Eindrapportage Provinciaal programma ‘Leren voor Duurzame Ontwikkeling’ 2008 -2012
Resultaten van een verbindend kennis- en leerprogramma.
Datum : 16 februari 2013 Auteur : Bowine Wijffels (Cailin Partners)
Colofon Tekst en foto’s: Bowine Wijffels Cailin Partners www.cailinpartners.nl Opdrachtgever: Rita ten Dam Provincie Gelderland
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 2
Inhoudsopgave Samenvatting ...................................................................... 4 1.
Inleiding ................................................................... 7
1.1
Inleiding op programma LvDO 2008-2012.......................... 7
1.2
Doelstelling en werkwijze eindrapportage ........................... 8
2.
Verloop van het programma LvDO - 2008-2012 ....... 10
2.1
Aard en werkwijze van het programma ............................. 10
2.2
Kenmerken van de kennis- en leertrajecten ...................... 12
2.3
Financiën .......................................................................... 15
3.
Conclusies .............................................................. 16
3.1
Resultaten en conclusie..................................................... 16
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 3
Samenvatting Het Gelderse programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) 2008 – 2012 organiseert de samenwerking tussen overheid, bedrijven, burgers, kennisinstellingen en onderwijs en initieert provinciale en regionale netwerken en de bijbehorende kennisinfrastructuur. Kernbegrippen zijn: kennis delen, verbinden van partijen, samenwerken en opschalen van successen. Daarmee kunnen initiatieven sneller en met beter resultaat worden uitgevoerd. Op deze manier wordt de brug geslagen tussen ambities en daadwerkelijke uitvoering en worden initiatieven versneld. Het programma ondersteunt met een programmatische aanpak de provinciale prioritaire programma’s voor Energietransitie, Cultuur en Cultuurhistorie, Gebiedsontwikkeling (WaalWeelde) en Buiten Gewoon Groen (natuur en landschap).
Werkwijze programma LvDO zet in op het tot stand brengen van netwerken waarin kennis wordt gedeeld, visie wordt ontwikkeld en relevante coalities worden gevormd om resultaten te boeken. Kenmerkend aan de werkwijze van het programma is het bevordering van innovatie door het stimuleren, steunen en voeden van de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden (de zogenaamde gouden driehoek).
De kennisnetwerken Bovengenoemde sociale instrumenten worden op dit moment ingezet op de volgende 7 kennis- en leertrajecten: 1. Duurzame regionale energietransitie (biomassa, biogas, wind en zon); 2. BION (stimulering groen gas); 3. Monumentale energietransitie (energiebesparing en energieopwekking op landgoederen); 4. Gelders platform Gezonde en duurzame scholen; 5. Buiten Gewoon Groen; gemeenten aan zet; 6. Regionale en lokale energiecoöperaties;
7. WaalWeelde duurzaam toerisme (voortbouwend op Waalweelde Duurzaam).
Resultaten Het kennis- en leerprogramma LvDO 2008 – 2012 Gelderland is een coherent programma rond de prioritaire provinciale beleidsthema’s. Er wordt gekozen voor een programmatische aanpak rond drie thema’s en bij elke van die thema’s wordt met de inzet van sociale instrumenten (kennisuitwisseling, ontmoeting en leren) een bijdrage geleverd aan de
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 4
beoogde transitie naar een duurzame groene economie in Gelderland. LvDO levert verschillende type resultaten op. Naast duurzaamheidswinst worden door betrokkenen de volgende resultaten genoemd: Het ontstaan van effectieve kennisuitwisselingsnetwerken (overheid, kennisinstellingen, bedrijven). Kennisontwikkeling bij partners (overheden, bedrijven, landgoedeigenaren, scholen). Effectievere aanpak door samenwerking en het vormen van nieuwe coalities. Bereidheid bij partners om geld en uren te investeren. Voorbeeldfunctie (de monumentale energietransitie heeft bijvoorbeeld een landelijke voorbeeldfunctie). Versnelde planontwikkeling (bijvoorbeeld klimaatpark IJssel)/ Innovatie (bijvoorbeeld bij regionale energietransitie). kennisuitwisseling en samenwerking leidt tot concrete activiteiten en maatregelen in de praktijk. Onderzoek naar de effecten van het bestaande programma LvDO (Arcadis, 2010-2011) concludeert dat: De inzet van sociale instrumenten past bij een overheid die de samenleving (organisaties en burgers) centraal stelt en meer verantwoordelijkheid wil delegeren; De inzet van sociale instrumenten een investering is in ‘people, planet, profit’: het vraagt in de aanloopfase meer, maar levert ook meer op; De ‘zachte’ sociale instrumenten ‘harde’ effecten hebben: substantieel hogere inhoudelijke kwaliteit, hogere effectiviteit en multipliereffect (met financieel voordeel).
Provinciale rol De provincie faciliteert met het LvDO-programma een provinciale kennisinfrastructuur ter ondersteuning van een effectieve uitvoering door de Gelderse partijen. Conform het Gelders Coalitieakkoord opereert LvDO vanuit het principe: de “kracht, creativiteit en uitvoering ligt buiten”, “de provincie ondersteunt en faciliteert”. De provincie pakt de regierol en verbindt landelijke kaders (macro) aan lokale uitvoering (micro). Dit is nodig want ondanks internet en andere middelen, opereren lokale partijen vaak nog zeer geïsoleerd van elkaar en komt verbinding onvoldoende tot stand. Externe partijen zoals gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen, vragen expliciet naar de verbindende rol van de provincie (meer nog dan louter de vraag naar financiële middelen). Een groot deel van de geïnterviewde projectleiders geeft aan dat er met
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 5
name successen zijn geboekt op terrein van kennisuitwisseling, bewustwording en netwerkvorming, als voorwaarde voor concrete uitvoeringstrajecten. Provinciale aansturing en regie op deze vorm van sociale leerprocessen op provinciaal niveau wordt door veel partijen ( bedrijven, landgoedeigenaren, gemeenten) als essentiëel beschouwd en zeer gewaardeerd. Deze partijen zijn gebaat bij goede provinciale en regionale kennisuitwisseling, maar zijn niet in de positie dat zelf te organiseren. De provincie kan dat wel en daarin ligt een belangrijke meerwaarde van de faciliterende rol van de provincie.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 6
1.
Inleiding
1.1
Inleiding op programma LvDO 2008-2012 Het Gelderse programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) 2008 – 2012 verbindt de ambities uit het Gelders Coalitieakkoord via kennis- en leertrajecten aan het concrete lokale en regionale uitvoeringsniveau. In samenwerking met kennisinstellingen worden duurzame ontwikkeling en (sociale) innovatie ondersteund bij gemeenten en bedrijven. In het programma gaat het nadrukkelijk om kennisuitwisseling en ervarend leren in concrete inhoudelijke kennistrajecten en netwerken. Het provinciale programma LvDO maakt deel uit van het landelijke programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (2008-2012); ‘van
agenderen naar doen’. Er is gekozen voor een programmatische benadering rond drie prioritaire provinciale thema’s: Biobased economy en energietransitie (incl.
landgoederen), Gebiedsontwikkeling en Natuur & milieu. LvDO werkt in coproductie met deze beleidsthema’s; de programma’s voor Energietransitie, Cultuur en Cultuurhistorie, Gebiedsontwikkeling (WaalWeelde) en Buiten Gewoon Groen. Op dit moment wordt in het Gelderse programma ingezet op de volgende 7 kennis- en leertrajecten: 1. Duurzame regionale energietransitie. 2. BION (stimulering groen gas). 3. Monumentale energietransitie. 4. Gelders platform Binnenklimaat op scholen. 5. Buiten Gewoon Groen; gemeenten aan zet. 6. Regionale energiebedrijven.
7. WaalWeelde; duurzaam toerisme. Kernbegrippen zijn: kennis delen, verbinden van partijen, samenwerken en opschalen van successen. Daarmee kunnen initiatieven sneller en met beter resultaat worden uitgevoerd en wordt er een brug geslagen tussen ambities en daadwerkelijke uitvoering. Beoogde resultaten zijn; Ontwikkeling en uitvoering van kennis- en leertraject met (actoren uit) de doelgroep. Totstandkoming van een provinciale kennisinfrastructuur
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 7
Implementatie van de resultaten binnen de (project)organisatie. Expliciete borging van de kennis (continuïteit en actualisatie). Actief uitdragen van een voorbeeldfunctie. Duurzame voortzetting van het initiatief (nadat de programmatische ondersteuning is beëindigd). Opschaling van de projecten provinciaal en/of landelijk. LvDO sluit aan bij het Gelders Coalitieakkoord en Uitvoeringsagenda: Economie, werk en innovatie, Klimaat en energie; bevordering van innovatie; samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden (gouden driehoek); het kennisprogramma Duurzaam Door werkt met kennis- en leertrajecten langs deze driehoek. Economie, werk en innovatie, Klimaat en energie duurzame inrichting van bedrijventerreinen. Natuur en landschap: nieuwe contouren voor de EHS en nieuwe partners. Economie, werk en innovatie, Klimaat en energie; biobased economy, biomassa, biogas. Klimaat en energie; decentrale energieopwekking; BION Achterhoek. Klimaat en energie en Milieu: duurzaam inkopen, duurzaam wegbeheer en schone en hernieuwbare brandstoffen. Gebiedsontwikkeling: Ruimte voor de Rivier/WaalWeelde. Cultureel Erfgoed: nieuwe gebruiksmogelijkheden, vergroting van economische betekenis, kennis en kunde. Naast (1) het aansluiten op de provinciale prioritaire beleidsopgaven, zijn (2) vraaggericht werken in samenspraak met de doelgroep en (3) het inzetten van een samenhangend pakket aan instrumenten (geen afzonderlijke/losse activiteiten uit het samenhangende pakket) belangrijke principes die in het programma worden gehanteerd.
2013 en verder Het is de bedoeling om ook in 2013 (de verlenging van het huidige programma) en in het daarop volgende nieuwe programma (DuurzaamDOOR) bovenstaande doelen, principes en beoogde resultaten voort te zetten.
1.2
Doelstelling en werkwijze eindrapportage Deze eindrapportage geeft inzicht in de werkwijze en resultaten van het Gelderse LvDO programma 2008 - 2012. Naast verantwoording aan de
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 8
provinciale bestuurders is dit tevens de eindrapportage naar het Rijk (EL&I).
Werkwijze Er is voor deze eindrapportage vooral gekeken naar de grotere robuuste kennis- en leertrajecten. Elke van deze leertrajecten wordt aangestuurd door een interne provinciale kerngroep, een projectgroep (internen en externen) en een extern expertisebureau. De programmamanager van het LvDO-programma stuurt het geheel aan. Voor de interviews is een aantal grotere kennis-, of leertrajecten geselecteerd. Hieronder een overzicht van deze 12 leertrajecten gerangschikt naar de drie hoofdthema’s van het programma. Er zijn de volgende stappen uitgevoerd: Documentstudie (projectaanvragen, tussenrapportage, eindrapporten). Schriftelijke evaluatie aan de hand van een evaluatieformat. Interviews met een aantal externe programmaleiders uit de grotere trajecten.
Overzicht (voor de eindrapportage geselecteerde kennis- en leertrajecten).
Biobased economy en energietransitie 1.
Netwerk regionale energietransitie
2.
Monumentale energietransitie
3.
Energiewinning uit biomassa/hout (2 deelprojecten)
4.
Leertraject kansen voor biogas/digestaat
5.
Regionale energiecoöperaties
Gebiedsontwikkeling 6.
Duurzaam toerisme Waal (2 deelprojecten)
7.
D’Waaltochten (diverse educatie projecten)
8.
WaalWeelde Duurzaam gebiedsontwikkeling (diverse deelprojecten)
9.
Terreinverkenning WaalWeelde Duurzaam gebiedsontwikkeling
10. Klimaatrivierpark ‘Poort naar de IJssel’
Natuur en milieu 11. Boerderijeducatie (diverse deelprojecten) 12. Gezonde en duurzame scholen (uitvoering en netwerkvorming)
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 9
2.
Verloop van het programma LvDO - 2008-2012
2.1
Aard en werkwijze van het programma Als kennis- en leerprogramma steekt LvDO sterk in op het tot stand brengen van ontmoetingen waarin kennis kan worden gedeeld, visie kan worden gevormd of waarin netwerken tot stand zijn gebracht om resultaten te borgen. Concreet gaat het om de volgende type activiteiten: 1.
Een verkennend onderzoek: wat is de vraag/behoefte, een stakeholderanalyse, gewenste samenwerking, beoogde resultaten, go/no-go, heldere afspraken tussen partijen.
2.
Overzicht van bestaande praktijken en beschikbare technieken.
3.
Werken met uitgelichte voorbeeldprojecten/best-practices.
4.
Productie en borging van een Gelderse initiatieven-actoren kaart.
5.
Ontwikkeling en borging van een toolkit/website met alle relevante informatie.
6.
Netwerkbijeenkomsten/ Community of Practice (CoP) voor overheden, bedrijven en kennisinstellingen.
7.
Productie van nieuwsbrieven met actuele ontwikkelingen en inhoudelijke informatie.
8.
Aansluiting bij landelijke ontwikkelingen en netwerken.
9.
Evaluatie per bijeenkomst gericht op inhoud, organisatie en resultaten.
10.
Evaluatie van het gehele kennistraject.
Sociaal instrumentarium “Het sociale instrument is een goede aanvulling op harde instrumenten zoals wet- en
Kennis- en leertrajecten behoren tot de zogenoemde sociale instrumenten. Vanuit LvDO Gelderland is bij het landelijke programma aangedrongen op een onderzoek naar de effecten van sociale instrumenten. Dit onderzoek is uitgevoerd door Arcadis en heeft een rapport opgeleverd dat een goede
regelgeving. Samen
onderbouwing geeft voor de inzet van het LvDO-instrumentarium. Het
vormen ze de tang-
rapport concludeert dat:
constructie die nodig is om een transitie teweeg te brengen.”
De inzet van sociale instrumenten past bij een overheid die de samenleving (organisaties en burgers) centraal stelt en meer verantwoordelijkheid wil delegeren. De inzet van sociale instrumenten een investering is in ‘people,
Projectleider
planet, profit’: het vraagt in de aanloopfase meer, maar levert
Waalweelde
ook meer op.
duurzaam
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 10
De ‘zachte’ sociale instrumenten ‘harde’ effecten hebben: substantieel hogere inhoudelijke kwaliteit, hogere effectiviteit en multipliereffect (met financieel voordeel).
Sociale instrumenten en transitie Bijdragen aan de transitie naar een duurzame samenleving middels kennisen leeractiviteiten, dat is wat LvDO beoogd en op in zet. Netwerken hebben een grote rol in het faciliteren van deze kennisuitwisseling. Hieronder een toelichting op de rol van netwerken aan de hand van het leertraject Energietransitie. De bijdrage van netwerken “Met inbreng van de
In het algemeen zijn in transities vier fasen te onderscheiden:
praktijkkennis van
Een voorontwikkelingsfase waarin de status-quo niet zichtbaar
deelnemers, hebben
verandert;
we een zeer effectieve stroom van informatie-
een ‘take-off’-fase waarin het veranderingsproces op gang komt, een versnellingsfase waarin zichtbaar structurele veranderingen
uitwisseling laten
plaatsvinden door een cumulatie van op elkaar inspelende sociaal-
ontstaan die weer
culturele, economische, ecologische en institutionele
nieuwe deelnemers
veranderingen; in de versnellingsfase is sprake van collectieve
trok.”
Projectleider ‘regionale energietransitie’
leerprocessen, diffusie en processen van inbedding; een stabilisatiefase waarin de snelheid van maatschappelijke verandering afneemt en al lerend een nieuw dynamisch evenwicht wordt bereikt.
Figuur 1: fasen van een transitie
In de energietransitie heeft de fase van voorontwikkeling inmiddels plaatsgevonden. Er zijn allerlei technieken ontwikkeld die (bijna) marktrijp zijn en waarmee geëxperimenteerd wordt. Deze technieken roepen vragen op met betrekking tot wetgeving, ruimtelijke ordening, nieuwe vormen van samenwerking tussen bedrijven, overheid en burgers. We zijn aan het uitvinden hoe dat vorm kan krijgen.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 11
In onze netwerksamenleving waar kennis en instrumenten op allerlei verschillende plekken tegelijkertijd worden ontwikkeld, is een netwerk een uitstekende manier om dit snel met elkaar te delen. Dit ondersteunt de versnelling van het transitieproces. Het netwerk wordt vormgegeven door een combinatie van “online” en “offline” activiteiten en is er op gericht om een platform te creëren waarbinnen mensen elkaar snel levende kennis kunnen brengen en ophalen.
2.2
Kenmerken van de kennis- en leertrajecten Naar robuuste trajecten Van afzonderlijke projecten in 2008 is het programma ontwikkeld naar robuuste, samenhangende netwerken in 2012. Vanaf 2010 gaat het in toenemende mate om robuuste netwerken rond een drietal thema’s. De gehele programmaperiode omvat 56 projecten en programma’s ondergebracht in 7 kennis- en leertrajecten.
Drie centrale thema´s Binnen het thema ‘Biobased economie en energietransitie’ is ingezet op het stimuleren van energiebesparing en energieopwekking (biomassa, wind en zon) bij gemeenten, regio’s en de Gelderse landgoederen. Daarnaast wordt ingezet op de Gelderse productie van groen gas en de ondersteuning van lokale en regionale energiecoöporaties. Met dit kennis- en leertraject, draagt het programma bij aan een regionale Gelderse energietransitie. “Veel leerkrachten en ouders hadden
Binnen het thema ‘Gebiedsontwikkeling’ vindt een groot aantal kennis- en
geen weet van het
leertrajecten plaats met een accent op de rivier de Waal en de IJssel.
slechte
Voorbeelden van leertrajecten zijn: ‘Waalweelde Duurzaam’ en WaalWeelde
binnenklimaat op scholen, door ons project is daar
duurzaam toerisme en de educatieve D’waaltochten.
behoorlijk
Het laatste thema ‘Natuur en milieu’ omvat een aantal kleinere projecten
verandering in
die in hoofdzaak gericht zijn op kleinere natuur-, en milieuthema’s, op
gekomen.“
uitvoering boerderijeducatie en op professionalisering van de centra voor
Projectleider ‘Frisse Scholen’
NME in Gelderland.
Werkwijze programma Kenmerkend aan de werkwijze van het programma LvDO is het bevordering van innovatie door de samenwerking tussen bedrijfsleven, kennis- en onderwijsinstellingen en overheden (de zogenaamde gouden driehoek) te stimuleren. Een belangrijk deel van de geïnterviewde bevestigende de waarde van deze gouden driehoek.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 12
Overheden
Bedrijven
Kennisinstellingen
Figuur: De Gouden Driehoek
Mede door de betrokkenheid van partijen uit deze driehoek is de diversiteit aan betrokken partijen in elk van de leertrajecten en dus in het gehele programma erg groot. Naast onderwijs, NGO’s en gemeenten kregen universiteiten (KUN, WUR) en andere kennisinstellingen, terrein beherende organisaties (bijvoorbeeld natuurmonumenten) en burgerinitiatieven (lokale energiecoöperaties een prominentere rol. De betrokkenheid van het bedrijfsleven is in de loop van het programma sterk toegenomen. Dat zie je met name terug in de kennis- en leertrajecten rond de regionale energietransitie (netwerk energietransitie, biogas, biomassa, e.d.). “Kennisuitwisseling
Samen leren, samen doen!
was voor een aantal
Binnen de grotere kennis- en leertrajecten zijn veel verschillende type
gemeenten een
bijeenkomsten georganiseerd (netwerkmeetings, Communities of Practices,
laatste zetje om een hout gestookte centrale aan te
werkateliers, masterclasses en conferenties). Daarnaast werden stakeholder participatieprocessen ingezet. Bijzondere voorbeelden van deze
schaffen en voor
stakeholderparticipatie vonden plaats in het programma: ‘Waalweelde
landgoedeigenaren
Duurzaam’ en bij de realisatie van het klimaatpark “Poort naar de Ijssel”.
de stap naar
Stakeholder participatie gaat steeds meer deel uitmaken van het sociale
energiebesparing in hun gebouwen.”
Projectleider ‘regionale
instrumentarium. Uit de interviews met de projectleiders komt duidelijk naar voren dat deze type instrumenten (kennisuitwisseling en stakeholderparticipatie) van groot belang zijn en een voorwaarde voor het realiseren van duurzaamheid in de praktijk.
energietransitie’
…en samen verder Een netwerk draagt bij aan het creëren en implementeren van resultaten en zorgt voor continuering van de aandacht voor een specifiek thema. Vanuit deze gedachte is er in het programma veel aandacht besteed aan samenwerking en netwerkvorming. Deze ondersteuning en facilitering vanuit de provincie wordt door externen noodzakelijk geacht en vooral ook zeer gewaardeerd.
Lijn in het programma Binnen het programma LvDO 2008 – 2012 is ervoor gekozen om de verschillende kennis- en leertrajecten vanaf de start inhoudelijk aan de Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 13
provinciale prioritaire thema’s te verbinden. Een belangrijke focus ligt op de Gelderse energietransitie; 5 gerealiseerde netwerken (zie blz.5). Daarnaast ligt er een focus op het thema gebiedsontwikkeling en daarbinnen lag het accent op het rivierengebied (Waal, IJssel). De afzonderlijke trajecten: ‘Waalweelde Duurzaam’, ‘Waalweelde Duurzaam Toerisme’ en D’waaltochten’ hebben duidelijk eenzelfde focus; het tot stand brengen van actieve gebiedsparticipatie rond de Waal. Ook is er binnen de trajecten veel aandacht besteed aan het tot stand brengen van verbindingen tussen partijen, zoals bijvoorbeeld verbinding tussen overheid en particulieren (Monumentale Energietransitie), tussen overheid en scholen (bijvoorbeeld bij Frisse lucht op scholen), tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen (bijvoorbeeld in het Netwerk regionale energietransitie) en tussen diverse vergelijkbare initiatieven in de provincie (bijvoorbeeld: Boerderijeducatie). Hierdoor leren scholen hoe ze voor een gezond binnenklimaat moeten zorgen, en landgoedeigenaren hoe ze energiebesparende maatregelen voor monumentale gebouwen kunnen toepassen.
Rol provincie De intensieve betrokkenheid van de programmamanager LvDO bij de kennis- en leertrajecten wordt door de buitenwacht gewaardeerd. Hierdoor zijn veel nieuwe contacten gelegd en zijn er dwarsverbanden ontstaan tussen het de partners in een netwerk en de beleidsvelden van de provincie. Daarnaast zijn veel externe partijen met elkaar verbonden (bijvoorbeeld in de trajecten regionale energietransitie, monumentale energietransitie, Waalweelde duurzaam toerisme). Een aantal van de geïnterviewde projectleiders geeft expliciet aan dat door de betrokkenheid van de provincie meer is bereikt.
“Door de bestuurlijke steun van de provincie zijn veel gemeenten actief aangehaakt. De gedeputeerde heeft hierin een cruciale rol gespeeld.”
Projectleider Rivierklimaatpark IJsselpoort
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 14
2.3
Financiën Het programma LvDO 2008 – 2012 heeft in vijf jaar een bedrag van ruim 1.700.000 euro besteed aan de verschillende kennis- en leertrajecten. Hiervan is ruim 600.000 euro besteed aan kennis- en leertrajecten binnen het thema gebiedsontwikkeling en 600.000 euro aan het thema Biobased economie en energietransitie. Naar het thema natuur en milieu ging een bedrag van bijna 470.000 euro en het overige (ruim 20.000 euro) werd besteed aan zaken rond programmabeheer. Naast dit bedrag uit het LvDO budget, is vanuit de provincie 200.000 euro gebiedsmiddelen en 100.000 euro energietransitie-middelen in de trajecten geïnvesteerd. Daarnaast heeft het programma LvDO heeft naar schatting nog eenzelfde bedrag in de vorm van bijdragen vanuit de partners gegenereerd. Dit is ingezet als geld of in de vorm van capaciteit (uren).
Uitgaven per thema LvDO Gld 2008 - 2012 Totaal 1.703.354 €
Gebiedsontwikkeling Biobased economy en energietransitie Natuur en milieu overige
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 15
3.
Conclusies Het kennis- en leerprogramma LvDO 2008 – 2012 Gelderland is een coherent programma rond de belangrijkste provinciale beleidsthema’s. Er is gekozen voor een programmatische aanpak rond drie thema’s en bij elke van die thema’s is met de inzet van sociale instrumenten (kennisuitwisseling, ontmoeting en leren) een bijdrage geleverd aan de beoogde transitie naar een duurzamere provincie.
3.1
Resultaten en conclusie Algemeen Het kennis- en leerprogramma LvDO levert verschillende soorten resultaten op. Naast milieu- en duurzaamheidswinst worden door de geïnterviewde de volgende resultaten genoemd: Het ontstaan van effectieve kennisuitwisselingsnetwerken (overheid, kennisinstellingen, bedrijven). Kennisontwikkeling bij partners (overheden, bedrijven, landgoedeigenaren, scholen). Effectievere aanpak door samenwerking en het vormen van nieuwe coalities. Bereidheid bij partners om geld en uren te investeren. Voorbeeldfunctie (de monumentale energietransitie heeft
“Het Gelders netwerk voor regionale energie levert mij
bijvoorbeeld een landelijke voorbeeldfunctie). Versnelde planontwikkeling (bijvoorbeeld klimaatpark IJssel) Innovatie (bijvoorbeeld bij regionale energietransitie).
veel op. De provincie heeft het netwerk opgezet en faciliteert en organiseert het. Zo’n drijvende kracht heb
Een groot deel van de geïnterviewde projectleiders geeft aan dat er met name successen zijn geboekt op terrein van kennisuitwisseling, bewustwording en netwerkvorming. Regie op deze vorm van sociale leerprocessen op provinciaal niveau wordt door veel partijen ( bedrijven,
je nodig om te
landgoedeigenaren, gemeenten) zeer gewaardeerd. Deze partijen zijn
zorgen dat het
gebaat bij goede provinciale en regionale kennisuitwisseling, maar zijn niet
lóópt! Daarmee
in de positie dat zelf te organiseren. De provincie kan dat wel en daarin ligt
vervult de provincie een belangrijke en noodzakelijke rol.”
een belangrijke meerwaarde van de faciliterende rol van de provincie.
Nieuwe beleidsthema’s vragen om bewustwording
Beleidsmedewerker
In een aantal trajecten ging het om een nieuw beleidsthema (binnenklimaat
duurzaamheid Regio
op scholen, duurzaam toerisme). Deze projecten richten zich dan ook in
Rivierenland.
eerste instantie op bewustwording, vaak in combinatie met kennisuitwisseling: een zeer effectieve aanpak, zo blijkt uit de gesprekken.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 16
Kennisbehoefte leidt tot concrete acties Het programma heeft sterk ingestoken op kennisuitwisseling via netwerken waarin verschillende partijen participeren. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen technische kennis (bouw, materialen, installaties) en proceskennis (over leren, samenwerking met stakeholders). In alle kennisen leertrajecten blijk dat er zeker vraag is naar kennis, zo geven de geïnterviewde projectleiders aan. Kennisuitwisseling heeft wat de geïnterviewden betreft bovendien geleid tot concrete activiteiten en maatregelen in de praktijk.
Concrete resultaten Hieronder een overzicht van de concrete resultaten per kennistraject (voor overzicht zie pagina 3).
ENKELE CONCRETE RESULATEN 1 Duurzame regionale energietransitie
Op eigen hout: 300 nieuwsbrieven verstuurd. Toolbox ontwikkeld voor vergunningverleners. 3 bijeenkomsten (gemiddeld 27 deelnemers). Netwerk duurzame energie (in 56 gemeenten): ambtenaren, bedrijven, kennisinstellingen.
Netwerk voor duurzame regionale energie: 6 bijeenkomsten (gemiddeld 60 deelnemers), met name van overheden. 7 nieuwsbrieven naar 400 adressen. Provincie brede werkgroep: 6 bijeenkomsten. Betrokkenheid provincie bij afzonderlijke initiatieven Ontwikkeld: Actorenkaart (met hierop 42 initiatieven)
Digestaat 40 ondernemers waren hierbij betrokken. Samenvatting succesfactoren: Een groot aantal relevante partijen bereikt en/of betrokken. Ingespeeld op de behoefte aan kennisuitwisseling en advies op maat rond nieuwe energiethema’s. Daarbij goed aangehaakt bij behoefte deelnemers (starten met praktische aanpak)
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 17
Kennis-, en kennisinstellingen, stakeholders en overheid aan elkaar verbonden. Tijd en moeite genomen voor het bouwen van een kennisnetwerk.
2 BION (groen gas) In 2011 hebben allereerst een tweetal Gelderse expertmeetings plaatsgevonden waarin kansen en belemmeringen zijn onderzocht. Het netwerk dat hier is ontstaan is vanaf het najaar 2012 gecontinueerd in een “Community of Practice” (CoP) rond de totstandkoming van 5 businesscases in de regio Achterhoek: energie-efficiënt drogen van mest mineralen terugwiining uit mest bio-raffinage van veevoer aquatische biomassa (algen en eendenkroos) kleine lokale initiatieven De CoP is een co-productie van de provincie Gelderland, de regio Achterhoek, het Achterhoeks centrum voor technologie en de stichting Biomassa. Alle kennis en ervaringen uit de CoP worden ook actief gedeeld met ondernemers, gemeenten en kennisinstellingen uit de rest van Gelderland.
3 Monumentale energietransitie Het kennis- en leertraject voorziet in een behoefte bij eigenaren en beheerders van landgoederen en buitenplaatsen naar kennis over mogelijkheden om hun biomassa optimaal te benutten en de zware energielasten te verlichten. Enkele resultaten van het traject:
Landgoedbezoeken door een team van: bouwhistoricus, restauratiearchitect, installateur, biomassadeskundige waarin kennis wordt opgedaan voor mogelijkheden rond energiebesparing en –opwekking.
Deze kennis wordt gedeeld via een algemene factsheet en infosheets (download deze folders via de projectsite).
Een succesvol symposium op buitenplaats Middachten (31 mei 2012) waar alle bezoekers de factsheet Monumentale energietransitie ontvingen en de infosheet.
Natuurmonumenten en St. Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen hebben besloten met elkaar om de tafel te gaan over het
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 18
sluiten van lokale ketens van biomassa en intensiever samenwerking met de omgeving.
Landgoed Welna wil samen met lokale keten Biomassalland aan de slag wil met biomassan.
4 Gelders platform gezonde en duurzame scholen (afgerond)
Netwerk binnenklimaat op scholen: Activiteiten; 1 startbijeenkomst en 3 platformbijeenkomsten (gem. 50 deelnemers). 3 nieuwsbrieven verstuurd. Themagroep bijeenkomsten. Meer dan 200 scholen/schoolbesturen bereikt. Ondersteunende website. Inspiratiekaart Zie: http://www.binnenluchtkwaliteitscholengelderland.nl/inspiratie. Ontwikkeling stappenplan. Het project sluit goed aan bij de kennisbehoefte van scholen (financieel, technisch en gedrag) rond aanpak binnenklimaat.
Frisse lucht op scholen: Gestart met in 2008: 160 scholen, 20 kinderdagverblijven. In 2012: 650 scholen met 5200 klaslokalen, ongeveer 5200 leerkrachten en grofweg zo’n 130.000 leerlingen. Daarnaast ouders. Veel media aandacht in het gehele traject (BO’s en KDV’en); Alle 60 Gelderse gemeenten namen deel, per gemeente 1 of 2 contactpersonen. Naast leerkrachten, is ook de ouderraad betrokken (rapport ontvangen) en was er een lespakket voor leerlingen; Van de 1.000 Gelderse basisscholen zijn er in de loop van alle projecten zo’n 650 scholen bereikt. Dat is bijna 100% van de scholen met natuurlijke ventilatie (de doelgroep). Het project was niet geschikt voor scholen met mechanische ventilatie; Van de 1.000 Gelderse basisscholen zijn er in de loop van alle projecten zo’n 650 scholen bereikt. Dat is bijna 100% van de scholen met natuurlijke ventilatie (de doelgroep). Het project was niet geschikt voor scholen met mechanische ventilatie; Van de 1.000 Gelderse basisscholen zijn er in de loop van alle projecten zo’n 650 scholen bereikt. Dat is bijna 100% van de scholen met natuurlijke ventilatie (de doelgroep). Het project was niet geschikt voor scholen met mechanische ventilatie.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 19
5 Buiten Gewoon Groen (gemeenten aan zet) Het provinciale beleid voor natuur en landschap Buiten Gewoon Groen heeft drie pijlers: zorgvuldig omgaan met natuur en landschap, maatschappelijke betrokkenheid vergroten en de ambities met natuur en landschap realistisch en betaalbaar houden. Sleutelwoord is: samenwerking. Voor allerlei organisaties, gemeenten en inwoners is een belangrijke rol weggelegd, met name de gemeenten. Met het kennis- en leertraject “Buiten Gewoon Groen; de gemeenten aan zet” wil de provincie de gemeenten in 2012 - 2014 effectief gaan, middels een drietal pilots in de Achterhoek, Veluwe en Rivierengebied. Daarnaast worden provinciale netwerkdagen voor alle relevante stakeholders georganiseerd. 6 Regionale en lokale energiecoöperaties Ook in Gelderland nemen regionale en lokale partijen, burgers, bedrijven en instellingen hun eigen energiehuishouding in eigen hand. Toch lopen veel initiatieven stuk op gebrek aan (organisatie- en financiële) kennis en belemmeringen in wet- en regelgeving. Businessmodellen passen vaak niet in de traditionele werk- en denkwijze van banken. Wet- en regelgeving zijn ontworpen voor centrale energievoorziening maar biedt geen soelaas voor decentrale initiatieven. Daarom organiseert de provincie in 2013 een Community of Practice voor regionale en lokale energiebedrijven (in wording). Centraal staan: een 6-tal masterclasses waarin relevante kennis en inspirerende best practices gedeeld worden ontsluiting van alle relevante kennis, provinciaal en landelijk middels en website en nieuwsbrieven
7 Waalweelde duurzaam
Waalweelde duurzame gebiedsontwikkeling Duurzame ontwikkeling in het rivierengebied vormgegeven middels twee 'Communities of Ownership'. Inhoudelijk is gekozen voor de methodiek van The Natural Step. De CoO ‘Waalweelde West’ heeft totaal 10 bijeenkomsten gehad over een periode van een jaar, resulterend in een blijvend actieve groep burgers (de verrekijkers), actief samenwerkend met de lokale bestuurders. Verlenging van CoO is een optie. Vanaf 2012 is het thema Duurzaam Toerisme door de provincie
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 20
actief opgepakt (zie hieronder).
Belangrijkste proces inzichten: Nodig is om alle stakeholders (geselecteerde personen) gelijkwaardig te betrekken, ook de eventuele opdrachtgever, eventueel opdrachtgeverschap loskoppelen van 1 partij en stuurgroep overdragen. Langdurige betrokkenheid van facilitator is nodig en effectief. Het creëren van een ‘maatschappelijke kettingreactie’ kost tijd! Integrale gebiedsontwikkeling is complex en de introductie van innovatieve methodieken en processen maakt het complexer. De scope van een project moet hier rekening mee houden door niet teveel hooi op de vork te nemen. De methodiek van TNS is zeer bruikbaar voor het verduurzamen van ruimtelijke processen met meerdere stakeholders. Duurzame ontwikkeling toevoegen aan ruimtelijke processen kan! Geen enkel gebied is ‘maagdelijk’ dus het gaat altijd om ‘toevoegen’.
Duurzaam toerisme: Rapport ‘Verkennend onderzoek WaalWeelde duurzaam toerisme’ met als conclusie: er liggen kansen voor duurzaam toerisme. Echter om de gewenste duurzame ontwikkeling in de toeristische sector te stimuleren is sturing van de Provincie Gelderland nodig. In het najaar van 2012 zijn een zestal werkateliers langs de Waal georganiseerd voor: bedrijven, gemeenten, maatschappelijke organisaties en de provincie. Enkele resultaten zijn: Een concreet uitvoeringsprogramma met 50 projecten (aanbieding aan de provincie op 7 maart a.s.) De opzet van een ondersteuningsstructuur langs de Waal voor de genoemde projecten; het concept 'Rondje pontje'. Hierbij wordt door alle betrokkenen in 10 natuurlijk samenhangende (deel)gebieden van de Waal gewerkt aan een duurzaam toeristisch aanbod, waarbij beleving en infrastructuur (b.v. struinpaden) centraal staan. Diverse culturele initiatieven worden meegenomen en langs de Waal verbonden. Relevante ervaringen – zoals opgedaan in het project het Geluk van Lingewaard – worden uitgerold naar andere gemeenten langs de Waal.
D’Waaltochten: Educatieve tochten in de uiterwaarden (D’waaltochten) georganiseerd door Stichting Ark. Samenwerking met Fietsersbond en 5 lokale centra voor NME (Beuningen, Heerewaarden, Nijmegen, Midden Betuwe en Hemmen). Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 21
Er wordt gewerkt naar 6 locaties (eind 2013): Millingerwaard, Beuningsewaard, Ewijkse plaat, Hurwenense plaat, Bato’s Erf en Dodewaard. In 2010 en 2011 hebben 24 groepen, dus zo’n 600 leerlingen deelgenomen aan een dwaaltocht. En nog eens 225 aan de tochten op Bato’s Erf. Na lancering (november 2011) trok de site bijna 42.000 bezoekers. In de maanden er na worden er nog steeds zo'n vijfduizend bezoekers per dag geregistreerd. Er is een pool van vrijwilligers opgeleid om continuering van de educatieve tochten te borgen. 8 Rivierklimaatpark IJsselpoort (loopt nog) Doel is de totstandkoming van een rivierklimaatpark langs de Ijssel: een park voor een groene uitloop van het stedelijk gebied, een park om de klimaateffecten voor plant en dier op te vangen en een park met een educatieve functie. Er is een goede coalitie gevormd tussen: natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers (groene organisaties), Provincie Gelderland, Gemeenten; Rheden, Westervoort, Zevenaar en Arnhem, Waterschap Rijn en IJssel, RWS, Deltaprogramma Rivieren, Min I&M en ELI. In het gebied wordt samengewerkt met grondeigenaren (agrariërs, bedrijven, kerk) en andere belanghebbenden (bijv. natuurverenigingen, hengelsport, etc), bedrijven en wijkorganisaties. Alle beoogde stakeholders zijn inmiddels betrokken en het visietraject is afgerond. In 2013 wordt het projectenprogramma rivierklimaatpark ontwikkeld en de inrichting van het gebied volgt in 2014-2016. Tot nu toe; Is 40 ha grond aangekocht (van de overheid met name) en er staat nog meer in de planning. Zijn er vele gesprekken gevoerd (bedrijven, provincie, gemeenten, wijkorganisaties, maatschappelijke organisaties grondeigenaren, fabrieken ed) en is er een overlegstructuur met gemeenten Is het opstellen ontwikkelingsvisie Rivierklimaatpark & inrichtingsvisie Velperwaard volop gaande Zijn wethouders en gedeputeerden actief betrokken in een bestuurlijk overleg Rivierklimaatpark Er is een groot aantal presentaties gemaakt (PPP) en info ten behoeve van de communicatie.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 22
9 Boerderijeducatie In Gelderland zijn 3 organisaties van boeren actief op het vlak van boerderijeducatie: (1) Boerenwijs, (2) Klasseboeren en (3) Boerderijschool. Deze drie werken samenin het Gelders Samenwerkingsverband Boerderijeducatie. De opzet en ontwikkeling van Boerderijeducatie in Gelderland is vanuit het Gelders programma ‘Leren voor duurzame Ontwikkeling’ ondersteund. Deze ondersteuning komt in 2013 tot afronding. Resultaten: -
professionalisering van het aanbod
-
de totstandkoming van een Gelders samenwerkingsverband boerderijeducatie en
-
gericht onderzoek naar promotie en financiering van boerderijeducatie
-
de provinciale regeling Landschap biedt financiële mogelijkheden voor boerderij-educatie via de gemeenten.
Zo’n 2.300 mensen bij het project betrokken: 900 kinderen (30 klassen/ leerkrachten van 14 basisscholen). 14 boerderijen/tuinderijen. 60 ouders (boerderij) en 1.300 ouders zijn op andere wijze bereikt. Overige (afgerond) Binnen LvDO zijn meer kleinere kennis- en leertrajecten uitgevoerd zoals Cool Nature en de versnellingsagenda NME. Resultaten hiervan zijn op te vragen bij programma coördinator LvDO (Rita ten Dam).
Provinciale regierol kan nog scherper Er zijn 7 robuuste netwerken tot stand gebracht. Vanuit de regierol van de provincie kan de verbinding tussen deze netwerken nog meer versterkt worden. Uitwisseling, met name proceskennis en kennis van de inzet van sociale instrumenten, zal dan een grotere meerwaarde hebben voor de kennis- en leertrajecten. De provincie vervult in alle trajecten een regierol en vervult daarmee een belangrijke schakel tussen ambitie en concrete uitvoering (kwaliteit en snelheid). Deze rol van de provincie wordt door alle betrokkenen gewaardeerd en als essentieel beschouwd.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 23
Naast de rol van regisseur en opdrachtgever, is de provincie Gelderland ook stakeholder in de inhoudelijke uitvoering van de eigen prioritaire programma’s (zoals energietransitie en gebiedsontwikkeling). Van groot belang is dat de provincie deze rollen onderscheidt en op beide fronten opereert. Daarmee wordt de verbinding tussen “resultaten” uit de leertrajecten en een adequaat inhoudelijk antwoord van de provincie daarop tot stand gebracht.
Eindrapportage Gelders programma LvDO /december 2012 Pagina: 24