Pensioenbrochure 2012
Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:
3
Inleiding
5
Wat is pensioen?
5
1.
Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op?
5
2.
Wanneer kan ik met pensioen?
5
3.
Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik uitgekeerd?
6
4.
Hoeveel pensioen ontvangen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd?
7
4.1
Partnerpensioen
7
4.2
Wezenpensioen
7
5.
Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling?
7
5.1
Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen?
7
5.2
Pensioenpremie
7
6.
Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen?
8
6.1
Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben?
8
6.2
Wat gebeurt er als ik voor een andere werkgever ga werken?
8
6.3
Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word?
8
6.4
U krijgt een arbeidsongeschiktheidspensioen wanneer uw salaris hoger is dan WIA-uitkeringsgrens
6.5
8
Wat gebeurt er als ik ga scheiden?
10
7.
Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken?
11
8.
Welke keuzemogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga?
11
8.1
Eerder met pensioen gaan
11
8.2
Uw partnerpensioen omzetten in een ouderdomspensioen
11
8.3
Deeltijdpensioen
11
9.
Hoe weet ik hoeveel pensioen ik krijg?
12
9.1
Hoe krijg ik mijn pensioen?
12
9.2
Hoe krijgt mijn ex zijn of haar deel van het pensioen?
12
9.3
Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen?
12
10.
Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde?
12
10.1
Wat is een verhoging of toeslag?
12
10.2
Wanneer verhoogt het pensioenfonds mijn pensioen?
12
10.3
Hoe wordt het ouderdomspensioen verhoogd?
13
10.4
Hoe wordt het partnerpensioen verhoogd?
13
10.5
Hoe wordt ik over de verhoging van mijn pensioen geïnformeerd?
13
11.
Waardeoverdracht?
15
11.1
Wat is waardeoverdracht?
15
11.2
Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling?
15
11.3
Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht?
15
11.4
Wanneer kan ik de waardeoverdracht aanvragen?
15
12.
Korten van pensioen?
15
3/18
13.
Welke informatie moet ik aan het pensioenfonds geven?
16
13.1
Welke informatie moet ik geven?
16
13.2
Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven?
16
14.
Waar kan ik terecht met klachten?
16
15.
Nuttige adressen
17
16.
Begrippenlijst
18
4/18
Inleiding Deze brochure geeft antwoord op de vragen: -
wanneer kan ik met pensioen? hoeveel pensioen krijg ik? wat krijgen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd? wat gebeurt er met mijn pensioen als ik arbeidsongeschikt word? wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga?
In deze brochure staat alleen de belangrijkste informatie van uw pensioenregeling. Het kan zijn dat u na het lezen nog vragen heeft. Deze kunt u dan stellen via de website www.alliancepensioenen.nl via keuze menu “Contact”. De volledige pensioenregeling is vastgelegd in het pensioenreglement. Dit reglement is te vinden op de website: www.alliancepensioenen.nl. U kunt geen rechten ontlenen aan deze brochure. In het pensioenreglement van het pensioenfonds staat de pensioenregeling van uw werkgever. Als er in het pensioenreglement iets anders staat dan in deze brochure, gaat het pensioenreglement voor. Bewaar deze brochure goed! U hebt het misschien in de toekomst nog nodig.
Wat is pensioen? Er zijn vier soorten pensioenen in uw pensioenregeling: ouderdomspensioen; partnerpensioen; wezenpensioen; arbeidsongeschiktheidspensioen. Het ouderdomspensioen is een inkomen als u stopt met werken vanaf uw pensioneringsdatum. Als u voor uw 65e arbeidsongeschikt wordt, krijgt u mogelijk arbeidsongeschiktheidspensioen. En uw nabestaanden kunnen pensioen krijgen als u overlijdt. Uw partner krijgt mogelijk partnerpensioen en uw kinderen wezenpensioen. Uw werkgever heeft een pensioenregeling afgesloten bij Stichting Pensioenfonds Alliance.
1.
Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op?
U bouwt ouderdomspensioen op zodra u meedoet met de pensioenregeling. U bent dan deelnemer. U mag met de pensioenregeling meedoen vanaf de eerste dag dat u voor uw werkgever werkt. U blijft meedoen met de pensioenregeling tot u met pensioen gaat. Of tot de dag dat u weggaat bij uw werkgever.
2.
Wanneer kan ik met pensioen?
U kunt met pensioen op de eerste dag van de maand waarin u 65 jaar wordt. U krijgt dit pensioen tot dat u overlijdt.
5/18
3.
Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik uitgekeerd?
Wij kunnen nu nog niet zeggen hoeveel ouderdomspensioen u precies krijgt als u 65 jaar bent. Wel kunnen wij zeggen dat uw pensioenregeling een “uitkeringsovereenkomst op basis van een middelloonregeling” is. Dat betekent dat uw pensioenuitkering afhangt van de salarissen die u tot aan uw pensioen jaarlijks verdiend hebt. Hoeveel pensioenuitkering u krijgt, weet u pas precies als u met pensioen gaat. Uw ouderdomspensioen hangt af van: -
wat uw pensioengrondslag is in de tijd dat u meedoet met de pensioenregeling. De pensioengrondslag is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt; wat uw opbouwpercentage is. Dat betekent hoeveel procent van uw pensioengrondslag er jaarlijks aan pensioen wordt opgebouwd. In uw geval is dat 2,25% per jaar; hoeveel jaar u meedoet met de pensioenregeling; of u voltijd of in deeltijd werkt.
U kunt zelf uitrekenen hoeveel ouderdomspensioen u ieder jaar opbouwt. Kijk daarvoor in het voorbeeld hieronder. Het voorbeeld gaat uit van iemand die fulltime werkt en een pensioenopbouw heeft van 2,25%. Pensioengevend bruto jaarsalaris – franchise = pensioengrondslag Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw Pensioengrondslag: € 30.000 - € 13.062 = € 16.938 Jaarlijkse pensioenopbouw voor ouderdomspensioen: € 16.938 x 2,25% = € 381,11 Wat is de franchise? En waarom gaat die van uw bruto jaarsalaris af als wij de pensioengrondslag berekenen? De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. U bouwt dus niet over uw hele salaris pensioen op. Dat is ook niet nodig, want u krijgt op uw 65e een AOW uitkering van de overheid. Hoe hoog die AOW-uitkering is, berekent de Sociale Verzekeringsbank. Voor het bedrag van de AOW-uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Daarom trekt het pensioenfonds een bedrag van uw bruto jaarsalaris af als zij uw pensioengrondslag berekent. Het bedrag dat het pensioenfonds aftrekt, heet franchise. Dit bedrag kan ieder jaar worden aangepast aan de stijging van de AOW-uitkering. Ieder jaar krijgt u een Uniform Pensioenoverzicht van het pensioenfonds. Daar staat in hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen. Uw pensioengevend jaarsalaris staat ook op het pensioenoverzicht. Hierboven is een uitleg gegeven van het pensioen dat u opbouwt over uw pensioengevend salaris. Als u naast uw pensioengevend salaris ook nog een variabel pensioengevend salaris ontvangt (bijvoorbeeld: de ploegentoeslag) kan het zijn dat daarover ook pensioen wordt opgebouwd. Uw variabel salaris moet voldoen aan de voorwaarde dat het meer moet zijn dan 5% van uw pensioengrondslag. Of u aan de voorwaarde voldoet wordt op 1 januari van een jaar vastgesteld, dit betekent dat dan gekeken wordt of het variabel salaris van het voorgaande jaar aan de voorwaarde voldoet. Als u aan deze voorwaarde voldoet, bouwt u ook over uw volledige variabele salaris pensioen op. Het opbouwpercentage is 2,25%.
6/18
4.
Hoeveel pensioen ontvangen mijn partner en mijn kinderen als ik overlijd?
In uw pensioenregeling is ook een partnerpensioen en een wezenpensioen geregeld. Deze pensioenen kunnen belangrijk zijn voor u als u een partner en/of kinderen hebt en u overlijdt. Met partner bedoelen wij de man of vrouw met wie u een relatie hebt. Deze relatie kan zijn: een huwelijk; een geregistreerd partnerschap bij de burgerlijke stand; soms ook ongehuwd samenwonen. In het pensioenreglement staat vermeld aan welke voorwaarden u moet voldoen. 4.1
Partnerpensioen
Het partnerpensioen is inkomen voor uw partner als u komt te overlijden. Het partnerpensioen bedraagt circa 70% van het door u opgebouwde ouderdomspensioen. Als u voor uw 65e overlijdt, wordt het opgebouwde partnerpensioen opgehoogd met ongeveer 50% van het niveau dat u aan ouderdomspensioen zou hebben opgebouwd als u tot uw 65e had meegedaan met de pensioenregeling. Uw partner krijgt deze uitkering vanaf de eerste dag van de maand waarin u overlijdt tot met de laatste dag van de maand waarin uw partner zelf overlijdt. Daarnaast krijgt uw partner een tijdelijk partnerpensioen tot aan de maand waarin uw partner zijn/haar 65e bereikt. 4.2
Wezenpensioen
Het wezenpensioen is inkomen voor uw kinderen als u komt te overlijden. Hoe berekenen wij het wezenpensioen? Het wezenpensioen bedraagt 20% van het partnerpensioen. Het wezenpensioen wordt alleen uitgekeerd aan kinderen tot aan de leeftijd van 20 jaar. Oudere kinderen die nog studeren, krijgen een wezenpensioen tot ze 27 jaar zijn of tot ze klaar zijn met studeren. Ook gehandicapte kinderen krijgen een wezenpensioen tot hun 27e verjaardag. Het wezenpensioen wordt voor maximaal 4 kinderen uitgekeerd.
5.
Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling?
U en uw werkgever betalen samen voor de pensioenregeling. U betaalt pensioenpremie 7,75% (2012) van uw pensioengrondslag (eventueel verhoogd met variabel pensioengevend salaris). In paragraaf 3 staat hoe u de pensioengrondslag berekent. Uw werkgever houdt deze premie iedere maand in op uw bruto maandsalaris. Uw werkgever betaalt ook pensioenpremie. De werkgeverspremie is 16% (2012) van het pensioengevend salaris. 5.1
Blijft mijn werkgever premie voor mijn pensioen betalen?
In bijzondere situaties kan uw werkgever minder premie gaan betalen. Hij kan zelfs helemaal stoppen met premie betalen. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren als de werkgever financiële problemen heeft. Als dat zo is, krijgt u meteen bericht van het pensioenfonds. Het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft wel bestaan. Maar het pensioen dat u in de toekomst opbouwt, verandert. 5.2
Pensioenpremie
De werkgever en het pensioenfonds hebben afgesproken dat de premie kan variëren naar gelang de financiële situatie van het fonds. De stappen waarin de variaties mogelijk zijn, zijn beperkt tot maximaal 0,5% per jaar. Een wijziging van de werkgeverspremie zal ook leiden tot een wijziging in de werknemerspremie. Voor de bepaling van de premies is met de werkgever een methode afgesproken waarvan alleen in uitzonderlijke situatie afgeweken kan worden.
7/18
6.
Wat gebeurt er met mijn ouderdomspensioen?
6.1
Wat gebeurt er als ik stop bij mijn werkgever voordat ik 65 jaar ben?
Als u stopt bij uw werkgever, doet u ook niet meer mee met de pensioenregeling. U bouwt dan geen nieuw pensioen meer op. Maar het pensioen dat u al hebt opgebouwd, blijft staan. Het is niet mogelijk dat u blijft meedoen in deze pensioenregeling. Als u arbeidsongeschikt bent wanneer u stopt bij uw werkgever, blijft u wel meedoen met de pensioenregeling, maar u bouwt dan pensioen op, op een ander niveau. In paragraaf 6.3 staat hoe dat gaat. 6.2
Wat gebeurt er als ik voor een andere werkgever ga werken?
Als u bij een andere werkgever gaat werken, doet u niet meer mee met de pensioenregeling die u nu hebt. Het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd, blijft staan. Maar u bouwt geen pensioen meer op in deze regeling. Bij uw nieuwe werkgever bouwt u waarschijnlijk ook pensioen op. Dat gebeurt dan met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Soms is de nieuwe pensioenregeling beter dat de oude. Bijvoorbeeld als in de nieuwe regeling uw pensioen anders wordt geïndexeerd. Dan kan het voordelig zijn om het opgebouwde pensioen uit de oude pensioenregeling over te dragen aan de nieuwe pensioenregeling. Dit noemen wij “waardeoverdracht”. In paragraaf 10 en 11 kunt u meer lezen over verhoging van het pensioen en waardeoverdracht. 6.3
Wat gebeurt er als ik arbeidsongeschikt word?
Als u ziek of arbeidsongeschikt wordt, blijft u meedoen met de pensioenregeling, zolang de werkgever de pensioenpremie betaalt. U bent arbeidsongeschikt als u meer dan 2 jaar ziek bent. Als u volledig arbeidsongeschikt wordt, bouwt u ook pensioen op, maar dan op een lager niveau. Maar u hoeft geen premie meer te betalen. Als u deels arbeidsongeschikt wordt, bouwt u maar voor een deel pensioen op. Voor dat deel betaalt u geen premie meer. Als u arbeidsongeschikt wordt, hebt u volgens de wet recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Als u volledig arbeidsongeschikt wordt, krijgt u een WIA-uitkering en als u voor een deel arbeidsongeschikt wordt, krijgt u een WGA-uitkering. Het UWV bepaalt voor hoeveel procent u arbeidsongeschikt bent. Het bovenste percentage van uw arbeidsongeschiktheidsklasse in de zin van WAO/WGA gebruikt het pensioenfonds om te bepalen hoeveel pensioen u mag opbouwen. 6.4
U krijgt een arbeidsongeschiktheidspensioen wanneer uw salaris hoger is dan WIA-uitkeringsgrens
Als u arbeidsongeschikt wordt krijgt u een wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA of WGA). U krijgt deze wettelijke uitkering over maximaal 70% van € 50.065 (2012). Is uw pensioengevend jaarsalaris hoger dan deze grens? Dan hebt u recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen. U hebt recht op dit pensioen zolang u een wettelijke uitkering krijgt. Maar uiterlijk tot aan uw 65e. Met pensioengevend jaarsalaris bedoelen wij het met u overeengekomen jaarsalaris.
8/18
6.4.1 Hoeveel is het arbeidsongeschiktheidspensioen? Hoeveel arbeidsongeschiktheidspensioen is, is voor iedereen anders. U kunt wel berekenen wat u maximaal krijgt. Neem daarvoor uw pensioengevend bruto jaarsalaris. Trek daarvan af de wettelijke uitkeringsgrens. Neem 80% van dit laatste bedrag. Dat is uw maximum arbeidsongeschiktheidspensioen Voorbeeld voor iemand die volledig arbeidsongeschikt is: Pensioengevend jaarsalaris: Maximale Uitkeringsgrens per 1 januari 2012
€ 55.000,00 -/- € 50.065,00
Verschil
€
4.935,00
80% van het verschil
€
3.948,00
Uw arbeidsongeschiktheidspensioen is dus maximaal per jaar
€
3.948,00
Tabel voor gedeeltelijke arbeidsongeschikten: Arbeidsongeschiktheidsklasse: 80% tot 65% tot 55% tot 45% tot 35% tot 0% tot
% van het maximaal arbeidsongeschiktheidspensioen 100,0% 72,5% 60,0% 50,0% 40,0% 0,0%
100% 80% 65% 55% 45% 35%
Voorbeeld voor iemand die 64% arbeidsongeschikt is: Pensioengevend jaarsalaris: Uitkeringsgrens per 1 januari 2012
€ 55.000,00 -/- € 50.065,00
Verschil
€
4.935,00
80% van het verschil
€
3.948,40
Uw arbeidsongeschiktheidspensioen als u 64% arbeidsongeschikt bent, is dus maximaal € 2.368,80 per jaar. 6.4.2
Waarom krijgt iemand die 64% arbeidsongeschikt is maar 60% van het maximale arbeidsongeschiktheidspensioen?
Kijk daarvoor in de tabel die erboven staat. Als u tussen de 55% en 65% arbeidsongeschikt bent, is uw maximale arbeidsongeschiktheidspensioen 60%.
9/18
6.5
Wat gebeurt er als ik ga scheiden?
Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op een deel van het ouderdomspensioen. Namelijk dat deel dat u hebt opgebouwd tijdens de periode dat u getrouwd was. 6.5.1
Waar heeft mijn ex recht op?
Bent u getrouwd of hebt u een partnerschap bij de burgerlijke stand laten registreren? Dan heeft uw ex recht op de helft van uw ouderdomspensioen nadat u gescheiden bent. Dit recht heeft uw ex ook als gescheiden bent van tafel en bed (dan bent u nog getrouwd maar woont u niet meer bij elkaar). Het gaat om de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd toen u getrouwd was of toen u geregistreerd was als partners. Wij noemen dit “verevening”. Uw ex en u krijgen allebei een overzicht van het pensioenfonds, indien u binnen twee jaar na de inschrijving het echtscheidingsformulier (zie punt 6.5.4) aan het fonds verstrekt heeft. U kunt als echtgenoten of partners ook andere afspraken maken. Dit kan in de huwelijkse voorwaarde, in de voorwaarden voor het partnerschap of in de scheidingsovereenkomst. Woonde u samen maar was u niet getrouwd of had u geen geregistreerd partnerschap of samenlevingsovereenkomst? Dan heeft uw ex geen recht op een deel van het ouderdomspensioen als u uit elkaar gaat. 6.5.2
Wat gebeurt er als na scheiding mijn ex of ik overlijden
Als u overlijdt vóór uw ex, krijgt uw ex geen deel van het ouderdomspensioen. Maar uw ex krijgt wel het bijzonder partnerpensioen (zie hieronder). Als uw ex eerder overlijdt dan u, krijgt u het hele ouderdomspensioen. 6.5.3
Wat gebeurt er als mijn partner en ik andere afspraken hebben gemaakt over de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding?
U kunt ook afspreken dat u en uw ex allebei een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. Wij noemen dat “conversie”. Het ouderdomspensioen en het bijzonder partnerpensioen dat uw ex krijgt worden tezamen veranderd in één ouderdomspensioen. Uw ex krijgt dan ouderdomspensioen als hij of zij 65 jaar wordt. Als uw ex overlijdt, dan vervalt het ouderdomspensioen van uw ex. U houdt alleen uw eigen deel van het ouderdomspensioen. En als u overlijdt, vervalt uw ouderdomspensioen. Uw ex houdt dan zijn of haar eigen deel. Het bijzonder partnerpensioen vervalt als u kiest voor conversie. 6.5.4
Hoe maak ik afspraken over de verdeling van mijn pensioen?
U kunt hierover afspraken maken door een formulier in te vullen. Dat formulier krijgt u bij een groot postkantoor, bij Postbus 51 of uw echtscheidingsadvocaat. Tot 2 jaar na de dag dat u bent gescheiden, kun u nog afspraken maken over de verdeling van uw pensioen. Uw pensioenfonds moet deze afspraken wel eerst goedkeuren. 6.5.5
Wat krijgt mijn ex als ik overlijd?
Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op bijzonder nabestaandenpensioen. Dit is het deel van het pensioen dat u heeft opgebouwd. Uw ex krijgt dit partnerpensioen als u overlijdt. U kunt hierover afspraken maken in de huwelijkse voorwaarden, partnerschapvoorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Als u kiest voor conversie van het ouderdomspensioen, dan krijgt uw ex geen bijzonder partnerpensioen. Want het bijzonder partnerpensioen is dan veranderd in ouderdomspensioen voor uw ex.
10/18
7.
Wat gebeurt er als ik in deeltijd ga werken?
U bouwt minder pensioen op als u in deeltijd werkt of gaat werken. Wij berekenen uw pensioenopbouw dan als volgt. wij berekenen uw pensioengrondslag alsof u fulltime werkt; wij berekenen de deeltijd factor. Dat is de verhouding tussen het aantal uren dat u werkt en het aantal uren dat bij uw werkgever geldt als fulltime (voor de Nestlé CAO is dit 36 uur en voor de Nestlé CAO-HP 38 uur); de fulltime pensioengrondslag x de deeltijdfactor x 2,25% = uw pensioenopbouw per jaar.
8.
Welke keuzemogelijkheden kan ik kiezen als ik met pensioen ga?
De pensioenregeling kent enkele keuzemogelijkheden waarvan u gebruik kunt maken: -
u kunt eerder met pensioen gaan; u kunt uw partnerpensioen omzetten in ouderdomspensioen; u kunt een deeltijdpensioen aanvragen.
Als u voor een van deze mogelijkheden kiest, dan verandert de hoogte van uw ouderdomspensioen. En misschien ook de hoogte van het partnerpensioen. In hoeverre het pensioen verandert, kunt u berekenen met behulp van de factoren die in de bijlage bij het pensioenreglement staan. De website www.alliancepensioenen.nl met de link “pensioenplanner” biedt de mogelijkheid om zelf de berekeningen uit te voeren. Aan deze berekeningen kunt u geen rechten ontlenen. U kunt ook bij het pensioenfonds een verzoek indienen om de gevolgen te berekenen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht. 8.1
Eerder met pensioen gaan
In principe gaat u met pensioen als u 65 jaar wordt. Wilt u eerder met pensioen, dan kunt u dit verzoek indienen bij het pensioenfonds. De eerste datum waarop u met pensioen kunt gaan is wanneer u 55 jaar wordt. Uw pensioen wordt wel lager als u eerder met pensioen gaat. 8.2
Uw partnerpensioen omzetten in een ouderdomspensioen
Gaat u met pensioen? En hebt u een partner? Dan kunt u uw pensioenfonds vragen om uw partnerpensioen te veranderen in een ouderdomspensioen. Of een deel ervan. U houdt dan geen recht op partnerpensioen over, of een lager partnerpensioen. Deze keuze kunt u alleen maken als uw partner het daarmee eens is. U kunt meer lezen over deze verandering in de bijlage bij het pensioenreglement. 8.3
Deeltijdpensioen
U kunt ook met deeltijdpensioen gaan. Dat betekent dat u tussen uw 55e en 65e jaar in deeltijd gaat werken. U spreekt eerst met uw werkgever af hoeveel uur u nog doorwerkt. Als u bijvoorbeeld 60% van de oorspronkelijke uren per week blijft werken, kunt u met deeltijdpensioen voor 40%. Dit betekent dat u alvast 40% krijgt van het ouderdomspensioen dat u op dat moment hebt opgebouwd. Voor 60% blijft u meedoen met de pensioenregeling. Voor dit deel blijft u ook pensioen opbouwen. In paragraaf 7 staat hierover meer informatie. Dit deeltijdpensioen moet minimaal 1 jaar duren. Uw pensioen en ook het partnerpensioen, wordt wel lager als u met deeltijdpensioen gaat. U kunt hierover meer lezen in de bijlage bij het pensioenreglement. Wilt u met deeltijdpensioen gaan dan kunt u dat aanvragen bij het pensioenfonds. Doe dat minimaal 6 maanden voordat u met deeltijdpensioen wilt gaan.
11/18
9.
Hoe weet ik hoeveel pensioen ik krijg?
Ieder jaar krijgt u van het pensioenfonds een overzicht van de hoogte van uw pensioenopbouw: Uniform Pensioenoverzicht. Hierin staat hoeveel pensioen u kunt verwachten als u 65 jaar bent. In dit pensioenoverzicht staat ook hoeveel ouderdomspensioen u al hebt opgebouwd. Als u niet meer meedoet, krijgt u niet meer ieder jaar een overzicht. 9.1
Hoe krijg ik mijn pensioen?
Voordat u met pensioen gaat, krijgt u een opgave van uw pensioenfonds. Hierin staat hoeveel pensioen u per maand krijgt. Hebt u een partner? Dan staat er ook in hoeveel het partnerpensioen is als u overlijdt. De bedragen op de opgave zijn altijd bruto bedragen. Zodra u met pensioen bent, krijgt u iedere maand een bedrag op uw bankrekening. U ontvangt een pensioenuitkering tot dat u overlijdt. 9.2
Hoe krijgt mijn ex zijn of haar deel van het pensioen?
Zodra u met pensioen gaat en uw ex recht heeft op zijn of haar deel van het ouderdomspensioen. Het pensioenfonds betaalt dit deel rechtstreeks aan uw ex, indien u of uw ex het verzoek hiervoor binnen 2 jaar nadat u gescheiden bent, bij het pensioenfonds heeft ingediend. Overlijdt uw ex, dan krijgt u het hele pensioen weer zelf. 9.3
Welke belastingen en premies worden er nog ingehouden op mijn pensioen?
Het pensioenfonds houdt loonheffing in op uw pensioen. Bovendien houdt het pensioenfonds een premie in voor de Zorgverzekeringswet. Deze bedragen gaan van uw pensioen af voordat u het pensioen op uw bankrekening krijgt. U krijgt ieder jaar een jaaropgave van uw pensioenfonds. Hierin staan de volgende bedragen: het bedrag dat u aan bruto pensioen hebt gekregen; het bedrag dat is ingehouden aan loonheffing; het bedrag dat is ingehouden aan premie Zorgverzekeringswet. U hebt deze jaaropgave nodig voor uw belastingaangifte. Bewaar het dus goed.
10.
Hoe houdt mijn pensioen zijn waarde?
10.1
Wat is een verhoging of toeslag?
Prijzen veranderen. Bijna alle producten worden na verloop van tijd duurder. Met 100 euro kunt u over een paar jaar waarschijnlijk minder kopen dan nu. Daarom is het belangrijk dat het pensioen dat u nu hebt opgebouwd nog evenveel waard is als u met pensioen gaat. Het pensioenfonds kan hiervoor zorgen door uw pensioen te verhogen. In dat geval krijgt u meer pensioen. Zo houdt uw pensioen zoveel mogelijk zijn waarde, ook als de prijzen hoger worden. Deze verhoging wordt toeslag genoemd. 10.2
Wanneer verhoogt het pensioenfonds mijn pensioen?
Het pensioenfonds probeert ieder jaar uw opgebouwde pensioen te verhogen met de loonontwikkeling bij de werkgever. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. Dus als u in een bepaald jaar een verhoging krijgt, is het niet zeker of u het jaar erop weer een verhoging krijgt. En de verhoging kan in het ene jaar hoger zijn dan in het andere jaar. Dit hangt af van het vermogen van het fonds. Het pensioenfonds kan alleen uw pensioen verhogen al het fonds voldoende vermogen heeft.
12/18
10.3
Hoe wordt het ouderdomspensioen verhoogd?
De pensioenregeling kent twee soorten verhogingen: -
10.4
zolang u meedoet met de pensioenregeling, probeert het fonds het opgebouwde pensioen mee te laten groeien met de algemene loonontwikkeling bij de werkgever (Nestlé CAO). Dit heet ook wel loonindex. Omdat de lonen meestal meegroeien met de prijsstijgingen, zal door de loonindex het opgebouwde pensioen niet aan waarde verliezen; als u niet meer meedoet met de pensioenregeling probeert het pensioenfonds het opgebouwde pensioen aan te passen aan de stijging van de prijzen. Dat heet prijsindex. Hoe wordt het partnerpensioen verhoogd?
Het partnerpensioen wordt op dezelfde manier verhoogd als het ouderdomspensioen. Hebt u een ex? Dan zal het deel van zijn of haar pensioen op dezelfde manier verhoogd worden. 10.5
Hoe wordt ik over de verhoging van mijn pensioen geïnformeerd?
Elk jaar ontvangt u van het pensioenfonds een brief waarin wordt verteld met welk percentage de pensioenen in dat jaar worden verhoogd. Daarnaast wordt in deze brief verteld met welk percentage de pensioenen in de drie voorafgaande jaren zijn verhoogd en welke verhoging u in de toekomst kunt verwachten. In het indexatiebeleid is de toekenning afhankelijk gesteld van de financiële situatie van het fonds. Deze financiële situatie komt tot uitdrukking in de dekkingsgraad (de verhouding tussen de bezittingen en de verplichtingen). Het bestuur bepaalt elk jaar of en in welke mate de pensioenen worden geïndexeerd. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde dekkingsgraad van de laatste drie jaar op peildatum 30 juni. Als de dekkingsgraad aan het einde van een jaar onder het door De Nederlandsche Bank vereiste minimum niveau van 105% ligt, kan de indexatie geen doorgang vinden. Het indexatiebeleid kan middels de volgende staffel worden weergegeven: Dekkingsgraad
Indexering
Lager dan of gelijk aan 105% Van 105% tot streefdekkingsgraad Hoger dan of gelijk aan streefdekkingsgraad
Geen indexering Gedeeltelijke indexering Volledige indexering
De streefdekkingsgraad kan per jaar variëren en ligt voor 2011 op een niveau van 123%. Het fonds heeft in haar beleid een mogelijkheid opgenomen om de indexatie te beperken als het herstel van de financiële positie minder snel gaat dan de bedoeling is. Anderzijds geldt dat het beleid de mogelijkheid biedt voor het toepassen van een inhaalindexatie, dat wil zeggen dat een niet of gedeeltelijke indexatie in de toekomst gecompenseerd zou kunnen worden. De dekkingsgraad zal daarvoor dan in ieder geval boven de 123% moeten liggen. Een eventuele inhaalindexatie is beperkt tot maximaal de gemiste indexaties in de vijf jaar voorafgaande aan de toekenning van de inhaalindexatie.
13/18
De stijging van CAO lonen (Nestlé CAO) in 2011 bedroeg 2%. Op grond van het geformuleerde indexatiebeleid heeft het bestuur besloten de opgebouwde pensioenenaanspraken niet te verhogen. Dit besluit is gebaseerd op de volgende dekkingsgraden: Jaar
Dekkingsgraad per 30 juni
2009 2010 2011 Gemiddeld
102% 102% 109% 104%
Omdat de gemiddelde dekkingsgraad van 104% beneden de minimum vereiste dekkingsgraad van 105% ligt, heeft het bestuur besloten geen verhoging toe te kennen. Ten aanzien van het indexatiebeleid (in de wet formeel ‘toeslagbeleid’ genoemd) geldt de volgende voorwaardelijkheidsverklaring zoals voorgeschreven door de toezichthouder: Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen/opgebouwde pensioen te verhogen met de loonontwikkeling. Dit noemen wij onze ambitie. Uw pensioen is dit jaar met 0% verhoogd. Uw pensioenfonds heeft uw pensioen/opgebouwde pensioen de afgelopen drie jaar als volgt verhoogd1: – – –
over het jaar 2010 met 0,51%. Onze ambitie was 1,25%. De prijzen gingen toen met 1,57% omhoog; over het jaar 2009 met 1,51%. Onze ambitie was 1,51%. De prijzen gingen toen met 0,71% omhoog; over het jaar 2008 met 0%. Onze ambitie was 3,525%. De prijzen gingen toen met 2,78% omhoog.
Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhoging van uw opgebouwde pensioen uit beleggingsrendement. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst.
1. De vermelde stijging van de prijzen is de stijging van de consumentenprijsindex over de periode oktober – oktober (zie pensioenreglement). Deze maatstaf ligt ten grondslag aan het indexatiebeleid van het pensioenreglement. 14/18
11.
Waardeoverdracht?
11.1
Wat is waardeoverdracht?
Uw pensioenopbouw stopt als u weggaat bij uw werkgever en u dus niet meer meedoet met de pensioenregeling. Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, gaat u meedoen met de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Dan kunt u ervoor kiezen om het pensioen van uw huidige werkgever over te dragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Het pensioen gaat dan mee in de pensioenregeling van de nieuwe pensioeninstelling. Dit noemen wij waardeoverdracht. U hebt dan geen pensioen meer bij Stichting Pensioenfonds Alliance. 11.2
Wanneer kan ik mijn pensioen overdragen naar een andere pensioeninstelling?
Als u weggaat bij uw werkgever, kunt u waardeoverdracht aanvragen bij de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever. Het pensioenfonds moet hieraan meewerken. Er is één uitzondering: als u al niet meer meedoet aan de pensioenregeling vóór 8 juli 1994, hoeft het pensioenfonds (van de oude werkgever) niet aan waardeoverdracht mee te werken. 11.3
Wanneer is het verstandig om te kiezen voor waardeoverdracht?
Wij kunnen niet zeggen of het in uw geval verstandig is om waarde van het opgebouwde pensioen over te dragen. Dat hangt af van de pensioenregelingen van uw huidige en nieuwe werkgever. Als u goed weet wat de verschillen zijn, kunt u een verstandige keuze maken. Is er bijvoorbeeld een verschil in hoe de pensioenen worden verhoogd? U krijgt hierover informatie van uw nieuwe pensioenfonds. Ook het pensioenvermogen voor de huidige en nieuwe pensioenregeling kan een rol spelen bij het maken van die keuze.Als u het prettig vindt om van één pensioeninstelling pensioen te ontvangen, kan dit ook een reden zijn om voor waardeoverdracht te kiezen. U krijgt dan alleen pensioenopgaven van de pensioeninstelling van uw laatste werkgever. Hierdoor wordt uw pensioensituatie minder complex en verkrijgt u meer inzicht in uw pensioen. Ook zal uw pensioen bijvoorbeeld op dezelfde pensioenleeftijd ingaan. Het invullen van uw aangiftebiljet voor de inkomstenbelasting wordt gemakkelijker als uw pensioen uitgekeerd wordt door een en dezelfde instantie.Ander voordeel is dat u meer zekerheid verkrijgt dat al uw pensioenen worden uitgekeerd en behoeft u wijzigingen in uw persoonlijke situatie nog maar aan één instantie toe te zenden. Daarnaast kan het onderbrengen van uw pensioen bij één1 pensioenuitvoerder voordelen voor uw eventuele nabestaanden bij uw onverhoopt overlijden. 11.4
Wanneer kan ik de waardeoverdracht aanvragen?
U kunt waardeoverdracht aanvragen binnen zes maanden nadat u bij een nieuwe werkgever bent gestart. U vraagt waardeoverdracht aan bij de pensioeninstelling van uw nieuwe werkgever. Een tijdje later krijgt u van die pensioeninstelling een opgave voor waardeoverdracht. Gaat u hiermee akkoord, dan wordt de waarde van uw huidige pensioenregeling overgedragen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. U krijgt dan van de nieuwe pensioeninstelling een opgave van uw pensioen na waardeoverdracht. Als het pensioenfonds en/of het pensioenfonds van uw nieuwe werkgever een dekkingsgraad van lager dan 100% heeft, heeft het pensioenfonds of het nieuwe pensioenfonds te weinig vermogen om mee te werken aan waardeoverdracht. Waardeoverdracht wordt weer mogelijk als het pensioenfonds en het nieuwe pensioenfonds een dekkingsgraad van 100% of meer hebben.
12.
Korten van pensioen?
Het pensioenfonds kan besluiten de opgebouwde pensioenen en de ingegane pensioenen te korten (te verlagen). Dit doet het pensioenfonds alleen als het vermogen va het pensioenfonds gedurende een bepaalde periode (meestal 3 jaar) een onvoldoende dekkingsgraad heeft. Het pensioenfonds zal u schriftelijk op de hoogte stellen van dit besluit. Het pensioenfonds zal korten voorzover dit nodig is om weer een voldoende dekkingsgraad te krijgen. Als de financiële situatie van het pensioenfonds nadien is verbeterd (voldoende dekkingsgraad), kan het pensioenfonds besluiten de korting geheel of gedeeltelijk ongedaan te maken. Het pensioenfonds zal het u schriftelijk meedelen als dit gebeurt.
15/18
13.
Welke informatie moet ik aan het pensioenfonds geven?
13.1
Welke informatie moet ik geven?
U bent verplicht om aan het pensioenfonds alle gevraagde informatie te verstrekken die voor de uitvoering van de pensioenregeling van belang is. Alleen dan kan het pensioenfonds de pensioenregeling op de juiste manier uitvoeren. Zo bent u verplicht om bij het fonds zo spoedig mogelijk melding te doen (met bewijsstukken) van een wijziging in uw persoonlijke situatie. Gedacht kan worden aan het aangaan of beëindigen van uw relatie, een verhuizing of het overlijden van uw partner. In het pensioenreglement staat precies welke informatie u het pensioenfonds moet geven. 13.2
Welke informatie moet het pensioenfonds mij geven?
Het pensioenfonds verstrekt u op verzoek: het pensioenreglement; het jaarverslag en de jaarrekening; de uitvoeringsovereenkomst tussen werkgever en het pensioenfonds; belangrijke informatie over de beleggingen van het pensioenfonds; een Uniform Pensioenoverzicht waarin staat hoeveel pensioen u hebt opgebouwd; een berekening van de gevolgen van uw genoemde keuzes; de verklaring inzake beleggingsbeginselen. Dat is een verklaring over de risico’s van de beleggingen van het pensioenfonds; informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het fonds. De dekkingsgraad zegt of het pensioenfonds genoeg geld heeft om alle pensioenen te kunnen betalen. Hoe hoger de dekkingsgraad, hoe beter het financieel gaat met het pensioenfonds; informatie over het eventueel van toepassing zijn van een aanwijzing van de toezichthouder op het pensioenfonds. Dat betekent dat de toezichthouder vindt dat het pensioenfonds iets niet goed doet en aangeeft wat er wel moet gebeuren; informatie over de eventuele aanstelling van een bewindvoerder; hoe het pensioenfonds omgaat met klachten; of er een herstelplan is voor korte termijn of voor lange termijn en wat dat plan dan is. Dit plan zorgt voor verhoging van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Veel van bovengenoemde zaken staan opgenomen op de website: www.alliancepensioenen.nl
14.
Waar kan ik terecht met klachten?
Bent u het niet eens met een beslissing van het pensioenfonds? Dan kunt u een klacht indienen bij het bestuur van het pensioenfonds. U kunt in het klachtenreglement lezen hoe dat precies moet en wat het bestuur doet met uw klacht. U kunt het klachtenreglement opvragen bij het pensioenfonds.
16/18
15.
Nuttige adressen
Stichting Pensioenfonds Alliance Postbus 12365 1100 AJ AMSTERDAM e-mail via de website www.alliancepensioenen.nl via keuze menu “Contact” www.mijnpensioenoverzicht.nl Op 6 januari 2011 is de website www.mijnpensioenoverzicht.nl gelanceerd. Op deze site ziet u hoe u ervoor staat met uw pensioen en AOW. Dat is handig als u bij uw vorige werkgever(s) heeft deelgenomen aan een andere pensioenregeling. Om de stand van uw pensioen en AOW te checken heeft u uw DigiD nodig om te kunnen inloggen. Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen Postbus 93158 2509 AD DEN HAAG
[email protected] Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG www.minszw.nl Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats, dit kunt u nalezen op: www.svb.org UWV (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats, dit kunt u nalezen op: www.uwv.nl Ombudsman Pensioenen Bordewijklaan 10 2591 XR DEN HAAG www.ombudsmanpensioenen.nl De administratie van het fonds is ondergebracht bij Aon Hewitt, het adres is: Aon Hewitt Postbus 12079 1100 AB AMSTERDAM
[email protected]
17/18
16.
Begrippenlijst
AOW Algemene Ouderdomswet Deelnemer Een deelnemer is een werknemer van Nestlé Nederland B.V. alsmede de aangesloten ondernemingen. Franchise Iedere ingezetene bouwt jaarlijks AOW op. Dit wordt uitgekeerd vanaf de 65-jarige leeftijd en voorziet in een basispensioen. Over dit deel wordt geen pensioen opgebouwd, omdat dit al opgenomen is in de AOW. Loonindex De loonontwikkeling in de CAO van Nestlé Nederland B.V., voor zover deze in de salarisschalen is verwerkt. Partner Degene met wie u gehuwd bent, bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of degene met wie u een gezamenlijke huishouding voert zoals omschreven in het pensioenreglement. Partnerpensioen De uitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. Pensioengrondslag Het deel van het pensioengevend salaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende salaris minus de franchise. Pensioengevend salaris Het vaste jaarsalaris, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Het pensioengevend jaarsalaris is het salaris dat u van uw werkgever krijgt, inclusief vakantiegeld en als dat van toepassing is een 13e maand. Hierbij gaat het fonds altijd uit van het salaris van 1 januari van een jaar. Prijsindex Het over de maand oktober geldende consumentenprijsindexcijfer van alle huishoudens, zoals op zijn laatst vóór 30 november daaropvolgend is gepubliceerd door het CBS. UWV Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Deze organisatie voert bijvoorbeeld de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uit.
18/18