Motto: Open je handen
Dienst op zondag 5 april 2015 om 11.30 uur in de Ontmoetingskerk Voorganger: Ds. Peter van der Schans Organist: Eugène Broekman Protestantse gemeente te IJsselstein
2
(Foto: Een minuut of tien voor de dienst) De paaskaars brandt Bij de bloemschikking: om over na te denken: Maria haar handen willen vasthouden wat niet vast te houden is geopende handen vertellen over het geheim van leven God Uw licht breekt onstuitbaar door
3
Orgelspel We worden stil De dienstdoende ambtsdragers komen binnen Aandacht van de cantor voor Lied 839 Paasgroet: v.: De Heer is opgestaan! a.: DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! v.: Dit is de dag die de Heer gemaakt heeft. Laten we daarom blij zijn, want er is licht. God maakt een nieuw begin. a.: DE HEER IS WAARLIJK OPGESTAAN! We zingen: ‘Licht van Pasen’
4 De voorganger heet allen welkom: Vandaag vieren we Pasen: het geheim van het leven dwars door de dood heen. We zullen het Paasverhaal vertellen in woorden maar ook in gebaren. Onze handen vertellen mee! Met open handen mogen we het geheim van het nieuwe leven vieren. Tussen de handen van het bloemstuk zien we een schaal vol witte bloemen. Ze vertellen over de gaven van het licht dat volop stroomt. Onze handen mogen dat licht doorgeven. Rondom zien we doorzichtige kralen als tranen van Maria – dwars door de tranen van verdriet en gemis heen, breekt de hoop door. AAN HET BEGIN We zingen het eerste lied (staande): Psalm 139:4 en 5 4. Waar vlucht ik voor uw aangezicht? Al steeg ik op in 't hemels licht, al daald' ik tot de doden af, Gij zult er zijn, zelfs in het graf. Gij blijft mij, God, in alle dingen, altijd en overal omringen. 5. Al nam ik voor mijn vlucht te baat de vleug'len van de dageraad, al woond' ik aan de verste zee, uw hand gaat altijd met mij mee. Waar ik de vleugels uit zou spreiden, Gij houdt mij vast, Gij blijft mij leiden. Stil gebed Groet Bemoediging De gemeente gaat weer zitten
We staan stil bij de nieuwe Paaskaars, samen met Simke Havinga: 1. Links de foto van de rest van de kaars na doven op Goede Vrijdag 2. En dan rechts daarnaast de foto van Paasmorgen met de nieuwe kaars
5
We zingen: Lied 637 1. O vlam van Pasen, steek ons aan, de Heer is waarlijk opgestaan! De Zoon, voor wie het duister zwicht, de Zoon is als de zon, zo licht! 2. De Vader laat niet in het graf een kind dat zoveel vreugde gaf, Hij tilt het uit de kille grond het gaat als vuur de wereld rond. 3. De oude nacht voorgoed gedood, de toekomst kleurt de morgen rood; zie hier hoe God vergevend is en hoe zijn liefde levend is. 4. Zie hier het licht van lange duur, zie hier de Zoon, de zon, het vuur; o vlam van Pasen, steek ons aan de Heer is waarlijk opgestaan! Gebed:
6 Heer, toen het donker werd; toen u hing aan het kruis en verlaten uw ogen sloot toen was u heel ver bij God vandaan. Toen was u bij ons en als wij. U was dood. Heer, toen het morgen werd; toen u uit het graf kwam en het licht in uw ogen scheen toen was het voorbij en was u toch weer bij God. En God weer bij ons! O Heer, we zijn daar zó blij om en ook zó dankbaar! We zijn niet meer alleen! Er is licht en leven voor ons allemaal! We kunnen wel dansen van blijdschap! Amen. (Naar Inge Lievaart) We zingen: Lied 839
7 2. De dans werd vergeten en het ritme verstoord; het lied van de schepping werd zelden nog gehoord. Ik kwam hier op aarde om een gloednieuw begin, in Betlehem zette de dans weer in. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. 3. Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Ik danste voor blinden die mij riepen om licht. Ik gaf aan verschopten een stem, een nieuw gezicht. Ik danste voor kinderen, de koning te rijk. Ik danste het lied van gerechtigheid. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. 4. De dans leek te breken, maar Ik deelde het brood. Ik danste uit liefde veel sterker dan de dood. Die liefde leeft in je nu Ik dans met jou, de dans van de schepping, de dans van trouw. Dans, dans, en doe maar mee met mij. Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Ik ga je voor, Ik haal ook jou erbij want Ik ben de Heer van de dans, zegt Hij. Smeekgebed: Vanmorgen, Paasmorgen, zijn we heel vrolijk, Here God. Omdat Jezus is opgestaan dankzij u. Omdat het licht het wint van het donker; omdat het leven wint van de dood. Maar op dit blije moment denken we aan mensen die in het donker leven; zonder eten en drinken, zonder dak boven het hoofd, zonder een thuis. We denken aan mensen die met dood te maken krijgen: omdat ze ziek zijn; een ongeluk meemaken; omdat ze in een oorlog zijn of met terroristen te maken hebben niks geen licht, alleen maar donker; niks geen warmte, alleen maar kille kou; niks geen leven, alleen maar dood.
8 Voor al die mensen groot en klein, oud en jong bidden en zingen we met z’n allen:
Ky – ri – e,
lei -
son.
Ky – ri - e, Ky – ri – e,
e-
lei – son.
We zingen (loflied): ‘Gloria’
DIENST VAN HET WOORD Gebed om de opening van het Woord: Op deze grote dag, Here God, komt het hoge woord eruit: U bent met ons allemaal verbonden. En lijden en dood kunnen ons niet scheiden van u. Help ons te vertrouwen op uw veelbelovend woord van licht en leven. Dat vragen we van u, nu we naar uw verhaal gaan luisteren en kijken. Amen. Terugblik in gesprek met de kinderen: (de kinderen op het plein) In de afgelopen 40 dagen hebben we gemerkt hoe belangrijk handen zijn. Het werd zelfs het thema van de Veertigdagentijd: Open je handen. Je kunt veel met je handen doen. Ik ga eerst met jullie kijken naar een paar voorbeelden.
9
Wat doen de handen hier? Je kunt zwaaien naar iemand. En dan bij deze. Wat doen de handen hier?
Wanneer doe je zo? Je kunt je vuist opsteken naar iemand, als je heel boos bent. En dan: wat gebeurt er hier? Wat doen de handen nu?
10
Je hand kun je ook gebruiken om een ander te helpen. Weet je: Je kunt zelfs met handen spreken! Wanneer dan? Je kunt je handen gebruiken als gebarentaal Alfabet oefenen Je krijgt straks een werkblad mee. Dat kun je kleuren. Maar je kunt ook een spreuk maken aan de hand van gebarentaal. ‘Open je handen’ - dat is dus ook het thema van deze veertigdagentijd. We hebben verschillende verhalen gehoord. Steeds pasten daar ook handen bij. Kijk maar mee:
Jezus is in de woestijn. Met open handen gaat hij erheen. Er zijn wilde dieren. Maar er zijn ook engelen die voor hem zorgen. Als hij in Galilea is brengt hij blij nieuws: het Koninkrijk van God is dichtbij!
11
Jezus is boven op een berg. Er gebeurt iets heel bijzonders. Mozes en Elia komen bij Jezus en zijn leerlingen. Petrus wil het liefste drie tenten maken. Hij wil de handen uit de mouwen steken. Maar soms moet je gewoon met open handen ontvangen wat er gebeurt. En genieten van het glimmende dat je krijgt.
Jezus ziet dat er handel gedreven wordt op het tempelplein. Maar de tempel is geen plek om bij elkaar te graaien wat je pakken kunt. Je kunt je er je handen openen om te bidden.
Hoe moet het, als er veel mensen zijn en er is maar een klein beetje eten? Ga zitten in het gras, leert Jezus de mensen, open je handen om te ontvangen. Er is meer dan genoeg voor iedereen. Dankzij vijf broden en twee vissen.
12 Jezus vertelt hoe veel hij moet loslaten: Als een graankorrel die in de aarde valt en sterft, zo zal ook Jezus zijn leven loslaten. Juist dan gaat het nieuwe leven groeien.
Jezus wordt met open armen ontvangen in Jeruzalem. De mensen zwaaien hem toe en roepen ‘Hosanna!’ En na 40 dagen zijn we aangekomen bij vandaag! Het is een bijzondere dag, het is Pasen. Een feestelijke dag. Maar dat heb je niet meteen inde gaten. Maria loopt naar het graf. Ze ontdekt dat het leeg is. En dan wordt ze verdrietig. Ze gebruikt haar handen om haar ogen vol tranen te verstoppen. Ze staat met lege handen, ze heeft niets meer. Of toch? Als Jezus haar naam noemt, wordt alles anders. Ze wordt blij als ze ontdekt dat Jezus leeft. Kunnen jullie met je handen laten zien dat het feest is? Juichen, met je handen omhoog. Jezus is opgestaan, hij leeft!
We zingen samen: ‘Met open handen’:
13
Schriftlezing: Johannes 20:1-18 (Bijbel in gewone taal) 1 Vroeg op de eerste dag van de week, toen het nog donker was, kwam Maria uit Magdala bij het graf. Ze zag dat de steen van de opening van het graf was weggehaald. 2 Ze liep snel terug naar Simon Petrus en de andere leerling, van wie Jezus veel hield, en zei: ‘Ze hebben de Heer uit het graf weggehaald en we weten niet waar ze hem nu neergelegd hebben.’ 3 Petrus en de andere leerling gingen op weg naar het graf. 4 Ze liepen beiden snel, maar de andere leerling rende vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 Hij boog zich voorover en zag de linnen doeken liggen, maar hij ging niet naar binnen. 6 Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, 7 en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek. 8 Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. 9 Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat hij uit de dood moest opstaan. 10 De leerlingen gingen terug naar huis. 11 Maria stond nog bij het graf en huilde. Huilend boog ze zich naar het graf, 12 en daar zag ze twee engelen in witte kleren zitten, een bij het hoofdeind en een bij het voeteneind van de plek waar het lichaam van Jezus had gelegen. 13 ‘Waarom huil je?’ vroegen ze haar. Ze zei: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’ 14 Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was. 15 ‘Waarom huil je?’ vroeg Jezus. ‘Wie zoek je?’ Maria dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan kan ik hem meenemen.’ 16 Jezus zei tegen haar: ‘Maria!’ Ze draaide zich om en zei: ‘Rabboeni!’ (Dat betekent ‘meester’.) 17 ‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ 18 Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat hij tegen haar gezegd had. We zingen: Lied 624:1
14
1. Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heil'ge dag na angst en vrees, halleluja! Die verhoogd werd aan het kruis, halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! Verkondiging:
Stel je staat erbij ... Je handen zwaaien heen en weer. Het is Palmpasen, Hosanna voor de koning!
Stel je staat erbij ... Je handen verkrampen. Jezus wordt gevangen genomen!
15
Stel je staat erbij ... Je handen sla je voor je ogen, wat een verdriet! Jezus wordt gekruisigd!
Stel je staat erbij ... Je balt je vuisten van boosheid. Waar is het lichaam van Jezus?
16
Stel je staat erbij ... Je handen vol verbazing voor je mond. Jezus ligt niet in het graf.
Stel je staat erbij…. Met tranen van verdriet daar in de tuin. Misschien kan de tuinman je helpen. Je hoort je naam roepen. Ineens ontdek je: Het is Jezus. Hij is opgestaan uit de dood.
17 Jezus leeft. Met je handen zoek je naar hem.
Stel je staat erbij ... Met je handen wil je Jezus vastpakken. Jezus is opgestaan uit de dood!
Stel je leeft nu! Met open handen mag je Pasen ontvangen. Het is geen feest wat je kunt vastpakken. Stel je leeft nu!
18 Met open handen kun jij het verhaal doorgeven! Jezus leeft voor ons allemaal! Handen (Marinus van den Berg)
Gelukkig is de mens die tot het einde handen mag voelen die goed doen. De hand die met aandacht wast. De hand die met zorg aankleedt. De hand die met liefde kamt. De hand die met gevoel aanraakt. De hand die met het hart troost. Geen mens kan leven zonder die hand, die teder is, die behoedt, die beschermt en bemoediging uitstraalt. Tot het einde toe verlangt de mens naar die hand, totdat er die andere Hand is, die alle wonden geneest, die alle pijn heelt, die alle tranen wist. Tot die tijd kunnen onze handen een voorproef zijn van die handen, en handen en voeten geven aan de liefde die onmisbaar is. Amen. Meditatief moment: orgelspel
19
We zingen: Lied 642:1, 2, 3, 4 en 8 1. Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. 2. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over ’t ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort.
20 3. Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland: een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand. 4. Ten onder ging de sterke dood, ten onder in de vloed; nu straalt ons in het morgenrood zijn toekomst tegemoet. 8. ’t Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft. DIENST VAN HET ANTWOORD Gebeden: dankgebed – voorbeden – stil gebed Lieve God, Onze handen zijn gevouwen of geopend naar de hemel, onze ogen gesloten. We zijn stil en bidden, woorden schieten te kort. Het is ongelofelijk wat U voor ons deed. Het is niet te bevatten, we kunnen het alleen maar geloven. Dank u wel, dat u Jezus hebt opgewekt uit de dood. Dat er licht is in het donker; warmte in de kou en leven voorbij de dood. Samen bidden we tot u, dat we met open handen de wereld in zullen gaan, om het verhaal van Pasen te brengen aan ieder die het horen wil en die het zo hard nodig heeft. Wij bidden u, God van Pasen, om open armen. Om een knuffel, een gebaar van vriendschap, een hand die zachtjes over een schouder aait. Geef ons ontmoetingen die het leven anders maken, die verdriet veranderen in vreugde. Tussenspel Stil gebed Amen. We bidden samen het Onze Vader in gebaren. Dat doen we staande.
21
22
Delen van de bloemengroeten Inzameling van de gaven Wie dat wil kan de kinderen uit de crèche ophalen. AAN HET EINDE We zingen (staande) slotlied: Lied 634 1. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! Alle mens'lijk lijden hebt Gij ondergaan om ons te bevrijden tot een nieuw bestaan: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! 2. Licht moge stralen in de duisternis, nieuwe vrede dalen waar geen hoop meer is. Geef ons dan te leven in het nieuwe licht, wil het woord ons geven dat hier vrede sticht: U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, U zij alle eer! Uitzending Zegen:
23 De Levende zegent u en beschermt u, de Levende doet het licht van zijn gelaat over u schijnen en is u genadig de Levende wendt zijn gelaat naar u toe en geeft u vrede We zingen: Amen! (3x; Lied 431C) We wensen elkaar: Gezegend Paasfeest! Orgelspel Inzameling van de gaven bij de uitgang Paaseieren zoeken Morgen is het Paaseieren zoeken. Om 9.30 uur verzamelen aan de zijkant van de kerk. Let op: er is een nieuwe plek voor het zoeken dan andere jaren gevonden.