Plan van aanpak Methodiekontwikkeling Wraparound care-model Utrecht en Opzet van kennisplatform Hogeschool Utrecht November 2010
1
Inhoud 1.
Aanleiding .........................................................................................................................................................3
2.
Doel en resultaat ...............................................................................................................................................4
3.
Afbakening ........................................................................................................................................................4
4.
Activiteiten.........................................................................................................................................................5 a.
kennisplatform...................................................................................................................................................5 Activiteiten............................................................................................................................................................... 6
b.
Methodiekontwikkeling ......................................................................................................................................6 Fase 0. Oriënteren ..................................................................................................................................................6 Fase 1. Ontwikkelen ...............................................................................................................................................6 Fase 2. Toetsen ......................................................................................................................................................7 Terugkoppeling naar het onderwijs .........................................................................................................................7
5.
Uitvoering ..........................................................................................................................................................7 Programmaleiding ...................................................................................................................................................7 Onderzoekers .........................................................................................................................................................7 Accountability ..........................................................................................................................................................8
6.
Planning en doorlooptijd....................................................................................................................................9
7.
Literatuur ......................................................................................................................................................... 10
2
1. Aanleiding Het programma UJC heeft als de doel de jeugdzorg meer aan te laten sluiten op de vraag van de cliënt, meer samenwerking tussen de sectoren te realiseren, de zorg zo mogelijk in de eigen leefomgeving van het gezin te organiseren en daarbij gebruik te maken van de sociale netwerken van het gezin en het oplossend vermogen van de cliënten zelf (empowerment). Het wraparound care-model (WCM) is een nieuwe aanpak inde jeugdzorg die hier binnen past en ook is aangewezen als één van de sleutelprojecten van het programma UJC. Het Wraparound care-model is een in Canada en de Verenigde Staten ontwikkelde en daar breed toegepaste aanpak, bedoeld om gezinnen met een opeenstapeling van problemen greep te laten krijgen op hun leven (Hermanns, Goed geregelde jeugdzorg?, 2010). Het is gebaseerd op dezelfde principes als die van het UJC. Daarom heeft de provincie er samen met de gemeente Utrecht, de gemeente Amersfoort en lokale welzijns- en jeugdzorgorganisaties voor gekozen om in het kader van “Utrechtse Jeugd Centraal” twee pilots Wraparound care te starten. De pilots zijn in 2009 van start gegaan en de eerste ervaringen zijn zeer positief. In deze pilots is inhoudelijke ondersteuning en onderzoek geleverd door het Lectoraat Werken in Justitieel Kader van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht (HU). Dit lectoraat voert onder leiding van drs Anneke Menger en prof. dr. Jo Hermanns een onderzoeksprogramma uit naar continuïteit en professionaliteit bij complexe problemen. Jo Hermanns introduceerde het wraparound care-model in Nederland en doet op diverse plaatsen in Nederland onderzoek naar de werkzaamheid hiervan. Nadat de pilots wraparound care in Utrecht en Amersfoort van start waren gegaan en ook het onderzoek was begonnen, bleek dat er in de provincie Utrecht al verschillende initiatieven bestonden die werken vanuit dezelfde ambities. Zij tonen op het eerste gezicht grote overeenkomsten met de werkprincipes van wrapround care. Dit geldt bijvoorbeeld voor “Hulp aan huis”, een landelijk intersectoraal programma voor intensieve ambulante gezinsbehandeling, “Gezinscoaching”, dat wordt aangeboden door zorginstellingen in verschillende Utrechtse gemeenten, waaronder Nieuwegein, Houten en Woerden en “10 voor toekomst”, een programma voor gezinnen van het Leger des Heils. Bovendien zijn er initiatieven gericht op specifieke doelgroepen zoals het programma “Wisselgeld” van de gemeente Nieuwegein gericht op de aanpak van Roma-problematiek en “Tussen-in”, een project van Al-amal voor allochtone vrouwen in de stad Utrecht. Ook deze initiatieven hebben overeenkomsten met wraparound care. De provincie zelf is onlangs een nieuwe pilot gestart “Eén kind, één plan” dat eveneens vergelijkbare uitgangspunten hanteert. Al deze initiatieven werken systeemgericht, integraal en in de eigen leefsituatie: gezin, school en wijk. Afgelopen jaar is duidelijk geworden dat de aanpak verbreed moet worden en zijn ook bovengenoemde initiatieven betrokken. Een aantal van hen heeft in 2010 verzocht om aansluiting bij het gestarte onderzoek. Een verdere ontwikkeling en goede beschrijving van de methodieken is van belang om evidence based te kunnen werken. Ook hebben de verschillende initiatieven behoefte aan een uitwisseling van kennis er ervaring. Gezien de successen tot nu toe is de implementatie op grotere schaal wenselijk. Het concept van wraparound care heeft raakvlakken binnen verschillende programmalijnen in het programma UJC. De provincie Utrecht heeft het Lectoraat gevraagd om projectvoorstel in te dienen voor het beschrijven van de methodieken en het opzetten van een kennisplatform. Dit als vervolg eerder onderzoek die de HU heeft uitgevoerd voor de provincie Utrecht in het kader van onderzoek naar de twee pilots in Amersfoort en Utrecht. Dit onderzoeksvoorstel beoogt een evidence based werkwijze te ontwikkelen voor de afzonderlijke initiatieven voor de specifieke doelgroep in de specifieke context. Daarnaast is gevraag om meer conceptuele gezamenlijkheid te ontwikkelen bij de uitvoering van de vernieuwingsagenda, zodat de pogingen de versnippering tegen te gaan niet op hun beurt versnipperd blijven. Een van de manieren om dit te realiseren is een gezamenlijke oriëntatie op de verschillende vormen van hulpverlening. Wie doet eigenlijk wat? Hoe verhouden de initiatieven zich tot elkaar? Wat valt er te leren van de ervaringen en hoe kunnen die ervaringen anderen verder helpen? Hoe kunnen de projecten en
3
initiatieven elkaar versterken, zich ontwikkelen naar een hoger niveau van kwaliteit en daardoor de zorg aan gezinnen effectiever vormgeven?
2. Doel en resultaat Het onderzoeksprogramma heeft als doel om de hulp aan multiprobleem gezinnen in de provincie Utrecht dermate te verbeteren dat steeds meer gezinnen weer greep krijgen op hun leven. Het opzetten van een kennisplatform wraparound care is hiervan een onderdeel. Op basis van actieonderzoek wordt een transparant aanbod van thuisnabije, integrale hulp te ontwikkeld gericht op empowerment van het gezin. De ontwikkelde interventies worden goed beschreven en onderbouwd met theoretische bewijskracht en bezitten daarmee niveau 2 van de effectladder van Van Yperen en Veerman (van Yperen & Veerman, 2008) en kunnen daarom worden ingevoerd in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut. Onderzoeksvragen: 1) 2) 3)
4) 5)
Hoe kan het wraparound care-model in de provincie Utrecht worden geconcretiseerd en op een effectieve en theoretisch onderbouwde wijze worden toegepast ? Welke mogelijkheden en belemmeringen doen zich hierbij voor? Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen diverse in Utrecht toegepaste vormen van thuisnabije, integrale, systeemgerichte en vraaggestuurde vormen van gezinsbegeleiding gericht op empowerment van het gezin? Wat zijn hierin de meest effectieve praktijken of “best practices”? Wat zijn de organisatorische randvoorwaarden voor toepassing van het wraparound-care model in de provincie Utrecht?
Concrete resultaten van het kennisplatform en het onderliggende ontwikkel- en onderzoeksprogramma zijn: a. b. c. d.
e. f. g. h. i.
Gezamenlijkheid bij gehanteerde begrippen. Heldere definitie van begrippen zoals “Wraparound Caremodel”, “gezinscoaching” en “gezinsplan”, maar ook van begrippen als “model” en “methodiek”. Beschreven best-practices Beschreven interventies op niveau 2 van de effectladder van van Yperen en Veerman Transparant zorgaanbod. Toolkit met overzicht van de verschillende initiatieven naar Doelgroep Doel Theoretische onderbouwing Werkwijze Aanbieder Geografisch bereik Beschreven randvoorwaarden voor implementatie van het wraparound care-model in de provincie Utrecht Geprofessionaliseerde hulpverleners door systematisering van ervaringen en reflecties en kennisinput uit het onderzoek Effectieve hulp aan multiprobleem gezinnen Geaccumuleerde en gedissemineerde kennis: Verspreiding van kennis via bijeenkomsten, website, publicaties en onderwijs Verbeterde startkwalificaties van hulp- en dienstverleners
3. Afbakening In het onderzoek worden drie lagen onderscheiden: de context, de methode en het professionele handelen (Hogeschool Utrecht, 2010) . Het onderzoek is primair gericht op de ontwikkeling en beschrijving van de methode. Op het gebied van de organisatorische en bestuurlijke context worden randvoorwaarden geïnventariseerd maar bijvoorbeeld geen voorstellen gedaan voor bekostigingssystematiek en de organisatie. Hoewel het professioneel handelen wordt onderzocht en versterkt door gezamenlijke reflectie en kennisinput uit het onderzoek is de opdracht geen professionaliseringstraject (“opleiding”).
4
Het wraparound care-model biedt een conceptueel en methodisch kader waarmee we verschillende praktijken met elkaar vergelijken (Hermanns, Het wraparound care model en de vraag naar nieuwe jeugdzorgprofessionals. 2009). In naam van dezelfde idealen en onder dezelfde noemer gaan zeer verschillende praktijken schuil. Of en in hoeverre de initiatieven in de praktijk naar elkaar toegroeien en gemeenschappelijke elementen gaan bevatten zal door onderzoek moeten worden aangetoond.
4. Activiteiten a. kennisplatform Het kennisplatform wraparound care-model Utrecht bestaat uit diverse initiatieven die verschillen qua aard, omvang en bereik. Het is bedoeld om kennis te delen en wordt ondersteund door een onderzoeks- en ontwikkelprogramma waarvan de activiteiten hieronder apart worden beschreven. Initiatief
Aard
Pilot Wraparound care Utrecht
Project
Pilot Wraparound care Amersfoort
Project
Betrokken organisaties Provincie Utrecht Gemeente Utrecht Stade-profiel Portes Cumulus Provincie Utrecht Gemeente Amersfoort
Aanspreekpunt
Functie
Lenneke Wolswinkel
Projectleider
Sandra Klokman
Projectleider
Provincie Utrecht Vitras CMD . Rivas Zuwe Zorg Al-Amal Gemeente Nieuwegein Altrecht Kwadrant Arkemeyde Joozt LSG Lijn 5 OPL Lijn 5 Meerwijck Zonnehuizen Leger des Heils
Lenneke Wolswinkel Thérèse Suidman
Projectleider Beleidsmedewer ker Vitras CMD
Hogeschool Utrecht
Renske Schamhart
Bureau Jeugdzorg RIAGG Zandbergen MEE SOVEE Eén kind één plan Gezinscoaching
Tussen-in Wisselgeld
Project Regulier zorg aanbod Project Project
Hulp aan Huis
Samen werkings verband
10 voor Toekomst
Regulier zorg aanbod
Lectoraat werken in justitieel kader
Kennis instelling
Caroline Sarolea Marijke Bosma Monique Kamphuis
Martin Koot
Programmamanager Programma leider Utrecht
Sectormanager jeugdzorg CWZW Midden Nederland Programmaleider wraparound care
5
Het kennisplatform krijgt vorm in de bijeenkomsten, een website en een linkedin groep. Tussen de bijeenkomsten door loopt het onderzoek, waaruit wordt gerapporteerd tijdens de bijeenkomsten. De kennis die we met elkaar ontwikkelen wordt vastgelegd in publicaties voor professionals, studenten en bestuurders. Vanaf 2011 kunnen tevens wetenschappelijke publicaties op grond van het door Hogeschool Utrecht gefinancierde promotie-onderzoek worden verwacht. Activiteiten Organiseren van drie bijeenkomsten van het Kennis platform Wraparound Care Utrecht (8 september 2010, 21 januari 2011 en 27 mei 2011) Organiseren van een open conferentie Wraparound Care Utrecht (18 november 2011) Publiceren van onderzoeksrapporten, toolkit met zorgaanbod, methodische handreiking en boek met werktitel “Wraparound care; het Utrechtse model” (eind 2011) Opzetten en onderhouden van de Website wraparound care-model Utrecht Opzetten en onderhouden van netwerken via Linkedin
b. Methodiekontwikkeling In aansluiting op het onderzoek dat reeds is gestart rond de pilots Wraparound care Utrecht en Amersfoort faseert het lectoraat het onderzoek in drie opeenvolgende fasen: oriënteren,ontwikkelen en toetsen. Fase 0. Oriënteren Overkoepelende onderzoeksactiviteiten Literatuurstudie naar aanpak van multiprobleemgezinnen elders in het land (zie bijvoorbeeld Steketee & Vandenbroucke, 2010; Kruiter, Jong, Niel, & Hijzen, 2008) Uitwerken theoretisch- en conceptueel kader wraparound care model en operationalisering van begrippen Beschrijven van de initiatieven in termen van dit conceptuele kader . Vergelijken van de initiatieven op hoofdlijnen op basis van bestudering van bronmateriaal en interviews Inventariseren van gemeenschappelijke onderzoeks- en ontwikkelthema’s door middel van interviews Onderzoeksactiviteiten per initiatief Per initiatief formuleren van specifieke onderzoeks- en ontwikkelvraag op basis van (groeps)interviews. Fase 1. Ontwikkelen Onderzoeksactiviteiten per initiatief Volgens een actie onderzoekbenadering al werkende wijs ontwikkelen van de initiatieven op basis van een best-practice-unit per initiatief. Hierbij wordt impliciete “tacit knowledge” van professionals geëxpliciteerd en kennis over wraparound care toegevoegd. Hierbij zullen afhankelijk van de specifieke onderzoeksvragen- en doelen optimale combinaties van open en meer voorgestructureerde methoden worden ingezet die maximaal recht doen aan de specifieke context (Butter, 2009). Het hangt af van de ontwikkelfase van elk initiatief en van de uitkomsten van de oriëntatiefase hoe relevant en zwaar dit onderdeel is. Dit proces van reflectie op het eigen handelen draagt bij aan de professionalisering van de hulpverleners. Tevens mondt het uit in de beschrijving van verschillende best-practices en reflecties over de succesfactoren. Overkoepelende onderzoeksactiviteiten Al werkenderwijs verder ontwikkelen van gemeenschappelijk referentiekader en gemeenschappelijke “body of knowledge”, eventueel ondersteund door thema-gerichte bijeenkomsten van een deel van het kennispatform. Casestudies van een klein aantal geslaagde trajecten waarbij ook gezinsleden en betrokken instanties worden onderzocht.
6
Beschrijven en theoretisch onderbouwen van interventies op niveau 2 van de effectladder van van Yperen en Veerman. Fase 2. Toetsen Als derde onderdeel van het onderzoek voert Hogeschool Utrecht een toetsend onderzoek uit naar de effectiviteit van de veronderstelde werkzame praktijken (“best- practices”). Door te meten of de doelgroep wordt bereikt, de doelen worden gerealiseerd, gezinnen niet voortijdig afhaken en tevreden zijn over de geboden hulp kan niveau 3 van de effectladder worden bereikt. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de promotie van een onderzoeker van het lectoraat. De financiering hiervan valt buiten deze subsidieaanvraag en komt geheel voor rekening van Hogeschool Utrecht. Dit toetsende onderzoek heeft een looptijd van medio 2010 tot eind 2013. Bij dit onderzoek zullen ook organisatie- en bestuurskundige eigenschappen van netwerken die een rol spelen in het Wraparound Care Model worden betrokken. Terugkoppeling naar het onderwijs De onderzoekers zijn docent bij de opleidingen pedagogiek, social-work, sociaal-juridische dienstverlening of integrale veiligheidskunde. De kennis die ze tijdens het onderzoek opdoen over jeugdhulpverlening en het bereiken van multiprobleemgezinnen gebruiken zij in hun onderwijs en vertalen zij naar het curriculum van de betreffende opleidingen. Zo komt deze kennis direct ten goede aan nieuwe generaties professionals die zodoende beter zijn toegerust op hun taak. Ook worden studenten, onder nauwe supervisie, betrokken bij deelvragen van het onderzoek. Het borgen van de terugkoppeling van kennis naar de verschillende opleidingen is één van de taken van de programmaleider.
5. Uitvoering Programmaleiding Ir. Renske Schamhart is programmaleider vanuit het lectoraat Werken in Justitieel Kader van Hogeschool Utrecht en treed op als “kennismakelaar”. Zij coördineert het onderzoek en de kennisdeling onder verantwoordelijkheid van drs. Anneke Menger. Prof. Dr. Jo Hermanns heeft de inhoudelijke en wetenschappelijke supervisie over het gehele project van het lectoraat. De programmaleider heeft de volgende taken en verantwoordelijkheden: 1)
2)
3)
4)
Onderhouden van interne en externe contacten a) intern met de verschillende betrokken opleidingen b) extern met de provincie Utrecht, het forum wraparound care-model Utrecht en het kennisplatform wraparound care-model Utrecht Organiseren van het kennisplatform a) organiseren en voorzitten van de bijeenkomsten van het kennisplatform b) superviseren van de organisatie van de conferentie Coördineren van het onderzoek a) werven en begeleiden van de onderzoekers b) conceptueel afstemmen van de verschillende onderdelen c) eindredactie van onderzoeksrapporten, toolkit en boek Programmabeheer a) Bewaken van de voortgang b) Projectrapportage
Onderzoekers Fase 0 en 1 van het onderzoek worden uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat: Aline Brandts, Jeanette de Goede, Leo Admiraal, Joyce Cordus, Niske Verwey, Deleaan Ruitenberg, Nel Koning en Madelief Oosterink. Hierbij geldt een strenge kwaliteitsbewaking vanuit het lectoraat. De onderzoekers worden begeleid door de programmaleider en inhoudelijk en methodologisch gecoacht door de lectoren en door de methodoloog van het lectoraat, dr Rene Butter.
7
Het promotieonderzoek (fase 2) wordt uitgevoerd door Joris Colijn. Promotoren zijn prof dr. Kenis (netwerkexpert, bestuurskundige) en prof. dr. Jo Hermanns. Accountability De provincie Utrecht stelt een begeleidingsgroep in voor de begeleiding van dit onderzoek. Deze begeleidingsgroep bestaat uit: Hans Attema (bestuurlijk trekker programmalijn 4 UJC, ketenversterking, Altrecht) Ans de Maat (bestuurlijk trekker programmalijn 5 UJC, zorgvernieuwing, de Rading) José Smink (gemeente Amersfoort) Marlies Kennis (gemeente Utrecht) Jessica Dijkman ( gemeente Houten) Tieske Meijer (adviseur onderzoek provincie utrecht). Een vertegenwoordiger van het Nederlands Jeugd Instituut.
De programmaleider van Hogeschool Utrecht bespreekt de voortgang van de uitvoering van het programma met de begeleidingsgroep (voortgangs)rapportages en (tussentijdse) onderzoeksresultaten. Er zijn drie beslismomenten. 1. 2. 3.
Begin december 2010 : invulling fase 1 van onderzoek naar “gezinscoaching” en “één kind, één plan” op basis van de rapportage van fase 0 (zie planning B1) Begin maart 2011: invulling van fase 1 van onderzoek naar “Hulp aan huis”, “10 voor toekomst”, “Tussen-in” en “Wisselgeld”op basis van rapportage over fase 0 (zie planning B2) December 2011: décharge over de opgeleverde resultaten op basis van eindproducten, eindrapport en een accountantsverklaring (zie planning B3)
De programmaleider schrijft twee voortgangsrapportages geschreven (eind november 2010 en eind februari 2011) met daarin: a. b. c. d. e.
Inhoudelijke resultaten van de afgelopen periode, inclusief samenhang tussen de onderzoeksfases en tussen de initiatieven Status van de planning Status van de financiën Actiepunten komende periode Eventuele problemen en risico’s
Aan het eind van de looptijd wordt er een eindrapport gemaakt. Het eindrapport geeft een korte beschrijving en evaluatie van de uitgevoerde activiteiten, een samenvatting van de onderzoeksresultaten en een financiële verantwoording.
8
6. Planning en doorlooptijd Activiteit Onderzoek fase 0 Pilot Wraparound Care Utrecht Pilot Wraparound Care Amersfoort Oprichting kennisplatform Lanceren en onderhouden website en linkedin-groep Onderzoek fase 1 Pilot Wraparound Care Utrecht Pilot Wraparound Care Amersfoort Onderzoek fase 0 Gezinscoaching Eén kind één plan Bijeenkomsten Kennisplatform
e
2 semester 2009 X
e
1 semester 2010 X
e
2 semester 2010
e
2 semester 2011
X
X
X X X
X
X
Onderzoek fase 1 Gezinscoaching Eén kind één plan Onderzoek fase 0 Hulp aan huis 10 voor toekomst Tussen-in Wisselgeld Onderzoek fase 1 Hulp aan huis 10 voor toekomst Tussen-in Wisselgeld Slot conferentie
B1.
X
X
X
X
X
X
X
B2.
X
X
Publicaties Coördinatie
e
1 semester 2011
X X
X
X
X
B3.
9
7. Literatuur
Bruijn, E. d., & Westerhuis, A. (2004). Onderwijsinnovatie en kennisontwikkeling; zoeken naar nieuwe verbindingen. 's-Hertogenbosch: CINOP Expertisecentrum. Butter, R. (2009). Dansen met structuur; onderzoek in de ecologische pedagogiek. Tijdschrift voor Orthopedagogiek 47 , 531-531. Hermanns, J. (2010). Goed geregelde jeugdzorg? In P. H., Zorgen dat het werkt. Werkzame factoren in de zorg voor jeugd (pp. 61-79). Amsterdam: SWP. Hermanns, J. (2009). Het wraparound care model en de vraag naar nieuwe jeugdzorgprofessionals. In J. Gerris, & R. Engels, Professionele kwaliteit in jeugdzorg en jeugdzorgonderzoek (pp. 85-98). Assen: van Gorcum. Hogeschool Utrecht. (2010). Onderzoeksrapport Vooronderzoek pilots Wraparound care Utrecht en Amersfoort. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Kruiter, A. J., Jong, J. d., Niel, J. v., & Hijzen, C. (2008). De Rotonde van Hamed; maatwerk voor mensen met meerdere problemen. Den Haag: NICI Institute. Ministerie voor Jeugd en Gezin. (2010). Perspectief voor jeugd en gezin; kabinetsvisie op toekomst voor zorg en ondersteuning voor jeugdigen en gezinnen. Ministerie voor Jeugd en Gezin. Provincie Utrecht. (2008). Provinciaal beleidskader Jeugdzorg 2009-2012; provinciaal uitvoeringsprogramma 2009 Utrecht. Utrecht: Provincie Utrecht. Provincie Utrecht. (2008). Utrechtse Jeugd Centraal; vernieuwingagenda van samenwerkende partners in de jeugdzorg, het lokale jeugdbeleid en de jeugdbescherming. Utrecht: Provincie Utrecht. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. (2008). De ontkokering voorbij; Slim organiseren voor meer regelruimte (advies 44). Amsterdam: Uitgeverij SWP. Steketee, M., & Vandenbroucke, M. (2010). Typologie voor een strategische aanpak van multiprobleemgezinnen in Rotterdam. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut. Yperen, T.A. van en J.W. Veerman (2008, red.). Zicht op effectiviteit. Handboek voor praktijkgestuurd effectonderzoek onderzoek in de jeugdzorg. Delft: Eburon.
10