preek over johannes 6 : 35
maart 2012
1
PREEK OVER JOHANNES 6 : 35 ‘Alleen Jezus stilt onze honger’’
22 maart 2012
Gemeenteproject op weg naar Pasen; 2e zondag voor Pasen
Liturgie ‘s morgens: votum/groet zingen: Gez. 133 : 1,2,3,4,5 wet zingen: Ps. 86 : 4,5 gebed zingen: Gez. 158 lezen: Johannes 6 : 26-59 zingen: Ps. 63 : 1,2,3 tekst: Johannes 6 : 35 verkondiging zingen: Gez. 57 : 1,2,3, gebed collecte zingen: LvK 75 : 1,2,5,6 zegen
Liturgie ‘s middags: votum/groet zingen: Ps. 95 : 1,2,3 gebed zingen: Gez. 158 lezen: Johannes 6 : 26-59 zingen: Ps. 63 : 1,2,3 tekst: Johannes 6 : 35 verkondiging zingen: Gez. 57 : 1,2,3, gel.bel. Gez. 179b gebed collecte zingen: LvK 75 : 1,2,5,6 zegen
Gehouden te
De dag gaat open voor het Woord des Heren Leer mij naar uw wil te handelen
(vs. 4 schoolpsalm gr 3&4)
Als een hert dat verlangt naar water O, God, mijn God, ik zoek uw hand
Ik ben het levensbrood
(onbekende melodie; niet moeilijk)
U kennen, uit en tot U leven
Komt laat ons juichen voor de Heer Als een hert dat verlangt naar water O, God, mijn God, ik zoek uw hand
Ik ben het levensbrood
(onbekende melodie; niet moeilijk)
U kennen, uit en tot U leven
Enschede West Enschede Noord
op
25 maart 2012 25 maart 2012
© h.p.dam Het staat u vrij om deze preek voor u zelf of in kleine kring te gebruiken. Wilt u deze preek lezen in uw gemeente, dan stel ik het op prijs dat u mij daar even van in kennis stelt (
[email protected]) . Verder is het niet toegestaan deze preek te vermenigvuldigen of te publiceren zonder mijn toestemming. H.P. Dam
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Gemeente van Jezus Christus, Wie is Jezus voor u, voor jou? We zijn volop bezig met het gemeenteproject ‘Op weg naar Pasen’. En centraal daarin staat het ontdekken van Jezus in de 40-dagen tijd. Wat hebt u allemaal ontdekt in Jezus tot nu toe? Of een andere vraag: wie mag Jezus voor u zijn? Hebt u alles ontdekt wat er in Jezus te vinden is? Mag Jezus voor u zijn wie Hij voor u wil zijn? In het gedeelte dat we lazen uit Johannes vergelijkt Jezus zichzelf met een brood. Brood is voedsel. Er zitten voedingstoffen in die je in je lichaam moet opnemen. Als je brood eet dan is dat gezond, daar word je sterk van, daar groei je van. Haalt u uit Jezus de voedingstoffen die Hij te bieden heeft? Haalt u uit het voedel dat Hij is, wat erin zit? Of kan uw omgang met Jezus veel rijker en dieper worden dan het is op dit moment? ‘Jezus ontdekken’. Heel dat lange hoofdstuk, Johannes 6, is in feite een ontdekkingstocht. We zien een menigte die Jezus zoekt. En we zien een Jezus die zich laat vinden door de menigte. Maar Hij blijkt wel heel iemand anders te zijn dan zij dachten. Laat we eens meegaan met deze ontdekkingstocht. Waar ontdekken we onszelf in deze tocht? Of, zo zou je het ook kunnen vragen: waar ontmaskert Gods Woord ons in deze tocht? En welke Jezus gaan we ontdekken? Wordt Hij misschien iemand anders voor u dan u altijd dacht? De ontdekkingstocht van dit hoofdstuk begint bij het meer van Galilea. Jezus heeft veel wonderen gedaan, veel zieken genezen. Daarom loopt er een grote mensenmenigte achter Hem aan. Jezus zet zich neer op een heuvel, vandaar overziet Hij de mensenmassa. Al die mensen ver van huis, al lang onderweg, hongerig geworden. Hoe komen ze aan brood? Er was wel een kleine jongen, die vijf broden en twee vissen had. Veel te weinig natuurlijk. Maar Jezus neemt het brood en de vissen, Hij breekt en breekt en blijft maar breken, totdat Hij die duizenden mensen verzadigd heeft. Geweldig! Wat een wonderdoener is Jezus! Die man moet onze koning worden. Ze willen Hem haast met geweld dwingen. Maar Jezus laat zich niet kronen. Hij ontwijkt de menigte en gaat een berg op, daar is Hij ’s avonds, als het donker komt, alleen, met God, zijn Vader. ’s Nachts loopt Hij over het water naar de overkant van het meer, naar Kapernaüm. Uiteindelijk arriveert ook daar die hele mensenmenigte. Ze blijven Hem zoeken. Daar, aan de oever van het meer, ontspint zich een ontdekkend gesprek tussen Jezus en de menigte. Jullie lopen me allemaal achterna, zegt Jezus. En dat doe je niet, omdat je het téken hebt verstaan. Je hebt wel het wonder gezien, maar je hebt niet werkelijk gezien wat het betekent en wie Ik ben en wat Ik voor je wil zijn.
2
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Jullie lopen Mij achterna, omdat je brood van Mij kreeg. Omdat Ik door een wonder ervoor kan zorgen dat je maag gevuld wordt. Maar Ik zeg jullie: jullie moeten geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en dat eeuwig leven geeft. Het voedsel dat de Mensenzoon jullie kan geven. Hij is uit de hemel gekomen, de Vader heeft Hem de macht gegeven om dat voedsel uit te delen. Daarvoor moet je in Hem geloven! Maar het kwartje wil maar niet vallen bij de menigte. Nou, als we in U moeten geloven, laat dan maar eens een wonderteken zien dat zo groot is, dat we in U gaan geloven. Met andere woorden: die wonderbare broodvermenigvuldiging, dat is nog niet voldoende. Nee, dan moet je Mozes nemen! Mozes, die liet, tijdens de woestijnreis, brood uit de hemel regenen, het manna. Dat was nog eens een wonder! Veel groter nog dan wat U deed bij die wonderlijke voeding van ons, gisteren. En dan zegt Jezus: het was niet Mozes, die u het echte brood uit de hemel geeft. Maar het is mijn Vader, die geeft u het ware brood uit de hemel. Brood dat nog wonderlijker is dan Manna. Brood uit de hemel dat aan de wereld leven geeft. Nou, dat lijkt de mensen wel wat! Geef ons altijd dat brood, Heer! Maar nog steeds hebben ze het niet verstaan. Ze verwachten van Jezus dat Hij hun op wonderlijke wijze brood blijft geven. Dat is toch prachtig, een mooi geschenk uit de hemel, wonderbrood waar ze zelf niet voor hoeven te werken. Ze hebben het nog steeds niet verstaan. Ze blijven met hun gedachten en hun verlangen gevangen in het leven van het hier en nu. Ze blijven steken in het aardse leven, ze komen maar niet op het niveau waarop Jezus hen hebben wil. Jezus moet koning worden! Dan zijn we vrij. Hij zal een eind maken aan onze politieke moeiten. Hij zal de Romeinen verdrijven. We krijgen weer een eigen land. We gaan Hem kronen. Jezus moet ons eten en drinken geven. We verwachten dat Hij zorgt voor onze welvaart hier en nu. Maar voor wat Jezus werkelijk wil geven, staan ze niet open. Hebt u zichzelf misschien al ontdekt in die menigte? Hoezo zou ik me dan in hen herkennen? Beantwoord u eens eerlijk voor uzelf de vraag: wat verwacht ik van Jezus? Wat verwacht ik van God? Wat zou u daarop antwoorden? Zou u dan zeggen: ik verwacht eigenlijk wel dat God voor mij zorgt hier. Dat ik gezond ben, en eten en drinken heb. Dat ik mijn baan behoudt. Dat ik niet in financiële moeiten terechtkom. Ik verwacht wel dat God een oplossing biedt voor mijn problemen. En als ik bid, dan zijn dat ook de dingen waar ik vooral om vraag: Here God, wilt U dit en wilt U ook zo…. Laat de manier waarop je bidt niet zien waar je je eigen nood, je behoefte vooral ziet?
3
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Als het zo bij u is, als u vooral verwacht dat God voor uw leven hier en nu zorgt, dan past u in feite tussen die mensenmenigte aan de oever van het meer. Zoekt u dan wel, verlangt u dan wel naar wat God en Christus werkelijk voor u betekenen willen? Jezus zegt tegen de mensen: jullie moeten niet zoveel moeite doen voor dat voedsel dat vergaat. Dat kan bij ons toch ook heel erg bovenaan staan. Hoe sterk kunnen wij niet gericht zijn op het leven van hier en nu. Het moet goed met ons gaan, hier. En we vinden pas rust als we geen problemen hebben hier, als we te eten en te drinken hebben. Als er geen schokkende dingen gebeuren in ons leven. Daar moet God dan voor zorgen, als het even kan. En misschien is het zelfs wel zo, dat we pas rust met God vinden als het hier goed gaat met ons. Nou merk ik tenminste ook dat God voor me zorgt! We kunnen onze waardering van God sterk laten afhangen van hoe Hij hier en nu, in die aardse dingen voor ons zorgt. Maar Jezus zegt: loop niet zo hard voor voedsel dat vergaat. Met andere woorden: al die dingen van dit leven hier en nu, die voor ons zo belangrijk kunnen zijn, eten en drinken en zo, dat gaat allemaal voorbij. Welvaart, een goede relatie, een fijn gezin, gezondheid, vakanties – ik wil niet zeggen dat dat onbelangrijke dingen zijn, dat zegt Jezus ook niet – maar het zijn geen dingen die je leven blijvend vullen. Die je honger naar leven blijvend verzadigen. Alsof je het voor elkaar hebt, als deze dingen in orde zijn. Laat God, laat Jezus daar alsjeblieft voor zorgen. Maar God is geen doekje voor het bloeden. En Jezus laat zich niet gebruiken om onze gaatjes hier te vullen. Heel dat gesprek van Johannes 6 laat zien, dat er een diepere laag is die vervuld moet worden. Dat er een honger naar leven is en ook moet zijn bij ons, die zich niet laat stillen met brood en geld en welvaart en menselijke relaties. Op dat hoge niveau wil Jezus de menigte krijgen. En wat kost dat Hem een moeite! De mensen willen Hem voortdurend inpassen in hun eigen kaders, Hem binnentrekken in hun eigen aardse patronen. Word onze Koning, geef ons brood! Maar de Here wil hen juist optillen, tot het niveau van de hemel. Ik ben gekomen om jullie veel méér te geven. Heb je het téken dan niet verstaan? Al die wonderen die Ik deed, maakten Mij zichtbaar als de Zoon van God. Ik ben uit de hemel gekomen om jullie voedsel te geven dat niet vergaat. Om een honger te stillen die veel dieper gaat. Pas als je Mij zo ontvangt, pas als je dit voedsel bij Mij zoekt, dan word je verzadigd. Zo komt het hoge woord van Jezus er uiteindelijk uit: ‘Ik ben het brood dat leven geeft. Wie bij komt zal geen honger meer hebben. En wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben!’ Het geloof in Jezus stilt onze diepste honger. Het komen tot Hem en het drinken van Hem lest onze diepste dorst.
4
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Wat wil Jezus hier mee zeggen? Niets anders dan dit: Ik geef je vrede, Ik geef je welvaart, Ik geef je leven, op zo’n manier dat het alles wat je hier op aarde hebt volledig overstijgt. Ik breng je thuis in een rijk waarin de vrede nooit meer verstoord wordt. Ik geef je een welvaart die voor eeuwig niet op kan. Ik geef je een leven, dat nooit meer door de dood wordt afgebroken. Er blijft niets meer te hongeren en te dorsten, te wensen en te zoeken over. Als je Mij ontvangt, word je voor eeuwig verzadigd. Door dit te zeggen, ontmaskert Jezus onze diepste nood. Hij laat ons ontdekken waar het werkelijk knaagt in ons leven. En waar het dus ook vooral over moet gaan in ons leven. Waar je je echt druk over moet maken. Dat is, als het erop aan komt alleen maar dit ene: dat het goed is tussen God en jou. Dat je vrede met God hebt. Jezus kan een heleboel wonderen doen. Maar dit is waar Hij werkelijk op uit is: ons met God verzoenen. Zorgen dat het goed is tussen God en ons. Zorgen dat het echte leven, met God en bij God, weer terugkomt. Dat leven met en bij God, werd verstoord door de zonde. Toen de eerste mensen, Adam en Eva, zondigden, werden ze weggedreven uit het paradijs. Weg van de boom van het leven. Die boom en het eten daarvan, was een symbool van het gave leven dat je bij God mag hebben. Dat leven viel in duigen door de zonde. Met die zonde begon ook de ellende in de wereld. De ziekte, en de honger en de dood, en al die problemen waar we dagelijks mee kunnen worstelen. Dat zijn ook die dingen waar je dagelijks tegen aan stuitert. Het zijn de dingen waarvan je graag wilt dat ze over gaan. Laat God ervoor zorgen dat het over gaat, dat mijn leven een beetje leefbaar is. En het is zo voorstelbaar, dat je dat vooral van God verwacht, dat Hij die direct voelbare nood wegneemt. En als God dat doet dat je dan denkt dat het wel weer gaat. Maar nogmaals. God is geen doekje voor het bloeden. En Jezus is niet gekomen als alleen maar de oplosser van onze dagelijkse problemen. Dat zijn de symptomen van het werkelijke probleem. God wil niet alleen de vlekken van de ziekte wegpoetsen. God wil het probleem daaronder aanpakken. Daarvoor heeft Hij zijn Zoon Jezus uit de hemel doen komen. Zo kwam Jezus voor die mensen, en voor ons. Hij kwam om zijn leven aan het kruis te geven. Hij kwam om zijn leven te geven in de dood, onder het oordeel van God over onze zonden. Hij droeg de straf die wij voor onze zonden verdiend hadden. Hij zorgt voor de vergeving van onze zonden. Hij maakt het zo, dat mensen weer kind van God kunnen zijn en altijd bij Hem mogen leven.
5
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Zo maakte Hij vrede tussen God en de wereld. Voor iedereen in de wereld die Hem aanneemt, die in Hem gelooft. Jezus brengt het echte leven terug in de wereld: het leven bij God en met God. Jezus maakt zichzelf, door zijn lichaam en bloed aan het kruis te geven, tot voedsel en drank voor ons. Kom, eet van Mij, en drink van Mij. Dan zal je diepste honger worden gestild, en die eeuwige dorst worden gelest. Want door Mij kom je weer terug bij God, door Mij verlaat je de woestijn van de zonde waar je van de droogte omkomt. Ik breng je weer terug in het leven. Zoals het manna veertig jaar lang uit de hemel regende. De Israëlieten mochten er van eten, voedsel genoeg voor onderweg, dankzij dit voedsel konden ze het beloofde land bereiken. Zo is Jezus het ware brood uit de hemel. Veel meer en krachtiger dan het manna. Wie Jezus als brood uit de hemel ontvangt, komt thuis in Gods rijk. Dat is het wat Jezus u en jou wil brengen. Dat wordt duidelijk in die gesprekken tussen Jezus en de menigte. Na een heel lange aanloop klinkt het helder en scherp: ‘Ik ben het brood dat leven geeft’. Jezus wijst met volle nadruk op zichzelf. Ik ben het. Bij Mij moet je wezen. Ik, in hoogsteigen persoon, ben voor u en voor jou het leven. Het leven in de echte zin van het woord. Leven dat niet kapot gemaakt wordt door zonde en dood. Maar leven dat eeuwig is, en eeuwig gelukkig en volmaakt. Wil je dat leven ontvangen, dan moet je Mij ontvangen. Wie bij Mij komt, zal geen honger meer hebben en ook nooit meer dorst hebben. Wilt u dat van Jezus ontvangen, dat heel wezenlijke, waarvoor Hij gekomen is? Dan moet U hem eten en drinken! Zo zegt Jezus dat letterlijk. U moet mijn lichaam eten, en mijn bloed drinken. Daarmee maakt Jezus het heel plastisch. Zoals je een brood eet. Of zoals je water drinkt. Dat brood kauw je (dat is het woord dat Jezus ook letterlijk gebruikt), je knabbelt, je knaagt eraan. En dat brood komt in je, je slikt het door, het wordt verteerd, en via je darmen en je aderen komt het in alle vezels van je lichaam. Zo vol moet je zijn van Jezus. Zo moet Jezus doortrekken tot in alle hoeken van je leven. Eet en drink Hem! Dat beeld betekent dat je in geloof Jezus ontvangt. Dat je in een heel nauwe band met Christus verbonden bent. Dat je leeft in een intense gemeenschap met Hem. En dat je alles ontvangt wat Jezus in zichzelf aan ons wil geven. Vergeving van zonden. Vrede met God, een overvloed aan Heilige Geest, kracht van nieuw leven. Hij is het voor je. Deze Jezus ontvang je, als je hongert naar Hem. Als je aan het begin van elke dag je naar Hem uitstrekt: Here, U bent mijn alles. Ik kan niet zonder U. Kom mijn leven, kom mijn hart binnen.
6
preek over johannes 6 : 35
maart 2012
Overwin al dat zondige en doodse in Mij. Wek me op, geef me kracht, maak me heilig, doe me leven in het diepe geluk van dat ik Gods kind mag zijn. Doortrek mijn leven met Uzelf, zodat U in mij bent en ik in U. Dan heb ik alles wat ik nodig heb. Voor nu en voor eeuwig. Als U in mij leeft, en ik in U. Dat is eeuwig. En door alle problemen en aardse moeiten heen, weet ik dan, dat ik een leven heb, dat daar vér boven uitgaat. Nu al. Want als ik U heb, heb ik het leven. Wat er hier ook gebeurt, niets kan dat ongedaan maken. Als ik Jezus heb ontvangen heb ik alles, voor nu en eeuwig. Hebt U zo Jezus ontdekt en gevonden? Hebt u gezien dat Hij niets minder voor u wil zijn dan dit? Zo wil Hij zich laten vinden, niet als een halve Heiland, maar als het volle leven. Voedsel dat volledig en voorgoed verzadigt. Gods Zoon is gekomen als geschenk uit de hemel, om voor u en jou het leven te zijn. Sta open voor dat geweldige geschenk. Wees ontvankelijk voor alles wat Hij voor je wil zijn. Laat de honger van je leven, van je hart, van je ziel, naar Jezus uitgaan: Heer Jezus, wij geloven in U, het brood van boven. Nu hebben wij geen honger meer en nooit meer dorst door onze Heer. (Gereformeerd Kerkboek Gez. 57) Amen.
7