Plan van Aanpak
Woninginbraken “District De Waarden” (regio Rivierenland)
Versie 3 31 januari 2011
Inhoudsopgave Pagina 1 Pagina 2 Pagina 3 Pagina 4 Pagina 6 Pagina 9 Pagina 15 Pagina 16 Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Voorblad Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding Hoofdstuk 2: Analyse Hoofdstuk 3: Mogelijkheden voor aanpak Hoofdstuk 4: Aanpak/maatregelen Hoofdstuk 5: Uitvoering Hoofdstuk 6: Fasering
Tabel inbraken per kern Tips om uw huis beter te beveiligen tegen woninginbraak Flyer Notitie aan het districtsoverleg De Waarden
2
1. Inleiding Een woninginbraak is voor bewoners een ingrijpende gebeurtenis. Het tegengaan van woninginbraken heeft daarom een hoge prioriteit. Jaarlijks vinden er in het district De Waarden woninginbraken en inbraken in schuurtjes/garageboxen e.d. plaats. Vergeleken met voorgaande jaren is er in 2009 en 2010 sprake van een stijging van het aantal inbraken. Als gevolg hiervan hebben gemeenten, OM en politie daarom het initiatief genomen tot een plan van aanpak om woninginbraak te verminderen. Uitgangspunt hierbij is dat bewoners zelf primair verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van de eigen woning. De gemeenten hebben hierin echter wel een faciliterende en stimulerende functie richting de burger over inbraakpreventie. De acties vanuit de gemeenten zijn gericht op pro‐actieve en preventieve maatregelen, terwijl de politie en het OM verantwoordelijk zijn voor de opsporing en vervolging van mogelijke daders. Een inbraak in de eigen woning brengt meer teweeg dan alleen schade en financieel verlies. Het is voor de slachtoffers een enorme inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Het feit, dat een onbekende in de woning is geweest en in spullen heeft gezocht, geeft een onveilig gevoel. Om deze reden is de emotionele impact vaak vele malen groter. In het districtsoverleg van het politiedistrict De Waarden van 11 maart 2010 is een notitie (bijlage4) besproken met betrekking tot het zorgelijke aantal woninginbraken in het district. (Dat woninginbraken ook elders een probleem vormen blijkt uit publicaties zoals ze in dit stuk zijn opgenomen). De voorstellen uit de notitie zijn door het districtsoverleg aangenomen. Vanuit het Integrale Veiligheids‐overleg is vervolgens een werkgroep geformeerd die met de uitwerking van de voorstellen aan de slag is gegaan. De werkgroep bestaat uit: D. van den Berg gemeenten Neerijnen en Lingewaal H. Bloemen openbaar ministerie J‐W. Breukelman gemeente Buren D. Bruggeling gemeente Maasdriel M. Oostveen politie A. Sawade en J. Rademaker gemeente Neder Betuwe In een aantal vergaderingen en met bijdragen van de gemeenten, de politie en andere instanties is dit plan van aanpak tot stand gekomen. De in dit plan van aanpak beschreven maatregelen om het aantal woninginbraken te verminderen kunnen per gemeente of gezamenlijk door de gemeenten van het district worden genomen. In het districtsoverleg kunnen daarover afspraken worden gemaakt. Het is het uitgangspunt van de werkgroep geweest om eventuele kosten tot een minimum te beperken.
3
2. Analyse Om inzicht te krijgen in de aard van het probleem, is in de negen gemeenten in district De Waarden intensief samengewerkt met de politie en het OM. Met behulp van cijfers van de politie, aangevuld met informatie uit openbare bronnen en informatie die door woningbouwverenigingen en het CCV is verstrekt is een beeld ontstaan van de inbraken in de regio en een aantal overige kengetallen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aangiften van inbraken in 2010 in de diverse gemeenten van het district De Waarden.
Diefstal/inbraak woning in 2010 Gemeente / kern
Jaar 2010
jan
febr
mrt
april
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
GemeenteBuren
104
13
9
5
7
5
3
8
3
7
9
16
19
Gemeente Culemborg
125
17
7
12
8
5
3
6
8
10
17
19
13
Gemeente Geldermalsen
115
9
14
6
8
11
4
6
7
6
12
15
17
Gemeente Lingewaal
47
4
4
3
2
1
3
4
7
2
7
4
6
Gemeente Maasdriel
123
19
11
10
6
9
4
4
6
10
11
15
18
Gemeente Neder-Betuwe
130
13
11
9
7
3
5
6
14
7
30
13
12
76
12
4
7
8
8
4
2
3
5
6
5
12
Gemeente Tiel
286
17
26
26
21
17
14
11
14
15
27
36
62
Gemeente Zaltbommel
185
21
17
12
9
25
15
14
24
11
14
12
11
1191
125
103
90
76
84
55
61
86
73
133
135
170
Gemeente Neerijnen
Totaal De Waarden
In de loop van de jaren is het aantal inbraken gestegen, vooral na 2008.
Diefstal/inbraak woning van 2006 tot 2010 Gemeente / kern
2006
2007
2008
2009
2010
GemeenteBuren
36
56
52
83
104
195
91
71
155
125
Gemeente Geldermalsen
92
61
81
105
115
Gemeente Lingewaal
34
13
34
33
47
Gemeente Maasdriel
88
91
103
119
123
Gemeente Neder-Betuwe
39
42
47
99
130
Gemeente Neerijnen
48
38
54
74
76
165
157
175
209
286
80
82
96
190
185
777
631
713
1067
1191
Gemeente Culemborg
Gemeente Tiel Gemeente Zaltbommel Totaal De Waarden
4
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen over het jaar 2009 van de woningvoorraad, soort woningen (huur/koop), gecertificeerde woningen en de bevolkingsdichtheid en het aantal inbraken. Voor de meeste gegevens is 2009 het meest recente jaar.
Gegevens gemeenten 2009 Totaal aantal woningen
Buren
Waarvan huurwoningen
Huurwoning relatief
Totaal aantal inwoners
Oppervlakte km2
Bevolkingsdichtheid per km2
Inbraken
Inbraken t.o.v. de bevol-king
Certificaten absoluut
Certificaten t.o.v. woning-en
9.450
2.480
26 %
25.727
150,0
172
83
0,32 %
553
5,8 %
11.200
4.350
39 %
27.298
31,2
875
155
0,57 %
2.287
20,4 %
Geldermalsen
9.990
2.940
29 %
26.285
100,0
263
105
0,40 %
1.114
11,2 %
Lingewaal
4.240
1.540
36 %
10.916
54,6
200
33
0,30 %
214
5,1 %
Maasdriel
9.020
2.890
32 %
23.631
75,5
313
119
0,50 %
635
7,0 %
Neder-Betuwe
7.670
3.185
42 %
22.424
66,5
337
99
0,44 %
291
3,8 %
Neerijnen
4.420
1.450
33 %
11.851
73,0
162
74
0,62 %
442
10,0 %
16.660
7.430
45 %
41.131
34,8
1.182
209
0,51 %
1.615
9,7 %
Culemborg
Tiel Zaltbommel
9.890
3.200
32 %
26.185
89,7
292
190
0,73 %
371
3,8 %
De Waarden
82.540
29,465
36 %
215.448
675,0
319
1.067
0,50 %
7.522
9,1 %
In bijlage 1 is het aantal inbraken per kern per maand in 2010 weergegeven. Door een rechercheur van de politie is aan de werkgroep voorlichting gegeven met betrekking tot de werkwijze van dieven en mogelijke maatregelen om woninginbraak te voorkomen of in ieder geval de opheldering te vergemakkelijken. Op basis van een grondige analyse van deze gegevens is gekeken welke preventieve maatregelen het beste kunnen worden genomen om de kans op inbraak aanzienlijk te verkleinen. 2.1 Waar? Op basis van een analyse kunnen de juiste maatregelen gericht worden op de plekken, tijdstippen en doelgroepen waar de problematiek het grootst is. Uit de informatie die door de werkgroep is verzameld is niet gebleken dat het district zou beschikken over zogenaamde “hotspots”. Inbraken zijn gemeentebreed een probleem en komen verspreid over de gemeenten voor. Achterpaden die meestal slecht zijn verlicht, niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg en niet zijn afgesloten geven inbrekers een eenvoudige mogelijkheid om ongezien een woning te benaderen en daar in te breken. Hoewel daadwerkelijke hotspots in de gemeenten niet zichtbaar aanwezig zijn, zijn er wel bepaalde wijken en straten in de gemeenten waar relatief gezien meer inbraken worden gepleegd. Gemeente en politie kunnen ad hoc maatregelen treffen als uit de politiecijfers zou blijken dat zich een concentratie van inbraken voordoet.
5
2.3 Wanneer? In de warme zomermaanden laten bewoners ramen of deuren open staan. In de wintermaanden is het vroeger donker en zijn relatief gezien minder mensen op straat. Voor de inbreker houdt dit in dat hij minder zichtbaar is voor publiek waardoor de pakkans kleiner is. 2.4 Conclusie Uit de cijfers die aan de werkgroep ter beschikking staan is geen eenduidig beeld te destilleren met betrekking tot factoren die tot een verhoogd inbraakrisico leiden. Het is algemeen bekend dat zichtbaarheid van de inbreker de inbraakkans verkleint. Ondanks het ontbreken van daadwerkelijke hotspots in de gemeenten zijn er wel degelijk bepaalde straten en wijken die extra aandacht behoeven. Hierdoor kan de campagne inbraakpreventie gerichter door de gemeenten worden ingezet. Uit de statistieken blijkt dat de donkere wintermaanden populair zijn onder inbrekers doordat het aantal mensen op straat in deze tijd verminderd is en omdat de duisternis in hun voordeel werkt. Hun pakkans wordt hierdoor verkleind. Door deze analyse van politiestatistieken is naar voren gekomen dat dit plan van de gemeenten in Rivierenland in samenwerking met de politie en het OM zich vooral moet gaan richten op het creëren van bewustwording onder bewoners. Gedragsbeïnvloeding kan het inbraakrisico behoorlijk beperken. In veel voorkomende gevallen worden inbraken gepleegd door zogenaamde gelegenheidsinbrekers. Deze zullen bewust de woningen uitzoeken die, in vergelijking met andere woningen, in mindere mate beveiligd zijn. “De gelegenheid maakt de dief”. Bewoners zelf kunnen gemakkelijk organisatorische of technische maatregelen nemen om de kans op inbraak tot een minimum te beperken. Vooral de achterzijde van de woning en het open laten staan van ramen en deuren in de warme zomermaanden verdienen hierbij de aandacht. Ook door middel van inklimming via rond de woning aanwezige materialen, zoals vuilnisbakken, schuttingen met horizontale planken, en in de tuin liggende trappen en ladders, worden de inbraken gepleegd, Ook het niet afsluiten van achterdeuren of schuifpuien blijkt nog steeds een oorzaak te zijn van inbraak.
6
3. Mogelijkheden tot aanpak van woninginbraken Het terugdringen van het aantal woninginbraken kan bereikt worden door een combinatie van verschillende maatregelen. Ten eerste is het belangrijk woningen voldoende (technisch) te beveiligen en het daarmee moeilijker te maken een woning binnen te dringen. Daarnaast speelt de kennis en houding van de bewoners een cruciale rol bij het voorkomen van inbraken. Alleen een goede combinatie tussen deze twee elementen zal ertoe leiden dat het aantal woninginbraken daadwerkelijk afneemt.
3.1 Technische maatregelen in en om woningen Technische eisen aan woningen vinden hun oorsprong in twee bronnen, het Bouwbesluit en aanvullend daarop het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW). Bouwbesluit Ten eerste voorziet het Bouwbesluit (voor nieuwbouwwoningen en bepaalde vormen van renovatie) in maatregelen om woninginbraak tegen te gaan. Deze maatregelen richten zich op technische eisen aan nieuwbouwwoningen, zoals goed hang‐ en sluitwerk. Het Bouwbesluit vormt een wettelijke basis voor deze veiligheidsvoorzieningen. Politiekeurmerk Veilig Wonen Aanvullend op het Bouwbesluit neemt binnen de inbraakpreventie het PKVW een belangrijke plaats in. Het PKVW is een instrument, bestaande uit aanbevelingen om woningen (nieuwe én bestaande) beter te beschermen tegen inbraak. Het PKVW stelt enerzijds technische eisen aan nieuwe en bestaande woningen, die grotendeels (voor 95%) overeenkomen met die uit het Bouwbesluit. Anderzijds gelden voor nieuwbouwwoningen eisen voor de omgeving (en het complex als geheel) van de woning, zoals goede buitenverlichting en veilige bergingen, maar ook een veilig ontwerp van de omgeving om de woning heen (verkaveling achterpaden). De maatregelen van het PKVW zijn gebaseerd op praktijkervaringen met inbraak. Wordt aan alle aanbevelingen voldaan, dan krijgt een woning het certificaat Veilige Woning (via een erkend PKVW‐ bedrijf). Het inbraakrisico daalt aanzienlijk met het opvolgen van de eisen uit het PKVW, vaak geven verzekeringsmaatschappijen zelfs een korting op de inboedelverzekering als de eigenaar het keurmerk kan overleggen. 3.2 Voorlichting Het PKVW is geen doel op zich, maar een middel om het aantal inbraken te verlagen. Een woning technisch beveiligen is niet voldoende, ook bewonersgedrag is van cruciaal belang om inbraken tegen te gaan. Je kunt nog zulke goede sloten hebben, als mensen de deur niet op slot doen of ramen open laten staan, is de kans op inbraak nog steeds erg groot. De ervaring leert dat het burgers veelal aan voldoende kennis en vooral alertheid ontbreekt om zelf preventiemaatregelen te nemen. Het gedrag van bewoners is een zaak van die bewoners zelf en geen verantwoordelijkheid van gemeenten, maar door voorlichting kan daar wel invloed op worden uitgeoefend.
7
3.3 Gecombineerde aanpak Alleen een combinatie tussen adequate technische beveiliging en een alerte houding van bewoners kan het aantal inbraken doen afnemen. Inbraakpreventie is dus een zaak van samenwerking, maar ook van de lange adem. De uitvoering van enkele projecten leidt niet meteen tot een structurele daling van het aantal inbraken, dit vergt voortdurende aandacht, alert reageren, continue voorlichting en adequaat bewonersgedrag. De maatregelen die in het plan van aanpak voorgesteld worden, moeten voor een langere periode ingezet worden om succesvol te zijn.
3.4 Motivatie van de aanpak inbraakpreventie De motivatie van de gemeenten om zich actief in te zetten in het terugdringen van inbraak is te vinden in de gedeelde verantwoordelijkheid bij dit type criminaliteit. Het incident ‐de inbraak‐ treft een individuele burger, maar een daling in het aantal woninginbraken leidt tot een daling in politie‐inzet, kostbare tijd die hierdoor aan andere zaken besteed kan worden. Bovendien worden de kosten van politie‐ en justitie‐ inzet gedragen door alle burgers. En de totale kosten van woninginbraak voor de samenleving zijn hoger dan iedere andere vorm van diefstal. De gemeenten rekenen het tot hun verantwoordelijkheid om een belangrijke bijdrage te leveren aan het veiligheidsgevoel van haar burgers. 3.5 Werking van de maatregelen tegen inbraak De inbraakkans kan door diverse maatregelen sterk worden beïnvloed. Een combinatie van verschillende maatregelen heeft het grootste effect. Eén van de elementen die op een daling van invloed lijkt te zijn is de beveiliging van de woning zelf, ook wanneer dit niet in samenhang met eventuele andere maatregelen wordt toegepast. Andere maatregelen zijn bijvoorbeeld de zichtbaarheid van de woning (denk aan verlichting) en niet vrij toegankelijke achterpaden. Initiatieven om inbraak bij bestaande bouw tegen te gaan lijken minder eenvoudig. Dit is te verklaren doordat bij deze acties bewoners aangezet moeten worden om zelf tot concrete handelingen over te gaan. Helaas lijken zij nauwelijks te reageren op publiciteitscampagnes, huis‐aan‐huis preventieadvies en subsidie mogelijkheden. Het gebrek aan motivatie kan verklaard worden doordat veel mensen de kans dat zij zelf slachtoffer van een inbraak worden lager inschatten dan de kans dat iemand anders slachtoffer wordt. Vaak stellen zij het nemen van preventiemaatregelen uit. Slachtofferenquêtes wijzen echter uit dat wanneer iemand daadwerkelijk slachtoffer is geworden van inbraak, hij/zij wel overgaat tot het nemen van maatregelen. Hetzelfde geldt wanneer iemand in de directe omgeving slachtoffer is geworden. Daarom is dat een belangrijk moment; politie en gemeenten kunnen dan bijdragen aan een snelle en kwalitatief goede respons en de burger ondersteunen. Ook bestaat er voldoende bewijs dat het uitvoeren van technische maatregelen bij bestaande bouw door woningcorporaties inbraak tegengaat.
8
4. Aanpak/Maatregelen
4.1 Doelstelling In het veiligheidshuis hangt deze spreuk aan de muur: “Als je doet wat je altijd al deed, dan krijg je wat je altijd al kreeg.” Indachtig dit motto heeft de werkgroep er naar gestreefd om, naast beproefde maatregelen, te bezien of alternatieve methoden konden worden gebruikt om een trendbreuk te bewerkstellingen in het aantal woninginbraken. Naast het verbeteren van fysieke beveiliging zal ook een gedragsverandering moeten worden bewerkstelligd. Dit plan van aanpak is bedoeld om meer bewustwording onder bewoners van de gemeenten te creëren over de risico’s rondom woninginbraak. Om een zo breed mogelijk publiek te bereiken zullen aan de hand van een regionale campagne, bewoners gestimuleerd worden om zelf maatregelen te nemen, door bijvoorbeeld het uit laten voeren van een PKVW‐check en het registreren van waardevolle zaken. Het bewust maken van bewoners over de risico’s en het beperken daarvan kan niet intensief genoeg gebeuren. Er zijn relatief eenvoudige maatregelen die bewoners zelf kunnen nemen om hun woning beter te beveiligen. Denk hierbij aan het opbergen van ladders en ander klimmateriaal, het registreren van waardevolle spullen en aanschaffen van gecertificeerd hang‐ en sluitwerk. Een van de acties waarop politie en gemeenten woninginbraak tegen kunnen gaan, is het promoten van preventieve maatregelen via de media. Doelstelling algemeen De doelstelling van de inbraakproject campagne is drieledig: 1) Het creëren van bewustwording bij bewoners over de risico’s op woninginbraak 2) Het stimuleren van bewoners maatregelen te nemen tegen woninginbraak 3) Het aantal woninginbraken in het district De Waarden is afgenomen tot circa 750 (het niveau van 2008). 4.1 Nieuwbouw De gemeenten richt zich bij nieuwbouw op het stimuleren van partners binnen de gemeente, bijvoorbeeld de woningcorporaties en projectontwikkelaars, om inbraakpreventie op te nemen in hun projecten. Dat betekent dat ingezet wordt op het stimuleren van eisen uit het PKVW, in aanvulling op de wettelijke eisen uit het Bouwbesluit bij de ontwikkeling van nieuwbouw. De focus bij nieuwbouw ligt niet primair op het behalen van het PKVW, maar vooral op het realiseren van de (ontwerp)principes van het keurmerk.
9
Verplichten van PKVW bij nieuwbouw? In paragraaf 2.1 is reeds belicht dat het Bouwbesluit al belangrijke eisen stelt op het gebied van inbraakpreventie. Het PKVW gaat nog net iets verder. Van tijd tot tijd vinden aanpassingen van het Bouwbesluit plaats waarbij in veel gevallen de eisen van het PKVW worden gevolgd. In het Regionaal College van 30 september 2004 zijn, bij gelegenheid van de overdracht van het PKVW van de politie aan de gemeenten, de volgende besluiten genomen (voor zover relevant): De grote woningbeheerders van bestaande bouw nog eenmaal door de politie te benaderen voor promotie van het keurmerk veilig wonen. Voor het overige de bestaande woningbouw over te laten een de eigen verantwoordelijkheid van burgers en de marktwerking Het regionaal college besluit verder de gemeenten in de regio Gelderland‐Zuid voor te stellen: Voor nieuwbouwprojecten in gemeenten in principe te kiezen voor de eisen van het politiekeurmerk (woningen en woonomgeving), tenzij binnen een gemeente zwaarwegende argumenten zijn hiervan af te wijken. In bestemmingsplanwijzigingen een veiligheidsparagraaf op te nemen. Deze besluiten en voorstellen passen binnen de mogelijkheden om zoveel mogelijk de woningen en de woonomgeving inbraakproof te maken. Bij nieuwbouw door particulieren kan het Politiekeurmerk Veilig Wonen niet verplicht worden gesteld als aanvulling op de eisen uit het Bouwbesluit. Gemeenten kunnen zich inzetten om bij betrokken partijen aan te dringen op realisering van de bouw volgens de eisen van het PKVW. Uitvoering geven aan de afspraken van het regionaal college. 4.2 Bestaande bouw Waar bij nieuwbouw nog alle mogelijkheden open staan om effectief maatregelen te nemen ten behoeve van inbraakpreventie, ligt dat bij bestaande bouw wat lastiger, het ontwerp leent zich niet altijd voor gemakkelijke aanpassingen en de kosten voor aanpassingen zijn in verhouding tot nieuwbouw hoger. Een onderscheid dat in dit verband gemaakt moet worden, is het verschil tussen particuliere woningen (eigenaar is bewoner) en huurwoningen (door corporaties of particuliere verhuurders). Immers, het initiatief voor aanpassingen aan de woning ligt in het tweede geval bij de verhuurder (corporatie) en niet bij de bewoner (huurder). De gemeenten werken reeds samen met corporaties, maar particuliere verhuurders zijn moeilijk te mobiliseren. Onderzoek wijst uit dat bewoners van bestaande bouw nauwelijks lijken te reageren op publiekscampagnes, huis‐aan‐huispreventieadvies of subsidies. Dit fenomeen geldt voornamelijk wanneer bewoners geen slachtoffer zijn geworden van inbraak. Direct na een inbraak (in de buurt) geldt deze theorie niet, juist dan zijn bewoners wel bereid om aanpassingen aan de woning te doen. Bestaande bouw corporaties (huurwoningen) De inbraakwerendheid in het corporatiebezit was in het verleden het laagst van alle soorten woningen. Het is goed om per gemeente te kijken welke woningbouwverenigingen er zijn en eventueel (prestatie)afspraken te maken over hun beleid. Voor zover dit nog niet gerealiseerd is kan worden gestreefd naar een algemeen regionaal beleid van de corporaties , waarbij onderstaande standaard wordt toegepast:
10
inbraakpreventie wordt toegepast bij renovatie (dan kan het goedkoop worden meegenomen) en bij woningmutatie (nieuwe huurders). Huurders kunnen tegen een extra vergoeding (huurverhoging) ook eerder al verbeteringen aan hun woningen laten uitvoeren.
Woningen die genomineerd zijn om gesloopt te worden hoeven niet te worden voorzien van het PKVW. Voor de korte tijd dat de woningen nog staan zou dat niet rendabel zijn. De bewoners van deze panden worden wel op het wat grotere inbraakrisico geattendeerd door de corporaties en krijgen tips hoe zij op eenvoudige wijze hun woning weerbaarder kunnen maken met betrekking tot woninginbraak. Corporaties brengen woningen op het niveau van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bij mutaties als dat nog niet het geval was, huurders kunnen tegen een extra vergoeding ook eerder al verbeteringen aan hun woningen laten uitvoeren. In slooppanden wordt niet geïnvesteerd in technische inbraakpreventie, wel worden bewoners extra geattendeerd op wat de risico’s zijn en wat ze kunnen doen om inbraak te voorkomen. Bestaande bouw particuliere verhuur Het aantal PKVW‐certificaten is in deze sector gering omdat vaak niet de laatste stap wordt gezet die nodig is voor het certificaat. In de particuliere sfeer zien we echter ook de meeste elektronische beveiligingsinstallaties. Dit soort systemen moet als een aanvulling op bouwkundige maatregelen worden gezien. De beveiliging bij particuliere huurwoningen is minder goed dan bij door de eigenaar bewoonde woningen. De aanpak hiervan is moeilijk omdat verhuurders investeringen veelal zo lang mogelijk uitstellen en bewoners investeren niet in andermans bezit. Bij grote particuliere eigenaren van veel huurwoning is het mogelijk hen gericht aan te spreken op de mogelijkheden van verbetering van de beveiliging van de woningen. Bestaande bouw eigenaar‐bewoner De groep bestaande bouw in particuliere handen is de meest ingewikkelde groep om tot actie aan te zetten. Deze groep is lastig te bereiken omdat niet alleen sprake is van bestaande bouw, maar ook van particulieren die zich over het algemeen niet als mogelijk slachtoffer zien. De verwachting, gebaseerd op onderzoek, is dat zij daarom nauwelijks zullen reageren op campagnes vanuit bijvoorbeeld de gemeente. In de preventieve sfeer kunnen de bij gemeenten bekende Verenigingen van Eigenaren eenmalig voorgelicht over het bestaan van het PKVW en wat het inhoudt. Daarnaast wordt bij een plotselinge inbraakgolf (hotspot) in een bepaald gebied veel verwacht van voorlichting. Studies wijzen namelijk uit dat mensen die slachtoffer geworden zijn van inbraak (of als dit bij hen in de buurt is voorgekomen) wel over willen gaan tot maatregelen. Dit is hét moment waarop gemeenten en de politie kunnen bijdragen aan een gedegen ondersteuning van de burger. En ook de omgeving kan hierbij alert gemaakt worden op eventuele gevaren en gelegenheden die bijdragen aan een verhoogd inbraakrisico. Dit kan door middel van bewonersbrieven en flyers. Bij een woninginbraak houdt de politie in de meeste gevallen een buurtonderzoek. Op deze manier worden buurtbewoners geattendeerd op een inbraak in hun buurt. Via regelgeving is de groep bestaande bouw van particulieren nauwelijks te bereiken, hier zal dan ook alleen op worden ingezet wanneer dat echt effectief is: als zich een beginnende inbraakgolf (hotspot) voordoet. In dat geval vooraf flyers en bewonersbrieven klaarleggen, die meteen verspreid kunnen worden in de omgeving van de inbraken om bewoners alert te maken op de situatie, voorlichting te
11
geven over het PKVW en tips te geven om inbraak te voorkomen. De politie stelt de gemeente zo snel mogelijk op de hoogte van zogenaamde hotspots. Studentenwoningen Een bijzondere categorie wordt gevormd door studentenpanden. Hier is juist gedrag van groot belang. Veelal komen inbrekers bij studentencomplexen binnen door nonchalant gedrag van studenten, zoals het niet goed afsluiten van individuele kamers. Het volledig beveiligen van studentencomplexen is lastig, o.a. wegens de extra eisen op het gebied van vluchtmogelijkheden en omdat het vaak historische panden zijn, waarbij technische aanpassingen erg lastig en bovendien kostbaar zijn. Ook hier is voorlichting de belangrijkste maatregel om winst te boeken. Concrete acties waarop ingezet wordt zijn: Een voorlichtingscampagne Studentenhuizen tot en met 4 kamers worden volgens het PKVW woonhuis gezien. Bij dit type woningen wordt ingezet op aanpassingen van de ‘schil’ van de woningen en niet per kamer. Per studentenhuis één aanspreekpunt – één student van het huis die als contactpersoon fungeert. Voor deze personen worden trainingen van de brandweer georganiseerd, één onderdeel hiervan is het PKVW. Het doel is het kweken van bewustwording bij de contactpersonen. Zij zullen de boodschap overbrengen aan hun medebewoners en hun bijvoorbeeld erop alert moeten maken hun eigen deur af te sluiten bij het verlaten van het pand. Voor studentenhuisvesting wordt de voorlichting over mogelijkheden om inbraak te voorkomen geïntensiveerd. Organiseren Informatieavonden In de gemeenten kunnen jaarlijks informatieavonden worden georganiseerd, die in het teken staan van inbraakpreventie. Er kan ook aansluiting worden gezocht bij andere bewonersbijeenkomsten die zich lenen voor voorlichting over inbraakpreventie. Met deze bijeenkomsten wordt getracht de burger te informeren en bewustwording te creëren. Zowel burgers, politie als gemeenten voelen zich betrokken bij het preventiebeleid.
12
Promoten politiekeurmerk (PKVW) Het PKVW is een keurmerk dat afgegeven wordt voor woningen, complexen en wijken die voldoen aan een voorgeschreven pakket van eisen rond sociale veiligheid, leefbaarheid, inbraak‐ en brandpreventie. Partners zijn verschillende Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW) bedrijven, PKVW alarmbedrijven (alarminstallateurs), projectontwikkelaars, gemeenten, verzekeraars, woningcorporaties, fabrikanten en overige partners zoals rookmelderbedrijven. Het keurmerk is er voor iedereen. Bewoners van een bestaande woning die het advies van het PKVW toepassen, komen in aanmerking voor het certificaat Veilige Woning. Het gaat om alle typen woningen die ouder zijn dan twee jaar. Dat kan een appartement zijn, maar ook een rijtjeshuis of vrijstaande villa. Indien uw woning volgens het keurmerk wordt gecertificeerd, verkleint u de kans op inbraak met 90%. Naast een kleinere kans op inbraak neemt ook de kans op overige delicten zoals vernieling, graffiti en auto‐inbraken af. Toepassing van het eisenpakket van het keurmerk beïnvloedt en beperkt zo mogelijk de gelegenheid tot het plegen van criminaliteit, vandalisme en overlast. De maatregelen richten zich primair op fysieke drempels en psychologische drempels voor de dader. Voor wat betreft nieuwbouw gaat het in belangrijke mate om de inrichting van de openbare ruimte. Voor bestaande bouw ligt het accent, naast herinrichting van de openbare ruimte, op fysieke aanpassingen aan woningen en complexen en aanpalende activiteiten gericht op onder meer het vergroten van de sociale controle. Door bestaande woningen te beveiligen tegen inbraak, conform het politie keurmerk Veilig Wonen, kunnen inbraken worden voorkomen. In district De Waarden bezitten 7522 woningen het certificaat PKVW (stand 2009). De toepassing van het PKVW zal actief worden gepromoot door de gemeenten en de politie. Zo veel mogelijk nieuwbouwprojecten worden de komende jaren gerealiseerd conform de eisen van het politiekeurmerk veilig wonen. 4.3 Publiekscampagne Om de campagne met betrekking tot inbraakpreventie kenbaar te maken bij zoveel mogelijk burgers in de gemeenten kunnen naast de informatieavonden ook de lokale media bij het project worden betrokken. De afdelingen Communicatie kunnen ervoor zorgdragen dat de campagne zichtbaar wordt gemaakt door artikelen in de lokale Nieuwsbladen en op de gemeentelijke websites. Bedrijven die PKVW‐maatregelen uitvoeren of gekeurd hang‐ en sluitwerk verkopen kunnen bijdragen aan de campagne. Het doel van de publiekscampagne moet zijn dat bewoners worden aangezet om hun woning afdoende te beveiligen, bij voorkeur volgens het PKVW, en hun gedrag te beïnvloeden. Om geen onnodige onveiligheidsgevoelens bij de bewoners op te roepen wordt, met uitzondering van de hotspots, de aandacht gericht op preventie zonder daarbij een al te grote nadruk te leggen op het aantal inbraken dat momenteel plaatsvindt. 4.4 Folder De gemeenten kunnen gezamenlijk een folder ontwikkelen met daarin concrete informatie over het voorkomen van inbraken. De folder zal met andere informatie beschikbaar moeten komen op de website van de gemeenten. Daarnaast kan de politie in samenspraak met de gemeenten een informatiemap maken, voor verspreiding onder de woningen die in de directe omgeving liggen van een slachtoffer van een woninginbraak. Als bijlage 3 is een voorbeeld opgenomen. 4.5 Registreren waardevolle spullen Het is altijd zinvol om foto’s te maken van waardevolle spullen in huis. Hierdoor is achteraf aan te tonen dat iets is weggenomen als gevolg van een inbraak. Indien de eventuele gestolen spullen die nodig zijn
13
voor identificatie worden vastgelegd, bewaard en aangifte wordt gedaan, is de kans groter dat deze spullen wellicht worden terug gevonden. Burgers worden gestimuleerd hun spullen te registreren door het gebruik van fotomateriaal, graveren of het registratieformulier van de politie. Het is ook mogelijk om eigendommen merken met DNA‐spray. Identificatie van gestolen goederen vergemakkelijkt het terugvinden van de eigenaar en draagt bij aan het bewijs tegen de dief of heler. 4.6 Actie preventievoetjes
Om bewoners bewust te maken van de risico’s die zijn lopen ten aanzien van woninginbraak, kan de politie met name in de zomermaanden actief bezig gaan met het verspreiden van de zogenaamde ‘voetjes’. Hierbij wordt een flyer in de vorm van een voetstap geplaatst in woningen waarvan deuren en of ramen openstaan. Op deze voetjes staat de tekst: “Dit had eveneens een inbreker kunnen zijn”. Op deze wijze wordt getracht bewoners bewust te maken van het feit dat zij ramen en deuren moeten sluiten indien zij even niet thuis zijn of niet oplettend zijn. Gedurende de preventiecampagne van de gemeenten, kan de politie deze actie gaan opzetten. 4.7 Promoten achterpadenproject Door het aanbrengen van voorzieningen kunnen de achterpaden veiliger worden gemaakt. Wanneer bewoners zelf maatregelen nemen, zoals het aanbrengen van verlichting en/of het afsluiten van het achterpad, voelen zij zich meestal veiliger en verkleinen de kans op inbraak. Daarnaast worden 95% van de inbraken gepleegd door gelegenheidsdieven. Deze gelegenheidsdieven zoeken juist een woning uit waar zij makkelijk, snel en ongezien binnen kunnen komen. En de buit, dat zien ze wel als ze binnen zijn. Ze vinden altijd wel iets van waarde. 4.8 Themazitting bij de rechtbank Als er voldoende zaaksaanbod is kunnen zaken geclusterd door het openbaar ministerie bij de rechtbank worden aangebracht in een themazitting. Een dergelijke zitting kan vergezeld gaan van de nodige publiciteit. 4.9 Samenvatting van maatregelen Nieuwbouw in principe volgens de eisen van het Nieuwbouw Bestaande bouw
Politiekeurmerk Veilig Wonen (woningen en woonomgeving) Veiligheidsparagraaf in bestemmingsplanwijzigingen Corporaties brengen hun woningvoorraad op PKVW‐niveau Particuliere eigenaren bewegen tot beveiliging woning door flyers en andere middelen na inbraak.
14
Publiekscampagne Folder Registratie Preventievoetjes Achterpadenproject Themazitting
Politie informeert gemeente over hotspots Voorlichting aan bewoners van studentenhuisvesting Informatieavonden over inbraakpreventie Promoten PKVW, ook door bedrijven uit de preventiesector en verzekeraars Inzetten diverse media om inbraakpreventie onder de aandacht te brengen Gemeenten kunnen een gezamenlijke folder gebruiken met tips Voor bewoners in de directe omgeving van een inbraak is een informatiemap beschikbaar Promoten van registratie en merken van eigendommen Politie laat bericht achter in huizen die niet behoorlijk zijn afgesloten Promoten dat achterpaden worden beveiligd Zitting met inbrekers uit district De Waarden, omgeven met de nodige publiciteit.
15
5. Uitvoering Een aantal maatregelen sorteert het meest effect als ze gezamenlijk worden uitgevoerd. Ook maatregelen die niet gezamenlijk worden genomen kunnen in het kader van dit project in ieder geval gelijktijdig worden uitgevoerd. De aandacht die daarmee wordt getrokken is dan optimaal en verplaatsing van het probleem wordt tegengegaan. Voor zover de maatregelen voor de betreffende gemeente relevant zijn wordt er door de werkgroep op aangedrongen dat ze ook daadwerkelijk door alle gemeenten worden uitgevoerd. Onderstaand zijn de maatregelen onderverdeeld in 2 categorieën. Maatregelen die gezamenlijk kunnen worden genomen maatregel verantwoordelijke Nieuwbouw in principe volgens de eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (woningen en woonomgeving) Veiligheidsparagraaf in bestemmingsplanwijzigingen Corporaties brengen hun woningvoorraad op PKVW‐niveau Particuliere eigenaren bewegen tot beveiliging woning door flyers en andere middelen na inbraak. Informatieavonden over inbraakpreventie Promoten PKVW, ook door bedrijven uit de preventiesector en verzekeraars Gemeenten kunnen een gezamenlijke folder gebruiken met tips Voor bewoners in de directe omgeving van een inbraak is een informatiemap beschikbaar Promoten van registratie en merken van eigendommen
Maatregelen per organisatie maatregel Politie informeert gemeente over hotspots Voorlichting aan bewoners van studentenhuisvesting Inzetten diverse media om inbraakpreventie onder de aandacht te brengen Politie laat bericht achter in huizen die niet behoorlijk zijn afgesloten Promoten dat achterpaden worden beveiligd Zitting met inbrekers uit district De Waarden, omgeven met de nodige publiciteit.
Alle gemeenten
Alle gemeenten Woningcorporaties (op initiatief van gemeente) Gemeenten en politie Gemeenten en politie Alle gemeenten, politie, beveiligingsbranche Alle gemeenten Gemeenten en beveiligingsbranche Alle gemeenten en politie
verantwoordelijke Politie Gemeenten Gemeenten Politie Gemeenten Openbaar Ministerie
16
6. Fasering 6.1 Tijdslijn Fase Projectopdracht Districtsoverleg Verzamelen informatie Opstellen plan van aanpak Bespreking en besluitvorming Districtsoverleg Uitvoering maatregelen Overzicht maatregelen en inbraakcijfers in Districtsoverleg Successen bekend maken Evaluatie effecten Aanmelden beste PKVW‐project 2011
Tijd 11 maart 2010 November 2010 Januari 2011 10 februari 2011 Vanaf maart 2011 Najaar 2011 Structureel Voorjaar 2012 Indienen voor 1 april 2012
6.2 Financiën De financiële en personele middelen voor inbraakpreventie zijn beperkt. De notitie is dan ook vanuit dit uitgangspunt geschreven. De inschatting is, dat de kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van dit plan minimaal zullen zijn. Daarbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan de kosten voor het drukken van folders. Budgethouder voor deze middelen bij de gemeenten is de afdeling openbare orde en veiligheid, daar wordt beslist over de inzet van de middelen en wordt verantwoording afgelegd over de besteding en resultaten. Binnen de begroting dient te worden gekeken of er ruimte is om de gewenste activiteiten uit te kunnen voeren.
17
Bijlage 1
Diefstal/inbraak woning per kern 2010 Gemeente / kern
jan
GemeenteBuren
febr
mrt
april
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
totaal
13
9
5
7
5
3
8
3
7
9
16
19
104
Asch
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
Buren
2
0
0
1
0
1
0
0
0
0
2
1
7
Eck en Wiel
1
1
0
0
0
0
1
0
4
1
2
1
11
Erichem
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
1
2
Ingen
0
1
0
1
0
0
2
1
0
2
1
1
9
Kapel Avezaath (Buren)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
Kerk Avezaath (Buren)
0
1
1
1
0
0
0
1
0
1
0
0
5
Lienden
8
3
0
1
3
2
0
1
1
2
4
9
34
Maurik
0
1
1
1
0
0
2
0
1
1
3
0
10
Ommeren
0
1
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
3
Rijswijk (GLD)
2
0
2
1
0
0
0
0
0
0
1
0
6
Zoelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
4
5
Zoelmond
0
0
1
0
0
0
2
0
0
0
0
1
4
Gemeente Culemborg
17
7
12
8
5
3
6
8
10
17
19
13
125
Culemborg
17
7
12
8
5
3
6
8
10
17
19
13
125
Gemeente Geldermalsen
9
14
6
8
11
4
6
7
6
12
15
17
115
Acquoy
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
2
0
5
Beesd
1
1
0
1
3
0
0
0
0
0
3
1
10
Deil
2
1
0
0
0
1
1
0
1
0
1
1
8
Enspijk
0
0
0
0
1
0
1
0
1
0
0
0
3
Geldermalsen
2
8
3
5
4
0
3
5
2
8
3
11
54
Gellicum
0
0
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
3
Meteren
1
3
1
2
1
0
0
0
0
2
4
4
18
Rhenoy
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2
Rumpt
0
1
2
0
0
0
0
0
1
0
0
0
4
waar: Tricht
0
0
0
0
2
3
1
1
0
0
1
0
8 47
Gemeente Lingewaal
4
4
3
2
1
3
4
7
2
7
4
6
Asperen
0
0
1
0
0
0
0
1
1
1
1
2
7
Herwijnen
0
2
1
2
1
2
0
2
0
2
0
0
12
Heukelum
1
0
1
0
0
1
1
0
0
3
0
1
8
Spijk (gem. Lingewaal)
0
1
0
0
0
0
2
2
1
1
1
2
10
Vuren Gemeente Maasdriel Alem
3
1
0
0
0
0
1
2
0
0
2
1
10
19
11
10
6
9
4
4
6
10
11
15
18
123
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
Ammerzoden
2
0
2
0
1
2
0
0
1
1
1
2
12
Hedel
1
3
4
3
2
0
1
0
2
5
4
1
26
Heerewaarden
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
2
Hurwenen
1
1
0
0
0
0
0
1
1
0
0
2
6
Kerkdriel
10
3
3
0
1
0
1
2
4
1
7
9
41
Rossum (GLD)
3
2
1
1
2
1
1
0
1
2
1
0
15
Velddriel
1
2
0
1
2
1
1
3
1
2
1
3
18
18
Gemeente / kern
jan
febr
mrt
april
mei
juni
juli
aug
sept
okt
nov
dec
totaal
13
11
9
7
3
5
6
14
7
30
13
12
130
Dodewaard
2
2
1
0
0
1
0
3
2
7
4
3
25
Echteld
1
0
1
2
0
0
1
0
1
1
0
0
7
IJzendoorn
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
3
Kesteren
1
6
3
2
2
3
5
4
3
6
2
2
39
Gemeente Neder-Betuwe
Ochten
5
1
3
3
0
1
0
3
1
9
4
4
34
Opheusden
3
2
1
0
1
0
0
4
0
7
2
2
22 76
Gemeente Neerijnen
12
4
7
8
8
4
2
3
5
6
5
12
Est
1
1
0
1
1
0
0
0
1
0
1
0
6
Haaften
0
1
2
3
2
2
0
0
0
0
1
1
12
Hellouw
0
0
2
3
1
0
1
1
0
0
0
1
9
Neerijnen
0
1
0
0
1
1
0
0
0
0
0
1
4
Ophemert
2
0
1
0
1
1
1
0
1
3
1
1
12
Opijnen
1
0
0
0
1
0
0
0
0
1
0
0
3
Tuil
0
0
0
1
1
0
0
0
1
0
0
5
8
Varik
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
1
1
3
Waardenburg
8
1
1
0
0
0
0
2
2
2
1
2
19
17
26
26
21
17
14
11
14
15
27
36
62
286
Kapel Avezaath (Tiel)
2
0
1
0
0
0
0
1
0
0
0
3
7
Tiel-Noord
8
9
9
15
3
5
4
4
6
17
19
39
138
Tiel-Zuid
7
17
15
5
14
9
7
9
9
9
16
20
137
Wadenoijen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
1
0
2
Gemeente Tiel
Zennewijnen
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
2
21
17
12
9
25
15
14
24
11
14
12
11
185
Aalst
0
0
1
0
0
0
0
1
2
1
1
0
6
Brakel
0
0
0
0
0
0
1
1
0
0
0
1
3 18
Gemeente Zaltbommel
Bruchem
0
5
1
0
0
1
0
3
3
2
2
1
Delwijnen
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
Gameren
5
5
1
0
0
0
0
2
1
0
0
0
14
Kerkwijk
1
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
2
Nederhemert
1
0
0
0
0
0
0
0
1
6
0
1
9
Zaltbommel Zuilichem
10
7
9
9
24
14
11
17
4
5
8
4
122
3
0
0
0
1
0
1
0
0
0
1
4
10
19
Bijlage 2 Tips om uw huis beter te beveiligen tegen woninginbraak Algemene tips Zorg voor inbraakwerend hang‐ en sluitwerk, voorzien van het keurmerk SKG Laat nooit sleutels zitten aan de binnenzijde van het slot Ook niet onder de deurmat, op het kozijn etc Berg huissleutels op een vaste plaats op Leg uw sleutels niet op een opvallende plaats in huis Nooit briefjes op en touwtjes aan de deur Zorg voor goede verlichting bij toegangsdeuren Houd de groenvoorziening rondom de woning laag Hang in de meterkast een kastje met gegevens van personen die in geval van nood gewaarschuwd kunnen worden Merk waardevolle voorwerpen met postcode en huisnummer Registreer uw eigendommen met een bij de politie verkrijgbare registratiekaart Maak foto’s van waardevolle voorwerpen Berg waardevolle spullen op in een kluisje thuis of bij de bank Vestig geen onnodige aandacht op waardevolle spullen door ze op een van buitenaf zichtbare plaats te zetten. Berg ladders of ander klimmateriaal op achter slot en grendel Bel bij onraad of verdachte situaties direct de politie Bij het verlaten van de woning Laat als het donker is en u van huis bent, net zoveel licht branden als normaal Gebruik een schakelklok en denk daarbij ook aan de bovenverdieping Sluit ramen en deuren goed af Gebruik altijd het nachtslot, ook als u maar even weg bent Leg nooit sleutels onder de buitenmat of ergens anders buiten Geef eventueel een sleutel aan iemand die u kunt vertrouwen. Laat geen deuren en ramen openstaan, zelfs al bent u maar even weg Bij afwezigheid voor langere tijd Laat planten op de gebruikelijke plek staan Geef de woning een bewoonde indruk Laat iemand de brievenbus legen Laat de post niet zichtbaar van buitenaf neerleggen Vraag de buren een oogje in het zeil te houden Laat de buren weten waar u te bereiken bent Laat zo mogelijk iemand het gras maaien Geef uw afwezigheid door aan de politie
20
Bijlage 3
Op …….. 2011 start de publiekscampagne: “Houd de dief! buiten de deur”.
Samen met het Openbaar Ministerie en de politie starten de gemeenten in de Regio Rivierenland de publiekscampagne “HOUD DE DIEF! …BUiTEN DE DEUR”. Deze campagne heeft als doel het aantal woninginbraken terug te dringen.
Gemeente en politie nemen al diverse maatregelen om inbraken onaantrekkelijk te maken. Huurders en eigenaren kunnen zelf ook veel maatregelen nemen tegen diefstal. Alleen samen is criminaliteit te voorkomen en te bestrijden.
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de woninginbraken een gelegenheidsinbraak is. Daarom luidt ook de boodschap "geef inbrekers geen kans en bescherm uw huis en uw spullen". Maak het de inbreker juist moeilijker om binnen te komen.
Hieronder worden preventietips gegeven om een woninginbraak te voorkomen. Deze maatregelen verkleinen de kans op een inbraak aanzienlijk. Het zijn vrij eenvoudige maatregelen die relatief weinig kosten.
Preventietips De preventietips die zijn de volgende: Leg mobiele telefoons, laptops, sleutels, geld en andere waardevolle spullen uit het zicht; Sluit ramen en deuren goed af en laat de sleutel nooit aan de binnenzijde van de deur zitten; Plaats goedgekeurd en inbraakwerend beslag op de buitendeuren; Zorg voor goede buitenverlichting op eigen terrein, eventueel voorzien van een bewegingsmelder; Leg sleutels niet onder de mat of op een andere makkelijk vindbare plaats; Vraag altijd om legitimatie aan iedereen die binnen bij u wil komen of moet zijn.
21
Op uw gemeentelijke website vindt u meer informatie over inbraakpreventie en adressen van Politie Keurmerk-erkende bedrijven in uw regio. Deze bedrijven geven adviezen en helpen met het beter beveiligen van woningen. Een woning die voldoet aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen heeft 90% minder risico op inbraak
Wat doet de gemeente tegen woninginbraak? De gemeente treft maatregelen om de veiligheidssituatie in de verschillende wijken te verbeteren. Denk hierbij aan goede verlichting op bijvoorbeeld fietspaden en het goed onderhouden dan wel laaghouden van groenstroken. De gemeente werkt samen in het veiligheidshuis, een organisatie waarin zij met justitie- en de zorgketen overlast en criminaliteit aanpakt. Als daar aanleiding toe is stimuleert de gemeente initiatieven van buurtpreventie. We gaan over enkele weken starten met de aansluiting op Burgernet. Zie ook http://www.burgernet.nl/ Bewoners van actuele risicogebieden qua woninginbraak krijgen van de gemeente of de politie een waarschuwing dat er in de buurt is ingebroken met tips om inbraak zoveel mogelijk te voorkomen.
Extra ogen en oren Gemeente en politie vragen alle inwoners alert te zijn op verdachte situaties. Let goed op als u een wandeling maakt of met hun hond een rondje loopt. Als u de situatie niet vertrouwd of getuige bent van een woninginbraak, neem dan direct contact op met de politie via het alarmnummer 112. Let vooral op het signalement van de verdachte personen en op kenmerken van eventuele vervoersmiddelen. Belangrijk zijn daarbij het merk, type, kleur en het kenteken van het voertuig. Deze informatie kan cruciaal zijn voor de opsporing en aanhouding van de verdachte(n). Niet spoedeisende informatie kunnen inwoners doorgeven via het algemene nummer 0900-8844 of Meld Misdaad anoniem 0800-7000.
Hebt u zelf ideeën die kunnen helpen in de strijd tegen woninginbraak, mail deze dan naar de gemeente waar u woonachtig bent.
22
Bijlage 4
Openbaar Ministerie Regio Arnhem - Zutphen
Woninginbraken. Al geruime tijd worden de nodige inspanningen geleverd om het aantal woninginbraken terug te dringen en, waar inbraken hebben plaatsgevonden, de daders op te sporen. De politie geeft prioriteit aan woninginbraken, zet extra capaciteit in met zogenaamde Woning Inbraken Teams en heeft zich verplicht om in alle gevallen sporenonderzoek te doen. Dit betekent niet dat dit onderzoek ook altijd door de Technische Recherche wordt uitgevoerd. Een ervaringsgegeven is dat in 20% van de gevallen medewerkers van de teams zelf de sporen veilig stellen; bij 60% van de woninginbraken vindt TR-onderzoek plaats; de overige 20% bevat onvoldoende sporenindicaties. De sporendragers worden binnen drie dagen onderzocht en vastgelegd. Het uitgangspunt is dat 40% van de aangetroffen sporen bruikbaar is voor onderzoek. Dit heeft er tot nog toe niet toe geleid dat het aantal inbraken significant is verminderd. Sterker nog: er is een stijgende tendens waar te nemen, vooral in district de Waarden. De opheldering van woninginbraken is, afgezien van heterdaadzaken, een lastige klus. Het ophelderingspercentage is weliswaar gestegen maar ligt momenteel regionaal rond de 15% maar in district De Waarden op circa 8%. Zie bijlage voor specifieke aantallen. Afgemeten aan de regioindeling die door verzekeringsmaatschappijen wordt gehanteerd voor het vaststellen van de premie en het eigen risico voor inboedelverzekeringen is de regio Gelderland Zuid behoorlijk inbraakgevoelig. De regio is in de middenmoot opgenomen, terwijl voor de stad Nijmegen een hoger risico en dus een hogere premie geldt. Het risico op inbraak in gebieden als de noordelijke provincies (inclusief de steden) en Oost-Gelderland wordt lager ingeschat. Om het aantal woninginbraken te verminderen is repressie alleen geen optie. Een programmatische aanpak kan er toe leiden dat alle mogelijkheden worden benut om inbraken te voorkomen. Preventieve maatregelen moeten er voor zorgen dat de inspanningen van de politie beperkt blijven tot een zo klein mogelijk aantal zaken. Al in 2004 is daarbij aangegeven dat gebrek aan capaciteit bij de politie ertoe kan nopen om opsporingshandelingen te beperken tot inbraken in woningen die behoorlijk zijn beveiligd. Het moment dat deze keuze zich aandient komt, mede gezien de capaciteitsproblemen die binnen de opsporing bestaan, steeds dichterbij. In de preventieve sfeer zijn tot dusver al afspraken gemaakt in het regionaal college. In 2004 is daarover afgesproken dat voor nieuwbouwprojecten in principe de eisen van het politiekeurmerk zullen worden gehanteerd en dat bij bestemmingsplanwijzigingen een veiligheidsparagraaf wordt opgenomen. Bovendien zouden de grote woningbeheerders worden benaderd om het keurmerk onder de aandacht te brengen.
23
De beveiliging van bestaande woningen werd gezien als een verantwoordelijkheid van de burgers en de betrokken marktpartijen. Exacte cijfers zijn niet bekend maar het is duidelijk dat het aantal inbraken in gecertificeerde woningen slechts een fractie is van het aantal in niet-gecertificeerde woningen (ca. 10%). Gecertificeerde of in ieder geval adequate beveiliging van woningen biedt daarmee een uitgelezen mogelijkheid om het aantal inbraken terug te dringen. Het relatief grote aantal inbraken, gekoppeld aan de impact die dit voor de bewoners heeft vraagt om het inzetten van alle mogelijkheden om het beveiligen van woningen en daarmee het verkleinen van het inbraakgevoeligheid te stimuleren. Uitdaging daarbij is om weliswaar de bewoners bewust te maken van het inbraak-risico en de urgentie om de woning te beveiligen maar daarbij te voorkomen dat al te grote gevoelens van onveiligheid in de samenleving ontstaan. Her en der zijn al initiatieven ontplooid om bewoners aan te zetten tot zelfwerkzaamheid. In Tiel werden bewoners in de omgeving van een pand waar een inbraak werd gepleegd daarvan op de hoogte gesteld. Dit kan de sociale controle vergroten maar ook een aanzet geven om de eigen woning te beveiligen. In de regio Utrecht is een website ontwikkeld (www.stopdecriminaliteit.nl) waar de woninginbraken van de afgelopen dagen worden getoond met daarbij de modus operandi. Bovendien wordt algemene informatie verstrekt. Op de site www.politiekeurmerk.nl is informatie voor verschillende doelgroepen beschikbaar. Andere mogelijkheden zijn natuurlijk denkbaar. Het openbaar ministerie is van mening dat mogelijkheden om woninginbraken te voorkomen waar mogelijk moeten worden opgepakt. Het voorstel aan het Districtsoverleg De Waarden is: - Een werkgroep in het leven te roepen die voorstellen ontwikkelt om de beveiliging tegen inbraak van woningen in het district De Waarden maximaal te vergroten bij een minimale inzet van personele capaciteit en financiële middelen. - De betreffende werkgroep bovendien mogelijkheden te laten onderzoeken om marktpartijen (bijvoorbeeld verzekeraars, PKVW- bedrijven, woningbeheerders) bij (het propageren van) beveiliging te betrekken. - De afspraken uit 2004 met betrekking tot nieuwbouwprojecten en het aanspreken van grote woningbeheerders te herbevestigen. Bruikbare initiatieven kunnen regionaal worden overgenomen. Bijlagen: - Diefstallen per district voor de regio Gelderland Zuid - Diefstallen per gemeente voor het district De Waarden
24