Praktijkinstructie Zakelijke kredieten 4 (CBV16.4/CREBO:50161)
pi.cbv16.4 v2 © ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
Praktijk
Inhoud Inleiding
3
Taak 1
Ondernemingsvormen (eindterm 2 en 7)
5
Taak 2
Vermogensbehoefte (eindterm 4)
7
Taak 3
Vormen van zakelijk krediet (eindterm 1, 5 en 6)
9
Taak 4
Zekerheden en dekkingswaarde (eindterm 7 en 8)
11
Taak 5
Kredietaanvraag en -beheer (eindterm 3)
13
Zakelijke kredieten 4
Praktijk
Zakelijke kredieten 4
Praktijk
Inleiding Iemand die het plan opvat om een eigen bedrijf te starten heeft te maken met de vraag hoe hij dat plan financieel kan realiseren. Maar weinig startende ondernemers zullen alle kosten uit eigen middelen kunnen betalen. Bankkrediet is een van de manieren om in de vermogensbehoefte van een (startende) onderneming te voorzien. De kredietverlening aan zakelijke cliënten verschilt van kredietverlening aan particulieren. Dit verschil heeft met name betrekking op het feit dat de kredietrisico's bij zakelijke cliënten veel groter en onoverzichtelijker zijn. Kredietvormen bij deze vorm van kredietverlening zijn bijna nooit standaardproducten. Zakelijke kredietverlening is maatwerk. Tijdens je opleiding zul je niet zelfstandig een kredietgesprek mogen voeren met een cliënt die een zakelijk krediet bij het bedrijf waar je werkt wil afsluiten. Deze praktijkinstructie heeft als doel je een beeld te geven van de zaken die gedaan worden. En het is belangrijk dat je weet wanneer je een zakelijke klant moet doorverwijzen naar een specialist. In taak 1 worden de verschillende ondernemingsvormen behandeld. In taak 2 wordt bekeken hoe de vermogensbehoefte van een onderneming vastgesteld kan worden en in taak 3 welke vermogensbronnen aansluiten bij de vermogensbehoefte. Taak 4 behandelt de te stellen zekerheden en hun dekkingswaarde. In taak 5 tenslotte wordt aandacht besteed aan de criteria die door het bedrijf waar je werkt aan een kredietaanvraag gesteld worden en de manier waarop kredietbeheer uitgevoerd wordt.
Zakelijke kredieten 4
3
Praktijk
Zakelijke kredieten 4
4
Praktijk
Taak 1
Ondernemingsvormen Een van de eerste beslissingen die iemand moet nemen die (alleen of samen met anderen) een bedrijf wil beginnen, is het kiezen van de ondernemingsvorm waarin de activiteiten ondergebracht moeten worden. Er bestaan ondernemingen van natuurlijke personen, zoals: de eenmanszaak de maatschap de vennootschap onder firma de commanditaire vennootschap het tijdelijk samenwerkingsverband. En er zijn ondernemingen van rechtspersonen, zoals: de naamloze vennootschap de besloten vennootschap de coöperatie de vereniging de stichting. In de verschillende ondernemingsvormen is o.a. de aansprakelijkheid vastgelegd. Voor het verlenen van kredieten aan zakelijke cliënten is het voor de bank van groot belang te weten wie voor welke schulden aansprakelijk kan worden gesteld.
Doel
In deze taak onderzoek je: ¾ de juridische status van een kredietnemer en de aansprakelijkheid alsmede de juistheid en volledigheid van de gevraagde zekerheden (eindterm 7) ¾ de instanties die (startende) ondernemers informatie en advies kunnen geven (eindterm 2)
Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5.
Taak 1
Achterhaal de ondernemingsvorm van een onderneming die bij het bedrijf waar je werkt een zakelijk krediet heeft afgesloten. Zoek uit bij wie de aansprakelijkheid ligt binnen deze onderneming.
Wat zijn de meest kenmerkende verschillen tussen de diverse ondernemingsvormen van zowel natuurlijke als rechtspersonen? Geef deze schematisch weer. Bij welke instanties kun je gegevens over bestaande bedrijven en instellingen natrekken? Welke gegevens over de onderneming zijn terug te vinden in een uittreksel van de Kamer van Koophandel? Welke beroepsorganisaties houden registers bij van beoefenaren van vrije beroepen? Welke informatie kun je hier krijgen? Bij welke andere informatiebronnen kun je bedrijfsinformatie krijgen?
Zakelijke kredieten 4
5
Praktijk Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat moet worden aangepast. Pas, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. Vraag aan de praktijkopleider de dossiers op van drie ondernemingen (met verschillende ondernemingsvormen) die bij het bedrijf waar je werkt een zakelijk krediet hebben afgesloten. Gebruik deze dossiers ook bij de opdrachten van de overige onderdelen van deze praktijkinstructie. 1.
Ga na voor welke ondernemingsvorm deze drie organisaties gekozen hebben.
2.
Onderzoek bij wie de aansprakelijkheid in de betreffende organisaties ligt.
Bespreek je bevindingen en de eventuele onduidelijkheden met de praktijkopleider.
Taak 1
Zakelijke kredieten 4
6
Praktijk
Taak 2
Vermogensbehoefte Als je een beeld wilt krijgen van de vermogensbehoefte van een onderneming, zal duidelijk moeten zijn waarin deze onderneming wil investeren. Je kijkt waarom een bedrijf geld nodig heeft. Dat kan zijn voor de bekostiging van vaste activa (in meerdere productieprocessen gebruikt) en vlottende activa (in één productieproces verbruikt). Om tot de totale vermogensbehoefte te komen worden de verschillende soorten vermogensbehoefte bij elkaar opgeteld. Deze optelling kan worden gebruikt voor het zoeken van de meest geschikte financieringsvorm. Voor het beoordelen van de kredietwaardigheid is onder andere van belang: de kwaliteit van het management de aard van de bedrijfsactiviteiten en de aard van de te financieren projecten de ontwikkeling van het resultaat van de kredietvragende onderneming getoetst aan de ontwikkeling van de bedrijfsresultaten in de desbetreffende bedrijfstak de financiële structuur van de onderneming. Wanneer het gaat om een nieuwe onderneming zal aan de bank een ondernemingsplan moeten worden voorgelegd. Hierin is het geheel van plannen en beslissingen die moeten leiden tot realisatie van de ondernemingsdoelstellingen vastgelegd. Ook de wijze waarop de vermogensbehoefte van de onderneming is samengesteld wordt hierin beschreven.
Doel
In deze taak onderzoek je: ¾ de vermogensbehoefte van een cliënt op basis van een dossier (eindterm 4)
Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. 2.
Taak 2
Bestudeer een ondernemingsplan van een onderneming die bij het bedrijf waar je werkt een zakelijk krediet heeft afgesloten. Maak een globaal overzicht van: . de wijze waarop de vermogensbehoefte is samengesteld . met welke vermogensbronnen de investeringen zullen worden gefinancierd.
Is een ondernemingsplan een standaard onderdeel van een aanvraag voor een zakelijk krediet? Met welk soort invloeden kan een onderneming te maken krijgen? Leg uit wat de gevolgen van bijvoorbeeld seizoensinvloed op de vermogensbehoefte kan zijn.
Zakelijke kredieten 4
7
Praktijk Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat moet worden aangepast. Pas in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. Gebruik bij de uitwerking van deze opdrachten de drie dossiers die je eerder van de praktijkopleider ontvangen hebt. 1.
Ga per dossier na of het een investering betreft in vlottende of in vaste activa.
2.
Ga per dossier na of het gaat over kortstondige, langdurige of permanente vermogensbehoefte.
3.
Geef per dossier aan of de onderneming met seizoensinvloeden te maken zal krijgen en zo ja, welke gevolgen kan dit hebben.
Leg je bevindingen en de eventuele onduidelijkheden voor aan de praktijkopleider.
Taak 2
Zakelijke kredieten 4
8
Praktijk
Taak 3
Vormen van zakelijk krediet De vermogensbehoefte is bepaald. Nu moet bekeken worden hoe deze vermogensbehoefte kan worden gefinancierd. Financiële dienstverleners verschaffen extern vermogen in verschillende kredietvormen. Zij kunnen middelen verschaffen om zowel de kortstondige als de langdurige tijdelijke vermogensbehoefte te financieren. Meestal spreken we in dit verband van korte en lange kredieten. De belangrijkste vorm van kort zakelijk krediet is het rekening-courantkrediet. Deze vorm van krediet wordt gebruikt om in kortlopende financieringsbehoeften van een onderneming te voorzien. Daarnaast verschaffen financiële dienstverleners andere vormen van krediet zoals: de (middel)lange lening; voor investeringen in vaste activa lease; als alternatief voor een (middel)lange lening de kasgeldlening; voor grote bedrijven met een omvangrijke kredietbehoefte, waarvan de duur goed te voorspellen is het discontokrediet; een vorm van debiteurenfinanciering commercial paper; kortlopende promessen aan toonder, uitgegeven door het bedrijfsleven factoring; waarbij de factormaatschappij de vorderingen op afnemers overneemt exportfinanciering.
Doel
In deze taak onderzoek je: ¾ de vormen van zakelijk krediet (eindterm 1) ¾ de vermogensbronnen die aansluiten bij de vermogensbehoefte van een cliënt op basis van een dossier (eindterm 5) ¾ de financiële, fiscale en juridische consequenties van het afsluiten van een elementair zakelijk krediet (eindterm 6)
Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. -
-
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Taak 3
Bestudeer het dossier van een lopend zakelijk krediet en achterhaal welke vorm van zakelijk krediet het betreft. Bestudeer hoe de vermogensbron voorziet in de vermogensbehoefte. Gebruik daarbij het ondernemingsplan.
Wat zijn binnen het bedrijf waar je werkt de meest afgesloten vormen van zakelijk krediet? Wat zijn daarvan de kenmerken? Wat zijn de fiscale voor- en nadelen van de verschillende vormen van zakelijk krediet? Wat zijn de juridische gevolgen van de verschillende vormen van zakelijk krediet? Welke mogelijkheden bestaan er op het gebied van cross-selling bij het bedrijf waar je werkt bij het afsluiten van een zakelijk krediet? Wat zijn de financiële gevolgen van de verschillende vormen van zakelijk krediet? Welke tarieven voor debetrente, creditrente, kredietprovisie, afsluitprovisie en omzetprovisie brengt het bedrijf waar je werkt in rekening bij een rekening-
Zakelijke kredieten 4
9
Praktijk
7.
Opdrachten
courantkrediet? Worden bij het bedrijf waar je werkt afwijkende normen gehanteerd bij kredietverlening aan specifieke doelgroepen (bijv. medici)? Geef aan om welke doelgroepen het dan gaat en beschrijf op welke onderdelen afgeweken wordt.
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat moet worden aangepast. Pas, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. Gebruik bij de uitwerking van deze opdrachten de drie dossiers die je eerder van de praktijkopleider ontvangen hebt. 1.
Geef per dossier aan om welke vorm van zakelijk krediet het gaat.
2.
Zet de totale vermogensbehoefte af tegen de gekozen financieringsvorm. Zou jij ook voor deze financieringsvorm gekozen hebben? Motiveer je antwoord.
3.
Geef per dossier aan welke producten/diensten de onderneming van het bedrijf waar je werkt heeft gekocht, naast het bestaande zakelijke krediet.
Leg je bevindingen en de eventuele onduidelijkheden voor aan de praktijkopleider.
Taak 3
Zakelijke kredieten 4
10
Praktijk
Taak 4
Zekerheden en dekkingswaarde Kredietverlening aan bedrijven brengt voor financiële dienstverleners extra risico's met zich mee. Om de risico's te beperken wordt de onderneming die het krediet aanvraagt eerst grondig geanalyseerd. Toch zijn er risico's die niet vooraf ingeschat kunnen worden. Daarom kunnen financiële dienstverleners zekerheden vragen: zakelijke, persoonlijke of oneigenlijke zekerheden. Of een financiële dienstverlener zekerheden vraagt, hangt enerzijds af van de zekerheden die de kredietnemer of derden kunnen verstrekken en anderzijds van het risico dat aan de kredietverlening kleeft. De berekening van de dekkingswaarde van de zekerheden is in feite een inschatting van de opbrengsten die de financiële dienstverlener op grond van haar voorrangspositie kan verwachten, wanneer de kredietnemer na verstrekking van het krediet failliet zou gaan. De waardeberekening kan afgezet worden tegen het krediet van de onderneming. Bij de berekening van de dekkingswaarde worden door financiële dienstverleners verschillende normen gehanteerd.
Doel
In deze taak onderzoek je: ¾ de juridische status van een kredietnemer en de aansprakelijkheid alsmede de juistheid en volledigheid van gevraagde zekerheden op basis van een dossier (eindterm 7) ¾ de dekkingswaarde van gestelde zekerheden (eindterm 8)
Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. 2.
Taak 4
Neem een overeenkomst van een reeds afgesloten zakelijk krediet en zoek uit of er sprake is van zekerheidsstelling. Geef ook aan van welke vorm van zekerheidsstelling sprake is. Geef aan de hand van de balans van de onderneming de posten aan die als dekking ter zekerheid kunnen dienen. Bereken van deze balansposten de dekkingswaarde.
Wat zijn voor het bedrijf waar je werkt de verschillen tussen persoonlijke, zakelijke en oneigenlijke zekerheden? Welke procedure wordt bij het bedrijf waar je werkt gevolgd wanneer de kredietnemende onderneming niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen en de zekerheden aangesproken moeten worden?
Zakelijke kredieten 4
11
Praktijk Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat moet worden aangepast. Pas, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. Gebruik bij de uitwerking van deze opdrachten de drie dossiers die je eerder van de praktijkopleider ontvangen hebt. 1.
Geef per dossier aan of er sprake is van gestelde zekerheden en zo ja, in welke vorm deze gesteld zijn.
2.
Geef per dossier aan welke posten op de balans als zekerheid zouden kunnen dienen.
3.
Bereken de dekkingswaarde van deze balansposten.
Leg je bevindingen en de eventuele onduidelijkheden voor aan de praktijkopleider.
Taak 4
Zakelijke kredieten 4
12
Praktijk
Taak 5
Kredietaanvraag en -beheer Een ondernemer die behoefte heeft aan vermogen voor de financiering van zijn bedrijf, kan hiervoor zijn bank of een andere financiële dienstverlener benaderen. In een eerste gesprek zal de accountmanager de ondernemer inlichten over de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om tot kredietverstrekking over te kunnen gaan. De kredietaanvraag moet aan een aantal door de financiële dienstverlener gestelde criteria te voldoen. De kredietaanvraag wordt grondig geanalyseerd, waarbij met name aandacht geschonken wordt aan de kwaliteit van het management en de financiële positie en vooruitzichten van het betreffende bedrijf. Als er in een later stadium daadwerkelijk zaken worden gedaan is het van belang dat zowel de kredietnemer als de kredietgever zich goed voorbereiden op het kredietgesprek. Na de verlening van het krediet blijft de financiële dienstverlener de onderneming volgen. Door kredietbeheer wordt getracht de vinger aan de pols te houden. Na verloop van tijd kunnen immers heel andere omstandigheden gelden dan op het moment dat het krediet werd verstrekt.
Doel
In deze taak onderzoek je: ¾ de criteria waaraan een kredietaanvraag moet voldoen (eindterm 3)
Activiteitenlijst Lees de activiteitenlijst door om een beeld van de taak te krijgen. -
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met de praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Taak 5
Neem een overeenkomst van een reeds bestaand zakelijk krediet en controleer of de volgende zaken aanwezig zijn: . branche-informatie van de kredietvragende onderneming . een overzicht van de financiële situatie van het bedrijf . algemene en objectieve informatie over het bedrijf.
Gebruikt het bedrijf waar je werkt bij het verwerken van kredietaanvragen gestandaardiseerde formulieren? Hoe wordt bij het bedrijf waar je werkt een offerte in het kader van kredietverlening samengesteld en wie doet dit? Op welke manier wordt bij het bedrijf waar je werkt de informatie over cliënten in de kredietadministratie opgenomen? Welke bescheiden/documenten dient de cliënt te overleggen bij het afsluiten van een zakelijk krediet? Hoe en hoe vaak rapporteert het bedrijf waar je werkt over haar kredietportefeuille aan het hoofdkantoor? Wie is binnen het bedrijf waar je werkt verantwoordelijk voor de dagelijkse kredietbewaking en hoe wordt deze in de praktijk gerealiseerd?
Zakelijke kredieten 4
13
Praktijk Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van de activiteitenlijst. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren, moet je nagaan of de activiteiten in het bedrijf waar je werkt op de hiervoor beschreven manier gebeuren of dat moet worden aangepast. Pas, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is, aan. Voer de opdrachten daarna uit. Gebruik bij de uitwerking van deze opdrachten de drie dossiers die je eerder van de praktijkopleider ontvangen hebt. 1.
Geef voor alle drie de dossiers kort weer wat er vermeld wordt over: algemene objectieve informatie omtrent de onderneming de kwaliteit en moraliteit van het management de financiële ontwikkelingen in de bedrijfstak.
2.
Beschrijf de volledige procedure bij het bedrijf waar je werkt voor de aanvraag van een zakelijk krediet tot en met de verstrekking daarvan.
3.
Ga in de drie dossiers na of een BKR-toetsing heeft plaatsgevonden.
4.
Ga in de drie dossiers na of er regelmatig kredietbeheer heeft plaatsgevonden en of er de noodzaak was om actie te ondernemen.
Leg je bevindingen en de eventuele onduidelijkheden voor aan de praktijkopleider.
Taak 5
Zakelijke kredieten 4
14