicatoren aantal woningen aantal niet-woningen aantal taxatieverslagen aantal ingediende bezwaarschriften aantal beroepschriften
Realisatie 2007 53.533 4.976 4.118 2.477
Begroting 2008 54.011 4.959 3.500 1.500
Begroting 2009 54.250 5.000 1.500 1.500
57
65
40
Meerjarige beleidsontwikkelingen 1. Verkorten periode tussen prijspeildatum en gebruiksdatum In 2009 zal gebruik worden gemaakt van de waardepeildatum 1 januari 2008; in 2010 van de waardepeildatum 1 januari 2009 en zo verder. 2. Breder gebruik WOZ waarde De WOZ wordt op dit moment gebruikt voor: OZB voor eigendom op woningen OZB voor eigendom en gebruik van niet-woningen
50
-
inkomstenbelasting met betrekking tot bepalen eigenwoningforfait en vermogensrendementsheffing bepalen bodemwaarde voor fiscale afschrijving op vastgoed de waterschapsomslag gebouwd bepaling koopsom bij omzetting erfpacht naar eigen grond. De laatste toepassing is specifiek Leids gebruik. Op dit moment vindt landelijk een onderzoek plaats naar nieuwe toepassingsmogelijkheden, zoals: hypotheken en verzekeringen, door geen taxatierapport opgesteld door derden te eisen huurbeleid, o.a. bepaling van huur, betaalbaarheidsheffing huren en huurliberalisatie planschade successierechten, etc. De WOZ als basisregistratie 4. De WOZ-waarde wordt per 1 januari 2009 opgenomen in het stelsel van de Basisregistraties. 5. Vergoeding gebruik WOZ-gegevens door afnemers De vergoeding die door de afnemers aan de gemeente wordt verstrekt als aandeel in de WOZwerkzaamheden die de gemeente verricht, wordt met ingang van 2009 niet langer rechtstreeks worden uitgekeerd, maar opgenomen in het gemeentefonds
Budgettaire ontwikkelingen Heroverwegingen Perspectiefnota 2009 – 2012 Als gevolg van het jaarlijks taxeren neemt het aantal bezwaarschriften en beroepschriften af. Ook het aantal aanvragen voor taxatieverslagen is hierdoor afgenomen. Dit is nog versterkt door de digitale opvraagmogelijkheden van taxatieverslagen. In de Perspectiefnota is vastgesteld dat de begrote lasten daardoor vanaf 2008 met € 75.000 neerwaarts bijgesteld worden. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing.
51
Product 940.01 Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.963 2.555 2.829 -894 -371 -374 2.069 2.184 2.455
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.829 2.829 -374 -374 2.455 2.455
2012 2.829 -374 2.455
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder programma Bestuur en Dienstverlening. Het heffen en innen van de volgende belastingen: -
Beleidsproduct afvalstoffenheffing 725.01 rioolrecht 726.01 onroerende-zaakbelasting gebruik (niet-woningen) 931.01 onroerende-zaakbelasting eigenaren (woningen/niet-woningen) 932.01 toeristenbelasting 936.01 precariobelasting 939.01.
De werkzaamheden omvatten: ten aanzien van het heffing van de belastingen: het vervaardigen, verzenden en verwerken van aangiften in het kader van de toeristenbelasting en precariobelasting het vervaardigen en verzenden van voorlopige aanslagen in het kader van de toeristenbelasting het vervaardigen en verzenden van aanslagen voor de in de productomschrijving genoemde heffingen het behandelen van bezwaar- en beroepschriften (het betreft bezwaren die niet gericht zijn tegen de vastgestelde WOZ waarde of de gehanteerde objectafbakening.) het bijhouden van gegevensbestanden o.a. m.b.t. de veranderingen in de bevolkingsboekhouding en de gegevens over bedrijven m.b.v. de gegevens van de Kamer van koophandel het onderhouden van klantencontacten, zowel schriftelijk als mondeling (telefoon, email, website en balie). ten aanzien van de inning van de belastingen: verzorgen van betalingsverkeer het vervaardigen, verzenden en verwerken van aanmaningen het vervaardigen en betekenen van dwangbevelen het leggen van beslag. Naast de inning van de bij de productomschrijving genoemde belastingen wordt het invorderingstraject vanaf het betekenen van een dwangbevel verzorgd ten behoeve van parkeerbelastingvorderingen en een aantal andere heffingen van andere afdelingen binnen de gemeente Leiden. Ook ontvangt de gemeente Leiden van andere gemeentes dwangbevelen die door onze eigen deurwaarders worden betekend. De gemeente Leiden verzendt ook dwangbevelen aan andere gemeenten ter verdere bewerking. Ten behoeve van de gemeente Zoeterwoude worden bovengenoemde werkzaamheden tevens uitgevoerd voor de volgende belastingen: afvalstoffenheffing onroerende zaakbelasting rioolrechten
52
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal aanslagregels Onroerende zaakbelastingen gebruik Onroerende zaakbelastingen eigendom Rioolrechten Afvalstoffenheffing Toeristenbelasting Precariobelasting
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
4.664 58.756
5.000 59.200
5.000 59.200
56.145 52.793 6.661
56.068 50.616 14 6.000
56.800 52.800 15 6.000
2.934 2.987 1.743
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 800 2 150
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 1.500 2 150
-
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3 5
n.v.t. n.v.t. n.v.t. 5 5
Aantal aanmaningen
6.571
7.000
7.000
Aantal betekende dwangbevelen
5.389
4.700
5.400
47
75
60
Aantal bezwaarschriften OZB Rioolrechten Afvalstoffenheffing Combinatiebezwaren Toeristenbelasting Precariobelasting
1 66
Aantal Beroepschriften OZB Rioolrechten Afvalstoffenheffing Combinatieberoepen Precariobelasting
2 2 2
Aantal beslagen
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het aantal regels voor de precarioheffing zal naar verwachting iets lager worden omdat in de verordening voor precariobelasting is bepaald dat heffingsonderdelen die voorheen naar aparte bemetingen werden geheven nu onder een vast tarief worden geheven. Aangezien de realisatie van dwangbevelen over het belastingjaar 2007 hoger was dan verwacht en er geen aanwijzingen zijn dat dit zal verlagen, wordt de begrote prestatie van 2009 verhoogd ten opzichte van het aantal begrote bezwaarschriften van 2008. Uit de realisatie van 2008 op 23 juni blijkt dat er 1046 bezwaren zijn ingediend. Dit aantal beslaat het leeuwendeel van het totaal voor 2008 omdat de bezwaartermijn van de meeste opgelegde aanslagen reeds voorbij is. Echter in de loop van het jaar zullen er nog bezwaren bij komen. Derhalve wordt de begroting voor 2009 omhoog bijgesteld naar 1500 stuks.
Budgettaire ontwikkelingen Heroverwegingen Perspectiefnota 2009 – 2012 Met de Perspectiefnota is vastgesteld dat er bij het uitvoeren van werkzaamheden voor andere gemeenten binnen dit product € 125.000 aan extra baten gerealiseerd kan worden.
53
Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. De indexering van de tarieven voor aanmaning en dwangbevelen blijft achterwege aangezien de Rijksoverheid deze tarieven zelden wijzigt.
Investeringsplan Niet van toepassing.
54
Programma 2 Veiligheid
55
Product 120.01 Gemeentelijke Brandweer Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Brandweer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 9.350 9.820 10.453 -2.454 -2.213 -2.223 6.896 7.608 8.230
Meerjarenbeeld 2010 2011 10.399 10.497 -2.222 -2.222 8.177 8.275
2012 10.420 -2.222 8.198
Productomschrijving Volgens de Brandweerwet heeft de gemeentelijke brandweer de volgende taken: a. Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en brandgevaar en van ongevallen die daarmee verband houden; b. Het voorkomen, beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand; c. De hulpverlening bij brand, ongevallen en rampen.
Prestaties Prestatie-indicatoren Nr.
Omschrijving
p2.1a
Percentage opkomsttijden van de brandweer binnen de grens zoals in de zorgnorm is vastgelegd (bij brand per objectsoort maximaal 6, 8 of 10 min., bij hulpverlening maximaal 15 min.) Percentage in behandeling genomen panden voor een gebruiksvergunning Percentage uitgevoerde controles op gebruiksvergunningen (en meldingen conform gebruiksbesluit) Aantal uitgevoerde inspecties op brandveiligheid Percentage toetsingen bouwplannen op brandveiligheid Aantal verleende ontheffingen voor 6 transport gevaarlijke stoffen
p2.1b
p2.1c
p2.1d p2.1e p2.1f
Realisatie
Streefwaarden 2009 2010 2011 95% 95% 95%
Bron 2012 95% Brandweer Repressie
100%
100%
100%
100% Brandweer Preventie
100%
100%
100%
100% Brandweer Preventie
200
200
200
100%
100%
100%
6
6
6
200 Brandweer Preventie 100% Brandweer Preventie 6 Brandweer Preventie
Meerjarige beleidsontwikkelingen De brandweer werkt volgens het principe van de veiligheidsketen om de wettelijk bepaalde brandweerzorg uit te voeren. De veiligheidsketen Pro-actie, Preventie, Preparatie, Repressie en Nazorg wordt door de brandweer toegepast waarbij de keten in twee hoofdonderdelen is gesplitst binnen de dienst Brandweer. Dit zijn Risicobeheersing met de onderdelen Pro-actie en Preventie en Incidentbestrijding met de onderdelen Preparatie, Repressie en Nazorg. Risicobeheersing Pro-actie en Preventie In deze onderdelen van de veiligheidsketen worden activiteiten ontwikkeld om de brandrisico’s van de gemeente Leiden te verkleinen. In het onderdeel Pro-actie adviseert de brandweer in het kader van het vaststellen van RO-plannen en vergunningen om risico’s te voorkomen of te beperken. Preventie wordt
56
uitgevoerd om de aanwezige risico’s te verkleinen door: te adviseren over bouwplannen, afgeven en controleren van gebruiksvergunningen en door de burger voor te lichten over brandrisico’s. Pro-actie: In 2009 zal over verschillende projecten door de brandweer worden geadviseerd. Hierbij valt te denken aan de Rijn-Gouwe-Lijn, het W4-project, de ontwikkelingen in de Leeuwenhoek en de plannen rondom de Willem de Zwijgerlaan. De regionale brandweer heeft het voortouw bij de (wettelijk bepaalde) advisering over deze projecten. De advisering vindt plaats in samenwerking met de Brandweer Leiden. Preventie: De afdeling Preventie van Brandweer Leiden heeft de volgende taken: • Toetsen van bouwplannen op brandveiligheid, adviseren aan het team Vergunningen en Subsidies en het team Toezicht en Handhaving in het kader van de verlening van de Bouwvergunning • Verlenen van gebruiksvergunningen en afhandelen van meldingen in het kader van het Gebruiksbesluit • Toezicht houden op de naleving van de gebruiksvergunningen en evenementen • Ontwikkelen van beleid op het gebied van de brandveiligheid • Het geven van voorlichting over brandveiligheid • Adviseren van de Milieudienst West-Holland van milieuvergunningen op brandveiligheid. Naar aanleiding van een inventarisatie in 2008 zal de planning van het aantal adviezen voor 2009 worden opgesteld. Bouwplantoetsingen Vanaf het jaar 2003 is er een grote toename van het aantal bouwplantoetsingen op brandveiligheid ( 2003: 126; 2004: 186; 2005: 293 ; 2006: 488 en in 2007: 530 bouwplantoetsingen). De capaciteit bouwplantoetsing was aanvankelijk gebaseerd op berekeningen van eind 2003. Deze capaciteit is voor het laatst in het jaar 2005 uitgebreid en daarmee destijds op orde. Zoals al hierboven in de cijfers is aangegeven, wordt verwacht dat de afdeling Preventie van de Brandweer de komende jaren structureel 450 tot 500 bouwaanvragen vanuit het team Vergunningen en Subsidies voorgelegd zal krijgen. In het kader van de versnelling bij het team Vergunningen en Subsidies is het de verwachting dat dit aantal nog verder zal gaan toenemen. Indien dit het geval is, dan zal de formatiecapaciteit bij de afdeling preventie ook in de toekomst verder moeten toenemen om aan deze vraag te kunnen voldoen. Vergunningen De gemeente Leiden is in het jaar 2003 begonnen aan een grote inhaalslag op het terrein van de fysieke veiligheid. Op 14 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders het Actieprogramma Fysieke Veiligheid vastgesteld. In 2003 en 2004 is veel werk verzet om de inhaalslag gebruiksvergunningen voor te bereiden. Met het vaststellen van het toetsingskader voor 17 gebouwcategorieën is het beoogde veiligheidsniveau binnen de gemeente Leiden vastgelegd. Vanaf medio 2004 zijn de eerste gebruiksvergunningen afgegeven. Medio 2005 is door het NIBRA de in het Actieprogramma Fysieke Veiligheid geplande Audit uitgevoerd. Naar aanleiding van deze Audit en een onderzoek door de Afdeling Preventie van de Leidse Brandweer zijn met het ingehuurde bureau nieuwe afspraken gemaakt voor een kwaliteitsslag, welke vanaf medio 2006 loopt. Het programma is een jaar langer doorgelopen, namelijk tot eind 2008. De eindrapportage van het project Fysieke Veiligheid zal door het team Toezicht en Handhaving in 2009 worden opgesteld. Controles gebruiksvergunningen en evenementen Vanaf het jaar 2009 zullen er controles en inspecties plaatsvinden in het kader van het gebruiksbesluit; dat wil zeggen controles van vergunningen en inspecties van meldingen. Samen met het Evenementenbureau en de Politie Hollands-Midden is de Brandweer nauw betrokken bij de voorbereidingen om binnen- en buitenevenementen op een brandveilige manier te laten verlopen. Zo zullen ook in het jaar 2009 steekproefcontroles plaatsvinden rond de 3 oktoberviering, Sinterklaas, Kerst, maar ook Jazzweek, Lakenfeesten en Koninginnedag. Daarnaast zal de in 2005 door de Regionale Brandweer Hollands-Midden vastgestelde “Handreiking Evenementen” worden benut ten behoeve van de risico inventarisatie van evenementen evenals de Nota Integrale Handhaving Evenementen. Dit beleid zal in 2009 worden voortgezet. Beleidsontwikkeling De afgelopen jaren heeft het Kabinet initiatieven ontplooid om vergunningen te vereenvoudigen en de administratieve lastendruk te verminderen. Een uitvloeisel daarvan is het Besluit brandveilig gebruik
57
bouwwerken (Gebruiksbesluit) dat op 1 oktober 2008 in werking treedt. Het Gebruiksbesluit stelt (algemene) eenduidige regels zodat brandveiligheidseisen voor iedereen in elke gemeente gelijk zijn. Door het Gebruiksbesluit vervalt in 80% van de gevallen de huidige gebruiksvergunning. Voortaan wordt in die gevallen volstaan met een melding. Een gebruiksvergunning is alleen nog nodig voor de meest risicovolle vormen van gebruik. Gevolg van het nieuwe gebruiksbesluit is onder andere dat er meer verantwoordelijkheid en veiligheidsbewustzijn van de burger, eigenaar en gebruiker wordt gevraagd. Voor de beroepsgroep van de ambtenaren brandveiligheid betekent het nieuwe Gebruiksbesluit een andere manier van werken dan dat zij tot op heden gewend zijn. De preventie-ambtenaren zullen hiervoor aanvullende landelijke opleidingen gaan volgen. Landelijke tools die hiervoor ontwikkeld worden, zullen in de loop van 2009 door de afdeling Preventie worden geïmplementeerd. Het ministerie van VROM heeft de NVBR een subsidie toegekend om met behulp van scholing, communicatie en hulpmiddelen haar beroepsgroep te ondersteunen en de nieuwe manier van werken eigen te maken. De NVBR wil graag van meerwaarde zijn voor haar beroepsgroep. Hiervoor heeft zij een aantal activiteiten ontwikkeld die de invoering van het Gebruiksbesluit gaat ondersteunen. Voorlichting In het jaar 2006 hebben wij de Raad geïnformeerd over het raadsonderzoek “Quick Scan Horeca”. Hierin wordt onder andere voorgesteld om de voorlichtingsactiviteiten uit te breiden. De noodzaak voor meer voorlichting is tevens een belangrijke conclusie uit het Regionale Nulmeting Onderzoek (B&W besluit 05.1547 d.d. 10 januari 2006). Op basis hiervan is in 2006 een voorlichtingswerkplan ontwikkeld en zal hieraan ook in het jaar 2009 verder uitvoering worden gegeven met de verschillende doelgroepen in de stad: horeca, studentenhuisvesting, onderwijs, zorg, etc.
Incidentbestrijding Preparatie, Repressie en Nazorg De afdeling Repressie / Preparatie heeft de volgende taken: • uitvoering brandweerbasiszorg en specialistische brandweerzorg • preparatieve taken zoals o.a. bluswatervoorziening en verstrekken van diverse adviezen • activiteiten n.a.v. nulmeting kwaliteit brandweerzorg • aanpassen organisatie n.a.v. zorgnormonderzoek • implementatie CAO wijzigingen en arbeidstijdenbesluit Brandweerbasiszorg en specialismen De Repressieve Dienst heeft als hoofdtaak de uitvoering van de brandweerbasiszorg in het verzorgingsgebied van de gemeente Leiden en Zoeterwoude. In 2006 is met Zoeterwoude een nieuwe overeenkomst afgesloten. In regionaal verband levert de brandweer van Leiden ook de specialismen, naast de basiszorg, zoals: red- en hulpverleningsvoertuig, duiken en gaspakdrager en piketofficieren aan de gemeenten in de omgeving van Leiden. Daarnaast levert de Repressieve Dienst capaciteit ten behoeve van de zogeheten preparatietaken. Om de kerntaken als parate dienst accuraat uit te kunnen voeren is het van belang dat deze taken ook regelmatig beoefend worden. Hieraan ligt ook een wettelijke taak vanuit de Arbo-wet en Brandweerwet ten grondslag. Preparatieve taken Naast de daadwerkelijke inzet ten behoeve van brand en hulpverlening en het op peil houden van de capaciteit in de vorm van paraatheid en de daarbij behorende kennis en vaardigheden d.m.v. opleidingen,oefeningen en het onderhouden van brandweermaterieel zijn er nog een aantal preparatieve taken: • controle en advisering bluswatervoorziening • opstellen en revisie van bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen • advisering inzake bereikbaarheid wijken en evenementen • deelname aan regionale werkgroepen De bereikbaarheid van de compacte stad vraagt in de komende jaren extra aandacht in het kader van de vele grote projecten zoals Rijn Gouwe Lijn, kunstwerken Willem de Zwijgerlaan, Oostelijke rondweg
58
en Stationsgebied. Tevens hebben een aantal externe ontwikkelingen een grote invloed op de capaciteit van vooral leidinggevende- en beleidsondersteunende functies. Het gaat daarbij om de volgende ontwikkelingen: Uitvoering activiteiten n.a.v. nulmeting kwaliteit brandweerzorg In 2006 heeft er een onderzoek plaatsgevonden, in het kader van een regionale nulmeting, naar de kwaliteit en doelmatigheid van de uitvoering van de taken door de brandweer Leiden. Uit dit onderzoek kwam een aantal verbeterpunten naar voren. In grote lijnen was de conclusie dat Leiden beschikt over een toereikende repressieve dienst maar achterstanden heeft m.b.t. de overige taken binnen de veiligheidsketen. De afgelopen jaren zijn deze verbeterpunten grotendeels uitgevoerd. Een aantal verbeterpunten die een uitbreiding van de capaciteit met zich meebrengen, zal worden meegenomen in het regionaliseringsproces van de brandweer (zie onder Regionalisering brandweer). In de tussentijd zal het efficiencyvoordeel van de herziene samenwerkingsovereenkomst over de uitvoering van de brandweertaken in de gemeente Zoeterwoude worden ingezet om daar waar noodzakelijk en mogelijk, vooruitlopend op de regionalisering, openstaande verbeterpunten uit te voeren. De verbeterpunten betreffen; de interne en externe communicatie met klanten en partners, beleidsontwikkeling op deelaspecten uit de veiligheidsketen en het systematisch registreren en evalueren van oefeningen en inzetten. De advisering t.a.v. de bluswatervoorziening vraagt extra capaciteit i.v.m. wijziging in beleid van het gebruik van drinkwater als bluswater. In het kader van het landelijke project Kwaliteit Brandweerpersoneel worden een aantal wijzigingen doorgevoerd t.a.v. functies bij de brandweer. Dit zijn verbeteringen t.a.v. het verkrijgen en het behouden van de vakbekwaamheid. Met name het opleiden van brandweermedewerkers wordt anders door het toepassen van leerwerkplekken. Het behouden van de vakbekwaamheid wordt ondersteund door de nieuw leidraad oefenen en ook de fysieke prestatie zal worden bewaakt in een Periodieke Arbeids Monitor (PAM) die nu in de pilotfase is . Uitvoering van taken en aanpassen van de organisatie N.a.v. het zorgnormonderzoek SAVE; Het door het college in 2006 genomen besluit om de aanbevelingen uit het rapport Save i.v.m. het zorgnormenonderzoek te volgen, is uitgevoerd. In 2009 wordt regionaal en lokaal duidelijk of de beoogde doelen bereikt zijn. Waarbij zonodig op basis van praktijk gegevens eerder gemaakte afspraken gewijzigd moeten worden. Dit kan gevolgen hebben met betrekking tot de repressieve dekking voor wat betreft de basiszorg, de benodigde hoeveelheid specialismen (en de optimale plaats hiervan) en de ligging van operationele grenzen. Implementatie van CAO wijzigingen en Arbeidstijdenbesluit De wetgeving m.b.t. de werk- en rusttijden is aan veranderingen onderhevig. In 2007 is een akkoord bereikt tussen de VNG en de bonden waardoor in Leiden tussen de werkgever en de werknemers een afspraak is gemaakt over de invoer van het ATB. Mogelijk dat deze in de loop van 2009 bijgesteld moet worden op basis van de afspraak met de gemeenten Alphen a/d Rijn en Gouda over een gezamenlijk te ontwikkelen rooster. Het aantal medewerkers in de parate dienst is opgehoogd, om de paraatheid conform de vastgestelde zorgnorm te continueren. Dit vraagt extra capaciteit om mensen op te leiden en te trainen. Daarnaast moet binnen de dienst het personeelsbeleid bijgesteld worden om te kunnen voldoen aan de CAO afspraak waarbij medewerkers de dienst na 20 jaar vroegtijdig verlaten om in een andere baan te starten waardoor functioneel leeftijd ontslag (flo) niet noodzakelijk is. Een opleidingstraject en mobiliteitsplan worden in samenwerking met de Regionale brandweer opgesteld. Regionalisering van de Brandweer Uit onderzoek is gebleken dat de lokale en regionale brandweerzorg in de regio Hollands-Midden in kwaliteit verbetering behoeft en efficiënter kan. Het college is voorstander van een regionalisering van de lokale brandweerorganisaties. Op deze wijze kan de brandweerzorg en de noodzakelijke kwaliteitsslag in alle gemeenten eenduidiger en doelmatiger worden georganiseerd. Op verzoek van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden heeft er medio 2008 een diepgaand onderzoek, overeenkomstig het Wetsvoorstel Veiligheidsregio’s, plaatsgevonden naar de regionalisering van de brandweer in Hollands Midden. De minister van BZK heeft hiervoor subsidie verleent. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal het Algemeen Bestuur eind 2008 een definitief besluit nemen over de regionalisering van de brandweer. Vervolgens zal ook de gemeenteraad hierover een besluit dienen te nemen .
59
Bedrijfsvoering Huisvesting kazerne Gooimeerlaan en kazerne Rooseveltstraat Zoals al een aantal jaren geleden is geconstateerd voldoet de kazerne Gooimeerlaan niet meer aan de eisen van deze tijd. De Arbo-wet en de zeer sterke onderhoudsgevoeligheid van de kazerne hebben geleid tot het maken van een renovatieplan. Dit renovatieplan heeft al geleid tot diverse vervangingsinvesteringen aan en in het gebouw. Voor de jaren 2010 en 2011 staan er grote hoogstnoodzakelijke onderhoudswerkzaamheden voor een totaal bedrag van € 485.000 in de planning. Deze renovatie, waarbij het pand weer geschikt wordt gemaakt voor het optimale gebruik, is in 2010/2011 noodzakelijk, tenzij besloten wordt om de kazerne te verplaatsen naar een andere uitruklocatie. Voor de kazernes Gooimeerlaan en Rooseveltstraat zijn begin 2007 actuele meerjarige onderhoudsplanningen gemaakt. Om dit groot onderhoud te kunnen bekostigen is er vanaf het jaar 1982 een onderhoudsvoorziening ingesteld. De stand van deze voorziening is vanaf het jaar 2011 echter ontoereikend om alle onderhoudsplannen uit te voeren. Het tekort voor het jaar 2011 van € 24.000 loopt in het jaar 2012 op tot een tekort van € 156.000. De jaarlijkse storting in deze voorziening zal moeten worden opgehoogd om de kazernes in de toekomst in een redelijke staat van onderhoud te kunnen houden. De gemiddelde kosten van de meerjarige onderhoudsplanningen vraagt om een jaarlijkse storting van € 135.000 terwijl de huidige storting € 78.000 is.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen en vrijval van kapitaallasten doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor op dit product: Mutatie L/B Bedrag Tweede loonbaantraject L 25.000 Bron: Perspectiefnota - Financiële mee- en tegenvallers Toelichting: Conform de CAO(2006) moeten de medewerkers binnen de parate dienst voorbereid worden op een tweede loopbaan. Beleid hierop moet door de gemeente ontwikkeld worden. In gezamenlijkheid met de gemeenten Alphen a/d Rijn en Gouda zal een en ander door de Regionale Brandweer worden uitgevoerd. De lasten worden ingeschat voor het jaar 2009. Dit zal in de toekomst tevens effect hebben op het opleidingsbudget en effectieve uren binnen de paraatheid, maar de verwachting is dat dit wel binnen het bestaande budget kan worden opgevangen. Mutatie L/B Bedrag Vervroegd ouderdomspensioen VNG-model L 80.000 Bron: Perspectiefnota - Financiële mee- en tegenvallers Toelichting: De FLO-regeling is voor het repressieve personeel per 1 januari 2006 vervangen door vier jaar verlof met betaling van 80% loon, daarna de levensloopregeling van 3 jaar met aansluitend een regeling van versterkt ouderdomspensioen. Hiertoe heeft de VNG in mei 2006 een voorlopige berekeningsmethode aangeleverd om de kosten van een nieuwe FLO te berekenen. Bij de berekening hiervan zijn aannames gedaan, die geleid hebben tot een uitzetting van kosten bij de autonome ontwikkelingen van 2007. De regeling is verder uitgekristalliseerd en de levensloopregeling is ook voor het repressieve brandweerpersoneel ingericht. Door middel van maandelijkse stortingen door de gemeente wordt, via Loyalis, ervoor gezorgd dat er op 59-jarige leeftijd 210 % gespaard is t.b.v. 3 jaar levensloop. Voor deze kosten is de uitzetting autonome ontwikkelingen 2007 toereikend. De kosten van de VOP-regeling zijn voor het personeel bij de huidige berekening nog niet meegenomen. Het VNG stelt hiervoor een nieuwe berekeningswijze op. Hierbij dient een periode van 9 maanden te worden overbrugd, namelijk de periode van 62 jaar tot 62 jaar en 9 maanden, hetgeen neerkomt op een jaarsalarispercentage van 57 %. Bij een inleg op 53jarige leeftijd, zoals de VOP-regeling aangeeft, kan dit nog 9 jaar renderen bij het ABP. De kosten komen ten laste van de werkgever en dienen bij het bereiken van de 53-jarige leeftijd van de werknemer bij het ABP gestort te worden.
60
Mutatie L/B Bedrag Arbeidstijdenwet en –besluit en functioneel leeftijdsontslag L 112.000 Bron: Oud meerjarenbeeld Toelichting: In voorgaande jaren is budgettaire ruimte gereserveerd om de toegenomen kosten als gevolg van de Arbeidstijdenwet en –besluit (ABW/ATB) en het functioneel leeftijdsontslag (FLO) te kunnen dekken. Mutatie L/B Bedrag Fysieke Veiligheid 2006-2009 L 109.000 Bron: Oud meerjarenbeeld Toelichting: Bij rv 06.0095 heeft de raad ingestemd met het meerjarenbeleid Fysieke Veiligheid 20062009. Hiervoor is in 2009 € 109.000 meer beschikbaar dan in 2008.
Investeringsplan Investeringsobject Pers/materieelwagen 771 Pers/materieelwagen 772 Gaspakkenvoertuig 783
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 31 31 52
61
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja Ja
Product 120.02 Rampenbestrijding Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Brandweer, wordt overgeheveld naar Handhaving Rekening Begroting Begroting Meerjarenbeeld 2007 2008 2009 2010 2011 240 174 184 184 184 0 0 0 0 0 240 174 184 184 184
2012 184 0 184
Productomschrijving Het voorkomen, beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen. a. Het voorkomen, beperken en beheersen van veiligheidsrisico’s ter voorkoming en beperking van rampen en/of grote calamiteiten. b. Het opzetten van een rampenorganisatie waarbinnen door toewijzing van taken en verantwoordelijkheden op een efficiënte manier, sturing en uitvoering kan worden gegeven aan een ramp of grote calamiteit.
Prestaties In de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO) is het maken van een gemeentelijk crisisplan en de procesdeelplannen verplicht gesteld. De procesdeelplannen (artikel 3 WRZO) zijn de operationele plannen met de algemene, generieke organisatie en aanpak van de rampenbestrijding, met een beschrijving van taken, verantwoordelijkheden en de bevoegdheden. De planvorming is daarbij geen doel op zich maar gericht op een gestructureerde voorbereiding van een organisatie die in een acute crisissituatie in staat is adequaat op te treden en doelgericht te handelen. De planvorming dient op orde te zijn. Met alleen het vaststellen van de plannen kan niet worden volstaan; zij zullen ook beoefend moeten worden. Om meer kennis te verkrijgen over rollen en taken bij de uitvoering van de processen is het opleiden en trainen van bestuurders en medewerkers van wezenlijk belang. Een betere garantie voor een snelle opkomsttijd bij alarmering van de gemeentelijke functionarissen (bestuur en ambtenaren), is het gebruik van het Call Out systeem. Dit is een in-uit belcomputerprogramma dat via een vooraf opgezette planning in zeer korte tijd grote aantallen personen en instanties telefonisch kan alarmeren/informeren. In januari 2008 is het Call Out systeem bijgewerkt met gegevens van de nieuwe samenstelling van het gemeentelijk managementteam. In de maanden juli en augustus is de database aangevuld met de alarmeringsgegevens van de hoofden en medewerkers van de actiecentra. De gegevensverwerking wordt in augustus afgerond. Dit betekent dat in september de gehele rampenorganisatie volautomatisch gealarmeerd kan worden. Prestatie indicatoren
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
Goede planvorming (actueel houden etc.) 15*) 15 15 Borging bereikbaarheid/ snelle opkomst 1 1 8 (aantal piketten) Aantal functionarissen dat is opgeleid 9 teams**) 143 184 Aantal functionarissen dat is geoefend 20 teams***) 57 184 *) De indicator is in 2008 aangepast. In 2007 was een splitsing gemaakt tussen 11 deelplannen, 3 calamiteitenplannen en 1 rampbestrijdingsplan. Deze aantallen zijn bij elkaar opgeteld. Vanaf 2010 worden de 3 calamiteitenplannen omgezet in 1 multidisciplinair overkoepelend beleidsplan. **) De indicator is in 2008 aangepast. In 2007 ging het om het aantal teams dat deel had genomen aan een instructie of opleiding. Er werd niet geregistreerd hoeveel mensen deelnamen aan de opleiding. Het precieze aantal personen is daardoor niet meer te achterhalen en is gekozen voor de schrijfwijze van 2007. ***) De indicator is in 2008 aangepast. In 2007 ging het om het aantal gehouden oefeningen. Aan een lokale bestuurlijke oefening doen 3 teams mee: de leden van het beleidsteam, het managementteam (inclusief hun ondersteuning) en het actiecentrum voorlichting. Aan een RBT oefening doen alleen de leden van het lokale beleidsteam mee. Een team kan deelnemen aan meerdere oefeningen. Voor 2007 is aangegeven hoe vaak de teams zijn opgeleid en geoefend. Het aantal personen wat
62
daadwerkelijk deelnam werd niet geregistreerd. Het precieze aantal personen is daardoor niet meer te achterhalen en is gekozen voor de schrijfwijze van 2007.
Meerjarige beleidsontwikkelingen • Beschikbaarheid en bereikbaarheid van functionarissen verbeteren Vanuit de oude gemeentelijke rampenorganisatie is altijd gewerkt met zogenaamde kanspiketten. Het principe van een kanspiket werkt door het oproepen van een groot aantal functionarissen, in de hoop dat voldoende functionarissen gehoor geven aan een oproep. Voor een groot aantal functies binnen de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie kan dit principe worden gehandhaafd. Voor de beperkte groep van sleutelfunctionarissen geeft een kanspiket onvoldoende waarborg om de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie op een adequate manier te kunnen starten. Deze sleutelfunctionarissen hebben een belangrijke positie in het voorbereiden en inrichten van de rampenorganisatie in geval van incident of calamiteit. Om de aanwezigheid van deze functionarissen te garanderen om zodoende adequaat te kunnen reageren op een hulpvraag is in 2008 een piketregeling voorbereid die in 2009 wordt geëffectueerd. De financiële vergoeding zal na vaststelling door het College verder uitgewerkt en uitgevoerd dienen te worden. • Regionaal Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) Het is noodzakelijk de monodisciplinaire samenwerking tussen de 29 gemeenten in de Veiligheidsregio Hollands Midden te versterken. Die noodzaak bestaat operationeel op het gebied van crisis- en rampenbestrijding en ten dele bestuurlijk ten behoeve van het Algemeen en Dagelijks Bestuur. Om dit te bereiken moet aan de gemeentelijke kolom “fysiek” vorm worden gegeven. Het bestuur van de veiligheidsregio Hollands Midden heeft opdracht gegeven voor uitwerking van het project “positionering en vormgeving van de gemeentelijke ‘oranje’ kolom”. Deze opdracht is verankerd in het besluit van het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio (22 maart 2007). Het project richt zich o.a. op de inrichting van een regionaal Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) en op de wijze waarop de activiteiten van de monodisciplinaire gemeentelijke kolom worden afgestemd in het multidisciplinaire Veiligheidsbureau. In dit regionale bureau is 3.2 fte aan formatie beschikbaar voor de uitvoering van het takenpakket. Daarvan wordt 0,5 fte aan formatie geleverd door de gemeente Leiden. • Veiligheidsvizier Het instrument VeiligheidsVizier geeft gemeenten een handvat waarmee zij de stand van zaken op het gebied van (fysieke) veiligheid in hun gemeente kunnen inventariseren. Het is een interactief diagnoseinstrument dat ingevuld wordt via een besloten internetsite. Nadat de vragen zijn ingevuld kan een rapportage worden gegenereerd uit de resultaten. Deze rapportage geeft de stand van zaken weer op basis waarvan verbeteracties kunnen worden ingezet. Deze verbeteracties zijn samengevat in een plan van aanpak. Dit plan van aanpak in 2007 opnieuw geëvalueerd. Door de op handen zijnde wijziging van de organisatie-structuur (Anders Werken) was het niet zinvol de acties toe te bedelen aan de ‘oude’ diensten die toch zouden worden opgeheven. Men heeft besloten te wachten tot de nieuwe organisatiestructuur (en de daaruit voortvloeiende nieuwe rampenorganisatie) een feit was en dit te verwerken in het plan van aanpak. In april 2008 is de nieuwe rampenorganisatie van kracht geworden. Het diagnose-instrument zal in het laatste kwartaal van 2008 opnieuw ingevuld worden. De uitkomsten inclusief het plan van aanpak zullen in het eerste kwartaal van 2009 worden aangeboden aan het College.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan.
63
Product 120.03 Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Brandweer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 827 992 1.160 0 0 0 827 992 1.160
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.159 1.159 0 0 1.159 1.159
2012 1.159 0 1.159
Productomschrijving Deelname aan de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Brandweer en GHOR Hollands Midden, statutair gevestigd te Leiden. Het openbaar lichaam behartigt de belangen van de aan de regeling deelnemende gemeenten op het terrein van de brandweer, de geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen, rampen en rampenbestrijding en coördineert de inzet van bij zware ongevallen en rampen betrokken organisaties, instellingen en diensten. Met de gemeenschappelijke regeling wordt een betere mono- en multi-disciplinaire afstemming en samenwerking in het kader van de veiligheidsregio beoogd alsmede een integrale aansturing van de Gemeenschappelijke Meldkamer. Het verzorgingsgebied omvat 29 gemeenten en 756.000 inwoners. De activiteiten worden in vijf programma’s onderscheiden en verantwoord, te weten Brandweer, gemeenschappelijke meldkamer (GMK), GHOR, veiligheidsbureau en Oranje Kolom. De totale omzet bedraagt (afgerond) € 18,9 miljoen. De programmabegroting 2009 is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 26 juni 2008.
Prestaties Het openbaar lichaam heeft tot taak: 1 Uitvoering te geven aan hetgeen is bepaald in de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en ; 2 Uitvoering te geven aan hetgeen is bepaald in artikel 4, eerste lid, van de Brandweerwet 1985, onder meer door zorg te dragen voor: a. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel; b. het benoemen, schorsen en ontslaan van de regionaal commandant en het overige personeel van de regionale brandweer en het vaststellen van een instructie voor het personeel; c. het beschikbaar stellen van personeel en materieel in de gevallen, bedoeld in de artikelen 8 en 9 van de Brandweerwet 1985; d. het voorbereiden van de coördinatie bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen; e. het voorbereiden van de organisatie voor het optreden van de brandweer in buitengewone omstandigheden en het regelen van de operationele leiding bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen; f. het verzamelen en evalueren van gegevens ten behoeve van de waarschuwing en alarmering van de bevolking in geval van een ramp of een zwaar ongeval of van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan; g. het waarschuwen van de bevolking door middel van het sirenenet, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting; h. het vaststellen van een beheersplan als bedoeld in artikel 5 van de Wet rampen en zware ongevallen; i. het vaststellen van een organisatieplan als bedoeld in artikel 4a van de Brandweerwet 1985; j. het adviseren van de gemeentebesturen op het gebied van de brandpreventie, ter zake van voorbereidende maatregelen op het gebied van de brandbestrijding en de beperking in bepaalde objecten en over het aanschaffen van materieel. k. het verzorgen van oefeningen met het oog op het optreden in groter verband en opleidingen. 3 Uitvoering te geven aan de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen door het instellen en in stand houden van een gemeenschappelijke regionale meldkamer die de meldingen verwerkt ten behoeve van het ambulancevervoer, de brandweer, de politie en geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen en rampen; 4 Een goede samenwerking te bevorderen tussen de brandweren van de deelnemende gemeenten, de regionale brandweer en de diensten die taken verrichten op het terrein van de geneeskundige hulpverlening bij zware ongevallen en rampen;
64
5 Het opstellen van een plan voor onderlinge bijstand van de brandweer, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Brandweerwet 1985, bij het bestrijden van brand en bij de hulpverlening bij ongevallen en rampen; 6 Uitvoering te geven aan andere dan hierboven genoemde taken indien daartoe opdracht van één of meer deelnemende gemeenten of van derden is verkregen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Vorming en inrichting van het veiligheidsbureau In de programmabegroting 2009 heeft de regionale brandweer aandacht gegeven aan de vorming en inrichting van het veiligheidsbureau. De vorming ervan wordt vooralsnog gedekt uit externe subsidies. Daarnaast dient de gemeentelijke kolom goed te worden georganiseerd. In de programmabegroting 2009 is formatie geraamd voor het Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing. De opties voor de repressieve fase, zoals in het visiedocument zijn opgenomen, dienen nog nader te worden uitgewerkt. Wijziging organisatie Brandweer Hollands Midden Op dit moment wordt, in het licht van het aangaan van een convenant met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een onderzoek uitgevoerd om te komen tot regionalisering van de brandweer in Hollands Midden. Deze ontwikkeling sluit aan bij het rijksbeleid om te komen tot Veiligheidsregio’s. Besluitvorming dient hierover nog plaats te vinden. Enkele gemeenten, waaronder de gemeente Leiden, hebben het initiatief genomen om de brandweer in een regionaal model te organiseren. Specialisme-taken De Brandweer Leiden voert een aantal regionale taken uit waarbij de voertuigen inzetbaar zijn voor de regio. De bemensing wordt geleverd door Brandweer Leiden. Vanuit de regio wordt een normvergoeding ontvangen voor de specialismetaken op basis van afschrijving van de aanschafkosten van het voertuig inclusief bepakkingen, het regulier onderhoud en eventuele reparaties. De inwonerbijdrage De Brandweer Leiden is op grond van haar deelname aan de gemeenschappelijke regeling verplicht een financiële bijdrage te leveren ter bekostiging van haar activiteiten. Deze activiteiten zijn reeds vermeld onder “Prestaties”. De bijdrage wordt door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling vastgesteld en uitgedrukt in een bedrag per inwoner. De bijdrage voor het brandweer is voorzien van een inflatiecorrectie. Ingaande 2009 is de inwonerbijdrage uitgedrukt per programma. In 2008 was de bijdrage voor de GMK nog onderdeel van de programma’s Brandweer en GHOR. Het aandeel voor de Brandweer Leiden bedraagt op grond van de programmabegroting 2009 € 1.264.052 en is als volgt opgebouwd: 825.320 • brandweertaken (€ 7,02 per inwoner) 214.940 • GMK-taken (€ 1,83 per inwoner) 160.915 • GHOR-taken (€ 1,37 per inwoner) 31.794 • Veiligheidsbureau/kassiersfunctie (0,27 per inwoner) 31.083 • Oranje Kolom (€ 0,28 per inwoner) De kassiersfunctie De regionale brandweer vervult een zogenoemde kassiersfunctie ten aanzien van de Rode Kruisconvenanten en Slachtofferhulp. De regionale brandweer treedt als contractspartij op en brengt het aandeel bij de gemeenten in rekening. Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) De raming van lasten en baten voor het programma GMK is een financiële vertaling van de uitgangspunten zoals vastgesteld in de integrale beheerovereenkomst tussen het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling en het Regionaal College van Politie Hollands-Midden. Het beheer van de meldkamer geschiedt door de politie, de regionaal commandant vervult als verantwoordelijke volgens de Brandweerwet 1985 een toezichthoudende rol.
65
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor op dit product: Bedrag Mutatie L/B Uitzetting bijdrage Gemeenschappelijke Regeling L 43.000 Bron: Oud Meerjarenbeeld Toelichting: Dit betreft de uitzetting die in het verleden is opgenomen voor het begrotingsjaar 2009.
Investeringsplan Niet van toepassing.
66
Product 140.01 Integraal Veiligheidsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
drs. H.J.J. (Henri) Lenferink Sociaal en Economisch Beleid Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 869 853 833 -65 0 0 804 853 833
Meerjarenbeeld 2010 2011 338 338 0 0 338 338
2012 337 0 337
Productomschrijving Vier productbladen hebben betrekking op programma 2 Veiligheid uit de programmabegroting: 140.01 Integraal Veiligheidsbeleid 120.01 Gemeentelijke Brandweer 120.02 Rampenbestrijding 120.03 Gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer Hollands Midden Het veiligheidsbeleid is in maart 2005 vastgesteld voor een periode van vijf jaar d.w.z. van 2005 t/m 2009. Deze periode komt overeen met die van het Grotestedenbeleid. Het integraal veiligheidsbeleid wordt voor een groot deel gefinancierd uit de GSB-middelen. De productbladen geven aan welke eigen middelen de gemeente investeert in het veiligheidsbeleid. Als missie voor het Veiligheidsbeleid is gekozen voor “ Samen Werken aan een Veilig Leiden”. Het heeft als doel het verhogen van het veiligheidsniveau door middel van het aanbrengen van samenhang tussen veiligheidsbeleid en de beleidsterreinen die de randvoorwaarden voor het welslagen hiervan bepalen. De toename van het veiligheidsgevoel van de inwoners van Leiden, afname van het aantal slachtoffers door criminaliteit en het voorkomen, reduceren en beheersen van fysieke veiligheidsrisico’s staan hierbij voorop. De vijf gemeentelijke veiligheidsvelden zijn: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. Hierbinnen hebben de volgende aandachtspunten prioriteit: overlast veelplegers, criminaliteit in risicogebieden en de woonomgeving, criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers, overlast op straat, huiselijk geweld en fysieke veiligheid. Daarvan worden criminaliteit in risicogebieden en de woonomgeving en fysieke veiligheid niet via dit product gefinancierd.
Prestaties Prestatie indicatoren 2.1.Verhogen fysieke veiligheid –minder inbraken Aantal woningen voorzien van keurmerk veilig wonen 2.5 Vermindering overlast door (verslaafde) dak –en thuislozen en jongeren Het percentage overlastgevenden dat in maatschappelijke opvang kan worden geplaatst t.o.v. het totaal aantal geregistreerde overlastgevende Aantal stadparkwachters Aantal delicten waarvoor jongeren naar Halt worden verwezen Aantal voorlichtingen op scholen per jaar door de Haltmedewerkers Aantal begeleidingen per jaar door preventiemedewerkers van bureau jeugdzorg (Jeugd Preventie Team) ) Aantal jongeren van 16 t/m 22 jaar dat gelijktijdig toezicht op straat houdt in het kader van het Toezicht door Jongeren (TDJ). Percentage positieve uitstroom naar werk of opleiding van de TDJ- deelnemers. 2.7 Minder criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers
67
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
800
500
500
Geen meting
25%
35%
6 206
8 >200
8 >200
130
>125
>125
227
150
150
16
16
16
70%
>70%
>70%
Parkmanagement Overleggen met winkeliersverenigingen buiten het centrum Keurmerk Veilig Ondernemen 2.8 Vermindering huiselijk geweld Aantal incidenten huiselijk geweld Aantal meldingen bij meldpunte Zuid-Holland Noord waarbij huiselijk geweld (mede) een probleem is Cijfers Kindspoor – Aantal hulpverleningstrajecten huiselijk geweld waarbij kinderen betrokken zijn bij geweld tussen ouders na politiebemoeienis 2.9 Vermindering criminaliteit veelplegers Aanbod nazorg/resocialisatietraject jeugdige veelplegers. Aanbod nazorg/resocialisatietraject volwassen veelplegers.
11 5
6 20 6
10 20 12
555 323
550 320
550 320
90 (Leiden) 239 (ZHN)
90 230
90 230
100% 100%
30% 30%
40% 40%
Meerjarige beleidsontwikkelingen 2.4.Verhogen fysieke veiligheid – Minder inbraken in woningen Het beleidsterrein Fysieke veiligheid valt grotendeels onder 120.0 1 (Brandweer) en 120.02 Rampenbestrijding m.u.v. het onderwerp preventie van woninginbraak d.m.v. stimulering van het keurmerk veilig wonen. De meerjarendoelstelling daartoe gemaakt in 2005 was dat eind 2009 4000 woningen zouden zijn voorzien van het Keurmerk Veilig Wonen waarbij het eerste jaar twee jaren 500 huizen per jaar zijn begroot en de laatste 3 jaren 1000. De eerste jaren is ruim boven de 500 gescoord en in 2007 iets onder de 1000 mede als gevolg van de overdracht van de belangrijkste coördinerende werkzaamheden van de politie naar de gemeente. Inmiddels staat de teller op 4800 (eind 2007). Voor 2009 e.v. streven we naar 500 woningen per jaar. 2.5 Vermindering overlast door (verslaafde) dak –en thuislozen en jongeren Drugs- en alcoholoverlast Met de ingebruikname van Nieuwe Energie in het voorjaar van 2008 is er sprake van een sluitende 24uursopvang voor daklozen en verslaafden. Wij verwachten hiervan een positief effect op de vermindering van de overlast van verslaafden. Datzelfde geldt voor de alcoholgebruikersruimte die medio 2008 operationeel zal zijn. Eind 2007 is besloten af te zien van de realisatie van een behandeleenheid medische heroïne in Leiden. Op dit moment wordt gekeken naar mogelijkheden voor een alternatieve behandeling voor de groep zwaar en chronisch drugsverslaafden. Het gaat hierbij om een combinatie van medicatie en intensieve begeleiding. Een en ander zal plaatsvinden binnen het kader van het Regionaal Kompas. Het Regionaal Kompas behelst een aantal maatregelen dat in samenhang met elkaar erop gericht is dakloosheid en daarmee samenhangende problemen fundamenteel aan te pakken. Overlast op straat door jongeren • In het kader van overlastend gevende jeugd op straat is in 2008 de pilot Jeugd Interventie Team in de Stevenshof en Leiden Noord gestart, waarbij Politie, Jongerenwerk en JPT onder regie een gezamenlijke aanpak van de groep bepalen en uitvoeren. In 2009 wordt dit traject verbreed met een positieve ondersteuning richting ouders van deze jongeren. • In overleg met het OM en de politie wordt in 2008 een JeugdVeiligheidsOverleg opgestart, waarbij de gemeente de regie heeft met als doel het aantal recidieven dat uit de strafrechtketen komt te verminderen. Dit doel wordt nagestreefd door een betere afstemming van het bijbehorende zorgtraject. Deze aanpak zal in 2009 verder worden ontwikkeld en verbreed • Het project Toezicht door jongeren zal ook voor 2009 proberen de gestelde target van 70% te halen. Vooralsnog zijn er op dit moment geen belemmeringen waardoor de doelstelling niet gehaald zou kunnen worden. De zgn. “risicojongeren”zullen ook in 2009, na het goed doorlopen van hun resocialisatieproces, i.s.m. Re-integratie Leiden en het Jongerenloket zo goed mogelijk begeleid worden bij het vinden van een baan in de beveiliging.
68
2.7 Minder criminaliteit tegen bedrijven en ondernemers De gemeente is van mening dat het Keurmerk Veilig Ondernemen een toegevoegde waarde heeft. Het Keurmerk legt grote nadruk op een goede samenwerking tussen alle relevante partijen, gefinancierd uit het Ondernemersfonds. Najaar 2008 wordt voor alle bedrijventerreinen het certificaat Keurmerk Veilig Ondernemen op Bedrijventerreinen (KVO-B)aangevraagd. Het bedrijventerrein Leiden Bio Science Park heeft het KVO-B al ontvangen. Ook kent dit park een collectieve beveiliging. Momenteel is op alle bedrijventerreinen een ondernemersvereniging actief. In Leiden is het thema “cameratoezicht in de openbare ruimte’ opnieuw sterk in de aandacht n.a.v. een verzoek van het bedrijfsleven tot een experiment daarmee op Leidse bedrijventerreinen en het verzoek van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding tot cameratoezicht op en rond het Centraal Station in Leiden. Beide verzoeken zullen nader onderzocht worden en als de conclusie luid dat op genoemde locaties camera toezicht wenselijk is zal daartoe een projectplan worden opgesteld op voorwaarde dat de raad zich uitspreekt voor cameratoezicht op genoemde locaties. Het samenwerkingsverband van ondernemers, centrummanagement, Kamer van Koophandel, Politie en gemeente ter bestrijding van winkelcriminaliteit in het kernwinkelgebied zal in 2007 worden voortgezet. Doel daarvan is het optimaliseren van de veiligheid in het kernwinkelgebied d.m.v. het halen van de 2e en 2e ster van het Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra (KVO-W). Ook buiten het centrum zal de gemeente de samenwerking tussen winkeliers in de verschillende winkelcentra stimuleren. Het stimuleren van de aangiftebereidheid is zowel gericht op de winkeliers in de winkelcentra als de ondernemers op de bedrijventerreinen. 2.8 Vermindering huiselijk geweld HARA/ GGD coördineert in opdracht van de gemeente de regionale aanpak van huiselijk geweld en is projectleider voor de Wet tijdelijk huisverbod. Veel aandacht zal uitgaan naar een effectieve uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod. Deze wet wordt naar verwachting 1 januari 2009 ingevoerd en beoogt dreigend geweld te voorkomen door de potentiële dader voor 10 dagen de toegang tot het huis te ontzeggen. In deze 10 dagen dient de hulpverlening aan het gezin op gang te komen. Dit vraagt om een strikt sluitende justitiële en hulpverleningsketen. Op het brede terrein van huiselijk geweld worden ook in 2009 weer tal van activiteiten gecoördineerd en uitgevoerd. Doel is met alle betrokken partijen een sluitende aanpak van huiselijk geweld te realiseren. Uitgangspunt is dat alle noodzakelijke onderdelen in zowel de strafrechtelijke - als de zorgketen uitgewerkt zijn en volgens plan verlopen. Daarbij is het Advies- en steunpunt huiselijk geweld (ASHG) een van de instrumenten. Daarnaast is een belangrijk doel de aandacht voor het onderwerp levend te houden onder een breed publiek. HARA/ GGD zal in 2009 in samenwerking met (regionale) partners inhoud geven aan publiekscampagnes, aanpak ouderenmishandeling, aanpak gericht op allochtonen, waaronder het verder ontwikkelen van de aanpak eergerelateerd geweld en deskundigheidsbevordering van verschillende beroepsgroepen. Registratie en evaluatie behoren vanzelfsprekend tot de activiteiten. 2.9 Vermindering criminaliteit veelplegers In 2009 gaat de gemeente met de aanpak van veelplegers verder op de ingeslagen weg. Samenwerking tussen Leidse ketenpartners wordt gestimuleerd en naast financiële steun voor woon/zorg/werk begeleiding worden werk en huisvestingsprojecten ondersteund. In 2008 leidde dat onder andere tot de oprichting van een tweede EKT, specifiek gericht op veelplegers en taakgestraften. Hierin werken Exodus, Palier (verslavingsreclassering) en re-integratie Leiden met elkaar samen om veelplegers aan het werk en uit de criminaliteit te helpen. In 2009 wordt getracht op de terreinen werk en huisvesting, binnen bestaande voorzieningen en kaders nog meer plekken voor veelplegers te creëren. Daarnaast zal 2009 nog meer in het teken staan van het bieden van nazorgtrajecten gericht op woon/werk en huisvestingsprojecten middels een persoonsgebonden aanpak voor jeugdige veelplegers in de leeftijd van 18 t/m 23 jaar. Dit zal gebeuren i.s.m. zoveel mogelijk partners uit het Leidse. Dankzij intensieve samenwerking tussen ketenpartners wordt meer integrale zorg geleverd waardoor de kans op recidive terugloopt. Ook van het alternatief voor de medische heroïneverstrekking verwachten we een impuls voor die persoonsgerichte aanpak
69
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor op dit product: Bedrag Mutatie L/B Daling beschikbaar budget veelplegers L -50.000 Bron: Oud Meerjarenbeeld Toelichting: Met rv 07.0137 zijn GSB-middelen overgeheveld naar de functionele producten. Voor wat betreft het programma Veiligheid is in 2008 € 335.000 beschikbaar en in 2009 € 285.000. Voor het overige bestaan de budgettaire ontwikkeling uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen in het investeringsplan.
70
Programma 3 Economie en toerisme
71
Product 310.01 Warenmarkten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 377 462 -368 0 8 462
Begroting 2009 482 0 482
Meerjarenbeeld 2010 2011 482 482 0 0 482 482
2012 482 0 482
Productomschrijving Ondernemingsklimaat Leiden Warenmarkten vormen al jarenlang een aanvulling op het voorzieningenniveau van wijken in Leiden, zowel vanuit economisch als sociaal oogpunt. Het in stand houden van deze warenmarkten is in dit kader dan ook van belang. Bezoekerseconomie Door het in elk geval in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van het aantal standplaatsen op de warenmarkten wordt de diversiteit van het aanbod voor bezoekers gegarandeerd. Ook het organiseren van speciale markten geeft een waardevolle aanvulling aan dit aanbod en hiermee ook aan de attractiviteit van de stad.
Prestaties Prestatie indicatoren Verhoging totaal aantal kramen op gewone warenmarkten bij de wijkwinkelcentra Dinsdag Donderdag Vrijdag
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
115
49 25 44 118
50 25 45 120
323 4800
113 213 327 4800
116 217 333 4800
1048
78 153 515 311 1058
80 156 525 317 1078
Totaal Uitbreiding aantal kramen op de gewone warenmarkten in het centrum op Woensdag Zaterdag Totaal In stand houden areaal terrassen in m2 Organiseren van bijzondere markten (in aantallen kramen) Lakenmarkt stoffenmarkt Koninginnedagmarkt 3-octobermarkt Totaal
Meerjarige beleidsontwikkelingen Leiden en markten horen bij elkaar. Zonder een warenmarkt was Leiden waarschijnlijk nooit de stad geworden die het nu is. Echter, de rol van de markt is aanzienlijk veranderd. Tegenwoordig zijn de markten verworden tot een verzameling kramen, verkoopwagens en grondplaatsen van waaruit bedrijven en kooplieden op regelmatige basis en op vastgestelde plaatsen een vorm van detailhandel bedrijven. Echter, momenteel staan de markten in Leiden onder druk, onder meer door de renovatie van de Luifelbaan, de werkzaamheden op het 5-meiplein en de ontwikkeling van de Aalmarkt. Markten moeten daardoor verplaatst worden, deels incidenteel en deels structureel. Dit gaat gepaard met een verhoging van het ondernemersrisico en verlaging van inkomsten voor de ondernemer. Voor de
72
gemeente betekent dit extra kosten voor het realiseren van de benodigde infrastructurele voorzieningen en verder te nemen maatregelen die met een tijdelijke en definitieve verplaatsing gepaard gaan. Daarnaast blijft het risico bestaan dat een veranderde marktopstelling niet werkt wat ten koste gaat van de grootte en kwaliteit van de markt. Helaas is een duidelijk voorbeeld hiervan de verplaatste markt op het 5-meiplein. Hier is het aantal ingenomen standplaatsen dramatisch afgenomen tot een aantal waarbij de vraag rijst of het nog zinvol is deze markt momenteel in stand te houden. Als deze markt in 2009 weer terug is op de oude plek zal er een extra inspanning geleverd worden om deze markt nieuw leven in te blazen en het aantal kramen weer op het gewenste niveau te brengen. Met betrekking tot het (door)ontwikkelen van bijzondere gaan wij de mogelijkheden scheppen voor een kerstmarkt en ondersteunen wij continuering van onder meer de boekenmarkt en de stoffenmarkt. Voor het slagen van deze opzet zijn wij afhankelijk van de interesse bij de ambulante handel. In 2008 is de nieuwe marktverordening van kracht geworden waardoor bijzondere markten komen te vallen onder het evenementenbeleid dat eveneens in 2008 tot stand zal komen. Hiermee gaan we beter inspelen op de bijzondere markten en hun plaats in Leiden. Voorts gaan wij de handhaving, zowel t.a.v. brandveiligheid, de uitstallingen en de terrassen die zich bevinden op of grenzen aan marktterreinen, versterken. Hierbij zijn zowel de brandweer als de gemeentelijke opsporingsambtenaren betrokken. In 2008 worden de elektrische faciliteiten voor zowel de centrummarkt als de markt op het 5-meiplein vernieuwd en uitgebreid. Er wordt overgegaan op een systeem waarbij 380V ter beschikking wordt gesteld, bij voorkeur geplaatst in de Leidse lantaarns. Om de uitbreiding kostendekkend te maken zal in 2009 een voorstel aan de Raad worden aangeboden om het tarief voor (markt)staanplaatsen aan te passen naar verbruikstarieven, waarbij een hoog en een laag tarief ingevoerd gaat worden. De overige markten zullen in de periode 2009-2012 worden aangepast, wanneer de technische en economische levensduur van deze installaties is verstreken. Zie ook product 311.01.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. In de ministeriële regeling Iv3 is met ingang van 2008 een nieuwe functie toegevoegd: 311 baten marktgelden. De baten van product 310.01 zijn derhalve naar product 311.01 baten marktgelden overgeheveld.
73
Product 310.02 Economische activiteiten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 2.515 2.679 0 -42 2.515 2.637
Begroting 2009 2.800 0 2.800
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.595 2.345 0 0 2.595 2.345
2012 2.345 0 2.345
Productomschrijving Hoewel de directe invloed van een lokale overheid op de economie beperkt is, heeft zij mogelijkheden en instrumenten tot haar beschikking om een goed ondernemingsklimaat te creëren, nieuwe economische ontwikkelingen te stimuleren, oplossingen voor economische knelpunten te genereren en specifieke economische kansen van stad en regio te benutten. Vanuit het product economische activiteiten wordt daartoe ingezet op de volgende doelen uit de Programmabegroting 2008, nr. 3 Economie en Toerisme. 1. betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag voor bedrijven en instellingen 2. groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen 3. meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden 4. hogere waardering van de gemeentelijke dienstverlening door bedrijven en instellingen. Samenhangende bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen worden (ook) geleverd via de producten Bevordering Toerisme (560.02) en Startersbeleid (611.03).
Prestaties Ten behoeve van het realiseren van de in de Programmabegroting 2009, nr. 3 Economie en Toerisme, opgenomen doelstellingen, worden in 2009 binnen dit product de volgende activiteiten voortgezet. Stimuleren stadseconomie als geheel • •
De gemeente participeert actief in de Economische Pijler van de G27, in het bijzonder op het thema wijkeconomie. In regionaal verband wordt in 2009 ingezet op het vaststellen en uitvoeren van het economisch programma, zoals opgenomen in de regionale structuurvisie Holland Rijnland.
Stimuleren bedrijvigheid door het bieden van (kwalitatieve) ruimte • In 2009 zal de uitvoering van de 2e fase van het project Schoon, Heel en Veilig worden gecontinueerd. Doelstelling is o.m. om in samenwerking met de, in de afgelopen jaren op alle bedrijventerreinen opgerichte, ondernemersverenigingen te komen tot certificering van het Keurmerk Veilig ondernemen (KVO-B). • Indien de Oostvlietpolder wordt ontwikkeld als een nieuw bedrijventerrein, wordt hiervoor in 2009 een economisch programma opgezet, dat mede input levert voor het marketing & acquisitie programma Oostvlietpolder. • Op basis van het in december 2007 vastgestelde Strategisch Kader Bedrijventerreinen wordt per bedrijventerrein een uitvoeringsprogramma voorgesteld. In 2009 wordt 2 terreinen een uitvoeringsprogramma opgesteld. De huidige verhuisdynamiek van bedrijven en de wens tot behoud van de meer ambachtelijke bedrijvigheid in de stad vormen het uitgangspunt. Er wordt aangesloten bij het programma Schoon Heel en Veilig en er wordt samengewerkt met het zittende bedrijfsleven. Uit een (nagenoeg afgeronde) verkenning is de verwachting dat de bedrijventerreinen Rooseveltstraat/Trekvliet en Tussen Rijn en Rail het meest in aanmerking komen om mee te starten. Deze terreinen heeft Leiden voor de regionale prioriteitenlijst Regionale Bedrijventerreinen Strategie van Holland Rijnland aangemeld. Voor Rooseveltstraat/Trekvliet wordt momenteel contacten gelegd met de ondernemers en eigenaren om te komen tot een plan van aanpak voor het uitvoeringsprogramma. In het plan van aanpak zal de planning verder uitgewerkt zijn. • Ten behoeve van stimulering/versterking van de ambachtelijke bedrijvigheid in Leiden zal op basis van de uitkomsten quick scan najaar 2008 in samenwerking met Kamer van Koophandel worden bezien welke maatregelen in 2009 ter uitvoering kunnen worden gebracht. Hierbij wordt een relatie
74
gelegd met de herstructurering van bedrijventerreinen. Versterken regionale functie als koopcentrum • Realisering van (onderdelen van) het Aalmarktproject in 2009 ter versterking van het kernwinkelapparaat en het behoud van Leiden als regionaal koopcentrum na mogelijke herijking van het van het project. • Een sterk en continu Centrummanagement* vormt een belangrijke randvoorwaarde voor het versterken van de regiofunctie en een verbeterde samenwerking met de winkeliers(-verenigingen). Deze samenwerking zal in 2009 worden gecontinueerd. • Realiseren van diverse projecten en activiteiten binnen het programma Binnenstad, waaronder initiatieven in samenwerking met Centrummanagement gericht op het versterken van de binnenstad als toeristisch gebied. Versterken goede verzorgingsstructuur op wijkniveau • Met realisatie van de nieuwbouw ROC Lammenschans zal in totaal 1.500 m2 vvo aan winkelvloeroppervlak worden toegevoegd. • In de komende jaren zijn nieuwe ontwikkelingen gericht op de wijkwinkelcentra Diamantplein en Stevensbloem. Voor het laatstgenoemde winkelcentrum zal upgrading en uitbreiding met ± 1.000 m2 plaatsvinden op basis van een uitwerking van de in 2007 getekende intentieovereenkomst gemeente – eigenaar. Verbeteren ondernemingsklimaat en verbeteren (efficiënter, effectiever) toegang tot en afhandeling van gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers • Op basis van de resultaten van landelijke Benchmark Gemeentelijk Ondernemersklimaat (BGO) zal in 2009 een actieprogramma BGO ter uitvoering worden gebracht. • Uitvoering van de ook op ondernemers gerichte onderdelen van het “Actieplan Minder & Beter zal in 2009 plaatsvinden. • Het accountmanagement blijft zich in 2009 richten op een pro-actieve begeleiding van de beoogde uitbreidingen en/of verplaatsingen van bestaande bedrijven, kantoren en instellingen. Daarnaast word ingezet op versterking van het accountmanagement, o.a. door uitbreiding van de personele capaciteit. Stimuleren kennisintensieve bedrijvigheid •
•
•
•
•
Het project Herontwikkeling Leeuwenhoek is de belangrijkste drager van de kansen van de kenniseconomie voor wat betreft het aanbod van fysieke ruimte. De Universiteit Leiden is grotendeels grondeigenaar en daarmee de primaire ontwikkelaar. Voor het gemeentelijk grondgebied wordt in 2009 de uitgifte van de resterende kavels voortgezet. De uitvoering van het Actieprogramma Leiden- life meets science wordt in 2009 gecontinueerd en geïntensiveerd. In samenwerking met verschillende partners en bedrijven (4 O’s) in de stad, is dit programma gericht op marketing en acquisitie, onderwijs/arbeidsmarkt, stedelijke voorzieningen, ondersteuning starters, internationale allianties, verbreding van het huidige life science cluster. In 2009 zal Leiden Bio Science Park 25 jaar bestaan. Dit vormt een impuls voor activiteiten om de bekendheid van Leiden Bio Science Park te vergroten. In 2009 zijn activiteiten op het gebied van onderwijs en arbeidsmarkt ten behoeve van de lifesciences met name gericht op vergroting van de instroom van studenten bij het hoger en middelbaar laboratorium onderwijs en de Bèta richtingen van de Universiteit en de uitwerking van het Leiden Life Science College. Een subsidie van het ministerie, gemeente en provincie maakt de start van een aantal pilots mogelijk. In 2009 wordt gestart met de realisatie van de Accelerator naast de huidige BioPartner Incubator waar succesvolle (door)starters een plek kunnen vinden. (Na verkrijging van een EFRO-bijdrage en subsidietoezeggingen van onder meer de gemeente Leiden ter dekking van de onrendabele top) Starters en doorstarters zullen in 2009 nieuwe steun kunnen ontvangen van het Business to Science Portal en indien EFRO subsidie wordt toegekend het Proof tot Cure Fonds De samenwerking met de Westholland Foreign Investment Agency loopt tot en met 2009. In 2008 heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden. Deze tussenevaluatie en een overzicht van de voor Leiden behaalde blijvende resultaten zal de basis vormen voor besluitvorming over voortzetting van de samenwerking na 2009. Deze samenwerking blijft zich in 2009 richten op de acquisitie van nieuwe (internationale) bedrijven voor Leiden en regio. Vanuit Leiden is de aandacht vooral gericht op kennisintensieve bedrijvigheid en marketing van Leiden Bio Science Park.
75
•
•
•
In 2009 wordt blijvend ingezet op uitbouw van bestaande en stimulering van nieuwe (regionale) initiatieven tot clustervorming. De samenwerkingsmogelijkheden tussen de Leidse kennisinstellingen en bedrijven op Leiden Bio Science Park met de Greenport en met het Spacecluster in Noordwijk zijn in 2008 verkend en zullen in 2009 tot samenwerkingsprojecten leiden. Het Living Lab voor breedbanddiensten en het project Hogeschoolproject Free Discovery zullen de mogelijkheden van mobiele breedbandverbindingen bij het regionale bedrijfsleven introduceren. De Provincie Zuid Holland gemeenten Delft, Rotterdam en Leiden zijn betrokken bij het initiatief “Medical Delta”. Het is een samenwerkingsinitiatief van vijf academische instellingen in Delft, Leiden en Rotterdam: Erasmus Medisch Centrum, Erasmus Universiteit Rotterdam, Leids Universitair Medisch Centrum, Universiteit Leiden en Technische Universiteit Delft. Medical Delta wil bijdragen aan: kwaliteit en veiligheid van de zorg, de doelmatigheid van de zorg en benutting van economische kansen. De gemeenten bezien hoe zij dit initiatief kunnen steunen omdat op deze wijze de regio en daarbinnen Leiden zich nog sterker en completer kan positioneren als hot spot in Bio Science en Medische technologie. De stimulerende rol van de gemeente om het technisch onderwijs in Leiden te versterken wordt in 2009 voorgezet. Het gaat om een divers pakket aan inspanningen met bedrijfsleven en onderwijs zoals acties ter vergroting van de instroom van leerlingen, verbeteren van de kwaliteit, meer leren in bedrijf.
Prestatie indicatoren
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
p.m.
p.m.
p.m.
p3.1a Aantal netto hectare nieuw uitgegeven bedrijventerreinen in de Oostvlietpolder (cumulatief) P3.1b Aantal jaarlijks nieuw opgeleverde bvo kantoorruimte op ontwikkellokaties (cumulatief) P3.1c Aantal bruto hectare gerevitaliseerde bedrijventerreinen (cumulatief)
0
66.500
0
44
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er zijn geen beleidsontwikkelingen te verwachten waarmee al geen rekening is gehouden. Budgettaire ontwikkelingen Bij de perspectiefnota 2009-2012 is € 25.000 extra budget beschikbaar gesteld ter compensatie van het structurele tekort tussen het beschikbare budget en het benodigde budget om inkomsten op de Onroerende Zaakbelasting (OZB) conform het convenant door te vergoeden aan het ondernemersfonds. Ook dit jaar zijn de begrootte uitgaven gelijk gemaakt aan de begrootte OZBinkomsten op de producten 931.01 en 932.01
76
Product 311.01 Baten marktgelden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 0 0 0 -367 0 -367
Begroting 2009 0 -378 -378
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -378 -378 -378 -378
2012 0 -378 -378
Productomschrijving Baten marktgelden Het weergeven van de te verwachten inkomsten uit marktgelden, die geheven worden bij de warenmarkten.
Prestaties Zie product 310.01 Warenmarkten.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 worden de elektrische faciliteiten voor zowel de centrummarkt als de markt op het 5-meiplein vernieuwd en uitgebreid. Er wordt overgegaan op een systeem waarbij 380V ter beschikking wordt gesteld, bij voorkeur geplaatst in de Leidse lantaarns. Om de uitbreiding kostendekkend te maken zal in 2009 een voorstel aan de Raad worden aangeboden om het tarief voor (markt)staanplaatsen aan te passen naar verbruikstarieven, waarbij een hoog en een laag tarief ingevoerd gaat worden. De overige markten zullen in de periode 2009-2012 worden aangepast, wanneer de technische en economische levensduur van deze installaties is verstreken. Zie ook product 310.01.
Budgettaire ontwikkelingen In de ministeriële regeling Iv3 is met ingang van 2008 een nieuwe functie toegevoegd: 311 baten marktgelden. De baten van product 310.01 warenmarkten zijn naar dit product overgeheveld. De budgettaire ontwikkeling bestaat uit een trendmatige stijging van de tarieven.
77
Product 560.02 Bevordering toerisme Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 1.439 778 -10 0 1.429 778
Begroting 2009 1.126 0 1.126
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.110 1.134 0 0 1.110 1.134
2012 1.133 0 1.133
Productomschrijving De opbrengsten van de bezoekerseconomie liggen op het vlak van (meer) werkgelegenheid voor middelbaar en lager opgeleiden, versterking van de concurrentiepositie, grotere levendigheid in en rond de stad en een verbetering van het imago van Leiden. Het gemeentelijk beleid richt zich met name op een hogere waardering van het aanbod in Leiden en vergroting van het aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie. Het product Bevordering Toerisme levert daarmee een bijdrage aan het realiseren van de in de Programmabegroting 2008, nr. 3 Economie en Toerisme, opgenomen doelstelling; meer zakelijk en recreatief bezoek aan Leiden.
Prestaties De prestaties van het programma Economie en Toerisme, vertaald in dit product alsook in de producten Economische Activiteiten (310.02) en Startersbeleid (611.03), hebben zich de afgelopen jaren m.n. gericht op het samen met de partners in de stad ontplooien van initiatieven. Deze initiatieven hebben geleid tot netwerkvorming, tot het creëren van gemeenschappelijke programma’s en tot het samen doen van investeringen. Ten behoeve van het realiseren van de in de Programmabegroting 2009, nr. 3 Economie en Toerisme opgenomen doelstelling, worden in 2009 de volgende activiteiten ondernomen: • In de Stichting Stadspartners participeren 18 belangrijke bedrijven en instellingen in de gezamenlijke citymarketing van Leiden. De citymarketing van Leiden is ook een belangrijk onderdeel van het programma Binnenstad.Vanwege het belang van het aantrekken van meer bezoekers, langer verblijf en toename van de bestedingen voor Leiden, sluit de gemeente met de stichting Stadspartners een subsidiecontract. Aan het subsidiecontract zijn ook prestatieafspraken verbonden. Het betreft zowel prestatieafspraken op outcome niveau (realiseren aantallen bezoekers en bezoeken), als uitvoering van concrete projecten en activiteiten. Voor 2009 staan op de rol: opbouw professionele uitvoeringsorganisatie Leiden Marketing (o.m. marketeers toerisme en zakelijke markt/congressen); ontwikkeling meerjarenprogramma citymarketing; afronding nieuwe stadsportal Leiden.nl; realisatie Kennisfestival en Cultuurfestival; marketing toeristische en zakelijke/congresmarkt en voorbereidingen project Informatiezuilen binnenstad. • Begin 2009 wordt het Visitors Centre Leiden geopend in het gebouw van de Kamer van Koophandel aan de Stationsweg. Het betreft de front-office van Leiden Marketing, waarin de ontvangst- en informatiefuncties van de deelnemende stadspartners Universiteit Leiden, gemeente, Centrummanagement, Museumgroep Leiden en Kamer van Koophandel zijn opgenomen. Het Visitors Centre is gericht op de gastvrije ontvangst van de gevarieerde doelgroepen van (inter)nationale gasten van Leiden. Het gaat om bezoekers, als studenten, docenten, zakenlieden en toeristen. In 2009 wordt het Visitors Centre verder uitgebouwd. • In 2008 heeft een meerderheid van de VVV HR gemeenten besloten tot liquidatie van de regionale VVV. Het personeel van de 6 informatiewinkels van de VVVHR wordt na liquidatie ondergebracht bij de desbetreffende lokale marketingorganisatie. Voor Leiden gaat het om 3,5 fte VVV-personeel voor de taken Gastheerschap en informatiefunctie, die in dienst bij de Stichting Stadspartners, werken in het Visitors Centre Leiden. Eind 2008 is de liquidatie van de VVVHR gestart, maar loopt naar verwachting formeel nog door in het eerste kwartaal van 2009. • De ‘Quick scan hotelmarkt Leiden’ voorziet een marktruimte voor Leiden van ruim 500 extra hotelkamers tot 2015. Initiatieven van de hotelbranche om het aantal hotelkamers in Leiden te vergroten worden gefaciliteerd, mits zij voldoen aan de ruimtelijke randvoorwaarden en economisch uitvoerbaar zijn. In 2009 wordt gestreefd naar vestiging van kwalitatief hoogwaardige
78
•
• •
•
•
•
• •
hotelconcepten in gemeentelijke panden Rapenburg 48 en na onderzoek Noordeinde 1-3. De stichting Leiden Congresstad beoogt haar rol voor de stimulering van uitbreiding van het aantal congressen in Leiden overdragen aan Leiden Marketing. Onderdeel hiervan is de aanstelling van een marketeer voor de zakelijke congresmarkt. Leiden Congresstad, een samenwerking tussen gemeente en Universiteit Leiden, behoudt nog wel haar rol voor subsidieverlening aan specifieke congressen. Met de relevante partijen uit het toeristisch veld in Zuid-Holland (provincie, ZHBT, grote en middelgrote gemeenten en attractiebedrijven), wordt samengewerkt voor de uitbreiding van het toerisme in Leiden en Zuid-Holland. Op enkele na zijn alle infrastructurele projecten uit het Meerjaren Activiteiten Programma (MAP)Watertoerisme Leiden gerealiseerd. Op verzoek van Teylingen (m.n. kern Warmond) is de uitvoering van het project bewegwijzering watertoerisme aangehouden. In 2009 worden met de gemeente Teylingen de mogelijkheden van een gezamenlijk bewegwijzeringsysteem rondom de Kagerplassen onderzocht. Hierbij wordt ook bekeken of overige omliggende gemeenten in het project kunnen participeren. Met de lokale watertoerismebedrijven (stadsrondvaart, botenverhuur, Plassenrondvaart) wordt ingezet op samenwerking aan beheer en handhaving op het water. Naast verbetering van de vergunningverlening voor bedrijven en handhaving daarvan, wordt ook gericht op betere handhaving van regels voor de pleziervaart op de Leidse wateren. Inzet voor de samenwerking met de lokale watertoerismebedrijven is ook stimulering van het watertoerisme en uitbreiding van de rondvaart in en rondom de stad. Met de gemeenten en watertoerismebedrijven in het vaargebied van de Hollandse Plassen wordt samengewerkt voor uitbreiding van recreatie op en langs het water (stad-water-land). Leiden is als ‘waterstad’ onderdeel van het Plassengebied. Op basis van het Uitvoeringsprogramma Hollandse Plassen wordt de infrastructuur voor het watertoerisme uitgebreid. Voor Leiden betreft het de projecten uit het MAP-Watertoerisme Leiden. Verder worden de mogelijkheden van uitbreiding van vaarroutes voor o.m. sloepen onderzocht, alsmede uitbreiding van kanoroutes. Leiden participeert voor de stimulering van waterrecreatie op en langs het water ook in het samenwerkingsverband van het vaargebied Leiden/Katwijk-Delft-Westland-Schiedam-Rotterdam. Het samenwerkingsverband heeft Leiden gevraagd lid te worden van de vereniging, ‘Stad-waterLand’ waarin gemeenten, 2 Hoogheemraadschappen en enkele watertoerismebedrijven samenwerken. Uit de samenwerking komen concrete projecten voort. Zomer 2008 verscheen een vaargids voor sloepen. Voor 2009 staat de realisatie van een gezamenlijke interactieve website op de rol. Leiden participeert in beide projecten. Met de gemeenten Leiden, Teylingen (Warmond) en Leiderdorp wordt voor de veerpont over de Zijl - geëxploiteerd door De Zijl Bedrijven - een nieuwe samenwerkingsovereenkomst voorbereid voor de komende jaren. Leiden vervult hiervoor een coördinerende rol. Binnen het uitvoeringsprogramma toerisme & recreatie HR, wordt in 2009 de 1e fase gerealiseerd van het Fietsknooppunten netwerk (gemeenten Rijnstreek + Alkemade, Leiderdorp, Leiden, Zoeterwoude en Teylingen). Onderzocht wordt of in 2009 de tweede fase van het Fietsknooppunten netwerk (overige gemeenten Holland Rijnland) kan worden opgestart.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er zijn geen beleidsontwikkelingen te verwachten waarmee al geen rekening is gehouden.
Budgettaire ontwikkelingen Bij de perspectiefnota 2009-2012 is als gevolg van het college-uitvoeringsprogramma € 250.000 extra budget beschikbaar gesteld ten behoeve van subsidieverstrekking door de gemeente Leiden aan de Stichting Stadspartners. Tevens is in 2008 in juli besloten (RV 08.0074) om de bij Ruimte voor Nieuw Beleid op € 376.000 gefixeerde koppeling van de inkomsten toeristenbelasting en de uitgaven citymarketing ook goed in de begroting 2009 op te nemen. Tegenover de € 376.000 inkomsten stond in 2008 namelijk een uitgavenbudget van € 266.700. Een verschil derhalve van € 109.300 wat in 2009 structureel is toegevoegd aan dit product naast de reeds toegekende € 250.000 als gevolg van het collegeuitvoeringsprogramma.
79
Product 611.03 Startersbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 158 336 -1 0 157 336
Begroting 2009 346 0 346
Meerjarenbeeld 2010 2011 346 346 0 0 346 346
2012 346 0 346
Productomschrijving Startende ondernemingen vormen de kraamkamer van de Leidse economie en zijn de bedrijven van de toekomst. De nieuwe ondernemers dragen bij aan dynamiek en innovatie in bedrijvigheid, creëren nieuwe werkgelegenheid, verlevendigen onze stad en zorgen voor de banen van morgen. In samenwerking met diverse instellingen en organisaties, beoogt het gemeentelijk beleid een goed klimaat te creëren voor de ondernemers van de toekomst. Het product Startersbeleid levert een bijdrage aan het realiseren van de volgende in de Programmabegroting 2009, nr. 3 Economie & Toerisme, opgenomen doelstellingen: • betere afstemming ruimtelijk aanbod op vraag voor bedrijven en instellingen; • groter innovatief vermogen van bedrijven en instellingen.
Prestaties Ten behoeve van het realiseren van de in de Programmabegroting 2009, nr. 3 Economie en Toerisme, opgenomen doelstellingen, worden in 2009 binnen dit product de volgende activiteiten voortgezet. •
• •
•
Centraal binnen het starterbeleid staat het samen met derden (doen) uitvoeren van ontwikkelingsprogramma’s, gericht op stimulering van product- en marktontwikkeling, bedrijfshuisvesting, financiële ondersteuning, samenwerking en begeleiding in het ondernemerschap. Eind 2008 wordt het Innovatienetwerk Nieuwe Bedrijvigheid Haaglanden/Rijnland beëindigd. De gemeente Leiden neemt samen met meerdere gemeenten, de provincie Zuid-Holland, instellingen en diverse regionale bedrijven deel aan dit netwerk. Het innovatienetwerk heeft medio 2008 nagenoeg aan de doelstelling van de gemeente Leiden voldaan; te weten de start van 50 nieuwe bedrijven waarvan 10 uit Leiden. Bijna alle initiatieven hadden een innovatief karakter waardoor een bijdrage is geleverd aan de versterking van de kennisintensieve sector, een belangrijk speerpunt uit het Collegeprogramma. Handhaving van het huidige concept, de ondersteuning van initiatieven op het gebied van life sciences, ruimtevaarttechnologie en materiaaltechnologie is dan ook een voorwaarde voor het continueren van het netwerk. De huidige participanten bezien of aansluiting bij de Kennisalliantie Zuid-Holland tot de mogelijkheden behoort. De kennisalliantie verbindt ondernemers, onderzoek, overheid en onderwijs om samen de innovatieve bedrijvigheid binnen Zuid-Holland te bevorderen. Door het innovatienetwerk nieuwe stijl moet het mogelijk worden geacht in 2009 minimaal 5 nieuwe Leidse bedrijven van start te laten gaan. Het ROC Leiden, de Stichting Werk en Onderneming, de Kamer van Koophandel en de gemeente Leiden zijn medio 2008 samenwerking aangegaan om het ondernemerschap in het beroepsonderwijs en het starten van een eigen bedrijf door leerlingen in het MBO te stimuleren. Hiertoe is een het actieplan opgezet en een stimuleringsprogramma ontwikkeld. Hierdoor wordt het leren in de ‘werkelijkheid’ voor leerlingen in het MBO versterkt. Daardoor zal de aansluiting tussen onderwijs en beroepspraktijk worden verbeterd en uitval in het MBO worden verminderd. Voor de uitvoering van het stimuleringsprogramma en het inbedden van het ondernemerschap in het beroepsonderwijs wordt een moderator aangesteld. Het stimuleringsprogramma zal in het schooljaar 2008/2009 worden uitgevoerd. Met een éénmalige inzet gedurende dit schooljaar zullen blijvende resultaten bij het ROC en in de samenwerking tussen de Stichting Werk en Onderneming met het ROC Leiden worden bereikt. Door dit stimuleringsprogramma worden 75 leerlingen in de gelegenheid gesteld ondernemerschaponderwijs te volgen, worden 20 leerlingen in de gelegenheid gesteld stage te lopen bij de Stichting Werk en Onderneming en de daar gehuisveste bedrijven en 5 leerlingen worden begeleid naar het starten van een eigen bedrijf. De kosten worden evenredig
80
•
•
•
• •
gefinancierd door de vier deelnemende partijen. Tevens is de campagne LeidenOnderneemt.nu ontwikkeld. Dit is een marketinginstrument speciaal ontwikkeld voor het ROC Leiden. Dit instrument behelst een website, een flyer en een scholierentas. De uitstraling van dit marketinginstrument is jong en fris en heeft primair tot doel om ook jongeren aan spreken als het gaan om ondernemerschap gaat. Het convenant dat is afgesloten tussen de gemeente Leiden, de Kamer van Koophandel en de Stichting Werk en Onderneming loopt in december 2008 af. Er is een evaluatie gestart waarna een nieuw eventueel bijgesteld convenant zal worden afgesloten. Onderdeel van het convenant zijn afspraken over de begeleiding van starters door intake- en maatwerkgesprekken en het begeleiden bij het vinden van bedrijfsruimte in de bedrijfsverzamelgebouwen van de Stichting Werk en Onderneming. Onderzocht zal worden of de bouw en exploitatie van een nieuw bedrijfsverzamelgebouw voor startende en doorstartende ondernemers op het terrein van de Groenoordhallen haalbaar is. De ruimtes in huidige bedrijfsverzamelgebouwen zijn nagenoeg allemaal verhuurd en er is met name behoefte aan ruimte voor ambachtelijke bedrijvigheid. Ook zullen andere mogelijkheden voor het creëren van ruimtes voor ambachtelijke bedrijvigheid nader worden onderzocht. Ook in 2009 zal de gemeente blijven deelnemen aan de landelijke Startersdag, welke jaarlijks wordt georganiseerd door de Kamer van Koophandel evenals de starterswedstrijd LEF blijven ondersteunen Ten behoeve van de stimulering van de werkgelegenheid in de creatieve klasse zal aan de uitvoering van de prioritaire projecten zoals opgenomen in het college uitvoeringsprogramma in 2009 verder vervolg worden gegeven. Deze projecten richten zich op: • de oprichting en inbedding van de Stichting Communicatiestad Leiden; • locatiegerichte samenwerking binnen de Leidse (regionale) communicatiesector en betrokken (onderwijs)instellingen in de gebouwdelen “Nieuwe Energie” en op termijn “Meelfabriek”; • professionalisering van de experimenteer- en onderwijsfunctie van Wireless Leiden; • verkennen en verbeteren van de verbinding en programmatische samenhang van economische- en culturele activiteiten op locaties en plekken waar Creatieve Economie en revitalisering van bestaande gebouwen (soms erfgoed) met elkaar te maken hebben (o.a. Scheltemacomplex, de muziekpodia, Haagweg 4).
Prestatie indicatoren p.3.2a Percentage leegstand in bedrijfsverzamelgebouwen (excl. kennisintensieve sector)
Realisatie 2007 7,8 %
Begroting 2008 6,5 %
Begroting 2009 5,5%
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er zijn geen beleidsontwikkelingen te verwachten waarmee al geen rekening is gehouden.
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product zijn er naast de trendmatige stijging geen budgettaire ontwikkelingen te melden.
81
82
Programma 4 Bereikbaarheid
83
Product 210.01 Verkeer en vervoer Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.742 4.471 4.690 -38 -10 -10 2.703 4.462 4.680
Meerjarenbeeld 2010 2011 5.073 5.480 -10 -10 5.063 5.470
2012 8.539 -10 8.529
Productomschrijving Het product Verkeer en Vervoer is onderdeel van het programma Bereikbaarheid. Binnen dit product vindt de planvorming plaats van de aanleg en reconstructie van wegen, de aanpak van verkeersonveilige situaties, het bevorderen van het fietsverkeer en het parkeerbeleid. Al deze elementen tezamen, inclusief alle onderzoeken en verkeersmaatregelen die daarvoor nodig zijn, moeten zorgen voor een goede bereikbaarheid van de stad zonder het belang van de leefbaarheid uit het oog te verliezen.
Prestaties De in het programma Bereikbaarheid opgenomen prestaties zijn voor het jaar 2009 als volgt uitgewerkt: Bevorderen fietsverkeer - aanleggen en verbeteren van herkenbare en veilige fietsverbindingen met daarbij extra aandacht voor locaties met veel ongevallen (black spots); voor 2009 en verder staat de (integrale) planvorming inclusief inspraak gepland voor de route Breestraat - Station via de Nieuwe e Beestenmarkt en 2 Binnenvestgracht, inclusief reconstructie van het kruispunt Breestraat-Kort Rapenburg-Noordeinde (met daaraan gekoppeld herinrichting ten behoeve van de kwaliteitsimpuls voor dit gebied) - asfalteren van tegelfietspaden: locaties worden nog nader bepaald en zijn soms afhankelijk van de aanwezigheid van kabels, leidingen en bomen; streven is zo veel mogelijk fietspaden te asfalteren vanwege het comfort voor de fietsers - kruispunten van vrijliggende fietspaden met zijstraten voorzien van rood asfalt - plaatsen van extra fietsenrekken (in de binnenstad ca. 600 stuks verdeeld over diverse locaties) - locatiestudie voor een extra fietsparkeervoorziening van ± 1000 plaatsen van exploiteerbare omvang in het hart van de stad - plaatsen van extra fietsklemmen en kluizen bij station Lammenschans (in samenwerking met ProRail en de provincie) - realisatie van bewaakte fietsenstalling zeezijde NS station (2200 plaatsen) - realisatie van fietsenstalling onder het Alphens Perron en tijdelijke fietsenstalling bij Club 70 - toekomstvisie op fietsparkeren stationsgebied - kleine verbeteringen van fietsvoorzieningen op verzoek van bewoners - in samenwerking met Beheer Openbare Ruimte opknappen/asfalteren van fietspaden met wortelopdruk Aandacht voor verkeersveiligheid - aanpak verkeersonveiligheid in vier schoolomgevingen per jaar volgens de aanpak die in 2007 is bepaald en toegepast. De scholen zullen in samenspraak met schoolbesturen worden geselecteerd. - actualiseren van het Verkeersveiligheidsactieplan (VVA) uit 1999 aansluitend op het in 2007 en 2008 herijkte gemeentelijke verkeer en vervoerplan - planvorming aanpak verkeersonveilige kruispunten - reconstructie van drie kruispunten in de Stevenshof (aanleg van twee rotondes, voorrang voor langzaam verkeer) - reconstructie van de Vijf Meilaan (aanpak twee black spots) - uitvoering laatste maatregelen in het kader van het project Voorrang Bestuurders van Rechts - reconstructie van de Maresingel, de Brahmslaan en de Debussystraat tot 30 km/uur-gebied - 30 km/uur-maatregelen in de Boshuizerkade - planvorming en realisatie van diverse maatregelen in het kader van inrichting 30 km/uur-zones
84
-
volgend op rioleringswerken, asfalteringswerkzaamheden of herbestrating. diverse kleinere verkeersmaatregelen volgend uit verzoeken uit de wijk.
Parkeren - planvorming parkeergarages volgens het parkeerbeleidsplan - uitwerking medegebruik parkeergarages van derden - overleg met de schilwijken over invoering parkeerrestrictie en bij gebleken draagvlak invoering voorbereiden - uitvoering overige kortetermijnmaatregelen uit parkeernota, zoals parkeernormen en parkeertarieven - uitvoeren en afronden van het wijkactieplan parkeren Stevenshof - opstellen van het wijkactieplan parkeren Merenwijk - diverse parkeertellingen Bereikbaarheid - vervolgonderzoek verrichten naar de RijnlandRoute, inclusief de aansluitingen daarvan op het Leidse wegennet; het gaat hier om begeleiden project-m.e.r., opzetten en uitzoeken van inpassingvarianten, overleg en samenwerking met betrokkenen. - onderzoeken naar de bereikbaarheid van Leiden en Leidse ontwikkelingslocaties (voor de periode tot de RLR is gerealiseerd en (ook) tijdens de uitvoering van de grote projecten); te denken valt aan fysieke aanpassingen aan Plesmanlaan, kruising Plesmanlaan – Haagse Schouwweg, Dr. Lelylaan, Lammenschansplein en Europaweg, maar ook aan maatregelen als het aanbieden van parkeervoorzieningen aan de rand van de stad, aan (gratis) openbaar vervoer tussen deze parkeervoorzieningen en de stedelijke attractiepunten (Binnenstad, Leeuwenhoek, e.d.), dan wel aanpassing van het bestaande openbaar vervoer, huurfietsen bij deze parkeervoorzieningen, etc. - uitwerking voorkeursvariant Ringweg Oost - start uitvoering reconstructie Willem de Zwijgerlaan - planvorming verkeerscirculatie (binnen)stad Overig - invoering groene golven en dynamisch verkeersmanagement - optimalisatie van verkeersregelinstallaties - intensiteits- en snelheidsmetingen van het verkeer in de stad Daarnaast zullen gedurende het jaar prestaties geleverd worden in de vorm van adviezen en beleidsnota’s en notities. Veel van deze prestaties vormen onderdeel van (grotere) projecten die onder de verantwoordelijkheid van het Projectmanagementbureau vallen, zoals het LCP, WOP Noord en Leeuwenhoek. Zij zijn daarom niet als zodanig herkenbaar terug te vinden in de productenraming verkeer en vervoer. Ten slotte worden veel brieven van bewoners en organisaties met vragen of klachten op het gebied van verkeer beantwoord, en worden kleine verzoeken om aanpassingen aan de openbare ruimte beoordeeld en waar mogelijk uitgevoerd.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Fiets Het verbeteren van routes waar veel fietsers gebruik van maken kan nog veel winst opleveren in zowel het gebruik van de fiets als het tegengaan van verkeersonveiligheid. Een route die als bijzonder kansrijk gezien wordt is de route Breestraat – Prinsessekade – Nieuwe Beestenmarkt – 2e Binnenvestgracht – Stationsweg. Van deze route maken veel fietsers dagelijks gebruik en tegelijkertijd kunnen enkele verkeersonveilige locaties worden aangepakt. Ten slotte kan met de aanpak van deze route een kwaliteitsimpuls voor de binnenstad worden bereikt. Een beperkt aantal fietsroutes in Leiden is nog voorzien van een tegelverharding. Vanwege verhoging van het comfort is de wens om deze op termijn waar mogelijk van asfalt te voorzien. In 2007 is gewerkt aan de afronding van de voorbereiding voor de realisatie van de bewaakte fietsenstalling Stadhuisplein. Daaraan gekoppeld was de plaatsing van ongeveer 600 extra fietsenrekken op verschillende plekken in de binnenstad. Er is inmiddels besloten de Stadhuispleinstalling niet meer te gaan bouwen. Wel zal een locatieonderzoek naar een alternatieve plaats in de
85
binnenstad worden verricht. De 600 extra rekken zullen naar verwachting in 2009 worden geplaatst. Door ProRail en de provincie is aangegeven dat ze graag de stallingscapaciteit bij station Lammenschans willen uitbreiden. De gemeente is hierin faciliterend opgetreden. Samen met ProRail wordt een nieuwe ondergrondse stalling bij station CS gerealiseerd voor 2200 fietsen. In samenspraak met diverse partners wordt gewerkt aan een toekomstvisie fietsparkeren in het stationsgebied. Landelijk is er voor fietsparkeervoorzieningen een nieuwe richtlijn bepaald: fietsparkeur. Voorzieningen die nieuw worden aangelegd zullen voldoen aan deze richtlijn. Verkeersveiligheid In 2008 is een krediet beschikbaar gesteld voor de verbetering van de verkeersveiligheid in schoolomgevingen. Per jaar gaan we in samenwerking met de scholen en de leerlingen vier schoolomgevingen analyseren en zo nodig verbeteren. Criterium daarbij is onder meer het huidige beeld van de (subjectieve) verkeersonveiligheid. Bovendien wordt zo mogelijk aangesloten bij herinrichtingsprojecten die al lopen. In navolging van het herijkte gemeentelijke verkeer en vervoerplan, is het nodig dat het huidige verkeersveiligheidsplan geactualiseerd wordt. Los hiervan zijn er locaties die de komende jaren om verkeersveiligheidsredenen moeten worden heringericht. Veel van deze locaties liggen op of rond de mogelijke tracés van de RGL, waardoor deze maatregelen nog niet zijn voorbereid. In 2009 zullen twee black spots op de Vijf Meilaan worden aangepakt. Binnen het team Stadsontwerp worden veel werkzaamheden gedaan die volgen of meeliften met andere werken. Bijvoorbeeld bij rioolvernieuwing of herbestrating is het nodig dat de straat open gebroken wordt. Om werk met werk te maken is het dan zinvol om gelijk nieuwe verkeersinzichten in het ontwerp van de straat te verwerken. Deze werkzaamheden zijn volgend op andere planningen en bepalen daarmee ten dele de verkeersveiligheidsagenda. De komende jaren willen we op diverse kruispunten rotondes realiseren. Rotondes hebben veel voordelen: langzaam verkeer krijgt voorrang, de doorstroming wordt verbeterd en de milieubelasting wordt minder. De herinrichting van drie kruispunten op de Stevenshofdreef en de Rijndijk staat voor 2009 op het programma. Er komen hier twee rotondes en een voorrangskruispunt voor terug. Deze routes maken onderdeel uit van de regionale fietsroute Leiden-Wassenaar en fietsers krijgen op deze kruispunten voorrang. De verouderde VRI’s worden verwijderd en de wegen en fietspaden worden opnieuw geasfalteerd. Ook wordt er nieuw groen toegevoegd, zodat een mooie entree van de stad aan deze zijde ontstaat. Om de verkeersveiligheid in woonwijken te verbeteren, zal een aantal wijkverzamelwegen worden ingericht als 30 km/uur-gebied. Het gaat voor 2009 met name om straten in Zuid-west. Omdat de RGL mogelijk over de Langegracht komt te rijden, is volledige herinrichting van het kruispuntencomplex Langegracht-Mares uitgesteld en wordt deze meegenomen bij de aanleg van de RGL. Toch gebeuren er op deze kruispunten al jaren veel ongevallen. Daarom willen we in 2009 vast met tijdelijke maatregelen proberen de verkeersveiligheid te verbeteren. Door de geplande bundeling van de buslijnen 39 en 48 van Connexxion op de Churchilllaan is het realiseren van twee nieuwe haltes nodig. Technisch onderzoek naar de haalbaarheid hiervan moet nog plaatsvinden. Deze verlegging zou direct de mogelijkheid bieden om de 30 km/uur-gebieden waar de bus niet meer komt te rijden veiliger in te richten. Een effectievere snelheidsremming is dan mogelijk. Parkeren Het Parkeerbeleidsplan 2008 is volgens planning in een inspraakprocedure gebracht. Eind 2008 is besluitvorming in de raad voorzien. Voortvloeiend uit deze parkeernota zal – onder voorbehoud van vaststelling door de raad – in 2009 de planvorming voor de parkeervoorzieningen Morspoort en Haagweg verder worden voorbereid, overlegd worden met derden over openstelling van hun parkeergarages voor bezoekers van Leiden en overlegd worden met diverse wijken over invoering van parkeerrestrictie (geselecteerd zijn de wijken waar de parkeerdruk door zogenaamd ‘vreemd’ parkeren het hoogst is).
86
Ook zal er in 2009 gewerkt worden aan het vastleggen van parkeernormen, het aanpassen van parkeertarieven en aan het bieden van zekerheid voor de periode na 2010 aan de Stichting Stadsparkeerplan Leiden. Het wijkactieplan parkeren Stevenshof wordt momenteel uitgevoerd. In 2009 stellen we ook voor de Merenwijk een dergelijk wijkactieplan op. Bereikbaarheid Voor de Rijnlandroute is de in 2008 door de provincie vastgestelde Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA), maatgevend voor de verdere uitwerking. In 2008 starten de project-m.e.r. voor de RijnlandRoute, hetgeen uiteindelijk moet leiden tot een definitieve voorkeursvariant (naar verwachting in 2009). In 2008 en verder zal gestudeerd worden op de mogelijkheden de stad bereikbaar te houden in afwachting van de RLR en tijdens de uitvoering van een aantal grotere projecten. In nauwe samenspraak met de stad is in 2007 en 2008 gewerkt aan een voorkeursalternatief voor de Ringweg Oost. Dit alternatief zal in 2009 verder worden uitgewerkt. De komende jaren wordt de gehele Willem de Zwijgerlaan gereconstrueerd. Ook andere wegen worden opnieuw ingericht. Zie hiervoor ook productblad 210.08. Overig Het landelijk opererende Groene Golfteam is ook in Leiden geweest. Mede op basis van hun bevindingen zal Dynamisch Verkeersmanagement worden ingevoerd, resulterend in koppelingen van verkeerslichten zo mogelijk in een groene golf. Veranderende verkeersstromen maken het soms noodzakelijk de regeling voor een verkeerslicht opnieuw te bezien. Daarbij kan dan gelijk een optimalisatie voor de fiets meegenomen worden. We voorzien zo veel mogelijk verkeersregelinstallaties van extra detectiemogelijkheden voor fietsers, beter zichtbare lichten en andere moderne voorzieningen. Regelmatig wordt de software van installaties vernieuwd om een betere afwikkeling mogelijk te maken. Uitgangspunt is een dubbele groenrealisatie per cyclus voor de fiets en zo mogelijk prioriteit mits niet conflicterend met hoofdroutes voor Openbaar Vervoer en auto. Bovenstaande uitgangspunten en kaders zijn meegenomen in de prestaties van dit product.
Budgettaire ontwikkelingen Collectief Vraagafhankelijk Vervoer en Bewaakte Fietsenstallingen € 210.000 (voordeel) Holland Rijnland is belast met de uitvoering van het Collectief Vraagafhankelijk Vervoer (CVV). Het vervoer wordt betaald vanuit ontvangen subsidies. De voorfinanciering was bedoeld om het vervoer te bekostigen vanwege het achteraf ontvangen van subsidies. Aangezien de subsidies niet meer achteraf worden ontvangen, maar maandelijks is dit voorschot niet meer benodigd. Holland Rijnland heeft dit bedrag terugbetaald aan de gemeente. Dit voordeel van €.170.000 is in het bestemmingsvoorstel van het resultaat 2007 gereserveerd voor 2008 om het aldaar te verwachten nadeel - vanwege de afbouw van de subsidie op WMO ritten - van het CVV af te dekken. . In het uitvoeringsprogramma 2006-2010 is voor het jaar 2007 een proef met één jaar gratis bewaakte fietsenstallingen opgenomen. Deze proef is met één jaar uitgesteld en bij de bestemming van het resultaat is besloten om het budget van € 40.000 op te nemen voor 2008 Bij het Collegeprogramma 2006 – 2010 “Met Hart en Hand” is in 2007 € 40.000,- beschikbaar gesteld voor een proef van één jaar gratis bewaakte fietsenstallen. Dit budget is bij de jaarrekening 2007 “doorgeschoven” naar 2008. Deze éénmalig beschikbaar gesteld budgetten worden niet gecontinueerd in 2009 en leiden daarom tot lagere kosten dus een voordeel ten opzichte van 2008. Exploitatielasten fietsenstalling Stadhuisplein € 200.000 (nadeel) Voor exploitatielasten ten behoeve van de fietsenstalling Stadhuisplein is vanaf 2009 budget opgenomen in de begroting. Dit betreft € 200.000,- (nadeel) voor 2009. Vanaf 2010 is jaarlijks € 350.000,- opgenomen. Aanvankelijk was vanaf 2007 € 350.000 voor exploitatielasten fietsenstalling Stadhuisplein begroot. In
87
het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid zijn voor de jaren 2007 (€ 350.000) en 2008 (€ 100.000) ramingen vrijgevallen en ingezet voor Ruimte voor Nieuw Beleid . Bovenlokaal verkeer en vervoersbeleid € 103.000 (nadeel) De Leidse bijdrage aan de financiering van de Rijnlandroute (RLR) loopt via het Regionaal Investeringsfonds waartoe Holland Rijnland al heeft besloten. Voor gerichte communicatie en begeleiding van het proces is in 2008 een bedrag van € 50 000,-- beschikbaar gesteld. Dit éénmalig beschikbaar gesteld budget wordt niet gecontinueerd in 2009 en leidt daarom tot lagere kosten dus een voordeel ten opzichte van 2008. Bij de autonome ontwikkelingen is met ingang van 2009 structureel € 153.000 budget toegevoegd om de stopzetting van de provinciale subsidie op de WMO gerelateerde ritten bij het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) op te vangen. Overige verschil € 126.000 (nadeel) Het overige verschil wordt hoofdzakelijk verklaard door uitzetting kapitaallasten als gevolg van het meerjarige investeringsprogramma en door structurele prijscompensatie vanaf 2009.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009-2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investeringen: Investeringsobject Vervanging verkeerslichten Verkeersvoorzieningen RGL Bijdragen Leiden RGL Bijdragen Leiden RGL Eigen werkzaamheden Leiden RGL Eigen werkzaamheden Leiden Verkeersveiligheid bij scholen Rotonde Stevenshofdreef-Hadewijchlaan Stevenshofdreef-Rijndijk-Ommedijkseweg-A44 Reconstructie Brahmslaan-Debussystraat-Sweelincklaan 30 km/uur-gebied: bijdrage aan herbestrating Busroute Churchilllaan, inrichting Boshuizerkade als 30 km/uur-gebied Aanschaf VRI Kwaliteitscentrale Busbaan Damlaan verbreden ter hoogte van Dr. Lelylaan Herinrichting Langegracht / Mare Diverse maatregelen i.k.v. VVA en fietsvoorzieningen Hoger ambitieniveau VVA (nader door raad te bepalen door voorstellen) Wijkactieplannen en parkeren Totaal Verkeer en Vervoer 2009
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 109 260 2.000 15.854 683 4.003 168 450 619 200
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja
300
Ja
100 42 310 232 59
Ja Ja Ja Ja Nee
103 25.492
Ja
Bovengenoemde informatie is in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) op detailniveau uitgewerkt.
88
Product 210.08 Investeringen Wegen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.106 1.241 1.382 0 0 0 1.106 1.241 1.382
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.646 2.154 0 0 1.646 2.154
2012 2.816 0 2.816
Productomschrijving Dit product betreft het verzorgen van de planvoorbereiding, aanbesteding en toezicht op de uitvoering van werkzaamheden aan wegen, voor zover het niet regulier onderhoud betreft. Het gaat dan om aanleg, vervanging, aanpassing en het groot onderhoud. Bedacht moet worden dat een groot deel van de investeringen in het wegennet onder het product 210.01 Verkeer en Vervoer valt.
Prestaties In 2009 zal de reconstructie van de Vijf Meilaan gereedkomen. In 2009 wordt begonnen met de voorbereidingen voor de reconstructie van de Maresingel en de Rijnsburgersingel en voor het groot onderhoud aan de Kaiserstraat, waarbij deze laatste straat een Binnenste Beter inrichting krijgt. In 2009 worden maatregelen getroffen om de kwaliteit van het wegdek en de stroefheid van het asfalt van de Hooigracht op niveau te houden. Grootschaliger aanpassingen worden niet uitgevoerd, in afwachting van de totale herinrichting bij de aanleg van de RijnGouwelijn.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het groot onderhoud aan asfalt vergt een substantiële investering. Door herhaalde verlaging van het onderhoudsbudget voor wegen zijn deze werken in het investeringsplan opgenomen. Het doel is om de staat van de asfaltwegen op een niveau te brengen dat onderhoudstechnisch voldoet aan de eisen 1 conform de landelijk geaccepteerde C.R.O.W. richtlijnen. Voor de jaren 2008 en 2009 wordt in het kader van Groot Onderhoud Asfalt, onder andere in verband met de slechte kwaliteit, de Vijf Meilaan gereconstrueerd tussen de Rooseveltstraat en de Churchilllaan. In 2009 en 2010 worden de Maresingel en de Rijnsburgersingel gereconstrueerd, in 2010 en 2011 de Vrouwenweg en een gedeelte van de Oude Rijn, en na voltooiing van Nieuw Leyden in 2012 de Marnixstraat, de Molenstraat, de Musschenbroekstraat en de Pasteurstraat. Verder wordt de komende jaren de Willem de Zwijgerlaan totaal gereconstrueerd. Uit het groot onderhoud asfalt wordt een bijdrage geleverd aan dit project. Een groot herinrichtingsproject voor 2011 is de Rondweg Merenwijk. Op basis van verkeerswensen (veiligheid) en de slechte staat van het wegdek wordt dit project uitgevoerd. Er worden vrij liggende fietspaden gerealiseerd, de weg wordt opnieuw ingericht en er komen twee rotondes. Voor dit project worden zowel investeringen uit product 210.08 (Wegen) als uit product 210.01 (Verkeer) gedaan. De Kaiserstraat en een gedeelte van het Rapenburg, twee prachtige straten in de Leidse binnenstad, willen we nog volgens Binnenste Beter principes herinrichten. De Kaiserstraat willen we in 2009 doen, omdat de bestrating daarvan al erg slecht is. Het Rapenburg kan dan in 2012 worden uitgevoerd. Na gereedkoming van het nieuwbouwcomplex van Portaal aan de Diamantlaan is het ook wenselijk om deze laan op te knappen en opnieuw in te richten. Daarom is in jaarschijf 2012 een bedrag opgenomen voor deze herinrichting.
1
Kenniscentrum voor wegenontwerp (voorheen Centrum Regelgeving Ontwerp van Wegen)
89
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen worden nagenoeg volledig bepaald door het verloop van kapitaallasten van de investeringen binnen dit product. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009–2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investeringen: Investeringsobject Groot onderhoud asfalt Groot onderhoud asfalt Willem de Zwijgerlaan Totaal
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 350 72 422
90
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja
Product 211.01 Verkeersmaatregelen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.729 1.317 1.376 -350 -100 -104 1.379 1.217 1.271
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.352 1.353 -104 -104 1.248 1.248
2012 1.353 -104 1.249
Productomschrijving Het, ten behoeve van de verkeersveiligheid, uitvoeren van onderhoudsmaatregelen op het gebied van wegmarkering en bebording en aanpassingen op grond van verkeersbesluiten. Bij wegafsluitingen aanbrengen van borden, palen, hekwerken en dergelijke ten behoeve van de afsluiting en de eventuele omleidingroute.
Prestaties Het in goede staat van onderhoud houden en zonodig vervangen van: Palen 9.100 stuks Borden 12.100 stuks Asstreep 105 km Kantstreep 52 km Figuratie 16.100 m2 Prestatiegegevens realisatie 2007 begroting 2008 begroting 2009 Uitneembare palen vernieuwd 50 30 30 Wegdek reflectoren aangebracht 95 50 40 Flespalen vernieuwd 310 500 400 Verkeersborden vernieuwd 800 800 1.000 Straatnaamborden vernieuwd 378 500 500 Zwart/Wit kokers p.m p.m. Gele kokers p.m p.m. Fietsenrekken p.m p.m. Fietsbeugels p.m p.m. Schrikhekken p.m p.m. Asstreep vernieuwd 18.850 m’ 7.500 m’ 8.000 m’ Lantaarnpaalbeugels p.m p.m. Muurbeugels p.m p.m. Kantstreep vernieuwd 3.460 m’ 1.500 m’ 1.500 m’ Figuratie vernieuwd 1.398 m2 2.000 m2 2.000 m2 N.b.: de in de tabel opgenomen p.m. posten betreffen herstelwerkzaamheden naar aanleiding van schades en vernielingen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met de ANWB zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van het onderhoud aan de bewegwijzering. Deze onderhoudswerkzaamheden worden door de ANWB zelf verzorgd. Gezien het beschikbare budget worden alleen de meest noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd. Bij het project aanschaf en inrichting beheersystemen openbare ruimte zullen de objecten van wegmarkering en bebording meegenomen worden. Met een beheersysteem om de status van deze objecten te monitoren, wordt het mogelijk om beter dan nu vervangingsplanningen op te stellen. In dit verband is bij Ruimte voor Nieuw Beleid besloten dat met ingang van 2010 een kostenbesparing van € 25.000 zou kunnen worden gerealiseerd. In het kader van het Project Fiets Fout = Fiets weg (FF=FW) is een evaluatie uitgevoerd waarin de effectiviteit van het gevoerde beleid tegen het licht gehouden is. Aan de hand van de evaluatie is een plan van aanpak gemaakt om te komen tot verdere professionalisering van de handhaving op dit
91
gebied én om het project op te nemen in de staande organisatie. Inmiddels is ook een nieuwe locatie betrokken aan de Willem Barentszstraat, naast Het Warenhuis. Bedoeling is om samen te werken en in 2008 een deel van de werkzaamheden, namelijk de opslag en de verkoop van fietsen die niet meer door de eigenaren worden opgehaald, van de afdeling Handhaving naar Het Warenhuis over te dragen. Fietsendiefstalscan In het collegeprogramma 2007 t/m 2010 is € 25.000 per jaar gereserveerd voor communicatie en concrete maatregelen die fietsendiefstal kunnen tegengaan. Dit zal worden ingezet om bij de Fietsafhandelcentrale, die bij het Warenhuis wordt ondergebracht, de mogelijkheid te creëren om de postcode in de fiets te laten graveren.
Budgettaire ontwikkelingen Verder bestaat de ontwikkeling uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties en een kleine uitbreiding in areaal.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
92
Product 212.01 Openbaar Vervoer Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 -57 578 548 0 -254 -262 -57 323 286
Meerjarenbeeld 2010 2011 548 548 -262 -262 286 286
2012 548 -262 286
Productomschrijving Het product Openbaar Vervoer is onderdeel van het programma Bereikbaarheid. Binnen dit product vindt de planvorming plaats voor het bevorderen van het openbaar vervoer. Naast het in stand houden van een adequaat buslijnennet, vormt de nieuwe visie op (Hoogwaardig) Openbaar Vervoer een van de belangrijkste onderdelen van dit product. Meer gebruik van het openbaar vervoer draagt bij aan een goede bereikbaarheid van de stad zonder het belang van de leefbaarheid uit het oog te verliezen.
Prestaties In het programma Bereikbaarheid zijn de volgende prestaties opgenomen: • Verdere uitwerking van het RGL-tracé • Uitvoeren van doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen (DRS), waardoor het openbaar vervoer als vervoerswijze beter kan functioneren. Voorbeelden van maatregelen: het beter afstellen van verkeerslichten, halteren op de rijbaan en het creëren van aparte busbanen, • Het uitwerken van de OV visie op Hoogwaardig (Regionaal) Openbaar Vervoer in de regio • Fietsvoorzieningen bij OV-haltes, waarmee de overstap van fiets naar openbaar vervoer aantrekkelijker wordt • Verbeteren van de toegankelijkheid van halten, ook voor gehandicapten. In de komende jaren zullen er telkens een aantal haltes aangepakt worden • Onderzoek naar mogelijke aanleg haltes als gevolg van de wijzigingsvoorstellingen voor de dienstregeling van Connexxion • Lobby voor verbetering van de verbinding Leiden-Utrecht; • Gratis OV tijdens de Autoloze zondag.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met ingang van 1 januari 2005 is de provincie Zuid-Holland bevoegd gezag voor het openbaar stadsvervoer in Leiden. Het is de wens van Leiden om in samenspraak met de provincie zorg te blijven dragen voor een adequaat buslijnennet. Onderdeel daarvan zijn het continu blijven werken aan doorstromings-, regelmaat- en stiptheidsmaatregelen (DRS) zoals het beter afstellen van verkeerslichten. Doordat het verkeersbeeld door de jaren heen blijft wijzigen, zal hier een continue inspanning op geleverd moeten blijven worden. In dit kader is de nieuwe OV visie op Hoogwaardig (Regionaal) Openbaar Vervoer van belang. Deze visie zal bepalend zijn voor de toekomstige ontwikkelingen op dit terrein. De visie is opgesteld in samenspraak met de regio en zal nader uitgewerkt gaan worden. De aantakking met het nationale spoornet en het lokale busnet en collectief vraagafhankelijk vervoer, is hier een integraal onderdeel van. Een onderdeel van het Hoogwaardig (Regionaal) Openbaar Vervoer wordt gevormd door de RGL. Het voorlopig ontwerp voor het tracé is in 2008 vastgesteld. Dit jaar van het voorlopig ontwerp een definitief ontwerp worden gemaakt. Goed gebruik van Openbaar Vervoer wordt ook gestimuleerd door het bieden van optimale haltes. Haltes die ook goed toegankelijk zijn voor mensen die minder goed ter been zijn en tegelijkertijd voorzieningen bieden voor voor- en natransport. Daarom zal er de komende jaren gewerkt blijven worden aan het verder toegankelijk maken van bushaltes conform het daartoe vastgestelde plan en het verbeteren van de fietsvoorzieningen bij de haltes om de overstap tussen OV en fiets te bevorderen. Binnen de productraming verkeer en vervoer wordt tevens gewerkt aan P+R voorzieningen die zo mogelijk ook langs de belangrijkste OV-haltes gerealiseerd gaan worden. In 2008 heeft Connexxion de wijzigingsvoorstellen opgesteld voor de dienstregeling 2009. Een van de voorstellen is om lijnen te bundelen. Om ervoor te zorgen dat de loopafstanden naar een halte acceptabel blijven, dienen er
93
mogelijk nieuwe haltes te worden aangelegd. In september 2007 is een proef gehouden met gratis openbaar vervoer op de autoloze zondag. De evaluatie van deze proef in combinatie met de resultaten van proeven die elders in Nederland gehouden worden, zal bepalen of en zo ja in welke mate er meer gratis openbaar vervoer voor bepaalde doelgroepen mogelijk en zinvol is.
Budgettaire ontwikkelingen Lobby verbreding spoor Leiden – Utrecht In het college uitvoeringsprogramma is voor 2007 opgenomen dat er bij het Rijk en bij Prorail middels een politieke lobby op aangedrongen zou worden om te onderzoeken wat nodig is voor frequentieverhoging naar 4x per uur op Leiden-Utrecht of voor een spoorverdubbeling. Deze politieke lobby heeft nog niet plaats gevonden, maar wordt nog wel noodzakelijk geacht binnen het nieuw op te stellen GVVP. Hiertoe is bij de bestemming van het resultaat 2007 besloten om het budget van € 50.000 door te schuiven naar 2008. Dit éénmalig beschikbaar gesteld budget wordt niet gecontinueerd in 2009 en leidt daarom tot lagere kosten dus een voordeel ten opzichte van 2008. Het overige verschil wordt veroorzaakt door structurele prijscompensatie vanaf 2009.
Investeringsplan Niet van toepassing voor deze productraming.
94
Product 214.01 Straatparkeren Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 4.233 4.932 4.953 -59 -32 -33 4.174 4.900 4.920
Meerjarenbeeld 2010 2011 5.018 4.884 -33 -33 4.985 4.851
2012 4.946 -33 4.913
Productomschrijving Beheren en handhaven van voldoende (straat)parkeerplaatsen voor bewoners en bezoekers binnen randvoorwaarden van ruimte en leefbaarheid. Prestaties • Handhaving: toezicht houden op het gebruik van circa 6000 parkeerplaatsen binnen het parkeerrestrictiegebied en op ‘hot spots’ buiten het restrictiegebied. • Service en informatie: verstrekken van informatie en documenten als vergunningen, gehandicaptenkaarten, ontheffingen, bezoekerskraskaarten e.d. , toezicht houden op opbrengsten parkeergelden, verwerken van ca 1500 bezwaar- en beroepsschriften binnen een termijn van drie maanden. • Stedelijk beheer: onderhouden en legen van ruim 180 parkeerautomaten, vervoer en tellen van muntgeld. • Administratieve, financiële en automatiseringsgerelateerde ondersteuning van de werkprocessen Prestatie indicatoren handhaving Aantal Wet Mulder beschikkingen Aantal naheffingsaanslagen
Realisatie 2007 8.824 19.622
Begroting 2008 10.000 21.000
Begroting 2009 8.000 19.000
Met betrekking tot 2007 is al geconstateerd dat door de veranderde prioriteitstelling van de controletaken van de gemeentelijke opsporingsambtenaren bijna 4.000 bonnen minder uitgeschreven waren dan in voorgaande jaren. In eerste aanleg was extra inzet op het gebied van evenementen en zaken als Fiets Fout = Fiets Weg hiervoor de oorzaak. Vervolgens heeft uitbreiding van het takenpakket plaatsgevonden met o.m. handhaving op het water en illegale kap van bomen. Ook wordt er meer inzet gevraagd voor uitstallingen en terrassen. Daardoor is de inzet op parkeren verminderd. In 2008 wordt een handhavingsprogramma openbare ruimte opgesteld waarin de prioriteitstelling en de inzet van de afdeling Handhaving (team handhaving openbare ruimte) na de forse taakuitbreiding in de afgelopen twee jaren opnieuw zal worden bepaald. De verwachting is dat ook komende jaren bij gelijkblijvende capaciteit minder parkeerbonnen dan voorheen gebruikelijk uitgeschreven zullen worden.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Naar verwachting zal in de loop van 2008 een herzien gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) vastgesteld worden. In dit GVVP worden de kaders voor het verkeers- en vervoersbeleid voor de komende jaren vastgelegd. Dus ook de nieuwe kaders voor het parkeerbeleid. Deze worden uitgebreid behandeld in het Parkeerbeleidsplan 2008, waarvan de hoofdlijnen worden opgenomen in het concept GVVP. Belangrijke onderwerpen op parkeergebied zijn: • de vraag naar parkeerruimte, m.n. in en ten behoeve van het kernwinkelgebied; • locatiekeuze, omvang en planning van bezoekersgarages, P+R voorzieningen en eventuele stallingsgarages; • handhaving of wijziging van bestaande parkeerregimes op straat; • tariefstelling op straat en in garages; • parkeren in woonwijken en invoering parkeerregulering buiten het centrum; • gemeentelijke rol bij realisatie en beheer van parkeervoorzieningen; • optimale benutting van bestaande parkeermogelijkheden in de stad;
95
•
parkeernormen bij nieuwbouw en functiewijziging.
De huidige relatie tussen straatparkeren en garageparkeren zal in de toekomst als gevolg van de uitwerking van die plannen wijzigen. Zeker als het kernwinkelgebied autoluwer wordt gemaakt en er meer parkeermogelijkheden op P+R terreinen en in garages gerealiseerd worden zal dit financiële consequenties hebben. Niet onmogelijk is dat het huidige positieve saldo op het ‘beleidsproduct’ parkeren op termijn omslaat in een tekort. Uitgezocht zal moeten worden welke rol marktpartijen kunnen en willen spelen bij het ontwikkelen van parkeervoorzieningen en het dragen van financiële risico’s. Ook zal besloten moeten worden over het al dan niet blijven steunen van de Stichting Stadsparkeerplan Leiden (SSL) na afloop van de huidige uitvoeringsovereenkomst tussen SSL en gemeente in 2010. Met betrekking tot de bedrijfsvoering zal duidelijk moeten worden of het voornemen om alle resterende oude automaten te vervangen worden door nieuwe, geheel elektronische automaten, waarbij alleen met chipknip, pin en creditcards betaald kan worden, doorgezet wordt. Op administratief gebied zal onderzocht worden op welke wijze en op welke termijn (efficiency) voordelen te behalen zijn door de uitgifte van parkeervergunningen en bezoekerskaarten te digitaliseren en de klantvriendelijkheid te verhogen door meer gebruik te maken van internetapplicaties. Ook andere ontwikkelingen in parkeerland zoals ‘kentekenparkeren’, digitale handhaving, differentiatie van tarieven naar milieuvriendelijkheid van auto’s, e.d. zullen gevolgd en getoetst worden op mogelijkheden en voordelen van invoering in Leiden. Bovengenoemde inspanningen met betrekking tot beleid, bedrijfsvoering en uitvoering moeten uiteindelijk resulteren in zowel een optimale benutting van de parkeervoorzieningen als in een betere beoordeling van de bereikbaarheid en kwaliteit van de openbare ruimte van Leiden.
Budgettaire ontwikkelingen Conform de afspraken bij het instellen van het parkeerfonds zal het resultaat van dit product ten gunste of ten laste van het Parkeerfonds (reserve parkeren) worden gebracht. De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties als gevolg van het investeringsplan.
Investeringsplan Onderstaande informatie is in het Meerjaren Investeringsprogramma (MIP) op detailniveau uitgewerkt. Investeringsobject Parkeerapparatuur
Investeringsbedrag 2009 (X € 1.000,-) 259
96
Beschik baarstellen bij begroting 2009 Ja
Product 214.02 Parkeergarages Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 504 711 736 -384 -386 -386 120 325 350
Meerjarenbeeld 2010 2011 735 664 -386 -386 349 278
2012 664 -386 278
Productomschrijving Een doelstelling van het programma bereikbaarheid is het realiseren van voldoende parkeerplaatsen voor bewoners en bezoekers. Die parkeerplaatsen dienen uiteraard optimaal benut te worden. Van de bestaande gebouwde parkeervoorzieningen is er slechts één in bezit en beheer van de gemeente, de parkeergarage Haarlemmerstraat. Deze garage is primair bedoeld voor bezoekers van de binnenstad. De garage functioneert echter ook gedeeltelijk als aanvullende parkeermogelijkheid voor omwonenden, houders van een parkeervergunning in het omliggende gebied, ter compensatie van verdwenen parkeerplaatsen op straat.
Prestaties Het bouwkundig/technisch, financieel en administratief exploiteren en beheren van 277 parkeerplaatsen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er bestaan plannen voor het z.s.m. realiseren van tijdelijke voorzieningen op het Morspoortterrein en het Haagwegterrein. Op langere termijn wordt vooral aan het realiseren van kwaliteitsgarages op het Morspoortterrein en het Molen de Valkterrein gedacht. In het kader van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor bereikbaarheid en parkeerbeleid moet een visie ontwikkeld worden op de rol van de gemeente in het ontwikkelen, exploiteren en beheren van gebouwde parkeervoorzieningen. Die visie zal mede gebaseerd worden op ervaringen in andere steden en op consultatie van zowel gemeentelijke als particuliere exploitanten en marktpartijen. De vraag is of de huidige situatie met betrekking tot de Haarlemmerstraatgarage maatgevend is voor toekomstige voorzieningen, of dat de voorkeur van de gemeente uitgaat naar een andere rol, waarbij op enigerlei wijze samengewerkt wordt met externe partijen. Verwacht wordt dat vermelde visie ook richting geeft aan de toekomstige bestemming van deze garage op lange(re) termijn, opdat de gewenste eindsituatie bepalend wordt voor maatregelen met betrekking tot de garage op korte(re) termijn. In het recente verleden is de garage, die primair bedoeld is als voorziening voor bezoekers aan de binnenstad, gedeeltelijk gebruikt als stallinggarage voor vergunninghouders uit de buurt, ter compensatie van straatparkeerplaatsen die opgeheven werden. Meer ontvlechten van type bezoekers in de garage zou wenselijk zijn om de garage vooral beschikbaar te houden voor bezoekers aan de stad. Daardoor zou het exploitatieresultaat kunnen verbeteren, waardoor de waarde van de garage stijgt.
Budgettaire ontwikkelingen Conform de afspraken bij het instellen van het Parkeerfonds wordt het resultaat van dit product ten gunste of ten laste van het Parkeerfonds gebracht. Naast de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen doen zich geen budgettaire ontwikkelingen voor, tenzij in het kader van het nieuwe parkeerbeleidsplan besloten wordt de tarieven te verhogen en meer marktconform te maken. Dit geldt zowel voor de uurtarieven (van € 1,- per uur nu naar € 2,- per 1-12009) als voor de abonnementstarieven. In dat geval zal een voorstel tot begrotingswijziging ingediend worden.
97
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
98
Product 215.01 Baten parkeerbelasting Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 9 34 34 -6.521 -7.320 -7.320 -6.513 -7.286 -7.285
Meerjarenbeeld 2010 2011 34 34 -7.320 -7.320 -7.285 -7.285
2012 34 -7.320 -7.285
Productomschrijving Binnen randvoorwaarden van ruimte en leefbaarheid dienen er voldoende parkeerplaatsen te zijn voor bewoners en bezoekers van de (binnen)stad. Het reguleren van de beschikbare parkeerruimte op straat (ca. 6.000 parkeerplaatsen in het restrictiegebied) door middel van regelgeving enerzijds en handhaving van deze regels anderzijds moet leiden tot een optimale benutting van bestaande (en nieuwe) parkeervoorzieningen. Aan deze regulering zijn uiteraard personele en materiële kosten verbonden. (Deze zijn opgenomen onder beleidsproduct 214.01 Straatparkeren) Het doel van dit beleidsproduct is te komen tot minimaal een dekking van deze kosten, waarbij een eventueel positief saldo tussen begroot en resultaat wordt toegevoegd aan het parkeerfonds.
Prestaties Beheer van de volgende inkomstenbronnen: • 180 parkeerautomaten, door wekelijkse inning • opbrengst gsm parkeren • naheffingsaanslagen parkeerbelasting • vergunningen en ontheffingen, d.m.v. kwartaalgewijs vernieuwen en controleren van ca. 4600 vergunningen • bezoekerskraskaarten (ca. 70.000 op jaarbasis)
Meerjarige beleidsontwikkelingen Tariefbeleid De huidige tarieven van de parkeerbelastingen zijn vastgesteld voor de jaren 2003 en 2004. Deze tarieven zijn daarna niet meer gewijzigd. Een meerjarig geldende tariefstructuur heeft het voordeel dat er niet jaarlijks kosten worden gemaakt om relatief kleine tariefswijzigingen te ‘vertalen’ in nieuwe software en tariefplaten voor parkeerautomaten. Bovendien zou zo’n kleine tariefswijziging kunnen leiden tot ‘vreemde’ uurbedragen in eurocenten (bijvoorbeeld € 2,03), terwijl niet met centen betaald kan worden. In een nieuwe meerjarige tariefperiode kan uiteraard rekening worden gehouden met een (cumulatieve) inflatiecorrectie. In het kader van de nog vast te stellen parkeernota wordt een voorstel gedaan tot tariefsaanpassingen voor de verschillende parkeerproducten. Daarnaast kan in de toekomst een wijziging optreden in de huidige verhouding tussen parkeerplaatsen op straat en plaatsen in garages. Dit kan tot een wezenlijk ander financieel beeld leiden. Besluitvorming over de nota wordt voorzien voor eind 2008. Parkeerautomaten Het aantal parkeerplaatsen kan licht variëren als gevolg van infrastructurele aanpassingen in de openbare ruimte. Als het parkeerrestrictiegebied uitgebreid wordt, als een mogelijke consequentie van bovengenoemde parkeernota, moeten de verwachte consequenties voor baten en lasten uiteraard opnieuw bekeken worden. Als het automatenpark geheel vervangen wordt door ‘card only’ automaten zal in de loop van 2009/2010 betaling met contant geld niet meer mogelijk zijn. Niet onwaarschijnlijk is dat de overgang naar uitsluitend elektronisch betalen (chip- en creditcard, gsm parkeren) tot een verlaging van parkeerinkomsten zal leiden, ondanks bovengenoemde communicatiecampagne. Dit effect heeft zich ook voorgedaan in Rotterdam. Een deel van het publiek heeft moeite met zo’n overgang en een deel daarvan wil zo’n situatie niet meteen accepteren en zal naar alternatieve vervoerswijzen of parkeerlocaties uitwijken. Dit effect is naar verwachting van tijdelijke aard, ook gebaseerd op de ervaringen in Rotterdam. Niettemin lijkt een voorzichtig begrotingsbeleid in deze voor de eerste jaren
99
na invoering geboden. Naheffingen parkeerbelasting De inzet van de gemeentelijk opsporingsambtenaren zal worden gericht op een met zo efficiënt mogelijke inzet een zo goed mogelijk parkeer- en daarmee betaalgedrag van de klant te bewerkstelligen. De na te streven betalingsgraad bij betaald parkeerplaatsen is 90%, een ambitieus streven. Als deze doelstelling bereikt wordt zullen de inkomsten uit parkeerapparatuur bij een gelijkblijvende vraag mogelijk iets stijgen. Daar kan een daling van het aantal opgelegde naheffingsaanslagen tegenover staan. Per saldo kan het bereiken van deze reguleringsdoelstelling leiden tot een afname van inkomsten op het beleidsproduct.
Budgettaire ontwikkelingen Conform de afspraken bij het instellen van het Parkeerfonds wordt het resultaat van dit product ten gunste of ten laste van het Parkeerfonds gebracht. Een eventuele wijziging van (alle of enkele) parkeertarieven kan uiteraard budgettaire gevolgen hebben. Dit is ook het geval indien en zodra betaald parkeren tot andere wijken wordt uitgebreid. De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen. Afhankelijk van de vast te stellen parkeernota en de daaruit voortkomende besluiten zullen die budgettaire gevolgen in 2009 in beeld worden gebracht en zal een voorstel tot begrotingswijziging opgesteld worden.
Investeringsplan Niet van toepassing.
100
Programma 5 Omgevingskwaliteit
101
Product 210.02 Openbare verlichting Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.678 2.107 2.173 -17 -33 -35 1.661 2.074 2.138
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.270 2.326 -35 -35 2.235 2.291
2012 2.397 -35 2.362
Productomschrijving Dit product betreft het instandhouden en bedrijven van het net van openbare verlichting. Dit wordt gedaan door onderhoud en het toezicht op de uitvoering daarvan, tegen zo laag mogelijke (energie-) kosten.
Prestaties - Uitvoeren Beleidsplan Openbare Verlichting, zoals in januari 2004 vastgesteld. - Klachtenonderhoud: Het ontvangen, afhandelen en registreren van klachten. - Het verhogen van de sociale veiligheid door samenwerken met partners (Politiekeurmerk Veilig Wonen, aanleg achterpadverlichting in samenwerking met woningcorporaties, etc.). - Het toetsen van nieuwe bouwplannen aan de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Prestatie indicatoren Vervangen masten Vervangen armaturen Areaal uitbreiding Energie
Realisatie 2007 355 stuks 760 stuks 265 stuks N.n.b
Begroting 2008 271 stuks 402 stuks 200 stuks 5.600 MWh
Begroting 2009 795 stuks 525 stuks 200 stuks 5.600 MWh
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het Beleidsplan Openbare Verlichting (januari 2004) geeft een kader waarbinnen de werkzaamheden voor de openbare verlichting worden uitgevoerd. Zo worden dit jaar weer vervangingen uitgevoerd om de kwaliteit van de openbare verlichtingsinstallatie te waarborgen. In het Investeringsprogramma 20092012 zijn de kredieten voor de vervangingsinvesteringen gebaseerd op het actuele vervangingsschema. Het bedrag voor de vervangingen in 2009 bedraagt € 1.330.000. De ontwikkelingen op technisch en verlichtingkundig gebied worden nauwgezet gevolgd. Als gevolg daarvan zullen programma’s en doelstellingen indien noodzakelijk worden bijgesteld. In 2004 is de beleidsnota Illuminatie vastgesteld; in deze nota is de wens van illuminatie van belangrijke Leidse gebouwen verwoord. Als gevolg van nieuwe regelgeving is in 2005 het langlopende onderhoudscontract met Dynamicom (Nuon-dochter) per 1 april 2007 opgezegd. Het onderhoud is in december 2006 opnieuw Europees aanbesteed. Het nieuwe contract is op 1 april 2007 ingegaan. Ook als gevolg van de nieuwe regelgeving is de looptijd van het contract veel korter. Hierdoor verschuift een aantal activiteiten van de contractpartner naar de gemeente. In verband hiermee moet de organisatie worden uitgebreid met 2¼ formatieplaats.
102
Budgettaire ontwikkelingen: De budgettaire ontwikkelingen worden deels bepaald door het verloop van de kapitaallasten van de investeringen binnen dit product. Dit verloop is in het Beleidsplan Openbare Verlichting in detail weergegeven. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld. Voor een ander deel wordt de budgettaire ontwikkeling beïnvloed door areaaluitbreidingen. Binnen het budget zullen financiële verschuivingen plaatsvinden in verband met de organisatorische ontwikkelingen door de aanbesteding van het onderhoudscontract. Vanaf 2009 is er een nieuwe wettelijke verplichting van uitwisselbare, actuele en digitale gegevens over de ligging van kabels en leidingen, rioleringen, verkeersinstallaties, openbare verlichting, glasvezelnet en brugaansturing: de grondroerdersregeling. Deze is van toepassing op de producten 210.02 (openbare verlichting), 210.05 (exploitatie bruggen en viaducten), 210.07 (exploitatie wegen) en 722.03 (vervanging riolering). De kosten daarvan bedragen vanaf 2009 per jaar € 287.000. Afgewacht moet worden of de compensatie Algemene Uitkering toereikend is.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009- 2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investering: Investeringsobject Vervangen Openbare Verlichting
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000,-) 1.330
Beschik baarstellen bij begroting 2009 Ja
Bovengenoemde informatie is in het IP en het Beleidsplan Openbare verlichting op detailniveau uitgewerkt.
103
Product 210.03 Buitenreclame Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 95 123 128 -517 -522 -537 -422 -399 -410
Meerjarenbeeld 2010 2011 128 128 -537 -537 -410 -410
2012 128 -537 -410
Productomschrijving Het op een esthetisch verantwoorde wijze voorzien in de behoefte aan mogelijkheden voor commerciële reclamevoering in de openbare ruimte. Een en ander vindt zijn beslag in de verhuur van rechten voor het aanbrengen van commerciële reclame aan lichtmasten voor de openbare verlichting, reclamemasten, borden, driehoeksborden, spandoeken. De kosten in verband met het aanbieden van mogelijkheden voor commerciële reclamevoering worden verrekend met de opbrengsten uit verhuur, verpachting van ruimten voor commerciële reclamevoering. Beide elementen worden verwerkt in het programma “middelen” als zijnde algemene lasten en baten niet toerekenbaar aan een extern gericht programma.
Prestaties Prestatie indicatoren Lichtmasten met reclamevoering (mutaties per jaar ca. 10%)
Realisatie 2007 246
Begroting 2008 240
Lichtmasten met tijdelijke reclamevoering door middel van driehoeksborden en spandoeken (ca. 107 overeenkomsten per jaar) Mupizijden ten behoeve van gemeentelijke publicaties (ca. 56 wisselingen per jaar) Reclamemasten in particuliere exploitatie (langlopende overeenkomst) Spandoek hangplekken met tijdelijke reclamevoering.
210
210
Begroting 2009 245 215 (reconstructie Willem de Zwijger laan) 210
84
84
84
2
2
2
2
2
2
Meerjarige beleidsontwikkelingen Buitenreclamevoering bestaat uit abri’s, mupi’s, billboards, reclamemasten bij de rijkswegen A4 en A44 en reclamevoering aan lichtmasten. Voor tijdelijke reclamevoering voor plaatselijke evenementen bestaat de mogelijkheid van het plaatsen van borden rond lichtmasten. Voor abri’s, mupi’s en billboards gelden langdurige contracten met een looptijd tot ná 2010. Het contract voor de reclamemast bij de A4 loopt tot 2010. Door de reconstructie van de Willem van der Madeweg (in het kader van het W4 project) kan deze mast op de huidige plek niet gehandhaafd blijven. De mogelijkheid tot verplaatsing wordt onderzocht. Tevens is door Interbest voorgesteld de huidige overeenkomst met 5 jaar tot en met 31 augustus 2015 te verlengen. De overeenkomst voor de mast aan de A44 (Plesmanlaan) loopt tot 2011 met hierin opgenomen de clausule dat het contract per jaar kan worden opgezegd indien er ontwikkelingen zijn op deze locatie. De belangstelling voor lichtmastreclame blijft de laatste jaren ongeveer gelijk. Na een in 2000 ingezet verhogingstraject is het tarief voor lichtmastreclame in 2004 gekomen op het huidige tarief van €
104
771,43 per jaar voor dubbelzijdige lichtbakken en € 816,80 voor twee enkelzijdige (sandwich) lichtbakken. Door de reconstructie van de Willem de Zwijgerlaan zal daar waarschijnlijk tijdelijk geen lichtmastreclame kunnen hangen, waardoor ongeveer 40 lichtbakken tijdelijk verwijderd moeten worden. Hierdoor zal de gemeente geen huur ontvangen en de huur over de laatste maanden van 2008 moeten crediteren. De tarieven zullen waarschijnlijk vanaf 2009 jaarlijks worden verhoogd. Dit is afhankelijk van de notitie “actualisering reclamebeleid” die volgens planning in 2008 zal worden opgesteld. De sluiting van de Groenoordhallen als evenementenhal zal invloed hebben op de inkomsten uit de verhuur van reclameruimte. Volgens planning is het slopen van bestaande opstallen (parkeerdek Groenoordhallen) en het bouwrijp maken van het terrein gepland vanaf 2008. De invloed op de inkomsten uit verhuur reclameruimte is ook afhankelijk van de toekomst van de evenementenfunctie voor Leiden. In 2008 zal ook de verbouw van de Stadsgehoorzaal invloed hebben op de inkomsten uit buitenreclame. Bij de actualisering van het reclamebeleid in 2008 zal ondermeer rekening gehouden worden met alternatieven om de inkomsten uit buitenreclame op peil te houden.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing
105
Product 210.04 Binnenste Beter Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 799 789 931 0 0 0 799 789 931
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.051 1.248 0 0 1.051 1.248
2012 1.223 0 1.223
Productomschrijving Dit product beoogt een kwaliteitsverbetering en verhoging van de belevingswaarde van de binnenstad door middel van herinrichting van de openbare ruimte volgens de uitgangspunten van het plan Binnenste Beter te bewerkstelligen.
Prestaties Nu het niet tot realisering van de fietsenstalling onder het Stadhuisplein komt, wordt het laatste gedeelte van Binnenste Beter uitgevoerd. De herinrichting van het Stadhuisplein zal worden uitgevoerd in het begin van 2009 samen met de Maarsmansteeg, Kapelsteeg en de Vismarkt.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 staat bij de jaarschijf 2009 de volgende investering: Investeringsobject Binnenste Beter Stalling Stadhuisplein Totaal
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 685 3.082 3.767
106
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Nee
Product 210.05 Exploitatie bruggen en viaducten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.444 2.465 2.601 -169 -14 -14 2.275 2.451 2.587
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.562 2.587 -14 -14 2.548 2.572
2012 2.595 -14 2.580
Productomschrijving Het dagelijks onderhoud van de ca. 400 bruggen en 43 viaducten en tunnels. Dit gebeurt aan de hand van het Bruggenbeheerprogramma. De input voor het beheerprogramma wordt verkregen aan de hand van inspecties (bouwkundig, mechanisch en elektrisch). Het preventief onderhoud van de objecten vindt plaats op basis van het beheersysteem dat informatie genereert over de uit te voeren werkzaamheden op grond van de vooraf bepaalde noodzakelijke frequentie van de onderscheiden onderhoudswerkzaamheden. De eerste lijn onderhoudswerkzaamheden worden voornamelijk door de afdeling zelf gedaan evenals het correctief onderhoud (storing / schade).
Prestaties Prestatie indicatoren Schilderen bruggen Vervangen brugdek Vervangen bruggen Vervangen sluisdeur Mechanische inspecties Elektrische inspecties Hydraulische inspecties Inspectie houten bruggen Vervangen slijtlaag Vervangen remmingswerken Bouwkundig onderhoud (injecteren, metselwerk, beton, rijovergangen, etc.)
Realisatie 2007 26 0 5 2 19 15 4 33 2 3
Begroting 2008 Begroting 2009 38 60 3 5 5 5 19 19 15 15 4 4 40 40 8 5 3 10
Meerjarige beleidsontwikkelingen Een aantal incidenten in tunnels heeft tot gevolg gehad dat de Europese wetgeving voor tunnelveiligheid is verscherpt en aanpast. Dit heeft geleid tot de ‘minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet’ (Europese richtlijn 2004/54/EG). Voor de Nederlandse tunnels zijn de eisen ten aanzien van tunnelveiligheid vastgelegd in de ‘Wet Aanvullende Regels Veiligheid Wegtunnels’ (WARVW) en de bijbehorende Regeling en Besluit. Door het Steunpunt Tunnelveiligheid zijn richtlijnen opgesteld voor het invulling geven aan de vereisten uit deze Nederlandse wetgeving (deze richtlijnen zijn wettelijk vastgelegd en daarmee bindend). Deze vereisten hebben zowel betrekking op technisch inhoudelijke aspecten als op procedurele en organisatorische aspecten. Ten aanzien van de veiligheid voor het vaststellen van het veiligheidniveau van de tunnel moet vanuit de hierboven genoemde wetgeving zowel een kwantitatieve risicoanalyse als een scenarioanalyse worden opgesteld. Leiden is als beheerder van de Stationspleintunnel verantwoordelijk voor het voldoen aan de vereisten uit genoemde wetgeving aangaande tunnelveiligheid. In 2008 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • het opstellen van een functieprofiel voor een tunnelveiligheidsbeambte; • het opzetten en up-to-date brengen van alle benodigde plannen en dossiers die zijn afgestemd met de gemeente Leiden en alle betrokken hulpdiensten; • het uitvoeren van risicoanalyses, te weten een kwantitatieve risicoanalyse en de scenarioanalyse; • het organiseren van de wettelijke verplichte oefening. Voor de uitvoering van het veiligheidsplan zal met ingang van 2009, gezien de benodigde specifieke
107
expertise, gebruik worden gemaakt van de diensten van een extern bureau. Eerder is besloten tot verlaging van de beeldkwaliteit van niveau 1 naar niveau 2, waarmee een besparing bereikt wordt van € 65.000 per jaar.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. Vanaf 2009 is er een nieuwe wettelijke verplichting van uitwisselbare, actuele en digitale gegevens over de ligging van kabels en leidingen, rioleringen, verkeersinstallaties, openbare verlichting, glasvezelnet en brugaansturing: de grondroerdersregeling. Deze is van toepassing op de producten 210.02 (openbare verlichting), 210.05 (exploitatie bruggen en viaducten), 210.07 (exploitatie wegen) en 722.03 (vervanging riolering). De kosten daarvan bedragen vanaf 2009 per jaar € 287.000. Afgewacht moet worden of de compensatie Algemene Uitkering toereikend is.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot het produkt “exploitatie bruggen en viaducten” opgenomen. De investeringen in vervanging, aanpassing, groot onderhoud en nieuwbouw van bruggen zijn opgenomen onder product 210.06, “investeringen bruggen”.
108
Product 210.06 Investeringen bruggen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.863 1.974 2.062 0 0 0 1.863 1.974 2.062
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.186 2.348 0 0 2.186 2.348
2012 2.437 0 2.437
Productomschrijving Dit product betreft het verzorgen van de planvoorbereiding, de aanbesteding en het toezicht op de uitvoering van werkzaamheden aan bruggen, voor zover het niet regulier onderhoud betreft. Het gaat dan om vervanging, aanpassing, groot onderhoud en nieuwbouw van bruggen, tunnels en viaducten. Prestaties Groot onderhoud bruggen: De uit te voeren projecten in 2009 zullen in overleg met de afdeling Stedelijk Beheer nog nader worden vastgesteld. Valkbrug De start van de voorbereiding voor de vernieuwing van de Valkbrug is in verband met de ontwikkelingen rondom het project Lakenhal / Lammermarkt en het tracé van de Rijn Gouwelijn uitgesteld.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het is niet alleen zaak de oeverbindingen voortdurend in goede staat te houden maar ook te zorgen dat zij aan de veranderende eisen voldoen. Dat impliceert dat het ontwerpen en daadwerkelijk maken van nieuwe grote en kleine bruggen en het vernieuwen van bestaande bruggen in onze waterrijke stad een niet aflatende inspanning vereist. In dit licht wordt er vanuit het investeringsprogramma een financiële bijdrage geleverd voor groot onderhoud aan bruggen. Bij de bouw van nieuwe bruggen en bij vernieuwing van bestaande bruggen wordt hoge prioriteit gegeven aan de doorvaarbaarheid. Zo worden vorderingen gemaakt bij de zo gewenste verbetering van de doorvaarbaarheid van de stad. De minimale doorvaarthoogte is 1,75 m. Bij dit product worden de kapitaallasten van afgeronde en lopende investeringskredieten verantwoord.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen worden bijna volledig bepaald door het verloop van de kapitaallasten van de investeringen binnen dit product. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investeringen: Investeringsobject Groot onderhoud bruggen Kippenbrug Brug Poelgeest Valkbrug
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 200 420 2.400 3.000
109
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja Nee Nee
Product 210.07 Exploitatie Wegen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.072 2.644 2.826 -603 -172 -180 2.468 2.473 2.646
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.842 2.856 -180 -180 2.662 2.677
2012 2.873 -180 2.694
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het thema “Leiden intact” van het programma Omgevingskwaliteit. Doelstelling van dit product is: Het uitvoeren van het kleinschalig niet uitbesteed onderhoud aan het gemeentelijk wegennet en het daarbij behorende straatmeubilair, het uitvoeren van gladheidbestrijding, vergunningverlening voor gebruik openbare ruimte en het coördineren van het leggen van kabels en leidingen.
Prestaties Prestatie indicatoren Reparaties bestratingen Schouwen straatwerk rondes door hele stad Reparaties palen Reparatie asfaltgaten Reparaties en vervangen prullenbakken Reparaties en vervangen banken Reparaties wijkcontainers Speeltoestellen: -inspectie -schouwen -reparaties en vervangen -onderhoud/vervangen ondergrond Toestemming kabels en leidingen < 25 m1 Instemmingbesluit kabels en leidingen >25 m1 Vergunning voor gebruik openbare ruimte
Realisatie 2007 52.654 m2 10
Begroting 2008 55.000 m2 10
Begroting 2009 55.000 m2 10
1.432 st. 145 m2 447 st.
1.500 st. 500 m2 250 st.
1.600 st. 400 m2 500 st. 325 st. 1675 st. 1x per jaar 1156 st. 1x per kw. 1156 st. 850 st 190 st.
640
800
900
138
220
220
219
250
260
Meerjarige beleidsontwikkelingen Eind 2006 is de kwaliteitsinspectie van de gemeentelijke wegen (o.a. asfalt- en klinkerwegen en trottoirs) voltooid. Op basis van deze kwaliteitsgegevens van de verharding is het meerjaren onderhoudprogramma wegen van 2006-2009 geactualiseerd. In deze actualisatie zal tevens de afstemming plaats vinden met andere infrastructurele werken en verkeerskundige aanpassingen, waarbij wordt gekeken naar de inpassing van het onderhoud en/of naar de noodzaak van het treffen van tijdelijke maatregelen. In 2006 is het raamcontract voor de herstelwerkzaamheden bestratingen volgens de (Europese) aanbestedingsregelgeving aanbesteed en gegund. Gezien de hiermee geboekte resultaten wordt in navolging hierop een bestek op de markt gebracht waarmee op flexibele wijze kleine asfaltreparaties kunnen worden uitgevoerd en calamiteiten kunnen worden opgelost. Niet uitbesteed onderhoud van het gemeentelijk wegennet
110
Het hier bedoelde onderhoud vindt plaats op basis de uitkomsten van het periodiek schouwen (tienmaal per jaar) van het gemeentelijk wegennet en/of op basis van meldingen door gebruikers aan het servicepunt Woonomgeving. Een melding wordt altijd gevolgd door een schouw, ten einde de prioriteit van de melding, c.q. de ernst van de klacht te kunnen bepalen. Indien in een (periodieke)schouw blijkt dat er met urgentie herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd (de zogenaamde calamiteiten), wordt binnen 48 uur actie ondernomen. Daarnaast zijn niet urgente, honoreerbare wensen van bewoners, indien inpasbaar in de planning, ook onderdeel van deze onderhoudswerkzaamheden. Gladheidbestrijding De gladheidbestrijding vindt plaats conform het Gladheidbestrijdingsplan, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Op basis van de ervaringen tijdens de afgelopen jaren is de periode voor de bestrijding van gladheid verlengd. Vanaf 1 november tot en met 31 maart geldt een piketdienst. Hiervoor worden 50 medewerkers van de afdeling Stedelijk Beheer ingeroosterd. Aan de hand van een prioriteitenstelling worden in geval van gladheid 11 A-routes als eerste (preventief) gestrooid; dit betreft de belangrijkste doorgaande auto-, fiets en bruggenroutes, wijkontsluitende routes, busroutes, routes van en naar de ziekenhuizen en de brandweer. De A-routes bestaan uit: 4 autoroutes waarvoor wagens met opzetstrooiers en zonodig sneeuwschuivers worden ingezet, de lengte van deze routes bedraagt in totaal circa 200 kilometer; 5 fietspadenroutes waarvoor kleine wagens met opzetstrooiers worden ingezet, de lengte van deze routes bedraagt in totaal circa 115 kilometer; 1 bruggenroute bestaande uit 24 bruggen waarvoor een wagen met opzetstrooier wordt ingezet; 1 bruggenroute bestaande uit 32 bruggen plus de taxistandplaats bij het station die handmatig worden gestrooid. Alle A-routes worden jaarlijks opnieuw bezien en daar waar noodzakelijk aangepast. Het betreft met name aanpassingen als gevolg van reconstructies en areaaluitbreiding. In bepaalde straten is bijvoorbeeld eenrichtingsverkeer ingevoerd, waardoor de route moet worden aangepast. Indien mogelijk wordt een ontheffing aangevraagd om tegen de rijrichting in te mogen rijden maar dit is niet in alle gevallen wenselijk. De B-routes en de voetgangersgebieden worden in principe alleen tijdens de reguliere werktijden gestrooid. In extreme gevallen worden deze routes en voetgangersgebieden ook in het weekeinde gestrooid. Indien de gladheid zich binnen reguliere werktijden voordoet, worden de A-routes en de Broutes gelijktijdig gestrooid. Indien buiten de reguliere werktijden extreme gladheid ontstaat, kan voor de B-routes een beroep worden gedaan op de medewerkers die in geval van calamiteiten oproepbaar zijn. Vergunningverlening gebruik openbare ruimte en coördinatie leggen kabels en leidingen Ontwikkelingen op het gebied van ondergrondse infrastructuur hebben nog steeds invloed op onderdelen van deze beleidstaak. Technische ontwikkelingen en grootschalige vervangingen resulteren in een groei van het aantal ondergrondse leidingen, die de gemeente op grond van de Telecommunicatiewet in hoge mate moet gedogen. De kosten voor de gemeente, zowel personeel (coördinatie, toezicht, etc.) als materieel (herstel verhardingen, extra onderhoud) worden deels , conform richtlijnen van het VNG, aan de kabelexploitant doorbelast. Doordat de registratie van vergunningen voor gebruik openbare ruimte verder geoptimaliseerd is, is het aantal verstrekte vergunningen vanaf 2007 sterk toegenomen. Inzamelsysteem huishoudelijk afval De mogelijkheid om collectieve inzamelmiddelen voor huishoudelijk restafval meer ondergronds dan wel inpandig te realiseren wordt in 2009 verder vormgegeven. Hierbij wordt de glas- en papierinzameling via ondergrondse bakken meegenomen in samenwerking met de VAOP. Overwogen wordt om in 2008/2009 op enkele locaties ondergrondse containers voor restafval te plaatsen. Ook wordt in overleg met woningbouwcorporaties bezien of laadkisten inpandig kunnen worden geplaatst. Voor nieuwbouw- en renovatieprojecten is overeengekomen dat er geen collectieve middelen meer in de openbare ruimte worden geplaatst maar alleen inpandig. Al deze maatregelen moeten er toe leiden dat er minder vervuiling optreedt in de openbare ruimte en dat de openbare
111
ruimte minder wordt belast.
Budgettaire ontwikkelingen Jaarlijks vindt beoordeling plaats van de te verwachten areaalontwikkelingen. Op basis daarvan vindt bijstelling plaats van de ramingen. Ten opzichte van 2008 is het areaal voornamelijk toegenomen door de geleidelijke oplevering in Roomburg en Nieuw Leyden. Verder bestaat de ontwikkeling uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. Vanaf 2009 is er een nieuwe wettelijke verplichting van uitwisselbare, actuele en digitale gegevens over de ligging van kabels en leidingen, rioleringen, verkeersinstallaties, openbare verlichting, glasvezelnet en brugaansturing: de grondroerdersregeling. Deze is van toepassing op de producten 210.02 (openbare verlichting), 210.05 (exploitatie bruggen en viaducten), 210.07 (exploitatie wegen) en 722.03 (vervanging riolering). De kosten daarvan bedragen vanaf 2009 per jaar € 287.000. Afgewacht moet worden of de compensatie Algemene Uitkering toereikend is.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit produkt opgenomen.
112
Product 210.09 Herbestratingsprogramma Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.770 2.797 2.895 -1.026 0 0 2.744 2.797 2.895
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.920 2.942 0 0 2.920 2.942
2012 2.960 0 2.960
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het thema ‘Leiden intact’ van het programma Omgevingskwaliteit. Doelstelling van dit product is het uitvoeren van grootschalig (uitbesteed) onderhoud van het gemeentelijk wegennet.
Prestaties Prestatie indicatoren Onderhoud asfalt Onderhoud klinkerverhardingen
Realisatie 2007 29.000 m2 122.000 m2
Begroting 2008 25.000 m2 115.000 m2
Begroting 2009 22.000 m2 120.000 m2
Meerjarige beleidsontwikkelingen Eind 2006 is de kwaliteitsinspectie van de verhardingen van de gemeentelijke wegen voltooid. Op basis van deze kwaliteitsgegevens is het meerjaren onderhoudprogramma wegen van 2006-2009 geactualiseerd. In deze actualisatie zal tevens de afstemming plaats vinden met andere geplande infrastructurele werken en verkeerskundige aanpassingen. Indien er samenloop is, wordt de noodzaak van onderhoud afgewogen tegen de planning van de infrastructurele en verkeerskundige aanpassingen. Zonodig wordt er om de gebruiksveiligheid te garanderen tijdelijke onderhoudsmaatregelen getroffen, dit om de periode te overbruggen tot realisatie van de infrastructurele en verkeerskundige aanpassingen. Begin 2006 is het raamcontract voor de onderhoud- en herstelwerkzaamheden volgens (Europese) aanbestedingsregelgeving aanbesteed en gegund. De geselecteerde aannemers zijn op afroep beschikbaar voor herbestratingwerkzaamheden welke niet zijn gepland maar welk noodzakelijk zijn. In 2007 is tevens een bestek op de markt gebracht waarmee op flexibele wijze kleine asfaltreparaties en –calamiteiten kunnen worden opgelost.
Budgettaire ontwikkelingen Jaarlijks vindt beoordeling plaats van de te verwachten areaalontwikkelingen. Op basis daarvan vindt bijstelling plaats van de ramingen. Ten opzichte van 2008 is het areaal voornamelijk toegenomen door de geleidelijke oplevering van de locaties Roomburg en Nieuw Leyden. Verder bestaat de ontwikkeling uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan De investeringen op dit product zijn verantwoord op product 210.08 (investeringen wegen)
113
Product 210.10 Straatreiniging en graffitibestrijding Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 4.761 4.982 5.361 -3 0 0 4.758 4.982 5.361
Meerjarenbeeld 2010 2011 5.377 5.399 0 0 5.377 5.399
2012 5.411 0 5.411
Productomschrijving De activiteiten van dit product zijn gericht op het schoonhouden van de infrastructuur van het gemeentelijk wegennet en openbare terreinen (10 schoolpleinen, tunnels, 8 winkelcentra) en het verwijderen van graffiti op gebouwen. Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het programma omgevingskwaliteit.
Prestaties • Het vegen van zwerfvuil met als doel beeldkwaliteit 2 te krijgen. Voor de binnenstad geldt dat er naar een hoger beeldkwaliteit gestreefd wordt. De beeldkwaliteit kan een cijfer van 1 tot en met 4 krijgen, waarbij 1 staat voor zeer schoon. Onder deze noemer valt ook het dagelijks reinigen van de openbare wateren in de stad. • Het bestrijden van onkruid op verharding in de gehele stad volgens de DOB-methodiek. DOB staat voor Duurzaam Onkruid Beheer op verharding. Het middel Round Up Evolution met de werkzame stof glifosaat wordt hiervoor gebruikt. In de gebieden waar geen chemische middelen ingezet kunnen worden, wordt het onkruid minimaal één maal per jaar mechanisch verwijderd. • Het vegen van blad en bloesem. • Het legen van, naar verwachting, een twaalftal bladkorven. • Het wekelijks legen van in totaal 1363 prullenbakken, waaronder 228 grote prullenbakken en 258 hondenpoepbakken in verharding en groen; het legen van 19 blikvangers en 4 ondergrondse prullenbakken bij Leiden C.S. De prullenbakken op de marktterreinen worden daarnaast geleegd op woensdag, vrijdag en zaterdag. Gedurende de periode 1 april tot medio oktober worden de prullenbakken in de grote parken in het centrum en op de Burcht, wegens het intensieve gebruik, ook op zondagochtend geleegd. • Het minimaal eenmaal per jaar grondig schoonmaken van de kleine prullenbakken, zowel de binnen- als de buitenbak. De grote prullenbakken worden driemaal per jaar gereinigd. • Het eenmaal per week reinigen van de verdiepte fietsenstalling voor Leiden C.S. • Het in de periode van maart tot en met oktober op zondagochtend reinigen van de plakresten van de viskramen van de zaterdagmarkt. • Het vegen en legen van prullenbakken op evenemententerreinen van grootschalige evenementen zoals 2/3/4 oktober, Singelloop, Marathon, Koninginnedag. • Verwijderen van graffiti en illegaal plakwerk in de gehele stad op panden van deelnemers aan het graffiti project en op al het gemeentelijk eigendom: gebouwen, straatmeubilair, speelwerktuigen, containers, prullenbakken, bruggen, tunnels. Met als doelstelling: - Beeldkwaliteit 1, ( er komt geen plak- en kladwerk voor) in het gebied binnen de singels voor 100 % van het gebied, reiniging binnen 3 werkdagen. - Beeldkwaliteit 2, (een enkel plak- of kladwerk komt voor) in het gebied buiten de singels voor 100 % van het gebied, reiniging binnen 7 werkdagen - Racistische leuzen worden binnen 24 uur na melding verwijderd. • Schoonmaken van de 20 gemeentelijke aanplakborden. Prestatie-indicatoren
Realisatie 2007*
Begroting 2008
Begroting 2009**
Beeldkwaliteit straatreiniging
#2 in 80% van de metingen #2
#2 (schoon) in 80% van de metingen #1 in 80% van de metingen
#2 (schoon) in 80% van de metingen #1 (uitstekend) binnen en #2 (schoon) buiten de singels
Beeldkwaliteit graffiti en plakken
114
Totaal m2 graffiti verwijderd
8.915 m2
10.000 m2
10.000 m2
Percentage binnen de singels binnen 3 werkdagen verwijderd
75%
80%
Percentage buiten de singels binnen 7 werkdagen verwijderd
80%
80%
* beeldkwaliteit gebaseerd op metingen door extern bureau (Oranjewoud) ** beeldkwaliteit gebaseerd op metingen, conform de BOR-systematiek, door eigen personeel # 1 staat voor uitstekend, 2 voor goed, 3 voor matig en 4 voor slecht De te hanteren schouwmethodiek is vastgelegd in besluitnummer RV060040 In de stad wordt via de BOR-systematiek, steekproefsgewijs gecontroleerd of de schoonheidsgraad van de stad voldoet aan het vastgestelde ambitieniveau twee.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Bladkorven Sinds 2006 wordt er in het najaar gewerkt met bladkorven. Evaluatie heeft uitgewezen dat de bladkorven voorzien in een behoefte. Inmiddels zijn er in het najaar van 2007 25 locaties aangewezen. Verwacht wordt dat Stadsdelen nog met locatie-uitbreiding komt in de komende jaren. Een en ander na overleg met de districtsraden. Onkruidbestrijding De huidige klimaatschommelingen hebben onder andere invloed op de groei van onkruiden. De praktijk leert dat onkruiden eerder in het jaar beginnen te groeien en langer doorgroeien. Voor 2009 en verder zal dit ertoe leiden dat dit gevolgen gaat krijgen voor de momenten dat de onkruiden bestreden dienen te worden en in welke omvang en intensiteit dit het beste kan plaatsvinden. De ontwikkelingen op dit terrein zullen kritisch gevolgd blijven worden. Er wordt hard aan gewerkt om in 2008 het certificaat Brons voor Duurzaam Terreinbeheer te behalen. Certificering moet de burgers van de gemeente Leiden, de medewerkers en de controlerende instanties duidelijk maken dat de gemeente zorg draagt voor de omgeving. Daarnaast sluit certificering ook aan bij het rijksbeleid ten aanzien van het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen en bij de voorbeeldfunctie van de overheid. Beeldgestuurd vegen Stedelijk Beheer is in het kader van het Impulsprogramma Zwerfafval in april 2008 door Senter Novem aangewezen als Proeftuinproject met als doel om het effectief implementeren van werken met schoonheids-graden bij uitvoerende medewerkers te bewerkstelligen. Hiervoor is een subsidie toegekend van € 250.000. De looptijd van het project bedraagt 24 maanden en dient uiterlijk 31 december 2009 voltooid te zijn.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaan uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen. Verder bestaat de ontwikkeling uit een kleine uitbreiding in areaal als gevolg van de geleidelijke oplevering Nieuw Leyden en het Haagwegterrein.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
115
Product 221.01 Exploitatie havens en waterwegen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 953 970 1.013 -239 -302 -336 714 668 677
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.014 1.014 -361 -386 653 628
2012 1.014 -386 628
Productomschrijving De bediening van 26 beweegbare bruggen, waaronder 11 handbediend, het uitvoeren en handhaven van de op het water betrekking hebbende verordeningen plus de Wrakkenwet en het afgeven van vergunningen.
Prestaties Prestatie indicatoren Nieuwe vergunningen voor: Vergunningen bedrijfsvaartuigen Vergunningen terrasboten Vergunningen pleziervaartuigen Vergunningen exploitatie rondvaart Verwijderen pleziervaartuigen Aantal brugbedieningen Overnachtingen in passantenhaven Overnachtingen in de charterhaven
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1 19 seizoen/vast 8 incidenteel 1698 4 ca. 10 10.854 3.601 431
0 25
30 25
1677 4 100 11.000 3.000 450
1690 16 100 11.000 3.500 400
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met de enorme toename van het watertoerisme de laatste jaren is óók het aantal rederijen èn ondernemingen (w.o. restaurants) die op commerciële basis vervoer over het water organiseren toegenomen. Dientengevolge is er in de Leidse grachten een wildgroei ontstaan voor wat betreft de ligplaatsen van bedrijfsvaartuigen. Dit maakt het dat het huidige Ligplaatsenplan Bedrijfsvaartuigen 2000 niet meer toereikend is. Nog vóór het volgend vaarseizoen (april 2009) wordt daarom een nieuw Ligplaatsenplan Bedrijfsvaartuigen 2009 gerealiseerd. De criteria op basis waarvan ligplaatslocaties worden aangewezen en vergunningen worden afgegeven zullen hiermee opnieuw worden bezien en/of vastgesteld. Het spreekt voor zich dat een nieuw Ligplaatsenplan Bedrijfsvaartuigen de handhaving in de Leidse grachten vergemakkelijkt.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
116
Product 221.02 Grachten en Waterwegen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 916 960 743 -56 0 0 860 960 743
Meerjarenbeeld 2010 2011 746 749 0 0 746 749
2012 750 0 750
Productomschrijving Het onderhoud van de sloten en watergangen zoals het schoonmaken van de waterpartijen ten behoeve van de schouw (twee maal per jaar) en het uitvoeren van baggerwerkzaamheden. Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het thema “Leiden Intact” van het programma Omgevingskwaliteit. De doelstelling van dit product is het schoonhouden en doorvaarbaar houden van grachten en watergangen alsook het beschermen van de daar aanwezige flora en fauna. Door het continu verwijderen van (drijf)vuil van de oppervlaktewateren blijven deze schoon, doorvaarbaar en wordt de aanwezige flora en fauna beschermd.
Prestaties • Het schoonmaken van de waterpartijen ten behoeve van de schouw (twee maal per jaar) en het uitvoeren van baggerwerkzaamheden. Baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd op basis van het Baggerbeheerplan. • Het niet laten vervuilen van het oppervlaktewater in de Leidse watergangen door het continu verwijderen van (drijf)vuil. Dit gebeurt door middel van de inzet van de visvlet, 6 dagen per week Prestatiegegevens Baggeren ZuidWest Baggeren Stevenshof Baggeren Merenwijk Baggeren div. locaties Voorjaarsschouw Najaarsschouw
realisatie 2007 4.100 m3 3.800 m3
86.000 m’ 123.000 m’
begroting 2008
4.000 m3 4.000 m3 95.000 m’ 130.000 m’
begroting 2009 2.000 m3 2.000 m3 2.000 m3 1.000 m3 95.000 m’ 130.000 m’
Meerjarige beleidsontwikkelingen De in augustus 2006 gestarte baggerwerkzaamheden door het Hoogheemraadschap van Rijnland zijn eind 2006 gestaakt in opdracht van de arbeidsinspectie in verband met het aantreffen van explosieven. Naar verwachting zullen de baggerwerkzaamheden in de watergangen waarvoor het Hoogheemraadschap onderhoudsplichtig is, oktober 2008 worden hervat. In 2008 is het visiedocument en het uitvoeringsprogramma, die samen het Waterplan Leiden vormen vastgesteld. Het Waterplan bestaat uit vier thema’s die op basis van de besluitvorming vanaf 2008 worden opgepakt: In het kader van het thema Schoon en gezond water wordt beleid gemaakt en uitgevoerd om te voldoen aan de eisen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Met het thema Ruimte voor water wordt het waterkwantiteitsbeleid vormgegeven, zoals de gewenste blauwe structuur van de stad, het creëren van ruimte voor water en het terugdringen en voorkomen van wateroverlast. Het derde thema heet Water als trekpleister. Doel van dit thema is het verbeteren van beleving, gebruik, recreatieve en natuurlijke waarde en het benutten en verbeteren van de hoge cultuurhistorische waarde van de watergangen in de stad. Binnen het thema Water in de wijk tenslotte wordt gezorgd voor een beleidsmatige onderlegger voor een beleidstoets van het gemeentelijke onderhoud aan water, waterbodem, oevers, riolering en bruggen en het samen met bewoners creëren van een prettigere leefomgeving. Overeenkomstig het gestelde in het Waterplan Leiden wordt het beheer en onderhoud van het stedelijk water in 2009 overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Rijnland.
117
Budgettaire ontwikkelingen In 2009 wordt het beheer van stedelijk water overgedragen aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. In het kader van Ruimte voor nieuw Beleid levert dit een besparing op van € 250.000,--. Naar verwachting zal de overdracht mogelijk niet direct per 1 januari 2009 worden gerealiseerd. Dit zou betekenen dat de taakstelling voor 2009 niet volledig wordt gehaald. Verder bestaan de budgettaire ontwikkelingen uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
118
Product 541.05 Onderhoud walmuren en monumenten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 866 729 767 0 0 0 866 729 767
Meerjarenbeeld 2010 2011 794 812 0 0 794 812
2012 819 0 819
Productomschrijving Het in goede staat van onderhoud houden van walmuren, beschoeiingen, drijvende steigers, fonteinen en poldermolens. Dit onderhoud vindt planmatig plaats aan de hand van inspecties (bouwkundig) en/of van tevoren bepaalde frequenties (schilderwerk). Het beheerplan “Walmuren en beschoeiingen” vormt de basis voor het planmatige onderhoudswerk.
Prestaties Het in goede staat van onderhoud houden en zonodig vervangen van: • 10 fonteinen • 4.100 meter walmuur • 30.350 meter verticale beschoeiing • 50.500 meter horizontale beschoeiing Prestatie indicatoren Vervangen beschoeiing verticaal Vervangen beschoeiing horizontaal Onderhoud walmuren (schoonmaken) Onderhoud walmuren (metselwerk)
Realisatie 2007 805 m’ 1.660 m’ 1.850 m2 1.550 m2
Begroting 2008 300 m’ 1.800 m’ 1.800 m2 900 m2
Begroting 2009 1.400 m’ 1.000 m’ 1.900 m2 1.000 m2
Meerjarige beleidsontwikkelingen Overeenkomstig het Waterplan Leiden zal in overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland, bij de (noodzakelijk) vervanging van beschoeiing bekeken worden of de oever kan worden aangelegd als een zogenaamde natuurlijke oever. Daarnaast is in het kader van Ruimte voor nieuw Beleid besloten dat het onderhoud de komende jaren zal worden getemporiseerd. Het verlagen van het uitvoeringsniveau is mogelijk, mede gezien het feit dat het onderhoudsniveau op niveau 2 blijft, conform Grip op Kwaliteit. Tevens speelt mee dat de harde oevers steeds meer zullen worden vervangen door natuurlijke oevers.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
119
Product 541.06 Investeringen Walmuren Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.036 1.036 1.014 0 0 0 1.036 1.036 1.014
Meerjarenbeeld 2010 2011 977 953 0 0 977 953
2012 931 0 931
Productomschrijving Dit product betreft het verzorgen van de planvoorbereiding, de aanbesteding en het toezicht op de werkzaamheden aan walmuren, voor zover het niet regulier onderhoud betreft. Het gaat dan om uitvoering van vervanging, aanpassing, uitbreiding en groot onderhoud van walmuren, steigers, remmingwerken, oeververdedigingen en beschoeiingen. Daarnaast is de upgrading van de passantenhavens en het actieplan watertoerisme bij dit beleidsproduct meegenomen. In het bijzonder worden hier verantwoord de kapitaallasten van afgeronde en lopende investeringskredieten voor al deze voorzieningen.
Prestaties In de afgelopen 30 jaar is het zogenaamde Eilandenplan uitgevoerd, waarbij de walmuren van de binnenstad zijn vernieuwd, vervangen of gerestaureerd. De laatste werkzaamheden in dit kader zijn in 2006 afgerond.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er zijn in de komende jaren geen verdere vernieuwingen van walmuren in het investeringsprogramma opgenomen. Het onderhoud van de walmuren is opgenomen in het product “Onderhoud walmuren en monumenten”.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen worden volledig bepaald door het verloop van de kapitaallasten van de investeringen binnen dit product. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
120
Product 560.05 Groenbeheer Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 6.505 6.446 6.735 -495 -44 -46 6.010 6.402 6.689
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.779 6.796 -46 -46 6.733 6.749
2012 6.770 -46 6.724
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het thema "Leiden natuurlijk" en “Leiden Intact” van het programma omgevingskwaliteit. Het doel van dit product is het efficiënt beheren van de openbare ruimte en het versterken van groen en spelen in Leiden middels beheer, beleid, ontwikkeling- en renovatieprojecten. Het product Groenbeheer heeft derhalve een sterke relatie met de producten Milieucommunicatie (560.06) en Investeringen Stadsnatuur, water en groen (560.07).
Prestaties Prestatie indicatoren Percentage nieuwe bestemmingsplannen met waterparagraaf Percentage ruimtelijke plannen getoetst aan ecologisch toetsingskader Aantal beheerplannen van parken gericht op variatie en kwaliteit van stadsnatuur Aantal ha wijkgroen waar kwaliteitsimpuls is gerealiseerd Aantal gerealiseerde communicatieprojecten Aantal bomen behandeld (kap, snoei, ziektebestrijding) Aantal bomen onderzoek(schouw inclusief extra onderzoek meer kwetsbare bomen) Aantal kapvergunningen Meetrondes stadsnatuurmeetnet
Realisatie 2007 100%
Begroting 2008 100%
Begroting 2009 100%
100%
100%
100%
0
2
2
10 ha 3 10.350 15.000
3 ha 3 5.500 10.500
3 ha 5 5.500 10.500
312 0
300 1
300 0
Regulier groenonderhoud In 2009 zal, inclusief de nieuwbouwwijken Roomburg, Vlietpoort en Nieuw Leyden, in totaal 342,8 ha. groenvoorziening worden bijgehouden. De volgende verdeling is op dat onderhoud van toepassing: Klassiek Standaard+ Standaard Extensief Totaal
0,4 ha 144 ha 195,7 ha 2,7 ha 342,8 ha
0,1% 42 % 57,1% 0,8%
Nadere uitleg van de hier genoemde onderhoudsvormen: Klassiek: In Leiden alleen het Plantsoen en het Van der Werfpark. Betreft hoogfrequent en intensief onderhoud. Standaard+: Iets meer dan gemiddeld groenonderhoud. Met name extra schoonhouden van zwerfafval is hier aan de orde. Standaard: Onderhoud gericht op bereiken van gemiddeld beeldkwaliteit niveau 2 . Extensief:Ten behoeve van een meer natuurlijke ontwikkeling wordt groen laagfrequent onderhouden. Volgens de stadsenquête uit 2007 is de Leidse burger tevreden over het groenonderhoud in de wijk. Gemiddeld wordt het groenonderhoud van het wijkgroen met een 7 gewaardeerd (2005: 6,6 / 2006: 6,9). Leidenaren vinden volgens diezelfde enquete groen in de buurt en een rustige woonomgeving de
121
meest prettige punten aan de inrichting van een wijk. Het is dan ook van groot belang die groeninrichting optimaal te onderhouden. Gezien de gemiddelde waardering slaagt Leiden daar goed in. Zoals bekend wordt de gemeente naast de al langer bekende iepziekte, ook getroffen door de kastanjeziekte. Er is hierbij sprake van meerdere aandoeningen die de vitaliteit aantasten. Van de ca. 1600 kastanjes in Leiden is ca. 40% aangetast. Jaarlijks vindt een aparte inventarisatieronde plaats om de ontwikkelingen rond de diverse aandoeningen te blijven volgen. Er zijn nog steeds geen adequate middelen op de markt die de aandoeningen effectief kunnen bestrijden. Ook rukt momenteel de platanenziekte “massaria” op. Deze schimmelinfectie tast takken van de plataan aan die daarna spontaan uit de boom kunnen breken. In 2007 is massaria in Limburg ontdekt en de ziekte heeft zich sindsdien in rap tempo door heel Nederland verspreidt. Een adequate methode van ontdekken van de aandoening alsmede het bestrijden ervan is momenteel in heel Nederland punt van discussie en onderzoek. Renovatie parken Voor de renovatie van parken wordt verwezen naar de tekst van product 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen waar geschetst wordt welke activiteiten zijn en worden ondernomen om de belevingswaarde van de parken te optimaliseren. De parken worden algemeen beschouwd als de parels van de stad. Volgens de stadsenquêtes van de afgelopen jaren bezoekt 80% van de Leidenaren jaarlijks veelal enkele keren een groengebied/park in Leiden. Rust, ruimte en de mooie natuur zijn de belangrijkste redenen een park te bezoeken, gevolgd door recreatiemogelijkheden en speelmogelijkheden voor kinderen. De gemiddelde waardering voor een park is hoog, gemiddeld tussen een 7,3 en 8. Voor een dichtbevolkte stad en intensief gebruikt groen is dat een bijzonder goede waardering. Om die belevingswaarde op dit niveau te houden wordt dan ook intensief onderhoud gepleegd.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Algemeen Kwalitatief hoogwaardig groen in en om de stad alsmede groene verbindingen tussen stad en buitengebied zijn van groot belang voor de kwaliteit, leefbaarheid, gezondheid en economie van Leiden en haar burgers. Het is van belang dat deze structuren bekend zijn, gewaardeerd worden en goed gebruikt worden door inwoners en bezoekers van leiden. De komende jaren zal nog meer nadruk liggen op verdere versterking van de kwaliteit van groen in Leiden en de regio, communicatieactiviteiten, uitvoering van projecten samen met burgers en (regionale) partners en participatie van burgers en bedrijven. In het GroenActiePlan is dit beschreven en zijn uitvoeringsmaatregelen genoemd. Parken Op basis van een meerjarenplanning voor parken wordt door de afdeling Realisatie en afdeling Werkvoorbereiding Openbare Ruimte de komende jaren een kwaliteitsimpuls gegeven aan Leidse parken met een beheerachterstand. Ook in andere groenstructuren wordt meer kwaliteit en variatie gebracht teneinde het gebruik, de functies en de uitstraling te verbeteren. In 2009 vindt afronding plaats van de voornaamste werkzaamheden in de parken in de Merenwijk, de Stevenshof, parkje Oud Hortuszicht en de singelparken. Beheer Met het project “Grip op kwaliteit” werkt de gemeente aan het verbeteren van het beheer van de openbare ruimte. Met “Grip op groen” willen we als beheerders in de toekomst betere afspraken maken over de kosten en de te verwachten resultaten van onze inzet. Dit vraagt om samenhangend beleid, inzicht in de juiste maatregelen op het juiste moment en zicht op de bijbehorende kosten. Kapvergunningen: Momenteel is een nieuwe Bomenverordening in de maak waarbij de noodzaak voor elke boom kapvergunning aan te vragen komt te vervallen. Daarvoor in de plaats zullen gebieden worden aangewezen waarbinnen meer of minder vrijheid bestaat tot kap van bomen over te gaan. Alleen voor specifieke, monumentale of anderszins waardevolle bomen zal noodzaak tot het aanvragen van een kapvergunning blijven. Dit betekent concreet dat voor 2009 verwacht mag worden dat voor minder
122
bomen een kapvergunning nodig is. Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaan uit de trendmatige stijgingen van kapitaallasten en van lonen en prijzen. Verder bestaat de ontwikkeling uit een uitbreiding in areaal als gevolg van de geleidelijke oplevering in Roomburg. Als gevolg van de besluitvorming bij Ruimte voor Nieuw Beleid is het budget met € 11.000 verlaagd, vanwege de mogelijkheid tot het laten sponsoren van rotondes en/of groenstroken.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
123
Product 560.06 Natuur- en milieueducatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 753 815 756 -3 -2 -3 750 812 754
Meerjarenbeeld 2010 2011 756 756 -3 -3 754 754
2012 756 -3 753
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het programma Omgevingskwaliteit en sluit aan bij een van de doelstellingen van het CUP 2008-2010 om bestaande kwaliteiten van de stad onder de aandacht te brengen, kennis over te dragen en te laten beleven door bewoners en partners in de stad en de recreatieve waarde van de stadsnatuur beter te belichten. Hiervoor worden verschillende instrumenten op diverse locaties in de stad ingezet. Een centraal uitgangspunt daarbij is dat activiteiten vooral gericht zijn op de jonge Leidenaren. Zo wordt er jaarlijks een schoolprogramma ontwikkeld. Scholen kunnen aangeven welke ‘lessen’ zij willen volgen/ gebruiken. Enkele thema’s zijn terugkerend (zoals dieren in de wei) en voor andere wordt aangesloten bij de actualiteit (zoals activiteiten in kader van waterplan en stadsvogelcampagne). Daarnaast bestaat het aanbod uit excursies, wandelingen en openstelling van Koetshuis Leidse Hout, Reigersbos in Cronesteijn en de Kinderboerderij in de Merenwijk. En ook de andere locaties zoals de schooltuinen, diverse weides in de stad, het Heempark, het hertenkamp en de volière dragen bij aan het dichtbij huis kunnen beleven van natuur. In 2009 vordert de nieuwbouw van de kinderboerderij er zijn er betere faciliteiten voor scholen, dieren en medewerkers om ook de educatieve kant van de kinderboerderij beter te benutten. Door de nieuwbouw verwachten we meer bezoekers. Nme is tevens een vraagbaak / adviseur voor iedereen met vragen over “de stadsnatuur” (inhoudelijk zijn er met betrekking tot de stadsnatuur links met de producten 560.05 en 560.07). Vrijwilligers uit de Leidse bevolking denken niet alleen mee m.b.t. het beheer, maar zijn ook betrokken bij het uitvoeren van werkzaamheden (realisatie van het doel).
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal activiteiten Aantal deelnemers / bezoekers •
•
•
Realisatie 2007 30 110.000
Begroting 2008 30 120.000
Begroting 2009 32 125.000
Het dagelijks beheer van kinderboerderij, dierenweiden en bezoekerscentra. Het gaat hier om locaties op verschillende plaatsen in de stad met een gezamenlijke oppervlakte van 13 hectare. De educatieve activiteiten (projecten, natuurpaden) zijn een onderdeel van het ‘jaarprogramma nme’ dat jaarlijks aangeboden wordt aan het primair onderwijs. Deze activiteiten voor het onderwijs worden voor het overgrote deel ook “vertaald” voor een recreatief gebruik (omgekeerd gebeurt dat ook). Naast ondersteuning van het primair onderwijs, vindt ook ondersteuning van het voortgezeten hoger onderwijs plaats bij het realiseren van “veldwerk” in het Leidse groen. Naast de genoemde buitenactiviteiten wordt ook educatief materiaal aangeboden voor gebruik op of rond school: per jaar worden globaal 360 lespakketten, met levend lesmateriaal geleverd (bestemd voor ongeveer 9.000 leerlingen). Op recreatie gerichte binnenactiviteiten zijn o.a. door vrijwilligers samengestelde informatieve exposities over de stadsnatuur. NME biedt aan vrijwilligers niet alleen de mogelijkheid om samen te werken bij het ontwikkelen en uitvoeren van activiteiten, maar zij biedt vrijwilligersorganisaties (op het gebied van natuur en milieu) ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de expertise en de faciliteiten van de afdeling. Er worden binnen de afdeling per jaar globaal 9.000 vrijwilligersuren besteed aan nmeactiviteiten.
124
Meerjarige beleidsontwikkelingen De prestaties die NME levert, worden gerealiseerd in samenwerking met een groot aantal vrijwilligers. Het zal duidelijk zijn dat de inzet van vrijwilligers het mogelijk maakt om meer activiteiten te realiseren, dan wel om aangeboden activiteiten intensiever te begeleiden dan zonder hun inbreng mogelijk zou zijn. Ondersteunen en werven van vrijwilligers is hierbij wel een continu aandachtspunt voor NME. En voor het behalen van de doelen van NME (zie hierboven) is het ook nodig dat er actieve vrijwilligers blijven. De lokatie Reigersbos/ Cronesteijn kampt al enkele jaren met achterstallige onderhoud. In 2008 is de situatie echt kritiek geworden. Reigersbos vervult een belangrijke rol in het ontvangen van scholen en andere groepen en verzorgt zo een belangrijk deel van het jaarprogramma van NME. Het is noodzakelijk om in 2009 een visie te ontwikkelen op de toekomst van het Reigersbos en te bepalen of en welke er investeringen in het onderhoud moeten worden gepleegd en wat andere mogelijkheden zijn. Het pand is in onderhoud van Stedelijk beheer/ Werkplaatsen. Dit punt wordt samen opgepakt en financiële afwikkeling loopt via SB.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaan uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. Daarnaast staat de formatie onder druk, doordat er sprake is van een 24-uurs, 7 dagen in de week bedrijfsvoering war ziektes en andere onverwachte ontwikkelingen moeilijk zijn op te vangen. Een notitie over de knelpunten op het gebeid van formatie is medio 2008 voorgelegd aan de concerndirectie. Op moment van schrijven is de gekozen oplossingsrichting nog niet bekend. Onderhoud: Zie toelichting over onderhoud Reigersbos/ Cronesteijn.
Investeringsplan De investeringen gaan via Stedelijk beheer.
125
Product 560.07 Investeringen stadsnatuur, water en groen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 825 1.449 1.566 0 0 0 825 1.449 1.566
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.738 2.225 0 0 1.738 2.225
2012 2.282 0 2.282
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan het programma omgevingskwaliteit. Het doel van dit product is: • het versterken van stadsnatuur, water, groen en spelen in Leiden door ontwikkelings— en renovatieprojecten • het vergroten van de betrokkenheid bij en participatie in groene en blauwe projecten • het door communicatieprojecten vestigen van de aandacht op de aanwezige stadsnatuur en de gebruiksmogelijkheden van het water en groen in en om de stad In het bijzonder worden hier verantwoord de kapitaallasten van afgeronde en lopende investeringskredieten voor deze voorzieningen. Het Product Investeringen stadsnatuur, water en groen heeft een sterke relatie met de producten Natuur- en milieucommunicatie (560.06) en Groenbeheer (560.05). In 2008 is een GroenActiePlan (GAP)opgesteld. Dit plan laat onder andere zien wat de achtergrond en samenhang van deze ‘groene’ producten is en geeft aan waar prioriteiten liggen op het gebied van groen. Het GAP behelst de opknapbeurt van groen (waaronder parken), groenbeheer en diverse communicatie- en participatieacties. Het Waterplan Leiden is eind 2007 vastgesteld door de raad en behelst waterbeleid en diverse uitvoeringsmaatregelen.
Prestaties Prestatie indicatoren Percentage nieuwe stedelijke plannen met water- en groenparagraaf Percentage ruimtelijke plannen getoetst aan de Gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen (Flora- en Faunawet) Uitvoering meetronde stadsnatuur-meetnet Leiden Aantal gerealiseerde communicatieprojecten gericht op stadsnatuur, water en groen Aantal parken waar kwaliteitsimpuls is gerealiseerd
Realisatie 2007 100%
Begroting 2008 100%
Begroting 2009 100%
100%
100%
100%
0
1
0
3
2
7
2
2
6
Bomenverordening In 2008 is de Bomenverordening aangepast om enerzijds ‘belangrijk’ groen beter te beschermen en anderzijds de administratieve lastendruk te verlagen. Stadsnatuurmeetnet In 2008 is de derde meetronde van het Stadsnatuurmeetnet Leiden uitgevoerd. Eerdere meetronden vonden plaats in 2004 en 2006. In 2009 zal een analyse worden gemaakt over de ontwikkeling van de Stadsnatuur in Leiden. In 2008 is het meetnet aangevuld met de module vissen. Communicatie In de reeks Leiden Lekker Wild is het bomenkaartje ‘Een uurtje bomen’ en het bomenboekje ‘Leidse Longen’ verschenen, de Dag van het Park heeft plaatsgevonden en er is een Bomenverkiezing
126
gehouden. Renovatie parken: Park Merenwijk In 2007 is het traject voor de opknapbeurt van Park Merenwijk gestart. Park Merenwijk wordt volgens de richtlijnen uit Grip op Groen opgeknapt. De uitvoerende werkzaamheden zijn gestart in het najaar van 2008. In de periode tot 2012 zullen nog afrondende werkzaamheden plaatsvinden. Park Stevenshof Samen met de leden van de klankbordgroep, bewoners van de Stevenshof, is een plan gemaakt voor renovatie van het park in de Stevenshof, het Stevenspark. Uitvoering hiervan is gestart in het najaar van 2008 en zal doorlopen tot in de zomer van 2009. De Burcht Gedeeltes van het plantsoen rond de Burcht zijn heringericht met klassieke beplanting (rozen, rododendron enz.) in plaats van de nu aanwezige meer ruige beplanting . Singelparken In dit project wordt gestreefd naar verbetering van de groene singelrand. Onderdelen in de rand die in 2008 uitgevoerd zijn: • Oud-Hortuszicht Eind 2007 is door de bewoners rond een groen- en speelplek bij de Witte Singel, Oud-Hortuszicht, aangegeven dat hier extra onderhoud en/of aanpassingen nodig zijn. Er is sprake van wateroverlast en van speelwerktuigen die niet voldoen. Samen met de bewoners is gezocht naar verbeteringen en deze zijn uitgewerkt in een verbeterplan voor deze locatie Oud-Hortuszicht. Uitvoering loopt vanaf het najaar van 2008 tot in het voorjaar van 2009. • Ankerpark/Katoenpark De grond in het Ankerpark is in 2007/2008 gesaneerd. In het Katoenpark heeft een kleine verbetering plaatsgevonden. Herinrichting van het Ankerpark zal uitgevoerd worden in 2009. • Huigpark Sanering van de bodem van het Huigpark is gestart in 2008. Afronding zal zijn in 2009 waarna er begonnen wordt met de herinrichting. • Rembrandtpark/park De Put Begin 2008 zijn hier gedeeltes met nieuwe beplanting heringericht. • Entree Bleekerspark/Oude Herengracht De ingang naar het Bleekerspark is zodanig ingericht dat de verbinding met het park duidelijker is geworden. De singelrand is mede hierdoor weer een stukje groener. Rhijnhof In 2008 is gestart met het aanleggen van de verhardingen met kantopsluitingen en het bijbehorend groen (bomen en hagen) van de projectfasen 1c en 1d. Ook zal de projectfase T7 worden afgemaakt. Het betreft de bouw van een brug tussen het nieuwe parkeerterrein achter het Poortgebouw en de “oude” begraafplaats. Tevens is gestart met het parkeerterrein op Veldheim uit projectfase 2 en met projectfase 3. Waterplan In 2008 zijn de eerste onderdelen uit het Waterplan Leiden uitgevoerd. Hieronder vallen de aanleg van minimaal 500 meter natuurvriendelijke oever, diverse communicatie acties zoals een brochure, folder en fotowedstrijd, onderzoek, het vervangen van duikers en het afkoppelen van riolering, etc. Daarnaast heeft inbreng van waterbeleid plaats gevonden voor waterparagrafen in bestemmingsplannen en voor watertoetsen bij ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. In 2008 is begonnen met het bijhouden van een stadsbrede BergingsRekeningCourant (BRC), of waterbalans.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Algemeen Kwalitatief hoogwaardig water en groen in en om de stad alsmede groene en blauwe verbindingen tussen stad en buitengebied zijn van groot belang voor de kwaliteit, leefbaarheid, gezondheid en economie van Leiden en haar burgers. Het is van belang dat deze structuren bekend zijn, gewaardeerd worden en goed gebruikt worden door inwoners en toeristen van Leiden. De komende jaren zal nog meer nadruk liggen op verdere versterking van de kwaliteit van water en groen in Leiden en de regio, op communicatieactiviteiten, op uitvoering van projecten samen met burgers en (regionale) partners, en op participatie van burgers en bedrijven. In het GroenActiePlan (GAP) en Waterplan is dit beschreven en zijn uitvoeringsmaatregelen genoemd. In het kader van het GAP worden onder andere ‘postzegelparkjes’ aangelegd, Groenactiedistrictsplannen opgesteld met bewoners, aandacht besteed aan integratie en groen, het aantal groene beheerconvenanten met burgers en bedrijven (bijvoorbeeld adoptie van rotondes) uitgebreid, etc. Overige acties worden hier onder genoemd onder de specifieke 127
paragrafen. Regionaal groenfonds Met het Regionaal Groenfonds onderschrijft het college het belang van de groene kwaliteit rondom de stad, het behoud van het Groene Hart en met name het kwetsbare veenweidegebied rond Ade en Zoeterwoude. Twee initiatieven worden jaarlijks ondersteund: het Gebiedsfonds Land van Wijk en Wouden en het Gebiedsfonds Leidse Ommelanden Oost (Ade). Met het Gebiedsfonds Land van Wijk en Wouden worden de volgende doelen nagestreefd: 1. het versterken van de cultuurhistorie, de natuur en de landschappelijke waarden van het gebied; 2. het vergroten van de mogelijkheden voor in- en omwonenden om dit gebied te bezoeken en te beleven. Het is de bedoeling het Regionale Groenfonds tevens in te zetten voor kansrijke projecten op gebied van de doelstelling. Uitvoeringsprogramma Ecologisch beleidsplan In het kader van het Uitvoeringsprogramma Ecologisch beleidsplan 2006 – 2009 wordt in 2009 weer een aantal projecten uitgevoerd, zoals de uitwerking van de mogelijkheden voor de regionalisering van het stadsnatuurbeleid door middel van een BiodiversiteitActiePlan (BAP) in samenwerking met de provincie Zuid-Holland en de Milieudienst West-Holland. Enkele acties vanuit het BAP zijn een cursus natuurvriendelijk tuinieren en een cursus ecologisch beheer voor beheerders. Deze moet resulteren in een impuls voor het ecologisch beheer. De Leidse Gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen is in werking en wordt toegepast bij alle bestemmingsplannen en stedelijke projecten. Deze zal worden geëvalueerd. Stadsnatuurmeetnet In 2008 heeft de derde meetronde plaatsgevonden van het Stadsnatuurmeetnet Leiden. In 2009 zal een analyse worden gemaakt over de ontwikkeling van de Stadsnatuur in Leiden. Daarbij wordt op basis van de drie meetronden tevens bezien hoe het meetnet zelf functioneert en hoe het kan aansluiten op landelijke ontwikkelingen. Verder wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor vrijwilligers in de uitvoering van extra modules van het Stadsnatuurmeetnet. De resultaten van het Stadsnatuurmeetnet worden per wijk digitaal inzichtelijk gemaakt. Daarnaast verschijnt er een brochure over de resultaten van het Stadsnatuurmeetnet , hierin wordt ook op deze website gewezen . Communicatie Leiden Lekker Wild In 2009 zullen in het kader van ‘Leiden lekker wild’ meerdere aansprekende communicatieprojecten op het gebied van stadsnatuur worden georganiseerd. Leiden heeft hiervoor van LNV een subsidie voor Groene Partners ontvangen. Met Vogelbescherming Nederland en partners in de stad wordt een Stadsvogelcampagne opgestart. In dit kader verschijnt er een brochure, komen er tentoonstellingen, een waarnemingen website en andere communicatieve acties. Daarnaast verschijnt er een nieuw boekje in de reeks ‘Leiden Lekker Wild’. In 2009 wordt aandacht besteed aan het 25-jarig bestaan van Polderpark Cronesteyn. Er zullen tal van communicatieve activiteiten worden georganiseerd en communicatieve en recreatieve voorzieningen worden verbeterd en aangebracht. De Dag van het Park zal in 2009 plaats vinden in Polderpark Cronesteyn. Vanuit het Waterplan richten tevens enkele onderzoeken zich op het verbeteren van de zwemwaterkwaliteit en het watersysteem van Polderpark Cronesteyn. Parken Op basis van een meerjarenplanning voor parken wordt door de afdeling Realisatie en afdeling Werkvoorbereiding Openbare Ruimte de komende jaren een kwaliteitsimpuls gegeven aan Leidse parken met een beheerachterstand. Ook in andere groenstructuren wordt meer kwaliteit en variatie gebracht teneinde het gebruik, de functies en de uitstraling te verbeteren. Hierbij worden tevens de mogelijkheden bekeken om ‘natuurlijk spelen’ en de betrokkenheid van allochtonen bij groen te versterken. In 2009 vind afronding plaats van de voornaamste werkzaamheden in de parken in de Merenwijk en de Stevenshof. Het groen rond de singels, wat we noemen de Singelparken, wordt heringericht of opgeknapt. In 2008 en uitlopend naar 2009 worden aanpassingen uitgevoerd bij Oud-Hortuszicht, het Ankerpark, entree Blekerspark en een gedeelte van de groene singelrand ter hoogte van de Grote Beer. Tevens wordt een bijdrage geleverd aan een fontein voor het Plantsoen. In 2009 is de sanering van het Huigpark klaar en kan begonnen worden met de herinrichting. Naar verwachting loopt de uitvoering door tot in 2010.
128
In het kader van het WOP Leiden Noord vindt er een opknapbeurt van het Noorderpark en versterking van het groen in Leiden Noord plaats. Onder de noemer Tuin van Noord wordt meer eenheid, kwaliteit en beleving in het gebied rond het huidige Noorderpark gerealiseerd. Daarnaast wordt ervoor gezorgd dat dit kwalitatief hoogwaardige groen beter bereikbaar wordt. Park de Bult staat op de planning voor een opknapbeurt in 2010/2011. Met een vooronderzoek naar en inventarisatie van de huidige conditie van het park zal gestart worden in 2009. Begraafplaats Rhijnhof Voor 2009 staat de herinrichting van de voormalige oprijlaan op het “oude” deel van de begraafplaats Rhijnhof gepland. Naar verwachting zal de daarvoor benodigde ruiming van graven in 2008 en 2009 worden uitgevoerd. Projectfase T4 is afhankelijk van de verbouwingen van het crematorium. Deze is vertraagd. Met de Stichting Crematorium Leiden wordt overleg gevoerd om de verbouwing weer op te starten. Er wordt naar gestreefd om de projectfase 3 en het restant van projectfase 2 medio 2010 te hebben gerealiseerd. Dat is dan ook het jaar waarin Rhijnhof 100 jaar bestaat. Waterplan Leiden Het Waterplan Leiden is een coproductie van de gemeente Leiden met het Hoogheemraadschap van Leiden. Eind 2007 is het Waterplan vastgesteld door beide raden. In 2009 worden, volgens de planning in het uitvoeringsschema Waterplan, weer diverse maatregelen uitgevoerd. Hieronder vallen de aanleg van (minimaal 500 meter) natuurvriendelijke oevers, enkele onderzoeken (zoals een zwemwater- en watersysteem onderzoek in Polderpark Cronesteyn), het vervangen van duikers en het afkoppelen van riolering, etc. Communicatieve acties vanuit het waterplan in 2009 zijn een boekje over water in de reeks ‘Leiden Lekker Wild’, een regentonnenactie en educatieve acties vanuit de Milieudienst en NME onder de vlag van het Waterplan. Het traject Overdracht beheer Stedelijk Water aan het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt in 2009 afgerond. Daarnaast vindt door de watercoördinator inbreng van waterbeleid plaats voor waterparagrafen in bestemmingsplannen en voor watertoetsen bij ruimtelijke ontwikkelingsprojecten.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen worden bijna volledig bepaald door het verloop van de kapitaallasten van de investeringen binnen dit product. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld. Daarnaast betreft het de trendmatige stijging van lonen en prijzen.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009-2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investeringen: Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (*1.000) 39 51 1.081 50 676 30 25 75 2.027
Bomennota 2003 – 2013 Rhijnhof vloertjes & dragers in kelders Uitbreiding en herinrichting Rhijnhof Vooronderzoek park De Bult Tuin van Noord Entree Blekerspark Fontein Plantsoen Kostenaanpassing Park Stevenshof Totaal stadsnatuur, water en groen 2009
129
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Product 560.08 Wijkmanagement Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 223 412 424 -34 0 0 189 412 424
Meerjarenbeeld 2010 2011 424 424 0 0 424 424
2012 424 0 424
Productomschrijving Dit product levert een belangrijke bijdrage aan “Leiden denkt mee”, zoals benoemd in het programma Omgevingskwaliteit. De twee doelstellingen die centraal staan zijn, samengevat: Participatie in buurt en stad (6.1) en Betrokkenheid bij leefomgeving (6.2). Hierbij wordt overigens ook verwezen naar programma 1 Bestuur en dienstverlening, Burgers meer; beter betrekken bij de beleid en uitvoering (doel 1.6).
Prestaties In 2008 is een evaluatie afgerond van het functioneren van de districtsraden en van het wijkgericht werken. De algemene conclusie van de evaluatie was dat de districtsraden bijdragen aan de leefbaarheid in de stad en een aantal concrete resultaten hebben bereikt. Op basis van de evaluatie is voorgesteld de districtsraden ook op andere gemeentelijke thema’s in te zetten naast het thema Omgevingskwaliteit. Daarnaast zal er gewerkt worden aan een nog betere afstemming van de gemeentelijke activiteiten op de wensen die in de stad leven. Prestatie indicatoren
Realisatie 2007
10 Districtsraden 5 x bijeen Bijeenkomst voor alle districtsraden Maatwerk inzet van districtsraadgelden Schouwen met bewoners Convenanten Samenwerkings-projecten met partners in de stad
Begroting 2008
Begroting 2009
50 2 100%
50 2 100 %
5 10 10
5 30 15
Meerjarige beleidsontwikkelingen In het kader van de verdere ontwikkeling van burgerparticipatie worden wijkmanagement en accountmanagement voor bedrijven en instellingen gecombineerd tot een expertisecentrum op het gebied van de relaties met de stad, waarbij het denken vanuit de stad leidend is. Alle activiteiten worden gericht op het versterken daarvan, tegelijk met het bevorderen van betrokkenheid van inwoners, bedrijven en instellingen bij hun omgeving. De uitwerking daarvan is niet alleen zichtbaar in allerlei vormen van overleg, maar ook in het sluiten van convenanten met bewoners, bedrijven en instellingen en in het ondersteunen van initiatieven van bewoners gericht op het verbeteren van de woonomgeving via het fonds wijkinitiatieven. Ook het instrument van gezamenlijke schoonmaakacties zal veelvuldig worden ingezet.
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product zijn er naast de trendmatige stijging geen budgettaire ontwikkelingen te melden.
130
Product 721.02 Huishoudelijk afval Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 14.541 14.186 14.107 -1.314 -1.037 -1.084 13.227 13.149 13.023
Meerjarenbeeld 2010 2011 14.248 14.981 -1.084 -1.084 13.164 13.897
2012 15.038 -1.084 13.954
Productomschrijving De gemeente is op grond van de Wet Milieubeheer verplicht binnen haar grondgebied het afval afkomstig van huishoudens in te zamelen. Ook is de gemeente verplicht een locatie binnen de gemeentegrenzen aan te wijzen waar burgers huishoudelijke afvalstoffen kunnen achterlaten. De wet geeft tevens aan dat de inzameling op een milieuhygiënische en doelmatige wijze moet plaatsvinden. In de programmabegroting is in het programma Omgevingskwaliteit het beleidsthema ‘Leiden ruimt op’ gedefinieerd, gericht op ‘schoon en opgeruimd’. Met betrekking tot dit beleidsthema zijn 2 doelstellingen geformuleerd: 1. Het in stand houden en verbeteren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad. 2. Burgers ervaren de beeldkwaliteit op een positieve manier. Hieronder staat beschreven op welke manier er voor wordt gezorgd dat de stad ‘schoon en netjes’ is waar het de inzameling van huishoudelijk afval betreft.
Prestaties Leiden heeft de ambitie samen met alle gebruikers te zorgen voor een leefomgeving die opgeruimd, natuurlijk en heel is. Kortom, een omgeving waar het prettig vertoeven is. Ten behoeve van de inzameling van huishoudelijk afval zijn voor burgers (ca 55.000 aansluitingen) verschillende voorzieningen (inzamelmiddelen) gecreëerd. Bewoners van de laagbouw hebben de beschikking over minicontainers, 1 voor restafval en 1 voor GFT. Bewoners van hoogbouw maken gebruik van de wijkcontainers of maken gebruik van zogenaamde ‘inpandige laadkisten’. In de binnenstad wordt restafval in zakken aangeboden. Het afval van de laagbouw wordt alternerend ingezameld; de ene week restafval en de andere week GFT. Wijkcontainers bestemd voor restafval worden 3 tot 4 keer per week geleegd. In het kernwinkelgebied worden 4 keer per week huisvuilzakken ingezameld, in het overige deel van de binnenstad (binnen de singels) worden twee keer per week huisvuilzakken ingezameld. Met ingang van 1 januari 2008 is de gescheiden inzameling van gft via verzamelcontainers en de zuiltjes in de binnenstad stopgezet. In het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid is ook de inzameling van Klein Gevaarlijk Afval via de Chemocar met ingang van 1 januari 2008 gestopt. 3 Voor het ophalen van grof vuil kan een afspraak (maximaal 1 x per maand en maximaal 2m per keer) worden gemaakt via het Servicepunt Woonomgeving, het grofvuil wordt dan gratis opgehaald. De wachttijd bedraagt maximaal 5 werkdagen. Ook kan het grofvuil ongelimiteerd van maandag tot en met zaterdag naar de Milieustraat worden gebracht. Bouw- en sloopafval kan hier tot maximaal 1.000 kg per jaar gratis worden aangeboden; daarboven worden er kosten in rekening gebracht. Daarnaast worden herbruikbare goederen en wit- en bruingoed kosteloos opgehaald door kringloopbedrijf Het Warenhuis of kunnen ze aldaar worden afgegeven.
Voor de inzameling van de component tuinafval uit het gft, kan door de bewoners van Leiden ook gebruik gemaakt worden van de zogenaamde greenbag. Dit is een kunststof tas met 1 m3 inhoud. De greenbag kan gratis afgehaald worden aan de Admiraal Banckertweg. Wanneer de greenbag gevuld is, wordt deze op afspraak gratis aan huis opgehaald. Ook kunnen in het voor- en najaar afspraken gemaakt worden om takken (gebundeld) aan huis op te laten halen. Voor de gescheiden inzameling van papier, glas en textiel en KCA zijn aparte voorzieningen getroffen. Voor de inzameling van papier kan gebruik worden gemaakt van circa 165 papierbakken die in de stad staan. Daarnaast zijn er ook verenigingen die papier inzamelen; de geregistreerde verenigingen ontvangen een garantiesubsidie op de ingezamelde hoeveelheid van 0,04 euro per kg.
131
Voor de gescheiden inzameling van glas zijn circa 157 glasbakken beschikbaar. De papier- en glasbakken worden minimaal 1x per week geleegd, op locaties waar veel gebracht wordt, worden de bakken vaker geleegd. Voor de gescheiden inzameling van textiel heeft KICI 64 containers in Leiden geplaatst. KICI verzorgt het legen van en het onderhoud aan deze containers. Daarnaast wordt op aanvraag maximaal 4 x per jaar een vergunning verleend aan charitatieve instellingen om huis aan huis textiel op te halen. Voor de gescheiden inzameling van KCA heeft de gemeente elk huishouden voorzien van een milieubox waarin het KCA kan worden verzameld. Dit kan vervolgens worden ingeleverd bij de Milieustraat en via het zogenaamde DIS-systeem (Detailhandel Inzamel Systeem). De inzameling van wit- en bruingoed verloopt vanaf 1 januari 1999 (groot wit- en bruingoed) respectievelijk 1 januari 2000 (klein wit- en bruingoed) via de Gevulei (kringloopbedrijf Het Warenhuis). De verwerking van het Leidse huishoudelijk afval loopt via de Gevulei. Prestatie-indicatoren (hoeveelheden in tonnen) Restafval Grofvuil GFT KCA Glas Papier Textiel Overige prestatieindicatoren Aantal bezoekers Milieustraat Aantal grofvuil afspraken
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
33.133 8484 3971 118 2130 6931 434
36.500 8.500 3.250 65 2.750 7.750 450
36.500 8.750 3.250 65 2.500 7.750 450
16.500 23.603
17.000 25.000
17.000 25.000
Inzamelmiddel Wijkcontainers Rest Minicontainers
Aantal 1100 18.000 per week
Restafval zakken
Papiercontainers
Circa 9000 huishoudens die gebruik maken van zakken 165
Glascontainers
157
Textielcontainers Laadkisten restafval
64 500
Overige afvalstromen Snoeiafval Asbest KCA Wit- en bruingoed Grofvuil GreenBag voor groenafval
Ledigingfrequentie minimaal 3x per week alternerend, de ene week restafval en de andere week GFT 2 tot 4 x per week (alleen kernwinkelgebied)
minimaal 1x per week, op sommige locaties vaker minimaal 1x per week, op sommige locaties vaker textielcontainers worden door KICI geleegd 2x per week
Inzamelfrequentie half maart tot half mei en half september tot half november kosteloos en op afspraak opgehaald – iedere eerste woensdag van de maand KCA kan van maandag tot en met zaterdag kosteloos op de Milieustraat worden afgeleverd kosteloos en op afspraak opgehaald kosteloos en op afspraak opgehaald kosteloos en op afspraak opgehaald
Kernwinkelgebied Het kernwinkelgebied betreft het gebied tussen de Hooigracht, Langebrug, Kort Rapenburg, Prinsessekade, Nieuwe Beestenmarkt, Stationsgebied, Haarlemmerstraat (inclusief de stegen),
132
Havenplein. Het intensieve inzamel- en schoonmaakregime, 4 x per week afval inzamelen en aansluitend vegen, leidt tot een zeer schoon kernwinkelgebied.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Concrete projecten om de afvalinzameling in Leiden te optimaliseren en die tevens een bijdrage leveren aan een schone en opgeruimde stad zijn: Benchmark De Leidse inzameldienst neemt sinds 1998 deel aan de jaarlijkse benchmark van het NVRD, de branchevereniging van inzamelbedrijven. Met behulp van dit onderzoek wordt inzicht verkregen in een aantal prestatie-indicatoren met betrekking tot bedrijfsprocessen en bedrijfsresultaten. Bovendien geeft dit onderzoek een vergelijking tussen bedrijven onderling. Leiden wordt geclassificeerd als een zeer sterk verstedelijkt gebied. Papier en Glas In 2007 is door de Gevulei een mantelovereenkomst afgesloten met de VAOP voor papier en glas. Gemeenten hebben vervolgens een deelnemingsovereenkomst met VAOP afgesloten voor de inzameling en verwerking van papier en glas.Een reden om voor de VAOP te kiezen is naast de vergoeding voor het oud papier (prijs) dat de Gevulei de ambitie heeft om gebruikmakend van de deskundigheid van VAOP scheidingspercentages voor glas en papier verder te verbeteren. In 2009 wordt aan deze doelstelling verder uitvoering gegeven. Producentenverantwoordelijkheid In het dossier verpakkingen is tussen VROM, de VNG en het verpakkende bedrijfsleven afgesproken dat er proefprojecten worden ingericht waaruit moet blijken welke inzamelmethode de beste resultaten heeft en welke kosten hieraan verbonden zijn. Deze proefprojecten zijn niet alleen noodzakelijk om de voor- en nadelen van elke methode inzichtelijk te maken maar ook om inzicht te krijgen in de hoogte van de vergoedingen die door het verpakkende bedrijfsleven aan gemeenten betaald zouden moeten worden voor het inzamelen van verpakkingen. Deze vergoedingen zouden minstens kostendekkend moeten zijn zodat burgers niet én verpakkingsbelasting betalen én via een hogere afvalstoffenheffing de inzameling van kunststoffen betalen. De resultaten van deze proefprojecten zijn nog niet bekend. En zolang de resultaten en kosten niet bekend zijn, is het voor gemeenten eigenlijk niet mogelijk een verantwoorde beslissing te nemen over het toe te passen inzamelsysteem. Een beslissing over de inzameling van kunststoffen zal dan ook pas in het najaar van 2008 genomen kunnen worden als er meer informatie beschikbaar is. Intussen is door de betrokken partijen wel hard gewerkt aan de ontwikkeling van contracten en protocollen waaraan de gemeenten die verpakkingen inzamelen moeten voldoen. De verwachting is dat deze de komende maanden verder verbeterd worden zodat deze een uitgangpunt bieden voor de onderhandelingen met gemeenten. Inzamelsysteem huishoudelijk afval De mogelijkheid om collectieve inzamelmiddelen voor huishoudelijk restafval meer ondergronds dan wel inpandig te realiseren wordt in 2009 verder vormgegeven. Hierbij wordt de glas- en papierinzameling via ondergrondse bakken meegenomen in samenwerking met de VAOP. Overwogen wordt om in 2008/2009 op enkele locaties ondergrondse containers voor restafval te plaatsen. Ook wordt in overleg met woningbouwcorporaties bezien of laadkisten inpandig kunnen worden geplaatst. Voor nieuwbouw- en renovatieprojecten is overeengekomen dat er geen collectieve middelen meer in de openbare ruimte worden geplaatst maar alleen inpandig. Al deze maatregelen moeten er toe leiden dat er minder vervuiling optreedt in de openbare ruimte en dat de openbare ruimte minder wordt belast. Voor wat betreft de inzameling met vuilniszakken zijn in 2008 de mogelijkheden onderzocht om de meeuwenoverlast tegen te gaan. Het betreft de overlast die wordt veroorzaakt door het opentrekken van vuilniszakken met alle gevolgen van dien. Hiermee is in 2007 een start gemaakt middels een campagne en maatregelen zoals het rapen van eieren uit nesten. Daarnaast is in 2008 een proef uitgevoerd waarbij sterkere zakken zijn uitgeprobeerd. Aan de hand van de resultaten, kan in 2009 bepaald worden of er structurele maatregelen te nemen zijn.
133
Regionalisering In het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid heeft het College van Burgemeester en Wethouders in 2007 uitgesproken een werkbedrijf in de vorm van een NV op te willen richten. Door dit werkbedrijf zullen dan de taken met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte van gevel tot gevel uitgevoerd worden. Een drietal gemeenten (Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude) binnen de regio hebben te kennen gegeven te willen participeren in dit werkbedrijf. In 2008 hebben de vier gemeenten een intentieverklaring ondertekend. Hierin wordt de intentie uitgesproken te onderzoeken op welke wijze gezamenlijk een werkbedrijf opgericht kan worden. Hierbij brengen Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude met name de afvalinzamelactiviteiten in het werkbedrijf onder. In 2009 wordt middels (project- enwerkgroepen) gezamenlijk verder vorm gegeven aan de inrichting van het werkbedrijf.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 staat bij de jaarschijf 2009 de volgende investering: Investeringsobject Routinematige investeringen bedrijfsmiddelen Vervanging Diftar
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 361
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
100
Ja
134
Product 721.03 Bedrijfsafval Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.811 2.007 2.085 -2.005 -2.147 -2.246 -193 -140 -161
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.085 2.085 -2.246 -2.246 -161 -161
2012 2.085 -2.246 -161
Productomschrijving De gemeente heeft op het gebied van bedrijfsafval geen wettelijke inzamelplicht. De inzameldienst is op het gebied van bedrijfsafval slechts één van de marktpartijen naast vele andere particuliere inzamelaars. Een belangrijke doelstelling bij de inzameling van bedrijfsafval - naast synergie voordelen in de bedrijfsvoering is te voorkomen dat bedrijfsafval bij het huishoudelijk afval wordt aangeboden en daardoor ten laste van de algemene middelen komt. Het programma Omgevingskwaliteit uit de programmabegroting richt zich vooral op het beheer van de leefomgeving. Bedrijven hebben ook invloed op de (kwaliteit van de) leefomgeving. De manier waarop met het afval dat zij produceren wordt omgegaan en de wijze van inzameling heeft gevolgen voor de beeldkwaliteit in de stad. Ook voor dit product gelden dus de doelstellingen zoals zij in de programmabegroting bij het beleidsterrein ‘Leiden ruimt op’ geformuleerd zijn: 1. Het in stand houden en verbeteren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad 2. Hogere kwaliteit openbare ruimte in aandachtsgebieden 3. Burgers ervaren de beeldkwaliteit op een positieve manier
Prestaties Het ophalen van bedrijfsafval bij gemiddeld circa 2.500 adressen en bij circa 1.800 klanten. Het bedrijfsafval dat wordt ingezameld bestaat uit kantoor-, winkel-, en dienstenafval (KWD) en andere fracties zoals GFT-afval, glas en papier, die qua aard en samenstelling gelijk zijn aan het huishoudelijk afval. De onderlinge prijsconcurrentie is hoog. Omdat de gemeente slechts een van de marktpartijen is, besteden we veel aandacht aan een goede prijskwaliteit verhouding van ons aanbod, aan acquisitie en is een continue goede dienstverlening ook hier van belang. In dit kader is het de doelstelling om het huidig markaandeel te behouden. Prestatie indicatoren Aantal klanten Aantal adressen Tonnen
Realisatie 2007 n.b. n.b. 7.264
Begroting 2008 1800 2500 6800
Begroting 2009 1800 2500 7000
Meerjarige beleidsontwikkelingen De opbrengsten die Bedrijfsafval genereert zijn voldoende om de directe en indirecte kosten te dekken. Ook een kleine opslag om incidentele risico te vangen is hierin meegenomen. Het bedrijfsafval dat wordt ingezameld bestaat uit kantoor-, winkel-, en dienstenafval (KWD) en andere fracties zoals GFT-afval, glas en papier, die qua aard en samenstelling gelijk zijn aan het huishoudelijk afval. De onderlinge prijsconcurrentie is hoog. De mate waarin we als gemeente een aantrekkelijke prijs-kwaliteit kunnen blijven bieden is bepalend voor de ontwikkeling van dit product. De inzet is gericht op het behouden van het huidig marktaandeel en daarmee met de huidige positieve invloed op zowel de (lagere) lasten van de gemeenten voor inzameling als het positieve effect op de kwaliteit van de openbare ruimte. Daarvoor is het marktgericht denken belangrijk en zal het kunnen bieden van service en maatwerkafspraken steeds belangrijker worden. In het kader van de discussie over regievoering, moet ook naar dit product gekeken worden.
135
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product zijn geen budgettaire ontwikkelingen te melden, alleen de tarieven zullen worden aangepast aan de gestegen prijzen.
136
Product 721.04 Huishoudelijk afval regiogemeenten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 973 1.059 851 -878 -809 -588 95 250 262
Meerjarenbeeld 2010 2011 851 851 -588 -588 262 262
2012 851 -588 262
Productomschrijving Op het gebied van inzameling wordt met vier gemeenten uit de regio samengewerkt. Dit gebeurt met alle gemeenten door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. De achterliggende reden van deze samenwerking is het realiseren van een doelmatige inzameling en versterking van de positie van gemeenten in de afvalketen.
Prestaties Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Uren Inzameling van restafval, GFT en 2041 nvt(*) grofvuil in Zoeterwoude Inzameling van restafval en GFT in 391 nvt(*) een deel van Teylingen [buitengebied Warmond] Inzameling van restafval en GFT in 6704 nvt(*) Oegstgeest Inzameling van restafval en GFT in 4111 nvt(*) Alkemade (*) In het productblad 2008 zijn deze uren niet als begroot opgegeven.
Begroting 2009 2000 400
6500 4000
Meerjarige beleidsontwikkelingen NB. Alle relevante ontwikkelingen worden opgenomen. Herhaling van delen van programmatekst is onvermijdelijk. Het beleidsproduct Huishoudelijk afval regiogemeenten is kostenneutraal, dat wil zeggen dat alle aan deze inzameling verbonden kosten, zowel de directe kosten, de indirecte kosten alsmede de overhead (inclusief risico-opslag) doorberekend kunnen worden aan de betrokken regiogemeenten. Het uitvoeren van deze activiteit heeft als bijkomende effect een betere inzet en efficiency van de ingezette medewerkers en bedrijfsmiddelen en dat een deel van de overhead van de totale afvalinzameling mede door dit beleidsproduct gedragen wordt. Regionalisering In het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid heeft het College van Burgemeester en Wethouders in 2007 uitgesproken een werkbedrijf in de vorm van een NV op te willen richten. Door dit werkbedrijf zullen dan de taken met betrekking tot het beheer van de openbare ruimte van gevel tot gevel uitgevoerd worden. Een drietal gemeenten (Oegstgeest, Leiderdorp en Zoeterwoude) binnen de regio hebben te kennen gegeven te willen participeren in dit werkbedrijf. In 2008 hebben de vier gemeenten een intentieverklaring ondertekend. Hierin wordt de intentie uitgesproken te onderzoeken op welke wijze gezamenlijk een werkbedrijf opgericht kan worden. Hierbij brengen Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude met name de afvalinzamelactiviteiten in het werkbedrijf onder. In 2009 wordt middels (project- en werkgroepen) gezamenlijk verder vorm gegeven aan de inrichting van het werkbedrijf. Momenteel bevindt de gemeente Alkemade zich in een fusieproces met de gemeente Jacobswoude. Op 1 januari 2009 gaan beide gemeente samen op in één nieuwe gemeente Kaag en Braasem. Gedurende 2008 wordt duidelijk wat de consequenties van dit fusieproces worden voor de inzameling door Leiden van huishoudelijk afval in Alkemade. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat Leiden in een overgangsperiode de inzameling blijft verzorgen.
137
Budgettaire ontwikkelingen Als de samenwerking met de gemeente Alkemade wordt beëindigd, is er minder inzet van personeel en middelen nodig. Dit zou een kostenbesparing opleveren van € 258.000 jaarlijks. Dit bedrag wordt dan echter geheel gecompenseerd door het wegvallen van de vergoeding die Alkmade daarvoor betaalt. De overige budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen
138
Product 722.03 Vervanging riolering Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.183 1.214 1.253 -393 0 0 790 1.214 1.253
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.253 1.253 0 0 1.253 1.253
2012 1.253 0 1.253
Productomschrijving 1. Het vervangen of renoveren van de openbare riolering. In de gemeente ligt circa 312 km. riolering (vuilwater-, hemelwater- en drukriolering en persleidingen). Vervanging vindt plaats op basis van de planning zoals die is opgenomen in het Gemeentelijk Riolerings Plan. 2. Het terugdringen van de vuiluitworp op oppervlakte water door: het maken van emissieberekeningen het meten van de overstorten door middel van sewers (overstortmeters) het afkoppelen van verhard- en dakoppervlak (gescheiden regenwaterafvoer) het treffen van voorzieningen aan rioolwateroverstorten het verrichten van niveaumetingen in de openbare riolering. Prestaties Prestatie indicatoren Morskwartier (fase III): Gerard Brandtstraat, Coornhertstraat, Vondellaan(ged.), Lage Morsweg(ged.), Stuwstraat, Duikerstraat en Damlaan. De Kooi Afkoppelen. Aanleg hemelwaterriool in een deel van de Parkstraat, Timorstraat, Lombokstraat, Driftstraat en Ambonstraat. Rioolgemaal Maresingel. Vervangen persleidingen Willem de Zwijgerlaan e.o. Oranjegracht en Waardgracht Saneren overstortbemalingen
Realisatie 2007 DWA 636 m’ RWA 636 m’
Begroting 2008
Begroting 2009
DWA 750 m’
2x 600 m’ DWA 150 m’
DWA 840 m’ HWA 1.030 m’ HWA 1.020 m’ Maresingel Maredijk
DWA = Droogweer afvoerleiding RWA = Regenwater afvoerleiding
Meerjarige beleidsontwikkelingen Op 23 januari 2007 zijn de emissieberekeningen door het Hoogheemraadschap van Rijnland goedgekeurd. Aan de hand van deze berekeningen is door het Hoogheemraadschap van Rijnland de waterkwaliteitstoetsing overstorten Leiden uitgevoerd. Op 3 april 2007 zijn de resultaten van deze toetsing aan de gemeente toegezonden. Conclusie van de toetsing was dat “van de ca. 175 riooloverstorten in Leiden op vijf locaties in het watersysteem knelpunten optreden, waarvan twee urgente knelpunten. Deze twee urgente knelpunten worden veroorzaakt door één overstort die op een doodlopende watergang loost en één overstort die op een slecht doorspoelde watergang loost. Met Rijnland is afgesproken dat op laatstgenoemde locaties overstortmeters (sewers) worden aangebracht. Hiermee kan bepaald worden of de theoretische overstort frequenties volgens de berekeningen van Rijnland, zich ook in de praktijk daadwerkelijk voordoen. Of maatregelen om overstorten tegen te gaan moeten worden getroffen is afhankelijk van de meetresultaten. Op de overige overstort-locaties komen geen knelpunten voor. Wel wordt gesteld dat de overstort-locaties blijven aangemerkt als aandachtsgebied”.
139
Naar aanleiding van de waterkwaliteitstoetsing is door de gemeente een pakket van maatregelen opgesteld en voor instemming aan het Hoogheemraadschap van Rijnland toegestuurd. Deze maatregelen (emissiereductie riolering) houden in: Locatie Rioolvervanging Willem de Zwijgerlaan Noordwest, Noordoost en Zuid. Deze straten worden voorzien van een gescheiden stelsel met uitzondering van de hoofdweg Willem de Zwijgerlaan. Bij deze maatregel wordt ca. 6 ha. afgekoppeld Afkoppelen verhard- en (gedeeltelijk) dakoppervlak in een gedeelte van de De Kooi. Dit gebied wordt omsloten door de Sumatrastraat, Parkstraat, Timorstraat en Formosastraat. Bij deze maatregel wordt ca. 8 ha. afgekoppeld. Afkoppelen dakoppervlak Oranjegracht – Waardgracht. Bij deze maatregel wordt ca. 11 ha. afgekoppeld. Aanleg gescheiden stelsel Fruitbuurt (Druivenstraat, Kersenstraat, Meloenstraat en Appelstraat). Bij deze maatregel wordt ca. 5 ha. afgekoppeld. Aanleg gescheiden stelsel Middelstegracht en Uiterstegracht. Bij deze maatregel wordt ca. 9,7 ha. afgekoppeld. Afkoppelen verhard- en (gedeeltelijk) dakoppervlak in twee delen van Leiden Zuid West. Het ene gebied wordt omsloten door de Churchilllaan, Boshuizerwatering, Korte Vliet en Voorschoterweg. Het ander door de Toussaintkade, Boshuizerkade, Telderskade en Hoflaan. Bij deze maatregelen wordt ca. 70 ha. afgekoppeld.
uitvoering 2008/2009/ 2010 2008
2009 2009/2010 2010/2011 2010/2011/ 2012
Deze maatregelen zijn door het Hoogheemraadschap van Rijnland goedgekeurd en zijn verwerkt in een concept WVO-vergunning die naar verwachting eind 2008 definitief zal worden vastgesteld. De afgelopen drie jaar zijn, na extreme regenval, klachten binnen gekomen betreffende wateroverlast. Van deze klachten is een inventarisatie gemaakt. Hieruit bleek dat op een dertigtal locaties bij hevige regenval regelmatig wateroverlast optreedt. In het derde kwartaal van 2007 is een begin gemaakt met het treffen van maatregelen om wateroverlast te beperken. Voorbereid zijn rioleringswerken voor een deel van wijk De Kooi (aanleg hemelwaterriool) en Maresingel. Deze werken zijn eind 2007 aanbesteed en begin 2008 is de uitvoering gestart. De werkzaamheden zullen vóór einde 2008 zijn afgerond. Op een zestal locaties zijn in 2008 voorzieningen aangebracht om wateroverlast te beperken. In 2009 zullen op de resterende locaties, waar mogelijk, eveneens voorzieningen worden aangebracht om de wateroverlast te beperken.
Budgettaire ontwikkelingen Vanaf 2009 is er een nieuwe wettelijke verplichting van uitwisselbare, actuele en digitale gegevens over de ligging van kabels en leidingen, rioleringen, verkeersinstallaties, openbare verlichting, glasvezelnet en brugaansturing: de grondroerdersregeling. Deze is van toepassing op de producten 210.02 (openbare verlichting), 210.05 (exploitatie bruggen en viaducten), 210.07 (exploitatie wegen) en 722.03 (vervanging riolering). De kosten daarvan bedragen vanaf 2009 per jaar € 287.000. Afgewacht moet worden of de compensatie Algemene Uitkering toereikend is. Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot het product “vervanging riolering” opgenomen. De investeringen in aanleg, vervanging, aanpassing en groot onderhoud zijn ondergebracht in product 722.05, “investeringen riolering”.
140
Product 722.05 Investeringen Rioleringen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh W erkvoorbereiding Openbare Ruimte Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.800 1.927 1.743 0 0 0 1.800 1.927 1.743
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.387 1.305 0 0 1.387 1.305
2012 1.036 0 1.036
Productomschrijving Dit product betreft het verzorgen van de planvoorbereiding, de aanbesteding en het toezicht op de werkzaamheden aan rioleringsstelsels, voor zover het niet regulier onderhoud betreft. Het gaat dan om de aanleg, de vervanging, de aanpassing en het groot onderhoud.
Prestaties De uitvoering van vernieuwen van de riolering in de Lage Mors fase 4 (lengte 2000 m), gereed begin 2010. De besteksvoorbereiding van het vernieuwen van de riolering in de Sumatrastraat tussen de Surinamestraat en de Timorstraat (lengte 160 m). Aanbesteding najaar 2008, gereed medio 2009.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De structurele aanpak van de rioolvernieuwing is neergelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Voor de uitvoering daarvan wordt jaarlijks een krediet beschikbaar gesteld. De afdelingen Werkvoorbereidng Openbare Ruimte en Stedelijk Beheer overleggen periodiek over nadere invulling en bijstelling van het meerjarenprogramma. Dit jaar en volgend jaar wordt in de Lage Mors een deel van de riolering vervangen. Het huidige gemengde rioolstelsel (afvalwater en regenwater worden door hetzelfde systeem afgevoerd) in genoemde straten zal worden vervangen door een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel (afvalwater wordt afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie, het (overtollige) regenwater wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen worden volledig bepaald door het verloop van de investeringen binnen dit product. Bij de jaarlijkse actualisatie van het investeringsplan wordt het investeringspatroon aan de laatste ontwikkelingen bijgesteld.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 staat bij de jaarschijf 2009 de volgende investering: Investeringsobject Investeringen rioleringen
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 404
141
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
Product 722.06 Onderhoud riolering en gemalen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.318 2.926 3.090 -146 -106 -110 3.172 2.821 2.979
Meerjarenbeeld 2010 2011 3.139 3.185 -110 -110 3.029 3.075
2012 3.204 -110 3.093
Productomschrijving Het in goede onderhoudstoestand brengen en / of houden van alle openbare rioleringen. Het bedienen en onderhouden van riool-, polder-, tunnel- en overstortgemalen en de rioolgemalen op de diverse volkstuincomplexen. Prestaties Het waarborgen van de onderhoudstoestand van alle openbare rioleringen vindt plaats door middel van: • onderhoud van en reparatie aan openbare rioleringen, inclusief rioolschuiven • reinigen en inspecteren van de openbare riolering • onderhoud, reparatie en schoonmaken van kolken, kolklozingen en drainageleidingen • onderhoud, reparatie en schoonmaken van regenwater afvoergoten Het bedienen en onderhouden van gemalen wordt gerealiseerd door: • het aansturen van het geautomatiseerd bewakings- en besturingssysteem (149 gemalen, 4 elektrische schuiven) • het controleren van de niet op het geautomatiseerde systeem aangesloten gemalen (9 stuks); • onderhoud gemalen (bouwkundig) • het vervangen van delen van de mechanische installaties van gemalen • het onderhouden van stankbestrijdende opstellingen, zoals stankfilters en het Nutriox-systeem, waarbij gedoseerd een vloeistof aan het rioolwater wordt toegevoegd. Hiermee wordt H2S vorming en daarmee stankoverlast tegen gegaan • het verwerken van de meetgegevens betreffende de overstorten van het riool op oppervlaktewater en een drietal regenmeters. Het onderhouden en beheren van: • 321 km openbare riolering (inclusief reiniging en inspectie) • 8.5 km hemelwater riolering ( inclusief reiniging en inspectie) • 43.250 stuks straat- en trottoirkolken • 417 km kolkafvoerleidingen • 3.900 meter regenwater afvoergoten • 100 km drainageleiding • 145 rioolgemalen • 9 hemelwatergemalen (gescheiden stelsel) • 26 poldergemalen (waaronder spoelgemalen) • 5 elektrische schuiven • 3 regenmeters • 25 overstortmeters • 9 vaste meetpunten (niveaumeting) in de openbare riolering • 375 peilbuizen ten behoeve van het meten van het grondwaterpeil Prestatie indicatoren - m’ riool reinigen en inspecteren - rioolreparaties - reinigen kolken - m’ kolkafvoerleidingen vernieuwen - m’ regenwater afvoergoten reinigen - m’ drainage leiding reinigen
Realisatie 2007 30.900 370 st. 40.500 st. 3.200 5.100 5.200
142
Begroting 2008 30.000 p.m. 43.000 st. 2.500 2.500 6.000
Begroting 2009 38.000 p.m. 43.250 st. 2.800 5.000 6.000
- monitoring peilbuizen grondwater - schoonmaken rioolgemalen - schoonmaken vacuümputten - schoonmaken tunnelgemalen - schoonmaken drukriolering - vernieuwen actieve koolfilters - bouwkundig ombouw gemalen - plaatsen nieuwe pompen - plaatsen nieuwe schakelkast - storingen in werktijd - storingen buiten werktijd - monitoring overstort- en regenmeters - regenval
355 52 st. 13 st. 30 st. 90 st. 35 st. 1 st. 18 st. 14 st. 732 348 38 963 mm.
300 st. 50 st. 13 st. 15 st. 40 st. 35 st. 3 st. 6 st. 6 st. p.m. p.m. 45 st. 890 mm
375 st. 50 st. 13 st. 30 st. 80 st. 35 st. 2 st. 7 st. 5 st. p.m. p.m. 25 st. 890 mm.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Op 20 januari 2004 is het Gemeentelijk Riolerings Plan (het GRP) door de Gemeenteraad vastgesteld. In dit plan zijn de beleidsontwikkelingen op het gebied van riolering voor de periode 2004 – 2008 opgenomen. De uitvoering van projecten kan, wat betreft prioritering, worden bijgesteld als gevolg van gebreken die worden geconstateerd tijdens de uitvoering van inspectiewerkzaamheden. In Leiden bevinden zich ca. 43.250 kolken en circa 3.900 m’ regenwaterafvoergoten. De afgelopen jaren is gebleken dat aan de planning van 1x per jaar reinigen van de kolken en regenwaterafvoergoten niet kan worden voldaan. Juist het reinigen van de regenwaterafvoergoten is zeer arbeidsintensief en neemt daardoor (te) veel tijd in beslag. Om aan de planning te voldoen wordt in het openbaar bestek “Reinigen en inspecteren openbare riolering” een deel van het reinigen van kolken meegenomen. De gemeentelijke riolering dient te voldoen aan de basisinspanning. Dit houdt in dat de vuilemissie (lozing vanuit de riolering op oppervlaktewater) aan eisen moet voldoen. Leiden voldoet nog niet aan de piekemissie T = 2 (dit is een bui die 1 x per jaar valt). Om hieraan te voldoen zal een aantal maatregelen moeten worden getroffen. Deze maatregelen bestaan uit: 1. Het vergroten van de onderdrempelberging, hetgeen inhoudt dat bij vervanging van riolering een grotere diameter wordt toegepast waardoor meer berging ontstaat; 2. Het afkoppelen van verhard- en dakoppervlak (bestrating en waar mogelijk het dakoppervlak), dat nu nog loost op de gemengde riolering loskoppelen en afvoeren naar het oppervlaktewater. De planning van deze maatregelen worden in het nieuw vast te stellen GRP 2009 – 2013 opgenomen. Door het monitoren van riooloverstorten wordt de praktijk met de theoretische berekeningen vergeleken. In overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland worden 25 stuks riooloverstorten bemeten. Dit aantal is vastgelegd in de vergunning Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo).
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 staat bij de jaarschijf 2009 de volgende investering: Investeringsobject Routinematige investeringen bedrijfsmiddelen: rioolbemaling Lammenschans
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 69
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
De investeringen in aanleg, vervanging, aanpassing en groot onderhoud zijn ondergebracht in product 722.05, “investeringen riolering”.
143
Product 723.01 Ontsmettingsdienst Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 69 64 67 -7 -26 -27 62 38 40
Meerjarenbeeld 2010 2011 67 67 -27 -27 40 40
2012 67 -27 40
Productomschrijving Het uitvoeren van de wettelijke taak inzake de bestrijding van ratten en faraomieren. Bestrijding van allerlei soorten ongedierte en het incidenteel ontsmetten van woningen. Ook hier geldt: de kwaliteit van de leefomgeving is belangrijk voor het welbevinden van burgers. Prestaties Prestatie indicatoren Uren Ongediertebestrijding Prestatie indicatoren Soort bestrijdingen Ratten Faraomieren Bedwantsen Fruitvliegjes Kakkerlakken Mieren Motten Muggen Muizen Ovenvisjes/Zilvervisjes Vlooien Wespen Hommels en bijen Diversen TOTAAL
Realisatie 2007
Verwachting 2008
Verwachting 2009
1.650
1.650
1.650
Realisatie 2007 Aantal meldingen 137 0 2 7 36 19 12 5 57 22 9 83 14 21
Verwachting 2008 Aantal meldingen 140 0 2 10 30 15 10 10 60 25 15 100 20 25
Verwachting 2009 Aantal meldingen 140 0 2 10 30 15 10 5 60 25 15 100 20 25
424
462
457
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er zijn geen meerjarige beleidsontwikkelingen aan de orde. Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen doen zich geen budgettaire ontwikkelingen voor. Ten behoeve van de dekking voor activiteiten ter bestrijding van meeuwenoverlast is er jaarlijks € 20.000 in een bestemmingsreserve beschikbaar.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
144
Product 723.05 GR Milieudienst West-Holland Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Ruimte- en Milieubeleid Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.248 2.722 2.748 -376 -358 -298 1.873 2.363 2.450
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.725 2.701 -298 -298 2.427 2.403
2012 2.701 -298 2.403
Productomschrijving Het beleidsthema Leiden intact van het programma Omgevingskwaliteit richt zich op het in stand houden en verbeteren van de functionaliteit, kwaliteit en veiligheid van de openbare ruimte. Dit beleidsterrein omvat ook alle milieugerelateerde onderwerpen. Ten aanzien van milieu heeft Leiden de gemeentelijke taken en bevoegdheden op grond van milieuwetgeving overgedragen aan de Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst West-Holland. Ook advisering over de milieuaspecten van andere beleidsterreinen wordt door de Milieudienst uitgevoerd. Met de overdracht van taken hangt bovendien samen dat regionaal milieubeleid binnen de gemeenschappelijke regeling wordt ontwikkeld. In de begroting van de Milieudienst wordt jaarlijks de bijdrage van de gemeente Leiden vastgesteld voor het uitvoeren van de genoemde activiteiten.
Prestaties In haar programmabegroting voor 2009 beschrijft de Milieudienst de voorgenomen activiteiten en verwachte resultaten. In hoofdlijnen bevat de programmabegroting 2009 van de Milieudienst de beschrijving van prestaties op de volgende onderwerpen: • het reguleren van milieuactiviteiten; • het uitvoeren van milieutoezicht op bedrijfsactiviteiten; • het opstellen van plannen om de lokale milieukwaliteit op het gebied van geur, lucht, veiligheid en geluid te verbeteren, en het begeleiden van de uitvoering; • het inbrengen van milieuaspecten in ruimtelijke plannen; • het verzorgen van bodemtaken: dit zijn o.a. begeleiding en advisering bij bodemsaneringen, en het uitvoeren van de bevoegd gezagtaak van de Wet bodembescherming van Leiden; • het uitvoeren van projecten ten behoeve van klimaatbeleid, duurzaam bouwen en duurzaam consumeren. Voor een gedetailleerde beschrijving wordt verwezen naar de Programmabegroting en Productenbegroting 2009 van de Milieudienst West-Holland.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Door het bestuur van de Milieudienst West-Holland en het College van B&W is begin 2007 de Milieuagenda 2007-2010 vastgesteld. Het bevat een tussenevaluatie van het Milieubeleidsplan 20032010 en het geeft aan wat er in de resterende periode nog moet gebeuren om de doelstellingen te bereiken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de lokale milieukwaliteit en, in lijn met de toegenomen wereldwijde aandacht voor klimaatverandering, CO2-reductie, energiebesparing en duurzaamheid. Een van de andere mogelijke beleidsontwikkelingen betreft de invoering van de omgevingsvergunning. Onduidelijk is ten tijde van het opstellen van de begroting of en zo ja wanneer deze vergunning ingevoerd wordt. Voor de milieu-inhoudelijke beleidsontwikkelingen wordt verwezen naar de Programma-begroting 2008 Milieudienst West-Holland. In reactie op de aanbieding van de Programmabegroting 2007 Milieudienst West-Holland aan de gemeenteraad van Leiden, heeft Leiden verzocht om in volgende begrotingen meer nadruk te leggen op meetbare doelen en producten. In de productenbegroting 2008 van de Milieudienst heeft dit voor het eerst zijn beslag gekregen. Ook in volgende begrotingen zal Leiden ernaar streven om de formulering van meetbare prestaties verder te verbeteren.
145
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen.
146
Product 723.06 Milieubeheer algemeen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Ruimte- en Milieubeleid Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 905 920 731 -188 0 0 717 920 731
Meerjarenbeeld 2010 2011 734 637 0 0 734 637
2012 637 0 637
Productomschrijving Het beleidsthema Leiden intact van het programma Omgevingskwaliteit richt zich op het in stand houden en verbeteren van de functionaliteit, kwaliteit en veiligheid van de openbare ruimte. Dit beleidsterrein omvat ook alle milieugerelateerde onderwerpen. Hoewel het bestuur van de GR Milieudienst West-Holland de kaders vaststelt waarbinnen de milieudoelstellingen voor Leiden worden gerealiseerd (zie 723.05), zijn niet alle budgetten naar de Milieudienst overgeheveld. Zo zijn er milieutaken die door de Milieudienst op projectbasis worden uitgevoerd en milieutaken die uitsluitend voor de gemeente Leiden bestaan (en niet voor de andere gemeenten in de GR). Onder dit beleidsproduct worden dan ook de budgetten verantwoord die niet zijn overgedragen aan de Milieudienst West Holland. Het betreft onder andere het doen van investeringen in het verbeteren van de lokale milieukwaliteit: de uitvoering van maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit (RV 06.0141), asbestsanering in gemeentelijke panden (B&W 05.0860), gevelsaneringen (B&W 04.1088), geluidmeetpunten vliegtuiglawaai Schiphol (B&W 05.0816) en bodemsanering. (T.b.v. bodemsanering bestaan ook nog een bestemmingsreserve en een voorziening, die beide vallen onder het product 830.01 Grondexploitatie.) Daarnaast zijn met dit product verbonden: het lidmaatschap van het Klimaatverbond, deelname aan de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) en de facilitering van de Leidse Milieuraad, de geluidmeetpunten Schiphol.
Prestaties • Aan de producten m.b.t. Klimaatverbond, CROS, en dergelijke zijn geen specifieke prestaties verbonden, zij zijn verbonden met de milieudoelstellingen en –prestaties uit enerzijds het Milieubeleidsplan en anderzijds de begroting van de Milieudienst. • Middels dit product worden de kapitaallasten voor asbestsanering in gemeentelijke panden verwerkt. De planning en uitvoering verloopt via beheer gemeentelijk vastgoed. De Milieudienst heeft hierin een toetsende en adviserende rol. Daarnaast adviseert de Milieudienst op asbestsloopvergunningen, zij beoordeelt de asbest- inventarisatierapporten behorend bij de vergunningaanvraag. • de financiële afwikkeling wordt door de gemeente Leiden verantwoord. • Onder dit product valt ook de facilitering van de Leidse Milieuraad (LMR). De LMR is een zelfstandig adviesorgaan van het college en kan het college gevraagd en ongevraagd advies geven. Het college faciliteert de LMR met het bieden van vergaderfaciliteiten en secretariële ondersteuning.
Prestatie indicatoren gevelsanering
Realisatie 2007 0
Begroting 2008 65
Begroting 2009 26
Meerjarige beleidsontwikkelingen In vervolg op het plan van aanpak luchtkwaliteit (vastgesteld mei 2006) heeft een task-force Lucht in de gemeente Leiden het plan geconcretiseerd naar een aantal maatregelen die genomen moeten worden. Dit is in november 2006 door B&W vastgesteld (B&W nr. 07.1023). Vanaf 2008 heeft de Milieudienst hierover de projectleiding en bewaakt de voortgang van de uitvoering van deze maatregelen. Dit loopt door tot en met 2010.
147
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen.
148
Product 724.02 Begraafplaats Rhijnhof Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
mr. J.P.R.M. (John) Steegh Stedelijk Beheer Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 74 75 43 0 0 0 74 75 43
Meerjarenbeeld 2010 2011 8 7 0 0 8 7
2012 7 0 7
Productomschrijving Dit product levert een bijdrage aan het programma Omgevingskwaliteit. Het doel van dit product is het conform de Wet op de lijkbezorging zorg dragen voor kwalitatief en kwantitatief voldoende begraafcapaciteit op begraafplaats Rhijnhof. Prestaties De gemeente draagt in de vorm van een subsidie bij in het exploitatietekort van de begraafplaats.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De subsidie wordt in enkele jaren afgebouwd. Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen. Als gevolg van de besluitvorming over de besparingsvoorstellen bij de begrotingsbehandeling 2008 is de bijdrage met ingang van 2009 met € 35.000 verlaagd. Vanaf 2010 zal er in het geheel geen bijdrage meer plaatsvinden.
Investeringsplan Niet van toepassing.
149
Product 725.01 Baten afvalstoffenheffing Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -6.337 -6.844 -7.844 -6.337 -6.844 -7.844
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -7.844 -8.602 -7.844 -8.602
2012 0 -8.602 -8.602
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder het programma Omgevingskwaliteit. Het weergeven van de te verwachten inkomsten die worden verkregen door het heffen van de afvalstoffenheffing. Met deze heffing worden de kosten voor het ophalen en verwerken van huisvuil deels gedekt.
Prestaties Prestatie indicatoren (peildatum 1 juli 2008) Aantal woningen en wooneenheden Tarief: 1- persoonshuishouden 2-persoonshuishouden 3- of meerpersoonshuishouden
2007 Realisatie 52.356
2008 Begroting 52.273
€ 89,00 € 128,00 € 167,00
€ 92,12 € 132,48 € 172,85
2009 Begroting 52.800
De trendmatige verhoging in 2009 van de opbrengst van de onroerende zaakbelastingen eigenaren voor het deel woningen (afgerond € 960.000, inclusief kwijtschelding) wordt overgeheveld naar opbrengst afvalstoffenheffing. Meerjarige beleidsontwikkelingen Onderzocht zal worden of het mogelijk is de jaarlijkse trendmatige verhoging vanaf 2010 van de opbrengst van de onroerende zaakbelasting voor woningen te vertalen in een verhoging van de afvalstoffenheffing.
Budgettaire ontwikkelingen Verlaging kosten Meevallers in kosten afvalverwerking en riolering dienen te leiden tot verlagingen in de tarieven/opbrengsten. Aan de hand van de uitkomsten van de jaarrekening van het voorgaand jaar volgt aanpassing van de heffing voor het volgende jaar. Concreet voor 2009 betekent dit dat de meevaller in de kosten afvalverwerking over 2007, ad € 275.000, leidt tot opbrengst- en tariefverlaging ASH voor 2009 (circa -4%). Dit bedrag is structureel ingeboekt vanaf 2009. Trendmatige verhoging OZB De trendmatige verhoging van de opbrengst van OZB op woningen in 2009 (inclusief kwijtschelding afgerond € 960.000) wordt structureel overgeheveld naar de opbrengsten afvalstoffenheffing. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing
150
Product 726.01 Baten rioolrechten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -4.569 -4.993 -5.223 -4.569 -4.993 -5.223
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -5.223 -5.223 -5.223 -5.223
2012 0 -5.223 -5.223
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder het programma Omgevingskwaliteit. Het weergeven van de te verwachten inkomsten die worden verkregen door het heffen van het rioolrecht. Met deze heffing worden de kosten voor het onderhoud van het gemeentelijke rioolstelsel deels gedekt. Deze belasting wordt geheven ten laste van gebruikers van objecten waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen woningen en niet-woningen. Bij niet-woningen wordt geheven naar waterverbruik. Hierbij geldt een vast bedrag voor een verbruik tot en met 250 m3 en daarboven een bedrag per verbruikte m3. Bij woningen wordt gekeken naar huishoudenomvang, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen een één-, een twee- en een drie- of meerpersoonshuishouden.
Prestaties Prestatie indicatoren (peildatum 1 juli 2008) Aantal objecten aangesloten op riool Tarief: 1- persoonshuishouden 2-persoonshuishouden 3- of meerpersoonshuishouden
2007 Realisatie 56.202
2008 Begroting 56.202
2009 Begroting 56.800
€ 58,00 € 83,00 € 108,00
Het areaal laat een stijging in het aantal woningen zien. Het aantal personen per huishouden laat echter momenteel een daling zien. Het begrote bedrag voor 2009 is daarom uitsluitend trendmatig verhoogd. Met ingang van het belastingjaar 2009 wordt bij niet-woningen ook in de categorie 250-500 m3 per m3 geheven. Het vaste bedrag tot en 250 m3 zal lager uitvallen dan het vaste bedrag zoals dat in het belastingjaar 2008 geldt (voor de categorie tot en met 500 m3).
Meerjarige beleidsontwikkelingen In het kader van de verbrede rioolheffing en de mogelijke wens tot verdere vergroening van de rioolheffing zal vóór 2010 een gemeentebreed onderzoek afgerond worden waarbij alle elementen die betrekking hebben op de riolering worden beschouwd.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. De toename van het aantal objecten vertaalt zich niet in een toename van de baten (ongeveer € 50.000) aangezien het gemiddelde tarief daalt door de daling van het gemiddeld aantal personen per huishouden.
151
152
Programma 6 Stedelijke ontwikkeling
153
Product 810.01 Bovenlokaal Ruimtelijk Ordeningsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Ruimte- en Milieubeleid Rekening Begroting 2007 2008 673 901 0 0 673 901
Begroting 2009 943 0 943
Meerjarenbeeld 2010 2011 943 943 0 0 943 943
2012 943 0 943
Productomschrijving Het product ‘Bovenlokaal Ruimtelijk Ontwikkelingsbeleid’ maakt deel uit van het programma “Stedelijke Ontwikkeling”. Eén van de doelstellingen van dit programma is het ontwikkelen van een leefbare en duurzame stad. Daarbij dient rekening te worden gehouden met alle ontwikkelingen om Leiden heen, die van invloed (kunnen) zijn op de ontwikkeling van Leiden. Daarnaast wil Leiden op het gebied van kennis en hoogwaardige industrie binnen Holland-Rijnland in al haar facetten een toonaangevend stedelijk centrum zijn. Dit product draagt bij aan deze in het coalitieakkoord verwoorde ambitie om uit te groeien tot een aantrekkelijke centrumstad in een vergrote stedelijke agglomeratie.
Prestaties Specifieke producten om deze doelstelling te bereiken zijn daarom: - Het maken en vaststellen van integrale verstedelijkingsafspraken met het Rijk, samen met Holland Rijnland en de provincie Zuid-Holland. Dit betreft afspraken met het Rijk over kwaliteit, kwantiteit en (mede)financiering op het gebied van onder meer woningbouw, infrastructuur, groen-blauw, milieu en bedrijvigheid. - Het actief behartigen van belangen bij Rijk, provincie en derden om de ruimtelijke claims en – behoeften (wonen, water, werken, groen, verkeer etc.) van Leiden en de agglomeratie te kunnen verwezenlijken. Als basis gelden hiervoor onder meer het coalitieakkoord, de vastgestelde ontwikkelingsvisie ‘Leiden, Stad van Ontdekkingen’ en de meer geconcretiseerde vertaling hiervan in de brochure ‘Leiden in de Deltametropool’. - Het inbrengen van een pro-actieve Leidse visie bij regionale plan- en besluitvormingsprocessen op het gebied van de ruimtelijke beleidsvelden, om de centrumfunctie en regierol in de bestuurlijke samenwerking ten behoeve van het bovenlokale ruimtelijke beleid (wonen, werken, natuur en infrastructuur) te behouden en uit te bouwen. - Daarnaast zal ter uitvoering van de wettelijke taken inbreng worden geleverd in de bestemmingsplannen van de omliggende gemeenten, wanneer daartoe in het kader van het wettelijk verplichte vooroverleg (als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening) wordt verzocht. Ook zal inbreng geleverd worden in (streek)plannen van de provincie of ruimtelijke plannen van het Rijk.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De belangrijkste bovenlokale ontwikkelingen: Regionale structuurvisie (RSV) Holland Rijnland stelt een structuurvisie op voor de periode tot 2015, met een doorkijk naar 2020. Het profiel van de regio is een eerste richtinggevende stap naar een structuurvisie waarin keuze zijn gemaakt voor de regio. De samenhang tussen de drie grote deelgebieden van de regio: bollen, kust, stedelijk gebied en veenweidegebied zal met de structuurvisie verbeteren. In de structuurvisie gaat het om de eigen positie van de regio en datgene wat de regio onderscheidt van anderen. Een internationaal topmilieu, waar het goed wonen, werken en recreëren is. De ambities van de regio Holland Rijnland zijn groot. De komende jaren moeten die vorm krijgen. De regionale structuurvisie is hiervoor een belangrijk instrument. De RSV zal naar verwachting in 2009 bestuurlijk worden vastgesteld. Regionaal investeringsfonds De regiogemeenten hebben unaniem ingestemd met het oprichten van een investeringsfonds. Dit investeringsfonds is bedoeld voor de financiële bijdragen aan vijf grote projecten: de Rijnlandroute,
154
RijnGouwelijn West, Greenport, noordelijke verbinding N206-A4/A44 en Groenstructuur. De realisatie hiervan is met dit besluit een historische stap dichterbij gekomen. De gemeenten dragen in totaal 142,5 miljoen Euro aan de projecten bij. Deze bijdrage is de basis voor onderhandeling met Rijk en provincie die uiteindelijk het bedrag moeten aanvullen tot 750 miljoen à 1,5 miljard Euro. Voor Leiden betekent dit een bijdrage van 46,5 miljoen euro, wat neerkomt op € 3,1 miljoen jaarlijks over de periode van 2008-2022. As Leiden-Katwijk In het gebied is sprake van een grote dynamiek, veel partijen en een groot aantal belangen. De claims op de ruimte betreffen recreatie en toerisme, natuur, cultuurhistorie, water, bedrijvigheid, infrastructuur en woningbouw. De opgaven in dit gebied zullen dan ook telkens in een groter verband moeten worden bezien en afgestemd op basis van een samenhangende integrale visie voor het gehele gebied. Ruimtelijke opgaven: aanleg van hoogwaardig openbaar vervoer, knoopontwikkeling Leiden Oost, West en –Centrum, verbetering verkeersdoorstroming Katwijk-Leiden West (A44-A4 + verbreding N206), herstructureringsopgaven in Leiden en Katwijk, herinrichting c.q. bebouwing marinevliegkamp Valkenburg, revitalisatie van bestaande en aanleg van nieuwe bedrijventerreinen. Valkenburg Onderdeel van de ALK is het voormalige vliegkamp Valkenburg (vanaf 2012). In 2008 is en integraal structuurplan vastgesteld. er komen ca. 5.000 woningen, bedrijventerrein, waterberging en voorzieningen. Voordat daadwerkelijk wordt ontwikkeld moet er duidelijkheid zijn over de realisatie van de RijnlandRoute en de Rijn-Gouwelijn West. Oude Rijnzone De gemeente werkt samen met de gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven, Rijnwoude en Zoeterwoude aan de ontwikkelingsmogelijkheden van dit gebied. Daarnaast zijn de Provincie ZuidHolland en het Hoogheemraadschap Rijnland hierbij betrokken. Voor Leiden is de zone van belang om een aantal doelen te verwezenlijken; • afstemming van de ontwikkelingen aan de oostvleugel van Leiden met die in de rest van de Oude Rijnzone; • Leidse ruimteclaims (op het gebied van ruimte voor bedrijventerreinen en groene verbindingen) op het gebied in de Oude Rijnzone. Voor Leiden is in het bijzonder van belang dat er ruimte is gereserveerd voor een bedrijventerrein in Groenendijk, mede bestemd voor bedrijven die in Leiden onvoldoende uitbreidingsmogelijkheden hebben of anderszins een nieuwe locatie in de regio zoeken. Hierover worden Afspraken gemaakt met de gemeente Rijnwoude; De Oude Rijnzone is één van de 35 projecten van Randstad Urgent, het programma waarmee rijk, provincies, gemeenten en stadsregio's samen de problemen in de Randstad aanpakken. Zo moet de Randstad internationaal een economisch sterke regio zijn en blijven, waar het aantrekkelijk is om te wonen, werken en te leven. In 2009 neemt de Ministerraad een besluit over de financiële bijdrage vanuit Nota Ruimtebudget. Stedenbaan Betreft het beter benutten en versterken van steden/dorpen en bestaande railinfrastructuur van de Zuidvleugel door een beter treinproduct en voor/natransport en intensief grondgebruik bij stations. -Verstedelijkingsstrategie Zuidvleugel De Zuidvleugel wil uitgroeien tot een vitaal, hoogwaardig en bereikbaar metropolitaan gebied. De belangrijke onderdelen zijn het in balans brengen van woonmilieuvraag en aanbod, ontwikkeling van extreme woonmilieus als iconen en metropolitaan regionaal landschap. Uitvoering door bouwafspraken, monitoring van woningbouw en iconen, doorwerking strategie in rijks- en provinciaal beleid en andere sectoren, investeringsstrategie en communicatie- en lobbytraject. -Urgentieprogramma Randstad In juni 2007 is vanuit V&W het UPR vastgesteld. Als onderdeel van UPR heeft VROM de notitie Randstad 2040 aan het kabinet voorgelegd. Met het UPR wordt ingezet op snelle besluitvorming voor een duurzame en concurrerende economische topregio. De bestuurlijke duo's zijn verantwoordelijk voor het organiseren van besluitvorming. Eén van de projecten dat hiervoor in aanmerking komt is het bio life sciencepark
155
-Randstad 2040 Dit project is opgenomen in het UPR. Daarin werken gemeenten, provincies en stadsregio's samen met het kabinet aan een sterke Randstad en een sterk Nederland. Een toekomstvisie die richting kan geven aan investeringen op het gebied van ruimte en infrastructuur. Voldoende woningen, goed bereikbare werklocaties en een aantrekkelijke openbare ruimte zijn daarin belangrijke elementen. Coalitievorming Coalitievorming wordt steeds belangrijker. Leiden maakt deel uit van de G27-gemeenten. De fysieke peiler van de G27 behartigt onder meer gezamenlijke belangen op het gebied van ruimtelijke ordening. Leiden levert bestuurlijk en ambtelijk inbreng in relevante werkgroepen. Ook via de Vereniging Deltametropool en het Bestuurlijk platform Zuidvleugel kunnen coalities worden gevormd en gezamenlijke belangen worden behartigd. De verdere intensivering en professionalisering van de samenwerking in de regio Holland-Rijnland en eventuele samenwerking en/of samengaan met de regio Rijnstreek zal een impuls geven aan de positionering van de regio rond Leiden op nationaal- , Randstad- en Zuidvleugelniveau. In 2009 zal Leiden een actieve rol vervullen in het regisseren van, meedenken in en initiëren van ontwikkelingen en visies op regionaal, provinciaal en nationaal niveau. Naast formele plannen van andere overheden zal ook uitgebreid en vroegtijdig ingespeeld worden op beleidsvoornemens van deze andere overheden.
Budgettaire ontwikkelingen Deelname project Oude Rijnzone Samen met de provincie ZH, Kamer van Koophandel en de gemeenten Zoeterwoude, Rijnwoude, Bodegraven en Alphen aan den Rijn heeft Leiden in 2002 een bestuursovereenkomst ondertekend. Deze is nog steeds geldend en de achterliggende beweegredenen nog van kracht. De hieruit voortvloeiende jaarlijkse contributie is geregeld tot 2007. Vanaf 2008 is als autonome ontwikkeling opgenomen een bedrag van jaarlijks € 40.000.
Investeringsplan Niet van toepassing.
156
Product 810.02 Lokaal Ruimtelijk ordeningsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 1.673 1.866 -164 -130 1.509 1.736
Begroting 2009 1.920 -136 1.784
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.920 1.920 -136 -136 1.784 1.784
2012 1.920 -136 1.784
Productomschrijving Het product “Lokaal Ruimtelijk Ontwikkelingsbeleid” maakt deel uit van het programma “Stedelijke Ontwikkeling”. Eén van de doelstellingen in dit programma is het ontwikkelen van een leefbare en duurzame stad met een eigen identiteit vanuit een lange termijn ontwikkelingsvisie op de ruimtelijke samenhang en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit zonder afbreuk te doen aan de unieke historische waarde van de stad. De ruimtelijke kwaliteit en structuur van Leiden moeten worden versterkt en de ontwikkelingskansen moeten worden benut. Daarbij wordt rekening gehouden met de schaarse ruimte, de behoeften van ruimtevragende belangen, het milieu en de rechtszekerheid van alle ruimtegebruikers. Alle ruimtelijke claims en behoeften worden integraal afgewogen en afgestemd op lokale beleidslijnen. Om gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren is het van belang deze in bestemmingsplannen vast te leggen.
Prestaties Prestatie indicatoren Gestarte bestemmingsplannen (cumulatief) Vastgestelde bestemmingsplannen (cumulatief) Gestarte art. 19 procedures (per jaar)
Realisatie 2007 24
Begroting 2008 22
Begroting 2009 27
11
19
24
24
20
Projectbesluit Bestemmingsplan (postzegel)
-
-
Beheersverordening
-
-
n.v.t. WEL afhandelen ingediende art.19 verzoeken voor 010708 15 5 + 15 na projectbesluit Pm / 1 ?
Meerjarige beleidsontwikkelingen De afgelopen jaren is een inhaalslag gemaakt met het actualiseren van bestemmingsplannen. In 2009 worden nog 5 nieuwe bestemmingsplannen in het kader van de inhaalslag opgestart. Daarnaast is het, zeker met de inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 j.l., van belang om de plannen ook actueel te houden (= 10 jaar). Dit is een structurele opgave. Met de Wro verandert er meer. Zo verdwijnt de art.19 procedure. En nieuwe planfiguren zijn: het projectbesluit en de beheersverordening. Op het moment van schrijven van de begrotingstekst is het zicht op de effecten voor de wijze waarop we in 2009 ons werk kunnen doen, wat de invloed van de Wro is op ons werk in 2009 minder goed in beeld te brengen. Eind 2008 zal hier meer duidelijkheid over zijn. De verwachting is dat het aantal verzoeken om ontheffing en de oude art.19 vrijstelling in omvang hetzelfde blijft. Een deel zal worden behandeld als projectbesluit en een deel als bestemmingsplan. De criteria en keuze hiervoor worden medio 2008 bestuurlijk bepaald. Een projectbesluit moet altijd – in regel binnen 1 jaar- opgevolgd worden door een postzegelbestemmingsplan. In feite is dan sprake van een (deels) dubbele procedure en werkzaamheden. Afhankelijk – en als onderdeel - van dit besluit zal ook bepaald worden wat de formatieve consequenties zijn van de keuze. Ook de mogelijke toepassing van een ander nieuw planfiguur in de Wro ( de beheersverordening) is op
157
dit moment nog niet duidelijk. Daarnaast worden in 2009 de art.19 procedures die voor 1 juli 2008 zijn ingediend, afgehandeld conform de oude wet. Een andere belangrijke ontwikkeling die per 1 juli 2009 haar uitwerking krijgt is de verplichte digitale beschikbaarheid van bestemmingsplannen. De voorbereidingen hiervoor zijn in 2008 al opgestart. Ook dit is een nieuwe ontwikkeling waarvan de concrete effecten op moment van schrijven niet goed in beeld zijn te brengen. Wel is zeker dat hier budgettaire consequenties aan zitten. De wettelijke plicht om op 1 juli 2009 alle bestemmingsplannen digitaal beschikbaar en raadpleegbaar te hebben en te houden, heeft budgettaire consequenties. Voor de aanvullende hardware en software (en structurele abonnementen daarop nodig), zal er naar verwachting meer capaciteit op het netwerk beschikbaar moeten zijn en is er sprake van een nieuwe taak (=formatie). Deze wijziging heeft dus zeker ook financiële consequenties. Momenteel zijn we deze informatie (samen met andere gemeenten, de VNG en het ministerie) in beeld aan het brengen. Op dit moment is een aantal onderdelen wel bekend en deze voeren we daarom reeds bij het IP 2009 op. Eind 2008 zal hier meer van bekend zijn en zullen de mogelijk verdere financiële consequenties van de invoering van deze wet aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.
Budgettaire ontwikkelingen Bij de begrotingswijziging behorende bij de gevolgen van de Ruimte voor Nieuw Beleid is vanaf 2009 structureel opgenomen een formatie uitbreiding bij RB in het kader van digitalisering van bestemmingsplannen. Hiervoor is vanaf 2009 jaarlijks € 60.000,- opgenomen.
Investeringsplan Niet van toepassing.
158
Product 821.01 Vernieuwing binnenstad
Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Vastgoedontwikkeling & Grondzaken Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.490 1.201 1.148 0 0 0 1.490 1.201 1.148
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.105 1.123 0 0 1.105 1.123
2012 1.118 0 1.118
Productomschrijving Het voeren van Stadsvernieuwingsbeleid dat gericht is op een leefbare en kwalitatief hoge woonen werkomgeving.
Prestaties Meerjarige beleidsontwikkelingen Als uitvloeisel van het coalitieakkoord 2008-2010 wordt het beleid voor de binnenstad geïntensiveerd en wordt daartoe het Programma Binnenstad ontwikkeld. Voor meer informatie daarover wordt verwezen naar de programmabegroting deel 4.6. Als uitvloeisel van de besluitvorming over de taken- en efficiencydiscussie (raadsvoorstel 04.0051) wordt overgegaan tot het stopzetten van de leerwerkprojecten. Onderhanden leerwerkprojecten zullen nog worden opgeleverd. In 2007 zijn alle lopende projecten uitgevoerd en afgerond in 2008.
Budgettaire ontwikkelingen Er is in het College Uitvoering Programma (CUP) is rekening gehouden met de volgende budgetten voor het onderdeel Entree van de stad: (x € 1.000) Entree van de stad
2008 50
2009 250
Investeringsplan Niet van toepassing
159
2010 250
2011 250
2012 250
Product 822.01 Bouw- en woningtoezicht Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 5.995 4.539 -846 -163 5.149 4.376
Begroting 2009 3.755 -120 3.635
Meerjarenbeeld 2010 2011 3.771 3.770 -120 -120 3.651 3.651
2012 3.770 -120 3.650
Productomschrijving Onderdeel “Vergunningen bouwregelgeving” Het behandelen van aanvragen om bouwvergunning en vergunningen voor reclame-uitingen aan gevels. Het behandelen van aanvragen om vergunningen voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning. Het samenvoegen van woonruimten. Het omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte. Het splitsen van gebouwen in woonappartementen. Onderdeel “Beheer en bevorderen kwaliteit van de gebouwde omgeving” Het geven van eenvoudige bouwtechnische adviezen. Het geven van informatie over bouw- en gebruiksmogelijkheden op grond van de regelgeving en uit het bouwarchief. Het leveren van bemiddelende inspanningen bij conflicten tussen buren. Het uitvoeren van het actieprogramma Fysieke Veiligheid. Onderdeel “Optimaliseren uitvoeringsbeleid” Het invullen van beleids- en beoordelingsruimte door het opstellen van beleidsregels. Het aanpassen van de Bouwverordening en de Huisvestingsverordening. Het opstellen van controlelijsten voor de toetsing van aanvragen. Het opstellen van protocollen voor de feitelijke uitvoering van het toezicht (ambtsinstructie). Het verder verbeteren van het BouwAanvragenRegistratieSysteem (BARS). Het geschikt maken van het klantvolgsysteem (KVS) voor toepassing op het internet. Het opstellen van een WelstandsInformatieSysteem (WIS) en het geschikt maken ervan voor toepassing op het internet. Het optimaliseren van het HandhavingsInformatieSysteem (HIS). Het invoeren van en werken met het Landelijk Toezichtprotocol op PDA. Onderdeel Naleving regelgeving d.m.v. uitvoeren van door gemeenteraad vastgestelde prioriteiten Het instellen van onderzoeken naar de naleving van de betreffende voorschriften. Het doen van aanschrijvingen tot het verplicht treffen van voorzieningen. Het doen van aanschrijvingen om naleving van wettelijke verplichtingen af te dwingen in de vorm van bestuursdwang of dwangsom. Dit product levert het instrument voor het uitoefenen van toezicht op het behoud en verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving, het gebruik ervan en het handhaven met inachtneming van de wettelijke marges.
160
Prestaties Prestatie indicatoren Informaties uit het bouwarchief Algemene informaties regelgeving Controles op in uitvoering zijnde bouwwerken Constateren van illegale bouw Controles op staat van onderhoud Aantal adressen dat verzoek om gebruiksvergunning aan te vragen ontvangt Aantal in behandeling genomen panden voor een gebruiksvergunning Aantal geïnspecteerde panden in procedure voor een gebruiksvergunning Aantal verleende gebruiksvergunningen (*) Aantal handhavingsprocedures opgestart n.a.v. inhaalslag Aantal voorgenomen aanschrijvingen bestuursdwang Aantal voorgenomen aanschrijvingen dwangsom Aantal aanzeggingen bestuursdwang Aantal aanzeggingen dwangsom Aantal opgestarte procedures mbt onrechtmatige bewoning
Realisatie 2007 2.905 5.633 2.700
Begroting 2008 3.500 6.500 2.350
Begroting 2009 3.000 5.400 2.500
442 158 281
400 100 10
400 100 0
275
50
0
261
100
0
306
200
50
228
75
0
10
30
40
158
70
100
12
20
20
58 86
30 80
45 85
(*): Het aantal verleende gebruiksvergunningen verschilt per jaar sterk, omdat in 2006 het Programma Fysieke Veiligheid tijdelijk was stilgelegd, waardoor een achterstand ontstond en het merendeel van de achterstand in 2007 zal worden ingehaald. In 2008 zal de laatste tranche zijn voorzien van een gebruiksvergunning.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Invoering Omgevingsvergunning Het kabinet wil een moderner overheid met minder, betere en effectievere regels. Het ministerie van VROM werkt aan de modernisering van regels op het gebied van wonen, ruimte en milieu. VROM wil dat de omgevingsvergunning (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) uiterlijk 1 januari 2010 (ingangsdatum was tot medio 2008 1 januari 2009, daarvoor 1 juli 2008 en daarvoor 2007)wettelijk geregeld is. Om bij de implementatie van de omgevingsvergunning te helpen, zijn pilots gestart waarin vooruitlopend op de nieuwe situatie is geoefend. In het Leidse-pilotproject is onderzocht of de omgevingsvergunning een meerwaarde heeft voor de te doorlopen procedures en het toetsingsniveau, waarbij specifiek is gekeken naar tijdwinst, betere inhoudelijke vergunning, betere basis voor een handhavingstraject en inbedding in de organisatie. Het streven is om 1 januari 2009 de meeste gevolgen van de invoering van deze nieuwe wet doorgevoerd te hebben. Evaluatie en herziening Welstandsnota In 2006 is de Leidse Welstandsnota geëvalueerd, zoals toegezegd bij de besluitvorming over de nota in 2004. In een discussiebijeenkomst met Raadsleden en verschillende Leidse organisaties is de evaluatie afgerond. In 2007/2008 wordt een herziene nota Welstandstoets Leiden tot stand gebracht die begin 2009 aan de raad aangeboden wordt. Ook is in 2006 het takenpakket en de werkwijze van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) onder de loep genomen. Eventuele aanpassingen van de rol van de Commissie zullen worden opgenomen in de nieuwe Welstandsnota. Vanwege de directe relatie met de Welstandsnota loopt de uitvoering van de aanbevelingen parallel met de herziening van de Welstandsnota (zie ook product
161
822.02 Volkshuisvesting). Naleving regelgeving d.m.v. het uitvoeren van door de raad vastgestelde prioriteiten. De Handhavingsnota Bouwregelgeving en Ruimtelijke Ordening vormt een beleidskader voor prioriteitstelling en werkwijze bij de handhaving van de bouwregelgeving en toezicht op de technische kwaliteit van de gebouwde omgeving. In het handhavingsprogramma worden per jaar de prioriteiten opnieuw vastgelegd. Voor 2009 zal als prioriteit worden opgenomen het toezicht op de sloop van asbest. Vanaf 2009 zal gewerkt worden met de nieuwe uitgangspunten Handhaving. Dit houdt in dat er communicatiever en efficiënter zal worden gehandhaafd. Er zal worden gewerkt via een 2stappenmodel (voorgenomen besluit en besluit) in plaats met een 3-stappenmodel (vrijwillige fase, voorgenomen besluit, besluit). Dit heeft als gevolg dat er meer voorgenomen besluiten zullen worden verzonden. En naar alle waarschijnlijkheid minder besluiten. Inhaalslag gebruiksvergunningen Het project inhaalslag gebruiksvergunningen, onderdeel van het actieprogramma Fysieke Veiligheid, wordt eind van 2008 afgerond. De verwachting is dat de handhaving van dit project nog minimaal 3 maanden zal doorlopen. In 2009 zullen de brandveiligheidsinspecties verlegd worden van controles vooruitlopend op de afgifte van een gebruiksvergunning naar controles op de verleende gebruiksvergunningen. De samenwerking tussen afdeling Preventie en afdeling Handhaving blijft bestaan. Toezicht op sloop van asbest Naar aanleiding van een rapportage van de Inspectie VROM, waarin een aantal aanbevelingen wordt gedaan in het kader van het toezicht op de sloop van asbest, is een plan van aanpak opgesteld. De uitvoering van het genoemde plan van aanpak zal gestart worden in 2008. In het plan van aanpak zijn een aantal deelplannen genoemd. Per deelplan is aangegeven wat uitgevoerd moet worden en binnen welke termijn. Bij de uitvoering van de plannen zal er meer gecontroleerd moeten worden op sloop van asbest. Een onderdeel van het plan van aanpak asbestverwijdering is het asbestvrij maken van gemeentelijke gebouwen, scholen en kinderdagverblijven. Er is al een inventarisatie gemaakt. Een aantal panden is al asbestvrij gemaakt. De inventarisatie moet opnieuw worden bekeken. Toezicht op monumenten Door het vaststellen van de nota Cultureel Erfgoed is besloten dat er meer aandacht wordt besteedt aan de cultuurhistorische waarden in de gemeente Leiden. De consequenties daarvan voor het toezicht houden op monumenten heeft tot op heden onvoldoende aandacht gekregen, waardoor ernstige knelpunten zijn ontstaan. Hieraan zal in 2009 bij de werkplanning bestaande capaciteit worden ingezet. Het toezicht op de monumenten, is in vergelijking met een aantal gelijkwaardige gemeente, minimaal. Zeker nu er meer aandacht is voor het behoud van de cultuurhistorische waarden is het van groot belang dat het toezicht op de monumenten wordt uitgebreid. In de eerste plaats om beschadiging daarvan te voorkomen, maar ook om op de langere termijn in samenspraak met eigenaren te komen tot herstel en verbetering van die waarden.
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota 2009 – 2012 Met de perspectiefnota vastgesteld dat het aantal aanvragen om bouwvergunning structureel gestegen is. De begrote legesopbrengsten (product 823.01 Leges Bouwvergunningen) worden met € 357.000 verhoogd tot de structureel te verwachten inkomsten. De personele lasten op product Bouw- en woningtoezicht om de aanvragen af te handelen worden gelijktijdig uitgebreid met € 357.000. Deels vast personeel, deels inhuur. Heroverwegingen Perspectiefnota 2009 – 2012 Voor product 823.01 Leges Bouwvergunningen wordt met de Perspectiefnota een verhoging van legesopbrengsten van € 200.000 ingeboekt. Dit dient gerealiseerd te worden door het doorlichten van de kostentoerekening en een bijstelling van de raming van opbrengsten. Vooralsnog staan hier geen wijzigingen in product Bouw- en woningtoezicht tegenover. Wel is het mogelijk dat de doorlichting van kostentoerekening gevolgen heeft voor dit product.
162
Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Investeringsobject Vervanging HIS
Investeringsbedrag 2009 (* 1.000) 66
163
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
Product 822.02 Volkshuisvesting Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 2.974 3.042 -412 -1.083 2.562 1.959
Begroting 2009 3.133 -1.033 2.101
Meerjarenbeeld 2010 2011 3.076 3.069 -1.033 -1.033 2.043 2.036
2012 3.057 -1.033 2.024
Productomschrijving Dit product omvat in hoofdlijnen de volgende onderdelen: woonvisie, woningproductie, aanpassingen woningvoorraad, prestatieafspraken, studentenhuisvesting, wonen, zorg, welzijn, Trekvaartplein en Woonwagencentrum Roomburg, herstructurering, duurzaam bouwen, regionale ontwikkelingen, Evaluatie ARK en welstandsnota,Sociaal Statuut en nieuwe sloopprocedure, lokale samenwerking en generaal pardon.
Prestaties Prestatie indicatoren (cumulatief) Aantal (sociale) huurwoningen nieuwbouw vanaf 1jan2005* *1) *2)
Realisatie 2007 *2) cumulatief 202 (bron CBS)
Begroting 2008 (vastgesteld)*6) 612
Begroting 2009 612
Aantal koopwoningen nieuwbouw vanaf 973 559 1613 1jan2005* (bron CBS) Aantal vernietigde woningen vanaf 729 401 828 1jan2005* (bron CBS) *3) 1031 Toename studentenhuisvesting vanaf 1306 1359 (Bron:TFS+corpo’) 1jan2004* *4) Toename aantal volledig toegankelijke 711 204 607 woningen: Leidse ambitie vanaf 1jan2005* Omzetting huurwoningen in - *5) 54 koopwoningen vanaf 1 januari 2005 NB Wat betreft begroting nieuwbouw en sloop: de prognose (na 2008) is gebaseerd op het meest recente overzicht uit de NieuwBouwMonitor (1e kwartaal 2008), in de interpretatie van de cijfers zijn marges opgenomen, wat een realistische prognose opgeleverd. Bron voor de realisatiecijfers van 2005 t/m 2007 van woningtoevoegingen en –onttrekkingen is het CBS (cijfers beschikbaar op CBS Statline). *1) CBS splitst huurwoningen niet uit in sociale huur en vrije sectorhuur. In de praktijk blijkt dat van deze woningen ca. 90% sociale huurwoningen zijn. *2) In de realisatiewaarden voor (sociale) huur en koop is ook de CBS categorie ‘overig’ meegeteld. Een voorbeeld uit deze categorie is een kantoor verbouwen tot woningen. In de realisatiewaarden voor vernietigde woningen is de CBS categorie ‘onttrekkingen’ meegeteld. Een voorbeeld hiervan is het verbouwen van twee kleine woningen tot één woning. *3) Omdat de CBS-cijfers van 2007 nog voorlopig zijn en er 12 woningen minder zijn gesloopt dan de voorlopige cijfers aangaven, is het aantal onttrekkingen door sloop gecorrigeerd. *4) In deze indicator zitten ook studentenhuisvesting in Oegstgeest en Leiderdorp, alsmede tijdelijke studentenhuisvesting (aandeel hiervan in realisatie 2007 is 659 in de regio en 350 tijdelijk in Leiden; vanaf 2004 was de toename in Leiden dus 647). In de Programmabegroting 2008 stond voor het jaar 2009 2112 eenheden geraamd, nu (in deze Productbegroting voor 2009) ramen wij 1359 eenheden. Dit is een verschil van ca 750 eenheden. Dit lagere aantal is te verklaren door vertraging in de planvorming (bijv. bij de Leeuwenhoek) en door het afgeven van meer realistische prognoses. De prognose voor 2009 geeft alleen projecten in Leiden weer, de regio heeft geen projecten gepland. *5) Cijfers zijn niet te ramen. De gemeente heeft hier beperkt invloed op. Zo is in 2008 de gemeentelijke Huisvestingsverordening gewijzigd, waardoor splitsingen in bepaalde gevallen vereenvoudigd zijn. Daarnaast is met corporaties afgesproken dat ca. 800 woningen in de periode 2005-2015 verkocht
164
kunnen worden (vastgelegd in de Woonvisie). Toch laten we deze indicator staan omdat het een GSBindicator is, omdat hij ook in de Programmabegroting staat en omdat verkoop invloed heeft op de samenstelling van de woningvoorraad. *6) cijfers uit vastgestelde programmabegroting 2008.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Woonvisie In 2007 is de woonvisie voor het eerst geëvalueerd. Het Woningbehoefteonderzoek (WoON2006) gaf geen aanleiding tot wezenlijke aanpassingen van de visie tot 2015. Woningproductie Een realistische raming van de productie tot 2010 is een realisatie van maximaal circa 2050 nieuwe woningen. In het kader van Anders Werken is de functie van woningbouwregie opnieuw ingesteld. Een eerste resultaat is de totstandkoming van de nieuwbouwmonitor. Met het rijk en de regio Holland Rijnland zijn de voorbereidingen gestart om te bezien of er opnieuw Verstedelijkingsafspraken kunnen worden gemaakt. De concrete inhoud hiervan is onderwerp van gesprek met de corporaties. Aanpassingen woningvoorraad De huidige woningvoorraad wordt aangepast door sloop, nieuwbouw, splitsen en samenvoegen van woningen. De Leidse corporaties spelen hierin een belangrijke rol. Herstructureringsprojecten of nieuwbouwprojecten worden altijd ondersteund met een volkshuisvestelijk advies. In 2008 is de Leidse Huisvestingsverordening aangepast voor wat betreft het onderdeel splitsen. Hierdoor is geen vergunning meer nodig bij splitsingen waarbij het aantal woningen of de indeling van de woningen niet wijzigt. Waar dit wel gebeurt, zal bij aanvragen een volkshuisvestelijk advies worden gegeven vanwege de invloed op de woningvoorraad. De aantallen van aanpassingen en de periode van realisatie zijn nog onderwerp van gesprek tussen gemeente en corporaties. Prestatieafspraken Er is een Stuurgroep ingesteld die afspraken gaan maken over de onderwerpen waarover prestatieafspraken zullen worden gemaakt. We verwachten dat eind 2008/ begin 2009 de onderwerpen bekend zijn. Er is een aparte Werkgroep geformeerd voor de afspraken rond Wonen, Zorg, Welzijn. Task Force Studentenhuisvesting Bij de operatie Ruimte voor Nieuw Beleid was de deelname van de gemeente aan de Taskforce Studentenhuisvesting (TFS) wegbezuinigd. Via het coalitieakkoord 2008-2010 is dit besluit teruggedraaid. Het coalitieakkoord stelt hoge prioriteit aan voortzetting van de Taskforce omdat er nog een groot tekort bestaat aan studentenwoningen. Na realisatie van de huidige in voorbereiding zijnde plannen is er nog een tekort, dat wordt geraamd op 525 woonruimten. Dit cijfer is gebaseerd op onderzoek naar de woonbehoefte van studenten aan de Leidse Universiteit en aan de Hogeschool Leiden. SLS Wonen en DUWO zijn daarom voor 2009 en verder op zoek naar nieuwe locaties. In 2009 wordt hard gewerkt aan het onderzoeken van die nieuwe locaties, vooral naar de kans om er op korte termijn forse aantallen studentenwoningen te ontwikkelen. Wonen, zorg en welzijn De nota Wonen, Zorg en Welzijn bevat onder meer de doelstelling van toevoeging van 3500 ‘levensloopbestendige’ woningen aan de voorraad. Dit begrip is in de Woonvisie operationeel gemaakt door het sterrensysteem: ten minste drie sterren bij nieuwbouw, tenminste twee bij aanpassing van bestaande woningen. In de prestatieafspraken met de corporaties worden hierover afspraken gemaakt. De hieruit voortkomende resultaten zullen in het kader van de Woonvisie worden gemonitord. Trekvaartplein en Woonwagencentrum Roomburg In mei 2008 is door het college besloten een projectbesluit aan de gemeenteraad voor te leggen waarin wordt besloten het woonwagencentrum Trekvaartplein te herstructureren tot een reguliere woonbuurt met 89 standplaatsen / kavels met recht van opstal. Gelijkertijd zal er een gedeeltelijke deconcentratie plaatsvinden. In de woonwijk Roomburg zal door de woningcorporatie Portaal een woonwagencentrum voor 29 standplaatsen worden gerealiseerd. De gemeente Oegstgeest is voornemens 10 nieuwe standplaatsen aan te gaan leggen om een deel van de huidige overloop van het Trekvaartplein op te
165
kunnen vangen. Herstructurering Leiden Noord en Leiden Zuid-West zijn in 2005 geplaatst op de lijst van VROM van 56 aandachtswijken. Inmiddels is door VROM een lijst van 40 wijken vastgesteld waar beide wijken niet in zijn opgenomen. In het kader van de financiering daarvan kunnen er nadelige gevolgen voor Leiden optreden. Er zijn drie belangrijke ontwikkelingen in het rijksbeleid die de financiële positie van de Leidse woningcorporaties direct in negatieve zin treffen: invoering integrale Vennootschapsbelasting (Vpb) per 2008, heffing voor een bijdrage aan Krachtwijken, en het beperken van de jaarlijkse huurverhoging tot maximaal de inflatie. In dit kader dringt de gemeente er bij de minister op aan om oog te hebben voor de negatieve effecten van de voorgenomen maatregelen voor de herstructurering in andere dan de 40 wijken. Ook wordt aangedrongen op het beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen. De aanpak van Leiden Noord bevindt zich volop in de uitvoeringsfase. Voor Leiden Zuid-West zijn diverse ontwikkelingen in voorbereiding en uitvoering. In 2009 betreft het onder meer sloop nieuwbouw in Haagweg Noord. Duurzaam Bouwen De gemeente Leiden wordt door de Milieudienst West-Holland ondersteund bij de uitvoering van haar DuBo-beleid. Het DuBoPlus-beleid is in de hele regio van de Milieudienst vastgesteld, bij elk bouwplan waarop de Milieudienst adviseert is dat het uitgangspunt. Op gebouwniveau is een college- en raadsbesluit in voorbereiding voor actualisatie van het DuBoPlus-beleid. Voorgesteld zal worden om het instrument GPR-gebouw (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn) als indicator om duurzaamheidaspecten in een aantal prestatiecoëfficiënten samen te vatten. Voor een herstructureringsproject, stadsdeel of grote bouwlocatie is het mogelijk de duurzaamheidprestatie in één prestatiecoëfficiënt samen te vatten. Duurzaamheidprestatie op locatie (DPL) is een dergelijk instrument. Een pilotproject voor DPL wordt gezocht om de toepasbaarheid te kunnen beoordelen. In 2009 zullen vooral de volgende plannen worden beoordeeld: Leeuwenhoek, Lammenschans, Lorenzhof, Kooiplein, Trekvaartplein, Holiday Inn en omgeving en Haagwegkwartier. Regionale ontwikkelingen In 2007 is Woonzicht, het nieuwe gezamenlijke systeem van woonruimteverdeling in Holland Rijnland, geëvalueerd. Vervolgens heeft een regionale werkgroep met deelnemers van gemeenten en corporaties een nieuwe Huisvestingsverordening voorbereid. In 2008 is reeds besloten tot een aangepaste regeling voor starters, die teveel de dupe werden van het nieuwe systeem. Belangrijke voorgestelde wijzigingen in Woonzicht betreffen voorts het op termijn afschaffen van de overgangsregeling en aanpassing van de urgentieregeling, waardoor de verstopping van de regionale markt van huurwoningen vermindert, zo is de verwachting. De ingangsdatum van de aangepaste verordening is gepland op 1 januari 2009. In 2008 is opnieuw gestart met het proces om tot een regionale woonvisie te komen. Een regionale bouwregisseur is aangetreden om de belemmeringen in de woningbouwproductie te slechten. Een belangrijk instrument daarvoor is het up-to-date houden van het regionale bouwscenario. Holland Rijnland is participant in de voorbereiding van nieuwe verstedelijkingsafspraken voor de periode 2010-2020, wanneer de bestaande regionale woningbouwafspraken verlopen zullen zijn. Leiden draagt verder haar steentje bij in het regionale woonbeleid in de regionale Structuurvisie en de daarbij behorende uitvoeringsafspraken en in het volgen c.q. beïnvloeden van de ontwikkelingen op de grootste bouwlocatie van de regio: Valkenburg. Tenslotte zorgt de stad als een van de regionale gemeenten voor het uitvoeren van de prestatieafspraken wonen, zorg en welzijn. Evaluatie ARK en welstandsnota In 2006 is de Leidse Welstandsnota geëvalueerd, zoals toegezegd bij de besluitvorming over de nota in 2004. In een discussiebijeenkomst met Raadsleden en verschillende Leidse organisaties is de evaluatie afgerond. In 2007/2008 wordt een herziene nota Welstandstoets Leiden tot stand gebracht die begin 2009 aan de raad aangeboden wordt. Ook is in 2006 het takenpakket en de werkwijze van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) onder de loep genomen. Eventuele aanpassingen van de rol van de Commissie zullen worden opgenomen in de nieuwe Welstandsnota. Vanwege de directe relatie met de Welstandsnota loopt de uitvoering van de aanbevelingen parallel met de herziening van de Welstandsnota.
166
Sociaal Statuut en nieuwe sloopprocedure In 2007 is het nieuwe Sociaal Statuut bij sloop en woningverbetering ingevoerd. De gemeente levert sindsdien geen financiële bijdrage meer aan de corporaties ter uitvoering van het statuut. Eind 2008/ begin 2009 zal een herziene sloopprocedure worden ingevoerd, die in nauw overleg met de huurdersorganisaties en woningcorporaties tot stand zal worden gebracht. Lokale samenwerking De samenwerking in het Leids Platform Wonen wordt in 2009 gecontinueerd. Deelnemers zijn naast de gemeente, de woningcorporaties en huurdersorganisaties. Generaal pardon In 2007 heeft een bijzondere groep woningzoekenden zich aan de poorten van de regio en van Leiden gemeld. Na jarenlange landelijke discussies hebben veel mensen nu een verblijfsstatus in Nederland gekregen. Voor alle gemeenten betekent dit een vernieuwde taakstelling voor de huisvesting van deze zogenoemde statushouders. Met de Leidse corporaties en Stichting Vluchtelingenwerk zijn afspraken gemaakt om aan de taakstelling te voldoen. De bedoeling is dat de mensen die onder de zogenaamde Pardonregeling vallen eind 2009 allen passend gehuisvest zijn.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor op dit product: Mutatie L/B Bedrag Ruimte voor Nieuw Beleid, aanpassen formatie L -12.000 Bron: Oud meerjarenbeeld, RVNB rv 07.0081 Toelichting: In de Nota Ruimte voor Nieuw Beleid is besloten tot het laten vervallen van een aantal taken. In 2008 bedroeg de bezuiniging € 38.000, vanaf 2009 structureel € 50.000.
Mutatie L/B Bedrag Ruimte voor Nieuw Beleid, deelname SVN beëindigen L -178.000 Correctie effect maatregel beëindigen deelname SVN (rv 08.0155) L 149.250 Bron: Oud meerjarenbeeld, RVNB rv 07.0081 Toelichting: In het kader van Ruimte voor Nieuw Beleid is besloten de deelname aan het Stimuleringsfonds Nederlandse Gemeenten te beëindigen. De bedoeling van dit besluit was om vanaf 2009 een jaarlijkse bezuiniging van € 178.300 te realiseren. Echter uit nadere bestudering van de financiële gegevens blijkt dat de jaarlijkse bezuiniging van € 178.300 op de regeling zelf niet vanaf 2009 wordt gerealiseerd maar eerst na 2020. In 2009 is de besparing afgerond € 28.750 en deze loopt geleidelijk langzaam op naar € 178.300 in 2020. Omdat op termijn de bezuiniging gerealiseerd gaat worden, is destijds ingestemd met het opvoeren van de bezuiniging in het kader van ruimte voor nieuw beleid. In februari is de raad hierover geïnformeerd en is toegezegd de financiële gevolgen te betrekken bij de perspectiefnota. Dit is echter niet gebeurd, vandaar dat de correctie nu onderdeel is van de begroting 2009. Mutatie L/B Bedrag Ruimte voor Nieuw Beleid, afbouw subsidies aan huurdersorganisaties L -6.250 Bron: Oud meerjarenbeeld, RVNB rv 07.0081 Toelichting: De afbouw van de subsidie levert in totaal structureel € 25.000 op. Er wordt in vier jaar afgebouwd, in 2009 is er € 6.250 minder budget beschikbaar. Mutatie L/B Bedrag Sociaal statuut Woningverbetering L -100.000 Bron: Oud meerjarenbeeld Toelichting: Bij rv 02.0003 is besloten om onttrekkingen aan de Vereveningsreserve te doen plaatsvinden ten behoeve van het Sociaal Statuut Woningverbetering. In 2009 wordt € 50.000 onttrokken, in 2008 was dit nog € 150.000. Het beschikbaar bedrag daalt daarmee in 2009 met € 100.000.
167
Product 822.04 Woonruimteverdeling Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 153 95 -7 -13 146 82
Begroting 2009 99 -13 86
Meerjarenbeeld 2010 2011 99 99 -13 -13 86 86
2012 99 -13 86
Productomschrijving • Beschikken op aanvragen voor een huisvestingsvergunning van particuliere huurwoningen en sociale koopwoningen; de vertegenwoordiging in recht bij behandelingen van bezwaarschriften hieromtrent; • het toezicht en handhaving op de huisvestingsvergunningen voor sociale huur en sociale koop; de vertegenwoordiging in rechte bij behandelingen van bezwaarschriften hieromtrent; • werving en selectie van bewoners van nieuwbouwprojecten.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal huisvestingsvergunningen voor particuliere huurwoningen Aantal verklaringen van geen bezwaar voor nieuwbouw koopwoningen
Realisatie 2007 148
Begroting 2008 230
Begroting 2009 0
0
0
0
Meerjarige beleidsontwikkelingen Verklaringen van geen bezwaar werden in het verleden afgegeven aan eigenaren van nieuwbouw koopwoningen. Met ingang van 2006 wordt dit niet meer gedaan. Na 2008 zullen er in het kader van Minder en Beter geen huisvestingsvergunningen meer worden afgegeven danwel gehandhaafd. De werkzaamheden ten behoeve van deze regeling/ dit product vervallen per 1 januari 2009, woonruimteverdeling is niet langer een gemeentelijke taak. Woonruimteverdeling heeft altijd in het takenpakket van het servicepunt bouwen en wonen gezeten. In het kader van minder en beter zal de uitvoering per 2009 stoppen op een enkele tijdelijke huurvergunning na. Mocht het niet geschrapt worden kan de begroting gelijk blijven evenals het aantal.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing
Investeringsplan Niet van toepassing
168
Product 822.05 Stedenbouwkundig Beleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 253 418 -12 -18 242 400
Begroting 2009 436 -19 418
Meerjarenbeeld 2010 2011 411 411 -19 -19 392 392
2012 411 -19 392
Productomschrijving Het product Stedenbouwkundig beleid maakt deel uit van het programma “Stedelijke Ontwikkeling”. Stedenbouwkundig beleid is het werken aan ruimtelijke kaders voor het ontwikkelen van een leefbare en duurzame stad met een eigen identiteit in een dynamische randstedelijke omgeving vanuit een visie op de ruimtelijke samenhang en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Prestaties De Nieuwe Kaart van Leiden geeft een overzicht van de ruimtelijke projecten en de samenhang daartussen. De kaart onderscheidt vier stadia van ontwikkeling: de bestaande stad, de vastgestelde stedenbouwkundige- en bestemmingsplannen, de plannen in ontwikkeling en tenslotte de visievorming. De Nieuwe Kaart is basis voor de structuurvisie die het vigerende structuurplan Boomgaard van Kennis uit 1995 gaat vervangen. De Hoogbouwvisie Leiden, de nog uit te werken woonmilieustudie en andere locatie/transformatiestudies vormen ieder op zich en in samenhang belangrijke bouwstenen voor de nieuwe structuurvisie. De laatste woningbouwprojecten in Roomburg zijn uitvoering. Aan de oostflank wordt verder gewerkt aan de W4 en andere daarmee samenhangende infrastructurele projecten en aan de ontwikkeling van het Lammenschansgebied. Aan de westflank van de stad blijven De Leeuwenhoek, Rhijnfront, LCP inclusief zeezijde nog steeds de stedenbouwkundige agenda bepalen. Daar is in dit gedeelte van de stad het Huis van de Sport bijgekomen als kansrijk particulier initiatief. De haalbaarheid van die plannen wordt momenteel getoetst. De wijkontwikkeling van Noord wordt meer en meer zichtbaar. De eerste woningen in Nieuw Leyden worden opgeleverd en het geheel geeft een afwisselend beeld van persoonlijke wensen van bewoners. In samenhang met Nieuw Leyden vorderen de ontwikkelingen rond de Groenhallen e.o. en zo ondergaat het noordelijk deel van de stad rond de Willem de Zwijgerlaan een gedaanteverandering: inclusief de weg zelf met overkluizingen bij de Gooimeerlaan en de Kooilaan. Voor de ontwikkeling van (woningbouw)projecten wordt voor een aantal locaties een stedenbouwkundige programma’s van eisen geformuleerd. Aan de hand daarvan zal de verdere ontwikkeling getoetst worden in een regisserende rol voor de gemeente en met inbreng vanuit de markt. Daarnaast zijn er verschillende projecten op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en herstructurering waar stedenbouwkundige inbreng mede bepalend is. Deze inbreng varieert van het verrichten van studies, het maken van stedenbouwkundige visies en tot het formuleren van ruimtelijke kaders en randvoorwaarden. Gaandeweg moet ook langs deze weg de gemeentelijke regisseurrol gestalte krijgen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Stedenbouwkundig beleid bestaat voor een belangrijk deel uit voorbereidende en kaderstellende activiteiten voor ruimtelijke projecten. Overall-visie en samenhang tussen de verschillende gebieden zijn daarbij bepalend. Wat dat betreft zijn de Plankaart Ruimtelijke Structuur en de Nieuwe Kaart Leiden de juiste basis voor actualisering van de structuurvisie. Plankaart en Nieuwe Kaart zijn ook het kader voor de ontwikkeling van concrete plannen. Het proces van actualisering van bestemmingsplannen vraagt stedenbouwkundige inbreng als visievorming en begeleiding. Het in het kader van Anders Werken uitsluitend nog maken van conserverende bestemmingsplannen impliceert ook in stedenbouwkundig opzicht een andere rol. Visievorming, kaderstelling, begeleiding en toetsing zullen meer op concrete ontwikkelingen zijn gericht. Vraaggericht! Gezien de geïnventariseerde ruimtelijke opgave in de Nieuwe Kaart zal het werken aan projecten in de Oost- en Westvleugel de stedenbouwkundige agenda voorlopig domineren. Daarbij vallen
169
ontwikkelingen rond bijvoorbeeld Leiden-Centraal, De Leeuwenhoek en Lammenschans op, maar ook de binnenstedelijke projecten die versterking van de vitaliteit van de stad tot doel hebben (Programma Binnenstad) en projecten als RGL, Ringweg Oost en Rijnlandroute (Programma Bereikbaarheid). Ook bij herstructurering in het kader van wijkontwikkeling zoals in Leiden Noord en Leiden Zuidwest loopt de stedenbouwkundige inbreng voorop. Het werken aan projecten met partners gebeurt eerst als duidelijk is dat daadwerkelijke realisering reëel is en de personele capaciteit beschikbaar.
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product zijn er naast de trendmatige stijging geen budgettaire ontwikkelingen te melden.
170
Product 822.08 Wijkontwikkeling Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 79 167 0 0 79 167
Begroting 2009 175 0 175
Meerjarenbeeld 2010 2011 175 175 0 0 175 175
2012 175 0 175
Productomschrijving Het opnemen van deze productenraming heeft een financieel technische reden. Het betreft uitvoeringskosten voor wijkontwikkingsplannen opgenomen in de werkplannen 2007 door BoWomedewerkers die niet ten laste van GSB- investeringsprojecten gebracht worden. Het saldo dat hierdoor ontstaan is vormt onderdeel van het nadelige saldo van de dienst Bouwen en Wonen en dient dus meegenomen te worden bij het opstellen van de begroting 2007.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
171
Product 823.01 Leges bouwvergunningen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 8 0 -5.041 -1.928 -5.033 -1.928
Begroting 2009 0 -2.365 -2.365
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -2.365 -2.365 -2.365 -2.365
2012 0 -2.365 -2.365
Productomschrijving Het innen van leges in het kader van aanvragen om bouwvergunning en vergunningen voor reclameuitingen aan gevels. Dit product hangt samen met de inspanningen in het kader van beleidsterrein bouw- en woningtoezicht, van het programma “stedelijke ontwikkeling en wonen”.
Prestaties Prestatie indicatoren Behandeling van bouw- en sloopaanvragen / Monumentenaanvragen / schetsplannen / ligplaatsaanvragen Behandeling aanvragen stadsschoonverordening (reclames) Behandeling aanvraag splitsingsvergunning /onttrekkingvergunning
Realisatie 2007 1.460
Begroting 2008
Begroting 2009
1.200
1.400
8
15
15
40
40
20
Nulmeting (2004) 510 26 53 13 38 24 5 15
2006 verleende bouw vergunningen 814 73 125 29 64 36 17 11
2007 verleende bouw vergunningen 725 66 101 29 59 11 5 1
684
1.169
997
Prestatie indicatoren
bouwaanvragen < 50.000 bouwaanvragen 50.000 – 100.000 bouwaanvragen 100.000 – 1.000.000 bouwaanvragen > 1 mln Sloopaanvragen aanvragen splitsingen aanvragen onttrekkingvergunningen aanvragen stadsschoonvergunningen Totalen
Meerjarige beleidsontwikkelingen zie product 822.01 Bouw- en woningtoezicht
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota 2009 – 2012 In de perspectiefnota 2009 – 2012 is reeds gemeld dat de jaarlijkse ontvangsten uit leges voor bouwvergunningen structureel € 357.000 hoger zijn. Deze hogere ontvangsten worden aangewend voor extra capaciteit om de toename van aanvragen te behandelen. Zie product 822.01 Bouw- en woningtoezicht.
172
Heroverwegingen Perspectiefnota 2009 – 2012 De raming van de ontvangsten op bouwleges wordt met de Perspectiefnota verhoogd met € 200.000, bovenop de hiervoor gemelde verhoging. Deze verhoging zal met een herijking van de kostentoerekening te realiseren zijn. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing
173
Product 830.01 Grondexploitatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Vastgoedontwikkeling & Grondzaken Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 39.324 100.562 118.536 -69.684 -99.129 -119.973 -30.360 1.433 -1.437
Meerjarenbeeld 2010 2011 90.347 49.774 -88.192 -47.459 2.156 2.316
2012 48.626 -46.258 2.368
Productomschrijving Het volgende pakket van taken behoort tot het reguliere van de afdeling Grondzaken: - Het toetsen van de financiële haalbaarheid van ruimtelijke ontwikkelingsplannen tijdens de planvoorbereiding; - Het opstellen van een globale grondexploitatie ten behoeve van projecten met een kaderbesluit; - Het opstellen van een gedetailleerde grondexploitatie ten behoeve van projecten met een uitvoeringsbesluit; - Het monitoren van de opdrachten die worden gegeven aan de hand van de goedgekeurde gedetailleerde grondexploitaties en als onderlegger dienen voor het afgeven van de kredieten en het bewaken van de financiële lasten en baten bij de uitvoering van plannen; - Het verwerven en beheren van onroerend goed; - De verkoop, uitgifte in erfpacht en verhuur van onroerend goed - Het vestigen van het gemeentelijk voorkeursrecht en het verzorgen van onteigening
Prestaties De volgende beoogde prestaties kunnen genoemd worden: - Het inrichten en beheren van het vermogensbeheer conform de Nota Vermogensbeheer en de Nota Implementatie Vermogensbeheer. Oftewel in de dagelijkse werkprocessen de inkomsten van en uitgaven uit de reserves en voorzieningen monitoren die ondergebracht zijn bij het Vermogensbeheer Grondexploitaties - Naast de reguliere monitoring en actualisatie van grondexploitaties aan de hand van actuele planningen van het PMB en de actualisatie daarvan in geconsolideerde vorm in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden, zoals in 2007 ontwikkeld, inclusief een monitoring van de interne en externe risico’s binnen de afzonderlijke projecten, is in 2008 nog een verdere vervolmaking gevolgd. De risico’s en kansen zijn beter in beeld gebracht en nieuwe reserves zijn daarop afgestemd. In 2009 wordt dit stelsel verder verfijnd. - Besluitvorming rondom grond- en vastgoedexploitaties en het vermogensbeheer vereenvoudigen en dit implementeren bij het PRIL 2009 (besluitpunt bij het PRIL 2008) - Rapporteren over financiele resultaat over rekening jaar 2008 van de totale vastgoedportefeuille (besluitpunt bij het PRIL 2008) - (Beter) systeem voor beheer en kostenbeheersing en -bewaking van vastgoed binnen projecten; streven is dat vastgoed de waarde houdt en budgettair neutraal beheerd wordt; - De totale ruimtelijke ambitie van de gemeente samenvatten in het PRIL 2025 met een meerjarige doorkijk in relatie tot de structuurvisie - Implementatie van het Handleiding Grondexploitaties: de handleiding is een zeer brede omschrijving, van de werkzaamheden van Grondzaken m.b.t. grondexploitaties. Ook is er aandacht voor het standaardiseren van de werkzaamheden en is per processtap een omschrijving opgenomen van de daarbij behorende werkzaamheden die Grondzaken uitvoert. - Het aantal aanwezige objecten in het Vastgoedcomplex verder te verminderen door verkoop of overheveling naar een actief complex binnen de grondexploitatie Prestatie indicatoren Verkoop van panden uit de huidige vastgoedportefeuille Af te sluiten projecten Projecten in de planfasering ‘opliften’ van projecten voor
Realisatie 2007 13
Begroting 2008 20
Begroting 2009 21
1 2
1 4
1 4
174
een kaderbesluit naar projecten met een kaderbesluit Nieuwe projecten voor een kaderbesluit
2
2
2
Meerjarige beleidsontwikkelingen Hieronder wordt per project, ondergebracht in de Grondexploitatie, aandacht geschonken aan de verwachte ontwikkelingen in 2009 voor zover in deze complexen belangrijke ‘bewegingen’ plaatsvinden. Daarbij zij vooraf opgemerkt dat in het planproces ervan wordt uitgegaan dat de ontwerpfase start na het kaderbesluit en dat de ontwikkelingsfase start na het uitvoeringbesluit. De volgende projecten worden beschreven: Project woningbouw Steenopslag Haagsche Schouwweg/RWS-locatie - eind 2007 overeenstemming bereikt - zomer 2008 contract ondertekenen - 2008 opstellen bestemmingsplan - 2008 bodemonderzoek - 2008 of 2009 (afhankelijk van Huis vd Sport) functievrij en bouwrijpmaken programma: 136 woningen, waarvan 106 appartementen en 30 egw huur/koop: 52 sociale huurwoningen en overig is koop middel duur/dure segment Kijkplein / Lakenhal / Lammermarkt De gebiedsontwikkeling Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt wordt herijkt en met minimaal 4 jaar vertraagd tot na 2011, tenzij herijking tot een aanzienlijk beter resultaat zou leiden. De herijking vindt mede in samenhang plaats met het mogelijke tracé van de Rijngouwelijn. De cultuurontwikkeling van museum de Lakenhal wordt losgeknipt van de gebiedsontwikkeling, wordt naar voren gehaald in de tijd en wordt in samenhang gebracht met de in voorbereiding zijnde museumnota. De financiële middelen die in het project Kijkplein zitten en niet nodig zijn voor reeds aangegane verplichtingen binnen het project Kijkplein/Lakenhal/Lammermarkt, zullen in beginsel worden ingezet voor de cultuurontwikkeling van museum de Lakenhal op basis van een nog te presenteren plan. Roomburg Het project Roomburg nadert zijn voltooiing. Begin 2009 zullen alle bouwprojecten zijn opgeleverd en medio 2009 is de openbare ruimte geheel ingericht. Van de achttien deelprojecten zijn er per juni 2008 tien opgeleverd, zes in aanbouw en twee volgen er nog (de deelprojecten Woonschepen en Woonwagens -2009-). In 2008 zullen de laatste bestekken ten behoeve van het woonrijp maken in uitvoering zijn en worden na de deelgebieden Energie en Historie de overige deelgebieden in beheer overgedragen aan Stadsbeheer. Wanneer Roomburg is opgeleverd bestaat de wijk uit bijna 1.000 woningen, waarvan 20% in de sociale sector en 80% in de vrije sector. De Brede School Arcade is opgeleverd waarin behalve de onderwijsvoorziening ook een dagopvang, een muziekschool en een sportschool gehuisvest zijn. Naar verwachting wordt eind 2009 de grondexploitatie Roomburg afgesloten. Bedrijvenpark Oostvliet Het bestemmingsplan Oostvlietpolder is vastgesteld in januari 2004. Eind 2006 heeft de provincie een hernieuwd goedkeuringsbesluit over het bestemmingsplan genomen. Vervolgens is er beroep aangetekend door een aantal belangenverenigingen, zoals de Vereniging Vrienden Oostvlietpolder. De Raad van State zal naar verwachting in de tweede helft van 2008 een uitspraak doen. Cruciaal in deze is uiteraard of deze uitspraak het plan goedkeurt of juist vernietigt. Voor beide scenario’s moet een stappenplan klaar liggen. Ervan uitgaande dat het plan wordt goedgekeurd zijn de belangrijkste (op te starten) activiteiten in 2008: - het opstellen van de uitwerkingsplannen (zoals het bestemmingsplan dat voorschrijft) en een verkavelingsplan waarin zaken als verkeersontsluiting, wandelroutes aan de orde komen; - archeologisch onderzoek; - verwerving;
175
-
herijken van de grondexploitatie; nieuw inrichtingsplan voor het volkstuinencomplex; marktonderzoek naar het profiel van de toekomstige kopers; regionale afstemming met buurgemeenten in verband met de uitplaatsing van enkele bedrijven; communicatieplan.
Naar verwachting zullen bepaalde werkzaamheden door gebrek aan voldoende capaciteit binnen het ambtelijk apparaat uitbesteed worden. Wij denken hierbij aan bijv. de uitwerkingsplannen. Momenteel werkt de Dienst Landelijk Gebied (onderdeel van het ministerie van LNV) samen met de provincie, Holland Rijnland en de gemeente Leiden en bereidt het opstellen van een landschapsontwerp voor in het kader van Zuidvleugel Zichtbaar Groener, een subsidieprogramma. Afgesproken is dat pas kan en zal worden verder gegaan met het op te stellen landschapsontwerp zodra Raad van State uitspraak heeft gedaan. Leiden Zuidwest Het door de gemeenteraad in juni 2005 vastgestelde Wijkontwikkelingsplan Zuidwest is opgesteld met een grote betrokkenheid van bewoners en maatschappelijk middenveld uit de wijk. Evenals in LeidenNoord is in Zuidwest aan de orde hoe fysieke, economische en sociale impulsen in een goede combinatie ingezet kunnen worden om de sociale leefbaarheid van de wijk te vergroten. Het wijkontwikkelingsplan bevindt zich in Zuidwest daarbij op een omslagpunt. Naast de al lopende uitvoering van vooral het sociale programma wordt in 2009 aan de hand van een vast te stellen Gebiedsvisie de besluitvormingsprocedure afgerond voor een aantal fysieke ingrepen op de huidige ROC-locatie Ter Haarkade, noordelijke en zuidelijke sportvelden. Deze plannen voorzien in de nieuwe inrichting van bestaande sportfaciliteiten, woningbouw, zorgvoorzieningen en een moskee. Naar verwachting kan in 2009 gestart worden met de uitvoering van de nieuwe sportfaciliteiten. Verder worden procedures afgerond voor sloop- en nieuwbouwplannen van Portaal in Haagweg-Noord. Daarnaast zal – na duidelijkheid omtrent het nauw samenhangende initiatief Huis van de Sport – de planprocedure voor Sportstad (omgeving Telderskade) weer voortvarend worden opgepakt. Hierin zal een keuze gemaakt moeten worden over met welk ambitieniveau de sportvoorzieningen in Zuidwest worden vernieuwd (renovatie of nieuwbouw, wijkgerichte of –overstijgende sportvoorzieningen, e.d.). In Sportstad is in principe ook ruimte voor nieuwbouw van scholen (basis en voortgezet), waaronder een brede school met sociaalculturele voorzieningen. Tenslotte wordt een studie afgerond naar de stedenbouwkundige ontwikkelingen langs de Vlietzone. Leiden Centraal Project (LCP) De doelstelling van dit project is grotendeels al gerealiseerd door onder meer de nieuwbouw van het NS station, de verkeerstunnel, de taxistandplaats, het busstation en het stationsplein. Onderdelen die nog in voorbereiding of uitvoering zijn worden hierna toegelicht. Door aanleg van RijnGouweLijn zal de inrichting van stationsplein moeten worden gewijzigd. - Dellaertweg (kantoor Achmea): Dit kantoorgebouw is in aanbouw en zal in 2011 worden opgeleverd. De inrichting van de openbare ruimte wordt hierop aangepast. - Trafo-locatie (bioscoop/discotheek/kantoor): Met de ontwikkelaar wordt gesproken over de realisatie van een nieuw plan. Er is overeenstemming over een voorlopig ontwerp. Voor de realisatie daarvan zal een (nieuwe) planologische procedure doorlopen worden. Bij succesvolle afronding is de vroegst mogelijk start bouw eind 2010. - Stationsplein 10-22 (winkels en woningen ‘Van de Putte locatie’): Doordat niet gestart werd met de bouw, is in 2005 door de gemeente de bouwvergunning ingetrokken en in 2007 begonnen met een onteigeningsprocedure. In 2008 is echter door de Kroon de goedkeuring onthouden aan deze onteigening. Het beraad naar aanleiding van de ontstane situatie zal moeten opleveren hoe we in 2009 verder gaan. - Stationsplein 38-44 (winkels en woningen ‘Hilderslocatie’) De plannen van ontwikkelaar Urban Interest tot sloop en realisatie van een appartementencomplex met commerciële voorzieningen in de plint en inpandige parkeergarage zijn in vergevorderd stadium; gestreefd wordt naar start sloop en nieuwbouw in 2009. - Stationsweg 35-39 (kantoor en woningen Rabobank/Club 70): Rabobank maakt een nieuw plan dat waarschijnlijk in 2009 in procedure gebracht kan worden. - Fietsenstalling Zeezijde: deze ondergrondse stalling wordt in 2009 opgeleverd. Het plein krijgt een tijdelijke inrichting en Bargelaan wordt aangepast. - Bargelaan (ROC, hotel en detailhandel); Het door CCL ingediende bouwplan past niet volledig in het
176
bestemmingsplan waardoor een extra planologische procedure doorlopen moet worden. Afgifte bouwvergunning en start bouw is voorzien in 2009. De bouw zal 3 jaar in beslag nemen Leiden Bio Science Park De gemeente Leiden en de Universiteit Leiden werken samen aan de verdere ontwikkeling van het Leiden Bio Science Park (voorheen genaamd de Leeuwenhoek). De volgende doelstellingen zijn geformuleerd. • Doelstelling 1: kenniscluster. Het behoud en versterking van het kenniscluster in Leiden door het verbeteren van de huisvestingsmogelijkheden voor zowel de bestaande als nieuw te vestigen bedrijven. • Doelstelling 2: hoogwaardig stedelijk gebied. Het ontwerpen en realiseren van een stedelijk gebied met een goede wegeninfrastructuur en hoogwaardig openbaar vervoer. Het gebied wordt levendig door functiemenging (kinderopvang, beperkte detailhandel, wonen en andere voorzieningen). • Doelstelling 3: samenhang met Rijngeest. Het herontwikkelen van Bio Science Park in samenhang met Rijngeest-Zuid (Oegstgeest). • Doelstelling 4: clustering en modernisering gebouwen universiteit. Verwacht wordt dat in 2009 besluiten kunnen worden genomen over; - een stedenbouwkundig plan; - een exploitatieovereenkomst tussen gemeente en universiteit; en - een bestemmingsplan voor het deelgebied Boerhaave-Sylvius. WOP Noord Van Voorthuijsenlocatie In april 2008 is voor de Van Voorthuijsenlocatie het uitvoeringsbesluit vastgesteld. De locatie wordt herontwikkeld tot een aantrekkelijke groene woon- / werkomgeving met 167 woningen, 6000 m2 bvo kantoren, een 2e locatie van het stedelijk gymnasium, een moskee en uitbreiding van groen en water door parkinrichting in de van Voorthuijsenlocatie en door de te realiseren groene overkluizing over de Willem de Zwijgerlaan. De herontwikkeling moet in 2012 gerealiseerd zijn. De bouw van de 2e locatie van het stedelijk gymnasium start in het najaar van 2008 en wordt in 2009 gecontinueerd. Ook start in 2009 de bouw van de moskee in het plangebied. Eind 2008 start de herinrichting Parkweg. Volgens planning start de bouw van de woningen en kantoren in het projectgebied vanaf maart 2010. Nieuw Leyden De bouwstroom van Nieuw Leyden komt op gang en de eerste woningen zijn 2008 opgeleverd. De kavels in particulier opdrachtgeverschap zijn allemaal verkocht of worden door een projectontwikkelaar via het concept van consument gericht bouwen gerealiseerd. Portaal heeft een start gemaakt met de realisatie van de eerste sociale huurwoningen en markthuur woningen. In een weer ander deel van het project (Fase IV: op het voormalige EWR-terrein) is de verkoop eind 2007 gestart waarna de bouw dit jaar van strat zal gaan. Ten slotte, de bestaande flats langs de Willem de Zwijgerlaan zijn in het najaar van 2007 gesloopt waarna de bouw dit jaar start. KEO Op 11 mei 2007 heeft het College besloten het uitvoeringsbesluit Kooiplein niet in 2007 maar in 2009 te nemen, omdat dan voldoende financiële middelen (cash flow) ter beschikking zijn in de Vereveningsreserve Grondexploitatie. In PRIL 2008 is het bovenstaande verwerkt en besloten. In 2009 is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de ontwikkelende/te selecteren marktpartij die het Kooiplein zal gaan ontwikkelen. Brede school De brede school omvat de realisatie van vier basisscholen, ruimte voor 9 instellingen voor maatschappelijke zorg, circa vijftig woningen en een parkeergarage. Inmiddels is een “uitvoeringsbesluit brede school” door de gemeenteraad vastgesteld. De bouw start begin 2009 en is in zomer van 2011 gereed. Zorgpunt “Kooiplein” Het zorgpunt “Kooiplein” betreft het creëren van een woonservicezone binnen het plangebied van het speerpunt “Kooiplein en omgeving”. Of de realisatie van de verschillende zorgaanbieders van eerstelijns gezondheidzorg, tweedelijns gezondheidszorg en levensloopbestendig wonen echt gestalte
177
zal krijgen hangt af van de samenwerkingsovereenkomst met de ontwikkelende/te selecteren marktpartij. Groenoordhallenterrein In december 2006 is het uitvoeringsbesluit genomen en is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Groenoord CV (combinatie van Ymere en PFC2). In 2009 zal een start gemaakt worden met de bouw van de ca 250 eengezinswoningen. Vooruitlopend zal de Groenoordhal gesloopt worden en het terrein bouwrijp worden gemaakt. In het zuidelijk plandeel langs de Willem de Zwijgerlaan zullen appartementen en kantoren komen. Ook zullen maatschappelijke en commerciële functies en een plek krijgen. De plannen voor dit deel zullen in 2009 verder worden uitgewerkt. Bedrijventerrein Groenoord In 2009 zal een uitvoeringsbesluit genomen worden voor de herinrichting van dit bedrijventerrein. Ook zal de ontsluitingsweg, de Hallenweg, worden voorbereid. Afhankelijk van het onderhandelingsresultaat met Barthen, die naast de gemeente ook een grondpositie in het gebied heeft, zal het terrein in een geheel of in twee aparte delen worden herontwikkeld. Transformatie Willem de Zwijgerlaan In juni 2008 is het uitvoeringsbesluit door de raad vastgesteld. Begin 2009 wordt gestart met het verleggen van de Gooimeerlaan en zal het kruispunt IJsselmeerlaan / Sumatrastraat worden gereconstrueerd. Voorafgaand zullen kabels en leidingen verlegd worden. Deze eerste fase dient ter voorbereiding van de grote transformatie en zullen duren tot eind 2009. De tweede fase, de bouw van de tunnels, zal in de twee jaren daarna plaats vinden. Van Voorthuijsenlocatie In april 2008 heeft de Raad het uitvoeringsbesluit van Voorthuijsenlocatie vastgesteld, waarna gestart is met bouwrijp maken van de locatie en de bouw van de 2e locatie van het stedelijk gymnasium. Vanaf mei 2008 is ook gestart met de sloop van de flats Marnixstraat/ Zwarte Pad en bouwrijp maken van de locatie ten behoeve van de bouw van de moskee. De bouw hiervan start begin 2009. Verder zal 2009 in het teken staan van de aanleg van de parkweg, de verdere detaillering van de parkinrichting en de verdere voorbereidingen met Groenoord CV voor de verkoop van 167 woningen en 6.000 m2 kantoor. De woningen zullen volgens planning medio 2009 in de verkoop gaan. Tuin van Noord In mei 2008 heeft de Raad het kaderbesluit Tuin van Noord vastgesteld. Na het kaderbesluit is gestart met verdere uitwerking van het plan tot een definitief ontwerp en de verdere zoektocht naar aanvullende financiering. Volgens planning wordt medio 2009 een uitvoeringsbesluit voorgelegd aan de Raad.
Budgettaire ontwikkelingen Ten opzichte van de begroting 2008 is het volgende beeld te zien: Lasten: Totaal geraamd Pril Grondexploitatie algemene dienst
2008 100.562.000 88.462.000 12.100.000
2009 122.536.000 110.375.000 12.161.000
2008 99.129.000 90.604.000 8.525.000
2009 119.973.000 108.024.000 11.949.000
Baten: Totaal geraamd Pril Grondexploitatie algemene dienst
178
Toelichting Grondexploitatie algemene dienst (lasten): Totaal: verhoging nihil (2008: 12,1 mln. 2009: 12,16 mln.) Toch zij er een aantal grotere verschillen te noemen: • 3 mln. (verhoging) RV 07.0023 Er is voor 2008 rekening gehouden met een investering van 6 mln. die gedekt is uit de bijdragen van de woningbouwcorporaties Ons doel en de Sleutels van Zijl en Vliet . Voor 2009 is rekening gehouden met 9 mln. • 0,5 mln. (verlaging) Er wordt rekening gehouden met lagere kapitaalslasten. Dit is grotendeels het gevolg van het wegvallen van de geraamde kapitaalslasten voor het project Kijkplein. Deze worden in verband met de verbouw van museum de Lakenhal verantwoord in het programma Sport, Cultuur en Recreatie. • 2,1 mln. (verlaging) Voor 2008 wordt een GSB-bijdrage geraamd die niet voor 2009 is geraamd. • 0,5 mln. (verlaging) Voor 2009 is er in tegenstelling tot 2008 nog geen rekening gehouden met interne doorbelasting huisvesting. Toelichting Grondexploitatie algemene dienst (baten): Totaal: 3,4 mln. verhoging (2008: 8,5 mln. 2009: 11,9 mln.) • 3 mln. (verhoging) RV 07.0023 Er is voor 2008 rekening gehouden met een investeringsbijdrage, afkomstig van de woningbouwcorporaties Ons doel en de Sleutels van Zijl en Vliet van 6 mln. en voor 2009 is rekening gehouden met 9 mln. Voor de budgettaire ontwikkelingen voor wat betreft het PRIL wordt verwezen naar het PRIL 2008.
Investeringsplan Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 3.753
WOP zuid-west
179
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Nee
Product 830.02 Erfpacht Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
P. (Pieter) van W oensel Vastgoedontwikkeling & Grondzaken Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.095 3.090 8.510 -5.128 -4.219 -9.584 -2.033 -1.129 -1.074
Meerjarenbeeld 2010 2011 8.510 8.510 -9.543 -9.543 -1.033 -1.033
2012 8.510 -9.543 -1.033
Productomschrijving - Het in erfpacht uitgeven van percelen grond bij specifieke categorieën functies indien uitgifte in erfpacht volgens het beleid inzake gronduitgifte de meest gerede uitgiftevorm is - Het voeren van de administratie van het erfpachtbedrijf - Het verstrekken van toestemming voor vervreemdingen en splitsingen - Juridische advisering bij erfpachtovereenkomsten en geschillen. - Het uitvoeren van de conversie van de bestaande erfpachtcontracten naar volledig eigendom.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal conversies
Realisatie 2007 233
Begroting 2008 80
Begroting 2009 50
Meerjarige beleidsontwikkelingen Bij raadsbesluit 05.0003 d.d. 22 februari 2005 heeft de Raad besloten tot het afschaffen van erfpacht als generieke uitgiftevorm van grond per 1 maart 2005 en de grond voortaan uit te geven in volle eigendom. Erfpacht blijft bestaan in enkele specifieke gevallen. De uitzonderingen zijn • grond voor benzinestations • grond voor een bouwwerk in het openbare gebied en voor het overige • gronduitgiften waarbij in verband met voorziene, ruimtelijke ontwikkelingen in de naaste toekomst het gemeentelijk belang gediend is met een tijdelijke uitgifte in erfpacht. Bij raadsbesluit 06.0031 d.d. 15 juni 2006 is besloten, onder welke voorwaarden en tegen welke vergoeding, de zittende erfpachters van woningpercelen, vanaf 1-1-2007, in de gelegenheid worden gesteld hun erfpachtrecht te converteren naar volledig eigendom. Er zijn dus twee soorten activiteiten met bijbehorende geldstromen ontstaan binnen het product erfpacht, te weten: het reguliere erfpachtbedrijf en het conversiebedrijf. In deze begroting worden de cijfers samengevoegd gepresenteerd. Het conversiebedrijf Het eerste jaar (2007) hebben voornamelijk zittende erfpachters geconverteerd, in totaal 233. Voor latere jaren was de verwachting naar beneden bijgesteld tot 80 erfpachters; het is gebleken dat voornamelijk nieuwe erfpachters converteren (25 erfpachters met canonbetaling en 55 erfpachters waarbij de canonbetaling is afgekocht). De netto opbrengst wordt gestort in de bestemmingsreserve duurzame ruimtelijke investeringen. In 2008 is gebleken dat zelfs de lagere raming niet wordt gehaald. Er is inmiddels een mailing uitgegaan naar de erfpachters om hen te wijzen op de voordelen van de conversie. Als raming voor 2009 wordt nu uitgegaan van 50 conversiegevallen. Bij het converteren van het erfpachtrecht in volle eigendom kunnen de volgende situaties voorkomen: Met betrekking tot de canon: a. de canon is niet afgekocht. b. de canon is volledig afgekocht.
180
Situatie a: In geval van canonbetaling wordt aan de inkomstenkant bij het erfpachtbedrijf de canonopbrengst verlaagd. Aan de uitgavenkant zijn, bij het erfpachtbedrijf, geen kapitaallasten meer verschuldigd over de verkochte grond. De ontvangen koopsom wordt gebruikt om de volledige grondwaarde af te boeken. Het surplus wordt gestort in de bestemmingsreserve ruimtelijke investeringen. Situatie b: De reserve afkoopsommen erfpachtcanon wordt verlaagd en hiermee wordt de grondwaarde van het verkochte perceel afgeboekt tot nul. Het surplus wordt gestort in de bestemmingsreserve ruimtelijke investeringen. De afkoopsom van de canon wordt, sedert de 80 er jaren, gestort in de reserve afkoopsommen erfpachtcanon. In totaal is 12/75 e deel van de koopsom nodig om de grondwaarde volledig af te boeken in verband met voorgaande, jaarlijkse onttrekkingen uit deze reserve. Het erfpachtbedrijf Het converteren van het erfpachtrecht naar volledig eigendom, conform de hiervoor genoemde aantallen met bijbehorende bedragen, heeft tot gevolg dat aan de inkomstenkant de canonopbrengst en de vergoeding administratiekosten jaarlijks geleidelijk wordt verlaagd. Aan de uitgavenkant zijn dan geleidelijk minder kapitaallasten verschuldigd. De reserve afkoopsommen canon alsmede de reserve afkoopsommen administratiekosten zullen ook geleidelijk in bedrag afnemen. Het jaarresultaat van het erfpachtbedrijf wordt gestort of onttrokken aan de Vereveningsreserve Grondexploitaties. Bij erfpacht met canonbetaling wordt vijfjaarlijks het rentepercentage, waarover de canon wordt berekend herzien. In 2008 is het rentepercentage van 76 percelen herzien. De canonrente bij deze percelen is omlaag gegaan van gemiddeld 6 % naar 4,5 % voor de periode 2008 tot en met 2013. Hierna wordt het rentepercentage opnieuw aangepast aan het dan geldende rentetarief. Deze verlaging van de canon kost € 26.500,-- per jaar over een periode van 5 jaar. In 2009 zullen 239 percelen qua rentepercentage worden herzien.
Budgettaire ontwikkelingen Er is aan zowel de lastenkant als de batenkant voor 2009 ten opzichte van 2008 een verhoging te zien van € 5,4 mln. De raming van de rente op de boekwaarde van erfpacht bestaat uit twee delen. Allereerst de boeking van de rente over de totale boekwaarde Erfpacht. Daar tegenover staan de renteopbrengsten over het deel dat is afgekocht en in de reserve is opgenomen. In de begroting 2008 is het saldo van beide ramingen opgenomen. Vanwege het uitgangspunt van transparantie is ervoor gekozen beide boekingen zichtbaar te maken. Dit leidt voor 2009 tot een verhoging aan zowel de lasten als de bakenkant. Het conversiebedrijf Afdracht van het jaarresultaat conversiebedrijf aan de bestemmingsreserve duurzame ruimtelijke investeringen. Deze zal als gevolg van het lager aantal geraamde conversies afnemen. Het erfpachtbedrijf Aan de inkomstenkant wordt de canonopbrengst geleidelijk minder. Aan de uitgavenkant wordt de kapitaallast geleidelijk minder. Per saldo zal dit leiden tot een lager exploitatieresultaat. De grondwaarde van de verkochte percelen wordt afgeboekt. Het volume van de reserve afkoopsommen erfpachtcanon en van de reserve afkoopsommen administratiekosten neemt geleidelijk af. Afdracht van het jaarresultaat erfpachtbedrijf vindt plaats aan de Vereveningsreserve Grondexploitaties.
Investeringsplan Niet van toepassing.
181
182
Programma 7 Jeugd en onderwijs
183
Product 420.01 Openbaar basisonderwijs algemeen Product 430.01 Openbaar Speciaal onderwijs algemeen Product 440.01 Openbaar voortgezet onderwijs (Stedelijk Gymnasium) Product 440.02 Openbare Scholengemeenschappen algemeen (Da Vinci College)
Product 420.01 Openbaar basisonderwijs algemeen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Instellingen/BOO Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 17.569 17.108 17.631 -17.614 -17.137 -17.137 -45 -29 495
Meerjarenbeeld 2010 2011 17.131 17.131 -17.137 -17.137 -5 -5
2012 17.131 -17.137 -5
Meerjarenbeeld 2010 2011 5.878 5.878 -5.781 -5.781 97 97
2012 5.878 -5.781 97
Product 430.01 Openbaar Speciaal onderwijs algemeen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Instellingen/BOO Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 6.234 5.865 5.878 -6.156 -5.781 -5.781 77 84 97
Product 440.01 Openbaar voortgezet onderwijs (Stedelijk Gymnasium) Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Instellingen/BOO Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 8.691 7.951 8.066 -8.653 -7.893 -7.893 39 59 173
Meerjarenbeeld 2010 2011 7.966 7.966 -7.893 -7.893 73 73
2012 7.966 -7.893 73
Product 440.02 Openbare Scholengemeenschappen algemeen (Da Vinci College) Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Instellingen/Da Vinci Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 20.622 18.614 19.336 -20.613 -18.605 -18.605 9 9 731
Meerjarenbeeld 2010 2011 19.336 19.336 -18.605 -18.605 731 731
2012 19.336 -18.605 731
Productomschrijving Het gemeentebestuur in haar functie van bevoegd gezag van de openbare scholen verzorgt naar verwachting nog tot 1 augustus 2009 onderwijs voor leerlingen aan de openbare scholen voor (speciaal) basisonderwijs en twee scholen in het kader van de wet op de Regionale Expertise Centra. Daarna zal het bevoegd gezag van deze scholen in het kader van de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs worden overgedragen aan een nieuw op te richten stichting. Het Stedelijk Gymnasium zal met ingang van 1 januari 2009 zijn verzelfstandigd in een eigen aparte stichting. De doelstelling is het realiseren van kwalitatief goed onderwijs bij de scholen voor openbaar onderwijs. Zij voldoet hiermee aan haar wettelijk plicht in dit kader. Hiervan zijn afgeleid de volgende taken: 1. Algemeen beleid, beheer en regelgeving
184
2.
3. 4.
5.
Algemeen beleid is het beleid dat voor alle scholen geldt en betreft met name de vertaling van het rijksbeleid op het gebied van beheer en regelgeving. Onder dit product valt ook de Medezeggenschapsraad per school. Met dit verplichte advies- en inspraakorgaan wordt bevorderd dat ouders, personeel en eventueel leerlingen actief betrokken worden bij het beleid van de school. Daarnaast valt ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor het basis-, speciaal basis- en speciaal onderwijs onder dit product. Dit advies- en inspraakorgaan heeft betrekking op het beleid dat voor al deze scholen geldt. Onderwijsinhoudelijk beleid Inhoudelijk beleid o.a. het schrijven van schoolplannen of onderdelen daarvan en het organiseren van (soms schooloverstijgende) onderwijsprojecten. Zo geeft de gemeente samen met de scholen vorm aan het Weer Samen Naar Schoolbeleid, het Gemeentelijk Onderwijs Kansenbeleid en aan het ICT-beleid. Personeelsbeleid en beheer Vervulling van het werkgeverschap van het personeel in het openbaar onderwijs. Instandhouding / opheffing / stichting / fusie Zorgen voor een evenwichtig aanbod van onderwijsvoorzieningen op korte en lange termijn en met inachtneming van wettelijke opheffings- en stichtingsnormen dienen jaarlijks afwegingen omtrent opheffing / instandhouding, stichting en fusies plaats te vinden bij het openbaar onderwijs. Beheer / onderhoud en exploitatie De gemeente is als bevoegd gezag van de openbare scholen (eind)verantwoordelijk voor een goed beheer en een optimale exploitatie.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Verzelfstandiging van het Openbaar Onderwijs De Raad heeft in januari 2008 een besluit genomen over de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. De verzelfstandiging van het primair en speciaal onderwijs en de Openbare Scholengemeenschap Da Vinci zal naar verwachting op 1 augustus 2009 ingaan. De verzelfstandiging van het Stedelijk Gymnasium in een aparte stichting gaat op 1 januari 2009 in. Budgettaire ontwikkelingen Er is in de begroting in 2009 rekening gehouden met een bedrag van maximaal € 600.000 om mee te kunnen geven als bruidsschat aan de scholen. Het verschil tussen 2008 en 2009 op product 440.02 is het gevolg van de toerekening van verzamelde overhead naar dit product. Na de implementatie van een nieuwe kostenverdeelstaat zal dit saldo bij de werkbegroting weer verdwijnen van dit product.
185
Product 421.01 Product 423.01 Product 431.01 Product 433.01 Product 441.01 Product 441.02 Product 443.01 Product 480.01
Openbaar basisonderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Bijzonder basisonderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Openbaar Speciaal Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Bijzonder Speciaal Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Openbaar Voortgezet Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Openbare Scholengemeenschappen, voorzieningen en huisvestingsbeleid Bijzonder Voortgezet Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Facilitaire taken, voorzieningen en huisvestingsbeleid
Product 421.01 Openbaar basisonderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.536 2.712 2.666 -63 -68 -71 3.473 2.644 2.595
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.951 3.130 -71 -71 2.880 3.059
2012 3.112 -71 3.041
Product 423.01 Bijzonder basisonderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.801 2.144 2.091 -160 -130 -134 2.641 2.014 1.957
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.267 2.491 -134 -134 2.133 2.357
2012 2.468 -134 2.334
Product 431.01 Openbaar Speciaal Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 423 440 455 0 0 0 423 440 455
Meerjarenbeeld 2010 2011 451 447 0 0 451 447
2012 443 0 443
Product 433.01 Bijzonder Speciaal Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.458 1.951 1.881 0 0 0 2.458 1.951 1.881
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.974 2.325 0 0 1.974 2.325
2012 2.519 0 2.519
Product 441.01 Openbaar Voortgezet Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.133 854 674 -32 -35 -37 1.101 819 637
186
Meerjarenbeeld 2010 2011 766 975 -37 -37 729 938
2012 945 -37 908
Product 441.02 Openbare Scholengemeenschappen, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.804 715 730 0 0 0 1.804 715 730
Meerjarenbeeld 2010 2011 982 975 0 0 982 975
2012 969 0 969
Product 443.01 Bijzonder Voortgezet Onderwijs, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 3.486 1.574 1.395 0 0 0 3.486 1.574 1.395
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.532 1.899 0 0 1.532 1.899
2012 1.999 0 1.999
Product 480.01 Facilitaire taken, voorzieningen en huisvestingsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.441 2.072 1.255 -133 -73 -76 1.308 1.998 1.179
Nadere onderverdeling in :
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.327 1.382 -76 -76 1.251 1.306
Begroting Begroting
bedragen x € 1.000,-
2008 5.249 5.479 1.427 12.155
Exploitatielasten Kapitaallasten Personeel/overhead Totaal
2009 4.570 4.764 1.494 10.828
2012 1.479 -76 1.403
Meerjarenraming 2010 4.574 5.864 1.494 11.932
2011 2012 4.578 4.578 7.235 7.542 1.494 1.494 13.307 13.614
Productomschrijving Met voorzieningen en huisvestingsbeleid voorziet het gemeentebestuur als lokaal overheidsorgaan door het geven van subsidie in adequate en zo goed mogelijk op de behoefte afgestemde onderwijshuisvesting ten behoeve van de schoolbesturen die eigenaar zijn van de schoolgebouwen. Bovengenoemde producten staan opgenomen in de programmabegroting bij programma 7, Jeugd en Onderwijs. Prestaties Prestatie-indicator % scholen met meerjarenonderhoudsplannen
Realisatie 2007 Begroting 2008 77 % 80 %
Begroting 2009 85 %
Het gaat om de huisvesting van alle scholen voor primair (PO), speciaal (SO) en voortgezet onderwijs (VO) in de stad : Jaar: Onderwijssoort: Aantal leerlingen Aantal scholen Aantal gebouwen
2007 PO 8.631 33 48
SO 1.349 5 10
VO 10.882 10 19
2008 PO 8.589 33 46
187
SO 1.321 6 11
VO 10.511 10 19
2009 PO 8.600 33 45
SO 1.400 6 11
VO 11.000 10 20
Aantal leerlingen 2007 en 2008 op basis van resp. teldatum 1-10-2006 en prognose van telling 1-102007. Leerlingen 2009 is een prognose op basis van de verwachte bevolkingsontwikkeling. De met dit product verband houdende prestaties kunnen als volgt worden omschreven: 1. het behandelen van reguliere en spoedaanvragen van schoolbesturen voor nieuwbouw, uitbreiding, renovatie, aanpassing, hergebruik, onderhoud, gymnastiekonderwijs en eerste inrichting van schoolgebouwen. Na toetsing aan wet- en regelgeving (o.a. criteria in verordening) en prioriteitsstelling opstellen van investeringsoverzichten en investeringsprogramma’s om de noodzakelijke voorzieningen te realiseren; 2. het vanuit de gemeentelijke(regie)rol leiden van concrete en complexe huisvestingsprojecten die schoolbesturen niet zelfstandig als opdrachtgever kunnen realiseren, dan wel het participeren in projecten waarbij onderwijshuisvesting een onderdeel vormt en schoolbesturen ondersteuning bieden bij de realisering van projecten als opdrachtgever; 3. het overleg voeren met individuele schoolbesturen over nieuwe aanvragen en in uitvoering genomen toegekende voorzieningen zodat goedkeuring voor planontwikkeling en uitvoering aan schoolbesturen kan worden verstrekt. Daarnaast binnen de bestuurlijke deelwerkgroep onderwijshuisvesting 2-maandelijks bespreken van alle relevante zaken betreffende de onderwijshuisvesting in het streven te komen tot gezamenlijk gedragen beleid. Over beleidsvoorstellen 1 of 2 maal per jaar het formele op overeenstemming gericht overleg voeren met het centrale besturenoverleg; 4. het opstellen van beleidsvoorstellen zoals de algemene beleidskaders onderwijshuisvesting en integrale huisvestingsplannen die voor zover wenselijk en mogelijk worden in gebracht bij de fysieke planvorming zoals bestemmingsplannen en gemeentebrede investeringsplannen 5. het herbestemmen, overdragen, verhuren en in gebruik geven van daarvoor in aanmerking komende gebouwen; 6. bevorderen dat schoolbesturen onderhoud (ook op lange termijn) planmatig aanpakken en uitvoeren; 7. het toekennen en vergoeden van de klokuren gymnastiek door het opstellen van een gymnastiekrooster voor het primair-, en speciaal onderwijs; 8. het zorgen voor optimaal gebruik en beheer van de centrale gymzalen en de diverse schoolgebouwen; 9. het toekennen van specifieke vergoedingen op declaratiebasis van OZB, schade en vandalisme.
Meerjarige beleidsontwikkelingen A. Kapitaallasten Het vastgestelde IHP ( Integraal Huisvestingsplan ) – mede gebaseerd op de eerder door de Raad vastgestelde algemene beleidskaders – is belangrijk voor de realisering van het onderwijshuisvestingsbeleid. In dit IHP en het eerdere investeringprogramma onderwijshuisvesting uit 2004 staan vele projecten genoemd die in 2009 samen met de schoolbesturen verder uitgewerkt zullen worden en waar concrete resultaten zichtbaar zullen worden. Voor 2009 kan het volgende worden genoemd : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Oplevering nieuwbouw Praktijkschool Oplevering nieuwbouw tweede locatie Stedelijk Gymnasium Start realisatie nieuwbouw 8 groepen openbare basisschool Woutertje Pieterse Start realisatie nieuwbouw Brede School Leiden-Noord Start realisatie vervangende nieuwbouw basisschool St. Josephschool Start realisatie nieuwbouw VMBO Da Vinci College binnen ROC nieuwbouw Lammenschans Start uitbreiding Orthopedagogisch Didactisch Centrum Start uitbreiding basisschool Roomburg
Daarnaast zal bij alle scholen in het basis en voortgezet onderwijs planvorming en uitvoering plaatsvinden voor de onderwijskundige vernieuwingen die na vaststelling van het IHP in Leiden mogelijk zijn. Ook zal verder aandacht nodig zijn voor huisvestingsvoorzieningen in verband met
188
specifieke ontwikkelingen in het speciaal onderwijs gecombineerd met zorg.
B. Exploitatielasten Naast de investeringen in onderwijshuisvesting is wettelijk bepaald dat de gemeente voor een aantal posten die verband hebben met de onderwijshuisvesting de kosten aan schoolbesturen moet vergoeden. Dit vindt deels op basis van ingediende aanvragen plaats en deels op basis van declaraties die schoolbesturen indienen. Deze kosten worden in de begroting exploitatielasten genoemd en bestaan uit de volgende posten : - groot onderhoud dat bij de gemeente kan worden aangevraagd door de schoolbesturen (zgn. preventief en technisch onderhoud moeten besturen zelf uitvoeren en betalen uit rijksgelden); - huurvergoedingen voor gebouwen, sportterreinen en sporthallen; - onroerende zaakbelasting van alle schoolgebouwen; - premies verzekering voor alle schoolgebouwen; - exploitatiekosten van het gymnastiekonderwijs; - schade en vandalisme van schoolgebouwen. De onderhoudskosten en de huurvergoedingen zijn de grootste posten. Op basis van de beschikbare gegevens worden er voor 2009 geen grote wijzigingen in de exploitatielasten verwacht omdat alle ontwikkelingen zo goed mogelijk zijn ingeschat in het IHP voor deze onderdelen. Er is – behoudens enkele kleine wijzigingen – geen reden om een ander beeld te hebben voor deze kosten.
Budgettaire ontwikkelingen Op dit product zijn er naast de trendmatige stijging geen budgettaire ontwikkelingen te melden.
Investeringsplan Investeringsobject Wouterje Pieterse (specifiek locatiegebonden kosten) Uitbreiding 2 groepen Leidse Hout (7e en 8e groep) Uitbreiding 1 groep ELS (17e groep) Nieuwbouw Joseph 1e Inrichting De Weerklank Da Vinci College VMBO in ROC Lammenschanspark (al besloten) Sprinklerinstallatie Stedelijk Gymnasium OPDC vervanging ndbw en uitbr. 2009 ev OPDC specifiek locatiegebonden kosten Renovatie VtH Kagerstraat Bao-onderwijsk.uitbreidingen 1e inrichting diverse schoolgebouwen (2009-2012) Kostenbijstelling Brede School Leiden Noord Totaal
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 340 446 279 4.417 80 3.649
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja Ja Nee Ja Nee
300 600 150 1.230 776 75 1.000 13.342
Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja
Informatie over bovengenoemde investeringen is te vinden in het (geactualiseerde) IHP. Voor een nadere toelichting wordt hiernaar verwezen.
189
Product 480.02 Facilitaire zaken onderwijs Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.082 1.029 1.107 -67 -96 -100 1.015 933 1.006
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.107 1.107 -100 -100 1.006 1.006
2012 1.107 -100 1.006
Productomschrijving Leerlingenvervoer Het op een veilige, snelle en zo goedkoop mogelijk wijze vervoeren van leerlingen die daarvoor in aanmerking komen van en naar scholen voor (met name) speciaal onderwijs zodat een zo groot mogelijk Schoolzwemmen Leerlingen van het speciaal onderwijs leren zwemmen op minimaal het zwemvaardigheidsniveau ‘A’. Vakantiespreiding Het optimaal afstemmen van de vakanties in het basisonderwijs/(voortgezet) speciaal onderwijs/voortgezet onderwijs binnen Leiden en zo mogelijk de regio. Informatievoorziening onderwijs Het optimaal informeren van de Leidse burgers met betrekking tot diverse onderwijsaangelegenheden door middel van o.a. de Onderwijsadresgids Leiden en de Regio Onderwijsgids.
Prestaties • het op adequate wijze verzorgen van leerlingenvervoer; • voor circa 700 leerlingen in het speciaal onderwijs schoolzwemmen, met het daarbij horende busvervoer organiseren; • op klantgerichte wijze schriftelijke informatie bieden over onderwijs, door middel van de verspreiding van 15.000 regiogidsen en 400 adresgidsen; • zorgen voor eenduidige vakantieregeling voor scholen; • M.i.v. het schooljaar 2008/2009 (augustus 2008) zullen 9 groepen deelnemen aan het schoolzwemmen (4½ klokuur) en 6 groepen aan het schoolzwemmen voor zeer jeugdigen ( 3 klokuren). Dit betekent t.o.v. het schooljaar 2007/2008 een reductie van in totaal 2 klokuren.
Kengetallen Kengetal Leerlingenvervoer (peildatum november) Aangepast vervoer Openbaar vervoer Totaal
Realisatie 2007 Binnen Buiten Leiden Leiden 131 82 0 13 228
Begroting 2008 Binnen Buiten Leiden Leiden 135 82 2 16 235
Begroting 2009 Binnen Buiten Leiden Leiden 139 94 0 14 249
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met ingang van het schooljaar 2009/2010 (1 augustus 2009) zal het leerlingenvervoer opnieuw worden aanbesteed. Gezien het feit dat de Gemeente Leiden er altijd voor heeft gekozen (en dat ook in de toekomst zal blijven doen) kwalitatief hoogwaardig vervoer voor deze kwetsbare groep leerlingen te realiseren, wordt niet verwacht dat voornoemde aanbesteding (waarbij kwaliteit een vooraanstaande plek in het programma van eisen t.b.v. de aanbesteding zal verkrijgen) tot een substantiële verlaging van de kosten zal leiden.
190
Budgettaire ontwikkelingen Perspectiefnota: Gezien de structurele onderbesteding op de geraamde kosten zal de bijdrage aan het leerlingenvervoer vanaf 2009 jaarlijks € 50.000 lager liggen.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
191
Product 480.03 Leerplicht Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.661 1.399 1.457 -546 -408 -423 1.115 992 1.034
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.381 1.378 -423 -423 958 954
2012 1.374 -423 951
Productomschrijving Elk kind in Nederland is verplicht om vanaf zijn 5e jaar elke dag naar school te gaan. Ouders hebben de taak hun leerplichtig kind bij een school in te schrijven en ervoor te zorgen dat hun kind het onderwijs ook echt volgt. Vanaf zijn/haar 12e jaar is het kind zelf ook verantwoordelijk voor zijn/haar schoolbezoek. Sinds augustus 2007 is de kwalificerende leerplicht tot 18 jaar van kracht. De kwalificatieplicht verplicht alle jongeren in de leeftijd tot 18 jaar die na de volledige leerplicht nog geen startkwalificatie hebben, een volledig programma van onderwijs te volgen tot dit wel het geval is. De kwalificatieplicht is ingesteld om voortijdig schoolverlaten van 16- en 17-jarigen beter te helpen voorkomen. Het Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland (RBL) ziet er, namens de deelnemende gemeenten, op toe dat scholen, ouders en kinderen de regels naleven. Hier hebben zij leerplichtambtenaren voor aangesteld. De leerplichtambtenaar onderzoekt alle gevallen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Hij of zij zoekt samen met leerlingen, ouders en scholen oplossingen voor problemen rond schoolverzuim en dreigende schooluitval en maakt zonodig procesverbaal op wegens overtreding van de Leerplichtwet. Doel van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC) is om, in aansluiting en aanvulling op het gemeentelijke leerplichtbeleid, activiteiten te organiseren in het kader van een sluitende registratie, doorverwijzing, aanpak en opvang van voortijdig schoolverlaters (VSV-ers) tot 23 jaar. De leerlingenadministratie (welke voor de leerplichtambtenaren als inputbestand fungeert voor de verzuimgegevens) wordt tot op heden door de gemeente beheerd. Momenteel is besluitvorming in voorbereiding om met ingang van 1 januari 2009 ook deze activiteit onder te brengen bij het RBL . De kosten hiervan bedragen € 36.300,-. De gemeente stelt subsidie beschikbaar voor projecten van verschillende organisaties die het schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten tegengaan.
Prestaties 1. Afspraken maken met het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) over de uitvoering van de leerplichtwet en de RMC-wet, zodanig dat het schoolverzuim en het voortijdig schoolverlaten in Leiden wordt teruggedrongen. 2. Het vanaf 01-01-2009 uitvoeren van een adequate leerlingenadministratie door het RBL. 3. Het faciliteren van projecten die het schoolverzuim en het voortijdig schoolverlaten terugdringen. In 2009 zal verdere uitvoering gegeven worden aan het (regionaal binnen Holland Rijnland ontwikkelde) uitvoeringsplan ten behoeve van het terugdringen van voortijdig schoolverlaten; dit betekent o.a. verbeterde registratie, het verder uitbouwen van het Jongerenloket onderwijs en werk, het uitvoeren van projecten vanuit het platform VMBO-MBO en het voortzetten van de drie functies binnen de voorziening De Witte Poort, te weten het reboundtraject, de spijbelopvang en de duale leerweg. Hier wordt leerlingen uit het voortgezet onderwijs, die door gedragsproblemen (dreigen te) ontsporen, de kans geboden hun schoolloopbaan voort te zetten. In het kader van voorkomen van voortijdig schoolverlaten worden daarnaast een aantal projecten gesubsidieerd van verschillende organisaties, zoals workskills, het mentorproject Key to success en het MKB-netwerkproject. In 2009 zal in Zuid Holland Noord het ‘1 loket verzuim en VSV’ werkzaam zijn, een instrument van het Ministerie OCW. Doel is een gecentraliseerde sluitende melding en registratie van verzuim en VSV.
192
Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Aantal dossiers leerplicht/percentage schoolverzuim - Regio 1372 1.450 (2,3%) - Leiden 562 550 (3,4%) Absoluut verzuim (Leiden) 4 5 Aantal leerlingen zonder 1494 750 startkwalificatie (Leiden) Aantal bereikte jongeren 564 600 jongerenloket (Leidse regio) (1) cijfer zou hoger kunnen uitvallen door betere melding MBO-scholen
Begroting 2009
2,3% (1) 3,4 % (1) 5 (1) 500 600
Meerjarige beleidsontwikkelingen De portefeuillehouders sociale agenda en het DB van Holland Rijnland hebben voortijdig schoolverlaten als speerpunt benoemd in de sociale agenda van Holland Rijnland. Ook in Leiden is voortijdig schoolverlaten in het kader van het Grote Steden Beleid een belangrijk speerpunt. Hiertoe is een regiegroep en een werkgroep voortijdig schoolverlaten opgezet. Hierin hebben zitting: vertegenwoordigers van de gemeenten, ROC Leiden, ROC ID College, samenwerkingsverbanden VOscholen Leidse regio en Duin- en Bollenstreek, CWI, MKB-Randstad West, gemeentelijk sociale diensten en enkele zorgpartijen (Valent, bureau Jeugdzorg). In juni 2008 is in het kader van het actieprogramma ‘aanval op de uitval’ een 4 jarig convenant voortijdig schoolverlaten afgesloten tussen het ministerie van OC&W, RMC-centrumgemeente Leiden en de VO en MBO scholen in de regio Holland Rijnland. Het convenant VSV bevat met name preventieve maatregelen om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Doelstelling van het convenant is 40% reductie van het aantal nieuwe VSV’ers woonachtig in betreffende RMC-regio in het schooljaar 2010-2011 t.o.v. het schooljaar 2005-2006 in het Voortgezet en Middelbaar Beroeps Onderwijs. Het convenant is gekoppeld aan het in 2008 opgestelde regionale meerjarenbeleidsprogramma VSV. In het regionale meerjarenprogramma VSV zijn concrete maatregelen benoemd worden op vier thema’s: preventieve maatregelen, curatieve maatregelen, registratie en regie.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
193
Product 480.04 Lokaal onderwijsbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 4.294 4.792 4.844 -265 -86 -66 4.029 4.706 4.778
Meerjarenbeeld 2010 2011 4.742 4.718 -47 -47 4.695 4.670
2012 4.657 -47 4.610
Productomschrijving Het (doen) realiseren van een efficiënt, adequaat en kwalitatief goed onderwijsaanbod dat recht doet aan mogelijkheden en behoeften van individuen en aan vragen vanuit de samenleving als geheel. Het gaat daarbij om het scheppen van voorwaarden, het mogelijk maken van experimenten en het bevorderen van samenhang en samenwerking voor zover daarvan een meerwaarde kan worden verwacht. De nadruk van het gemeentelijk beleid zal met name liggen op aspecten die niet vanzelfsprekend zijn in het "reguliere" aanbod. Hierbij gaat het om leerlingen in achterstandssituaties, maar ook om leerlingen met bijzondere begaafdheden. Voor leerlingen voor wie maatwerk noodzakelijk is, is de doelstelling het in stand houden van een samenhangend en flexibel netwerk van voorzieningen. De gemeente rekent het ook tot haar verantwoordelijkheid scholen, o.a. via schoolbegeleiding en logopedie een goede ondersteuning te bieden, zowel bij het optimaliseren van het reguliere aanbod, als bij de ontwikkeling van bijvoorbeeld speciale programma's voor groepen of individuen voor wie maatwerk noodzakelijk is.
Prestaties • Uitvoering beleidsplan “onderwijsachterstandenbeleid 2006-2009, met als belangrijkste speerpunten in 2009: - de uitbreiding van de voorschoolse educatie naar reguliere bestaande speelzalen en kindercentra - de stroomlijning van de keten van partners waarin toeleiding naar voorschoolse educatie moet plaatsvinden. • Uitvoeren van gemaakte afspraken met schoolbesturen over inzet middelen schoolbegeleiding. • In het kader van Brede School beleid: uitvoering Brede Schoolprojecten in Roomburg en Leiden Noord; afronden definitief ontwerp in Noord en intensivering van de samenwerking tussen de verschillende partners; beoordelen en begeleiden nieuwe initiatieven Brede School voortkomend uit Protocol Brede School. • In het kader van Kenniseconomie o.a. het stimuleren van toptalent en meer aandacht voor bèta en techniek opleidingen; • bevorderen van ICT in het onderwijs, o.a. door (conform beleidsplan 2007-2011) concrete ICTprojecten en ondersteuning van basisscholen bij implementatie van ICT in het schoolleerplan (o.a. digitale schoolborden); • In het kader van Veilige School in regionaal werkgroepverband ontwikkelen van protocollen voor de scholen die participeren in een in 2007 in de Leidse regio afgesloten convenant. Prestatie indicatoren % kinderen uit groepen 3-8 dat deelneemt aan naschoolse activiteiten bij scholen* Brede school noord Zuid West Morswijk Slaaghwijk Stevenshof % gewichtenpeuters VVE** Aantal scholen dat deelneemt aan de Regeling Versterking Cultuureducatie in het Primair Onderwijs
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
62% 47% 68% 82% 32% 42% 16
70% 60% 60% 60% 40% 50% 16
70% 60% 60% 60% 40% 50% 16
194
* In 2007 is het programma NaSchoolse Activiteiten Nieuwe Stijl van start gegaan. De behaalde prestaties waren hoger dan verwacht, o.a. door een grondige voorbereiding. De verwachte prestaties voor 2008 e.v. zijn daarom wat behoudend vastgesteld. **VVE= Voor- en Vroegschoolse Educatie; vanaf 1 augustus 2006 is de gemeente verantwoordelijk voor de deelname van gewichtenkinderen aan VVE programma’s in de voorschoolse periode (tot 4 jaar). Bovenstaand percentage heeft dan ook alleen betrekking op de voorschoolse periode. Daarnaast heeft het Rijk vanaf 1 oktober 2006 gefaseerd een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. Dit betekent dat de totale doelgroep gewichtenkinderen zowel in aantal als in aard gewijzigd is. Met de nieuwe gewichtenregeling krijgen minder en/of andere kinderen het predicaat gewichtenkind. Gemeenten moeten in 2009 70% van de nieuwe doelgroep gewichtenkinderen laten deelnemen aan voorschoolse educatie. Het bereik in de voorschoolse periode onder de oude regeling was 58%. Dit betekent dat er veel oorspronkelijke gewichtenkinderen niet meer tot de doelgroep behoren en dat er meer gewichtenkinderen, volgens de nieuwe criteria, bereikt moeten worden. We streven er naar in 2009 minimaal 50% doelgroeppeuters te bereiken.
Kengetallen Aantal deelnemers aan Kopklas Aantal deelnemers Internationale klassen Aantal deelnemers BAT/BOAT
Realisatie 2007 15 20 67
Begroting 2008 13 20 110
Begroting 2009 16 20 (b) 70 (b)
b. Het aantal deelnemers van de internationale klassen en BAT/BOAT is geheel afhankelijk van de instroom van asielzoekers en neveninstromers in Leiden.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Lokaal onderwijsbeleid in het algemeen Er komt landelijk steeds meer aandacht voor het voorkomen van zwarte en witte scholen. Overleg in Leiden over dit onderwerp heeft o.a. geresulteerd in een pilot ‘consulent schoolkeuze’. Deze pilot is na een grondige evaluatie in 2008 stopgezet. De gemeente zal in overleg met de schoolbesturen bekijken welke andere mogelijkheden er zijn om segregatie in het Leidse onderwijs tegen te gaan. In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid dient de gemeente 70% van de gewichtenpeuters te bereiken met een VVE (voor- en vroegschoolse educatie) programma. In de toekomst zal het Rijk deze prestatienorm nog optrekken naar 100%. In samenwerking met de schoolbesturen, Stichting Peuterspeelzalen Leiden, B4kids en andere partners in de stad, zal de gemeente een toeleidingsplan schrijven hoe de gestelde prestaties te bereiken. Dit plan zal meteen de opmaat zijn voor de nieuwe planperiode Onderwijsachterstanden die per 1 januari 2010 ingaat.
Budgettaire ontwikkelingen Perspectiefnota: De bijdrage conciërges zal in 2009 met € 137.000 afnemen en vanaf 2010 met € 274.000 jaarlijks. Dit bedrag dienen de schoolbesturen op te vangen in de lumpsum financiering, op basis van eigen keuzes van de schoolbesturen. Het budget bevorderen gemengde scholen is, om de doelstelling te realiseren, beschikbaar van 2007 tot en met 2011. Vanaf 2012 vervalt dit budget (€ 50.000).
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
195
Product 630.04 Jeugdbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.989 1.472 1.539 -397 0 0 1.592 1.472 1.539
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.297 1.294 0 0 1.297 1.294
2012 1.291 0 1.291
Productomschrijving Participatie en perspectief zijn de kernbegrippen bij het jeugdbeleid. Het stimuleren van kansen en talenten en het vroegtijdig signaleren en aanpakken van problemen staan daarbij centraal. In 2008 zijn de uitvoeringsprogramma’s van de Leidse Jeugdfactor; participatie en perspectief vastgesteld. Te weten: 1. Integrale aanpak jeugdoverlast 2. Opvoedingsondersteuning 3. Aanpak overmatig alcohol en drugsgebruik bij jongeren 4. Uitbreiding aanpak Veilig Opgroeien 5. Uitbreiding activiteiten in de wijk voor jongeren (12+) 6. Veilig spelen in de wijk 127. Centra voor Jeugd en Gezin, Elektronisch Kinddossier, Verwijsindex en ketenzorg 8&9 Uitbreiding stedelijke activiteiten op het gebied van cultuur en vrije tijd (12-18)/ jeugdparticipatie (gecombineerd) Hiermee geeft het college uitvoering aan de gestelde kaders voor integraal jeugdbeleid in de periode 2007 – 2011 en een invulling van de structurele extra middelen uit het collegeprogramma. De gemeente geeft in nauwe samenwerking met lokale en regionale partners uitvoering aan dit beleid, waarbij extra aandacht is voor een integrale aanpak.
Prestaties Voor 2009 zijn de volgende aandachtspunten van belang: • Oprichting van een jongerenplatform voor participatie en jongerencultuur • Inrichting van het eerste CJG in het Gezondheidscentrum van de Stevenshof (conform uitgangspunten uitvoeringsprogramma Jeugdnota) • Voortzetting van het Jeugdpreventieteam en Jeugdinterventies bij jeugdoverlast in de wijk. • Uitrol samenwerken met partners op het gebied van Veilig Opgroeien. (Volgorde wordt bepaald aan de hand van de resultaten van de jeugdmonitor) (conform uvp)
Prestatie-indicatoren Aantal hits jongerensite (regio) % deelname basisschoolleerlingen vakantiepas (regio)
Realisatie 2007 Begroting 2008 56.900 80.000 Niet gemeten 35%
Begroting 2009 60.000* 35%
* Deze prestatie-indicator moet naar beneden bijgesteld worden, omdat de website tegenwoordig een uitgebreider spam-filter heeft en een zuiverder telling uitvoert. De hogere cijfers uit het verleden waren door spam vervuild.
Kengetallen
Aantal opvoedcursussen bij Opvoedbureau/Servicepunt opvoedcursussen Aantal leidse deelnemers opvoedcursussen Aantal speeltuinen Aantal jeugdleden speeltuinen Aantal gezinnen HomeStart
Realisatie 2007 26
Begroting 2008 25
Begroting 2009 30
300 16 nnb 49
300 16 5200 50
350 16 5200 60
196
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2009 wordt gewerkt aan de inrichting van Centra voor Jeugd en Gezin, waar jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning laagdrempelig worden aangeboden. Kernpartners zijn de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk Werk en van waaruit de toeleiding naar zwaardere vormen van zorg en hulpverlening goed geregeld is. De ontwikkeling van CJG’s vindt in nauwe samenwerking met de regio (niveau Zuid Holland Noord) plaats. De invulling van front en backoffice van de te vormen Centra voor jeugd en gezin is een belangrijke ontwikkeling voor de komende jaren. Vanuit de Jeugdnota zijn hier extra gelden voor beschikbaar gesteld. De bekostiging van de 0-4 jarigenzorg en opvoedingsondersteuning wordt met ingang van 2008 bekostigd via de Brede Doeluitkering Jeugd en Gezin. Binnen deze BDU moeten gemeenten uitvoering geven aan de vijf taken uit prestatieveld van de WMO op het gebied van: • Informatie en advies • Vroegsignalering • Toeleiding naar zorgaanbod • Licht pedagogisch advies • Zorg coördinatie. De BDU loopt tot en met 2011 en wordt daarna opgenomen in het Gemeentefonds.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
197
Product 650.01 Kinderopvang Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.872 2.786 2.850 -2.121 -1.252 -1.288 751 1.534 1.562
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.835 2.820 -1.288 -1.288 1.547 1.532
2012 2.815 -1.288 1.527
Productomschrijving Het faciliteren van een goed evenwicht tussen vraag naar en aanbod van diverse vormen van kinderopvang (dagopvang, naschoolse opvang, gastouderopvang en peuteropvang). Het voeren van een beleid dat gericht is op een goede spreiding van voorzieningen over de stad en dat waarborgen biedt voor de kwaliteit van de opvang. Voor de meer marktgerichte dagopvang, naschoolse opvang en gastouderopvang wordt een register bijgehouden. Het toezicht op de kwaliteit van alle vormen van opvang is eveneens een gemeentelijke taak. Het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen door het mede in stand houden van reguliere en VVE- peuterspeelzalen.
Prestaties Uitvoering beleidsplan “onderwijsachterstandenbeleid 2006-2009, met als één van de speerpunten in 2009: de uitbreiding van de voorschoolse educatie naar reguliere bestaande speelzalen en kindercentra (zie ook 480.04). De ontwikkelingen rondom de overgang van peuterspeelzaal Pippeloentje van de Stichting Woonwagenwerk naar de SPL zijn afhankelijk van de ontwikkelingen van het Trekvaartplein. Prestatie indicatoren Aantal plaatsen peuterspeelzaal per 100 kinderen % kinderen dat gebruik maakt van voorschoolse voorzieningen 2-3 jarigen
Realisatie 2007 19,5
Begroting 2008 19
Begroting 2009 19
91%
84%
84%
Meerjarige beleidsontwikkelingen Peuterspeelzalen in Leiden hebben te maken met teruglopende wachtlijsten (dit is een landelijke trend). Tegelijkertijd zullen zij een steeds grotere rol vervullen op het gebied van de VVE, zeker vanwege het streven naar een groter bereik onder doelgroepkinderen. Landelijk spelen de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de wijzigingen in de financiering vanuit de Wet kinderopvang. Het Rijk stimuleert harmonisatie en/of samenwerking tussen peuterspeelzalen en kinderopvang. Of dit consequenties gaat hebben voor de vraag naar kinderopvang en peuterspeelzaalwerk is nog niet te voorzien. In principe zijn hieraan geen financiële consequenties voor de gemeente verbonden.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn voor 2009 geen investeringen voor dit project opgenomen.
198
Product 715.01 Jeugdgezondheidszorg uniform deel Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.175 1.210 1.263 -1.140 -1.175 -1.220 35 35 43
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.263 1.263 -1.220 -1.220 43 43
2012 1.263 -1.220 43
Productomschrijving Het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen zowel individueel als op populatieniveau. Bij de uitvoering staat naast het kind, de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving. Het op basis van de Wet Collectie Preventie Volksgezondheid en het daarop berustende Besluit jeugdgezondheidszorg uitvoeren van de in artikel 3 tot en met 5 genoemde uniforme basistaken die in elke gemeente gelijk moeten worden uitgevoerd. Uniforme basistaken zijn bijvoorbeeld het afnemen van een algemene anamnese bij de jeugdige, opsporing en preventie van specifieke stoornissen, het zonodig aanbieden van vaccinaties tegen hepatitis b, onderzoek of er sprake is van spraak- of taalstoornissen.
Prestaties Voor 2009 zijn de volgende aandachtspunten van belang: • Invoering Elektronisch Kind Dossier • Invoering Verwijs-index • Aanstellen regionale coördinator kindermishandeling Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 % kinderen van 0-4 bereikt door Ouder en 99,25% 97,3% 98% Kindzorg (Stichting Activite) % kinderen 4-19 bereikt door de NNB 96% NNB jeugdgezondheidszorg (GGD) * Opgemerkt wordt hierbij dat kinderen die woonachtig nabij een aangrenzende gemeente, bij deze gemeente in zorg kunnen zijn waardoor het aantal kinderen in zorg Leiden lager kan uitvallen. Het (via bekostiging van de Stichting Activite) conform de eisen van het Besluit jeugdgezondheidszorg realiseren van onder meer de volgende onderdelen van de productgroepen genoemd in het basistakenpakket: • monitoring en signalering; (Individuele anamnese en onderzoek naar fysiek en sociaal milieu etc.) • inschatten zorgbehoefte; (Verhouding draaglast en draagkracht, bepalen voorlichtingsbehoefte, bepalen ontvangen zorg, bepalen risicogroep) • screening en vaccinaties; (Rijksvaccinatieprogramma) • voorlichting, advies, instructie en begeleiding. (wettelijke verplichte voorlichting) • Zorgsystemen, netwerk, overleg en samenwerking. (dossiervorming) Het samenhangend uitvoeren van het basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg door de GGD Zuid-Holland Noord en de Stichting Activite, zodat de cesuur tussen de gezondheidszorg voor 0-4 jarigen en die voor 4-19 jarigen wordt opgeheven.
199
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2009 wordt het zorgdossier geautomatiseerd, waardoor de ontwikkelingen van een kind gemakkelijker worden gevolgd en kunnen worden overgedragen. (het Elektronisch Kind Dossier)Het ministerie van VWS heeft de besluitvorming ten aanzien van één gemeenschappelijk registratiesysteem teruggedraaid en het is nu aan de regio om dit vorm te geven. De GGD is trekker van dit project, mede namens de thuiszorgorganisaties. De bekostiging van de 0-4 jarigenzorg wordt met ingang van 2008 bekostigd via de Brede Doeluitkering Jeugd en Gezin. Deze taken worden gekoppeld aan de op te richten Centra voor Jeugd en Gezin, waar de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk Werk kernpartners .. (zie ook productblad Jeugdbeleid: 630.04) In regionaal verband wordt de Verwijsindex ingevoerd, die signalen van verschillende signaleerders over 1 kind moet samenbrengen, waarna gecoördineerde zorg en hulp kan plaatsvinden. Tenslotte ligt er een belangrijke taak binnen de JGZ binnen de landelijke aanpak van kindermishandeling (RAAK). Leiden is een van de 35 landelijke trekkende gemeenten en ontvangt hiervoor gedurende 3 jaar middelen van het Rijk om een breed regionaal traject in te zetten volgens de RAAKmethode.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit een trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
200
Product 716.01 Jeugdgezondheidszorg maatwerkdeel Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 117 192 200 -112 -73 -76 5 120 125
Meerjarenbeeld 2010 2011 200 199 -76 -76 124 123
2012 198 -76 123
Productomschrijving Het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen zowel individueel als op populatieniveau. Bij de uitvoering staat naast het kind de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving. Het maatwerk vult het uniforme aanbod (zie produkt 715.01) van activiteiten aan of versterkt dit aanbod. Het richt zich op preventie en wordt risicogericht ingezet. Aansluitend bij de risicogerichte benadering zal, daar waar een keuze gemaakt moet worden, de voorkeur uitgaan naar individugericht boven groepsgericht.
Prestaties Voor 2009 zijn de volgende aandachtspunten van belang: • Aanbod opvoedingsondersteuning aanpassen op de vraag. (conform het uitvoeringsprogramma Opvoedingsondersteuning van de Jeugdnota) Binnen het maatwerk worden, op basis van de Wet Collectie Preventie Volksgezondheid en het daarop berustende Besluit jeugdgezondheidszorg de in artikel 6 tot en met 8 genoemde, werkzaamheden uitgevoerd. Standaard onderdelen in het maatwerkdeel zijn bijvoorbeeld, in aanvulling op taken uit het uniform deel: • uitvoeren van specifieke individugerichte voorlichting; • advies, instructie en begeleiding, geven van groepsgerichte voorlichting • formuleren welke individuele maatregelen nodig zijn, afgestemd op het gezin van de jeugdige, de buurt van de jeugdige, of de school van de jeugdige. Meerjarige beleidsontwikkelingen Vanuit het maatwerk dragen de JGZ-instellingen ondermeer bij aan het versterken van de capaciteiten van jongeren en opvoeders door een aanbod opvoedingsondersteuning en pedagogisch advies en de verdere ontwikkeling van de nieuwe regionale zorgstructuur voor 0-4 jarigen rond de voorschoolse voorzieningen en voor 4-12 jarigen rond het primair onderwijs. .(zie productblad 630.04 jeugdbeleid) Voorbeelden zijn: aanpak overgewicht, Stevig Ouderschap, Spraak-taal interventie, prenatale gymnastiek. Dit laatste product wordt met ingang van 2009 toegevoegd. Het aanbod opvoedingsondersteuning wordt conform de uitgangspunten uit het uitvoeringsprogramma omgebouwd naar vraaggerichte ondersteuning. Een en ander wordt nauw afgestemd met de ontwikkeling van het CJG. Vanuit de Jeugdnota zijn hier extra gelden voor beschikbaar gesteld.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen voor dit project opgenomen.
201
202
Programma 8 Cultuur, sport en recreatie
203
Product 002.13 Archief en informatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Archief Rekening Begroting 2007 2008 1.456 1.562 -98 -123 1.358 1.440
Begroting 2009 1.738 -165 1.573
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.753 1.753 -175 -195 1.577 1.557
2012 1.753 -195 1.557
Productomschrijving Het product Archief & Informatie maakt vanaf 2009 deel uit van het programma Sport, cultuur en recreatie. Het doel van het product binnen dit programma is het optimaal beheren en beschikbaar stellen van informatie uit archief en documentatie, zodat de belangen van de administratie, de openbaarheid van bestuur, de recht- en bewijszoekende burger en de historie gediend worden. Dit product bestaat uit twee delen: 1. Het optimaal beheren en beschikbaar stellen van informatie in de vorm van archief en documentatie, op een zodanige wijze dat de belangen van de in geschiedenis geïnteresseerden en de recht- en bewijszoekende burger gewaarborgd worden. 2. Toezicht houden op het vormen en beheren van informatie door andere afdelingen binnen de gemeente en instellingen buiten de gemeente, op een zodanige wijze dat de belangen van de administratie, de democratische controle, de recht- en bewijszoekende burger en de in geschiedenis geïnteresseerden gewaarborgd worden.
Prestaties Prestatie indicatoren Beheren Aantal archieven Beschikbare meters depot Klimaatcondities halen norm Restaureren/conserveren prentverzameling Idem bibliotheek Idem archieven Materiële verzorging archieven Digitale opnamen eigen collectie Aanwas archieven Contracten met schenkers/ bruikleengevers Lopende inventarisaties Lopende indiceerprojecten Achterstand bewerking archief Groei achterstand bewerking archief Invoeren aanwinsten in
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
812 (7228 m) 8000 94,7% 60 stuks
830
850
95% 150 stuks
95% 150 stuks
1140 stuks 5018 stuks 280 m
150 stuks 5050 stuks1 400 m
150 stuks 50 stuks1 400 m
5000
20.000 2
755.000 2
270 m 70
200 m 70
200 m 70
19, plus 8 afgerond in 2007 8, plus 1 afgerond in 2007 756 m
10
10
10
10
725 m
750 m
31 m
Nihil
25 m
154.500
15.000 records
15.000 records3
1
5.000 stuks minder dan 2008, vanwege de restauratie in 2008(met subsidie) van het archief van Daniël van der Meulen, een 16e–eeuwse koopman 2 In verband met het gratis digitaliseren van delen Notarieel archief door de Genealogical Society of Utah een 755.000 stuks meer dan in andere jaren
204
databases Beschikbaar stellen Bezoeken studiezaal In studiezaal ter beschikking gestelde items
Bezoeken scholieren Museum & School Bezoeken website Schriftelijke vragen Telefonische vragen Uitleningen t.b.v. tentoonstellingen Rondleidingen en groepsonderzoek Bestellingen afbeeldingen Bezoekers Pilgrim Archives Vitrinepresentaties Verstrekte kopieën studiezaal Verstrekte kopieën via website
5916 plus 300 open dag 1420 bibliotheek 6231 archief 1 affiche 998 prenten 8650 stuks totaal 2352
6.000 plus 200 open dag 7.500
5.000 plus 200 open dag 7.000
2.250
2.400
108.000 607 3000 5
110.000 800 4.000 10
140.000 2004 4.000 10
31
20
20
1008 480 5 7715 2221
800 500 7 7.500 2.500
900 500 6 7.500 2.500
Meerjarige beleidsontwikkelingen De meerjarige ontwikkelingen van vorige jaren worden voortgezet: - Verdere ontwikkeling van een regionaal archief - Voortgaande digitalisering - Meer nadruk op beschikbaar stellen informatie door benaderen nieuwe doelgroepen, communicatie via nieuwe kanalen, nieuwe wijzen van beschikbaar stellen. Bij al deze ontwikkelingen wordt samengewerkt met externe partners. Het opnieuw vormgeven van de toezichthoudende rol van de archivaris zal in 2009 worden afgerond. Tot slot zal in 2009 voortgegaan worden met de plannen voor een nieuwe depotruimte. De ontwikkelopdracht t.a.v. het inrichten van een digitaal depot zal verder worden uitgevoerd.
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota De kosten van inhuur van WSW-gedetacheerden worden structureel met € 48.000 verhoogd. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
3
Bijna alle invoer geschiedt door vrijwilligers. Hieraan kunnen geen strakke normen worden opgelegd. Bepaalde onderzoeksvragen zullen voortaan worden doorverwezen naar professionele onderzoekers. 4
205
Product 510.01 Openbaar Bibliotheekwerk Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 4.172 4.276 -840 -847 3.332 3.429
Begroting 2009 4.444 -853 3.590
Meerjarenbeeld 2010 2011 4.422 4.401 -853 -853 3.569 3.547
2012 4.379 -853 3.526
Vanaf 1 januari 2008 is de nieuwe cultuureducatieve organisatie BplusC van start gegaan, ontstaan uit een fusie van de Bibliotheek, Muziekschool, Volksuniversiteit K&O en het Leidse Volkshuis. De productomschrijving, prestaties en ontwikkelingen van BplusC (waaronder het product ‘openbaar bibliotheekwerk’) zijn daarom beschreven bij product 540.04, ‘cultuureducatie’.
206
Product 530.01 rode sportparken en 531.01 groene sportparken Rode sportparken Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 336 343 -249 -257 87 86
Begroting 2009 350 -268 82
Meerjarenbeeld 2010 2011 348 343 -268 -268 79 74
2012 518 -268 249
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 1.846 2.503 -382 -381 1.465 2.122
Begroting 2009 1.953 -398 1.555
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.054 2.074 -398 -398 1.655 1.676
2012 2.152 -398 1.754
Groene sportparken Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
Productomschrijving Bevorderen van beoefening van buitensporten. Om dit doel te bereiken is het noodzakelijk dat er een goede infrastructuur is voor de buitensporten in de vorm van sportparken. Daarbij richt de gemeente zich in het voorwaardenscheppend beleid met name op de sportverenigingen, onder meer door de verhuur van sportaccommodaties tegen betaalbare tarieven. Prestaties Het beheren, verhuren en onderhouden van in totaal 52 velden verspreid over heel Leiden. Deze velden, waarvan 16 kunstgrasvelden en 2 wetra-velden, zijn ondergebracht in 14 sportparken. Daarnaast zijn er ook nog 31 gravel tennisbanen, ondergebracht op 4 tennisparken en een kunststof atletiekbaan. Prestatie indicatoren Aantal beschikbare rode en groene sportparken Kengetallen Seizoenverhuur verenigingen (uur per week) Voetbal korfbal Hockey Handbal Atletiek Softbal Rugby Honkbal Jeu de boules American football Hondentrainingsveld Jeugddorp totaal Seizoenverhuur scholen (uren per week) Voetbal Korfbal Hockey Atletiekveld totaal
Realisatie 2007 84
Begroting 2008 Begroting 2009 84 84
Realisatie 2007
Begroting 2008 Begroting 2009
593 166 132 15 26 7 35 48 5 15 16 1085 Realisatie 2007 447 109 96 122 774
207
600 160 135 15 25 5 35 50 5 15 12 1057
600 160 135 15 25 5 35 50 5 15 16 1061
Begroting 2008 Begroting 2009 450 450 90 100 90 95 120 120 750 765
Totale seizoenverhuur (uren per week) Index totale seizoenverhuur (begroting 2005 = 1635 uur = 100) Incidentele verhuur scholen (uren per jaar) Voetbal Korfbal Hockey Handbal Atletiekbaan Atletiekveld Rugby Verenigingen/diversen Totaal
1859 114
Realisatie 2007
1807 111
1825 112
Begroting 2008 Begroting 2009
237 85 29 5 161 0 28 81 626
150 40 15 15 200 5 15 35 475
235 85 25 5 180 5 25 80 640
Meerjarige beleidsontwikkelingen De ontwikkeling van sportpark Boshuizerkade, waar 3 velden worden afgestoten en de resterende 4 zullen worden heringericht, zal in 2009 verder worden uitgewerkt. De nieuwe indeling van het Sportpark Boshuizerkade heeft ook gevolgen voor: - american footballclub Lightning Leiden, die nu tijdelijk van een veld gebruik maakt; - basketbalvereniging BS Leiden, die op dit sportpark een clubgebouw in eigendom heeft; - honkbalvereniging Biënto, die nu tijdelijk gebruik maakt van sportpark Boshuizerkade.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich geen wijzigingen voor.
Investeringsplan Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 600 500 1.100
Aanpassing Morskwartier II Montgomerystraat-korfbal aanleg kunstgras Totaal Sportparken 2009
208
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja Ja
Product 530.02 sporthallen en sportzalen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 1.830 1.838 -692 -630 1.138 1.208
Begroting 2009 1.866 -658 1.208
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.853 1.922 -658 -658 1.195 1.263
2012 1.996 -658 1.338
Productomschrijving Bevorderen van beoefening van binnensporten. Om dit te bereiken is het noodzakelijk dat er een goede infrastructuur is voor de binnensport in de vorm van sporthallen en sportzalen. Daarbij richt de gemeente zich in het voorwaardenscheppend beleid op de sportverenigingen, scholen, bedrijven en recreanten, door de verhuur van sportaccommodaties tegen betaalbare tarieven.
Prestaties Het beheren, verhuren en onderhouden van in totaal 3 grote sporthallen, een sportzaal, een gymzaal en een turnhal. Daarnaast worden vraag en aanbod bij elkaar gebracht in een sporthal en in gymzalen van derden. Prestatie indicatoren Aantal sporthallen gemeente Aantal sportzalen gemeente Aantal turnhallen gemeente Aantal gymnastiekzalen gemeente Aantal sporthallen derden Aantal gymnastiekzalen derden Kengetallen Beschikbare/verhuurde uren
Vijf Meihal Drie Octoberhal Sporthal de Zijl Sportzaal Broekplein Turnhal Leiden Gymnastiekzalen (gemiddeld) Pieterskerkgracht Rijnlands Revalidatie Centrum Totaal
Realisatie 2007 3 1 1 1 1 28
Begroting 2008 3 1 1 1 1 29
Realisatie 2007
Begroting 2008
Beschik- Verhuurd baar 4.100 2.920 4.100 2.268 4.100 2.382 4.100 2.894 4.100 1.892 2.000 804
Beschik- Verhuurd baar 4.100 2.800 4.100 2.100 4.100 2.400 4.100 2.500 4.100 1.800 2.000 750
Begroting 2009 3 1 1 1 1 29
Begroting 2009 Beschikbaar 4.100 4.100 4.100 4.100 4.100 2.000
Verhuurd 2.900 2.200 2.400 2.750 1.850 800
4.100 2.150
864 1.487
4.100 2.150
850 1.100
4.100 2.150
850 1.350
28.750
15.511
28.750
14.300
28.750
15.000
Het aantal beschikbare uren is als volgt berekend: maandag t/m vrijdag 0800-2300 uur = 5 dagen x 15 uur = 75 uur zaterdag en zondag 0800-2000 uur = 2 dagen x 12 uur = 24 uur -----------per week 99 uur x 42 weken = 4158 uur per jaar. Landelijk is er geen norm vastgesteld omtrent het beschikbaar aantal uren om een sporthal te kunnen verhuren. Rekening houdend met vakanties en feestdagen is uitgegaan van 42 weken verhuur per jaar.
209
Bezoekersaantallen Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 (indicatief)* Vijf Meihal 102.000 110.000 120.000 Drie Octoberhal 94.000 88.000 90.000 Sporthal de Zijl 60.000 60.000 60.000 Sportzaal Broekplein 80.000 75.000 80.000 Turnhal Leiden 30.000 30.000 30.000 Gymnastiekzalen 15.000 15.000 15.000 (gemiddeld) Pieterskerkgracht 12.000 12.000 12.000 Rijnlands Revalidatie 14.000 16.000 15.000 Centrum totaal 403.000 406.000 422.000 *deze bezoekersaantallen zijn een combinatie van sporters en bezoekers en zijn indicatief omdat bezoekers niet worden geregistreerd. Naar verwachting neemt het aantal bezoekers in de Vijf Meihal toe vanwege nieuwe vakantie activiteiten georganiseerd door basketballvereniging ZZ Leiden.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich geen wijzigingen voor.
Investeringsplan Op dit beleidsproduct zijn geen investeringskredieten beschikbaar gesteld.
210
Product 530.03 zwembaden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 4.051 4.232 -1.322 -1.308 2.730 2.924
Begroting 2009 4.311 -1.485 2.826
Meerjarenbeeld 2010 2011 4.293 4.274 -1.485 -1.485 2.808 2.789
2012 4.257 -1.485 2.772
Productomschrijving Het scheppen van voorwaarden om de sportbeoefening en het bewegen in het water mogelijk te maken. Het gaat hierbij zowel om voorwaarden voor de recreatieve zwemmer als voor de sportieve zwemmer. Een randvoorwaarde is dat alle categorieën van de bevolking tegen betaalbare tarieven optimaal gebruik kunnen maken van de gemeentelijke faciliteiten, ongeacht hun aanleg, interesse en/of persoonlijke omstandigheden. Daarnaast bieden de zwembaden ook de mogelijkheid voor kinderen om deel te kunnen nemen aan het leszwemmen.
Prestaties Het beheren, verhuren en onderhouden van 3 zwembaden. Prestatie indicatoren Aantal openstellings uren Zwembad de Zijl Vijf Meibad De Vliet Totaal aantal openstellingsuren uren
Realisatie 2007 4.956 4.354 1.449 10.759
Begroting 2008 5.000 4.400 1.500 10.900
Begroting 2009 5.000 4.400 1.500 10.900
Kengetallen Bezoekersaantallen De Zijl Recreatiezwemmen Doelgroepen Leszwemmen Schoolzwemmen* Verenigingen Diversen totaal
Realisatie 2007 117.535 14.725 20.702 1.802 82.435 7.585 244.784
Begroting 2008 126.000 16.000 20.000 3.800 85.000 8.000 258.800
Begroting 2009 120.000 15.000 20.000 2.000 85.000 7.500 249.500
Bezoekersaantallen Vijf Meibad Recreatiezwemmen Doelgroepen Leszwemmen Schoolzwemmen* Verenigingen diversen totaal
Realisatie 2007 33.322 9.372 7.145 6.169 63.630 677 120.315
Begroting 2008 33.000 11.000 7.000 7.500 67.000 200 125.700
Begroting 2009 33.000 10.000 7.000 6.000 65.000 500 121.500
* door het niet meer deelnemen van een aantal scholen aan het schoolzwemmen voor het speciaal onderwijs is het aantal uren verhuur hiervan afgenomen.
Bezoekersaantallen De Vliet Recreatiezwemmen Verenigingen totaal
Realisatie 2007 51.459 1.923 53.382
211
Begroting 2008 60.000 2.000 62.000
Begroting 2009 60.000 2.000 62.000
Totaal bezoekersaantallen Zwembad de Zijl Vijf Meibad De Vliet totaal
Realisatie 2007 244.784 120.315 53.382 418.481
Begroting 2008 258.800 125.700 62.000 446.500
Begroting 2009 249.500 121.500 62.000 433.000
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich geen wijzigingen voor.
Investeringsplan Op dit beleidsproduct zijn geen investeringskredieten beschikbaar gesteld.
212
Product 530.04 sportondersteuning Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 304 317 -225 -190 79 127
Begroting 2009 398 -196 202
Meerjarenbeeld 2010 2011 417 414 -196 -196 221 218
2012 408 -196 212
Productomschrijving Het bevorderen van sportbeoefening en ondersteuning van het vrijwillig kader. Sport biedt veel mogelijkheden om op een goede manier met vrije tijd om te gaan. Daartoe wordt het particulier initiatief gestimuleerd door enerzijds het uitlenen van sport- en spelattributen en anderzijds de deskundigheid van de vrijwilligers te verhogen en verenigingen te ondersteunen op vele gebieden. Daarnaast worden diverse kennismakingscursussen georganiseerd zowel voor volwassenen als jongeren. Tevens worden verschillende (sport)activiteiten ondersteund.
Prestaties Ondersteunen van verenigingen o.a. door het verhogen van de deskundigheid van vrijwillig kader, verhuren van sport- en spelmateriaal en organiseren van kennismakingscursussen. Het aantal kennismakingscursussen sportondersteuning is nu begroot op de opgedane ervaring. In de praktijk blijkt dat sommige cursussen niet doorgaan door te weinig animo of door het niet kunnen leveren van technisch kader door de deelnemende verenigingen.
Aantal kennismakingscursussen sportondersteuning Kennismakingscursussen schoolsport Aantal scholingen bestuurskader Totaal cursussen en scholingen sportondersteuning
Realisatie 2007 72
Begroting 2008 100
Begroting 2009 75
60 1 133
60 2 162
60 2 137
Kengetallen Aantal deelnemers kennismakingscursussen sportstimulering Aantal deelnemers kennismakingscursussen schoolsport Aantal deelnemers scholingen bestuurskader Aantal schoolsporttoernooien Aantal deelnemers schoolsporttoernooien Aantal verhuringen sport-o-theek Aantal verhuurde artikelen sport-o-theek
Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 552 500 500 2.053
2.000
2.000
51
20
20
30 3.473 298 2.489
26 3.500 300 2.500
26 3.500 300 2.500
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich geen budgettaire ontwikkelingen voor.
Investeringsplan Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 250
Vervanging Die Leythe-botenloods
213
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
Product 530.05 Sportstimulering Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 615 784 -164 -318 451 466
Begroting 2009 816 -332 484
Meerjarenbeeld 2010 2011 781 780 -332 -332 450 448
2012 778 -332 447
Productomschrijving Het bevorderen van de sportbeoefening van de Leidse inwoners, omdat sport bijdraagt aan het bereiken van maatschappelijke doelen zoals het bevorderen van maatschappelijke participatie en volksgezondheid, het tegengaan van overlast en het stimuleren van integratie. Hiervoor worden de volgende middelen ingezet: 1. Het aanbieden van kwalitatief en kwantitatief voldoende en betaalbare sportvoorzieningen. 2. Het ondersteunen van initiatieven van verenigingen door middel van evenementensubsidies, activiteitensubsidies en jeugdsportsubsidies. 3. Het motiveren van bepaalde doelgroepen door het organiseren van gerichte stimuleringsprojecten om niet-sportende burgers (weer) op een verantwoorde en plezierige wijze sport te laten beoefenen. 4. Het wegwerken van knelpunten voor bepaalde doelgroepen om aan sportactiviteiten deel te nemen. 5. Het stimuleren van integratie van sportende jeugd van diverse etnische achtergronden en betrokkenheid van allochtone ouders bij jeugdsport.
Prestaties Sportverenigingen De sportverenigingen van Leiden worden gestimuleerd in het organiseren van jeugdactiviteiten door middel van (jeugd)waarderingssubsidie (jeugdsportsubsidie) en in het organiseren van algemene activiteiten door middel van een evenementensubsidie. Overige sportorganisaties Tevens worden gesubsidieerd schoolsportactiviteiten, de Leidse Marathon en de Leidse Sport Federatie. Sportnota 2006-2010 De gemeenteraad heeft op 28-2-2006 de kadernota Leids Sportbeleid 2006-2010 vastgesteld. De raad heeft daarmee vastgesteld wat er in deze jaren op het terrein van de sport moet gebeuren. De nota kent vier speerpunten die zijn uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma dat in de periode 200620210 gerealiseerd dient te worden. Om alle plannen uit de Sportnota uit te voeren is een extra structureel bedrag van € 807.000 nodig. In het kader van de begroting 2007 heeft een uitbreiding van het budget voor de sport met € 420.000 plaatsgevonden zodat nog een structureel bedrag van € 387.000 ontbreekt. In juli 2008 is er een tussenrapportage uitgebracht over de stand van zaken van de uitvoering van de sportnota. Van de 45 punten uit het uitvoeringsprogramma is van 38 de uitvoering gestart en van 7 nog niet . De belangrijkste reden voor het niet starten van deze punten is dat er in verband met de ambtelijke capaciteit prioriteiten zijn gesteld. Van de 38 punten die gestart zijn er 18 die een continu proces vormen waardoor niet kan worden vastgesteld dat die zijn afgerond. Van 20 andere punten die zijn gestart zijn er 5 afgerond en zijn er 3 gestopt omdat die in de praktijk niet uitvoerbaar zijn. De overige 12 punten zijn wel gestart, maar nog niet afgerond. Bij 5 punten komt dat omdat de looptijd van de actie nog niet verstreken is. De prognose is dat in 2009 het aantal afgeronde actiepunten zal toenemen van 5 tot 21. In hoeverre actiepunten die betrekking hebben op investeringen in sportaccommodaties verder afgewikkeld kunnen worden, is afhankelijk van het beschikbaar komen van de benodigde financiële middelen.
214
Topsport Het budget voor de topsport wordt voor een periode van twee jaar ingezet via Regio Steunpunt Talent en Topsport, omdat daar de benodigde expertise beschikbaar is. Na deze periode zal er een evaluatie plaatsvinden van de samenwerking tussen de gemeente, het steunpunt en de sportverenigingen en zal worden bezien in hoeverre de samenwerking en de financiële bijdrage wordt gecontinueerd. De evaluatie is gepland in het laatste kwartaal van 2008 zodat eventuele maatregelen met ingang van 2009 geëffectueerd kunnen worden. Sportstimulering In de periode 1-9-2006 t/m 2009 worden in Leiden Zuid West, Stevenshof, Noord en Slaagwijk de Bos-projecten uitgevoerd. Het komt neer op het aanbieden van een integraal pakket aan sport- en bewegingsactiviteiten voor jongeren in de leeftijd van 6 t/m 19 jaar om achterstanden in de wijk te voorkomen c.q. te verminderen. Bij achterstanden gaat het onder meer om overlast door jongeren, ongezonde leefstijlen, overgewicht, gebrek aan sociale vaardigheden en ondervertegenwoordiging bij sportdeelname. De financiering van deze projecten geschiedt uit middelen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de gemeente Leiden. De looptijd van deze projecten is tot 3112-2009 waarna een evaluatie zal plaatsvinden.
Prestatie indicatoren Aantal waarderingssubsidies jeugdsport Gesubsidieerde jeugdsportactiviteiten (aantal verenigingen/aantal activiteiten) Aantal gesubsidieerde sportevenementen
Realisatie 2007 45 21/59
Begroting 2008 50 30/75
Begroting 2009 50 25/70
20
18
22
Meerjarige beleidsontwikkelingen De rijksbijdrage voor de BOS-projecten die worden uitgevoerd in Leiden Zuid West, Noord, Stevenshof en Slaagwijk heeft een looptijd tot en met 2009. Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
215
Product 540.01 Theater Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 3.596 4.001 -2.128 -1.814 1.468 2.187
Begroting 2009 4.096 -1.895 2.200
Meerjarenbeeld 2010 2011 4.089 4.083 -1.894 -1.893 2.195 2.190
2012 4.076 -1.892 2.184
Productomschrijving Het bevorderen, instandhouden en ontwikkelen van een breed en gevarieerd aanbod aan professioneel- en amateur-theater, resulterend in: • het presenteren van een representatieve doorsnede van het landelijke aanbod, waarbij naar een balans tussen kunst en amusement wordt gezocht • een gevarieerd aanbod van vernieuwend theater voor volwassenen • een aanbod van professionele jeugdtheatervoorstellingen • een aanbod van schoolvoorstellingen in Leiden en omgeving Deze inspanningen dragen bij aan ‘Leiden stad van ontdekkingen’. Prestaties Leidse Schouwburg De Leidse Schouwburg programmeert een breed en gevarieerd aanbod aan professioneel theater. Daarnaast wordt de Leidse Schouwburg, als de programmering het toelaat, verhuurd. De Leidse Schouwburg kent een vol programma in het seizoen 2009-2009, onder meer omdat de Stadsgehoorzaal nog gesloten zal zijn wegens verbouwing. Scheltemacomplex Het Scheltemacomplex is hét centrum voor actuele kunst in de stad Leiden. Scheltema brengt musici, kunstenaars, wetenschappers én bezoekers met elkaar in contact en biedt ruimte aan jonge en experimentele kunstenaars en gezelschappen. Binnen de oude dekenfabriek Scheltema zijn de volgende partners actief: Stedelijk Museum de Lakenhal, Universiteit Leiden, De VeenFabriek en Scheltema Horeca. Zij organiseren concerten, voorstellingen, lezingen, colleges, tentoonstellingen, festivals en seminars voor alle leeftijden. Tot op heden zijn de bijdragen van de gemeente aan programma’s en activiteiten incidenteel geweest. Voor 2009 is een voorstel aan de raad voorgelegd naar aanleiding van een aanvraag om een structurele bijdrage. Veenfabriek De Veenfabriek is een muziektheatergezelschap dat jaarlijks verschillende voorstellingen maakt. Zij treden op in Leiden, elders in Nederland en in het buitenland. De Veenfabriek biedt meer dan alleen voorstellingen: het is een ensemble waarin kunstenaars, wetenschappers, studenten, talenten en het ambacht met elkaar samenwerken om hun reflectie op de maatschappij in een esthetische vorm te presenteren en het publiek te ontroeren. Daarbij zoekt de Veenfabriek naar verrassende locaties, waar ook het Leidse publiek kennismaakt met dit gezelschap (bijvoorbeeld de voorstelling Haar Leven, haar doden in V&D, die tevens genomineerd werd onder de 10 beste voorstellingen van het seizoen 2007-2008). Tot op heden heeft de gemeente een enkele keer bijgedragen aan producties van De Veenfabriek. Voor 2009 is naar aanleiding van een aanvraag om een structurele bijdrage een voorstel aan de raad voorgelegd. Daarnaast ligt er een conceptadvies van Nederlands Fonds Voor Podiumkunsten om voor een periode van vier jaar jaarlijks een structurele bijdrage van het Fonds aan de Veenfabriek te verstrekken. LAK-Theater Het LAKtheater verzorgt een programma van veelal vernieuwende theater-, dans- en kindervoorstellingen. Voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs is er speciale aandacht. De maandelijkse zondagmiddagen waarop onder de titel WarmLopen alvast iets getoond wordt van
216
voorstellingen die de komende zes weken te zien zijn, zijn succesvol en worden ook in het nieuwe seizoen gecontinueerd. Cultuurfonds Leiden De raad heeft op 21 mei 2008 besloten een jaarlijkse bijdrage van € 200.000 beschikbaar te stellen aan de Stichting Cultuurfonds Leiden, onder voorbehoud van gelijke financiële deelname door het Fonds 1818, en dit bedrag ten laste te brengen van het budget Cultuurfonds Leiden. Het Cultuurfonds zal zich richten op structuur- en sectorversterking van het culturele veld in Leiden. Bij de beoordeling van aanvragen zullen verder criteria gehanteerd worden als innovatief, actueel, coproductie, incidenteel, kwaliteit en toegankelijk voor publiek. Ook zal de Stichting Cultuurfonds een cultuurmakelaar aanstellen. Het resterende deel van het Cultuurfonds-budget heeft de raad herbestemd voor het oplossen van een aantal knelpunten in de cultuurportefeuille. De besluitvorming daarover zal in het kader van deze begrotingsbehandeling plaatsvinden Prestatieindicatoren Aantal voorstellingen Leidse Schouwburg Aantal verhuringen Leidse Schouwburg (met/zonder publiek) Aantal voorstellingen LAK-theater (volwassenen/jeugd/school) Aantal zaalverhuringen LAK-theater
Realisatie 2007
Begroting 2008 200 40 (30/10) 175 (126/23/26) 20
Begroting 2009 210 40 (30/10) 171 (123/22/26) 24
Kengetallen Leidse Schouwburg Openbare voorstellingen, aantal bezoekers Openbare voorstellingen, bezettingsgraad (460 stoelen) Verhuringen met publiek, bezoekers Verhuringen met publiek, bezettingsgraad (528 stoelen)
Realisatie 2007
Begroting 2008 72.500 75,1%
Begroting 2009 75.000 78%
11.500 72,6%
12.000 80%
Kengetallen LAK-theater Totaal aantal bezoekers theatervoorstellingen Gemiddeld aantal bezoekers per voorstelling Gemiddelde zaalbezetting (180 stoelen) Bezoek i.h.k.v. schoolvoorstellingen
Realisatie 2007
Begroting 2008 22.000
Begroting 2008 22.000
149 83% 4.000
150 83% 4.000
Budgettaire ontwikkelingen In overeenstemming met amendement 9 op de Perspectiefnota 2009 wordt voor de producten 540.01 (theater) en 540.02 (muziek) gezamenlijk een bedrag van € 80.000 beschikbaar gesteld voor knelpunten op het gebied van kunst en cultuur. In overeenstemming met de cultuurbrief ‘er is een momentum’ wordt ten behoeve van de programmering van Scheltema een bedrag van € 30.000 ter beschikking gesteld en ten behoeve van de Veenfabriek een bedrag van € 50.000. De dekking vindt plaats vanuit het budget “Cultuurfonds Leiden”.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit beleidsproduct opgenomen in het investeringsplan.
217
Product 540.02 Muziek Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 3.108 2.697 -226 -124 2.882 2.573
Begroting 2009 2.537 -182 2.355
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.577 2.633 -315 -315 2.262 2.318
2012 3.208 -315 2.893
Productomschrijving • Het bevorderen, instandhouden en ontwikkelen van een breed en gevarieerd aanbod aan professionele en amateur-muziek in Leiden • Het stimuleren van actieve muziekbeoefening • De facilitering van de infrastructuur op muziekgebied (theaters, concertzalen, podia en oefenruimten) en van instanties die podiumactiviteiten organiseren.
Prestaties Muziekinstellingen en programma-organisaties De gemeente subsidieert de drie grotere kernpodia Stadsgehoorzaal (€ 892.001), LVC (€ 271.348) en Pieterskerk (€ 40.828) en daarnaast een aantal kleinere podia en programmaorganisaties: St. het Muziekhuis (€ 44.000), Cultureel Centrum de X (€ 18.190), Jazzpodium Hot House (€11.625), LVP (€ 6.479) Jazz on Sunday (€ 3.045). De hoogte van de subsidieplafonds wordt door de Raad vastgesteld in het subsidieboek. Stadsgehoorzaal Uitbreiding en renovatie Stadsgehoorzaal In 2007 is, na enige vertraging als gevolg van beroep- en bezwaarprocedures en een tegenvallende aanbesteding, gestart met de uitbreiding van de Stadsgehoorzaal met een tweede, kleinere concertzaal en de renovatie van foyers en kantoren. Het voornemen is dat de Stadsgehoorzaal in de eerste helft van 2009 opgeleverd wordt. Van invloed op het exploitatieresultaat kan het in het regeerakkoord opgenomen profijtbeginsel voor culturele instellingen zijn. Deze bezuiniging van € 50 miljoen op macro-niveau zal druk geven op de brutomarge van de programmering. De in de afgelopen jaren ingezette ARBO-wetgeving legt daarnaast een grotere druk op de personeelslasten. Tijdens de verbouwing worden in de Waag extra concerten geprogrammeerd. De jaarlijks beschikbare subsidie is, in deze overgangsperiode naar de nieuwe situatie, noodzakelijk om de nieuwe programmering voor te bereiden, klanten (zowel cultureel als commercieel) opnieuw te binden en de sponsormogelijkheden in de nieuwe situatie goed vorm te geven. In 2008 is de vertraging bij de Stadsgehoorzaal reeds gemeld en toegekend als financiële tegenvaller. Op dat moment was de planning dat de Stadsgehoorzaal op 1 april 2009 open zou gaan. Nu duidelijk is dat oplevering weliswaar nog voor de zomervakantie zal plaatsvinden, maar de feitelijke programmering pas van start kan gaan met het nieuwe seizoen 2009-2010, wordt de huurderving van deze vijf maanden extra sluiting (tot 1 september 2009) nu opgevoerd als financiële tegenvaller 2009. Muziekhuis. In 2008 is de aanpassing van de Qbus zaal in het Muziekhuis aan de geluidseisen afgerond. In het kader van de uitvoering van het convenant Muziekhuis zal de beperking van de overlast van het Muziekhuis worden gemonitord. Als gevolg van het niet huisvesten van het Muziekhuis in een nieuw onderkomen (groot muziekcentrum in de Nobel), zijn problemen ontstaan van incidentele en structurele aard. Door te de late heropening en door de beperkte openingstijden, vallen de barinkomsten als dekkingsmiddel tegen. Omdat het Muziekhuis meer geëigend commercieel uitgebaat moet worden, zijn meer directie uren begroot. Voor het oplossen van dit knelpunt is in de cultuurbrief € 15.000 vrijgemaakt.
218
Prestatie indicatoren Realisatie Begroting Begroting Stadsgehoorzaal* (2006/)2007 (2007/)2008 (2008/)2009 Aantal culturele evenementen PM PM PM Aantal bezoekers culturele evenementen PM PM PM Aantal commerciële evenementen PM PM PM Aantal bezoekers commerciële PM PM PM evenementen Toelichting: * in verband met de sluiting van de SGZ in de periode zomer 2006 tot en met voorjaar 2009 a.g.v. de renovatie en uitbreiding met een tweede zaal is er sprake van een aangepast programma. Hierdoor kunnen er in de Stadsgehoorzaal in genoemde periode geen evenementen plaatsvinden. Prestatie indicatoren LVC Realisatie 2007 Aantal bezoekers concerten 11.940 Aantal concerten 46 Aantal dance-events en clubavonden** 143 Totaal aantal bezoekers incl. concerten, 53.079 dance-events en clubavonden ** Toelichting: * incl. 10 door externe organisatie ** inclusief komedie-, cabaret- en dansavonden, betalend
Begroting 2008 9.500 40 155 45.000
Begroting 2009 11.000 45 150 53.000
Meerjarige beleidsontwikkelingen Subsidies STAMPOD-podia (Stichting Samenwerkende Podia Leiden) Een aantal programmerende muziekinstellingen heeft de afgelopen jaren gebruik gemaakt van een aantal incidentele rijks subsidies. Deze komen in 2009 te vervallen, omdat deze daadwerkelijk als incidenteel bedoeld waren. Zoals het er nu naar uitziet komen hier geen alternatieven voor beschikbaar van rijkswege. Alhoewel het hier incidentele subsidies betreft, moet geconstateerd worden dat ze van essentieel belang zijn voor het kunnen functioneren van de programmerende instellingen. Door het vervallen van deze rijkssubsidies zal het culturele (muziek) aanbod in Leiden in hoge mate verschralen. Muziekcentrum de Nobel In RV 08.0041 “Haalbaarheidsonderzoek Muziekcentrum de Nobel” wordt aangetoond dat realisatie van één groot muziekcentrum op de Nobel locatie financieel niet haalbaar is. Er worden een aantal onderzoeksscenario’s ter overweging aangegeven. Na het vaststellen van het Haalbaarheidsonderzoek Muziekcentrum de Nobel is gewerkt aan de uitwerking van scenario 4, de ambitie van de Nobellocatie ingrijpend aanpassen en te onderzoeken of het LVC naar deze locatie kan. Tevens zijn 2 quickscans uitgevoerd naar 2 andere mogelijke locaties in de binnenstad. In het najaar van 2008 zal er aan de Raad een kaderbesluit worden voorgelegd. Na een besluit over of het LVC naar de Nobellocatie zal verhuizen zal moeten worden gezocht naar een alternatieve locatie en/of mogelijkheid voor de tussenliggende periode dat het LVC het pand aan Breestraat 66 moet verlaten en realisatie van een nieuw muziekcentrum op de Nobellocatie.
Budgettaire ontwikkelingen Conform amendement 9 op de Perspectiefnota 2009 wordt voor de producten 540.01 (theater) en 540.02 (muziek) gezamenlijk een bedrag van € 80.000 beschikbaar gesteld voor knelpunten op het gebied van kunst en cultuur. Voor de gevolgen van de beperkende huisvesting van het Muziekhuis is in de cultuurbrief voorgesteld Stichting Het Muziekhuis € 15.000 extra subsidie te verstrekken.
219
Investeringsplan In het investeringsplan 2009-2012 staan bij de jaarschijf 2009 de volgende investeringen: Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 307
LVC / Aalmarkt
220
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
Product 540.03 Beeldende kunst Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 611 485 -194 -47 416 438
Begroting 2009 355 -48 307
Meerjarenbeeld 2010 2011 354 354 -48 -48 306 305
2012 353 -48 305
Productomschrijving Instandhouding, stimulering en promotie van hedendaagse beeldende kunst, door middel van: bevordering van de belangstelling voor de (Leidse) hedendaagse beeldende kunst • het faciliteren van Leidse beeldend kunstenaars, gericht op het uitoefenen van hun beroep • het stimuleren van projecten op het gebied van beeldende kunst in de stad Deze inspanningen moeten bijdragen aan een bloeiend kunstklimaat in Leiden met een kwalitatief goed kunstenaarsbestand en daarmee aan ‘Leiden stad van ontdekkingen’.
Prestaties Kunstsubsidies Op basis van de bepalingen van de Deelverordening Kunst en Cultuursubsidies worden subsidies verstrekt voor: a. presentaties (= het houden van tentoonstellingen door Leidse, getoetste, beeldende kunstenaars); b. promotionele activiteiten (= publicaties en uitgaven op Leids cultureel en cultuurhistorisch gebied); c. bijzondere projecten (= tentoonstellingen; beeldende kunst projecten; theater- en muziekproducties; schrijf- en compositieopdrachten; culturele evenementen; cultuurfestivals en beeldende kunst in openbare ruimte. Het dient hierbij te gaan om projecten die niet tot het reguliere programma of de werkzaamheden van een instelling behoren en in het Leids kunst- en cultuurklimaat een belangrijke werking hebben). Als voorbeelden van op basis van deze subsidieregeling mogelijk gemaakte culturele activiteiten in de stad kunnen worden genoemd: het Poëziefestival; de Hortusconcerten; de Podiumdag; de Leidse Houtconcerten; de Jazz award; Ontzettend Leiden; de Cum Laude concerten; de Leidse Filmdagen; de Leidse orgeldagen; het Rapenburg festival; Langs Leidse Kerken; etc. Actuele kunst Het door middel van cofinanciering mogelijk maken van o.a. de Kunstroute en diverse culturele programma’s in o.a. Scheltema en het KV-station. Atelierbeleid Algemeen Het atelierbeleid moet leiden tot 83 betaalbare ateliers op 5 locaties waarin in Leiden woonachtige professionele kunstenaars werken en één centrale wachtlijst. Op dit moment zijn er 95 gemeentelijke ateliers op 9 verschillende locaties waarin 1 of meerdere ateliers zijn en zijn er diverse wachtlijsten. Als de renovatie van de Haagweg gereed is en het aantal ateliers daar is vergroot kan de Kaasmarktschool aan de atelierfunctie worden onttrokken. De Garenmarkt 1a is inmiddels aan de atelierfunctie onttrokken. Op dit moment zijn er 94 gemeentelijke ateliers waarvan in ongeveer 70% van de gevallen een Leidse positief getoetste kunstenaar zit. Speerpunt na renovatie is het bevorderen van de doorstroming en het centraliseren van de wachtlijst. Haagweg 4 Medio 2005 is het projectbesluit renovatie Haagweg 4 genomen. Naar aanleiding van de amendementen zijn in februari 2007 gewijzigde besluiten in het Projectvoorstel vastgesteld. In najaar 2008 wordt het uitvoeringsbesluit aan de Raad voorgelegd. Waarna de verdere uitvoering in 2009 voor een groot deel kan plaatsvinden.
221
Beeldende kunst in openbare ruimte a. advisering over en begeleiding van projecten met betrekking tot het realiseren van nieuwe kunstwerken in de openbare ruimte In de Cultuurbrief wordt voorgesteld eenmalig een bedrag van € 100.000,= te oormerken voor nieuwe initiatieven inzake beeldende kunst in de openbare ruimte. Vooruitlopend op een definitieve regeling – gebaseerd op een binnenkort uit te voeren onderzoek naar de mogelijkheden van een zogenaamde percentageregeling (motie 7 – RV 05.0130) - zal voornoemd bedrag ten laste van het budget Cultuurfonds worden gebracht. In 2009 zal in samenwerking met de gemeenten Leiderdorp en Oegstgeest een nieuwe gids en bijbehorende website worden gerealiseerd betreffende de beeldende kunst in de openbare ruimten in de drie gemeenten. A.g.v. de herijking van de visie op museum De Lakenhal - zoals verwoord in de ultimo 2008 uit te brengen Museumnota - zullen m.i.v. 2009 de thans nog door De Lakenhal uitgevoerde voormalige CBK-taken, waaronder de advisering en begeleiding m.b.t. kunst in de openbare ruimte, elders binnen of buiten de gemeentelijke organisatie dienen te worden ondergebracht. Zie tevens 541.02.
b. beheer van beelden in de openbare ruimte Alle gemeentelijk kunstobjecten in de openbare ruimte worden jaarlijks geschouwd. Op basis van de schouw wordt beoordeeld welke beelden voor uitgebreid onderhoud in aanmerking komen of waar met regulier schoonmaakonderhoud kan worden volstaan. Schades aan beelden worden – indien mogelijk – zo snel mogelijk hersteld. Cultuurfonds Zie 540.01.
Prestatie indicatoren Aantal verstrekte presentatiesubsidies Aantal gesubsidieerde promotionele activiteiten Aantal gesubsidieerde bijzondere projecten
Realisatie 2007 31 12
Begroting 2008 30 15
Begroting 2009 25 10
14
Niet benoemd
20
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen voor dit project opgenomen.
222
Product 540.04 Cultuureducatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 1.925 1.821 -180 -161 1.745 1.660
Begroting 2009 1.947 -177 1.770
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.653 1.646 -177 -177 1.477 1.469
2012 1.638 -177 1.462
Productomschrijving Het stimuleren van een optimale cultuurdeelname en cultuurbeleving voor de bevolking in Leiden en regio. Deze bevolking kent een grote diversiteit op basis van leeftijd, sekse, culturele en etnische achtergrond, Het stimuleren gebeurt door middel van een pluriform en kwalitatief goed aanbod van cursussen en activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en lezen. Niet alleen voor individuen, maar ook voor scholen. Het accent van het cultuureducatieve aanbod ligt op de jeugd en de jongeren. Deze inspanningen dragen bij aan ‘Leiden stad van ontdekkingen’. BplusC Vanaf 1 januari 2008 is de nieuwe cultuureducatieve organisatie BplusC van start gegaan, ontstaan uit een fusie van de Bibliotheek, Muziekschool, Volksuniversiteit K&O en het Leidse Volkshuis. Voor een breed spectrum van kunstdisciplines (dans, beeldende kunst, film/video/fotografie, theater en/of literatuur, talen en ICT ) wordt een les- en cursusaanbod verzorgd. Door het bestaande aanbod samen te brengen met de bibliotheekvoorziening, kunnen cross-overs gerealiseerd worden tussen de verschillende kunstdisciplines, kunnen bezoekers van BplusC geïnteresseerd worden in andere activiteiten en kunstdisciplines dan waarvoor men primair komt, en kan de dienstverlening aan de klanten verbeterd worden. Gekoppeld aan de subsidieverlening is met deze nieuwe organisatie een aantal prestatie-indicatoren in de afgesloten Uitvoeringsovereenkomst (UVOK) afgesproken. Deze komen voor een belangrijk deel overeen met eerdere prestatie-indicatoren van de afzonderlijke organisaties, maar zijn ook deels nieuw ten gevolge van de samenvoeging. De organisatie van het programma Cultuur & School (aanbod voor basisonderwijs van voorstellingen en een beperkt aantal projecten) is m.i.v. 1 januari 2008 overgegaan naar BplusC. Meerwaarde wordt verwacht van een bundeling van contacten over cultuureducatieve activiteiten met de scholen, met name op het gebied van de projecten. Voor het Kunstshotfestival geldt hetzelfde. Hieronder volgt dus het nieuwe overzicht van prestatie-indicatoren. Omdat deze indicatoren niet voor alle vier individuele instellingen apart bekend zijn over 2008, of in het verleden verschillend werden gemonitord, is realisatie 2007/begroting 2008 niet om te rekenen en daarom niet altijd ingevuld. Alleen daar waar een indicator één organisatie of één onderdeel betreft, zijn de cijfers realisatie 2008/begroting 2008 vermeld. Museum & School Voor Museum & School, het programma waarbij basisschoolleerlingen van de gemeente Leiden en een aantal regiogemeenten jaarlijks één Leidse erfgoedinstelling bezoeken, was het de afgelopen jaren gebruikelijk alle prestaties van het programma te vermelden, zowel die voor Leidse leerlingen als voor leerlingen uit de regiogemeenten. Vanaf heden zullen alleen de Leidse Leerlingen vermeld worden. Dit is zuiverder omdat het om de prestaties gaat die met de Leidse subsidie gerealiseerd worden.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal bezoekers BplusC Aantal leden bibliotheek BplusC Aantal uitleningen bibliotheek BplusC
Begroting 2008 Niet bij alle vier organisaties bijgehouden 23.663 632.306
223
Begroting 2009 725.000 25.000 700.000
Aantal leerlingen1 BplusC Aantal cursisten2 BplusC
Aantal activiteitenuren op scholen verzorgde projecten, cursussen en lessen + aantal klassen BplusC Aantal deelnemende leerlingen Cultuur & School + aantal deelnemende scholen (BplusC) Aantal deelnemende leerlingen Kunstshot + aantal deelnemende scholen (BplusC) Aantal evenementen, tentoonstellingen, concerten e.d. BplusC Aantal deelnemende scholen Museum & School Aantal deelnemers Museum & School
Niet bij alle vier organisaties op dezelfde manier bijgehouden Niet bij alle vier organisaties op dezelfde manier bijgehouden Niet bij alle vier organisaties op dezelfde manier bijgehouden 13.500 + 55
10.000 + 50
1.300 + 9
1.300 + 9
Nieuwe indicator
150
109 (N.B. incl. regiogemeenten) 18.000 (N.B. incl. regiogemeenten) 36 425
55 (N.B. excl. regiogemeenten) 7.500 (N.B. excl. regiogemeenten) 36 425
Aantal cursussen Ars Aemulae Aantal cursisten Ars Aemulae
2.500
1.500
150 + 90
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het programma Museum & School, en deels ook Cultuur & School, wordt gefinancierd met tijdelijke middelen uit het Actieplan Cultuurbereik en GSB. Vanaf 2009 is vooralsnog geen budget beschikbaar; hiervoor is een dekkingsvoorstel aan de raad voorgelegd. BplusC is nog bezig een bezuinigingstaakstelling te realiseren (Taakstelling stedelijk cursorisch aanbod). Omdat deze nieuwe organisatie met een aantal frictiekosten ten gevolge van de fusie te maken heeft, is afgesproken dat deze taakstellingen gefaseerd gerealiseerd zal worden: in 2008 50%, in 2009 75% en in 2010 100% van het te bezuinigen bedrag. Voor subsidiering Jeugdtheatereducatie was nog geen budget beschikbaar in de begroting. Voor 2009 is een dekkingsvoorstel aan de raad voorgelegd.
Budgettaire ontwikkelingen In overeenstemming met de cultuurbrief ‘er is een momentum’ wordt ten behoeve van de jeugdtheatereducatie een bedrag van € 25.000 ter beschikking gesteld, ten behoeve van Museum en school een bedrag van € 75.000 en ten behoeve van Cultuur en school een bedrag van € 5.000. De dekking vindt plaats vanuit het budget Cultuurfonds Leiden.
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen voor dit project opgenomen.
1 2
een cursus bestaat uit max 9 lessen voor de cursisten een leergang bestaat uit minimaal 10 lessen voor de leerlingen
224
Product 540.05 Amateurkunst Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 668 347 -322 -22 347 325
Begroting 2009 338 -23 316
Meerjarenbeeld 2010 2011 337 335 -23 -23 314 312
2012 309 -23 287
Productomschrijving Het in stand houden van het beoefenen, organiseren en/of deelnemen aan activiteiten op het gebied van amateurkunst (op het huidige niveau) door inwoners van Leiden en regio, resulterend in: • Een bloeiend amateurkunstklimaat • Het in stand houden van verenigingen.
Prestaties Ondersteuning amateurkunstverenigingen Amateurkunstverenigingen en -activiteiten worden op grond van de (tweejaarlijks aangepaste) Deelverordening Amateurkunst Subsidies (DAS) ondersteund met de onderdelen aanmoedigingssubsidie, instandhoudingsubsidie, uitvoeringsubsidie, jeugdsubsidie en zaalhuursubsidie. Hiermee wordt een vaste basis gegeven aan verenigingen en worden zij gestimuleerd om uitvoeringen te organiseren. De subsidie wordt verstrekt aan een vrij groot aantal instellingen en betreft derhalve per instelling een (relatief) gering bedrag, waarmee echter wel een zeer groot aantal instellingsleden in staat wordt gesteld deel te nemen aan activiteiten op het gebied van amateurkunst. Het betreffen hier: toneelverenigingen; koren; harmoniegezelschappen; drumfanfares; brassbands; orkesten; operettegezelschappen; volksdansgezelschappen; theatergroepen; majoretteverenigingen; foto- en videoclubs; popmuzikantenverenigingen; etc. In overleg met de WAK (Werkgroep Amateur Kunst) zullen de amateurkunstverenigingen in 2009 eenmalig uit de DAS-reserve een kleine extra subsidie ontvangen als bijdrage in het oplossen van bij veel van deze instellingen bestaande (kleinschalige) financiële knelpunten. M.i.v. 1 januari 2009 zal de – na overleg met de WAK – de Deelverordening Amateurkunst Subsidies dienen te zijn aangepast. Prestatieindicatoren Aantal gesubsidieerde verenigingen Aantal uitvoeringen
Realisatie 2007 59 142
Begroting 2008 60 100
Begroting 2009 62 100
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met ingang van 2009 komt het Actieplan Cultuurbereik te vervallen. Hiervoor in de plaats komt het landelijke Fons Cultuurparticipatie. Op basis van gelden uit dit fonds dient een bijdrage te worden geleverd aan het binnen ieders bereik brengen van cultuur. Met name dient te worden getracht dat alle jongeren tenminste met 1 cultuurdiscipline in aanraking worden gebracht. E.e.a. binnen de programmalijnen: cultuureducatie; amateurkunst en volkscultuur, waarbij als thema’s gelden: diversiteit; vernieuwing en verankering. Zie ook 540.04.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
225
Product 541.01 Monumentenzorg Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen Rekening Begroting 2007 2008 1.408 1.125 -843 -907 566 218
Begroting 2009 935 -933 2
Meerjarenbeeld 2010 2011 933 932 -933 -933 0 -2
2012 930 -933 -3
Productomschrijving Eind 2005 is de nota Cultureel Erfgoed Leiden (2005 - 2015) vastgesteld door de Raad. Hierin staan ruim 40 beleidsvoornemens op het gebied van Monumenten, Bouwhistorie en Archeologie (zie ook product 541.03). In de nota is een aantal doelstellingen opgenomen die tevens voortkomen uit de Ontwikkelingsvisie 2030, MOP / GSB t/m 2009 en de Programmadoelstellingen. Cultureel Erfgoed maakt onderdeel uit van het programma Sport, Cultuur en recreatie, maar heeft ook sterke raakvlakken met programma's Stedelijke ontwikkeling en Economie en Toerisme. De (gedeelde) doelstellingen zijn: het optimaal benutten en beschermen van het cultureel kapitaal van Leiden het bevorderen van een optimale cultuurdeelname en cultuurbeleving het ontwikkelen van een leefbare en duurzame stad in een dynamische randstedelijke omgeving rekening houdend met de unieke historische waarde de (door)ontwikkeling van de (o.a. historische) identiteit van Leiden t.b.v. het cultuurtoerisme. Hier komen onder meer de volgende subdoelen (t/m 2015) uit de nota voort: het aantoonbaar meenemen en meewegen van cultuurhistorische waarden in ruimtelijke ontwikkelingen en bestemmingsplannen het ontwikkelen en ontsluiten van cultuurhistorische kennis (onder meer monumentendatabase en waardenkaarten) het versterken van de beeldkwaliteit van de historische stad het coördineren, stimuleren en uitvoeren van bouwhistorisch onderzoek, toegespitst op verbouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen het inventariseren en aanwijzen van monumenten en beeldbepalende panden het in stand houden van monumenten door middel van vergunningen, begeleiding eigenaren en toezicht en handhaving het toespitsen van subsidieregelingen op de restauratiebehoefte (aandacht voor onrendabele monumenten) het openstellen van monumenten, ontwikkelen van tentoonstellingen, publiceren van onderzoeken e.d.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal gemeentelijke monumenten op de monumentenlijst Aantal verleende en geweigerde monumentenvergunningen Aantal bezoekers open monumentendagen % van ruimtelijke ontwikkelingen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen % van bestemmingsplannen waarin een cultuurhistorische paragraaf is opgenomen Aantal bouwhistorische opnames bij gebieds- en objectgerichte ontwikkelingen
226
Realisatie 2007 1.413
Begroting 2008 1.450
Begroting 2009 1.500
149/14
90/15
100/15
Ca 13.000 55%
15.000 60%
13.000 60%
65%
70%
75%
100
80
90
Meerjarige beleidsontwikkelingen Ook in 2009 wordt uitvoering gegeven aan de beleidsvoornemens zoals geformuleerd in de nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005 – 2015. Cultuurhistorie in projecten en bestemmingsplannen Het percentage van projecten waarin een cultuurhistorische bijdrage wordt geleverd stijgt niet verder omdat de huidige capaciteit hier reeds zo maximaal mogelijk op wordt ingezet. Deze capaciteit richt zich op (begeleiding van) cultuur- en bouwhistorische onderzoeken (gebieden, historische structuren en objecten) en op de vertaling hiervan (waar mogelijk en gewenst) in randvoorwaarden voor ontwerpkwaliteiten, met name in beschermde stadsgezichten / gebieden met een intensieve welstandstoets op grond van aanwezige historische kwaliteiten. Ieder nieuw bestemmingsplan krijgt een archeologische paragraaf / onderlegger (zie 541.03). Het percentage bestemmingsplannen met een cultuurhistorische onderlegger blijft derhalve langzaam stijgen. Het percentage is afhankelijk van de planning van de bestemmingsplannen. Met name in plangebieden uit de wederopbouwperiode ontbreekt nog een cultuurhistorische onderlegger. In 2008 is door de Erfgoedkoepel het initiatief genomen voor een eerste inventarisatie van wederopbouw in Leiden. In 2009/2010 kunnen mogelijk aanvullende onderzoeken worden gedaan. De nota geeft hiervoor een planning vanaf 2010 aan. Inventarisatie monumenten De Monumentencommissie (aanwijzing monumenten) behandelt in 2008 de singelbebouwing; dit resulteert in een aantal nieuwe aanwijzingen. Tussentijds is er tevens aandacht voor gebiedsgerichte ontwikkelingen en incidentele aanvragen. De prioriteiten voor 2009 moeten in overleg nog nader worden gesteld; aandachtspunten zijn onder meer de historische invalswegen (zoals Morsweg, Rijnsburgerweg e.d.) en de wederopbouwperiode 1940-1965. Prioriteiten worden gelegd daar waar door ontwikkelingen de druk op de cultuurhistorische waarden toeneemt. Bouwhistorisch onderzoek Het aantal bouwhistorische onderzoeken dat door de stadsbouwhistoricus wordt begeleid of uitgevoerd bij de gebiedsgerichte en objectgerichte ontwikkelingen blijft min of meer gelijk. Indien relevant leiden de onderzoeken ook tot publicaties. In 2008 is de basis voor een bouwhistorische waardekaart gelegd. In 2009 krijgt dit onderzoek een vervolg. Met name staat dan –naast aanvullend onderzoek– de digitalisering van bouwhistorische waarden centraal, zodat deze goed kunnen worden ingezet bij gebiedsontwikkelingen. Beeldkwaliteit beschermd stadsgezicht De projecten ‘Historische kleuren op gevels’ en ‘Historische winkelpuien’ kregen in 2008 in gematigd tempo vorm vanuit de bestaande capaciteit, naast het reguliere werk. Eigenaren kunnen zich aanmelden voor een gratis kleuradvies of een gratis bouwhistorische waardestelling (en ontwerp) van/voor de (historische) winkelpui. In 2008 zijn reeds diverse kleuronderzoeken en kleuradviezen gerealiseerd. Voor een eerste selectie van 50 winkelpuien (onder meer in gebied Entree van de Stad) is een bouwhistorische waardestelling uitgevoerd. Hieruit vloeit een advies voort t.a.v. een ontwerp. De projecten lopen door in 2009. De GSB budgetten voor deze projecten moeten eind 2009 zijn weggezet. Dit blijft –gezien het gematigde tempo– een aandachtspunt. Subsidieregelingen De Subsidieregeling Op Termijn (SOT) voor cascorestauratie gemeentelijke monumenten moet nog worden geëvalueerd. De nota Cultureel Erfgoed geeft als richtlijn een verschuiving aan van de inzet van beschikbare budgetten naar de meer onrendabele monumenten. De Subsidieregeling voor Monumentale Onderdelen in de Openbare Ruimte (SMOOR) is in 2008 geëvalueerd en in verruimde vorm voortgezet. In het najaar 2008 verschijnt een informatiebrochure. In 2009 worden de mogelijkheden en beperkingen van één integrale, toegankelijke, laagdrempelige regeling onderzocht; van regelingen voor beschermd stadsgezicht (kleuradvies, reconstructie historische winkelpuien) tot regelingen voor beeldbepalende objecten en monumenten (SMOOR en SOT). Open Monumentendagen / Leidse canon De Open Monumentendagen worden ieder jaar in het tweede weekend van september georganiseerd, aansluitend bij de landelijke open monumentendagen. In 2008 wordt de Leidse Canon (vensters op de geschiedenis van Leiden) door de Vereniging Oud Leiden gepresenteerd. Een gemeentelijk coördinator zorgt in de komende jaren voor concrete visualisering in de stad, bijvoorbeeld door middel
227
van informatieborden op locatie, aansluitend bij de vensters van de canon en de Leidse Loper. Regionale samenwerking Op het gebied van de regionale samenwerking zijn er geen nadere ontwikkelingen. Met Katwijk heeft Leiden een samenwerkingsovereenkomst voor de monumentenvergunningen (tegen betaling). Herstel metsel en voegwerk Burcht In 2008 is nog nader onderzoek gedaan naar de naar de oorzaken van de problemen bij de Burcht. In de loop van 2008 moet dit resulteren in een restauratieplan met concrete herstelwerkzaamheden. Mogelijk loopt dit in 2009 door.
Budgettaire ontwikkelingen Eenmalige verschillen Bij de besluitvorming over Ruimte voor Nieuw Beleid is in 2008 het restantkrediet “woonhuismonumenten” van € 325.000,- éénmalig ingezet als algemeen dekkingsmiddel. Om de vastgestelde beleidsvoornemens in de nota Cultureel Erfgoed (RB.05.0103) zo veel mogelijk volgens het vastgestelde tijdschema uit te voeren, is bij de bestemming van het rekeningresultaat 2007 € 72.450 beschikbaar gesteld. Deze werkzaamheden hadden uitgevoerd moeten worden in 2007 maar konden niet worden uitgevoerd. Deze éénmalige verschillen worden niet gecontinueerd in 2009 en leiden daarom tot een nadeel respectievelijk voordeel ten opzichte van 2008 van in totaal afgerond € 253.000,- (nadeel). Structurele verschillen In de begroting 2008 is de garantstelling Pieterskerk opgenomen als risico. Voor de Stichting Pieterskerk is het niet haalbaar om de gegarandeerde lening van € 5.523.000,- binnen de restauratiebegroting op te vangen. Een duurzame oplossing is besloten. Hierbij leent de Stichting Pieterskerk zelf voor genoemd bedrag. De annuïtaire lasten van deze lening zijn € 339.000,- per jaar. In het startjaar 2008 is hiervoor € 249.000,- opgenomen en vanaf 2009 (basis van 30 jaren tegen 4,5%) is het jaarlijkse structurele bedrag van € 339.000,- opgenomen. Middels een subsidie door de gemeente Leiden zullen deze lasten worden vergoed aan de Stichting Pieterskerk. Een en ander is budgettair geregeld bij de perspectiefnota 2009 – 2012. Het verschil in 2009 ten opzichte van 2008 bedraagt € 90.000,- (nadeel). Bij het College Uitvoeringsprogramma 2008 – 2010 (RB 08.0225) is besloten om voor 2008 € 50.000,en vanaf 2009 € 100.000,- per jaar beschikbaar te stellen. Dit budget is voor aanvullende capaciteit in ten behoeve van de uitvoering van de Nota Cultureel Erfgoed. In deze nota was al aangegeven dat de beschikbare capaciteit niet voldoende is om alle – prioritaire- actiepunten op te pakken. Het verschil in 2009 ten opzichte van 2008 bedraagt € 50.000,- (nadeel). De overige verschillen ad. € 88.000,- (voordeel) betreffen trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing.
228
Product 541.02 Oudheidkunde en musea Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Realisatie Rekening Begroting 2007 2008 4.165 3.607 -1.106 -640 3.059 2.967
Begroting 2009 3.472 -286 3.186
Meerjarenbeeld 2010 2011 4.537 4.577 -286 -286 4.251 4.291
2012 4.541 -286 4.255
Productomschrijving Het beheren, aanvullen, uitbreiden en toegankelijk maken van het gemeentelijk (museale) bezit aan kunst- en historische voorwerpen, alsmede van kunst in de openbare ruimte en de organisatie van tentoonstellingen en projecten, resulterend in: • de exploitatie en het beheer van twee gemeentelijke musea, te weten Stedelijk Museum De Lakenhal en Molenmuseum De Valk; • het voor publieke, educatieve en wetenschappelijke doeleinden toegankelijk maken van de collectie van Stedelijk Museum De Lakenhal; • het bereiken van een zo groot en breed mogelijk publiek. Deze inspanningen moeten bijdragen aan ‘Leiden stad van ontdekkingen’.
Prestaties Stedelijk Museum De Lakenhal Naast hetgeen dat onder de productomschrijving genoemd wordt, wordt tot op heden ook de taak uitgevoerd van het adviseren over en begeleiden van nieuwe kunstwerken in de openbare ruimte (zie ook 540.03), alsmede het beheren van de wachtlijst ateliers totdat een atelierbeheersstichting is opgericht. Molenmuseum De Valk Relicten en gebouwen betreffende de geschiedenis en werking van de Hollandse molen(s) worden voor publiekelijke, educatieve en wetenschappelijke doeleinden toegankelijk gemaakt. Collectie en huidige inventaris worden wordt beheerd, geconserveerd, gepresenteerd, aangevuld en uitgebreid. SieboldHuis Na jaren van financiële onzekerheid heeft het Rijk zeer onlangs een subsidie toegezegd voor de eerstkomende 10 jaar van € 450.000 per jaar. Samen met de bijdrage van de Universiteit Leiden (€ 32.000) en de Gemeente Leiden (€ 68.000) is het voortbestaan van deze unieke voorziening veilig gesteld. De Museumgroep Leiden Onder de collectieve merknaam Museumgroep Leiden wordt structurele samengewerkt op het gebied van museumpromotie. Het project Museum&School, schoolvoorbeeld van de samenwerking van de inmiddels 6 Leidse musea op het gebied van educatie, wordt voortgezet met een nieuw programma.
229
Prestatie-indicatoren Openingstijden Stedelijk Museum De Lakenhal Openingstijden Molen de Valk
Realisatie 2007
Tarieven: -Kinderen groepstarief -Jeugd -CJP -Volwassenen -Volwassenen groepstarief - 65+ Bezoekersaantallen Aantal grote tentoonstellingen in de Lakenhal
Lakenh € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 4,00 NVT € 2,50
Valk € 1,15 € 1,70 € 2,30 € 3,00 € 1,80 € 1,70
Begroting 2008 Begroting 2009 52 weken, 46 uur per week 52 weken, 39 uur per week Lakenh Valk Lakenh Valk € 0,00 € 1,15 € 0,00 € 1,15 € 0,00 € 1,70 € 0,00 € 1,70 € 0,00 € 2,30 € 0,00 € 2,30 € 4,00 € 3,00 € 4,00 € 3,00 NVT € 1,80 NVT € 1,80 € 2,50 € 1,70 € 2,50 € 1,70 40.000 20.000 40.000 25.000 6
Meerjarige beleidsontwikkelingen Op basis van de eind 2008 uit te brengen Museumnota, zal een herpositionering van De Lakenhal plaatsvinden. Dit mede in het kader van o.a. de uitgangspunten van de nota Regie op Maat, op grond waarvan bezien zal worden of het beheren en exploiteren van De Lakenhal nog tot de gemeentelijke taken dient te worden gerekend, dan wel dat het museum moet worden verzelfstandigd. A.g.v. de herijking van de visie op het museum - als verwoord in de Museumnota - zullen m.i.v. 2009 de thans nog door De Lakenhal uitgevoerde voormalige CBK-taken, waaronder de advisering en begeleiding m.b.t. kunst in de openbare ruimte, elders binnen of buiten de gemeentelijke organisatie dienen te worden ondergebracht (zie ook 540.03). Op basis van de uitgangspunten van de Museumnota in relatie tot het besluit m.b.t. de inzet van de PRIL- middelen t.b.v. De Lakenhal, zal komende jaren een upgrading van het museum worden gerealiseerd. In het kader van o.a. de uitgangspunten van de nota Regie op Maat, zal ook bezien dienen te worden of het beheren en exploiteren van het Molenmuseum nog tot de gemeentelijke taken dient te worden gerekend, dan wel dat het Molenmuseum op een andere wijze dient te worden gepositioneerd.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties. Het voortbestaan van het SieboldHuis is veiliggesteld door een subsidie van het Rijk voor de eerstkomende 10 jaar van € 450.000 per jaar.
Investeringsplan Investeringsobject
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 14.000
Renovatie en verbouw Lakenhal
230
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Nee
Product 541.03 Archeologie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 288 531 -16 -8 272 523
Begroting 2009 611 -8 603
Meerjarenbeeld 2010 2011 613 615 -8 -8 605 607
2012 615 -8 607
Productomschrijving Eind 2005 is de nota Cultureel Erfgoed Leiden (2005 - 2015) vastgesteld door de Raad. Hierin staan ruim 40 beleidsvoornemens op het gebied van Monumenten, Bouwhistorie en Archeologie (zie ook product 541.01). In de nota is een aantal doelstellingen opgenomen die tevens voortkomen uit de Ontwikkelingsvisie 2030, MOP / GSB t/m 2009 en de Programmadoelstellingen. Cultureel Erfgoed maakt onderdeel uit van het programma Sport, cultuur en recreatie, maar heeft ook sterke raakvlakken met programma's Stedelijke ontwikkeling en Economie en toerisme. De (gedeelde) doelstellingen zijn: het optimaal benutten en beschermen van het cultureel kapitaal van Leiden het bevorderen van een optimale cultuurdeelname en cultuurbeleving het ontwikkelen van een leefbare en duurzame stad in een dynamische randstedelijke omgeving rekening houdend met de unieke historische waarde de (door)ontwikkeling van de (o.a. historische) identiteit van Leiden t.b.v. het cultuurtoerisme. Hier komen onder meer de volgende subdoelen (t/m 2015) uit de nota voort: behoud van de opgravingsbevoegdheid en voldoen aan alle wettelijke verplichtingen (implementatie van de nieuwe archeologiewetgeving (verdrag van Malta)) het aantoonbaar meenemen en meewegen van archeologische waarden in ruimtelijke ontwikkelingen en bestemmingsplannen het ontwikkelen en ontsluiten van een archeologische waardenkaart het ontwikkelen van collectiebeleid het inventariseren van potentiële gemeentelijke archeologische monumenten het opstellen van een onderzoeksagenda voor archeologie regionale samenwerking de verslaglegging van (eerdere) opgravingen het voorkomen van illegale verstoring van het bodemarchief het zorg dragen voor de publieksfunctie van het Archeologisch Centrum, ontwikkelen van tentoonstellingen, publiceren van onderzoeken, geven van rondleidingen bij opgravingen e.d.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal archeologische acties Aantal bezoekers Archeologisch Centrum
Realisatie 2007 13
Begroting 2008 15
Begroting 2009 15
1.605
Tijdelijke verhuizing/geen tentoonstellingsruimte
Tijdelijke verhuizing/geen tentoonstellingsruimte
Meerjarige beleidsontwikkelingen Ook in 2009 wordt uitvoering gegeven aan de beleidsvoornemens zoals geformuleerd in de nota Cultureel Erfgoed Leiden 2005 – 2015. Behoud opgravingsbevoegdheid Uit de nieuwe archeologiewetgeving (Malta) komt voort dat een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd (vermoedelijk begin 2009) ten behoeve van de opgravingsbevoegdheid van de gemeente Leiden. Uiteraard moeten voorbereidingen worden getroffen en aan bepaalde voorwaarden worden voldaan,
231
onder meer ten aanzien van de capaciteit (minimaal één duurzame fte senior archeoloog; momenteel heeft Leiden 0,8). Archeologie in bestemmingsplannen en ontwikkelingen Reeds sinds enkele jaren krijgen alle nieuwe bestemmingsplannen een archeologische paragraaf. De Archeologische waardenkaart dient daarbij als onderlegger. In de bestemmingsplannen is ook de aanlegvergunning voor archeologie verwerkt. Conform de nieuwe wetgeving vormt ook in de komende jaren archeologie onderdeel van de ruimtelijke ontwikkelingen. Behoud in situ is het uitgangspunt. Indien de bodem toch moet worden verstoord, dan maken archeologische acties deel uit van de ontwikkeling. Het aantal archeologische acties in de komende jaren kan niet worden voorspeld aangezien deze volgen op de gebiedsgerichte ontwikkelingen. Gezien het ruimtelijke programma is een toename van de activiteiten zeker niet uit te sluiten. Archeologisch park Matilo Een projectbesluit ten aanzien van het Archeologisch park Matilo / Roomburg moet in 2008 worden genomen. Het Archeologisch rijksmonument Matilo speelt hierin een centrale rol, in nauwe samenwerking met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Aanvullend archeologisch onderzoek maakt deel uit van het project; grondradar- onderzoek en weerstandmetingen, aangevuld met proefsleuven. Dergelijke onderzoeken geven meer informatie over bijvoorbeeld de contouren van het Castellum ten behoeve van de inrichting van het park. Ook wordt gedacht aan nader waardestellend onderzoek ten behoeve van de (juiste maatregelen voor de) instandhouding van het archeologisch rijksmonument. Onderzoeksagenda Op basis van de Archeologische waardenkaart (waarin reeds verrichte onderzoeken, maar ook verwachtingen op grond van archieven) is in 2008 door de stadsarcheoloog een onderzoeksagenda ontwikkeld (nog vast te stellen in 2008). Daarbij is uiteraard tevens afstemming met de stadsbouwhistoricus. Vervolgens zal worden onderzocht (2009) of en welke gebieden in aanmerking zouden kunnen komen voor de status van gemeentelijk archeologisch monument. Collectiebeleid Na de botanische monsters in de 2007, staat in 2008 – doorlopend in 2009 – van de collectie archeologische vondsten het materiaal metaal centraal. Ieder materiaal vergt een eigen beheersplan. Voor de metaalcollectie wordt een beheersplan opgesteld en uitgevoerd, in nauw overleg met de Provincie. Publieksparticipatie Aangezien het Archeologisch Centrum ook in 2009 nog een tijdelijk onderkomen heeft in de voormalige brandweerkazerne op de Langebrug, is er geen publieksruimte voor tentoonstellingen. Wellicht kan op een alternatieve locatie een kleine tentoonstelling worden ingericht. In 2008 worden hiervoor onder meer de vitrines van het Stadhuis gebruikt. Eind 2009 verschijnt onder meer de wetenschappelijke rapportage over het archeologisch onderzoek Aalmarkt 2007. Het derde publieksboek (opgraving locatie Kamerling Onnes) is in 2008 vertraagd en verschijnt begin 2009. Ook worden voorbereidingen getroffen voor een publieksboek over topvondsten. Regionale samenwerking Ten aanzien van de regionale samenwerking zijn geen ontwikkelingen te melden.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en mutaties in de kapitaallasten. Investeringsplan Niet van toepassing.
232
Product 541.04 Onrendabele monumenten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
M.J.D. (Marc) W itteman Instellingen Rekening Begroting 2007 2008 1.408 1.125 -843 -907 566 218
Begroting 2009 935 -933 2
Meerjarenbeeld 2010 2011 933 932 -933 -933 0 -2
2012 930 -933 -3
Productomschrijving • Dit product maakt onderdeel uit van het programma sport, cultuur en recreatie. • Het zo adequaat mogelijk exploiteren en onderhouden van monumentale panden in gemeentelijk eigendom. Prestaties Objectadres:
Complexnaam:
Soort gebruik:
Blauwpoortsbrug 1 Boommarkt 1 Breestraat 24 Breestraat 92 Burgsteeg ongenummerd Geregracht 50 Haven 100 Havenplein 3 Jan van Houtkade 50 Kanaalweg 80 Lokhorststraat 16 Morsstraat 62/62a Morsstraat 64 Park de Put Pieterskerkhof 6 * Rapenburg 48 Zonneveldstraat 10
Brugwachtershuisje Webster University
Winkel / Bedijfsruimte Particulier onderwijs Tijdelijk kantoor SSC/HRM Kantoor Zonder gebruik Zonder gebruik Cafe-restaurant Sanitairgebouw Haven bedrijfsruimte woning Kantoor Verenigingen Verenigingen Korenmolen universiteit Grotendeels zonder gebruik Tijdelijk kantoor Dienstverlening
Burgpoort Zijlpoort Brugwachtershuisje Waltoren Oistenrijck Roodenburgermolen Latijnse school(huur) Wachtgebouw Morspoort Morschpoort Molen de Put Gravensteen Voorheen Politiebureau
* Object is economisch eigendom van de Rijksuniversiteit
Meerjarige beleidsontwikkelingen Vastgoedportefeuille algemeen Gemeente Leiden heeft zo’n 400 objecten. Op dit moment wordt een beleidskader vastgoed voorbereid. Daarbij komen vragen aan de orde als: wat is de gewenste omvang van de vastgoedportefeuille; hoe moet deze portefeuille worden beheerd en geëxploiteerd en wat moeten de kaders zijn voor de uitvoering van het vastgoedbeleid? Beheersinstrument Planon De gemeente Leiden gebruikt het softwarepakket Planon voor de registratie van het gemeentelijk vastgoed. In 2007 is er een inhaalslag gemaakt met het invoeren van gegevens in Planon. Het eigendom, de kadastrale gegevens, de WOZ- en verzekeringswaarde, het onderhoud en de verhuurinformatie van het vastgoed worden geregistreerd in Planon. Bij de voorbereiding van het beleidskader vastgoed is geconstateerd, dat er overlap is in de registratie van gegevens in verschillende systemen. Daarom zal onderzoek worden gedaan naar een duidelijke afbakening over “welke” basisgegevens “waar” worden geregistreerd. In 2009 zal Planon verder worden uitgebreid met o.a. onderhoudsplannen. Onderhoudsbudget vastgoed Voor deel van de vastgoedportefeuille is een onderhoudsplan aanwezig en eveneens in Planon aangegeven. Gewerkt wordt er aan het volledig op orde brengen van de gehele onderhoudsplanning.
233
Voor het beheer en onderhoud van de stadsvernieuwingspanden is geen onderhoudsplan aanwezig, aangezien deze qua onderhoud alleen wind en waterdicht worden gehouden. Organisatie van beheer en onderhoud vastgoed Met ingang van 2008 is het eigendom van gemeentelijk vastgoed ondergebracht bij de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken en het beheer gebeurt door het Team Beheer en Onderhoud Vastgoed. Ruimte voor nieuw beleid en verkoop vastgoed De omvang van de vastgoedportefeuille zal worden besloten bij de vaststelling van het beleidskader vastgoed. Twee jaar geleden is gestart met de verkoop van overtollig gemeentelijk vastgoed. In het PRIL (Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden) is in de collegeperiode een taakstelling verkoop vastgoed opgenomen van € 15,4 miljoen.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling op dit product bestaat uit de vrijval kapitaallasten:
Vrijval kapitaallasten
2009 € 12.400
2010 € 86.445
2011 € 91.608
2012 € 91.608
De vrijval vanaf 2010 wordt verklaard doordat de investeringen voor de school aan de Boommarkt en de renovatie van Noordeinde 2A volledig zijn afgeschreven.
234
Product 560.01 recreatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Instellingen/Sportbedrijf Rekening Begroting 2007 2008 223 217 -187 -164 36 53
Begroting 2009 224 -172 52
Meerjarenbeeld 2010 2011 224 224 -172 -172 52 52
2012 223 -172 52
Productomschrijving Bevorderen van de recreatiemogelijkheden voor Leidse burgers in het licht van een zinvolle vrijetijdsbesteding en bevordering van sociale contacten. In dit kader worden twee producten aan de burger aangeboden: het Jeugddorp Zuid West en het recreatief tuinieren.
Prestaties Op het Jeugddorp Zuid West staan accommodaties ter beschikking waar 11 verenigingen met uiteenlopende activiteiten gebruik van maken. De Leidse Bond van Amateurtuinders is het overkoepelend orgaan van de 6 Leidse volkstuinverenigingen met in totaal ca. 1250 tuinders. Dit waren voorheen 7 verenigingen, maar volkstuinvereniging Veldheim is per 1 januari 2008 opgeheven. Prestatie indicatoren Aantal verenigingen op Jeugddorp Zuid West Aantal volkstuincomplexen Oppervlakte Jeugddorp Zuid West Oppervlakte volkstuinen
Realisatie 2007 11
Begroting 2008 11
Begroting 2009 11
7 0,8 ha 53 ha
7 0,8 ha 53 ha
6 0,8 ha 50 ha
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich geen budgettaire ontwikkelingen voor.
Investeringsplan Op dit beleidsproduct zijn geen investeringskredieten beschikbaar gesteld.
235
Product 560.03 Coördinatie Volksfeesten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Service & Informatie Rekening Begroting 2007 2008 746 556 -41 -65 705 491
Begroting 2009 580 -68 512
Meerjarenbeeld 2010 2011 579 578 -68 -68 511 509
2012 576 -68 508
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Sport, cultuur en recreatie. Bureau Evenementen heeft tot doel het verbeteren van de communicatie tussen organisatoren van evenementen, omwonenden en de gemeente (-lijke diensten) en het coördineren en faciliteren van evenementen in de stad. Naast vlotte en zorgvuldige afwikkeling van vergunningsaanvragen, die resulteren in een integrale evenementenvergunning, is het doel van Bureau Evenementen evenwichtige spreiding over de stad en over het jaar van evenementen die overlast (kunnen) veroorzaken. Het Horeca-Evenementenloket is dus het eerste aanspreekpunt voor zowel organisatoren van evenementen als omwonenden en gemeentelijke diensten.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal unieke en/of grootschalige evenementen Aantal overige evenementen Aantal behandelde evenementenvergunningen Aantal diverse vergunningen
Realisatie 2007 10
Begroting 2008 10
Begroting 2009 10
331 310
425 415
390 400
56
25
25
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2006 is het evenementenbeleid geëvalueerd en is een aantal beleidsuitgangspunten opnieuw gedefinieerd, dit heeft de concept beleidsnota “Focus op Feesten” opgeleverd die de besluitvorming niet heeft gehaald omdat het college viel. Het college heeft in juli 2008 de evenementennota vastgesteld, die in het najaar ter besluitvorming aan de raad wordt voorgelegd. In de nieuwe nota zal de evenementenvisie worden vastgesteld. De beleidsuitgangspunten hebben betrekking op subsidiering, dienstverlening, handhaving & veiligheid, en vergunningverlening. Na vaststelling van de nota zullen verschillende gemeentelijke werkprocessen en producten worden aangepast zodat het beleid kan worden uitgevoerd. Afspraken over deze aanpassingen worden vastgelegd in een apart ambtelijk uitvoeringsplan. Daarnaast zal het in het kader van Minder en Beter een vereenvoudiging van het vergunningenstelsel rond evenementen worden ingevoerd. zie ook product 560.04 Evenementen
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
236
Product 560.04 Evenementen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Stedelijk Beheer Rekening Begroting 2007 2008 423 444 0 0 423 444
Begroting 2009 462 0 462
Meerjarenbeeld 2010 2011 462 462 0 0 462 462
2012 462 0 462
Productomschrijving Het treffen van diverse maatregelen om de stedelijke festiviteiten te kunnen laten plaatsvinden. Het gaat hierbij om activiteiten als het schoonmaken na evenementen, het plaatsen van afzettingen, het bemensen van de afzettingen, het afgeven van vergunningen, de controle op de naleving van vergunningvoorwaarden en het uitvoeren van geluidsmetingen tijdens evenementen.
Prestaties De inzet betreft de volgende evenementen: • Marathon • Zomerfestival • 3 Oktoberviering • overige evenementen zoals Koninginnedag, Dodenherdenking, de 5 Mei viering, de autoloze zondag en incidentele (meer kleinschalige) evenementen. Prestatie indicatoren 3 oktober viering Zomerfestival (v.m. Lakenfeesten) Marathon Overige evenementen Inzet Inzameling 3 oktoberviering
Realisatie 2007 597 uur 137 uur 372 uur 252 uur 276 uur
Begroting 2008 550 uur 150 uur 500 uur 300 uur 300 uur
Begroting 2009 550 uur 150 uur 450 uur 300 uur 300 uur
Kosten inhuur arbeidskrachten/ materieel 3 oktober viering Zomerfestival (v.m. Lakenfeesten) Marathon Overige evenementen
Realisatie 2007 € 76.800 € 5.230 € 29.400 € 18.500
Begroting 2008 € 75.000 € 7.500 € 30.000 € 30.000
Begroting 2009 € 75.000 € 7.000 € 30.000 € 25.000
Prestatie indicatoren Gemeentelijke Opsporings Ambtenaren 3 oktober viering Zomerfestival (v.m. Lakenfeesten) Marathon Autoloze zondag Overige evenementen
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1.080 uur 39 uur 72 uur
800 uur 150 uur 56 uur 120 uur 100 uur
1.000 uur 100 uur 80 uur 120 uur 100 uur
Prestatie indicatoren Aantal unieke en/of grootschalige evenementen Aantal overige evenementen Aantal behandelde evenementenvergunningen Aantal diverse vergunningen Aantal risicoanalyses
Realisatie 2007 10
460 uur
Begroting 2008 Begroting 2009 10 10
331 310
425 415
390 400
56
25
25 25
De dekking en verantwoording van de uren GOA’s ten behoeve van dit product wordt gevonden op straatparkeren en reinigingscontrole.
237
Het budget voor evenementen is onvoldoende om alle kosten correct toe te rekenen. Met name de kosten van de inzet door het team Inzameling en het team Vegen & Prullenbakken voor schoonmaakaktiviteiten tijdens en na afloop van evenementen worden op dit moment nog niet toegerekend aan dit product. De systematiek van toerekening zal in de toekomst worden verbeterd. Desgewenst kunnen organisatoren van (kleinschalige) binnen- en buitenevenementen gebruik maken van zogenaamde evenementencontainers (inhoud 240 liter) en / of laadkisten (1.100 liter) voor het afvoeren van het evenementenafval. Dit betreft onder meer de Djoserdagen, de Scratch Muziekdagen, het Studiefestival, EL CID, de paas- en zomerkermis, Werfpop, buurt- en wijkfeesten, activiteiten van de LWO, studenten- en winkeliersverenigingen en horecaondernemers, etc. Jaarlijks worden bij deze evenementen circa 300 evenementencontainers en 50 laadkisten gebruikt. Op verzoek worden deze tijdens een evenement meerdere keren geleegd. Voor het afleveren, extra legen en ophalen van containers en laadkisten worden marktconforme tarieven in rekening gebracht.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 heeft besluitvorming door de gemeenteraad geleid tot het vaststellen van een evenementennota. In deze nota geeft de gemeente duidelijk richting aan het evenementenbeleid (“verrassen, verbinden en/of verleiden”). Leiden kiest voor het ondersteunen van 3 grootschalige evenementen; de 3 oktober feesten en 2 Sleutelfestivals. Naast de 3 festivals behoudt de gemeente een beperkt budget om andere (kleinere) evenementen te subsidiëren. Met het vaststellen van deze notitie zullen de werkwijze, procedures alsmede verordeningen en APV met betrekking tot subsidiering, dienstverlening, handhaving & veiligheid en vergunningverlening in 2009 moeten worden aangepast.
Budgettaire ontwikkelingen De uitgangspunten van de nieuwe conceptnota over het evenementenbeleid geven nog geen aanleiding de begroting op dit punt aan te passen
Investeringsplan In het investeringsplan zijn geen investeringen met betrekking tot dit product opgenomen.
238
Product 580.01 Lokale radio-omroep Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan HRM en Communicatie Rekening Begroting 2007 2008 59 58 0 0 59 58
Begroting 2009 60 0 60
Meerjarenbeeld 2010 2011 60 60 0 0 60 60
2012 59 0 59
Productomschrijving Dit product maakt deel uit van het programma Sport, cultuur en recreatie. Het scheppen van financiële voorwaarden voor het exploiteren van lokale omroep met hoofdzakelijk als doel een programma voor algemene omroep te verzorgen dat tegemoet komt aan de in Leiden levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften.
Prestaties Subsidie aan lokale radio-omroep.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Er is voor dit product geen ontwikkeling te melden.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing.
Investeringsplan Niet van toepassing.
239
240
Programma 9 Welzijn en zorg
241
Product 002.14 Raad- en Daadwinkels Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Service & Informatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 373 339 355 -4 0 0 369 339 355
Meerjarenbeeld 2010 2011 355 355 0 0 355 355
2012 355 0 355
Productomschrijving Het product Raad & Daadwinkels maakt deel uit van het programma Welzijn en zorg. Inhoudelijk ligt er ook een link met het programma Werk en Inkomen. De Raad- en daadwinkels geven vorm aan een laagdrempelige voorziening voor inwoners van Leiden die met raad en daad terzijde worden gestaan bij hun contact met (gemeentelijke) overheidsinstanties. De Raad- en daadwinkelier levert praktische hulp, verwijst door naar de juiste instantie en kan als intermediair optreden voor de Leidse burger, waarbij het doel is de zelfredzaamheid te vergroten.
Prestaties Het vergroten van zelfredzaamheid - De Raad & Daadwinkels bieden voorlichting en praktische hulp in het voortraject voordat de klant in aanmerking komt voor schuldhulpverlening van de Stadsbank. - De Raad & Daadwinkels hebben regelmatig overleg met partners, zoals de Stadsbank, team Minimabeleid, Buurtmaatschappelijk Werk en Burgerraadslieden om de verwijzing van klanten zo goed mogelijk te laten verlopen en signaleringen te bespreken zodat de dienstverlening kan worden verbeterd. Meer maatschappelijke participatie voor minima De Raad & Daadwinkeliers attenderen de klant op regelingen voor minima en bieden praktische hulp bij het invullen van formulieren. Prestatie indicatoren Raad& Daadwinkel Slaaghwijk Pancras-oost Leiden-Noord Zuid-West Mors Totaal
Realisatie 2007 Aantal bezoekers 887 1.090 2.218 1.191 582 5.968
Begroting 2008 Aantal bezoekers 1.400 1.350 2.450 1.600 1.300 8.300
Begroting 2009 Aantal bezoekers 1.400 1.350 2.450 1.600 1.300 8.300
Het verschil in aantallen bezoekers per winkel is gerelateerd aan het aantal spreekuren van de betreffende winkel. In 2007 zijn vanwege verbouwingen een aantal winkels gesloten geweest of is de dienstverlening verplaatst naar een andere locatie. Hierdoor is het aantal klantencontacten enorm gedaald. In 2008 is de dienstverlening weer op het oude niveau, waardoor er ten opzichte van 2007 weer een stijging van het aantal klantcontacten te verwachten is.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2009 zullen de Raad & Daadwinkel organisatorisch beter worden aangesloten op onderdelen vanuit het team Werk, Inkomen en Zorg. Hiervoor is in 2008 een werkgroep ontvlechting front- en backoffice in het leven geroepen.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkeling bestaat uit de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
242
Product 482.01 Volwasseneneducatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.536 1.472 1.545 0 0 0 1.536 1.472 1.545
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.565 1.564 0 0 1.565 1.564
2012 1.563 0 1.563
Productomschrijving Doelstelling is het realiseren van een goed, breed en snel toegankelijk aanbod aan volwasseneneducatie ten behoeve van de Leidse burgers van 18 jaar en ouder. De gemeente streeft er naar dat de Leidse burgers de mogelijkheid hebben c.q. krijgen om hun kennis, ook in culturele zin, te vergroten, waardoor de kwaliteit van de lokale samenleving verhoogd wordt. Daartoe worden o.a. overeenkomsten met het Regionaal Opleidingen Centrum (ROC) in Leiden gesloten op de in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) aangegeven werkwijze. Op het gebied van volwasseneneducatie hebben de overeenkomsten betrekking op het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO), Basiseducatie en Nederlands als tweede taal (NT2). Sinds 2005 maakt Leiden deel uit van het samenwerkingsverband Holland Rijnland, welke voor de 16 gemeenten gezamenlijk de besteding van het WEB-budget bepaalt.
Prestaties • jaarlijks in nauw overleg met Holland Rijnland een prestatieovereenkomst afsluiten met ROCLeiden • het faciliteren van projecten op het gebied van volwasseneneducatie. Kengetal Aantal deelnemers VAVO
Realisatie 2007 Begroting 2008 163 130
Aantal deelnemers Basiseducatie
331
Begroting 2009 130
210
210
- voor de kengetallen is peildatum 1 januari gehanteerd Meerjarige beleidsontwikkelingen Om binnen de regio de inzet van middelen voor inburgering en educatie beter te stroomlijnen is er vanuit Holland Rijnland een regionaal inkoopberaad opgezet, waaraan gemeenten en het samenwerkingsorgaan deelnemen, dit in afstemming met de onderwijsaanbieders. Deze samenwerking heeft tot gevolg dat de middelen voor inburgering en educatie zodanig worden ingezet dat een doorlopende leerlijn mogelijk is en cliënten een zo hoog mogelijk niveau kunnen behalen in aansluiting op wat nodig is om een plek op de arbeidsmarkt (of in vrijwilligerswerk) te kunnen verwerven. Verder is het taalaanbod van de ROC’s in het kader van de WEB ook beschikbaar voor volwassen uitkeringsgerechtigden. Het is van belang dat hierover tevens goede afstemming plaatsvindt met het beleidsterrein Inburgering in het kader van de Wet Werk en Bijstand(WWB). De hierboven beschreven werkwijze sluit nauw aan bij de landelijke ontwikkelingen op het gebied van het Participatiebudget. Binnen dit Participatiebudget worden de middelen van Educatie (WEB), Reintegratie, en Inburgering (WWB werkdeel) naar alle waarschijnlijkheid samengevoegd. De definitieve ingangsdatum van dit Participatiebudget is nog niet bekend gemaakt. Holland Rijnland trekt de regionale voorbereiding van dit Participatiebudget. Parallel aan dit proces worden ook de lokale kaders ontworpen. Het centrale idee van het participatiebudget is het ontschotten van de budgetten, zodat belemmeringen om Participatiedoelstellingen te behalen worden weggenomen.
Budgettaire ontwikkelingen De budgettaire ontwikkelingen bestaan uit de trendmatige stijging van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
243
Investeringsplan In het investeringsplan 2009 – 2012 zijn geen investeringen m.b.t. dit product opgenomen.
244
Product 511.01 Emancipatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 237 226 234 -64 -66 -68 172 160 166
Meerjarenbeeld 2010 2011 233 232 -68 -68 165 164
2012 231 -68 163
Productomschrijving Het emancipatiebeleid is gericht op het creëren van gelijke rechten, kansen en vrijheden voor iedere burger, ongeacht sekse, etniciteit, leeftijd, seksuele oriëntatie, religieuze overtuiging, sociaaleconomische achtergrond en burgerlijke staat. Een ieder krijgt zo de mogelijkheid een zelfstandig bestaan te verwerven. Twee specifieke doelgroepen (allochtone vrouwen en homoseksuelen) krijgen binnen het emancipatiebeleid extra aandacht.
Prestaties Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Aantal deelnemers per jaar aan nnb 1350 1400 sociaal- culturele en ontmoetingsactiviteiten voor vrouwen* Aantal allochtone vrouwen bereikt Indicator vervallen Idem Idem met kadertraining * Bron: jaarverslagen van vrouwenorganisaties die gemeentelijke subsidie ontvangen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Binnen het gemeentelijk beleid zal blijvende inzet zijn op inbedding binnen het algemene beleid van de gemeente van het thema emancipatie. Daarbij wordt het accent de komende jaren gelegd op het bevorderen van ontmoeting en sociale samenhang, het bevorderen van participatie van allochtone vrouwen en het tegen gaan van discriminatie van homoseksuelen. Het bevorderen van participatie van allochtone vrouwen zal worden gestimuleerd door de nieuwe subsidieregeling ‘Participatie en Ontmoeting’, die naar verwachting 1 januari 2009 in zal gaan. Op 17 april 2008 heeft wethouder Gerda van den Berg samen met 11 andere wethouders en minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de ‘koploperovereenkomst lesbisch en homoemancipatiebeleid’ ondertekend. De bedoeling is om het homo- emancipatiebeleid een impuls te geven voor een betere sociale acceptatie van homoseksuelen. De gemeente krijgt hiervoor van het Rijk voor een periode van 2008 tot en met 2011 een bedrag van € 75.000. De gemeente maakt samen met het COC plannen voor de besteding van het geld. Gedacht wordt aan verdere uitwerking en versteviging van de projecten Voorlichting op scholen en de Roze Loper. Dit laatste is een project gericht op het bezoeken en informeren van hulpverleningsinstellingen en tehuizen.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit beleidsproduct opgenomen in het investeringsplan.
245
Product 620.02 Zorgcoördinatie en -ontwikkeling Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.820 428 448 -94 0 0 1.725 428 448
Meerjarenbeeld 2010 2011 439 431 0 0 439 431
2012 423 0 423
Productomschrijving Voorheen werden onder dit product onder andere de invoeringskosten WMO opgenomen. vanaf 2009 is alleen de bijdrage aan Holland Rijnland opgenomen voor wat betreft de Platformfunctie Sociale Agenda.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
246
Product: 620.03 Ouderen- en gehandicaptenbeleid Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.293 2.656 2.758 150 -31 -33 1.443 2.625 2.725
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.749 2.740 -33 -33 2.716 2.707
2012 2.731 -33 2.698
Productomschrijving Het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid in de eigen woonomgeving van ouderen, chronisch zieken en gehandicapten door het bieden van voorzieningen, waaronder ondersteuning van mantelzorgers en het stimuleren van deelname aan vrijwilligersactiviteiten door ouderen. Het bevorderen van bereikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg daar waar zorg en hulpverlening onvermijdelijk zijn. Het bevorderen dat gemeentebreed, op alle beleidsterreinen, in toenemende mate met de belangen van personen met een lichamelijke of verstandelijke functiebeperking en van chronisch zieken rekening wordt gehouden, zodat ook zij volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving.
Prestaties Prestatie indicatoren Bevorderen participatie; bereik senioren (55+) (Radius), aantal personen Bereik sociaalculturele/recreatieve activiteiten verstandelijk gehandicapten. Aantal door VTV aangeboden activiteiten Bevordering zelfredzaamheid en participatie 50+ migranten Aantal cliëntcontacten ouderen, gericht op informatievoorziening (Radius)
Realisatie 2007 3.803 1)
4.129 2)
Begroting 2008 Begroting 2009 1.500 1) 3.803 70
70
70
70
4.000 2)
4.200
1)
Dit getal is te verklaren door betere en exacte registratie van aantallen bezoekers (reguliere en wisselende c.q. nieuwe bezoekers) en het feit dat de bijeenkomsten, die als thema WMO en andere actuele en aanverwante onderwerpen (veranderingen in de AWBZ, PGB's) hadden, veel meer bezoekers trokken dan voorheen. 2) In de begroting van 2007 (en 2008) is uitgegaan van een door St. Radius te laag opgegeven aantal hulpverleningstrajecten in 2007 (2.000 i.p.v. 3.150). De cijfers over het eerste kwartaal van 2008 laten een verdere stijging zien van hulpaanvragen.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De kaders voor het ouderenbeleid zijn vastgelegd in de nota “Leiden voor alle leeftijden” (RV 030112) met als belangrijkste beleidslijn dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig en met behoud van levensstijl kunnen blijven wonen en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving, ook bij fysieke of andere beperkingen. De nota had een looptijd tot 2008. In het kader van de WMO is begin 2008 een vierjarig beleidsplan vastgesteld. In deze nota zijn ook de wijzigingen met betrekking tot de uitgangspunten voor het ouderenbeleid vastgelegd. In 2007 zijn voor de eerste keer in de Stadsenquête vragen over de situatie van mantelzorgers opgenomen. De uitkomsten hiervan zullen betrokken worden bij de nadere vormgeving van het mantelzorgbeleid. De mantelzorgondersteuning zal ook in 2009 minimaal op hetzelfde niveau gehandhaafd blijven en wellicht verbeteren als gevolg van de regionale samenwerking met betrekking tot de mantelzorgondersteuning.
247
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product. Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
248
Product: 620.04 Maatschappelijke dienstverlening Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.863 1.932 2.007 -12 -12 -12 1.851 1.920 1.995
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.996 1.985 -12 -12 1.984 1.973
2012 1.975 -12 1.963
Productomschrijving Tot het beleidsproduct maatschappelijke dienstverlening worden de diensten van drie instellingen gerekend; stichting Maatschappelijke Dienstverlening Midden Holland (MDMH), de Leidse Rechtswinkel en de Stichting Slachtofferhulp Hollands Midden. De activiteiten/diensten die deze instellingen in het kader van maatschappelijke dienstverlening leveren, hebben tot doel het bevorderen van het sociaal functioneren van individuen en samenlevingsverbanden door het verlenen van: - psychosociale hulp bij (levens)problemen; - hulp op sociaal juridisch gebied; - het realiseren van een keten van psychosociale hulpverlening, waarbij de maatschappelijke dienstverlening direct toegankelijk is. Deze vorm van dienstverlening is gericht op inwoners van Leiden met psychosociale of sociaaljuridische problemen en/of inwoners van Leiden die slachtoffer zijn geworden van een misdrijf of een (verkeers)ongeval.
Prestaties Prestatie indicatoren Algemeen maatschappelijk werk (AMW): - Aantal dossiers AMW en BMW/jaar (MDMH) - Aantal korte contacten Burger raadslieden werk (BRL): - Aantal afgehandelde hulpvragen Interventies crisisdienst School maatschappelijk werk (SMW): - Aantal uur per week
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
1824
1838
1838
1905
1745
1745
1370 92
1200 65
1200 65
50
50
50
Realisatie 2006
Begroting 2007
Begroting 2008
2.101
2.000
2.000
Leidse Rechtswinkel Aantal cliënten uit Leiden
Zestien gemeenten, waaronder Leiden, subsidiëren de personele en huisvestingskosten, die worden gedeeld naar rato van het aandeel per gemeente in de cliënten. Er is geen rechtstreekse relatie tussen de te subsidiëren kosten en de absolute cliëntaantallen. De realisaties van de afgelopen jaren laten zien dat het aantal cliënten uit Leiden fluctueert, maar wel steeds rond de 2.000 blijft.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Maatschappelijke dienstverlening komt terug in 6 van de 9 prestatievelden in de WMO. In 2008 zal het uitvoeringsprogramma behorend bij het beleidsplan in samenwerking met de partners in de stad van start gaan. Per 1 maart 2008 is in het samenwerkingsverband 'Weer Samen Naar School' (WSNS) een nieuwe werkwijze ontwikkeld, waarbij MDMH voor 40 schoolweken 1 uur voor basisscholen en 3 per week voor bijzonder onderwijs inzet pleegt. In juli 2008 vindt aan de hand van de nieuwe werkwijze WSNS een
249
evaluatie plaats. MDMH ontwikkelt ook voor de jeugd op de middelbare school aanbod. Binnenkort zal hierover worden gerapporteerd.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit beleidsproduct opgenomen in het investeringsplan.
250
Product 620.05 Maatschappelijke Opvang Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 6.631 6.542 6.809 -629 -110 -112 6.002 6.432 6.696
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.707 6.706 -112 -112 6.595 6.594
2012 6.713 -112 6.601
Productomschrijving Doel van de maatschappelijke opvang is enerzijds om de leefomstandigheden van de groep (potentieel) daklozen te verbeteren en anderzijds om de eventuele overlast van deze mensen voor de omgeving zoveel mogelijk te beperken (zie hiervoor de programmabegroting Welzijn en Zorg). De maatschappelijke opvang is erop gericht om daklozen zo goed mogelijk op te vangen. Bemoeizorg en zorgtoeleiding worden ingezet bij de kwetsbare doelgroep, die zelf niet om hulp vraagt. Ter voorkoming van instroom in de Maatschappelijke opvang wordt ingezet op preventie. Het gaat hierbij om activiteiten gericht op behoud en versterking van het sociale netwerk en diverse vormen van woonbegeleiding om huisuitzetting en daarmee dakloosheid te voorkomen. Ter bevordering van de door- en uitstroom uit de Maatschappelijke opvang worden activiteiten uitgevoerd op het terrein van maatschappelijk herstel. Daarbij gaat het om het terugleiden van daklozen naar een vorm van huisvesting met meer of minder begeleiding, het aanbieden van een vorm van dagbesteding en waar mogelijk toeleiding naar (betaalde) arbeid. Onder de maatschappelijke opvang valt ook de vrouwenopvang die zorg draagt voor de opvang en begeleiding van vrouwen met en zonder kinderen, die geestelijk, lichamelijk of seksueel worden mishandeld of daarmee worden bedreigd.
Prestaties Maatschappelijke opvang biedt diverse vormen van opvang, variërend van intensieve 24-uursopvang zoals crisisopvang, Nieuwe Energie (dag- en nachtopvang inclusief alcoholgebruiksruimte) en vrouwenopvang tot inloopvoorzieningen zoals het Inloophuis Psychiatrie. Daarnaast is sprake van ambulante hulpverlening in de vorm van bemoeizorg en woonbegeleiding. De in Leiden gevestigde voorzieningen hebben voor het merendeel een regionaal karakter. Naast de Binnenvest, die diverse activiteiten in de regio uitvoert, biedt Exodus opvang en maatschappelijk herstel aan de groep (ex)gedetineerden. De Schuilplaats is een vrijwilligers initiatief, dat 2 keer per week opvang, een maaltijd en (medische en tandheelkundige) zorg biedt aan daklozen en andere hulpbehoevenden. De regio kent ook een aantal specifieke voorzieningen. Onderstaande cijfers zijn regionaal. Prestatie indicatoren Aantal plaatsen vrouwenopvang 1 Aantal nazorgplaatsen Aantal plaatsen maatschappelijke opvang: - Sociaal pension - Crisisopvang - Slaaphuis - Exodus
Realisatie 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
66 20
66 20
66 20
26 25 25 (13+4)172
26 25 (25+ 15)40 13
26 25 40 17
Meerjarige beleidsontwikkelingen Algemeen Het vastgestelde Regionaal Kompas voor Zuid-Holland Noord beoogt een meervoudige, 1 2
Hierbij gaan we uit van instandhouding van het huidige aanbod via aanvullende AWBZ financiering.
In het laatste kwartaal van 2007 heeft Exodus een 2e voorziening, het doorstroomhuis, gerealiseerd, dat plaats biedt aan 4 bewoners.
251
samenhangende en sluitende werkwijze om te komen tot een persoonsgerichte en minder vrijblijvende aanpak van (dreigende) dakloosheid. Hiervoor is intensieve samenwerking van alle betrokken partijen onontbeerlijk, waarbij de maatschappelijke opvang één van de kernpartners is. Het gaat tenslotte niet alleen om huisvesting maar ook om maatschappelijke participatie en arbeidstoeleiding. De persoonsgerichte aanpak beoogt verbetering van de kwaliteit van leven door het realiseren van een stabiele mix van wonen, zorg, inkomen en werk. Om dit te realiseren zijn extra middelen nodig. Hierover bestaan nog de nodige onzekerheden. Het is vooralsnog onzeker of VWS de toezegging nakomt in de vorm van extra AWBZ-middelen voor de zorgaanbieders die meedoen aan het Regionaal Kompas. Daarnaast loopt er een onderzoek dat moet leiden tot een landelijke herverdeling van de middelen voor Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg. Of dit voor Leiden gunstig of ongunstig gaat uitpakken, is de vraag. (zie ook: product 714.03). De integrale opvangvoorziening “Nieuwe Energie” heeft in maart 2008 haar deuren geopend. Hiermee is de uitbreiding van de dag- en nachtopvang gerealiseerd en heeft de 24-uurs zorgstructuur gestalte gekregen. Blijvende aandacht gaat uit naar een goede inbedding van deze en andere opvangvoorzieningen in de wijk. Met de komst van het Regionaal Kompas gaat de aandacht nadrukkelijk uit naar het voorkomen van de instroom in de Maatschappelijke opvang en het vergroten van de door- en uitstroom. Wonen - zo zelfstandig als mogelijk en begeleid waar nodig - staat centraal. De inspanningen zijn erop gericht om huisuitzettingen te voorkomen en de groep die een (zorg)instelling verlaat of uit detentie komt passende huisvesting/opvang te bieden. Bovendien worden diegenen, die nu in de Maatschappelijke opvang verblijven, gestimuleerd om een volgende stap in hun “wooncarrière” te zetten. De woningcorporaties spelen hierbij een belangrijke rol. Middels het sluiten van driepartijenovereenkomsten tussen de woningcorporatie, huurder en zorgaanbieder wordt huisvesting en begeleiding gegarandeerd. Onderzoek en monitoring Eind 2008 zal voor de derde keer de monitor Maatschappelijke opvang, Verslavingszorg en OGGZ in de regio Zuid-Holland Noord worden uitgevoerd. Deze biedt (cijfermatig) inzicht in de vraag en het aanbod van de Maatschappelijke opvang, Verslavingszorg en OGGZ. Qua verdieping is gekozen voor de doelgroep van Langdurig Zorgafhankelijken. Nader onderzoek onder deze groep mensen met een chronisch psychiatrische stoornis dient antwoord te geven op de vraag wat zij nodig hebben om zoveel mogelijk op eigen kracht hun leven vorm te kunnen geven. Vrouwenopvang Rosa Manus Rosa Manus is de organisatie, die bij uitstek deskundig is op het gebied van fysiek, psychisch of seksueel geweld tegen vrouwen. Zij zorgen voor opvang en begeleiding naar een (weer) zelfstandig bestaan. Hoewel de complexiteit van de problematiek van de opgenomen vrouwen toeneemt (psychosociale problematiek, ontbreken van verblijfstitel, veel schulden e.d.) streeft Rosa Manus naar doorstroming. Vrouwen die uitstromen, veelal in Leiden, worden in het nazorgproject begeleid. Hierin werkt Rosa Manus samen met corporaties, de wijkagent, maatschappelijk werk en dergelijke. Rosa Manus draagt ook bij aan de brede, preventieve aanpak van bestrijding geweld: zo maakt zij deel uit van de hulpverleningsketen, geeft telefonisch consult aan professionals van andere organisaties en draagt bij aan de deskundigheidsbevordering.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
252
Product 620.08 Antidiscriminatie Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 76 48 50 0 0 0 76 48 50
Meerjarenbeeld 2010 2011 50 50 0 0 50 50
2012 50 0 50
Productomschrijving Het actief bestrijden en voorkomen van discriminatie op grond van ras, huidskleur, geslacht, seksuele voorkeur, leeftijd, levensovertuiging, etc. door middel van regelgeving en subsidiering. Prestaties Discriminatie is op grond van artikel 1 van de Grondwet en artikel 90 van het wetboek van Strafrecht verboden. De gemeente acht het haar verantwoordelijkheid om in aanvulling op deze wetsartikelen discriminatie op haar grondgebied tegen te gaan. Dit doet zij door jaarlijks subsidie te verstrekken voor een meldpunt discriminatie. Verder is in de Algemene Subsidie Verordening opgenomen dat er geen subsidie wordt verleend aan instellingen met een doelstelling of activiteiten die discriminatie opleveren. Naar verwachting is de gemeente per 1 januari 2009 wettelijk verplicht om haar ingezetenen toegang tot een antidiscriminatievoorziening te bieden. Hiertoe is het wetsvoorstel Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen ingediend. Prestatie indicatoren Beschikbaar stellen van financiële middelen aan Haaglanden Aantal behandelde klachten bij meldpunt
Realisatie 2007 Ja
Begroting 2008 Ja
Begroting 2009 Ja
47
108
50
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met het wetsvoorstel Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen (adv’s) worden gemeenten per 1 januari 2009 verplicht toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Op dit moment heeft Leiden een samenwerking met het Bureau Discriminatiezaken (Hollands Midden en Haaglanden) in Den Haag. Dit bureau heeft een meldpunt in Leiden. Ook in de toekomst wil de gemeente de samenwerking met Bureau Discriminatiezaken voortzetten. In de toelichting bij het wetsvoorstel Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen staat dat de regering jaarlijks 6 miljoen euro ter beschikking stelt via het Gemeentefonds voor de klachtbehandeling en de registratie van klachten. Deze middelen zullen worden verdeeld op basis van het aantal inwoners. Gemeenten dragen een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de kerntaken ‘monitoring en beleidsadvies’. Hiervoor worden geen financiële middelen beschikbaar gesteld door het Rijk. In juni 2008 hebben het Rijk en VNG besloten om het financiële stelsel rondom het wetsvoorstel opnieuw te bezien.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijzigingen van lonen en prijzen en wijzigingen in kapitaallasten doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor: Mutatie Ruimte voor nieuw beleid
L/B L
253
I/S S
Bedrag -30.000
Ruimte voor nieuw beleid Als gevolg van het nieuwe landelijke antidiscriminatiebeleid komen er middelen vanuit de Rijksoverheid richting de gemeenten. Het is nog niet duidelijk of alle kosten door het Rijk gedragen worden of dat er een eigen bijdrage van de gemeenten wordt verwacht. Vooruitlopend op het Rijksbesluit is er een besparing van de gemeentelijk kosten van € 30.000 opgenomen in de plannen voor Ruimte voor nieuw Beleid.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit beleidsproduct opgenomen in het investeringsplan.
254
Product 621.01 Opvang en zorg vreemdelingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 959 389 260 -586 -68 -65 374 321 195
Meerjarenbeeld 2010 2011 234 208 0 0 234 208
2012 182 0 182
Productomschrijving Opvang en Zorg Vreemdelingen Het bieden van tijdelijke zorg c.q. begeleiding en financiële dienstverlening aan vreemdelingen gedurende de tijd dat zij in Leiden verblijven. De gemeentelijke zorg bestaat o.a. uit het verstrekken van IVV-uitkeringen (B&W-besluiten 98.0576, 98.0632, 99.0596 en 03.0712), het beschikbaar stellen van woonruimte of de vergoeding van de daarvoor noodzakelijke kosten, het verstrekken van een bedrag voor persoonlijke uitgaven, de verzekering van ziektekosten en de vergoeding van noodzakelijke buitengewone kosten als niet op andere wijze in betaling kan worden voorzien. In de in 2005 vastgestelde nota ‘Vreemdeling in Leiden’ is aangegeven dat Leiden de hulp en opvang van vreemdelingen in nood ter overbrugging van een kwetsbare periode in hun leven bij één organisatie wil neerleggen, namelijk de Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen (STUV). De Leidse regeling Inkomensvoorziening Vreemdelingen (IVV) wordt afgebouwd en de financiering van de STUV wordt in lijn gebracht met de te realiseren taken. In de nota is omschreven welke vreemdelingen voor deze hulp in aanmerking komen. Opvangcentrum Nieuweroord In Leiden is het asielzoekerscentrum Nieuweroord gevestigd. In het programma 'Welzijn en Zorg' is het doel geformuleerd om het maatschappelijk draagvlak voor de opvang van asielzoekers en vluchtelingen in Leiden te vergroten door het stimuleren en doen uitvoeren van activiteiten. Daarbij wordt met name aandacht besteed aan de wijk, waarin het asielzoekerscentrum (capaciteit van 150 plaatsen) is gevestigd. Per 1 september 2009 sluit het centrum haar deuren.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal klanten met ROA-norm Aantal klanten met VVTV-norm IVV-ers met uitkering o.b.v. WWB-norm IVV-ers afkomstig uit ROA/VVTV met uitkering o.b.v. ROA/VVTV-norm Aantal gehuisveste statushouders
Realisatie 2007 2 0 4
Begroting 2008 5 7 3
Begroting 2009 2 0 4
3
12
1
31 (regulier) 35 (pardon)
34 (regulier) 80 (pardon)
Nog niet bekend (regulier) 80( pardon)
Meerjarige beleidsontwikkelingen De verwachting is dat het aantal vreemdelingen dat door de stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen wordt ondersteund de komende jaren zal afnemen. In principe is/zal een deel van het bestand via de pardonregeling uitgestroomd/uitstromen bij STUV, een deel van het bestand zal dynamisch zijn en voor korte tijdelijke hulp afhankelijk zijn en een deel van het bestand zal nadat de toelatingsprocedures niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd ook uitstromen bij STUV c.q. terugkeren naar het land van herkomst. Door de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (Pardonregeling) hebben de
255
meeste mensen met een IVV- uitkering inmiddels een verblijfsvergunning. Hierdoor zullen de uitgaven voor de IVV aanzienlijk dalen. In de ROA-panden zitten nog voormalige asielzoekers die inmiddels statushouder zijn. Men wacht op doorstroom naar reguliere huurpanden. De gemeente huurt de panden van de woningcorporatie en sluit contracten af met de huurders. De stichting Vluchtelingenwerk Leiden probeert om de huurovereenkomst rechtstreeks op naam te zetten van de statushouder. Afgesproken is dat 10% per jaar wordt “omgeklapt”. Onderzocht zal worden of dit niet in een sneller tempo kan worden voltrokken. Alle zakelijke lasten worden door de gemeente betaald en vervolgens weer verhaald op de statushouder. Ook hier wordt onderzocht of deze taak niet kan worden overgeheveld zolang de statushouder nog in een door de gemeente gehuurds pand verblijft.
Budgettaire ontwikkelingen Heroverwegingen Perspectiefnota In de perspectiefnota 2009 – 2012 is gemeld dat op termijn minder vreemdelingen in begeleiding zullen zijn bij STUV als gevolg van de pardonregeling. De lasten kunnen daardoor dalen met € 54.000 in 2009, € 79.000 in 2010, € 104.000 in 2011 en € 129.000 vanaf 2012. Het opheffen van het opvangcentrum zal eveneens leiden tot minder Leidse cliënten voor STUV, daardoor kan de geraamde subsidie voor uitvoeringkosten STUV met € 18.000 dalen. De subsidie (€ 62.000) voor de stichting Leiden, Stad van Vluchtelingen wordt afgeschaft vanaf 2009. Van de huur, die het COA aan Leiden betaalde voor het gebruik van Nieuweroord, werd jaarlijks een vaste bijdrage van € 68.000 ingezet voor draagvlakverbreding. Deze bijdrage komt vanaf 2010 volledig te vervallen, in 2009 wordt nog € 45.000 ontvangen. In 2009 wordt nog een incidentele bate verwacht van € 20.000 van het COA inzake de koppengelden. Indexering (lasten € 5.000 N) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
256
Product 621.04 Inburgering Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 1.761 1.421 1.368 36 0 0 1.797 1.421 1.368
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.365 1.363 0 0 1.365 1.363
2012 1.361 0 1.361
Productomschrijving Met de invoering van de nieuwe Wet Inburgering met ingang van 1 januari 2007, zijn nieuwkomers én oudkomers verplicht in te burgeren in de Nederlandse samenleving. Aan de verplichting is voldaan als men een inburgeringsexamen heeft gedaan met voldoende resultaat, of het staatsexamen NT2 heeft gehaald. In Leiden mag iedere inburgeringsplichtige en inburgeringsbehoeftige die zich zelf meldt via de gemeente een traject volgen. Regeling vrijwillige inburgering Naast de Wet inburgering is een Regeling vrijwillige inburgering ingevoerd. Volgens deze regeling kunnen oudkomers die geen inburgeringsplicht hebben (omdat zij een Nederlands of Europees paspoort hebben), maar wel een inburgeringbehoefte hebben, een traject aangeboden krijgen. Het rijk heeft aangekondigd dat de Regeling vrijwillige inburgering een onderdeel van de Wet inburgering wordt met ingang van 2009. De deelnemers onder deze regeling moeten hetzelfde eindresultaat behalen en vallen binnen de prestatieafspraak met het rijk.
Prestaties Met de Wet inburgering heeft de gemeente drie taken gekregen, de informerende, handhavende en faciliterende taak. Informeren Inburgeraars kunnen met hun vragen over inburgering terecht bij het Servicepunt inburgering, dat tijdens kantooruren bereikbaar is via telefoon, mail of inloop (zonder afspraak). Het Servicepunt inburgering werkt via een communicatieplan aan meer bekendheid en sluit daarbij aan bij de landelijke informatiecampagne. Handhaven In 2007 is de handhavende taak vooral uitgevoerd ten behoeve van nieuwkomers. Door de wetswijziging doelgroepuitbreiding volgen de meeste inburgeraars inmiddels een traject via de gemeente, waardoor handhaving onderdeel wordt van het casemanagement. De taakstelling voor handhaving (118 trajecten tot en met 2009) wordt gehaald. De gemeente volgt de deelname en inzet tijdens het traject, bepaalt toetsmomenten en kan bij onvoldoende resultaat sanctioneren met een bestuurlijke boete. Ook wordt gecontroleerd of deelnemers hun examen binnen de gestelde termijn halen. Faciliteren Leiden gaat in de periode 2007 tot en met 2009 op grond van de Wet Inburgering en de regeling 2007 een aantal van 350 trajecten faciliteren voor inburgeraars die willen doorstromen naar werk en 790 voor overige inburgeraars Voor alle Inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeftigen die een aanbod van de gemeente krijgen, geldt dat een eigen bijdrage van € 270,- betaald moet worden. Voor de financiering geldt dat deelnemers aan de trajecten binnen drie jaar hun traject moeten hebben afgerond met deelname aan het examen. Screenen BPI Het BPI, Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen, is een lijst met Oudkomers die mogelijk inburgeringsplichtig zijn. De gemeente kan dit onderzoeken, een deel van het BPI blijkt ook feitelijk inburgeringsplichtig. Gestreeft wordt naar het analyseren en opschonen van dit BPI in 2009. Waar mogelijk krijgen mensen uit dit BPI een trajectaanbod.
257
Inburgering Generaal Pardonners Met het Generaal Pardon heeft het rijk extra financiering beschikbaar gesteld voor de inburgering van de zogenaamde pardonners. Met het rijk is een taakstelling afgesproken van 140 trajecten die eind 2008 moeten zijn gestart. Regeling Allochtone Vrouwen G31 (periode 2006 t/m 2009) Het rijk heeft eind 2006 middelen beschikbaar gesteld om extra inburgeringsvoorzieningen voor allochtone vrouwen te realiseren. Er zijn 35 trajecten gestart in 2007. De trajecten moeten uiterlijk 31 december 2009 worden afgerond met het inburgeringsexamen. De instroom van deelnemers was eenmalig. Prestatie indicatoren Handhavingsbeschikkingen en kennisgevingen* Gestarte trajecten gecombineerde voorzieningen Gestarte trajecten reguliere voorzieningen Gestarte Inburgeringstrajecten voor personen die onder het generaal pardon vallen
Realisatie 2007 103
Begroting 2008 118t/m 2009
Begroting 2009 cumulatief 118
38
156
156 (350 totaal)
21
384
385 (790 totaal)
33
107
n.v.t.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In het najaar van 2007 heeft het kabinet het Deltaplan inburgering gepresenteerd. Met name wordt ingezet op het verbeteren van de kwaliteit en het rendement van de inburgering. In Leiden wordt hier de komende jaren op verschillende manieren invulling aan gegeven. Leidend principe is daarbij het begrip ‘participatie’. Belangrijker nog dan het halen van een examen is het actief meedoen in de samenleving, via werk, vrijwilligerswerk en/of sociale verbanden. Daar zal dan ook het grootste deel van de aandacht naar toe gaan. Ten aanzien van de bereikte doelgroepen zal er een verschuiving plaats moeten vinden van verplichte inburgeraars met een uitkering en vrijwillige inburgeraars die zich zelf melden, naar de moeilijker bereikbare doelgroepen, zoals (jonge) moeders zonder uitkering, Dit komt doordat het BPI (het bestand potentiële inburgeraars, dat overigens ook veel mensen bevat die niet inburgeringsplichtig zijn) langzaam aan leegloopt. (Zie ook onder het kopje prestaties). De komende acties, intensiveringen en innovaties staan voor de komende jaren op de agenda: • Allereerst doen wij mee met een door het Rijk geïnitieerd innovatief traject ‘wijkgerichte inburgering’, dat loopt tot eind 2010. Dit stelt ons in staat om in één wijk (Leiden Noord) ervaring op te doen met methodieken om inburgeraars beter te bereikenen ze tot participatie te motiveren door trajecten aan te bieden die letterlijk dicht bij huis liggen. Dat betekent ook: aansluiten op de capaciteiten en wensen en actieve betrokkenheid van organisaties en intermediairen in de wijk. Uiteraard zullen de komende jaren succesvolle elementen uit de aanpak overgedragen worden naar andere wijken, en ook ervaringen van andere gemeentes kritisch worden gevolgd op hun toepasbaarheid binnen de Leidse situatie. • Vanuit de gedachte dat mensen met name de taal leren, door deze zo veel mogelijk in alledaagse situaties te gebruiken, willen we, samen met de organisaties die hier al veel ervaring mee hebben, de inzet van taalcoaches ten behoeve van inburgeraars intensiveren. Taalcoaches zijn mensen die op vrijwillige basis wekelijks contact hebben met een inburgeraar. Dit contact kan van alles inhouden (samen boodschappen doen, koffie drinken, museumbezoek, naar de bibliotheek) en voor beide partijen een verrijking betekenen. • Er zal kritisch gekeken worden in hoeverre het aanbod aan trajecten voldoende aansluit op de vraag. Dit kan leiden tot nieuwe profielen. • In relatie met het voorgenoemde punt kan er wellicht ook meer gebruik gemaakt worden van persoonsvolgende inburgeringsbudgetten, om daarmee meer tegemoet te komen aan specifieke wensen en behoeften. Een laatste ontwikkeling betreft het voornemen van het Rijk te komen tot een participatiebudget. Binnen dit Participatiebudget worden de middelen van Educatie (WEB), Re-integratie (WWB werkdeel) en Inburgering naar alle waarschijnlijkheid samengevoegd. De definitieve ingangsdatum van dit
258
Participatiebudget is nog niet bekend gemaakt, maar de verwachting is 1 januari 2009. Holland Rijnland trekt de regionale voorbereiding van dit Participatiebudget. Omdat Leiden onderdeel uitmaakt van de G-31, geldt voor Leiden een ander verantwoordingsregime dan voor de overige regiogemeenten. Parallel aan dit proces worden ook de lokale kaders ontworpen. Het centrale idee van het participatiebudget is het ontschotten van de budgetten, zodat belemmeringen om Participatiedoelstellingen te behalen worden weggenomen. Eind 2008 zal een voorstel aan de Raad worden aangeboden.
Budgettaire ontwikkelingen Door een incidenteel invoeringsbudget in 2008 dalen de lasten met € 92.000. Indexering (€ 41.000 N) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen. Generieke korting subsidies (€ 2.000 V)
259
Product 622.01 WMO: Hulp bij het huishouden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 8.912 9.479 9.052 -948 -1.323 -1.110 7.964 8.157 7.941
Meerjarenbeeld 2010 2011 9.052 9.052 -1.110 -1.110 7.941 7.941
2012 9.052 -1.110 7.941
Productomschrijving Indicatiestelling en de daaruit voortvloeiende opdracht voor het uitvoeren van de huishoudelijke verzorging, en toekenning van persoonsgebonden budget (PGB) in het kader van de nieuwe Wet maatschappelijke opvang (WMO). Dit product maakt het mogelijk dat ouderen/gehandicapten langer zelfstandig en met behoud van levensstijl kunnen wonen.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal aanvragen huishoudelijke hulp Aantal verstrekkingen Waarvan Persoonsgebonden budgetten
Realisatie 2007 2.611
Begroting 2008 2.000
Begroting 2009 2.000
1.512 121 (8,0%)
1.400 10%
1.400 10%
Aanbesteding Eind 2008 lopen de contracten met de huidige thuiszorgaanbieders af. In de tweede helft van 2008 zal een nieuwe aanbesteding regionaal worden georganiseerd. De wijze van aanbesteding zal naar verwachting in september 2008 door het College besloten worden. Meerjarige beleidsontwikkelingen De gemeente is verantwoordelijk voor het aanbieden van hulp bij het huishouden aan inwoners die hiertoe zelf niet in staat zijn. De gemeente streeft ernaar iedereen de hulp te bieden die het beste past. Iedereen die zorg behoeft, kan in aanmerking komen voor een persoonsgebonden budget, dat kan worden besteed bij een aanbieder van eigen keuze. Indien zorgvragers niet willen of niet kunnen kiezen, helpt de gemeente bij de keuze. Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota In de Perspectiefnota 2009 – 2012 is gemeld dat de herindicatie tot een verschuiving leidt naar lagere categoriën. Daartegenover staat een stijging van de tarieven. Per saldo dalen de lasten met € 217.000 De baten zijn met € 273.000 afgeraamd, omdat begin 2008 de ontvangsten op eigen bijdragen structureel minder leken te zijn. Daarnaast is € 56.000 overgeheveld afkomstig van de integratieuitkering WMO die nog geraamd stond op het product Algemene uitkering. Technische correctie Ontwikkeling eigen bijdragen De in de Perspectiefnota opgenomen taakstelling op product 652.01 Vervoer- en woonvoorzieningen en hulpmiddelen van € 400.000 zal niet volledig worden gerealiseerd. Omdat dekking zoveel mogelijk binnen de portefeuille moet worden gevonden, kan de taakstelling op productraming 652.01 verminderd worden naar € 300.000 omdat uit de bestuursrapportage 2008 blijkt dat de eigen bijdragen op het product Hulp bij het huishouden structureel € 100.000 hoger uit vallen. De structurele financiële consequenties van de bestuursrapportage 2008 zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Begroting 2008 Via het resultaatbestemmingsvoorstel 2007 is een incidenteel budget van € 482.000 toegevoegd in 2008. In de jaarschijf 2009 wordt dit budget weer afgeraamd.
260
Indexering (lasten € 271.000 N, baten € 61.000 V) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
261
Product 630.01 Samenlevingsopbouw Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 6.413 6.430 6.481 -1.017 -750 -768 5.397 5.679 5.713
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.283 6.196 -768 -768 5.516 5.429
2012 6.162 -768 5.395
Productomschrijving Samenlevingsopbouw is gericht op verbetering van het leefklimaat van burgers, door hun vermogens te activeren, de maatschappelijke participatie te stimuleren en integratie te bevorderen. Dit gebeurt door het stimuleren, begeleiden en ondersteunen van activiteiten van en voor (groepen van) burgers. Naast de instandhouding van een infrastructuur ten behoeve van een nuttige en plezierige vrijetijdsbesteding, worden in het welzijnsbeleid de volgende drie prioriteiten gesteld: 1 Participatiebevordering gericht op het doorbreken van maatschappelijk isolement. 2 Het bestrijden van achterstanden, in samenwerking met de daarvoor eerstverantwoordelijke beleidssectoren, op het gebied van wonen, scholing, werk en inkomen. 3 Het ondersteunen van mensen bij het nemen van verantwoordelijkheden met betrekking tot de woon- en leefomgeving. Het welzijnsbeleid draagt niet alleen bij aan deze doelen, maar doet dat in toenemende mate in samenhang met de overige sociale beleidsterreinen. De uitvoering van deze opdracht ligt niet alleen in handen van het professionele welzijnswerk, ook semi-professionele en vrijwilligersorganisaties worden, zowel in materiële als financiële zin, in staat gesteld mede een bijdrage te leveren aan het (bevorderen van het) welbevinden van de Leidse burgers. Jeugd Bij Samenlevingsopbouw zijn kinderen en jongeren belangrijke doelgroepen. Voor het jeugdbeleid is een apart productblad, waarbij participatie en perspectief kernbegrippen zijn (product 630.04). In 2008 zijn de uitvoeringsprogramma’s van de Leidse Jeugdfactor; participatie en perspectief vastgesteld. Voor Samenlevingsopbouw zijn de volgende uitvoeringsprogramma’s van belang: V Uitbreiding activiteiten in de wijk voor jongeren (12+) VI Veilig spelen in de wijk 12Hiermee geeft het college uitvoering aan de gestelde kaders voor integraal jeugdbeleid in de periode 2007 – 2011 en een invulling van de structurele extra middelen uit het collegeprogramma. De gemeente geeft in nauwe samenwerking met lokale en regionale partners uitvoering aan dit beleid, waarbij extra aandacht is voor een integrale aanpak. Integratie In de nota ‘Leiden in kleur: visie op integratie’ wordt gesteld dat de gemeente Leiden integratie nadrukkelijk ziet als een traject waarin overheid, burgers, bedrijven en (vrijwilligers)organisaties samenwerken, en samen verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe (kleinschalige) initiatieven die de bevordering van integratie tot doel hebben. De gemeente heeft daartoe de projectsubsidieregeling ‘Leiden in Kleur’ opgezet, waar financiële middelen beschikbaar zijn voor genoemde initiatieven. Het streven is om vanaf 1 januari 2009 diverse op deelname aan de samenleving gerichte subsidieregelingen (waar onder ’Leiden in Kleur’) samen te voegen tot één subsidieregeling ‘Participatie en Ontmoeting’. Daarnaast wordt er gewerkt aan inbedding van integratiebeleid in regulier gemeentelijk beleid, zoals onderwijs, inburgering, arbeidstoeleiding en culturele participatie.
Prestaties De beleidsuitgangspunten van de sociale beleidsterreinen zullen in onderlinge samenhang worden beschreven en vertaald naar afspraken met de uitvoerende instellingen. Voor de uitvoering wordt subsidie verstrekt aan met name Libertas, Thuis op Straat (TOS) en Stichting Jeugd- en jongerenwerk
262
Midden-Holland; daarnaast worden activiteitensubsidies verstrekt aan buurt- en wijkorganisaties, het Gezinscentrum en organisaties voor sociaal-cultureel werk. De belangrijkste prestaties in 2009 zijn: • het afsluiten van een uitvoeringsovereenkomst met Libertas en het afgeven van beschikkingen aan andere organisaties waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft.; • het beheren en exploiteren van wijkgebonden voorzieningen ten behoeve van activiteiten gericht op samenlevingsopbouw; • (toeleidings)activiteiten voor burgers in isolement, of voor wie isolement dreigt, gericht op actieve deelname aan de samenleving; • bevordering en coördinatie van vrijwilligerswerk, voorbereiden van de uitvoeringsnota in het kader van de WMO; • ondersteuning en faciliteren van bewonersinitiatieven; • bevordering van een sluitend netwerk van buurt- en wijkorganisaties ter realisatie van een actieve en democratische belangenbehartiging van de wijkbewoners. • een aanbod van kinderwerk op buurt- en wijkniveau, afgestemd met diverse organisaties die kinderactiviteiten aanbieden • een aanbod van jongerenwerk op wijkniveau kengetallen Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Aantal buurt- en wijkorganisaties* 28 30 30 Bereik buurt- en wijkorganisaties (aantal 93.000 96.000 96.000 inwoners)** Aantal migrantenorganisaties 12 12 12 Aantal vluchtelingenorganisaties 14 16 16 * Het blijkt in de praktijk dat niet alle buurt- en wijkorganisaties nog in grote mate de belangen behartigen van hun achterban; de inwoners van de betreffende wijk. De afdeling Realisatie, teams Stadsleven en Stadsdelen (met name de wijkmanagers) kijkt hoe de belangenbehartiging kan worden gewaarborgd. Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Aantal deelnemers per jaar sociaal-culturele en ontmoetingsactiviteiten voor: - kinderen Aantallen deelnemers TOS 18.083 18.000 18.000 Aantallen activiteiten TOS 671 650 650 Aantal contacten met vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligerswerk gericht op: 1. Bemiddeling 553 400 500 2. Ondersteuning 841 600 700 % toegekende subsidieaanvragen van totaal 79 80 80 aanvragen ‘Leiden in Kleur’* aantal deelnemers aan activiteiten van ‘Leiden in Kleur’ ** autochtoon 880 1500 1600 allochtoon 2190 1700 1800 * Leiden in Kleur zal naar verwachting in 2009 opgaan in de subsidieregeling Participatie en Ontmoeting. ** In de verantwoording van de activiteiten uitgevoerd met subsidie van ‘Leiden in Kleur’ dient de aanvrager te vermelden wat het aantal deelnemers was en wat de verhouding autochtone / allochtone deelnemers was. De meeste activiteiten worden georganiseerd door migrantenorganisaties. Het aantal allochtone deelnemers is daardoor groter.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Uitwerking beleidskader welzijn Begin 2008 is het beleidsplan WMO door de Raad vastgesteld. In dat kader wordt een viertal uitvoeringsplannen voorbereid. Eén daarvan betreft prestatieveld I, dat onder andere raakt aan het welzijnswerk. In de loop van 2009 zal dit uitvoeringsplan in uitvoering genomen worden. Ontmoeting in de wijk is hierbij een belangrijk thema. Ook wordt het beheer van accommodaties (buurthuizen)
263
meegenomen. Vrijwilligerswerk De komst van de WMO vraagt om aandacht voor het vrijwilligerswerk. Naast voortzetting van het huidige beleid gebaseerd op het werven en waarderen van vrijwilligers en het bevorderen van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties zal in 2009 extra aandacht worden besteed aan het opzetten van jaarlijks terugkerende en aansprekende MADD-dagen en de vrijwilligersmarkt om het vrijwilligerswerk te promoten. Als vervolg op het reeds genoemde beleidsplan WMO zal in de loop van 2008 een uitvoeringsplan Vrijwilligers worden ontwikkeld. Daarnaast wordt de maatschappelijke stage de komende jaren een vast onderdeel van het lesprogramma op middelbare scholen. In 2011-2012 wordt de maatschappelijke stage verplicht voor alle scholen. Het doel van deze maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd door het leveren van een onbetaalde bijdrage kennismaken met allerlei vormen van vrijwilligerswerk. Het college heeft besloten de gelden die hiervoor beschikbaar komen in de jaren 2008-2011 in te zetten voor dit doel. Naar verwachting zal het Steunpunt Vrijwilligerswerk WAVeS een rol gaan spelen in dit proces. Ook wordt er regionaal gekeken wat er gezamenlijk kan worden opgepakt. Slaaghwijk In de Slaaghwijk is sprake van een complexe sociale problematiek; het betreft uiteenlopende zaken als gebrek aan sociale cohesie, opvoedingsproblemen, armoede, antisociaal gedrag, leefbaarheid in de openbare ruimte etc. Begin 2007 is daarom voor een bepaalde tijd een wijkregisseur aangesteld voor 20 uur in de week. De opdacht was om te beoordelen wat er nodig is om de situatie in de wijk te verbeteren en om voor een kentering te zorgen. De regisseur heeft geïnvesteerd in het gezamenlijk zicht krijgen op elkaars taken en rollen, in het op elkaar afstemmen van het aanbod, in de verandering van de negatieve communicatiepatronen en in het beter op elkaar afstemmen van de verschillende gemeentelijke programma’s en subsidieafspraken. De regierol wordt in 2009 in de reguliere organisatie verankerd. Jongerenvoorzieningen Veel jongeren bevinden zich op straat. In een groeiend aantal gevallen zorgt dit voor overlast, met name in de Stevenshof, de Mors, Leiden Noord en de Slaaghwijk. Het jongerenwerk probeert in contact te komen met deze groepen. Hiervoor zijn wel geschikte ruimtes nodig in de wijken waar jongeren kunnen samenkomen, met voldoende begeleiding, zodat ze niet op straat hoeven te hangen. De jongerenruimtes dienen vervolgens zoveel mogelijk open te zijn buiten schooluren, ook in het weekend. Er is een tekort aan ruimtes en enkele bestaande ruimtes blijken niet geschikt. Er wordt daarom gezocht naar extra ruimtes. In 2009 zullen met name in de Stevenshof en de Lage Mors voorzieningen worden gerealiseerd. Integratie Integratie is alleen mogelijk op basis van samenwerking tussen allochtone en autochtone inwoners en organisaties van de stad, het is geen exclusieve taak voor de allochtonen. De subsidieregeling ‘Leiden in Kleur’ is dan ook zo ingericht dat alle burgers, (vrijwilligers)organisaties en bedrijven in Leiden aanspraak kunnen maken op subsidie indien zij activiteiten organiseren die ontmoeting, participatie, integratie en emancipatie bevorderen. Vooralsnog wordt vooral door migrantenorganisaties gebruik gemaakt van deze regeling. Ook autochtonen zullen gestimuleerd worden hun steentje bij te dragen. In de voorgenomen subsidieregeling Participatie en Ontmoeting gaat het niet alleen om integratie van allochtonen. De nadruk ligt op deelname in de samenleving van alle groepen in Leiden. Vrouwen en mannen, homo’s en hetero’s, autochtone en allochtone Leidenaars. Hierbij staan participatie en ontmoeting centraal. Doel is de sociale samenhang te versterken.
264
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen en vrijval van kapitaallasten doen zich de volgende budgettaire ontwikkelingen voor op dit product: Mutatie L/B Bedrag Taakstelling Stedelijk Cursorisch aanbod L - 48.500 Bron: Oud Meerjarenbeeld, rv 07.0018 Toelichting: In het raadsvoorstel inzake de fusie binnen het Stedelijk Cursorisch Aanbod, is opgenomen dat de te realiseren taakstelling gestaffeld wordt doorgevoerd. Voor het aandeel van het product Samenlevingsopbouw (onderdeel Volkshuis) betekent dit dat de taakstelling met € 46.5000 stijgt ten opzichte van 2008. Mutatie L/B Bedrag Woonconsulenten L - 50.000 Bron: Oud meerjarenbeeld: Ruimte voor nieuw beleid Toelichting: Bij Ruimte voor Nieuw Beleid (tv 07.0081) is besloten de subsidiëring aan de LWO inzake Woonconsulenten geleidelijk af te bouwen. In 2009 neemt de budgettaire ruimte voor deze activiteit met € 50.000 af.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan Er zijn geen invetseringen in
265
Product 652.01 WMO: Vervoer- en woonvoorzieningen en hulpmiddelen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 6.049 6.909 6.938 -173 -302 -514 5.876 6.607 6.424
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.938 6.938 -514 -514 6.424 6.424
2012 6.938 -514 6.424
Productomschrijving Het verstrekken van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en fysieke hulpmiddelen aan gehandicapte inwoners van Leiden zodat zij in staat worden gesteld om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen en deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal vervoersvoorzieningen (rolstoelen, scooter-mobielen etc.) Aantal aanvragen woonvoorzieningen
Realisatie 2007 5.235
Begroting 2008 5.700
Begroting 2009 5.400
1.418
1.350
1.400
Kengetallen Overige vervoerskosten Aantal rolstoelen Scootmobielen Aanpassingen vervoersvoorzieningen
Realisatie 2007 178 1.461 714 122
Begroting 2008 165 1.400 700 200
Begroting 2009 180 1.500 725 130
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2009 zal naar verwachting een eigen bijdrage worden ingevoerd voor bepaalde WMOvoorzieningen. Er is een opbrengst geraamd van € 200.000. In de tweede helft van 2008 zal een voorstel worden aangeboden aan het College. Tevens wordt onderzocht of bepaalde eenvoudige woonvoorzieningen kunnen worden geschrapt vanaf 2009. Hiertoe is een besparing opgenomen van € 200.000 vanaf 2009. In de tweede helft van 2008 zal een voorstel worden aangeboden aan het College. De besparingen moeten in samenhang worden gezien met het product WMO Huishoudelijke verzorging. Mogelijk dat de bovengenoemde besparingen (totaal € 400.000) deels zullen worden gerealiseerd op het product WMO Huishoudelijke verzorging. Dat zal dan meegenomen in de Collegevoorstellen waarin de eigen bijdrage en de vermindering van woonvoorzieningen gerealiseerd moeten worden.
Budgettaire ontwikkelingen Ruimte voor Nieuw beleid begroting 2008 1) Schrappen eenvoudige woonvoorzieningen vanaf 2009, voordeel € 200.000. 2) Invoeren eigen bijdrage levert € 200.000 op vanaf 2009. Technische correctie Verlaging besparing Ruimte voor Nieuw beleid (budgettair neutraal) De in de Perspectiefnota opgenomen taakstelling op product 652.01 Vervoer- en woonvoorzieningen en hulpmiddelen van € 400.000 zal niet volledig worden gerealiseerd. Omdat dekking zoveel mogelijk binnen de portefeuille moet worden gevonden, kan de taakstelling op productraming 652.01 verminderd worden naar € 300.000 omdat uit de bestuursrapportage 2008 blijkt dat de eigen bijdragen op het product Hulp bij het huishouden structureel € 100.000 hoger uit vallen. De structurele financiële consequenties van de bestuursrapportage 2008 zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging.
266
Indexering (lasten € 229.000 N, baten € 12.000 V) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
267
Product 714.01 Openbare gezondheidszorg Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.116 2.363 2.465 -143 -149 -154 1.973 2.214 2.311
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.563 2.465 -154 -154 2.409 2.311
Productomschrijving Doel van het gezondheidsbeleid is het op peil houden of verbeteren van de gezondheidssituatie. Hierbij is aandacht voor het bevorderen van een gezonde leefstijl en het streven naar een gezonde leefomgeving vormgeven door in te zetten op preventie, het scheppen van voorwaarden voor een samenhangend aanbod van zorg en signalering van ontbrekende zorg en het bieden van een vangnet daar waar zorg ontbreekt, of waar mensen dreigen tussen wal en schip te vallen. Aan deze doelstelling wordt gewerkt door: Het op basis van de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) in stand houden van een Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst samen met andere gemeenten uit Zuid-Holland Noord en Zuid-Holland Midden die de wettelijke basistaken uitvoert en ook aanvullende diensten en markttaken uitvoert voor zover deze een aanvulling en verrijking vormen of samenhangen met de uitvoering van de basistaken. Basistaken zijn bijvoorbeeld infectieziektebestrijding technische hygiëne zorg, taken binnen de jeugdgezondheidszorg, onderzoek en beleidsadvisering. Een aanvullende dienst is bijvoorbeeld de medische opvang van asielzoekers. Markttaken zijn onder meer reizigersvaccinaties, inspectie kindercentra en medische adviezen en keuringen. Onder projecten valt bijvoorbeeld het wijkgericht gezondheidsbeleid in Leiden Noord. In het kader van de WCPV is de gemeente verantwoordelijk voor het opstellen van een 4-jarig beleidsplan lokaal gezondheidsbeleid waarin zij hun ambities formuleren De gemeente draagt daarnaast verantwoordelijkheid voor de beleidsontwikkeling en –uitvoering in het kader van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. De gemeente heeft vanuit het oogpunt van collectieve preventie een eigen verantwoordelijkheid voor het behoud van voldoende capaciteit en goede bereikbaarheid van de eerstelijnsgezondheidszorg in de gemeente.
Prestaties Via bekostiging van de GGD Zuid-Holland Noord wordt aan de 25 wettelijke basistaken die zijn vastgelegd binnen de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid uitvoering gegeven. De aanvullende diensten worden tegen minimaal de kostprijs inclusief een risico-opslag aangeboden. De markttaken en projecten worden door de GGD tegen minimaal de kostprijs inclusief risicoopslag aangeboden. In het kader van het lokaal gezondheidsbeleid richten haar preventieactiviteiten zich op het bevorderen van een gezonde leefstijl ten aanzien van de doelgroepen ouderen, jongeren en bewoners met een lage sociaaleconomische status. Overgewicht maakt hier nadrukkelijk deel van uit.
268
2012 2.465 -154 2.311
Prestatie-indicatoren Aantal scholen met een project gericht (op (preventie van) overgewicht
Realisatie 2007 14
Begroting2008 14
Begroting 2009 14
De meetmomenten van deze indicator vinden plaats binnen de voorgeschreven richtlijnen van het Basistakenpakket JGZ.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het streven naar een integrale jeugdgezondheidszorg krijgt vorm door inhoudelijke samenwerking en afstemming tussen thuiszorgorganisatie en GGD. In 2007 heeft een discussie plaatsgevonden over de vormgeving van de integrale jeugdgezondheidszorg. In regionaal verband zal hierover nader onderzoek plaatsvinden. vooralsnog ligt er prioriteit bij de versterking van de samenhang met de jeugdzorg (horizontaal) en in mindere mate binnen de jeugdgezondheidszorg (verticaal) Door de GGD wordt een opwaartse druk op het pakket en de kosten verwacht. De (verplichte) invoering van een kwaliteitssysteem, vergroting van de doelgroep OGGZ, een stijging van de prevalentie van infectieziekten, invoering van een elektronisch cliëntdossier, Gevaarlijke stoffen ingeval van rampen en ongevallen zijn hiervan de belangrijkste oorzaken. De GGD heeft de opdracht om deze opwaartse druk binnen de afgesproken financiële kaders van de meerjarenraming op te vangen De openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) neemt voor de GGD een steeds prominentere plaats in. Het aantal cliënten van de OGGZ stijgt, mede door uitbreiding van doelgroepen. Zo heeft het Meldpunt een coördinerende rol in de zorg voor ex-gedetineerden op basis van meldingen van Justitie over ontslag uit detentie. In 2009 zullen de verschillende producten binnen het OGGZ beleid (o.a. Basiszorg Kwetsbare kinderen, Meldpunt Zorg en Overlast en Bemoeizorgteam) beter op elkaar afgestemd worden, waardoor het effect van het OGGZ-beleid kan worden vergroot. (zie verder ook bij beleidsproduct 713.02, ambulante verslavingszorg). Het onderdeel Openbare Geestelijke Gezondheidszorg is in het kader van de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning vanuit de Wet collectieve preventie volksgezondheid overgeheveld naar het regiem van de WMO. Vooralsnog is dit een formele wijziging, die wel meer samenhang mogelijk maakt met het overig beleid in het kader van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. De in het kader van de integrale jeugdgezondheidszorg, ingezette samenwerking tussen de Ouder en Kindzorg van de thuiszorgorganisatie Groot Rijnland en de zorg voor 4-19 jarigen, uitgevoerd door de GGD Zuid-Holland Noord wordt gecontinueerd. (zie producten 715.01 en 716.01).
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking tot dit beleidsproduct opgenomen in het investeringsplan.
269
Product 714.02 Categorale gezondheidszorg
Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 333 375 391 -120 -233 -243 213 142 149
Meerjarenbeeld 2010 2011 391 391 -243 -243 149 149
2012 391 -243 149
Productomschrijving De bevordering van gezondheid door het ontwikkelen en aanbieden van activiteiten, toegesneden op groepen met een specifiek gezondheidsrisico. De gezondheidsrisico's kunnen samenhangen met bijvoorbeeld economische of etnische positie of op grond van geslacht of leefstijl. Dit product is in de programmabegroting Zorg en Welzijn onder C 'Bevorderen van een gezonde leefstijl en leefomgeving' te vinden. De aanpak van huiselijk geweld komt terug in het programma veiligheid. Hara/GGD is de organisatie die de onderstaande prestaties voor haar rekening neemt.
Prestaties Prestatie indicatoren GVO Gezondheidsvoorlichtingen/opvoeding) Aantal cursussen Aantal deelnemers Workshops/voorlichtingen Aantal deelnemers VHV netwerk Eetstoornissenplatform
Realisatie 2007
Begroting 2008 Begroting 2009
9 105 16 200 3x 4x
10 110 16 200 3x 4x
Naast bovengenoemde prestaties heeft Hara een belangrijke rol in de aanpak ter bestrijding van huiselijk geweld, waaronder het projectleiderschap voor de aangekondigde Wet tijdelijk huisverbod, de openstelling van het Advies- en Steunpunt, deskundigheidsbevordering en PR. Ook draagt Hara zorg voor wijkgericht gezondheidsbeleid, bijvoorbeeld rond gezonde voeding en bewegen, onder andere aan allochtone bewoners.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Hara/ GGD geeft vorm aan haar activiteiten in 3 aparte clusters. Het betreft GVO (gezondheidsvoorlichting en opvoeding), huiselijk geweld en wijkgericht gezondheidsbeleid. In 2008 zullen GVO activiteiten zoals coördinatie van netwerken en de cursussen voortgezet worden. De cursussen zijn bijvoorbeeld gericht op vrouwen en meiden in een afhankelijkheidsrelatie (Robin Norwood/ Over grenzen) Het netwerk vrouwenhulpverlening wordt vervangen door kenniskring m/v. Ook is er een ontspanningscursus voor Turks of Arabisch sprekende vrouwen die met onbegrepen lichamelijke klachten kampen. Voor risicogroepen is samen met het ROC, Thuiszorg e.d. een nieuw aanbod ontwikkeld over budgetteren, voeding en bewegen: “Potverteren, rondkomen met een kleine beurs”. Aanpak huiselijk geweld HARA/ GGD coördineert in opdracht van de gemeente de regionale aanpak van huiselijk geweld en is projectleider voor de Wet tijdelijk huisverbod. Veel aandacht zal uitgaan naar een effectieve uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod. Deze wet wordt naar verwachting eind 2008 ingevoerd en beoogt dreigend geweld te voorkomen door de potentiële dader voor 10 dagen de toegang tot het huis te ontzeggen. In deze 10 dagen dient de hulpverlening aan het gezin op gang te komen. Dit vraagt om
270
een strikt sluitende justitiële en hulpverleningsketen. Op het brede terrein van huiselijk geweld worden ook in 2009 weer tal van activiteiten gecoördineerd en uitgevoerd. Doel is met alle betrokken partijen een sluitende aanpak van huiselijk geweld te realiseren. Uitgangspunt is dat alle noodzakelijke onderdelen in zowel de strafrechtelijke - als de zorgketen uitgewerkt zijn en volgens plan verlopen. Daarbij is het Advies- en steunpunt huiselijk geweld (ASHG) een van de instrumenten. Daarnaast is een belangrijk doel de aandacht voor het onderwerp levend te houden onder een breed publiek. HARA/ GGD zal in 2009 in samenwerking met (regionale) partners inhoud geven aan publiekscampagnes, aanpak ouderenmishandeling, aanpak gericht op allochtonen, waaronder het verder ontwikkelen van de aanpak eergerelateerd geweld en deskundigheidsbevordering van verschillende beroepsgroepen. Registratie en evaluatie behoren vanzelfsprekend tot de activiteiten. Leiden gezond en wel, wijkgericht gezondheidsbeleid Zowel voor de wijken Leiden Noord als Leiden Zuidwest worden aansprekende activiteiten georganiseerd. De activiteiten sluiten aan bij de volgende onderwerpen: gezonde leefstijl 0 – 19 jarigen, inclusief ouderparticipatie − − bevorderen van gezonde leefstijl uitkeringsgerechtigden en ouderen − ontwikkelen en in stand houden van een wijknetwerk − het organiseren van samenhang tussen lopende projecten die aansluiten bij de doeleinden van het wijkgericht gezondheidsbeleid en in de wijk aanwezige faciliteiten ter ondersteuning van een integraal gezondheidsbeleid Een aantal activiteiten wordt zowel in Leiden Noord als Leiden Zuidwest aangeboden. Daarnaast is er ook een aanbod dat aansluit bij de specifieke situatie in de wijk. Zo wordt in Leiden Noord, na de verschillende beweeghappenings die in het kader van de regeling buurt onderwijs sport door de brede school Leiden Noord zijn uitgevoerd, in het schooljaar 2008-2009 gestart met de inzet van een schoolgezondheidsconsulent. In Zuidwest wordt ondermeer een cursus opgezet gericht op het bevorderen van welbevinden van ouderen met daarbij aandacht voor gezondheid, bewegen en een aantal sociale componenten.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen doen zich geen budgettaire ontwikkelingen voor op dit product. Investeringsplan Er zijn geen investeringen op dit product.
271
Product 714.03 Ambulante verslavingszorg Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Realisatie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.857 3.570 3.743 -533 0 0 2.323 3.570 3.743
Meerjarenbeeld 2010 2011 3.686 3.686 0 0 3.686 3.686
2012 3.685 0 3.685
Productomschrijving Met het verslavingsbeleid voor de regio ZHN willen wij voorkomen dat mensen verslaafd raken en/of door hun verslaving in de problemen komen. Het aanbod dat wij subsidiëren is onderverdeeld in activiteiten gericht op preventie, op zorg en op maatschappelijk herstel. Een nadere uitwerking van bovengenoemde doelstelling is opgenomen in de programmabegroting Welzijn en Zorg onder C 'bevorderen van een gezonde levensstijl en leefomgeving', in de Regionale beleidsvisie verslavingszorg en maatschappelijke opvang Zuid - Holland Noord 2006-2009”. “Iedereen telt” en in Het Regionaal Kompas dat een uitwerking is van de beleidsvisie. Leiden vervult een centrumfunctie voor de Leidse regio, de Duin- en Bollenstreek en de Rijnstreek. De activiteiten worden dus verspreid in de regio ZHN ingezet. Onderstaande cijfers hebben ook een regionaal karakter. Naast de GGD en Brijder Verslavingszorg, die hun activiteiten in de hele regio ZuidHolland Noord aanbieden, zijn er enkele kleinere organisaties en projecten die subsidie ontvangen. Voorbeelden daarvan zijn stichting De Brug in Katwijk die ondersteuning geeft aan de omgeving van mensen met verslavingsproblemen en stichting Kocon te Katwijk die vanuit de doeluitkering subsidie ontvangt voor het re-integratieproject voor ex-verslaafden en ex-delinquenten. Kocon biedt ook trajecten voor veelplegers in Katwijk. Relatie met GSB: de regionale doeluitkering verslavingszorg en maatschappelijke opvang is in zijn geheel ondergebracht in de Brede Doel Uitkering sociale pijler.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal cliënten in casemanagement en outreachende zorg Bemoeizorgteam Gemiddeld aantal deelnemers Dagbestedingprogramma per dag Totaal aantal cliënten in zorg – Brijder (excl. Reclassering) Aantal woonbegeleidingen- Brijder Aantal mensen in methadonprogramma – Brijder.
Realisatie 2007 124
Begroting 2008 100
Begroting 2009 115
47
30
40
1144
1100
1100
58 270
40 250
45 250
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het vastgestelde Regionaal Kompas voor Zuid-Holland Noord beoogt een meervoudige, samenhangende en sluitende werkwijze om te komen tot een persoonsgerichte en minder vrijblijvende aanpak van (dreigende) dakloosheid. Hiervoor is intensieve samenwerking van alle betrokken partijen onontbeerlijk, waarbij de maatschappelijke opvang een van de kernpartners is. Het gaat tenslotte niet alleen om huisvesting maar ook om maatschappelijke participatie en arbeidstoeleiding. De persoonsgerichte aanpak beoogt verbetering van de kwaliteit van leven door het realiseren van een stabiele mix van wonen, inkomen, zorg en werk. Om dit te realiseren zijn extra middelen nodig. Hierover bestaan nog de nodige onzekerheden. Het is vooralsnog onzeker of VWS de toezegging nakomt in de vorm van extra AWBZ-middelen voor de zorgaanbieders. Daarnaast loopt er een onderzoek dat moet leiden tot een landelijke herverdeling van de middelen voor Maatschappelijke opvang en Verslavingszorg. De vraag is of dit voor Leiden gunstig of ongunstig gaat uitpakken. (zie ook: product 620.05).
272
De integrale opvangvoorziening “Nieuwe Energie” heeft in maart 2008 haar deuren geopend. Hiermee heeft de 24-uurs zorgstructuur voor de daklozen en verslaafden in deze regio gestalte gekregen. De uitbreiding van de dag- en nachtopvang inclusief een alcoholgebruikersruimte, is hiermee gerealiseerd. Blijvende aandacht gaat uit naar een goede inbedding van deze en andere opvangvoorzieningen in de wijk. Accenten voor 2009 en verder • Bestrijding Alcohol en Softdruggebruik onder jongeren door de jongeren en partijen die regelmatig met jongeren in contact staan bewust te maken van de gevaren van drank en softdrugsgebruik en daarmee een gedragsverandering te realiseren. •
Een alternatief aanbod voor de doelgroep van de medische heroïne bestaande uit een combinatie van medicatie en intensieve begeleiding. De aanpak sluit naadloos aan bij regionaal kompas.
Budgettaire ontwikkelingen Naast de trendmatige wijziging op lonen en prijzen zijn er geen budgettaire ontwikkelingen op dit product.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen met betrekking op dit product opgenomen in het Investeringsplan
273
274
Programma 10 Werk en inkomen
275
Product 610.01 Inkomensvoorziening bijstand Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 49.075 51.576 -40.761 -37.269 8.314 14.307
Begroting 2009 46.551 -34.014 12.537
Meerjarenbeeld 2010 2011 45.964 45.963 -34.014 -34.014 11.950 11.949
2012 45.963 -34.014 11.949
Productomschrijving Doel van de Inkomensvoorziening bijstand is het verstrekken van uitkeringen aan inwoners van Leiden zonder inkomen en vermogen of met een inkomen onder bijstandsniveau, die geen aanspraak kunnen maken op een voorliggende voorziening. De verstrekking van deze uitkeringen is geregeld in de Wet Werk en Bijstand (WWB). De WWB gaat uit van het principe 'werk boven inkomen'. In het programma Werk en Inkomen is daarom vastgelegd dat voor de Inkomensvoorziening bijstand een instroombeperking en een uitstroombevordering moet worden gerealiseerd. Daarnaast moet de duur van werkloosheid bij jongeren afnemen en moet het aantal allochtone uitkeringsgerechtigden dalen.
Prestaties Kengetallen aantal uitkeringen ultimo jaar WWB > 65 jaar WWB < 65 jaar Waarvan dak- en thuislozen
Rekening 2007
Begroting 2008
Begroting 2009
263 2.658 118
290 2.510 100
300 2.360 100
De centrale doelstelling is het realiseren van een jaarlijkse bestandsdaling van ten minste 6%, gerekend vanaf ultimo 2006. Bestandsgegevens ultimo jaar Waarvan 60-65 jaar Waarvan 50-59 jaar Waarvan 40-49 jaar Waarvan langer dan 4 jaar in bijstand Waarvan geen arbeidsverplichting Waarvan wel arbeidsverplichting maar met (tijdelijke) medische belemmering Waarvan inkomsten uit deeltijdwerk
Rekening 2007 306 643 776 1295 1107 594 464
Instroombeperking Hoogwaardig handhaven Leiden kiest bewust voor preventie aan de voorkant van het proces. Duidelijke voorlichting aan de klant over zijn rechten en plichten en een goede risicogestuurde controle van de overlegde gegevens. Leiden maakt gebruik van de informatie uit het Digitale Klantendossier (DKD) en zo wordt de klant niet onnodig lastig gevallen met het uitvragen van gegevens die al bekend zijn bij de gemeente of in de keten werk en inkomen. Samen met het CWI, UWV en de Leidse regiogemeenten is het project Hoogwaardig Handhaven in de keten gestart. Sinds het najaar van 2006 werkt Leiden met risicogestuurde handhaving, met hulpmiddelen als de fraudescorekaart en het fraudekompas. Deze werkwijze is in de loop van 2008 geëvalueerd en waar nodig zijn verbeteringen aangebracht. In het najaar 2008 zal een beleidsplan Hoogwaardig Handhaven worden aangeboden aan de Raad. Allochtone uitkeringsgerechtigden Er vindt geen specifieke prestatie plaats in het realiseren van het eerdergenoemde effect. De allochtone jongeren/uitkeringsgerechtigden zullen bovengemiddeld vertegenwoordigd zijn in de diverse re-integratieactiviteiten. Inburgeringsplichtigen voor wie de gemeente een inburgeringsvoorziening faciliteert , ontvangen die in de vorm van een duaal traject. Wat betekent dat
276
zij naast een inburgeringstraject ook een re-integratietraject volgen, waardoor hun kansen op de arbeidsmarkt toenemen. Snellere afhandeling van WWB-aanvragen voor levensonderhoud Afhandeling binnen 4 weken Een werkgroep ontwerpt een vereenvoudiging van het aanvraagproces en actualiseert de taakverdeling met het CWI. De vereenvoudiging moet ertoe leiden dat de aanvraagafhandeling zoveel sneller gaat, dat 80% binnen maximaal 4 weken is afgerond. Probleem is dat in de huidige service niveau overeenkomst met het CWI is opgenomen dat het CWI maximaal 2 weken de tijd heeft om een aanvraag over te dragen aan de gemeente. Zodra het bedrijfsverzamelgebouw operationeel is voor zowel Leiden als het CWI/UWV dan zal de huidige afhandelingsduur met gemiddeld 2 weken worden verkort. Met een afhandeling binnen 4 weken wordt de taakstelling van het College gerealiseerd. De klant heeft er geen financieel nadeel van als de termijn van 4weken door Leiden wordt overschreden, de klant ontvangt dan een voorschot. Debiteuren In de WWB is het aan de gemeente overgelaten om zelf het terugvorderingsbeleid vorm te geven en neer te leggen in gemeentelijke beleidsregels. In het najaar van 2008 worden de Leidse beleidsregels bijgesteld. Door invoering van de WWB komen alle ontvangsten op terugvorderingen volledig ten goede aan de gemeente. De gemeente is hierdoor nog meer dan voorheen gebaat bij een strikte invordering. De wijzigingen die in het najaar van 2008 doorgevoerd zullen worden zijn o.a. het verhogen van de inkomsten uit terugvordering zonder dat daarbij de prikkel om aan het werk te gaan/te blijven afneemt. Begin 2008 zijn de volgende wijzigingen vastgesteld: rentedraqend maken van de vorderingen bij achterstand, invordering uitbesteden van moeilijk oninbare vorderingen en waar mogelijk verrekenen van schulden/achterstand met uitstroompremies en overige uitkeringen. Vervanging van het uitkeringssysteem De gemeente Leiden wil haar in eigen beheer ontwikkelde en beheerde kernapplicaties op het gebied van werk, inkomen en zorg vervangen. Via Europese aanbesteding is een leverancier geselecteerd. Omdat de conversie naar een nieuw systeem risicovol is, is begin 2008 nogmaals een risico-analyse gemaakt over de projectopzet/planning. Medio 2008 zal daadwerkelijk worden gestart met de conversie, die binnen 2 jaar moet worden afgerond. De vervanging moet leiden tot minder afhankelijkheid van individuele personen en specifieke technieken om de daarmee gepaarde risico’s te verkleinen en de inpassing in de landelijke systemen te vergemakkelijken. Andere doelstellingen zijn: meer integratie van applicaties, een uniforme klantvolg functionaliteit voor DZB en WIZ en aansluiting bij het gemeentelijke informatiebeleid. Digitaliseren van Klantdossiers Leiden start met de invoering van een Document Management System. Tot nu toe wordt gewerkt met papieren dossiers. De invoering van digitale dossiers levert meer efficiency op. Activiteiten als uitlenen van dossiers en opslag kunnen voor een groot deel vervallen. Digitale dossiers kunnen in tegenstelling tot papieren dossiers niet zoekraken en medewerkers kunnen tegelijk met het digitale dossier werken. In het meerjarenbeeld is een taakstelling opgenomen van € 50.000. Deze ontwikkeling moet niet worden verward met het landelijke Digitaal Klant Dossier (DKD). Het DKD bevat gegevens vanuit verschillende organisaties binnen de keten Werk en Inkomen. Bij digitaliseren van klantdossiers gaat het om de vervanging van de papieren dossiers van team WIZ. Prestatieindicatoren Instroom in de uitkering Aantal jongeren in de WWB tot 23 jaar Aantal jongeren in de WWB van 23 tot 26 jaar
Rekening 2007 Begroting 2008 865 800 81 80 139 120
Begroting 2009 750 80 120
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het ministerie van SZW gaat uit van afnemende bijstandsvolumes voor de komende jaren vanwege de verbeterde conjucturele economische omstandigheden, van 300.000 WWB-uitkeringen begin 2007 naar 255.000 uitkeringen eind 2011, een daling van 15%. Het bestuursakkoord tussen de VNG en het Rijk gaat uit van een daling van 25% in de periode 2007-2011. Het financieel voordeel als gevolg van het conjucturele effect (15%) is voor het Rijk, de overige 10% is voor de gemeenten. M.a.w. het
277
voordeel dat door de conjunctuur wordt veroorzaakt, en die in principe zonder inspanning van de gemeente wordt gerealiseerd, is voor het Rijk, het voordeel dat door inspanningen van de gemeenten wordt gerealiseerd blijft t/m 2011 bij de gemeenten. Vanaf 2012 kan Leiden met een groter tekort worden geconfronteerd als de lokale trend in de periode 2007 t/m 2011 lager is dan de landelijke trend. Wanneer Leiden in een jaar een groter tekort heeft dan 10% van het Inkomensdeelbudget dan kan onder voorwaarden een aanvullende uitkering worden aangevraagd bij het Rijk. Lokaal kunnen de arbeidsmarktomstandigheden anders zijn. In de meerjarenprognose van het CWI wordt in de komende jaren voor de regio Rijn-Gouwe een kleine krimp verwacht van het aantal banen. De huidige macro-economische omstandigheden (hoge inflatie, laag consumentenvertrouwen) zitten ook niet mee. Wanneer in de periode 2009-2011 de gerealiseerde conjunctuurdaling in een jaar meer dan 12.500 uitkeringen afwijkt van de prognose dan wordt het landelijk Inkomensdeel aangepast. Verder zal het Inkomensdeel worden aangepast voor effecten van rijksbeleid. Wanneer de daling van het uitkeringbestand in de komende jaren wordt gerealiseerd dan kan dat gevolgen voor de hoogte van de algemene uitkering. Het aantal bijstandsontvangers is een van de elementen die de hoogte van de algemene uitkering bepaalt. Een daling van het aantal bijstandsontvangers kan daarom leiden tot een daling van de algemene uitkering. Het ministerie van SZW zal voortaan in juni i.p.v. oktober van het lopend jaar een bijstelling bekend maken van het Inkomensdeelbudget, waardoor de gemeenten eerder in staat zijn om bijsturingsmaatregelen te treffen. In de Bestuursrapportage kan daardoor een betere prognose van het jaarresultaat worden gegeven dan in eerdere jaren. De langdurigheidstoeslag (ldt)geldt nu alleen voor mensen die 5 jaar of langer een bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben en geen perspectief op werk. Straks mogen gemeenten zelf bepalen wie hiervoor in aanmerking komen. Bijstandsontvangers hoeven dan ook niet meer de ldt kwijt te raken als ze een baan vinden. Hierdoor kunnen mensen die werken en toch van weinig geld moeten rondkomen er financieel op vooruitgaan. Er zal eind 2008 voorzover nodig een voorstel worden aangeboden aan de Raad. In 2009 worden o.a. de volgende maatregelen van het Rijk van kracht en/of verwacht: 1) In principe geen uitkering meer voor jongeren < 27 jaar; 2) Alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar worden vrijgesteld (maximale duur is 6 jaar)van de sollicitatieplicht mits zij scholing of stage volgen om hun vaardigheden te onderhouden; 3) Het Rijk werkt aan een wet om het gemeenten makkelijker te maken om huisbezoeken af te leggen wanneer uitkeringsfraude wordt vermoed; 4) Het kabinet wil een experiment starten om het voor alleenstaande ouders in de bijstand financieel aantrekkelijk te maken deeltijdwerk te gaan verrichten. Deelnemers houden meer geld over naarmate ze meer uren werken en kunnen bonussen krijgen bij scholing en uitstroom naar een baan.
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota Aanpassing inwonendentoeslag voor commerciële kamerhuurders vereist meer budget, in 2009 € 220.000, vanaf 2010 € 300.000; Lasten en baten moeten met € 3,2 miljoen worden verlaagd, door zowel daling uitkeringslasten als daling inkomsten van Rijk. Heroverwegingen Perspectiefnota Intensivering van het Werkatelier leidt tot een besparing in 2009 van € 150.000 op de uitkeringskosten, vanaf 2010 structureel met € 350.000; Door te kiezen voor een verbetering van de Sluitende aanpak zullen de uitkeringslasten nog eens dalen met € 630.000 vanaf 2009; Aanpassing van het terugvorderingbeleid levert € 930.000 op, de storting in de voorziening oninbaar (product 922.20) wordt € 650.000 hoger, per saldo een voordeel van € 280.000.
278
Ruimte voor Nieuw beleid (begroting 2008) Een pakket van maatregelen moet leiden tot lagere uitkeringskosten. Het moet leiden tot een besparing van € 500.000 vanaf 2009 oplopend naar € 967.000 vanaf 2010. Langdurigheidstoeslag (€ 418.092 N/V) Langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd per 2009. T/m 2008 werd het bekostigd uit het Inkomensdeel. Nu wordt de langdurigheidstoeslag een vorm van bijzondere bijstand. Lasten worden overgeheveld naar product 614.01 Bijzondere bijstand en de baten worden overgeheveld naar de algemene uitkering. Technische correctie/Ontwikkeling Inkomensdeel (€ 200.000 V structureel) Eind juni 2008 heeft een bijstelling van het voorlopige Inkomensdeelbudget 2008 plaatsgevonden. Vanwege veranderd rijksbeleid wordt structureel € 200.000 extra ontvangen. De taakstelling Sluitende aanpak wordt daarmee structureel € 200.000 lager. Technische correctie/Uitvoeringskosten SVB (€ 50.000 N structureel) Vanaf 2008 is de uitvoering van de uitkeringsverstrekking aan 65-plussers overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank, zodat deze mensen niet via twee verschillende instanties hun inkomen verkrijgen. De uitvoeringskosten voor Leiden zijn conform besluitvorming verminderd met € 50.000. Verzuimd is om de kostenvergoeding van € 50.000te ramen die betaald moet worden aan de SVB. Indexering (€ 270.000 N structureel) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
279
Product 611.01 WIW dienstbetrekkingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 1.616 1.800 -146 -330 1.470 1.470
Begroting 2009 1.680 -330 1.350
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.680 1.680 -330 -330 1.350 1.350
2012 1.680 -330 1.350
Productomschrijving Bij de inwerkingtreding van de WWB (wet werk en bijstand) per 1 januari 2004 is de WIW (wet inschakeling werkzoekenden) opgegaan in deze wet. Onder het regiem van de WIW waren deze dienstbetrekkingen een onderdeel van het (deels door het Rijk) gesubsidieerde arbeidsmarktbeleid. In dit kader zijn dienstbetrekkingen aangeboden aan mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Met behulp van trajectplannen die op uitstroom zijn gericht, is hun arbeidsontwikkeling gestimuleerd. Begin 2003 is voor de nieuwe instroom besloten de WIW-dienstbetrekkingen uitsluitend in te zetten als doorstroominstrument naar een reguliere baan. Bij de inwerkingtreding van de WWB is op dit punt versterkt ingezet. Tegelijkertijd is wettelijk een stop ingesteld op nieuwe instroom. De uitvoering van de WIW-dienstbetrekkingen is binnen de gemeente in handen van DZB Leiden. DZB Leiden voert tevens de dienstbetrekkingen uit voor vijf andere gemeenten: Leiderdorp, Voorschoten, Zoeterwoude, Oegstgeest en Alkemade
Prestaties Kengetallen Leiden WIW-ers (fte’s) ult. jaar
Rekening 2007 48,85
Begroting 2008 55
Begroting 2009 45
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het beleid is gericht op afbouw van het aantal WIW-dienstbetrekkingen. Deze afbouw wordt benut om nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeidsplaatsen gericht op doorstroom te stimuleren.
Budgettaire ontwikkelingen De daling van het begrotingssaldo is gekoppeld aan de verwachte vermindering van het aantal Leidse WIW-ers. De vrijkomende geoormerkte middelen, die afkomstig zijn uit het Werkdeel, worden ingezet voor andere re-integratieactiviteiten. Autonome ontwikkelingen Perspectiefnota Door dalend aantal WIW-ers dalen de lasten met € 350.000 en daalt ook de opbrengst uit inleenvergoedingen met € 230.000.
280
Product 611.02 Uitstroom en activering Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 9.992 10.456 -12.780 -12.750 -2.788 -2.294
Begroting 2009 13.891 -15.540 -1.649
Meerjarenbeeld 2010 2011 13.891 11.101 -15.540 -12.750 -1.649 -1.649
2012 11.101 -12.750 -1.649
Productomschrijving Het doel van Activering en Arbeidstoeleiding is het stimuleren van de (re) integratie van werkzoekende klanten, zodat zij in de toekomst zelf in hun eigen levensonderhoud gaan voorzien. In ieder geval moeten klanten maatschappelijk blijven of gaan participeren. Tevens moet doorstroom bewerkstelligd worden voor mensen in gesubsidieerde arbeid naar regulier werk. In het kader van de programmabegroting moet op het gebied van Activering en Arbeidstoeleiding het volgende worden gerealiseerd: daling van het aantal langdurig uitkeringsgerechtigden door uitstroom naar werk, toename van de uitstroom naar werk en daling van het aantal jongeren in de bijstand.
Prestaties Prestatie indicatoren Uitstroom naar werk binnen een jaar na toekenning van de bijstand (als % van het aantal instromers) Stage- en werkervaringsplaatsen bij de gemeente Besteding Werkdeel (lasten batenstelsel) Inzet op scholing (in €) Aantal Nug-ers in traject Nieuw gerealiseerde opstapbanen Nieuw gerealiseerde sleutelbanen Totale uitstroom naar regulier werk vanuit gesubsidieerd werk
Realisatie 2007 18,8%
Begroting 2008 20%
Begroting 2009 22%
99
120
120
97%
120%
120%
€ 791.000,85 93 12 74
€ 500.000,150 90 30 40
€ 800.000,150 110 35 75
Aanbesteding reïntegratie De huidige contracten met de reïntegratiebureau’s lopen af per ultimo 2008. De nieuwe aanbesteding zal eind 2008 worden afgerond. Een deel van de opdrachten zal worden inbesteed bij de DZB. Collegeuitvoeringsprogramma 2008-2010 Uitstroom naar Werk De gemeente zorgt er, door de extra inzet van middelen, voor dat uiterlijk eind 2009 elke bijstandsgerechtigde is opgeroepen voor een persoonlijk gesprek om te bekijken of een traject op weg naar werk mogelijk is. Dat moet ertoe leiden dat elke bijstandsgerechtigde zonder vrijstelling bezig is met een opleiding, (vrijwilligers)werk of een combinatie daarvan. De sluitende aanpak gericht op jongeren wordt uitgebreid naar de doelgroep tot en met 27 jaar. Duurzame uitstroom naar werk en meer aandacht voor educatie, zoals geformuleerd in de reintegratievisie 2007-2010, zijn de centrale uitgangspunten van het beleid. Zoveel mogelijk bijstandsgerechtigden nemen actief deel aan een traject en zijn lerend en werkend op weg daar een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Dat betekent het volgende: 1. In ons beleid staat de ontplooiing en de ontwikkeling van de klant centraal;
281
2. Het werkdeel dient de komende jaren meer dan volledig benut te worden, met als doel de uitstroom uit de WWB te vergroten. De gemeente zorgt er, door de extra inzet van middelen, voor dat uiterlijk eind 2009 elke bijstandsgerechtigde is opgeroepen voor een persoonlijk gesprek om te bekijken of een traject op weg naar werk mogelijk is. Dat moet ertoe leiden dat elke bijstandsgerechtigde zonder vrijstelling bezig is met een opleiding, (vrijwilligers)werk of een combinatie daarvan. De sluitende aanpak gericht op jongeren wordt uitgebreid naar de doelgroep tot en met 27 jaar. Ambitie: uitstroom minimaal 25% in 4 jaar, waarvan 6% in 2008 en 2009, en 6,5 % in 2010 en 2011. 3. Cliënten kunnen rekenen op een op maat gesneden re-integratietraject dat gericht is op uitstroom en waarbij tegenover rechten ook verplichtingen van de kant van de cliënt staan. Het niet nakomen van die verplichtingen leidt tot heldere en effectieve sancties. 4. De gemeente gaat actief met ondernemers in overleg om vraag en aanbod naar werkzoekenden op elkaar af te stemmen en sluit convenanten om de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid vorm te geven. De gemeente kan als makelaar optreden tussen onderwijsaanbod en werkgeversvraag waar het deze groep werkzoekenden betreft. Daarbij is meer aandacht voor op de vraag van de arbeidsmarkt gerichte scholing. 5. Het werkatelier, waarbij nieuwe cliënten gedurende zes weken worden getoetst op competenties en werknemersvaardigheden en belemmeringen voor inschakeling op de arbeidsmarkt worden weggenomen, is een vorm van “learn and work first” waarbij de uitstroom naar een plek op de reguliere arbeidmarkt centraal staat. Activering van mensen die ver van de arbeidsmarkt afstaan De gemeente zoekt naar vormen van re-integratie met betrekking tot de groep die ver van de arbeidsmarkt af staat. Een wijkgerichte aanpak gericht op participatie en sociale activering staat daarbij centraal.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Met de vaststelling van de Re-integratievisie 2007-2010 “Investeren in mensen” (RV07.0037) heeft Leiden besloten tot het investeren in arbeidsmarktgerichte trajecten, sociale activering en maatschappelijke participatie. Daarbij zal iedereen die dat wil en kan in de gelegenheid worden gesteld om een startkwalificatie te behalen en wordt meer werk gemaakt van korte beroepsgerichte scholingstrajecten. Het werkdeel WWB wordt ook ingezet om belemmeringen voor inschakeling op de arbeidsmarkt weg te nemen, zoals bijvoorbeeld voor de kosten van kinderopvang of schuldhulpverlening. Via het in juni 2007 geopende werkgeversloket wordt gestreefd naar een verbetering van de dienstverlening aan de werkgevers in de regio. De inzet is om ten minste 20% van de voor bemiddeling aangemelde vacatures te vervullen door werkzoekenden met een wat grotere afstand van de arbeidsmarkt en 100 nieuwe leerwerkbanen te realiseren. Het UWV en het CWI zijn gefuseerd tot het WERK-bedrijf. Het WERK-bedrijf zal samen met Leiden de Toonkamer vormgeven in het bedrijfsverzamelgebouw. Het Algemeen Ketenoverleg (AKO) streeft er naar dat eind 2008 de dienstverlening aan werkzoekenden conform de Toonkamerprincipes gestart en grotendeels werkend te hebben. In 2009 worden o.a. de volgende maatregelen van het Rijk van kracht en/of verwacht: 1) In principe geen uitkering meer voor jongeren < 27 jaar. Jongeren krijgen een leerwerkplicht. De werkloosheid onder jongeren in de Leidse regio is overigens fors teruggelopen. Het aantal nietwerkende werkzoekenden < 27 jaar is in 2007 met 33% gedaald; 2) Alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar worden vrijgesteld (maximale duur is 6 jaar) van de sollicitatieplicht mits zij scholing of stage volgen om hun vaardigheden te onderhouden; 3) Het Participatiebudget wordt van kracht. Het Werkdeel, de inburgeringsgelden en de gelden voor volwasseneducatie worden gebundeld. De definitieve ingangsdatum van dit Participatiebudget is nog niet bekend gemaakt, maar de verwachting is 1 januari 2009. Holland Rijnland trekt de
282
regionale voorbereiding van dit Participatiebudget. Omdat Leiden onderdeel uitmaakt van de G-31, geldt voor Leiden een ander verantwoordingsregime dan voor de overige regio-gemeenten. Parallel aan dit proces worden ook de lokale kaders ontworpen. Het centrale idee van het participatiebudget is het ontschotten van de budgetten, zodat belemmeringen om Participatiedoelstellingen te behalen worden weggenomen. Eind 2008 zal een voorstel aan de Raad worden aangeboden; 4) Het kabinet wil een experiment starten om het voor alleenstaande ouders in de bijstand financieel aantrekkelijk te maken deeltijdwerk te gaan verrichten. Deelnemers houden meer geld over naarmate ze meer uren werken en kunnen bonussen krijgen bij scholing en uitstroom naar een baan. 5) Er komt een wetsvoorstel over de mogelijkheid van participatieplaatsen waarin mensen met een kleine kans op arbeidsinschakeling met behoud van uitkering in principe 2 jaar onbeloonde additionele werkzaamheden kunnen verrichten. Mensen hebben onder voorwaarden recht op een bonus.
Budgettaire ontwikkelingen Financiële mee- en tegenvallers Perspectiefnota Zoals in de Perspectiefnota 2009 – 2012 aangekondigd heeft een bijstelling van de lasten met € 520.000 plaats gevonden als gevolg van het vrijkomen van middelen door het dalend aantal WIW en ID banen. Bijstelling Werkdeel (lasten/baten € 2.790.000) Het voorlopige indicatieve Werkdeelbudget 2009 is nog niet bekend. Voorlopig wordt het bijgestelde Werkdeelbudget 2008 gehanteerd. Het definitieve Werkdeelbudget 2008 wordt door het Rijk in oktober 2008 vastgesteld. Uit het Werkdeelbudget worden naast de kosten van re-integratietrajecten ook de WIW-dienstbetrekkingen (product 611.01), de ID-banen (product 611.06) en het Reintegratiebedrijf Leiden (611.07) bekostigd. Daarnaast is afgesproken dat 20% uit de voorziening Werkdeel wordt onttrokken. De baten en lasten nemen toe met € 2.790.000. Indexering (€ 125.000 N) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
283
Product 611.05 WSW Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Instellingen/DZB Rekening Begroting 2007 2008 45.000 42.244 -41.141 -39.700 3.860 2.544
Begroting 2009 43.600 -41.633 1.967
Meerjarenbeeld 2010 2011 43.677 43.677 -41.617 -41.600 2.060 2.077
2012 43.677 -41.600 2.077
Productomschrijving De uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) maakt onderdeel uit van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid, dat is opgenomen in programma Werk en Inkomen. In opdracht van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Voorschoten en Zoeterwoude, voert DZB de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) uit. Deze wet is bedoeld voor mensen met een zodanige lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking, dat zij alleen in staat zijn om te werken onder aangepaste omstandigheden. De WSW kent de volgende twee hoofddoelstellingen: Het realiseren van arbeid onder aangepaste omstandigheden voor diegenen die daarop zijn aangewezen en daarvoor zijn geïndiceerd; de aangeboden arbeid is gericht op het behouden, dan wel bevorderen van arbeidsbekwaamheid van de werknemer, mede met het oog op het kunnen verrichten van arbeid onder normale omstandigheden. De WSW is gericht op het bevorderen van de maatschappelijke integratie en participatie van de cliënt, waardoor haar zelfredzaamheid wordt vergroot. In de wet zit een expliciete ontwikkeldoelstelling. Waar mogelijk moeten SW-ers zich ontwikkelen, zodat ze kunnen toegroeien naar arbeid met andere vormen van ondersteuning bij een reguliere werkgever (Begeleid Werken). Bij de indicatiestelling door het CWI wordt beoordeeld of de cliënt in staat wordt geacht om begeleid te werken bij een reguliere werkgever. Alleen indien vanwege de aard en ernst van de handicap reëel moet worden verondersteld dat dit niet haalbaar is, zal door CWI worden afgezien van het advies begeleid werken. Indien voor een cliënt voor wie begeleid werken de best passende optie is (voor wie een advies begeleid werken is afgegeven) niet tijdig een begeleid werkenplaats gevonden kan worden zal het mogelijk blijven hem een (tijdelijke) plaats in een SWbedrijf of in detachering aan te bieden.
Prestaties Prestatie indicatoren Rijksbudget Leiden SE (fte’s) Rijksbudget overige gemeenten SE (fte’s) Gedetacheerden en begeleid werkenplaatsen ihkv de WSW Leiden
Realisatie 2006 982,7 52,1 364
Begroting 2007 972,2 55,3 350
Begroting 2008 748 273,1 370
Begroting 2009 n.n.b. n.n.b. 370
Meerjarige beleidsontwikkelingen De voorgenomen wijziging van de Wsw per 1 januari 2008 leidt voor gemeenten tot een grotere regieverantwoordelijkheid op het realiseren van de taakstelling Wsw en een actief wachtlijstbeheer. De taakstelling 2009 wordt in oktober 2008 vastgesteld op basis van het aantal inwoners met een Wswindicatie. In de begroting 2008 is een verschuiving te zien van rijksbudget dat afkomstig is van de regiogemeenten (+) en de gemeente Leiden (-). Deze verschuiving is ontstaan doordat het rijksbudget aan de gemeenten wordt toebedeeld, op basis van het aantal WSW-geïndiceerden dat in die gemeenten woonachtig is. Voor 2008 gold dat alleen voor de na 1997 geïndiceerde inwoners. De WSW-geïndiceerden van voor 1998 werden alleen bij Leiden geteld.
284
Het centrale principe achter de modernisering is de beweging “van binnen naar buiten”. Hierbij ligt de nadruk op plaatsing in een zo regulier mogelijke werkomgeving en minder op plaatsing binnen de beschutte werkomgeving van het SW-bedrijf. DZB is enkele jaren geleden al begonnen met de beweging “van binnen naar buiten”. Intern geplaatsten met ontwikkelingspotentieel werden op zogenaamde “buitenprojecten” ingedeeld, waarbij zij feitelijk buiten de muren van DZB werkzaam zijn (business post, catering, hoveniers). Het percentage Wsw-ers met een beschutte plaatsing is sinds 2004 gedaald. Medio 2008 is 41% van de medewerkers werkzaam op een interne, beschutte werkplek. 27% is werkzaam op werkplekken buiten de muren van DZB, 32% is gedetacheerd. In 2009 wordt de beweging van binnen naar buiten voortgezet. Door middel van een strakke monitoring van de interne trajecten zullen mensen worden gestimuleerd om stappen op de ‘werkladder’ te maken. Mensen met een indicatie Begeleid werken zullen zoveel mogelijk buiten de productieafdelingen van DZB om, worden begeleid naar een arbeidscontract (met WSW-subsidie en begeleiding) bij een reguliere werkgever, een zgn. Begeleid Werken-aanstelling. De ambitie is om uiteindelijk in 2011 uit te komen op een verhouding van 1/3e beschut geplaatst, 1/3e op een buitenproject en 1/3e gedetacheerd of op een begeleid werkenplaats. Wachtlijstproblematiek Het is mogelijk re-integratiemiddelen in te zetten voor het activeren van wachtlijstkandidaten. DZB zal daardoor gebruik maken van voorschakeltrajecten, gefinancierd vanuit het Werkdeel WWB en re-integratiemiddelen van het UWV, met de aantekening dat deze wel kostendekkend moeten zijn. Op deze manier kunnen de wachtlijstkandidaten hun werknemersvaardigheden behouden of versterken, zodat al tijdens de wachtperiode kan worden ingezet op scholing of het wegnemen van belemmeringen voor plaatsing. Ziekteverzuim In 2007 is geconstateerd dat het ziekteverzuim bij DZB relatief hoog is. Afgesproken is om door middel van gerichte acties, onder andere het vaststellen van een gedragscode en een verscherpte monitoring op de verzuimbegeleiding, het ziekteverzuim naar beneden te brengen. 2009: 4e kwartaal 13% 2010: 4e kwartaal 12%
Budgettaire ontwikkelingen De mutaties in de respectievelijke jaarschijven zijn gebaseerd op de uitkomsten van het rapport Corgwell. Zo bestaat de daling van het begrotingsaldo 2009 t.o.v. 2008 per saldo voor het overgrote deel uit een te realiseren verbetering op de netto toegevoegde waarde (opbrengsten). De ontwikkeling van de Netto Toegevoegde Waarde zoals door Corgwell geprognosticeerd is als volgt: 2009: € 11.271.850; 2010: € 11.461.647 De ontwikkeling van het exploitatietekort zoals door Corgwell geprognosticeerd is als volgt: 2009: € 2.101.350; 2010: € 2.178.393 DZB streeft ernaar om op termijn een subsidieratio te kennen die gelijk ligt aan het landelijk gemiddelde. De huidige verwachting is dat dit punt in 2020 bereikt zou kunnen worden.
Investeringsplan Investeringsobject Bedrijfsmiddelen/ productiemiddelen
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 412
285
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 ja
Betreft reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen/ productiemiddelen ad € 400.000 die ingezet worden enerzijds om de sociale doelstelling te realiseren en anderzijds om inkomsten te genereren ter versterking van de begrotingspositie.
286
Product 611.06 In- en doorstroombanen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 3.215 3.385 -441 -600 2.775 2.785
Begroting 2009 2.685 -300 2.385
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.685 2.685 -300 -300 2.385 2.385
2012 2.685 -300 2.385
Productomschrijving De Instroombanen zijn in het leven geroepen met de volgende doelstellingen: - Uitbreiding en verbetering van de dienstverlening aan de burger - Inschakeling in het arbeidsproces van langdurig werklozen in de lage loonschalen - Stimuleren van uitstroom naar regulier werk De Doorstroombanen moeten de doorstroom van werknemers binnen de regeling bevorderen. Met de invoering van de WWB is de I/D-baan vervallen en moet deze regeling worden afgebouwd. In de programmabegroting is daarom als te bereiken effect de afname van het aantal I/D-banen genoemd. De afname moet gecompenseerd worden met nieuwe gesubsidieerde arbeidsplaatsen om het totale volume gesubsidieerde oude en nieuwe arbeidsplaatsen te handhaven op het niveau van ultimo 2003.
Prestaties Er kan geen instroom meer plaatsvinden van ID-ers. Met de komst van de WWB is het besluit ID ingetrokken. Het aantal ID-ers zal in de komende jaren dalen. Het bestaande volume (medio 2003) van 390 fte gesubsidieerde arbeidsplaatsen willen we echter handhaven. De afname van ID en WIW-banen willen we compenseren met nieuwe gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Daarvoor zijn de nieuwe vormen Opstapbaan (sinds 2004) en de Sleutelbaan (sinds medio 2005) ontwikkeld. Gesubsidieerde arbeidsplaatsen (met name de opstapbanen) zullen we als instrument blijven gebruiken in de opstap naar regulier werk voor mensen die niet direct regulier aan de slag kunnen. Kengetallen Volume gesubsidieerde arbeidsplaatsen (fte's) aantal ID-ers Leiden in fte ultimo jaar
Realisatie 2007 387,3 fte
Begroting 2008 390 fte
Begroting 2009 390 fte
96,2 fte
120 fte
90 fte
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het beleid is gericht op afbouw van het aantal In- en Doorstroombanen. Deze afbouw wordt benut om nieuwe vormen van gesubsidieerde arbeidsplaatsen gericht op doorstroom te stimuleren. Vanaf 2009 is het woonplaatsbeginsel van kracht. Loonkostensubsidies voor ID-ers die niet in Leiden wonen of straks verhuizen uit Leiden, kunnen niet meer uit het Leids Werkdeel worden bekostigd.
Budgettaire ontwikkelingen De ID-banen worden volledig gedekt uit het Werkdeel. De Werkdeelbaten worden volledig geraamd op productraming 611.02 Activering en arbeidstoeleiding. Autonome ontwikkelingen Perspectiefnota Dalend aantal ID-ers in Leiden, minder loonkosten € 400.000; Dalend aantal ID-ers regio, minder loonkosten € 300.000 en minder baten regio € 300.000.
287
Product 611.07 Activiteiten Re-integratie Leiden Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Instellingen/DZB Rekening Begroting 2007 2008 1.713 1.457 -1.715 -1.460 -2 -2
Begroting 2009 1.598 -1.570 28
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.598 1.598 -1.570 -1.570 28 28
2012 1.598 -1.570 28
Productomschrijving Het bedrijfsmatig verzorgen van re-integratieactiviteiten in het kader van de arbeidsmarkttoeleiding. Door een succesvolle toeleiding naar de arbeidsmarkt worden doelstellingen van het programma Werk en Inkomen gerealiseerd. Re-integratie Leiden biedt drie soorten trajecten: trajecten naar werk icm scholing training en intensieve begeleiding, trajecten sociale activering en trajecten zorg. Alle trajecten worden opgebouwd uit verschillende producten uit de portfolio (diagnose-instrumenten, leerwerkplek, training, bemiddeling, plaatsing etc) Het doel van de trajecten is afhankelijk van soort traject dat door WIZ wordt aangeleverd. Een traject sociale activering is niet direct gericht op uitstroom uit de WWB, een traject naar werk wel. Gezien het belang van het behalen van een startkwalificatie en duurzame uitstroom wordt waar nodig een (beroeps)opleiding aangeboden. Re-integratie Leiden kan klanten plaatsen op een reguliere opleiding bij het ROC (meestal BBL), maar biedt ook zelf een aantal leerwerktrajecten aan (schilderen, bouw, taxichauffeur en beveiliger 2). Dit zijn arrangementen met werkgevers, opleiders en brancheorganisaties met als doel duurzame toeleiding naar werk. Elk traject is individueel maatwerk. Een re-integratietraject duurt in principe een jaar, maar langer is mogelijk om het gestelde doel te behalen. Dat is afhankelijk van de cliënt en ook van de vraag van de opdrachtgever (casemanager van WIZ). Naast de trajecten verzorgt Re-integratie Leiden in opdracht van WIZ de taaltoetsen Inburgering. Verder verzorgt Re-integratie Leiden i.o.m. WIZ de uitvoering van de gesubsidieerde arbeid, ID-banen, Opstap- en Sleutelbanen. Het gaat hier om de begeleiding van de werkgevers en ID-ers, en het regelen en monitoren van de subsidierelatie met werkgevers. Het product ‘Startwerklocatie’ (SWL) wordt ingezet als werkplek tijdens het 6-weekse traject werkatelier, ofwel aansluitend op het werkatelier, als product arbeidsgewenning tijdens een regulier reintegratietraject of als product in het kader van sluitende aanpak. De SWL voorziet in de behoefte om klanten die (nog) niet in staat zijn om een regulier reintegratietraject te volgen, extra te ondersteunen, coachen en monitoren. In die zin sluit het project aan bij één van de onderste sporten van de werkladder. Kenmerkend voor dit project is het groepsgewijs werken zonder drempel in een diagnostische setting onder intensieve begeleiding van deskundige medewerkers. Tegelijkertijd worden ‘op maat’ modules aangeboden om noodzakelijke vaardigheden aan te leren en competenties te ontwikkelen om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen.
Prestaties Activiteiten RL 2009 Gestarte trajecten naar werk Gestarte trajecten sociale activering/zorg Lopende trajecten totaal Taaltoetsen inburgering PRB trajecten Startwerklocatie Uitvoering ID- Opstap en Sleutelbanen
Verwachting 2009 100 150
verwachting succesvol 30% 50%
350 500 20 70 % bezetting 260
n.v.t. 100% 100% n.v.t. n.v.t.
Re-integratie Leiden is de publieke aanbieder van de trajecten zoals aangegeven in het selectiedocument aanbesteding 2008. RL dient op gelijke wijze verantwoording af te leggen over de
288
resultaten als private RIB’s die gecontracteerd gaan worden. In bovenstaand schema zijn aannames gedaan m.b.t. aantallen gebaseerd op de activiteiten die RL kan verrichten op basis van de begroting. Het percentage succesvolle afgeronde trajecten wordt bepaald door de opdrachtgever WIZ. Andere opdrachtgevers dan WIZ kunnen zijn regiogemeenten, re-integratiebedrijven en het UWV. Qua capaciteit (begroting) kan RL 350 trajecten aan (met een aanname van 250 nieuwe instroom in 2009), 500 toetsen inburgering, 20 trajecten PRB, en de monitoring en begeleiding van ID- Opstap en Sleutelbanen. Daarnaast gaat RL uit van minimaal 70% bezetting op de SWL (maximaal 30 klanten per dag).
Meerjarige beleidsontwikkelingen Re-integratie Leiden is bezig met ontwikkelen van plannen i.s.m. andere gemeentelijke onderdelen t.a.v. projecten voor ‘veelplegers’ in het kader van het Regionaal Kompas. Ontwikkeling van productaanbod zal meer en meer plaatsvinden i.s.m. partners in de stad ten behoeve van effectieve ondersteuning van WWB klanten op weg naar werk, te denken aan stichting Exodus, de Binnenvest, de Haardstee, Rivierduinen etc. Daarnaast zal RL zich steeds meer richten op de ontwikkeling van arrangementen met werkgevers in de regio om de kans op succesvolle uitstroom uit de WWB voor de gemeenten te vergroten.
Budgettaire ontwikkelingen De baten en lasten van RL worden afzonderlijk geraamd, omdat de re-integratie activiteiten los staan van de uitvoering van de WSW. Bij de raming van de baten met betrekking tot het werkdeel van de WWB is er van uitgegaan dat het begrotingssaldo 2007 van de re-integratie activiteiten hieruit bekostigd worden.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen voorzien op dit product.
289
Product 611.08 Onrendabele top huisvesting DZB Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Instellingen/DZB Rekening Begroting 2007 2008 617 600 0 0 617 600
Begroting 2009 584 0 584
Meerjarenbeeld 2010 2011 567 550 0 0 567 550
2012 550 0 550
Productomschrijving In 1999 is de nieuwe huisvesting DZB betrokken. Het nieuwe representatieve gebouw komt optimaal tegemoet aan de arbo- en ergonomische vereisten, waardoor een optimaal werkklimaat is gerealiseerd voor de DZB-werknemers én eventuele bouwkundige uitbreiding. De huidige bedrijfshuisvesting draagt in positieve zin bij aan het programma Werk en Inkomen. Vanaf realisatie is bekend dat de huisvesting een onrendabele top kende, welke niet goed gemaakt kon worden via de kostprijstarieven van DZB. Besloten is om de jaarlijkse onrendabele huisvestingslasten vanaf begrotingsjaar 2005 in een afzonderlijk product onder te brengen, waardoor de resultaten op de andere productramingen (WSW dienstbetrekkingen en Begeleid Werken, de WIW dienstbetrekkingen en de Re-integratie activiteiten van sector Arbeidsontwikkelingen) van DZB geschoond zijn van deze kosten.
Prestaties Dit product is een administratief product, waardoor de andere activiteiten beter op hun waarden kunnen worden beoordeeld.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Dit product is een administratief product, waardoor de andere activiteiten beter op hun waarden kunnen worden beoordeeld. Budgettaire ontwikkelingen Het onrendabel deel daalt door de ontwikkeling van de kapitaallasten, welke conform het gemeentelijke afschrijvingsbeleid zijn berekend.
Investeringsplan Er zijn geen investeringen voorzien op dit product.
290
Product 612.01 IOAW/ IOAZ Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 496 750 -653 -750 -157 0
Begroting 2009 750 -750 0
Meerjarenbeeld 2010 2011 750 750 -750 -750 0 0
2012 750 -750 0
Productomschrijving Uitkeringsverstrekking aan inwoners van Leiden zonder inkomen in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en gewezen zelfstandigen (IOAZ) zodat wordt voorkomen dat zij beneden het bestaansminimum moeten leven. Dit product maakt onderdeel van het programma Werk en Inkomen.
Prestaties De prestaties die zijn genoemd bij beleidsproduct 610.01 Inkomensvoorziening bijstand, gelden ook voor de IOAW en IOAZ. Er zijn geen aparte inspanningen voor deze groep uitkeringsgerechtigden. Kengetallen Ioaw-uitkeringen per ultimo jaar Ioaz -uitkeringen per ultimo jaar
Realisatie 2007 23 5
Begroting 2008 20 5
Begroting 2009 20 5
Meerjarige beleidsontwikkelingen Bij de verdere uitwerking van de nieuwe wet Werk en Bijstand heeft de wetgever besloten om de Ioaw en de Ioaz niet voor 100% te budgetteren, maar te handhaven op de huidige 25%. Dat betekent dat 75% van de uitkeringskosten gedeclareerd kunnen worden bij het ministerie van SZW. Vanaf 1 april 2008 mogen periodieke uitkeringen uit een stamrecht (betaling uit een ontslagvergoeding) niet meer worden gekort op de IOAW. Mensen bij wie de stamrechtuitkering wel is verrekend met de IOAW kunnen vragen om herziening van de uitkering over de periode vanaf 1 april 2005. Dit moet gebeuren vóór 1 april 2009. Het aantal Ioaw/Ioaz-uitkeringen is jarenlang gedaald. Er is nu een stabilisatie opgetreden conform het landelijke beeld. Voor mensen van 60 jaar en ouder komt er de IOW-uitkering. De nieuwe regeling, uitgevoerd door het UWV, wijkt af van de IOAW op het punt van de partnertoets. Het inkomen van de partner is bij de IOW niet relevant.
Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing.
291
Product 614.01 Bijzondere bijstand Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 6.186 6.222 -277 0 5.908 6.222
Begroting 2009 6.936 0 6.936
Meerjarenbeeld 2010 2011 6.838 6.838 0 0 6.838 6.838
2012 6.838 0 6.838
Productomschrijving Doel is het bevorderen van maatschappelijke participatie, het voorkomen van sociaal isolement en het voorkomen dat mensen in financiële problemen raken wanneer zij als gevolg van bijzondere omstandigheden noodzakelijke extra uitgaven moeten doen die niet betaald kunnen worden uit het inkomen en/of vermogen. In de programmabegroting is bepaald dat het bereik van de bijzondere bijstand moet worden vergroot.
Prestaties Toename bereik bijzondere bijstand Om de bekendheid met bijzondere bijstand, minimabeleid, langdurigheidstoeslag en collectieve ziektekostenverzekering te vergroten (zie MOP 2005-2009 paragraaf 2.6) wordt naast de gebruikelijke wijze van voorlichting, zoals via Klantenkrant en Stadskrant, ingezet op andere vormen van voorlichting en mediagebruik. Er wordt een groei voorzien van het aantal verstrekkingen minimabeleid doordat na de zomer van 2008 een uitgebreide voorlichtingscampagne zal worden gestart om o.a. de declaratieregeling maar ook de staffelregeling onder de aandacht te brengen. Jaarlijks wordt via een bestandskoppeling met de gemeentelijke belastingdienst nagegaan welk deel van de doelgroep minimabeleid nog niet bereikt is. Deze groep zal automatisch worden beschikt voor de declaratieregeling en zal geïnformeerd worden over de mogelijkheden in het kader van het minimabeleid. Begin 2009 zal een snelloket bijzondere bijstand worden gerealiseerd. In 2008 is een snelloket voor (digitale) aanvragen minimabeleid gerealiseerd. Activerend minimabeleid Leiden wil het minimabeleid meer activerend laten zijn. In het najaar van 2008 zal een voorstel aan de Raad worden aangeboden. Ambtshalve verstrekkingen Bij klanten die een bijstandsuitkering ontvangen, is het duidelijk dat zij recht op een minimabeleid uitkering hebben. Zij ontvangen daarom zoveel mogelijk hun verstrekking zonder dat zij hiervoor een aanvraag hoeven in te dienen. In 2007 zijn regelingen als de woonlastenregeling voor 65-plussers en de regeling chronisch zieken en ouderen ambtshalve betaald. De declaratieregeling is eveneens ambtshalve toegekend, maar betaling volgt nadat klanten betaalbewijzen hebben ingeleverd. Voor personen die geen bijstandsuitkering ontvangen wordt het recht niet meer jaarlijks, maar om de 2 jaar gecontroleerd Langdurigheidstoeslag Het Rijk heeft met de WWB een langdurigheidstoeslag (ldt) geïntroduceerd voor klanten die gedurende de afgelopen vijf jaar een inkomen hebben gehad op minimumniveau en over dezelfde periode geen inkomen hebben genoten uit of in verband met arbeid. De ldt wordt gefinancierd vanuit het Inkomensdeel en is geraamd op beleidsproduct 610.01. Straks mogen gemeenten zelf bepalen wie hiervoor in aanmerking komen. Bijstandsontvangers hoeven dan ook niet meer de ldt kwijt te raken als ze een baan vinden. Hierdoor kunnen mensen die werken en toch van weinig geld moeten rondkomen er financieel op vooruitgaan. Er zal eind 2008 voor zover nodig een voorstel worden aangeboden aan de Raad.
292
Prestatie-indicatoren Toename doelgroepbereik bij minima jonger dan 65 jaar door de bestandsvergelijking Toename doelgroepbereik bij 65-plussers door samenwerking met de SVB Bekendheid minimaregelingen doelgroep 1. declaratieregeling 2. langdurigheidstoeslag 3. collectieve ziektekostenverzekering Aantal verstrekkingen minimabeleid
Realisatie 2007 n.v.t.
Begroting 2008 n.v.t.
Begroting 2009 5%
n.v.t.
n.v.t.
10%
1) 48% 2) 29% 3) 40% 5.099
1) 53% 2) 45% 3) 50% n.v.t.
1) 55% 2) 50% 3) 50% 5.300
Meerjarige beleidsontwikkelingen Het Ministerie van SZW pleit in het bestuursakkoord Samen aan de slag voor het terugdringen van nietgebruik van allerlei inkomensondersteunende regelingen en gerichte bijstand in natura voor gezinnen met schoolgaande kinderen, zoals het beschikbaar stellen van computers, vervoer of vouchers voor deelname aan sport en cultuur. De bedoeling is dat de nieuwe regels vanaf 1 januari 2009 zullen gelden. Gemeenten moeten dan een verordening gereed hebben waarin zij vastleggen wat de voorwaarden zijn waaronder de langdurigheidstoeslag in hun gemeente wordt verleend. Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden op ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. De regering wil bereiken dat de inkomensondersteuning rechtstreeks aan de minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt. Om die reden kan de categoriale bijzondere bijstand aan deze groep in beginsel alleen in natura en niet als geldbedrag worden uitgekeerd. Het kan bijvoorbeeld gaan om PC-projecten voor schoolgaande kinderen, kosten voor huiswerkbegeleiding, abonnementen op bepaalde tijdschriften, het lidmaatschap van sportverenigingen en culturele verenigingen e.d. Met gemeenten die het convenant “Kinderen doen mee!” ondertekenend hebben, waaronder Leiden, wordt de afspraak gemaakt dat zij zoveel mogelijk voorzieningen in natura gaan verstrekken. Hiermee geven zij aan dat ze de mogelijkheden die de wetswijziging biedt zullen gaan gebruiken. Budgettaire ontwikkelingen Taakmutatie Algemene uitkering (€ 98.000 N) In de algemene uitkering is voor 2008 en 2009 € 361.000 opgenomen voor extra minimabeleid met name voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Daarvan is € 238.000 ingezet voor schuldhulpverlening (B&W 08.0176) en € 25.000 voor een subsidie aan stichting Urgente Noden Leiden (B&W 08.0402). De resterende € 98.000 wordt in 2009 toegevoegd aan het product Bijzondere bijstand voor extra ondersteuning voor gezinnen met schoolgaande kinderen. Langdurigheidstoeslag (€ 418.092 N) Langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd per 2009. T/m 2008 werd het bekostigd uit het Inkomensdeel. Nu wordt de langdurigheidstoeslag een vorm van bijzondere bijstand. Lasten worden overgeheveld van product 610.01 Inkomensvoorz. bijstand naar product 614.01 Bijzondere bijstand. Indexering (€ 198.000 N structureel) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen. Specificatie begroting 2009 excl. directe/indirecte uitvoeringskosten Bijzondere bijstand € 1.100.000 Langdurigheidstoeslag € 418.000 Minimabeleid Collectieve ziektekostenverzekering € 1.300.000 Toeslag ouderen/chronisch ziek./gehand. € 1.000.000 Declaratieregeling € 1.500.000 Woonlastenregeling € 380.000 Staffelregeling € 250.000 Bijdrage tafel-je-dekje/overig € 100.000 Gezinnen met schoolgaande kinderen € 98.000 Promotiecampagne € 50.000 St. Urgente Noden (t/m 2009) € 25.000 Overige subsidies € 50.000 Totaal minimabeleid € 4.753.000
293
Product 614.03 Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
J.J. (Jan-Jaap) de Haan Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting 2007 2008 1.404 1.089 -769 -506 635 583
Begroting 2009 1.465 -658 807
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.041 1.041 -552 -552 489 489
2012 1.041 -552 489
Productomschrijving Het voorkomen en oplossen van problematische schuldsituaties bij inwoners van Leiden. Het voorkomen van schulden gebeurt door voorlichting en andere preventieactiviteiten. Oplossen van schulden gebeurt door het aanbieden en uitvoeren van schuldsanering of schuldbemiddeling, het bewerkstellingen van schuldenstabilisatie, het bieden van budgetbegeleiding en het aanbieden van budgetbeheersrekeningen. Daarnaast geeft de Stadsbank verklaringen af op grond artikel 285 FW indien een minnelijk schuldregelingstraject is mislukt . Deze verklaringen is nodig om bij de rechtbank een verzoek in te dienen voor de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Naast de schuldhulpverlening kent de Stadsbank nog een bancaire functie: het verstrekken van persoonlijke leningen. De doelgroep hiervoor is klanten met een bruto-inkomen tot 130% van het minimumloon en klanten die bij reguliere banken geen of niet tegen redelijke voorwaarden een krediet kunnen krijgen.
Prestaties Sinds 2006 is schuldhulpverlening de kerntaak van de Stadsbank en het verlenen van kredieten een tweede taak. Het accent ligt meer dan voorheen op het bereiken en het begeleiden van mensen met (dreigende) schulden en het realiseren van gedragsverandering. Preventie krijgt meer aandacht om problematische schulden eerder te voorkomen maar ook eerder te signaleren. Doel is het voorkomen en zo mogelijk oplossen van schulden door het bieden van budgetbegeleiding, budgetbeheer en/of een schuldregeling. Waar mogelijk wordt een geïntegreerd traject aangeboden waarin werkzoekenden naar de arbeidsmarkt worden begeleid zodat zij door verbetering van hun inkomenspositie in staat zijn om hun schulden af te lossen. In het programma Werk en Inkomen is vastgelegd dat het bereik van de activiteiten van de Stadsbank moet toenemen omdat de Stadsbank door middel van schuldhulpverlening en budgethulp bij klanten belemmeringen kan wegnemen richting actieve deelname aan het arbeidsproces. Er is een te lange wachttijd ontstaan bij de Stadsbank. Met behulp van extra inzet dient de wachtlijst eind 2009 te zijn teruggebracht naar de normale omvang van 4 weken.
Kengetallen Aanvragen budgetbeheersrekening Aanvragen schuldhulpverlening Aanvragen WWB-trajecten in combinatie met schuldhulpverlening Aanmeldingen budgettrainingen Aanvragen persoonlijke lening
Realisatie 2007 208 627 96
Begroting 2008 170 490 n.v.t.
Begroting 2009 235 675 150
154 318
n.v.t. 500
210 325
Prestatie-indicatoren Aantal lopende budgetbeheersrekeningen Aantal nieuw toegekende budgetbeheersrek. Aantal ingetrokken aanvragen budgetbeheersrekening Aantal intakes schuldhulpverlening
Realisatie 2007 349
Begroting 2008 400
Begroting 2009 420
155
120
210
45
n.v.t.
50
n.v.t.
(nulmeting 2008)
590
294
Aantal begeleidingstrajecten Aantal schuldregelingen opgezet - Waarvan geslaagd Aantal afgegeven WSNP verklaringen Aantal uitgereikte certificaten budgettrainingen Bekendheid Stadsbank onder inwoners van Leiden Toegekende persoonlijke leningen
294 148 50
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
360 235 95
89
145
125
79
n.v.t.
140
74%
74%
75%
81
n.v.t.
120
Meerjarige beleidsontwikkelingen In december 2006 is door de brancheorganisaties Aedes, EnergieNed en Zorgverzekeraars Nederland, Divosa, VNG en de ministeries van SZW en VROM een intentieverklaring getekend. Daarbij is afgesproken om structurele betalingsachterstanden van huur, energie en zorgverzekering vroegtijdig bij gemeenten te melden en de samenwerking in de schuldhulpverlening verder te versterken. In Leiden wordt deze intentieverklaring in 2008 geconcretiseerd in lokale samenwerkingsafspraken met de woningcorporaties. SZW stimuleert gemeenten om op inventieve wijze om te gaan met de mogelijkheid om de verplichting tot betaling van bijstandsschulden kwijt te schelden voor klanten die uitstromen naar werk of bezig zijn met een re-integratietraject. UWV en SVB krijgen in de loop van 2008 de wettelijke mogelijkheid om mee te werken aan het oplossen van schulden van cliënten. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met een wetsvoorstel dat dit regelt. In april 2008 is het Landelijk Informatiecentrum Schulden (LIS) opgericht, een product van privaatpublieke samenwerking. Schulden plaatsen mensen buiten de samenleving, terwijl men wil dat iedereen meedoet. Daarom is het LIS belangrijk. Kredietverstrekkers kunnen door het systeem van het LIS te raadplegen direct inzicht krijgen in de financiële situatie van een klant. Met het LIS willen de deelnemende organisaties voorkomen dat mensen in financiële problemen raken en daardoor niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. De Ministeries van Financiën en SZW zijn nauw betrokken geweest bij de oprichting van het informatiecentrum.
Budgettaire ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen Perspectiefnota 2009-2012 In 2009 € 344.000 extra lasten voor terugdringen wachttijd schuldregelingen bij de Stadsbank, deels gedekt door € 50.000 hogere baten budgetbeheersrekening en € 56.000 extra WEB-middelen (zie ook B&W 08.0176). Rentelasten/baten Lasten en baten stijgen met € 43.000. Ruimte voor Nieuw beleid 2008 Uitvoeringskosten schuldhulpverlening met betrekking tot re-integratie van de WWB-doelgroep worden ten laste van het Werkdeel gebracht. Het is mogelijk omdat schuldhulpverlening gezien wordt als een bovenwettelijke taak. Dit levert een besparing op van € 50.000 in 2009 en € 100.000 vanaf 2010. Indexering (lasten € 39.000, baten €3.000) Trendmatige stijgingen van lonen en prijzen.
295
Product 614.04 Kwijtschelding Gemeentelijke belastingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 737 376 458 -90 449 449 647 825 907
Meerjarenbeeld 2010 2011 458 458 449 449 907 907
2012 458 449 907
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder programma Werk en Inkomen. Het geheel of gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van belastingaanslagen in het kader van het gemeentelijk minimabeleid. De uitvoering hiervan geschiedt op basis van landelijk vastgestelde wet- en regelgeving. Er kan kwijtschelding worden verleend voor de volgende belastingen: onroerende-zaakbelastingen rioolrecht afvalstoffenheffing precariobelasting m.b.t. woonlasten woonboten binnenhavengeld woonboten. Onder het verlenen van kwijtschelding valt: Het automatisch verlenen van kwijtschelding aan een vooraf geselecteerde groep. Deze groep komt gezien de bekende gegevens over een bepaalde periode voor het betreffende belastingjaar in aanmerking voor kwijtschelding zonder een verzoek daartoe in te dienen. Op deze groep worden controles uitgevoerd. De mensen uit deze groep ontvangen geen aanslagbiljet gemeentelijke heffingen maar een kennisgeving van de toegekende kwijtschelding. Het incidenteel invullen, het inboeken, beoordelen en het verlenen van kwijtschelding op verzoek. Prestaties Prestatie indicatoren Realisatie 2007 Begroting 2008 Begroting 2009 Aantal verleende meerjarige 1.836 2.500 1.950 kwijtscheldingen Aantal ingediende 3.287 2.300 2.800 kwijtscheldingsverzoeken* Aantal toegekende 2.090 1.500 1.570 kwijtscheldingsverzoeken Aantal afgewezen 1.052 800 1.230 kwijtscheldingsverzoeken Herhaalde verzoeken om 250 250 kwijtschelding * De verwerking van alle kwijtscheldingsverzoeken 2008 is nog niet afgerond. Op 25 juni zijn 2.019 verzoeken van de in totaal 2.380 ingediende verzoeken behandeld. Er worden op dit moment nog verzoeken ingediend. In 2008 wordt een aantal van 2.700 ingediende verzoeken verwacht. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van 400 geautomatiseerd naar handmatig te beoordelen verzoeken. Ook worden er nog kwijtscheldingsverzoeken over het belastingjaar 2007 ingediend. Ook van dit jaar zijn er dus nog verzoeken in behandeling.
Meerjarige beleidsontwikkelingen In 2008 zijn er dd. 25 juni 2008 circa 1950 kwijtscheldingsverzoeken geautomatiseerd toegewezen. Criteria hiervoor zijn: Groep 1: 65+, AOW, zonder pensioen zonder overige bezittingen/vermogen Groep 2: Uitkeringsgerechtigd zonder overige bezittingen/vermogen
296
De verwachting is dat deze doelgroep voor 2009 niet substantieel zal veranderen. De recent op landelijk niveau aangekondigde mogelijkheid om op uitgebreide schaal geautomatiseerd kwijtschelding voor de minima toe te passen, zal vooralsnog geen effect hebben op de Leidse werkwijze; Leiden maakt reeds jaren gebruik van deze mogelijkheid. Wel zal in 2009 of in 2010 de toetsing van inkomen en vermogen ondersteund worden door op landelijke schaal bijgehouden gegevensverzamelingen. De consequenties hiervan zijn nog niet te overzien. In 2008 zijn meer kwijtscheldingsverzoeken afgewezen dan in vorige jaren. Dit wordt veroorzaakt door wijzigingen in de wetgeving die betrekking hebben op de berekening van de betalingscapaciteit. Omdat dit ook geldt voor 2009 en verder is de raming van het aantal afgewezen kwijtscheldingsverzoeken gesteld op 1230. Waarschijnlijk wordt in belastingjaar 2009 kwijtschelding mogelijk voor kleine zelfstandigen waardoor het aantal kwijtscheldingverzoeken zal toenemen. Naar schatting zullen dit circa 100 verzoeken zijn. Op dit moment worden met SLS wonen en de huurdersvereniging gesprekken gevoerd over de wijze van oplegging van de aanslagen rioolheffing en afvalstoffenheffing. Dit kan gevolgen hebben voor de kwijtschelding. Omdat de uitkomst van deze gesprekken niet bekend is, wordt hiermee in de begroting 2009 geen rekening gehouden. Landelijke ontwikkelingen Op dit moment is niet bekend of er wijzigingen in de methodiek van het heffen van belastingen worden doorgevoerd die consequenties kunnen hebben voor het aantal en de hoogte van de verleende kwijtscheldingen.
Budgettaire ontwikkelingen Leidse ontwikkelingen In het kader van de vergroening van de milieuheffingen vindt een verschuiving plaats van de onroerendezaakbelastingen naar de afvalstoffenheffing. Hierdoor zal het totale kwijt te schelden bedrag met € 65.000 toenemen. Dit wordt veroorzaakt doordat gebruikers van woningen eerder in aanmerking voor kwijtschelding komen dan de eigenaren van woningen. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing
297
298
Algemene dekkingsmiddelen 1
299
Product 330.01 Deelnemingen nutsbedrijven Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 368 368 368 -8.210 -5.700 -5.700 -7.842 -5.332 -5.332
Meerjarenbeeld 2010 2011 368 368 -5.700 -5.700 -5.332 -5.332
2012 368 -5.700 -5.332
Productomschrijving Als aandeelhouder vanuit een publiekrechtelijke verantwoordelijkheid mede invloed uitoefenen op het beleid van nutsbedrijven te weten; Nuon en DZH.
Prestaties Vertegenwoordiging in de AVA en andere relevante overlegstructuren ter beïnvloeding van het beleid in het belang van de gemeente resp. het algemeen belang. In overleg met de oud-EWR-gemeente levert de gemeente Leiden met ingang van de nieuwe raadsperiode de vertegenwoordiger namens die gemeenten in het grootaandeelhoudersoverleg van Nuon.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De liberalisering van de energiemarkt is mede ingegeven door beleid op europees niveau in combinatie met het rijksbeleid gericht op een terugtredende overheid in deze sector. Met de liberalisering met ingang van 1 juli 2004 is de ‘automatische’ koppeling tussen de inwoners van Leiden en afnemers bij Nuon verdwenen. Inwoners zijn vrij om hun energievraag bij andere leveranciers onder te brengen. e Inmiddels is ook de splitsingswet met een ruime meerderheid door de 2 kamer aanvaard en na enig e oponthoud door de 1 kamer alsnog door de minister ‘geslagen’. De splitsingwet heeft geleid tot de opdeling van de energiebedrijven in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf per . Nuon heeft met ingang van 1 juli 2008 het bedrijf organisatorisch gesplitst in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf. Vanaf die datum functioneren beide ondernemingen operationeel zelfstandig onder een financiële holding en onder een gezamenlijke Raad van Bestuur. Nuon richt zich de komende jaren op vinden van een strategische partner die actief is in Noordwest Europa.
Budgettaire ontwikkelingen Het relatieve aandeel per 31 december 2004 bedraagt 2,2711%. De dividenduitkeringen van Nuon vertonen een opgaande lijn. De resultaten over het eerste halfjaar 2008 bevestigen die ontwikkeling. In het eerste halfjaar 2008 is een winst gerealiseerd van € 687 mln. Nuon Winst x € 1 mln. Dividendpercentage Relatief aandeel Dividend x € 1.000,--
2006 416 45% 2,2711% 7.313
2007 982 45% 2,2711% 8.210
2008 502 45% 2,2711% 5.700
300
2009 502 45% 2,2711% 5.700
2010 502 45% 2,2711% 5.700
2011 502 45% 2,2711% 5.700
2012 502 45% 2,2711% 5.700
Product 913.01 Deelnemingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 35 36 35 -3.741 -527 -1.775 -3.705 -491 -1.740
Meerjarenbeeld 2010 2011 35 35 -527 -527 -492 -492
2012 35 -527 -492
Productomschrijving Als aandeelhouder vanuit een publiekrechtelijke verantwoordelijkheid mede invloed uitoefenen op het beleid van overige deelnemingen. Meerjarige beleidsontwikkelingen De deelneming in de Bank Nederlandse Gemeenten is historisch bepaald. De BNG is ontstaan als een inkoopcombinatie van gemeenten en provincies voor bancaire producten en diensten. Deze inkoopfunctie heeft de bank nog altijd. De dienstverlening beperkt zich echter niet tot het lokaal bestuur maar richt zich op een breder publiek belang. Ook woningcorporaties, nutsbedrijven en zorginstellingen profiteren van de voordelen als gevolg van de uitstekende rating (triple A) en de omvangrijke volumes van de BNG.
Budgettaire ontwikkelingen Op 25 augustus 2006 is door de ‘Bijzondere Algemene Vergadering van Aandeelhouders’, ingestemd met de uitgangspunten van het meerjarig beleid inzake de gewenste kapitalisatie en het dividend. Dit beleid stelt de BNG in staat om onder voorwaarde van behoud van de huidige rating mogelijk ook in de toekomst extra uitkeringen ten laste van de reserves te doen. De BNG heeft aangegeven dat het vastgestelde kapitalisatiebeleid naar de inzichten van dat moment en binnen de gestelde voorwaarden ruimte laat voor extra uitkeringen in 2007 en in 2009 van € 3.121.861 resp. € 1.248.000. De extra uitkering in 2007 is inmiddels geëffectueerd. De eventuele extra uitkering in 2009 is in de begroting 2009 opgenomen met daartegenover een storting in de reserve investeringsfonds Holland Rijnland. In raadsbesluit 06.0173 betreffende het investeringsfonds Holland Rijnland is immers besloten de dividendopbrengsten van de BNG hoger dan in het meerjarenbeeld geraamd te storten in de reserve investeringsfonds Holland Rijnland. Om die reden wordt nu ook geen bijstelling van het meerjarenbeeld aangeboden.
301
Product 914.01 Geldleningen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 2.876 2.940 3.088 -5.136 -3.434 -3.439 -2.261 -494 -351
Meerjarenbeeld 2010 2011 3.238 3.388 -3.439 -3.439 -201 -51
2012 3.388 -3.439 -51
Productomschrijving De financieringslasten en renterisico’s welke samenhangen met de uitvoering van de gemeentelijke taken te minimaliseren. De kaders voor de uitvoering van deze taak zijn geregeld in het treasurystatuut zoals vastgesteld bij raadsbesluit 01.0111 van 13 november 2001.
Prestaties • Het op doelmatige wijze aantrekken van de noodzakelijke geldmiddelen voor de financiering van de gemeentelijke activiteiten en het optimaal beleggen van overtollige middelen en daarbij de renterisico’s te verminderen. • In de dagelijkse financieringsbehoefte te voorzien door het opnemen van daggeld resp. aanwending van rekening-courantfaciliteit bij financiële instellingen. • De rentelasten van de gemeente als geheel zoveel mogelijk toe te rekenen aan de producten aan de hand van het omslagpercentage en de waarde van de vaste activa per 1 januari van het boekjaar. Het omslagpercentage wordt gebaseerd op gemiddelde rente van huidige langlopende leningenportefeuille. • Het onderhouden van contacten met externe relaties ten behoeve van rekeningcourantarrangementen en ontwikkelingen in het betalingsverkeer alsmede ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt. • Het beheren van de rekeningenstructuur, de rekening-courantverhouding met de interne organisatieonderdelen en derden en de leningenportefeuille opgenomen geldleningen. • Het bevorderen van een effectief geldstromen- en werkkapitaalbeheer.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De financieringslasten worden toegerekend aan de producten op basis van de investeringen per 1 januari van het begrotingsjaar tegen omslagrente. Doelstelling is om de omslagrente te baseren op dat deel van de externe leningenportefeuille dat is aangetrokken ten behoeve van de lange termijn financiering van de gemeentelijke investeringen. Met ingang van 2006 is de omslagrente verlaagd van 5,5% naar 4,5%. De verwachting is dat de omslagrente in de komende jaren op dit niveau zal blijven.
Budgettaire ontwikkelingen Ontwikkelingen inzake de renteverwachting en financieringsrisicos’s komen aan de orde in de financieringsparagraaf. Op dit product wordt het financieringsresultaat zichtbaar gemaakt. Onder het financieringsresultaat wordt verstaan: het saldo van betaalde rente minus de doorberekende rente. In onderstaande tabel is gecomprimeerd weergegeven hoe dat saldo ontstaat. De ontwikkelingen geven geen aanleiding het structurele beeld bij te stellen. Op grond van de rapportage 2008 wordt wel een fors voordeel verwacht maar deze is van incidentele aard. Financieringsresultaat Rente geldleningen Rente eigen reserves en voorzieningen Rente daggeld en rekening courant Totaal rentelasten Doorberekende rente aan investeringen Voordelig saldo t.g.v. de exploitatie
2006 2007 2008 2009 Omslag 4,5% Omslag 4,5% Omslag 4,5% Omslag 4,5% 8.504 7.592 7.809 7.959 12.138 12,742 12.167 12.167 450 314 1.041 1.034 21.092 20,648 21.017 21.160 -22.380 -22.836 -21.511 -21.511 -1.288 -2.188 -494 -351
302
Product 914.02 Beleggingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -4.454 -4.672 -4.672 -4.454 -4.672 -4.672
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -4.671 -4.647 -4.671 -4.647
2012 0 -4.647 -4.647
Productomschrijving Rente te besparen door het inzetten van de eigen reserves en voorzieningen voor de financiering van gemeentelijke activiteiten. Bespaarde rente is aangemerkt als algemeen dekkingsmiddel. Meerjarige beleidsontwikkelingen De reserves en voorzieningen van de gemeente worden ingezet voor de totale financieringsbehoefte. De bespaarde rente over deze vermogensbestanddelen wordt berekend aan de hand van omslagrente en aangemerkt als algemene inkomsten. De bespaarde rente op onderwijsreserves wordt op de desbetreffende beleidsproducten zichtbaar gemaakt maar is niettemin aangemerkt als algemeen dekkingsmiddel. De reserves van DZB, Da Vinci College en de reserves inzake het vermogensbeheer van de grondexploitatie (zie raadsbesluit 05.0052) worden in afwijking van de algemene gedragslijn niet als algemeen financieringsmiddel ingezet en dus niet betrokken in de bepaling van de bespaarde rente op dit product. Tenslotte wordt m.i.v. 2005 over de omvang van de algemene GSB-reserve een rente vergoed gelijk aan de inflatie. Het inflatiepercentage is gelijk aan het consumentenprijsindexcijfer over het voorafgaande jaar.
Budgettaire ontwikkelingen Het resultaat beleggingen wordt onder andere gebaseerd op de meerjarige ontwikkeling van de reserves en voorzieningen zoals die voor de begroting in beeld worden gebracht. Op grond van ervaringen uit het verleden wordt de raming van de bespaarde rente vervolgens bepaald waarbij rekening is gehouden met een hogere omvang van de reserves en voorzieningen dan het meerjarenbeeld op dit punt laat zien. De tussentijdse resultaten in 2008 geven geen aanleiding om het bestaande meerjarenbeeld bij te stellen.
303
Product 921.01 Algemene uitkering gemeentefonds Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten saldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 638 298 -132.637 -136.473 -143.361 -132.637 -135.834 -143.063
Meerjarenbeeld 2010 2011 319 305 -142.681 -143.624 -142.362 -143.319
2012 305 -144.229 -143.924
Productomschrijving Jaarlijks ontvangt elke gemeente volgens een bepaald verdeelstelsel een uitkering uit het Gemeentefonds. De uitkering is bestemd voor de bekostiging van autonome taken van de gemeente, taken die veelal dicht bij de burger liggen. Het verdeelstelsel is opgenomen in de Financiële-verhoudingswet en is gebaseerd op twee uitgangspunten. Het moet rekening houden met onderlinge verschillen in de kosten waar de gemeenten voor staan en met de draagkracht van de gemeenten (de belastingcapaciteit). Karakteristiek voor de algemene uitkering is dat elke gemeente in principe vrij is in het besteden van haar aandeel. De omvang van de algemene uitkering is voor de gemeenten een gegeven, maar de gemeente kan zelf bepalen aan welke voorzieningen zij haar geld bij voorkeur besteedt (eigen prioriteitenstelling). De groei van het Gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de rijksuitgaven (de netto gecorrigeerde rijksuitgaven). Eenvoudig gezegd: als het Rijk meer uitgeeft, profiteert het Gemeentefonds daarvan en andersom Prestaties Meerjarige beleidsontwikkelingen De meicirculaire bevat een groot aantal wijzigingen. Naast een aantal kleinere taakmutaties worden er een drietal grotere taakmutaties doorgevoerd. • Armoedebestrijding: maatschappelijke participatie kinderen • Decentralisatie langdurigheidtoeslag Wet Werk en Bijstand • Overhevelen WOZ-kostenregeling Versnelde afloop suppletie-uitkering afschaffing OZB gebruikers woningen. De belangrijkste negatieve ontwikkeling is de versnelde afbouw van de suppletie-uitkering afschaffing OZB gebruikers woningen. Met ingang van 2006 is de OZB gebruikers woningen afgeschaft. Ter compensatie ontvangt de gemeente Leiden een suppletie-uitkering. Deze suppletie-uitkering is bedoeld om geleidelijke herinvoering van de rioolrechten en afvalstoffenheffing mogelijk te maken. De suppletie-uitkering neemt in gelijke mate af met de groei van het reële accres in de algemene uitkering. De reële groei van het gemeentefonds is in de meicirculaire groter dan in de junicirculaire van 2007. Voor Leiden vertaalt deze hogere reële groei in de meicirculaire zich dus in een lagere suppletieuitkering. De reële groei in de septembercirculaire is niet van invloed op de hoogte van de suppletieuitkering. De suppletie-uitkering wordt in de meicirculaire vastgesteld, latere wijzigingen in het accres hebben geen invloed meer op de suppletie-uitkering.
Budgettaire ontwikkelingen Overzicht verloop algemene uitkering 2009 – 2012. De algemene uitkering komt voor 2009 bruto € 5,2 miljoen hoger uit dan begroot ten opzichte de meerjarenbegroting van 2008 – 2011. De meerjarige ontwikkeling is in tabel 1 weergeven. Ook voor 2010 t/m 2012 komt de algemene uitkering hoger uit ten opzichte van de raming 2008 – 2011.
304
Na verrekening van de taakmutaties en de prijscompensatie ziet het netto resultaat voor de komende jaren er als volgt uit: 2009 6.155 5.418 737 V
Netto ontwikkeling algemene uitkering Prijscompensatie Netto ontwikkeling
2010 6.929 5.418
2011 6.159 5.418
2012 6.763 5.418
1.511 V
741 V
1.345 V
Het voordeel ontstaat voornamelijk door een hogere groei van het gemeentefonds in 2008. Tabel 1: Ontwikkeling algemene uitkering: Begroting 2008 -2011 Meicirculaire 2008 Verschil 1. Taakmutaties 2. Hoeveelheidsverschillen 3. Ontwikkeling WOZ waarde 4. Ontwikkeling uitkeringsfactor 5. Suppletie-uitkering 6. WMO 7. Decentralisatie uitkeringen 8. Behoedzaamheidsreserve Totaal
MJB 2009 136.452 143.976 7.524
MJB 2010 135.333 142.809 7.476
MJB 2011 137.047 143.603 6.556
-/- = nadeel MJB 2012 137.047 144.177 7.130
1.168 -54 -1.040 7.890 -657 -53 253 16 7.523
547 -552 -741 8.671 -657 -53 253 8 7.476
398 -1.760 -633 8.685 -249 -53 170 -1 6.557
367 -1.411 -1.121 9.242 -45 -53 150 1 7.130
6.156 5.418 738
6.729 5.418 1.311
6.041 5.418 623
6.666 5.418 1.248
415 -252 424 -27 138 42 70
0 -459 424 -27 138 42 70
0 -614 424 -27 138 42 70
0 -644 424 -27 138 42 70
27 -5 2 3 -71 -51 455 1.168
27 -5 2 3 -71 -51 455 547
27 -5 2 3 -71 -51 455 391
27 -5 2 3 -71 -51 455 362
150 83 20 253
150 83 20 253
150 0 20 170
150 0 0 150
Netto ontwikkeling algemene uitkering Prijscompensatie Netto ontwikkeling 1. Taakmutaties Armoedebestrijding: maatschappelijke participatie kinderen Ketensamenwerking werk en inkomen Decentralisatie langdurigheidtoeslag Maatstaf Uitkeringsontvangers wsw-ers Maatschappelijke stages Anti-discriminatievoorzieningen Kinderopvang inburgeraars Versterking kwaliteit en toezicht kinderopvang Ingroeiregeling OnderwijsHuisVesting Huisverbod bij huiselijk geweld EG verordening PRTR Dijkstal II Vermindering bestuurslasten Overhevelen WOZ-kostenregeling Totaal 7. Decentralisatie uitkeringen Beeldende kunst en vormgeving Aanpak kindermishandeling Homo-emancipatiebeleid Totaal
305
Toelichting mutaties MJB 2009 MJB 2010 MJB 2011 MJB 2012 Armoedebestrijding: maatschappelijke participatie kinderen 415 0 0 0 Het kabinet streeft ernaar het aantal kinderen dat maatschappelijk niet meedoet om redenen van armoede deze kabinetsperiode met de helft te doen afnemen. Daartoe wordt in 2008 en 2009 jaarlijks € 40 miljoen aan de algemene uitkering van het gemeentefonds toegevoegd. De verdeling vindt plaats met de maatstaven huishoudens laag inkomen (drempel) en bijstandontvangers. Tussen SZW en gemeenten die de ambitie delen worden convenanten gesloten over de inzet van gemeenten en het kabinet. Voor alle duidelijkheid: dit laat onverlet dat de toevoeging van € 40 miljoen algemeen wordt verdeeld, via de bovengenoemde maatstaven in het cluster Werk en Inkomen. Het geld is niet geoormerkt. Het bedrag van de taakmutatie is toegevoegd aan programma 10 werk en inkomen Ketensamenwerking werk en inkomen -252 -459 -614 -644 In het Coalitieakkoord benadrukt het kabinet het belang om de effectiviteit en inrichting van de keten (samenwerking werk en inkomen) te verbeteren om op die manier meer mensen aan het werk te krijgen. Van CWI, UWV en gemeenten wordt verwacht dat zij hun werkzaamheden op elkaar afstemmen om zo kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening en re-integratie te verbeteren. Daartoe worden op lokaal niveau arbeidsmarktbeleid en re-integratie samengebracht in één loket, aldus het Coalitieakkoord. Met de invulling hiervan dient een ombuiging vanaf 2008, oplopend tot 190 miljoen structureel vanaf 2012, te worden gerealiseerd. In de taakstelling is opgenomen, dat eenderde (€ 63 miljoen) door de gemeenten wordt opgebracht. Het gaat hier om besparingen die optreden in de uitvoeringskosten. De taakstelling wordt gerealiseerd door een structurele uitname uit het gemeentefonds. De structurele besparing van € 63 miljoen moet zijn gerealiseerd in 2012. In de tussenliggende jaren (2009-2012) zal een geleidelijke uitname plaatsvinden. De uitname zal ten laste van het cluster Werk en Inkomen plaatsvinden. Decentralisatie langdurigheidtoeslag 424 424 424 424 Het kabinet is met de VNG overeengekomen de langdurigheidstoeslag te decentraliseren. Het kabinet beoogt de decentralisatie per 1 januari 2009 in werking te laten treden. Op dit moment wordt de langdurigheidstoeslag via de specifieke uitkering voor de WWB gefinancierd (I-deel WWB). Er is daarbinnen geen apart budget voor de langdurigheidstoeslag. De omvang van de overheveling naar het gemeentefonds is daarom bepaald op basis van de laatst bekende realisatiecijfers (gemeentelijke uitgaven) gecorrigeerd voor de volumeontwikkeling van de huidige doelgroep (WWB en Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). Het gaat om een bedrag van € 40 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan het cluster Werk en Inkomen en verdeeld op basis van de verdeelmaatstaven huishoudens laag inkomen (drempel) en bijstandontvangers. Maatstaf Uitkeringsontvangers wsw-ers -27 -27 -27 -27 Met ingang van 2009 zal een kleine wijziging in de definitie van de maatstaf uitkeringsontvangers plaatsvinden op het onderdeel wsw-ers. Door deze wijziging stijgt het aantal uitkeringsontvangers met ongeveer 25.000. Besloten is het bedrag per eenheid zodanig te verlagen dat het beslag van de maatstaf uitkeringsontvangers gelijk blijft. De herverdeeleffecten zijn van marginale betekenis. Maatschappelijke stages 138 138 138 138 De ministeries van OCW en VWS en de VNG hebben op 21 december 2007 een convenant gesloten over de (verdere) ontwikkeling van een makelaarsfunctie ten behoeve van maatschappelijke stages en de stimulering van vrijwilligerswerk. Daartoe zal in 2008 een bedrag van € 4,7 miljoen aan het gemeentefonds worden toegevoegd, oplopend naar € 15 miljoen in 2011. De helft van het bedrag wordt verdeeld via de maatstaf inwoners, de andere helft via de maatstaf leerlingen Voortgezet Onderwijs.
306
MJB 2009 MJB 2010 MJB 2011 MJB 2012 Anti-discriminatievoorzieningen 42 42 42 42 De middelen voor anti-discriminatievoorzieningen worden voor 2008 nog beschikbaar gesteld via een zogenoemde integratie-uitkering binnen het gemeentefonds. De omvang van de integratie-uitkering voor uw gemeente vindt u in bijlage 4 (pagina 59 ev). Het voornemen in het kader van het wetsvoorstel ‘Gemeentelijke anti-discriminatievoorzieningen’ is om met ingang van 2009 de middelen via de maatstaf Inwoners te verdelen over alle gemeenten via de algemene uitkering van het gemeentefonds. Het beschikbare bedrag wordt daarbij verhoogd tot € 6 miljoen. Kinderopvang inburgeraars 70 70 70 70 In 2007 is de Wet inburgering ingevoerd en sindsdien kunnen inburgeringsplichtigen die een inburgeringtraject van hun gemeente krijgen aangeboden, via hun gemeente aanspraak maken op een tegemoetkoming. Voor de kosten van kinderopvang voor 2007 was nog geen bedrag toegevoegd. In 2008 wordt voor de jaren 2007 en 2008 gezamenlijk € 15,4 miljoen aan het gemeentefonds toegevoegd. Vanaf 2009 zal er structureel € 7,7 miljoen worden toegevoegd. De verdeling vindt plaats via de maatstaf minderheden. Versterking kwaliteit en toezicht 27 27 27 27 kinderopvang Vanwege de gevolgen voor het eerste lijnstoezicht op de kwaliteit van de kinderopvang, de uitbreiding van het aantal locaties in de kinderopvang en de noodzaak van een strikter toezicht op de gastouderopvang zal het kabinet vanaf 2008 structureel € 3 miljoen aan het gemeentefonds toevoegen. De verdeling vindt plaats via de maatstaven inwoners, bijstandsontvangers en minderheden. Dijkstal II -71 -71 -71 -71 Naar aanleiding van de eerste twee adviezen van de commissie Dijkstal is voorgesteld het ministerssalaris met 30% te verhogen en de salarissen van de andere ambtsdragers procentueel aan dit salaris te koppelen. Er ontstaat dan voor alle politieke ambtsdragers één beloningsstructuur. Met de invoering van de beloningsstructuur gaan ook de salarissen van de gemeentelijke ambtsdragers omhoog. Om die reden is met ingang van 2008, op basis van een berekening met 2006 als basisjaar, een structurele reeks van € 18, 7 miljoen aan de begroting van het gemeentefonds toegevoegd. Op basis van het Coalitieakkoord is nu voorgesteld het ministerssalaris met ingang van 2008 met 10% te verhogen en een commissie van wijzen over de fasering van de verdere verhoging tot 130% te laten beslissen. Dit voorstel moet nog worden behandeld in de Tweede Kamer. Indien het wetsvoorstel wordt aanvaard, is in 2008 nog niet het volledige bedrag van € 18,7 miljoen nodig, maar € 9,1 miljoen. Vermindering bestuurslasten -51 -51 -51 -51 Bij de besluitvorming in augustus 2007 over de begroting 2008 is door het kabinet besloten tot een taakstellende vermindering van de bestuurskosten met ingang van 2011. Met ingang van 2009 wordt het gemeentefonds verlaagd met structureel € 11,2 miljoen in verband met de ontstane efficiencywinst als gevolg van het invoeren van Single Information en Single Audit (SiSa). Overhevelen WOZ-kostenregeling 455 455 455 455 De verantwoordelijkheid voor de waardering van onroerende zaken is opgedragen aan de gemeenten. De waarderingskosten worden gedragen door de drie overheden, te weten het Rijk (Belastingdienst), de gemeenten en de waterschappen. De uitvoeringskosten die nu nog via de specifieke uitkering “kostenverrekening en gegevensuitwisseling Wet waardering onroerende zaken” worden gefinancierd worden met ingang van 2009 overgeheveld naar het gemeentefonds. In totaal wordt in 2009 (exclusief BTW) € 73.539.562 toegevoegd aan de algemene uitkering van het gemeentefonds. In de meicirculaire van 2009 wordt hier de indexatie voor 2009 aan toegevoegd. De verdeling vindt plaats met de maatstaven woonruimten, bedrijfsvestigingen, oppervlakte land en het vaste bedrag. 2. Hoeveelheidsverschillen -54 -552 -1.760 -1.411 Daling van het aantal inwoners en een stagnerende woningbouwproductie leiden tot een negatieve ontwikkeling van de algemene uitkering ten opzichte van de raming 2008 – 2011
307
MJB 2009 MJB 2010 MJB 2011 MJB 2012 3. Ontwikkeling WOZ -1.040 -741 -633 -1.121 Stijging van de WOZ waarde leidt tot een hogere korting op de algemene uitkering. Effect wordt deels ongedaan gemaakt door een stijging van de uitkeringsfactor 4. Ontwikkeling uitkeringsfactor 7.890 8.671 Stijging van het accres leidt tot een hogere groei van de algemene uitkering. 5. Suppletie-uitkering
9.242
-657
-657
-249
-45
6.060 5.403 -657
6.060 5.403 -657
5.652 5.403 -249
5.426 5.380 -45
-2.141
-2.141
-2.141
-2.163
Begroting 2008 - 2011 Meicirculaire 2008 Ontwikkeling t.o.v. begroting 2008 - 2011 Absolute ontwikkeling t.o.v. 2008
8.685
6. WMO -53 -53 -53 De nominale index 2009 bedraagt 3,67% en de reële index 2009 2,39%. Deze percentages zijn conform het advies van het SCP van april 2008 en reeds in het netto bedrag HV verwerkt. De nominale indexatie van de overige budgetten volgt in september 2008
-53
Toevoeging ADL-aanpassingen De subsidieparagraaf Aanpassingen voor de ADL-clusters wordt vanaf 1-1-2009 niet langer door het CVZ uitgevoerd. Een bedrag van ad. € 3 miljoen wordt toegevoegd aan het Wmo-budget. In 2009 worden de middelen alleen toegevoegd aan het budget van gemeenten waar zich een ADL-cluster bevindt. Vanaf 2010 worden de middelen objectief verdeeld over alle gemeenten Uitname Volledig pakket thuis In de komende septembercirculaire worden de gemeenten nader geïnformeerd over een uitname uit het gemeentefonds vanaf 2009 uit hoofde van introductie van het Volledig pakket thuis. In het budget 2009 is voorlopig een uitname verwerkt van € 35,1 miljoen. Na invoering van het Volledig pakket thuis zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor de hulp bij het huishouden voor deze groep. De zorg en de financiering loopt dan via de AWBZ. Uitname € 30 miljoen In overleg met de VNG heeft het kabinet besloten het Wmo-budget voor huishoudelijke hulp in 2009 met € 30 miljoen te verlagen. De budgetten WMO bedragen voor Leiden voor 2008 en 2009: 2008 € 9.581.054 (was € 9.643.188 in de septembercirculaire 2007) 2009 € 9.590.400 (inclusief indexering van 2008 naar 2009 van 3,67%) (budget 2009 opgenomen in programma 9 Welzijn en Zorg € 9.577.000) 7. Decentralisatie uitkeringen 253 253 170 150 1. Beeldende kunstenaars Met ingang van 2009 wordt de Regeling Cultuurbereik 2005-2008 beëindigd. Onderdeel van deze regeling is de beeldende kunst en vormgeving, op basis waarvan gelden aan bepaalde gemeenten werden verstrekt. Per 1 januari 2009 zullen de gemeenten > 90.000 inwoners (peildatum 1 januari 2007) en de provinciehoofdsteden een decentralisatie-uitkering beeldende kunst en vormgeving in het gemeentefonds ontvangen. De decentralisatie-uitkering geldt als aanvulling op de reguliere gelden die de 36 gemeenten uitgeven aan beeldende kunst en vormgeving. De jaarlijkse uitkering is voor 9 gemeenten gelijk aan die welke zij in 2005-2008 per jaar hebben ontvangen. Voor de overige 27 gemeenten wordt deze vastgesteld op een vast bedrag van € 150.000 per jaar. Zie de bijlage 6 (pagina 65 ev) voor het bedrag per gemeente. 2. Aanpak kindermishandeling De Minister voor Jeugd en Gezin heeft aangegeven dat hij kindermishandeling wil tegengaan door onder meer de in de RAAK-regio’s beproefde aanpak te implementeren. (RAAK-aanpak = aanpak van
308
de Reflectie- en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling) Het doel van de integratie-uitkering Aanpak kindermishandeling is om de 35 centrumgemeenten in staat te stellen de zogenaamde RAAK-aanpak in hun regio in te voeren. De 35 centrumgemeenten ontvangen elk, gedurende de jaren 2008, 2009 en 2010 jaarlijks een bedrag van € 83.300,-- (voor de hele periode is dit € 250.000). In de bijlage 7 (pagina 67 ev) ziet u een lijst van de 35 centrumgemeenten. 3. Homo emancipatiebeleid De Minister van OCenW heeft overeenkomsten met 16 gemeenten gesloten over lesbisch- en homoemancipatiebeleid. Deze zogenaamde koploperovereenkomsten vloeien voort uit de nota ‘Gewoon homo zijn’, waarin het kabinet het lesbisch- en homo-emancipatiebeleid van 2008 tot en met 2011 uiteenzet. Per koplopergemeente is een bedrag van € 75.000 beschikbaar voor de periode 2008 tot en met 2011. Het gaat om de steden: Arnhem, Amersfoort, Deventer, Enschede, Groningen, Lelystad, Leeuwarden, Maastricht, Nijmegen, Tilburg, Leiden en Zwolle. Zij ontvangen respectievelijk € 15.000 in 2008 en € 20.000 per jaar van 2009 t/m 2011. Voor de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag gaat het om een bedrag van € 50.000 per jaar voor de periode van 2008 tot en met 2011. MJB 2009 MJB 2010 MJB 2011 MJB 2012 8. Behoedzaamheidsreserve 16 8 -1 1 De inhouding voor de Behoedzaamheidsreserve bedraagt in totaal € 939.000. Door wijziging van de uitkeringsbasis wijzigt deze inhouding licht.
309
Product 921.05 Grotestedenbeleid Concernposten Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
P. (Pieter) van W oensel Strategie en Onderzoek Rekening Begroting 2007 2008 3.393 1.581 -21.930 -18.509 -18.537 -16.928
Begroting 2009 4.846 -19.825 -14.979
Meerjarenbeeld 2010 2011 -242 -144 -13.181 -13.181 -13.423 -13.325
2012 -144 -13.181 -13.325
Productomschrijving Leiden is één van de grote steden die van het Rijk in het kader van het Grotestedenbeleid middelen ontvangt om grootstedelijke fysieke, sociale en economische problemen op een eigen, interactieve en integrale wijze aan te pakken. Het doel daarbij is de vitaliteit van de steden te vergroten en de potenties te benutten om complexe problemen aan te pakken. Dit is de kern van het Grotestedenbeleid. De wijze waarop Leiden dit vorm geeft, is beschreven in het Meerjarenontwikkelingsprogramma (MOP). Op basis van dit MOP heeft de gemeente Leiden een convenant met het Rijk afgesloten en Leiden is eraan gehouden de afgesproken resultaten ook te behalen.
Prestaties De prestaties voor het MOP staan niet langer beschreven in separate GSB-boekwerken, maar zijn integraal opgenomen in de programmabegroting en - rekening. In de productbladen wordt (voor zover van toepassing) melding gemaakt van GSB-indicatoren en GSB-budget.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Voor de meerjarige beleidsontwikkelingen GSB tot en met 2009 wordt verwezen naar het MOP, dat door de Raad is vastgesteld. In het uitvoeringsprogramma GSB 2005 wordt de aansluiting gemaakt met het Collegeprogramma 2002-2006 en het vorige werkplan College “Evenwicht en ambities”. De Rijksbijdragen zijn in de derde convenantsperiode gevat in 3 Brede doeluitkeringen (BDU’s), nl. de fysieke pijler, de economische pijler en sociale pijler (inclusief veiligheid). In totaal draagt het Rijk € 83,6 mln. bij aan de vastgestelde speerpunten. In de sociale pijler betreft het in de meeste gevallen echter bestaande Rijksbijdragen (Maatschappelijke Opvang, Voortijdig SchoolVerlaten, Wet Educatie en Beroepsonderwijs, etc.). Het college is gehouden aan het afgesloten convenant inclusief de meerjarige gemeentelijke bijdragen. Bezuinigingen om een nieuw collegeprogramma te financieren mogen niet ten laste gaan van deze gemeentelijke bijdragen, omdat het Rijk dan haar subsidie zal heroverwegen en terugvorderen.
Budgettaire ontwikkelingen Het Rijk bevoorschot de gemeente jaarlijks met een deel van het budget over de totale GSB-periode 2005-2009. Dit kan soms gevolgen hebben voor de fasering van projecten. 1. De GSB-middelen komen centraal binnen en worden toegevoegd aan de programma’s van de programmabegroting. Afhankelijk van het soort besteding wordt dit direct of bij begrotingswijziging aan het budget toegevoegd. 2. Niet gebruikte BDU-gelden worden gereserveerd in de voorziening GSB-III. 3. Eind 2005 heeft het Rijk duidelijk gemaakt dat er geen budget van de ontvangen Rijksmiddelen gebruikt mag worden voor algemene overhead (= gemeentelijke bijdrage).
Investeringsplan Investeringen voor het Grotestedenbeleid vinden plaats op de beleidsinhoudelijke productenramingen.
310
Product 922.01 Onvoorzien Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 147 224 -6 0 0 -6 147 224
Meerjarenbeeld 2010 2011 255 229 0 0 255 229
2012 182 0 182
Productomschrijving De post onvoorzien wordt ingezet voor uitgaven die als onuitstelbaar en onvermijdbaar worden aangemerkt en waarvoor in de begroting verder geen raming is opgenomen. Indien de uitgave een structureel karakter heeft dan worden de meerjarige consequenties als autonome ontwikkeling in de volgende begroting verwerkt.
311
Product 931.01 Baten OZB – gebruikers Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -9.321 -9.928 -10.081 -9.321 -9.928 -10.081
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -10.207 -10.413 -10.207 -10.413
2012 0 -10.557 -10.557
Productomschrijving Het weergeven van de te verwachten algemene inkomsten die worden verkregen door de heffing onroerende-zaakbelastingen gebruikers.
Prestaties (peildatum 1 juli 2008) Prijspeil Aantal niet-woningen Aantal niet-woningen aangeslagen
Realisatie 2007 2005 4.566 4.496
Begroting 2008 2007 4.959 -
Begroting 2009 2008 4.600 4.600
Conform wetgeving zal vanaf 28 februari 2009 gebruik kunnen worden gemaakt van nieuwe taxatiewaarden.
Meerjarige beleidsontwikkelingen De Tweede Kamer heeft aangedrongen om te komen tot de vrijstelling voor ondergrondse en bovengrondse infrastructuur van nutsbedrijven en netbeheerders op precario. In het overleg met de Kamer is voorgesteld dat de compensatie voor de te derven inkomsten van gemeenten ligt in de OZBgrondslag. Het streven is de wetswijziging per 1 januari 2010 in te laten gaan. De voorbereiding van de wetgeving en de parlementaire behandeling zijn naar inschatting niet voor 2009 af te ronden.
Budgettaire ontwikkelingen bedragen x € 1.000,Opbrengsten gebruikers o.g.v. primitieve begroting (MJB 2009-2011) Indexering 4,6% niet-woningen wijziging verdeling areaalontwikkeling
2008 9.928
2009 10.092
2010 10.462
2011 10.681
2012 10.681
457 -422 -46
457 -422 -290
457 -422 -303
457 -422 -159
In het meerjarenbeeld 2009-2011, opgenomen in de begroting 2008, was de splitsing tussen eigenaren en gebruikers niet volledig correct. Met ingang van deze begroting is de verdeling tussen de beide categorieën realistischer geraamd. De begrote baten zijn verder aangepast aan de areaalontwikkeling (neerwaartse bijstelling) en de vastgestelde indexering.
Investeringsplan Niet van toepassing.
312
Product 932.01 Baten OZB – eigenaren Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -29.058 -28.880 -30.138
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -30.459 -30.848
2012 0 -31.081
Productomschrijving Het weergeven van de te verwachten algemene inkomsten die worden verkregen door de heffing onroerende-zaakbelastingen eigenaren.
Prestaties Prestatie indicatoren Prijspeil Aantal woningen Aantal woningen aangeslagen Aantal niet-woningen Aantal niet-woningen aangeslagen
Realisatie 2007 2005 53.976 53.868 4.872 4.736
Begroting 2008 2007 54.011 4.959 -
Begroting 2009 2008 54.250 54.100 5.000 4.800
De trendmatige verhoging in 2009 van de opbrengst van de onroerende zaakbelastingen op woningen (afgerond € 895.000) wordt overgeheveld naar opbrengst afvalstoffenheffing.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Onderzocht zal worden of het mogelijk is de jaarlijkse trendmatige verhoging van de opbrengst van de onroerende zaakbelasting voor woningen te vertalen in een verhoging van de afvalstoffenheffing. De Tweede Kamer heeft aangedrongen om te komen tot de vrijstelling voor ondergrondse en bovengrondse infrastructuur van nutsbedrijven en netbeheerders op precario. In het overleg met de Kamer is voorgesteld dat de compensatie voor de te derven inkomsten van gemeenten ligt in de OZBgrondslag. Het streven is de wetswijziging per 1 januari 2010 in te laten gaan. De voorbereiding van de wetgeving en de parlementaire behandeling zijn naar inschatting niet voor 2009 af te ronden.
Budgettaire ontwikkelingen bedragen x € 1.000,Opbrengsten eigenaren o.g.v. primitieve begroting (MJB 2009-2011) indexering 4,6% (woningen en niet-woningen) overheveling indexering 2009 (woningen) wijziging verdeling areaalontwikkeling
2008 28.880
2009 29.283
2010 30.146
2011 30.150
2012 30.150
1.328 -895 422 0
1.328 -895 422 -542
1.328 -895 422 -157
1.328 -895 422 76
In het meerjarenbeeld 2009-2011, opgenomen in de begroting 2008, was de splitsing tussen eigenaren en gebruikers niet volledig correct. Met ingang van deze begroting is de verdeling tussen de beide categorieën realistischer geraamd. De begrote baten zijn verder aangepast aan de areaalontwikkeling (neerwaartse bijstelling in 2010 en 2011) en de vastgestelde indexering.
Investeringsplan Niet van toepassing.
313
Product 936.01 Baten toeristenbelasting Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -331 -436 -399 -331 -436 -399
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -419 -438 -419 -438
2012 0 -438 -438
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder Algemene dekkingsmiddelen, deel 1. Het weergeven van de te verwachten inkomsten die worden verkregen door de heffing toeristenbelasting. De werkwijze is als volgt: In het lopende jaar worden voorlopige aanslagen opgelegd die is gebaseerd op de realisatie van het voorliggende jaar. Na afsluiting van het jaar worden definitieve aanslagen opgelegd.
Prestaties Prestatie indicatoren Aantal hotels/pensions/campings Aantal overnachtingen
Realisatie 2007 15*
Begroting 2008 15
Begroting 2009 15
179.922*
210.000
211.700
Tarief per persoon 1,85/0,50 1,85/0,50 1,85/0,50 *Dit is de stand waarbij van 3 belastingplichtigen de definitieve aangifte 2007 nog niet binnen is. Deze aanslagen worden in de loop van 2008 opgelegd. Het totale aantal overnachtingen zal voor 2007 maximaal 184.000 zijn.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Op basis van de Quickscan hotelmarkt Leiden zijn er 2 scenario’s ontwikkeld voor de uitbreiding van het aantal hotelovernachtingen in Leiden. Hier wordt het “gematigd scenario” (start scenario per 2008) gehanteerd. De huidige wijze van koppeling van subsidieverlening met de baten van deze heffing staat ter discussie.
Budgettaire ontwikkelingen Overnachtingen De baten dienen te worden bijgesteld aangezien de verwachtte stijging in capaciteit en daarmee de overnachtingen nog niet gerealiseerd is. De geschatte opbrengst van 2009 wordt als volgt vastgesteld: campingovernachtingen 1.700 x € 0,50 € 850 hotelovernachtingen 210.000 x € 1,85 € 388.500 € 389.350 Naar aanleiding van de voorlopige aanslagen 2008 die zijn opgelegd op basis van de definitieve aanslagen 2007 wordt het aantal overnachtingen naar beneden bijgesteld. Indexering De opbrengsten werden jaarlijks geïndexeerd. Dit terwijl op verzoek van de bedrijfstak de belastingtarieven telkens voor 3 jaar worden vastgesteld De begrote baten zullen voortaan aansluiten op de werkelijke tariefwijziging. Hierom wordt er in 2009 geen indexering toegepast. De tarieven zijn
314
in 2007 vastgesteld en gelden ook voor 2008 en 2009. De tariefwijziging vanaf 2010 zal verwerkt worden in de betreffende begroting.
Investeringsplan Niet van toepassing.
315
Product 939.01 Baten precariobelasting Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Backoffice Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 0 0 -7.118 -6.588 -7.091 -7.118 -6.588 -7.091
Meerjarenbeeld 2010 2011 0 0 -7.091 -7.091 -7.091 -7.091
2012 0 -7.091 -7.091
Productomschrijving Dit beleidsproduct valt onder programma Algemene dekkingsmiddelen deel 1. Het weergeven van de verwachte algemene inkomsten die worden verkregen door de heffing van precariobelasting. De inkomsten vallen uiteen in: inkomsten door de heffing precario buizen/leidingen/kabels (91,5% van de totale opbrengsten) inkomsten door de heffing overige precario-objecten (8,0%) inkomsten door de heffing precario motorbrandstoffen (0,5%). Deze belasting wordt achteraf het belastingjaar geheven. Dit betekent dat de in 2008 verkregen inkomsten grotendeels betrekking hebben op belastingjaar 2007.
Prestaties Prestatie indicatoren Heffing precario motorbrandstoffen - aantal liters brandstof heffing precario leidingen, kabels en buizen: - aantal kilometers heffing overige precarioobjecten
Realisatie 2007 4.153.357
Begroting 2008 3.081.000
Begroting 2009 3.081.000
1.759
1.760
1.760
6.526
6.000
6.000
Meerjarige beleidsontwikkelingen De Tweede Kamer heeft aangedrongen om te komen tot de vrijstelling voor ondergrondse en bovengrondse infrastructuur van nutsbedrijven en netbeheerders op precario. In het overleg met de Kamer is voorgesteld dat de compensatie voor de te derven inkomsten van gemeenten ligt in de OZBgrondslag. Het streven is de wetswijziging per 1 januari 2010 in te laten gaan. De voorbereiding van de wetgeving en de parlementaire behandeling zijn naar inschatting niet voor 2009 af te ronden.
Budgettaire ontwikkelingen Technische correctie begroting 2009 Er is in 2007 sprake van een aanzienlijke meeropbrengst van € 200.000. Dit wordt veroorzaakt doordat met name de precariobelasting op leidingen meer opbrengt. Dit is structureel van aard. Overig Betreft de trendmatige stijgingen van lonen en prijzen en kapitaallastenmutaties.
Investeringsplan Niet van toepassing.
316
Algemene dekkingsmiddelen 2
317
Product 922.05 Stelposten concern Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Concerndirectie Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 0 3.274 2.078 -1.188 -4.425 -3.198 -1.188 -1.151 -1.120
Meerjarenbeeld 2010 2011 1.004 -1.581 -2.982 -2.187 -1.978 -3.768
2012 -2.815 -3.181 -5.996
Productomschrijving In de begroting wordt gebruik gemaakt van stelposten. De stelposten aan de lastenkant zijn voorlopig in de begroting opgenomen in afwachting van nadere besluitvorming door de gemeenteraad. De bestedingsrichting staat vast, de prestaties en de wijze van uitvoering nog niet. De stelposten aan de batenkant hebben vaak een meer algemeen en taakstellend karakter. In enkele gevallen moet nog een nadere verdeling worden opgesteld naar de producten (en/of diensten).
Prestaties Stelposten dienen in de loop van het begrotingsjaar zoveel mogelijk te worden ingevuld.
Budgettaire ontwikkelingen De stelposten worden hierna stuk voor stuk toegelicht aan de hand van onderstaande tabel. Deze tabel is een specificatie gegeven van de absolute omvang van de stelposten in de periode 2009-2012. Nr. Omschrijving
1 2 3 4 5
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Begroting
LASTEN Indexatie salarissen Stelpost energie Inkoopscan CUP Stelpost kwaliteit openbare ruimte Efficiency verbetering processen sub-totaal lasten
Meerjarenbeeld
2009
2010
2011
2012
0 400 15 300 300 1.015
600 400 15 300
1.200 400 15 300
1.800 400 15 300
1.315
1.915
2.515
BATEN Stelpost kapitaallasten Stelpost inkoop Stelpost onttrekking voorziening BCF Stelpost telefonie Stelpost financiële functies Stelpost SSC algemeen Stelpost concentratie communicatie Stelpost RvNB Fitness taakstelling Stelpost RvNB Huisvestingskosten Stelpost RvNB ICT conc. techn. appl. beheer Stelpost RvNB regie Herijken subsidiebeleid (PPN) Efficiencywinsten na verbetering processen (PPN) sub-totaal baten
-241 -98 -24 -342 -225 -50 -50 -300 -50 -575 -179
-241 -98 -24 -342 -225 -50 -50 -600 -50 -725 -488 -400
-500 -241 -98 -24 -342 -225 -50 -50 -900 -50 -1.075 -728 -1400
-1.494 -241 -98 -24 -342 -225 -50 -50 -900 -50 -1.075 -962 -3.000
-2.134
-3.293
-5.683
-8.511
SALDO
-1.119
-1.978
-3.768
-5.996
318
Lasten 1. Indexatie salarissen In de evaluatie van de indexeringssystematiek is gebleken dat deze bijstelling behoeft. Gebleken is dat voor de loonontwikkeling onvoldoende compensatie wordt geboden inde algemene uitkering. Met ingang van de begroting 2008 is een nieuwe werkwijze doorgevoerd. Afwijkingen tussen de bij begroting gehanteerde loonontwikkeling en de werkelijke loonontwikkeling in het jaar x-2 (waarbij x het begrotingsjaar is) worden in de loonontwikkeling van het begrotingsjaar, dus achteraf in de budgetten gecompenseerd. Uw Raad heeft deze wijziging in het voorjaar vastgesteld. In het meerjarenbeeld is als gevolg van de nieuwe systematiek een jaarlijks structureel bedrag opgenomen van € 600.000. Afgesproken is dat deze systematiek na drie jaar zal worden geëvalueerd. 2. Stelpost energie In de autonome ontwikkelingen is een structurele toename van de energielasten meegenomen als gevolg van de prijsontwikkeling 2007/2008 volgens het huidige contract. De toegepaste indexering omvat o.a. de prijsontwikkeling voor energie maar de stijging is zodanig dat die onderdelen die een meer dan gemiddeld energieverbruik kennen worden gecompenseerd voor de extra energiekosten. Het gemeentebreed beschikbare bedrag zal in het kader van de werkbegroting worden verdeeld over de relevante budgetten. 3. Inkoopscan In de operatie ‘Ruimte voor Nieuw Beleid’ is een taakstelling op de centrale inkoop opgenomen. Deze taakstelling is een nettobedrag. Voor het samenstellen van een jaarlijkse inkoopscan is in 2007 een éénmalige investering (aanschaf software en opleiding) gedaan. De daarmee samenhangende jaarlijkse kosten bedragen € 15.000 waarmee de netto taakstelling is verhoogd. 4. CUP Stelpost kwaliteit openbare ruimte In het college uitvoeringsprogramma is € 300.000 gereserveerd voor verbetering van de kwaliteit in de openbare ruimte 5. Efficiency verbeteringsprocessen, zie punt 18.
Baten 6. Stelpost onderuitputting kapitaallasten Deze stelpost geeft een inschatting van de onderuitputting voor kapitaallasten als gevolg van de vermoedelijke realisatie van investeringen zoals deze in het investeringsprogramma (IP) zijn opgenomen. In de operatie Ruimte voor Nieuw Beleid is een verlenging van de planperiode voor het IP afgesproken. De uitwerking van dat voornemen volgt later. De verhoogde stelpost voor de onderuitputting van kapitaallasten is bij de samenstelling van het IP bij deze begroting nagenoeg geheel ingevuld door bijstelling van de planning. Dat betekent een meer realistische planning met een relatief lage stelpost. 7. Stelpost inkoop In ‘Ruimte voor Nieuw Beleid’ is een netto taakstelling voor de centrale inkoop opgenomen. Naast de kosten voor de inkoopscan is met deze taakstelling een eerder gerealiseerd inkoopvoordeel welke uitging boven de taakstelling uit de ‘Taken en Efficiency-operatie’ verrekend. Met de voorbereiding voor de invulling van de nieuwe taakstelling is inmiddels een aanvang gemaakt. 8. Onttrekking voorziening BTW-compensatiefonds (BCF) In 2003 is het BTW-compensatiefonds ingevoerd. Om de budgettaire effecten in de overgangsperiode te kunnen volgen en zoveel mogelijk te elimineren is een voorziening ingesteld. De stelpost is het resultaat van de uitname uit het gemeentefonds en de structurele aanpassingen van de exploitatiebudgetten (incl. kapitaallasten). Over de uitname uit het gemeentefonds is in het voorjaar 2006 een convenant gesloten met het Rijk. Op basis van die afspraken is de stelpost m.i.v. 2007 bijna gehalveerd. In de juni-circulaire 2007 zijn de herverdeeleffecten van het BCF definitief vastgesteld, hetgeen voor Leiden positief is uitgevallen. Met dit bedrag is de stelpost nagenoeg geheel ingevuld. Het resterende bedrag zal aan de hand van de doorlichting BCF binnen de bestaande budgetten
319
worden gevonden. De uitkomsten van die doorlichting worden eind 2008 verwacht. In de jaarrekening 2008 zal dan ook de voorziening BCF definitief worden afgewikkeld. 9 t/m 12 Efficiency-operatie De genoemde onderdelen van de efficiency-operatie moeten nog worden gerealiseerd. De taakstelling op financiële functies en SSC maken deel uit van Anders Werken en worden bij de start van de nieuwe organisatie per 1 januari 2008 ingevuld. 13 t/m 16 Ruimte voor Nieuw Beleid Op dit product zijn vier nog niet specifiek toe te wijzen taakstellingen opgenomen. De verlaging van de stelpost voor regie van € 300.000 voor 2008 welke voorafgaand aan de behandeling van het raadsvoorstel Ruimte voor Nieuw Beleid was doorgevoerd, is bij de begroting structureel verwerkt. 17. Herijken subsidiebeleid (PPN) Het subsidiebeleid herijken. Er wordt overgegaan van structurele instandhoudingsubsidies naar incidentele projectsubsidies. De omvang en de aard van de subsidierelaties worden heroverwogen. De totale subsidiestroom is circa € 36 miljoen per jaar. Uitgaande van bijvoorbeeld cumulatief 1,5% per jaar bezuiniging op de subsidiestroom tot voorlopig 75% van deze som levert per jaar de bezuinigingen op tot de aangegeven bedragen. De voorgestelde 1,5% is ongeveer het gemiddelde van de jaarlijkse loon- en prijscorrectie. Deze correctie blijft gehandhaafd maar in deze opzet wordt de dekking gevonden binnen het totaal van de subsidiestroom. 18. Efficiencywinsten na verbetering processen (PPN) Om de vijf bekende doelstellingen van de ‘anders werken’ te bereiken zijn veranderingen nodig op de volgende gebieden: -
de structuur van de organisatie cultuur, houding en gedrag van de medewerkers de inrichting van de werkprocessen.
ANDERS WERKEN DOELEN
STRUCTUUR
MENSEN
PROCESSEN
Er is tot nu toe veel aandacht besteed aan de eerste twee gebieden. We komen geleidelijk in het stadium om de processen aan te pakken. De verwachting is, dat hiermee zowel kwaliteitsverbetering als efficiencywinst kan worden bereikt. Bovendien zijn transparante en gestroomlijnde processen beter aan te sturen en flexibeler aan te passen aan veranderende omgevingseisen. Wij zijn voornemens hiervoor een gemeentebreed programma op te zetten.
320
Product 922.20 Oninbare vorderingen Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 4.808 2.170 2.470 0 0 0 4.808 2.170 2.470
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.470 2.470 0 0 2.470 2.470
Productomschrijving Voorziening voor oninbare vorderingen.
Prestaties Niet van toepassing voor dit product.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Niet van toepassing voor dit product.
Budgettaire ontwikkelingen Technische correctie begroting 2009 Betreft een technische aanpassing aan de berekening oninbare vorderingen.
Investeringsplan Niet van toepassing voor dit product.
321
2012 2.470 0 2.470
Product 960.09 Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
0 0 Rekening 2007 586 -621 -35
Begroting 2008 2.180 0 2.180
Begroting 2009 3.738 -1.240 2.498
Meerjarenbeeld 2010 2011 2.956 3.211 -1.240 -1.240 1.716 1.971
2012 3.476 -1.240 2.236
Productomschrijving Dit product maakt onderdeel uit van Algemene dekkingsmiddelen 2. Het komt in de plaats van de producten Saldi kostenplaatsen per dienst en Saldi kostenplaatsen huisvesting zoals opgenomen in de Productraming 2008. Deze producten zijn als gevolg van de doorgevoerde reorganisatie komen te vervallen. Op dit product worden de lasten en baten verantwoord die niet rechtstreeks ten laste of ten gunste van de andere producten kunnen worden gebracht. De interpretatie van de voormalige diensten over het gebruik van het product Saldi kostenplaatsen was niet helemaal eenduidig. Door het nastreven van uniformiteit zal bij het opstellen van de Werkbegroting 2009 worden beoordeeld of verdere toedeling van budgetten aan specifieke producten mogelijk is.
Prestaties Niet van toepassing voor dit product.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Niet van toepassing voor dit product.
Budgettaire ontwikkelingen Vervanging informatiesysteem basisregistratie personen Bij de Perspectiefnota 2009-2012 zijn middelen beschikbaar gesteld om het informatiesysteem Piv4all voor de basisregistratie van personen te kunnen vervangen door Key2Burgerzaken. Het betreft een incidenteel investeringsbedrag van € 94.000 in 2009, en een structureel bedrag vanaf 2009 van € 56.000 om de toenemende onderhoudskosten te kunnen dekken. Bij het opstellen van de Werkbegroting 2009 zal worden beoordeeld of het wenselijk is deze budgetten naar de producten van de afdeling Kwaliteit, Documenten en Gegevens over te hevelen. De vrijval van kapitaallasten is voordelig beïnvloed door het aflopen van de afschrijvingstermijnen van bedrijfsmiddelen. De vrijval wordt voorlopig gereserveerd voor het kunnen dekken van incidentele kosten in de bedrijfsvoering. Deze incidentele kosten kunnen bestaan uit extra onderhoudskosten voor het in bedrijf houden van bestaande, reeds afgeschreven, voorzieningen.
Investeringsplan In het Meerjareninvesteringsprogramma 2009-2012 zijn onder het product Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering de investeringen opgenomen die voorheen onder de voormalige producten Saldi kostenplaatsen per dienst werden geregistreerd. Ook voor deze investeringen zal bij het opstellen van de Werkbegroting 2009 worden beoordeeld of onderbrenging bij specifieke producten mogelijk is. In onderstaand overzicht zijn de vervangingsinvesteringen uit jaarschijf 2009 opgenomen.
Investeringsobject (volgorde MIP 2009-2012) Vervanging toegangscontrole en tijdregistratiesysteem Stadhuis (HSIHS) Opslag kadavers (STBWL) Transportwagen MSTS Telefooninstallatie/ toestellen (HSIIC)
322
Investeringsbedrag 2009 (* € 1.000) 140
Beschikbaar stellen bij begroting 2009 Ja
18 625 220
Ja Nee Ja
Telefooninstallatie/ systeem (HSIIC) Bekabeling panden Breestraat Netwerkvernieuwing (HSIIC) ICT investeringen overgenomen IB ICT investering transitie Vervanging DMS (HSIIC?) Grondroedersregeling Auto (35-VR-BT) Risicokaart SP VIIC Vervangingsinvesteringen Kunstinstellingen/Accomodaties Vervangingsinvesteringen Sportbedrijf Leiden Wagenpark (STBWL) Ontwateringcontainer (STBVL) Meetapparatuur (KDGGE, voorheen VIC) Offsetmachine (HRCCOGP, voorheen DZB) Vouwmachine + Oplageteller (HRCCOGP, voorheen DZB) Tweekleuren offsetprinter (HRCCOGP, voorheen DZB) Couverteermachine (HRCCOGP, voorheen DZB) Digisetter GC (HRCCOGP, voorheen DZB)
323
1.000 50 1.100 350 550 150 600 17 60 400
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
400 723 27 63 57 19
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
63
Ja
48 38
Ja Ja
324
Verrekening met de reserves
325
Product 980.01 t/m 980.10 Totaal van de verrekeningen met de reserves Portefeuillehouder Afdeling bedragen x € 1.000,lasten baten sa ldo
dr. G.M. (Gerda) van den Berg Juridische en Financiële Dienstverlening Rekening Begroting Begroting 2007 2008 2009 81.523 26.780 26.634 -46.157 -30.210 -20.964 35.366 -3.430 5.670
Meerjarenbeeld 2010 2011 19.788 4.683 -19.124 -4.250 664 432
2012 3.121 -4.165 -1.044
Productomschrijving Conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeente (BBV) moeten stortingen in en onttrekkingen aan reserves op een apart beleidsproduct zichtbaar worden gemaakt. Prestaties Niet van toepassing voor dit product.
Meerjarige beleidsontwikkelingen Verwezen wordt naar de toelichting bij de staat van Reserves en Voorzieningen. Budgettaire ontwikkelingen Niet van toepassing voor dit product.
Investeringsplan Niet van toepassing voor dit product.
326
Verwijstabel per product
327
Verwijstabel per product 001.01 001.03 002.01 002.02 002.03 002.04 002.05 002.07 002.08 002.09 002.10 002.11 002.12 002.13 002.14 002.15 002.16 003.01 003.02 003.03 004.01 005.01 006.01 006.02 120.01 120.02 120.03 140.01 210.01 210.02 210.03 210.04 210.05 210.06 210.07 210.08 210.09 210.10 211.01 212.01 214.01 214.02 215.01 221.01 221.02 310.01 310.02 311.01 330.01 420.01 421.01 423.01 430.01
Bestuursorganen Raad en commissies Strategie en onderzoek Financiën en control Bestuurs- en directieondersteuning Coördinatie grotestedenbeleid Concerninformatiebeleid Bestuurlijke en juridische zaken GO-OR Vernieuwend besturen Concernbeleid communicatie Concernbeleid P en O Grafisch vastgoed Archief en informatie Raad- en daadwinkels Publieksinformatie Electronische dienstverlening Bevolking en burgerlijke stand Verkiezingen Afgifte reisdocumenten en rijbewijzen Leges burgerzaken Intergemeentelijke samenwerking (Holland Rijnland) Griffie Rekenkamerfunctie Gemeentelijke brandweer Rampenbestrijding Gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer HM Integraal veiligheidsbeleid Verkeer en vervoer Openbare verlichting Buitenreclame Binnenste beter Exploitatie bruggen en viaducten Investeringen bruggen Exploitatie wegen Investeringen wegen Herbestratingprogramma Straatreiniging/graffitibestrijding Verkeersmaatregelen Openbaar vervoer Straatparkeren Parkeergarages Baten parkeerbelasting Exploitatie havens en waterwegen Grachten en watergangen Warenmarkten Economische activiteiten Baten marktgelden Deelnemingen nutsbedrijven Openbaar basisonderwijs algemeen Openbaar basisonderwijs huisvesting Bijzonder basisonderwijs huisvesting Openbaar speciaal onderwijs algemeen
328
8 9 10 12 13 14 15 17 19 20 21 24 27 204 242 29 31 33 35 37 38 40 41 43 56 62 64 67 84 102 104 106 107 109 110 89 113 114 91 93 95 97 99 116 117 72 74 77 300 184 186 186 184
431.01 433.01 440.01 440.02 441.01 441.02 443.01 480.01 480.02 480.03 480.04 482.01 510.01 511.01 511.02 530.01 530.02 530.03 530.04 530.05 531.01 540.01 540.02 540.03 540.04 540.05 541.01 541.02 541.03 541.04 541.05 541.06 560.01 560.02 560.03 560.04 560.05 560.06 560.07 560.08 580.01 610.01 611.01 611.02 611.03 611.05 611.06 611.07 611.08 612.01 614.01 614.03 614.04 620.02 620.03 620.04
Openbaar speciaal onderwijs huisvesting Bijzonder speciaal onderwijs huisvesting Openbaar voortgezet onderwijs algemeen Openbare scholengemeenschappen algemeen Openbaar voortgezet onderwijs huisvesting Openbare scholengemeenschappen huisvesting Bijzonder voortgezet onderwijs huisvesting Facilitaire taken huisvesting Facilitaire zaken onderwijs Leerplicht Lokaal onderwijsbeleid Volwasseneneducatie Openbaar bibliotheekwerk Emancipatie Mondiale bewustwording Rode sportparken Sportzalen en sporthallen Zwembaden Sportondersteuning Sportstimulering Groene sportparken Theater Muziek Beeldende kunst Cultuureducatie Amateurkunst Monumentenzorg Oudheidkunde en musea Archeologie Onrendabele monumenten Onderhoud walmuren en monumenten Investeringen walmuren Recreatie Bevordering toerisme Coördinatie volksfeesten Evenementen Groenbeheer Natuur- en milieucommunicatie Investeringen stadsnatuur, water en groen Wijkmanagement Lokale radio omroep Inkomensvoorziening bijstand WIW dienstbetrekkingen Uitstroom en activering Startersbeleid WSW In- en doorstroombanen Activiteiten re-integratie Leiden Onrendabele top huisvesting DZB IOAW en IOAZ Bijzondere bijstand Schuldhulpverlening en budgetbegeleiding Kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen Zorgcoördinatie en bemiddeling Ouderen- en gehandicaptenbeleid Maatschappelijke dienstverlening
329
186 186 184 184 186 186 186 186 190 192 194 243 206 245 44 207 209 211 213 214 207 216 218 221 223 225 226 229 231 233 119 120 235 78 236 237 121 124 126 130 239 276 280 281 80 284 287 288 290 291 292 294 296 246 247 249
620.05 620.08 621.01 621.04 622.01 630.01 630.04 650.01 652.01 714.01 714.02 714.03 715.01 716.01 721.02 721.03 721.04 722.03 722.05 722.06 723.01 723.05 723.06 724.02 725.01 726.01 810.01 810.02 821.01 822.01 822.02 822.04 822.05 822.08 823.01 830.01 830.02 913.01 913.02 914.01 914.02 921.01 921.05 922.01 922.02 922.05 922.20 930.01 931.01 932.01 936.01 939.01 940.01 960.09 980
Maatschappelijke opvang Anti-discriminatie Opvang en zorg vreemdelingen Inburgering WMO hulp bij het huishouden Samenlevingsopbouw Jeugdbeleid Kinderopvang WMO, vervoer- en woonvoorzieningen en hulpmiddelen Openbare basisgezondheidszorg Categorale gezondheidszorg Ambulante verslavingszorg Jeugdgezondheidszorg (uniform deel) Jeugdgezondheidszorg (maatwerk deel) Huishoudelijk afval Bedrijfsafval Huishoudelijk afval regiogemeenten Vervanging riolering Investeringen riolering Onderhoud riolering en gemalen Ontsmettingsdienst GR Milieudienst West-Holland Milieubeheer algemeen Begraafplaats Rhijnhof Baten afvalstoffenheffing Baten rioolrechten Bovenlokaal ruimtelijk ordeningsbeleid Lokaal ruimtelijk ordeningsbeleid Vernieuwing binnenstad Bouw- en woningtoezicht Volkshuisvesting Woonruimteverdeling Stedenbouwkundig beleid Wijkontwikkeling Leges bouwvergunningen Grondexploitatie Erfpacht Deelnemingen Beheer panden Geldleningen Beleggingen Algemene uitkering gemeentefonds Grotestedenbeleid concernposten Onvoorzien Voormalig personeel Stelposten concern Oninbare vorderingen Uitvoering wet WOZ Baten onroerende-zaakbelasting gebruikers Baten onroerende-zaakbelasting eigenaren Baten toeristenbelasting Baten precariobelasting Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Saldi kostenplaatsen bedrijfsvoering Totaal van de verrekeningen met reserves
330
251 253 255 257 260 262 196 198 266 268 270 272 199 201 131 135 137 139 141 142 144 145 147 149 150 151 154 157 159 160 164 168 169 171 172 174 180 301 47 302 303 304 310 311 49 318 321 50 312 313 314 316 52 322 326