OPDRACHTKAART
Thema: Algemene kennis
Producten 2
AK-01-02-01
Orders Voorkennis: Bedrijven en producten Intro: Elk grafisch product heeft zijn eigen kenmerken. Een krant verschilt van een boek, een visitekaartje van een plattegrond. Ook de kleuren, de oplage en de kosten zijn verschillend. Over dat soort onderwerpen gaat deze opdracht. Doelen: Aan het eind van deze opdracht kun je: – een aantal orderspecificaties opnoemen – een eenvoudige orderbon begrijpen – voorbeelden van verschillende kostensoorten geven Aan het eind van deze opdracht ken je: – de begrippen order, orderspecificaties, orderbonnen – de begrippen voor- en nacalculatie – de begrippen directe en indirecte kosten, kostprijs en winst Activiteiten: – Lees de tekst ’Orders’. – Maak de toets. Tijd: Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren: – theorie bestuderen: 1,5 lesuren – toets maken: 0,5 lesuur Materiaal: – tekst ’Orders’ – toets Beoordeling: Laat de toets aan de docent zien.
Theorie
Thema: Algemene kennis
Producten 2
AK-01-02-02
Orders Voordat een grafisch bedrijf met de productie van een order begint, moet bekend zijn wat het precies moet worden. Een klein formaat folder met een kleine oplage kan op een A3-pers gedrukt worden. Een A4brochure met een grote oplage wordt op een grote pers gedrukt. Vandaar dat een bedrijf eerst alle orderspecificaties moet weten. In het volgende verhaal lees je, hoe dit in zijn werk gaat.
1
Orderspecificaties
Het jongerencentrum wil boekjes laten drukken. Samen hebben ze bedacht wat erin moet. De teksten en foto’s zijn klaar en staan op een cd-rom. Maar ze hebben alles ook uitgeprint. Merlyn en Robbie nemen alles mee naar de drukkerij. Daar hebben ze een afspraak met meneer Bakker. Hij bespreekt de orders met de klanten. Ze laten de prints zien en vertellen wat het moet worden. Er moeten 1000 boekjes komen. Wat gaat dat kosten? Dat kan meneer Bakker niet zomaar zeggen. Eerst moet hij meer informatie hebben. Deze informatie noemt hij orderspecificaties. Hij pakt een formulier en schrijft alles op.
Zwart met rood, dat ziet er goed uit. Maar zij kiezen voor zwart met blauw, PMS 072. 1.6 Afwerking En wat bedoelen ze met ‘boekje’? Willen ze een geniete brochure of een folder? Meneer Bakker laat twee voorbeelden zien: een geniete brochure en een folder.
1.2 Oplage Het gaat om 1000 boekjes? De oplage is dus 1000 exemplaren. 1.3 Formaat En welk formaat? Formaat A5, maar dan liggend. Liggend noem je ook wel oblong. 1.4 Omvang Hoeveel pagina’s heeft het boekje? Acht pagina’s. 1.5 Kleuren En welke kleuren? Het liefst willen ze fullcolour, maar dat zal wel duur zijn. Daar hebben ze gelijk in. Maar zwart met één kleur kan ook mooi zijn. De meneer laat een voorbeeld zien.
De folder is zigzag gevouwen. Het formaat is A5 liggend. Merlyn en Robbie vinden dit wel mooi. Ze kiezen dus voor een folder.
Theorie
Thema: Algemene kennis
Producten 2 1.7 Papiersoort Maar het papier vinden ze een beetje slap. Ze willen papier dat wat steviger is. Dat is geen probleem. Meneer Bakker laat een papiersoort zien, die hiervoor geschikt is.
AK-01-02-03 Aan het eind van het gesprek heeft meneer Bakker alle specificaties van deze order op papier staan:
2
1.8 Afleverdatum Wanneer moeten de folders klaar zijn? Over drie weken, op 1 maart. 1.9 Bezorgen Komen ze het zelf ophalen of moet het bezorgd worden? Robbie wil het wel komen halen. Ten slotte maken ze afspraken. De drukkerij stuurt een offerte op naar het jongerencentrum. Daarin staat hoeveel het gaat kosten. Als zij ermee akkoord gaan, moet de offerte getekend teruggestuurd worden. Dat is dan een soort contract. Zodra de getekende offerte binnenkomt, gaat de drukkerij aan de slag met de folders.
Orderbonnen
Merlyn en Robbie gaan akkoord met de prijs en de drukkerij gaat aan het werk. Als de productie begint, krijgt elke afdeling van de drukkerij een orderbon. Daar staat alle belangrijke informatie op. Op die manier weet elke afdeling wat er gedaan moet worden. De afdeling prepress gaat de folder van het jongerencentrum voorbereiden. Voor de indeling van de pagina’s moeten zij weten of het een brochure of een zigzagfolder wordt. Dit is ook belangrijk voor het papierformaat en de grootte van de pers. Voor deze order wordt niet de vierkleurenpers gebruikt. Na het snijden worden de vellen gevouwen. Dit kan ook niet op elke vouwmachine. Je ziet het, de orderspecificaties zijn voor elke afdeling belangrijk. We gaan nu de specificaties bekijken van drie andere orders.
Theorie
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Order 1: giroboekjes Je kent de giroboekjes met overschrijvingskaarten. Als je een boekje bekijkt, zie je dat het aan de linkerkant door het plat geniet is. De omslag heeft een venster.
AK-01-02-04 Het formaat is A4. Het binnenwerk heeft 32 pagina’s. Het bestaat uit twee gevouwen drukvellen (katernen). Op elk drukvel staan 16 pagina’s. Op de voorkant staan 8 pagina’s en op de achterkant ook.
De kaarten zijn in de kleuren rood en twee soorten blauw gedrukt. De kaarten zijn maar aan één kant bedrukt. Om ze uit het boekje te kunnen scheuren, zijn ze geperforeerd. Als je de orderspecificaties bekijkt, zie je dat het hele blad gedrukt is in zwart en rood. Na het drukken worden de vellen gevouwen en op de verzamelhechter geniet.
Order 2: film-blad Van dit blad worden er elke maand 10.000 stuks gedrukt.
Order 3: bosatlas Bekijk de orderspecificaties. De bosatlas heeft het formaat A4. Hij is samengesteld uit 15 katernen. Elk katern heeft 16 pagina’s. Het drukformaat is dus A1. Voor elke bosatlas zijn dus 15 vellen A1 nodig. Voor een oplage van 35.000 zijn dat dus 35.000 x 15 vellen.
De bosatlas wordt in fullcolour gedrukt. Dat betekent dat er met de kleuren cyaan, magenta, geel en zwart wordt gedrukt. Dit gebeurt op een grote vierkleurenpers.
Theorie
Thema: Algemene kennis
Producten 2
AK-01-02-05 3.4 Kostprijs en winst Directe en indirecte kosten bij elkaar zijn de kostprijs van de order. Als de klant alleen dit gaat betalen, maakt het bedrijf geen winst. Dus komt een winstopslag bovenop de kostprijs.
De bedrukte vellen worden gevouwen tot katernen. Dan worden de boekblokken genaaid. Tegelijkertijd maakt een andere machine de boekbanden. Daarna worden boekblokken en boekbanden samengevoegd. Hieronder staan de specificaties van de bosatlas.
3
Kosten van een order
We gaan nu bekijken wat een order kost en wat de klant moet betalen. Het jongerencentrum wil 1000 folders hebben. Ze willen van tevoren weten wat dat gaat kosten. 3.1 Voorcalculatie Het bedrijf gaat de kosten van de order schatten. Deze schatting noemen we ook wel voorcalculatie. Daarna kan het bedrijf een offerte maken voor de klant. 3.2 Directe kosten Het bedrijf gaat de orderspecificaties bekijken en maakt een schatting: – Hoeveel uren is de prepress bezig? – Hoe lang is de drukker bezig? Dan gaan ze de prijzen opzoeken: – Wat kost het papier? – Wat kost de binder? Dit zijn de directe kosten. Dat zijn de kosten, die direct met deze order te maken hebben. 3.3 Indirecte kosten Er zijn ook indirecte kosten. Die hebben niet direct met deze order te maken. Maar ze moeten wel betaald worden. Voorbeelden zijn: – huur; – telefoon; – verwarming; – kantoorpersoneel.
Kostprijs plus winst is de verkoopprijs. Dat is de prijs die de klant moet betalen. Het bedrijf kan nu de offerte sturen. 3.5 Rekening Als de folders klaar zijn, worden ze ingepakt in dozen. Het jongerencentrum kan ze komen halen. De klant ontvangt de rekening. Het bedrag is hetzelfde als dat van de offerte. 3.6 Nacalculatie Het bedrijf maakt een nacalculatie. Dan kan het bedrijf zien hoeveel het maken van de folders echt heeft gekost. Dit wordt gedaan om te kijken wat er verbeterd kan worden. Er zijn vaak dingen die beter of sneller kunnen. Bij de nacalculatie worden achteraf berekend: – de productietijd per machine; – de kosten van het materiaal; – de kosten van de binder. Dan kan het bedrijf uitrekenen of de geschatte winst is behaald. Als er veel mis is gegaan, wordt de winst kleiner. Maar als alles perfect is gegaan, kan de winst zelfs groter zijn dan gepland.
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Orders Vraag 1
Een offsetdrukkerij drukt verschillende producten. Hieronder staan de namen van de producten in de verkeerde volgorde. Schrijf de producten in de volgorde van de afbeelding op. folder – visitekaartje – brochure 1 –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2 –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 3 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vraag 2 Hoe noemen we de hoeveelheid die gedrukt moet worden? Kruis het goede antwoord aan. O O O O
aantal exemplaren omvang oplage
AK-01-02-06
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 3 Hier rechts zie je een visitekaartje. In hoeveel kleuren is dit gedrukt? Kruis het juiste antwoord aan. O O O O
twee kleuren drie kleuren vier kleuren zwart met twee steunkleuren
Vraag 4 Hier rechts zie je verschillende producten. Welke producten noemen we folder? Kruis het goede antwoord aan. O O O O
product 1 product 2 product 3 product 4
Vraag 5 Nabewerkingsbedrijven zijn meestal gespecialiseerd. Ze maken gebonden boeken, gebrocheerde boeken of geniete brochures. Welk product is een gebonden boek? Kruis aan. O product 1 O product 2 O product 3
AK-01-02-07
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 6
Hier zie je producten die op 3 verschillende manieren geniet zijn. Zet de manieren van nieten in de volgorde van de afbeeldingen. oognieten – rugnieten – platnieten 1 –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 2 –––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––– 3 ––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––––
Vraag 7 Je ziet hier rechts een grafisch product. Welke bindwijze is dit? Dit is een ... O gebrocheerd boek O geniete brochure O gebonden boek
AK-01-02-08
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 8 Dit is een boekje met overschrijvingskaarten. Je ziet de scheurlijn. Hoe noemen we het aanbrengen van zo’n scheurlijn? O O O O
boren rillen perforeren ponsen
Vraag 9 Wat is een katern? Kruis het goede antwoord aan. Een katern is een ... O O O O
bedrukt planovel. brochure met nietjes. gevouwen drukvel met meerdere pagina’s. ongevouwen drukvel.
Vraag 10 Bekijk deze orderbon. Kruis het juiste antwoord aan. Deze order is gedrukt in ... O twee kleuren O zwart met drie steunkleuren O fullcolour O zwart
AK-01-02-09
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 11
Hier zie je een orderbon. Links ontbreken de volgende woorden: Afwerking – Omvang – Formaat – Oplage Schrijf de woorden in het juiste vakje.
Vraag 12
Hier zie je een orderbon. Links ontbreken drie woorden. Bedenk deze woorden. Vul ze dan in op de juiste plaats.
AK-01-02-10
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 13
Bekijk de orderbon. Hoeveel pagina’s binnenwerk heeft deze brochure? Kruis het goede antwoord aan. O O O O
16 pagina’s 28 pagina’s 32 pagina’s 44 pagina’s
Vraag 14 Het formaat van een blad is A4. Op welk formaat worden de omslagen gedrukt? Schrijf het formaat op: ––––––––––––––––––––––––––
Vraag 15 Een boek heeft 15 katernen. Elk katern heeft 16 pagina’s. Hoeveel pagina’s heeft dit boek? Kruis aan. O O O O
160 pagina’s 240 pagina’s 320 pagina’s 360 pagina’s
Vraag 16 Kruis het juiste antwoord aan. De klant wil van tevoren weten wat de order gaat kosten. Het bedrijf maakt dan ... O O O O O O
directe kosten. indirecte kosten. orderbon. een nacalcalatie. een voorcalculatie. winst.
AK-01-02-11
Toets
Thema: Algemene kennis
Producten 2 Vraag 17 Hieronder zie je verschillende kosten van een order staan. Het zijn directe en indirecte kosten. Welke horen bij de indirecte kosten? Kruis ALLE indirecte kosten aan. O O O O O
bestelbusje huur papier telefoon verwarming
Vraag 18 Kruis het juiste antwoord aan. Wanneer een bedrijf een offerte maakt, worden de directe en indirecte kosten opgeteld. Op die manier verkrijgen ze de ... O O O O
materiaalkosten. kostprijs verkooprijs. winst-opslag.
AK-01-02-12