Preek 9: Galaten 4: 12-20: Een bewogen apostel. Orde van dienst: Inleiding. Votum en zegengroet Psalm 81: 1, 2, 3 Wet Psalm 81: 4, 6, 8 Gebed Voor de kinderen: GK 148 Lezen: Galaten 4: 12-20 Liedboek 75: 10. 11 Tekst: Galaten 4: 19 Preek GK 68 Gebed Collecten GK 145 Zegen -------------Bij de preek: In de tekst van vanmorgen komen we een bewogen apostel tegen. Mocht u ooit hebben gedacht, dat Paulus alleen maar ‘intellect’ of ‘geleerde’ was, dan leert u hier een nieuwe Paulus kennen. Bewogen, persoonlijk, smekend, liefdevol, scherp, vol pijn in het hart. Een open hart voor Kelten. Vol van verlangen, dat “Christus gestalte in hen mag krijgen”. Wat is dat? Daar gaat de preek over: “De pijn van Paulus”. *waarheid *liefdevolle confrontatie *band met Christus *bloei Gezegende zondag, Ds. A.A. Kramer. Voor de kinderen: Metamorfose. Nieuw woord. Rups -> vlinder. Verandering: mensen zin vaak ban voor geloven en kerk. Maar: je wordt meer!!! Voor de Schriftlezing: P trok rond om het evangelie te brengen over Christus Jezus. over de genade van God. Maar overal waar hij kwam en geweest was, kwamen de joden om wat P had gezaaid weer uit te rukken. De joden waren nog grotere tegenstanders van P, dan de Romeinen zelf. Vaak zijn zij het die P aanklagen. Lees het boek Handelingen maar eens.
Preek: Inl.: Mag ik eens vragen: Heeft u een relatie met Christus? Een persoonlijke band? Dit is een vraag, die je veel hoort. Vooral in meer evangelische groepen. Maar ook in onze kerken klinkt die vraag vaker: “Heb je een relatie met Jezus?”. . Misschien wel wat nieuw of vreemd. Of wat bedreigend. Maar: het is wel een Bijbelse vraag. Dia Hier ziet u een schemaatje van vier belangrijke kanten van het christelijk geloof. Je hebt –om te beginnen- de traditie, gewoonten. De ‘Gereformeerde cultuur’. Het kerkgebouw, de mensen, hoe de mensen met elkaar omgaan, de manier waarop een kerkdienst eruit ziet, hoe er avondmaal gevierd wordt en gepreekt, bidden bij het eten….. Een beetje de buitenkant: wat je kunt zien. Daarnaast heb je inhoud: de leer van de kerk. De theologie en de dogma’s en de kennis van de bijbel. De belijdenis. Dat gaat vooral over het verstand. Daarnaast heb je de beleving van dat geloof. Je relatie met God. Je geloof, je gebed, je eigen Bijbellezen, je geweten. Het werk van de Heilige Geest in je hart. Dat noemen we wel ‘spiritualiteit’. En, tenslotte, hebben we ook het gedrag. Het handelen. De ethiek. En dat gaat dan over huwelijk, samenwonen, homofilie, euthanasie, milieu, omgaan met alcohol, met muziek,… Begrijp me goed: al deze aspecten zijn belangrijk en onmisbaar. Wat is in onze kerken het meest benadrukt, denkt u? Als ik mijn eigen ervaring na ga, dan zie ik dat onze kerken heel sterk zijn in de leer. Daar is veel over nagedacht en geschreven. En we hebben nog steeds de catechismusprediking, waarin vooral de leer wordt uitgelegd. We hebben ook een sterke traditie, een duidelijke ‘Gereformeerde cultuur’. En in de afgelopen jaren is er erg veel geschreven over ethiek. Over hoe je als christen leeft. Ons gedrag. Boeken over huwelijk, seksualiteit, noem maar op. Maar die laatste, de beleving van het geloof, je persoonlijke band met God, met Christus, dat kreeg minder aandacht. We praten soms makkelijker over de kerk, liturgie of de kerkdiensten, dan over ons persoonlijk geloof. Over de beleving van ons geloof. Over ons gebed. Onze zonden en strijd. Over onze blijdschap. Over het volgen van Christus. Herkent u dat? Dus op zich is het niet slecht, dat in onze tijd de vraag klinkt: “Heb je een persoonlijke band met Jezus?”. Paulus heeft het daarover. Het doel van zijn werk is niet alleen over Christus vertellen, maar hij wil ook graag, dat “Christus gestalte in ons krijgt”. Dia Dat is ook onze tekst: “Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u”. *waarheid: Paulus heeft het in zijn brief vooral over de leer. Ten minste: dat lijkt zo. En hij is heel scherp. Heel heftig.
Dia
Als buitenstaander kun je denken: “Is het nu zo erg, als die Galaten zich ook willen laten besnijden of de sabbat houden? Ze blijven toch wel christen!?? Moet je daar nu zo heftig over zijn? Wat heeft die heftigheid in de kerk al niet veel schade opgeleverd?!! Je mag toch ook wel verschillend over dingen denken?”. Ja, dat mag. Maar niet altijd. Soms gaat het over het hart. Over de Waarheid. Zoals bij die Galaten. Als zij zich laten besnijden, gaan ze over naar een andere godsdienst. Een godsdienst, waarin ze het weer zelf moeten doen. Zichzelf verlossen. De gunst van hun god verdienen. Ze worden weer slaven, die in angst leven, in plaats van vrije kinderen. Je kunt het heel kort zó weergeven: -Christus + gehoorzaamheid -> gered. (Zelfverlossing, slavernij) -Christus + gered -> gehoorzaamheid. (Genade, geliefd kind)
Dia/Dia.
Het gaat Paulus dus niet om zijn gelijk of omdat hij zich gekrenkt voelt. Het gaat hem om de waarheid. Om het eeuwige geluk van die Kelten. Daarom is Paulus zo emotioneel. Zo scherp. Want het is waar: je kunt met de waarheid verwonden. Je kunt zo scherp en heftig zijn, dat je een ander beschadigt. Maar je kunt ook zo scherp zijn, omdat je die ander wilt helpen, genezen. Zoals met een echt mes: daar kun je iemand mee neersteken, verwonden. Maar je kunt er ook mee opereren. Genezen. Paulus is als een chirurg: hij is zo scherp, omdat hij wil genezen. Hij wordt gedreven door liefde. En echte liefde is soms erg scherp. Open. Confronterend. Fel als een heftig vuur. Want je wilt niet dat die ander beschadigd wordt.
Dia.
Een vader, die echt van zijn zoon houdt, die kan niet zwijgen als hij ziet, dat zijn zoon te veel drinkt of liegt of kapot gaat aan pornografie. Als je van je zoon houdt, dan wil je helpen. Confronteren. Praten. Omarmen. Want je wilt, dat je zoon geneest, bloeit. *Liefdevolle confrontatie: Dia De liefde voor die Kelten kun je overal proeven bij Paulus. Zijn brief is geen saai lesje, maar heel persoonlijk en warm. Hij noemt hen ‘kinderen’. Letterlijk staat er: “Kindertjes”. En hij praat heel warm over de band die ze van het begin af aan hadden. Zoals vers 12: “Broeders en zusters, ik smeek u, wees zoals ik, want ik ben zoals u. U hebt mij nooit enig kwaad gedaan”. Hij zegt eigenlijk: ‘Waarom kan het niet zijn zoals vroeger, toen ik bij jullie was. Toen was het toch goed tussen ons? En bij mij is er niets veranderd naar jullie toe. Ik heb jullie lief. En ik hoop van harte, dat dit ook bij jullie nog zo is”. Zo kunnen vrienden ook met elkaar praten als er een conflict is: “Waarom kan het niet weer zijn zoals vroeger? Wat is er toch tussen ons gekomen?”. “Jullie hebben mij nooit enig kwaad gedaan”. Had dat gekund dan? Ja. Paulus vertelt daarover.
Toen hij voor het eerst bij hen kwam in Galatië, was hij ziek, verzwakt. Hij zag er niet uit! Hij zag er in ieder geval niet uit als een bode van een machtig God! Wat hij precies had, weten we niet, maar uit de tekst kun je opmaken, dat Paulus ziek was aan zijn ogen. Die waren ontstoken. Geïnfecteerd. Het zag er niet. Ze waren rood, er kwam pus uit en hij moest ze steeds met zalf insmeren. Hij moest bijna bij elke stap geholpen worden. Allemaal nogal zwak. Onbeholpen. Alle reden dus om met minachting naar Paulus te kijken. En vooral naar zijn boodschap. Hoe kan zo’n mannetje nu de waarheid in pacht hebben! Net zoals nu, werd er ook toen erg naar de buitenkant van sprekers gekeken. Je moest er goed uit zien en het goed kunnen zeggen, anders kon je het wel vergeten als wijsheidsleraar. Ook toen draaide het letterlijk om de kijkcijfers. Mindere mensen werden veracht. En mindere mensen hebben natuurlijk ook mindere goden. Maar de boodschap van Paulus hebben ze vol blijdschap aanvaard. Ze zagen Paulus zelfs als een engel van God. Dat betekent, dat zij de boodschap van Paulus om de boodschap zelf hebben aanvaard. Niet omdat P zo mooi was, maar omdat de boodschap zo mooi is. Een boodschap over vrijheid, een liefdevolle God, een nieuw paradijs, opstanding uit de dood… wat waren ze er blij mee! En wat waren ze Paulus dankbaar. Maar nu is er wat tussen gekomen. Er zijn mensen gekomen, judaïsten en die hebben een wig tussen Paulus en de Kelten gedreven. Kwaad over Paulus gesproken. En over het evangelie, dat hij bracht. Allemaal achter zijn rug om! Nee, het waren heel aardige mensen, natuurlijk! Vol begrip. En ook heel gelovig, natuurlijk! Zo vroom! Maar die Paulus, nee, die was wel erg licht geworden. Het ging alleen maar over genade. En de besnijdenis en de sabbat waren niet meer nodig. Stel je voor de besnijdenis en de sabbat! En zo waren die Kelten van Paulus en het evangelie weggedreven. Een wig. Paulus voelt een felle pijn in zijn hart. Barensweeën. Ja, natuurlijk wel een beetje vreemd als een man dat zegt: “Ik heb barensweeën!”. Maar dat is wel wat Paulus voelt. De pijn is fel en diep. Barensweeën. Maar ook het verlangen, de visie van Paulus voor die Kelten zit heel diep. Want door barensweeën heen worden kinderen geboren. Zó keek Paulus naar die Kelten. Het waren zijn kinderen. En vooral: ze waren door zijn evangelie ook kinderen van God. En nu komen er een paar van die vrome joden met hun vrome praatjes en die pakken die Kelten het mooiste af. Hun vrijheid. Ze moeten het weer zelf verdienen. Slaven. Angst. Hoogmoed.
Maar ziet u mooi dat is, als iemand een visie voor jou heeft. Een verlangen? Als een vriend er alles voor over heeft, dat jij gelukkig wordt. Dat je gaat bloeien. Dat hij je daarom de waarheid zegt. Met je wil praten over je drankgebruik, je domme trots, je wilde liefdes, je eigenwijsheid. Die je uit liefde daarmee confronteert. Zelfs het risico wil lopen om jouw vriendschap te verliezen, omdat je het niet pikt. Wees er zuinig op, als iemand een keer niet onverschillig is en u de waarheid durft te vertellen. U confronteert. Daar zit veel liefde achter. *Christus’ gestalte: Paulus’ diepste wens is, dat “Christus gestalte in hen krijgt”. Anders gezegd: ‘dat Christus vorm in hun leven krijgt’. Dat is dus die metamorfose. De rups, die een vlinder wordt.
Dia
Wat betekent dat nu precies? Wat denkt u? Wat is nu het hart van Jezus’ werk op aarde? Wat is steeds het hart van de prediking van Paulus? Het hart is het kruis. Het hart is Jezus’ laatste kruiswoord: “Het is volbracht!!”. Dan is de lange lijdensweg voorbij en de weg naar het Paradijs ligt weer open. De satan is verslagen. En dán roept Jezus: ‘Het is volbracht!!!’. Wij voelen ons vaak zwak. Worstelen met zonden. Met schuldgevoelens. Er is maar één medicijn: “Het is volbracht!!”. Er is vrede met God. En Paulus wil niets liever, dan dat die bevrijding ook doorbreekt in de levens van die Kelten en in onze harten: “Het is volbracht!!”. God is je Vader en kijkt met liefde naar je. Dat betekent het: “…dat Christus gestalte in u krijgt”. Zijn bevrijding, zijn licht, zijn vrede. Hij wil, dat je Hem volgt, een band met hem krijgt. Een persoonlijke relatie. Tot hem bidt. Het is niet vreemd, als iemand vraagt: “Heb je een persoonlijke band met Jezus?”. Alleen, soms bedoelen mensen met die vraag vooral of je de liefde van Jezus ervaart. Of je voelt, dat hij nabij is. Zijn warmte. Zijn aanvaarding. En dat mag. Maar dat is wel een halve Jezus. Want het gaat om Jezus, die voor jou gekruisigd is en opgestaan. Dat is het hart. Maar God wil, dat jij je oude leven ook laat kruisigen en opstaat tot een nieuw leven. Eén zijn met Christus betekent dus niet alleen zijn warme nabijheid, maar ook het afsterven aan jezelf. En dat kan flink pijn doen en offers vragen. Snijden in je vlees. Maar God wil dat om in Christus als een nieuw mens tevoorschijn te komen. Ik bedoel dit: Soms hoor je mensen zeggen: “Jezus aanvaardt jou zoals je bent”. En dat is waar. Gelukkig wel. Je mag als een verloren zoon of dochter terugkeren. Elke dag weer. Ook al heb je niets te bieden. Je mag komen zoals je bent. Je hoeft geen net pak aan te trekken. Dat had de verloren zoon ook niet. Dat tekent zijn liefde voor jou. Maar het is wel een halve waarheid: Jezus aanvaardt jou zoals je bent, maar hij laat je niet zoals je bent. Hij wil jou veranderen. Nog anders gezegd: Jezus bevestigt jou niet alleen, hij confronteert je ook met jezelf.
Met je zonden, je egoïsme. Want Hij wil dat je op hem gaat lijken. Hij wil gestalte in jouw leven krijgen: zijn liefde, zijn gehoorzaamheid, zijn offervaardigheid, zijn trouw, zijn vriendelijkheid, zijn wijsheid, zijn gebedsleven, zijn goede geboden…. Als mensen naar jou kijken, moeten ze door jou heen Jezus zelf zien. *bloei. Dat lijkt altijd weer benauwd. Daar deinzen we van nature voor terug. We willen niet veranderen. Niet sterven. Als Jezus in mij gestalte krijgt, wat blijft er dan van mijn eigen ik over? Hij is zo groot en zo machtig. Wordt ik niet weggedrukt?
Dia
Maar het is juist andersom! Als je het allemaal zelf wilt doen en uit angst je eigen zelf koste wat het kost afschermt en hoog wilt houden, dan kun je heel eenzaam worden achter jouw veilige muur. Lewis zei het zo: “Je wordt heel kwetsbaar als je je hart opent en liefde geeft. Dia Want mensen kunnen je liefde afwijzen of pijn doen. Je hart wordt gebroken. Als jij je hart daartegen wilt beschermen, dan moet je je hart dus aan niemand geven. Wikkel je hart in allerlei hobbies en kleine luxe dingetjes. Vermijd alle echte ontmoetingen. Sluit je hart op in een kast of in de doos van je eigen ego. In die kleine donkere ruimte van je eigen zelf, zal niets jouw hart meer kunnen raken. Het wordt onbreekbaar, onbereikbaar, niet meer te verlossen”. Maar als Jezus in jouw leven mag komen, komt er bloei. Hij geeft je vrede met God. God is je Vader. Hij wil je vrijmaken van verslavingen. De band met mensen om je heen komt tot bloei. Je huwelijk kan zich verdiepen. Zoals een rups een vlinder wordt. Stel u eens voor, dat uw leven een huis is. Maar, dat huis is wat vervallen en versleten. Het is vuil. Nu komt Jezus erin wonen en Hij gaat het huis opknappen, renoveren. In het begin begrijpt u wel wat Hij doet: Hij repareert de dakgoot en het dak. En, ja, dat was ook wel nodig, want lekten nogal. Hij verft de deurposten. En, ja, die kunnen inderdaad wel een likje verf gebruiken! En daarbij: tenslotte is koning Jezus Hoog Bezoek. Alleen: daar blijft het niet bij! Hij gaat veel verder. Hij doet dingen, die je niet zomaar had verwacht. Dingen, die pijn doen. Hij gaat de kamers veel groter en ruimer maken en daarom slaat Hij er muren uit. Hij breekt de voordeur uit om de ingang ruimer te maken voor vrienden en gasten. Maar ook dat doet pijn. Hij sloopt er oude gewoonten uit: die oude koelkast waar jij al je drank in bewaarde. Al die verkeerde DVD’s gaan in de container. Met pijn in je hart zie je hoe je gierigheid wordt uitgesneden. Hij maakt de ramen groter, zodat er veel meer licht je leven kan binnenkomen. Ja, Hij gaat nog verder: Hij bouwt er vleugels aan en zet er torens omheen en legt een schitterende tuin aan vol vruchtbomen en bloemen. Wij dachten, dat de Here Jezus van ons levenshuis een mooi keurig huisje zou maken. Wat dingen repareren en zo. Maar Jezus heeft ander plannen: Hij maakt van ons kleine, vervallen levenshuisje een paleis, nee, een tempel en Hij gaat er zelf in wonen. Hij aanvaardt je zoals je bent, maar hij laat je niet zoals je bent. Daarvoor heeft hij je veel te lief. Amen.