Carpaal Tunnel Syndroom Operatie
Inhoudsopgave Inleiding
3
Carpaal tunnel syndroom (CTS)
3
De operatie
3
Risico’s van de operatie
4
Na de operatie
4
Het ontslag
4
Leefregels na ontslag
5
Poliklinische controle
6
Vragen
6
Tip
7
Sint Maartenskliniek
7
2
Inleiding U bent onder behandeling bij de Sint Maartenskliniek voor pols-/ handklachten. In overleg met uw arts is gekozen voor een operatie in verband met carpaal tunnel syndroom. In deze folder leest u informatie over de operatie en over de periode thuis na de operatie.
Carpaal tunnel syndroom (C.T.S.) Bij een carpaal tunnel syndroom (C.T.S.) is er sprake van druk op een zenuw, de nervus (= zenuw) medianus. De zenuw verloopt aan de binnenzijde van de pols. De zenuw zorgt voor het gevoel in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger. Over de zenuw ligt een bandje (ligament). Als het ligament verdikt is ontstaat druk op de onderliggende zenuw. Daarnaast is het mogelijk dat er druk op de zenuw ontstaat doordat er meer vocht wordt vastgehouden in de pols. Klachten De klachten die ontstaan als er sprake is van een C.T.S. zijn tintelingen in een aantal vingers of de gehele hand. De tintelingen komen het meest voor in de duim, wijsvinger, middelvinger en een deel van de ringvinger. De klachten kunnen ’s nachts ernstiger zijn dan overdag. Als de klachten langdurig bestaan kan de omvang van de duimmuis afnemen doordat de spier in de duimmuis in omvang afneemt.
De operatie Tijdens de operatie wordt een incisie (snede) gemaakt aan de binnenzijde van de pols. Het bandje (ligament) dat over de zenuw ligt wordt vrijgelegd. Daarna wordt het ligament gekliefd. Hierdoor ontstaat er ruimte en neemt de druk op de onderliggende zenuw af. De huid wordt gesloten met hechtdraad. De wond wordt afgedekt met een pleister of gaasje en er wordt een drukverband aangelegd.
3
Risico’s van de operatie Een operatie in verband met carpale tunnel syndroom heeft net als iedere operatie algemene risico’s zoals een nabloeding, infectie, wondgenezingsstoornissen en littekenvorming. Bij deze operatie is er een specifiek risico op zenuwbeschadiging (met gevoels- of motoriekstoornissen als gevolg) of langdurig pijn in het geopereerde gebied.
Na de operatie Gedurende de eerste week na de operatie dient u de hand goed hoog te houden om teveel zwelling in de hand te voorkomen. Hiervoor mag u een sling (= draagband) gebruiken. De wond De wond wordt gesloten met hechtingen, deze kunnen tussen de 12e en 14e dag na de operatie verwijderd worden door de huisarts. Het drukverband kunt u twee dagen na de operatie verwijderen. Indien nodig kunt u dan de pleister vervangen. Wij adviseren om de wond met een pleister te bedekken zolang er nog wat vocht uitkomt. Als de wond droog is kunt u de pleister weglaten. Fysiotherapie U kunt de hand direct zelf oefenen, zie de oefeningen vanaf pagina 5. Soms vind de behandelend arts het nodig om handtherapie voor te schrijven. Indien dit het geval is, krijgt u hiervoor een verwijzing mee.
Het ontslag De verwachte opnameduur is 1 dag. De zaalarts of verpleegkundige bespreekt dit met u.
4
Leefregels na ontslag Lees ook de folder ‘Leefregels na ontslag’ De eerste 6 weken De eerste zes weken mag u de pols niet volledig strekken en buigen en mag u de hand licht belasten. U mag niet wringen, hard knijpen en zwaar tillen met de geopereerde hand. Lichte werkzaamheden mag u wel uitvoeren. Van belang is om goed naar de hand te ‘luisteren’. Bij pijnklachten op het moment van de activiteit, moet u de activiteit staken. Indien u ‘s avonds pijnklachten krijgt, dan kan dit een teken zijn dat u overdag te veel heeft gedaan. U moet het dan rustiger aan doen. Vanaf 6 weken na de operatie Zes weken na de operatie mag u de hand op geleide van de klachten weer volledig gaan belasten. Oefeningen na de operatie Één keer per uur doet u vijf keer de volgende oefeningen. 1. Strek de vingers volledig 2. Maak een volledige vuist, hierbij zijn alle gewrichten van de vingers gebogen. Indien nodig kunt u met de andere hand ondersteunen, d.m.v. de duim op de nagel te plaatsen en de wijsvinger achter de vinger. Houd deze oefening 5 seconden vast.
3. Buig de twee bovenste gewrichten van de vingers. Laat de duim hier buiten. Strek vanuit de gebogen positie de vingers één voor één, beginnend bij de wijsvinger. Houd deze oefening 5 seconden vast.
5
4. Een voor een met de duim de overige vingertoppen aanraken. U begint bij de wijsvinger. Indien u bij de pink bent, dan glijdt u zover mogelijk met de duim via de pink naar beneden.
5. Houd de vingers ontspannen en beweeg de pols rustig naar achteren en naar voren met de vingers in licht gebogen ontspannen stand. Eerst beweegt u de pols naar achteren. Als u niet verder kunt, dan houdt u deze stand 5 seconden vast. Beweeg vervolgens de pols rustig naar voren met de vingers ontspannen in gestrekte stand. Houd deze stand 5 seconden vast.
Poliklinische controle Ongeveer vier weken na de operatie komt u voor controle op de polikliniek orthopedie bij de arts-assistent of de physician assistant. Hiervoor krijgt u een afspraak. Op dezelfde dag heeft u ook een controle bij de handtherapeut om de oefeningen te evalueren. In de meeste gevallen kan worden volstaan met een eenmalige controle.
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u deze stellen tijdens het pre-operatief onderzoek of contact opnemen met de orthopedisch consulenten.
6
Tip Neem deze folder mee wanneer u wordt opgenomen. U kunt dan alle relevante informatie nog eens nalezen.
Sint Maartenskliniek De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland volledig gespecialiseerd in houding en beweging. U kunt op verschillende locaties in het land bij ons terecht voor behandeling van eenvoudige tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie, reumatologie en revalidatie na ziekte, een ongeval of hersenletsel. Doordat we ons volledig richten op aandoeningen aan het houding- en bewegingssysteem is onze ervaring en kennis groot. We staan dan ook bekend als een vooraanstaand ziekenhuis dat in de behandeling gebruik maakt van de laatste inzichten. Op onze onderzoeksafdeling ontwikkelen we nieuwe behandelmethoden en doen we onderzoek naar het effect ervan. De Sint Maartenskliniek beschikt verder onder meer over een gespecialiseerde apotheek, een sport medisch centrum en een pijnbehandelcentrum. Bij de Sint Maartenskliniek staat de patiënt centraal. U wordt persoonlijk benaderd, deskundig begeleid en kunt rekenen op onze uitgebreide voorzieningen. Wij staan klaar om u gastvrij te ontvangen. Voor meer informatie over onze behandelingen en een overzicht van al onze behandellocaties, kunt u terecht op onze website www.maartenskliniek.nl.
7
Meer informatie of vragen
Voor vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met de orthopedisch consulenten via telefoonnummer (024) 365 96 59 of e-mail
[email protected]
Colofon
Uitgave van de afdeling Communicatie, i.s.m. afdeling Orthopedie Mei 2014
Bestelcode
1418077
Bezoekadres Postadres Telefoon Telefax Internet
Hengstdal 3, 6574 NA Ubbergen (bij Nijmegen) Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen (024) 365 99 11 (024) 365 92 04 www.maartenskliniek.nl