‘Open zijn over je bedrijf’ Thema: gezonde dieren, gezonde mensen September 2010 „ Steeds minder gif op groente en fruit
Omdat verborgen rendement ook meetelt > verborgen rendement > meer inzicht > kosten besparen > plezierig werken Wilt u, gezien de fluctuaties in de melkprijs, weten hoe u op uw bedrijf
melkveebedrijven komt verborgen rendement voor. De oorzaken en de
bedrijf verbetert. Naast het financiële voordeel geeft een beter rendement
de kostprijs kunt verlagen met een hoger rendement als resultaat?
hoogte verschillen sterk per bedrijf.
u ook nog eens meer werkplezier!
De Rendementscan maakt dit verborgen rendement zichtbaar én geeft u concrete handvatten hoe u planmatig het rendement op uw
Wilt u ook een hoger rendement en plezieriger werken? Bel dan 0900 560 60 60
Voer dan de Rendementscan uit op uw bedrijf en maak dit verborgen rendement zichtbaar. Op veel
> beter voeren
„ In dit septembernummer
Í
De big-five van dierwelzijnseisen 4
Í
In het hooi met… Marc Jansen 13
Í
Suzanne Verhoeven is trots op duurzaam produceren 26
Climate Farmers „ 6 NAJK in het nieuws „ 8 Bedrijfsovername „ 11 Vernieuwd Ondernemerschap „ 14 Alles over zoönosen „ 16 Congres Concurrentiekracht, slagkracht „ 19 Oud&Nieuw: familie Oudkerk uit Goes „ 20 Steeds minder gif op groente en fruit „ 23 NAJK Internationaal: studiereis Zweden „ 24 Strip en Sudokoe „ 29 Uit alle hoeken „ 30 Colofon BNDR wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt en verschijnt vijf keer per jaar. Abonnementen op BNDR kosten 18 euro en lopen per kalenderjaar. Opzegging voor 1 december. Het blad is gratis voor NAJK-leden. Losse nummers zijn verkrijgbaar door storting van 5 euro op bankrekening 36.92.01.353 t.n.v. PJS te Utrecht, onder vermelding van het gewenste nummer van BNDR. Artikelen of illustraties kunnen alleen na overleg met de redactie worden overgenomen. Vragen of opmerkingen over de adressering? Neem contact op met één van de onderstaande organisaties: Provinciale AJK’s: Friesland 0512-305280, Groningen 0512-305283, Drenthe 0512-305281, Flevoland 0512-305282, Overijssel 026-4421942, Utrecht 026-4421942, Gelderland 026-3846233, Hollanden 088-888 6666 (nakies 3811), Zeeland 0113-247729, Brabant 013-5821891, Limburg 0475-381777 of NAJK: 030-2769869. Redactie: Alice Leijten, NAJK, 030-2769830,
[email protected] Eindredactie: Marije Wenneke, “Citaat”, 026-3241130 Advertenties: Jeugd en Werk, Masja Pit, 036-5359470,
[email protected] Vormgeving: www.duo-ontwerp.nl Druk: Drukmotief bv, Apeldoorn Op de cover: Marco Oudkerk, foto Anton
Discussie
Í
Dierenwelzijn en volksgezondheid. Dat is een NAJK-discussiestuk dit jaar én het thema van deze BNDR. Want over dierenwelzijn en volksgezondheid kun je lang en breed praten. Iedereen heeft er ook een mening over. Niet gek, want in de media wordt je doodgegooid met berichten over dierziekten, mensen die daar dan weer ziek van worden, kippen die in de magnetron meer ruimte hebben dan op stal, de megagevaren van megastallen, zwangere vrouwen die geen schapen meer mogen aaien op kinderboerderijen en ga zo maar door. Ik praat ook graag mee over deze onderwerpen, niet in het minst omdat ik meen er een klein beetje vanaf te weten en de landbouw een warm hart toedraag. Jammer genoeg lukt het me niet vaak om mensen – die vaak niet worden gehinderd door enige kennis van de agrarische sector – ervan te overtuigen dat het nog helemaal niet zo slecht gesteld is met het dierenwelzijn in Nederland en dat de landbouw niet de veroorzaker is van alle kwaad op het gebied van volksgezondheid. Aan zo’n discussie houd ik meestal een ontevreden gevoel over. De twijfel slaat toe. Wat had ik kunnen zeggen om die ander wel te overtuigen? Ben ik misschien teveel prolandbouw en heeft die ander toch een beetje gelijk? Moeilijk hoor, vooral omdat bij deze onderwerpen emoties een minstens even grote rol spelen als feitelijke argumenten. Daarom in deze BNDR volop leesvoer over dierenwelzijn en de eisen die daarvoor in Nederland (gaan) gelden, een jonge varkenshoudster die diervriendelijk produceert, een interessant interview over zoönosen en kom je te weten hoeveel (of eigenlijk: hoe weinig) gifresten er op je appeltje uit de supermarkt zitten. Voor de volgende discussies over dierenwelzijn en volksgezondheid heb ik voorlopig genoeg nieuwe argumenten!
Dingemanse
Marije Wenneke, hoofdredacteur BNDR september 2010
„3
„ GEZONDE DIEREN, GEZONDE MENSEN
Dierenwelzijn: de big-five van vrijheden Hoe kun je het best controle houden over gezonde dieren én gezonde mensen? Juist, door middel van welzijnseisen. Over welzijnseisen raak je niet snel uitgepraat. Is de ene in werking getreden, dan dient de volgende zich alweer aan. Soms kan de boer zich goed in de eis vinden, de andere keer minder of helemaal niet. Wat is welzijn nu precies en welke ontwikkelingen spelen er op dit moment? Door Janita Schimmel
W
Wat is welzijn? Voor de één is het iets anders dan voor de ander. Bij dierenwelzijn gaat het om het geestelijk én lichamelijk welzijn van het dier. Toch lijken niet alle regels beide aspecten van dierenwelzijn te kunnen verbeteren. Denk maar eens aan de nieuwe eisen wat betreft verdoofd castreren van biggen. Veel varkenshouders plaatsten al vraagtekens bij deze nieuwe regel. Het proces van verdoven – zowel het spuiten als de uitwerking – is volgens veel varkenshouders niet veel diervriendelijker dan het castreren zelf, dat maar enkele seconden in beslag neemt. De begrippen geestelijk en lichamelijk welzijn zijn dan ook te onduidelijk om goede regels voor te maken. De Britse Farm Animal Welfare Council (FAWC) heeft daarom vijf ‘vrijheden’ vastgesteld om te kunnen bekijken of dieren wel of niet diervriendelijk worden gehouden. Ook het Nederlandse ministerie van LNV heeft deze vrijheden als basis van welzijnseisen gesteld. Een dier moet vrij zijn: • van dorst, honger en onjuiste voeding; • van fysiek en fysiologisch ongemak; • van pijn, verwondingen en ziektes; • van angst en chronische stress; • om het natuurlijk (soorteigen) gedrag te vertonen.
Ontwikkelingen Er zijn veel ontwikkelingen als het gaat om dierenwelzijn. Neem bijvoorbeeld keurmerken. Er zijn scharrelkeurmerken, het EKO-keurmerk, het Beter-Leven kenmerk en het Demeter-keurmerk. Door deze keurmerken worden boeren gemotiveerd om hun dieren welzijnsbewust te houden. De consument op zijn beurt wordt dagelijks geconfronteerd met de vraag: ‘koop ik wel of geen producten waarbij extra rekening wordt gehouden met dierenwelzijn?’ 4
„ BNDR september 2010
Dat levert een ware concurrentieslag op tussen ‘gewone’ en keurmerkproducten. Op dit moment lijkt het erop dat de welzijnsvriendelijke producten een voorsprong nemen op de traditionele producten. Daarom besluiten steeds meer boeren hun dieren op een andere manier te houden. Denk maar aan melkveehouders die Campina merkmelk leveren of een pluimveehouder die leghennen houdt volgens het Rondeel-concept. Het is goed dat er wordt toegezien op dierenwelzijn en dat ondernemers daaraan meewerken. Aan de andere kant is het jammer dat boeren op deze manier min of meer worden gedwongen veranderingen door te voeren in plaats van dat er echt begrip bij hen wordt gekweekt. Een andere ontwikkeling is dat boeren zelf in actie komen bij mogelijke invoering van nieuwe welzijnseisen. Een goed voorbeeld hiervan is de verscherpte eis voor het leefop-
pervlak van vleesvarkens in 2013. Voor veel varkenshouders bleek deze eis financieel onhaalbaar. Toen zij hiertegen in actie kwamen, besloot landbouwminister Verburg de eis te versoepelen. Er wordt dus naar zowel consument- als ondernemer geluisterd.
Belangrijke jaartallen op een rij 2010: Er wordt gekeken naar dierenwelzijnaandachtspunten voor melkgeiten. Eind 2010: Bekeken wordt of aanscherping van de welzijnseisen voor kalveren noodzakelijk is. 1 januari 2011: De norm voor hakdermatitis (aandoening bij vleeskuikens) wordt van kracht. 1 januari 2012: Het houden van kippen in legbatterijen is niet langer toegestaan. 1 juli 2012: De norm voor voetzoollaesies bij vleeskuikens wordt van kracht.
Nieuwe welzijnseisen
1 januari 2013: De overgangstermijn voor de strengere welzijnseisen voor alle varkens-
Dierenwelzijnseisen worden regelmatig aangepast en bijgesteld. Veel agrarische sectoren krijgen de komende jaren te maken met nieuwe regels. De belangrijkste veranderingen en aandachtspunten binnen de varkenshouderij, pluimveesector, kalverhouderij en voor de melkgeiten op een rijtje gezet:
bedrijven loopt af.
illustratie henk van ruitenbeek
Varkenshouderij Binnen de varkenshouderij staat er nogal wat te gebeuren tot aan 2013. Dan gaan namelijk drie nieuwe welzijnseisen in. De eerste is de Europese eis voor het houden van dragende zeugen in groepshuisvesting. De tweede is de invoering van de EU-eis van een spleetbreedte van 18 millimeter in de roostervloeren van vleesvarkensstallen. Voordat deze eis van kracht wordt, gaat minister Verburg na bij de Europese Commissie of de eisen die de Denen op dit gebied stellen, in orde zijn. In Denemarken geldt namelijk de Europese eis van 18 millimeter spleetbreedte alleen voor volledige roostervloeren. Deense vleesvarkensbedrijven mogen bij halfroostervloeren (net als in Nederland: 40 procent van de vloer is dicht) roosters met een spleetbreedte van 20 millimeter blijven gebruiken. Afhankelijk van de conclusie over deze handelswijze bekijkt Verburg wat de mogelijkheden zijn voor de Nederlandse situatie. De derde welzijnseis is de aanscherping van de Europese varkensrichtlijn van de leefoppervlaktenormen voor biggen en vleesvarkens. Deze aanscherping zou alleen in Nederland worden doorgevoerd. Maar omdat de oppervlaktenorm voor biggen en vleesvarkens in Nederland al 20 procent hoger ligt dan in Europa, heeft minister Verburg eind maart besloten deze eis te laten voor wat het is. Wel wil de minister de leefoppervlaktenorm voor alle vleesvarkens per 2013 laten vastleggen op 0,8 vierkante meter per dier. Tot op heden kregen alleen vleesvarkens van 85 tot 110 kilo zoveel leefruimte en moesten lichtere dieren het met minder staloppervlak doen. Varkenshouders hebben tot 2013 de tijd hun bedrijven te laten voldoen aan deze drie eisen.
1 juli 2014: De norm voor voetzoollaesies vervangt de norm voor hakdermatitis en wordt stapsgewijs aangescherpt.
Legkippen Met ingang van 1 januari 2012 is het houden van kippen in de legbatterijen niet langer toegestaan. Dit verbod is vastgelegd in de Europese regelgeving en is ook meegenomen in het Legkippenbesluit 2003. Vanaf 2012 moeten legkippen worden ondergebracht in andere huisvestingssystemen. Vleeskuikens Specifieke welzijnsvoorschriften voor vleeskuikens zijn opgenomen in het Vleeskuikenbesluit 2010. Dit is nog niet in werking getreden: de Tweede Kamer moet zich er nog over uitlaten. De eisen voor het houden van vleeskuikens variëren, afhankelijk van de gekozen bezettingsdichtheid in de stal. Zeker is dat stapsgewijs aanvullende voorwaarden van kracht worden. Deze hebben te maken met het voorkomen van hakdermatitis en voetzoollaesies. Per koppel vleeskuikens mag niet meer dan een bepaald aantal dieren verschijnselen vertonen van die aandoeningen. Gebeurt dat wel, dan voldoet de vleeskuikenhouder niet langer aan de voorwaarden voor de maximale bezettingsdichtheid. Op 1 januari 2011 wordt de norm voor hakdermatitis van kracht. Per 1 juli 2012 gaat de norm voor voetzoollaesies in. Deze norm vervangt op termijn de norm voor hakdermatitis en wordt daarna stapsgewijs aangescherpt. Dit gebeurt voor het eerst per 1 juli 2014. Kalverhouderij Binnen de kalverhouderij gaat, voor zover nu bekend, niet veel veranderen op de korte termijn. Eind 2010 wordt wel gekeken of aanscherping van de welzijnseisen noodzakelijk is in deze sector. Melkgeiten Voor melkgeiten geldt, net als voor de kalverhouderij, dat er geen specifieke nieuwe welzijnseisen worden gesteld op de korte termijn. Wel zijn er aandachtspunten opgesteld waar dit jaar naar gekeken wordt. De eerste is het verder ontwikkelen en praktijkrijp maken van het concept ‘lammeren bij de geit’. De tweede is het aanbieden van klimmogelijkheden. De derde is het zoeken van alternatieven voor de export van levende geitenbokjes. Verder is het aanbrengen van schuurmogelijkheden een aandachtspunt. Tot slot wordt er gekeken naar de mogelijkheden om te zorgen voor voldoende beschutting en bescherming tegen hitte, wind en regen. Het is wel duidelijk dat je als boer niet om welzijnseisen voor je dieren heen kunt. Belangrijk is dat zowel boeren als consumenten zich – nu en in de toekomst – kunnen vinden in de manier van agrarisch ondernemen in Nederland. Welzijnseisen zijn daarbij onmisbaar.
Í
BNDR september 2010
„5
Climate Farmers: Broeikasgasreductie door Europese jonge boeren
Zoektocht naar klimaatvriendelijke methoden Klimaatverandering. Niet alleen een door Al Gore
T
aantal van hen om de uitstoot van broeikasgassen
Terwijl de gemiddelde Nederlander de weersverwachting vooral indeelt naar het aantal stranddagen en ijspret, houd jij de hoeveelheid neerslag en het aantal zonuren om andere redenen nauwlettend in de gaten. Want op extreem weer zitten boeren absoluut niet te wachten. Toch verandert het weerbeeld, en niet alleen in Nederland. Dat de mensheid daar een flink aandeel in heeft, is geen verrassing meer. Ook de landbouw gaat niet vrijuit: 9 procent van de broeikasgasuitstoot in Europa is afkomstig uit deze sector.
op hun bedrijf terug te dringen. In Nederland, maar
Uitdaging
veelbesproken thema. Als er één beroepsgroep is die er niet aan moet denken dat het weer nog extremer wordt, dan zijn het de boeren wel. Reden voor een
ook in de rest van Europa. Welke klimaatvriendelijke methoden passen jonge boeren toe en kunnen we iets van elkaar leren? Tijd voor een nieuw NAJK-project: Climate Farmers.
Door Matilde van Ommen
Als jonge boer staat je een dubbele uitdaging te wachten. Aan de ene kant moet je je bedrijfsvoering aanpassen aan nieuwe klimatologische omstandigheden, die vooral in de toekomst een rol gaan spelen. Aan de andere kant kun je zelf ook iets doen om klimaatverandering tegen te gaan. Denk aan het invoeren van klimaatvriendelijke maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen als methaan (NH4) en stikstofoxide (N2O, ook wel lachgas genoemd) terug te dringen. Dat die maatregelen niet per definitie nadelig zijn voor je bedrijf, bewijst varkenshouder en akkerbouwer Pieter Smits uit Wilbertoord: “De mestafzetkosten waren zo hoog dat we
Wist je dat… methaan (NH4) en lachgas (N2O) veel sterkere broeikasgassen zijn dan CO2? Methaan komt vrij bij spijsverteringsprocessen van herkauwers zoals koeien. Lachgas komt vrij uit stikstofhoudende meststoffen in de bodem. Je kunt dit niet zomaar stoppen, maar wel verminderen door bijvoorbeeld de melkproductie per koe te verhogen of de kunstmestgift slimmer te timen en te doceren.
6
„ BNDR september 2010
Í
„ najk project Gevolgen opwarming aarde De gemiddelde temperatuur op aarde stijgt door de toename van broeikasgassen. Zo is Europa in de afgelopen 100 jaar ongeveer 1ºC opgewarmd. Dat lijkt niet veel, maar toch heeft deze stijging grote gevolgen voor allerlei biologische systemen. In het noorden van Europa valt nu bijvoorbeeld meer neerslag, terwijl het in het zuiden steeds droger wordt. Ook worden op termijn de winters zachter waardoor het groeiseizoen verlengd wordt en andere gewassen geteeld kunnen worden. Prima toch, denk je misschien? Dit heeft echter ook nadelen, want tegelijkertijd nemen bestaande ziekten en plagen toe omdat er een lagere wintersterfte is. Daarnaast kunnen exotische insecten die plagen kunnen veroorzaken beter overleven in Nederland. Experts verwachten dat we meer last gaan krijgen van hittegolven, droogte, intensieve buien en een stijging van de zeespiegel doordat de poolkappen smelten. Dit alles kan leiden tot productieverliezen en een vermindering van de kwaliteit van gewassen en dus ook veevoer.
Í
EU-afspraken Landen hebben samen afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. De emissies van de EU moeten volgens het Kyoto Protocol in 2012 8 procent lager zijn dan in 1990. Inmiddels proberen de landen nog verdergaande afspraken te maken, zoals tijdens de Klimaattop van december vorig jaar in Kopenhagen.
zijn gaan kijken naar andere en schonere oplossingen. Een biovergister bleek een goede investering. Nu kunnen we een groot deel van de mest gebruiken op ons eigen land. Het gas dat vrijkomt bij het vergisten, wordt omgezet in elektriciteit. Dit verkopen we aan een elektriciteitsbedrijf. Het levert dus zowel groene stroom als goede mest op. Die mest brengen we op het maïsland. In een later stadium komt de maïs weer in de vergister. Dat maakt de cirkel rond.”
Í
hebben. Eerst zien, dan geloven! In het project Climate Farmers wordt de theorie even gelaten voor wat het is, en wordt juist op zoek gegaan naar praktijkvoorbeelden en ervaringen van boeren. Uit heel Europa. Want hoewel NAJK het initiatief voor dit project neemt, werken zij samen met CEJA en 26 andere jonge boerenorganisaties. Zo wordt het project verspreid over heel Europa. Samen brengen we klimaatvriendelijke- en economisch interessante maatregelen in de akkerbouw en melkveehouderij in kaart. Een aantal van deze maatregelen wordt begin volgend jaar met eigen ogen bekeken door Nederlandse jonge boeren. Zij evalueren deze vervolgens op toepasbaarheid op andere bedrijven. Theoretisch kennis wordt aangevuld met ervaringen uit de praktijk! We hopen zo tot verrassende en vernieuwende ideeën en maatregelen te komen.
Meer weten? Praktijk en ervaring Milieuvriendelijk én kosteneffectief. Waarom passen niet veel meer boeren dergelijke maatregelen toe, denk je misschien. De reden kan zijn dat veel maatregelen ontwikkeld zijn door wetenschappers en de stap richting toepassing in de praktijk soms heel groot is. Daarnaast kan een maatregel er op papier goed uitzien, maar in de praktijk minder werkbaar zijn. Veel ondernemers kijken daarom liever de kat uit de boom en wachten af welke ervaringen anderen met de maatregelen
Laat het ons weten als je geïnteresseerd bent een aantal praktijkvoorbeelden te bekijken. Wie weet brengt een jonge boer uit Hongarije of Italië je op ideeën! De verzameling van emissiereducerende maatregelen kun je binnenkort bekijken op www.climatefarmers.eu. Wil je meer weten over dit project? Neem contact op met
[email protected]. Ook als je zelf al iets doet op het gebied van emissiereductie op je bedrijf of iemand kent die dat doet!
Í
Climate Farmers wordt mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het Ministerie van VROM.
BNDR september 2010
„7
„ najk in het nieuws
Vanaf nu kan je het Agrarisch Kansenspel of de workshops boeken. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Dit kan via
[email protected]. In deze editie van BNDR staat een reisverslag van AJF De Bouhoeke. Zij hebben tijdens hun meerdaagse reis één dag georganiseerd die in het teken stond van de Multifunctionele Landbouw. Vanuit het project Vernieuwd Ondernemerschap kon deze dag worden gefinancierd. We hebben nog vier van deze excursies beschikbaar. De excursie dient naar twee succesvolle verbrede en innoverende ondernemers te gaan. Ook hiervoor kan je je aanmelden via de website van Vernieuwd Ondernemerschap. Meer informatie over de avonden of de excursie: www.vernieuwdondernemerschap.nl.
Zorgen over Q-koorts DeLaval nieuwe stersponsor NAJK DeLaval is per 1 september stersponsor van Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). De sponsorovereenkomst is op vrijdag 27 september officieel ondertekend door Gijs Baas (verkoopleider DeLaval), Erik Pel (market development manager DeLaval) en Wilco de Jong (voorzitter NAJK). DeLaval wil de interactie aangaan met NAJK-leden voor wat betreft nieuwe concepten, producten, bedrijfsontwikkeling en bedrijfsinrichting op het gebied van melken, voeren, koelen en stalinrichting. Deze interactie zal zijn op basis van het thema OneMan – OneMillion. In dit thema komen arbeidsreductie, productieverhoging en dierenwelzijn aan de orde. Met deze drie ingrediënten moet een modern melkveebedrijf in staat zijn per persoon één miljoen kilogram melk te managen. “Uitgangspunt voor het stersponsorschap van DeLaval is het uitwisselen van kennis, ervaring en visie op het moderne melkveebedrijf van de (nabije) toekomst”, verduidelijkt Erik Pel van DeLaval. Hierbij komen nieuwe ontwikkelingen van het bedrijf, zoals Herd Navigator, automatisch melken & voeren en de draaistal met robotarm uitgebreid aan bod. “Vanuit DeLaval zien wij uit naar goede en levendige discussies op basis van stellingen en voorbeelden vanuit de praktijk”, aldus Pel. “DeLaval laat door middel van deze overeenkomst zien dat ze belang hecht aan het contact met jongeren in de melkveehouderij die staan voor de uitdagingen van deze tijd”, geeft NAJK-voorzitter Wilco de Jong aan. “NAJK hecht veel waarde aan goede contacten met het bedrijfsleven en is zeer te spreken over de ambities die op tafel liggen.”
Avonden voor afdelingen Wil je als AJK of JAV een avond organiseren die gefinancierd wordt door NAJK? Vraag dan een avond Agrarisch Kansenspel of de Workshop Oriëntatie of Communicatie aan. Deze avonden worden georganiseerd vanuit het project Vernieuwd Ondernemerschap en zijn bedoeld om kennis te maken met de Multifunctionele Landbouw.
8
„ BNDR september 2010
Jonge geitenhouders gingen op 18 augustus het gesprek aan met landbouwminister Gerda Verburg. Doel van het gesprek, dat geïnitieerd werd door NAJK, was het uiten van de zorgen van de jonge agrarische ondernemers over de ontstane situatie naar aanleiding van Q-koorts. Vooral de zorgelijke situatie waarin besmette bedrijven verkeren, kwam nadrukkelijk aan de orde. Er is gesproken over wat er moet gebeuren om de sector, en besmette bedrijven in het bijzonder, weer perspectief te kunnen bieden. Het fokverbod van jonge geiten was hier een belangrijk onderdeel van. Inmiddels is bekend dat minister Verburg niets verandert aan het fokverbod. Dat maakt de toekomst voor veel besmette bedrijven enorm onzeker. Daarnaast is er gesproken over het ontwikkelen van een instrument wat mogelijk een herhaling van de problematiek rond soortgelijke ziekten kan voorkomen. Een voorbeeld hiervan is gebruik maken van de opgezette logistiek rondom de tankmelkmonstering. Ook is er discussie geweest over de schadevergoedingen. NAJK vraagt zich af of de huidige manier van werken nog wel bij deze tijd past. Al met al een open gesprek, waar voor getroffen geitenhouders helaas geen concrete afspraken of verbeteringen uit zijn voortgekomen.
Vervolg Alleskunner Aankomend seizoen staat alweer een aantal activiteiten in het kader van het NAJK Alleskunner-project ingepland. Zo worden er in Friesland, Flevoland, Limburg, Brabant en Gelderland provinciale dagen georganiseerd, speciaal gericht op de jonge, agrarische vrouw. Voor Friesland staat deze dag gepland op 21 oktober, de overige data volgen nog. JAV Noord Groningen, JAV Dalfsen Nieuwleusen en JAV Mid Fryslan hebben Alleskunner in hun programma opgenomen. Kijk voor de activiteiten en meer nieuws op de website www. alleskunner.com.
Tijd voor een goed gesprek ‘Wie wil er nog boeren in Nederland?’ Dat is de titel van de onlangs uitgegeven publicatie van het project ‘Waarden van het Land’, uitgevoerd in samenspraak met NAJK. Onder het motto ‘tijd voor een goed gesprek’ vonden in het kader van dit traject acht dialooggesprekken plaats met agrarische jongeren uit heel Nederland. Centraal hierbij stond het ‘boer zijn’. Jongeren hebben nu eenmaal een andere beleving dan ouderen. Om het project passend af te sluiten wordt op 29 september middags een persconferentie georganiseerd in Nieuwspoort in Den Haag. Tijdens deze persconferentie wordt het magazine ‘Wie wil er nog boeren in Nederland?’ officieel gepubliceerd, met daarbij een lezing en debat over de toekomst van jonge boeren en tuinders in Nederland. De persconferentie is vrij toegankelijk voor politici, journalisten en belangstellenden. NAJK-leden en bestuursleden zijn van harte uitgenodigd om deze persconferentie bij te wonen. De bijeenkomst in Nieuwspoort is woensdag 29 september van 15.00 tot 17.00 uur.
NAJK laat zich horen in Brussel Op een grote tweedaagse conferentie in Brussel over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) lieten ook jonge boeren van zich horen. NAJKbestuurslid Joris Baecke hield uit hoofde van zijn functie als CEJA-voorzitter (de Europese jonge boeren organisatie) een toespraak. Daarin sprak hij zijn zorgen uit over het gebrek aan bedrijfsopvolgers in de agrarische sector. Van de boeren in Europa is slechts zeven procent jonger dan 35 jaar. Het is gewoonweg te lastig om als jongere een boerenbedrijf over te nemen. Daarom pleitte Joris er voor om in het nieuwe GLB stevige maatregelen op te nemen die bedrijfsovername voor jongeren makkelijker maken. “Juist jongeren moeten worden ondersteund bij hun ambities!”, aldus Joris, die in Brussel ook de gelegenheid kreeg om met Eurocommissaris Dacian Ciolos van gedachten te wisselen over het nieuwe GLB en de positie van agrarische jongeren in Nederland en Europa.
Gelukkig en gezond
Í
Geluk staat in deze tijd hoog op de agenda. Zo ook de vraag of voedsel wel een ‘gelukkig’ leven heeft gehad. Onze opvatting dat, als een dier er gezond en goed uitziet, het zich vast ook goed voelt, blijkt vaak geen goede redenering voor de criticasters. Vroeger hoefde er alleen maar voldoende veilig voedsel te zijn, tegenwoordig moeten productiedieren zoveel mogelijk natuurlijk gedrag kunnen vertonen. Dan stel ik de vraag: hoeveel natuurlijk gedrag vertoont de consument eigenlijk nog? Door Q-koorts wordt de schijnwerper nog eens extra op de dierlijke sectoren gericht en daarmee is de link met volksgezondheid gelegd. Gezondheid is een groot goed en moet bovenaan alle prioriteitenlijstjes staan. Maar in plaats van dat de agrarische sector als ‘ongezond’ wordt aangemerkt, moeten we er ons juist op richten om mensen door onze producten gezonder laten leven. Punt is dat eetgewoontes niet zomaar te veranderen zijn. Juist jonge kinderen op school kennis laten maken met eten en smaak is een noodzaak met de fastfoodmentaliteit van nu. Maar hoe vertaal je de snelle hamburger naar de drang om nog scherper te zijn op smaak, dierenwelzijn en volksgezondheid? In de massa blijft de laagste prijs altijd eerste keus. Om als sector sterker te staan, moet de ketenstructuur beter worden benut. De agribusiness heeft zich tot nog toe weinig bemoeid met de discussie. Daarom lijkt het soms alsof boeren en tuinders het gevecht om ‘bestaansrecht’ alleen moeten voeren, terwijl er veel leveranciers en afnemers om je bedrijf heen hangen die ook van ons afhankelijk zijn. Zolang iedereen in de keten zijn eigen spel blijft spelen, zullen we elke twee jaar te maken krijgen met één of andere uitbraak. We kunnen natuurlijk hopen dat het meevalt. Maar geluk heb je niet, dat moet je afdwingen.
Wilco de Jong, voorzitter NAJK BNDR september 2010
„9
r o t a g i v Herd Na ! e d n u k e hogere ko
Herd Navigator van DeLaval Herd Navigator van DeLaval bemonstert, analyseert en adviseert op basis van metingen in de melk. U bent hierdoor in staat uw diergezondheid dagelijks te bewaken en in een zeer vroeg stadium in te grijpen. Soms zelfs 3 dagen eerder.
Herd Navigator meet 4 parameters in de melk. Progesteron voor de vruchtbaarheidsanalyse. Ureum om de eiwit- en energievoorziening in het rantsoen te analyseren. BHB om slepende melkziekte te detecteren en LDH om de uiergezondheid te monitoren. Kortom een schat aan informatie afgestemd op de lactatiecurve van
Duurzaam houden van melkvee in grote koppels kan nu beginnen! Ook nieuwsgierig naar wat Herd Navigator kan betekenen voor uw bedrijf? Kijk op www.delaval.nl voor meer informatie en de mogelijkheid om een informatiebijeenkomst te volgen.
uw dieren.
Geschikt voor visgraat- en parallelmelkstallen
Snelle en duidelijke rapportage met vereiste actie
Ook geschikt voor VMS
DeLaval BV - Steenwijk - 0521 537 500 -
[email protected] - www.delaval.nl
„ bedrijfsovername LEI-rapport:
Opvolgers gezocht voor boerenbedrijf Het overnemen van een boerenbedrijf is niet in trek bij jongeren. Voor maar liefst 2000 agrarische bedrijven is zelfs geen opvolger te vinden. Dat moet anders; een agrarisch bedrijf runnen moet aantrekkelijker worden, anders loopt de toekomst van de agrarische sector in Nederland gevaar. Het LEI-rapport ‘Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf’ legt de vinger op de zere plek: de agrarische sector heeft een probleem. Er zijn niet genoeg bedrijfsopvolgers. Volgens het Landbouw Economisch Instituut zullen (agrarische) jongeren mogelijk sneller overwegen om toch eigen baas op de boerderij te worden als de beeldvorming rondom de agrarische sector positiever wordt neergezet; er adequate opleidingen voor (aanstaande) boeren komen; de vraag naar en het aanbod van bedrijfsopvolgers wordt samengebracht; er professionele coaches worden ingezet om het proces van bedrijfsovername extern te begeleiden en er betere fiscale en juridische voorzieningen komen om de grote vermogensbehoefte voor bedrijfsovername te verminderen of beter te spreiden.
Minder jonge boeren In het rapport werd ook gekeken naar de leeftijdsopbouw van de agrarische bedrijfshoofden in Nederland ten opzichte van Noordwest-Europese landen. Dit ligt ongeveer gelijk. Wel ligt het aantal bedrijfshoofden onder de 35 jaar in Nederland iets lager dan in omringende landen. Dit komt mogelijk doordat Nederlandse agrarische jongeren langer doorstuderen en langer ‘buiten de deur’ werken voordat ze op het bedrijf thuis aan de slag gaan. Bovendien gaan veel jonge ondernemers eerst een maatschap aan om de overname te kunnen bekostigen. Nieuwsgierig geworden naar het volledige rapport ‘Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf’? Kijk dan op www.bedrijfsovernameportal.nl.
Í
Onderneem ook dit jaar bewust In het kader van NAJK-project Bewust Ondernemen worden er in het nieuwe seizoen weer heel wat cursussen en trainingen aangeboden. Zo kun je samen met je afdeling een avondvullende workshop over Bewust Ondernemen boeken. Na deze avond weet je precies welk leertraject het best bij je situatie past. Er zijn 20 avonden beschikbaar. Liever wat meer te weten komen over de boekhouding op je (ouders) bedrijf? Dan is Financieel Inzicht misschien wat voor jou. Denk je stiekem al aan het overnemen van een bedrijf, dan kan de training BONO (bewust op weg naar de overname) je daarbij van dienst zijn. Of misschien past het Rabobank Opvolgers Perspectief (ROP) of een individueel coachingstraject beter bij jou. Wil je meer informatie over Bewust Ondernemen of één van de trainingen, kijk dan op www.najk.nl of neem contact op met Auke Age de Jong,
[email protected].
Í
Portal bedrijfsovername online Sta je aan het begin van een bedrijfsovername of zit je er op het moment midden in? Dan zijn er ongetwijfeld veel vragen waar je mee te maken krijgt. NAJK helpt je graag bij het vinden van antwoorden. Daarom lanceert NAJK op 18 september de bedrijfsovername portal. Van specifieke informatie tot aan ervaringsverhalen, alles is te lezen op deze site. Daarnaast kan de portal voor cursisten van trainingen als ‘digitaal klaslokaal’ functioneren. Op deze (afgeschermde) digitale plek zijn opdrachten, trefwoorden en informatie over de training te vinden. Nieuwsgierig geworden? Check 18 september www.bedrijfsovernameportal.nl!
Í
Tuinderszoon Arjan Boers (29) uit het ZuidHollandse Monster is lid van HAJK-afdeling Tuinbouw Jongeren Westland. Hij is zelf geen tuinder, maar voelt zich wel betrokken bij de sector. Hij werkt voor een bedrijf dat kabels en leidingen aanlegt op tuinbouwbedrijven.
Een verrassing…
Í
‘Wil je beter worden in wat je goed kunt, of in wat je niet goed kunt?’ Niet echt een agrarische vraag. Juist daarom is hij leuk. Deze vraag kun je verwachten van P&O-ers (Personeel en Organisatie medewerkers). Ik kies standaard voor beter worden in wat ik al goed kan. Dat is verstandig positief kiezen, toch? Verbeter waar je goed in bent en je minder goede kwaliteiten zullen in de slipstream ook beter worden. Je kunt ook anders denken: ‘Wat de boer (Boers) niet kent, dat….’ Vanuit die optiek is mijn keuze conservatief. De andere, progressieve mogelijkheid: verbeter waar je NIET goed in bent. Populair gezegd; ‘step out of your comfort zone’. Dit is veel spannender, lastiger en leerzamer. Een voorbeeldje? De keuze om als simpele, Westlandse ziel deze column te gaan schrijven. Ik had niets te verliezen. Er zijn altijd ‘gekken’ die het lezen. En dat blijkt. Hartelijk dank voor je kostbare tijd en leuke reacties! Nog een voorbeeld: voor tuinbouwland werken we aan een grote projectfinanciering. Financiering is al super leerzaam, maar breder kijken naar complexe contracten is dat helemaal. Als niet-jurist robbertjes vechten met advocaten is niet alleen lastig, maar ook spannend en leerzaam. Dat je ‘out of your comfort zone’ een keer knock-out gaat, zit er dik in. Het belangrijkste doel is ontdekken of je de andere comfort zone leuk vindt; je energie geeft! Dat geldt voor mij zowel voor projectfinanciering als voor het schrijven van columns. Toch stop ik met de columns voor BNDR. Ik ga op zoek naar een nieuwe comfort zone. En ik daag je voor de laatste keer uit: stap uit je comfort zone, wordt de nieuwe columnist en ontdek deze leuke leerzame verrassing! BNDR september 2010
„ 11
De koeienkenners aan huis CRV brengt waar voor uw geld! Als rundveehouder streeft u steeds naar het behalen van een goed bedrijfsresultaat. Daarvoor moet de veestapel optimaal presteren. CRV staat met betrokken medewerkers en betrouwbare scherpgeprijsde producten en diensten klaar om u hierin te ondersteunen. Door continue innovatie brengen we nieuwe mogelijkheden zo snel mogelijk bij u onder handbereik.
We hebben passie voor koeien, een passie die we delen met u!
MEER INFORMATIE CRV KlantenseRViCe z 078 – 15 44 44 toets 1 (België) z 088 – 00 24 440 (Nederland) www.crv4all.com
Marc Jansen van het CBL
‘Boeren moeten niet supermarkt bedienen, maar consument’ Marc Jansen (42) is directeur Consumentenzaken en kwaliteit bij het Cen-
te verwaarden. Door de toegevoegde waarde kan er een hogere prijs worden gevraagd. Ook wordt de consument meer betrokken bij het product. Dit zal wel meer worden in de toekomst, verwacht ik. Belangrijk is de ‘passie voor food’. Boeren die passie hebben voor hun werk en hun product. Uiteindelijk is het allemaal voedsel, maar dat kan het net wat extra’s geven.”
traal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Dit is de belangenbehartigingsorganisatie van alle supermarkten en foodservicebedrijven in Nederland. Wat doet het CBL precies? “Wij behartigen de belangen van de levensmiddelenbranche; de supermarkten en groothandels. Alle supermarkten in Nederland zijn bij ons aangesloten. We zijn niet commercieel, maar maken ons wel sterk voor bijvoorbeeld duurzaamheid en voedselveiligheid.”
Oh? Wat vertelt u dan? “Het gaat vaak over de prijzen! Ik pro-
Hoe ziet u de toekomst van supermarkten in relatie tot de agrarische sector? “Boeren zullen meer marktgericht gaan produceren. Boeren moeten niet de supermarkt bedienen, maar de consument. Doen wat die vraagt. Ik denk daarbij aan een melkveehouder die bij het melken van zijn koeien niet alleen denkt aan wat hij voor de melk beurt, maar ook aan het melkpak in de supermarkt en de consument die dat koopt. Overigens gebeurt dit ook al wel, maar ik hoop dat vooral jonge boeren en tuinders inzien dat ze moeten produceren voor de markt. Vroeger was dat anders. Hun ouders zijn opgevoed met het idee van produceren wat je kan, overschotten koopt de overheid wel op. Maar zo werkt het niet meer, zeker niet als de EU-zekerheden straks wegvallen. Een geruststellende gedachte is wel dat agrarische producten uiteindelijk altijd wel ergens in terechtkomen, al is het veevoer.”
Bereikt u ook iets op zo’n avond? “Ik hoop de discussie terug te brengen naar een redelijk niveau. Meestal wordt de supermarkt als grote boosdoener gezien, maar dat ligt natuurlijk wel iets genuanceerder. Als ik voor een zaal met boeren sta, sta ik daar niet om mijn gelijk te halen. Wel hoop ik dat iemand de volgende dag nog eens over mijn verhaal nadenkt als hij in de melkput staat. Bijvoorbeeld over Global Gap, certificering, minder middelengebruik en dierenwelzijn.” Daarover gesproken, er komen steeds meer keurmerken en streekproducten. Is dat de toekomst? “Het is een manier om producten op een andere manier
foto engel lameijer
Hoofdredacteur Marije Wenneke stelt prikkelende vragen. Aan boeren en burgers. In het hooi. Gedrevenheid, passie, boude beweringen. Het komt allemaal aan bod. In het hooi met…
Wat heeft het CBL met boeren te maken? “Alleen indirect. Natuurlijk komen producten van boeren in de supermarkt te liggen, maar wij hebben geen direct contact met hen. Wel hebben we met LTO, vakbonden, boerenorganisaties, de industrie en de overheid te maken. Met hen maken we bijvoorbeeld afspraken die boeren aangaan. Ook sta ik regelmatig voor een zaal met agrariërs om te vertellen wat CBL doet.”
beer toe te lichten hoe de verhoudingen in de keten van boer naar supermarkt liggen. En het CBL is er niet om boeren te pesten, maar wel om bijvoorbeeld voedselveiligheid te garanderen. Alles wat wij doen, is voor de consument.”
In het hooi met...
Wat vindt u, als oud LTO-man, eigenlijk van de Nederlandse boeren? “Die doen het heel goed. Ze combineren vakmanschap met ondernemerschap, al moeten ze aan dat laatste misschien nog iets meer trekken. Jonge boeren hebben het hier niet makkelijk: het is een mega-operatie om een bedrijf over te nemen. Daar moet je een echte ondernemer voor zijn en weten wat je sterke en zwakke punten zijn. Je hebt geen baas om je dat te vertellen, dat maakt het extra moeilijk.”
Í
BNDR september 2010
„ 13
„ najk project Vernieuwd Ondernemerschap
De Bouhoeke op ex multifunctionele Z
AJF De Bouhoeke organiseert elk jaar een meerdaagse reis naar binnen- of buitenland. Dit jaar ging de trip naar diverse bedrijven in de provincie Zeeland. Eén dag van de reis stond helemaal in het teken van verbreding en innovatie. Deze dag werd aangeboden vanuit het NAJK-project Vernieuwd Ondernemerschap. Door Agaath Timmerman
H
Het initiatief van het bestuur van De Bouhoeke om een reis te organiseren, wierp zijn vruchten af. Vier leerzame en gezellige dagen waren het resultaat. Met de bus reisde de groep van 32 jonge Friezen af naar Zeeland. Daar wachtte hen een actief programma, waarbij de cultuur van Zeeland niet werd overgeslagen. De agrarische jongeren bezochten de Deltawerken, bekeken de de oester- en mosselputten en vele Zeeuwse bolussen passeerden de maag.
Bedrijfsbezoeken Donderdag, de eerste dag, begon met een bezoek aan Rumptstad & Steketee in Stad aan het Haringvliet. Het bedrijf is gespecialiseerd in grondbewerking en produceert land- en tuinbouwmachines. Daarnaast verkopen zij landbouwmachines aan Afrika. “Een zeer innovatief bedrijf”, volgens De Bouhoeke-penningmeester Gerlof Bermans. 14
„ BNDR september 2010
Vervolgens werd Wiskerke Onions te Kruiningen bezocht. “Wij hadden zelf uien meegenomen uit Friesland. Het mooiste was dat de kwaliteit van onze Friese uien buitengewoon goed was, in vergelijking met de Zeeuwse uien. Een compliment voor onze leden dus!” Aan akkerbouwer H.J. Meijer in Rilland werd het laatste bedrijfsbezoek van de dag gebracht.
Fabrieksdag De tweede dag stond in het teken van fabrieken. De dag begon bij Frans Vervaet in Biervliet. Hier werd De Bouhoeke hartelijk ontvangen. Het bedrijf ontwikkelt diverse landbouwmachines. Daarnaast reviseren ze ook oude machines. Het volgende bezoek was aan Rosier Nederland B.V. te Sas van Gent. “De rondleiding op dit bedrijf was uniek. Wij waren de eerste grote groep die zij ontvingen. Alles werd getoond in de fabriek. Van grondstof tot korreltje”, vertelt Gerlof.
Wil je als afdeling ook op een gefinancierde excursie naar verbrede, innovatieve bedrijven? Kijk dan op www. vernieuwdondernemerschap.nl!
cursie naar eeuwse bedrijven
Pieperline in Sint-Annaland was de laatste locatie van de dag. “Daar hebben we met de groep eerst de veiling bezocht en de veilingklok uitgeprobeerd. Vervolgens kregen we een rondleiding door de fabriek. We hebben gezien waar de aardappelen worden geschild en gesneden voor de versverpakking.”
Vernieuwd Ondernemerschap Het project Vernieuwd Ondernemerschap staat in het teken van multifunctionele landbouw. NAJK biedt vanuit dit project onder meer zes gefinancierde excursies aan voor haar afdelingen. De Bouhoeke benutte dit aanbod als eerste. Gevolg: twee gefinancierde bezoeken aan verbrede en innovatieve bedrijven, namelijk Novifarm in Numansdorp en Koninklijke Maatschap de Wilhelminapolder in Wilhelminadorp. Novifarm is een uniek bedrijf. Het is ontstaan uit vier akkerbouwbedrijven, die ieder apart weinig toekomst zagen. Samen hebben ze een nieuw bedrijf opgericht. Dit bedrijf wordt zo efficiënt mogelijk geëxploiteerd, terwijl wordt gefocust op de nieuwste ontwikkelingen in de akkerbouw. Het bedrijf heeft de ambitie te verbreden. Een zeer innoverend concept en wellicht een voorbeeld voor andere kleinere bedrijven. De Wilhelminapolder heeft een lange historie en is één van de grootste akkerbouwbedrijven in Nederland. Het bedrijf beslaat een oppervlakte van 1700 hectare. Op het bedrijf
De Bouhoeke is de grootste afdeling van Agrarische Jongeren Friesland en actief in het gebied ten noorden van de lijn Harlingen-Leeuwarden-Dokkum. De afdeling is, net zoals het gebied, vooral gericht op akkerbouw. Op dit moment telt de club ongeveer 70 enthousiaste leden.
gaan recreatie en landbouw hand in hand. Tussen de landerijen en de natuurgebieden is een uitgebreid stelsel aan wandel- en fietspaden aanwezig. Een innoverend bedrijf met een grote neventak.
Goede combi Gerlof is erg enthousiast over de reis: “Het was geweldig. Overdag leerzaam en ’s avonds gezelligheid en stappen in Goes. Een goede combinatie. Bovendien was het goed voor de contacten met onze leden. En elke ochtend zaten we allemaal weer stipt om acht uur in de bus.”
Í
Deze excursie werd mede mogelijk gemaakt door:
BNDR september 2010
„ 15
„ GEZONDE DIEREN, GEZONDE MENSEN Paul Overgaauw over zoönosen
‘Problemen worden wel heel snel op intensieve veehouderij geschoven’ Zoönosen steken steeds vaker de kop op in Nederland. Maar wat zijn zoönosen eigenlijk, hoe komt het dat we er steeds meer mee te maken krijgen en wat is de relatie met de veehouderij? Dierenarts en zoönose-specialist Paul Overgaauw weet alles van deze op mensen overdraagbare dierziekten. Volgens hem hoeven boeren zich niet bezorgd te maken. Door Marije Wenneke
W
Wat is een zoönose eigenlijk? “Een ziekte die van dieren kan overgaan op mensen. Driekwart van ziektekiemen die bij mensen voorkomen, zijn oorspronkelijk afkomstig van dieren. Een hele bekende is het aids/hiv-virus. Dat komt oorspronkelijk bij apen vandaan en kan dus als zoönose worden beschouwd.” Het lijkt wel of er de laatste jaren in Nederland steeds meer zoönosen opduiken: MRSA, BSE, vogelgriep en recentelijk Q-koorts. Hoe kan dat? “Die ziekten zijn inderdaad voorgekomen in ons land. Oorzaken zijn onder meer de wereldwijde handel van (besmette) dieren en voedsel, besmette trekvogels, het reisgedrag van mensen, bijvoorbeeld naar exotische bestemmingen en klimaatverandering, waardoor bijvoorbeeld muggen en teken naar het noorden optrekken.” Vaak wordt de beschuldigende vinger richting intensieve veehouderij gewezen: schaalvergroting zou aan de bron
Paul Overgaauw Paul Overgaauw heeft na de HAS diergeneeskunde gestudeerd en is erkend parasitoloog en specialist veterinaire microbiologie. Hij werkte vijf jaar als dierenarts, was technisch manager bij een veterinair farmaceutisch bedrijf en lid van de hoofdredactie van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Momenteel is hij verbonden met de IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences), Divisie Veterinary Public Health van Universiteit Utrecht. Overgaauw schreef veel artikelen en enkele boeken over parasieten, zoönosen en gezelschapsdieren. Hij is adviseur op het gebied van verantwoord huisdierbezit, parasitaire ziekten, zoönosen en infectieziekten.
16
„ BNDR september 2010
Í
staan van het toenemende aantal dierziekten. Klopt dat? “Daar zijn helemaal geen aanwijzingen voor. Veel problemen worden wel heel snel op de intensieve veehouderij geschoven. Zelfs antibiotica-resistentie, terwijl dat niet eens een zoönose is en in 80 procent van de gevallen via mensen ontstaat. Natuurlijk kan de veehouderij een rol spelen bij de verspreiding van een zoönose, denk maar aan Q-koorts. Maar er zijn genoeg kanttekeningen te plaatsen waaruit blijkt dat de veehouderij echt niet de hoofdschuldige is. Er zijn veel meer mensen die ziek worden van zoönosen die overgebracht worden door grondcontact, het eten van rauw vlees, insecten, teken en huisdieren, dan mensen die een ziekte oplopen van landbouwdieren. Schaalvergroting kan juist dierziekten voorkomen, doordat er veel minder met dieren hoeft te worden gesleept, hygiënemaatregelen beter zijn en er minder contact is met de buitenwereld. Dieren worden minder snel besmet en zoönosen dus minder snel verspreid. Het is makkelijk om de beschuldigende vinger uit te steken richting de agrarische sector. Ook met Q-koorts. Er wordt niet verteld dat die infectie al jarenlang in Nederland voorkomt. De hele kwestie had beter opgepakt kunnen worden. Humane en veterinaire artsen hadden beter moeten samenwerken. Nu zag je alleen maar professor Coutinho van het RIVM op tv. Naast hem moest eigenlijk een dierenarts staan, die de dierkant van het verhaal kan belichten.” Dus zoönosen zijn helemaal niet per se van landbouwdieren afkomstig. “Nee. Deze infecties komen ook bij wilde dieren en huisdieren voor. Er is ook nauwelijks een zoönose te noemen die specifiek bij een diersoort als varkens, kippen of geiten hoort. Q-koorts ook niet. Die bacterie komt ook voor op melkveebedrijven, bij knaagdieren en teken.
illustratie henk van ruitenbeek
De zoönose die momenteel de meeste schade aanricht in Nederland is toxoplasmose. Deze parasiet kun je krijgen door te rauw vlees te eten, tuinieren of in aanraking te komen met uitwerpselen van dieren. Daarom mogen zwangere vrouwen bijvoorbeeld niet de kattenbak schoonmaken.” Krijgen we in Nederland met nog meer zoönosen te maken in de toekomst? “De nummer één risico zoönose in Nederland is H5N1: vogelgriep. Als dat echt uitbreekt, is dat heel kwalijk. Enkele jaren geleden zijn enkele mensen in Nederland ziek geworden en is zelfs een dierenarts overleden, maar de schade is toen beperkt gebleven door kippen te ruimen en andere maatregelen te treffen. Voor de toekomst is het West-Nijlvirus een risico. Deze ziekte rukt op uit Afrika en Zuid-Europa, wordt overgebracht door muggen en trekvogels en komt voor bij paarden en mensen. Het kan hersenvliesontsteking veroorzaken. Paarden kunnen ertegen worden ingeënt. Gelukkig komt het nog niet voor in Nederland.” Loopt een boer meer risico om een zoönose te krijgen omdat hij met dieren werkt? Zijn er voorzorgsmaatregelen die je kunt treffen? “Boeren hoeven zich geen zorgen te maken. Er zijn geen aanwijzingen dat ze vaker een zoönose oplopen dan mensen die minder met dieren in aanraking komen. Als je netjes werkt, regelmatig je handen wast, bedrijfskleding draagt, oppast als je met uitwerpselen in aanraking komt en geen rauwe melk drinkt, loop je geen groot risico. Dit soort maatregelen is op de meeste bedrijven al gemeengoed. Natuurlijk moet je wel adequaat reageren als je dieren ziek zijn. Zet ze apart, roep professionele hulp in en laat ze behandelen. Dat is in het belang van het dier, het bedrijf en je eigen gezondheid.”
Í
Maatregelen tegen zoönosen Door de vele dierziekte-uitbraken van de afgelopen tien jaar en de gevaren die dat oplevert voor de volksgezondheid groeit het besef dat zoönosen eerder gesignaleerd en beter aangepakt moeten worden. Verschillende instanties op het gebied van dieren volksgezondheid nemen maatregelen daartoe. Emzoo: Zoönosen tijdig opsporen In onderzoeksprogramma ‘Emerging zoönoses’ (Emzoo) heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzocht welke zoönosen er de komende jaren kunnen opduiken in Nederland. Uit het in juni verschenen rapport blijkt dat Nederland niet goed is voorbereid op uitbraken van zoönosen. Veterinaire en humane gezondheidszorg moeten betere afspraken maken over signalering en bestrijding van zoönosen. Daarvoor wordt een systeem ontwikkeld. Uit het Emzoo-onderzoek blijkt overigens ook dat – in tegenstelling tot andere diersoorten – het huidige signaleringsysteem voor problemen bij landbouwhuisdieren goed is ingericht. GGD: Effecten veehouderij op volksgezondheid screenen De Gemeenschappelijk Gezondheidsdienst (GGD), wiens wettelijk taak het is burgers te beschermen tegen ziekten, organiseerde op 4 juni het congres ‘Veeteelt en Volksgezondheid’. GGD Nederland-directeur Laurent de Vries zei daar dat er strengere regels moeten gaan gelden in de intensieve veehouderij om risico’s voor de volksgezondheid te beperken. Een voorbeeld daarvan is het verplicht stellen van de Gezondheids Effect Screening (GES) bij vergunningaanvraag voor veehouderijen. Hierin worden effecten van het bedrijf op de volksgezondheid bekeken. GD: Keurmerk Zoönosen Met het keurmerk Zoönosen van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) kunnen boeren sinds kort aantonen dat zij maatregelen nemen om zoönosen op hun bedrijf te voorkomen en besmetting te voorkomen. Voldoen ze aan bepaalde eisen op het gebied van hygiëne, vaccinatie, probleempreventie, diergezondheid en zijn de dieren twaalf maanden vrij van zoönosen, dan wordt het keurmerk ‘Zoönosen Verantwoord Bedrijf’ toegekend. Elk jaar checkt een veearts of het bedrijf nog aan de voorwaarden voldoet. Een schapenhouder uit Nuenen kreeg in juni het eerste exemplaar van het keurmerk uitgereikt.
Í BNDR september 2010
„ 17
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
Voor jonge boeren en tuinders met visie en lef!
Investeer in je toekomst
WWW.NAJK.NL
ÍÍ
„ NAJK CONGRES
Concurrentiekracht, slagkracht: denk mee! NAJK organiseert op vrijdag 19 november 2010 een congres voor jonge agrarische ondernemers. In het Auditorium van het Rabobank-kantoor te Utrecht gaan ondernemers en sprekers met elkaar in gesprek over het thema ‘concurrentiekracht, slagkracht’. Eén van de sprekers is Eurocommissaris Dacian Ciolos. Jonge Nederlandse boeren en tuinders krijgen op 19 november de kans om het gesprek aan te gaan met Eurocommissaris Dacian Ciolos. Door Alice Leijten
“Wij zijn ontzettend blij dat Ciolos bij ons congres aanwezig is”, vertelt NAJKprojectleider Machiel Kommers. “Het is de eerste keer dat hij als Eurocommissaris voet zet op Nederlandse bodem. Zijn aanwezigheid heeft grote toegevoegde waarde voor het congres. Het biedt jonge ondernemers een unieke kans om met Brussel in debat te gaan.” De aanwezigheid van Ciolos onderstreept hoe belangrijk NAJK en medeorganisator Rabobank de belangen van jonge boeren vinden. Na jarenlange intensieve samenwerking van NAJK en Rabobank Nederland ontstond het idee voor het congres dat op 19 november werkelijkheid wordt. De Rabobank zei volmondig ja tegen het voorstel voor een dergelijk congres. “Daarbij hebben we de lat zo hoog mogelijk gelegd. Het congres is gericht op de toekomst. Jonge onder-
Praktische informatie Datum: 19 november 2010 Congresthema: Concurrentiekracht, slagkracht Tijd: 09.30 uur – 17.00 uur Vervoer: Bussen vanuit de provincies Kosten: € 25,Contact:
[email protected]
nemers zijn tenslotte de toekomst van de land- en tuinbouw in Nederland. Ons streven was om een persoon uit de top van Brussel op het congres te hebben, dat is gelukt!”, aldus Piet van de Port van Rabobank Nederland.
Uitdaging en interactie Jonge ondernemers informeren over bedrijfsstrategieën en hen handvatten geven om zelf hun toekomst en ontwikkeling te bepalenstimuleren een keuze te maken. Dat is het doel van het congres. Keuzes maken is een must om zowel nu als in de toekomst te kunnen concurreren met collega’s in binnenen buitenland. Het congres heeft veel raakvlakken met NAJK project Bewust Ondernemen. Net als in dit project worden jonge boeren op het congresDe ondernemers uitgedaagd door verhalen en ervaringen van jonge collega’s en gestimuleerd om op zoek te gaan naar mogelijkheden voor huen eigen bedrijf. Het congres is onderscheidend van opzet en uitdaging en interactie staan centraal. Het is niet de deskundige die komt vertellen, maar de ondernemer zelf. Vijf jonge boeren vertellen over een bewuste strategische keuze die ze hebben gemaakt. Het gaat hierbij om verbreding, duurzaamheid/biologisch, schaalvergroting, emigratie en inter-
nationaal ondernemen. Deze strategische keuzemogelijkheden vormen de afspiegeling van agrarisch Nederland. De sprekers, Eurocommissaris Dacian Ciolos, Rabobank-topman Dirk Duijzer en enkele andere prominenten uit de landbouwsector, gaan vervolgens het gesprek aan met de jonge ondernemers. De aanwezigen in de zaal denken mee en kunnen aangeven wat hun persoonlijke optie voor het eigen bedrijf is. Marcel Henst, oud-hoofdredacteur van Boerderij, treedt op als dagvoorzitter.
Kans Piet van de Port hoopt dat agrarische bedrijfsopvolgers massaal naar Utrecht komen. “Het zou mooi zijn als de jonge ondernemers een onuitwisbare indruk achterlaten bij de Eurocommissaris. Dit is dé uitgelezen kans voor jonge boeren om in een live gesprek hun betrokkenheid, bevlogenheid en enthousiasme te tonen.” Als NAJK-lid ben je van harte uitgenodigd voor het congres. Aanmelden kan via de website van het NAJK: www. najk.nl. Hier is ook meer informatie te vinden over de dagindeling. Wees er snel bij want vol=vol. NAJK wil perPer provincie wordenbussen inzetten die naar Utrecht rijden.
Í
BNDR september 2010
„ 19
„ oud & nieuw De familie Oudkerk runt aan de rand van Goes een gemengd bedrijf met akkerbouw en fruitteelt. Ondanks dat boerderij ‘De Hoop’ praktisch is ingesloten door woonwijken en grote wegen, zien Marco (26) en zijn ouders Sam (64) en Willy (63) de toekomst positief tegemoet.
oud
&
’Openstellen voor samenleving’ Door Marije Wenneke
M
Marco: “Een bedreiging voor het bedrijf, zo kun je de stadsuitbreiding wel noemen. Toen mijn vader hier begon, raakte hij dertig hectare grond kwijt toen de grootste weg van Zeeland werd aangelegd. Ik wilde, als ik het bedrijf zou gaan voortzetten, goed voorbereid zijn. Daarom heb ik mijn scriptie voor de opleiding Small Business en Retail Management over het bedrijf gedaan en precies uitgezocht wat de kansen en bedreigingen zijn. Mijn ouders stonden hier helemaal achter, die hebben zelf ook eerst gestudeerd voordat ze in het bedrijf kwamen. Ik had er ook niet echt moeite mee: ik zat in de trekker te ploegen met het boek op mijn knie. Dat heb ik van mijn moeder, die leert ook makkelijk. Dat onderzoeken en het naadje van de kous willen weten, zit sowieso bij ons alle drie in het karakter. We bespreken het meteen als iemand een plan heeft. Misschien heb ik wat meer ideeën, maar je moet de ervaring van je ouders natuurlijk ook niet overboord gooien.”
Bewust Marco: “We hebben de taken op het bedrijf duidelijk verdeeld. Ik regel de afzet en ben van het machinewerk, mijn vader is van de teelttechniek en mijn moeder deed de administratie, maar dat neem ik steeds meer over. Mijn moeder zit er nog wel altijd bij, dat is hartstikke handig. Je weet tenslotte niet alles in één dag, dat moet groeien. We hebben 20
„ BNDR september 2010
het druk, maar we zijn geen boeren die niet verder kijken dan het eigen bedrijf. Ik heb een paar bestuursfuncties en mijn ouders waren ook altijd heel actief op dat gebied. We vinden het belangrijk om contacten te leggen. We zitten hier aan de drukste weg van Zeeland op maar een paar meter van een woonwijk. Mensen moeten niet denken: hij rijdt weer met die spuit rond, wat zal hij nu weer gaan doodspuiten? Je kunt beter vertellen hoe je bedrijf in elkaar zit en waarom je iets doet. Dat kunnen mensen zich een beter beeld vormen en maken ze een bewustere keuze in de supermarkt.”
Niet bang
Marco: “Juist de afwisseling in het werk op het bedrijf spreekt me aan. De appels en peren kosten veel tijd, maar het trekt me niet om hele dagen in de boomgaard bezig te zijn. Machinewerk vind ik mooi; grote trekkers. Maar als ik een keuze zou moeten maken tussen de akkerbouw of de bomen, zou ik dat niet kunnen. Zoals het nu gaat, is het prima. Dat wil ik gewoon volhouden. We staan er goed voor; hebben jonge aanplant en goede machines. Alleen de arbeid kan een probleem worden. Als mijn vader zou wegvallen, mis je niet alleen een arbeidskracht, maar ook een stuk ervaring. Toch ben ik daar niet bang voor. Er zijn oplossingen zat te bedenken. En als je een kwalitatief goed product teelt, is er ook afzet.”
‘Goed voorbereid op overname’ Marco Oudkerk Akkerbouwer en Fruitteler in Goes 26 jaar Lid van AJK Bevelanden
Í
foto’s marije wenneke
&
NIEUW
Eigen taken
Sam: “Mijn vader zei vroeger al: als je been eraf is, kun je altijd nog achter een bureau zitten. Eerst studeren dus en dan pas in het bedrijf. Zo is het met Willy en mij gegaan en ook met Marco. Willy wilde trouwens wel haar eigen taken in het bedrijf hebben toen we eenmaal waren getrouwd.” Willy: “Dat werd de administratie, contacten onderhouden met de veiling, bank en de verzekering. Ook ontving ik mensen die op het bedrijf op bezoek kwamen. Ik heb het veertig jaar gedaan. Sinds vorig jaar heb ik het langzamerhand overgegeven aan Marco.” Sam: “Er is veel werk te doen op het bedrijf. Met de appels en peren ben je zeven keer zo druk als met de akkerbouw. Bovendien moet je in het fruit extra oppassen dat je niet de fout ingaat, omdat de bomen jaren meemoeten. We hebben de taken goed verdeeld. Marco doet veel met de computer. Daar kan ik juist helemaal niets mee. Gelukkig komt er van alles binnen over de fax, dus blijf ik toch op de hoogte. Ik doe de uitvoerende taken die bij de teelt horen. Als Marco zegt dat ik moet spuiten, doe ik dat. Ik ken elke boom!”
Vertrouwen
Sam: “We hebben alle vertrouwen in Marco. Hij schreef ook een hele goede scriptie over het bedrijf, waar we nu nog wat aan hebben. Het enige dat misschien lastig is voor Marco, is het
Bedrijfsgegevens Familie Oudkerk in Goes Marco Oudkerk nam het bedrijf vorig jaar over van zijn ouders Sam en Willy. Daarvoor zat hij 7 jaar met hen in maatschap.
aansturen van het personeel in de boomgaard. Dat zijn mannen en vrouwen uit de buurt die in het seizoen zes weken lang appels en peren plukken. Veel van hen werken al jaren bij ons en zij hebben Marco zien opgroeien. Nu heeft dat kleine jochie van vroeger opeens de leiding. Maar ook dat komt zeker goed.”
50 hectare akkerbouw: Suikerbieten, granen, aardappelen, natuurbeheer 14 hectare fruitteelt: 9 ha peren, 5 ha appels 20 seizoensmedewerkers
PR Sam: “We wonen met zijn drieën op dit bedrijf en zijn dus praktisch altijd bij elkaar. Als we als familie ‘sociaal’ bij elkaar zijn, praten we daarom niet over het bedrijf.” Willy: “Marco woont wel apart, in de bungalow waar opa en oma eerder hebben gewoond.” Sam: “Hij heeft dus zijn eigen huis, er moet alleen nog een duifje naar binnen vliegen. Nee serieus: we hebben met zijn drieën goed nagedacht over de toekomst en hoe de volgende generatie verder kan boeren. Dat was bij mijn ouders en bij Willy thuis net zo. Daarom vinden we het ook belangrijk om ons open te stellen voor de samenleving. We geven feestjes, geven rondleidingen, krijgen Tweede Kamerfracties op bezoek. Er gaat een wereld voor mensen open en die PR is heel belangrijk. Die dingen organiseren doen we veel liever dan op vakantie gaan. Vier jaar geleden zijn we een keer naar Valkenburg geweest. Ik was blij toen we eindelijk weer naar huis mochten! Marco is wat dat betreft niets anders. Hij heeft veel hobby’s, maar is het liefst gewoon op het bedrijf bezig.”
Í
BNDR september 2010
„ 21
Op het nieuwe alfa-accountants.nl sta je niet gauw met lege handen Wat kan Alfa voor mij betekenen? Wat staat er in de meest
De vernieuwde site is nu nog completer en nog
recente Cijfers die Spreken over mijn sector? En welke
overzichtelijker. Tot klik op www.alfa-accountants.nl!
Alfa-vestiging is er in de buurt? Op deze en andere vragen krijg je snel een antwoord op www.alfa-accountants.nl.
Alfa, stersponsor van het NAJK, is in het zakenmagazine MT100 op de eerste plaats geëindigd in de sector accountancy en belastingadvies. Alfa is vooral actief in het MKB en de agrarische sector. Met ruim 800 professionals en 33 vestigingen zijn we thuis in elke regio van Nederland.
De ondernemende mens centraal
Binder september 215x140 fc.indd 1
31-8-2010 8:38:14
www.cahdronten.nll
Agrarisch Ondernemerschap Jouw ontwikkeling als ondernemer staat centraal bij de CAH Dronten. Je studeert samen met 200 ondernemers. Je leert dus enorm veel van elkaar. De CAH Dronten heeft twee ondernemers programma’s:
Kort HBO, de Associate Degree In 1 of 2 jaar ontwikkel je jezelf tot een volwaardige ondernemer.
Major Agrarisch ondernemerschap In 3 of 4 jaar ben je als topondernemer klaar voor het bedrijfsleven.
Meer weten? Kom langs op 5 of 27 november 2010 of kijk op www.cahdronten.nl
„ GEZONDE MENSEN, GEZONDE DIEREN
Steeds minder gif op groente en fruit Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is hét thema
deze schimmels levensbedreigende longinfecties veroorzaken.
middelen bevatten. De uitkomst van de ‘Weet wat je eet gifmeter’ van de VWA zal dat op den duur uitwijzen. In 2008 stond de supermarkt nog op plek vijf van de meest vervuilde supermarkten. De meest vervuilde supermarkt was dat jaar Jan Linders, waar 31 procent van de producten in de schappen vrij was van residuen, terwijl er op 6 procent zelfs een overschrijding van de wettelijke norm werd aangetroffen. Dirk van den Broek kwam als schoonste supermarkt uit de bus: bijna de helft van de producten (48 procent) was vrij van resten van bestrijdingsmiddelen.
AH-norm
Wassen en schillen
Voor Albert Heijn gaat de gestelde MRL-norm nog niet ver genoeg. Vanaf oktober 2010 wil AH dat alle producten in de schappen nagenoeg vrij zijn van residuen. De retailer stelt zijn telers min of meer verplicht om vijftig procent onder de MRL-norm te gaan zitten. Telers ontvangen hiervoor geen meerprijs. De verantwoordelijkheid ligt bij de teler: die krijgt de taak om de producten te monsteren. Albert Heijn zorgt voor het monitoren. Wanneer blijkt dat een teler weinig overschrijding heeft, neemt AH op den duur minder monsters. Het is waarschijnlijk dat de producten in de schappen van AH door deze maatregel straks minder resten van bestrijdings-
In 2009 werden de producten in de supermarktschappen opnieuw onder de loep genomen. Uit die cijfers blijkt dat de meeste supermarkten ‘schoner’ zijn geworden. Nederlandse producten doen het goed. Het zijn vooral de niet-Nederlandse producten waarop overschrijdingen worden aangetroffen. Daarom controleert de VWA dit jaar minder op producten uit Nederland. De controles op producten uit het buitenland zijn verscherpt. Toch zijn consumenten niet helemaal overgeleverd aan hoe groente- en fruittelers omgaan met bestrijdingsmiddelen. Door producten uit de supermarkt te wassen of te schillen, verminder je de aanwezige residuen ook.
maken. De consument die jouw producten koopt, verwacht dat deze op een verantwoorde manier geteeld zijn. Maar is dat ook zo? Want het gebruik van bestrijdingsmiddelen kan gevaar opleveren voor je gezondheid. Door Alice Leijten
De meeste groenten en fruit worden blootgesteld aan verschillende bestrijdingsmiddelen. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat er in 2008 in de landbouw 6,9 kilo chemische bestrijdingsmiddelen per hectare is gebruikt. Dat is iets meer dan in 2004, toen werd er 6,6 kilo gebruikt. Sterk toegenomen is het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de teelt van appels en peren. Voor de consumptieaardappelen is het gebruik gelijk gebleven: op elke hectare werd ruim 12 kilo bestrijdingsmiddelen gespoten.
Restjes
Uit de ‘Weet wat je eet gifmeter’ blijkt dat groenten en fruit in de Nederlandse supermarkten steeds minder resten van bestrijdingsmiddelen bevatten.
Bij het gebruik van bestrijdingsmiddelen blijven er resten achter in- of op de producten, de zogenoemde residuen. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft wettelijk bepaald hoeveel bestrijdingsmiddelenresten er maximaal mogen achterblijven op agrarische producten: de Maximale Residu Limiet (MRL). Uit recent onderzoek van de VWA blijkt dat landbouwproducten steeds schoner worden. De MRL-overschrijding is de afgelopen jaren met 3 procent gedaald. Deze daling wil niet zeggen dat er geen risico’s meer zijn. Dat blijkt uit onderzoek van het St. Radboud ziekenhuis in Nijmegen naar resistente schimmels. Aangetoond is dat dit verband houdt met het gebruik van pesticiden. Schimmelbestrijdingsmiddelen in de landbouw veroorzaken schimmelresistentie bij de mens. Bij mensen met een verzwakte gezondheid kunnen
Í
foto marije wenneke
van dit moment. Ook jij als jonge boer of tuinder hebt er mee te
BNDR september 2010
„ 23
„ NAJK INTERNATIONAAL
Innovatief tomaten telen in Zweden Ja, ook in Zweden kun je tomaten telen! Na Argentinië ging de tweede NAJK-studiereis van dit jaar naar Zweden. Leden van verschillende AJK’s kregen de kans om met eigen ogen te zien hoe men boert in het hoge noorden. Sander Kerkhoffs van NAJK Internationaal reisde met hen mee en doet verslag. Door Sander Kerkhoffs
“I
“In juni zijn we gedurende een week van Malmö naar Stockholm gereisd. Malmö is de hoofdstad van de zuidelijke provincie Skåne. Deze provincie hoorde vroeger bij Denemarken en is nog steeds sterk op Denemarken gericht. Hier ligt de betere landbouwgrond en sinds een paar jaar zijn hier een aantal Nederlandse melkveehouders actief. De akkerbouwbedrijven zijn groot en verbouwen vrijwel dezelfde gewassen als in Nederland. Ook het klimaat is vergelijkbaar met Nederland, hoewel het groeiseizoen iets korter is. Akkerbouwbedrijf Charlottenlunds Gard heeft 56 hectare bos en 650 hectare landbouwgrond. Het bouwplan omvat suikerbieten, koolzaad, wintertarwe en zomergerst. Opvallend aan het bedrijf is dat het zo weinig mogelijk grondbewerking toepast. We worden verwelkomd door bedrijfsleider Per Landén. Per laat ons de werktuigen zien en neemt ons mee naar het land. Het is mooi te zien hoe enthousiast Per is om ons alles over zijn bedrijf te vertellen. Sinds ze gestopt zijn met ploegen, is het dieselverbruik met 40 procent afgenomen. In het land zien we de goede bodemstructuur met eigen ogen. Omdat er ongeveer 600 mm neerslag per jaar valt, probeert Per het vocht zo goed mogelijk vast te houden. Door niet te ploegen, voorkomt
Er werd ook een bezoek gebracht aan het groentebedrijf van Pernilla Nordberg in Mariestad. 24
„ BNDR september 2010
hij erosie en houdt hij het organische stofgehalte op peil. De komende jaren wil de eigenaar het areaal verder uitbreiden. De grondprijs in dit gebied is de laatste jaren gestegen van 10.000 euro tot ongeveer 20.000 euro per hectare, maar er komen maar weinig percelen te koop en vaak zijn deze niet zo groot.”
Vernieuwend “Na Skåne zijn we via de provincie Halland naar het gebied tussen de twee grote meren gegaan. Aan de oostelijke oever van het grootste meer, Vänern, brengen we een bezoek aan het tomatenbedrijf van de familie Ehlen. Jeroen Ehlen is in Limburg geboren en op zevenjarige leeftijd met zijn ouders naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Daar heeft hij zijn Zweedse vrouw Ulrika ontmoet, met wie hij in 1997 in Zweden de huidige kas van bijna een halve hectare overnam. Momenteel telen ze ongeveer 25 verschillende tomatenrassen, speciaal voor de lokale markt. Aromata is het belangrijkste ras dat ze telen. Al snel blijkt dat Jeroen een vernieuwende ondernemer is die barst van de ideeën. Ledlampen met uniek en nog beter licht, nieuwe smaken en kleuren of een toeristische tak zijn slechts een paar voorbeelden. Ehlen zet zijn tomaten direct
Leuk Zweeds ‘speelgoed’: de timberjack die de broers Landenmark op hun
Zweedse tomaten
af via zeven ICA-supermarkten. De tweedeklas tomaten die Ehlen niet aan de supermarkten kwijt kan, verkoopt hij via zelfbediening in zijn eigen kas. Sinds een paar jaar is Ehlen op zoek naar een goede bedrijfsleider, maar helaas valt het tegen deze te vinden. Andere ondernemers hebben ons ook over dit probleem verteld. Ehlen is al een paar keer in Nederland geweest. Hij zou graag met jonge Nederlandse tuinders aan de slag gaan in Zweden.”
Bos “Als we verder gaan in de richting van Stockholm zien we meer en meer bos. Zweden is een land van bosbouw. In
Nederland praten we over hectares gras- en bouwland. De Zweedse boeren geven hun bedrijf weer in ploegbare grond, niet-ploegbare grond en bos. Een mooi voorbeeld is de boerderij van de broers Landenmark. Ze runnen een gemengd bedrijf met zeugen, akkerbouw en bos. Los van de afwisseling in het werk en de spreiding van het inkomen biedt het een voordeel qua arbeidsinzet. ‘Als het op het land rustig is, kunnen we mooi het bos in om te dunnen en te kappen’, aldus Håkan Landenmark. En natuurlijk vonden wij het leuk om even met de timberjack te spelen… Het bezoek aan Zweden was intensief en vol variatie. We hebben veel gezien en nieuwe indrukken opgedaan.”
Í
Wil je meer weten over de landbouw in Zweden? Neem dan contact op met NAJK-Internationaal via telefoonnummer 030-2769869.
boerenbedrijf gebruiken.
De NAJK-leden die van 17 tot 25 juni Zweden bezochten tijdens een studiereis.
De route die het gezelschap af heeft gelegd. BNDR september 2010
„ 25
„ GEZONDE MENSEN, GEZONDE DIEREN Suzanne Verhoeven Varkenshouder in Valkenswaard 26 jaar Lid van AJK Eindhoven-Zuid
Suzanne Verhoeven houdt varkens volgens het Milieukeur
Trots op duurz produceren Suzanne Verhoeven (26) nam de tijd om te ontdekken of de varkenshouderij wel echt wat voor haar was. Dat bleek het geval, en inmiddels zit ze in maatschap op het ouderlijk bedrijf in Valkenswaard. Duurzaam produceren met extra aandacht voor dier en milieu is haar doel én geeft haar veel voldoening. Door Alice Leijten
26
V
Vlakbij Valkenswaard staat de boerderij van de familie Verhoeven. Suzanne Verhoeven runt hier samen met haar ouders een varkenshouderij. Suzanne is verantwoordelijk voor alle dagelijkse werkzaamheden op het bedrijf. Het eerste dat opvalt aan het bedrijf is het bord aan de weg met de tekst: Op deze boerderij worden varkens gehouden volgens de criteria van Milieu-
„ BNDR september 2010
keur. Dit is een duurzaam initiatief waarbij extra aandacht is voor het welzijn van de dieren en het milieu. Suzanne en haar ouders nemen deel aan de Keten Duurzaam Varkensvlees. Deze keten is in 1997 gestart met als doel op een duurzame manier varkens houden. Inmiddels is het uitgegroeid tot een samenwerkingverband tussen producenten,
Suzanne Verhoeven is trots op wat ze doet en wil dat graag delen met de buitenwereld. “Het is belangrijk dat de agrarische sector een positiever imago krijgt.”
Varkenshouderij Verhoeven De familie Verhoeven is een echt boerengeslacht. Toen opa Verhoeven uitgekocht werd door gemeente Valkenswaard, verhuisde hij naar de huidige locatie. Daar werd gekozen voor een onderneming toegespitst op de varkenshouderij. Het 7,7 hectare omvattende bedrijf is gesloten. Dat wil zeggen dat alle dieren op het bedrijf zijn geboren. Er komen geen ‘vreemde’ dieren bij. Momenteel worden er 260 zeugen en 1400 vleesvarkens gehouden. Biggen die worden geboren om tot vleesvarken uit te groeien, verblijven ongeveer zeven maanden op het bedrijf. Dan zijn ze groot genoeg om geslacht te worden. De fokgelten blijven langer om biggen voort te brengen. Vanaf ongeveer 250 dagen kunnen ze voor het eerst bevrucht worden. Ze jongen elke vijf maanden. Het gemiddelde aantal geboren biggetjes per worp ligt ongeveer op veertien stuks. Een
foto’s alice leijten
zeug kan gemiddeld negen keer biggen. Uiteindelijk gaan ook de zeugen naar de slacht.
aam slachterij, grossiers, slagers, retail, cateraars en vleeswarenproducten.
In maatschap Suzanne is nu vier jaar fulltime werkzaam voor het bedrijf, waar ze begon in loondienst. Twee jaar geleden besloot ze samen met haar ouders in maatschap te gaan. “Natuurlijk was het werken bij mijn ouders anders dan voor een baas. Het was voor mij vooral fijn omdat ik langzaam kon ontdekken of ik werken op de varkenshouderij écht leuk vond. Na twee jaar was ik daar zeker van. Toen was ik er aan toe om meer betrokken te zijn bij het reilen en zeilen van ons bedrijf. Bovendien wilde ik ook zelf keuzes kunnen maken.” Toen Suzanne fulltime op de boerderij ging werken, waren de reacties uit haar omgeving overwegend positief. Mensen zijn
Í
nieuwsgierig naar wat ze doet. “Vaak zijn ze verbaasd over hoe groot een varken is. Ze vragen mij wel eens of ik het niet zielig vind voor de dieren. Soms komt die vraag tijdens een barbecue. Ik moet daar dan wel om lachen. Nog steeds merk ik dat mensen slecht weten waar hun stukje vlees vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt.”
Keten Duurzaam Varkensvlees Het bedrijf is aangesloten bij de Keten Duurzaam Varkensvlees. Enkele jaren terug nam de vader van Suzanne hier het initiatief voor. “Tien jaar geleden hielden we ons ook al bezig met dierenwelzijn en duurzaamheid. Bijvoorbeeld zeugen op stro, het beperken van energiegebruik en aangepaste stalinrichting. Hier stond echter niets tegenover. We vonden het jammer dat ons varkensvlees anoniem in de markt verkocht werd. Terwijl dit vlees afkomstig is van met zorg gehouden varkens. Zo ontstond het initiatief voor Keten Duurzaam Varkensvlees.” De keten heeft vier pijlers: dichter bij de natuur, zorg voor klimaat, gezonde dieren en 100 procent Nederlands. Als je als varkenshouder wilt produceren voor de keten, moet je als onderneming aan verschillende eisen voldoen. Om dit te beoordelen wordt het bedrijf op twee punten langs de meetlat gelegd; de milieumeetlat en dierenwelzijnmeetlat. Het bedrijf kan scoren op bijvoorbeeld reductie van meststoffen, energiebesparing, bewegingsvrijheid van de dieren en de inrichting van de stal. Afhankelijk van de score wordt je toegelaten tot de keten. Het varkensvlees wordt verkocht bij onder meer Coop Supermarkten, La Place, Albron en de Keurslagers. Suzanne: “We houden ons in de keten bezig met duurzamer produceren zonder dat de kosten stijgen. Met extra aandacht voor de dieren en het milieu.” De keten werkt nauw samen met de Dierenbescherming en Stichting Natuur en Milieu. Zij fungeren vooral als klankbord en geven aan wat voor geluiden uit de maatschappij komen.
Demo bedrijf Het bedrijf van Suzanne en haar ouders dient als demobedrijf van de Keten Duurzaam Varkensvlees. Een voorbeeld hiervan is een overheidsproject om het antibioticagebruik terug te dringen. Suzanne: “Het plan van aanpak is gemaakt. Nu houd ik me bezig met de uitvoering. Het streven is om antibioticagebruik terug te brengen naar nul.” Het stoppen met castreren van mannelijke biggen is een
„
Lees verder op pagina 28
BNDR september 2010
„ 27
„
Vervolg van pagina 27
ander voorbeeld van een pilotproject. Deze is inmiddels succesvol afgerond. Varkenshouders kiezen voor castreren om te voorkomen dat het vlees bij braden en bakken een penetrante geur verspreidt, de berengeur. Dit wordt veroorzaakt door een afwijkende samenstelling van stoffen en hormonen bij de beer. De meeste beren ontwikkelen deze geur niet. “Toch was het best spannend toen we voor het eerst vlees afleverden van niet-gecastreerde biggen. Maar het is heel goed gegaan. Ik ben blij dat we gestopt zijn met castreren. Het blijft een ingreep, al zijn de biggen verdoofd. Bovendien draagt castreren niet bij aan het welzijn van de dieren en vond ik het geen prettig klusje. Uit de tests bleek dat maar 1,5 tot 2 procent van de beren de penetrante geur produceert.”
Geurmeester “Mensen vragen mij wel eens of ik varkens niet zielig vind. Soms komt die vraag tijdens een barbecue. Ik moet daar dan wel om lachen”, vertelt Suzanne, die merkt dat veel mensen niet weten waar hun stukje vlees vandaan komt en hoe het wordt geproduceerd.
28
Dankzij de Keten Duurzaam Varkensvlees is het mogelijk om te stoppen met castreren zonder teruggang van kwaliteit. Dit is uniek in de markt. De keten heeft namelijk heuse geurmeesters in dienst. Deze mensen zijn opgeleid om berengeur te herkennen in de slachterij. De geur ontstaat alleen bij bakken of braden. De geurkeurmeester schroeit van elk geslacht mannelijk varken een klein stukje vlees; de schroeiproef. De vrijgekomen dampen worden gecontroleerd op geur. De afgekeurde stukken vlees worden niet verwerkt tot bak- of braadvles, maar kunnen nog prima worden gebruikt als stoof- of soepvlees. Je bent niet zomaar geurmeester, hiervoor heb je een opleiding nodig. “Mijn zus doet de marketing voor de keten. Zij is een dag mee geweest met de geurmeesters en ontdekte dat het nog niet zo makkelijk was. Terwijl zij nog niets rook, kon de geurmeester al aangeven dat het stuk vlees niet door de keuring kwam.”
„ BNDR september 2010
Trots Suzanne werkt met veel plezier op het bedrijf. Omdat haar vader veel van huis is voor de keten komen de meeste dagelijkse werkzaamheden voor rekening van Suzanne. Ze is trots op wat ze doet en neemt daarom deel aan het project ‘Goed Bezig’ van NAJK. “Ik vind het belangrijk dat de agrarische sector een positiever imago krijgt. Ik wil graag collega’s ervan bewust maken dat juist zij voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor dit imago. We mogen trots zijn op wat we doen en ik wil dat graag delen met de buitenwereld.”
Í
„ strip
„ sudokoe
Vul de puzzel zo in dat in elke rij, in elke kolom en in elk blok van zes vakjes nooit dezelfde koeien staan. De oplossing is de naam van de koe in het gekleurde vakje. Stuur of mail je oplossing vóór 1 november naar
[email protected] of naar: Redactie BNDR Postbus 816 3500 AV Utrecht Vergeet niet je adres te vermelden, want wie weet win jij de heerlijke slagroomtaart die wordt verloot onder de juiste inzendingen! Roelof Wildeboer uit Staphorst puzzelde uit dat koe Jos de oplossing was van de vorige Sudokoe. Hij heeft daarmee de taart gewonnen.
Annie
Gerda’s
Bertje
Agaath
Rudy
Marco BNDR september 2010
„ 29
„ uit alle hoeken
BAJK nog steeds ‘Goed Bezig’ In het project ‘Goed Bezig’ draagt Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK) samen met Nederland Bloeit uit hoe mooi de agrarische sector is en welke meerwaarde het biedt aan de maatschappij. In trainingen die BAJK en Nederland Bloeit gaan geven op scholen, worden vragen behandeld als: Hoe draag je positief uit dat je beretrots bent op je bedrijf of sector? Hoe houd je je trotse verhaal fier overeind als je een kritisch persoon voor je hebt? Wat kun je zelf aan het imago doen? Met deze trainingen, die in elk geval worden gegeven op De Groene Campus in Helmond, het Prinsentuin College in Breda, HAS Den Bosch en aan BAJK-afdelingen, wordt jonge ondernemers het gevoel gegeven dat ze ‘goed bezig’ zijn. Dat geeft een boost aan hun trotse gevoel en stimuleert om nog beter bezig te zijn. Wil je meer weten over Goed Bezig, kijk dan eens op de site www.isgoedbezig. nu. Hierop kom je te weten wat je zelf kunt doen aan het imago van de agrarische sector. Aan het project zijn ambassadeurs verbonden. Zij zijn al Goed Bezig. Hun inspirerende voorbeelden staan beschreven op de site. Maar in potentie is elke boer natuurlijk een ambassadeur voor zijn sector!
Actie Zoet-Haringvliet De Euro Delta Jongeren uit Goeree-Overflakkee (Zeeland) willen een stokje steken voor het openzetten van de Haringvlietdam. Door het op een kier zetten van deze dam, dreigt het in Zuid-Holland gelegen Haringvliet, het tweede zoetwaterbekken van Nederland, zout gemaakt te worden. Dit zou de visintrek naar de Rijn moeten verbeteren. Echter, de Rotterdamse industrie, het havengebied, het Westland en de agrarische gebieden op de ZuidHollandse eilanden hebben baat bij een constante en gegarandeerde zoetwateraanvoer. Dat is met het kierbesluit niet mogelijk. Ook zullen de gebieden rondom het Haringvliet verzilten door zoute kwel en zal de waterkwaliteit in sloten en singels achteruit gaan door de niet-constante samenstelling van het water. Er zijn bovendien al verbindingen voor visintrek; vistunnels onder de dam en, via de Nieuwe Waterweg, een open verbinding naar de Rijn. Waar is de kier dus voor nodig? Nergens voor! Dit plan mag niet doorgaan. Euro-Delta Jongeren en AJK-leden willen dit plan tegenhouden. Om dit aan te kaarten in Den Haag zijn in korte tijd 40.000 handtekeningen nodig. Op de site www.zoetharingvliet.nl staat meer informatie en kan een digitale handtekening achter worden gelaten.
NAJK-er helpt rijstboeren Benin Krispijn van den Dries, NAJK-lid uit Ens in Flevoland, reisde eind juni af naar Benin om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van de boerenorganisatie APRAL (Asso30
„ BNDR september 2010
ciation Regionale des Producteurs de Riz de l’Atlantique et du Littoral). Hij kreeg van Agriterra de opdracht een businessplan te schrijven voor de rijstboeren. Met een goed businessplan is de vermarkting van rijst in Benin een haalbare zaak, meent de jonge akkerbouwer uit de Noordoostpolder. Ook kan het transport slimmer worden georganiseerd en de rijstekorrel met betere machines heelhuids uit het kaf worden gehaald. Het opstellen van een businessplan voor de boeren in het Afrikaanse land lukte echter niet, omdat er onvoldoende gegevens waren voor een dergelijk plan. Zo was niet bekend op hoeveel hectare de boeren rijst telen en wat de opbrengst precies is. Wel sprak Krispijn met verschillende mensen die betrokken zijn bij de rijstketen, zoals vertegenwoordigers van de boerenorganisatie en boeren, banken, de Kamer van Koophandel en een onderzoeksinstituut. Volgens de ondernemende NAJK-er zit het probleem hem in Benin niet in de productie van rijst, maar vooral in de verwerking en vermarkting. “Het traject na de oogst is duidelijk nog te verbeteren.” Het samen transporteren en op de markt aanbieden van rijst kan de boeren bijvoorbeeld veel voordelen bieden. Het bestuur van APRAL gaat gegevens verzamelen voor een businessplan. Als ze daarmee op streek zijn, gaat Krispijn beoordelen of het plan haalbaar is.
Beste Keet van Nederland! Kun je je geen mooiere of betere keet voorstellen dan die van jou en je vrienden? Doe dan mee aan de wedstrijd ‘De Beste Keet van Nederland’ van Plattelandsjongeren.nl! Er zijn toffe prijzen te winnen, die aan het einde van het jaar feestelijk worden uitgereikt. Je kunt je tot 1 december opgeven via website www.keetkeur.nl. Hierop staat ook meer informatie over de wedstrijd en Keetkeur. Plattelandsjongeren.nl vindt namelijk dat jongeren prima in staat zijn om alles rondom hun keet op een verantwoorde manier te regelen. Met Keetkeur geeft de organisatie keethouders en hun bezoekers handvatten en helpt ze om een positiever beeld van keten te realiseren. Ook worden er praktische workshops gegeven aan jongeren die een keet hebben.
Biggenbal ’t Biggenbal, het jaarlijkse feest van Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt, komt er weer aan! Dit jaar wordt het een waar spektakel, met de prettig gestoorde bandleden van The Memphis Maniacs. Houd zaterdag 6 november vrij in je agenda. Het dak gaat er dan af in de Stapperij in Oirschot!
het bestuur van...
AJK Breda Wendy Luijten (23) uit Etten-Leur is secretaris van AJK Breda. Ook zit ze namens de agrarische jongeren in de gebiedscommissie Brabantse Delta. Ze is bijna klaar met de opleiding planologie in Nijmegen. Daarvoor deed ze HAS.
Terugblik Boer zoekt Lady De Leontien Ladies Ride in Overijssel werd eind mei gehouden. Door het mooie landschap fietsten 5000 dames van Zwolle langs Dalfsen, naar Ommen en weer terug. De dames fietsten voor Pink Ribbon; een goed doel tegen borstkanker. De jonge boeren in Overijssel wilde deze dames graag in de watten leggen. Er werd een rustplek ingericht met strobalen en ingepakte balen, hangmatten, massagetafels en zelfs een zwembad. Natuurlijk werd er ook gezorgd voor de inwendige mens. Er konden allerlei soorten melk, drinkyoghurt en karnemelk worden genuttigd. Verder waren er ook gezonde producten van het land zoals appels, komkommer en tomaat. De jonge boeren, gekleed in promotieblouses van Overijssels Agrarisch Jongeren Kontakt (OAJK) bedienden de dames van al dat lekkers en knoopten op een leuke wijze gesprekken met hen aan. Die praatjes gingen over koetjes en kalfjes; dat paste de jonge boeren wel. Verder spraken ze ook nog even met landbouwminister Gerda Verburg, zij kon de actie wel waarderen. Boer zoekt Lady was een leuke actie waar iedereen met een glimlach op terugkijkt. Dat blijkt ook wel uit de reacties van de deelnemers op de tocht en natuurlijk de verwennerij van de jonge boeren. “Met schoonzus en nicht heel veel lol gehad. Vooral bij de boeren; hebben nog geprobeerd mijn nichtje te koppelen. Wat een mooi gezicht, zo’n sliert roze vrouwen in het boerenlandschap. Volgend jaar doen we zeker weer mee!”, reageerde Petra Hoek via het gastenboek. Ook Miriam vond de tocht in één woord geweldig. “De Boer zoekt Lady rustplaats vonden we erg leuk. Toen we in de huifkar-wc stonden, hoorden we opeens een raar geluid en kiepte deze kar zo’n beetje om. Hilariteit! Kortom een hele leuke dag gehad, top!”
Waarom zit je in het bestuur van AJK Breda? “Een paar jaar geleden lag AJK Breda helemaal stil. Er werd echt niets meer georganiseerd. Een paar BAJK-bestuurders hebben toen mensen gezocht die AJK Breda weer op poten konden zetten. Via-via ben ik ook gevraagd. We zijn met een compleet nieuwe groep begonnen in 2008. Van de oude leden is maar een klein groepje over en die zijn niet heel actief. We hebben veel nieuwe leden aangetrokken; zo’n 60 in totaal.” Wat doet AJK Breda precies? “In het seizoen organiseren we vijf avonden. Over bijvoorbeeld ondernemerschap, financiële kwesties, ruimtelijke ordening en personeel. Ook gaan we op excursie. De laatste keer naar een kamelenmelkerij. We doen veel, eigenlijk alles, samen met AJK Roosendaal. Die club lag, net als wij twee jaar geleden, ook stil. We hebben samen dingen opgepakt en dat bevalt goed. We organiseren dit jaar gezamenlijk het Brabants kampioenschap veebeoordelen.” Wat hoop je te bereiken? “Voor mezelf vind ik het leuk dat je, naast je opleiding, met mensen over de agrarische sector praat en nieuwe mensen leert kennen. Voor AJK Breda hoop ik dat er nog wat meer continuïteit komt in het aantal mensen dat de avonden bezoekt.” Kun je het andere jongeren aanraden om in het bestuur van een AJK te gaan? “Jazeker! Het is hartstikke leuk. Echt een gezellige club. In het bestuur heb je invloed op wat er gebeurt, je organiseert dingen met zijn allen en leert er ook nog van.” Voel je je verbonden met NAJK? “Nee, eigenlijk niet. Ik krijg natuurlijk BNDR, maar dat is dan ook de enige manier waardoor je weet wat er gebeurt op nationaal niveau. We doen wel mee aan activiteiten van BAJK, maar niet van NAJK. Ook is niet echt duidelijk wat NAJK met ons lidmaatschapsgeld doet.” BNDR september 2010
„ 31
Het wordt helemaal jouw bedrijf. Dat is het idee. Als je het bedrijf van je ouders gaat overnemen, wordt het steeds meer jouw bedrijf. Met ruimte voor je eigen ideëen en aanpak. Dat is soms lastig. Het Rabo Opvolgers Perspectief brengt je een stap vooruit. Je ontdekt waar je eigen kracht ligt en wat je financiële mogelijkheden zijn. Ontwikkel net als varkenshouder Tom Derikx een strategie die past bij jou en je bedrijf. En bepaal je eigen koers.
Ontwikkel je eigen strategie met het Rabo Opvolgers Perspectief. Rabobank. Een bank met ideeën.
Kijk op rabobank.nl/agrarisch