Peri-operatieve Autotransfusie Hilversum, 10 november 2007
Bartje van Heel HAEMONETICS
®
Overzicht
z Allogene bloedtransfusie z Autologe bloedtransfusie – per- en postoperatief – werking van cell saving
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie z Wat is allogene bloedtransfusie? – Het afnemen van bloed of bloedprodukten van een individu en deze toedienen in de bloedcirculatie van een ander individu – Ook wel homologe transfusie genoemd
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie z Allogeen bloed was meestal in grote hoeveelheden direct beschikbaar z Toename van strikte veiligheidsnormen bij het selecteren van donoren en laboratoriumtesten, maar daling van het aantal donoren z Zeldzame maar significante risico´s zijn nog steeds aanwezig
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie – Potentiële Risico´s z Potentiële risico´s z Virale Infecties – Overdraagbaar van donor naar patient – Kan tijdens testen gemist worden (sero negatief) – Meest voorkomend: Hepatitis (m.n. hepatitis C) HIV CMV (overgedragen door leukocyten in bloedprodukten) HTLV-1
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie – Potentiële Risico´s z Bacteriele infectie – Opgeslagen bloed kan besmet zijn – Mogelijk het grootste levensbedreigende risico – Meest voorkomend in trombocyten bewaard op kamertemperatuur
z Transfusie reactie – Zeldzaam, maar nog steeds mogelijk – Matig tot levensbedreigend
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie – Potentiële Risico´s z Immunosuppressie – Voor het eerst beschreven 30 jaar geleden – Recente studies laten een toename zien van
Ziekenhuis relateerde infecties Ligduur (Length Of Stay) Duur van antibioticumbehandeling Andere complicaties
z Logistiek-Administratief: menselijke fouten die gemaakt kunnen worden bij het – Bereiden en distributie van donorbloed – Opslag – Tijdens het logistieke proces: laboratoriumfouten, testen, labelling, het geven van het verkeerde bloed aan de verkeerde patient, etc
HAEMONETICS
®
Allogene Bloedtransfusie – Potentiële Risico´s
Alternatieven voor Allogene Bloedtransfusie
HAEMONETICS
®
Autotransfusie z Wat is autotransfusie? – Een procedure waarbij de patient zijn/haar eigen bloed of bloedproducten ontvangt. – De patient is zowel donor als ontvanger – Elimineert alle transfusie geassocieerde risico´s, behalve degene die gerelateerd zijn aan afname, bereiding, opslag, identificatie en administratie processen
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Technieken
1. Hemodilutie – Bloedverdunningstechniek – Hoeveelheid bloed wordt afgenomen pre/per-operatief en vervangen door plasmavervangers – Bloed wordt bewaard en later teruggegeven
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Technieken
2. Predonatie – – – –
Preoperatieve donatie van autoloog bloed (PAD) Electieve chirurgie Goede planning / logistiek noodzakelijk Contra-indicatie voor sommige patiënten cardiovasculair lijden neurologische afwijkingen algemeen (laag Hb, zwangerschap, drager van virale ziekten, etc)
– Hoge kosten door afval van niet gebruikt bloed/-producten
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Technieken 2. Predonatie (vervolg) – Voordelen:
voorkomt virale transmissie voorkomt allo-immunisatie suppleert bloedvoorraad geschikt voor patiënten met allo-antilichamen voorkomt bepaalde transfusiereacties
– Nadelen:
bacteriële besmetting niet uitgesloten volumeoverbelasting niet uitgesloten niet gebruikt bloed is afval duurder dan allogeen bloed er kan nog homologe transfusie nodig zijn
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Technieken
3. Peroperatieve autologe transfusie – – – –
Hergebruik van verloren bloed Opvang met continue anticoagulantie Concentratie en wassen van het bloed Teruggeven van gewassen RBC aan de patiënt
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Technieken
4. Postoperatieve autologe bloedtransfusie – Hergebruik van verloren bloed postoperatief via wonddrains – Gewassen / ongewassen
HAEMONETICS
®
Cell Saving
HAEMONETICS
®
Toepassing voor Perioperatieve Autotransfusie
z Hartchirurgie – Cardiac artery bypass grafting (CABG) – Off-pump coronary artery bypass (OPCAB) – Klep chirurgie
z Vasculair – Aorta aneurysma – Thoracale / abdominale vasculaire chirurgie
z Orthopedie – Spinale procedures – Totale knie en heup – Grote fracturen
HAEMONETICS
®
Toepassing voor Perioperatieve Autotransfusie
z Neurologie – Arterioveneuze malformaties – Intracraniale neurochirurgie
z Trauma / algemeen – Craniale fracturen – Lever laceratie – Milt verwijdering
z Oncologie – Volgens algemene richtlijnen
HAEMONETICS
®
Toepassing voor Perioperatieve Autotransfusie
z Gynaecologie – Ectopische zwangerschap – Keizersnede met hoog bloedingsricico
z Plastische/reconstructieve chirurgie – Verwijdering van vasculaire malformaties
z Transplantatie – Harttransplantatie – Hart/longtransplantatie – Levertransplantatie
HAEMONETICS
®
Toepassing voor Perioperatieve Autotransfusie
z Pediatrie – – – –
Hartchirurgie Orthopedie Scoliose Craniostenose
z Jehovah’s Getuigen – Gesloten systeem
HAEMONETICS
®
Toepassing voor Perioperatieve Autotransfusie
z Postoperatief – Wond drainage – Thorax drainage
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Systemen
z Intraoperatieve autotransfusie – Gewassen bloed systemen – Vrijgekomen bloed wordt opgezogen vanuit het chirurgisch veld onder continue anticoagulantie in een collectiereservoir. – Vacuüm niet te hoog (beschadiging van de erythrocyten); max 120 mmHg – Gecollecteerde bloed wordt bewerkt dmv centrifuge techniek – De gewassen RBC´s worden aan patiënt teruggegeven via een transfusiefilter
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Systemen
z Postoperatieve Autotransfusie – Wel/niet in combinatie met intraoperatieve autotransfusie – Bloed gecollecteerd vanuit wonddrains en teruggegeven aan patiënt. – Ongewassen / Gewassen – Hart- en orthopedische chirurgie – Begin reinfusie binnen 6 uur na start collectie
HAEMONETICS
®
Autotransfusie Systemen
z Haemonetics: – – – –
Cell Saver 5+ OrthoPAT CardioPAT SmartSuction Harmony
HAEMONETICS
®
Cell Saver 5+
HAEMONETICS
®
Cell Saver 5+ z Groot en snel bloedverlies z 70ml, 125 ml, 225 ml Bowl z Fases: – vullen; het gecollecteerde bloed wordt in de bowl van de Cell Saver gepompt – concentreren; RBCs worden gescheiden van de buffycoat en het plasma – wassen; RBCs worden met isotone zoutoplossing gewassen en weer geconcentreerd – gewassen RBCs worden in reinfusiezak gepompt
z Eindproduct: RBC met Ht 50 – 60%
HAEMONETICS
®
OrthoPAT z Matig en gestaag bloedverlies z Intra- en postoperatief met dezelfde set z Dynamic Disk (100 ml) – – – –
vullen scheiden wassen RBC concentraat (Ht 70 – 80%)
HAEMONETICS
®
CardioPAT z Matig en gestaag bloedverlies z Dynamic Disk (100 ml) z Cardiovasculaire chirurgie z Intra- en postoperatief met dezelfde set z Postoperatief: – Laag / gecontroleerd vacuüm voor thoraxdrainage – Uniek systeem voor gewassen teruggave van thoraxdrainagebloed
HAEMONETICS
®
SmartSuction Harmony z Zelfregulerend vacuüm z Hoge vloeistofstroom bij laag vacuümniveau z Vermindert hemolyse tijdens opzuigen z Optimalisatie van terugwinnen van rode bloedcellen
HAEMONETICS
®
z Gewassen versus ongewassen bloed – Gewassen RBCs hogere kwaliteit = erythrocytenconcentraat – Ongewassen bloed = volbloed na filtratie
HAEMONETICS
®
Conclusie z Bloedtransfusie is niet zonder risico z Voordelen van autologe bloedtransfusie: – Geen risico van virale besmetting / transfusie reacties / immunosuppressie – Reductie van menselijke fouten tijdens opslag / transport / handeling – Directe beschikbaarheid – Verminderde vraag van homoloog bloed – Vermindering postoperatieve infectie / ligduur – Kostenverlaging – Geaccepteerd door sommige religieuze groepen HAEMONETICS
®
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Clotting agents Microfibrillar products
May cause platelet aggregation and clot formation. Reported to pass through a microaggregate filter into the blood stream, causing emboli.
Sponge/fabric materials
Topical liquids
Avoid aspiration when product is being used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Activates clotting sequence by acting as a contact agent.
Avoid aspiration in area where product is being used.
May clot off system.
Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Creates a fibrin clot by direct action on fibrinogen.
Avoid aspiration in area where product is being used.
May clot off system.
Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Irrigating solutions Alcohol
Causes red cell lysis.
Avoid aspiration in area where product is being used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Antibiotics
Can cause renal and neural toxicity if blood is not washed.
Increase amount of wash volume by 500 mL.
Betadine
Causes red cell lysis.
Avoid aspiration in area where product is being used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Chloropactin (bleach)
Causes red cell lysis.
Avoid aspiration when product is being used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Irrigating solutions (cont.) Hydrogen peroxide
Causes red cell lysis.
Avoid aspiration in area where product is used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Hypertonic solution
Causes red cell crenation.
Avoid aspiration in area where product is used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Hypotonic solution
Causes red cell lysis.
Avoid aspiration in area where product is used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Lactated Ringers in presence of citrate anticoagulant (not an issue if heparin is the anticoagulant)
Calcium present may bind with citrate, activating coagulation sequence.
Avoid aspiration in area where product is used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Methylmethacrylate Liquid or powder form
May cause circulatory collapse.
Avoid aspiration in area where product is being used. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Hardened form
May cause clogging of the system.
Avoid aspiration in area where product is being used. Flush suction line occasionally with anticoagulant or normal saline to keep clear.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Biological material Amniotic fluid
Contains proteolytic enzymes that may activate clotting.
Avoid aspiration in area where amniotic fluid is present. Blood recovery is an option after delivery of the fetus, removal of the amniotic fluid, and copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Bone chips, bone grafting materials
May cause clogging of the system.
Flush suction line occasionally with anticoagulant solution or normal saline to keep clear
Bowel contents
Potential for bacteremia.
Do not aspirate into system. Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Fat
May not wash out completely.
Retain visible fat layer in reservoir and reinfusion bag. Increase wash volume to 2,000 mL. If visible fat layer exists in reinfusion bag, piggyback two microaggregate filters between reinfusion bag and transfer pack or infusion set. Use lipid filter.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Substance
Effects
Recommended Action
Biological material Gastric and pancreatic fluid
Proteolytic enzyme may cause red cell lysis.
Do not aspirate into system.
Infection at site of aspiration
Potential for bacteremia.
Avoid aspiration in the presence of purulent material.
Skin lesions (infectious)
Incising a lesion may introduce organisms.
Blood recovery may be used if incision is not through a lesion.
Urine
Potential for bacteremia if urinary tract infection is present.
Avoid aspiration into system in the presence of a UTI.
Mucous membrane procedures
Potential for bacteremia, due to normal resident bacteria.
Medical risks and benefits should be discussed between the surgeon and the medical director of the ATS AABB Guidelines Program.
Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Malignancy Type
Effects
Recommended Action
Primary at operative site
Cell salvage is widely used in surgical excision of malignant tumors. The available data tends to indicate that the procedure is safe and does not increase the incidence of metastatic disease. However, the decision to use cell salvage in malignancies must be left to the discretion of the surgeon.
Avoid blood recovery at tumor site. Medical risks and benefits should be discussed between the surgeon and the medical director of the ATS AABB Guidelines Program. Consider the use of a leukoreduction filter.
Metastatic at operative site
Potential for further spread of disease.
Disease already systemic. Use autotransfusion at the discretion of the surgeon.
Pheochromocytoma
Potential for marked hypertension due to high concentrations of Catecholamines.
Avoid aspirating at the tumor site.
Tumor cells may be present.
Avoid aspirating into the system if the surgical procedure is for ovarian malignancy.
Ascites
Resumption is an option after copious irrigation with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Hematologic Disorder
Effects
Recommended Action
Sickle cell trait
Wash procedure may cause sickling of salvaged cells.
Alert staff about potential for red cell sickling.
Confirmed sickle cell anemia
Wash procedure may cause sickling of salvaged cells.
Medical risks and benefits should be discussed by the surgeon and the medical director of the ATS AABB Guidelines Program.
Cold agglutinin antibody
Agglutination of red cells may occur at temperatures lower than 37oC (98.6oF). Cold agglutinins are in plasma and will be washed off.
If cold agglutinins show significant activity at room temperature, transfuse blood through a blood warmer.
HAEMONETICS
®
Contraindications and Potential Complications Condition
Effects
Recommended Action
Titanium alloy prosthesis
Effect of darkened tissue or clots (blue/green/black) surrounding prosthesis unknown to systemic circulation.
Discontinue cell salvage until the prosthesis and all darkened tissue have been removed. Resume after the wound has been irrigated with 0.9% sodium chloride solution to an alternate suction source.
Liposuction
Fat concentration in salvaged blood may be too high to remove by washing.
Avoid blood recovery.
HAEMONETICS
®