Praktijkgids 3e jaarsstage Bestuurskunde Studiejaar 2015-2016 Semester 1
Inhoudsopgave 1. Voorwoord .......................................................................................................................................................... 3 2. De opleiding in het kort....................................................................................................................................... 3 3. Doel van de stage ................................................................................................................................................ 3 4. Begeleiding vanuit de opleiding .......................................................................................................................... 3 5. Begeleiding vanuit uw organisatie ...................................................................................................................... 4 6. Contact en samenwerking................................................................................................................................... 4
Bijlagen Bijlage 1: Beoordelingsformulier voor de praktijkbegeleider Bijlage 2: Toelichting op competenties
Praktijkgids 3e jaarsstage bestuurskunde
Pagina 2
1. Voorwoord Als stageteam Bestuurskunde zijn wij zeer verheugd dat uw organisatie onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden van studenten tot professionals. Wij hopen dat de student een aanvullende, ondersteunende, vernieuwende en/of inspirerende bijdrage levert aan uw organisatie. U heeft inmiddels kennis gemaakt met (een) derdejaars student(en) Bestuurskunde en afspraken gemaakt over de inhoud van de stage. Deze praktijkgids geeft u meer informatie over hoe de stageperiode verloopt en over de begeleiding van de student(en).
2. De opleiding in het kort Bestuurskunde aan de Hogeschool van Amsterdam is een praktijkgerichte opleiding die studenten opleidt tot Urban Public Professionals (UPP). Het is een relatief jonge opleiding aan de Hogeschool; vanaf september 2011 wordt Bestuurskunde aangeboden. Urban Public Professionals opereren in een complexe grootstedelijke omgeving. De UPP verbindt de verschillende stakeholders en benadert vraagstukken vanuit diverse disciplines. De opleiding duurt vier jaar en staat vanaf het eerste jaar in het teken van kennis vergaren én toepassen. Colleges worden afgewisseld met trainingen, praktijkopdrachten en projecten. In het derde jaar lopen de studenten een semester stage en in het vierde jaar studeren de studenten af op een externe opdracht.
3. Doel van de stage Het eerste semester van het derde jaar lopen de studenten vijf dagen per week stage. In die periode zijn er drie terugkommiddagen waarop de student terug komt op school. De belangrijkste leerdoelen voor de student tijdens de stage zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8.
Leren in een stageorganisatie (politiek bestuurlijke context) te functioneren; Bekend en vertrouwd raken met alle aspecten van het toekomstige beroep van UPP; Inzicht krijgen in zijn geschiktheid voor het beroep; Inzicht krijgen in zijn ontwikkelpunten voor het vervolg van de opleiding, om uiteindelijk aan het gewenste eindniveau te voldoen; Het vermogen ontwikkelen om in een beroep resultaten te boeken (beroepsexpertise); Praktische vaardigheden oefenen in de beroepspraktijk, zoals: organiseren, afstemmen, schriftelijk rapporteren, mondeling presenteren, zelfstandig een oordeel vormen, initiatief nemen, verantwoordelijkheidsgevoel ontwikkelen; Oefenen om het geleerde in verschillende situaties en omstandigheden toe te passen (transfer); Leren tijdens beroepsmatig handelen te reflecteren op zijn functioneren en zijn gedrag.
4. Begeleiding vanuit de opleiding Iedere student heeft een begeleidend docent vanuit de opleiding Bestuurskunde, de stagedocent. Deze docent is verantwoordelijk voor de procesmatige begeleiding van de student tijdens de stage. De inhoudelijke begeleiding ligt vooral bij de praktijkbegeleider (zie volgende hoofdstuk). In de eerste maand van de stage zal de stagedocent uw organisatie bezoeken. Halverwege de stageperiode zal de stagedocent telefonisch contact met u opnemen om te bespreken hoe de stage verloopt, of de student naar verwachting functioneert, of de opdracht de gewenste vordering heeft en of zich onverhoopt problemen voordoen. De stagedocent kan optreden als intermediair tussen u en de student in geval van problemen. De beoordeling van de student valt onder de verantwoordelijkheid van de stagedocent. Uw beoordeling over het functioneren en over de opdrachtuitvoering is daarbij belangrijke input (zie ook volgende hoofdstuk).
Praktijkgids 3e jaarsstage bestuurskunde
Pagina 3
5. Begeleiding vanuit uw organisatie In de startperiode van de stage is een actieve stagebegeleiding van belang. Die bestaat in het begin vooral uit het inwerken en wegwijs maken van de stagiair in de organisatie. Wanneer de stagiair is ingewerkt, raden wij aan wekelijks contactmomenten te hebben. Afhankelijk van de structuur en cultuur in uw organisatie kan deze begeleidingsvorm verschillen. In deze contactmomenten is het goed om zowel stil te staan bij de (team)samenwerking als bij de individuele (expertise)ontwikkeling van de stagiair. Tijdens de gehele stage voorziet u de stagiair van de nodige inhoudelijke begeleiding. In de eerste maand van de stage is er een gesprek met u, de stagedocent en de stagiair. In dit gesprek maakt u kennis met de stagedocent en wordt de aanpak van de individuele opdracht en het eerste functioneren van de stagiair besproken. De student zal het initiatief nemen om deze afspraak te plannen. Halverwege de stage zal de stagedocent telefonisch contact met u opnemen om te horen hoe de stage verloopt en uw indruk van de stagiair te vernemen. Begin december levert de stagiair een concept opdrachtrapport in bij u en bij de stagedocent. Aan u wordt dan gevraagd om dit conceptrapport te bekijken en uw op en aanmerkingen per email door te geven aan de stagedocent. De stagedocent bespreekt het concept rapport en ook uw opmerkingen dan half december met de stagiair. Aan het eind van de stage wordt aan u gevraagd om de student te beoordelen op het functioneren in de organisatie en op het uitvoeren van de opdracht die de student van u heeft gekregen. Voor dit laatste ontvangt u uiterlijk 15 januari het opdrachtrapport van de student. Een beoordelingsformulier treft u aan in bijlage 1. De stagedocent ontvangt het door u ingevulde beoordelingsformulier graag enkele dagen voorafgaand aan het assesment (eind januari). Uw beoordeling wordt (zwaarwegend) door de stagedocent meegenomen in de eindbeoordeling van de stagiair. Wij stellen het zeer op prijs als u deel wilt nemen aan het assessment dat de student heeft aan het einde van de stageperiode. Tijdens het assessment reflecteert de student op zijn stageperiode in uw organisatie. De stagedocent is de assessor tijdens het assessment dat bij u of op de hogeschool plaatsvindt.
6. Contact en samenwerking Uw contacten met de opleiding verlopen voornamelijk via de stagedocent. Deze docent ontmoet u tijdens het bezoek aan uw organisatie eind februari of begin maart en tijdens het assessment aan het eind van de stage. Als u tussentijds vragen heeft of behoefte heeft aan overleg dan kunt u contact opnemen met deze docent. Naast de stagedocent is de stagecommissie een belangrijk aanspreekpunt. De stagecommissie is verantwoordelijk voor het stageproces van de opleiding. Bovendien verzorgt de stagecommissie de goedkeuring van de stages, de terugkomdagen, en alle andere organisatorische zaken rondom de stage. De stagecommissie is te bereiken via
[email protected] .
Praktijkgids 3e jaarsstage bestuurskunde
Pagina 4
Bijlage 1: Beoordelingsformulier voor de praktijkbegeleider Naam student Studentnummer Naam praktijkbegeleider Stageorganisatie Stageperiode Competentie 1: Verkennen& Agenderen: de Urban Public Professional (UPP) is in staat om (internationale) maatschappelijke vraagstukken en politiek gevoelige issues te signaleren en te formuleren tot beleidsproblemen. Hij is in staat deze te agenderen door actoren effectief te beïnvloeden. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Competentie 2: Onderzoeken & Adviseren: de UPP is in staat tot het verrichten en beoordelen van praktijkgericht onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid. Hij adviseert ten behoeve van de richting van de bestuursopdracht op basis van analyse van informatie en weging van belangen. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Competentie 3: Ontwikkelen & Ontwerpen: de UPP is in staat tot het praktijkgericht ontwerpen, selecteren, hanteren, en (her-) ontwerpen van instrumenten, methoden, technieken en diensten ten behoeve van integrale beleidsontwikkeling. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Pagina 1 van 3
Competentie 4: Co-creëren en Arrangeren: de UPP schakelt en verbindt beleidsgebieden, -niveaus, partijen, belanghebbenden en netwerken. Op basis daarvan creëert en faciliteert hij doelgerichte coalities. Hij treedt namens zijn opdrachtgever zelfstandig op in processen en/of netwerken rond de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Competentie 5: Managen & Regisseren: de UPP is in staat tot het aansturen en faciliteren van mensen, processen, projecten en programma’s gericht op oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Hij geeft richting aan resultaatgerichte interactie van partners. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Competentie 6: Monitoren & Handhaven: de UPP is in staat om de kwaliteit en doelmatigheid van afspraken over de uitvoering van beleid te bewaken en zo nodig bij te sturen.* Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Competentie 7: Evalueren & Verantwoorden: de UPP is in staat om passende evaluatie-instrumenten te selecteren en te hanteren. * Met welke activiteiten is gewerkt aan deze competentie V OV nvt
Motivatie voor dit oordeel:
Pagina 2 van 3
Geef een globaal oordeel over de geschiktheid van de stagiair(e) voor het beroepenveld:
Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten van deze stagiair(e) en welke verbeterpunten adviseert u deze stagiair(e)?
Hoe beoordeelt u de individuele opdracht van de stagiaire, waarom en welk cijfer (1 – 10) geeft u hier voor?
Beoordeel de totale stageperiode met een cijfer (1-10)
Datum:
Datum:
Handtekening praktijkbegeleider:
Handtekening stagedocent:
....
Dit formulier twee weken voorafgaand aan het stageassessment graag emailen aan de stagedocent. * Voor een uitgebreidere toelichting en voorbeelden bij de competenties, zie bijlage 1: Competenties op drie niveaus, het gaat hier om niveau twee.
Pagina 3 van 3
Bijlage 2: Toelichting op competenties (= bijlage 10 bij TNO Bestuurskunde)
BIJLAGE 10
COMPETENTIES OP DRIE NIVEAUS STARTBEKWAAM (NIVEAU 3) KEUZEBEKWAAM (NIVEAU 2) HOOFDFASEBEKWAAM (NIVEAU 1)
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 1
UITWERKING VAN DE COMPETENTIES VAN DE URBAN PUBLIC PROFESSIONAL OP DRIE NIVEAUS Competenties De Urban Public Professional wordt opgeleid in en voor een viertal onderling gerelateerde taakgebieden met kenmerkende beroepsrollen: Urban Research (onderzoek), Urban Design, (ontwerpen), Urban Practice (uitvoering) en Urban Development (ontwikkeling). Elk taakgebied hangt samen met de fasen van de beleidscyclus: diagnosticeren, ontwerpen, implementeren en evalueren. De beleidscyclus suggereert een lineair verloop, terwijl er steeds vaker sprake is van reflectieve professionals en teams, die de cyclus iteratief doorlopen bij het ontwikkelen en verbeteren van de praktijk op basis van actuele maatschappelijke ontwikkelingen, praktijkgericht onderzoek, de uitkomsten van continue monitoring en good practices. Dit is des te meer het geval naarmate er vaker sprake is van interactie en co-creatie met belanghebbenden. Analoog daaraan zijn de competenties primair verbonden met één van de taakgebieden, terwijl ze in alle fasen van de cyclus worden toegepast (afbeelding 1). De taakgebieden komen terug in het curriculum in de vorm van bijpassende grootstedelijke thema’s en beroepscontexten
Taakgebied Urban Research In dit taakgebied ligt de nadruk op de start van de beleidscyclus Die start ligt veelal bij politiekbestuurlijk organisaties en instellingen die nieuw beleid ontwikkelen of bestaand beleid bijstellen. In toenemende mate participeren deze organisaties in samenwerkingsverbanden met een meer of minder formeel karakter. In de Metropoolregio Amsterdam opereert een veelheid aan instellingen en personen, die voor de UPP een complex en uitdagend krachtenveld vormen bij de diagnose van en het onderzoek naar maatschappelijke vraagstukken. In deze veelkleurige en dynamische context verkent de UPP het gehele terrein van (wilde) ideeën tot de (welomschreven) plannen. Hij doet praktijkgericht onderzoek naar dit krachtenveld met behulp van passende onderzoeksmethoden. Hij zet hierbij kennis in over ‘best’ en ‘worst’ practices en ‘lessons learned’, zowel in de regionale context als in vergelijkbare metropoolgebieden in Europa of daarbuiten. Dit resulteert in een analyse van een veelheid aan probleemvariabelen op financieel-economisch, juridisch en politiek gebied. De belangen van alle betrokken partijen worden daarbij zorgvuldig afgewogen. De UPP geeft prioriteiten aan, verkent oplossingsrichtingen en alternatieven en signaleert politiek gevoelige issues. Hij adviseert de (bestuurlijke) opdrachtgever en initieert activiteiten, gericht op het creëren van draagvlak om een beleidsvoorstel te agenderen. Kenmerkende beroepssituaties De UPP werkt als wijkmanager bij een woningcorporatie in wijk A van de gemeente Z. Hij ontvangt van een aantal bewoners het signaal dat de bij de inspraak van de geplande renovatie betrokken bewonerscommissie niet representatief is voor de bewoners. Ook de straatmanagers (werkzaam op mbo-niveau) brengen in hun wekelijks teamoverleg deze klachten van een aantal TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 2
bewoners naar voren. De wijkmanager schrijft een notitie voor zijn leidinggevende (werkzaam op wo-niveau), die als rayonmanager namens de corporatie verantwoordelijk is voor de voorbereiding van de renovatie. In een overleg bespreken beiden welke strategie ze volgen richting de directie van de corporatie en richting de bewoners. De UPP bereidt een bewonersbijeenkomst voor over dit onderwerp. De UPP laat als beleidsmedewerker onderwijs bij stadsdeel X in gemeente A een kwalitatief onderzoek uitvoeren naar de door bewoners ervaren overlast van scholieren van een vo-school in wijk Y in gemeente Z. Hij bespreekt met de onderzoekers (op wo-niveau) over de opzet en uitvoering van het onderzoek en bespreekt het onderzoeksvoorstel met zijn opdrachtgever. Tijdens de het onderzoek bespreekt hij een tussenrapportage met de onderzoekers. Daarbij wordt duidelijk dat de schoolleiding van de betreffende vo-school ernstig nalatig is in het toezicht op leerlingen tijdens de pauzes en tussenuren. Ook geven enkele bewoners aan niet langer op de uitkomsten van het onderzoek te willen wachten, maar met hun verhaal naar de (lokale) pers te gaan. De UPP neemt contact op met de politiek assistent van de wethouder (ook een UPP) voor een afspraak over deze situatie. De UPP werkt als beleidsadviseur bij gemeente P. Hij heeft veelvuldig overleg met een zelfstandig gevestigd adviseur met als kennisgebied bodemsanering, die regelmatig in opdracht van de gemeente adviseert op dit gebied. De UUP is op de hoogte van recente technische ontwikkelingen op dit terrein en van de meest actuele subsidieregelingen. Hij geeft de adviseur opdracht om een notitie te schrijven over de mogelijkheden voor gemeente P. om bewoners een actievere rol toe te kennen bij projecten waarin bodemsanering noodzakelijk is of waarin onderzoek nodig is naar de grondkwaliteit. Hij stuurt deze notitie aan de betreffende wethouder en vraagt een gesprek aan om hem te adviseren over de mogelijkheden. Competentie Verkennen & Agenderen De UPP is in staat om (internationale) maatschappelijke vraagstukken en politiek gevoelige issues te signaleren en te formuleren tot beleidsproblemen. Hij is in staat deze te agenderen door actoren effectief te beïnvloeden. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP toont aan de hand van een probleemschets, beleidsnotitie, memo, agendavoorstel of soortgelijk schriftelijk beroepsproduct aan dat hij een maatschappelijk vraagstuk kan vertalen naar een beleidsprobleem. - De startbekwame UPP toont aan dat hij in staat is om een beleidsprobleem te agenderen door actoren effectief te beïnvloeden via beroepsproducten en resultaten van professioneel handelen. Niveau 2 Keuzebekwaam - De student kan een conceptnotitie opstellen voor een beleidsmedewerker van een overheid of non-profit organisatie, waarin hij een maatschappelijk vraagstuk vertaalt naar een beleidsprobleem. - De student kan een bijdrage leveren aan de agendering van een beleidsprobleem door informatie te verzamelen en te presenteren aan belanghebbenden. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student toont dat hij een maatschappelijk vraagstuk kan vertalen naar een beleidsprobleem aan de hand van relevante en gevarieerde presentaties van de bestuurlijke kansen en problemen van een wijk.
Competentie Onderzoeken & Adviseren De UPP is in staat tot het verrichten en beoordelen van praktijkgericht onderzoek ten behoeve van de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid. Hij adviseert ten behoeve van de richting van de bestuursopdracht op basis van analyse van informatie en weging van belangen en kan dit helder toelichten. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP stelt een onderzoeksrapport op voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring of evaluatie van beleid. - De startbekwame UPP schrijft een review van een praktijkgericht onderzoek voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring of evaluatie van beleid. - De startbekwame UPP geeft mondeling of schriftelijk advies aan een opdrachtgever ten behoeve van een complexe bestuursopdracht op basis van analyse van informatie en weging van belangen.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 3
-
De startbekwame UPP geeft een haalbaar en houdbaar advies dat is onderbouwd met bronnen, onderzoek en gehanteerde methoden.
Niveau 2 Keuzebekwaam - De student stelt een verslag op van een (deel-)onderzoek voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring of evaluatie van beleid. - De student analyseert een praktijkgericht onderzoek voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring of evaluatie van beleid. - De student geeft mondeling of schriftelijk advies aan een interne of externe opdrachtgever op basis van analyse van informatie en weging van belangen en relevante bronnen. De startbekwame UPP geeft een helder advies (SMART) dat is onderbouwd met bronnen, onderzoek en gehanteerde methoden. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student stelt een verslag op van een (deel-)onderzoek voor de ontwikkeling, uitvoering, monitoring of evaluatie van beleid. - De student maakt een eenvoudige onderzoeksopzet. - De student gebruikt relevante bronnen voor eigen onderzoek. - De student geeft mondeling of schriftelijk advies aan een interne of externe opdrachtgever op basis van analyse van informatie en weging van belangen. De startbekwame UPP geeft een helder advies (SMART) dat is onderbouwd met bronnen, onderzoek en gehanteerde methoden.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 4
Taakgebied Urban Design In dit taakgebied ligt de nadruk op de ontwerpfase van de beleidscyclus. De politiek-bestuurlijke complexiteit vraagt bij het ontwikkelen van beleid om het schakelen tussen en het verbinden van de verschillende schaalniveaus. De UPP werkt samen met professionals van diverse niveaus en achtergronden. Hierbij is een multidisciplinaire benadering vereist. Kenmerkend voor de Metropoolregio Amsterdam is de aanwezigheid van veel hoogopgeleide bewoners, mondige burgers en actieve ondernemers. Zij zijn of worden actief betrokken bij het ontwikkelen en ontwerpen van kansrijke oplossingsrichtingen. Dat geldt ook voor de veel (internationale) bedrijven, organisaties en netwerken in de creatieve sector, hoger onderwijs en onderzoeksinstellingen in de regio. Waar mogelijk gebruikt de UPP hun expertise, ervaring en andere mogelijkheden in het ontwerpproces. Tegenover deze groep staat dat een deel van de populatie niet of slechts gedeeltelijk deelneemt aan de maatschappij, onder meer vanwege gebrek aan betrokkenheid of omdat men onvoldoende is geïnformeerd. Deze tegenstelling leidt tot een aantal uitdagingen voor de UPP. Zo voorziet hij in de noodzaak als verbinder (‘urban interface’) mensen en dus belangen en creativiteit bijeen te brengen. Kenmerkende beroepssituaties De UPP is als beleidsmedewerker werkzaam bij Kenniscentrum X in de gemeente A. Hij is verantwoordelijk voor het organiseren van een themabijeenkomst over de effectiviteit van economische kansenzones in deze gemeente. Hij benadert verschillende organisaties en partijen, waaronder de KvK, leden van lokale ondernemershuizen en verschillende gemeentelijke diensten voor deelname. In de voorbereiding wordt duidelijk dat betrokkenen meer willen dan het uitwisselen van kennis en ervaring, maar dat ze de uitkomsten van deze bijeenkomst willen gebruiken als input voor scholing van hun medewerkers. De UPP legt contact met enkele scholingscentra en selecteert een organisatie om tijdens de conferentie aanwezig te zijn en een scholingsaanbod te formuleren. De UPP is coördinator bij een regionale instelling voor kinderopvang. Door wijzigingen in de wetgeving veranderen de regels voor het aanmelden en toelaten van kinderen. Hij vraagt de juridisch adviseur van de instelling (werkzaam op hbo-niveau) informatie in te winnen over de consequenties van deze veranderingen. Tegelijkertijd legt hij contact met een aantal vestigingsmanagers. Hij vraagt hen om een aantal ouders te benaderen om in een klankbordgroep deel te nemen, die meedenkt over en meehelpt met de implementatie van de nieuwe regels. Hij vraagt de vestigingsmanagers om in de klankbordgroep speciaal aandacht te besteden aan ouders voor wie schriftelijke communicatie problemen oplevert, bijvoorbeeld vanwege taalproblemen. Deze UPP is stafmedewerker bij woningcorporatie S. Hij krijgt het verzoek van de directie een communicatiestrategie te ontwerpen gericht op jongerenhuisvesting. De woningcorporatie heeft besloten om een deel van het woningbestand in wijk O. in gemeente P. beschikbaar te stellen voor talentvolle jongeren, om zodoende deze wijk een impuls te geven. De doelgroep bestaat uit jongeren tussen 18-25 jaar die bij voorkeur al een binding hebben met deze wijk en die succesvol zijn in scholing of werk. De stafmedewerker legt contact met een bureau voor jongerencommunicatie over de ontwikkeling van een communicatiestrategie.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 5
Competentie Ontwikkelen & Ontwerpen De UPP is in staat tot het praktijkgericht ontwerpen, selecteren, hanteren, en (her-) ontwerpen van instrumenten, methoden, technieken en diensten ten behoeve van integrale beleidsontwikkeling. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP draagt zichtbaar bij aan een beleidsplan door onderbouwing van de keuze voor een samenhangende combinatie van beleidsinstrumenten ten behoeve van integrale beleidsontwikkeling. - De startbekwame UPP ontwerpt een samenhangende combinatie van beleidsinstrumenten ten behoeve van integrale beleidsontwikkeling in een multidimensionele context. - De startbekwame UPP (her)ontwerpt een beleidsinstrument dat bijdraagt aan integrale beleidsontwikkeling - De startbekwame UPP hanteert bruikbare en relevante modellen om een beleidsrichting inzichtelijk te maken voor belanghebbenden. Niveau 2 Keuzebekwaam - De student analyseert een beleidsplan en de verantwoording ervan. - De student draagt bij aan het (her)ontwerp van een samenhangende combinatie van beleidsinstrumenten ten behoeve van integrale beleidsontwikkeling. - De student gebruikt modellen om een beleidsrichting inzichtelijk te maken voor belanghebbenden. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student kwalificeert een beleidsplan en de verantwoording ervan. - De student ontwerpt een samenhangende combinatie van beleidsinstrumenten . - De student gebruikt modellen om een beleidsrichting inzichtelijk te maken voor belanghebbenden. Competentie Co-creëren & Arrangeren De UPP schakelt en verbindt beleidsgebieden, -niveaus, partijen, belanghebbenden en netwerken. Op basis daarvan creëert en faciliteert hij doelgerichte coalities. Hij treedt namens zijn opdrachtgever zelfstandig op in processen en/of netwerken rond de oplossing van maatschappelijke vraagstukken Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP maakt een analyse van de bij een beleidsprobleem betrokken partijen en hun bevoegdheden, belangen en afhankelijkheden. - Op basis daarvan maakt hij een procesontwerp waarin beleidsgebieden, -niveaus, partijen, belanghebbenden en netwerken worden verbonden om gezamenlijk naar een oplossing van het beleidsprobleem toe te werken. - De startbekwame UPP treedt namens zijn opdrachtgever zelfstandig op in processen en/of netwerken rond de oplossing van maatschappelijke vraagstukken Niveau 2 Keuzebekwaam - De student maakt een analyse van de bij een beleidsprobleem betrokken partijen en hun bevoegdheden, belangen en afhankelijkheden. - Op basis daarvan draagt hij als lid van een multdisciplinair team bij aan een procesontwerp waarin beleidsgebieden, -niveaus, partijen, belanghebbenden en netwerken worden verbonden om gezamenlijk naar een oplossing van het beleidsprobleem toe te werken. - De student vertegenwoordigt zijn opdrachtgever in processen en/of netwerken rond de oplossing van maatschappelijke vraagstukken in een concreet project onder begeleiding.
Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student inventariseert de bij een beleidsprobleem betrokken partijen en kwalificeert bevoegdheden, belangen en afhankelijkheden. - Op basis daarvan draagt hij als lid van een projectteam bij aan een eenvoudig procesontwerp waarin beleidsgebieden, -niveaus, partijen, belanghebbenden en netwerken worden verbonden om gezamenlijk naar een oplossing van het beleidsprobleem toe te werken. - De student neemt onder begeleiding deel aan processen en/of netwerken rond de oplossing van maatschappelijke vraagstukken in een concreet project.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 6
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 7
Taakgebied Urban Practice In dit taakgebied staat de uitvoering van beleid centraal. Dit gebeurt vaak via projecten of programma’s, waarbij een grote diversiteit van personen en instellingen betrokken is. Dit vraagt om sturing. De UPP maakt deel uit van het project- of programmamanagement of werkt in de uitvoering maar gebruikt zijn ervaringen om de effectiviteit van de uitvoering te verbeteren. Hij doet dit zodanig, dat deze diversiteit de kracht wordt van een project of ander initiatief. In de Metropoolregio Amsterdam bestaat een grote hoeveelheid projecten en programma’s die vaak naast en soms door elkaar heen lopen. Dit betekent dat afstemming noodzakelijk is tussen de project- en programmanagers om te zorgen dat de verschillende uitvoeringsprogramma’s elkaar versterken. Deze samenwerking dient zodanig te worden georganiseerd, dat de effectiviteit van de uitvoering wordt versterkt en de beoogde resultaten worden gerealiseerd. Op dit taakgebied is een gedegen uitvoeringspraktijk nodig, waarin aandacht is voor het continu monitoren van de voortgang van het beleid. Daarbij is niet alleen aandacht nodig voor tijd, financiën en organisatie, maar ook voor de kwaliteit van het proces. Kenmerkende beroepssituaties De UPP is als beleidsadviseur werkzaam bij Dienst X van de gemeente A. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van een door de gemeenteraad vastgesteld beleid gericht op het terugdringen van schooluitval in het VMBO. Hij werkt samen in een team van interne schoolbegeleiders en leerplichtambtenaren en bewaakt de financiële en organisatorische aspecten van het projectteam. Hij formuleert duidelijke en haalbare doelen en stelt deze bij op basis van monitoring. Hij doet dit in overleg en met goedkeuring van zijn opdrachtgever. De UPP maakt deel uit van een team dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse organisaties, dat zich buigt zich over probleemgezin X in buurt Z. In dit team werken de coördinator jeugd- en veiligheid, de coördinator overlast, de districtscoördinator jeugd van de politie en de regisseur van de ketenunit samen. Gezamenlijk verzorgen zij de aansturing en bewaken de voortgang en de te behalen resultaten van de partners bij de aanpak van de overlast van het gezin in de buurt. Zij informeren de stadsdeelvoorzitter en het rayonhoofd van de politie over de voortgang, lossen eventuele knelpunten op en leggen verantwoording af over de resultaten bij de aanpak van jeugdoverlast aan de subdriehoek. Een organisatieadviseur bij een middelgroot organisatieadviesbureau (werkzaam op wo-niveau), wordt ingehuurd door het samenwerkingsverband van gemeente Z en bedrijf B om de verzelfstandiging van het (voormalig) gemeentelijk Sportfondsenbad te realiseren. De UPP vormt een projectteam, waarin verschillende deskundigen van beide partijen zitting nemen en formuleert. De UPP werkt als beleidsmedewerker Sport bij de gemeente en krijgt als taak met de huidige gebruikers van het Sportfondsenbad, waaronder een Waterpolovereniging en de stichting Meer Bewegen voor Ouderen de inpassing van hun activiteiten in de nieuwe situatie te begeleiden Competentie Managen & Regisseren De UPP is in staat tot het aansturen en faciliteren van mensen, processen, projecten en programma’s gericht op oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Hij geeft richting aan resultaatgerichte interactie van partners. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP is in staat om op basis van vastgestelde beleidsafspraken en binnen juridische, maatschappelijke en bedrijfseconomische kaders een realistisch uitvoeringsplan op te stellen, waarmee anderen vastgesteld beleid kunnen uitvoeren. - De startbekwame UPP is in staat tot het resultaatgericht aansturen en faciliteren van mensen in lijn met processen, projecten of programma’s gericht op de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. - De startbekwame UPP maakt voor de uitvoeringsorganisatie een realistisch projectplan, waarbinnen een multidisciplinair team en middelen worden ingezet en aangestuurd. - De startbekwame UPP maakt voor de uitvoeringsorganisatie een afdelingsplan gericht op de oplossing van maatschappelijke vraagstukken waarbinnen mensen, projecten, programma’s en processen worden ingezet en aangestuurd.
Niveau 2 Keuzebekwaam - De student stelt een uitvoeringscontract op, waarin input, throughput en output worden vastgelegd. - De student stelt een contextspecifieke risico-analyse op als onderdeel van een managementcontract. - De student beoordeelt een afdelingsplan op basis van bedrijfseconomische criteria. TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 8
-
De student beoordeelt de haalbaarheid en houdbaarheid van een afdelingsplan. De student kan een leidinggevende rol innemen in een multidisciplinair projectteam.
Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student is in staat om meetbare beleidsresultaten en beleidsprestaties te formuleren in relatie tot beleidsdoelen. - De student stelt een risicoanalyse op voor uit te voeren beleid. - De student kan een projectplan opstellen met SMART-geformuleerde doelstellingen, begroting en tijdpad. - De student kan een leiding gevende rol innemen in een projectteam. - De student classificeert een afdelingsplan naar managementfilosofie en -aanpak. - De student vertaalt de begroting van een afdelingsplan naar economische begrippen. - De student is in staat tot juridische kwalificatie van een afdelingsplan. Competentie Monitoren & Handhaven De UPP is in staat om de kwaliteit en doelmatigheid van afspraken over de uitvoering van beleid te bewaken en zo nodig bij te sturen. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP stelt aanbevelingen op voor de verbetering van een integraal kwaliteitssysteem om de kwaliteit, rechtmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid van de uitvoering van beleid op afdelings- of projectniveau te bewaken en bij te sturen. - De startbekwame UPP is in staat om te werken met integrale kwaliteitssystemen. - De startbekwame UPP rapporteert over toezicht en handhaving in het kader van beleid en maakt een voorstel voor verbetering van het instrumentarium. Niveau 2 Keuzebekwaam - De student stelt een analyse op van een integraal kwaliteitssysteem op de mogelijkheden voor de monitoring van de aspecten kwaliteit, rechtmatigheid, effectiviteit en doelmatigheid van een project of programma. - De student s in staat om beleidsprestaties te monitoren en zo nodig bij te sturen via de planning en control cyclus. - De student stelt een periodieke rapportage op met behulp van een (digitaal) monitoring systeem. - De student rapporteert over de naleving van beleid en doet een voorstel tot verbetering van het instrumentarium. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student laat zien dat hij de doelstellingen van een projectplan aan de planning en control cyclus relateert. - De student kwalificeert het kwaliteitssysteem van een overheidsorgaan of organisatie. - De student verzamelt en analyseert kengetallen over naleving en handhaving van uitgevoerd beleid.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 9
Taakgebied Urban Development In dit taakgebied ligt de focus op de evaluatiefase van de beleidscyclus. De evaluatie van beleid vormt het startpunt van (her )nieuw(d) beleid of voor besluitvorming over de voortzetting van lopend beleid. De kwaliteit van de behaalde resultaten en de mate waarin de beoogde effecten zijn gerealiseerd worden bepaald. De verantwoording naar de opdrachtgever heeft in de Amsterdamse Metropoolregio betrekking op een variëteit aan beleidsinterventies die varieert van grote infrastructurele projecten tot kleinschalige lokale activiteiten. Dit stelt vooral hoge eisen aan het reflectief vermogen van de UPP wanneer de interventie plaats vindt in een complex krachtenveld. De UPP ontwikkelt en deelt de kennis die het resultaat is van evaluatie door en met collega’s, externe deskundigen en onderzoekers. Hij speelt hiertoe een rol in relevante stedelijke en regionale (kennis)netwerken en draagt bij aan deskundigheidsbevordering. Uiteindelijk draagt dit bij aan het vergroten van de moraliteit, de legitimiteit en de effectiviteit van het openbaar bestuur in de Metropoolregio Amsterdam. Kenmerkende beroepssituaties Als lid van een projectteam dat de ontwikkeling van een bedrijfsterrein in gemeente W heeft uitgevoerd, neemt de UPP deel aan de evaluatie. De UPP – werkzaam als kwaliteitszorgcoördinator bij de dienst Wonen van de gemeente W. – toetst het eindresultaat van het project aan de vooraf geformuleerde doelstellingen. Daartoe voert hij gesprekken met de leden van het projectteam, met de opdrachtgevers en met een aantal direct betrokkene, zoals bewoners en ondernemers in de omgeving van het bedrijfsterrein. De focus ligt op het formuleren van aanbevelingen gericht aan de verschillende partijen om de effectiviteit van toekomstige beleidsontwikkeling en –uitvoering rond de ontwikkeling van bedrijfsterreinen te verbeteren. De UPP is als politiek adviseur van de wethouder Economie van gemeente H. Vanuit die functie onderhoudt hij onder meer contact met een lokale organisatie Verenigd Bedrijfsleven H. De VBH is de belangenvereniging en ontmoetingsplaats voor de bedrijvenparken in deze gemeente. Bij één van de bedrijven is recentelijk een strafrechtelijk vooronderzoek gestart naar fraude; de betrokken directeur – een bekend en gezien man in deze gemeente – staat ook persoonlijk onder verdenking. De UPP wordt door de wethouder gevraagd de mogelijke consequenties van deze zaak voor de gemeente te verkennen en te adviseren over de te nemen acties. Competentie Evalueren & Verantwoorden De UPP is in staat om passende evaluatie-instrumenten te selecteren en te hanteren. Hij is in staat om de resultaten en uitkomsten van beleid te presenteren, te verantwoorden en terug te koppelen naar belanghebbenden en (nieuw) beleid. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP doet onderzoek naar de effecten van bestaand beleid, de wijze waarop het is uitgevoerd en de kosten en kwaliteit van geleverde diensten en producten. - De startbekwame UPP student stelt hiertoe een voorstel op voor de evaluatie van uitgevoerd beleid en verantwoordt de keuze, inzet en gebruik van evaluatie-instrumenten. De startbekwame UPP stelt een (tussentijdse) beleidsrapportage op , die inzicht geeft in het nut en de noodzaak van het beleid en in de effecten ervan. - De startbekwame UPP formuleert een beleidsadvies op basis van evaluatie. - De startbekwame UPP is in staat om de resultaten en uitkomsten van uitgevoerd beleid te presenteren, te verantwoorden en terug te koppelen naar opdrachtgever, partijen en belanghebbenden. Niveau 2 Keuzebekwaam - De student stelt een voorstel op voor de evaluatie van uitgevoerd beleid en verantwoordt de keuze, inzet en gebruik van evaluatie-instrumenten. - De student stelt een stappenplan op voor evaluatieonderzoek naar de effecten en uitvoering van beleid. - De student evalueert de kosten en kwaliteit van in het kader van beleid geleverde producten en diensten. - De student stelt een (tussentijdse) beleidsrapportage op , die inzicht geeft in het nut en de noodzaak van het beleid en in de effecten ervan. - De student formuleert beleidsaanbevelingen op basis van evaluatieonderzoek. - De student is in staat om de resultaten en uitkomsten van uitgevoerd beleid te presenteren, te verantwoorden en terug te koppelen naar opdrachtgever, partijen en belanghebbenden. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student stelt passende criteria op voor de evaluatie van uitgevoerd beleid. - De student schrijft een voorstel voor de evaluatie van beleid. - De student maakt een plan van aanpak voor de evaluatie van beleid. TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 10
-
De student formuleert lessons learnt op basis van beleidsevaluatie. De student presenteert de uitkomsten van beleidsevaluatie aan de opdrachtgever en aan een groep belanghebbenden. De student presenteert de uitkomsten van beleidsevaluatie met behulp van (nieuwe) media. De student analyseert met behulp van gegeven kaders een beleidsrapport op doeltreffendheid en doelmatigheid.
Competentie Reflecteren & Professionaliseren De UPP is in staat zich professioneel te blijven ontwikkelen. Hij levert een bijdrage aan de ontwikkeling van organisatie en beroepsgroep. Hij is in staat om opgedane kennis te borgen, over te dragen en te verspreiden. Niveau 3 Startbekwaam - De startbekwame UPP toont aan dat hij in staat is om (ervarings)kennis te borgen, over te dragen en te verspreiden op basis van voortdurende monitoring en evaluatie van beleid. - De startbekwame UPP maakt een goed en/of een slecht voorbeeld uit de bestuurskundige beroepspraktijk zodanig toegankelijk voor anderen dat zij ervan kunnen leren. - De startbekwame UPP maakt een leerzaam voorbeeld uit de bestuurskundige beroepspraktijk voor een of meer doelgroepen toegankelijk met behulp van nieuwe media. - De startbekwame UPP toont aan dat hij in staat is om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een organisatie en/of de beroepsgroep. - De startbekwame UPP stelt een POP op gericht op zijn instroom op de arbeidsmarkt, waarbij hij verwijst naar relevante ontwikkelingen in de organisatie en/of het (internationale) werkveld. Niveau 2 Keuzebekwaam - De student toont aan hoe hij in zijn professionele ontwikkeling inspeelt op actuele ontwikkelingen in het bestuurskundige werkveld en relevante aangrenzende gebieden. - De student toont voor en na de stage aan, dat hij gericht en planmatig aan de eigen competentieontwikkeling werkt. - De student presenteert zijn studiekeuzes in relatie tot zijn sterke en zwakke kanten en zijn ambities voor de arbeidsmarkt. - De student beschrijft zijn visie op het beroep; hij beschrijft hoe hij als UPP om gaat met een ervaren beroepsdilemma en onderbouwt zijn professioneel handelen vanuit ethische en theoretische kaders en praktische overwegingen. - De student toont een adequate beroepshouding in interactie met opdrachtgever, collega’s en belanghebbenden. - De student reflecteert op, evalueert en verantwoordt zijn professioneel handelen in een kritische beroepssituatie vanuit (maatschappelijke), theoretische en normatieve kaders. Niveau 1 Hoofdfasebekwaam - De student presenteert de belangrijkste ontwikkelingen in het bestuurskundige werkveld en relevante aangrenzende gebieden in de grootstedelijke metropoolregio. - De student toont in een ontwikkelgesprek en een functioneringsgesprek aan dat hij in het kader van de opleiding gericht werkt aan zijn individuele sterke en zwakke punten en zijn ambities. - De student maakt een presentatie waarin hij met behulp van de kaders van de opleiding aantoont dat hij geschikt is voor de studie en het beroep; - De student verwijst daarbij naar zijn motivatie en ambities, belangrijke leerervaringen in de propedeuse, de beroepshouding van de UPP en de beheersing van de competenties UPP op het niveau Hoofdfasebekwaam.
TNO bestuurskunde, bijlage 10
Page 11