Infomap
OVER DE VOORSTELLING CREDITS Een theatervoorstelling die raakt aan de rafels van het leven. Ik lach, ik huil Ik denk, ik schuil Ik slaap, ik vlucht Ik adem, ik zucht Ik bloed, ik traan Ik vecht en ga langzaam Het idee voor deze voorstelling ontstond toen theatermaakster Eva Bal een aantal gedichten van een tienermeisje in handen kreeg. Een meisje dat het moeilijk had met het leven en voor zichzelf had besloten er uit te stappen. De gedichten getuigen van angst, twijfel, verscheurdheid, maar evengoed van levensvreugde, energie en een scherpe humor… Samen met zeven jongeren uit de Theaterateliers van KOPERGIETERY en met de gedichten van dit meisje als inspiratiebron maakt Eva Bal een voorstelling waarin spel, dans, muziek en filmbeelden in elkaar overvloeien. Het uitgangspunt: een groep jongeren krijgt, als bij toeval, een enveloppe in handen. Daarin zit een politierapport over het doen en laten van een meisje genaamd Charlotte dat werd binnengebracht op spoed. Verder nog een gsm met filmpjes die het meisje maakte en een reeks gedichten… Een zoektocht naar wie Charlotte was of is, begint…
concept & regie: Eva Bal spel: Violet Braeckman Elias Degruyter Seppe Dewulf Gilles De Vilder Indiana Schepens Ella Bal Matteo Bal (jongeren Theaterateliers) videobeelden: Kenneth Michiels danscoach: Hendrik Lebon decor: Kwint Manshoven geluidsontwerp: Korneel Moreaux techniek: Jeroen Doise Bram Lievens advies: Afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie UZ Gen
www.kopergietery.be
OVER DE REGISSEUR EVA BAL Eva Bal richtte in 1978 in Gent het eerste dramacentrum voor kinderen en jongeren op, en noemde het Speelteater. Ze gaf theaterateliers en creëerde succesvolle voorstellingen met professionelen èn kinderen op scène, en toerde ermee door Vlaanderen en in het buitenland. In 1993 nam haar Speelteater intrek in de KOPERGIETERY, een oude kopergieterij in centrum Gent. Sindsdien worden er ook gastvoorstellingen gepresenteerd, in de theaterzaal. In 2003 gaf Eva Bal het artistiek leiderschap van kinder- en jeugdtheater KOPERGIETERY door aan Johan De Smet, maar ze blijft wel actief als theatermaakster. Eva creëerde o.a. De Tuin, Landschap van Laura, Voetstappen in de nacht, Bentekik, De gevaarlijke reis, De verrassing, Wilde Dingen, De wanhopige verpletterende overweldigende liefde van meneer Bert, Love en Satijn en Witte Wijn (samen met Ives Thuwis). In Zwitserland creëerde ze vorig seizoen samen met Ives Thuwis Changing Winds.
EEN GESPREK MET EVA BAL, KENNETH MICHIELS EN HENDRIK LEBON EVA: De voorstelling ontstond vanuit de gedichten van een jong meisje. Ik kreeg die in handen toen me werd gevraagd om een internationaal congres voor kinderpsychiatrie en –psychologie in te leiden. De organisatoren vroegen me om ook ‘de stem van het kind’ te laten horen, dus om iets te doen met kinderen. Eén van de psychologen vertelde me over een bundel met gedichten van een meisje van 15, die op haar 11de en op haar 15de een zelfmoordpoging had gedaan. Daarom was ze opgenomen in de afdeling waar deze psychologe werkte. Ik vond het heel bijzonder wat ze had geschreven. En ik was geraakt. Nog nooit heb ik gedachten over zelfmoord, neergeschreven door een jong mens, zo helder verwoord gezien. Natuurlijk zijn deze gedichten heel jong en puberaal, maar tegelijk getuigen ze van een grote taalgevoeligheid en een bij wijlen bitter inzicht in het leven. Dat lees je vooral in de laatste zin van ieder gedicht, waarin ze telkens, door iets controversieels te zeggen of iets fels te poneren, een kortsluiting veroorzaakt. Tijdens dat congres liet ik haar gedichten brengen door een aantal kinderen en jongen uit de Theaterateliers van KOPERGIETERY. Men vroeg me nadien of ik dit niet verder kon uitwerken tot een voorstelling. Ik herinner me een moment toen we aan het repeteren waren voor het congres. De kinderen wisten niets van de achtergrond van het meisje. Ik had een aantal gedichten gekopieerd en liet die aan hen lezen. We praatten er over, er was een stilte, en toen zei één van de kinderen: ik vind dat wij hier iets mee moeten doen! Het klonk als een besluit. ‘We willen dit aan andere mensen vertellen; het kan niet zijn dat die bundel hier zomaar blijft liggen’. Dit is de achterliggende geschiedenis. En nu zijn we drie jaar later. Ik maakte deze voorstelling met zeven kinderen. Ik nam me voor om zo dicht mogelijk bij hun emotionaliteit en creativiteit te blijven, bij de inhouden en de vormen die zij aanbrachten. Daar ligt schoonheid, dit is waardevol. Het is niet aan mij om hen te zeggen hoe alles moet. Ik mag met hen meedoen. Dit wil niet zeggen dat ik stemloos ben, nee, het blijft natuurlijk een dialoog. Ik zie dingen gebeuren, ik pik ze op en vergroot ze. Of versmal ze nog. Dit is wat ik kan. Ik hoop dat dit in de voorstelling voelbaar is. We hadden veel steun vanuit het team van de kinderpsychiatrie. Tijdens het repetitieproces kwam er van tijd tot tijd iemand kijken. Samen met de kinderen ben ik er een hele namiddag gaan praten. Opdat ze konden zien hoe het daar is. Geen dokters in witte schorten dus, maar ook niet van ‘kom binnen en maak het je gezellig’. Dat schrijft het meisje ook: het kan nooit een kamp worden, want het is niet ‘gezellig’. Je jammert niet maar je schreeuwt het uit. Maar goed: er bestaat een plek waar hulp wordt geboden. Je bent 13 jaar, je zit in moeilijkheden en je kan ergens terecht. Ook dat hebben de kinderen uit het bezoek aan deze afdeling geleerd. Ik werk met deze kinderen omdat ik door hen word geraakt. Allemaal zijn ze een beetje bedachtzaam, verstild. Ik componeerde een soort van boeket, dat naar mijn gevoel heel goed samengaat met de visie, de bitterheid die uit de gedichten spreekt. Waarom werk ik graag met dit of dit mens? Dat kan ik niet uitleggen. Kenneth Michiels, die de videobeelden maakte, werd me aanbevolen als een beloftevolle en bekroonde documentairemaker. Ik had meteen vertrouwen in hem. Idem met choreograaf/danser Hendrik Lebon, met Kwint Manshoven die de scenografie deed, met Korneel Moreaux die een prachtige klankband maakte, met Inge Coleman die de kostuums ontwierp. Zij reageren vanuit dezelfde emotionaliteit, dezelfde gewaarwordingen. Het is een eer om met deze talentvolle mensen te werken. Zo krijg je de meest vruchtbare verbindingen, zo komt materiaal tot stand dat niet uit één hoofd kan komen. Een dunne maar niet onbelangrijke lijn in de voorstelling is het politierapport waarin het reilen en zeilen van Charlotte van uur tot uur wordt beschreven. Dit komt voort uit hetgeen een psychologe me vertelde. Toen het meisje was opgenomen, heeft ze het brandalarm uitgeschakeld. Op dat moment gaan gedurende 1 minuut alle deuren open. Toen is het meisje ontsnapt. In zo’n geval neemt de politie de leiding over. Dan gaat het over feiten die haaks staan op het in zichzelf verdwaalde wezen dat uit de gedichten spreekt. Zo’n politierapport heeft bovendien een specifieke taal, heel staccato en sec, wat een theatraal er dankbaar ritme voortbrengt. Ik was nieuwsgierig naar het meisje dat de gedichten schreef. Het duurde lang voor ik haar kon opsporen. Ik wilde haar vragen of ze het goed vond dat we haar gedichten gebruikten. En ik heb haar ook ontmoet. De kinderen niet. Zij weten niet hoe ze er uit ziet. Ze zeiden zelf dat ze dit niet hoeven te weten. Ik heb hen nooit over deze ontmoeting verteld. Daardoor kwamen de kinderen veel dichter bij hun eigen gevoelens. Ik wil het verhaal van dit meisje te vertellen. Ik wil het hebben haar en haar gedachte om uit het leven te stappen. En dat dit stuitend is, omdat je er van uitgaat dat kinderen moeten groot worden en willen leven. En toch gebeurt het. Binnen de twee weken had ik in kranten tientallen berichten verzameld over zelfmoord bij tieners. Bijna altijd ging het over percentages en
statistieken. Nooit kwam zo’n tiener zélf aan het woord. Waarmee ik wil zeggen: Charlotte is geen voorstelling over zelfmoord. Ik wilde dichtbij dit wezen komen dat deze gedichten schreef - gedichten die nooit tranerig zijn en waaruit heel veel levenslust spreekt, en daarmee voor mij een wereld opende. Het gaat om een ontmoeting met dit jonge wezen dat denkt dat ze er uit kan stappen, en dit ook probeert te doen. Die gedachte houdt me bezig, ontroert me, precies omdat het een kind betreft. Want kinderen moeten leuk huppelen en het ‘leuk hebben in het leven’. Niet dus. Waarover ik spreek, in al mijn werk, is over de moed van kinderen om verder te leven. Het inzicht dat je daarvoor moet hebben, de humor die je moet opbrengen: daarvoor heb ik het grootste respect en de diepste bewondering. Dit blijft me fascineren. KENNETH: De teksten worden vervlochten met videobeelden, die het onzichtbare meisje representeren. Het meisje dat de kinderen proberen te reconstrueren. Alles wat wordt geprojecteerd, is ontstaan vanuit de beelden die de kinderen zelf hebben gemaakt. We vroegen hen: hoe ziet Charlotte de dingen? Naar wie of naar wat kijkt ze? De kinderen hebben eerst zelf gefilmd, en hun ‘verbeelding’ inspireerde me tot een manier van kijken, tot een specifieke beeldtaal. Soms gaan die beelden terug op hetgeen in het politierapport ter sprake komt. Soms, als de politie het spoor bijster raakt, zijn het beelden die Charlotte zogenaamd zelf heeft gemaakt met haar gsm. Zo krijg je een collage, een soort reconstructie van haar verhaal, waarbij het gevoel primeert op de feiten. HENDRIK: Ik ben pas later bij de repetities betrokken. De kinderen hadden eerder een tango gemaakt voor Ives Thuwis, die samen met Eva veel voorstellingen heeft gecreëerd. Ze maakten deze dans bij wijze van afscheid, en besloten toen samen om de tango op te dragen aan Charlotte. Die zit er nog helemaal in. Er was dus al vrij veel materiaal, dat de kinderen zelf hadden gemaakt. Heel musicalachtig. Eigenlijk heb ik maar twee danspassen ‘uitgelegd’; de meeste inspiratie haalde ik gewoon uit hen; ik observeerde hen tijdens de pauze, zag bijvoorbeeld Indiana met een lasso achter iemand aan lopen, en dat heb ik gebruikt. Of Violet en Gilles die een ‘modern dance’- leraar parodieerden: dit is er ook in geslopen. Alle bewegingen zijn levendig, speels; enthousiast, wat heel goed werkt in deze voorstelling. Ze mogen wat mij betreft ook dingen toevoegen, blijven improviseren… Want spontaniteit, dat is één van de drijfkrachten in deze voorstelling.
SUGGESTIES VOOR ACTIVITEITEN IN DE KLAS VOORBEREIDING
Inhoudelijke toelichting Aangezien de voorstelling handelt over de zelfmoordgedachte bij een meisje, is het van belang dit vooraf aan de jongeren te vertellen: De voorstelling is gebaseerd op waargebeurde feiten. Een meisje van vijftien jaar wordt op Spoed binnengebracht nadat ze een zelfmoordpoging heeft ondernomen. Aanvankelijk wil ze niet praten, maar al gauw blijkt dat ze wel schrijft. Geen dagboek, wel gedichten. Haar therapeute wordt geraakt door de poëzie van “Charlotte” en krijgt de toestemming van het meisje om de gedichten te laten lezen aan theatermaakster Eva Bal. Eva liet ze een aantal maanden geleden op haar beurt lezen aan een groep jonge spelers. Deze jongeren gingen met de gedichten aan de slag om uiteindelijk te komen tot een beklijvende voorstelling waarin dans, beeld en woord elkaar afwisselen.
Voor meer info of hulp i.v.m. zelfmoord bij jongeren kan u terecht bij: De zelfmoordlijn: http://www.preventiezelfdoding.be/index.php?f=zml (zij hebben ook een kenniscentrum met extra documentatie ter beschikking)Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg: http://www.cggeclips.be/ http://www.rcgg.be/holstraat.html www.noknok.be www.awel.be (de voormalige kinder- en jongerentelefoon) Het jongerenadviescentrum in de buurt: http://www.jac.be/
De gedichten van Charlotte Om met de juiste blik naar de voorstelling te kijken, is het goed de leerlingen mee te geven dat ze geen verhaaltje moeten verwachten. De voorstelling is een aaneenschakeling van beelden, dansen en vooral gedichten van Charlotte. Laat enkele gedichten van Charlotte lezen door de leerlingen in de klas. Bespreek ze met de leerlingen.
De dichter in jezelf Ga na of er leerlingen zijn in de klas die ook gedichten schrijven. Lees je soms poëzie? Welke dichters ken je? Is er een gedicht dat je altijd al is bijgebleven? Schrijf je zelf poëzie? Kan het schrijven van gedichten helpen om je beter te voelen? … Laat de leerlingen zelf een gedicht schrijven: Kies voor een bepaalde emotie bv. angst, verbazing, verontwaardiging, teleurstelling, euforie... Maak een gedicht, uitgaande van de gekozen emotie. Weet je niet goed hoe je eraan moet beginnen? Het kan helpen om 3 kernwoorden te nemen en je gedicht met deze 3 woorden op te bouwen. Wij zijn heel benieuwd naar jullie gedichten en ontvangen ze graag zodat we ze een plek kunnen geven in onze foyer! Blekerijstraat 50 9000 Gent, t.a.v. Lotte De Vuyst, of
[email protected]
NAVERWERKING
Nabespreking Houd een kort nagesprek over de voorstelling. Wat vonden de jongeren ervan en waarom? Probeer alle inhoudelijke en ook theatrale facetten te bespreken (spel, beweging, scenografie, belichting, tekst, video,…) Wij zijn altijd blij met een schriftelijke feedback van de leerlingen!
[email protected] of Blekerijstraat 50 9000 Gent t.a.v. Lotte De Vuyst
De dichter in jezelf Deze opdracht staat beschreven bij de voorbereiding maar kan je ook als naverwerking geven.
Enkele gedichten van Charlotte
Ik lach ik huil Ik denk,ik schuil Ik slaap, ik vlucht Ik adem, ik zucht Ik bloed, ik traan Ik vecht en ga langzaam Het liep vanaf mijn geboorte al fout ik werd geboren in een verkeerd gezin op de verkeerde plaats maar vooral ik werd geboren en dat was de grootste fout. Ik hou van bloemetjes in de zomer Ik hou van dansen in de zon Ik ben een zorgeloze dromer Ik zou dood zijn als ik kon
Probleemkind Ik ben een stuk verdriet je hoort me snel je ziet me niet maar ik ben er wel
It’s allright, it’s allright I’ll be brave, I’ll be good It’s allright, allright I’ll be fine, I’m good
Ik voel me rot. Ben ik ook.
Ik vroeg jou 1 woord Jij gaf me er 3 Ik vroeg jou om licht Jij gaf mij vuurwerk Ik vroeg je een knuffel Jij gaf me liefde Ik schonk je een traan Jij een schouder Ik wenste eeuwigheid Jij realiteit Je draaide je om en liep weg… ik was je kwijt Verloren in mijn tranen puzzelde ik je nog bijeen maar het stukje dat miste, was jij Roos kleedje, groene map, paarse muur, blauwe deur alles vol kleur ben ik dan echt zo apart? want ik zie toch alles zwart
Weten dat als je ziek bent op school dat niemand je mist. Weten dat als je iets vertelt dat niemand luistert. Weten dat als je thuis komt dat je liever op school bent. Waar niemand je mist Waar niemand naar je luistert Je bent onzichtbaar dus je zwijgt. Zaag ik dan, zei ik iets? Neen, ik schrijf het op, omdat niemand luistert…
Die ene plek Ik ben terug naar die plek gegaan waar we toen bleven staan enkele minuten maar stond ik daar denkend aan jou de persoon waarvan ik hou Ik ben terug naar die plek gegaan een plaats die blijft bestaan enkele minuten maar stond ik daar ergens is een bank waar onze namen samen staan in één hart
Ik ben terug naar die plek gegaan