OPEN JE HANDEN
Stille week boekje 2015 Vredeskerk Katwijk aan Zee
INLEIDING De stille week is een week van bezinning op het lijden van Christus waarin we met elkaar toe leven naar Pasen. Met Pasen vieren wij de verzoening tussen God en mensen, alle leed en schuld is door Jezus weggedragen, en ook de dood heeft het laatste woord niet meer. Dit geschenk mogen wij ontvangen door onze handen te openen en uit te strekken naar de Heer. Het jaarthema van 2015 is: ‘Vieren en verbinden’. Naast de gezamenlijke kerkdiensten, willen wij in de stille week met elkaar verbonden zijn door middel van dit boekje. Het boekje bevat overdenkingen, vragen en liturgieën van de kerkdiensten in de stille week. Daarnaast willen wij u/jou uitnodigen om aansluitend samen het Paasfeest te vieren! In dit boekje staan enkele opdrachten speciaal voor de kinderen opgenomen. Wij willen u vragen om de uitwerking hiervan middels reacties of foto’s te delen op onze Facebook pagina Vredeskerk Katwijk aan Zee, om zo uiting te geven aan onze verbondenheid. Uiteraard zijn overige reacties of overdenkingen ook van harte welkom. Wij wensen u een goede en gezegende periode van bezinning en voorbereiding toe. Kerkdiensten in de stille week: Palmzondag Witte Donderdag Goede Vrijdag Stille Zaterdag Paasmorgendienst
29 maart 2 april 3 april 4 april 5 april 2
-
10:00 uur 19:30 uur 19:30 uur 19:30 uur 10:00 uur
STILLE WEEK
In de stille week en de veertigdagentijd proberen we de schriftlezingen uit een evangelie te kiezen. Dit jaar lezen we uit het evangelie van Johannes. Johannes ordent zijn informatie in zijn beschrijving van het leven van Jezus anders dan de andere evangelisten. Hij vertelt alle wonderen en het publieke optreden van Jezus in de hoofdstukken 2-12. Vanaf hoofdstuk 13 gaat het over de laatste week van het leven van Jezus en Zijn opstanding. In tegenstelling tot Lukas, Markus en Mattheüs ziet Johannes het verhaal van het lijden en sterven van Jezus ook niet als Zijn vernedering. Johannes beschrijft dat de kruisiging van Jezus Zijn verhoging is. Het kruis is waar de weg van Jezus’ redding zichtbaar wordt. (Johannes vergelijkt dat in hoofdstuk 3:14 met de slang die de Israëlieten redding brengt in Numeri 21) Daarnaast ziet Johannes het kruis ook als de eerste trede die Jezus naar de hemel, de wereld van Zijn Vader brengt. De verheerlijking van Jezus begint in het evangelie van Johannes dus al aan het kruis!
3
PALMZONDAG In de dienst op Palmzondag stonden we stil bij de diepe profetische lading van de intocht van Jezus in Jeruzalem. We lazen de profeten Zacharia en Sefanja. Eens zal Jezus in zijn volle glorie opnieuw de stad Jeruzalem binnengaan en vrede brengen. Maar nu moest Jezus eerst zijn lijdensweg volbrengen voor zijn volk en voor de hele wereld. Tijdens de maaltijddienst stonden we stil bij de verbinding tussen Pesach en het lijden van Jezus. Welke tekst of gedachte heeft u op Palmzondag aangesproken?
4
PALMZONDAG ‘Handen die zalven, liefde die streelt’ Johannes 12 : 3a ‘Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie, zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar.’ Ubi Caritas et amor, Ubi caritas, Deus ibi est. Waar vriendschap is en liefde daar is God.
Taizé, psalm 133 Extra: Zoek dit lied op via youtube en beluister het als u de teksten leest en overdenkt. (u kunt de QR code gebruiken)
5
PALMZONDAG Lees nu langzaam: Johannes 12: 3 Door het hele huis hangt de bijzondere geur van nardusolie. Probeer al uw of jouw zintuigen te gebruiken om wat hier gebeurt te beschouwen. Probeer de zaal te zien waar de vrienden samen eten. Kijk aandachtig naar Maria’s handen die een kruikje kostbare nardusolie bij de voeten van Jezus neerzetten. Kijk naar haar terwijl ze bij zijn voeten knielt. Neem de tijd om alles wat Maria doet te zien wanneer zij de voeten van Jezus zalft: elke beweging, elke blik, elke aanraking van haar handen. De voeten van Jezus druipen van kostbare olie en Maria droogt ze met haar eigen haren af. Een gebaar van innige liefde. Lees nu langzaam: Johannes 12: 4-8 Kijk nu naar Jezus. Het intieme gebaar van de voetenzalving maakt het Hem duidelijk hoeveel Maria van Hem houdt. Zij wil graag dat Hij in leven blijft, maar zij begrijpt dat Hij de opdracht van Zijn Vader wil volbrengen. Zij houdt Hem niet vast. Door Zijn voeten met kostbare olie te zalven geeft zij alles wat ze is en wat ze bezit aan Hem. Zij wil Hem de kracht en de moed schenken om vastberaden Zijn weg te volgen. Een weg van totale zelfgave uit liefde. Kijk naar de reactie van Jezus na de voetenzalving. Hoe kijkt Hij naar Maria?
6
PALMZONDAG Wat deed dit verhaal met u of met jou? Deel in een kort gebed uw of jouw ervaring met de Here God of met Jezus. Nardusolie: Voor het zalven worden verschillende oliën gebruikt, bijvoorbeeld mirre en aloë. De Bijbel vermeldt nadrukkelijk dat de olie die Maria gebruikte een andere was, namelijk nardusolie. Deze bijzondere olie werd ingevoerd - alleen daarom al was ze zo duur. Maar waarom nardusolie? Nardusolie was in de eerste plaats een medicinale olie: tegen ontstekingen, bijvoorbeeld. Maar dat gebruik is niet de reden waarom de Bijbel de naam van de olie noemt. Nardusolie werd toegepast om haar werking tussen mensen: de olie versterkt onder meer de gevoelens van liefde en van nabijheid (Hooglied). Nardus wordt daarom ook gebruikt om de Geest van God mee aan te duiden.
7
PALMZONDAG - GEDICHT Weg zijn de dichte rijen wanneer de avond daalt. De kleed’ren op de keien zijn alweer weggehaald. De donk’re lege straten zijn plots’ling weer van steen, en hopeloos verlaten. Daar loopt Hij nu alleen Hij weet: nog drie, vier dagen en dit Jeruzalem zal Hem de poort uitjagen en roepen: “Kruisig Hem”. Vannacht rijst voor zijn ogen als in een kwade droom steeds weer dezelfde hoge en bladerloze boom. Als Hij zijn kruis zal dragen naar ’t kale Golgotha, vernederd en verslagen, wie loopt Hem dan nog na? Wie van die Hij bevrijdde uit pijn en angst en nood, wie wil er met Hem lijden in liefde tot de dood? Michel van der Plas ( 1927 – 2013)
KINDERMOMENTJE :) Maria giet lekker ruikende olie over Jezus’ voeten heen. In die tijd was dat heel bijzonder, aangezien die olie erg duur was. Alleen heel belangrijke mensen zoals priesters en koningen werden gezalfd. Jullie zijn voor elkaar ook belangrijk. Wrijf elkaars handen in met lekkere crème of olie.
8
MAANDAG Hij doet de rest “Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, dan zal je veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen”. Zonder Jezus in ons leven kunnen we niets doen, niets dat van waarde is. We hebben Hem nodig bij alles, bij iedere stap in ons leven. Alleen dan zetten we elke stap op de juiste plaats en gaan we de weg die God voor ons bedoeld heeft. Eigenlijk zou je het ook om kunnen draaien. Een leven zonder Jezus is een vruchteloos leven, een leven zonder doel of betekenis. We zijn er voor gemaakt om vrucht te dragen, net zoals een rank aan de wijnstok. Het is een natuurlijk proces. Als de rank niet verbonden is aan de wijnstok is hij niet in staat om vrucht te dragen. Zo afhankelijk zijn wij ook van Jezus, maar je kunt ook zeggen: zo sterk zijn wij door Hem. Van nature is de rank verbonden met de wijnstok, zo horen wij ook bij Jezus. Hij is onze steun en toeverlaat in alles, Hij is onze hoop en onze kracht. Door Hem kunnen we de vruchten voortbrengen die God in ons heeft gelegd. Onze taak is heel dicht bij Jezus te blijven, veilig te wandelen aan Zijn hand. Hij doet de rest.
9
DINSDAG Hogepriesterlijk gebed Johannes 17 wordt ook wel het hogepriesterlijk gebed genoemd. We zijn met de woorden in dit gebed getuige van een bijzonder moment in Jezus’ leven. Een intiem gesprek tussen de Zoon en de Vader. Vlak voordat de gebeurtenissen in een stroomversnelling zullen raken. Vlak voor de Via Dolorosa begint. De woorden van dit gebed zijn bewaard gebleven. Ze geven ons een bijzondere blik in de emoties en de strijd van onze Heer. Ze laten ons zien hoe nauw Hij verbonden is met Zijn Vader in de hemel. Jezus begint zijn gebed door voor zichzelf te bidden. Hij bidt of God Hem ook op het laatste deel van Zijn weg wil leiden. En of God Hem wil verheerlijken, zal verhogen als het moment daar is. Bij Johannes begint de verhoging en de verheerlijking van Jezus al aan het kruis. Want daar vindt het hoogtepunt van Jezus’ verlossing plaats. In de komende dagen zullen we daar samen verder bij stil staan en over nadenken. Na het gebed voor zichzelf bidt Jezus in dit moment ook voor zijn leerlingen die Hij straks zal achterlaten. Straks zullen zij achter blijven in de wereld en Hij zal niet meer steeds bij hen zal zijn. Hij vraagt God om hen te bewaren. Hij draagt hen als het ware op aan God, Hij doet voorbede voor hen.
10
DINSDAG Jezus weet wat er komen gaat, in de nabije en in de verre toekomst. Waarschijnlijk bidt Jezus voor Zijn leerlingen in de hof van Gethsemané. Terwijl zij verderop liggen te slapen. In dit moment van angst en verdriet, lukt het hen niet om wakker te blijven met Jezus. Hij heeft hen het gevraagd: “Alsjeblieft, blijf wakker met mij. Blijf bij mij. Waak met mij.” Maar Zijn smeekbeden zijn niet opgewassen tegen hun vermoeidheid. Ze vallen opnieuw in slaap. Jezus weet dat ze Hem ook straks in de steek zullen laten. Als Judas, de twaalfde discipel, terugkomt om Hem gevangen te nemen. Dan zullen ze wegvluchten bij Hem vandaan en Hem verraden. Nu slapen ze slechts. Toch bidt Jezus voor hen. Voor die slapende, kleingelovige vrienden. Hij beschuldigd hen niet. Hij leest hen niet de les. Nee, in gebed vertrouwt Hij hen toe aan Zijn Vader. Want hij wil niet dat ze het geloof zullen verliezen, als Hij straks niet meer het middelpunt van hun gezelschap zal zijn. Als de goede Herder van Zijn kudde zal worden weggenomen. Jezus weet dat Hij Zijn leerlingen na Zijn sterven opnieuw zal ontmoeten. Door alle verraad en lijden heen zullen ze samen een nieuwe start maken. Maar dan gaat Hij naar Zijn Vader. En de leerlingen blijven achter in een wereld vol haat. In een wereld vol tegenstand. Heer, bewaar hen, bidt Jezus. Zodat zij de woorden van het evangelie in de wereld zullen
11
DINSDAG kunnen verkondigen. Zodat ook anderen tot geloof zullen komen en gered zullen worden. Jezus bidt ook voor die anderen. Voor allen die door de verkondiging van de leerlingen tot geloof zullen komen. Hij bidt voor u, voor jou en voor mij. Daar in dat moment. Toen wij nog niet geboren waren, dacht Jezus aan ons. Vanaf vers 20 begint dat gebed. En overal waar Jezus daar voor “hen” bidt, zou je je eigen naam mogen invullen. In Zijn laatste momenten voor de weg van lijden, heeft Jezus voor ons gebeden. Voor de gelovigen van alle tijden en plaatsen. Ook voor de gelovigen nu, in Katwijk. Bewerking van de preek gehouden op 8 maart 2015. Ds. Cornelie Vreugdenhil
KINDERMOMENTJE :) Zet je handen op papier, maak er een omtrek van en knip die uit. Zo heb je van ieder gezinslid 2 handen. Schrijf op de handen waar je voor zou willen bidden en bevestig ze met nietjes aan een lijn als een echte gebedsslinger van jullie open handen.
12
WOENSDAG ‘Hou je van me?’ Gebaseerd op Johannes 21: 15-18 & 25-27. Toen ze gegeten hadden, sprak Jezus Simon Petrus aan: 'Simon, zoon van Johannes, heb je mij lief, meer dan de anderen hier?' Het moet voor Petrus een heel bijzondere ervaring zijn geweest. Na de verloochening was er iets geknapt. Petrus had tot drie keer toe gezegd dat hij Jezus niet kende en nu krijgt hij de gelegenheid om tot drie keer toe te zeggen dat hij van Jezus houdt. Hou je van me? De man zei: “Ik ken jou toch?” Ik zei: “ja ja, u kent mij maar al te goed.” En ik u ook. Ik heb u maar al te vaak gezien in de ogen van mensen die mij nodig hadden. Mensen voor wie ik niets gedaan heb, voegde ik er snel aan toe. (Je kunt het altijd nog maar beter zelf toegeven...) Het bleef een tijdje stil, waarin ik niet veel meer zag dan de neuzen van mijn schoenen. Als een kleine jongen bij de bovenmeester. Hij zei: “Hou je van me?” Ik zei: “nee, dat is nu net het probleem.” 13
WOENSDAG De waarheid is dat ik alleen liefheb als iemand tegen mij zegt: “ik hou van je.” ‘Dat klopt’, zeg ik dan, ik hou ook van mij. De waarheid is dat ik niet weet wat liefde is. De man vroeg nog een keer: “hou je van me?” Ja ,wat moest ik nog zeggen? Maar hij wachtte al niet meer op een antwoord Hij vroeg: “wat heb je liever?” Een kaartje waarmee je zonder problemen de hemel binnen kunt komen of het talent om lief te hebben? Nou, daar hoefde ik niet lang over na te denken... Bron: Vragen, vechten en verlangen, 40 dagen in 2014. Protestantse Pers en Oud- Katholieke kerk van Nederland.
14
WITTE DONDERDAG Niets aan de hand? Johannes 13: 8b Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ Jezus wast met de voeten van zijn leerlingen ook onze voeten. Hij geeft ons zo iets van Zijn zalving door, Hij betrekt ons bij Zijn gang naar het kruis. ‘Als je dit toelaat, kan je bij me horen’ zegt Jezus. Soms kom je op je eigen weg van lijden. Je kan je leven dan onaangedaan vervolgen, want er gebeuren nu eenmaal nare dingen en je doet alsof er verder niets aan de hand is... Op die manier houd je je leven in je eigen hand, blijf je de mens die je was. Maar je kan er ook anders in staan. Je kan het ook toelaten als onderdeel van je leven. Als iets wat ook bij je leven hoort. Je mag het zien als onderdeel van het leven van Christus geworden. Hij heeft je betrokken bij Zijn gang naar het graf. Hij heeft jouw voeten gewassen, hij heeft ze gewikkeld in zijn linnen doodsdoek en je hebt het toegelaten. Je bent met Hem mee gegaan in Zijn gang.
15
Jezus nodigt je uit, om jouw verdriet en de moeilijke dingen van jouw leven te zien als iets dat te maken heeft met Zijn lijden. Het is jouw manier om Zijn kruis te dragen en Zijn lijden is Zijn manier om jouw kruis te dragen. Hij nodigt je uit om jouw verdriet te zien als iets dat net als Zijn dood en lijden bij God terecht komt. Met de belofte dat hij het verzorgen zal, dat Hij je vernieuwen zal als een mens met pijn en met verdriet, maar wel als Zijn mens, door Hem hersteld en in Hem herrezen. Voetwassing In het spoor van exodus toonde Hij bevrijding in de minste van de minste slaaf te zijn ontdaan van alle macht het voorbeeld niet door hiërarchie bepaald. Hemelse liefde maakt het mogelijk in eenvoud vrij te zijn een keuze voor geluk die van een aardse plek een hemels huis bereidt.
Toon Mijn liefde (Opwekking 705)
Ger Martini
16
WITTE DONDERDAG - LITURGIE Intochtslied: ELB 241: 1 Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Stil gebed Bemoediging en groet Zingen: ELB 241:3 Wees stil, want de kracht van onze God daalt neer op dit moment. Gebed om de opening van het Woord en de nabijheid van de Heilige Geest Schriftlezing: Johannes 13:1-11 1 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. 2 Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. 3 Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, 4 stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om 5 en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. 6 Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ 7 Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je 17
nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ 8 ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’9 antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ 10 Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ 11 Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren. Verkondiging Zingen: ELB 118:1, 4 Hij kwam bij ons, heel gewoon. Lezing avondmaalsformulier Gebed Uitnodiging aan de eerste tafel Rondgang brood en wijn Lezen: Johannes 13:12-17 12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. 13 ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt. 18
Zingen: ELB 213:1, 2, 3 Ik wil jou van harte dienen. Uitnodiging aan de tweede tafel Rondgang van brood en wijn Lezen: Johannes 13:21-30 21 Nadat hij dit gezegd had werd Jezus diepbedroefd, en hij verklaarde: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie: een van jullie zal mij verraden.’ 22 De leerlingen keken elkaar aan en vroegen zich af wie hij bedoelde. 23 Een van hen, de leerling van wie Jezus veel hield, lag naast hem aan tafel aan, 24 en Simon Petrus beduidde hem dat hij moest vragen wie Jezus bedoelde. 25 Hij boog zich dicht naar Jezus toe en vroeg: ‘Wie, Heer?’ 26 ‘Degene aan wie ik het stuk brood geef dat ik nu in de schaal doop,’ zei Jezus. Hij doopte een stuk brood in de schaal en gaf het aan Judas, de zoon van Simon Iskariot. 27 Op dat moment nam de duivel bezit van Judas. Jezus zei: ‘Doe maar meteen wat je van plan bent.’ 28 Niemand aan tafel begreep waarom hij dit zei; 29 omdat Judas de kas beheerde, dachten sommigen dat Jezus bedoelde dat hij inkopen voor het feest moest doen, of dat hij iets aan de armen moest geven. 30 Judas nam het brood aan en ging meteen weg. Het was nacht. Zingen: Gezang 178:1, 4, 5 Jezus, om uw lijden groot. Uitnodiging aan de derde tafel Rondgang van brood en wijn Lezen: Johannes 18:1-2; 12; 25-27 19
1 Nadat Jezus dit alles gezegd had, ging hij met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidronbeek. Daar liep hij een olijfgaard in, met zijn leerlingen. 2 Judas, zijn verrader, kende deze plek ook, want Jezus was er vaak met zijn leerlingen samengekomen. 12 De soldaten met hun tribuun en de Joodse gerechtsdienaars grepen Jezus en boeiden hem. 25 Simon Petrus stond zich intussen nog steeds te warmen. ‘Ben jij soms ook een leerling van hem?’ vroegen ze. ‘Nee,’ ontkende Petrus, ‘ik niet.’ 26 Maar een van de slaven van de hogepriester, een familielid van de man van wie Petrus het oor had afgeslagen, zei: ‘Maar ik heb toch gezien dat je bij hem was in de olijfgaard?’ 27 Weer ontkende Petrus, en meteen kraaide er een haan. Zingen: Gezang 180:1, 2, 7 Gethsémane, die nacht moest eenmaal komen. Dankgebed Slotlied: Psalm 116:1, 2, 6 God heb ik lief, want die getrouwe Heer. Zegen
20
Goede vrijdag Johannes 18, 19 'Het is volbracht' Hij boog Zijn hoofd en gaf de geest. Dood is dood Hij is dood en begraven, al drie nachten lang in het graf. Hij die de mensen liet leven, die licht aan de duisternis gaf. Het is voorbij. Waarom? Waarom? Waarom juist Hij? Het was een mooie droom, maar alles stortte in. Want eenmaal dood is dood en niks heeft nu meer zin. Hij gaf hoop op iets beters. Hij zette het land op zijn kop. Hij die Jeruzalem in trok: Hosanna, een koning ten top! Het is voorbij. Waarom? Waarom ? Waarom juist Hij? Het was een mooie droom, maar alles stortte in. Want eenmaal dood is dood en niks heeft nu meer zin. 21
Maar we kunnen nu verder: We durven Jeruzalem in. Daar waar 't hosanna nog naklinkt. 't Liep dood, maar het is het begin. De dood voorbij. Daarom? Daarom? Daarom juist Hij! De droom komt toch nog uit. Het is een nieuw begin. Mijn ogen zien nu meer en alles krijgt weer zin. KINDERMOMENTJE :) Ken jij iemand die verdrietig is omdat er iemand pas overleden en begraven is. Wat zou jij voor hem of haar kunnen doen?
22
GOEDE VRIJDAG - LITURGIE Zingen: Gezang 181: 1, 2, 4, 6 Noem de overtreding. Stil gebed Votum en Groet Gebed Zingen: Psalm 22: 1, 4 Mijn God. Lezen: Johannes 18: 33 – 19: 5 33 Nu ging Pilatus het pretorium» weer in. Hij liet Jezus bij zich komen en vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ 34 Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?’ 35 ‘Ik ben toch geen Jood,’ antwoordde Pilatus. ‘Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd – wat hebt u gedaan?’ 36 Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap» bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ 37 Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ 38 Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’ Na deze woorden ging hij weer naar de Joden buiten. ‘Ik heb geen schuld in hem gevonden,’ zei hij. 39 ‘Maar het is bij u gebruikelijk dat ik met Pesach iemand vrijlaat – wilt u dat ik de koning van de
23
Joden vrijlaat?’ 40 Toen begon iedereen te schreeuwen: ‘Hem niet, maar Barabbas!’ Barabbas was een misdadiger. [19] 1 Toen liet Pilatus Jezus geselen. 2 De soldaten vlochten een kroon van doorntakken, zetten die op zijn hoofd en deden hem een purperen mantel aan. 3 Ze liepen naar hem toe en zeiden: ‘Leve de koning van de Joden!’, en ze sloegen hem in het gezicht. 4 Pilatus liep weer naar buiten en zei: ‘Ik zal hem hier buiten aan u tonen om u duidelijk te maken dat ik geen enkel bewijs van zijn schuld heb gevonden.’ 5 Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen mantel aan. ‘Hier is hij, de mens,’ zei Pilatus. Zingen: Gezang 183: 1, 2 Mijn goede herder is de Heer. Lezen: Johannes 19: 5 – 16 5 Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen mantel aan. ‘Hier is hij, de mens,’ zei Pilatus. 6 Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars hem zagen begonnen ze te schreeuwen: ‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Toen zei Pilatus: ‘Neem hem dan maar mee en kruisig hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.’ 7 De Joden zeiden: ‘Wij hebben een wet die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de Zoon van God heeft genoemd.’ 8 Toen Pilatus dat hoorde werd hij erg bang. 9 Hij ging het pretorium weer in en vroeg aan Jezus: ‘Waar komt u vandaan?’ Maar Jezus gaf geen antwoord. 10 ‘Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg Pilatus. ‘Weet u dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te kruisigen?’ 11 Jezus antwoordde: ‘De enige macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven. Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd heeft de meeste schuld.’ 12 Vanaf dat moment wilde Pilatus hem vrijlaten. Maar de Joden riepen: ‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van 24
de keizer, want iedereen die zichzelf tot koning uitroept pleegt verzet tegen de keizer.’ 13 Pilatus hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. 14 Het was rond het middaguur op de voorbereidingsdag van Pesach. Pilatus zei tegen de Joden: ‘Hier is hij, uw koning.’ 15 Meteen schreeuwden ze: ‘Weg met hem, weg met hem, aan het kruis met hem!’ Pilatus vroeg: ‘Moet ik uw koning kruisigen?’ Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere koning dan de keizer!’ 16 Toen droeg Pilatus hem aan hen over om hem te laten kruisigen. Zingen: Gezang 183: 3, 5 Geen duist’re schaduw van de dood. Lezen: Johannes 19: 17 – 30 Zij voerden Jezus weg; 17 hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota. 18 Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. 19 Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op ‘Jezus uit Nazareth, koning van de Joden’. 20 Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen. 21 De hogepriesters van de Joden zeiden tegen Pilatus: ‘U moet niet “koning van de Joden” schrijven, maar “Deze man heeft beweerd: Ik ben de koning van de Joden”.’ 22 ‘Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven,’ was het antwoord van Pilatus. 23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven 25
tot beneden. 24 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad».’ Dat is wat de soldaten deden. 25 Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. 26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ 27 en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. 28 Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ 29 Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. 30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. Stilte De Paaskaars wordt gedoofd Verkondiging Zingen: NLB 562 Ik wil mij gaan vertroosten. Gebeden Zingen: Gezang 182: 1, 3, 5 Jezus, leven van ons leven. Zegen We verlaten de kerk in stilte 26
STILLE ZATERDAG Doopgedachtenis In de vroege kerk werden nieuwe gelovigen in de paasnacht gedoopt. Er ging een jaar van doopcatechese (geloofsonderwijs) aan de doop vooraf. Juist in deze nacht waarin de gelovigen vanuit de dood van Jezus toeleefden naar Zijn opstanding, herdachten zij hoe ook zij in hun doop met Christus begraven zijn en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven. Ook wij staan in de viering een moment stil bij de doop. De meesten van ons zullen als kind gedoopt zijn. Nog voor wij het ons beseften was daar toen al het teken van Gods trouw en Zijn genade. De doopgedachtenis roept ons op om onze doop niet alleen te gedenken maar ook om vanuit deze doop te leven. Een leven als nieuwe mens.
27
STILLE ZATERDAG - LITURGIE Stilte Bemoediging Zingen: Psalm 16:1, 3, 4 Bewaar mij, want ik schuil bij U, o God, Gij zijt mijn Heer, en mijn geluk is zeker. Gebed Lezen: Psalm 30 1 Een psalm. Een lied bij de inwijding van de tempel. Van David. 2 Hoog wil ik u prijzen, HEER, want u hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde. 3 HEER, mijn God, ik riep tot u om hulp en u hebt mij genezen. 4 HEER, u trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar u hield mij in leven. 5 Zing voor de HEER, allen die hem trouw zijn, loof zijn heilige naam. 6 Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang, met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op 7 In mijn overmoed dacht ik: Nooit zal ik wankelen. 8 HEER, u had mij lief en ik stond als een machtige berg, u verborg uw gelaat en ik bezweek van angst. 28
9 U, HEER, roep ik aan, u, Heer, smeek ik om genade. 10 Wat baat het u als ik sterf, als ik afdaal in het graf? Kan het stof u soms loven en getuigen van uw trouw? 11 Luister, HEER, en toon uw genade, HEER, kom mij te hulp. 12 U hebt mijn klacht veranderd in een dans, mijn rouwkleed weggenomen, mij in vreugde gehuld. 13 Mijn ziel zal voor u zingen en niet zwijgen. HEER, mijn God, u wil ik eeuwig loven. Zingen: Psalm 30:4, 5 Ik riep U aan in grote nood. Lezen: Johannes 19:31-42 31 Het was voorbereidingsdag, en de Joden wilden voorkomen dat de lichamen op sabbat, en nog wel een bijzondere sabbat, aan het kruis zouden blijven hangen. Daarom vroegen ze Pilatus of de benen van de gekruisigden gebroken mochten worden en of ze de lichamen mochten meenemen. 32 Toen braken de soldaten de benen van de eerste die tegelijk met Jezus gekruisigd was, en ook die van de ander. 33 Vervolgens kwamen ze bij Jezus, maar ze zagen dat hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. 34 Maar een van de soldaten stak een lans in zijn zij en meteen vloeide er bloed en water uit. 35 Hiervan getuigt iemand die het zelf heeft gezien, en zijn getuigenis is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. 36 Zo ging de Schrift in vervulling: ‘Geen van zijn beenderen zal verbrijzeld worden.’ 37 Een andere schrifttekst zegt: ‘Zij zullen hun 29
blik richten op hem die ze hebben doorstoken.’ 38 Na deze gebeurtenissen vroeg Josef uit Arimatea – die uit vrees voor de Joden in het geheim een leerling van Jezus was – aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus mocht meenemen. Pilatus gaf toestemming en Josef nam het lichaam mee. 39 Nikodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. 40 Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. 41 Dicht bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een olijfgaard, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was. 42 Omdat het voor de Joden voorbereidingsdag was en dat graf dichtbij was, legden ze Jezus daarin. Zingen: Psalm 139:4, 6 Waar vlucht ik voor uw aangezicht? Verkondiging Zingen: Nieuwe Liedboek 598 (Nederlandse vertaling) Als alles duister is.
30
Gebeden (Avondgebed, stil gebed, Onze Vader) Doopgedachtenis Lezen: Romeinen 6:3-5 3 Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? 4 We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. 5 Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Zingen: Gezang 221:2, 3 2 Op uw woord, o Leven van ons leven, Zegen. We verlaten de kerk in stilte
31
PASEN Pasen, met de handen in het haar?
Johannes 20: 15a “Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?”
Soms ben ik bang om de televisie aan te zetten. Welke rampspoed zullen we via de journaals, de nieuwsprogramma’s en de talkshows nu weer voorgeschoteld krijgen? Rusland zorgt voor onrust aan de grenzen van Europa, IS verwoest in het Midden-Oosten in naam van hun god mensenlevens en daarmee de toekomst van komende generaties. Boko Haram doet niet veel anders in de landen van Afrika. Duizenden vluchtelingen proberen hun leven veilig te stellen door in gammele bootjes naar Europa over te steken. Hier zijn we vooral bang dat de vluchtelingen onze banen en onze welvaart komen opeisen. Bang dat ze onze normen en waarden niet zullen respecteren, terwijl onze voetbal supporters zich in Rome gedragen alsof zij het zijn die in het kalifaat leven. Met tranen in de ogen zou de moed je in de schoenen zinken. Mij helpt het geloof dat het Pasen is geweest, dat ik het bij Hem mag zoeken, de Levende Heer die dood en kwaad, de rampspoed en de harteloosheid voor de eeuwigheid al buitenspel heeft gezet. Toen, op die eerste dag van de week op die eerste dag van een nieuwe tijd. Vanaf die dag dat we mogen zingen:
32
Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan; Wie in ’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en duivel niet. Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven, door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid. Tegen de stroom in mag ik zingend mijn handen leggen in de doorboorde handen van de Opgestane, de Levende en Triomferende Heer. De Zoon die in Zijn opstanding ons en onze gevallen wereld zal optillen tot heerlijkheid. Laten we zo nu al het Leven vieren! Janmarinus Vooys
I
Luisterlied: Aan mijn zij (Sela)
33
PASEN Op weg naar Pasen Paasmorgen vieren we het Paasfeest. Jezus stond op uit de dood in de vroege ochtend van Pasen. Onze eigen zanggroep In His Love zal met ons enkele mooie Paasliederen zingen. En ons eigen gelegenheidskoor onder leiding van Jaap Roosendaal gaat met ons een Paaslied uit de Nieuwe Liedbundel zingen. We hopen op een mooie en gezegende Paasviering. Viert u dit ook met ons mee?
34
35