Onderwijs- en examenregeling
Opleiding Junior accountmanager Uitstroom vestigingsmanager groothandel / crebo 93802 Niveau 4 BOL Cohort 2015 - 2018 Nominale studieduur 3 jaar / 4800 SBU versie 2, juni 2015
1
I1.
Welkom bij het Florijn College
Met deze OnderwijsExamenRegeling(OER) willen wij je wegwijs maken in de opleiding die je gaat volgen. De OER is een belangrijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst die je met het ROC WestBrabant en dus met het Florijn college hebt gesloten. Het is belangrijk deze OER goed te lezen en er regelmatig dingen in op te zoeken, want het is ook een soort naslagwerk dat je ondersteunt tijdens de studie. Als Florijn College hebben wij ons ten doel gesteld studenten op te leiden tot succesvolle wereldburgers. Onze studenten zijn afkomstig uit allerlei culturen. Daar zijn we trots op. Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er dan ook op gericht om het beste uit jezelf te halen. Dat kan alleen als we steeds in beweging blijven en bij de tijd. Dat doen we samen: jij als student en al onze medewerkers. Wij nodigen jou dan ook van harte uit hieraan bij te dragen door jouw ambities waar te maken. Ben jij succesvol, dan is het Florijn College dat ook. Wij wensen je een leerzame en fijne tijd toe.
Lisan van Beurden, directeur
2
I2.
Inhoud
Algemene informatie I1. Welkom bij het Florijn College .................................................................................................................................... 2 I2. Inhoud ................................................................................................................................................................................... 3 I3. Belangrijk om te weten .................................................................................................................................................. 5 Informatie over werk en beroep W1. Het beroep (algemeen) .................................................................................................................................................. 7 W2. Het beroep (uitstroomprofielen) ................................................................................................................................. 8 Informatie over het onderwijsprogramma O1. O2. O3. O4. O5. O6.
Opleiding op hoofdlijnen ................................................................................................................................................ 9 Onderdelen van de opleiding ..................................................................................................................................... 12 Maatwerk ........................................................................................................................................................................... 15 Voortgang .......................................................................................................................................................................... 16 Planning van de onderwijstijd.................................................................................................................................... 20 Kerntaken .......................................................................................................................................................................... 24
Informatie over het examenprogramma E1. E2. E3. E4. 3
Verschillende examens ................................................................................................................................................. 31 Examenplan ...................................................................................................................................................................... 34 Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen ................................................................................... 45 Klachten, bezwaar en beroep bij examens .......................................................................................................... 46
Informatie over begeleiding B1. B2. B3. B4. B5.
4
Begeleiding bij het leren .............................................................................................................................................. 47 Zorgbegeleiding ............................................................................................................................................................... 49 Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid .................................................................................................... 50 Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon .......................................................................................................... 51 Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie ......................................................................... 53
I3.
Belangrijk om te weten
Op de website van het Florijn College staat belangrijke informatie over procedures, afspraken, rechten en plichten, etc. Deze informatie kan je terugvinden op de website onder de tab ‘Studenteninformatie’. (http://www.florijn.nl/studieinformatie/studenteninfo). Opleidingskosten en schoolkosten
Algemene schoolkosten en specifieke opleidingskosten
Afspraken op Florijn College
Algemene informatie over en afspraken op Florijn College (studenteninfogids)
Studentenstatuut
Onderwijs
5
Doorstroomformulier
Onderwijsovereenkomst (OOK)
Praktijkovereenkomst (POK)
Leerplichtwetgeving of Leerplichtinformatie of Leerplicht - Regionaal bureau West-Brabant
Vakantierooster
Verzuim en consequenties daarvan
Studentenbegeleiding
Zorgbegeleiding ‘Als het (even) tegen zit’
Pestprotocol
Flyer voordelen bij bedrijven met Florijnpas - Florijn College MBO
Klachtenregeling (procedure Bezwaar en beroep algemeen)
Examinering
Onderwijs- en Examenreglement (OER)
Algemeen centraal Examenreglement Beroepsonderwijs
Vrijstellingsregeling
Herkansingsregeling
Hulpmiddelen examen
Procedure Bezwaar en beroep Examinering
Inzien en bespreken examen en beoordeling
ARBO en veiligheid
Schoolveiligheidsplan
Calamiteitenflyer ‘Wat te doen bij een calamiteit?’
Studentenraad
Namen en contactgegevens
Verslagen
Klassenvertegenwoordigers
6
Verslagen
Data en locatie overleggen
W1. Het beroep (algemeen)
Werkomgeving De (junior) accountmanager werkt zowel in het midden- en kleinbedrijf (MKB) als in het grootbedrijf. Hij is veelal onderweg naar of op bezoek bij klanten/accounts en dus zelfstandig op pad. De (junior) accountmanager bedient met het accountteam een aantal accounts. Met deze accounts houdt hij intensief contact. Hij denkt in verkooptrajecten met de account mee over totaaloplossingen en probeert zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Het verkooptraject van de (junior) accountmanager duurt veelal lang door de complexiteit van het product/de dienst en/of doordat de ‘decision making unit’ (DMU) beïnvloed moet worden. Beroepshouding De (junior) accountmanager kan gemakkelijk contact leggen en onderhouden, klanten/vraagstukken vanuit een commercieel oogpunt benaderen, goed luisteren, zich inleven in de wensen van de account, vraagstukken analyseren, problemen oplossen, representatief optreden, onderhandelen, potentiële klanten enthousiast maken voor een product en/of dienst, zich mondeling en schriftelijk goed uitdrukken en zorgvuldig werken. Bovendien is hij integer en handelt hij in overeenstemming met in de maatschappij geldende ethische maatstaven. Resultaat Voor commerciële beroepen is het belangrijkste resultaat dat de gewenste commerciële doelen zijn bereikt met een goed evenwicht tussen organisatiebelang en klantbelang. 7
W2. Het beroep (uitstroomprofielen)
Als Junior-accountmanager heb je een uitvoerende en initiërende rol. In dat kader doe je voorstellen voor het marketing- en verkooopplan en voor de accountplannen. De junior-accountmanager heeft verder een schakelfunctie tussen de klant/account en de interne organisatie (o.a. de commerciële binnendienst). Je bent verantwoordelijk voor je eigen takenpakket van het accountteam waartoe je behoort. Je voert de werkzaamheden op basis van (beleids)plannen zelfstandig en op eigen initiatief uit. Je lgt verantwoording af aan je leidinggevende. Het takenpakket is veelzijdig. Samengevat kun je de taak als volgt omschrijven: -
plannen en organiseren van marketingactiviteiten
-
uitvoeren van financiële plannen
-
uitvoering geven aan de verkoopdoelstellingen
-
klanteninfo analyseren
-
acquisitie.
Bovenstaande beroepsgebonden onderwerpen komen allen terug in je studie. In de eerste studiefase (periode 1 t/m 6) komen vooral onderwerpen aan de orde die behoren bij de werkzaamheden van een commercieel medewerker binnendienst. Vanaf periode 7 komen de overige onderwerpen aan de orde. Je werkt hier zowel individueel als in groepsverband aan. Naast bovenstaande beroepsgebonden onderwerpen ga je ook werken aan onderwerpen die te maken hebben met je maatschappelijke ontwikkeling. Dit betreffen de burgerschapsonderwerpen.
8
O1. Opleiding op hoofdlijnen
Een studiejaar bestaat uit 4 periodes van 9 of 10 weken. Een lesweek op school bevat ongeveer 25 klokuren aan geroosterde onderwijsactiviteiten. In alle studiejaren bestaat je lesweek uit een aantal vergelijkbare onderdelen. We maken onderscheid tussen:
Kerntaken en daarbij behorende werkprocessen behorende bij het beroep
Burgerschapscompetenties
Rekenvaardigheden
Nederlands
Engels
Stage
Elke periode werk je gedurende een week aan een groot project. Dit project heeft te maken met een kerntaak waar je als Vestigingsmanager groothandel/Commercieel Medewerker ook in de beroepspraktijk mee te maken kunt krijgen. In de projectweek krijg je dan ook in de rol van Vestigingsmanager groothandel een opdracht van je leidinggevende (docent) om iets uit te zoeken, iets te organiseren, iets voor te bereiden. Je werkt daar meestal in een team aan. Met dit team heb je werkoverleg, maak je een projectplanning voor de gehele week en ga je aan de slag om de opdracht uit te voeren. Het project wordt meestal afgesloten met een presentatie. Zowel de uitwerking van het project als de manier waarop je aan het project gewerkt hebt worden beoordeeld.
9
Na elke periode krijg je een voortgangsrapport. In het rapport vind je de resultaten die gaan over:
Beheersing van theorie en vaardigheden behorende bij een kerntaak.
De beheersing van bepaalde burgerschapscompetenties
De beheersing van de vaardigheden in de Engelse taal
De beheersing van de vaardigheden in de Nederlandse taal
De beheersing van de rekenvaardigheden
De ontwikkeling van algemene beroepscompetenties
De ontwikkeling van je studiehouding
Afhankelijk van je voortgang en je resultaten krijg je een studieadvies (SA) over je leertraject. Periode 1 start met een introductieprogramma. In de periode 1 t/m 4 en 7 t/m 10 ga je alle werkdagen naar school. In periode 5-6 en 11-12 loop je stage. Een schematische weergave van het studietraject vind je terug in de volgende tabel.
10
Studiejaar 1
Introductie
Studiejaar 2
Studiejaar 3
P1
P2
P3
P4
P5
P6
P7
P8
P9
P10
P11
P12
School
School
School
School
Stage
Stage
School
School
School
School
Stage
Stage
Marketing 2 Marketing 1 Thema Beroepscompetenties
Management
Inkoop
Verkoopgesprek
Financiering
Verkooptechnieken
Verkoopplan
Personeels-
Telefonische
Marketing-2
Acquisitie
Beleid Accountmanage ment
Vitaal leven
Thema BurgerschapsCompetenties
Mijn netwerk
Mijn politieke
Mijn financieel leven
keuzes
Functioneren als werknemer
Rekenvaardigheid
Rekenen 2F
Nederlands
Rekenen 3F
Luisteren, lezen, presenteren, schrijven, telefonisch gesprek voeren, taalverzorging
Engels
Luisteren, lezen, presenteren, schrijven, telefonisch gesprek voeren
Studieadvies
SA1
11
SA2
SA3
O2. Onderdelen van de opleiding
Je opleiding bestaat uit een aantal vaste onderdelen. Informatie over de inhoud en leerdoelen krijg je van je docent. Documenten waarin de leerdoelen beschreven zijn, vind je op www.kwalificatiesmbo.nl. a. Beroep In je opleiding leer je aantal belangrijke beroepstaken te beheersen. Dit noemen we kerntaken. Iedere kerntaak bestaat uit een aantal werkprocessen (zie hoofdstuk O6). De kerntaken en werkprocessen komen tijdens je opleiding aan bod in verschillende vakken. Je leert vakkennis en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties. Er zijn kerntaken voor het gemeenschappelijk deel en kerntaken voor het uitstroomprofiel. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. instructie (commercieel economische vorming), verwerkingsopdrachten, projectopdrachten, examenopdrachten en praktijkopdrachten in je stage. De leerdoelen zijn beschreven in het kwalificatiedossier ‘Manager handel’. Meer informatie over de inhoud van de kerntaken vind je in deel C van het kwalificatiedossier. b. Nederlands Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren, schrijven, taalverzorging en begrippen. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. opdrachten (werkcollege), leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’.
12
c. Engels Taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Er worden verschillende werkvormen gebruikt: o.a. opdrachten (werkcollege), leren uit boeken, instructies van de docent, rollenspel, luisteroefeningen en presenteren. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Europees ReferentieKader’. d. Rekenen In de trainingen rekenvaardigheid wordt aandacht besteed aan 4 domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, verbanden. Middels digitale oefeningen, opdrachten en instructie werk je toe naar het Cito-examen. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Referentiekader Taal en Rekenen’. e. Loopbaan & Burgerschap Het onderdeel Loopbaan & Burgerschap is gericht op je persoonlijke ontwikkeling. Bij loopbaan staat het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs centraal. Daarbij krijg je inzicht in je eigen kwaliteiten, je mogelijkheden en de waarden en motieven die voor jou belangrijk zijn. Bij burgerschap krijg je inzicht in 4 dimensies: politiek juridische, economische en sociaalmaatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Middels projecten, begeleiding en colleges werk je aan je persoonlijke ontwikkeling. De leerdoelen zijn beschreven in het document ‘Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap (vanaf 2012)’ f. BPV (stage) Stage wordt ook wel BPV (Beroeps Praktijk Vorming) genoemd. Tijdens de stage leer je werken in een bedrijf en kan je toepassen wat je op school hebt geleerd. De eerste stage is gericht op het basisdeel van je opleiding. Bij de stage hoort een werkboek met uitleg en opdrachten.
13
De keuze voor een stagebedrijf is afhankelijk van het type bedrijf dat bij je past en de beschikbaarheid van bedrijven. Het stagebedrijf moet goedgekeurd zijn voor de opleiding die je gekozen hebt. De lijst met alle goedgekeurde stagebedrijven vind je terug op www.stagemarkt.nl. Tijdens de uren BPV-i en BPV-p word je voorbereid op en begeleid bij het zoeken van een stagebedrijf. De BPV-begeleider komt enkele malen bij je stagebedrijf op bezoek voor voortgangsgesprekken en begeleiding. Binnen het stagebedrijf is er altijd een medewerker (praktijkopleider) die je dagelijks begeleidt in het bedrijf. Samen met het bedrijf en de school onderteken je een praktijkovereenkomst (POK) waarin afspraken staan over wat er van jou verwacht wordt en wat jij van het bedrijf mag verwachten. g. Keuzevakken Je kan Duits als aanvullend vak kiezen. Net als het vak Engels krijg je een taaltraining op de vaardigheden lezen, luisteren, spreken, gesprekken voeren en schrijven. Voor het beoordelen maken we gebruik van officiële examens. De leerdoelen zijn beschreven in het ‘Europees ReferentieKader’. In het tweede jaar krijg je Wiskunde aangeboden gericht op doorstroom naar het HBO. Indien de resultaten hiervan voldoende zijn, kan je in het derde jaar Wiskunde ook kiezen. h. Begeleiding De wijze waarop je wordt begeleid is beschreven in het hoofdstuk ‘B1. Begeleiding bij het leren’.
14
O3. Maatwerk
Aansluiting op je vooropleiding De opleiding Junior accountmanager groothandel sluit goed aan op VMBO-theoretisch, met name als je economie of wiskunde in je vakkenpakket hebt. Aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt Na de opleiding kun je gaan werken als commercieel medewerker op de verkoopafdeling, in de buitendienst of op de afdeling marketing of logistiek. Je hebt de mogelijkheid om binnen een bedrijf door te groeien naar de functie van sales manager, accountmanager, rayon manager of filiaal manager/vestigingsmanager. Ook is het mogelijk om door te stromen naar verschillende economische HBO opleidingen. Remediëren, verrijken, verdiepen Indien je behoefte hebt aan extra ondersteuning maak je daarover afspraken met de betreffende docent. Vertragen en versnellen Heb je VMBO-theoretisch als vooropleiding dan duurt de opleiding in principe 3 jaar. Door het niet tijdig voldoen aan de voortgangsnormen kan het zijn dat je vertraagt. Versneld doorlopen van de opleiding is ook mogelijk.
15
O4. Voortgang
Ontwikkelingsgericht beoordelen en feedback In het ontwikkelingsgerichte gedeelte word je tijdens de studieonderdelen (bv. projecten, opdrachten) regelmatig beoordeeld. Welke resultaten heb je bereikt en hoe succesvol is je manier van werken? Deze beoordelingen zijn bedoeld om je ontwikkeling te ‘meten’ en om te kijken waar het beter kan. Bij ieder studieonderdeel word je vooraf verteld wat er van je wordt verwacht. Je bent op de hoogte van alles wat je moet doen (bewijslast) en aan welke eisen deze bewijslast moet voldoen. Wanneer je werk is beoordeeld, krijg je feedback op je prestatie: wat is er goed en wat kan beter. Je probeert daarna zelf vast te stellen wat je al goed kan, op welke punten je nog kunt verbeteren en hoe je dat gaat doen. Je tussentijdse resultaten worden bijgehouden op diplomeringsrapport en het voortgangsrapport. Iedere periode worden je voortgang en je resultaten besproken met je studieloopbaanbegeleider. I
Het diplomeringsrapport. Hierop staan de resultaten die behaald hebt voor de volgende examens: 1. Kerntaken en werkprocessen; 2. Taalvaardigheden voor Nederlands; 3. Taalvaardigheden voor Engels; 4. De burgerschapscompetenties; 5. Rekenvaardigheid.
16
II Het voortgangsrapport. Hierop staat informatie over de manier waarop je met je studie bezig bent: 1. Je studiehouding; 2. Behaalde basistoetsen in het basistraject. Studieadvies Op basis van je resultaten en voortgang krijg je een studieadvies. Er zijn bij het studie advies drie mogelijke uitkomsten: Jammer, maar deze opleiding past niet bij jou. We gaan je in de resterende periode helpen bij het vinden van een andere opleiding en daar waar mogelijk ondersteunen bij je overstap. We denken dat je het diploma kan behalen maar... afhankelijk van je achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in een studiecontract. Misschien kan je pas op een later moment op stage en ga je studie achterstand oplopen. Je ontwikkeling verloopt volgens verwachting of zelfs daarboven. Je kan zonder studievertraging beginnen aan je stage. Voor het eerste studieadvies (in periode 2) wordt er gekeken of: •
de opleiding/het beroep bij je past;
•
je voldoende aan je opleiding werkt en gemotiveerd bent;
•
je studieresultaten aan de verwachtingen voldoen;
•
of je kan deelnemen aan het versnelde traject.
17
Bij het tweede studieadvies (in periode 4) wordt bepaald of je voldoende geleerd hebt om op stage te gaan. Je kan beginnen aan deze stage als je geen achterstanden hebt en je resultaten op orde zijn. Afhankelijk van mogelijke achterstanden wordt er een afspraak gemaakt. Deze afspraak wordt vastgelegd in het begeleidingsdossier. Indien de resultaten teveel achter blijven, is het mogelijk om een uitstroomtraject voor de niveau 3-opleiding Commercieel medewerker binnendienst te volgen. Bij het derde studieadvies in periode 8 wordt bepaald of je resultaten voldoende zijn om succesvol je studie op niveau 4 af te ronden. Indien dit niet haalbaar is, word je begeleid om het niveau 3diploma Commercieel medewerker binnendienst te behalen. Eisen aan studievoortgang Norm Studieadvies 1
Op basis van jouw en onze ervaringen. Kerntaakcijfers: maximaal 1 kerntaak <5,5 gemiddeld Burgerschapscompetenties: maximaal 1 burgerschapscompetentie onvoldoende Nederlands: berekend gemiddelde > 5,5
Studieadvies 2
Moderne Vreemde Taal Engels: berekend gemiddelde > 5,5 Studiehouding: geen onderdelen lager dan 5,5 Algemene beroepscompetenties: maximaal 1 onderdeel beoordeling onvoldoende FS&S: maximaal 1 onderdeel onvoldoende
18
Kerntaakcijfers: maximaal 1 kerntaak <5,5 gemiddeld Studiehouding: geen onderdelen lager dan 5,5 Rekenen: 2 blokken 3F voldoende Studieadvies 3
Algemene beroepscompetenties: maximaal 1 onderdeel beoordeling onvoldoende FS&S: maximaal 1 onderdeel onvoldoende Geen achterstanden uit periode 1 t/m 8
19
O5. Planning van de onderwijstijd
Planning onderwijstijd (in klokuren per week) On onderstaande tabel is het aantal klokuren per week van alle studieonderdelen weergegeven. Schooljaar 1
P1
P2
P3
P4
Beroep
18
18
18
20
Nederlands
2,5
2,5
2,5
2,5
Engels
2,5
2,5
2,5
2,5
1
1
1
1
1,5
1,5
1,5
1,5
BPV
-
-
-
38*
Begeleiding
2
2
2
2
27,5
27,5
27,5
27,5
Rekenen Loopbaan & Burgerschap
Totaal
* BPV is weergegeven in het totaal aantal klokuren in periode 4
20
Schooljaar 2
P5
P6
P7
P8
Beroep
-
-
16
16
Nederlands
-
-
2
2
Engels
-
-
2,5
2,5
Rekenen
-
-
2,5
2,5
Loopbaan & Burgerschap
-
-
1
-
324
324
-
-
-
-
2
2
324
324
26
25
BPV Begeleiding Totaal
21
Schooljaar 3
P9
P10
P11
P12
16,5
16,5
-
-
1,5
1,5
-
-
2
2
-
-
1,5
1,5
-
-
Loopbaan & Burgerschap
-
-
-
-
BPV
-
-
340
344
Begeleiding
1,5
1,5
-
-
Totaal
23
23
340
344
Beroep Nederlands Engels Rekenen
In deze tabellen zijn uren voor introductie, projectweken, toetsing en andere activiteiten niet opgenomen.
22
Eisen aan het studietraject en studiebelasting De school heeft de wettelijke plicht om je voldoende aantal uren te begeleiden in je studieproces. Deze begeleiding mag je van ons verwachten. Vanaf 18 jaar hangt je recht op studiefinanciering hiervan af. In onderstaande tabel zie je het aantal begeleide onderwijsuren (BOU) en stage-uren (BPV) per studiejaar. Eis BOU
Planning
Eis BPV
Planning
Eis totaal
Planning
Studiejaar 1
700
1038
0
38
0
1076
Studiejaar 2
0
472
0
648
0
1120
Studiejaar 3
0
411
0
684
0
1095
1800
1921
900
1370
3000
3291
Totaal
23
O6. Kerntaken
De opleiding Vestigingsmanager is onderdeel van het kwalificatiedossier Manager handel. Kerntaak 4 uit het dossier is geen onderdeel van deze opleiding. K1: Onderzoekt de markt en maakt plannen De (junior) accountmanager stelt op basis van concrete of te voorziene (commerciële) vraagstukken vast welke gegevens nodig zijn en hoe hij deze gegevens het best kan verzamelen. Hij voert deskresearch, marktverkenningen (bijv. een concurrentieanalyse) of soms fieldresearch uit en ook in het contact met de account verzamelt hij gegevens. Hij verwerkt de gegevens d.m.v. overzichten, tabellen, grafieken e.d. tot verkoop- c.q. managementinformatie. Op basis van de verzamelde gegevens signaleert hij klant-, product- en/of marktontwikkelingen zoals potentiële klanten, een potentiële (afzet)markt en mogelijkheden voor ‘new business’. Vervolgens brengt hij in kaart wat de daadwerkelijke kansen zijn en wat de gesignaleerde ontwikkelingen vragen qua financiële en tijdsinvestering. Hij legt de verzamelde gegevens en ontwikkelingen vast in het systeem en/of communiceert ze. De (junior) accountmanager doet voorstellen voor verkoopactiviteiten, die zijn gericht op de eigen accounts voor de middellange termijn (kwartaal of half jaar) en voor (organisatiebrede) verkoopacties. Hij doet dit op basis van zijn analyse van klant-, product- en marktinformatie. In zijn voorstellen schetst hij bovendien de afzetmarkt, de markt- en brancheontwikkelingen en mogelijke concurrenten en gaat hij in op de financiële aspecten van het voorstel. Bovendien schetst hij de ontwikkelingen bij de accounts. Op verzoek licht hij de voorstellen toe.
24
De (junior) accountmanager stelt een activiteitenplan op waarin hij aangeeft welke activiteiten richting de accounts hij wanneer en op welke wijze gaat uitvoeren en welke verkoopdoelstellingen hij denkt te behalen. Hij richt zich bij het opstellen van het activiteitenplan op de verkoopacties uit het verkoopplan. In opdracht bedenkt hij voor sommige verkoopacties een concrete invulling voor de accounts. Hij bespreekt zijn activiteitenplan met het accountteam en zijn leidinggevende en past het zo nodig aan. De (junior) accountmanager voert onderzoek uit naar bestaande en nieuwe accounts. Hij verzamelt bedrijfseconomische gegevens over de (potentiële) account en rekent deze informatie door. Op basis van deze informatie brengt hij voor de organisatie de (financiële) kansen en risico’s van de account in kaart. Wanneer de account van waarde kan zijn voor de organisatie, voert hij (kwalitatief) onderzoek uit om een volledig beeld van de account te krijgen. Hij verzamelt informatie over onder andere de visie en strategie van de account, de DMU, de organisatie van de bedrijfsprocessen, het inkoopbeleid, de klanten en leveranciers van de account en de organisatiecultuur. Met behulp van een SWOT-analyse brengt hij de (waarde van de) account nog beter in kaart en hij verwerkt de verkregen accountinformatie uiteindelijk in een accountprofiel. Als laatste stelt hij voor zijn leidinggevende en/of accountteam een advies op met betrekking tot de account. De (junior) accountmanager stelt op basis van de klant-, product- en/of marktinformatie en de accountanalyse accountplannen op met betrekking tot zijn accounts. In het accountplan beschrijft hij op welke wijze hij (de DMU van) de account gaat bewerken. Hij geeft aan welke stappen hij gaat ondernemen om de account aan zich te binden en/of de omzet bij de account te verhogen. Hij stemt deze activiteiten af met het verkoopplan. Ook het beoogde resultaat van zijn activiteiten beschrijft hij in het accountplan. Verder legt hij (eerder) gemaakte afspraken met (betrekking tot) de account vast in het accountplan.
25
De (junior) accountmanager coördineert de uitvoering en bewaakt de voortgang van de accountplannen. Hij zorgt ervoor dat de plannen omgezet worden in concrete acties. Daar waar nodig geeft hij gerichte opdrachten aan c.q. verdeelt hij de werkzaamheden in het accountteam, zodat de geplande activiteiten uitgevoerd worden. Zo bewaakt hij de relatiecontactmomenten, zodat de account conform planning bezocht c.q. benaderd wordt. Hij bewaakt of planningen worden gehaald en stuurt bij afwijkingen bij. Hij rapporteert in het accountteam over de voortgang van de accountplannen en legt hierover verantwoording af aan zijn leidinggevende. Hij evalueert met het team de uitgevoerde verkoopactiviteiten en doet samen met het team verbetervoorstellen hiervoor.
K2: Voert het verkooptraject uit De (junior) accountmanager bepaalt samen met het accountteam op basis van het accountplan, het accountprofiel en/of eerdere gesprekken de concrete verkoopactiviteiten richting de account. Zo wordt in gezamenlijkheid de ‘deal’ voorbereid: het aanbod voor de account, de wijze van benadering van de DMU en de uitwerking van een propositie. De (junior) accountmanager benadert (potentiële) klanten op basis van het activiteitenplan, beschreven doelstellingen in het verkoopplan en/of naar aanleiding van promotionele acties. In het (kennismakings)gesprek presenteert hij de organisatie en (nieuwe) producten en verzamelt hij (aanvullende) informatie over de account. Hij kwalificeert de account en bepaalt of hij een vervolggesprek/-actie wil. Indien dit het geval is overtuigt hij de account van het belang van een vervolggesprek/-actie. De (junior) accountmanager voert een (face-to-face) verkoopgesprek met een klant. In het gesprek achterhaalt hij de specifieke behoeften en wensen van de klant en verbindt hieraan de mogelijkheden van het (nieuwe) producten- en/of dienstenassortiment. Op basis van productkennis 26
beantwoordt hij vragen over de toepassing, eigenschappen en verwerking van het product/de dienst. Ook adviseert hij de klant over het product/de dienst, weegt alternatieven af voor de klant, speelt in op koop- en weerstandsignalen en vraagt tot slot of de verkoop gesloten kan worden, een offerte en/of order opgesteld kan worden. Waar mogelijk past hij bijverkoop toe. Wanneer hij de vragen van de klant niet voldoende kan beantwoorden, schakelt hij de hulp van een collega of leidinggevende in. Het klantcontact en de gemaakte afspraken legt hij vast in het systeem en hij informeert collega’s zo nodig over relevante zaken uit het klantcontact. De (junior) accountmanager voert binnen het verkooptraject verschillende verkoopgesprekken met de DMU van een account/de organisatie. In deze gesprekken inventariseert en analyseert hij organisatieprocessen en mogelijke knelpunten voor de organisatie, onderzoekt verbetermogelijkheden of oplossingen voor de account en bepaalt op basis daarvan (in overleg met het accountteam) een waardepropositie. Hij hanteert koopgedragmodellen om in te kunnen spelen op koop- en weerstandssignalen van de DMU van een account/de organisatie. Hij bespreekt de voorstellen, propositie en/of het aanbod met de account. Hij doet dit mogelijk aan de hand van een uitgewerkte offerte. In het gehele traject beantwoordt hij vragen, geeft hij informatie en denkt hij met de account mee over de toepassing van het product/de dienst. Wanneer nodig, informeert hij andere betrokkenen in de organisatie van de account over het product/de dienst om deze te enthousiasmeren dan wel te kijken naar mogelijke knelpunten. In zijn eigen organisatie gaat hij na in hoeverre het product/de dienst op maat gemaakt kan worden. Hij kijkt met het accountteam bij elke stap naar de vervolgstap in het traject. Hij vraagt op het juiste moment in het traject naar de order of besluit het traject af te breken. Met het accountteam kijkt hij naar de juiste wijze van uitlevering van het product/ de dienst. De (junior) accountmanager stelt op basis van de beschikbare gegevens van de account een commercieel aantrekkelijke en technisch goed opgestelde offerte op of hij geeft deze gegevens door 27
aan de collega in de binnendienst, zodat deze de offerte op kan stellen. Voor het zelf opstellen van de offerte voert hij calculaties uit en neemt hij in de offerte de prijs-, leverings- en betalingsvoorwaarden op. Voordat hij de offerte uitbrengt laat hij deze controleren door een collega in de binnendienst op uitvoerbaarheid en correctheid. Hij licht de offerte toe aan de account en bewaakt de offertetermijn. Indien nodig neemt hij contact met de account op en vraagt of hij de offerte kan omzetten in een order. Indien de account de order plaatst, verwerkt hij deze in het systeem of laat dit doen door de collega in de binnendienst. De (junior) accountmanager onderhandelt met de account, wanneer de account niet direct met de offerte instemt. Vooraf bepaalt hij met zijn leidinggevende/collega’s de onderhandelingsruimte en maakt hij een inschatting van de risico’s voor de relatie met de account. Tijdens de onderhandeling verdedigt hij de offerte of het aanbod door de calculaties toe te lichten en de account te wijzen op de gunstige prijs/kwaliteitverhouding. Binnen de gegeven kaders onderhandelt hij door de eisen van de account te wegen en te zoeken naar kansen om het eens te worden. Op het juiste moment in de onderhandeling vraagt hij of hij van de offerte/het aanbod een order kan maken. De (junior) accountmanager begeleidt in voorkomende gevallen het uitlevertraject bij de account. Hij neemt na de uitlevering contact op met de klant of bezoekt hem. Hij informeert naar de ingebruikname van het product/de dienst, stuurt bij indien nodig of beantwoordt vragen van de klant. Hij informeert tevens naar de tevredenheid van de klant over het verkooptraject en stelt eventueel verbeterpunten voor verdere samenwerking vast. Hij onderzoekt cross- en upsellingmogelijkheden en maakt een vervolgafspraak om deze met de account te bespreken. De (junior) accountmanager stuurt tijdens het verkooptraject collega’s aan. Hij bewaakt of afspraken worden nagekomen en activiteiten worden uitgevoerd. Hij kijkt voortdurend wat de resultaten van de activiteiten zijn om tijdig bij te sturen wanneer de resultaten blijken tegen te vallen. Hij past het
28
traject aan om beter aan te sluiten bij de account en communiceert zijn bevindingen met het accountteam. Tot slot sluit hij het verkooptraject af en rapporteert hierover aan zijn leidinggevende.
K3: Bouwt relaties op en onderhoudt ze De (junior) accountmanager signaleert klachten in contact met accounts. Deze informatie gebruikt hij om verbetervoorstellen te doen aan zijn leidinggevende ten aanzien van het product/dienstenpakket, de serviceverlening of bedrijfsprocessen. Hij ontvangt ook specifieke klachten van accounts. Hij neemt de klacht in behandeling, toont begrip voor de account en stelt vragen aan de account om de oorzaak en/of ontevredenheid te achterhalen. Hij registreert de klacht en bijbehorende informatie, informeert de account over de verdere afhandeling en maakt met de account afspraken over de wijze van afhandeling. Bij de afhandeling van de klacht betrekt hij, indien nodig, collega’s/leidinggevende. Hij gaat na verloop van tijd na of de klacht inderdaad naar tevredenheid is afgehandeld. De (junior) accountmanager voert op basis van het verkoopplan promotieactiviteiten uit. Zo coördineert hij het opstellen en versturen van mailings en promotieaanbiedingen, bereidt stands op (regionale) beurzen voor en verzorgt seminars. Ook bemant hij stands, bezoekt zelf beurzen en hij spreekt met accounts op de beurs af. Op verzoek ondersteunt hij accounts bij hun promotieactiviteiten. De (junior) accountmanager fungeert als het (eerste) aanspreekpunt voor de accounts en voor collega’s die vragen over/voor deze accounts hebben. Hij zoekt accounts met grote regelmaat op om het contact ‘warm te houden’, service te verlenen (niet direct gerelateerd aan de verkoop) en te informeren naar de gang van zaken bij de account en naar de tevredenheid over de samenwerking. Met behulp van CRM-tools bereidt hij zich voor op deze contacten. Tijdens deze contacten informeert hij accounts gericht over ontwikkelingen naar aanleiding van mailings en aanbiedingen. Hij neemt de 29
tijd om te luisteren naar de account om te horen of er nog kansen zijn om te verkopen aan de account. Ook onderzoekt hij mogelijkheden om zijn netwerk binnen de organisatie van de account te vergroten door contacten aan te gaan met andere leden van de DMU. Hij ontplooit (nieuwe) activiteiten om de account meer voor zich te winnen. De (junior) accountmanager werkt verder aan een diepterelatie met de account door de relatie met de account op zowel het zakelijke als persoonlijke vlak te verdiepen en te verlevendigen. Zo speelt hij met incentives in op persoonlijke interesses van de account. Hij onderneemt met grote regelmaat activiteiten met de account op het persoonlijke vlak om de band te verstevigen.
30
E1. Verschillende examens
Een examen is een eindtoets die meetelt voor diplomering. In het examenplan staan alle examens die meetellen voor je diploma. Bij het Florijn College gebruiken we verschillende examenvormen. Hieronder vind je een korte toelichting bij iedere examenvorm. Praktijkexamen of Proeve van bekwaamheid (PE) Een proeve van bekwaamheid is een praktijkexamen waarin je laat zien dat je een kerntaak beheerst. Het examen vindt plaats in je stagebedrijf of in een simulatie op school. Je wordt beoordeeld op wat je laat zien en de producten die je hebt gemaakt. Theorie-examen (TE) Het theorie-examen is een examen om je vakkennis te beoordelen. Het gaat om kennis die belangrijk is voor de uitoefening van het beroep en die je nodig hebt om je proeve goed te kunnen afsluiten. Centrale examens Nederlands en Rekenen (COE) Voor de onderdelen Nederlands Lezen en Luisteren is er een verplichte centraal examen van het CITO. De examens worden digitaal afgenomen in een aantal computerlokalen van het Florijn College. De examens bestaan uit teksten en filmpjes met multiple choice vragen. Voor rekenen bestaat het centrale examen uit de onderdelen Getallen, Verhoudingen, Verbanden en Meten en Meetkunde.
31
Instellingsexamens Nederlands (IE-S en IE-M) Het Florijn College heeft eigen examens voor de vier onderdelen Schrijven, Taalverzorging en begrippenlijst, Spreken en Gesprekken Voeren. Deze examens zijn schriftelijk (open en gesloten vragen, opdrachten en multiple choice) en mondeling (bijvoorbeeld een klantgesprek of presentatie). Examens Moderne vreemde talen (MVT-S en MVT-M) Voor Engels zijn de examens gericht op de vaardigheden Luisteren, Lezen, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. De examenvormen zijn vergelijkbaar met die van Nederlands. Examens Loopbaan en Burgerschap (BuCo) Bij je studieloopbaangesprekken wordt aandacht besteed aan het onderdeel Loopbaan. Er is geen apart examen voor dit onderdeel. Bijzonder voor het onderdeel Burgerschap is dat de examens je ontwikkeling meten. Je toont met werkstukken, opdrachten en presentaties aan dat je je verdiept hebt in een onderwerp en wat je hebt geleerd. Het gaat hierbij om kennis, inzicht en bewustzijn, en ook hoe je je gedraagt en functioneert. De vier onderdelen voor burgerschap zijn: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap. Een overzicht van al deze examens, tref je verderop aan in het Examenplan.
32
Hulpmiddelen bij examens Afhankelijk van de examenvorm mag je gebruik maken van hulpmiddelen zoals bijvoorbeeld een rekenmachine. Op het voorblad van ieder examen worden toegestane hulpmiddelen vermeld. Belangrijkste hulpmiddelen zijn de rekenmachine (R), het woordenboek (W), de hoofdtelefoon (H) en hulpmiddelen bij praktijkexamens (P). Meer informatie over hulpmiddelen vind je terug op de website in de bijlage ‘Hulpmiddelen bij examens’. Voor studenten met een beperking kunnen speciale hulpmiddelen worden toegestaan. Ook is er toetstijdverlenging mogelijk. Je vraagt dit aan bij de zorgcoördinator. De examencommissie beslist welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een daisyspeler of computer. Je krijgt hiervoor een speciaal pasje dat je tijdens het examen moet tonen aan de surveillant.
33
E2. Examenplan
Examenplan cohort 2015 Naam opleiding Junior accountmanager
Niveau
Leerweg
Cohort
Crebo
Startdatum
Studiejaar diplomering
Kwalificatiedossier
Kwalificatieeisen L&B
Vaststellingsdatum examenplan
4
☒ BOL ☐ BBL
2015
93802
1/8/2015
2017-2018
Manager handel 2015
Brondocument 2012
1/6/2015
Weging examens
Resultaat
1
180
3
x
x
1
1-dec
FEM1MPO-10
PE
Project marktonderzoek
1.5
1
5 dg
3
x
x
1
1-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
1.5
Plaats afname
Thema examen marketingplanning
Titel examen
Duur examen
TE
Vorm
Periode afname
FEM1MPSO-10
Examencode
Kerntaken/ werkprocessen
Beoordelaar school
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1 Onderzoekt de markt en maakt planen
34
FEM2MASO-10
TE
Thema examen Verkoopplan
1.7, 1.8
7
180
3
x
x
1
1-dec
FEM2MAPO-10
PE
Project Verkoopplan
1.7, 1.8
7
5 dg
3
x
x
1
1-dec
FEBEACSO-10
TE
Thema examen financiering JAM
1.6
9
180
3
x
x
1
1-dec
FEPEFBMO-10
PE
1.10, 1.12
9
30
3
x
x
1
1-dec
FEPEWSGO-10
PE
1.9
10
120
3
x
x
1
1-dec
FEBEBPPO-10
PE
Project Businessplan
1.6
10
5 dg
3
x
x
1
1-dec
FEM4MASO-10
TE
Thema examen Operationele planning JAM
1.3
10
180
3
x
x
1
1-dec
FPVBJAMGO-10
PE
Proeve van Bekwaamheid PvB-2
alle
10
2 dg
3
x
x
9
1-dec
Voeren van functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken Personeelswerving Advertentie opstellen en selectiegesprek
Slaag-/zakregeling: bovenstaande examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten met uitzondering van de Proeve van bekwaamheid die moet minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer (KT2) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens en moet minimaal een 6 zijn (0-dec).
35
Weging examens
Resultaat
2
180
3
x
x
1
1-dec
FEORPRPO-10
PE
Project Ordertraject in de praktijk
2.8, 2.9
2
5 dg
3
x
x
1
1-dec
FETACQSO-10
TE
Thema examen Telefonische acquisitie
2.3, 2.5, 2.6
4
180
3
x
x
1
1-dec
FEWACQPO-10
PE
Projectopdracht website bouwen
2.2
4
5 dg
3
x
x
1
1-dec
FEPACQSO-10
TE
Thema examen Persoonlijke acquisitie
2.1
8
180
3
x
x
1
1-dec
FEPACQPO-10
PE
Project Presentatiemap
2.1
8
5 dg
3
x
x
1
1-dec
FEPACQSI-10
PE
Verkoopgesprek
2.2, 2.3, 2.4, 2.6
8
180
3
x
x
1
1-dec
FELEGVSI-10
PE
Praktisch leidinggeven
2.9
9
1 dg
3
x
x
1
1-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
2.1, 2.5
Plaats afname
Thema examen inkoop
Titel examen
Duur examen
TE
Vorm
Periode afname
FEORINSO-10
Examencode
Kerntaken/ werkprocessen
Beoordelaar school
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 2 Voert het verkooptraject uit
36
Slaag-/zakregeling: bovenstaande examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten. Het kerntaakcijfer (KT2) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens en moet minimaal een 6 zijn (0-dec).
37
Beoordelaar school
Weging examens
Resultaat
x
x
1
1-dec
3.2
3
5 dg
3
x
x
1
1-dec
Project opdracht Sales management
3.1, 3.2, 3.4
9
5 dg
3
x
x
1
1-dec
PE
Project CRM
3.1, 3.2, 3.4
10
5 dg
3
x
x
1
1-dec
PE
Proeve van Bekwaamheid 2 PvB-2
3.1, 3.2, 3.4
10
2 dg
3
x
x
4
1-dec
BPV
School
Beoordelaar beroepspraktijk
3
Plaats afname
180
Duur examen
3
Titel examen
Periode afname
3.1, 3.2
Vorm
Kerntaken/ werkprocessen
Examencode
Aantal gelegenheden
Beroepsgerichte examens
Kerntaken en werkprocessen Kerntaak 3 Bouwt relaties op en onderhoudt ze FEM2VTSO-10
STE
Thema examen verkooptechniek
FEM2OBPO-10
PE
Project Organisatie beurs
FEBEACPO-10
PE
FEMCRMPO-10 FPVBJAMGO-10
Slaag-/zakregeling: bovenstaande examens dienen met minimaal een 4,0 zijn afgesloten met uitzondering van de Proeve van bekwaamheid die moet minimaal met een voldoende zijn afgesloten (>=5,5). Het kerntaakcijfer (KT2) is het gewogen gemiddelde van alle bovenstaande examens en moet minimaal een 6 zijn (0-dec).
38
Vorm
Vaardigheid
Niveau examen
Periode afname
Duur examen
Aantal beoordelaars
Aantal gelegenheden
Weging examens
Resultaat
Beroepsgerichte eisen talen
FENLEB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels lezen
B1
10
60
1
3
1
1-dec
FENLUB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels luisteren
B1
10
60
1
3
1
1-dec
FENSPB1d
MVT-M
Beroepsgericht Engels spreken
B1
10
30
2
3
1
1-dec
FENGEB1d
MVT-M
Beroepsgericht Engels gesprekken voeren
B1
10
30
2
3
1
1-dec
FENSCB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels schrijven
B1
10
60
1
3
1
1-dec
Examencode
Engels
Slaag-/zakregeling: voor beroepsgericht Engels wordt het cijfer van de examens gemiddeld tot één heel eindcijfer. Dit eindcijfer moet tenminste een 6 zijn. De afzonderlijke examencijfers mogen niet lager dan 4,0 zijn.
39
Examencode
Vorm
Vaardigheid
Niveau examen
Periode afname
Duur examen
Aantal beoordelaars
Aantal gelegenheden
Weging examens
Resultaat
Generieke examens Nederlands
FNELL3FCOE
COE
Lezen en luisteren
3F
10
120
-
3
1
1-dec
FNESP3Fd
IE-M
Spreken
3F
10
30
2
3
1
1-dec
FNEGE3Fd
IE-M
Gesprekken voeren
3F
10
30
2
3
1
1-dec
FNESC3Fd
IE-S
Schrijven
3F
10
120
1
3
1
1-dec
FNEBE3Fd
IE-S
Taalverzorging/begrippenlijst
3F
10
120
1
3
1
1-dec
Slaag-/zakregeling: Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. Voor alle instellingsexamens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn.
40
Examencode
Vorm
Vaardigheid
Niveau examen
Periode afname
Duur examen (min)
Aantal beoordelaars
Aantal gelegenheden
Weging examens
Resultaat
Generieke examens Engels
FENLEB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels lezen
B1
10
60
1
3
1
1-dec
FENLUB1d
MVT-S
Beroepsgericht Engels luisteren
B1
10
60
1
3
1
1-dec
FENSPA2d
MVT-M
Beroepsgericht Engels spreken
A2
10
30
2
3
1
1-dec
FENGEA2d
MVT-M
Beroepsgericht Engels gesprekken voeren
A2
10
30
2
3
1
1-dec
FENSCA2d
MVT-S
Beroepsgericht Engels schrijven
A2
10
90
1
3
1
1-dec
Slaag-/zakregeling: Voor generiek Engels wordt het cijfer van alle examens gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel generiek Engels. Dit eindcijfer moet ten minste een 5 zijn. Voor alle examens geldt dat je een 4,0 of hoger dient te behalen. Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één een 5 zijn, de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn.
41
Resultaat
Rekenen
Weging examens
COE
Aantal gelegenheden
FRE3FCOE
Aantal beoordelaars
Vaardigheid
Duur examen
Vorm
Periode afname
Examencode
Niveau examen
Generieke examens Rekenen
3F
10
120
-
3
1
0-dec
Slaag-/zakregeling: Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, Rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. LET OP: bij het schrijven van deze OER is nog niet precies bekend hoe de slaag/zak-regeling er definitief uit zal zien. Indien de regeling anders wordt dan hierboven, word je hierover geïnformeerd door de examencommissie.
42
Loopbaan en Burgerschap Examencode
Onderwerp
Loopbaan
Capaciteitenreflectie, Motievenreflectie, Werkexploratie, Loopbaansturing, Netwerken
FEFITHDO
Vitaal burgerschap
FEDNSVDO
Sociaal domein
FEKREADO FEPMPPDO
Naam kwalificerende opdracht
Periode
Weging
Resultaat
lob
1 t/m 12
1
Voldaan–Niet voldaan
vitaal leven
2
1
Voldaan–Niet voldaan
mijn netwerk
3
1
Voldaan–Niet voldaan
Economisch domein
mijn financieel leven
4
1
Voldaan–Niet voldaan
Politiek domein
mijn politieke keuzes
7
1
Voldaan–Niet voldaan
Slaag-/zakregeling: voor iedere afzonderlijke dimensie is aan de inspanningsverplichting voldaan.
43
Beroepspraktijkvorming Onderdeel
Onderwerp
Periode
Weging
Resultaat
FBCIBHBO
BPV periode 1
5 en 6
1
OnvoldoendeVoldoende
FEBCIKVAK
Uren periode 1*
648 klokuren
1
Voldaan–Niet voldaan
FEBP11_12BH
BPV periode 2
11 en 12
1
OnvoldoendeVoldoende
FEBP11_12K
Uren periode 2*
684 klokuren
1
Voldaan–Niet voldaan
Slaag-/zakregeling: de stages zijn met een voldoende beoordeeld en er is aan het aantal vereiste uren voldaan.
* Bij maatwerktraject kan in overleg afgeweken worden van de norm.
44
E3. Inzien examens, herkansing en vrijstelling aanvragen
Inzien examens Je hebt het recht op inzage van je examenwerk. Ook kan je een toelichting vragen op de beoordeling. In de bijlage ‘Inzien en bespreken examen en beoordeling’ op de website van het Florijn College lees je
binnen welke termijn je inzage kan aanvragen;
hoe je inzage kan aanvragen bij het examenbureau.
Herkansingen Je hebt recht op minimaal 1 herkansing van ieder examen. Waar mogelijk kan je 2 keer herkansen. Het aantal gelegenheden is aangegeven in het examenplan. In de ‘Herkansingsregeling’ op de website van het Florijn College lees je
wanneer je in aanmerking komt voor een herkansing;
hoe je een herkansing kan aanvragen bij het examenbureau.
Vrijstellingen Het kan zijn dat je in een voorgaande opleiding resultaten hebt behaald die je recht geven op een vrijstelling. De examencommissie kan je vrijstelling verlenen. In de ‘Vrijstellingsregeling’ op de website van het Florijn College lees je
45
wanneer je mogelijk in aanmerking komt voor een vrijstelling;
hoe je een vrijstelling kan aanvragen bij de examencommissie.
E4. Klachten, bezwaar en beroep bij examens
Klacht over examinering Wanneer je een klacht hebt over een examen of de manier waarop het examen is afgenomen, kan je een brief schrijven aan de examencommissie. De examencommissie zal je klacht onderzoeken. Mogelijk word je uitgenodigd om je klacht toe te lichten. De examencommissie beslist of en wat er moet gebeuren. Je wordt via je e-mailadres van school over de beslissing geïnformeerd. Procedure voor bezwaar en beroep Het kan voorkomen dat je het niet eens bent met de uitslag van een examen of de manier waarop je bent beoordeeld. In dat geval dien je binnen 14 dagen na de bekendmaking van de einduitslag schriftelijk te melden bij de examencommissie (via STIP). Dit geldt alleen voor de examens, dus niet voor andere vormen van beoordeling tijdens het studietraject. Voor die gevallen ga je met je bezwaren naar je afdelingsmanager. In de ‘Procedure bezwaar en beroep’ op de website van het Florijn College lees je
46
Hoe je bezwaar aan kan tekenen bij de examencommissie;
Hoe je in beroep kan gaan bij de Commissie van Beroep van ROC West-Brabant.
B1. Begeleiding bij het leren
Studieloopbaanbegeleiding Iedere student heeft een studieloopbaanbegeleider (SLB) die je helpt tijdens je opleiding. Regelmatig ga je met je klas, in een groepje of individueel in gesprek. De studieloopbaanbegeleider ondersteunt je bij het verwezenlijken van je doelen. De begeleiding is gericht op de korte termijn (studiesucces) en de lange termijn (loopbaansucces). Je krijgt inzicht in je persoonlijkheid (wie ben ik), in je drijfveren (wat vind ik belangrijk, wat wil ik) en je capaciteiten (wat kan ik al en wat nog niet). Doel van de begeleiding is dat je:
47
inzicht hebt in je eigen vermogens;
keuzes kan maken en achter deze keuzes staat;
leert doelgericht te werken aan je toekomst;
zelfstandig bent;
je verantwoordelijk voelt en proactief bent;
zelfvertrouwen hebt;
je een belangrijk onderdeel voelt van onze veelkleurige samenleving;
je het maximale uit je (school)carrière haalt;
je goed voorbereid bent op toekomstig werk of vervolgopleiding;
je regisseur bent van je eigen leven.
Je studieloopbaanbegeleider helpt je bij het behalen van deze doelen. De taken van de studieloopbaanbegeleider zijn:
Oplossingsgericht begeleiden;
Ontwikkelen van studievaardigheden;
Volgen van je aanwezigheid, prestaties en gedrag;
Begeleiden bij problemen en waar nodig doorverwijzen naar zorgbegeleiding;
Loopbaanbegeleiding, helpen bij keuzes maken voor (vervolg)opleiding of werk;
Uitstroombegeleiding en nazorg.
In je begeleidingsdossier worden afspraken vastgelegd en wordt je studievoortgang, begeleiding en aanwezigheid bijgehouden. Als er zaken zijn die het studeren moeilijk maken (bv. een beperking of privéproblemen), dan kan je studieloopbaanbegeleider je doorverwijzen naar het zorgteam.
48
B2. Zorgbegeleiding
Begeleiding door de Trajectbegeleider zorg Er zijn verschillende problemen die een negatieve invloed kunnen hebben op je studieresultaten. Het gaat dan om bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, motivatieproblemen en sociaal-emotionele problemen. Als je bijvoorbeeld gepest wordt of er gebeuren dingen in je privéleven die je heel erg raken. Alles wat je het leren erg moeilijk maakt kun je bespreken met de Trajectbegeleider Zorg van je opleiding. De trajectbegeleider zorg beoordeelt of je hulpvraag door het team kan worden begeleid of dat er meer hulp nodig is. Samen met de zorgcoördinator van het Florijn College wordt dan naar een goede oplossing gezocht. Begeleiding door het zorgteam De zorgcoördinator van het Florijn College vormt samen met de trajectbegeleiders zorg het intern zorgteam. Voor problematiek die door het Zorgteam niet (of niet voldoende) kunnen worden opgevangen, kan via de zorgcoördinator een doorverwijzing plaatsvinden naar de Schoolmaatschappelijk werker, het Service Centrum Studie & Beroep of externe zorgbegeleiding. Meer informatie over zorgbegeleiding vind je op de website in brochure ‘Als het even tegen zit’. Indien je een gerichte ondersteuningsvraag hebt, dan worden voordat je aan je opleiding begint afspraken gemaakt met de zorgcoördinator.
49
B3. Leerplicht, kwalificatieplicht en aanwezigheid
Leerplicht en kwalificatieplicht Leerplicht geldt tot het einde van het schooljaar waarin je 16 jaar bent geworden. Na het laatste schooljaar van de leerplicht begint de kwalificatieplicht voor kinderen die nog geen startkwalificatie hebben gehaald. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo-diploma (niet niveau 1). Met de kwalificatieplicht wordt de leerplicht verlengd tot de dag dat je een startkwalificatie hebt gehaald, of tot de dag dat je 18 jaar wordt. Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Leerplichtinformatie’. Aanwezigheid Je aanwezigheid wordt met behulp van je schoolpas geregistreerd in ‘Pars’. Je krijgt bij aanvang van je studie uitleg over het systeem en over de eisen die er aan je aanwezigheid worden gesteld. De studieloopbaanbegeleider let op je aanwezigheid. Indien je vaak te laat bent of ongeoorloofd afwezig bent, moet de school hiervan verplicht melding maken bij de kwalificatieplichtambtenaar en bij DUO. De werkwijze en eisen die er aan aanwezigheid worden gesteld, kun je terugvinden op de website in de bijlage ‘Verzuim en consequenties daarvan’.
50
B4. Veiligheid, gedrag en vertrouwenspersoon
Veiligheid en gedrag In de economische beroepen is het werken over de grenzen en met verschillende culturen een gegeven. We zien de veelkleurigheid en diversiteit van de wereld om ons heen dan ook als een kans. In de missie van het Florijn College staat: ‘Studenten opleiden tot succesvolle wereldburgers die een tastbare bijdrage leveren aan handel en zakelijke dienstverlening’. Dat betekent in de praktijk dat we elkaar serieus nemen en met respect behandelen. Onderlinge bedreigingen en pesten worden niet getolereerd. We bestrijden discriminatie op basis van verschillende culturele/etnische herkomst of seksuele geaardheid. Regels over leef- en werkomgeving en onderwijs vind je op de website in het ‘Deelnemersstatuut’ en in de ‘Schoolregels’. Veiligheid en calamiteiten We hebben allemaal een actieve rol in de veiligheid in en buiten het schoolgebouw. In de introductieweek krijg je instructies over wat je moet doen bij calamiteiten. Met de studieloopbaanbegeleider loop je naar de verzamelplaats waar iedereen naar toe moet bij een ontruiming. Tijdens je studie doe je ook mee aan een ontruimingsoefening. De instructie voor ontruimingen ‘Calamiteitenflyer locatie W33’ kan je vinden op de website.
51
Vertrouwenspersoon Je kunt altijd hulp krijgen van de vertrouwenspersoon als je te maken hebt gekregen met ongewenste intimiteit (bijvoorbeeld een vernederende grap of ongewenst lichamelijk contact) of andere zaken die je erg raken. De vertrouwenspersonen, mevrouw Liesbeth Joris en de heer Bart Edwards van Muijen, hebben een zwijgplicht. Ze zijn op school te bereiken onder nummer (076) 530 88 00.
52
B5. Inspraak en klachten over het onderwijs en de organisatie
Inspraak Op verschillende manieren word je betrokken bij de verbetering van ons onderwijs. Jaarlijks vinden er enquêtes en onderzoeken plaats. Om het jaar is er een grote enquête (JOB-enquête) die door alle studenten van het Florijn College wordt ingevuld. Daarnaast worden er panelgesprekken met studenten georganiseerd over bepaalde thema’s. In de studentenraad spreken studenten met de directie over belangrijke ontwikkelingen. Al deze informatie wordt gebruikt om het onderwijs en onze organisatie te verbeteren. Meer informatie vind je op onze website in de bijlage ‘Studentenraad’. Klachten Op een school met ongeveer 1700 studenten gaat ook wel eens wat fout. Dat vinden we natuurlijk heel vervelend, maar we weten ook dat het niet uit te sluiten valt. We proberen problemen uiteraard goed op te lossen. We kijken wat we kunnen doen om fouten in de toekomst te voorkomen. Heb je een serieuze klacht die te maken heeft met het onderwijs of de organisatie van het Florijn College, dan kun je dat in eerste instantie melden bij je studieloopbaanbegeleider. Die kan reageren op je klacht en helpen het probleem op te lossen. Kom je er op die manier niet uit, dan kun je gebruikmaken van de klachtenprocedure. De ‘Klachtenprocedure’ vind je terug op de website. Klachten over examinering dien je in bij de examencommissie (zie E4).
53