Geachte lezer,
maart 2007
Jaargang 11
Onterecht privégebruik auto van de zaak
Hierbij ontvangt u de eerste uitgave van ons nieuwsbulletin in 2007. Wij willen u hiermee graag informeren over een aantal nieuwe ontwikkelingen die voor u van belang kunnen zijn. Mocht u meer informatie wensen inzake één of meerdere van de in deze uitgave opgenomen artikelen, neemt u dan gerust contact met ons op. U vindt onze adresgegevens op de achterzijde van dit bulletin.
Wij wensen u veel leesplezier.
Bij gebruik van een auto van de zaak door een werknemer moet u als werkgever 22% van de cataloguswaarde van de auto optellen bij het loon van de werknemer en hier belasting over inhouden en afdragen. Wanneer een werknemer een verklaring ‘geen privégebruik auto van de zaak’ bij de Belastingdienst heeft ingediend hoeft dit niet. Deze verklaring kan worden ingediend indien er minder dan 500 kilometer per jaar gebruik wordt gemaakt van de auto voor privé doeleinden. Uit steekproeven is gebleken dat er vaak geen belasting is betaald voor het gebruik van auto’s van de zaak voor privégebruik. Men overschrijdt, ondanks de schriftelijke verklaring, dus de kilometergrens. De Belastingdienst houdt daarom vanaf medio februari door het hele land mobiele controleacties op onterecht privégebruik van auto’s van de zaak. Men controleert
het gehele jaar door bij drukbezochte locaties zoals festivals, bouwmarkten, woonboulevards en grensovergangen in de vakantieperiodes. Vervolg artikel op pagina 2
Onderschat discussiesite niet Kent u de sites waar men discussieert over producten? Steeds meer mensen (25%) zoeken eerst op internet informatie over een product. De klant is minder trouw aan een merk dan voorheen. Hij staat argwanend tegenover reclame en hecht meer waarde aan het oordeel van vrienden en familie. Bedrijven laten zich niet zien op die discussiesites, maar laten zo kansen
liggen. Dit wordt veelal gedaan uit angst de ‘controle te verliezen’. Er leeft het idee dat men met reclame-uitingen zelf bepaalt hoe er over het product gedacht wordt. Toch is het voor u als ondernemer verstandig om u te mengen in de discussies. Discussies vinden namelijk sowieso plaats en zo kunt u invloed uitoefenen en profiteren van de kennis van de klanten. •
Vervolg artikel van pagina 1 Hiervoor wordt gebruik gemaakt van ‘slimme’ camera-auto’s die zijn uitgerust met een computersysteem dat automatisch nummerplaten scant en herkent. Het kan, al rijdende, 8 kentekens per seconde registreren. De gegevens worden vergeleken met de verklaringen van ‘geen privégebruik auto van de zaak’ die bij de Belastingdienst opgegeven zijn. Degene die, ondanks zo’n gegeven verklaring, toch voor privédoeleinden gebruik maakt van een auto van de zaak ontvangt een schriftelijke uitnodiging om inzicht te geven in de rittenregistratie waarmee aangetoond kan worden dat er per jaar minder dan 500 privékilometers met de auto van de zaak worden gereden. Als dit niet kan worden aangetoond wordt een naheffing opgelegd (de controles worden toegepast over het belastingjaar 2007, maar naheffingen over voorgaande jaren worden mogelijk ook opgelegd). De naheffing wordt altijd opgelegd als van privégebruik van de auto van de zaak sprake is. De verklaring ‘geen privégebruik auto van de zaak’ kan op elk gewenst moment worden ingetrokken.
Een naheffing wordt dan opgelegd over de periode waarin er privé in de auto van de zaak is gereden. De werkgever moet na intrekking van de verklaring het gebruik weer in de loonheffing opnemen. Indien de verklaring wordt ingetrokken wordt de bijtelling niet verhoogd met een boete. Rekenvoorbeeld: Een werknemer met een salaris van € 3.000 per maand rijdt in een auto van de zaak met een cataloguswaarde van € 30.000. Als bij controle blijkt dat de verklaring ‘geen privégebruik auto van de zaak’ niet is ingetrokken terwijl er meer dan 500 privé kilometers per jaar mee wordt gereden kan hij de volgende naheffingsaanslag verwachten: • Bijtelling € 30.000 x 22% = € 6.600 x belastingtarief 42 % = € 2.772. • Eventuele boete 50% van € 2.772 = € 1.386. • Totale aanslag € 4.158. U ziet: een goede reden om te controleren of alle verklaringen die opgestuurd zijn nog actueel zijn. Zo niet, dan kan bij de Belastingdienst het formulier ‘intrekking verklaring geen privégebruik auto van de zaak’ opgevraagd worden. •
Wat verandert er voor u door uniforme dienstverlening van het UWV? Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) gaat in de loop van dit jaar organisatiebreed gebruikmaken van één enkel incassosysteem. Tot nog toe werden er verschillende systemen gebruikt, die gerelateerd waren aan de uitkeringsinstellingen die in het UWV zijn opgegaan. Het UWV gaat, om de dienstverlening te uniformeren én om de interne administratie efficiënter te maken, het incasseren van premies en boetes van de jaren
2
vóór 2006 uitvoeren via het incassosysteem van het vroegere GAK. In de eerste helft van 2007 is de overgang gepland. Dit wordt in fases uitgevoerd, achtereenvolgens voor de vroegere USZO, BVG, Detam, GUO en Bouw. Wat verandert er nu voor u? • U krijgt een aparte nota voor te betalen/ ontvangen bedragen en herinneringen c.q. aanmaningen, met specificatie naar: Sociale Verzekering (SV), Boete, Arbeidsgehandicaptenkorting (AGH),
Wetswijzigingen pensioen- en zorgverzekering van 2006 Uit onderzoek is gebleken dat werknemers in 2006 alle veranderingen op het gebied van pensioen- en zorgverzekering met moeite konden bijhouden. Van hen heeft vrijwel niemand gebruik gemaakt van de levensloopregeling. Negen van de tien bedrijven heeft een collectieve levensloopregeling afgesloten. Ruim een kwart van de werkgevers verstrekt hierbij een werkgeversbijdrage. De meeste werknemers maken geen gebruik van de levensloopregeling, maar laten dit uitbetalen. Bijna 95% van de ondernemingen heeft een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten voor het personeel. Vier van de tien verstrekken een extra werkgeversbijdrage naast de verplichte 6,5%. Alhoewel er gekozen kan worden voor een andere collectiviteit dan die de werkgever aanbiedt, hebben de meeste werknemers dat niet gedaan. De keuze voor de zorgverzekeraar laat men dus veelal over aan de werkgever. •
Re-integratie Arbeidsgehandicapten (REA), OR (premie Ondernemingsraad). • Betaling is helaas alleen nog mogelijk via acceptgirokaart of betalingsopdracht (niet meer per automatische incasso!) • Betalingen dient u voortaan over te maken op rekeningnummer 67.25.35.300 ten name van het UWV te Amsterdam (o.v.v. uw aansluitings nummer). Schroom niet om contact met ons op te nemen om u hierbij van dienst te zijn. •
Veranderde Arbeidstijdenwet (per 1 april 2007) De Arbeidstijdenwet is vereenvoudigd en zal op 1 april 2007 in werking treden. Deze wet stelt regels vast voor arbeids- en rusttijden. Dit met het oog op veiligheid, gezondheid en welzijn. Tevens heeft de wet tot doel om het voor werknemers makkelijker te maken om werk te combineren met zorgtaken en/of andere verantwoordelijkheden die zij buiten het werk hebben. Met deze veranderde wet krijgen werkgevers en werknemers meer mogelijkheden om zelf afspraken te maken over de arbeidsen rusttijden.
arbeids- en rusttijdenregeling (meestal de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging). Voor wie geldt de Arbeidstijdenwet? In principe geldt de Arbeidstijdenwet voor iedereen die voor een werkgever werkt, dus voor alle werknemers, inclusief stagiaires, uitzendkrachten en gedetacheerden. In een aantal gevallen geldt de Arbeidstijdenwet ook voor zelfstandigen. Het gaat dan om situaties waarin ook de veiligheid van derden in het geding is,
zoals in de vervoerssectoren. De nieuwe Arbeidstijdenwet zal op 1 april 2007 in werking treden. Voor sectoren die een cao hebben afgesloten die vóór genoemde datum in werking is getreden, is er een overgangsregeling. In deze sectoren blijft de oude wet van toepassing tot het moment dat die cao afloopt, maar nooit langer dan 1 jaar na inwerkingtreding van de wet. Uiterlijk op 1 april 2008 geldt de nieuwe wet dus voor alle sectoren. •
Wat verandert er per 1 april 2007? • De maximum arbeidstijd is 12 uur per dienst en 60 uur per week. In een periode van 4 weken mag een werknemer gemiddeld 55 uur per week werken en per 16 weken gemiddeld 48 uur. • Een nachtdienst mag niet langer duren dan 10 uur. Voor werknemers die regelmatig nachtdiensten draaien, mag de werkweek over een periode van 16 weken gemiddeld niet meer dan 40 uur bedragen. Na één of meer nachtdiensten geldt altijd een langere rusttijd. Het aantal nachtdiensten dat een werknemer draait blijft beperkt: per 16 weken maximaal 36 nachtdiensten. Alleen bij cao of na een afspraak van de werkgever met de ondernemingsraad mag dit aantal verhoogd worden tot 140 nachtdiensten per jaar. De huidige standaard- en overlegregeling komt te vervallen. Behalve voor het aantal nachtdiensten, geldt in de nieuwe wet voortaan nog maar één norm. Van sommige bepalingen (met betrekking tot pauzeduur, aantal vrije zondagen en gemiddelde wekelijkse arbeidstijd per 4 weken) mag uitsluitend ‘bij collectieve regeling’ gebruik gemaakt worden. Dat wil zeggen nadat daarover in collectief overleg overeenstemming is bereikt, bijvoorbeeld in een cao of een schriftelijke overeenstemming tussen de werkgever en het medezeggenschapsorgaan over een
Benzinebonnen en aftrek BTW Let op bij contant betalen bij tanken. Als u rekent op BTW-teruggave van uw benzinekosten moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. De belastingwet schrijft voor dat de BTW pas afgetrokken kan worden als er op een voorgeschreven wijze een factuur is gemaakt. Een vereiste is dat de naam en het adres van de ondernemer en zijn afnemer op de factuur zijn opgenomen.
Bij benzinebonnen hoeven de gegevens van de afnemer (u als klant dus) niet noodzakelijk op de bon te staan, echter de betalingen moeten wel traceerbaar zijn. Bij contant afrekenen voldoet de ondernemer of de werknemer volgens de Belastingdienst niet aan deze voorwaarde. Om uw BTW-teruggave probleemloos te laten verlopen, dient u dus te betalen door middel van een bank- of giropas, creditkaart of een tankkaart. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
3
Vergoeding voor parkeerkaart onbelast? Niet alleen de kilometervergoeding voor uw werknemers is van belang. Met de huidige parkeerproblemen moet hij of zij de auto ook een plekje geven. Indien dat bij uw bedrijf alleen met een parkeerkaart kan kunt u deze kaart onbelast aan uw personeel verstrekken, dus evenals de 19 cent kilometervergoeding. Voor auto’s die u beschikbaar stelt aan het personeel is de vergoeding van parkeergelegenheid eveneens onbelast. •
Verandering Wet Kinderopvang: wat betekent deze wet voor u als ondernemer? De Wet Kinderopvang bestaat sinds 1 januari 2005 en hierin staat dat ouders, werkgevers en overheid samen verantwoordelijk zijn voor de kinderopvang. De wet liet het aan werkgevers over of ze hun personeel met kinderen al dan niet een financiële bijdrage voor kinderopvang zou verstrekken. De bedoeling was dat in 2008 ruim 90% van de werknemers met kinderen een werkgeversbijdrage zou ontvangen voor kinderopvang. Gebleken is echter dat 35% geen of geen volledige bijdrage ontving. Omdat de streefcijfers voor 2008 niet gehaald zouden worden, is per 1 januari 2007 de vrijwillige werkgeversbijdrage vervangen door een verplichte bijdrage. Werkgevers betalen nu geen vergoeding meer aan werkende ouders. Deze ontvangen voortaan alleen nog van de overheid een bijdrage voor de kinderopvang. De kosten hiervan rekent de overheid door aan alle werkgevers. Dit gebeurt via een vaste opslag op het werkgeversdeel van
4
de WW-premie (de 'sectorpremie'). In 2007 bedraagt deze zogeheten kinderopvangheffing 0,28% van het premieloon. Deze heffing geldt voor zowel het loon van werknemers met kinderen als zonder kinderen. Ouders krijgen een toeslag als ze gebruik maken van formele kinderopvang (een geregistreerd kinderopvangcentrum of gastoudergezin dat is aangesloten bij een ingeschreven gastouderbureau). Als u als werkgever op eigen initiatief een werkgeversbijdrage betaalde, kon u hier sinds 1 januari 2007 mee stoppen. Mocht uw bijdrage voortkomen uit een cao of een bedrijfsregeling dan kan het zijn dat u de bijdrage nog moet betalen zolang de cao en bedrijfsregeling niet zijn aangepast aan de nieuwe situatie. Daarom is geregeld dat u zolang deze situatie zich voordoet per 1 januari 2007 uitsluitend nog verplicht bent de afgesproken werkgeversbijdrage te betalen voor zover deze gunstiger is dan de vaste toeslag die de overheid aan de ouders verstrekt.
Uw administratieve lasten nemen af als u voorheen een werkgeversbijdrage verstrekte. Dit geldt echter niet als u nog met de genoemde overgangsregeling te maken heeft. Werknemers met kinderen waren in de oude situatie minder aantrekkelijk voor werkgevers die een bijdrage betaalden dan werknemers zonder kinderen. Dat is nu niet meer het geval, aangezien nu voor iedere werknemer een opslag moet worden betaald. Situatie voor zelfstandigen. Met de invoering van de Wet Kinderopvang in 2005 kregen zelfstandigen dezelfde rechten als werknemers wat de vergoeding van de kinderopvang betrof. Zij konden aanspraak maken op een inkomensafhankelijke toeslag én op een extra inkomensafhankelijke compensatie van het Rijk omdat ze geen werkgeversbijdrage ontvingen. Vanaf 1 januari 2007 hebben zelfstandigen recht op de vaste toeslag en op de inkomensafhankelijke toeslag. •
Prikkel uw mensen en uw winst zal stijgen Slimme inzet van Human Resource Management (HRM)-instrumenten levert meer winst op. Want MKB-bedrijven die bedrijfsopleidingen, deelname aan werkoverleg, prestatiebeloning en taakroulatie aan hun werknemers aanbieden, presteren beter dan bedrijven die dat niet doen. Dit staat te lezen in de EIM Monitor 'Determinanten bedrijfsprestaties MKB'.
MKB een bedrijfsopleiding. Verder blijken MKB-werknemers die geen managementfunctie vervullen, veelal niet van taak te wisselen. In ongeveer driekwart van de bedrijven komt taakroulatie helemaal niet voor. Taken blijken vaak breder gedefinieerd. Werknemers die deelnemen
Nog maar weinig MKB-bedrijven hebben hun HRM-instrumenten helemaal omgevormd tot een prestatieverhogend geheel. Er blijft voor MKB-bedrijven dus nog veel ruimte om hun HRM-systeem te verbeteren. Toch is het niet zo dat grotere bedrijven beter scoren: vooral bedrijven met 6 tot 50 werknemers maken goed gebruik van het HRM-instrumentarium.
Seniorendagen, wel of niet toegestaan? Heeft u senioren in dienst? Bij veel bedrijven was het gebruikelijk dat deze werknemers extra vrije dagen kregen.
Een belangrijk onderdeel van de prestatieverhogende HRM-instrumenten is de prestatiebeloning. Maar slechts 18% van de bedrijven in het MKB heeft een formele regeling voor winstdeling, bonussen of een aandelenplan. Gemiddeld volgt ook maar 23% van de werknemers in het
Deeltijders en voltijders bij overuren gelijk beloond Deeltijdmedewerkers moeten voor het maken van overuren hetzelfde uurloon krijgen als voltijd krachten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de werkgever. Dat heeft de Commissie Gelijke Behandeling beslist. Wanneer in een cao anders is vastgelegd, heeft dat geen invloed op het loon. Volgens de Commissie moet een werkgever ieder personeelslid een gelijkwaardig loon geven bij overuren op basis van de gelijke behandelingswetgeving. •
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft echter vastgesteld dat deze regel strijdig is met de Wet Gelijke Behandeling. Hierin staat dat werkgevers ouderen niet meer met onderscheid mogen behandelen. De wet verbiedt zowel direct als indirect onderscheid naar leeftijd bij arbeidsvoorwaarden als dat niet ‘objectief gerechtvaardigd’ is. Als werkgever moet je dus met een goed verhaal komen, bijvoorbeeld als aantoonbaar is dat bepaalde medische klachten minder voorkomen door de extra vrije dagen. Let hierbij wel op dat eerst moet worden gezocht naar andere oplossingen om deze klachten te verminderen. Ook mag het geen discriminerend oogmerk hebben.
aan werkoverleg komt voor bij meer dan de helft van de MKB-bedrijven. Overweegt u ook om uw mensen (nog) meer te prikkelen? Neemt u dan contact met ons op. Dan bekijken we samen wat de mogelijkheden voor u zijn. •
Seniorendagen, ofwel het toekennen van extra vakantiedagen aan oudere werknemers, hoeven dan ook niet per definitie in strijd te zijn met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Zo stelt de CGB in een advies dat wanneer de seniorendagen onderdeel zijn van een uitgebreid, leeftijdsbewust personeelsbeleid, ze acceptabel kunnen zijn. Zo is volgens de CGB seniorenverlof toegestaan indien het de werknemer echt helpt om zijn werk beter te doen, het middel passend is en het doel niet op een andere manier kan worden bereikt, bijvoorbeeld met behulp van arbo-maatregelen of jobrotatie. Veel bedrijven schrappen nu seniorendagen en vervangen deze voor niet direct of indirect discriminerende (algemene) arbeidsvoorwaardenregelingen. De CGB zal niet meteen ‘op jacht gaan’ naar verboden arbeidsvoorwaardenregelingen. Zij verwacht ook niet dat veel jongeren meteen bij hen komen klagen. Een woordvoerder van de commissie weet niet hoeveel bedrijven verlofregelingen voor ouderen kennen. Wel geeft hij aan dat ze hierover veel vragen krijgen sinds de wet in werking is getreden. Volgens de zegsman hoeven werkgevers overigens niet massaal in paniek te raken door de uitspraak. Er hangt ze nu niet meteen van alles boven het hoofd, want de commissie kan geen sancties opleggen. Het initiatief ligt vooral bij de werkgevers zelf. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
5
Houd in de onderneming gewerkte uren goed bij! Het was altijd al belangrijk, maar vanaf 2007 is het nog belangrijker om als zelfstandig ondernemer te voldoen aan het urencriterium. Dit heeft te maken met de MKB-winstvrijstelling die vanaf dit jaar geldt. Op grond van deze vrijstelling hoeft u als ondernemer over 10% van de belastbare winst geen belasting te betalen (belastbare winst = winst minus zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek, stakingsaftrek en aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk). De voorwaarde voor het verkrijgen van de MKB-winstvrijstelling is dat u als ondernemer voldoet aan het urencriterium. Alleen als u minimaal 1225 uur op jaarbasis in uw onderneming actief bent, heeft u recht op zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek. Aanvullende voorwaarde is dat u meer dan de helft
van uw arbeidstijd besteedt aan uw onderneming(en). Dit laatste geldt niet voor startende ondernemers. Ook als u te maken heeft met verliezen, dient u de MKB-winstvrijstelling toe te passen. In dat geval leidt de winstvrijstelling dus tot een lager (verrekenbaar) verlies uit onderneming. In geval van beëindigen of overdragen van de onderneming is de kans groot dat u niet aan het urencriterium kunt voldoen. In dat geval is de MKB-winstvrijstelling toch van toepassing als u in drie van de vijf voorafgaande jaren wel 1225 uur werkzaam bent geweest voor uw bedrijf. Een zeer welkome uitbreiding, zeker gezien het feit dat de MKB-winstvrijstelling ook van toepassing is over de (extra) winst die u mogelijk behaalt bij de staking. •
Eisen aan elektronisch factureren Wanneer u overweegt om over te stappen op het verzenden van elektronische facturen, houd dan rekening met een aantal wettelijke eisen waaraan de factuur moet voldoen. Dit zijn dezelfde eisen als die waar papieren facturen aan moeten voldoen: • De afnemer moet akkoord gaan met de factuur; • Op de factuur moeten de wettelijk verplichte gegevens staan (onder andere: uw btw-identificatienummer, het factuurnummer; naam en adres van de afnemer, enz.); • De factuur moet authentiek en integer zijn; • De Belastingdienst moet de factuur kunnen controleren. Aangezien het lastig is om de authenticiteit en de integriteit van elektronische
6
facturen te garanderen, stelt de Belastingdienst eisen aan de manier waarop u uw elektronische facturen opmaakt of laat opmaken. De volgende methoden van elektronisch factureren zijn goedgekeurd: • Geavanceerde elektronische hand tekening; • Electronic Data Interchange; • Sommige andere methoden. Bewaar de facturen in de vorm waarin u ze heeft verstuurd of ontvangen. Elektronische facturen bewaart u dus als elektronisch bericht. Bij een elektronische factuur moet u ook de elektronische handtekening bewaren. Facturen moet u in elk geval zeven jaar bewaren. Als facturen betrekking hebben op onroerende zaken, moet u deze tien jaar bewaren. Neem gerust contact met ons op wanneer u wilt overstappen op elektronisch factureren. •
Ondernemerschap gestimuleerd in regeerakkoord Het nieuwe kabinet heeft 7 februari het regeerakkoord gepresenteerd. Het motto luidt: 'Samen werken, samen leven'. De belangrijkste punten uit het regeerakkoord voor ondernemers: • het wordt gemakkelijker om de overstap te maken van werknemer naar ondernemer en andersom; • fiscale stimulering voor het starten van een eigen bedrijf naast een dienst betrekking; • startende ondernemingen in achter standswijken krijgen bijzondere aandacht; • ondernemerschap wordt op scholen als vak ingevoerd; • onderwijs moet beter gaan aansluiten op bedrijfsleven, bijvoorbeeld door meer stages; • de positie van het MKB wordt bevorderd door ruimere toegang tot innovatiesubsidies, innovatievouchers en overheidsopdrachten; • de vermindering van de regeldruk wordt voortgezet, waarbij opnieuw wordt ingezet op een afname van 25% administratieve lasten; • vergunningen worden sneller verstrekt door onder meer een bundeling van bestaande vergunningen. •
Vinden, binden én boeien van personeel De economie in Nederland groeit. In 2006 was de economische groei circa 3% en voor 2007 wordt een groei voorzien van 2,75%. De werkgelegenheid lift mee op de groei.
bekend dan het ‘vinden’. Toch is het niet alleen in tijden van schaarste van belang dat organisaties investeren in het binden en boeien van het huidige personeel en hun personeelsbeleid daarop afstemmen.
Keerzijde voor de ondernemer is dat er schaarste op de arbeidsmarkt ontstaat. Het aantal vacatures in het midden- en kleinbedrijf stijgt naar 600.000 in 2010. In 2005 was dit nog 475.000. Het aantal moeilijk vervulbare vacatures in het midden- en kleinbedrijf blijft stijgen. Halverwege vorig jaar waren er circa 48.000 moeilijk vervulbare vacatures. De tekorten doen zich vooral voor in technische, financiële en administratieve/ secretariële functies.
In de praktijk zal een medewerker met een geringe betrokkenheid eerder besluiten de organisatie te verlaten. Daar komt bij dat goede medewerkers gemakkelijker een andere werkkring kunnen vinden en vaak ook actief benaderd worden. De gevolgen zijn een verlies van belangrijke
Nieuwe kansen voor dienstverlenende bedrijven Dienstverlenende bedrijven en instellingen hebben profijt van slimmere openings- en werktijden, nieuwe diensten en een levensloopbewust personeelsbeleid. Hun klanten ontvangen een betere service, de tevredenheid van hun werknemers neemt toe en het levert een optimalere bedrijfsvoering op. Dit blijkt uit de pilots van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit ministerie heeft diverse projecten opgezet om een cultuuromslag naar een ruimer tijdskader te stimuleren.
MKB Nederland waarschuwt bedrijven en branches zich voor te bereiden op de veranderende arbeidsmarkt. Een aantal ondernemers heeft zich al voorbereid. Zij hebben zich tijdig gerealiseerd dat het vinden van nieuw personeel steeds moeilijker wordt en steken inmiddels veel energie in het aan zich binden van hun medewerkers. Nu de economie aantrekt, is dit de manier om toekomstige groei te waarborgen. Dit ‘binden en boeien’ van personeel is voor de meeste ondernemers minder
kennis en ervaring en hoge kosten om de vertrekkende medewerker te vervangen. Gericht investeren in het binden en boeien van personeel vergroot de kans aanzienlijk dat medewerkers langer zullen aanblijven en zo de groei van uw bedrijf gewaarborgd kan worden. Voorbeelden van gerichte bindingsactiviteiten zijn het vaststellen van marktconforme beloning, het bieden van een uitdagende functie met doorgroei- en promotiemogelijkheden, een goede interne communicatie en een prettige werksfeer en omgeving. •
Er zijn diverse bedrijven en instellingen die hier nu mee experimenteren. Belangrijke oplossingen worden aangedragen voor klanten en werknemers die tijdsknelpunten ervaren zoals mensen die arbeid en zorg combineren. Werken aan een ‘eigentijdse’ organisatie is hard nodig aangezien steeds meer Nederlanders vragen om slimmere openingstijden van dienstverlenende bedrijven en instellingen. Gebleken is dat een ruime meerderheid van de men-
sen ook ’s avonds of in het weekend bij de afdeling Burgerzaken van de gemeente aan wil kunnen kloppen. Net als bij het postkantoor, de bank, een huisarts of tandarts. Uit een tijdsbestedingonderzoek blijkt dat steeds meer Nederlanders het drukker krijgen met verplichtingen (betaald werk, zorgtaken en opleiding). De arbeidstijden veranderen echter nauwelijks: het gros van de mensen werkt tussen 9 en 5. Hierdoor blijft overdag minder tijd over voor andere zaken dan werk. De detailhandel liep al voorop en paste de openingstijden aan. Dienstverlenende bedrijven en instellingen hebben ook belang bij de invoering van een ruimer tijdskader. Het inspelen op de behoefte aan gemaksdiensten bij taakcombineerders zorgt voor allerlei nieuwe ondernemerskansen. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven als boodschappendiensten, serviceverleners, een pc-dokter aan huis, kappers op het werk enzovoorts. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
7
Waarde van bedrijf en overname Uit onderzoek is gebleken dat meer dan de helft van de MKB-ondernemers niet weet wat hun eigen bedrijf waard is. Slechts 5% zegt precies te weten wat de waarde is.
Nederlanders pinnen en chippen meer In het afgelopen jaar hebben opnieuw meer Nederlanders gepind en gechipt. Bij de chip was er een toename van 12,1% vergeleken met 2005. Bij de pinbetalingen steeg het aantal met 8,8% tot 1,451 miljard keer. In 2005 nam het aantal chip- en pintransacties nog met respectievelijk 15,4% en 6,9% toe. Per transactie pinnen Nederlanders gemiddeld e 44. In de afgelopen jaren is dit bedrag steeds lager komen te liggen.
Vier jaar geleden werd gemiddeld nog e 47 gepind. Per chiptransactie werd in het afgelopen jaar gemiddeld e 2,68 betaald. De horeca en recreatie waren de sectoren met grootste stijging van pintransacties, namelijk 33,5%. Het jaar daarvoor was dit 18%. Het grootste aandeel in de pintransacties geschiedt in de supermarkten. De benzinestations vormen de tweede plaats met 9% en de kledingsector met 8,1%. •
Op de vraag ‘Denkt u dat u ooit uw bedrijf zult verkopen’, antwoordde bijna 50% van de ondervraagden ‘ja’ en nog eens 40% antwoordde ‘misschien in de toekomst’, slechts 10% overweegt geen verkoop. Het is dan wel frappant dat 56% van de ondernemers geen idee heeft van wat de waarde van hun onderneming is. Ruim een derde zegt slechts ‘ongeveer een idee’ te hebben. Bij verkoop van het bedrijf is de waarde natuurlijk van belang. Niet alleen bij verkoop aan een buitenstaander, maar ook bij familieopvolging moet dit duidelijk zijn. Daarnaast neemt de opvolgingsprocedure vaak meer tijd in beslag dan de ondernemer denkt. Dit kan wel variëren van 5 tot 10 jaar. Een goede reden om dit tijdig met de opvolger en uw accountant op te pakken. •
Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk- en zetfouten voorbehouden.
V O O R M E E R I N F O R M A T I E K U N T U C O N TA C T M E T O N S O P N E M E N
Takkebijsters 13c 4817 BL BREDA T 076 - 572 09 00 F 076 - 581 09 99 E
[email protected] I www.accanthus.nl