Pijncentrum
Behandeling van het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS)
Inleiding Op het pijncentrum is met u besproken dat uw pijnklachten van het Carpaal Tunnel Syndroom (CTS) behandeld gaan worden door middel van een (echogeleide) infiltratie. In deze folder willen wij u graag informeren over deze behandeling.
Indicatie Het carpaal tunnel syndroom ontstaat doordat een zenuw (de middelste armzenuw of nervus medianus) ter plaatse van de pols bekneld raakt. Deze zenuw verloopt via de onderarm naar de handpalm via een tunnel die wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad (de dwarse polsband) aan de handpalmzijde van de pols. Door die tunnel lopen ook de buigpezen van de vingers. De beknelling van de zenuw ontstaat door zwelling van het bindweefsel, waardoor de druk in de tunnel toeneemt.
1
Figuur 1: de middelste armzenuw of nervus medianus raakt bekneld in de tunnel, welke gevormd wordt door de handwortelbeentjes en de peesplaat.
De klachten van het carpaal tunnel syndroom zijn over het algemeen vrij karakteristiek en komen het meest voor bij vrouwen. Ze bestaan vaak uit een doof en tintelend gevoel aan de binnenkant van de hand, welke uitstraalt naar de eerste drie of vier vingers van de hand. Dit zijn precies de vingers die door de beknelde zenuw verzorgd worden. Soms wordt door patiënten in alle vingers, dus inclusief de pink, een doof gevoel aangegeven; tevens is er soms een uitstralende pijn vanuit de binnenzijde van de hand, via de elleboogregio, naar de bovenarm en de schouder. Behalve een doof en tintelend gevoel kan er ook een prikkelend en pijnlijk gevoel in de vingers en in de hand
2
optreden, een gevoel alsof de hand opgezwollen is en krachtsverlies in uw hand, waardoor u zomaar dingen kunt laten vallen. Het carpaal tunnel syndroom manifesteert zich veelal spontaan. Soms worden de klachten erger als de betreffende hand veelvuldig wordt gebruikt, zoals bij autorijden, fietsen, lezen of wringen. Soms kan het carpaal tunnel syndroom zich voordoen in beide handen (vrijwel gelijktijdig, maar vaak na elkaar). Indien het carpaal tunnel syndroom al langere tijd bestaat, dan kan er soms sprake zijn van krachtsverlies in de vingers. Nachtelijke klachten komen zeer veel voor. Patiënten geven aan dat ze er wakker van worden en dan met de hand bewegingen moeten maken om de klachten te laten verdwijnen. Ook bij het ontwaken in de ochtend doet dit zich voor.
Wat is de oorzaak? Het carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door beknelling van de middelste handzenuw ten gevolge van zwelling van de omliggende spierpezen in de hand. Dit kan het gevolg zijn van veelvuldige en herhaaldelijke bewegingen van de hand. Ook zwangerschap, overgewicht en suikerziekte zijn bekende risicofactoren voor het ontwikkelen van het carpaal tunnel syndroom. Ook kunnen de klachten aan het begin van de overgang optreden.
Is er onderzoek nodig? Op grond van het klachtenpatroon kan de diagnose vaak worden vermoed. Indien bij lokale druk op de zenuw de klachten toenemen of zich voordoen, wordt het al waarschijnlijker. Om zeker te weten of er sprake is van het
3
carpaal tunnel syndroom kan een spierzenuwonderzoek of EMG (elektromyografie) nodig zijn; hierbij worden de handzenuwen met stroomstootjes doorgemeten.
Behandelopties Bij lichte klachten kan (tijdelijke) aanpassing van de activiteiten van de betreffende hand vaak genoeg zijn om deze te laten verdwijnen. Indien alleen nachtelijke klachten op de voorgrond staan, kan tijdelijk een zogenaamde “nachtspalk” om de hand worden gebruikt. Voornamelijk CTS klachten die tijdens de zwangerschap ontstaan (en vaak spontaan na de zwangerschap verdwijnen) kunnen op deze manier afdoende worden behandeld. Indien een onderliggende ziekte (bijvoorbeeld suikerziekte) bij u is vastgesteld, dan moet deze natuurlijk zo goed mogelijk worden behandeld. Een andere mogelijkheid is het geven van een injectie die de lokale zwelling van de pezen ter hoogte van de carpale tunnel doet verminderen. Dit is een zeer patiëntvriendelijke behandeling. Veel patiënten zullen hierdoor klachtenvrij worden. Indien deze behandeling de klachten niet verhelpt dan is de volgende stap een operatie waarbij het peesblad wordt gekliefd om de zenuw meer ruimte te geven. Hieronder volgt de uitleg van deze laatste behandeloptie.
Voorbereiding De behandeling vindt plaats op de dagbehandelkamer van het pijncentrum. Er wordt met u een datum en tijdstip afgesproken.
4
Medicijnen Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dan kan het zijn dat u voor de behandeling tijdelijk moet stoppen met deze medicijnen. Het volgende is met u besproken: o o o o o
NSAID Ascal / acetylsalicylzuur Plavix Acenocoumarol (Sintrom) Marcoumar
_____ dagen voor de behandeling stoppen met de aangekruiste medicijnen _____ doorgaan met de aangekruiste medicijnen Na de behandeling kunt u de volgende dag weer met uw antistolling beginnen, tenzij uw behandelende arts anders voorschrijft.
Zwangerschap Wanneer u zwanger bent, raden wij u aan om contact op te nemen met het pijncentrum. U hoort dan of de behandeling door kan gaan.
Allergie Bent u allergisch voor bepaalde voedingsmiddelen, medicijnen, contrastvloeistof of huidontsmettingsmiddelen, bijvoorbeeld jodium? Waarschuw ons dan.
5
Premedicatie U hebt geen premedicatie nodig.
Nuchter zijn U hoeft voor deze behandeling niet nuchter te blijven.
De dagopname U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de polikliniek van het pijncentrum. De assistente begeleidt u naar en in de dagbehandelkamer.
Behandeling Tijdens de procedure ligt u op uw rug. De huid wordt ontsmet. De infiltratie vindt plaats 3 à 4 cm voor de polsplooi, waarbij een lokaal anestheticum en corticosteroïden worden geïnjecteerd. Alvorens tot infiltratie over te gaan, dan wel tijdens de infiltratie kan gebruik worden gemaakt van echografie om de structuren in uw pols beter te bekijken.
Na de behandeling De assistente begeleidt u uit de dagbehandelkamer. Als alles in orde is gaat u enige tijd daarna met ontslag. Lokale pijnlijkheid, welke binnen twee dagen verdwijnt, is niet ongewoon, mogelijk op basis van een chemische peesschedeontsteking als reactie op de steroïdkristallen. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen, zoals paracetamol (volgens bijsluiter) of uw eigen pijnstillende medicatie.
6
Na de behandeling mag u zelf niet actief deelnemen aan het verkeer. We raden u aan om voor de behandeling al voor vervoer naar huis te zorgen. Het uiteindelijke resultaat van de behandeling is meestal pas na enige weken tot een maand goed te beoordelen. Het is echter mogelijk dat u al eerder een gunstig effect op uw pijnklachten merkt.
Complicaties Uw anesthesioloog/pijnspecialist zal de behandeling zorgvuldig uitvoeren. Uitzonderlijke complicaties zijn zenuwletsel, peesruptuur, bloeding, infectie en sympathische dystrofie. Ontregeling van een bestaande diabetes mellitus komt ook voor en eveneens een voorbijgaande roodheid van het gezicht.
Tot slot Als u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen heeft, dan kunt u op werkdagen tussen 08:00-17:00 uur bellen met het pijncentrum via telefoonnummers: 0164-278697 en 0164-278698.
mei 2011
7