ALGEMENE OFFERTE AANVRAAG
Ontwikkeling van een CDM Programma voor Duurzame houtskoolproductie in Mozambique Bestek Nummer: DG5/CC/PG/12007
De Aanbestedende overheid: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering Victor Hortaplein 40, Bus 10 1060 Brussel - België Contactpersoon: Patricia Grobben Email:
[email protected] Tel.: +32 2 524 96 39
Voorafgaande opmerking: Dit Nederlandstalig document is eveneens beschikbaar in het Engels onder de naam "Terms of References for Development of a Sustainable Charcoal Production CDM Programme of Activities in Mozambique". Bij moeilijkheden op vlak van interpretatie door het bestaan van versies van dit document in meerdere talen, mag de kandidaat er ter goeder trouw van uitgaan dat de aanbestedende overheid gebruik zal maken van de Engelse versie ten behoeve van de interpretatie.
Inhoudstafel 1. 2. 3. 4.
Voorwerp en aard van de opdracht..............................................................................3 Duur van de overeenkomst ..........................................................................................3 Aanbestedende overheid en contactpersonen .............................................................4 Indienen en openen van de offertes ............................................................................4 4.1. Indienen van de offertes .......................................................................................4 4.2. Openen van de offertes ........................................................................................6 5. Leidende dienst - Leidend ambtenaar - begeleidingscomité ........................................7 6. Beschrijving van de te presteren diensten....................................................................7 7. Wetgeving en documenten van toepassing op de opdracht .........................................7 7.1. Wetgeving ............................................................................................................7 7.2. Documenten van toepassing op de overeenkomst ................................................8 8. Offerte .........................................................................................................................8 8.1. In de offerte te vermelden gegevens ....................................................................8 8.2. Geldigheidsduur van de offerte .............................................................................9 8.3. Bij de offerte te voegen stalen, documenten en bescheiden .................................9 9. Prijzen ........................................................................................................................10 9.1. Prijzen.................................................................................................................10 9.2. Prijsherziening ....................................................................................................10 10. Aansprakelijkheid van de dienstverlener ....................................................................10 11. Uitsluitingscriteria - Selectie Criteria – Gunningscriteria .............................................10 11.1. Impliciete verklaring op erewoord ......................................................................10 11.2. Overzicht van de procedure ................................................................................12 11.3. Selectiecriterium .................................................................................................13 11.4. Eventuele onderaanneming ................................................................................13 11.5. Gunningscriteria .................................................................................................14 12. Borgtocht...................................................................................................................15 13. Uitvoering van de diensten ........................................................................................17 13.1. Termijnen ...........................................................................................................17 13.2. Uitvoeringsvoorwaarde.......................................................................................17 13.3. Evaluatie van de uitgevoerde diensten................................................................18 14. Facturatie en betaling van de diensten ......................................................................19 15. Aanbestedingsberichten en rechtzettingen ................................................................19 16. Bijzondere verbintenissen voor de dienstverlener .....................................................20 17. Geschillen ..................................................................................................................20 18. Boeten wegens laattijdige uitvoering .........................................................................20 19. Rechtzettingen en recht om het aanbestedingsproces te annuleren, aan te passen of te onderbreken ....................................................................................................................20 PART B - TECHNICAL SPECIFICATIONS ...................................................................................21 1. Context ......................................................................................................................21 2. Objectives ..................................................................................................................21 3. Background information ............................................................................................22 4. Proposed activities to be undertaken .........................................................................23
Bestek DG5/CC/PG/12007
2
DEEL A – ALGEMENE BEPALINGEN 1. Voorwerp en aard van de opdracht De opdracht omvat: “Ontwikkeling van een CDM Programma (PoA) voor Duurzame houtskoolproductie in Mozambique”. De algemene doelstelling van dit initiatief is de ondersteuning van de ontwikkeling van een geregistreerd en effectief uitgevoerd Duurzame Houtskool CDM programma in Mozambique. De opdracht omvat 5 aparte Werkpakketten. Overeenkomstig Artikel 86 van het Koninklijk Besluit (KB) van 8 Januari 1996 betreft dit een opdracht tegen een globale prijs, bestaande uit vijf aparte globale prijzen, één voor elk werkpakket. De diensten en deliverables van elk werkpakket zullen apart worden besteld via aparte dienstorders. De Aanbestedende Overheid behoudt zich het recht voor om de ontwikkeling van dit CDM programma te stoppen na de Werkpakketten 1, 2, 3 of 4. In dit geval zal de Opdrachtgever haar beslissing omstandig motiveren. De inschrijver kan geen vergoeding eisen wanneer een deel van de diensten en deliverables niet besteld worden. Een gedetailleerd overzicht van de verwachte diensten en deliverables is gegeven in Deel B van dit bestek. Indien de inschatting van de haalbaarheid van het pCDM potentieel onder Werkpakket 2 aantoont dat programmatische CDM niet de beste manier is om duurzame houtskoolproductie in Mozambique te ondersteunen, dan is de Dienst Klimaatverandering bereid om de ontwikkeling van een Nationally Appropriate Mitigation Action op dit vlak te overwegen. De derde dienstorder zal aangeven of the activiteiten die moeten uitgevoerd worden onder de Werkpakketten 3, 4 and 5 moeten focussen op PoA of NAMA ontwikkeling. Voor deze opdracht werd de Algemene Offerteaanvraag gekozen.
2. Duur van de overeenkomst De opdracht begint de dag volgend op verzending van de bestelbon (naar de Opdrachtnemer gestuurd per aangetekend schrijven of op een andere manier die met zekerheid de datum van verzending vaststelt) en eindigt wanneer alle verplichtingen correct werden ingevuld. De diensten moeten geleverd worden op basis van dit bestek en van de dienstorders die zullen uitgeschreven worden voor elk Werkpakket zoals beschreven in Sectie 13 en Deel B (Technische Voorschriften). Het totale contract zal echter moeten uitgevoerd worden binnen de 3 jaren. Indien de uitvoering van een Werkpakket vertraging oploopt voor redenen die buiten de controle van de Opdrachtnemer vallen, moet de Opdrachtnemer de Opdrachtgever onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van de redenen voor de vertraging. Deze schriftelijke mededeling moet een inschatting van de te verwachten vertraging inhouden.
Bestek DG5/CC/PG/12007
3
Indien de Opdrachtgever de redenen voor vertraging gegrond verklaart, kan hij de duurtijd van de dienstorder verlengen. Indien na de afwerking van de eerste twee Werkpakketten blijkt dat de kansen op de succesvolle ontwikkeling van een Duurzame Houtskool PoA en van een Duurzame Houtskool NAMA laag zijn, de Opdrachtgever een einde kan maken aan de overeenkomst gerelateerd aan de andere werkpakketten. The Opdrachtnemer kan geen schadevergoeding eisen voor werkpakketten die niet besteld worden.
3. Aanbestedende overheid en contactpersonen De aanbestedende overheid is de Belgische Staat, vertegenwoordigd door
Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering (Kantoor 02C016) Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel België De contactpersoon – en tevens leidend ambtenaar (cf. infra) - is
Patricia Grobben Tel.: +32.2.524.96.39 E-mail:
[email protected] 4. Indienen en openen van de offertes 4.1. Indienen van de offertes De offertes worden aanvaard voor zover de zitting van opening van de offertes niet voor geopend is verklaard. De offertes worden vóór de opening van de offertes, ofwel elektronisch ingediend via de e-tendering applicatie (zie hieronder voor meer informatie), ofwel niet elektronisch per schrijven (een aangetekend schrijven wordt aanbevolen) opgezonden naar de leidende ambternaar, ofwel persoonlijk overhandigd aan de leidend ambtenaar op het volgende adres: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering (Kantoor 02C016) Ter attentie van Patricia Grobben Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel België
Bestek DG5/CC/PG/12007
4
Offerte verstuurd via elektronische middelen De elektronische offertes kunnen verstuurd worden via de e-tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be/ die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 81 quater van het KB van 8 januari 1996. Er dient opgemerkt te worden dat het versturen van een offerte per e-mail niet aan deze voorwaarden voldoet. Daarom wordt het niet toegestaan op deze wijze offerte in te dienen. De inschrijver kan bepaalde bij te voegen documenten die niet of uiterst moeilijk via elektronische middelen kunnen worden aangemaakt op papier bezorgen vóór de uiterste ontvangstdatum. Indien nodig worden de gevraagde attesten gescand om ze bij de offerte te voegen. Door zijn offerte volledig of gedeeltelijk via elektronische middelen in te dienen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens die voortvloeien uit de werking van het ontvangstsysteem van zijn offerte worden geregistreerd. (Artikel 81 quater van het KB van 8 januari 1996). De offerte moet bij de aanbestedende overheid toekomen vóór de uiterste ontvangstdatum van de offertes. Om te verhelpen aan sommige problemen die zich kunnen voordoen bij de overlegging, de ontvangst of de opening van met elektronische middelen ingediende offertes geeft de aanbestedende overheid aan de inschrijver de toestemming om zowel een offerte, overgelegd met elektronische middelen, in te dienen als een veiligheidskopie, opgesteld met elektronische middelen of op papier. Deze veiligheidskopie wordt in een definitief gesloten envelop gestoken waarop duidelijk “veiligheidskopie” wordt vermeld en wordt binnen de opgelegde ontvangsttermijn ingediend. Deze kopie mag enkel worden geopend ingeval van een tekortkoming bij de overlegging, de ontvangst of de opening van de met elektronische middelen overgelegde offerte. Ze vervangt in dat geval definitief het met elektronische middelen overgelegd stuk. De veiligheidskopie is voor het overige onderworpen aan de op de offertes toepasselijke regels van dit bestek en het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996. Meer informatie kan worden teruggevonden op volgende http://www.publicprocurement.be Of via de e-procurement helpdesk op het nummer : +32 (0)2 790 52 00
website
:
Offerte die NIET elektronisch wordt ingediend De offertes die niet elektronisch worden ingediend, worden, in drievoud, in een omslag gestoken die wordt gesloten. Op deze omslag dienen de volgende vermeldingen te worden aangebracht: -
het nummer van het bestek DG5/CC/PG/12007 de titel van het bestek de datum en het uur van de opening van de offertes (op 08/10/2012 om 14 uur);
Deze omslag wordt in een tweede omslag gestoken met de vermelding «offerte» in de linkerbovenhoek en het adres en de naam van de contactpersoon duidelijk aangegeven op de enveloppe.
Bestek DG5/CC/PG/12007
5
De inschrijver is er voor verantwoordelijk dat de enveloppe tijdig, voor de start van de zitting ter opening van de offertes, ofwel via de post ofwel via het persoonlijk afgeven tegen ontvangstbewijs, bij de contactpersoon terecht komt of in de daarvoor bestemde doos in het lokaal van de opening werd gedeponeerd. Wijzigen of intrekken van een reeds ingediende offerte Indien een inschrijver een reeds opgestuurde of ingediende offerte wenst te wijzigen of in te trekken, moet dit gebeuren volgens de bepalingen in artikel 105 van het KB van 8 januari 1996. De wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte kan via elektronische middelen die voldoen aan artikel 81 quater van het KB van 8 januari 1996 of op papier. Om een reeds opgestuurde of ingediende offerte te wijzigen of in te trekken, is een schriftelijke verklaring vereist, die door de inschrijver of zijn gemachtigde behoorlijk is ondertekend. Het voorwerp en de draagwijdte van de wijzigingen moeten, op straffe van nietigheid van de offerte nauwkeurig vermeld worden. De intrekking moet onvoorwaardelijk zijn. De intrekking kan ook per telegram, telex of telefax worden medegedeeld voor zover: 1° zij bij de voorzitter van de zitting voor het openen van de offertes toekomt alvorens hij de zitting opent, 2° en zij wordt bevestigd per aangetekende brief, afgegeven bij de post ten laatste de dag die aan de zitting voor het openen van de offertes voorafgaat. Deze voorwaarde is niet van toepassing indien elektronische middelen die voldoen aan artikel 81 quater van het KB van 8 januari 1996 worden gebruikt. De Offerte en de bijlagen mogen opgesteld worden in het Engels, Nederlands of Frans. Het gedeelte met betrekking tot de technische bepalingen wordt daarentegen bij voorkeur in het Engels geschreven aangezien de werkzaamheden verplicht zullen uitgevoerd worden in het Engels en in de talen van het gastland en de rapportering verplicht in het Engels zal zijn. Alle prijzen moeten uitgedrukt zijn in EURO.
4.2. Openen van de offertes De offertes moeten ten laatste op 08/10/2012 om 14 uur in het bezit zijn van de aanbestedende overheid. Gelieve rekening te houden met de openingsuren van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu in geval van persoonlijk overhandigen, van aangetekende zending en van aflevering per koeriersdienst. Het onthaal is geopend van maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur en van 13 tot 16 uur. Offertes mogen niet aan het onthaal afgegeven worden maar dienen overhandigd te worden aan de contactpersoon die hiervoor een afgiftebewijs zal afleveren. De opening van de offertes zal gebeuren op 08/10/2012 om 14 uur in zaal 01C273 Margritte A.
Bestek DG5/CC/PG/12007
6
5. Leidende dienst - Leidend ambtenaar - begeleidingscomité De leidende dienst in de zin van de artikelen 1 en 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden (bijlage bij het KB van 26 september 1996, Belgisch staatsblad van 18 Oktober 1996) is de aanbestedende overheid. Enkel de aanbestedende overheid heeft controlerende en toezichthoudende bevoegdheid over dit contract. De leidende ambtenaar voor deze opdracht is Patricia Grobben. Zij zal worden bijgestaan door een begeleidingscomité voor de evaluatie van de offertes, voor de evaluatie van de uitvoering van deze overeenkomst en van de deliverables van elk Werkpakket en voor het nemen van de beslissing inzake PoA dan wel NAMA ontwikkeling. Dit begeleidingscomité bestaat uit twee vertegenwoordigers van het JICDM team van de Dienst Klimaatverandering van de Belgische Federale Overheid en van een vertegenwoordiger van de Belgische Technische Samenwerking en van het Belgische Directoraat Generaal voor Development. Het begeleidingscomité zal ten minste één keer tijdens de uitvoering van elk Werkpakket samenkomen en ten minste voor de beslissing over het al dan niet aanvaarden van de deliverables voor elk Werkpakket. In geval de Opdrachtgever een nieuwe leidende ambtenaar aanduidt, zal hij hiervan onmiddellijk de opdrachtnemer inlichten.
6. Beschrijving van de te presteren diensten Zie Deel B: Technical Specifications 7. Wetgeving en documenten van toepassing op de opdracht
7.1. Wetgeving -
-
-
De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage bij dit koninklijk besluit met de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken; Alle wijzigingen aan deze wet en koninklijke besluiten die in werking zijn op de dag van de opening van de offertes.
Bestek DG5/CC/PG/12007
7
7.2. Documenten van toepassing op de overeenkomst De modaliteiten en voorwaarden van de overeenkomst zullen worden bepaald door het huidige bestek DG5/CC/PG/12007 en de goedgekeurde offerte. Door het neerleggen van zijn offerte ziet de inschrijver automatisch af van zijn algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden, zelfs als deze op de een of andere bijlage zijn vermeld in zijn offerte.
8. Offerte 8.1. In de offerte te vermelden gegevens De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 10 van de wet van 24 december 1993 en artikel 78 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 in verband met de onverenigbaarheden. De inschrijver is verplicht het bij het onderhavig bestek gevoegde offerteformulier te gebruiken. Indien toch andere documenten worden gebruikt, is hij verplicht om op elk document de conformiteit met het bij het bestek gevoegde offerteformulier te attesteren (Art. 89 van het KB van 8 januari 1996). De offerte en bijlagen bij het offerteformulier worden geschreven in het Nederlands, Frans of Engels. Het technische voorstel wordt echter bij voorkeur in het Engels geschreven aangezien de werkzaamheden zullen moeten uitgevoerd worden in het Engels en/of in de talen van het gastland en de rapportering verplicht in het Engels zal zijn. De inschrijver duidt in zijn offerte duidelijk aan welke informatie vertrouwelijk is en/of betrekking heeft op technische of commerciële geheimen en dus niet mag bekendgemaakt worden door de aanbestedende overheid. De volgende inlichtingen en documenten moeten vermeld worden in de offerte : -
De Percelen waarvoor de Inschrijver een offerte indient; De totaalprijs van de offerte, voluit en in cijfers (excl. BTW); De forfaitaire prijs voor elke Werkpakket Het handelsregisternummer Het BTW-bedrag (indien van toepassing); Het BTW-nummer (indien van toepassing); de handtekening van de persoon die bevoegd is om de offerte te ondertekenen; de hoedanigheid(heden) van de persoon/personen die de offerte ondertekent/ondertekenen; het adres van de persoon die de offerte ondertekent; de datum waarop voormelde persoon de offerte heeft ondertekend;
Bestek DG5/CC/PG/12007
8
-
het volledige inschrijvingsnummer van de inschrijver bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen (voor de Belgische inschrijvers) of equivalent voor de inschrijvers wiens maatschappelijke zetel niet in België gevestigd is.
Indien de Opdrachtnemer voor het indienen van een offerte een vereniging zonder rechtspersoon is, opgericht door verschillende natuurlijke of rechtspersonen, dient de offerte en de inventaris ondertekend te worden door ieder van die personen, die verplicht zijn zich hoofdelijk te verbinden en aan te wijzen wie van hen ermee belast zal zijn de vereniging ten overstaan van de Opdrachtgever te vertegenwoordigen en de eindverantwoordelijkheid te dragen voor de uitvoering van de overeenkomst. De partijen geven in de offerte één rekeningnummer op voor de betalingen. In dit geval moeten volgende documenten ingediend worden: - door het bedrijf dat de eindverantwoordelijkheid draagt: een brief die de beslissingsmacht van de zaakvoerder aantoont. - door de geassocieerde(n): een brief van de zaakvoerder die aangeeft dat het bedrijf dat de eindverantwoordelijkheid draagt, de enige is die in relatie staat met de Opdrachtgever. 8.2. Geldigheidsduur van de offerte De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, ingaande de dag na de opening van de offertes.
8.3. Bij de offerte te voegen stalen, documenten en bescheiden Een volledige offerte houdt het indienen van alle elementen/documenten opgesomd in Tabel 1 in. Onvolledige offertes worden niet weerhouden. Tabel 1: Elementen die moeten ingediend worden Item 1
Beschrijving Financieel voorstel
2
Technisch voorstel dat de voorgestelde aanpak voor elk van de Werkpakketten beschrijft (zie Deel B (Technical specifications)) inclusief een timing voor de uitvoering van elk van de Werkpakketten. Indien de Inschrijver een offerte indient voor beide percelen, moet hij een technisch voorstel indienen voor elk perceel. Referentie, bewijzen, samenstelling van het team met de individuele C.V.’s ten einde de relevante kennis van en ervaring met CDM/PoA ontwikkeling en op het vlak van duurzame houtskoolproductie en werkervaring in Mozambique/Rwanda na te gaan. In geval van onderaanneming, moeten deze referenties ook gegeven worden voor de onderaannemers. De statuten en alle andere nuttige documenten die de
3
4
Bestek DG5/CC/PG/12007
Gebruik offerteformulier in Annex 1
9
bevoegdheid van de ondergetekende(n) bewijzen. In geval van een associatie moeten deze statuten en documenten voor alle leden ingediend worden. Daarnaast moeten in dit geval ook de brieven vermeld in §8.1 ingediend worden.
9.
Prijzen 9.1. Prijzen
Alle prijzen vermeld in het offerteformulier worden verplicht uitgedrukt in EURO. Dit is een opdracht volgens globale prijs in de zin van artikel 86 van het KB van 8 januari 1996 wat betekent dat de globale prijs forfaitair is. De opdrachtnemer dient ook een globale prijs te geven voor elk van de 5 werkpakketten. De opdrachtnemer is verondersteld om alle kosten die een invloed hebben op zijn prijs, behalve de BTW, te hebben toegevoegd in zijn forfait. Met toepassing van artikel 88 §3, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 kan de aanbestedende overheid alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse uitvoeren, teneinde de juistheid van de op grond van de eerste en tweede paragraaf van voormeld artikel 88 verstrekte gegevens na te gaan. 9.2. Prijsherziening Voor de onderhavige opdracht is geen prijsherziening mogelijk.
10.
Aansprakelijkheid van de dienstverlener
De dienstverlener draagt de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid in de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van de opdracht door hem voorgelegde stukken. De dienstverlener vrijwaart de aanbestedende overheid bovendien tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is door vertraging bij de uitvoering van de diensten of op grond van het in gebreke blijven van de dienstverlener.
11.
Uitsluitingscriteria - Selectie Criteria – Gunningscriteria
11.1. Impliciete verklaring op erewoord Door zijn deelname aan deze openbare aanbesteding, verklaart de inschrijver op erewoord dat hij zich niet in één van de uitsluitingsgevallen bevindt bedoeld in het artikel 69 van het
Bestek DG5/CC/PG/12007
10
koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. De leidende ambtenaar zal voorafgaand aan elke beslissing over de gunning van de opdracht, de juistheid van de impliciete verklaring op erewoord nagaan van de inschrijver wiens offerte als beste werd gerangschikt. Hiervoor zal de opdrachtgever vragen om via de snelst mogelijke manier en binnen de gestelde termijn, de informatie en de documenten die toelaten om de persoonlijke situatie na te gaan, op te sturen. Een kandidaat of een inschrijver kan uitgesloten worden van deelname aan de algemene offerteaanvraag als na onderzoek blijkt dat de verklaring op erewoord op de uiterste datum van ontvangst van de offertes niet overeenkomt met de werkelijkheid. Ex post regularisatie is niet mogelijk. Een dergelijke uitsluiting is ook mogelijk als tijdens de procedure blijkt dat de verklaring op erewoord van de kandidaat of de inschrijver niet meer overeenkomt met de werkelijkheid. Overeenkomstig artikel 69-69bis van het Belgisch Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 (Artikel 29 van Richtlijn 92/50 (EEG)), zal een kandidaat van deelname worden uitgesloten indien: (a) hij failliet is of in vereffening, als zijn zaken door de rechtbank worden beheerd, als hij tot een akkoord is gekomen met schuldeisers of zich in een vergelijkbare situatie bevindt die voortkomt uit een gelijkaardige procedure die onder de nationale wetgeving of regelgeving valt; (b) hij het onderwerp uitmaakt van een procedure voor een verklaring van faillissement, voor een bevel tot gedwongen vereffening of beheer door de rechtbank of voor een akkoord met schuldeisers of enige andere gelijkaardige procedures die onder nationale wetgeving of regelgeving vallen; (c) hij veroordeeld is door een vonnis dat juridische kracht heeft wegens een overtreding in verband met zijn professioneel gedrag; (d) hij niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen in verband met de betaling van sociale zekerheidsbijdragen in overeenstemming met de wettelijke bepalingen in België of in het land van vestiging (zie verduidelijking hieronder); (e) hij niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen in verband met de betaling van belastingen in overeenstemming met de Belgische wetgeving of met de wettelijke bepalingen in het land van vestiging; (f) hij schuldig werd bevonden aan ernstig professioneel wangedrag dat bewezen werd met alle middelen die de aanbestedende overheden kunnen rechtvaardigen; (g) schuldig is aan het ernstig verkeerd voorstellen of niet leveren van de informatie die vereist is in de bepalingen van deze oproep voor Blijken van belangstelling betreffende de criteria voor kwalitatieve selectie.
Bestek DG5/CC/PG/12007
11
Verduidelijking met betrekking tot de sociale zekerheidsbijdragen §.1. Belgische kandidaten die personeel tewerkstellen dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 die de Besluitwet van 28 december 1944 m.b.t. de sociale zekerheid van werknemers herziet, moeten in orde zijn met hun RSZ-verplichtingen. Ze worden verondersteld om aan voornoemde verplichtingen voldaan te hebben als zij ten laatste op de dag voor de deadline voor het ontvangen van offertes: 1°
alle RSZ-aangiften hebben ingediend die op die datum vereist zijn, met inbegrip van de aangiften in verband met het voorlaatste kwartaal ten opzichte van de deadline voor de ontvangst van offertes, en
2°
zij in verband met deze aangiften niet meer dan € 2.500 bijdragen verschuldigd zijn, tenzij zij dit uitstaand bedrag in termijnen mogen betalen en zij die strikt naleven.
Zelfs als het uitstaande bedrag groter is dan € 2.500 zal de kandidaat echter beschouwd worden als zijnde in orde, als hij - voor de beslissing tot gunning van het contract valt – bewijst dat hij ten laatste op de dag vóor de deadline voor het ontvangen van offertes verstrijkt, ten opzichte van een gunnende overheid en dat in de betekenis van Artikel 4, § 1 en § 2, 1° tot 8° en 10° van de wet van 24 december 1993, of ten opzichte van een overheidsbedrijf in de betekenis van Artikel 26 van dezelfde wet, een of meerdere zekere vorderingen zonder garanties heeft ten opzichte van een derde partij ten belope van minstens, tot de volgende € 2.500, het bedrag van de te laat betaalde bijdragen. § 2.
§.3.
Een buitenlandse kandidaat moet ten laatste op de dag voor de deadline voor het ontvangen van offertes: 1°
zijn verplichtingen vervuld hebben met betrekking tot het betalen van sociale bijdragen overeenkomstig de wettelijk opgelegde bepalingen in het land van vestiging.
2°
de bepalingen van paragraaf 1 naleven als hij personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de wet van 27 juni 1969 die de besluitwet herziet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers.
De gunnende overheid kan op elk moment van de procedure informatie opvragen en daarvoor alle middelen gebruiken die ze geschikt acht, met betrekking tot de situatie van inschrijvers en de betaling van sociale zekerheidsbijdragen.
11.2.
Overzicht van de procedure
In een eerste fase worden de ingediende offertes onderzocht op het vlak van administratieve regelmatigheid en worden ze onderworpen aan het volgende selectiecriterium. Onregelmatige offertes en offertes die niet voldoen aan dit selectiecriterium worden geweerd. Bestek DG5/CC/PG/12007
12
In een tweede fase zullen de regelmatige offertes op inhoudelijk vlak worden onderzocht op basis van de hierna vermelde gunningscriteria. De inschrijver met de regelmatige offerte die de beste score behaalt op basis van de gunningscriteria zal worden weerhouden. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om de opdracht niet toe te wijzen. In dat geval zal de overheid geen schadevergoeding verschuldigd zijn. 11.3.
Selectiecriterium
De inschrijvers moeten voldoen aan het volgende selectiecriterium opdat hun offerte ontvankelijk zou zijn. De Inschrijver moet aantonen dat hij de technische capaciteit heeft om de vijf geïdentificeerde Werkpakketten (zie Deel B Technical Specifications) uit te voeren. Op basis van de informatie en de referenties die de Inschrijver bij zijn offerte voegt, zal de Opdrachtgever de technische capaciteit van de Inschrijver evalueren op basis van de volgende indicatoren: − bewezen ervaring met /kennis van de houtskoolproductie sector (als fysieke activiteit): de Inschrijver dient een referentie toe te voegen waaruit blijkt dat hij aan ten minste één project gerelateerd aan de houtskoolproductiesector heeft deelgenomen; − bewezen ervaring met (programmatische) CDM ontwikkeling in Afrika: de Inschrijver dient een referentie aan te geven waaruit blijkt dat hij de CDM consultant was (minstens PDD) voor ten minste één CDM project in Afrika en dat hij ervaring heeft met de ontwikkeling van ten minste één Programme of Activities; − bewezen kennis van CDM-methodologieën die van toepassing zijn op duurzame houtkoolproductie projecten (inclusief non-renewable biomass methodologieën): de Inschrijver dient referenties aan te geven waaruit blijkt dat hij ten minste één relevante methodologie heeft gebruikt of dat hij deelgenomen heeft aan de ontwikkeling van relevante methodologieën.
11.4.
Eventuele onderaanneming
Aangezien dit bestek een opdracht betreft die verschillende soorten expertise vereist, is eventuele onderaanneming mogelijk. De dienstverlener is in dat geval de coördinator van de studie en is verantwoordelijk voor eventuele onderaannemingen. De dienstverlener is aansprakelijk voor vertraging veroorzaakt door eventuele onderaannemers. Onderaannemers moeten voldoen aan dat deel van het selectiecriterium hierboven vermeld dat van toepassing is op hun specifieke taak in het contract en dit moet bewezen worden.
Bestek DG5/CC/PG/12007
13
11.5.
Gunningscriteria
De offertes, die de selectiefase van 11.3 doorstaan hebben, zullen getoetst worden aan de gunningscriteria hieronder (in dalende orde van belangrijkheid). De informatie opgenomen in de offerte moet de Opdrachtgever in staat stellen om deze elementen te beoordelen. Tabel 2: Gunningscriteria Criterium 1 2 3
Beschrijving Prijs (40%) Kwaliteit en volledigheid van de offerte (40%) Ervaring met het betrokken land (20%)
De punten op de gunningscriteria zullen als volgt gegeven worden: 1/ Prijs (max. 40 punten): De Inschrijver moet een globale prijs indienen, bestaande uit 5 forfaits, één voor elk van de 5 Werkpakketten die uitgevoerd moeten worden. Elk van deze forfaits moet overeenkomen met de werklast onder elk Werkpakket, zoals door de Inschrijver beschreven in zijn Technisch voorstel. De puntentoekenning zal als volgt gebeuren: Score Inschrijver = Max score (40) X laagste globale prijs ontvangen / prijs van de Inschrijver
2/ Technisch voorstel voor elk van de Werkpakketten (max. 40 punten): De Inschrijver dient uit te leggen, voor elk van de 5 Werkpakketten, hoe hij die zal uitvoeren. De uitleg moet een overzicht omvatten van de activiteiten die hij zal uitvoeren, van zijn aanpak om de workshop te organiseren, zijn tijdslijn voor de uitvoering en de experten die zullen betrokken worden bij elke taak. De Inschrijver geeft aan wat specifieke aandachtspunten zijn indien de focus van het contract zou verschuiven naar de ontwikkeling van een NAMA, volgend op de conclusies van Werkpakket 2. Volgende elementen zullen een rol spelen in de evaluatie: - de manier waarop lokale stakeholders betrokken zullen worden bij het halen van de doelstellingen van deze opdracht - de manier om de prioriteiten van het gastland mee te nemen bij de ontwikkeling van dit programma (bottom-up approach) - het niveau en de aard van de capaciteitsopbouw die wordt voorzien voor Mozambikaanse actoren - De aanpak van de workshop - Kwaliteitsbewakingssystemen die de Inschrijver voorziet - De volledigheid van het Technisch voorstel (inclusief de timing, de specifieke verantwoordelijkheden van elke expert en de aandachtspunten indien focus op NAMA ontwikkeling) Bestek DG5/CC/PG/12007
14
- De overeenkomst tussen het forfait met de activiteiten die voorgesteld worden voor elk Werkpakket
3/ Ervaring met het betrokken land (max. 20 punten): Dit criterium omvat de ervaring van de Inschrijver en zijn experten met het werken in Mozambique. De puntentoekenning zal rekening houden met: - de aanwezigheid van de Inschrijver in Mozambique - het betrekken van lokale Mozambikaanse partners bij de uitvoering van deze opdracht - werk of consultancy ervaring in Mozambique - kennis van het Portugees
12.
Borgtocht
De borgtocht bedraagt 5 % van het totaal bedrag, excl. BTW, van de opdracht. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar het hogergelegen tiental EURO. Overeenkomstig de wets- en reglementsbepalingen kan de borgtocht hetzij in speciën of publieke fondsen, hetzij onder de vorm van een gezamenlijke borgtochtstelling worden gesteld. De borgtocht kan eveneens worden gesteld via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling die voldoet aan de voorschriften van de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen of door een verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorschriften van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen en die toegelaten is tot tak 15 (borgtocht). De dienstverlener moet, binnen de dertig kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht op een van de volgende wijzen heeft gesteld: 1° wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld, door storting van het bedrag op de Postchequerekening van de Deposito- en Consignatiekas (PRK nr 679-2004099-79) of van een openbare instelling die een functie vervult die gelijkaardig is met die van genoemde Kas, hierna genoemd openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 2° wanneer de borgtocht uit publieke fondsen bestaat, door neerlegging van deze voor rekening van de Deposito-en Consignatiekas in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel of bij een van haar provinciale agentschappen of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 3° wanneer de borgtocht gedekt wordt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij, door neerlegging via een instelling die deze activiteit wettelijk uitoefent, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; 4° wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg, door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming.
Bestek DG5/CC/PG/12007
15
Dit bewijs wordt geleverd, naargelang van het geval, door overlegging aan de aanbestedende overheid van: 1° 2° 3° 4° 5°
hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; hetzij het debetbericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming; hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult; hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de kredietinstelling of de verzekeringsonderneming die een waarborg heeft toegestaan.
Deze documenten, ondertekend door de deponent, vermelden waarvoor de borgtocht werd gesteld en de precieze bestemming, bestaande uit de beknopte gegevens betreffende de opdracht en verwijzing naar het bestek, alsmede de naam, voornamen en volledig adres van de dienstverlener en eventueel deze van de derde die voor rekening van de dienstverlener het deposito heeft verricht, met de vermelding “geldschieter” of “gemachtigde”, naargelang het geval. De termijn van dertig kalenderdagen hiervoor vermeld wordt opgeschort tijdens de sluitingsperiode van de onderneming van de dienstverlener voor de betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire wijze of in een algemeen bindende verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst werden bepaald. Het bewijs van borgtochtstelling dient te worden gezonden aan het adres dat zal worden vermeld in de kennisgeving van de gunning van de opdracht. De borgtochtstelling wordt in één keer vrijgegeven na definitieve oplevering en aanvaarding van de opdracht, op grond van het contract gesloten op basis van dit bestek, op expliciete vraag van de dienstverlener en op voorwaarde dat de geleverde diensten ontvangen en goedgekeurd zijn door de begeleidingscommissie (zie punt 13 hierna).
Bestek DG5/CC/PG/12007
16
13.
Uitvoering van de diensten
13.1.
Termijnen
Het contract neemt aanvang de dag volgend op verzending van de bestelbon (naar de Opdrachtnemer gestuurd per aangetekend schrijven of op een andere manier die met zekerheid de datum van verzending vaststelt) en zal 3 jaar duren. De Opdrachtgever zal voor elk Werkpakket een aparte dienstorder opmaken. De eerste dienstorder zal samen met de bestelbon opgestuurd worden. De deliverables en de te leveren diensten moeten gerealiseerd worden binnen de termijn vermeld in de dienstorder. Deze termijn zal in onderling overleg vastgesteld worden. De dienstorders kunnen overlappen of kunnen elkaar opvolgen. De start- en einddatum opgegeven in de dienstorders zijn bindend en dwingend. The einddatum zal altijd de tijd die nodig is voor de evaluatie, door de Opdrachtgever, van de geleverde diensten en de deliverables (zie §13.3) omvatten. Het niet-naleven van de termijnen leidt tot het opleggen van boetes (zie §18). De dienstorders zullen gestuurd worden aan de dienstverlener per fax, e-mail (met ontvangstbevestiging) of aangetekend schrijven of door eender elk ander middel dat het mogelijk maakt om de verzendingsdatum met zekerheid te bepalen. De daaropvolgende briefwisseling eigen aan de bestelbon(en de uitvoering van de diensten) volgt dezelfde regels als die voor het verzenden van de bestelbon, en dit telkens één van beide partijen een bewijs wenst te hebben van zijn tussenkomst. In geval van duidelijk onjuiste of onvolledige inhoud van de bestelbon, welke elke uitvoering van de bestelling verhindert, verwittigt de dienstverlener onmiddellijk per schrijven de bestellende dienst opdat een oplossing voor een normale afhandeling van de bestelling gevonden kan worden.
13.2.
Uitvoeringsvoorwaarde
De inschrijver engageert zich, gedurende de volledige uitvoering van de opdracht, voor het respecteren van de principes en het naleven van de normen op het vlak van sociale verantwoordelijkheid volgens: -
De OESO richtlijnen voor multinationale bedrijven1;
-
De OESO conventie tegen omkoping van Buitenlandse Ambtenaren in Internationale Handelstransacties 2;
-
De 8 basisconventies van de IAO3: - het verbod op dwangarbeid (verdrag nr. 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid, 1930 en verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van de gedwongen arbeid, 1957);
1 2 3
Zie volledige tekst op http://www.oecd.org/findDocument/0,2350,en_2649_34889_1_1_1_1_1,00.html Zie volledige tekst op http://www.oecd.org/department/0,2688,en_2649_34859_1_1_1_1_1,00.html Zie volledige tekst op “http://www.ilo.org/ilolex/english/convdisp1.htm”
Bestek DG5/CC/PG/12007
17
-
het recht op vakbondsvrijheid (verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en bescherming van het vakverenigingsrecht, 1948);
-
het recht van organisatie en collectief overleg (verdrag nr. 98 betreffende het recht van organisatie en collectief overleg, 1949);
-
het verbod op discriminatie inzake tewerkstelling en verloning (verdrag nr. 100 betreffende de gelijke verloning, 1951 en verdrag nr. 111 betreffende discriminatie (beroep en beroepsuitoefening), 1958);
-
de minimumleeftijd voor kinderarbeid (verdrag nr. 138 betreffende de minimumleeftijd, 1973), alsook het verbod op de ergste vormen van kinderarbeid (verdrag nr. 182 over de ergste vormen van kinderarbeid, 1999).
-
De IAO Conventies No. 155 and 1694: The Occupational Safety and Health Convention (No. 155) and The Indigenous and Tribal Peoples Convention (No. 169).
-
The United Nations Norms on Responsibilities of Transnational Corporations and Other Business Enterprises with Regard to Human Rights5;
-
The World Bank’s Operations Policy and Country Services (OPCS) / Volume II / Safeguard policies6
Het niet respecteren van dit engagement kan, op basis van artikel 20, §1, 4° van de Algemene aannemingsvoorwaarden, bijgevoegd bij het Koninklijk Besluit van 26 september 1996, aanleiding geven tot de toepassing van maatregelen van ambtswege voorzien in § 6 van hetzelfde artikel en meer bepaald tot de eenzijdige verbreking van de opdracht.
13.3. Evaluatie van de uitgevoerde diensten De uitvoering van de opdracht zal nauw opgevolgd worden door de leidend ambtenaar en het begeleidingscomité. In geval de Opdrachtgever irregulariteiten vaststelt bij de uitvoering van de opdracht, zal zij hier de Opdrachtnemer onmiddelijk van op de hoogte brengen per email, met ontvangstbevestiging. Niet conform uitgevoerde diensten moeten herbegonnen worden. Op het ogenblik dat elk werkpakket, per perceel, zal uitgevoerd zijn, zal de leidend ambtenaar en de begeleidingscommissie een evaluatie maken van de deliverables. Van deze evaluatie zal een proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan het origineel exemplaar zal worden overgemaakt aan de dienstverlener door de begeleidend ambtenaar. Niet behoorlijk of niet conform uitgevoerde diensten zullen moeten worden herbegonnen. Dit PV zal binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van de deliverables voor elk Werkpakket worden opgemaakt. Dit PV is nodig voor de facturatie (zie hieronder).
4
Idem Zie volledige tekst op “http://www.unhchr.ch/huridocda/huridoca.nsf/(Symbol)/E.CN.4.Sub.2.2003.12.Rev.2.En” 6 Voor meer informatie, zie: “http://wbln0018.worldbank.org/institutional/manuals/opmanual.nsf/” 5
Bestek DG5/CC/PG/12007
18
14. Facturatie en betaling van de diensten Enkel behoorlijk uitgevoerde diensten mogen worden gefactureerd. Na het afwerken van elk Werkpakket en na de ontvangst van het PV van oplevering voor dat Werkpakket (zie 13.3), stuurt de dienstverlener stuurt telkens de originele factuur en het proces-verbaal van oplevering van de diensten aan: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu DG Leefmilieu Dienst Klimaatverandering Ter attentie van Patricia Grobben Victor Hortaplein 40, Bus 10 1060 Brussel België De betaling per Werkpakket, besteld via een dienstorder, gebeurt binnen een termijn van 50 kalenderdagen te rekenen vanaf de keuring van de schuldvordering, voor zover de aanbestedende overheid binnen de vastgelegde termijn de andere, eventueel vereiste documenten heeft ontvangen en goedgekeurd. De factuur moet worden opgesteld in EURO en voorzien zijn van een handtekening. Voor buitenlandse Opdrachtnemers uit landen van de Europese Unie gebeurt de facturatie onder het Intracom regime, i.e. zonder BTW. De BTW zal in België betaald worden door de Opdrachtgever. Voor overige buitenlandse Opdrachtnemers, moet de toepasbare BTW opgenomen worden. De factuur moet minstens de volgende gegevens bevatten: - Naam van de Opdrachtnemer - Handtekening van de gemachtigde vertegenwoordiger - BIC (SWIFT-adres of SWIFT-code van de bank) - IBAN (identificatiecode van de individuele bankrekening) - Referentienummer van de bestelbon - Het betreffende werkpakket
15. Aanbestedingsberichten en rechtzettingen De in het Bulletin der Aanbestedingen en het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap aangekondigde of gepubliceerde berichten en rechtzettingen die betrekking hebben op de aannemingen in het algemeen, evenals de berichten en rechtzettingen betreffende deze aanneming maken integraal deel uit van huidig bestek. De inschrijver wordt geacht er kennis van genomen te hebben en er bij het opmaken van zijn offerte rekening mee gehouden te hebben.
Bestek DG5/CC/PG/12007
19
16. Bijzondere verbintenissen voor de dienstverlener De dienstverlener en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van die opdracht. De informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid meegedeeld worden aan derden. De dienstverlener mag deze opdracht wel opgeven als referentie De dienstverlener verbindt er zich toe om, tenzij bij overmacht, de opdracht te laten uitvoeren door de in de offerte opgegeven personen. De vermelde personen of hun vervangers worden allen geacht effectief deel te nemen aan de opdracht. Vervangingen moeten worden goedgekeurd door de aanbestedende overheid.
17. Geschillen Deze overeenkomst valt onder de Belgische wetgeving. Alle betwistingen met betrekking tot de uitvoering van deze opdracht worden uitsluitend beslecht voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel. De voertaal is het Nederlands of het Frans. De aanbestedende overheid is in geen geval aansprakelijk voor de schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De dienstverlener vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke vordering van schadevergoeding door derden in dit verband.
18. Boeten wegens laattijdige uitvoering Overeenkomstig Artikel 75 van de Bijlage bij het KB van 26 September 1996, wordt de boete wegens laattijdige uitvoering berekend naar rato van 0,07 percent per kalenderdag vertraging, met een maximum van vijf percent van de waarde van de diensten waarvan de uitvoering met dezelfde vertraging gebeurde. Deze clausule is van toepassing op de uitvoering van elk Werkpakket afzonderlijk.
19. Rechtzettingen en recht om het aanbestedingsproces te annuleren, aan te passen of te onderbreken De aanbestedende overhead behoudt zich het recht voor om het aanbestedingsproces op te annuleren, aan te passen of the onderbreken op eender welk moment tijdens de procedure tot de handtekening van de offerte door de Staatssecretaris voor Leefmilieu. De aanbestedende overheid verplicht er zich niet toe om één van de offertes te aanvaarden. In dat geval zal de overheid geen schadevergoeding verschuldigd zijn.
Bestek DG5/CC/PG/12007
20
PART B - TECHNICAL SPECIFICATIONS 1. Context The Belgian Federal Government has always been deeply concerned about the low level of success of CDM in African countries and in Least Developed Countries. In addition to pushing for ways of improving the regional distribution of CDM in the context of the international climate negotiations, the Belgian Federal Government has also implemented concrete measures of its own in its purchase programme. In 2005, at the time of the first call for projects under its CDM-JI purchase programme, the federal government developed an evaluation and ranking tool that allowed for extra opportunities for projects in Africa, LDCs and partner countries of the Belgian Development Cooperation. In its second call for projects, launched in 2007, the federal government provided an additional financial support of up to 10.000 € for the feasibility studies of projects in LDCs. Despite these efforts, it could not contract viable CDM projects from Africa and/or LDCs under these initiatives. The Belgian Federal Government therefore decided, in 2009, to develop a specific initiative to contribute to a more equitable regional distribution of CDM. It commissioned a study to 1/ explore the opportunities for programmatic CDM in 5 African Least Developed Countries: the Democratic Republic of Congo, Rwanda, Uganda, Tanzania and Mozambique and 2/ develop Project Idea Notes for two opportunities per country. The focus on CDM Programme of Activities was driven by the expectation that programmatic CDM potentially provides a larger contribution to sustainable development, which is another spearhead of the federal governments’ purchase programme. The results of this initiative are summarized in the following presentation: http://www.climatechange.be/jicdmtender/IMG/pdf/Claudia_Riamundo_and_Jose_Mestre. pdf As a follow-up, The Belgian Federal Government signed in 2011 agreements for the development of a Renewable Energy Programme of Activity (PoA) in Rwanda and a Composting of Municipal Waste PoA in Mozambique. It hereby wishes to extend its engagement and therefore launches a call for the development of a CDM programme in the field of Sustainable Charcoal Production in Mozambique.
2. Objectives The ultimate objective of this initiative is to support the development of a registered and effectively implemented Sustainable Charcoal Production PoA in Mozambique. Specific objectives include: 1/ the undertaking of a literature and field research to assess the current charcoal production sector and the potential future outlook for this sector 2/ a feasibility assessment on the pCDM potential
Bestek DG5/CC/PG/12007
21
3/ the set-up of a detailed plan of action to effectively develop the PoA 4/ the development of the CDM documentation (PoA-DD and CPA-DD) 5/ Securing financing for PoA registration and implementation The Climate Change Section of the Belgian Federal Authority wishes to undertake this with a Contractor having experience with PoA development in general and/or CDM development in Least Developed Countries, and having good knowledge of the charcoal production sector in general, and in Mozambique in particular. The Climate Change Section considers the contribution to sustainable development and capacity building of local institutions as important secondary objectives of this engagement. Should the assessment of the feasibility of the pCDM potential under Work Package 2 show that programmatic CDM is not the most appropriate way to support sustainable charcoal production in Mozambique, the Climate Change Section is willing to consider the development of a Nationally Appropriate Mitigation Action in this field.
3. Background information Mozambique Charcoal is a widely used fuel in Sub-Saharan Africa and its use is increasing with growing urbanisation. The increased charcoal use is thought to be, along with agriculture, among the leading causes of deforestation in Africa. According to FAO-data, Mozambique lost, between 1990 and 2010, in total 10.0% of its forest cover or around 4,356,000 ha. According to the 2007 Mozambican national forest inventory, the main cause of deforestation in the country is human pressure in the form of burning forest areas to open cultivation areas, firewood collection and charcoal production. The annual deforestation rate in the country is estimated at about 219.000 hectares per year, equivalent to a change of 0.58% annually (DNTF (National Directorate of Land and Forest), 2007). At the household level, the main requirement for energy is for cooking and lighting. The principal energy source for the majority of Mozambicans is biomass, particularly wood fuel. Within rural communities, this accounts for nearly all the total energy consumed. Charcoal production and use is widespread in small urban settlements, district capitals and around larger towns and cities. The commercial production of charcoal for the growing urban and peri-urban markets is posing serious and tangible negative environmental impacts. Several studies on charcoal production in Mozambique have been undertaken in the past: the “Maputo Charcoal Supply Chain Study available at http://www.inbar.int/publication/TXT/Charcoal%20conference%20proceedings_final_29Dec jw.htm#_Toc217794945 - the Mozambique part of the Charcoal Potential in Southern Africa (CHAPOSA) study available at http://coastalforests.tfcg.org/pubs/Char_Southern_Africa_CHAPOSA.pdf - Review of the existing studies related to fuelwood and/or charcoal in Mozambique available at http://www.fao.org/DOCREP/004/X6796E/X6796E00.HTM
Bestek DG5/CC/PG/12007
22
The Readiness Preparation Proposal (R-PP) for Mozambique under the Forest Carbon Partnership Facility (FCPF) and the United Nations REDD Programme (UN-REDD) also includes useful information on the charcoal production sector in Mozambique (http://www.forestcarbonpartnership.org/fcp/sites/forestcarbonpartnership.org/files/Docu ments/PDF/Mar2012/Mozambique_RPP_March07_2012rev2-FINAL.pdf). At present a national Biomass Energy Strategy (BEST) for Mozambique (European Union Energy Initiative Partnership Dialogue Facility) is under preparation. The activities under the CDM-programme to be developed should be in line with and contribute to the realisation of this Strategy.
General Perspectives developed, with financial support from the UK Department for International Development, a “Standardised baseline and monitoring methodology for the production of sustainable charcoal and charcoal briquettes” and a new small scale methodology on “Low GHG production of charcoal”. Both methodologies have been submitted to the Meth Panel of the UNFCCC EB and are awaiting approval. The proposed standardised methodology applies to project activities that produce charcoal products from biomass residues, dedicated plantations or wood from forest plantation after its last rotation. The small scale methodology relates to the installation and operation of new low GHG charcoal production kilns (http://www.perspectives.cc/index.php?id=598).
4. Proposed activities to be undertaken This assignment will consist of 5 distinct work packages to be implemented. The expected content of each of these is explained below. Candidates are obliged to include in their proposal all five work packages. Partial proposals, addressing not all the work packages, will be discarded. 1. Literature and field research to dress the current and a potential future picture of the charcoal production sector in Mozambique. This study should address/include as a minimum: • An overview of the current methods/technologies used for charcoal production (type, efficiency, importance in the Mozambican charcoal production, …) • Traditional feedstocks used for charcoal production • Actors involved in the production process • Overview of past initiatives to improve the sustainability of charcoal production, their impact (including change to a more sustainable feedstock, improved charcoal kilns, improved kiln preparation and management, …) and the barriers encountered • The views of the current charcoal producers on conditions to accept a switch to sustainable charcoal production • Overview of the nature and drivers of unsustainable charcoal production • Market research on available improved charcoal production methods/technologies (efficiency, costs, …)
Bestek DG5/CC/PG/12007
23
• Market research on pricing variables along the value chain, from cost of materials, prices at farm-gate, prices at transportation and final prices at end-markets • Assessment of the acceptability of improved charcoal production methods/technologies in Mozambique • Overview of potential alternative feedstocks for charcoal production and their relevance for Mozambique • Existing legislation related to charcoal production (including legislation related to forest management, charcoal production, land tenure, etc.) and institutional framework • The views of relevant government bodies on developing a sustainable charcoal production programme, an indication of their willingness to take part in such a programme and their conditions for potential involvement • An assessment of the most feasible option or combination of options for this programme, considering the CDM Meth requirements and regulations as well as the local circumstances for designing the options: 1/ Dedicated plantations for charcoal production, 2/ Switching to improved charcoal production methods or 3/ Making charcoal from biomass waste or invasive species • Identification, possibly using spatial analysis techniques including GIS, of geographical areas with high potential for charcoal production based on a systematic criteria including population trends, availability of land, availability of feedstocks, transport outlets, past production practices, … • Existing projects on improved charcoal production or related activities (e.g. plantations for biomass energy, REDD+ activities, …) in the country/region • … The field research may involve a (questionnaire) survey among charcoal producers and authorities, community meetings and discussions, meetings/interviews with officials, scientists, international cooperation actors, etc. In this Work Package, it is essential that the Contractor contacts relevant local/regional/national governments and administrations so as to confirm the commitment of the host country to a sustainable charcoal programme and hereby identifying as many local contact persons as possible for subsequent development of the PoA. This Work Package should lead to a report, including a summary for policy makers. The Awarding Authority should also be given a detailed description of the contacts made with local/regional/national governments and administrations, as well as the information obtained from these contacts (including the details of the contacted persons/entities and a detailed report of the discussions held). 2. Feasibility study on the pCDM potential for a sustainable charcoal programme. This study should include as a minimum: • a range of options for appropriate policies and measures needed to develop a pCDM • Recommend the most practical policy/measure to develop pCDM and disaggregate into smaller tasks
Bestek DG5/CC/PG/12007
24
• The choice of an appropriate (standardised) methodology/combination of methodologies or proposal for a new methodology and the justification for this choice • The choice of the improved charcoal production methods/technologies that are proposed to be applied in the PoA (one or more) and the justification for this • Proposed strategy and design of the PoA (combination of methodologies, region(s), technologies, etc.) • Feedstock and feedstock management options • An estimation of the greenhouse gas abatement potential for the options retained • An initial approach to determine the additionality for the PoA (including a detailed financial analysis for the programme both with and without a CDM/PoA component • Identification of data needs for baseline setting and additionality testing and check on its availability • A list of potential barriers and solutions to those barriers (risk mitigation options), including country specific risks (e.g. DNA) • Aspects on the contribution to sustainable development, environmental assessment • Identification of a Coordinating and Managing Entity and getting the formal engagement of this Entity that it will effectively take up this role • Identification of potential first CPAs to be used for the registration of the PoA • Outline of a potential link to REDD+ activities in Mozambique (cfr. http://www.forestcarbonpartnership.org/fcp/sites/forestcarbonpartnership.org/files /Documents/PDF/Mar2012/Mozambique_RPP_March07_2012rev2-FINAL.pdf) • Outline of a potential timeline for the development of the PoA • … The assessment of the CDM-PoA potential should make use of the information collected under Work Package 1. Should the assessment of the feasibility of the pCDM potential show that programmatic CDM is not the most appropriate way to support sustainable charcoal production in Mozambique, the Climate Change Section is willing to consider the development of a Nationally Appropriate Mitigation Action in this field. At the end of this phase the Consultant shall organise a workshop in-country to present the findings of the first two Work Packages to all relevant stakeholders (and parties potentially interested in becoming part of the programme). The deliverables for this Work Package are a final feasibility report, a workshop in-country and workshop proceedings. The report should including recommendations on the way forward (PoA or NAMA) as well as a summary for policy makers. The Awarding Authority should also be given a detailed description of the contacts made with local/regional/national governments and administrations, as well as the information obtained from these contacts (including the details of the contacted persons/entities and a detailed report of the discussions held).
Bestek DG5/CC/PG/12007
25
3. A proposed plan of action for setting up the PoA/CPA, with a special focus on how to get the support from government bodies/local authorities and communities for the programme. The plan of action should further also include • Working with the Managing Entity to agree on the proposed policies/measures and on the requirements for enactment • Concrete list of activities to be undertaken for baseline and additionality setting • Define PoA boundaries (time, geographical and interventions) • The effective selection of the pilot area/s (first CPA) and the arguments for this choice • The list of activities to be undertaken at the CPA-level, including timing and budget for each of the activities • The list of activities needed for the establishment of the CME, including timing and budget for each of the activities • Identification of concrete options for financing CDM-activities that cannot be financed under this contract but that are necessary for registration of the PoA (e.g. validation) and doing a reality check on these options with the potential financiers • Identification of concrete options for financing of the implementation of the PoA (e.g. seed funding, financing for CME functioning,…) and the underlying physical activities and doing a reality check on these options with the potential financiers • Activities related to obtaining host country approval • Assessment of DOE availability and steps required • A timeline for the development of the PoA • … In case the focus has shifted to the development of a NAMA in the field of Sustainable Charcoal Production, following the conclusions of Work Package 2, the activities under this Work Package should lead to a plan of action for setting up a NAMA. This plan of action should include all elements listed above but adapted to the NAMA framework. The deliverable for this Work Package is a report, including a summary for policy makers. The Awarding Authority should also be given a detailed description of the contacts made with local/regional/national governments and administrations, as well as the information obtained from these contacts (including the details of the contacted persons/entities and a detailed report of the discussions held). 4. Development of the CDM documentation • Stakeholder consultation • CPA-DD and PoA-DD • Business Plan for the CME and a CME Manual • Legal arrangements and legal framework • Validation support • ERPA preparation The Climate Change Section considers the capacity building of local institutions as an important secondary objective of this engagement and it will therefore strongly encourage the Contractor to actively involve the identified CME in writing this documentation. Bestek DG5/CC/PG/12007
26
In case the focus has shifted to the development of a NAMA in the field of Sustainable Charcoal Production, following the conclusions of Work Package 2, the documentation developed under this Work Package should include the NAMA design document (including baseline and MRV-elements), the business plan for the NAMA coordinator (if applicable), the legal arrangements and stakeholder consultations. The deliverables for this Work Package are the required CDM documents. The Awarding Authority should also be given a detailed description of the contacts made with local/regional/national governments and administrations, as well as the information obtained from these contacts (including the details of the contacted persons/entities and a detailed report of the discussions held). 5. Securing financing for PoA registration and implementation Under this work package the Contractor will assist the CME and other relevant actors in applying for further financial support to cover costs related to registration (e.g. validation costs) and to ensure effective implementation of the PoA (such as seed funding). This means that the Contractor will make use of the options identified under Work Package 3 for financing both the pCDM and physical activities. This section may also include support to ERPA negotiation. In case the focus has shifted to the development of a NAMA in the field of Sustainable Charcoal Production, following the conclusions of Work Package 2, the activities under this Work Package should lead to support of NAMA-registration and should involve assistance to the NAMA coordinator in applying for financing for NAMA implementation. The deliverables for this Work Package are the duly filled in application forms and the proof that these have been submitted. The Awarding Authority should also be given a detailed description of the contacts made with potential donors, as well as the information obtained from these contacts (including the details of the contacted persons/entities and a detailed report of the discussions held).
Brussels,
Melchior Wathelet State Secretary for the Environment
Bestek DG5/CC/PG/12007
27