OPDRACHTKAART
Thema: AV-technieken
Video 8
AV-03-08-01
Basismontage Voorkennis: Je hebt de opdracht ’Capture’ afgerond. Intro: Nu alle videofragmenten ’gecaptured’ zijn, kun je gaan beginnen met de montage. De totale montage bestaat uit twee fasen: de basismontage en de eindmontage. Tijdens deze instructie-opdracht wordt de basismontage behandeld. Doelen: Als je deze opdracht hebt uitgevoerd, heb je de volgende doelen bereikt: – Je maakt kennis met de mogelijkheden van Adobe Premiere. – Je kunt videoclips importeren. – Je kunt videoclips op lengte maken. – Je kunt videoclips plaatsen in de timeline. – Je kunt overgangen en audiodelen toevoegen. – Je kunt een basismontage maken. Activiteiten: – Lees de instructie-opdracht. – Voer de opdracht uit. – Vul de checklist in. – Vul het evaluatieformulier in. Tijd: Voor deze opdracht krijg je 8 lesuren. – Theorie bestuderen: 2 lesuren – Uitwerken van de opdracht: 6 lesuren Materiaal: – Computer – Adobe Premiere, versie 6.0 of hoger – Video-bestanden – Audio-bestanden Beoordeling: De docent beoordeelt op zelfstandigheid, zorgvuldigheid en volledigheid m.b.t. de uitvoering van de opdrachten.
Theorie Video 8 Basismontage Inleiding Nu alle videofragmenten ’gecaptured’ zijn, kun je gaan beginnen met de montage. Dit wordt ook wel ’editing’ genoemd. Monteren is eigenlijk niets anders dan videobeelden en geluid in een juiste volgorde achter elkaar plaatsen. Er bestaan vele editing-pakketten, zoals onder andere Avid, Media 100, Adobe Premiere, Final Cut Pro en iMovie. Wij hebben gekozen voor Adobe Premiere omdat dit voor zowel Macintosh als PC beschikbaar is, en omdat het montage-gereedschap overeen komt met dat van de duurdere montagesystemen. Adobe Premiere biedt vele professionele mogelijkheden, op een gebruikersvriendelijke manier.
Tijdens deze instructie-opdracht worden niet alle gereedschappen en mogelijkheden van Adobe Premiere besproken. Als je meer wilt weten, dan kun je de zéér uitgebreide Help-functie van Adobe Premiere raadplegen, met menukeuze Help:
Thema: AV-technieken AV-03-08-02 We gaan er tijdens deze opdracht vanuit dat je voldoende videoclips hebt om een montage te kunnen maken. Je hebt ook een audiobestand nodig (AVI, MP3, MOV, WAV of AIFF formaat). In deze instructie-opdracht worden de voorbeeldbestanden van Adobe Premiere gebruikt. Je kunt deze vinden in de map ’Sample Folder’. Maar je kunt natuurlijk ook meteen je eigen video-bestanden gebruiken. De montagefasen Het monteren bestaat uit twee fasen: de basismontage en de eindmontage. Basismontage: – Importeren van clips: het binnenhalen van het digitaal materiaal dat gebruikt gaat worden tijdens de montage. – Op maat maken van clips: de clips op lengte snijden. – De basismontage: het plaatsen van videoclips en audio-clips in een tijdslijn, en het tussenvoegen van overgangen. Eindmontage: – Het toevoegen van transparante lagen. – Het toepassen van filters en (bewegings)effecten. – Het toevoegen van de aankondiging en de aftiteling. – Het exporteren van het eindproduct. Tijdens deze instructie-opdracht wordt de basismontage behandeld. Importeren van clips Voor de montage met Premiere worden digitale clips gebruikt. Het binnenhalen van clips wordt ’importeren’ genoemd. De clips kunnen gemaakt en/of bewerkt zijn met vele andere programma’s. Bijna alle softwareprogramma’s kunnen bestanden bewaren in een bestandsformaat dat Premiere kan importeren. Premiere kan clips importeren en monteren van het volgende bestandsformaat: Animaties en Video: FilmStrip, QuickTime, AVI, PICS, DV, MPEG, MOV, Animated GIF
Theorie Video 8 Stills: Adobe Illustrator (AI of EPS), Adobe PhotoShop (PSD), PICT, PhotoCD, JPEG, Bitmap BMP, CompuServe GIF, TIFF Audio: AVI, WAV, MOV, AIFF, QuickTime, MP3 Je gaat als volgt te werk. – Start Adobe Premiere. – Creëer een nieuw project met File > New Project. – Kies de DV-PAL standaard 48 kHz preset. Je gaat nu de clips importeren. – Kies File > Import > Files:
In de Sample Folder van Premiere vind je diverse bestandsformaten: vier video’s met het MOV formaat, een audiobestand met het AIFF formaat en een Illustrator bestand met het EPS formaat. – Selecteer deze clips met de Shift-toets ingedrukt, en klik op Open. In het Projectvenster verschijnen nu de geïmporteerde clips:
Thema: AV-technieken AV-03-08-03 In het linker gedeelte van dit venster zie je ’Bin 1’ staan. Bin betekent ’archief ’. Je kunt het vergelijken met een map waarin je allerlei bestanden opslaat. Je kunt dus meerdere bins maken per project. Dit is erg handig als je met heel veel clips werkt. Bijvoorbeeld: In de ene bin zou je geluid kunnen plaatsen, en in de andere bin video. Je zou zelfs ook nog een bin kunnen maken voor stills. Je kunt natuurlijk ook een bin maken per teamlid. De manier waarop de clips worden getoond, kun je zelf bepalen. Dit kun je veranderen door op het driehoekje te klikken (rechtsboven in dit venster). Ieder venster heeft zo’n handig driehoekje waarmee je de zogenaamde ’Options’ kunt bepalen. Deze opties hebben dan alleen betrekking op het bewuste venster. Hieronder staan bijvoorbeeld de Project Options:
De weergave van de bestanden in het projectvenster wordt bepaald door de opties: Icon View, Thumbnail View en List View. – Probeer deze 3 opties uit. – Probeer ook de Project Window Options uit. In de bovenstaande opties zie je ook de mogelijkheid ’New Bin’. Hiermee kun je dus meerdere bins aanmaken. Door op een bestaande bin te klikken in het project venster, kun je de naam veranderen. Zoals je kunt zien heeft dit project de naam ’untitled 2’. Hieraan kun je dus zien dat het project nog niet is bewaard. – Sla dit project op in je eigen map, met de naam ’Premiere oefening 1’. Doe dit met de menukeuze File > Save as.
Theorie Video 8
Thema: AV-technieken AV-03-08-04 Op maat maken van clips Tijdens het spotten heb je een in-punt en een uit-punt aangegeven. Je hebt waarschijnlijk iets meer aangegeven dan dat je werkelijk nodig hebt. De clip is dus eigenlijk iets te lang. Tijdens het monteren heb je clips nodig die precies op maat zijn. De afzonderlijke clips kun je op de volgende manier op maat maken: – Dubbelklik op ’premiere oefening 1’. – Dubbelklik op een videoclip in het projectvenster. In dit voorbeeld is dat ’finale.mov’.
– Sluit Adobe Premiere af en ga naar de map waarin je ’Premiere oefening 1’ hebt opgeslagen.
De videoclip verschijnt nu in een afspeelvenster:
Zoals je kunt zien, is dit bestandje erg klein. Toch zijn de geïmporteerde clips vele malen groter! Het is erg belangrijk om te weten dat Premiere de clips niet daadwerkelijk binnenhaalt. Er worden lage resolutie-afbeeldingen gebruikt die verwijzen naar het originele bestand. Gelukkig maar, anders zou je per clip twee maal zoveel diskruimte nodig hebben. Premiere heeft de originele bestanden dus altijd nodig. Gooi deze daarom nooit weg! Alle handelingen tijdens het monteren worden bewaard in een zogenaamd ’projectbestand’. Dit is een werkbestand met daarin de opdrachten, instellingen, commando’s en verwijzingen naar de externe bestanden. Je kunt een projectbestand herkennen aan de extensie .PRJ of aan dit symbooltje:
Pas na het creëren van het eindproduct (het exporteren) mogen de originelen eventueel worden verwijderd!
– Sleep de blauwe afspeelknop naar de positie waar je het échte in-punt wilt hebben:
– Klik daarna op het symbooltje van het in-punt:
Je zult nu links boven in het video-venster dit symbooltje zien:
Dit symbooltje geeft aan waar het werkelijke in-punt zich bevindt.
Theorie
Thema: AV-technieken
Video 8
AV-03-08-05
– Doe dit ook voor het werkelijke uit-punt. Het symbooltje voor het werkelijke uit-punt bevindt zich rechts naast het in-punt symbool:
Je kunt het Timeline venster verdelen in de volgende onderdelen: Op deze manier kun je alle videoclips en audioclips inkorten tot de gewenste lengte. Let op: De wijzigingen hebben alleen betrekking op de verwijzingen naar de originele bestanden. Ze hebben dus alleen betrekking op het project-bestand. De originele videobestanden blijven ongewijzigd!
– Vergeet niet om regelmatig te ’saven’. De basismontage Nu de clips op maat zijn, kun je beginnen met de basismontage. De basismontage bestaat uit het achter elkaar plaatsen van de clips, met daartussen eventueel een overgang. Deze kun je later nog verfraaien met allerlei transparante lagen, effecten, geluiden, filters en titels. Voor de basismontage heb je twee video-tracks of video-sporen tot je beschikking. De montage gebeurt volledig in het zogenaamde ’Timeline’ venster. ’Timeline’ betekent tijdslijn. – Activeer het Timeline venster via menukeuze Window > Timeline:
Het gereedschap:
Van dit gereedschap gebruik je voornamelijk het pijltje en het scheermesje. Het pijltje gebruik je om clips mee te verplaatsen. Het scheermesje gebruik je om clips mee door te snijden, zodat je clip uit twee delen bestaat. De videotracks:
Hierin plaats je de videoclips. Videotrack 1A en 1B worden gebruikt voor de basismontage. In de Transition-track plaats je de overgangen, oftewel de ’transitions’. In videotrack 2 en hoger plaats je transparante videoclips. Dit zijn clips waar je doorheen kunt kijken. De tijdslijn:
De tijdslijn wordt ook wel ’timeline’ genoemd. De tijdslijn geeft de tijd aan in de montage. Als je op positie 0:00:08:00 een clip plaatst, dan zal deze pas te zien zijn na 8 seconden (na het starten van je productie). De notatie is hier uren:minuten:seconden en frames. Tijdslijn-resolutie: Mocht je de tracks 1A en 1B niet zien, kies dan voor ’A/B Editing’. Deze optie kun je vinden onder het driehoekje rechtsboven in het Timeline venster.
Deze optie geeft aan hoe hoog de resolutie van de tijdslijn zal zijn. In dit geval staat de resolutie op 1 seconde. Dat wil zeggen dat je per seconde 1 beeldje te zien krijgt.
Theorie Video 8 – Selecteer uit het gereedschap het pijltje – Sleep een videoclip naar de Timeline, vooraan in track 1A. Dit doe je heel eenvoudig door op de clip te klikken, de muis ingedrukt te houden en te slepen. In onderstaand voorbeeld is de clip ’Cyclers.mov’ gekozen:
Thema: AV-technieken AV-03-08-06 Je kunt de clips ook nog korter maken in de tijdslijn. Dit doe je door het pijltje te kiezen en een zijkant te verslepen. Als je met je cursor op de zijkant van een clip gaat staan, dan verandert de cursor in dit symbooltje:
– Verklein een clip door de rechter zijkant naar links te verslepen:
Je kunt de clips ook doorsnijden. Dit doe je met het scheermesje. Aan de hand van het volgende voorbeeld ga je een clip doormidden snijden: ’Cyclers.mov’ duurt precies 4 seconden en 20 frames. Als de tijdslijn-resolutie op 1 seconde staat, dan worden er 4 hele beeldjes en 1 niet compleet beeldje getoond. – Zet de tijdslijn-resolutie op 2 seconden en kijk wat er gebeurt. – Zet daarna de tijdslijn-resolutie op 1 frame en kijk wat er gebeurt. Zoals je gezien zult hebben, bepaal je met deze functie hoeveel je uit- of inzoomt op de tijdslijn. Je kunt het vergelijken met het vergrootglas in Adobe PhotoShop. Ook Premiere heeft zo’n vergrootglas. Deze kun je vinden in het gereedschap:
Met dit vergrootglas kun je de tijdslijn ook in- of uitzoomen. In bovenstaand voorbeeld hebben we ’Cyclers.mov’ in videotrack 1A gesleept. Als deze videoclip geluid zou bevatten, dan zou het audiodeel automatisch in audiotrack 1 worden geplaatst.
– Klik met het scheermes-gereedschap in het midden van een clip. – Selecteer daarna het pijltje als gereedschap – Selecteer het rechter deel van de clip en verwijder deze. Dit doe je met behulp van de backspace toets, DEL toets of menukeuze: Edit > Cut. – Sleep de rechterkant van de overgebleven clip weer naar rechts. Zoals je ziet is de clip weer helemaal compleet. Het scheermesje is ook een handig hulpmiddeltje om clips mee te verkleinen. – Sleep een andere videoclip naar track 1B. Plaats het begin van de clip precies aan het einde van de vorige clip.
Theorie
Thema: AV-technieken
Video 8 In onderstaand voorbeeld is gekozen voor ’Fastslow.mov’:
AV-03-08-07 Een preview is een voorvertoning van het eindresultaat op ware snelheid, wat ’real time’ wordt genoemd . Het maken van een preview kan enkele minuten duren. – Save je montage. – Druk op de ENTER toets.
Als deze videoclip geluid zou bevatten, dan zou het audiodeel, automatisch in audiotrack 2 worden geplaatst. In feite heb je nu een montage gemaakt. Je kunt het eindresultaat bekijken door de blauwe afspeelknop te verslepen in de tijdslijn. De afspeelsnelheid wordt bepaald door de snelheid van het slepen met de muis.
– Bekijk het eindresultaat. Je zult gezien hebben dat de overgang van de ene clip naar de andere clip ineens verloopt; als de clip in 1A is afgelopen, dan spring je direct naar de clip in 1B. Dit noemen we een ’harde las’. Je kunt de overgang tussen deze twee clips wat vloeiender laten verlopen. Hieronder wordt uitgelegd hoe je een overgang creëert tussen twee clips. Daarvoor dien je eerst een overlapping te creëren van deze twee clips. – Selecteer het pijltje als gereedschap. – Sleep de clip in track 1B iets naar links, zodat er een overlapping ontstaat:
Het eindresultaat zal worden getoond in het monitorvenster, met de snelheid waarmee jij sleept. Als je geen monitorvenster ziet, dan kun je deze oproepen met menukeuze: Window > Monitor:
Deze overlapping wordt de lengte van de overgang. – Kies menukeuze Window > Show Transitions:
Als je het eindresultaat op ware snelheid wilt bekijken, dan moet je eerst je montage ’saven’. Druk daarna op de ENTER toets. Er wordt nu een preview gemaakt.
Theorie Video 8 Premiere biedt 75 standaard overgangen. – Kies voor de Dissolve overgangen. Klik hiervoor op het driehoekje voor de naam ’Dissolve’:
Thema: AV-technieken AV-03-08-08 je links boven in het afspeelvenster. Om de overgang te zien, moet je de ALT toets ingedrukt houden tijdens het slepen. Als je vindt dat de overgang te snel of te langzaam gaat, dan zul je de overlapping groter of kleiner moeten maken. Daarna zul je de overgang daaraan aan moeten passen. Hoe kleiner de overlapping, hoe sneller de overgang! Hoe lang een overgang moet duren, is helemaal afhankelijk van wat je er mee wilt ’vertellen’. Daar zijn geen standaard regeltjes voor. Welke overgangen er worden gebruikt en hoe lang ze gaan duren, wordt helemaal bepaald door jouw vakmanschap en creativiteit.
Dissolve betekent ’oplossen’. Dit is een type overgang waarbij het ene beeldjes geleidelijk overgaat (oplost) in het andere.
– Experimenteer met de verschillende overgangen. – Bekijk per overgang welke instellingen je kunt veranderen, en wat het effect is.
– Selecteer de overgang Cross Dissolve. – Sleep deze overgang tussen de overlapping van de clips in de Transition Track:
Tijdens de basismontage kun je ook bepalen of een clip langzamer of sneller moet worden afgespeeld. Je bepaalt de snelheid al tijdens deze fase, omdat de clip langer of korter wordt in de tijdslijn. Dit heeft dus invloed op de rest van de basismontage. Stel dat je de clip op halve snelheid wilt afspelen, dan duurt deze 2 maal zo lang als normaal. Dan heb je dus ook 2 maal zoveel ruimte nodig in de tijdslijn. Let op: Als je de snelheid van een clip achteraf nog
gaat veranderen, dan moet je alles op gaan schuiven. Dit is zeer lastig; zeker als je op muziek wilt monteren. Je zult merken dat alle hoeken, randen en zijkanten binnen de timeline, ’magnetisch’ zijn. De overgang wordt als het ware op zijn plaats getrokken. Dit kun je aan- of uitzetten bij de opties van het Timeline venster, met behulp van het driehoekje rechtsboven. Deze optie heet ’Snap to edges’. Als je het resultaat van je montage wilt bekijken, dan kun je natuurlijk een preview maken. Je kunt ook hier weer met de cursor de afspeelknop verslepen: – Sleep met de cursus de afspeelknop over de overgang. Je zult echter merken dat je de overgang niet kunt zien. In plaats van de overgang verschijnt er een kruis-
Het veranderen van de snelheid doe je met menukeuze Clip > Speed. Het volgende venster verschijnt:
Je kunt de snelheid aanpassen in procenten: 50 % is halve snelheid, 200 % is dubbele snelheid, etc. Je kunt ook de ’duration’ aanpassen, oftewel de lengte. Als je een dubbele lengte invult, dan zal de clip 2 maal zo langzaam spelen. Dit is dus eigenlijk hetzelfde als bij ’Rate’ 50 % invullen.
Theorie Video 8
Thema: AV-technieken AV-03-08-09
Tip: Als je bij ’New Rate’ een negatief getal invult, dan
speelt het clipje achteruit! Dus –50% is: halve snelheid achteruit. Je hebt nu twee clips geplaatst in de tijdslijn. Een derde clip zou je weer moeten plaatsen in Track 1A, de volgende weer in 1B, etc. Je monteert dus om-en-om tussen 1A en 1B, met daartussen telkens een overgang:
Audiotrack 1 en 2 horen dus bij videotrack 1A en 1B. Als je een videoclip met geluid in de tijdslijn plaatst, dan zal het audiodeel automatisch in een audiotrack worden gezet. Dit wordt hieronder uitgelegd, met behulp van een voorbeeld: – Maak een nieuw project (File > new Project). – Importeer uit de sample folder ’Zfinal.mov’ – Plaats deze in de tijdslijn op spoor 1A.
– Gebruik alle clips uit het projectvenster en maak een montage, inclusief overgangen.
Je zult zien dat het audiodeel van deze videoclip automatisch in audiotrack 1 wordt geplaatst:
Tip: Als het venster van de tijdslijn te klein wordt,
gebruik dan de ’tijdslijn-resolutie’ functie:
Een handige toets is de ’\’ (backslash). Dan wordt de tijdslijn-resolutie automatisch aangepast aan de lengte van de montage. – Bewaar je montage. – Creëer een preview. – Bekijk het resultaat. Bij de basismontage hoort ook geluid. Premiere biedt standaard 3 audiotracks, oftewel geluidssporen. Je kunt dit aantal heel makkelijk uitbreiden tot 99. Dit doe je met behulp van de Timeline opties (driehoekje rechtsboven in dit venster). Klik hiervoor op ’Add Audio Tracks’:
Als je de videoclip naar rechts beweegt, dan zal het audiodeel ook mee gaan. Deze zitten aan elkaar gekoppeld. Het audiodeel kun je ook eenvoudig verwijderen. Je zult deze dan eerst los moeten maken van het videodeel. Dit doe je als volgt: – Selecteer de videoclip. – Kies menukeuze Clip > Unlink Audio and Video. Nu is de video gescheiden van de audio. – Selecteer het audiodeel in track 1. – Verwijder het audiodeel, met behulp van de backspace toets, DEL toets of menukeuze: Edit > Cut.
Track 1 en 2 zijn gereserveerd voor het audiodeel dat eventueel bij de videoclips hoort die je in videotrack 1A of 1B plaatst. Alle andere audiotracks kun je gebruiken om audiobestanden in te plaatsen, zoals muziek, geluidseffecten of een voice over.
Je gaat nu zelf een muziekfragment onder deze videoclip plaatsen. In de Sample folder staat ook een audiobestand ’Music.aif ’. – Importeer ’Music.aif ’. Je mag natuurlijk ook een eigen audiobestand importeren.
Theorie
Thema: AV-technieken
Video 8 Audiobestanden waar geen video aan vast zit, kun je plaatsen in audiotrack 3 en hoger. – Sleep het geïmporteerde audiobestand naar audiotrack 3.
AV-03-08-10 Door middel van de rode lijn kun je zelf de volume van de audiotrack aanpassen. Je kunt dit doen door op de rode lijn te klikken en deze te verslepen. In onderstaand voorbeeld is handmatig een fade-in en een fade-out gecreëerd.
– Zet de Timeline-resolutie op 2 frames.
Vaak is het noodzakelijk om video en audio te synchroniseren. Dit wil zeggen dat je ze gelijk legt. Bijvoorbeeld: Het geluidseffect van een dichtslaande deur moet je precies horen als de deur dichtslaat en niet eerder of later. Ook ritmisch monteren op muziek wordt veel gedaan. Kijk maar eens naar een videoclip op MTV.
Je krijgt nu duidelijk te zien hoe het geluid eruit ziet, en nu kun je gaan monteren op het geluid. Dit valt niet altijd mee, want het is erg specialistisch werk. Je kunt de audiotrack ook nog verticaal vergroten. Kies hiervoor bij de Timeline opties (driehoekje) voor Timeline Window options. Zet daarbij de Icon Size op de grootste stand:
Op dit moment zie je niet hoe het audiobestand is opgebouwd. Je ziet geen volumeverschil of iets dergelijks. Je ziet alleen een groene balk. Je kunt gelukkig ook de inhoud van de audiotrack bekijken. – Klik op het driehoekje voor de audiotrack.
De audiotrack zal openklappen.
Nu ziet het Timeline venster er zo uit:
Nu zijn alle tracks verticaal groter geworden. Dit heeft als nadeel dat je minder tracks op je beeldscherm kunt krijgen. Het grote voordeel is natuurlijk dat je veel nauwkeuriger kunt monteren.
PRAKTIJKOPDRACHT
Video 8
Thema: AV-technieken AV-03-08-11
Basismontage Wat ga je doen: – Maak, met behulp van de instructie-opdracht, een basismontage met je eigen video-/audiobestanden. TIP: Neem het storyboard en het draaischema erbij, zodat je je ’video-verhaal’ op een logische volgorde
kunt monteren. TIP: Vergeet niet om je werk regelmatig te ’saven’.
– Presenteer het resultaat van de basismontage aan je docent. Overleg ook samen of er nog verbeterpunten zijn. ■
■
Aantekeningen
Checklist
Thema: AV-technieken
Video 8
AV-03-08-12
Leerling
Docent
Heb je de instructie-opdracht goed doorgenomen?
O
O
Heb je alle gekozen video-bestanden in je basismontage verwerkt?
O
O
Heb je alle gekozen audio-bestanden in je basismontage verwerkt?
O
O
Heb je het resultaat aan je docent gepresenteerd?
O
O
Heb je met je docent overlegd of de montage een logische volgorde heeft?
O
O
Heb je met je docent overlegd of er nog verbeterpunten zijn?
O
O
Evaluatie Video 8
Thema: AV-technieken AV-03-08-13
Theorie: 1. Vond je de theorie duidelijk? Ja, omdat: ________________________________________________________________________________ Nee, omdat: ______________________________________________________________________________ 2. Hoeveel tijd had je nodig om de theorie te lezen? _________________________________________________
Praktijk: 3. Wat vond je leuk aan de opdracht?
4. Wat vond je moeilijk aan de opdracht?
5. Wat zou je de volgende keer anders doen?
6. Had je voldoende tijd voor de opdracht? _______________________________________________________ 7. Hoe verliep de samenwerking binnen het team?
8. Geef jezelf een beoordeling voor de opdracht. O Zeer onvoldoende, omdat: _________________________________________________________________ O Onvoldoende, omdat: _____________________________________________________________________ O Matig, omdat: __________________________________________________________________________ O Voldoende, omdat: _______________________________________________________________________ O Goed, omdat: ___________________________________________________________________________ O Zeer goed, omdat: _______________________________________________________________________ 9. Heb je nog andere op-/ of aanmerkingen?