Preek Galaten 3:26 – 4:7 voor 24 april 2016mo, BVI bijbelstudie, nr 515, JWB. Votum en zegengroet Zingen Bidden Zingen / oefenen Overzicht Galaten Lezen Zingen Tekst Preek Zingen Wet Elisabeth de Bruijn Gebed Collecte Zingen Zegen uitleg talstelling
Ps 18: 1,8,9 Lb 700:1,2,3 (nieuw, uitleg) Galaten 3:19 – 4:7 Lb 886 (= Opw 136) (2 talen) Galaten 3:26 – 4:7 Ps 98:2 Gk 176b (2 groepen)
Nabespreking, papier op statafels Gk 107:1,2,3,4
Overzicht Galaten: Broeders en zusters, gasten (Klik) Wij lezen vanmorgen uit de brief aan de Galaten. Afgelopen maanden hebben veel mensen hier bijbelstudie over gedaan. Er is een aantal keren uit gepreekt. Maandag een bijbelstudie hier in de kerk; vandaag de preek over dat gedeelte. Galaten, een emotionele brief. Paulus maakt zich zorgen, hij is bang, dat de Galaten God kwijt raken. (Klik) Laten we eerst over die zorg van Paulus lezen in 4:12-16; 20b […]. Wat was er dan aan de hand? Paulus heeft de gemeenten in Galatië gesticht op zijn tweede zendingsreis1. Het waren heidenen en zijn gedoopt. En nu gaat die brief aan de Galaten vooral gaat over de besnijdenis. Een paar teksten: 2:3-5, 5:11 […]. Wat is de achtergrond hiervan? Waarom dit onderwerp? Waar ging het toen over? Je hebt in die tijd drie groepen. Eerst de Joden. Een deel van hen gelooft Jezus niet, wordt zelfs vijandig tegenover Hem, net als Paulus eerst. (Klik) Dat is de eerste groep: Joden, die Christus niet aannemen. De tweede groep zijn de Joden, die Christus wel aannemen. De apostelen, de groep mensen in Jeruzalem, die met Pinksteren tot geloof komt. 1
Zie vooral J.v.Bruggen, Galaten
niet meer zwijgen
1
Allerlei gemeenten ontstaan, ook in buitenland. Dat is de 2e groep, gelovig geworden Joden. Die zijn van huis uit besneden, hebben hun gewoonten wat betref eten en drinken. Dat mogen ze loslaten, maar u begrijpt, dat is een proces. Wie nooit varkensvlees gegeten heeft – het mocht niet – krijgt daar een afkeer van. Als het verbod wegvalt, vind je het niet direct smakelijk. Het gevoel van afkeer is niet direct weg. De derde groep zijn die gelovige geworden andere mensen ‘heidenen’. Geen Joden, kenden God niet. Zij komen ook tot geloof, zoals Cornelius2, de mensen die Paulus horen op de zendingsreizen. Deze mensen hebben niets met Joodse voedselwetten, kennen de offers niet, kennen de besnijdenis niet. Dat hoeft ook allemaal niet. Er is een vergadering geweest van alle apostelen. Daar is dat uitgesproken3. Geloof in Jezus; Joodse wetten op weg naar Christus, zijn niet meer nodig. (Klik) En deze groep moet nu samen leven en geloven met die Joodse christenen. Multicultureel geloven. En dan is dit het punt: deze twee groepen gaan samen. Christenen uit de Joden en christenen uit de heidenen; één geloof, één God. Maar de Joodse christenen voelen zich sterk verbonden aan de Joden die Christus niet aannemen in gewoonten, in achtergrond, in manier van denken. (Klik) Principieel verbonden aan heiden-christenen, gevoelsmatig aan de ongelovige Joden. Zo’n groep met sympathie voor de Joden komt naar de gemeente van Galatië. (Klik) Zij dringen er op aan, dat nieuwe christenen zich laten besnijden. Daar gaat dus de brief over. De christenen uit de Joden willen hun ongelovige volksgenoten te vriend houden. De ongelovige Joden verwijten de christelijke Joden, dat ze de wetten van Mozes overboord gooien. Dat leidt tot vervolging. Als de christenen nu wel Christus aannemen, maar tegelijk zich wat houden aan Joodse wetten, lopen ze minder gevaar van de Joden. En gevoelsmatig is dat ook prettig; het is voor alle mensen altijd lastig te veranderen. Daar verzet Paulus zich tegen. Paulus begint uit te leggen, dat Gods evangelie van God zelf komt. Hoofdstuk 1 en 2. Tradities en gewoonten zijn ondergeschikt. God zelf heeft Paulus geroepen, het komt van God zelf [1:11,12]. Dan vertelt Paulus hoe God hem geroepen heeft en dat hij voor de waarheid zelfs 2 3
Handelingen 10 Handelingen 15
niet meer zwijgen
2
tegen Petrus in ging [2:11]. God alleen beslist over wat goed is. (Klik) Dan gaat Paulus vanaf 2:15 uitleggen waarom wet, besnijdenis, offers enzovoorts afgedaan heeft. God is na Christus een nieuwe weg ingeslagen. Daarin moet je Hem volgen. De Joodse wet heeft geen redding kunnen brengen. Het is nu kiezen, voor de Joden, voor de heidenen, voor iedereen: Christus alleen maakt contact met God mogelijk. Een andere weg is er niet [3:27-29]. Dit zit in het gedeelte, waar het deze maand in de BVI over gaat. (Klik) Je hoort bij God op één manier, namelijk door je band aan Christus. Wat is dan de plaats van de wet? Dat speelt steeds door alles heen. Daar hoop ik dan in deze dienst iets over uit te leggen. Aan het slot van de brief vat Paulus alles nog even samen. Dat is een kernvers 6:15 […]. Je achtergrond is niet belangrijk, besneden of niet. Gods doel is, dat we door geloof in Christus nieuwe mensen worden. Vanuit geloof komen tot gedrag. De band aan God en de genade van Christus die iets uitwerkt. Preek: Gemeente van Christus, gasten, twee keer komt het woord ‘onmondig’ voor in dit gedeelte. Christenen, volgelingen van de Heer Jezus zijn niet meer onmondig. Dat was vroeger, tijd van Mozes en Israel, het Joodse volk. Niet meer onmondig. Wat zijn we nu dan wel? Wat is het vervolg? …. (klik) Het vervolg op onmondig is…. [tegendeel?] Mondig? Zelfstandig? Onafhankelijk? …. Dat is een logische gedachte. Vroeger alles voorgeschreven in wetten, nu moeten we alles zelf weten. Vroeger gebonden aan de wet, nu vrijheid. Het tegendeel van onmondig? Dat wringt een beetje bij alles wat je leest. Ten eerste opvallend, het woord mondig komt niet in de bijbel voor. Ten tweede, Paulus geeft hier en op allerlei plaatsen aanwijzingen. De meeste van de 10 geboden worden in het 2e deel van de bijbel genoemd. We hebben als kerken het voorlezen van de wet niet afgeschaft. Integendeel; we gebruiken allerlei vormen en versies om er voor te zorgen dat de inhoud ook blijft leven en voorlezing geen leeg ritueel wordt. De wet blijft blijkbaar een rol spelen, ook na de opstanding van de Heer Jezus. Iets anders dat opvalt (als het gaat om wat het vervolg is van ‘onmondig’); daar gaat de hele brief over. niet meer zwijgen
3
Een waarschuwing voor terugval. Besnijdenis en andere Joodse wetten waren niet nodig; ik zei dat al. Maar een verleiding om er bij te blijven. Paulus is er bang voor dat de Galaten terugvallen. Onmondigheid was blijkbaar eigenlijk wel prettig. Wat na de tijd van onmondigheid komt, wat het na Christus dan wel is, dat is nog niet zo gemakkelijk. En, wij lezers en studeerders van deze brief4, overduidelijk wordt, dat we niet onmondig moeten zijn, maar wat dan wel? Mondig? Zelfstandig, onafhankelijk? Dat is het ook niet, wat dan wel? Wie kent het programma ‘het is hier geen hotel!’? …. Deze serie loopt op RTL4 op maandag; ik heb het zelf niet gezien. Wel wat over gehoord. Het gaat over jongeren rond de 20, die thuis niets doen, geen huishouding of koken of schoonmaken, geen geld bijdragen. Ouders doen alles; kinderen kunnen niets, willen niets, doen niets. Die jongeren wel heel mondig: prima in staat te zeggen wat ze denken, voelen en willen. Dat alleen eigenlijk. Maar wat hun gedrag uitwerkt bij anderen, geen aandacht voor. Daarin zijn ze kind gebleven: zo gepamperd, dat ze – twintigers – geen verantwoordelijkheid nemen. Ze worden niet volwassen. Niemand zegt nog wat ze moeten doen, maar succesvol wordt hun leven zo niet. Wel mondig, maar niet volwassen. Het tegendeel of het vervolg van onmondig, dat is niet ‘mondig’ of ‘eigen baas; eerder iets van volwassen of verantwoordelijk. Voel je het verschil? Verantwoordelijk zijn, dat is nog lastig. Dat is: leiding durven nemen, iets beslissen en de gevolgen dragen. Of opstaan, de leiding durven nemen. Dingen niet laten lopen, verstandig zijn, overzicht hebben, de gevolgen overzien en op je nemen. Dat zit in verantwoordelijkheid nemen. En dat komt in de buurt van waar het hier in Galaten over gaat. Het vervolg op onmondigheid, dat is iets als verantwoordelijkheid. En dat niet alleen maar makkelijk. Denk even aan dit voorbeeld: stel je ouders zijn overleden als je nog betrekkelijk jong bent, begin twintig of zo. Ook al woonde je niet meer thuis, ook al was al volwassen en zelfstandig. Naast het verdriet om het gemis, verandert je leven. Je staat nog meer op eigen benen. Wat kun je het missen, dat je ouders niet meer een rekening betalen, een 4
BVI
niet meer zwijgen
4
financiële klap opvangen, op je kinderen passen, de strijk wegwerken of eens via hun netwerk iets voor je regelen. Je kunt niet meer terugvallen op ouders, helemaal voor jezelf verantwoordelijk. Dat verantwoordelijkheid. Al je beslissingen, ze hebben ook altijd helemaal de gevolgen voor jou. Niet een ander die het opvangt. Niemand die ingrijpt of je met wijsheid stuurt. Het vervolg op onmondig is…. zelf verantwoordelijk (?). (klik) Ik zet er nog even een vraagteken achter. Ik moet daar nog wat meer over zeggen; dit is het nog niet helemaal. Ik moet u zeggen, dat ik me de Galaten zo wel wat meer kan voorstellen. Paulus waarschuwt voor terugval, niet terug naar de tijd van onmondigheid, niet terug naar de tijd van Joodse wetten. Maar dat verlangen ken ik ergens ook. Ik heb het op kerkenraad wel eens gezegd: wat zou het gemakkelijk zijn als de Heer Jezus hier ook aan tafel zat. Dan konden we het Hem vragen. Dit gemeentelid vermanen of troosten? Dit beleid inzetten of juist niet? Nog een mijl met iemand gaan of nu eens doorpakken? Konden we het maar aan de Heer Jezus vragen. Maar nee, met de wijsheid en de liefde die de Heer ons geeft, met de bijbel, in de kring van de gemeente, zo zijn we zelf verantwoordelijke voor onze beslissingen. Zelf verantwoordelijk, wat is het soms lastig. Ik hoor het andere mensen soms zeggen. Er gebeurt van alles in hun leven, problemen, verdriet. Soms stapelt het zich maar op. En je hebt geen idee waarom. Je komt haast in verdriet en problemen. Wat kan hier goed aan zijn? ‘Heer, wat wilt U hiermee? Ik wil met U leven, hebt ook veel voor U over. Maar wat wilt U hiermee? Wat kan het doel zijn? Wilt U me iets leren, maar wat dan? Legde U maar een briefje neer’! Verantwoordelijkheid, zelf leven, zelf beslissen, zelf met de bijbel je weg zoeken. Nam God je maar bij de hand. Een verlangen naar onmondigheid. Onmondig is makkelijker dan zelf verantwoordelijk. Het vervolg van onmondig is…. zelf verantwoordelijk (?). Maar dit klinkt toch wel een beetje triest, alsof we ‘als wezen achtergebleven niet meer zwijgen
5
zijn’. Geen kind meer, de Heer Jezus vertrokken naar de hemel. En nu? Daar heeft de Heer Jezus iets over gezegd voor zijn hemelvaart5’: Ik laat jullie niet als wezen achter, Ik kom bij jullie terug’. Deze belofte, daar gaat het hier ook over in Galaten. Wat staat in Galaten als tegenstelling tot ‘onmondig’? Onmondig, dat is letterlijk ‘je mond niet gebruiken’, je mond dicht houden. Niets kunnen zeggen, niets mogen zeggen. Het tegendeel daarvan is roepen, uitschreeuwen, je stem goed en hard gebruiken, voor iedereen hoorbaar. (klik) Dat staat hier: Abba, Vader, roepen. Niet onmondig, maar roepen. Wij zijn verbonden met de Heer Jezus die ‘Abba, Vader’ roept. Wij roepen mee. We zijn niet als wezen achtergelaten, maar hebben Gods Geest gekregen. Dit is een uitbundig roepen, iets als juichen. Daar zit iets in van blijdschap, plezier, verbondenheid. Zo kun je de relatie met God omschrijven, niet onmondig meer, maar een volwassen, intieme, liefdevolle relatie met Vader. Wat houdt dat dan in? Paulus schrijft over teveel om alles nu te behandelen. Ik neem er één ding uit: wat de wet voor ons betekent, nu we niet meer ‘onder toezicht’ staan en niet meer ‘onmondig’ zijn. Hoe kijk je aan tegen de wet als we in een volwassen, intieme, liefdevolle relatie met God leven? De wet is niet afgeschaft. De Heer Jezus heeft niet gezegd, het Oude Testament, dat is voorbij, dat was voor het volk Israel. Nu een nieuwe tijd, een nieuw boek, het Nieuwe Testament. Jezus, Petrus, Paulus, alle apostelen: onze band aan God is gebaseerd op twee boeken: Oude Testament en Nieuwe Testament. Door dat Oude Testament lopen twee draden, die met elkaar vervlochten zijn: de draad van de belofte aan Abraham en de draad van de wet van Mozes. (klik) Ik liet het in een andere preek zien6: eerst de belofte aan Abraham, die voor altijd blijft gelden. Later, 430 jaar later komt de wet van Mozes. En de draad van de belofte, die gaat haast ondergronds in die tijd. Alles lijkt om de wet te draaien, om gehoorzaamheid. Een wet die bij alles toezicht houdt, bij alles aanwijzingen geeft. Waarom een wet? (klik) Twee redenen: ten eerste een wet laat zien, wat er fout is. Een wet brengt naar boven, dat je niet vanzelf de goede dingen doet. Ik leg het zo uit met een voorbeeld. 5 6
Johannes 14:18 Zondag 47 (2016)
niet meer zwijgen
6
Dat wij als mensen God en je medemens niet vanzelf liefhebben en goed doen, dat brengt een wet naar boven7. Daar word je je bewust van. En het tweede: een wet voorkomt het ergste kwaad. Een wet maakt je niet een beter mens, een wet verandert onze binnenkant niet, maar dwingt tot iets goeds. Dat is of je nu wil of niet, zo gaat een wet ergste kwaad tegen. Een voorbeeld. Twee jaar geleden is er in Nederland een wet bij gekomen. Verkoop van alcohol ging van 16+ omhoog naar 18+. Een wet die ‘er later bij gekomen is8’. Die wet doet twee dingen: (1) ons bewust maken van het kwaad. En (2) het ergste voorkomen. Dat doet een wet. Dat maakt ons geen betere mensen; er is altijd gedoe over grenzen; lastig als je achter de kassa zit. Wie moet je wel of niet een ID kaart vragen? Dat moest er bij geregeld worden. En het duurt lang voordat mensen de zin ervan inzien. Was je net 16 toen de wet ingevoerd wet; eerst mocht ik wel drinken, dan ineens niet meer. Onmondig, onder toezicht, wat een gedoe. Wat wil deze wet? Alle misbruik van alcohol oplossen? Dat gaat niet lukken. Wel erger voorkomen. We hebben ontdekt, dat alcohol echt slecht is voor jongere mensen, dan probeer je alcoholgebruik in te dammen. Mazen en mogelijkheden genoeg om eigenwijs te zijn. Maar toch…. er komt een verandering in mentaliteit. Door de wet worden meer mensen zich bewust: niet drinken als je jong bent. Als er nu geen nieuwe alcoholwet was gekomen? Was jong drinken dan minder slecht? Nee, natuurlijk niet. In de jaren 80 en 90 zijn er genoeg jongeren geweest; deden het prima op de middelbare school en later kwam er toch niets van terecht; alsof ze later minder briljant waren. Achteraf zeggen we: was dat de invloed van veel drinken op jonge leeftijd? Je weet het niet, maar kan maar zo. De wet nu, gebaseerd op nieuw onderzoek, het brengt (1) het kwaad naar boven. En voorkomt (2) voor een deel van de jongeren dat ze zichzelf vernielen. Dat zit achter een wet. Ergens willekeurig, als je 17 jaar, 11 maanden en 30 dagen oud bent, is het dan erg om alcohol te drinken? Wat voor verschil is dat met 18 jaar en 1 dag? 7 8
Zie ook zondag 2 HC Galaten 3:16
niet meer zwijgen
7
Een wet kan niet alles regelen; altijd rafels, altijd discussie over een grens. Achter – of onder – zo’n gedetailleerde precieze wetgeving zit ‘de macht van de wereld’ (vers 4:3): Wij zijn onderworpen aan de machten van de wereld. Dat is iets als: zo werkt het nu eenmaal in de wereld. God heeft de wereld zo gemaakt, dat het alleen goed en fijn functioneert als je God in het middelpunt zet, Hem liefhebt, Hem volgt. Net als – of je dat nu weet of niet en of je dat nu wil of niet – alcohol je hersenen verwoest, vooral als je jong bent. De macht van de wereld: zo werkt het. Het verbod op verkoop (1) laat het zien en (2) voorkomt het ergste. Maar waar ligt de grens en is dat misschien ook nog per persoon verschillend? Die wet kan niet alles dichttimmeren. En al helemaal niet ons van binnen veranderen. Geen tijd nu om uitgebreid stil te staan bij vers 4. Jezus heeft ons vrijgekocht van die wet; daarom kort. (klik) We zijn nu kinderen, niet meer onmondig, maar – meer verantwoordelijk – roepen we: Abba, Vader om vrij van Hem te erven. Intiem zijn we met God verbonden via de Heer Jezus. Hij heeft alles precies gedaan zoals goed is. Hij kende de machten van de wereld: God in het middelpunt, Hem liefhebben, Gods wereld liefhebben. Dat zat Hem in het bloed, Hij begreep de wet. Hij kon die precies naleven. Zo kocht Hij ons vrij: alles wat goed is, is gedaan. Wij erven alles wat Hij gedaan heeft. In de Heer Jezus hebben we nu God zelf gezien. We hebben gezien wat een goed mens is. We hebben gezien, dat zijn liefde het leven goed maakt. We zien in de Heer Jezus wat de bedoeling van de wet is. Om het met het voorbeeld te zeggen: we snappen dat alcohol slecht is. Maar meer nog: in de Heer Jezus hebben we gezien dat een feest, waar je nuchter blijft, nog meer plezier geeft. We hebben als het ware achter de wetten om Gods bedoeling gezien. Door onze band aan Hem zijn we van de angst voor de wet af. We zijn vrij, we erven alles. Alle gevolgen van overtreden van Gods bedoeling is weggenomen. En we lezen nog steeds voorschriften en wetten uit het Oude Testament. Na Christus hebben we een volwassen liefdesrelatie met God. Je hebt de bedoeling gezien; dan vallen sommige voorschriften helemaal weg. Andere snap je beter en zie je de reden om je er extra voor in te zetten9. (klik) Paulus noemt dat ‘met Christus omkleden10’. Een mooi voorbeeld in deze tijd. 9
Zie Nederlandse Geloofsbelijdenis Artikel 25 Galaten 3:27
10
niet meer zwijgen
8
Bijna niemand maakt tegenwoordig zijn eigen kleding; zelfs ‘steekje los’11 niet, die maakt wel kleding, maar dat is altijd voor een ander. Onze kleding, het is door een ander gemaakt en die kleding maakt ons mooi. De Heer Jezus legt alles wat Hij goed gedaan heeft op ons. Hij wist wat God bedoelde met de wet, snapte de achtergrond. Bij Hem was het meer dan je schikken. Bij Hem was het vanuit de diepe relatie met Zijn Vader. Die kleding, die manier van doen, legt Hij op ons. Denk aan een toneelstuk. Als je je kostuum aan hebt en je bent geschminkt, dan voel je je anders. Dan ga je je gedragen als de persoon die je speelt. Dat is een andere verantwoordelijkheid als vroeger. De Heer Jezus zit niet bij ons aan de kerkenraadstafel. Hij legt ook geen briefje neer als wij het even niet meer weten. Wat Hij wel doet is ons verbinden aan Hem. Hij leert ons roepen: Abba, Vader, help ons, vul ons, help ons in verbinding met U te leven. Help ons U echt te kennen en steeds meer aan te voelen hoe U bent. En – net als met een toneelstuk – hoe meer je je inleeft in de persoon die je speelt, hoe meer je Hem ‘kent’. En komt er dan onverwacht een wending in het toneelstuk, een scene die je niet ingestudeerd hebt, je weet hoe je moet spelen. Want je kent de Eigenaar van de kleren die je gekregen hebt. Dat is niet meer onmondig, maar volwassen je blijdschap over de Heer uitroepen. Amen. Het vervolg op onmondig is… - zelf verantwoordelijk roepen: Abba, Vader om vrij te erven van Christus en ons met Hem te bekleden. ds.Jaap Boerma GKv Rotterdam – Oost 24 april 2016
11
handwerkclub op maandagavond in de kerk
niet meer zwijgen
9