Preek 8 – Galaten 4: 8-11: “Door God gekend…”. Orde van dienst: Votum en zegengroet Psalm 40: 1, 7 (Groep 5-8) Gebed Voor de kinderen: aan het strand. E&R 62: “Dit is de dag”. (Groep 3-4) Lezen: Galaten 3: 15-4: 11 GK 70 Tekst: Galaten 4: 8-11 Preek Psalm 139: 1, 8 Wet Psalm 51: 5, 6, 7 Gebed Collecten GK 64 Zegen. -------------------------Bij de preek: Veel mensen kijken van buiten tegen de kerk aan als “Daar mag niets en daar moet van alles”. Mensen vinden de kerk al snel streng. Het lijkt vaak vooral over “gedrag” te gaan. En misschien dat dat gevoel sommigen onder ons ook wel eens bekruipt. Vooral jongeren kunnen die allergie hebben. Hoe komt dat? Misschien omdat over ‘gedrag’ en ‘regels’ praten makkelijker is, dan over het geloof, dat in ons hart zit. Over vertrouwen, schuld, twijfels, verdriet, zonden. Dat zit veel dieper en kunnen we niet zomaar verwoorden. Of omdat we denken, dat ‘regels, geboden’ ons meer houvast geven. Minder abstract. Of omdat we van nature trots zijn: we willen het zelf doen. We willen de hemel waard zijn. Nou, daar gaat Paulus op in: hij vindt het echt vreselijk, dat de christenen in Galatië weer naar de ‘machten van deze wereld’ dreigen terug te keren. Hij roept in onze tekst heel emotioneel uit: “Heb ik het dan allemaal voor niets gedaan!!”. En dan wil hij laten zien, dat het in het evangelie juist andersom is: Thema: “Niets moet, alles mag”. *het hart van deze wereld *het hart van God *ons hart Gezegende zondag, Ds. A.A. Kramer. Voor de kinderen: Aan het strand. Voor de lezing: even terug! Galaten en Kelten. Ze waren tot geloof in God gekomen: 1: 3,4: “Genade zij u en vrede van God onze Vader en van onze Heer Jezus Christus, die zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld”.
Preek: Deze week las ik het volgende verhaal: Er was een predikant, die een oudere dame wilde bezoeken. Hij ging haar een flink bedrag brengen van de diaconie. Hij wist, dat zij financieel erg moeilijk zat en zo zou zij de huur zou kunnen betalen. Hij klopte verschillende keren op haar deur, maar niemand deed open. Later kwam hij erachter, dat zij wel thuis was, maar de deur niet open had durven doen. Hij vroeg haar, waarom ze de deur niet open had gedaan. Zij antwoordde: “Ja, ik hoorde wel kloppen, maar ik was bang, dat het de huisbaas was, die me op straat kwam zetten, omdat ik de huur niet betaald had”. Deze gelijkenis tekent het hardnekkige misverstand, waardoor mensen afstand tot Christus houden. Ze weten dat ze zondig zijn. Ze staan in de schuld bij God. Dus als ze God op de deur van hun leven horen kloppen, dan denken ze, dat hij als huisbaas de schuld komt opeisen in de vorm van allerlei morele verplichtingen. En dus doen ze de deur van hun hart niet open. Maar de waarheid is, dat hij niet aanklopt als een meedogenloze huurbaas, die je op straat komt zetten, maar als een gulle gever, die de huur voor ons komt betalen. Veel mensen kijken zo van buiten tegen de kerk aan. Het is voor hen een plek met “allemaal regeltjes”. Een plek waar “niets mag en alles moet”. Je moet twee keer naar de kerk. Je mag op zondag niet sporten. Je mag niet samenwonen. Er mag niets en je moet van alles. Een paar weken geleden had ik daar een gesprek over met een jongen en zijn meisje. Hij gelooft en zij niet. Voor haar is alles nieuw en vreemd. Zelfs het woord Bijbel. Ze hebben al een jaar verkering en zij gaat af en toe mee naar de kerk. Dat doet ze voor hem. Van haar hoeft het allemaal niet. Ze vindt er weinig aan en snapt het vaak niet. Zij vindt, dat het bij hem thuis en in de kerk alleen maar om regels gaat. Iedereen moet altijd mee naar de kerk. Waarom “moeten” ze en waren ze niet vrij? De broertjes en zusjes gaan liever niet. Nou, lekker geloof! Ze hadden daar vaak dikke ruzie over. Mensen zien vaak vooral de regeltjes: niets mag en alles moet. Maar het is andersom. Thema: “Niets moet, alles mag”. *het hart van deze wereld *het hart van God *ons hart *het hart van deze wereld. Het lijkt er dus op, dat er ín de kerk veel onvrijheid is, regels, geboden. Niets mag, alles moet. En dat het buiten de kerk, in de wereld, allemaal heel vrij is. Niets moet, alles mag. Je doet wat goed voelt. Maar is dat zo? Wat denken jullie, jongens en meisjes? Ja, misschien dat dat zo lijkt. De een moet mee naar de kerk op zondag. De ander mag zelf weten wat hij op zondag doet. Lekker de hele dag gamen of lekker lang uitslapen… Maar als je dieper kijkt….. Laten we dat eens doen.
Als Paulus hier over onze wereld schrijft, heeft hij het over ‘machten’. Over ‘goden, die geen goden zijn’. Wat bedoelt hij daarmee? Ja, lastig. Er staat hier een woord, dat letterlijk ‘beginselen’ betekent. Regel. Principe. Het ABC van deze wereld. Wat is het ABC, de grote regel, van deze wereld? Weet u dat? Wat zou u zeggen? Dit: “Heb je iets te bieden?”. En als je niets te bieden hebt, tel je dus niet mee. Zo gaan mensen vaak met mensen om. En dus met hun goden. Steeds draait het om de vraag “Wat heb je te bieden?”. Ik las het deze week zo: 1. Als je iets wilt hebben, moet je daar iets voor doen. 2. Als je een fout maakt, word je daarop afgerekend.
Dia
Zo hadden die Kelten al eeuwen geleefd. Zoals zoveel volken vereerden zij natuurgoden en volgden zij de cyclus van de natuur. En dat kun je je voorstellen: de natuur is overweldigend sterk en bedreigend. Storm, bliksem, donder, de zee, de zon, het donker, ziekte en dood, de kou van de winter en de hitte van de zomer, vruchtbaarheid en oogst: het is allemaal zo groot. Machten, die je kunnen vernietigen. Daarom willen mensen die machten in hun macht krijgen. Beheersen. Ze maken goden van die machten: Baäl, Astarte, Moloch, Ra, Wodan, Jupiter, Poseidon… En door die goden offers te brengen, hoopte je als klein mensje, dat ze jou geluk zouden brengen, een goede oogst, vruchtbaarheid. Mensen maakten beelden, altaren, kalenders, tempels, rituelen…. Allemaal om die machten te dwingen om geluk te geven. Oogsten. Overwinningen. Zo leefden die Kelten ook. Ze vereerden bomen. Deden aan tovenarij. Astrologie. Verering van boze geesten. Hadden ook een kalender met heilige dagen. Ziet u: de nacht voor Samhain, het nieuwe jaar. Imbolc, de avond voor de dag gewijd aan de vruchtbaarheidsgodin Brigit. Beltain ter ere van Bel, de god van leven en dood. Een avond voor de zonnegod Lugh en de viering van de oogst. Hier ziet u hoe die kalender eruit zag.
Dia.
Dia.
Dat lijkt interessant, maar het was een religie vol angst. Je kon de goden zomaar kwaad maken. En dan…. Vandaar, dat soms de meest bizarre offers werden gebracht. Zelfs mensenoffers. Kinderoffers. De verhalen zijn te gruwelijk om te vertellen. Dit leven volgens de natuur, de wereldorde, vind je overal terug. Dia En het heeft allerlei namen: Dharma, Tao, Adat, Rta, ….. Maar de enige manier om greep te krijgen op die natuurkrachten, was door omkopen. Door offers en plichten. En zo moest je je zelf verlossen. Steeds was de vraag: “Wat heb je te bieden?”. Dat is het beginsel, het ABC, de regel van deze wereld: “Wat heb je te bieden?”. En nog. Deze week ging het over de hoofddoek van koningin Beatrix en prinses Maxima. Ze hadden een moskee bezocht en uit respect een hoofddoek omgeslagen.
Wilders noemde dit een “trieste wanvertoning”. Omdat een hoofddoek in de Islam het symbool zou zijn van de ‘onderdrukking van de vrouw’. Maar ik kwam een artikel tegen, waarin het ging over een andere vorm van onderdrukking van de vrouw: dat ging over het gebruik van siliconen voor borstvergroting. Miljoenen vrouwen in het rijke westen blijken dit soort ingrepen te ondergaan. Want vrouwen moeten mooi zijn. Ze moeten wat te bieden hebben. Anders hebben mannen geen belangstelling meer. En dat tekent de minderwaardige manier waarop in het vrije westen met vrouwen wordt omgegaan. Pornografie is daar een ‘trieste wanvertoning’ van. Je moet wat te bieden hebben, anders word je afgewezen. Je moet mooi zijn, rijk zijn, beroemd, geslaagd, jong, sterk, sportief…. Gevangenen van de goedkeuring van anderen. Van elkaars blikken. Van film en reclame. Merken jullie dat ook, jongens en meisjes, dat je in zo’n wereld opgroeit? Een wereld vol harde regels? Dat is de regel van deze wereld, die Paulus bedoelt. Zo leefden die Kelten ook. Maar ze zijn veranderd!! Ze hebben Christus leren kennen. Dia. Paulus begint zijn brief zo: “Genade zij u en vrede van God onze Vader en van onze Heer Jezus Christus, die zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld”. Alleen: nu verwijt hij die Kelten, die galaten, dat zij weer terugkeren naar de machten van deze wereld. En dat doet Paulus erg heftig, erg emotioneel. Maar, ja, dat is toch helemaal niet zo?!! Ze keren voor een deel terug naar het joodse geloof: sommigen laten zich besnijden, houden zich aan de sabbat en andere dagen. Dat is toch wel wat anders. Ja, gelukkig wel. Maar er is een overeenkomst met hun oude godsdienst: het kan zijn, dat je je laat besnijden, de sabbat weer houdt, de kalender, als een plicht, om zo Gods genade te verdienen. Ja, en dan zit je weer in dat oude principe gevangen: “Wat heb je te bieden?”. Dan wordt de kalender een dienstrooster voor huisknechten. *het hart van God. Er staat een geweldig mooi bijzinnetje in onze tekst. Heeft u het gezien? Dia. Paulus schrijft in vers 9: “Hoe is het dan toch mogelijk, dat u die God hebt leren kennen, meer nog, door God gekend bent, u opnieuw tot die zwakke, armzalige machten wendt en u daaraan als slaven onderwerpen wilt?”. Je leest er zomaar overheen: “…..meer nog, door God gekend bent…”. Dia. Maar dit is het hart. De regel, het principe, van de hemel: we zijn door God gekend. En dat moet u goed begrijpen. Dat betekent niet, dat God ons wel kent. Weet wie we zijn en waar we wonen. Nee, in de bijbel is het woordje kennen een woordje uit het woordenboek van de liefde. Het gaat hier over ‘kennen’ zoals een moeder haar kind kent. Het wordt in het Hebreeuws ook gebruikt als het over de liefde tussen man en vrouw gaat. Als er staat, dat Adam en Eva gemeenschap met elkaar hebben en Kaïn daarna geboren wordt, dan staat er, dat Adam en Eva elkaar kennen. Het gaat dus over liefde. Liefde die geeft. God kijkt dus niet eerst naar wat jij te bieden hebt. Hij neemt je aan als zijn kind en sluit je in zijn hart.
Maar voelt u de enorme ruimte die dit geeft? We hoeven zijn liefde niet krampachtig te winnen. Die geeft hij. Ruim en met heel zijn hart. Zoals een moeder haar kind liefheeft. Of het nu mooi of succesvol is of niet. Dat zit in die woordjes erfgenaam, adoptie, kind, Abba, Vader, uitverkiezing… Dat is het geheim: je bent door God gekend. Zelfs al voor je werd geboren!! Zo diep en echt is Gods liefde. Die vraagt niet eerst: “wat heb je te bieden!??”. Dat is de regel in het huis van God: “we zijn door God gekend”. Onze verlossing begint bij Hem. En dat maakt het zo zeker. Dat maakt ons zo vrij en vrijmoedig. We zijn kinderen! Voelt u de vrijheid?!! En daarom heeft de Vader zijn Zoon gezonden. Jezus. Stel je voor: er is een hevig gevecht gaande. Overal klinken schoten. Zware bombardementen. De linies van de vijand zijn sterk. Ze lijken onoverwinnelijk. Maar soms doet een generaal dit: hij laat een parachutist achter de linies droppen. En die zoekt het commandocentrum van de vijand op, dringt naar binnen en schakelt dat uit. Ja, een parachutist is natuurlijk erg kwetsbaar. Maar als hij het commandocentrum van de vijand kan binnenkomen, ja, dán gaat die vijand verliezen. Hoeveel wapens hij misschien ook nog heeft. Dat heeft Jezus gedaan: Hij is naar onze aarde gekomen en aan het kruis op Golgotha heeft hij de satan, de machten van deze wereld, verslagen. Hoe deed hij dat? Door aan het kruis te laten zien, dat de God van Abraham volkomen anders is dan de goden van deze wereld. Hij eist geen offers. Hij biedt zijn eigen Zoon aan als offer. Een zoon, die voor die wereld zijn gezicht wil verliezen. Hij is niet trots. Hij heeft zijn wereld lief. En die liefde hoef je niet te verdienen door offers, rituelen, heilige dagen, besnijdenis, doop of kerkgang. Aan het kruis slaat God zelf zo het gesneden beeld aan stukken, dat satan van hem had gemaakt. En dat raakt satan tot diep in zijn zenuwcentrum. God is geen trotse afgod. Hij is de liefde zelf. En wij zijn door deze God gekend. Daar zit alles in. Begrijpen jullie, jongens en meisjes, waarom jullie vader en moeder heel graag willen dat jullie de bijbel leren kennen? Dat je naar catechisatie gaat en mee gaat naar de kerk? Dat is niet omdat het moet. Maar omdat ze heel graag willen, dat jullie deze God leren kennen. Zodat jullie vrij worden. Het is misschien niet zo spannend als een zaterdagavond bij Takens. Maar je ontvangt wel de liefde die je echt nodig hebt. *ons hart. Dia Deze liefde maakt enorme krachten los in ons hart. Door Jezus besef je dit: ‘Ik mag er zijn voor God! Hij heeft mij lief! Ik wordt niet afgerekend op mijn fouten. Ik mag steeds opnieuw beginnen! Wat is hij goed”. En het verlangen groeit om van hem te zijn. Voor hem te leven.
Kijk bijvoorbeeld eens naar Petrus. Hij mag leerling worden van Jezus. Wat mooi! Leerling. Maar vaak weet Petrus het allemaal net even beter dan Jezus zelf. Hij zal Jezus wel volgen. Als het moet door dik en dun. Jezus kan op hem rekenen. Die anderen misschien niet. Maar hij wel. Wat is hij goed! Maar u weet hoe het gaat: als het erop aan komt laat hij Jezus vallen. En daar is maar een dienstmeisje voor nodig. Als Jezus op zijn zwakst lijkt. Als hij wordt geslagen en bespuugd. Als hij alles maar machteloos lijkt te ondergaan, haakt Petrus af. Dit is geen koning. Wat heeft Hij nog te bieden? Hier wil Petrus niet bij horen. En drie keer zegt hij dat ook: ‘hier wil ik niet bij horen!!’. Totdat de haan drie keer kraait en Jezus zich naar hem toedraait en hem aankijkt. Op datzelfde moment kijkt Petrus in de donkere afgrond van zijn hart en breekt. Hij huilt. Niet alleen om Jezus. Vooral om zichzelf. Wat moet het voor Petrus moeilijk geweest zijn om Jezus weer te ontmoeten. Om hem weer in de ogen te kijken. Maar op een morgen bij het meer van Tiberias gebeurt het wel. Weer bij een vuurtje. En hoe gaat dat? Gooit een trotse, gekrenkte, Jezus hem met grote woorden uit de groep? Wordt Petrus afgerekend op zijn fout? Nee. Het is veel erger, maar ook veel mooier. Het enige wat Jezus vraagt is: “Heb je mij lief, Petrus?”. En Petrus stamelt diep uit zijn hart: “U weet dat ik u lief heb, Heer”. Geen grote woorden. Alleen maar het zeer bescheiden “U weet dat ik u liefheb, Heer. U kent mij”. Alsof Petrus wil zeggen: “Het is niet gebleken uit mijn daden, Here, en ook mijn woorden waren hol en trots. Maar u weet wel wat ik niet zeggen kan: ‘ik heb u lief’.” En dan wordt Petrus een van de apostelen van Jezus. Hij trekt de wereld in. Omdat het moet? Nee, omdat hij het zelf wil. Zijn hart is zo vol van de liefde van Jezus, dat hij anderen wil vertellen, dat de Vader van Jezus echt God is. Hij wil er zelfs voor sterven. Het is de barmhartigheid van God, die hem een ander mens maakt. En zo heeft David dat ervaren en Paulus en miljoenen anderen. Hun hart werd gebroken om het juist levend te maken. Open. Zacht. Liefdevol. Nederig. Dat is het punt: als je God niet kent en lief hebt, dan is alles te veel. Dan zucht je over het geloof en de kerk: “Niets mag en alles moet”. Maar als je God hebt leren kennen, dan begrijp je: “Alles mag en niets moet”. Het verschil zit in dat kennen. Amen.