Overzicht van leerlingkenmerken van verschillende typen rekenaars De tellende rekenaar Taakspecifieke kenmerken heeft veel problemen met het besef van hoeveelheden zoals veel, weinig, evenveel, meer en minder heeft problemen met het correct kunnen leggen, zeggen en schrijven van hoeveelheden ondervindt problemen in het omgaan met formules waarin het = , het + en het – teken en de samenhang hiertussen voorkomen heeft moeite met het werken met tiensplitsingen, met het splitsen van de hoeveelheden en getallen tot 10 Algemene kenmerken heeft veel tijd nodig (meer dan de gemiddelde rekenaar) om sommen uit te rekenen heeft geen zin in rekenen werkt langer dan de gemiddelde leerling met materiaal zet zich af tegen de ‘getallenwereld’ vindt rekenen onzin; rekenen heeft geen betekenis voor hem of haar kan niet gericht met rekenen bezig zijn en ‘vlucht’ te veel in andere dingen
Ja
Nee
Opmerkingen
De onzekere rekenaar
Ja
Nee
Opmerkingen
Taakspecifieke kenmerken verliest het inhoudelijke van het rekenen gemakkelijk uit het oog en is vooral gericht op de uitkomst heeft veel moeite met het begrijpend rekenen en zit vast aan aangeleerde procedures heeft moeite met het aanbieden van meerdere oplossingsmogelijkheden, raakt hierdoor in de war en weet helemaal niet meer welke procedures hij/zij moet toepassen gaat gokken als hij/zij niet meer weet hoe de som op te lossen Algemene kenmerken durft nauwelijks te zeggen dat hij/zij iets niet begrijpt is erg nerveus, onzeker rekent stuntelig en traag heeft angst voor het maken van fouten is voorzichtig en durft geen risico te nemen durft zich moeilijk te uiten in de groep
R E K E N E N : E E N H E L E O P G AV E
De niet tot automatiseren komende rekenaar Taakspecifieke kenmerken moet lang nadenken en heeft de oplossingsprocedures en uitkomst niet paraat hanteert te langdurige procedures en komt nauwelijks tot verkortingen heeft weinig sommen af, heeft moeite met het automatiseren tot 20 en bewerkingen tot en met 100 heeft moeite met de tafels van vermenigvuldiging en de deelsommen rekent onopvallend en vaardig met de vingers Algemene kenmerken blijft vasthouden aan bepaalde zekerheden heeft een laag werktempo ondervindt temporele ordeningsproblemen
Ja
Nee
Opmerkingen
De slordige, niet nauwkeurige rekenaar
Ja
Nee
Opmerkingen
Taakspecifieke kenmerken slaat vaak sommen over maakt veel vergissingen kijkt niet goed na wat precies de vraag is is niet kritisch ten aanzien van het gemaakte werk oriënteert zich onvoldoende en begint vaak zonder te weten wat hij/zij precies moet doen werkt in een te hoog, gejaagd tempo heeft een onvoldoende en zwak auditief geheugen Algemene kenmerken merkt eigen fouten niet op, tenzij iemand hem/haar hier op wijst kan moeilijk accepteren dat iemand opmerkingen over zijn/haar werk maakt maakt de indruk het zelf het beste te weten twijfelt vaak, en weet het niet echt zeker maakt zijn/haar werk niet graag over/opnieuw heeft een onvoldoende, zwak auditief geheugen
R E K E N E N : E E N H E L E O P G AV E
De rekenaar die veel denkfouten maakt Taakspecifieke kenmerken hanteert aangeleerde technieken niet bij andere toepassingsgebieden moet meerdere keren uitleg ontvangen en dan nóg blijft het de vraag of hij/zij het echt begrijpt is op primitief niveau met rekenen bezig heeft moeite met de overgang naar het meer abstracte mentale niveau beschikt over een gebrekkig voorstellingsvermogen reflecteert nauwelijks op zijn/haar handelen Algemene kenmerken beschikt over een minimale motivatie voor rekenen heeft goed in de gaten dat rekenen moeilijk voor hem/ haar is beschikt over een gering begripsvermogen en begrippenkader is welwillend is zeer onopvallend/opvallend in de groep aanwezig
Ja
Nee
Opmerkingen