Veertigdagen kalender 2015
Thema: “Open Handen”
Open je handen Dat is het thema voor deze veertigdagentijd. De voorkant van dit boekje geeft aan in welke richting je daarbij kunt denken. Openheid in het ontvangen en het geven, zoals we in het boekje in allerlei gedachten zien uitgewerkt. De opzet is grotendeels hetzelfde als de vorige keer. In verband met de vraag naar een leesrooster hebben we de lezingen uit het NBG-leesrooster voor deze periode bijgevoegd. Het kan gebeuren dat deze lezing en wat er verder op de pagina geboden wordt niet duidelijk bij elkaar aansluiten. Wij hebben daarnaar ook niet gestreefd. Onze dank gaat ook deze keer uit naar de werkgroep van Veendam aan wie we veel materiaal mochten ontlenen; naar Ernst-Paul Paans, die ook deze keer de digitale verwerking verzorgde; naar Sietske Koole die weer bereid was de kinderpagina’s te vullen, naar Jan Popkema, die het veertigdagenlied uit de erfenis van ds. B. Smilde samenstelde en redigeerde; naar Gea Edelijn, die de voorkant voor dit boekje ontwierp en naar alle verdere medewerkers die hetzij bij de opzet van dit boekje betrokken waren, hetzij bij het rondbrengen van het materiaal en het straks weer ophalen van de opbrengst van het project. Vooraf aan de genummerde pagina’s nu eerst enkele inleidende i.v.m de betekenis van de veertigdagentijd, het project en pagina van de werkgroep pelgrimage Een goede veertigdagentijd toegewenst, ds. Ton Huttenga.
Waarom een vastentijd van 40 dagen? Wanneer we de dagen van Aswoensdag tot en met Paaszaterdag optellen en daarvan de zondagen aftrekken, dan komen we precies op het getal veertig. Want op zondag werd en wordt er niet gevast. Dat doet ons denken aan de veertig dagen die Jezus vastend doorbracht in de woestijn. Het verwijst ook naar de tocht van het volk Israël, dat veertig jaar in de woestijn rondtrok op weg naar het beloofde land. Die veertig dagen, die veertig jaren waren nodig om tot bezinning en inzicht te komen. Alleen dan was men klaar om de nieuwe taak te beginnen, pas dan kon men de juiste keuzes maken. Met Pasen vieren we de Opstanding van Jezus. Niet het kwaad wint, maar het leven. Jezus leeft, want niet de mens, maar God spreekt het laatste woord. Deze Levende wil ook in ons tot leven komen, als nieuw begin!
Nieuwe kerk Filipijnen De ‘Jan Jochums Visser’ Stichting zet zich in voor het werk op de campus ‘Grace Mountain Mission’ in de Filipijnen. Jan Visser uit Suwâld is in de jaren zeventig een kindertehuis gestart. De hulp aan zeven kansarme kinderen is ondertussen een campus geworden voor ca. 80 jongeren. Hier geven ze de jongeren in hun eigen land een betere toekomst door onderwijs, voeding, ondersteuning in de dagelijkse voorzieningen en medische zorg te bieden. Het christen-zijn staat centraal in dit hulp-project. Dit is een belangrijke basis die ze in hun verdere leven meenemen en doorgeven. De kerk is de centrale plaats waar iedere dag begint en de week eindigt. Een ontmoetingsplaats en een gebouw met multifunctioneel gebruik. De tegen een berghelling gebouwde kerk verzakt echter ernstig, is aangetast door vocht en verkeert daardoor in een zeer slechte staat. De kerk moet worden afgebroken tot op het fundament en vandaar weer worden opgebouwd. Een groot project waar ca. €180.000 voor nodig is. Wij willen graag (een deel van) de herbouw van de kerk bekostigen. Naast de bekende enveloppen kunt ook rechtstreeks doneren op NL08 RABO 032 098 1932 t.n.v. 40-dagenproject Burgum e.o. De Jan Jochums Visserstichting is ANBI geregistreerd. Zie ook: http://janjochumsvisser.nl
Pelgrimeren of liever de TomTom Voor de 13e keer organiseert de werkgroep een pelgrimdag, een week vooraf aan Pasen en wel op zaterdag 28 maart. Deze keer vanuit de oude gerestaureerde Sint Petrus kerk (herbouw 1692, bij de toren uit de 13e eeuw) in Twijzel. Volgens "overlevering" en gedenksteen predikte Liudger hier rond 787 al. Hij werd in 804 bisschop van Munster, ook omvattend het huidige Achtkarspelen. De wandelroute gaat vanuit Twijzel langs religieus erfgoed, historische- en natuur locaties. Ontmoetingen, gesprekken, of juist meditatieve stiltes en vesper zijn er onderdelen in. Het vormt hiermee een schril contrast met het huidige onderweg zijn. De TomTom brengt je naar "bestemming bereikt". Via de kortste route, het snelst, en als het verder weg is, via automatische tollenaars. Het mag wat meer kosten, maar we zien veel minder. De stem vanuit het dashboard kent geen dialoog en die zijn er steeds meer op deze wereld. U kent ze vast en vult ze zelf wel in, dunkt me. Open handen Het thema van dit 40-dagen project 2015 is zo oud als…. Symbolisch is in de pelgrimstocht ook aandacht wat handen voor rol kunnen spelen, in al zijn eenvoud. Hoe meer dan basic, ook mondiaal, kan het zijn om over slechts water en brood te beschikken. Daarvoor zijn er broden, om in open handen te ontvangen. De pelgrim neemt zijn deel en reikt, met zijn handen, als gever het brood door aan zijn naaste. De kring rond en voor ieder een deel. Water als primaire dorstlesser. Voor "ons" gewoon, maar niet voor iedereen op deze planeet. Daarom vouwen we, weer die
handen, aan het eind van de dag in de vesper in hoop en vertrouwen. Meelopen en zoeken naar "nieuwe wegen" in uw regio? Opgave: zie kerkblad, PKN-site of V&T en bel 0511 468171. Taeke Doevendans, namens Werkgroep Pelgrimages
Aswoensdag
(40)
Stof en As Van stof en as zijn we. We zullen wegwaaien, verstuiven naar de vier windstreken, van stof en as zijn we. Klein en nietig, niemendalle. Vergaan zullen we terugkeren tot de aarde waaruit we zijn gemaakt. Maar van Uw adem zijn we, God, Gij hebt uw levensadem in de klei geblazen die Gij als een pottenbakker tot ons, tot Uw beeld hebt gekneed. Tot Uw adem, tot Uw hart scheppende God, keren wij terug: dat is onze hoop.
18 februari
Donderdag
(39)
19 februari
Open handen.. Handen, je hebt ze in allerlei soorten en maten. Ook handdrukken variëren: Schuchter, een beetje klam of juist stoer en stevig. Ze zijn daarmee niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk een verlengstuk van jezelf. Handen die vrolijk zwaaien. Of de uitgestoken hand van iemand die hulp zoekt… Dat laatste kom je tegen in de psalm van vandaag. Een roep om hulp, in het leven dat hier als woestijn wordt geduid. Bidden met open, lege handen. Bidden is voor losers, wordt wel gezegd. Door mensen, die het zelf allemaal menen te kunnen... Maar hebben we het allemaal niet eens? Dat moeten erkennen van: Ik red het niet? Stoere handen, die slappe handen zijn geworden? En waar moet je er dan mee heen? David, de dichter van deze psalm vertrouwt zich toe aan het werk van Gods handen. Gods hand, die hij in de schepping zal hebben ontwaard. God die hij, wanneer hij terugkijkt, ook eerder in zijn leven ervaren heeft. “Ik beschouw het werk van Uw handen”. Dat tot je door laten dringen maakt van de woestijn, weer een leefbaar bestaan.
Lezing: Psalm 143: 5 - 6: “Ik beschouw het werk van uw handen en strek mijn handen naar u uit”
Vrijdag
(38)
Roeping Je kunt de eerste vonk zijn voor een vuur dat alle wapens tot ploegen omsmelt wees niet bang wees niet bang ook wanneer tegenwind je striemt wees niet bang. Je kunt de eerste graankorrel zijn in een nog kale akker wees niet bang wees niet bang ook wanneer het land vol stenen zit wees niet bang Je kunt de eerste druppel zijn voor een bron die in de woestijn groei en bloei brengt wees niet bang wees niet bang wanneer dorheid je bedreigt wees niet bang (Christa Peikert-Flaspöhler vertaling Paul Begheyn)
Lezing: Exodus 19: 1 - 15
20 februari
Zaterdag
(37) Staande in het leven Midden in het leven raakt ons het raadsel van het lijden sterven en dood en wij begrijpen het niet. Midden in ons leven voelen wij telkens hoe mensen kapot worden gemaakt en wij staan machteloos. Midden in ieder leven bedreigt altijd wel iets de hoop op geluk en velen geven het op. O God, wij roepen uw naam o liefde, wij spreken u uit o licht, wij dragen u voort omdat u ons draagt. Sta op, Levende, in ons in de harten van mensen die de macht van het kwaad in uw naam verdrijven.
(Meindert Boersma)
Lezing: Exodus 19: 16 - 25
21 februari
Jeugdpagina Marcus 1: 12 - 15 Morgen lezen we uit het Evangelie naar Marcus over Jezus in de woestijn Met open handen gaat Jezus de woestijn in. Er zijn wilde dieren, maar ook engelen die voor hem zorgen. Als hij later in Galilea komt, brengt hij goed nieuws: Het koninkrijk van God is dichtbij. Wat kun je eigenlijk allemaal met je handen doen? Laat eens even wat zien!? Je kunt allemaal vormen maken, dingen tillen; misschien kun je zelfs wel op je handen staan?
Eerste zondag van de veertigdagentijd Het begint allemaal in de woestijn. Daar wordt Jezus op de proef gesteld. De woestijn waarin je je verloren kunt voelen Geen mensen die met je mee lijken te gaan. Je bent op jezelf terug geworpen. Jezus leefde er te midden van de wilde dieren, zo vertelt Marcus… Er is van alles dat er in de woestijn op je af kan komen, van alles dat je kan bedreigen, waarin je meegesleept kunt worden. Hoe ga je het dan aanpakken en zorg je ervoor dat je ‘heel’ blijft? Maar misschien leggen we er teveel nadruk op wanneer we alleen naar de woorden “Hij leefde” kijken? ‘Leven’ is in de Bijbelse zin veel meer dan alleen maar adem halen. Veel meer ook dan enkel “overleven”. Het heeft de kwaliteit die God er in wíl leggen. Zo leeft Jezus tússen de wilde dieren; d.w.z. ze kunnen Hem niets doen. Zo zul je het in de woestijn van het leven mogen ervaren. Op de één of andere manier zijn er engelen. Er zijn situaties of ontmoetingen waarin iets van God gebeurt. Door de woestijn gaan, met open handen; zo merk je dat het Koninkrijk van God nabij is.
Lezing: Marcus 1: 12 - 15
Maandag
(36)
23 februari
Omkeer Men vroeg aan rabbi Boenam van Pzysch; “Hoe weten we tegenwoordig of God onze zonden vergeven heeft, nu er geen profeten meer zijn?” Hij antwoordde: “Een duidelijk teken van Gods vergeving is dat we diezelfde zonde niet meer doen.”
Uit: “Vraag het de rabbi. Parels uit de chassidische wijsheid.”
Lezing: Exodus 20: 1 - 17
Dinsdag
(35)
24 februari
“Jezus was gehoorzaam aan Zijn Vader, ook al wilde Hij niet lijden. Hij bad letterlijk: laat deze beker aan Mij voorbij gaan. Toch gaf Hij Zich over aan Gods plan voor Hem. Loslaten en de roeping volgen die God voor je heeft vind ik spannend. lk heb lang gezocht en gebeden om te weten wat mijn roeping zou kunnen zijn. Dat heeft naar mijn idee ook met je diepste verlangens te maken. Ik ervaar dat God mij graag ziet in het theater-vak, dat dit mijn roeping is. lk heb er meer dan 14 jaar over gedaan om daar achter te komen. Tussentijds heb ik heel wat zijwegen bewandeld. Ik merkte dat mogelijkheden voor mij dicht gingen, en zelfs mijn eigen lichaam hield mij tegen om mijn diepste verlangen te kunnen volgen. Loslaten wat je wilt en je diepste verlangen teruggeven in Gods hand in het vertrouwen dat Hij je het beste geeft. Mooie woorden maar een lastig proces. Toch heeft de lange reis mij veel gegeven. Dat Jezus leeft en dat je nu nog steeds met Hem contact kunt hebben, vind ik wonderbaarlijk. Hem ervaren als God en vriend geeft me veel kracht in het leven” Marije van der Knaap (31), actrice / presentatrice / theatermaakster / theaterdocent, bron: www.jongkatholiek.nl. Heeft u wel eens iets los moeten laten om uiteindelijk toch op uw bestemming te komen?
Lezing: Exodus 20: 18 - 26
Woensdag
(34)
Veertig dagen voor Pasen Mijn eerste week was tasten naar minder meer stilte U komt In stille overmacht weten dat dit is waarnaar ik zoek U blijft ook in onrust als ik wordt afgeleid van weten waar ben ik U bent U neemt de tijd voor mij
(Aukje Wijma)
Lezing: Exodus 21: 1 - 11
25 februari
Donderdag
(33)
26 februari
Gebed Heer onze God, wij vragen U om uw aanwezigheid hier in ons midden. Wij bidden U, dat machthebbers niet ongehinderd hun gang kunnen gaan, dat onderdrukten niet omkomen in doffe wanhoop, dat wij mensen niet eindeloos bezig blijven elkaar te beschadigen, dat er brood zal zijn voor wie vergaat van de honger, dat de tegenspraak niet verstomt en de lofzang blijft klinken, Heer onze God wijs ons op elkaar als mensen die samen genadebrood eten, en leer ons te zien hoe we elkaar nodig hebben, rijk en arm, arm en rijk Amen. (W.R. van der Zee)
Lezing: Exodus 21: 12 - 25
Vrijdag Voor mensen geboren om woorden te horen, gelukkig te leven, elkaar te vergeven: is er een licht opgegaan. Voor mensen onmachtig om heil te verwachten gevangen genomen: verlamd om te lopen; is er een weg om te gaan.
Lezing: Exodus 21: 26 - 36
(32)
27 februari
Voor mensen, ontluisterd, in boeien gekluisterd, door andere mensen: is er een man voorgegaan. Voor mensen, gevallen, tot niemand vervallen die levend al dood zijn en dood zonder hoop zijn: is er een mens opgestaan.
Zaterdag
(31) Vul mijn handen, Heer, ze zijn zo leeg. Van mijzelf heb ik niets om te delen of te geven. Vul mijn handen, Heer, vanuit Uw overvloed. Maak ze tot een instrument door Uw liefde aangedreven. Vul mijn handen, Heer, ik hef ze verwachtend op naar U. Ik bid U, laat ze ten alle tijd met U zijn verweven.
Lezing: Exodus 21: 37 - 22: 8
28 februari
Jeugdpagina Marcus 9: 2 - 10 Zondag 1 maart horen we over de verheerlijking op de berg Boven op deze berg gebeurt iets bijzonders: Mozes en Elia verschijnen aan Jezus en de leerlingen. Petrus wil het liefst drie tenten maken, hij wil de handen uit de mouwen steken. Maar soms moet je gewoon met open handen ontvangen wat er gebeurt. Ze gaan op reis. Ga jij wel eens op reis? Wat neem je dan mee? Je kent vast het spel ‘Ik ga op reis en ik neem mee...’ Wie neemt de meeste dingen mee?
Tweede zondag van de veertigdagentijd Mozes en Elia verschijnen op de berg aan Jezus. Daarmee wordt duidelijk dat in Hem dat grote verhaal van Gods bevrijding tot voleinding komt. Petrus, Jakobus en Johannes mogen er getuige van zijn. Een voorproefje van het leven dat boven alles wat kapot is uitgaat... Het is een wonder dat Petrus vast wil houden. “Laten we drie tenten opslaan”. Maar zo klopt het niet. Zo zal het nooit “Leven voor alles en iedereen” kunnen worden. Geloven is nooit enkel privé. We moeten niet proberen het ‘vast’ te leggen, het niet proberen te grijpen want dan zal het ons tussen de vingers doorglippen. We moeten het met open handen ontvangen. En dat wat we er in hebben ervaren meedragen het leven in. Toen ze van de berg afdaalden beseften ze: Ja, dáárvoor is wat we van God ervaren bedoeld. Daar in het dagelijkse leven kunnen we er van uit delen. D.w.z.: De medemensen, de wereld om ons heen, ze zullen mogen merken hoe ons geloof ons doen en laten vorm en inhoud geeft. Wanneer we, midden in het leven, ons er voor open stellen, zullen we ontdekken dat God er ís, dat Hij mét ons is (Immanuël)!
Lezing: Marcus 9 : 2 – 10
Maandag
(30)
Kunst Het is een kunst om een balans te vinden ik – die ander onderscheid te maken tussen vasthouden en loslaten Het is een kunst om voluit mens te zijn, die volop leeft en toch de luwte zoekt om bij te tanken kracht te vinden Het is een kunst om zonder angst te aanvaarden dat het leven niet altijd in balans is en Gods wonder te zien, door alle chaos van tegenstrijdigheden heen, (Tjarda Rietdijk, Hilversum)
Lezing: Exodus 22: 20 - 30
2 maart
Dinsdag
(29)
Een arm om je heen Een arm om je heen, als je moe bent en koud, een mens die je troost en die veel van je houdt, een hand in jouw hand, als je niet durft te gaan een stem die je roept, als je eenzaam blijft staan Soms zie je even in je leven zomaar iets van God Een blik vol begrip als je voelt: het gaat mis een mens die juist komt als er niemand meer is een woord dat je raakt en je moed geeft en kracht een kans die je krijgt, die je nooit had verwacht Soms zie je even in je leven zo maar iets van God Een mens die je aangeeft: Je kúnt wel, komáán! een droom die je helpt om weer verder te gaan een teken van leven; het maakt zo veel goed kún jij even niet.., die ánder die het doet… Soms zie je even in je leven zomaar iets van God even iets, even iets van God (naar Maartje Dimmedal)
Lezing: Exodus 23: 1 - 9
3 maart
Woensdag
(28) Smeekgebed
Laat ons bidden uit gemis tot de God die liefde is en Hem om ontferming smeken, want het lijden is zo groot en Hem vragen recht te spreken, want de wereld is in nood. Here, sluit Uw ogen niet voor dit kleine mensenlied. Gij kent al die duizendtallen die het zingen wordt belet. Heer, erbarm U over allen. Heer, verhoor ons smeekgebed (Joke Ribbers) Uit: “Geroepen om te zingen”, Lied 50
Lezing: Exodus 23: 10 - 19
4 maart
Donderdag
(27)
Stilte Zolang er nog ergens iemand bestaat met wie ik als mens kan spreken vind ik ook wel stilte, soms midden op straat een stilte die niet kan breken. Een kostbare stilte, als zuiver glas dat ik zelf met mijn stem heb geslepen. Als ik er niet was had niemand die stilte begrepen. Maar, als Hij er niet was en Zijn stem was er niet, dan was er van stilte geen sprake. Alleen maar van zwijgen, zo hard als graniet. En dat kan je doodeenzaam maken. Maar de stilte dat is als een tweestemmig lied, waarin God en de mens elkaar raken. (Guillaume van der Graft)
Lezing: Exodus 23: 20 - 33
5 maart
Vrijdag
(26)
6 maart
Ga met me mee naar de wereld van de armoede, naar een land waar men eindeloos sterft, naar een wereld vol onmenselijkheid. Ziet u niet dat ze sterven van honger? Waar is uw naastenliefde? Het zijn mensen als u en ik, ze lachen en huilen, ze hebben hulp nodig en niet slechts medeleven. Een dag gaat voorbij, de nacht valt een ieder lang. Er huilt een kind, misschien ziet het de zon nog opgaan en toch weet het: Wellicht breekt de morgen nooit aan. Over heel de wereld leven onze broeders in armoede, ze zijn overal, zagen we dat maar! Dus, kijk om je heen en gebruik je gezond verstand. Betoon de mensen de liefde die Hij jou heeft bewezen en voed zijn lammeren zoals Hij ieder van jullie heeft gevoed. Hij houdt evenveel van hen als van jou! Moeder Teresa.
Lezing: Exodus 24: 1 - 11
Zaterdag
(25)
7 maart
Gebed in de “Veertigdagen-tijd“ God als ik nu naar buiten kijk, zie ik alles kleuren de tuin wordt groen, de regen valt, ik weet: Er gaat wat gebeuren... Maar als ik naar mijn oma kijk, zit ze zacht te treuren ik denk dat ze opa mist... O, laat er toch iets gebeuren. Vader God, U heeft de macht om droefheid weg te sturen U zegt gewoon: Kom opstaan nu! Er gaat iets nieuws gebeuren! Met Pasen, God, laat U het zien: U opent alle deuren! Voor Jezus, voor opa, voor oma, voor mij laat U iets nieuws gebeuren!
Lezing: Jozua 1: 1 - 9
Jeugdpagina Johannes 2: 13 - 22 Morgen gaat het in de kindernevendienst in De Ikker om: “Handel of bidden?”. Jezus ziet dat er handel gedreven wordt op het tempelplein. Maar de tempel is geen plek om bij elkaar te graaien wat je pakken kunt! Je kunt je er je handen ópenen om te bidden.
Vingergebed De duim kunnen we opsteken. Hiermee zeggen we dat God goed is. In gebed mogen we Hem prijzen. Met de wijsvinger kunnen we belijden dat we niet zijn zoals God ons bedoeld heeft. En daarbij hoort dat we om vergeving vragen. De middelvinger staat voor het bidden voor de ander. Een ring aan een ringvinger geeft een relatie aan. Onze relatie met God. We danken voor alles waarmee Hij ons zegent. Als laatste de pink. We mogen God vragen wat we nodig hebben.
Derde zondag van de veertigdagentijd Graaien en grijpen. Wat heeft er, in wezen, in ons leven voor het zeggen? Niemand kan twee heren dienen, God en de Mammon, horen we Jezus elders zeggen. En zelfs tot in de tempel, de plek waarvan je er toch wel van mag uitgaan dat God er woont, wordt duidelijk dat toch eigenlijk de Mammon, het geld de baas is… Of de tempelbeheerders en de priesters zich dat werkelijk bewust zijn geweest? Op een andere plek roepen ze Jezus op het matje: Wie heeft je eigenlijk gezegd dat je dit soort dingen mag doen? “Onze heilige instellingen zo te verstoren. Je komt aan onze vroomheid. Onze heilige bedoelingen...” Zo zullen ook wij niet altijd de geesten onderscheiden, zoals we dat in een lied zingen (Nieuwe Liedboek 313, vs. 3). Wanneer het op geld en goed aankomt, raakt het geloof vaak op de achtergrond en is er maar weinig meer heilig. Het randschrift op ons twee euro stuk is: “God zij met ons”. Je zou dan zeggen dat we ons geld zó zouden gebruiken dat het dienstbaar wordt aan wat God bedoelt… De tempel; een plaats van gebed. In de Joodse traditie bidt men met open handen. Wie bidt gelooft dat z’n leven bestaat uit ontvangen. Ontvangen én delen van leven.
Lezing: Johannes 2 : 13 - 25
Maandag
Lezing: Jozua 2: 1 - 14
(24)
9 maart
Dinsdag
(23)
10 maart
Raad Wat je vandaag moet doen moet je doen zoals je morgen denkt dat je het had moeten doen. De mens moet niet zorgen dat hij in de hemel komt, maar dat de hemel in de mens komt. Wie de hemel niet in zich heeft zoekt tevergeefs het heelal af.
Lezing:Jozua 2: 15 - 24
Woensdag
(22) Biddag voor gewas en arbeid
Gebed Wij bidden voor uw schepping, die ten onder dreigt te gaan door onze hebzucht. Wij bidden voor hen die honger lijden, voor allen die gebrek hebben aan voedsel en liefde. Leer ons delen van wat we bezitten en bovenal geven om elkaar. Dan zult U zijn als een Bron van levend water, een bloeiende tuin, genoeg om van te leven, genoeg voor iedereen. Amen (Uit: “De eerste dag”)
Lezing: Jozua 3: 1 - 17
11 maart
Donderdag
(21)
12 maart
Met open handen elkaar tegemoet Wanneer je elkaar ontmoet geef je elkaar een hand. Een overblijfsel uit vroegere tijden om te laten zien dat je ongewapend bent, dat je niets achter de hand houdt. Elkaar begroeten met open handen dat is hartelijkheid, openheid. In het evangelie zie je nogal wat mensen Jezus benaderen met een verborgen agenda. Hun handen lijken leeg maar zijn gevuld met haat en vooroordelen. Jezus laat zich niet in hun strikken vangen en verwijt hen dat ze huichelen, vaak niet leven naar hun woorden. Een ander verwijt is dat ze er alles aan doen om bij de mensen op te vallen. Wij mensen zijn vaak op zoek naar applaus. Hoezo? Om onszelf te bevestigen. Om je te verzekeren van je betekenis onder de mensen. Ons “ik” te waarborgen. Maar in de bijbel hoor je dat dit bij God absoluut onnodig is. Gód is er voor je. Voor Hem ben jij belangrijk. Hij verzekert je dat je er mag zijn. En geloof je daarin? Dan ben je bevrijd zodat je onbevangen mens kan zijn. Dan zullen we elkaar écht met open handen ontmoeten en zullen er geen verborgen agenda’s meer zijn. Dan zullen we onze handen gebruiken, niet om elkaar te slaan en te duwen, maar om elkaar te ondersteunen. Dan zullen we ongewapend en ongedwongen elkaar in Gods Naam benaderen.
Lezing: Jozua 4 : 1 - 14
Vrijdag
(20)
De duisternis in gedragen Licht, de duisternis in gedragen verdrijft niet alle duister maar vermindert wel haar macht. Liefde, de duisternis in gedragen, verdrijft niet alle haat maar tast wel zijn tanden aan. Hoop, de duisternis in gedragen, verdrijft niet alle wanhoop maar ontmantelt haar wél. Vrede, de duisternis in gedragen, verdrijft niet alle oorlog maar zet wel een andere toon. Troost, de duisternis in gedragen, verdrijft niet alle verdriet maar verlicht het wél. Verbondenheid, de duisternis in gedragen Verdrijft niet alle eenzaamheid maar breekt wel open. (naar Marinus van den Berg)
Lezing: Jozua 4: 15 – 5: 1
13 maart
Zaterdag
(19)
Gezegend is de plaats Gezegend is de plaats en het huis en het dorp en de stad en het hart Gezegend is de schuilplaats en de grot en de vallei en het land en de zee en het eiland en het veld Gezegend is de woon-, werkleef- en rustplaats waar Gods naam wordt genoemd en zijn heerlijkheid geprezen. (Baha' Ullah)
Lezing: Jozua 5: 2 - 12
14 maart
Jeugdpagina Johannes 6: 4 - 15 Morgen horen we uit het Evangelie naar Johannes over de ‘vijf broden en twee vissen’. Hoe moet het, als er veel mensen zijn en er is maar een klein beetje eten? Ga zitten in het gras, leert Jezus de mensen, open je handen om te ontvangen. Er is meer dan genoeg voor iedereen. Kun jij zelf broodjes bakken? Kneed eerst het brooddeeg zoals op de verpakking. Maak er dan bolletjes van. Deze kun je als ze af-gebakken zijn samen opeten met je familie of vriendjes; of misschien wel uitdelen aan anderen.
Vierde zondag van de veertigdagentijd Een menigte mensen. Een vertegenwoordiger van de Verenigde Naties vertelt, dat de aarde genoeg voedsel voortbrengt voor twaalf miljard mensen, terwijl de wereld-bevolking bestaat uit zeven miljard. En toch is er honger! Een menigte mensen. Met allemaal honger. En onder hen een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen. Maar wat heb je er aan voor zoveel mensen? Jezus nam brood en vis, sprak een dankgebed uit en verdeelde het voedsel onder de mensen, d.w.z. Hij bracht het in verband met God. Jezus gaf het brood z’n ware betekenis, nl. voedsel om van te leven en samen te leven. Dit verhaal is niet alleen een oproep om te delen van wat je hebt. Minstens zozeer is het een aansporing om te durven ontvangen. Dus niet in je rugtas te kijken of je wel goed voor jezelf hebt gezorgd. Maar om het te zien als wat ontvangen is en om daarna ook om je heen te kijken... Wat is genoeg? Zou het niet goed zijn om te bezien of wat er allemaal in je leven is je dichter bij jezelf en de ander brengt? Of dat het je juist daar vandaan leidt? De boodschap van dit verhaal is: Geef alles wat je hebt en je bent Gods handen. Opdat je daarmee in dienst van het leven zult staan. Dat is genoeg...!
Lezing: Johannes 6 : 4 - 15
Maandag
(18)
Wij bidden U, God dat wij ons bij alles wat er verandert in de maatschappij waarin wij leven, niet afsluiten in bastions van teleurstelling of angst, maar dat wij andere mensen, andere talen, ander lijden blijven zien. (Sieds Prins)
Lezing: Jozua 6: 15 - 27
16 maart
Dinsdag
(17) Brood in mijn handen Brood in mijn handen, symbool van wat broodnodig is, voedsel om van te leven, overvloed elke dag opnieuw. Een tafel gevuld en toch, zoveel eten tekort?! Brood om te denken aan de zorg en liefde van velen: zaaien, maaien, oogsten! Van het land tot de tafel gaat alles door mensenhanden Waar het niet aankomt houden mensenhanden het tegen. Brood in mijn handen maar wie is de Heer van dit alles? Wie laat de zon schijnen, wie de regen neerdalen opdat het alles en allen tot zegen zal zijn?
(naar Nel van Drie)
Lezing: Jozua 7: 1 - 15
17 maart
Woensdag
(16)
18 maart
Wat is je aard? Twee monniken stonden in de rivier hun kleding te wassen. Opeens zagen zij een schorpioen die dreigde te verdrinken. Eén van de monniken schepte het dier op en zette het op de oever. Terwijl hij de schorpioen redde, stak deze hem. De monnik ging verder met het waswerk. Opnieuw viel de schorpioen in het water. De monnik redde het dier voor de tweede keer en werd opnieuw gestoken. De andere monnik vroeg hem: “Vriend, waarom ga je ermee door de schorpioen te redden terwijl je weet dat het zijn aard is te steken?” “Omdat”, antwoordde de monnik, “redden in mijn aard ligt”.
Lezing: Jozua 7: 16 - 26
Donderdag
(15)
19 maart
Geef mij.... Vader, geef mij licht in mijn handen om uit te delen, licht in mijn ogen om een lach te ontlokken, licht in mijn oren om uw stem te vernemen, licht op mijn tong om een vuur te ontsteken, licht in mijn hartstocht om liefde te zijn,
(Jaap Zijlstra)
Lezing: Jozua 8: 1 - 13a
licht in mijn denken om Uw dag te zien dagen, licht op mijn schouders om vrede te dragen, licht op mijn hoofd om een teken te zijn licht in mijn lied om uw goedheid te eren, licht in mijn tranen om mensen te troosten, licht in mijn hart om een licht te zijn.
Vrijdag
(14)
Mens van Gods dromen Mens van Gods dromen, lieflijk vergezicht, ster in het duister, vuur in de kilte naam die ik fluister, lied in de stilte... Mens van Gods dromen, lieflijk vergezicht, stem die mij aanraakt, mond die mij opent, hart dat mij warm maakt, mens veelbelovend... Mens van Gods dromen, lieflijk vergezicht leven is stelen, mens zijn beminnen, delen en helen, kiezen en winnen... Mens van Gods dromen, lieflijk vergezicht, mens van mijn dromen, kom toch aan het licht! (Hans Bouma)
Lezing: Jozua 8: 13b - 29
20 maart
Zaterdag
(13)
21 maart
De zevende dag – de schepping voltooid Zoek steeds naar momenten, een dag om te rusten van al wat je doet, te genieten daarvan, van de plek waar je woont, van wat groeit en bloeit om je heen, die beweging van leven die altijd maar doorgaat. Zoek steeds naar momenten, een dag voor bezinning op het beheer van de aarde, ons levende huis. Doen wij dat zorgend, aandachtig of hebberig, overvragend of er geen toekomst, geen nageslacht is. Momenten van rust, een dag, die heiligt en heelt, ons weer brengt bij onszelf, ons weer opent voor U, Die schiep en schept en scheppen blijft tot in lengte van dagen, van jaren, van de altijd doorgaande tijd. De aarde van nu, in dat doorgaande scheppen, teken van Uw Aanwezigheid. (Marijke de Bruijne)
Lezing: Jozua 8: 30 - 35
Jeugdpagina Johannes 12: 20 - 33 Zondag vertelt Jezus over de graankorrel. Jezus vertelt hoe veel hij moet loslaten: Als een graankorrel die in de aarde valt en sterft, zo zal ook Jezus zijn leven loslaten. Juist dan gaat het nieuwe leven groeien. Een bloembol ziet er dor en dood uit. Stop je de bol in de grond en geef je het een beetje water dan komt er toch een nieuwe bloem uit. Ga het maar eens proberen!
Vijfde zondag van de veertigdagentijd “Een graankorrel valt in de aarde en sterft om daarmee veel vrucht voor te brengen.” Je hechten aan je leven, aan alles wat je hebt en met je meedraagt, dat brengt je op een dóódlopende weg! In de tijd dat ik dit schrijf hebben we het over Abraham die zijn land en zijn stam moest verlaten. Omdat z’n leven in de omstandigheden daar dood zou lopen. Lied 816 vs. 1, 2 en 4 (Nieuwe liedboek) Dat wij onszelf gewonnen geven aan het bevrijdende bestaan, aan wat ons uitdaagt om te leven. Dat wij de stille roep verstaan. Dat wij versteende zekerheden verlaten om op weg te gaan. Dat niet de greep van het verleden ons achterhaalt en stil doet staan Dat wat wij hebben ons niet gijzelt; dat wij van elke dwang bevrijd naar onbekende plaatsen reizen. Dat Gij ons onderkomen zijt. Jezus gaf zelfs zijn leven voor dat leven. Dé graankorrel die sterft en veel vrucht voortbrengt.
Lezing: Johannes 12 : 20 - 33
Maandag
(12)
Handen heb je om te geven Handen heb je om te geven, van je eigen overvloed En een hart om te vergeven, wat een ander je misdoet. Ogen heb je om te zoeken, naar wat mensen nog ontbreekt En een hart om uit te zeggen, wat een ander moed inspreekt. Schouders heb je om te dragen, zorg en pijn van alleman en een hart om te aanvaarden wat een ander beter kan. Voeten heb je om te lopen naar de mens die eenzaam is en een hart om waar te maken dat geen mens een eiland is. Oren heb je om te horen naar de mens die vrede is en een hart om te geloven in zijn God, die liefde is. (Henk Jongerius, SoW 74)
Lezing: Jozua 9: 16 - 27
23 maart
Dinsdag
(11)
24 maart
Vurige wens Dat er licht mag zijn, licht in onze ogen dat wij elkaar zullen zien, zo goed als nieuw. Licht in onze harten: dat wij ruimte scheppen, plaats maken voor velen. Licht in onze gedachten: dat wij komen tot nadenken en eerlijke besluiten. Licht in onze huizen: dat er vriendschap en gastvrijheid zullen heersen. Licht in de omgang: dat we te zien zijn, niet verborgen voor elkaar. Licht op onze wegen: dat wij niet dwalen en elkaar tot doolhof zijn. Licht op deze plaats: om elkaar bij te lichten, elkander toe te schijnen, met geloof in Hem die eens geroepen heeft: "Ik ben het licht der wereld". (Jan van Opbergen)
Lezing: Jozua 10: 1 - 15 Zingen: Sjongend op Wei 26
Woensdag
(10)
25 maart
Het verhaal van de twee wolven Een oude Cherokee indiaan vertelt zijn kleinzoon over zijn gevoelens. “Binnen in me is een afschuwelijk gevecht gaande”, zei hij tegen de jongen. “Het is alsof er twee wolven aan het vechten zijn in mijn hart. De ene wolf is wraakzuchtig, boos en strijdlustig, jaloers en verwaand. De andere wolf is zachtaardig, vriendelijk en vol begrip.” De kleinzoon denkt daar enkele ogenblikken over na en vraagt dan aan zijn grootvader: “Welke wolf zal het gevecht winnen?” De oude cherokee glimlacht en antwoordt: “De wolf die ik voed.”
Lezing: Jozua 10: 16 - 28
Donderdag
(9)
26 maart
Laat mij, o God, een boom zijn in Uw tuin, de wortels in de aarde, maar de takken omhoog, om zo de hemel vast te pakken, en recht van stam, en bloemen in de kruin. Laat mij een schaduw en een schuilplaats zijn, en laat mij recht staan, als Uw stormen loeien. Laat , Heer, mij langzaam naar Uw hemel groeien, en laat mij wuiven in Uw zonneschijn. Ik bid U ook, Heer dat Gij vruchten vindt wanneer de tijd van oogsten is gekomen. Uw levenssappen moeten door mij stromen. Laat mij een boom zijn, ruisend in Uw wind!
(Nel Benschop)
Lezing: Jozua 10: 29 - 43
Vrijdag
(8)
27 maart
Geef je over Bruisend stroomde het water in een rivier naar beneden. Soms kalm, soms woest in een waterval. Na duizenden kilometers kwam het bij de woestijn waar het niet verder kon. Wat het ook probeerde, het werd opgeslorpt door het zand en werd tot een stilstaande modderpoel. Het zand sprak: “Wil je jezelf niet verliezen dan zul je niet door de woestijn moeten gaan. Er is geen doorkomen aan. Van jouw levenslustigheid zal niets overblijven.” “Wat moet ik dan doen om te kunnen behouden wie ik ben”, sprak het water? “Geef je over aan de armen van de Wind”, antwoordde het zand. (N.B.: Wind met een hoofdletter. In Bijbelse zin ook te verstaan als God, de Eeuwige, de Geest.) “Wij weten”, zei het zand, “dat jezelf loslaten en je overgeven, je tot het echte behoud van jezelf zal brengen.” Het water twijfelde, maar besloot zichzelf tóch los te laten en zich over te geven aan de armen van de Wind. Toen gebeurde het wonder. De Wind droeg het water over de woestijn heen om het daarna weer los te laten, waarna het bruisend verder stroomde. En de woestijn fluisterde: “Alleen wie zich durft verliezen, zal zichzelf vinden. Alleen wie zich durft te laten dragen door de Wind, kan verder gaan.”
Lezing: Jozua 11: 1 - 15
Zaterdag
(7)
Gezegend de hand Gezegend de hand, gelegd in de mijne als teken van trouw, van samen toekomst scheppen. Gezegend de mens, die rakelings nabij, in tij en ontij, bij ziekte en gezondheid, tot in de dood, mijn liefste naaste wil zijn. Gezegend de hand, die mij vasthoudt in mijn laatste levens uur. Gezegend de mens die met of zonder olie mij zalft met vriendschap door het einde heen, tot weer terug bij de bron. Gezegend de hand, gezegend de mens, gezegend wij, die hier en nu ernaar verlangen en met onze eigen handen tonen dat wij voor elkaar en met elkaar gezegend zijn. (Jan van Opbergen)
Lezing: Jozua 11: 16 - 23
28 maart
Jeugdpagina Marcus 11:1-11 De intocht in Jeruzalem. Jezus wordt met open armen ontvangen in Jeruzalem. De mensen zwaaien hem toe en roepen ‘Hosanna!' Ken jij lied dat hier onder staat? Hosanna Hosanna! Hosanna! De Heer komt voorbij. Zwaai met de takken en zing nu blij. Hosanna! Hosanna! Hij is onze Heer. Leg alle jassen maar voor Hem neer.
Zesde zondag van de veertigdagentijd Palmpasen Koning op een ezel. Niet op een paard, niet met de gebruikelijke wapenuitrustig. Geen speer en geen schild, geen tekenen van macht en geweld. Deze koning treedt “met open vizier”, met open handen, de toekomst tegemoet! Heel anders dan Herodes en Pilatus, die, aan de andere kant van de stad, met hun gevolg, binnen kwamen, om het volk tijdens het Paasfeest, hun bevrijdingsfeest, onder controle probeerden te krijgen, om de toekomst te bezweren. Hij heeft niks bij zich. En juist daarin draagt Hij zoveel met zich mee. Toegankelijkheid, barmhartigheid, liefde, vrede, gerechtigheid, kortom: Het Leven. Het volgen van deze koning betekent pas werkelijke bevrijding! De mensen zien hoe Jezus hier de woorden van de profeet Zacharia waar maakt. Zij juichen met de handen hoopvol omhoog: “Hosanna”. Een woord dat “help ons” betekent. Maar het zal hebben geklonken als: “Hij komt ons helpen”. Tja, handen open, uitgestrekt, in verwachting. Maar hoe lang blijft dat zo? Zelfs bij een aantal van wie Hem het meest nabij zijn, zakken ze, in de week die komt. Terwijl ze bij anderen tot gebalde vuisten worden: Heden hosanna, morgen, kruisigt Hem!
Lezing: Marcus 11 : 1 – 11
Maandag
(6)
In Jezus koos God voor de mens. In Jezus is Hij op de meest radicale wijze gaan staan aan de kant van de mensen, vooral van de zwakken en de armen. In het lijden en sterven van Jezus Is God de mensen in al hun levensomstandigheden het meest innig nabij gekomen. In Jezus heeft een almachtige God Zijn almacht gekruisigd, om alle mensen, van alle tijden te zeggen, te tonen, tot voorbij het uiterste, dat Hij van ze houdt, dat ze de moeite waard zijn, ja meer nog dat ze uiterst belangrijk zijn. (naar Phil Bosmans)
Lezing: Marcus 11: 1 - 11
30 maart
Dinsdag
(5)
O God, U zoeken wij, want Gij hebt ons gezocht. U noemen wij want Gij gaf ons een naam. En wij erkennen: In U bestaan, leven wij, U danken wij Want Gij draagt ons in Uw liefde. U zoeken wij, want Gij zijt ver, maar wij houden U verre. Gij zijt vreemd, maar wij willen U niet kennen. Kom dan, ontmasker en ontwapen ons! Aan U alleen willen we ons binden, aan U gehoor geven bij U thuis komen (Sytze de Vries)
Lezing: Marcus 11: 27 – 12: 12
31 maart
Woensdag
(4)
Alleman Hij past in geen enkel patroon: zo buitengewoon was die Man. Hij hoort tot geen enkel volk: Zo’n Vredestolk was die Man. Hij gaf Zichzelf radicaal: Verstaan wij de taal van die Man? Hij vond op aarde geen huis: er staat nog het kruis van die Man. Hij vluchtte niet voor de dood: ons levensbrood is die Man. Hij deelde ons mensen lot: Zoon van God is die Man. Alleman (Henk Jongerius)
Lezing: Marcus 14: 1 - 11
1 april
Witte Donderdag
(3)
Advondmaal Het brood dat ons voor ogen staat en zich geduldig breken laat, is uw gedaante, lieve Heer, Gij daalt als manna in ons neer. De beker die de ronde doet, het is de omloop van uw bloed, het spreekt van een geheimenis, uw hartslag die ons leven is. Uw bloed, het raakt de lippen aan de deurposten van ons bestaan, de dood gaat aan ons hart voorbij, o lam van God, U loven wij. Gij die een broodhuis voor ons zijt, een wijngaard die het hart verblijdt, Heer Jezus, die ons drenkt en voedt, Gijzelf zijt onze overvloed. (Jaap Zijlstra)
Lezing: Marcus 14: 12 - 52
2 april
Goede Vrijdag
(2)
Zie de mens Hij was niet gezien, werd in zijn zachtmoedig zwijgen voorbijgegaan voor gek verklaard en nagewezen. Alleen en verlaten, vertrouwd met verdriet, de pijn in het lijf als toonbeeld van leven dat die naam niet mag hebben, beschadigd, gewond in het diepst van zijn ziel. En wij maar denken, dat zo iemand door God zelf is vergeten, aan de nacht verloren. Hij was als een lam, rijp voor de slacht, monddood en gebonden, een zwijgend wachten op de genadeklap. Maar hadden wij hem aangezien, wij hadden geweten: Hij leed aan óns, aan alle scherven, alle schuld, aan alles waarom ik zou moeten schreien Hij droeg het slagveld van ons leven op zijn nek. (Sytze de Vries)
Lezing: Marcus 14: 53 – 15: 39
3 april
Stille zaterdag
(1)
Stille zaterdag Ingetogen ademt de stilte omdat er zoveel droefheid is het leven kent nu enkel maar gemis. De Heer ligt in het graf en vrouwen die Hem volgden zij treuren en verstommen om wie er niet meer is. Maar haast onmerkbaar groeit de bloesem en zet de boom in licht; morgen is er leven, de dood zal zijn gezwicht. (Adeleyd)
Lezing: Marcus 15: 40 - 47
4 april
Jeugdpagina Johannes 20: 1 - 18 Morgen gaat het over het lege graf. Maria staat met lege handen, ze heeft niets meer. Of toch? Als Jezus haar naam noemt, wordt alles anders. Het is Pasen! Het is feest, Jezus is opgestaan, ook voor jou! Bij feest horen slingers. Deze kun jij heel mooi zelf gaan maken van je eigen handen. Je hebt een strook papier nodig, die vouw je zigzaggend op. Op de bovenste trek je je eigen hand over. De duim en de pink moeten aan de zijkant zitten en die moet je ook niet losknippen. De rest van de vingers en de onderkant van de hand knip je uit en zo heb je een slinger met open handen.
Pasen 7 april Het wordt licht. Maar Maria staat met lege handen. Het graf is leeg. Het lichaam van Jezus is er niet meer. Zelfs het ‘in liefde gedenken’ is haar afgenomen. Wat dat betreft moet ik denken aan die talloze mensen van wie geliefden vermoord en verdwenen zijn. Kon je ze dan toch nog maar vinden en begraven. Dan kon je het afsluiten… Met lege handen, alles kwijt. Maar opeens is er die Stem die haar bij haar naam noemt. En haar daarbij bereikt in de ontredderde situatie waarin ze zit. De stem van de opgestane Heer, die ook haar met zich doet opstaan! Hij ís er weer! En dát is wat ze wil vasthouden. Uit de reactie van Jezus kun je afleiden dat ze Hem probeerde vast te grijpen. Maar Jezus weerhoudt haar daarvan. Hij ís er weer! Ja, maar op een andere manier dan eerst. In het vervolg zal Hij ónafscheidelijk met ons verbonden zijn. In alles van ons leven. Dat is niet mogelijk wanneer wij Hem vastgrijpen. Dan zou Hij afhankelijk zijn van onze menselijke inzet, onze menselijke mogelijkheid en onmogelijkheid, waarin de twijfel ons best nog wel eens te pakken neemt, zoals we weten. Nee, gelukkig niet. Hij grijpt óns aan, vooral ook waar we met lege handen staan. En doet ons zo met Hem opstaan!
Lezing: Johannes 20 : 1 - 18
Paasmaandag 6 april Sta op Jij ontmoedigde, jij teleurgestelde, Jij verdrietige. Verstik niet in je wanhoop, In je teleurstellingen, je verdriet. Sta op Jij, nu krachtige, nu betrouwbare, jij met je warmte. Richt je kracht, je vertrouwen, je warmte op allen die krachteloos, zonder vertrouwen en koud van binnen zijn. Sta op Jij kind, jij jongere, jij jong-volwassene jij ‘midden in het leven’ jij oudere Durf te geloven in het nieuwe leven in de toekomst voor elk mens in een nieuwe wereld. Waar we van elkaar houden als broeders en zusters. Sta op! Laat Pasen gebeuren! (Marinus v/d Berg)
Leden Werkgroep Veertigdagenproject Voorzitter
Ds. Ton Huttenga
0511-464735
B. Hornstrasingel 101, Burgum. Secretaris
Froukje van der Kloet
0511-464184
Rhala 16 Burgum Penningmeester (waarnemend)
Piet de Vries
0511-462658
Schoolstraat 176 PR
Gerrit Kronemeijer
0511-463283
Groustins 18, Burgum Distributie
Arie Wobma
0511-464672
Nieuwstadt 51, Burgum Opmaak & eindredactie
Ernst-Paul Paans
-
Kwekersstrjitte 3, Burgum Contact PKN Noardburgum
Hilly de Haan
0511-477832
Rijksstraatweg 41, Noardburgum Contact VEG Burgum
Rikke Hooijenga
0511-463356
De Wylch 28, Burgum Contact PKN Suwâld
Anneke Mulder
0511-432410
Noorderend 37, Suwâld Contact parochie
Patricia Altheer
0511-473977
Reidlânswei 8, Hurdegaryp
COLOFON
Samenstellers van deze kalender: Ds. Ton Huttenga Patricia Altheer Sietske Koole (kinderpagina’s) Typewerk: E.P. Paans
Het rekeningnummer van onze werkgroep is: NL08 RABO 032 098 1932 t.n.v. 40-dagenproject Burgum e.o.
Deze uitgave is gedeeltelijk overgenomen met toestemming van de kerk van Veendam