Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen JAARVERSLAG 2013
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens 2 Vergelijkend overzicht 2.1 Vergelijkend overzicht Paraplufonds Finles Belegginsfondsen 2.2 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer 2.3 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 3 Verslag van de Beheerder 3.1 Terugblik 2013 3.2 Vooruitblik 2014 4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.1 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer 2013 4.2 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. in 2013 4.3 Risicobeheer 5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 6 Toelichting op de jaarrekening 7 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer 8 Toelichting op de Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer 9 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 10 Toelichting op de Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. 11 Overige gegevens
1 2 2 3 4 5 5 13 17 17 21 33 34 36 44 47 54 57 65
Pagina | 1
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
1 Algemene gegevens Beheerder
Finles N.V. Postbus 2600 3500 GP Utrecht
Directie van beheerder
L.J.B. Management & Consultancy B.V. Drs. J.A.M. van der Holst Cosimo International B.V. R.J. van Kuijk J.P.P.A van Oudvorst RA
Bewaarder
KAS-Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
Raad van Commissarissen Finles N.V.
Dr. B.R. Bot (voorzitter) Drs. P.H.M. Hendriks Mr. D. van der Weij
Administrateur
TMF FundAdministrators B.V. Westblaak 89 Postbus 25121 3001 HC Rotterdam
Accountant
De Keijzer Nipius & Co Accountants B.V. Paasheuvelweg 16 Postbus 22866 1100 DJ Amsterdam
Depotbank
Kas Bank N.V. Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
Pagina | 2
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
2 Vergelijkend overzicht Hieronder volgt een overzicht van de kerncijfers van het Fonds over de afgelopen vijf jaar.
2.1 Vergelijkend overzicht Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2013
2012
2011
2010
2009
26.614 677 (2.721) 34 24.604
32.675 1.981 (2.367) 76 32.365
56.036 410 (8.796) 9 47.659
81.143 11.949 (9.640) 221 83.673
89.819 3.442 (1.172) 514 92.603
4.324
5.044
14.128
26.239
10.051
523 19.757
707 26.614
856 32.675
1.398 56.036
1.409 81.143
18.452 1.913 (608) 19.757
25.763 964 (113) 26.614
29.951 1.657 1.067 32.675
46.584 8.732 720 56.036
75.675 2.326 3.142 81.143
1.473 249.667 79,75
1.647 272.018 82,20
1.760 422.984 92,14
1.784 812.766 99,84
1.788 235.756 43,75
1.813 243.023 70,21
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen
Waarde per participatie Subfonds Collectief Beheer Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde
1.475 213.356 75,71
Waarde per participatie Subfonds Collectief Beheer I.L. Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde
1.786 178.204 20,21
1.781 205.368 32,63
Pagina | 2
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
2 Vergelijkend overzicht 2.2 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2013
2012
2011
2010
2009
19.912 677 (627) 34 19.996
22.360 1.981 (309) 75 24.107
38.972 410 (2.481) 7 36.908
81.143 11.949 (4.644) 221 88.669
89.819 3.442 (1.172) 514 92.603
3.474
3.744
13.988
48.373
10.051
368 16.154
451 19.912
560 22.360
1.324 38.972
1.409 81.143
15.187 1.559 (592) 16.154
19.985 116 (189) 19.912
21.223 515 622 22.360
30.810 7.965 197 38.972
75.675 2.326 3.142 81.143
1.475 213.356 75,71
1.473 249.667 79,75
1.647 272.018 82,20
1.760 422.984 92,14
1.784 812.766 99,84
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen Waarde per participatie Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde
Pagina | 3
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
2 Vergelijkend overzicht 2.3 Vergelijkend overzicht Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. Kerncijfers (bedragen in EUR 1.000)
Fondsvermogen bij aanvang jaar Plaatsing participaties Waardeveranderingen van beleggingen Inkomsten
Terugname participaties Kosten beheer, bewaring en administratie Fondsvermogen einde jaar
2013
2012
2011
2010
6.702 (2.094) 4.608
10.315 (2.058) 1 8.258
17.064 (6.315) 2 10.751
22.135 (4.996) 17.139
850
1.300
140
-
155 3.603
256 6.702
296 10.315
75 17.064
3.265 354 (16) 3.603
5.778 848 76 6.702
8.728 1.142 445 10.315
15.774 767 523 17.064
1.786 178.204 20,21
1.781 205.368 32,63
1.788 235.756 43,75
1.813 243.023 70,21
Samenstelling van het fondsvermogen Beleggingen Liquide middelen Saldo vorderingen en schulden Fondsvermogen Waarde per participatie Aantal participanten Aantal participaties Intrinsieke waarde
Pagina | 4
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder Dit verslag betreft het jaarverslag 2013 van het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen. Eind 2010 is door de Beheerder besloten om alle illiquide beleggingen in het Finles collectief Beheer Fonds, waarvoor een verkoopopdracht is ingelegd, onder te brengen in een separate portefeuille van illiquide beleggingen. Dit vond plaats op 12 november 2010. De belangrijkste reden hiervoor was de bescherming van alle participanten in het fonds. Immers, naar mate er meer uittredingen uit het fonds plaats vinden wordt het aandeel van de illiquide beleggingen steeds groter en dit zou een ongelijke behandeling van alle participanten gezamenlijk impliceren. Op 1 februari 2011 is het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen met de subfondsen Subfonds Finles Collectief Beheer en Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie) opgericht. In dit jaarverslag treft u separaat aan de samengestelde jaarrekening van het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen en de jaarrekeningen van de Subfondsen Finles Collectief Beheer en Finles Collectief Beheer I.L.. In dit jaarverslag vindt u een overzicht van de prestaties in 2013 van de te onderscheiden fondsen. Ook geven wij u een toelichting op het in 2013 gevoerde beleggingsbeleid en op het beleggingsbeleid voor 2014. Wij menen u op deze manier een goed inzicht te geven in uw belegging en onze visie op de financiële markten. Alle koers- en marktgegevens in dit jaarverslag zijn, tenzij anders vermeld, afkomstig uit Bloomberg (wereldwijd geaccepteerd financieel data- en handelssysteem).
Administratieve Organisatie/Interne beheersingsomgeving ; verklaring van de Beheerder Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijvingen van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoen aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor de door ons beheerde beleggingsinstellingen te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 Bgfo. Ook hebben wij geconstateerd dat de bedrijfsvoering effectief en in overeenstemming met de beschrijving functioneert. Daarom verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2013 effectief en in overeenstemming met de beschrijving heeft gefunctioneerd. De financiële markten in 2013 3.1 Macro Economische Terugblik 2013 Gaat 2013 de geschiedenisboeken in als jaar van de fundamentele ommekeer voor Europa, de Verenigde Staten en Japan of blijkt het een jaar van valse hoop te zijn geweest? Feit is dat 2013 werd gekenmerkt door grote verschillen in economische ontwikkelingen tussen landen en regio’s. Zo was er een duidelijke verbetering voor economieën van veel ontwikkelde landen, met name in de Verenigde Staten en Japan, terwijl een groot aantal opkomende landen te maken kreeg met (sterk) teruglopende groei en een aantal grote fiscale uitdagingen. Ook tussen de resultaten van de diverse beleggingscategorieën waren grote verschillen waarneembaar. Zo kregen veel staatsobligaties met verliezen te maken. Aan de andere kant lieten aandelenmarkten in met name ontwikkelde landen goede resultaten zien. In deze algemene terugblik laten wij per regio de belangrijkste macro economische gebeurtenissen van 2013 de revue passeren. De focus ligt hierbij op Europa, de Verenigde Staten en Azië. Daarna behandelen we de specifieke ontwikkelingen van de financiële markten in 2013.
Pagina | 5
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder Europa Macro-economisch begon de eurozone als geheel in 2013 in mineur. In het eerste kwartaal van 2013 daalde het bruto binnenlands product (BBP) in de eurozone met 0,2%. In het tweede kwartaal volgde het herstel en klom de economie van de zeventien landen uit de recessie, met een groei van 0,3% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2012. Ook in het derde en vierde kwartaal groeide het BBP licht (respectievelijk 0,1% en 0,3%). De groei van de eurozone als geheel is daarmee dus laag en zeer broos. De verschillen tussen de individuele landen zijn groot. Zo blijft de Duitse economie goed presteren. Daarentegen blijven economische ontwikkelingen in landen als Frankrijk en Italië moeizaam. Zo was het derde kwartaal van 2013 bijvoorbeeld het negende opeenvolgende kwartaal dat de Italiaanse economie kromp. Ook de productiecijfers van bedrijven in de Eurozone, gemeten door de “PMI Index”, lieten een verbetering zien gedurende het jaar. De PMI-index geeft de trend van productiecijfers van bedrijven in de Eurozone weer. Een score van boven de 50 betekent groei en een score beneden de 50 betekent een teruggang van de productie.
Bron: Bloomberg: Ontwikkeling PMI-index Eurozone
Daarentegen liep de werkloosheid in de eurozone verder op gedurende het jaar. Per 31 december 2013 kwam de werkloosheid in de eurozone ruim boven de 12% uit. In Nederland is de werkloosheid per 31 december 2013 inmiddels opgelopen naar 8,2% van de beroepsbevolking. Dit was 6,9% per 31 december 2012. De moeizame macro economische situatie is met name het gevolg van de vaak drastische bezuinigingen die door de meeste Europese overheden worden uitgevoerd om zo de schuldenlast terug te dringen. Dit heeft een dempend effect op groei waardoor consumenten minder geld uitgeven en veel bedrijven ontslagrondes aankondigen om zo hun winstmarges in stand te houden. In 2013 brak ook een nieuw hoofdstuk aan in de Europese schuldenproblematiek. Eind maart 2013 was Cyprus het laatste land in de eurozone dat aan het reddinginfuus ging van de zogenaamde Troika (Eurozone, ECB en IMF). Al lange tijd bestond het vermoeden dat Cyprus het volgende land zou zijn in de eurozone dat een financieel noodpakket nodig zou hebben om het hoofd boven water te kunnen houden. Het noodpakket kwam moeizaam tot stand. De eurogroep en het IMF stelden samen een noodpakket van 10 miljard euro voor Cyprus beschikbaar. Cyprus moet hervormingen doorvoeren, belastingen verhogen en de bankensector moet worden verkleind. Ook depositohouders (boven de 100.000 euro) werden niet ontzien en droegen bij aan het totale noodpakket. De Troika lijkt hiermee een nieuwe weg te zijn ingeslagen. Het zou immers heel goed kunnen dat indien landen in de eurozone in de toekomst een noodpakket nodig zouden hebben depositohouders ook moeten meebetalen.
Pagina | 6
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder In de landen die al een noodpakket hebben ontvangen, Griekenland, Ierland, Portugal en indirect Spanje, was er een aantal positieve signalen. Zo daalde de kapitaalmarktrente in deze landen waardoor deze landen goedkoper geld kunnen lenen mochten zij geld willen ophalen in de kapitaalmarkt.
Bron: JP Morgan Asset Management: Arbeidskosten geïndexeerd
Veel van deze landen zijn in staat geweest het tekort op de lopende rekening om te zetten in een overschot. Ze zijn duidelijk competitiever geworden en hun exportpositie is verbeterd. Dit omdat veel bedrijven diep hebben gesneden in de lonen van werknemers. Dit is overigens nog steeds niet het geval in Italië en Frankrijk, landen die eveneens vaak in de media worden genoemd vanwege hun weinig florissante financiële situatie. De druk blijft onverminderd hoog om door te gaan met de weg die is ingeslagen: hervormingen, terugdringen van schulden, etc. Op politiek niveau gebeurden er ook een aantal belangrijke dingen in Europa in 2013. In Duitsland behaalde het CDU/CSU, de partij van Bondskanselier Angela Merkel, een klinkende verkiezingsoverwinning. Hiermee lijkt de politieke stabiliteit in Duitsland, de grootste economie van Europa, voor de komende jaren gewaarborgd. Eind februari waren er verkiezingen in Italië. Deze werden met een nipte meerderheid gewonnen door de Christendemocraten. Eind april kwam moeizaam een kabinet tot stand aangevoerd door premier Enrico Letta. Het kabinet kwam in het derde kwartaal van 2013 direct onder grote druk te staan nadat Silvio Belusconi zijn coalitiepartij had gemaand uit de regering te stappen. Hij werd echter teruggefloten door zijn partijgenoten. Net als in Italië blijft de politieke situatie in sommige landen in de eurozone onrustig omdat coalities ten eerste al moeilijk tot stand zijn gekomen en ten tweede omdat coalities vaak een kleine meerderheid hebben. Op monetair niveau voert de Europese Centrale Bank, de ECB, een uitermate accomoderend beleid. Zo heeft de ECB dit jaar de geldmarktrente in twee stappen verlaagd van 0,75% naar 0,25%. Dit is een historisch laag niveau. Een belangrijke reden om de rente te verlagen is de dalende inflatie. Zo kwam de inflatie per eind oktober 2013 op jaarbasis uit op 0,7%. Dat is aanzienlijk lager dan het peil van 2 procent waar de ECB naar streeft. De angst voor een deflatoir scenario is dan ook groot.
Pagina | 7
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder
Bron: Societe Generale Cross Asset Research. Ontwikkeling inflatie consumententprijzen in de Verenigde Staten en Europa
Door de rente te verlagen hoopt de ECB de economie te stimuleren. Met de renteverlaging kunnen banken goedkoper lenen en daardoor ook goedkoper leningen verstrekken aan bijvoorbeeld bedrijven. Verenigde Staten (VS) De eerste hobbel werd in de Verenigde Staten direct op 1 januari 2013 genomen. In de Verenigde Staten was 1 januari 2013 namelijk een belangrijke deadline in verband met de zogenaamde “Fiscal Cliff”. Per 1 januari zouden automatische belastingverhogingen en besparingsmaatregelen in werking treden als er geen compromis werd bereikt tussen Democraten en Republikeinen om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Uiteindelijk werd er op het laatste moment een soort compromis bereikt tussen beide partijen. Echter een aantal zeer belangrijke beslissingen werd vooruit geschoven. Het ging hier dan met name om de maatregelen die moeten worden ingevoerd om op de lange termijn de financiën op orde te brengen. Hierbij moet u vooral denken aan hervormingen van het zorgstelsel en belastingstelsel. Ook over het zogenaamde “schuldenplafond” werd geen structurele beslissing genomen. Dit is het wettelijke plafond voor de toegestane hoogte van de Amerikaanse staatsschuld. Er werd alleen afgesproken om het schuldenplafond tijdelijk te verhogen. In oktober 2013 zou dan een meer structurele oplossing gevonden moeten worden. In oktober konden Democraten en Republikeinen het echter niet eens worden over de overheidsfinanciën van 2014. Hierdoor werden ambtenaren gedwongen met onbetaald verlof te gaan. Zo was het voor Amerikanen bijvoorbeeld niet mogelijk om hun paspoort te vernieuwen en bleven nationale parken en musea gesloten. Daarnaast was er de discussie over het schuldenplafond dat zou worden bereikt op 17 oktober. Als dit plafond niet zou worden verhoogd dan zou de Verenigde Staten haar schulden op den duur niet meer kunnen terugbetalen. Dit zou naar verwachting desastreuze gevolgen hebben voor de mondiale wereldeconomie. Op het laatste moment werd een "deal" gesloten door de Republikeinen en Democraten waardoor het schuldenplafond alsnog tijdelijk werd verhoogd. Eveneens werd de sluiting van de overheidsdiensten opgeheven. Het opvallende was dat de wereldwijde financiële markten ondanks deze problematiek relatief rustig bleven. Op macro-economisch niveau was er een aantal goede ontwikkelingen in de Verenigde Staten waarneembaar. Zo trok de huizenmarkt verder aan, zette de economische groei gestaag door en nam de werkloosheid verder af.
Pagina | 8
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder De groei is niet spectaculair als we het in historisch perspectief plaatsen, maar het is in ieder geval positieve economische groei. In het vierde kwartaal groeide de Amerikaanse economie met 3,2% in vergelijking met het vierde kwartaal van 2012 (reële BBP). Finale verkopen stegen met 2,8% in het vierde kwartaal. In onze opinie is het betrouwbaarder om uit te gaan van finale verkopen omdat de opbouw van voorraden buiten beschouwing wordt gelaten.
Bron: Nomura Global Markets Research: Ontwikkeling reële BBP in de Verenigde Staten op kwartaalbasis en de individuele componenten van het BBP.
Pagina | 9
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder In onze nieuwsbrieven van afgelopen jaar heeft u kunnen lezen dat wij het uiterst belangrijk vonden dat de Amerikaanse Centrale Bank, de Federal Reserve (FED), een accommoderend beleid zou blijven voeren gedurende 2013. Dit omdat de marktomstandigheden nog uiterst fragiel zijn. In mei kwam dan toch de discussie over mogelijke “tapering” ofwel het terugschroeven van de kwantitatieve verruiming. De FED koopt per maand voor 85 miljard USD aan staatsobligaties van de Verenigde Staten en Agency RMBS (hypotheken). Ben Bernanke, de voorzitter van de FED, gaf in zijn maandelijkse speech aan dat mogelijkerwijs later in 2013 de FED zou beginnen met het afbouwen van het steunprogramma. Dit zorgde voor verhoogde volatiliteit op de financiële markten. Vooral aandelen en obligaties in opkomende landen kregen harde klappen net als obligaties, zowel staatsobligaties als bedrijfsobligaties, in ontwikkelde landen. Economen en analisten hadden de verwachting dat tijdens de FED-vergadering in september 2013 zou worden besloten om te beginnen met het afbouwen van de kwantitatieve verruiming. De meerderheid van de leden van de FED vond echter dat er nog meer macro-economisch “bewijs” nodig was om over te gaan tot het afbouwen. In december werd dan toch aangekondigd om per januari 2014 de kwantitatieve verruiming met US Dollar 10 miljard af te bouwen naar US Dollar 75 miljard per maand. Volgens de FED laat de economie nu voldoende positieve ontwikkelingen zien waardoor het gecontroleerd afbouwen van "QE3" gerechtvaardigd is. De grafiek hieronder laat de balans van de FED zien. Deze is explosief gegroeid sinds 2008. Kredietrisico’s zijn daarmee verschoven van de balansen van banken en andere private investeerders naar de balans van de centrale bank. De verwachting is dat de balans nog zal blijven groeien tot het moment dat “tapering” geheel is voltooid.
Bron: JP Morgan Asset Management: Samenstelling van de balans van de FED.
De inflatie in de Verenigde Staten heeft vrijwel het gehele jaar onder de 2% bewogen. Dit is lager dan de doelstelling die de FED aanhoudt. De schuldenlast van de overheid blijft ondertussen verder oplopen. Momenteel bedragen de financiële verplichtingen van het land zo’n 104% van het BBP. Het land heeft hiermee nog een zeer grote uitdaging om dit te verkleinen. Azië 2013 was het jaar van Japan. De conservatieve Liberaal-Democratische Partij (LDP) won met een grote meerderheid in december 2012 de verkiezingen. Het kabinet, onder leiding van de premier Shinzo Abe, pakte door in 2013. Bij het aantreden van het nieuwe kabinet in december 2012 werden drie belangrijke pijlers aangekondigd onder de noemer van “Abenomics”: Pijler 1: Fiscaal. De deflatie moet structureel aangepakt worden en de economie moet uit het dal getrokken worden. Japan gaat al decennia lang gebukt onder deflatie, een hoog jaarlijks begrotingstekort, frequente recessies en zeer hoge overheidsschulden. De overheidsschulden in Japan zijn het hoogst van alle ontwikkelde landen in de wereld en moeten worden teruggedrongen.
Pagina | 10
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder Pijler 2: Monetair. De Japanse Centrale bank moet een belangrijke rol vervullen bij het vlot trekken van de economie. De nieuwe voorzitter van de Japanse Centrale bank, Haruhiko Kuroda, staat bekend als een groot voorstander van de plannen van premier Abe. De Japanse centrale bank zal zijn monetaire geldbasis de komende twee jaar verdubbelen. Dit alles om de economie te stimuleren. Pijler 3: Structurele hervormingen. Dit is wellicht de meest uitdagende pijler van Abenomics. Denk hierbij aan structurele hervormingen van de arbeidsmarkt, immigratie en de energiemarkt. Het vertrouwen van consumenten en bedrijven nam sterk toe gedurende het jaar. De winstgevendheid van Japanse bedrijven nam eveneens sterk toe. Gemiddeld is de winstgevendheid jaar op jaar met 60% gestegen. Dit is gedeeltelijk het gevolg van de depreciatie van de Japanse Yen wat een zeer goede uitgangspositie biedt voor exporterende bedrijven. Japan heeft nu voor het eerst sinds een zeer groot aantal jaren te maken met inflatie.
Bron: JP Morgan Asset Management: Ontwikkeling kern -en headline inflatie in Japan. Kern inflatie is exclusief kosten voor voeding en energie.
In China bewoog de economische groei (BBP) in 2013 rond de 7,5% en lijkt daarmee stabiel. In China is de regering bezig om de economie in balans te brengen. Dit betekent dat zij de economie minder afhankelijk wil maken van investeringen (bijvoorbeeld vastgoed) en export. Consumentenbestedingen dienen hierbij een belangijker onderdeel te worden van de economie. Daarnaast is de overheid bezig om de excessen, met name in de vastgoedmarkt, de kop in te drukken. Tijdens de belangrijke beleidsbijeenkomst van de Chinese regering half november werden de beleidsplannen voor de komende 10 jaar verder ingevuld. Economische hervormingen waren een belangrijk onderdeel. Groei lijkt hiermee op de korte termijn te worden geremd maar op de lange termijn kan dit in onze optiek alleen maar positief uitpakken voor het land. Een belangrijk onderdeel is de verkleining van de overheidsbemoeienis in het bedrijfsleven, maar juist een striktere controle op de financiële sector, met name op de kredietverlening.
Pagina | 11
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder
Bron: JP Morgan Asset Management: Ontwikkeling van de hoeveelheid nieuwe leningen in China per kwartaal in lokale valuta (Renminbi)
De laatste jaren zijn in China veel leningen afgesloten. De belangrijkste afnemer was de vastgoedsector. De toekenningscriteria van banken bij het aangaan van deze leningen waren jarenlang minimaal waardoor kredieten makkelijk werden verschaft. Dit met alle gevolgen van dien. Het aantal dubieuze leningen op de balansen van banken in China is de laatste jaren sterk gestegen. De Chinese overheid probeert de kredietverstrekking nu af te remmen. In juni en december liepen interbancaire rentes hard op. Een teken dat banken elkaar geen geld wilden lenen. De centrale bank van China greep beide keren in waardoor de rentestanden weer daalden. Op politiek niveau spelen er veel zaken in Azië. Bijvoorbeeld de onderhuidse ruzie tussen Japan en China. Over en weer vinden er provocaties plaats. Maar ook in Thailand is het wederom onrustig door de protesten tegen de zittende regering. De economieën in Zuidoost-Azië en India hadden het relatief zwaar in 2013. Landen als India, Thailand en Indonesië hebben te maken met een tekort op de lopende rekening en een begrotingstekort. Deze tekorten moeten gefinancierd worden. Daarnaast loopt de groei terug, maar blijft de inflatie in sommige landen oncomfortabel hoog. Nadat de FED hintte op het mogelijke terugschroeven van de kwantitatieve verruiming ontstond grote verkoopdruk op de obligaties, valuta net als aandelen in deze landen. Ook veel andere opkomende landen kregen harde klappen. Veel speculatief geld is de laatste jaren deze markten ingestroomd. De angst bestaat dat door het afbouwen van de kwantitatieve verruiming liquiditeiten in het mondiale financiële systeem zullen worden beperkt en dat dit grote gevolgen zal hebben voor met name opkomende landen. Resultaten financiële markten 2013 De start van 2013 was zeer goed voor veel beleggingscategorieën met name omdat beleggers opgelucht waren door het afwenden van de overheidssluiting in de Verenigde Staten op 1 januari 2013 en het tijdelijk verhogen van het schuldenplafond. In de tweede helft van mei brak een moeilijke periode aan voor de financiële markten. Nagenoeg alle beleggingscategorieën kregen te maken met verliezen. De “trigger” voor deze omslag was dat FED voorzitter Bernanke hintte naar het terugschroeven van de kwantitatieve verruiming. Staatsobligaties behaalden verliezen die we de laatste jaren niet meer hebben gezien. Gemiddeld verloren staatsobligaties van ontwikkelde landen tussen de 2,5% en 3% tussen 15 mei en 30 juni. Immers de FED zou mogelijkerwijs minder staatsobligaties van de Amerikaanse overheid gaan kopen. Verliezen voor staatsobligaties van opkomende landen waren vele malen groter. De meeste indices van obligaties van opkomende landen verloren in deze periode zo rond de 10%. In veel opkomende landen bleven de marktomstandigheden daarna ook uiterst volatiel.
Pagina | 12
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder
Ook de omstandigheden voor staatobligaties van ontwikkelde landen bleef de rest van het jaar moeizaam. Voor geheel 2013 werden kleine verliezen geboekt. Obligaties van bedrijven deden het beter en boekten positieve resultaten voor het jaar. Net als in de jaren 2011 en 2012 hadden veel grondstoffenmarkten het moeilijk in 2013. Hier liggen in onze optiek een aantal redenen aan ten grondslag namelijk: 1) Wereldwijde groeiperspectieven zijn laag, 2) In bepaalde segmenten van de grondstoffenmarkt is er meer aanbod dan vraag momenteel (denk hierbij aan bepaalde industriële grondstoffen) en 3) De traditionele energiemarkt heeft last van de schaliegasrevolutie. Aandelen hebben een goed jaar achter de rug. Met name aandelenmarkten in de Verenigde Staten, Europa en Japan deden het uitstekend met winsten tussen 10% en 55%. Opkomende landen hadden het moeilijk. Zo daalde Brazilië, één van de parels van weleer, met meer dan 15% gemeten in lokale valuta. Ook aandelenmarkten kregen te maken met forse verliezen in het midden van het jaar. De correctie duurde echter maar relatief kort voor aandelen in Europa, de Verenigde Staten en Japan. Aandelenmarkten in Japan presteerden het beste. Zo steeg de prijs gewogen Nikkei index met 55% in lokale valuta. Echter de Japanse Yen deprecieerde met meer dan 26% ten opzichte van de EUR. Dus het afdekken van het Yen risico was hierbij belangrijk. De goede resultaten van aandelen in 2013 hebben in onze opinie een viertal redenen: 1) Aandelen waren relatief aantrekkelijk geprijsd in vergelijking met andere beleggingscategorieën; 2) Verbeterde macro-economische situatie wereldwijd; 3) Veel bedrijven, met name de grotere, verkeren in goede financiële gezondheid. Ze hebben relatief weinig schulden, zijn in staat marges, opbrengsten en winsten op peil te houden en zelfs te vergroten; 4) Het uiterst accomoderende monetaire beleid van diverse centrale banken wereldwijd zorgt voor veel liquiditeiten in de financiële markten en moedigt eveneens het nemen van risico aan. De euro had een goed jaar. Zo apprecieerde de munt meer dan 4% ten opzichte van de US Dollar en meer dan 26% ten opzichte van de Japanse Yen. 3.2 Vooruitblik 2014 Wij zijn gematigd positief over de macro-economische perspectieven in Europa, de Verenigde Staten en Japan. Wij verwachten hier een verder herstel van de economie. Wij verwachten zeker geen spectaculaire groei, maar in ieder geval positieve groei. Over opkomende landen zijn wij minder positief om de eerder genoemde redenen. Om de fiscale problemen het hoofd te bieden en hun valuta te beschermen tegen verdere depreciatie zullen veel opkomende landen genoodzaakt worden om hun geldmarktrente te verhogen. Dit zal naar waarschijnlijkheid een verdere rem op de economische groei betekenen. Inflatie in met name Europa en de Verenigde Staten zien wij vooral zijwaarts bewegen. Daarmee opererend onder de doelstellingen die de verschillende centrale banken hebben gedefinieerd.
Pagina | 13
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder Wij zien een aantal bedreigingen die kunnen zorgen voor een beduidend negatievere visie: 1: Het te snel of te ongecontroleerd afbouwen van de kwantitatieve verruiming in de Verenigde Staten omdat markten eigenlijk nog te fragiel zijn om op eigen benen te staan. Daarnaast lijken financiële markten “verslaafd” te zijn geraakt aan de grote aanwezigheid van liquiditeit in het financiële systeem. 2: De nieuwe Chinese regering is bezig met het uitvoeren van een hervormingsagenda. Het is daarbij zaak om balans te houden binnen de verschillende componenten van de economie. De laatste productiecijfers van bedrijven in januari 2014 laten een teruggang zien. Meer data zijn nodig om vast te stellen of hier sprake is van een trend. 3: De fiscale gesteldheid van een aantal opkomende landen is zorgelijk. Zo hebben landen als India, ZuidAfrika, Brazilië en Turkije te maken met hoge inflatie, een tekort op de lopende rekening, een begrotingstekort en afnemende groei. Daarnaast is het ook zo dat de tekorten voornamelijk door het buitenland worden gefinancierd. Gedurende “stress” op de financiële markten zijn dit vaak de beleggers die als eerste weer vertrekken. Ook zijn er in veel opkomende landen verkiezingen in 2014. Dit levert traditioneel hogere volatiliteit op. 4: Mislukking van “Abenomics” in Japan. De eerste twijfels over de drie pijlers van premier Abe klinken al. 5: Terugkeer schuldencrises Europa. Momenteel lijkt dit “monster” getemd. Een nieuwe redding van een land of een additionele redding van een land kan een nieuwe periode van onzekerheid inluiden. Daarnaast is er in Europa een aantal grote landen, Italië en Frankrijk, die tot nu toe weinig hebben gedaan om hun financiële huishoudboekje op orde te krijgen en de nodige hervormingen door te voeren. Met name het afbouwen van de kwantitatieve verruiming is een bedreiging waarvan de uitkomsten niet goed in te schatten zijn. Denk hierbij ook aan het herstel van de huizenmarkt en de mogelijk neerwaartse druk op koersen van Amerikaanse staatsobligaties. Dit omdat een zeer belangrijke koper wegvalt. De reden dat dit moeilijk is in te schatten is omdat er weinig historische vergelijkingen zijn van ingrepen van deze omvang. Het positieve is wel dat de FED heeft aangekondigd de geldmarktrente nog voor een lange tijd op het huidige historisch lage niveau te houden. In de volgende paragrafen presenteren wij per beleggingscategorie onze toekomstvisie en de daaruit voortvloeiende voorkeuren. Aandelen Aandelen kunnen niet langer goedkoop worden genoemd in met name het Westen. In de Verenigde Staten zijn veel bedrijven in staat geweest hun winsten te verbeteren. Echter in Europa was dit veel minder het geval. Tot dusver zijn veel Europese bedrijven in staat geweest door met name kostenbesparingen marges redelijk op pijl te houden in plaats van organische groei. We hebben reeds sterk stijgende aandelenkoersen gezien en bedrijven moeten nu laten zien dat zij in staat zijn hun winsten en opbrengsten te laten stijgen om daarmee verdere koersstijgingen te rechtvaardigen alsook waarderingen aantrekkelijker te maken (zodanig stijgende winsten waardoor de koers/winstverhouding daalt). Hierbij zal veel afhangen van de macro-economische ontwikkelingen. Volgens sommige economen en analisten begeven bepaalde aandelenmarkten zich momenteel al in een “bubble”. Volgens de Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Robert Shiller begeeft zijn cyclische k/w ratio van de S&P 500 zich op een zodanig hoog niveau dat beleggers zich grote zorgen moeten maken. Volgens deze methode handelt de S&P 500 op een k/w van 25,4, terwijl het gemiddelde 16,5 bedraagt.
Pagina | 14
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder
Bron: Robert Shiller. K/W verhouding S&P 500 tussen januari 1881 en januari 2014. De Shiller k/w ratio voor de S&P 500 is gebaseerd op de voor inflatie gecorrigeerde winsten van bedrijven van de afgelopen tien jaar.
In Japan zijn veel bedrijven in staat geweest hun omzetten, winsten en marges sterk te verbeteren. Dit is gedeeltelijk het gevolg van de dalende Japanse Yen. Voor bedrijven in de eurozone is het echter te hopen dat de euro verzwakt zodat zij hun concurrentiepositie kunnen verbeteren. Wij denken dat investeringen in aandelen weer meer zullen worden gedreven door de fundamenten van een bedrijf (zoals goedkope waardering, groeiverwachtingen, verbetering van marges, etc). De zogenaamde samenhang (correlaties) tussen aandelen onderling is de laatste jaren zeer hoog geweest. Deze samenhang zien wij verder afnemen. Dit biedt kansen voor bottom-up “stock pickers”. Ondanks de opgelopen koersen blijven wij positief over aandelen in zijn algemeenheid. Dit is met name het gevolg van het ruime monetaire beleid wat door veel centrale banken wereldwijd wordt gevoerd (lage rente en/of kwantitatieve verruiming). Het “te snel” of het “ongecontroleerd” afbouwen van de kwantitatieve verruiming in de Verenigde Staten is een grote bedreiging. In ons allocatiebeleid gaat de voorkeur uit naar aandelenmarkten in Europa, de Verenigde Staten, Japan en China. Aandelenmarkten van opkomende landen, exclusief China, achten wij minder interessant vanwege de fiscale problemen van een aantal belangrijke opkomende landen en de invloed die dit heeft op het bedrijfsleven. Obligaties Staatsobligaties zien wij (nog steeds) niet als interessante beleggingspropositie. Integendeel zelfs. Hetzelfde geldt voor staatsobligaties van opkomende landen. In onze opinie blijft het effectieve rendement momenteel onvoldoende in vergelijking met de risico’s in de huidige economische omgeving. Wel zien wij selectief nog steeds kansen in bedrijfsobligaties in met name Europa. De focus ligt hierbij op zogenaamde “High Yield Bonds” ofwel obligaties van bedrijven met een lagere kredietwaardigheid. De juiste selectie van dit type obligaties wordt in onze opinie wel een belangrijkere component van het totaalrendement aangezien de zogenaamde risico-opslag in de laatste 18 maanden sterk is afgenomen. Onroerend goed Binnen onroerend goed is het soort onroerend goed en de locatie belangrijk. Wij blijven negatief op de Europese onroerend goed markt in zijn algemeenheid (commercieel onroerend goed alsook woningbouw) door de fragiele economische situatie en de hoge leegstand. De werkloosheid blijft onverminderd hoog in Europa waardoor mensen zeer terughoudend blijven met het doen van grote uitgaven. Daarnaast verloopt de kredietverlening door banken nog steeds erg moeizaam. Wij waren uitgesproken positief over de Amerikaanse woningmarkt maar de stijgende kapitaalmarktrente maakt ons minder optimistisch. Een stijgende rente betekent namelijk dat kopers met hogere rentelasten te maken krijgen. Een verdere stijging zal potentiële kopers mogelijk afschrikken. Ook de verdere afbouw van de kwantitatieve verruiming is een risico voor de huizenmarkt in de Verenigde Staten.
Pagina | 15
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
3 Verslag van de Beheerder Grondstoffen Ook voor 2014 zijn wij over het algemeen niet positief over grondstoffen door de redenen die reeds zijn beschreven in de terugblik. Wij blijven de voorkeur hebben om de beleggingscategorie grondstoffen via hedge fondsen te bespelen. Hedge fondsen kunnen immers ook profiteren als prijzen dalen. Ook kunnen zij beter omgaan met complexe prijsstructuren. Hedgefondsen Wij blijven positief over de kansen voor hedgefondsen. De beste kansen zien wij momenteel voor de volgende hedgefondsen strategieën: Global Macro: De grootschalige monetaire en fiscale interventies wereldwijd bieden veel kansen voor gekwalificeerde macro fondsen. Verder denken wij dat indien de volatiliteit gaat stijgen macro fondsen daarvan kunnen profiteren. Event Driven: Event Driven is een brede hedgefondsen strategie. Onze voorkeur gaat momenteel uit naar zogenaamde Multi Strategy Event Driven fondsen. Deze fondsen richten zich op meer substrategieën zoals “merger arbitrage” en “distressed securities”. Met name in distressed RMBS in de Verenigde Staten zien wij nog interessante mogelijkheden alsook in schuldpapier van bedrijven in Zuid-Europa (Spanje, Griekenland, Portugal). Long/short Equity: De zogenaamde samenhang (correlaties) tussen aandelen onderling is de laatste jaren zeer hoog geweest waardoor het voor veel managers van long/short equity fondsen moeilijk was om toegevoegde waarde te leveren bij het selecteren van individuele aandelen aan zowel de long en short zijde van de portefeuille. Deze samenhang is verder aan het afnemen. Dit biedt in onze optiek kansen voor bottom-up “stock pickers”.
Pagina | 16
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.1 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer 2013 Het Subfonds Finles Collectief Beheer (hierna te noemen het Subfonds) had een moeilijk jaar in 2013. De NAV daalde in 2013 met -5,00% terwijl de benchmark een resultaat van +2,95% behaalde. De onderstaande tabel en grafieken vergelijkt de performance van het Subfonds met de benchmark. Jan SFCB
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
2013
-0.14% 0.18% -0.65% 3.14% -1.36% -1.57% -3.49% -2.71% -0.59% 0.77% 0.65% 0.84% -5.00%
Benchmark -0.74% 3.46% 2.59% -1.12% 1.10% -1.62% -0.56% -0.84% -0.67% 1.03% 0.86% -0.45% 2.95%
Tabel 1 Maandrendementen SFCB en Benchmark. De rood gekleurde rendementscijfers zijn negatieve rendementen
3.00% 2.00%
Koersen en maandrendementen SFCB
Risico rendement
84.00
Geannualiseerde volatiliteit sinds 2002 1.50%
82.00 80.00
1.00% 78.00 0.00% 76.00 -1.00% -2.00%
74.00
-3.00%
72.00
-4.00%
70.00
SFCB Benchmark NAV
Geannualiseerd rendement sinds 2002
4.00%
Benchmark
1.00% 0.50% 0.00% 0.00% -0.50%
2.00%
4.00%
6.00%
8.00%
10.00%
-1.00% -1.50% -2.00%
SCBF
-2.50% -3.00%
Grafiek 1 Maandrendementen en koers SCBF 2013
Grafiek 2 Risico rendement SCBF sinds 2002
Zoals u al in de algemene terugblik heeft kunnen lezen waren er gedurende 2013 grote dispersies tussen beleggingscategorieën en regio’s. Zo presteerden aandelenmarkten in het Westen en Japan uitstekend. Aan de andere kant hadden aandelen in opkomende landen het zwaar. Ook staatsobligaties van zowel ontwikkelde landen en opkomende landen beleefden een moeilijk jaar. De start van 2013 was zeer goed voor veel beleggingscategorieën met name omdat beleggers opgelucht waren door het afwenden van de overheidssluiting in de Verenigde Staten op 1 januari en het tijdelijk verhogen van het schuldenplafond. In de tweede helft van het tweede kwartaal brak een moeilijke periode aan voor de financiële markten. Nagenoeg alle beleggingscategorieën kregen te maken met verliezen. De ‘trigger’ voor deze omslag was dat FED voorzitter Bernanke hintte op het terugschroeven van de kwantitatieve verruiming. Aandelenmarkten in Europa, de Verenigde Staten en Japan herstelden snel en vonden hun weg omhoog. In veel opkomende landen bleven de marktomstandigheden daarna volatiel. Ook de omstandigheden voor staatsobligaties van ontwikkelde landen bleven de rest van het jaar moeizaam. De prestaties van de individuele portefeuille componenten van het Subfonds waren niet eenduidig. Integendeel zelfs. Er waren grote dispersies tussen de resultaten van de verschillende componenten. De ontwikkelingen per portefeuille component worden hierna verder besproken. Gevoerd beleggingbeleid Subfonds Finles Collectief Beheer 2013 Absolute Return Binnen de absolute return kan een groot aantal sub-strategieën worden onderscheiden zoals long/short equity, long/short credit, event driven, emerging markets, global macro en CTA’s/managed futures. CTA’s proberen rendement te behalen door wereldwijd in obligatie-, aandelen-, valuta-, en grondstoffenfutures te investeren.
Pagina | 17
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen De grootste allocatie binnen deze component houdt het Subfonds aan in twee CTA fondsen. Bovendien werd gedurende 2013 een kleine positie in een global macro fonds aangehouden. CTA fondsen maken gebruik van systematische modellen die op basis van historische prijsgegevens trends in markten ontdekken waarbij een onderscheid kan worden gemaakt tussen fondsen die korte en middellange tot lange termijn trends proberen te ontdekken. Ze hebben gemeen dat alle modellen mogelijke trends, zowel naar boven als naar beneden, proberen te identificeren en op basis hiervan beleggen. Net als veel andere CTAs hadden ook de twee CTAs in portefeuille het lastig in 2013. Normaliter bieden systematische fondsen bescherming indien de markten te kampen hebben met grote neerwaartse verkoopdruk, wat de beheerder een reële mogelijkheid acht gegeven de problemen in de westerse wereld. In 2008 deden CTAs het bijvoorbeeld bijzonder goed gegeven de waarneembare dalende koerstrend van diverse beleggingscategorieën. Voor CTAs is de richting waarin koersen bewegen niet relevant, zolang er maar sprake is van een aanhoudende beweging, ofwel een trend waarbij de huidige koersbeweging voorspellende kracht heeft voor de koersbeweging die zal volgen. Deze aanhoudende beweging ontbrak in veel markten in 2013. Veel CTA’s hadden grote moeite met de snel veranderende marktomstandigheden van veel individuele markten in 2013. Ook zorgden politieke interventies (met name expansief monetair beleid door de centrale banken) ervoor dat kortdurende trends zich omdraaiden. Een voorbeeld van een verlieslatende positie in 2013 van veel CTAs was bijvoorbeeld het metaal koper. De volgende grafiek laat het verloop van de koperprijs zien, waar duidelijk een trend ontbreekt.
Bron: Bloomberg
In 2013 verloor het Subfonds 5% door de allocatie naar Absolute Return fondsen. Wij verwachten echter dat deze CTAs de verwachte risico/rendement verhouding van het Subfonds op de lange termijn verbeteren en vooral bescherming bieden aan de portefeuille zodra onverwachte gebeurtenissen zich voordoen. Aandelen De geselecteerde aandelenfondsen in het Subfonds presteerden goed. Vooral de posities in de S&P500 Value ETF (+28,7%), DAX ETF (+24,5%) als de Eurostoxx 50 ETF (+17,0%) boekten een uitstekend resultaat. Het Finles Lotus fonds, een hybride fonds dat investeert in hedge fondsen alsook in long-only fondsen en zich richt op de Aziatische markten, behaalde een rendement van +3,5% en droeg daarmee 0.5% bij aan het jaarrendement van het Subfonds. In totaal leverden de beleggingen in aandelen een positieve bijdrage van 3%. Pagina | 18
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Vastrentende waarden (of beleggingen met een vergelijkbaar risico) De beleggingen binnen dit onderdeel van de portefeuille van het Subfonds verloren -0.8%. Gedurende 2013 had het Subfonds posities in twee actief beheerde fondsen met een focus op vastrentende waarden. Daarnaast had het Subfonds een positie in het Finles Multi Strategy Hedge Fund, een wereldwijd Fund of Hedge Fund. De twee fondsen die in vastrentende waarden investeren waren conservatief gepositioneerd gedurende het jaar en behaalden uiteenlopende rendementen. Eén fonds boekte een jaarrendement van 2% en droeg 0,1% bij aan het jaarrendement van het Subfonds. De andere beheerder verloor daarentegen -5,8% en onttrok daarmee 0,3% aan het rendement van het Subfonds. De beheerder van het laatst genoemde fonds besloot het fonds per eind november 2013 te sluiten om zich te richten op het beheer van andere mandaten. De gelden van de verkoop van de belegging zijn in december 2013 ontvangen. De positie in het Finles Multi Strategy Hedge Fund behaalde een klein negatief resultaat van -0,8%. Het Subfonds presteerde beter hiermee beter dan Nederlandse staatsobligaties, die 0,9% verloren in 2013, maar het rendement bleef achter bij de gemiddelde performance van Fund of Hedge fondsen. Per 30 november 2013 is 90% van de belegging in het FMSHF verkocht. De resterende 10% wordt aangehouden in het FMSHF I.L. Dit is een fonds in liquidatie en de verwachting is dat dit fonds binnen een periode van twee jaar volledig is afgewikkeld. Het Subfonds heeft gedurende 2013 een lage kaspositie aangehouden variërend tussen de 0% en 3%. In de laatste week van 2013 is de kaspositie echter verhoogd naar 6% om gelden vrij te maken voor nieuwe beleggingen in het nieuwe jaar. Het directe valutarisico op de US Dollar werd gedurende 2013 geheel afgedekt. Per 31 december 2013 bestaat de portefeuille van het Subfonds uit 12 onderliggende beleggingen. De strategiewegingen van het Subfonds per jaareinde is als volgt:
Figuur 2: strategiewegingen Subfonds FCB per 31 december 2013
Beleggingsbeleid 2014 De Beheerder van het Subfonds Finles Collectief Beheer, Finles N.V., heeft besloten om met ingang van 10 januari 2014 de uitvoering van het beheer van het Subfonds Finles Collectief Beheer uit te besteden aan Qbasis Invest GmbH, te Oostenrijk. De uitbesteding van het beheer betreft de directe uitvoering van het beleggingsbeleid conform het prospectus alsook conform de beleggingsrestricties zoals vastgelegd in het prospectus van het fonds. De beheerder blijft direct toezien op de uitvoering daarvan en behoudt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer van het Subfonds Finles Collectief Beheer.
Pagina | 19
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Bij de samenstelling van de portefeuille van het Subfonds wordt in 2014 met een drietal portefeuille componenten gewerkt. Deze individuele componenten worden hieronder nader besproken: Component 1: 1/3 Negatieve correlatie met aandelen (of vergelijkbaar risico) Deze component heeft tot doel om met name gedurende periodes van stress op de financiële markten toegevoegde waarde te leveren om zodoende het staartrisico te verkleinen. Deze component zal hoofdzakelijk worden ingevuld met zogenaamde CTAs. Dit type fondsen is op zoek naar duidelijke trendmatigheden binnen beleggingscategorieën (aandelen, vastrentende waarden, valuta en grondstoffen) die door systematische modellen worden geïdentificeerd. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid van dit type fondsen worden veelal afgeleide instrumenten gebruikt. Component 2: 1/3 Lage correlatie met aandelen (of vergelijkbaar risico) Deze component wordt gezien als all-weather component. Beleggingen binnen deze component moeten in staat zijn om gedurende verschillende beleggingsomstandigheden uit te voeten kunnen zonder daarbij sterk afhankelijk te zijn van de opwaartse of neerwaartse beweging van de aandelenmarkten. Een voorbeeld van een strategie zou long/short aandelen kunnen zijn. Component 3: 1/3 positieve correlatie met aandelen (of vergelijkbaar risico) Deze component heeft een duidelijke positieve correlatie met aandelen en zal dan ook afhankelijk zijn van het algehele aandelensentiment. Voorbeelden van beleggingen zouden kunnen zijn: 1) actief beheerd long-only aandelenfonds met een focus op opkomende landen 2) passief beheerd long-only aandelenfonds met een focus op zogenaamde small-caps (kleine beursgenoteerde bedrijven). Er wordt naar gestreefd om de wegingen van de individuele componenten zoveel mogelijk gelijk te houden zodat stabiliteit gewaarborgd kan blijven. De directe valutarisico’s van het Subfonds worden vooralsnog volledig afgedekt. Het kan echter zijn dat wij op enig moment besluiten om dit risico niet meer af dekken.
Pagina | 20
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.2 Resultaat Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. in 2013 Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (het Subfonds) had wederom een moeilijk jaar in 2013. De koers daalde met 43,99%. Het resultaat wordt ten dele verklaard door een distributie van EUR 4,14 per participaties die is uitgekeerd in mei 2013. Het Subfonds is opgericht op 31 januari 2011. Het Subfonds is de voortzetting van het FCBF Side Pocket welke is opgericht op 12 november 2010. Gevoerd beleggingsbeleid 2013 Het beleggingsbeleid in 2013 is hoofdzakelijk gericht geweest op het afbouwen van de onderliggende posities. Hier hebben wij gedeeltelijk succes geboekt. De Beheerder trekt waar mogelijk op met andere investeerders om de managers van onderliggende fondsen, indien nodig, onder druk te zetten. Veel van de onderliggende fondsen zijn in 2013 genoodzaakt geweest om verdere afwaarderingen te doen op hun posities. Dit is ondermeer het gevolg van het feit dat posities tegen lagere prijzen werden verkocht dan waartegen deze posities initieel werden gewaardeerd. Daarnaast worden de markten (veelal commercieel vastgoed) waar de meeste onderliggende fondsen actief zijn nog steeds gekenmerkt door een extreem gebrek aan liquiditeit waarbij er meer aanbod is dan vraag. Ook is het zo dat banken en andere kapitaalverschaffers zeer terughoudend zijn met kredietverlening. Dit maakt het voor potentiële kopers zeer moeilijk om een financiering te verkrijgen. Ook is het vaak zo dat de potentiële kopende partijen weten dat de verkopende partij, in dit geval het onderliggende fonds, zich in een moeilijke situatie bevindt waardoor kopende partijen vaak op een lage prijs inzetten. We zien dat bij een aantal beleggingen, met name de fondsen waar een externe curator is aangesteld, de kosten oplopen. Deze curatoren staan vaak bovenaan de rangorde van eventuele uitbetalingen. Zij hebben de zogenaamde crediteurenpositie. Dit zorgt ervoor dat beleggers bij eventuele opbrengsten ondergeschikt zijn. Bij een aantal beleggingen zien we echter ook progressie. Hier is concrete belangstelling voor onderliggende posities, en worden posities actief verkocht en worden gelden gedistribueerd aan investeerders. Wij hebben in 2013 ook nadrukkelijk gekeken om onderliggende posities eventueel op de secundaire markt te verkopen. Wij hebben echter nog geen posities verkocht. Kopers die actief zijn op de secundaire markt bedingen extreme kortingen. Dit neemt niet weg dat we op een later moment alsnog kunnen besluiten posities te verkopen indien wij interessante mogelijkheden zien. Zoals bekend worden de directe valutarisico’s niet meer afgedekt. Per 31 december 2013 noteerde bijna 75% van alle fondsbeleggingen in Amerikaanse dollars. Dit betekent dat het fondsrendement van het Subfonds mede afhankelijk is van de wisselkoersbeweging tussen de euro en de Amerikaanse dollar. In 2013 hadden wisselkoersschommelingen een negatief effect op het resultaat van het Subfonds. Dit omdat de Amerikaanse dollar meer dan 4% deprecieerde ten opzichte van de euro. Distributies Subfonds FCB I.L. In mei van 2013 heeft het Subfonds een distributie gemaakt van EUR 4,14 per participatie ofwel 13,23%. Hieronder staan de distributies sinds de start van de liquidatie van het Subfonds genoemd: Datum
Uitbetaling
3-5-2013 30-4-2012
EUR 850.000 EUR 1.300.000
Distributie per participatie in EUR EUR 4,14 EUR 5,51
Distributie in % 13,22% 12,89%
Per 31 december 2013 had het Subfonds een kaspositie van EUR 353.680 ofwel 9,3% van het fondskapitaal. De Beheerder is voornemens distributies te doen indien de minimale kaspositie 10% bedraagt exclusief een kasreserve van 2%.
Pagina | 21
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Waarderingsmethodiek De Beheerder hanteert een eenduidige waarderingsmethodiek die op alle door Finles N.V. beheerde fondsen wordt toegepast. Deze methodiek luidt als volgt: 1) 2)
3)
4)
Methode A: Bloomberg: Als een onderliggende belegging is geregistreerd op Bloomberg dan wordt deze waardering gehanteerd. Methode B: statements verstrekt door de administrateur van het onderliggende fonds. De administrateur verstrekt maandelijks een statement van de holding. Dit statement wordt door de administrateur van de Finles fondsen gehanteerd als input voor de bepaling van de Intrinsieke Waarde van de Finles fondsen. Meestal worden deze statements binnen 30 dagen na afloop van de maand ontvangen. Als voorwaarde wordt gesteld dat er een jaarrekening aanwezig is van het vorige boekjaar. Methode C: indien geen Bloomberg registratie en statements beschikbaar zijn worden schattingen van de Intrinsieke Waarde van de onderliggende waarden, ontvangen van de manager van het fonds, gehanteerd. Zodra een statement wordt ontvangen wordt deze vergeleken met de eerder ontvangen schatting. Indien er een materiële afwijking is van de Intrinsieke Waarde van een Finles fonds wordt de Intrinsieke Waarde van het betreffende Finles fonds aangepast. Als voorwaarde wordt gesteld dat er een jaarrekening aanwezig is van het vorige boekjaar. Methode D: dit betreft een specifieke waarderingsprocedure en vigeert voor specifieke onderliggende waarden die bijvoorbeeld in liquidatie zijn en waarvoor geen (onafhankelijke) waardering meer wordt afgegeven door de manager of administrateur van het fonds. Indien van toepassing dan wordt dit per onderliggend fonds toegelicht. Veelal houdt dit in dat er gebruik wordt gemaakt van de biedingen in de secundaire markt.
In de onderstaande toelichting wordt eveneens per onderliggend fonds van het Subfonds vermeld welke waarderingsmethodiek van toepassing is. Portefeuille Subfonds FCB I.L. De portefeuille van het Subfonds bestaat per 31 december 2013 uit 11 onderliggende fondsen waarbij een aantal fondsen uit meerdere posities bestaan. Dit is exclusief de posities die tot nihil zijn afgewaardeerd. De grootste positie bedraagt 15,44% van het fondsvermogen. De top 5 posities bedragen 73,10% van het vermogen van het Subfonds. Het belegd vermogen van het Subfonds per 31 december 2013 bedraagt 3,6 miljoen EUR. Dit is inclusief een kaspositie van EUR 353.680.
Pagina | 22
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 1: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen gedurende 2013
Yorkville Offshore Fund Private Investment in Public Entities (PIPE’s). Het fonds verstrekte converteerbare leningen aan veelal publieke bedrijven. Na een bepaalde periode kon het fonds converteren (met een korting) van de lening naar het aandeel. Daarna werd het aandeel direct verkocht. De resultaten van het fonds werden gegenereerd door: 1) de rente-inkomsten en 2) de korting bij het converteren. Veelal waren deze converteerbare leningen gedekt door onderpand. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de liquiditeit in de aandelen van de onderliggende bedrijven volledig opdroogde en ook doordat de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen meer konden aanwenden. In 2013 is door de manager opnieuw afgeschreven op posities door verdere waardedalingen. Voorts zijn er weinig cash flows gegenereerd uit de realisatie van onderliggende beleggingen. Zo hebben er in 2013 geen distributies van kasgelden plaatsgevonden. In het derde kwartaal van 2012 heeft de Amerikaanse toezichthouder SEC de manager van het fonds aangeklaagd voor mogelijk foutieve waardebepalingen in het verleden. Deze rechtszaak loopt nog steeds en het is momenteel nog onduidelijk wanneer de zaak inhoudelijk zal worden behandeld. Het is in ieder geval wel duidelijk dat dit nog langer dan 2 jaar kan duren. De manager is weinig transparant met het verstrekken van informatie aan beleggers.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
De manager van het fonds blijft het standpunt innemen dat hij onschuldig is en ziet de rechtszaak met vertrouwen tegemoet. B/C Wachten op pro rata distributies van kasgelden. Samen met andere investeerders zetten wij de manager van het fonds onder druk.
Pagina | 23
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 2: Naam Fonds
Strategie Fonds
Ontwikkelingen gedurende 2013
Denholm Hall Russia Arbitrage Fund Het Subfonds heeft een positie in het fonds dat in liquidatie is. Asset Backed Lending. Het fonds verstrekte private leningen aan Russische bedrijven. De termijn van deze leningen was over het algemeen zeer kort (3-12 maanden) en was bedoeld als bridge financing. Een groot gedeelte van deze bedrijven was vastgoed projectontwikkelaar. Alle leningen werden uitgegeven tegen onderpand (veelal het project zelf en vaak nog additionele persoonlijke garanties). Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen doordat de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen en de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen konden aanwenden waardoor het fonds gedwongen werd het onderpand in bezit te nemen. Veelal zijn er sterke waardedalingen opgetreden bij het onderpand. Veel van het onderpand is vastgoed in ontwikkeling. Additioneel kapitaal is vaak nodig om dit te realiseren. Dit kapitaal is niet voorhanden. Dit heeft tot gevolg dat afwaarderingen moeten worden toegepast (een belangrijke component van het waarderen van posities is de “discounted cash flow” methode). Mogelijke cash flows in de toekomst worden verdisconteerd in de huidige waarde. Doordat veel van het onderliggende vastgoed in ontwikkeling is heeft dit afwaarderingen tot gevolg.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
3: Naam Fonds Strategie Fonds
Het verkopen van onderliggende beleggingen in relatie tot eerdere projecties valt enorm tegen. B/C Wachten op pro rata distributies van kasgelden. Daarnaast werken wij samen met de grootste investeerder in het fonds om de manager van het fonds onder druk te houden. London & Capital German Real Estate Fund Het fonds investeert in commercieel vastgoed in Duitsland. Dit betreft commercieel vastgoed zoals winkelcentra, distributiecentra, supermarkten en kantoren. Deze objecten zijn deels aangekocht met het geld van investeerders en deels met vreemd vermogen van banken. Huurders van de objecten zijn veelal zeer gerenommeerde partijen. Het rendement van het fonds komt van twee bronnen: 1: Huurinkomsten minus de rente kosten; 2: Waardestijging/waardedaling van het vastgoed.
Pagina | 24
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Ontwikkelingen gedurende 2013
Er bevinden zich nog 11 objecten in de portefeuille. Zoals gezegd bestaat het fondsvermogen van het fonds uit gelden die door investeerders bijeen zijn gebracht (eigen vermogen) en vreemd vermogen verstrekt door banken. In 2012 was er sprake van acute herfinancieringsproblemen. Dit is in 2013 opgelost nadat een aantal banken de leningen heeft verlengd. Eind 2012 al is een gedeelte van de portefeuille verkocht. Dit heeft plaatsgevonden tegen een afwaardering van 4% op fondsniveau. Doordat er vreemd vermogen aanwezig is betekende dit een hogere afwaardering voor investeerders (ca. 14%). De verkoopopbrengsten van deze transactie zijn in april 2013 ontvangen. De onderliggende objecten worden gewaardeerd door een onafhankelijk taxatiebedrijf te weten Colliers International. In april 2013 zijn de objecten op bruto basis met 23% afgewaardeerd maar doordat er ook sprake is van vreemd vermogen werd het eigen vermogen van het fonds veel harder geraakt (ongeveer 70%). De waardering van het onroerend goed is uitgevoerd aan de hand van bepaalde aannames en criteria die zeer conservatief zijn. Deze afschrijving kwam zowel voor de manager van het fonds als voor Finles als een grote negatieve verrassing. Vooral omdat een andere taxateur, Cushman Wakefield, een andere opinie had en op een substantieel hogere actuele waardering kwam. Desalniettemin heeft de Raad van Commissarissen van het L&C German Real Estate Fund besloten de lagere waardering van Colliers International aan te houden uit voorzichtigheidsoverwegingen.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
Er wordt voorzien dat een aantal onderliggende posities zal worden verkocht in de eerste 6 maanden van 2014. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden. Daarnaast zetten wij constante druk op de manager van het fonds.
Pagina | 25
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen gedurende 2013
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
5: Naam Fonds Strategie Fonds
RP Explorer Fund De onderliggende portefeuille van het fonds bestaat momenteel nog uit private instrumenten zoals private leningen en private equity. De manager van het fonds heeft wederom een kasgeld distributie gedaan en onderliggende posities verder afgewikkeld. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden aan investeerders.
AJW Offshore Fund Het fonds is sinds 2011 in liquidatie. PWC is aangesteld als de curator van het fonds. Het fonds maakte converteerbare leningen aan veelal publieke bedrijven. Na een bepaalde periode kon het fonds de lening (met een korting) converteren in aandelen. Daarna werd het aandeel direct verkocht. De resultaten van het fonds werden gegenereerd door: 1) de rente inkomsten en 2) de korting bij het converteren. Veelal waren deze converteerbare leningen gedekt door onderpand. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de liquiditeit in de aandelen van de onderliggende bedrijven volledig opdroogde en ook doordat de bedrijven geen alternatieve financieringsbronnen konden aanwenden. Begin 2009 heeft het fonds een reorganisatie doorgevoerd, waarbij de toenmalige manager gekozen heeft voor de B klasse. Deze hield in dat er tot 12,5% per kwartaal zou worden uitbetaald en dat de onderliggende portefeuille goed zou worden verzorgd. De realiteit was echter dat in de periode van 2009 tot 2011 slechts twee deeluitkeringen hebben plaatsgevonden van elk rond de 2% van de laatst bekende intrinsieke waarde. De activiteiten van de manager worden reeds geruime tijd onderzocht door de FBI, Department of Justice en de SEC. In het derde kwartaal van 2013 heeft de fondsbeheerder zonder schuld te bekennen een schikking getroffen met de SEC voor een boete van USD 14,5 miljoen. Bovendien heeft de manager ingestemd met een onthouding van uitoefening van vermogensbeheer voor een periode van vier jaar. Het onderzoek van de DOJ gaat overigens nog gewoon door.
Pagina | 26
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Ontwikkelingen 2013
De portefeuille bestaat nagenoeg volledig uit zogenaamde penny stocks, dat wil zeggen aandelen die rond USD 0,01 of lager per aandeel noteren en waarin nauwelijks handel plaatsvindt. Een realisatie via de beurs is dus niet mogelijk. Het Liquidation Committee zoekt samen met de curator naar alternatieve oplossingen, maar het is zeer waarschijnlijk dat dit proces lange tijd gaat duren en naar verwachting zal er slechts een zeer minimale opbrengst uit deze belegging komen. Op de secundaire markt, het handelsplatform voor illiquide geraakte alternatieve beleggingen, worden biedingen gedaan tussen de 1% en 2% van de laatst bekende intrinsieke waarde. De curator heeft juridische stappen ondernomen tegen de voormalige manager alsmede verschillende service providers van het fonds. Momenteel wordt door de curator overwogen om deze stappen te staken in ruil voor informatie van de voormalig manager met dien verstande dat in een later stadium alsnog juridische stappen kunnen worden ondernomen.
Waarderingsmethodiek
Strategie Finles
De positie wordt gewaardeerd tegen de biedingsprijs op de secundaire markt. Wij verwachten vooralsnog niet dat deze positie meer gaat opleveren, aangezien er geen handel in de penny stocks van deze bedrijven is. D. Positie wordt gewaardeerd op basis van een bieding op de secundaire markt (1% van de oorspronkelijke waarde). Finles heeft zitting in het liquidation committee om zo de liquidatie beter te kunnen overzien en ook invloed te kunnen uitoefenen op de liquidatie van het fonds.
Pagina | 27
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 6: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen 2013
Medley Opportunity Fund De manager hanteerde een Asset Backed Lending strategie. Het fonds bood private leningen aan veelal Amerikaanse bedrijven aan. Dit kapitaal werd met name gebruikt als werkkapitaal. Alle leningen werden verstrekt tegen onderpand waarbij het project of bedrijf dikwijls als onderpand diende. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in de problemen gekomen toen investeerders massaal hun verkooporders indienden, de lenende partijen geen herfinanciering bij banken en andere kredietinstellingen konden verkrijgen, of dat bedrijven onvoldoende winstgevend waren om de leningen af te lossen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen en deze zelf in de markt te verkopen. Gedurende het jaar is de manager in staat geweest een aantal onderliggende posities te verkopen en de opbrengsten daarvan te distribueren aan de investeerders. Het fonds kreeg in 2013 te maken met een aantal afwaarderingen op onderliggende posities. Dit is mede het gevolg van een daling van de voorziene inkomsten bij een aantal onderliggende posities van het fonds.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
De resterende portefeuille bestaat uit 22 beleggingen. De manager is momenteel in gesprek met een aantal potentiële kopers van een aantal onderliggende posities. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden. Daarnaast werken wij samen met de grootste investeerders in het fonds om de manager van het fonds onder druk te houden.
Pagina | 28
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 7: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen 2013
CPIM Structured Credit Fund 20 Het fonds is met name actief op de secundaire markt voor Asset Backed Securities. Voorbeelden hiervan zijn Residential Mortgage Backed Securities en Commercial Mortgage Backed Securities. Voornamelijk werd geïnvesteerd in securities die lager in de kapitaalstructuur staan. Dit zijn de zogenaamde equity and mezzanine tranches. Ook werd er geïnvesteerd in andere soorten private instrumenten zoals leningen en aandelen. In 2013 heeft de manager de onderliggende portefeuille verder afgebouwd en is er opnieuw een distributie ontvangen. Op een vergadering van participanten van het fonds in 2010, is reeds afgesproken dat het fonds de resterende posities per 31 maart 2013 geliquideerd zou hebben. De manager is hier echter niet in geslaagd. Omdat het fonds nog zeven resterende posities (waarvan er waarschijnlijk twee op korte termijn verkocht worden) bezit die een materiële waarde vertegenwoordigen is gezocht naar een curator die de rest van de fondsafwikkeling zal verzorgen. De manager heeft inmiddels een curator geselecteerd en zal naar alle waarschijnlijkheid zelf als adviseur betrokken blijven.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
Het fonds heeft begin augustus 2013 een distributie gedaan. In het derde kwartaal van 2013 is één kleine onderliggende belegging verkocht. Op het moment van schrijven van het dit verslag, februari 2014, heeft het fonds een pro rata distributie gedaan aan investeerders van ongeveer 4% van de positiegrootte per 31 december 2013. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden.
Pagina | 29
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 8: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen 2013
Madison Realty Fund Het fonds verstrekte private leningen aan Amerikaanse vastgoed projectontwikkelaars. De termijn van deze leningen was over het algemeen kort (7 tot 10 maanden) en was bedoeld als overbruggingskrediet. Alle leningen werden aangegaan tegen onderpand (veelal het project zelf en vaak nog additionele persoonlijke garanties). Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden en de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen bij banken en andere kredietinstellingen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen. In 2013 is de manager in staat geweest een aantal posities te verkopen en de opbrengsten daarvan te distribueren aan investeerders. De resterende portefeuille bestaat uit 30 onderliggende beleggingen. Daarnaast heeft de manager momenteel een aantal concrete biedingen op onderliggende posities.
Waarderingsmethodiek Strategie Finles 9: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen 2013
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
De manager denkt dat bij volledige liquidatie van de onderliggende posities de huidige waarde min of meer kan worden behouden. Naar alle waarschijnlijkheid volgt een nieuwe distributie in het eerste kwartaal van 2014. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden. Marathon Special Opportunity Fund via 1 SPV De SPV bestaat uit structured finance posities en andere soorten private instrumenten zoals private leningen en Private Equity. De manager heeft over de jaren een groot aantal beleggingen met winst verkocht. De performance fee waarop de fondsbeheerder recht heeft is uitgesteld en wordt slechts uitbetaald indien een positief resultaat op alle beleggingen wordt behaald. De manager van het fonds heeft verdere cash flows gedistribueerd. Naar verwachting zal de manager nog minimaal twee jaar nodig hebben voor de afwikkeling van het fonds. B Wachten op pro rata distributies van kasgelden.
Pagina | 30
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 10: Naam Fonds Strategie Fonds
Quantek Opportunity Fund Het fonds is in vrijwillige liquidatie. Asset Backed Lending. Het fonds verstrekte private leningen aan bedrijven in Latijns-Amerika. Ook exploiteerde het fonds een vloot vliegtuigen die werden geleased door vliegtuigmaatschappijen. Tijdens de kredietcrisis is het fonds in problemen gekomen toen de investeerders in het fonds hun verkooporders massaal indienden, de lenende partijen geen herfinanciering konden verkrijgen bij banken en andere kredietinstellingen of omdat er te weinig resultaat werd behaald door de bedrijven om de leningen af te kunnen lossen. Hierdoor werd het fonds gedwongen onderpand over te nemen en dit onderpand te liquideren.
Ontwikkelingen 2013
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
11: Naam Fonds Strategie Fonds
Ontwikkelingen 2013
Waarderingsmethodiek Strategie Finles
In 2011 hebben investeerders besloten om de manager van het fonds te ontslaan omdat de liquidatie te langzaam verliep. Momenteel wordt de liquidatie uitgevoerd door de twee grootste investeerders van het fonds die vervolgens rapporteren aan de overige investeerders. Er is in 2013 verdere progressie gemaakt met het liquideren van onderliggende posities. Officiële waarderingen vinden per kwartaal plaats. B Wachten op verdere pro rata distributies van kasgelden. Asian Debt Fund SPV Dit betreft een distressed debt fonds in Zuidoost Azië. Het fonds investeerde in beginsel in schuldpapier (vaak bankleningen; deze staan hoog in de kapitaalstructuur van een onderneming) van bedrijven die in financiële problemen verkeren. Dit betreft bedrijven die bijvoorbeeld in faillissement verkeren. De Beheerder maakt een inschatting of het bedrijf levensvatbaar is en een doorstart kan maken. Tevens investeerde de Beheerder in zogenaamde private loans (tegen onderpand) veelal aan bedrijven die de leningen gebruikten als werkkapitaal of als bridge financing. In 2013 hebben verdere distributies plaatsgevonden. De manager is met diverse partijen in gesprek om de grootste positie binnen het fonds te verkopen (inmiddels >95% van het fondsvermogen). Dit betreft een resort in Indonesië. Onderhandelingen hierover verlopen echter moeizaam. B Wachten op verdere pro rata distributies van kasgelden.
Pagina | 31
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Beleggingsbeleid 2014 De verwachtingen voor 2014 blijven onzeker. Zoals gezegd zien we bij een aantal beleggingen progressie in het realiseren van liquiditeiten. Wij verwachten dat, indien de economische groei verder aantrekt, dit breder zal doorzetten in de portefeuille van het Subfonds. De directie van de Beheerder is voornemens om ook in 2014 distributies te doen indien de minimale kaspositie 10% bedraagt exclusief een kasreserve van 2%. Dit laatste percentage is noodzakelijk ter dekking van de kosten van het Subfonds. Wij verwachten in het tweede kwartaal van 2014 opnieuw een cash distributie te doen aan participanten. Wij zijn daarbij uiteraard afhankelijk van de distributies van de onderliggende investeringen. De directie van FCM kan geen uitspraken doen over de hoogte van de daadwerkelijke toekomstige uitkeringen van de onderliggende posities van het Subfonds tot het moment dat deze uitkeringen daadwerkelijk zijn ontvangen door het Subfonds. De directie van FCM kan evenmin garanties geven met betrekking tot de daadwerkelijke inbaarheid van deze uitkeringen.
Strategie wegingen Subfonds FCB I.L. per 31/12/13
Strategie wegingen Subfonds FCB I.L. per 31/12/12
Ook in 2014 blijven wij, indien nodig, onderliggende managers onder druk zetten om onderliggende posities te verkopen en volledige openheid van zaken te verschaffen aan de investeerders. In 2014 blijven wij eveneens de ontwikkelingen op de secundaire markt volgen om onderliggende posities eventueel op de secundaire markt te verkopen. Het directe valutarisico wordt wederom in 2014 niet afgedekt. Dit aangezien afdekking mogelijke betalingsverplichtingen met zich meebrengt.
Pagina | 32
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
4 Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen 4.3 Risicobeheer Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Dagelijks worden de belangrijkste risico’s gemonitord door de beheerder. Hierbij wordt vooral gekeken of de beleggingen zich nog binnen de vastgestelde kaders en beleggingsrestricties begeven. Bij het realiseren van de beleggingsdoelstelling kan de beheerder gebruik maken van derivaten, zoals forwards. Voor een verdere beschrijving van de risico’s wordt verwezen naar de algemene toelichting op de jaarrekening.
Utrecht, 24 april 2014 Finles N.V. Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen
Pagina | 33
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen GECOMBINEERDE BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2013
2012
18.453 3 18.456
25.740 23 25.763
133 133
108 131 239
1.913 1.913
964 964
20.502
26.966
19.751 6 19.757
26.603 11 26.614
4 4
-
657 6 78 741
247 105 352
20.502
26.966
ACTIVA Beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Overige vorderingen
Liquide middelen
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen Reserve waarderingsverchillen
Beleggingspassiva Valutatermijntransacties Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Af te dragen aan participanten Overige schulden
Totaal passiva
Pagina | 34
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
5 Jaarrekening Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen GECOMBINEERDE WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000) Opbrengsten uit beleggingen Dividenden
Waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties Koers- en omrekenverschillen
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen
Overige opbrengsten Rente op liquide middelen Overige opbrengsten
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten toezicht en research Kosten administratie Accountantskosten Kosten bewaargeving Bankkosten Kosten DNB/AFM Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen Vrijval reserve waarderingsverschillen
2013
2012
34 34
27 27
(2.796) 61 7 (2.728)
(417) 21 (524) (920)
7 7
(1.447) (1.447)
-
2 47 49
(2.687)
(2.291)
(261) (126) (86) (24) (16) (5) (5) (523)
(431) (137) (85) (35) (9) (5) (5) (707)
(3.210)
(2.998)
(3.205) (5) (3.210)
(3.001) 3 (2.998)
Pagina | 35
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening ALGEMEEN De jaarrekening van Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen is opgesteld volgens de voorschriften die zijn vastgelegd in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Wft en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen. Ten tijde van het opmaken van deze jaarrekening was de datum het meest recente prospectus februari 2011. Op 12 november 2010 werd de Side Pocket van het Finles Collectief Beheer Fonds geïnstalleerd. Alle illiquide posities van het Finles Collectief Beheer Fonds zijn met ingang van genoemde datum in de Side Pocket ondergebracht. Vanaf deze datum wordt de Side Pocket separaat geadministreerd en wordt dagelijks een separate koers van de Side Pocket gepubliceerd. De illiquide beleggingen in de Side Pocket zijn op 1 februari 2011 ingebracht in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie). Vanaf 12 november 2010 was er geen mogelijkheid meer om in te treden in en uit te treden uit dit subfonds. De beheerder heeft alle participanten eenmalig de gelegenheid geboden om eind januari 2011 uit het subfonds uit te treden. Hiervan is slechts in zeer beperkte mate gebruik gemaakt. Naar aanleiding van de installatie van de Side Pocket zijn op 1 februari 2011 het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen met de subfondsen Subfonds Finles Collectief Beheer en Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. (in liquidatie) opgericht. Laatstgenoemd fonds wordt naar verwachting begin 2015 geliquideerd. De prospectussen van de (sub)fondsen zijn beschikbaar op de website van Finles. Fiscale positie De subfondsen zijn besloten fondsen voor gemene rekening, met als gevolg fiscale transparantie voor de inkomstenbelasting. De subfondsen zijn geen vennootschapsbelasting verschuldigd. Op grond van de wet IB 2001 wordt het vermogen van de participant belast met een vermogensrendementsheffing. Over het saldo van bezittingen en schulden wordt een forfaitair rendement van 4% berekend, te belasten tegen een tarief van 30% (rekening houdend met vrijstellingen). De heffing is onafhankelijk van het daadwerkelijk gerealiseerde rendement en de gemaakte (rente) kosten. Stemrechten Het beleid van de Beheerder ten aanzien van eventuele stemrechten in andere beleggingsinstellingen of ondernemingen zal per individueel geval worden bekeken. Er is geen gebruik gemaakt van stemrechten in 2013. Beleid en beschrijving activiteiten Voor het beleid en de beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het verslag van de Beheerder. Inkoop deelnemingsrechten Het Subfonds Finles Collectief Beheer heeft een open-end structuur. De Beheerder kan volgens artikel 5 lid 2 van het reglement van beheer en bewaring van het Fonds, onder zekere omstandigheden besluiten de inkoop van deelnemingsrechten op te schorten. In die gevallen vindt de terugneming van participaties pas plaats als de liquiditeiten de betaling toelaten, maar uiterlijk 7 werkdagen nadat bovengenoemde gelden vrijgemaakt konden worden. Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. is gesloten. In het fonds kan sedert 12 november 2010 niet worden ingetreden noch worden uitgetreden.
Pagina | 36
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE JAARREKENING Grondslagen Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigings prijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Het kasstroomoverzicht is volgens de indirecte methode opgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening van het Fonds. Deze grondslagen zijn consistent toegepast in het huidige en het voorgaande boekjaar. Presentatievaluta De functionele en rapportage valuta zijn beide in euro’s. Verwerking (activa, passiva, resultaat en kosten) Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat toekomstige economische voordelen van het actief naar het Fonds zullen stromen en dat het bedrag van het actief op betrouwbare wijze kan worden gemeten. Een passief (verplichting) wordt in de balans verwerkt wanneer het aannemelijk is dat er een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich brengen, zal voortvloeien uit de regeling of afwikkeling van een aanwezige verplichting en dat het bedrag dat met de regeling of afwikkeling is gemoeid, op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Resultaat wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een toename in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een toename van activa of afname van passiva (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Kosten worden opgenomen in de winst- en verliesrekening wanneer zich een afname in toekomstig economisch voordeel dat verband houdt met een afname van een actief of toename van een passief (verplichting), heeft voorgedaan, die op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Vreemde valuta Monetaire activa en monetaire passiva luidend in valuta anders dan de euro worden omgerekend in euro's tegen de koersen die gelden per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen die gelden op de datum van de transactie. Verschillen in wisselkoersen van vreemde valuta die zich voordoen bij omrekening en gerealiseerde winsten en verliezen bij vervreemding of afwikkeling van financiële activa en passiva worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Schattingen Bij het toepassen van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de beheerder zich verschillende oordelen en maakt hij schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het vereiste inzicht noodzakelijk, zijn de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in de toelichting van de jaarrekening.
WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS Beleggingen De effecten worden gewaardeerd tegen de marktwaarde per balansdatum. De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. Niet beursgenoteerde beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de per balansdatum meest recente intrinsieke waarde of de meest recente schatting (best estimate) van de beheerder/administrateur van het beleggingsfonds. Dit laatste geldt voornamelijk voor de illiquide fondsen en fondsen die voor langere tijd "op slot" zijn gegaan. De daarbij optredende verschillen, evenals verschillen ontstaan bij verkoop van effecten, worden via het resultaat over het boekjaar verwerkt in het fondsvermogen. De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen.
Pagina | 37
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening WAARDERINGSGRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE BALANS
(VERVOLG) De waarderingen van de onderliggende beleggingen heeft plaatsgevonden op basis van de meest recente beschikbare informatie ten tijde van het opmaken van de jaarrekening. Voor liquide fondsen wordt daarbij uitgegaan van informatie van de administrateur van het fonds, de manager van het fonds, en Bloomberg (onafhankelijke koersleveranciers) indien van toepassing. Voor illiquide fondsen is vaak slechts informatie van de beheerder beschikbaar. Een onderliggende belegging wordt als illiquide aangemerkt indien uittreding niet overeenkomstig de voorwaarden van het prospectus mogelijk is. Derivaten Derivaten worden in de jaarrekening opgenomen tegen de reële waarde (marktwaarde). Indien geen marktwaarde beschikbaar is, wordt de waarde bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen, vergelijkbare derivaten met dezelfde kenmerken waarvoor wel een marktnotering bestaat of wordt de marktwaarde ontleend aan informatie verkregen van gezaghebbende brokers/instituten. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering Liquide middelen Onder de liquide middelen zijn opgenomen kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. Zij worden onderscheiden van tegoeden in verband met beleggingstransacties. Liquide middelen uit hoofde van beleggingstransacties worden gepresenteerd onder de vorderingen. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Reserve waarderingsverschillen De reserve waarderingsverschillen betreft de ongerealiseerde koers- en valutaverschillen van de beleggingen op de balansdatum. In overeenstemming met de richtlijnen voor de jaarverslaggeving worden gerealiseerde en ongerealiseerde waarderingsverschillen van liquide beleggingen via de winst- en verliesrekening direct ten gunste of ten laste van het fondsvermogen gebracht. De ongerealiseerde waarderingsverschillen van illiquide beleggingen worden aan de reserve toegevoegd. Op grond van wettelijke bepalingen moet een herwaarderingsreserve worden gevormd voor ongerealiseerde positieve waardevermeerderingen van incourante beleggingen. Deze herwaarderingsreserve, die per actief wordt gevormd, wordt ten laste van het onverdeeld resultaat gebracht. Dit houdt in dat het bedrag van de herwaarderingsreserve niet voor uitdeling in aanmerking kan komen.
Kortlopende schulden Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING Opbrengsten Dividenden worden opgenomen op de datum van vaststelling. Niet-verrekenbare buitenlandse bronheffing op dividenden wordt hierop in mindering gebracht. Rentebaten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Kosten effectentransacties De kosten van effectentransacties zijn in de aan- en verkoopwaarde van de beleggingen meegenomen. Deze kosten komen ten laste van het resultaat.
Pagina | 38
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening GRONDSLAGEN VOOR RESULTAATBEPALING (VERVOLG) Kosten De kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De kosten van beheer en bewaring worden overeenkomstig het Reglement van Beheer van het Fonds via het resultaat ten laste van het vermogen gebracht.
RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN Het beleggingsbeleid is er op gericht de deelnemers de zekerheid van een ruime spreiding over de verschillende financiële instrumenten en een zekere mate van beheersing van de risico's te bieden. Risico’s zijn echter niet uit te sluiten. Het gekozen beleggingsbeleid kan negatieve gevolgen hebben voor het rendement. Beleggen is niet zonder risico. De AFM verplicht in dit kader beleggingsfondsen om een document Essentiële Beleggersinformatie op te stellen en beschikbaar te hebben op de website van de Beheerder. Dit document geeft in het kort de doelstellingen, het risicoprofiel, de kosten en de rendementen van het fonds weer. De volgende tekst wordt ook verplicht opgenomen in het document: “In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor toekomstige resultaten”. Het rendement, maar ook het risico, is voor rekening van de individuele participant in het Fonds. Noch de Beheerder noch de Raad van Commissarissen van Finles N.V., noch de Bewaarder zijn aansprakelijk voor opgelopen verliezen van één of meer participanten. Alle hierna vermelde risico’s zijn door de Beheerder geordend op basis van belangrijkheid welke wordt bepaald op basis van de omvang en relevantie van het risico. De volgende algemene risico’s zijn van toepassing op het Subfonds Finles Collectief Beheer: Rendementsrisico: het risico bestaat dat het rendement kan variëren als gevolg van de keuze tussen de verschillende onderliggende beleggingsfondsen en andere beleggingsmogelijkheden van het fonds; Erosierisico: het Fonds is onderhevig aan risico's van waardeveranderingen van het kapitaal, met inbegrip van het potentiële risico van erosie als gevolg van intrekkingen van rechten van deelneming die hoger zijn dan het beleggingsrendement; Inflatierisico: er is een algemeen risico van inflatie waardoor de waarde van de participaties en ook de beleggingsopbrengsten kunnen worden aangetast; Frauderisico: het investeringsselectieproces en de investeringsselctieprocedures zijn gericht op het voorkomen van investeringen in malafide beleggingsfondsen. Fraude bij onderliggende beleggingen is echter niet volledig uit te sluiten; Financiële en fiscale wetgeving Als gevolg van wijzigingen van financiële en fiscale wet- en regelgeving kunnen de omstandigheden ten tijde van het instappen in het Subfonds Finles Collectief Beheer ten nadele van de participanten wijzigen. De volgende productspecifieke risico’s zijn van toepassing op het Subfonds Finles Collectief Beheer: Marktrisico: het beleggingsbeleid is erop gericht de participanten de zekerheid van spreiding en een zekere beheersing van de risico's te bieden. De investeringen binnen het Subfonds Finles Collectief Beheer zijn onderworpen aan marktbewegingen en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggen in het algemeen; dientengevolge kan geen zekerheid worden gegeven dat de beleggingsdoelen zullen worden behaald. Politieke risico’s en de mogelijke invloed van internationale crises en rampen laten zich niet voorspellen en kunnen tijdelijk of langdurig negatief van invloed zijn op de koers en het rendement;
Pagina | 39
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Managerrisico: het door de participanten bijeengebrachte fondsvermogen zal voor het merendeel worden geïnvesteerd in andere beleggingsfondsen, waarvan de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de beleggingen in handen is van andere Beheerders. De Beheerder van het Subfonds Finles Collectief Beheer wordt periodiek geïnformeerd door de Beheerders van deze fondsen over hun gevoerde beleggingsbeleid en de behaalde resultaten. Noch de Beheerder, noch de door de Beheerder ingeschakelde derden zijn in staat om de ontwikkelingen binnen deze geselecteerde fondsen op dagbasis te volgen; Verhandelbaarheidsrisico: de mate van verhandelbaarheid van rechten van deelneming of effecten waarin belegd wordt is van invloed op de hoogte van de feitelijke aan- en verkoopkoersen. Dit kan betekenen dat rechten van deelneming of effecten niet of slechts tegen een substantieel lagere prijs dan de toegekende waardering verkocht kunnen worden; Liquiditeitsrisico: de Beheerder zal in het beleggingsbeleid rekening houden met het feit dat participanten hun participaties willen verkopen. Dit kan worden bereikt door een bepaald percentage van de portefeuille “voldoende” liquide te houden. De belegger dient er echter rekening mee te houden dat onder bepaalde omstandigheden geen zekerheid kan worden gegeven dat bij verkoop van participaties aan het fonds er voldoende liquiditeiten in het fonds aanwezig zijn om de participaties in te kopen; Valutarisico: omdat kan worden belegd in andere valuta’s dan de euro kan een valutarisico ontstaan. De Beheerder van het fonds heeft de mogelijkheid om valutarisico’s af te dekken indien zij dit in het belang van het fonds acht. In de jaarrekening van het fonds wordt hierover verantwoording afgelegd. In 2013 werd het US dollarrisico in de portefeuille van het Subfonds Finles Collectief Beheer volledig afgedekt; Leveragerisico: de Beheerder is bevoegd om voor rekening en risico van het fonds leningen aan te gaan met een maximum van 10% van het fondsvermogen. De leningen worden gebruikt voor de opvang van tijdelijke liquiditeitstekorten als gevolg van uittredende participanten. Leningen worden niet aangewend voor de aankoop van onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer. Daarnaast kan het Subfonds Finles Collectief Beheer investeren in fondsen die meer dan 100% van hun fondsvermogen kunnen beleggen, dat wil zeggen dat zij bij hun investeringen gebruik kunnen maken van geleend geld (“leverage”). De mate van leverage verschilt per fonds waarin het Subfonds Finles Collectief Beheer investeert. De leverage bandbreedte bij de huidige onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer varieert tussen 0 en 1 maal het fondsvermogen van het betreffende fonds. Voor de participanten in het subfonds Finles Collectief Beheer kan dit een extra risico betekenen; het kan daarentegen ook beschermend werken omdat een onderliggend fonds leverage toepast om het marktrisico te verkleinen of geheel uit te sluiten; Concentratierisico: de onderliggende beleggingen van het Subfonds Finles Collectief Beheer kunnen zodanig gepositioneerd zijn dat zij geconcentreerd zijn in bepaalde delen van de financiële markten. Echter, de Beheerder streeft een spreiding van de beleggingsportefeuille na, waardoor het risico verband houdend met een sterke concentratie van beleggingen in bepaalde markten of sectoren wordt beperkt; Tegenpartijrisico: de mogelijkheid bestaat dat een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen zoals levering van gelden, rechten van deelnemingen of andere financiële instrumenten niet kan nakomen als gevolg van bijvoorbeeld surseance van betaling, faillissement, fraude of liquidatie. Hierdoor kan het Subfonds Finles Collectief Beheer verliezen op posities oplopen; Betalingsrisico: het kan voorkomen dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht omdat de betaling of levering van beleggingscategorieën door de tegenpartij niet, niet op tijd, of niet zoals werd verwacht plaatsvindt;
Pagina | 40
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Bewaardersrisico: er bestaat een risico dat de activa die bij de Bewaarder van het Subfonds Finles Collectief Beheer en de Bewaarders van de onderliggende fondsen in bewaring zijn gegeven verloren gaan als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen door deze Bewaarder(s). Om dit risico te beperken toetst de Beheerder de Bewaarders van de onderliggende fondsen tijdens het due diligence proces; Toezichtsrisico: het Subfonds Finles Collectief Beheer kan beleggen in fondsen die niet onder toezicht staan of onder toezicht staan dat niet te vergelijken is met het toezicht op beleggingsfondsen in Nederland. Dit kan leiden tot een verhoging van het risico. Risicofactoren voor het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. Alle hierna vermelde specifieke risico’s die van toepassing zijn op het Subfonds zijn door de Beheerder geordend op basis van belangrijkheid daarvan welke wordt bepaald op basis van de omvang en relevantie van het risico daarvan. Onderstaand overzicht toont de risico’s die bij het aankopen van de onderliggende fondsen bestonden en in principe nog steeds bestaan. Voor zover risico’s, gezien de situatie van het Subfonds zich niet meer kunnen voordoen zijn deze hieronder niet meer genoemd. Indien onderstaande risico’s daadwerkelijk optreden kan dit negatieve gevolgen hebben voor de waarde van het Subfonds. Verkoop van participaties De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn gesloten voor uittreding en veelal in liquidatie waardoor het voor het Subfonds onmogelijk is om participanten van het Subfonds uit te betalen. Het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. is vanaf de start per 1 februari 2011 in liquidatie (vandaar de toevoeging “I.L.”) en accepteert geen toetreders. Alle beleggingen in de Subfonds Finles Collectief Beheer Fonds I.L. worden zo spoedig mogelijk verkocht waarna dit Subfonds wordt geliquideerd (verwachte liquidatiedatum 1 februari 2015). Toekomstige marktomstandigheden zijn van invloed op de haalbaarheid van de genoemde datum. Ook is het onzeker tegen welke prijzen het onderpand van de onderliggende fondsen van het Subfonds zal worden verkochten en welke opbrengsten dit zal hebben. Marktrisico: De investeringen binnen het Subfonds zijn onderworpen aan marktbewegingen en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggen in het algemeen; dientengevolge kan geen zekerheid worden gegeven dat de beleggingsdoelen worden behaald. De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn gesloten voor uittreding en veelal in liquidatie waardoor het voor het Subfonds onmogelijk is om participanten van het Subfonds uit te betalen. De onderliggende fondsen van het Subfonds zijn momenteel niet of nauwelijks in staat om hun posities te verhandelen, of kunnen deze posities alleen verhandelen tegen substantiële kortingen. De verbetering van liquiditeit in deze markten hangt nauw samen met de marktbewegingen op de financiële markten en het macro economisch klimaat. Politieke risico’s en de mogelijke invloed van internationale crises en rampen laten zich niet voorspellen en kunnen tijdelijk of langdurig negatief van invloed zijn op de koers en het rendement. Bij plotselinge heftige koersbewegingen is het voor de Beheerder niet mogelijk de participanten vooraf te informeren. Nieuwsbrieven en andere vormen van periodieke informatieverstrekking arriveren normaal gesproken te laat en hebben geen voorspellend karakter voor heftige beursbewegingen. De verantwoordelijkheid voor het verkrijgen van actuele informatie en eventueel advies ligt bij de individuele participant. Concentratierisico: Het is de verwachting dat het Subfonds een geconcentreerde portefeuille van beleggingen zal worden indien onderliggende beleggingen gelden van verkopen gaan distribueren aan beleggers zoals het Subfonds. Beleggingen die nog geen gelden hebben gedistribueerd maken dan een groter deel uit van het Subfonds.
Pagina | 41
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) De posities van de onderliggende beleggingen van het Subfonds zijn veelal geconcentreerd in de vastgoedmarkt. Dit vastgoed diende in eerste instantie veelal als onderpand van de leningen en converteerbare obligaties. Door de gevolgen van de kredietcrises werden de onderliggende fondsen gedwongen om het eigendom van het onderpand daadwerkelijk over te nemen. Verhandelbaarheidsrisico: De mate van verhandelbaarheid van de onderliggende posities waarin belegd wordt is van invloed op de hoogte van de feitelijke aan- en verkoopkoersen. Dit kan betekenen dat rechten van deelneming of effecten niet of slechts tegen een substantieel lagere prijs dan toegekende waardering verkocht kunnen worden. Zoals ook beschreven bij markrisico zijn de onderliggende fondsen van het Subfonds momenteel niet of nauwelijks in staat om hun posities te verhandelen, of kunnen deze posities alleen verhandelen tegen substantiële kortingen. Valutarisico: Het grootste gedeelte van het Subfonds fondsvermogen is geïnvesteerd in fondsen die in US dollars genoteerd zijn. De Beheerder van het Subfonds dekt valutarisico’s niet af. Managerrisico: Het door de participanten bijeengebrachte fondsvermogen zal voor het merendeel worden geïnvesteerd in andere beleggingsfondsen, waarvan de beslissingsbevoegdheid ten aanzien van de beleggingen in handen is van andere Beheerders. De Beheerder van het Subfonds wordt periodiek geïnformeerd door de Beheerders van deze fondsen over hun gevoerde beleggingsbeleid en de behaalde resultaten. Noch de Beheerder, noch de door Beheerder ingeschakelde derden zijn in staat om de ontwikkelingen binnen deze geselecteerde fondsen op dagbasis te volgen. Het Subfonds belegt alleen in beleggingsfondsen waarvan de beheerder (de Manager) van het fonds en het fonds separate juridische en financiële entiteiten zijn of in fondsen waar een separate bewaarder is aangesteld. De netto vermogenswaarde van de participaties van het Subfonds wordt berekend op basis van de netto vermogenswaarde van de onderliggende beleggingen. Het risico bestaat dat administratieve procedures voor de berekening van de netto vermogenswaarde van een dergelijk fonds niet juist worden uitgevoerd. De Beheerder belegt alleen in beleggingsfondsen waarbij de netto vermogenswaarde door een onafhankelijke partij wordt berekend dan wel door marktwerking wordt bepaald op een beurs. Leverage: Het Subfonds investeert in fondsen die meer dan 100% van hun fondsvermogen kunnen beleggen, dat wil zeggen dat zij bij hun investeringen gebruik kunnen maken van geleend geld (“leverage”). De mate van leverage verschilt per fonds waarin het Subfonds investeert. De leverage bandbreedte bij de huidige onderliggende beleggingen van het Subfonds varieert tussen 0 en 4 maal het fondsvermogen van het betreffende fonds. Voor de participanten in het Subfonds kan dit een extra risico betekenen. Tegenpartijrisico: De mogelijkheid bestaat dat een uitgevende instelling of tegenpartij zijn contractuele verplichtingen zoals levering van gelden, rechten van deelnemingen of andere financiële instrumenten niet kan nakomen als gevolg van bijvoorbeeld surseance van betaling, faillissement, fraude of liquidatie. Hierdoor kan het Subfonds verliezen op posities oplopen. Betalingsrisico: Het kan voorkomen dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht omdat de betaling of levering van beleggingscategorieën door de tegenpartij niet, niet op tijd of niet zoals werd verwacht plaatsvindt.
Pagina | 42
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
6 Toelichting op de jaarrekening RISICO’S BIJ HET BELEGGEN IN PARAPLUFONDS FINLES BELEGGINGSFONDSEN
(VERVOLG) Bewaardersrisico: Er bestaat een risico dat de activa die bij de Bewaarder van het Subfonds en de Bewaarders van de onderliggende fondsen in bewaring zijn gegeven, verloren gaan als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen door deze Bewaarder(s). Om dit risico te beperken toetst de Beheerder de Bewaarders van de onderliggende fondsen tijdens het due diligence proces zoals hiervoor reeds aangegeven. Toezichtsrisico: Het Subfonds kan beleggen in fondsen die niet onder toezicht staan of onder toezicht staan dat niet te vergelijken is met het toezicht op beleggingsfondsen in Nederland. Dit kan leiden tot een verhoging van het risico. Het merendeel van de onderliggende fondsen van het subfonds staan onder toezicht van een toezichthouder. Paraplustructuur: Een paraplufonds heeft een ongedeeld vermogen. Dit betekent dat een eventueel negatief vermogenssaldo van een Subfonds gevolgen kan hebben voor de andere Subfondsen. Met name geldt dit bij het doen van uitkeringen, alsmede in geval van opheffingen of vereffening van een Subfonds, waarbij een eventueel negatief vermogenssaldo wordt overgedragen aan de andere Subfondsen. Gezien de aard van de beleggingen van dit Subfonds waarbij alleen wordt belegd in effecten waarbij een bijstortverplichting is uitgesloten en gezien het feit dat de financiering van de beleggingen van elk Subfonds uitsluitend met eigen vermogen geschiedt, is een dergelijke gebeurtenis in de praktijk nagenoeg uitgesloten. Toelichting In de toelichting op de balans zoals opgenomen in de jaarrekening zijn de risico’s verder toegelicht middels de onderverdeling van de beleggingen naar valuta, en liquiditeit.
Pagina | 43
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
7 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2013
2012
15.188 3 15.191
19.962 23 19.985
ACTIVA Beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties 1 Vorderingen Overige vorderingen
2
133 133
131 131
Liquide middelen
1
1.559 1.559
116 116
16.883
20.232
4
16.154 16.154
19.912 19.912
1
4 4
-
657 6 62 725
247 73 320
16.883
20.232
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen
Beleggingspassiva Valutatermijntransacties
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties Af te dragen aan participanten Overige schulden
Totaal passiva
3 5
Pagina | 44
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
7 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
6
34 34
27 27
7
(696) 61 8 (627)
(222) 21 (108) (309)
-
1 47 48
(593)
(234)
(173) (57) (12) (102) (16) (5) (3) (368)
(276) (54) (7) (86) (22) (3) (3) (451)
(961)
(685)
(961) (961)
(685) (685)
Opbrengsten uit beleggingen Dividenden
Waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Valutatermijntransacties Koers- en omrekenverschillen
Overige opbrengsten Rente op liquide middelen Overige opbrengsten
8
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten administratie Kosten bewaargeving Kosten toezicht en research Accountantskosten Bankkosten Kosten DNB/AFM Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen
9 10 11 12 13
Pagina | 45
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
7 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer KASSTROOMOVERZICHT (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
(961)
(685)
(11.960) 16.123 627 (2) 405 5.193
(36.042) 37.054 309 630 206 2.157
677 (3.474) (2.797)
1.981 (3.744) (1.763)
1.435
(291)
8
(108)
1.443
(399)
116
515
1.559
116
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing voor: Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Uitgegeven participaties Teruggenomen participaties Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Koers- en omrekenverschillen Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen begin verslagperiode Stand liquide middelen einde verslagperiode
1
Pagina | 46
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS 1.1 BELEGGINGEN Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
Aandelen Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen
19.962 3.042 (7.120) (696)
21.223 6.814 (7.853) (222)
Per 31 december
15.188
19.962
Valutatermijntransacties Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen
23 8.918 (9.003) 61
(25) 29.228 (29.201) 21
(1)
23
19.985 11.960 (16.123) (635)
21.198 36.042 (37.054) (201)
15.187
19.985
Per 31 december Beleggingen totaal Per 1 januari Aankopen Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen Per 31 december
Pagina | 47
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.2 BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 Aantal
Bedrag EUR
% van totaal
146.650 75 140.848 8.358 4.299 12.000 406 593 4.130 509 60.776 30.403
309 691 4.457 666 497 329 19 747 557 715 3.161 3.040
1,84 4,13 26,62 3,98 2,97 1,96 0,11 4,46 3,33 4,27 18,88 18,15
Totaal beleggingsfondsen
15.188
90,70
Valutatermijntransacties
(1)
(0,01)
1.559
9,31
16.746
100,00
(bedragen in EUR) Beleggingsfondsen Bluecrest Allblue Fund Ltd. Candlewood Structured Credit Fund Ltd. Finles Lotus Fund - EUR participating shares Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L. Greylock Global Opportunity Fund (Offshore) Ishares Euro Stoxx Small UCITS iShares MSCI Emerging Markets Small Cap LNG Europa Credit Fund Ltd. Euro Omni Macro Fund Ltd, Ordinary Share Class Proloque Feeder Fund Ltd. Class A-1 USD Qbasis Futures Fund Class C Participating Sysconcept Fund SPC Ltd., Qbasis q Stock
Liquide middelen Total beleggingen (incl. liquide middelen)
De beleggingen zijn in open bewaargeving bij de Kas Bank N.V. Beleggingen die zich niet lenen voor open bewaargeving staan ten name van de gezamenlijke participanten in eigendom geregistreerd. De beleggingen per 31 december 2013 luiden in de volgende valuta’s (uitgedrukt in euro’s): (bedragen in EUR 1.000)
2013 Boekwaarde
%
2012 Boekwaarde
%
EUR GBP USD
12.399 309 2.480
82% 2% 16%
17.428 2.534
87% 13%
Totaal
15.188
100%
19.962
100%
De beleggingen bestaan uit 3,98% (2012: 0,00%) illiquide beleggingen. De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
Pagina | 48
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 2. Overige vorderingen Dit betreft nog te ontvangen dividendbelasting en teruggave beheerkosten Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L. 3. Af te dragen aan participanten Dit betreft de nog uit te keren bedragen aan participanten uit hoofde van verkoop van participaties. Alle koopovereenkomsten zijn gesetteld in januari 2014. 4. Verloop fondsvermogen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Bij: Plaatsing van participaties
Af: Terugname van participaties Resultaat ten laste van het vermogen
Stand per 31 december
2013
2012
19.912
22.360
677 20.589
1.981 24.341
3.474 961 4.435
3.744 685 4.429
16.154
19.912
Driejaarsoverzicht Subfonds Finles Collectief Beheer
Aantal uitstaande aandelen Totaal intrinsieke waarde (voor resultaatbestemming) in EUR Totaal intrinsieke waarde per aandeel in EUR
2013
2012
2011
213.356 16.154.200 75,71
249.667 19.911.809 79,75
272.018 22.359.659 82,20
5. Overige schulden (bedragen in EUR 1.000) Te betalen beheervergoeding Te betalen administratievergoeding Te betalen accountantskosten Overige schulden Totaal
2013
2012
17 5 16 24 62
12 9 20 32 73
Pagina | 49
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING 6. Opbrengsten uit beleggingen Hieronder worden ontvangsten van dividenden en rentes op obligaties verantwoord. 7. Waardeveranderingen van beleggingen De beleggingen worden tegen marktwaarde op de balans opgenomen. Het verschil tussen de marktwaarde aan het begin van het jaar en de marktwaarde aan het eind van het jaar dan wel de verkoopprijs c.q. aflossing vormt de post waardeveranderingen. 8. Overige opbrengsten Hieronder zijn de baten en lasten verantwoord die naar hun aard niet kunnen worden gerubriceerd onder een van de andere categorieën baten. Kosten 9. Kosten beheer De Beheerder ontvangt op de laatste dag van elke maand een vergoeding voor beheer van 0,146% per maand. Deze vergoeding is berekend over het per die datum overeenkomstig artikel 3 van het reglement van beheer en bewaring vastgestelde vermogen. Bedoelde vergoeding wordt verhoogd met de daarover eventueel wettelijk verschuldigde belastingen en wordt ten laste van het fonds gebracht. Over het bedrag van de participaties van het Subfonds in Finles Lotus Fonds wordt door de Beheerder geen beheervergoeding in rekening gebracht. Over het bedrag van de participaties in het Finles Multi Strategy Hedge Fund ontvangt de beheerder geen beheerfee en performance fee. Het deel van de performance fee wordt rechtstreeks ten gunste van het Subfonds gebracht. Hierdoor worden geen dubbele beheerfees in rekening gebracht. Overigens ontvingen de bestuurders geen bezoldiging van het subfonds. 10. Kosten administratie De administratie wordt gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. en er wordt een vast bedrag van EUR 82.000 per jaar in rekening gebracht (geen BTW van toepassing) voor het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen en een variabel bedrag voor kantoorkosten. Hiervan wordt een derde gealloceerd aan het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. en twee derde aan het Subfonds Finles Collectief Beheer. 11. Kosten bewaargeving Hieronder worden verantwoord de kosten van de Bewaarder in de zin van de Wft, in casu Kas Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. De kosten van bewaargeving bedragen 0,035% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). De kosten van custody bedragen 0,02% - 0,03% per jaar over de in custody genomen beleggingen (excl. BTW). 12. Kosten toezicht en research Onder kosten toezicht zijn verantwoord de kosten van toezichthoudende taken door de Beheerder op de investment managers en administrators van de beleggingsfondsen waarin wordt belegd. Onder kosten research zijn verantwoord de reis- en verblijfkosten gemaakt door de Beheerder die verband houden met onderzoek naar nieuwe beleggingen ten behoeve van het Fonds.
Pagina | 50
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) 13. Accountantskosten In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: (bedragen in EUR 1.000) Controle van de jaarrekening Totaal
2013
2012
16 16
22 22
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de beleggingsinstelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). Overige De kosten van marketing, drukwerk en verzending, personeel, beleggingsadvies, vergaderingen, directievoering, contact met participanten, studiereizen, verzenden van jaarverslagen, opstellen en verzenden van nieuwsbrieven en dergelijke zijn ten laste van Finles N.V. als beheerder gebracht. Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen heeft geen personeel in dienst; het beheer wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. Vergelijking werkelijke kosten met kostenniveau zoals vermeld in het prospectus De vergelijking tussen de naar soort onderscheiden, volgens het prospectus te maken kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten laat het volgende beeld zien: (Bedragen in EUR) Kosten beheer Kosten administratie Bankkosten Kosten bewaargeving Kosten toezicht en research Accountantskosten Kosten DNB/AFM Totaal
Kosten
Prospectus
173 57 5 12 102 16 3 368
373 50 16 7 150 10 606
Pagina | 51
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Lopende Kosten Factor (voorheen TER) In 2013 is de Totale Expense Ratio (TER) vervangen door de Lopende Kosten Factor als gevolg van wetswijzigingen. In de lopende kosten wordt de prestatievergoeding buiten beschouwing gelaten en worden de Lopende Kosten berekend over de gemiddelde, intrinsieke waarde van elke dagelijkse waardeberekening van het Fonds in 2013. Per 31 december 2013 is de Lopende Kosten Factor van het Fonds als volgt: 2013 Gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) Lopende Kosten Factor exclusief onderliggende fondsen:
17.904.582 366.625 2,05%
De TER zoals gepresenteerd in het jaarverslag van 2012 is berekend op basis van gemiddelde intrinsieke waarde 1. De gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorafgaande boekjaar, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het onderhavige boekjaar of vergelijkbare data bij een afwijkend boekjaar. Het aantal waarnemingen is altijd vijf (tenzij sprake is van een verkort of verlengd boekjaar). De waarnemingen worden als gewogen gemiddelde beschouwd, waarbij de bedoelde tijdstippen worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5. 2. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties en rentelasten worden buiten beschouwing gelaten, evenals de kosten verband houdend met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen. Per 31 december 2012 is de TER van het Fonds als volgt: 2012 Gewogen gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) TER exclusief onderliggende fondsen:
21.295.373 451.040 2,12%
Synthetische Lopende Kosten Factor De Synthetische Lopende Kosten Factor geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in de portefeuille, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. De kosten betreffen de totale exploitatiekosten inclusief de in- en uitstapkosten die door de onderliggende beleggingsinstelling (gewogen op basis van de relatieve omvang van de belegging) worden doorberekend. Doordat de samenstelling van de beleggingsportefeuille regelmatig wisselt en onderliggende fondsen veelal geen kostenratio bekendmaken is het niet mogelijk de Synthetische Lopende Kosten Factor te berekenen op basis van alle onderliggende beleggingsinstellingen en actuele gegevens waardoor de Synthetische Lopende Kosten Factor veelal gebaseerd op verouderde gegevens. De waarde van de Synthetische Lopende Kosten Factor is gebaseerd op 100% van de omvang van de beleggingen. De Synthetische Lopende Kosten Factor is op jaarbasis: 3,81% (total expense ratio onderliggende beleggingen) 2,05% (total expense ratio Subfonds Finles Collectief Beheer) = 5,86%. Pagina | 52
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
8 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Portefeuille omloopfactor De portefeuille omloopfactor geeft de verhouding weer tussen het totaal van de effectentransacties onder aftrek van de aan- en verkopen van aandelen van het fonds en het gemiddeld vermogen gedurende het verslagjaar. De portefeuille omloopfactor, ofwel Portfolio Turnover Rate geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100. Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. Per 31 december is de portefeuille omloopfactor van het Fonds is als volgt:
Portefeuille omloopfactor
2013
2012
133,66
316,36
Pagina | 53
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
9 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. BALANS PER 31 DECEMBER (bedragen in EUR 1.000 na resultaatbestemming)
2013
2012
1
3.265 3.265
5.778 5.778
2
-
108 108
1
354 354
848 848
3.619
6.734
ACTIVA Beleggingen Aandelen Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Liquide middelen
Totaal activa PASSIVA Fondsvermogen Vermogen Reserve waarderingsverschillen
3 4
3.597 6 3.603
6.691 11 6.702
Kortlopende schulden Overige schulden
5
16 16
32 32
3.619
6.734
Totaal passiva
Pagina | 54
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
9 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. WINST-EN VERLIESREKENING (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
6
(2.100) (1) (2.101)
(195) (416) (611)
7
7 7
(1.447) (1.447)
-
1 1
(2.094)
(2.057)
(88) (29) (4) (24) (8) (2) (155)
(155) (32) (2) (50) (13) (2) (2) (256)
(2.249)
(2.313)
(2.244) (5) (2.249)
(2.316) 3 (2.313)
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen Koers- en omrekenverschillen
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aandelen
Overige opbrengsten Rente op liquide middelen
Totaal opbrengsten Kosten Kosten beheer Kosten administratie Kosten bewaargeving Kosten toezicht Accountantskosten Bankkosten Kosten DNB/AFM Totaal kosten Resultaat Verdeling van het resultaat Ten laste van het vermogen Vrijval reserve waarderingsverschillen
8 9 10 11 12
Pagina | 55
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
9 Jaarrekening 2013 van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. KASSTROOMOVERZICHT (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
(2.249)
(2.313)
420 2.100 (6) 108 (16) 2.606
1.308 195 1.863 378 (9) 3.735
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Teruggenomen participaties Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
(850) (850)
(1.300) (1.300)
Netto kasstroom
(493)
122
(1)
(416)
(494)
(294)
848
1.142
354
848
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Aanpassing voor: Verkopen van beleggingen Waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Koers- en omrekenverschillen Mutatie liquide middelen Stand liquide middelen begin verslagperiode Stand liquide middelen einde verslagperiode
1
Pagina | 56
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS 1.1 BELEGGINGEN Mutatieoverzicht beleggingen (bedragen in EUR 1.000) Aandelen Per 1 januari Verkopen Waardeveranderingen van beleggingen Per 31 december
2013
2012
5.778 (420) (2.093)
8.728 (1.308) (1.642)
3.265
5.778
Pagina | 57
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.2 BELEGGINGSPORTEFEUILLE PER 31 DECEMBER 2013 (bedragen in EUR) Beleggingsfondsen Aarkad Plc., Class USD Asian Debt Fund SPV AJW Offshore Ltd., Class B, Series 0103 Attica Alternative Alpha Fund Ltd., Class A CPIM Structured Credit Fund 20 Inc., Class A Denholm Hall Russian Arbitrage Fund Ltd.,Class B Gerova Financial Group Ltd., Common Shares L&C German Real Estate Fund, Class I EUR Lake Offshore Alternative Financial Asset Fund II Co Madison Realty Capital II Class A S1 + Distributing Marathon Special Opportunity Fund, Side Pocket 10 Medley Opportunity Fund Mercurius International Fund Ltd. EUR Co New Stream Secured Capital Ltd., Class T-1 Quantek Opportunity Fund Ltd., Class A-8 RP Explorer Fund Ltd. Trafalgar Capital Special Investment Fund Veste Global Exclusive, Common Shares YA Offshore Fund Ltd.
Aantal
Bedrag EUR
% van totaal
5.017.639 1.099 65.249 1 1.156 37.771 150.838 2.889 1 105 5 1.615 19.099 1 397 476 91.921 4 30.578
510 46 33 479 559 544 37 554 80 34 389
14,08 1,27 0,90 13,25 15,44 15,04 1,03 15,29 2,22 0,97 10,74
3.265
90,23
354
9,77
3.619
100,00
Totaal beleggingsfondsen Liquide middelen Total beleggingen (incl. liquide middelen)
De beleggingen zijn in open bewaargeving bij de Kas Bank N.V. Beleggingen die zich niet lenen voor open bewaargeving staan ten name van de gezamenlijke participanten in eigendom geregistreerd.De beleggingen per 31 december 2013 luiden in de volgende valuta’s (uitgedrukt in euro’s): (bedragen in EUR 1.000)
2013 Boekwaarde
%
2012 Boekwaarde
%
EUR USD
559 2.706
17% 83%
1.710 4.068
30% 70%
Totaal
3.265
100%
5.778
100%
Pagina | 58
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 1.3 METHODIEK BEPALING MARKTWAARDE Onderstaand volgt een toelichting op de waardering van de materiële posities in de beleggingsportefeuille waarvoor geen Bloomberg registratie of NAV statement beschikbaar is of waaruit onzekerheid blijkt uit beoordeling van onderliggende jaarrekening. 1. 2.
3.
4.
Methode A: Bloomberg: Als een onderliggende belegging is geregistreerd op Bloomberg dan wordt deze waardering gehanteerd. Methode B: Statements verstrekt door de administrator van het fonds/onderliggende waarde. De administrateur verstrekt maandelijks een statement van de holding. Dit statement wordt door TMF gehanteerd als input voor de bepaling van de NAV van het fonds. Meestentijds worden deze statements binnen 30 dagen na afloop van de maand ontvangen. Methode C: Indien geen Bloomberg registratie en statements beschikbaar zijn worden schattingen van de NAV van de onderliggende waarden, ontvangen van de beheerder van het fonds, gehanteerd. Zodra een statement wordt ontvangen wordt deze vergeleken met de eerder ontvangen schatting. Indien er een materiële afwijking is van de NAV van het fonds wordt de NAV van het fonds aangepast. Methode D: Dit betreft een specifieke waarderingsprocedure en vigeert voor specifieke onderliggende waarden.
Voor meer informatie over de waardering, de ontwikkelingen en de onzekerheden op de beleggingen in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. verwijzen wij u naar paragraaf 4.2 van het verslag van de Beheerder. De beleggingen bestaan uit 100% (2012: 100%) illiquide beleggingen. De liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2. Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Op 31 december 2013 bedragen de vorderingen uit hoofde van effectentransacties EUR nihil (2012: EUR 108 duizend). Deze vorderingen hebben betrekking op beleggingen die nog niet zijn verrekend op balansdatum. 3.Verloop fondsvermogen (bedragen in EUR 1.000)
2013
2012
Stand per 1 januari Bij: Plaatsing van participaties
6.691
10.307
6.691
10.307
850 2.244 3.094
1.300 2.316 3.616
3.597
6.691
Af: Terugname van participaties Resultaat ten laste van het vermogen
Stand per 31 december
Pagina | 59
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE BALANS (VERVOLG) 4. Verloop reserve waarderingsverschillen (bedragen in EUR 1.000) Stand per 1 januari Af: Overboeking naar vermogen
Stand per 31 december
2013
2012
11
8
(5) (5)
3 3
6
11
2013
2012
5 2 8 1 16
10 5 13 4 32
5. Overige schulden (bedragen in EUR 1.000)
Te betalen beheervergoeding Te betalen administratievergoeding Te betalen accountantskosten Overige schulden Totaal
Pagina | 60
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING 6. Waardeveranderingen van beleggingen De beleggingen worden tegen marktwaarde op de balans opgenomen. Het verschil tussen de marktwaarde aan het begin van het jaar en de marktwaarde aan het eind van het jaar dan wel de verkoopprijs c.q. aflossing vormt de post waardeveranderingen. 7. Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Hieronder wordt verantwoord de waardeveranderingen van illiquide beleggingen welke ultimo boekjaar nog in portefeuille zijn en derhalve niet zijn gerealiseerd. Kosten 8. Kosten beheer De Beheerder ontvangt op de laatste dag van elke maand een vergoeding voor beheer van 0,146% per maand. Deze vergoeding is berekend over het per die datum overeenkomstig artikel 3 van het reglement van beheer en bewaring vastgestelde vermogen. Bedoelde vergoeding wordt verhoogd met de daarover eventueel wettelijk verschuldigde belastingen en wordt ten laste van het fonds gebracht. Overigens ontvingen de bestuurders geen bezoldiging uit het fonds. 9. Kosten administratie De administratie wordt gevoerd door TMF FundAdministrators B.V. en er wordt een vast bedrag van EUR 82.000 per jaar in rekening gebracht (geen BTW van toepassing) en een variabel bedrag voor kantoorkosten. Hiervan wordt een derde gealloceerd aan het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. en twee derde aan het Subfonds Finles Collectief Beheer. 10. Kosten bewaargeving Hieronder worden verantwoord de kosten van de Bewaarder in de zin van de Wft, in casu Kas Trust Bewaarder Finles Collectief Beheer Fonds B.V. De kosten van bewaargeving bedragen 0,035% per jaar van het fondsvermogen (excl. BTW). De kosten van custody bedragen 0,02% - 0,03% per jaar over de in custody genomen beleggingen (excl. BTW). 11. Kosten toezicht Hieronder zijn verantwoord de kosten van toezichthoudende taken door de beheerder op de investment managers en administrators van de beleggingsfondsen waarin wordt belegd. 12. Accountantskosten In het boekjaar en voorgaand boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: (bedragen in EUR 1.000) Controle van de jaarrekening Totaal
2013
2012
8 8
13 13
Bovenstaande honoraria betreffen de werkzaamheden die bij de beleggingsinstelling zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties).
Pagina | 61
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Overige De kosten van marketing, drukwerk en verzending, personeel, beleggingsadvies, vergaderingen, directievoering, contact met participanten, studiereizen, verzenden van jaarverslagen, opstellen en verzenden van nieuwsbrieven en dergelijke zijn ten laste van Finles N.V. als beheerder gebracht. Het Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen heeft geen personeel in dienst; het beheer wordt gevoerd door Finles N.V. te Utrecht. Vergelijking werkelijke kosten met kostenniveau zoals vermeld in het prospectus De vergelijking tussen de naar soort onderscheiden, volgens het prospectus te maken kosten en de daadwerkelijk gemaakte kosten laat het volgende beeld zien: (Bedragen in EUR) Kosten beheer Kosten administratie Kosten bewaargeving Kosten toezicht Kosten DNB/AFM Accountantskosten Overige kosten Totaal
Kosten
Prospectus
88 29 4 24 8 2 155
153 29 3 45 3 10 243
Lopende Kosten Factor (voorheen TER) In 2013 is de Totale Expense Ratio (TER) vervangen door de Lopende Kosten Factor als gevolg van wetswijzigingen. In de lopende kosten wordt de prestatievergoeding buiten beschouwing gelaten en worden de Lopende Kosten berekend over de gemiddelde, intrinsieke waarde van elke dagelijkse waardeberekening van het Fonds in 2013. Per 31 december 2013 is de Lopende Kosten Factor van het Fonds als volgt: 2013 Gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR) Lopende Kosten Factor exclusief onderliggende fondsen:
5.007.898 155.607 3,11%
De TER zoals gepresenteerd in het jaarverslag van 2012 is berekend op basis van gemiddelde intrinsieke waarde 1. De gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling is de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Hierbij wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorafgaande boekjaar, 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het onderhavige boekjaar of vergelijkbare data bij een afwijkend boekjaar. Het aantal waarnemingen is altijd vijf (tenzij sprake is van een verkort of verlengd boekjaar). De waarnemingen worden als gewogen gemiddelde beschouwd, waarbij de bedoelde tijdstippen worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5. 2. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties en rentelasten worden buiten beschouwing gelaten, evenals de kosten verband houdend met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen.
Pagina | 62
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening TOELICHTING BIJ SPECIFIEKE POSTEN IN DE WINST- EN VERLIESREKENING
(VERVOLG) Per 31 december 2012 is de TER van het Fonds als volgt: 2012 Gewogen gemiddeld vermogen (in EUR) Kosten ten laste van het vermogen (in EUR)
8.737.170 256.334
TER exclusief onderliggende fondsen:
2,93%
Synthetische Lopende Kosten Factor De Synthetische Lopende Kosten Factor geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in de Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. portefeuille, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. Doordat de samenstelling van de beleggingsportefeuille regelmatig wisselt en onderliggende fondsen veelal geen kostenratio bekendmaken is het niet mogelijk de Synthetische Lopende Kosten Factor te berekenen op basis van alle onderliggende beleggingsinstellingen en actuele gegevens waardoor de Synthetische Lopende Kosten Factor veelal gebaseerd op verouderde gegevens. De waarde van de Synthetische Lopende Kosten Factor is gebaseerd op 90% van de omvang van de beleggingen. De Synthetische Lopende Kosten Factor is op jaarbasis: 2,70% (total expense ratio onderliggende beleggingen) 3,11% (total expense ratio Subfonds Finles Collectief Beheer I.L.) = 5,81%. Portefeuille omloopfactor De portefeuille omloopfactor geeft de verhouding weer tussen het totaal van de effectentransacties onder aftrek van de aan- en verkopen van aandelen van het fonds en het gemiddeld vermogen gedurende het verslagjaar. De portefeuille omloopfactor, ofwel Portfolio Turnover Rate geeft de omloopsnelheid van de activa weer en wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 – Totaal 2) / X] * 100. Totaal 1: het totaal bedrag aan effectentransacties (effectenaankopen + effectenverkopen) van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van deelnemingsrechten van de beleggingsinstelling gedurende het jaar. X: de gemiddelde intrinsieke waarde van de beleggingsinstelling. Per 31 december is de portefeuille omloopfactor van het Fonds als volgt:
Portefeuille omloopfactor
2013
2012
8,59
0,09
Pagina | 63
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
10 Toelichting op de jaarrekening OVERIGE TOELICHTINGEN Personeel Het Fonds heeft geen werknemers in dienst. Informatieverstrekking Dit jaarverslag, het prospectus en de Essentiële Beleggersinformatie van het Fonds zijn kosteloos verkrijgbaar bij de Beheerder of kosteloos te downloaden van de website van de Beheerder: www.finlescapitalmanagement.nl Goedkeuring van de jaarrekening De Beheerder heeft op 24 april 2014 toestemming gegeven voor de openbaarmaking van de jaarrekening. In- en uittredingskosten Voor deelneming in de subfondsen worden geen kosten in rekening gebracht. Bij gehele of gedeeltelijke uittreding bedragen de eenmalige kosten 0,5% van de opgenomen bedragen. Deze kosten van uittreding komen ten laste van de betreffende individuele participant en komen ten gunste van de Beheerder. Verbonden partijen Finles N.V. te Utrecht, postbus 2600, 3500 GP Utrecht, is als Beheerder verbonden aan de Finles Beleggingsfondsen. Het Subfonds Finles Collectief Beheer belegt in de hierna volgende Finles Fondsen:
Finles Lotus Fonds: 49,97% Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L.: 58,20%
Pagina | 64
Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen Jaarverslag 2013
11 Overige gegevens UITKERINGSBELEID Gerealiseerde koerswinsten worden niet uitgekeerd, maar via het resultaat aan het fondsvermogen toegevoegd. Gerealiseerde koersverliezen worden ten laste van het resultaat en dientengevolge ten laste van het fondsvermogen gebracht. De opbrengsten die in de vorm van rente en dividend worden verkregen worden via het resultaat van het fonds toegevoegd aan het fondsvermogen. Er vindt derhalve geen uitkering plaats aan participanten.
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening van het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L. bleek door onderzoek van de beheerder, o.a. bij de manager op locatie, dat de onderliggende posities van het fonds steeds moeilijker te vervreemden zijn. Er is gebrek aan vraag wat mede door de recente politieke ontwikkelingen in negatieve zin snel versterkt wordt. Op de secundaire markt, welke gekenmerkt wordt door koopjesjagers, is de beheerder een onderzoek gestart naar de mogelijkheden de positie in het Denholm Hall Russia Arbitrage Fund te verkopen. Mocht verkopen op de secundaire markt mogelijk zijn, dan zal dit tegen een lagere prijs zijn dan de waardering per balansdatum. De waardering per balansdatum is op basis van de geldende waarderingsmethodiek van Finles. In het geval van het Denholm Hall Russia Arbitrage Fund is de waardering per balansdatum op basis van objectieve externe waarderingen.
BELANGEN VAN BESTUURDERS EN BEHEERDER De bestuurders en de Beheerder hadden per 31 december 2013 geen belang in (de beleggingen van) het Subfonds Finles Collectief Beheer als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo Wft (2012: geen).
MEDEDELING VAN BELANGEN VAN GROTE BELEGGERS Legal & General heeft een belang van 33,62% (2012: 32,82%) in het Subfonds Finles Collectief Beheer en een belang van 23,34% (2012: 22,75% ) in het Subfonds Finles Collectief Beheer I.L.
Pagina | 65
DEKEIJZERNIPIUS'd2CO CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
Dc Kcijzcr Nipius & Co Accountants B.Y.
Poslbus 22866 1100 OJ AMSTERDAM
Aan: de algemene vergadering van participanten van Parapilifonds Finles Beleggingsfondsen
Tel : (020) 5646 000 Fax: (020) 5646 00 1
www.
KvK 34256479
Verldaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening van Parapilifonds Finles Beleggingsfondsen te Utrecht gecontro leerd. Deze jaarrekening bestaat llit de balans per 3 I december 20 13 en de winst-en-verliesrekening over 20 13 met de toel icht ing, waarin zij n opgenomen een overzicht van de gehan teerde grondslagen voor financiele verslaggeving en andere toelichtingen .
Vel'antwool'dclijldleid van de dil'cctie De directie van het fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening di e het vermogen en het resultaat getrollw dient weer te geven in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Bmgerlijk Wetboek CBW) en met de Wet op het Financ ieel Toezicht, alsmede voor het opstellen van het directieverslag in overeenstemJl1ing met Titel 9 Boek 2. De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing a ls het noodzakelijk acht om het opmaken van dejaarrekening mogelijk te maken zander afwijki ngen van materieel belang als gevo lg van fraude offouten.
Vel'antwool'dclijl
DEKEIJZERNIPIUS'd2CO
OOl'deel bctl'cffcnde de jaal'l'ei<elling
Naar ons oOl'deel geef! de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Paraplufonds Finles Beleggingsfondsen pel' 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het Financieel Toezicht.
Verklaring betreffende overige bij ofkrachtens de wet gestelde eisen Ingevolge al1ikel2:393 lid 5 onder e en fBW vermelden wij dat ons geen tekol1komingen zijn gebleken naar aanleiding van hct onderzoek of het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikeI2:392 lid I onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het directieverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amsterdam, 24 april 2014 De Keijzer Nipius & Co Accountants B.Y.
w.g. P.P.M. Lemmens RA