Scheidingstechnologiegerelateerde miniaturisatie en - fingerprints in de farmaceutische analyse. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de chemische en meer specifiek de farmaceutische analyse middels scheidingstechnieken zijn twee tendensen actueel, enerzijds de miniaturisatie van technieken en anderzijds het gebruik van volledige chromatogrammen of electroferogrammen, in plaats van individuele pieken, om er relevante informatie uit te extraheren. De ontwikkeling en data-analyse van fingerprints kadert in deze laatste tendens. Met fingerprints bedoelen we chromatogrammen of electroferogrammen die een piekenpatroon vertonen dat karakteristiek is voor een gegeven (type) staal. Dit project wil aansluiten bij beide tendensen om in het ultieme geval trachten te komen tot de ontwikkeling van fingerpints middels geminiaturiseerde technieken. Beide onderwerpen worden momenteel ook nog gekenmerkt door een aantal problemen waarvoor we binnen dit project oplossingen zullen trachten te vinden. De beschouwde geminiaturiseerde technieken zijn capillaire electrochromatografie (CEC), pressurised CEC (pCEC) en CEC op chips (chip-CEC). Ze worden momenteel gekenmerkt door een aantal technologische problemen die zich o.a. situeren op het niveau van de kolomvervaardiging en de kolomrobuustheid. Het is de bedoeling binnen dit project robuustere kolommen te vervaardigen dan de actueel voorhanden zijnde, evenals er applicaties op te ontwikkelen (fingerprints in het ultieme, meest complexe geval). Wat fingerprints betreft moet men enerzijds over een eenvoudige methodologie beschikken om informatierijke fingerprints te ontwikkelen en anderzijds moeten de verkregen fingerprints onderworpen worden aan een geschikte data-analyse. Deze laatste is afhankelijk van het doel en telkens moet er een keuze gemaakt worden uit meerdere potentieel toepasbare chemometrische technieken. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Schatting van infectieziekte-parameters gebaseerd op mixture modellen. Universiteit Hasselt Abstract: Censtat heeft een internationaal erkende expertise opgebouwd op het vlak van mathematische en statistische modellen voor infectieziekten. Uitgangspunt voor dit onderzoek zijn compartimentele dynamische modellen voor infectieziekten. Het basismodel bevat drie relevante compartimenten voor vatbare, besmettelijk geinfecteerde en immune individuen. De relaties tussen de compartimenten kunnen worden uitgedrukt door een stelsel van partiele differentiaalvergelijkingen. Dit project zal deze theorie verder onderbouwen en uitwerken rond het topic "Schatting van infectieziekte-parameters gebaseerd op mixture modellen". Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
Schatting van de prevalentie van L. monocytogenes besmet RTE voedsel en een analyse van de kwalitatieve en kwantitatieve onderzoekstestresultaten en analyse van factoren die verband houden met de prevalentie van L. monocytogenes besmet RTE voedsel. Universiteit Hasselt Abstract: De algemene doelstelling van het project is te analyseren en de resultaten van het EU-brede basisoverzicht over de prevalentie van L. monocytogenes in bepaalde RTE voedingsmiddelen uit te brengen. Specifieke doelstellingen zijn onder meer: i) de statistische analyse van de kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het EU-basisoverzicht naar de prevalentie van L. monocytogenes in bepaalde RTE voedsel, ii) de statistische analyse van de factoren in verband met de prevalentie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Marc AERTS • Christel FAES • Cristina SOTTO • Ruth NYSEN • Stijn JASPERS
Schatting van de effectiviteit van baarmoederhalskankerscreening en het beheer van de gescreende-positieve vrouwen met behulp van een populatiegebaseerde case-control studie geïntegreerd in het Limburgse Kanker en Cervical Cytology Register. Universiteit Antwerpen Abstract: Schatting van de effectiviteit van baarmoederhalskankerscreening en het beheer van de gescreende-positieve vrouwen met behulp van een populatiegebaseerde case-control studie geïntegreerd in het Limburgse Kanker en Cervical Cytology Register. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Johannes Bogers
Schatten van het druggebruik in België door analyse van afvalwater Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is tweedelig. Eerst zullen er geschikte analysemethoden ontwikkeld en gevalideerd worden om verschillende drugs (cocaïne, amfetamine-achtigen, cannabis,...) en/of hun metabolieten in waterstalen te bepalen. Daarna zullen de concentraties gevonden in afvalwaterstalen gebruikt worden om het verbruik van drugs door de Vlaamse bevolking te schatten en in kaart te brengen. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Hugo Neels • Adrian Covaci • Alexander van Nuijs
Schadelijke culturele praktijken Universiteit Gent Abstract: Schadelijke culturele praktijken zijn praktijken die in naam van traditie, cultuur of religie worden uitgevoerd, en die schadelijk zijn voor het welzijn van mensen. F.?.H.C.U.S. (Focal Point on Harmful Cultural Practices) wil tegemoet komen aan de leemtes op het gebied van kennis, (medische) zorg, ervaringsuitwisseling en coördinatie met betrekking tot schadelijke culturele praktijken. Het centrum doet aan kennisopbouw, dienstverlening en netwerkvorming op het gebied van schadelijke culturele praktijken zoals vrouwelijke genitale verminking, gedwongen huwelijken en eergerelateerd geweld. Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Marleen Temmerman
SCAVIGEN. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling ESAT - STADIUS
Onderzoekers: • Jan Aerts
'Scanning' en breedveld microscopie van (bio)organische systemen Universiteit Hasselt Abstract: De onderzoeksgemeenschap 'scanning' en breedveld microscopie van (bio)organische systemen die, naast twee groepen aan K.U.Leuven, een groep aan UGent en een groep aan UHasselt, zeven buitenlandse groepen omvat zal een 'state of the art' aanbod aan microscopietechnieken met volgende zwaartepunten ontwikkelen. 1) Optische microscopietechnieken met een resolutie beneden de diffractielimiet gebaseerd op STED (stimulated emission depletion microscopy) en S-PALM (stroboscopic photoactivatable localization microscopy) 2) Nieuwe artefactvrije fluorescentiecorrelatiespectroscopie (FCS) technieken welke toelaten kwantitatieve informatie te bekomen zoals '2-foci FC', 'lifetime FCS' en 'raster image correlation spectroscopy' (RICS) 3) De combinatie van optische technieken met 'scanning probe' technieken met nadruk op 'tip-enhanced' Ramanspectroscopie met hoge ruimtelijke resolutie. Deze technieken zullen met bestaande technieken gecombineerd worden om volgende onderwerpen, uit biowetenschappen en nanotechnologie te bestuderen: a) Transport en de functie van biomoleculen in celmembranen met focus op laterale organisatie in celmembranen ('rafts'), oliogendrocyten en siganaaltransductie door fotoreceptoren b) De intracellulaire dynamica van geneesmiddelcomplexen. Met FRAP (Flouresence Recovery After Photobleaching), FCS, HROM en 'Single Particle Tracking' (SPT) c) Onderzoek van ordening/reactiviteit in monolagen aan het vloeistof/vaste stof grensvlak door middel van scanning tunneling microscopie. Het effect van moleculaire chiraliteit op de structuur, symmetrie en eigenschappen van de monolagen en manipulatie van deze monolagen onder potentiaalcontrole via (elektrochemische) STM zullen onderzocht worden. Ook zal er onderzoek gebeuren naar supramoleculaire gelen en katalytische reacties binnen deze gelen met optische microscopie en 'Scanning Probe Microscopy' (SPM) d) Onderzoek van de dynamica van polymeerfilmen gedopeerd met kleine probe moleculen en van fluorescent gelabelde 'single polymer chains' in oplossing en in de smelt door middel van 'single moleule' technieken, SPM en HROM. Studie van de structurering en elektro-optische eigenschappen van mengsels van polymeren op submicron schaal. Exploratie van Ramanmicroscopie naar nieuwe geconjugeerde polymeren. Organisaties: • Biofysica • Fysiologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Marcel AMELOOT
SB Veronique De Maersschalck - Artificiële riffen in relatie tot de infauna van aangrenzende zachte substraten: de rol van wijzigingen in predator-prooi interacties versus wijzigingen in fysico-chemisch habitat Universiteit Gent Abstract: Via een zeer uitgebreid veldexperiment in de Noordzee zullen predator-prooi-interacties in de buurt van artificiële riffen (scheepswrakken) onderzocht worden. SB Veronique De Maersschalck - Artificiële riffen in relatie tot de infauna van aangrenzende zachte substraten: de rol van wijzigingen in predator-prooi interacties versus wijzigingen in fysico-chemisch habitat. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Magda Vincx
SB Tom Van Bogaert - Ontrafelen van het mechanisme van TNF-geïnduceerde glucocorticoïd resistentie, de betrokkenheid ervan in inflammatoire ziekten en de mogelijke therapeutische interventie Universiteit Gent Abstract: Het cytokine Tumor Necrosis Factor (TNF) heeft een sterke antitumorale activiteit, maar bezit echter ook een sterk shock-inducerende activiteit met de dood tot gevolg. Het doel van dit project is de toxiciteit van TNF te remmen om zo TNF systemisch toepasbaar te maken als antitumor agens. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
SB Tom Callens - Demografische studie van twee frugivore vogelsoorten in een recent gefragmenteerd bosecosysteem in zuidoost Kenia
Universiteit Gent Abstract: Via de analyse van beschikbare en nieuwe genetische stalen, gecombineerd met merk-hervangst analyse, telemetrie en de studie van fenotypische merkers, wordt onderzocht hoe recente fragmentatie van een Afromontaan regenwoud (Taita Hills, zuidoost Kenia) inwerkt op de demografische parameters en dispersie van twee frugivore vogelsoorten (Andropadus milanjensis en Phyllastrephus cabanisi) die een belangrijke ecologische functie vervullen als zaadverspreider van tropische boomsoorten. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
SB Tim Lammens, DEL1 afhankelijke regulatie van endoreplicatie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject beoogt een beter inzicht te verwerven in de door DEL1 beheerste regulatie van endoduplicatie in Arabidopsis thaliana. Een beeld vormen van de cascade die bepalend is voor het al dan niet gebonden worden van een E2F-bindingssite in het genoom door DEL1 is dan ook een belangrijke doelstelling. Het verwerven van inzicht in de informatiestroom als gevolg van het binden van DEL1 is een tweede doelstelling. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dirk Inzé
SBO Sunlight - Lipide-gebaseerde, hoogwaardige producten en hernieuwbare energie uit microalgen Universiteit Gent Abstract: Doelstellingen: (1) ontwikkeling van technieken om lipidenproductie bij diatomeeën in gesloten fotobioreactoren te optimaliseren, (2) metabolic enegineering om de lipidenproductie te verhogen, (3) optimalisatie van extractie- en scheidingstechnieken voor lipiden uit diatomeeën, (4) anaerobe vergisting van algen restbiomassa voor de productie van bio-energie en (5) startegische analyse voor de vermarkting van bio-producten uit microalgen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete • Dirk Inzé • Wim Vyverman • Johan Albrecht • Koen Sabbe
SBO-OPTOBRAIN. KU Leuven Abstract: Innovatieve optogenetics for research and trnaslational brain applications. Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
SB Lieven Wittebolle - Tweeledige diversiteitsstudie van stressresistentie in ammonium- en nitrietoxiderende consortia Universiteit Gent Abstract: Nitrificatie is een sleutelproces in de waterzuivering, gezien het disfunctioneren ervan ernstige ecologische risico?s en gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Evenwel is tot op heden het onderzoek naar nitrificerende micro-organismen hoofdzakelijk toegespitst geweest op hun ecologie als dusdanig. Dit onderzoek benadert de nitrificatie met een proces georiënteerde ecologische studie, hetgeen van functioneel groter belang is voor de beheerders van waterzuiveringsinstallaties. Organisaties: • Vakgroep Biochemische en microbiele technologie
Onderzoekers: • Willy Verstraete
SB Kelly Verhelst - Rol en regulatie van de deubiquitinerende en ubiquitine activiteiten van A20 in TLR gemedieerde responsen Universiteit Gent Abstract: De primaire doelstelling van dit onderzoeksproject is een beter inzicht te krijgen in het moleculair actiemechanisme van A20 als negatieve regulator van Toll-like receptor gemedieerde immuunresponsen bij infecties. We zullen ons hierbij concentreren op NF-kB en IRF afhankelijke genexpressie door de bacteriële celwand component LPS en door viraal dubbelstrengig RNA. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
SB Jo Vermeersch - Karakterisering van transitieve en systemische silencing in planten Universiteit Gent Abstract: Om een beter inzicht te verkrijgen in het mechanisme van transitieve en systemische silencing, welke deel uitmaken van PTGS, vergelijken we hairpin transgenen en sense transgenen als silencing inducer van transitieve en systemische silencing. We testen ook de invloed van RdRP op inductie van deze processen en verder gebruiken we zowel transgenen als endogenen als doelwit. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers:
• Anna Depicker
SB Jonathan Maelfait - Karakterisering van het effect van alternatieve splicing van MyD88 op toll-like receptor geinduceerde immuunresponsen Universiteit Gent Abstract: Toll-like receptor (TLR) geinduceerde intracellulaire signaaltransductie is cruciaal voor de aangeboren immuunrespons tegen infectie. Een ongecontroleerde activatie ervan kan echter aanleiding geven tot verschillende inflammatoire ziekten en sepsis. In dit project wensen we het effect na te gaan van alternatieve splicing van het TLR-adaptor eiwit MyD88 op verschillende TLR responsen, en dit zowel in celcultuur als in muizen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
SB Jasper Dugardeyn - Rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne PPR-like 1 als integrator van ethyleen respons en andere signalisatieroutes in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Tijdens dit project zal worden nagegaan waar en wanneer het SLO1 gen tot expressie komt en in welke weefsels het eiwit aanwezig is. Ten tweede zal bestudeerd worden hoe een mutatie in SLO1 de globale genexpressie wijzigt en welke cellulaire processen hierbij het sterkst worden beïnvloed. Tenslotte zal onderzocht worden of SL01 als RNA-bindend eiwit werkt, en zo ja, welke de interactiepartners van SLO1 zijn. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
SB Els Cornelissen Universiteit Gent Abstract: Het feliene infectieuze peritonitis virus (FIPV) veroorzaakt een meestal fatale infectie in katten. Het FIPV kan verspreiden in het lichaam in aanwezigheid van virus-specifieke antistoffen. Hoe virus en virus-geïnfecteerde cellen ontsnappen aan de humorale immuniteit is nog niet duidelijk. In dit project zal dit nagegaan worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dirk Inzé • Wim Vyverman
SB Ellen Van Belle - Ontwikkeling van een M-cel gemedieerde immunisatiemethode met behulp van een genetisch gewijzigde Lactococcus lactis Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is het ontwikkelen van een methode om een efficiënte mucosale en systemische immuunrespons te induceren. Hiervoor zullen Lactococcus lactis bacteriën die het gewenste antigen tot expressie brengen, gericht worden naar de M-cellen in de darm. Met dit project hopen we een nieuwe strategie voor mucosale vaccinatie te ontwikkelen, om zowel nieuwe mucosale vaccins te kunnen ontwikkelen alsook alternatieven aan te bieden voor de bestaande parenterale vaccins. Organisaties: • Vakgroep Pathologische anatomie
Onderzoekers: • Claude Cuvelier
SB Drieke Vandamme - Karakterisering van x-actine mutanten betrokken in Nemaline Myopatie en onderzoek naar de rol van B-actine mutanten in motiliteitsprocessen Universiteit Gent Abstract: Actine is een celskeleteiwit betrokken in motiliteitsprocessen. Nemaline myopatie gaat gepaard met o.a. 'rods' of aggregaten en is geassocieerd met x-skeletspieractine (ACTAI) mutaties. Via transfectie van ACTAI mutanten in skeletspiercellen, worden de moleculaire mechanismen achter deze ziekte onderzocht. B-actine G245D veroorzaakt tumoren in muis, R28L lijkt een tumorsuppressor. Het verband met metastase wordt via motiliteitstesten met knock-in cellijnen nagegaan. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Christophe Ampe
SB Cindy Martens - Vergelijkende evolutionaire analyse van de gen- en genoomorganisatie van de chromalveolaten Universiteit Gent Abstract: De chromalveolaten vertegenwoordigen een grote fractie van de gekende eukaryotische diversiteit, gaande van obligaat intracellulaire parasieten tot vrijlevende algen. Vele van deze protist species zijn van groot medisch en landbouwkundig belang. Het doel van dit onderzoek is om via comparatieve analyse de dynamiek van deze genomen te bestuderen en de moleculaire mechanismen achter de unieke kenmerken van deze species te ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Yves Van de Peer
SB Benedicte Descamps: Functionele veranderingen in de gestimuleerde visuele cortex bij migraine patiënten: een gecombineerde fMRI en fMRS studie Universiteit Gent Abstract: De werkhypothese van het voorliggende project is dat migraine gepaard gaat met stoornissen in de neurovasculaire en neurometabole koppeling die aan de basis liggen van de veranderingen in de concentraties van intermediaire metabolieten waardoor een verstoring optroodt van de neuronale, gliale en vasculaire functie. Het objectief van deze studie is om aan de hand van fMRI met ASL, VASO en BOLD als contrast en 1H en 31P fMRS, de relevante verstoorde vasculaire en metabole parameters te bilaniseren en detecteren. Verder willen we deze stoornissen samenbrengen, modelleren en interpreteren in het raamwerk van de neurovasculaire eenheid en onderzoeken of deze gegevens kunnen gebruikt worden in de verdere stratificatie van migraine en om de farmacotherapeutische benadering van deze aandoening te verfijnen.
Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Luc Leybaert • Koen Paemeleire • Eric Achten
SB Adronie Verbrugghe - Nutritionele modulatie van het feliene koolhydraatmetabolisme Universiteit Gent Abstract: Katten zijn strikte carnivoren die afhankelijk zijn van dierlijk weefsel om te voldoen in hun specifieke en unieke nutritionele behoeften. Wilde katten consumeren prooien, die zeer weinig koolhydraten bevatten. Commerciële kattenvoeders bevatten echter hoge koolhydraatgehalten en dit kan het glucosemetabolisme beïnvloeden. Het doel van dit project is nagaan wat de invloed is van de deëtaire koolhydratenfractie op het glucose- en insulinemetabolisme bij de kat. Organisaties: • Vakgroep Voeding, Genetica en Ethologie
Onderzoekers: • Geert Janssens • Sylvie Daminet
Save the Children Fund - R2HC seed funding Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Uro-gynaecologie
Onderzoekers: • Olivier Degomme
SASHA: Sweetpotato Action for Security and Health in Africa Universiteit Gent Abstract: In this part, sweet potato is being transformed with different Bt constructs to engineer resistance to weevils. My part of the project is to help capacity building in biotechnology in Uganda and Kenya where the project is being executed and to organize science communication training. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen
Saponinebiosynthese in hybride cel- en weefselstructuren. Universiteit Antwerpen Abstract: Natuurlijke hybridisatie van plantenspecies vormt een onderdeel van de mechanismen die een belangrijke bijdrage leveren tot de evolutie en diversificatie van soorten. Hierbij kunnen nieuwe secundaire metabolieten of nieuwe combinaties van bestaande secundaire metabolieten binnen plantenindividuen ontstaan die voorheen niet in de ouderlijke planten voorkwamen. Een belangrijke stap in het maken van hybriden is de selectie van de gewenste fusieproducten. Hiervoor zal een nieuwe methode uitgetest worden die de selectiecapaciteit aanzienlijk kan verbeteren. Hybride celculturen zullen worden geanalyseerd op het vlak van groei, saponineproductie en -samenstelling, en genoomorganisatie. Het is de bedoeling om hoogproducerende celculturen te bekomen, waarbij bij voorkeur de biologisch meest actieve saponinen als hoofdcomponent gevormd worden. Organisaties: • Farmacognosie, Functionele voeding en Farmaceutische Analyse (NatuRA)
Onderzoekers: • Luc Pieters • Sandra Apers
Sandwichdoctoraat van Montes Diaz Gwendoline met Universiteit Maastricht met titel: 'Immuunregulatie door middel van dimethylfumaraat (DMF) in patiënten met relapsing-remitting multiple sclerose' Universiteit Hasselt Abstract: Multiple Sclerose (MS) is een inflammatoire ziekte van het centraal zenuwstelsel (CZS) die gekenmerkt wordt door demyelinisatie, neurodegeneratie en een verstoring van de immuunrespons, wat leidt tot een pro-inflammatoir karakter. De ziekte heeft een wereldwijde prevalentie van 1-2,5 miljoen mensen en komt veelvuldig voor vanaf adolescentie. Er is geen genezende therapie beschikbaar. Dimethylfumaraat (DMF, Tecfidera®) is een nieuwe orale behandelingsmethode voor patiënten met relapsing-remitting MS (RRMS). Het is reeds bekend dat de behandeling een effect heeft op het immuunsysteem. Het geneesmiddel vertoont eveneens zenuwbeschermende eigenschappen. Desondanks is het exacte werkingsmechanisme van DMF nog niet geheel duidelijk in RRMS patiënten. Het doel van deze studie is om te onderzoeken of, en in welke mate, DMF bijdraagt aan het herstel van de immuunhomeostase in RRMS patiënten. Onze hypothese is dat DMF therapie de humorale en cellulaire immuunrespons zal doen verschuiven van een pro-inflammatoir naar een anti-inflammatoir profiel. In deze studie zal het effect van DMF op zowel fenotypische als functionele eigenschappen van T- en B-cellen van RRMS patiënten onderzocht worden. Veranderingen in klinische uitkomst parameters zullen hiermee geassocieerd worden. Deze studie kan inzicht verwerven in het onderliggende mechanisme van DMF als therapie voor MS patiënten. Dit onderzoek zal tevens bijdragen aan het verwerven van meer inzicht in de pathogenese van MS. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Veerle SOMERS • Gwendoline MONTES DIAZ
Samenwerking VUB/KTA Jette : Opleiding 7de jaar TSO Tandartsenassistentie "Se-n-Se opleiding" Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Scholengroep Brussel (KTA-Jette)' hebben voor het project ' Opleiding 7de jaar TSO Tandartsenassistentie "Se-n-Se opleiding"' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst.
Organisaties: • Conserverende en Prothetische Tandheelkunde
Onderzoekers: • PETER BOTTENBERG
Samenwerking tussen UHasselt en UMaastricht betreffende het sandwichdoctoraat van Nele Claes Universiteit Hasselt Abstract: De humorale immuunrespons (antilichamen en B-cellen) speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling en progressie van multiple sclerose (MS). Zowel in MS lesies en in het cerebrospinale vocht (CSV) werden klonaal geëxpandeerde B-cellen gevonden. Deze cellen kunnen autoantilichamen produceren en schade veroorzaken aan het centrale zenuwstelsel. Autoantilichamen kunnen gebruikt worden als diagnostische en prognostische biomarker. Tot nu toe is er geen goede biomarker aanwezig om de diagnose MS te kunnen stellen en weinig onderzoek is uitgevoerd naar de effecten van behandelingen op deze biomarkers in MS. Naast de productie van autoantilichamen zijn de B-cellen zelf een belangrijke speler in de pathogenese van MS. Dit werd vooral aangetoond door de behandeling Rituximab, een monoklonaal antilichaam gericht tegen CD20. Rituximab zorgt voor een depletie van CD20 positieve B-cellen, zonder een effect te hebben op de concentratie autoantilichamen en positieve klinische effecten werden geobserveerd bij MS patiënten onder deze behandeling. Op dit moment is er weinig kennis over de effecten van verschillende MS gerelateerde behandelingen op verschillende B-cel eigenschappen in het perifeer bloed en het CSV. Dit onderzoek focust op het vinden en karakteriseren van nieuwe biomarkers voor MS. Verder worden de effecten van bestaande immunomodulerende behandelingen voor MS op verschillende B-cel eigenschappen onderzocht. Dit onderzoek kan zorgen voor nieuwe inzichten in de pathogenese van MS. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Pieter STINISSEN • Veerle SOMERS
Samenwerking tussen UHasselt en UMaastricht betreffende het sandwichdoctoraat van Lisa Schonfeld met titel 'Motor cortex stimulatie gecombineerd met immuun modulatie veroorzaakt hestel in de hersenen in vivo' Universiteit Hasselt Abstract: Corticale lesies die een gevolg zijn van traumatische hersenschade horen bij de meest voorkomende doodsoorzak onder jonge mensen. Verder leidt dit soort hersenschade in de meeste gevallen tot sterke beperkingen met betrekking tot het motorisch functioneren van de patient. Experimenten in patienten met een hemiparese als gevolg van een beroerte hebben aangetoond dat electrische stimulatie van de motorische cortex leidde tot functionele verbetering van de aangetaste arm. Ook in diermodellen van corticale schade werd herstel zowel op motorisch gebied also ook in het hersenweefsel aangetoond. Echter zijn de onderliggende mechanismen van motor cortex stimulatie (MCS) en het daaraan verbonden functioneel herstel nog niet volledig bekend. In vitro studies waar neuronale stamcellen blootgesteld werden aan een electrisch veld, lieten zien dat de cellen binen het electrische veld richting cathode migreerden, een process met de naam electrotaxis. Binnen dit doctoraat veronderstellen wij, dat electrotaxis het mechanisme is, dat het clinisch succes van MCS zou kunnen verklaren. Ten eerste zullen wij in vitro neuronale voorlopercellen aan verschillend sterke electrische velden blootstellen met als doel de meest effectieve stimulatie parameters voor cel migratie op te sporen. Ook zal het effect van deze paramters op celdeling en celdood onderzocht worden. Resultaten vanuit dit experiment zullen vertaald worden naar een in vivo studie, waar MCS gecombineerd met andere therapieen zal toegepast worden in een diermodel van traumatische hersenschade. Regeneratie door deze gecombineerde therapie wordt gemeten aan de hand van gedragsmatige verbeteringen in testen specifiek voor fijne motorische handelingen, door functionaliteit van de cortex in het levend organisme en een characterisering van de cellen rondom de corticale lesie post mortem. Om zeker te gaan dat MCS electrotaxis in vivo veroorzaakt, worden in een vervolgexperiment endogene stamcellen aangekleurd en hun migratie naar de electrode op de motorische cortex zichtbaar gemaakt. Resultaten uit deze experimenten zullen helpen om het therapeutisch vermogen van MCS samen met reeds bekende therapieen te beoordelen. Verder zal kennis over het onderliggen mechanisme van MCS bijdragen tot een verbetering van deze therapie voor toekomstig gebruik. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Morfologie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Samenwerking tussen UHasselt en Janssen Pharmaceutica ivm een doctoraat in biostatistiek Universiteit Hasselt Abstract: De conventionele benadering van de werkzaamheid van therapeutische agentia is het uitvoeren van een klinische studie met klinische eindpunten die tastbare voordelen voor patiënten opleveren. Dergelijke eindpunten omvatten het optreden van ziekte (bijvoorbeeld infectie, terugkerende kanker en een hartaanval) en de dood. Helaas, een conventioneel klinisch onderzoek vereist honderden patiënten en duurt jaren om te voltooien. Onderzoekers en patiënten willen de doeltreffendheid van veelbelovende nieuwe middelen zo snel mogelijk kunnen inschatten, wat de onderzoekers heeft geleid tot het beoordelen van laboratorium markers die kunnen dienen als surrogaat eindpunten in klinische studies. Vervanging van een zeldzaam of laat verschijnend klinisch eindpunt met een frequente of korte termijn uitkomst variabele kan leiden tot aanzienlijke vermindering van de steekproefgrootte en trial duur. De doelstellingen van dit project zijn o.a. de volgende punten: het aanpakken van vooroordelen veroorzaakt door de behandeling cross-over tussen onderzoeksarmen in gerandomiseerde klinische studies en tussen de patiënt cohorten in observationele gegevens; de ontwikkeling en validatie van de stopregels op basis van de respons van biomarkers om de kosteneffectiviteit te verbeteren van een geneesmiddel; de ontwikkeling van methoden om met verschillende soorten vooroordelen in observationele database-analyse om te gaan; het optimaliseren van meta-analyse methoden en gemengde behandelingen vergelijkingen door te kijken naar het gebruik van patiënt-niveau data. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Ziv SHKEDY
Samenwerking tussen UA en SRCB op gebied van longrevalidatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Samenwerking tussen UA en SRCB op gebied van longrevalidatie. Organisaties:
• Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Wilfried De Backer
Samenwerkingsproject VUB-ULB: IB^2 project Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit project wil ik me concentreren op het identificeren van ziekte-veroorzakende varianten uit de pool van genoom variatie, in het bijzonder op niet-synoniem codering varianten die de volgorde van de aminozuur van uitgedrukte proteïnen wijzigen Organisaties: • Informatica en Toegepaste Informatica • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • TOM LENAERTS • Wim VRANKEN
samenwerkingsproject voor de organisatie van het XXIIIste congres van de Interantional Society of Biomechanics (Juli 2011) - ISB Brussel Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' ULB' hebben voor het project ' Partnership agreement for the organisation of the XXIIIrd Congress of the International Society of Biomechanics (July 2011) ISB 2011 Brussels' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele Anatomie • Biometrie en Biomechanica
Onderzoekers: • Aldo SCAFOGLIERI • Steven PROVYN • Pierre VAN ROY • Dirk AERENHOUTS • JEAN-PIERRE BAEYENS • Erik CATTRYSSE • JAN PIETER CLARYS
Samenwerkingsovereenkomst tussen UHasselt en Janssen Pharmaceutica ivm postdoc van Davoodi Nima met titel " Monitoring of inflammatory responses in the brain as biomarker for mood disorders" Universiteit Hasselt Abstract: Het is reeds langer geweten dat gedragsaandoeningen kunnen beïnvloed worden door het afweersysteem. Chronische ontstekingen kunnen een belangrijke factor zijn bij deze multifactoriële ziektebeelden. De onderliggende moleculaire mechanismen zijn onvoldoende gekend. In dit project zullen samen met Janssen Farmaceutica in vitro en in vivo modellen worden geoptimaliseerd om bovenstaande problematiek te bestuderen. Organisaties: • Immunologie - Biochemie • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Niels HELLINGS
Samenwerkingsovereenkomst tussen Censtat en Janssen Pharmaceutica in het kader van het doctoraat van Doreen Abainenamar. Universiteit Hasselt Abstract: Doctoraat met titel 'Allometrische schaling'. Het onderzoeksonderwerp betreft het ontwikkelen van biostatistische toepassingen om wetenschappelijke vragen te beantwoorden in farmaceutisch basisonderzoek en ontwikkeling. Gegevens komende van verschillende fases van het onderzoek zullen beschikbaar zijn om de methodeontwikkeling te focussen op allometrische schaling. Dit is het vertalen van pharmacokinetiek in dieren naar de mens. De meeste pharmacokinetische gegevens komen van in-vivo en in-vitro experimenten waaronder ook gegevens uit de literatuur, zullen in dit project alle gegevens op het individu niveau worden geanalyseerd. Een andere belangrijke focus ligt op het overbruggen van de gegevens uit de verschillende fases van het farmaceutisch onderzoek. De statistische modellen die zullen worden gebruikt en uitgebreid zijn de volgende: linear en no-linear mixed models, surrogate marker methodiek, multivariate projectie methoden en meta-analyse. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Geert MOLENBERGHS • Herbert THIJS
Samenwerkingsovereenkomst - Onderzoek Anti-malaria geneesmiddelen Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Arenco Pharmaceutica NV' hebben voor het project ' Samenwerkingsovereenkomst Onderzoek Antimalariageneesmiddelen' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • Yvan VANDER HEYDEN
Samenwerkingsovereenkomst met IDDI ivm het doctoraat van Leandro Garcia Barrado met titel "Bayesian statistics and Bioinformatics for Biomarker validation using Biobanks in Alzheimer's Disease (B4AD)" Universiteit Hasselt Abstract: De doelstellingen van het B4AD project zijn het ontwikkelen van AD biomarkers, een AD diagnostische test en nieuwe biostatistische designmethoden (BRAVO; Biomarker retrospectieve analyse voor validatie optimalisatie),die de ontwikkeling en validatie van AD biomarkers zullen
vergemakkelijken en versnellen. AD is een ziekte die 15 miljoen mensen wereldwijd treft, die niet kan worden behandeld en dewelke 44-90,000 euro per patiënt per jaar kost in Europa. Er bestaat geen goedgekeurde diagnostische test en daarom zou zelfs een bescheiden verbetering van grote economische betekenis zijn. Onderzoekers van PamGene en de Vrije Universiteit Medisch Centrum (Amsterdam) hebben het potentieel van kinase-enzymes activiteit biomarkers voor gebruik in AD aangetoond. Echter, een van de grootste problemen in de R & D van biomarkers is de tijd en kosten die nodig zijn om ze te valideren, namelijk 10 tot 15 jaar. In het project is het de bedoeling om nieuwe biomarkers te identificeren en te valideren voor AD en een nieuw design platform te ontwikkelen wat een snellere en goedkopere diagnostiek zal creëren. Nieuwe biostatistische designmethoden zullen worden ontwikkeld om biomarker gegevens via een verfijnd kinase-activiteit testplatform te analyseren, voor biomarker profilering in combinatie met de beschikbare klinische gegevens in de biobank.In het bijzonder worden Bayesiaanse statistische methoden (die gebruik maken van voorkennis) en adaptieve ontwerpen (waardoor ontwerpkenmerken worden aangepast op basis van reeds beschikbare gegevens) gebruikt om het nieuwe ontwerp platform te ontwikkelen. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Tomasz BURZYKOWSKI
Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot een doctoraatsbursaal voor het onderzoeksproject van Christophe Smeets : "De ontwikkeling van een draagbaar ziekte-specifiek sensor platform voor het monitoren van patiënten met complexe chronische ziekten" Universiteit Hasselt Abstract: Telemonitoring wordt alsmaar interessanter in de huidige gezondheidszorg. De mogelijkheid om patiënten van op afstand op te volgen is zeer aantrekkelijk, aangezien het voordelen kan bieden voor zowel de patiënt zelf als voor de gezondheidsverstrekker. Momenteel zijn geïmplanteerde toestellen ter ondersteuning van het hart (i.e. loop recorders, pacemakers, defibrillators) de meest geïmplementeerde vorm van remote monitoring. Deze toestellen zijn reeds geminiaturiseerd, laten long-term monitoring toe (6 jaar en langer) en zijn in staat om compleet autonoom te werken met ingebouwde intelligentie. Er is echter een groot nadeel verbonden aan deze geïmplanteerde toestellen daar ze enkel focussen op een kleine populatie patiënten. Het merendeel van patiënten met chronische ziekten heeft immers geen nood aan een geïmplanteerd toestel. Het is daarom zeer nuttig om de focus te leggen op niet-invasieve toestellen. Echter, de huidige niet-invasieve toestellen behalen de gewenste graad van miniaturisatie en signaal recording/processing niet. Niet-invasieve monitoring toestellen focussen meestal maar op één enkel biosignaal, dat meestal gemeten wordt door een reeds bestaande sensor, die simpelweg in een andere vormfactor verpakt wordt en uitgebreid wordt met communicatie mogelijkheden. In dit doctoraatsproject zal er een draagbaar ziekte-specifiek sensor platform ontwikkeld worden voor het monitoren van patiënten met complexe chronische ziekten. De focus ligt op het aanpassen van reeds bestaande technologie, zodat ze gebruikt kunnen worden in de kliniek en op het uitbreiden van de sensormogelijkheden om op die manier een flexibel sensor platform te verkrijgen voor het verzamelen van data van meerdere parameters. Heel belangrijk hierbij is het niet-invasieve karakter en de draagbaarheid. Hiervoor zal er gebruik gemaakt worden van high-tech ontwikkelingen in low-power elektronica, die toelaten om longitudinale data op te meten. Het sensor platform zal daarenboven uitgerust worden met ingebouwde algoritmen, die meerdere biosignalen gelijktijdig verwerken. Dit zal efficiënte rapportering van de resultaten toelaten en correcte feedback geven aan de patiënt. Om dit alles te bewerkstelligen, is er een nauwe samenwerking opgestart met IMEC, een research en development centrum, gespecialiseerd in low-power elektronica. Organisaties: • Health Care
Samenwerkingsovereenkomst in het kader van het doctoraat : "Nieuwe informatica algoritmen voor de analyse van posttranslationele modificaties in massaspectrometrie gegevens" Universiteit Hasselt Abstract: De studie van post-translationele modificaties (PTMs) van eiwitten is noodzakelijk om de complexiteit van biologische processen te begrijpen. Echter, de massaspectrometrie gedreven detectie van PTMs is niet triviaal. Bijvoorbeeld, geautomatiseerde hoog doorvoer massaspectrometrie methoden selecteren vaak eiwitten gebaseerd op de abundantie in de biologische stalen, terwijl de abundantie van een eiwit geen garantie is voor de aanwezigheid van een PTM. Zulke informatie afhankelijke acquisitie van gegevens is nefast voor het dynamisch bereik van de massaspectrometrie methode. Daarom ontwikkelen we in dit project een nieuwe en snelle manier om data afkomstig van hoge resolutie massaspectrometrie op een originele manier te interpreteren. Meer specifiek, met behulp van een algoritme scoren we de gedetecteerde eiwitten op potentiële modficaties. Op deze wijze wordt er een "PTM Map" gecreëerd die peptiden benadrukt die potentieel gemodificeerd zijn. Deze score is vooral gebaseerd op de invloed van een modificatie op de isotoop verdeling en massa van een eiwit. We onderzoeken of massa- en isotoopverschuiving voldoende zijn om een onderscheid te maken tussen gemodificeerde en niet gemodificeerde eiwitten. Bovendien zal, om het aantal vals positieven te reduceren, de voorgestelde methode worden uitgebreid met enkele heuristieken gerelateerd aan een aantal goedgekende PTMs zoals fosforylatie, glycolsylatie etc. De methode zal worden geïntegreerd in het bestaande proteomica platform. Het innovatieve aan dit project is het gebruik van de isotopen verdeling en isotoop massas als indicator voor fosforylatie. Organisaties: • Centrum voor Statistiek • Centrum voor Statistiek
Onderzoekers: • Tomasz BURZYKOWSKI
Samenwerkingsovereenkomst in het kader van EFRO-Project: Cleantech Universiteit Hasselt Abstract: Het Cleantech platform wil cleantech activiteiten in Limburg en Vlaanderen versterken en verder uitbouwen op basis van een visie en door onderlinge interactie, coördinatie en samenwerking van bedrijven, investeerders, overheden, consumenten en kenniscentra. Belangrijk hierbij is de oprichting van een Cleantech kennisplatform waar alle actoren elkaar ontmoeten en samenwerken aan duurzame innovatie, en de oprichting van een Cleantech business met optimaal gebruik van onze hulpbronnen en minimale milieu-impact. Daarnaast wordt een degelijke Cleantech management structuur opgezet die zorgt voor een efficiënte en effectieve aanpak. Tenslotte zal de ervaring en kennis van Cleantech Limburg toegepast worden bij uitbouw van Cleantech Vlaanderen. Organisaties: • Milieueconomie • Milieubiologie
• Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Steven VAN PASSEL
Samenwerkingsovereenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Select Research Ltd.' hebben voor het project ' Collaboration agreement ' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Experimentele Anatomie
Onderzoekers: • JAN PIETER CLARYS
Samenwerkingsovereenkomst Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' University of Copenhagen' hebben voor het project ' Co-operation Agreement' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Samenwerking rond de optimalisatie van de toediening van macromoleculaire biofarmaceutica in doelcellen Universiteit Gent Abstract: Vele nieuwe medicijnen zijn gebaseerd op biologische moleculen, zoals eiwitten, peptiden en nucleïnezuren. Het doel is om de obstakels te onderzoeken die deze geneesmiddelen moeten overwinnen ten einde hun doelbestemming in het lichaam te bereiken. Het team zal deze informatie gebruiken om biofarmaceutische formulaties te ontwikkelen die deze geneesmiddelen naar hun doelbestemming kunnen loodsen. Organisaties: • Vakgroep Geneesmiddelenleer
Onderzoekers: • Stefaan De Smedt • Kevin Braeckmans
Samenwerking op gebied van medisch onderwijs en onderzoek en het opzetten van uitwisseling van studenten en academische staf. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Thema Tot op heden worden arts-specialisten in Vlaanderen gevormd binnen Universitaire Ziekenhuizen of daarmee verbonden ziekenhuizen en is de opleiding voornamelijk beroepsmatig georganiseerd. Om te komen tot een (meer) formele en (meer) academische opleiding tot arts-specialist startten de opleidingsverantwoordelijken van de Vlaamse medische faculteiten met de voorbereidingen van een opleiding tot arts-specialist die bovendien ingepast kan worden binnen de Bachelor-Master structuur. In december 2008 werd de aanvraag tot Toets Nieuwe Opleiding (TNO) aan het Nederlands-Vlaams AcrediteringsOrgaan (NVAO) bezorgd en einde april 2009 volgde de Visitatie Organisaties: • Faculteit van de Geneeskunde en Farmacie • Kritische Zorgen
Onderzoekers: • IVES HUBLOUE
Samenwerkend project om follicale eicellen van zoogdieren te verbeteren. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit 3 jaren project is het onderzoeken van eiwitsynthese tijdens in vitro maturatie van eicellen van zoogdieren in overeenstemming met verschillende in vitro maturatie omstandigheden en pre-implantatie embryo-ontwikkeling van in vitro geteelde eicellen. het uiteindelijke doel is 1) belangrijke factoren i.o.m. eicel kwamiteit te identificeren, die mogelijk zouden kunnen gebruikt worden als markeerders voor maturatie (die in snelle essays zouden kunnen bijgevoegd worden), of die zouden kunnen bijgevoegd worden om media voor gameetmaturatie te kweken; 2) meer objectieve criteria te ontwikkelen om eicel maturatie en embryo-ontwikkelingsstadia te classeren; 3) en een systeem voor totale in vitromaturatie van vrouwelijke gameten te ontwikkelen. Eicelen zullen verzameld worden uit verschillende bronnen. het 'AZ-VUB' team zal zich concentreren op collecties van muis & mens, het 'RUG-VET' team op baviaan & varkens & mens. Na korte of lange termijn in vitro teelt van onvolwassenen -zal een deel vd eicellen met 35 S methianine-labels voorzien worden. Deze gelabelde eicellen zullen geanalyseerd worden door 2D-SDS-PAGE- elektroporese, autoradiografie en Westers - de eicellen van een muis & baviaan zullen ofwel bevrucht worden d.m.o de standaard IVF procedure of na microinjectie met 1 enkele spermacel. (ICSI) (AZ VUB, RUG-VET) Vroege preïmplantatie ontwikkeling zal geregistreerd worden & de blastocysten zullen geanalyseerd worden d.m.v. verschillende prikkingen waarbij men fluoriseerende & confocale microscopy gebuikt onvolwassen menselijke eicellen zullen bevrucht worden d.m.v. donor sperma door ICSI (na in -vitro maturatie) en zullen gekweekt worden in rijke omgevingen die blastocyte vorming op hoog toelaten (AZ-VUB & Procria -Montreal) In dit stadium zullen de blastocysten verschillend geprikt worden voor de binnen cel massa. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • JOHAN SMITZ
Samenwering van oncogenen tijdens de ontwikkeling van acute lymfatischeleukemia. KU Leuven Abstract: Acute lymfatische leukemie (ALL) wordt veroorzaakt door een opeenstapeling van defecten in bloedcellen die B- of T-cellen zullen vormen. Deze defecten komen voor in verschillende cruciale genen, waardoor de rijping van deze B- of T-cellen wordt verstoord en de cellen meer groeien en langer overleven dan normale cellen. Het doel van dit project is om beter te begrijpen hoe de verschillende genetische defecten elkaar beïnvloeden en zo bijdragen tot een versnelde ontwikkeling van leukemie.
Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools
Samenstelling inhoud van de cursus ' Excursies en veldstage' binnen de opleidingen biologie en geografie Universiteit Hasselt Abstract: In het hoger onderwijs wordt de inhoud van het cursusonderdeel 'excursie en veldstage' binnen verschillende opleidingen biologie hoofdzakelijk ingevuld door de expertise van de begeleiders. Deze expertise kan erg verschillend zijn vanwege de gevolgde opleiding en onderzoeksinteresse, maar ook omwille van de geografische ligging van de onderwijsinstelling. Dit initiatief beoogt de verschillende expertisen van de stagebegeleiders en cursussamenstellers van de verschillende universiteiten samen te smelten in één cursus om zo het aanbod in kennisvergaring te maximaliseren. Hierdoor zullen de studenten in contact komen met verschillende manieren van kennisoverdracht, maar ook met de verschillende praktische toepassingen inzake natuurbehoud, natuurbeheer, aspecten in de landschapecologie, milieurecht, milieumanagement, ... van de theoretische kennis in beide gewesten. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Natalie BEENAERTS
Salmonella Typhimurium in multispecies biofilmen: identificatie en validatie van doelwitten van biofilminhibitoren via een mechanistische benadering. KU Leuven Abstract: Een belangrijk probleem in het terugdringen van Salmonella infecties ishet voorkomen van Salmonella bevattende biofilmen op oppervlakken in devoedselverwerkende industrie. Biofilmen blijken heel moeilijk te verwijderen met courant gebruikte antimicrobiële middelen en desinfectantia. Preventie is bijgevolg een meer aangewezen strategie. Het onderzoeksproject beoogt doelwitten in S. Typhimurium te identificeren die specifiek tot expressie komen bij multispecies biofilmvorming en "lead" moleculen die specifiek tegen deze doelwitten gericht zijn, te definiëren. Hiervoor wordt de genexpressie bestudeerd van een model multispecies biofilm die S. Typhimurium en E.coli bevat door gebruik te maken van de Differentiële Fluorescentie Inductie (DFI) techniek waarbij genexpressieprofielen opgesteld worden voor gfp promotorfusies die het ganse S. Typhimurium genoom vertegenwoordigen. Vervolgens wordt een geselecteerde lijst van inhibitoren getest op hun werking tegen de belangrijkste met DFI geïdent Organisaties: • Centr. Microbiële en Plantengenetica
Onderzoekers: • Jozef Vanderleyden • Stefanie Roberfroid
Salivary markers for detection of oral (pre)cancerous lesions KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie BEPAT
Onderzoekers: • Reinhilde Jacobs • N. N.
Saldering gelsoline afbraak in een transgeen muismodel door middel van chaperonne nanobodies Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Jan Gettemans
SAFE-ICE Onderzoek, Innovatie en Business Support voor een koolstofarme economie Universiteit Gent Abstract: SAFE-ICE (Sisco, Ace, Fusion, Ecomind ? Inspirers of Carbon Efficiency) bundelt de kennis vergaard in tien INTERREG 2 Zeeën projecten. Alle tien projecten bestudeerden aspecten van de transitie naar een koolstofarme economie. De bevindingen van deze projecten worden in vier werkgroepen besproken. Het transitieproces vereist een benadering op niveau van bedrijven/gebouwen (werkgroep Business/Building), B2B (werkgroep Business-to-Business) & bedrijventerreinen (werkgroep Business Parks) en omvat zowel de vraag- (maatregelen voor efficiënt gebruik van hulpbronnen) als aanbodzijde (producten & diensten met een lage milieu-impact). Een vierde werkgroep (Market & Policy Conditions) onderzoekt hoe het beleid via aangepaste wetgeving de markt kan stimuleren en ondersteunen. Door op deze vier niveaus opportuniteiten, belemmeringen en hiaten te identificeren wordt de betekenis van de koolstofarme economie voor het 2 Zeeën gebied in kaart gebracht. De best practices op het vlak van onderzoek, innovatie en bedrijfsondersteuning worden samengebracht in SAFEICE. Organisaties: • Vakgroep Elektrische energie, systemen en automatisering • Vakgroep Civiele techniek
Onderzoekers: • Greta Van Eetvelde • Lieven Vandevelde
S100A8/A9 proteines, HMGB1 en hun gemeenschappelijke receptoren in de pathofysiologie van chronische luchtwegaandoeningen Universiteit Gent Abstract: Chronische rhinosinusitis is een heterogene groep van chornische aandoeningen van de bovenste luchtwegen die een hoge co-morbiditeit met astma vertonen. Er is evidentie dat S100A8/A9 proteines en HMGB1 een modulerende rol kunnen vervullen gedurende inflammatie door regulatie van inflammatoire cellen via RAGE en TLR'en. Met het porject beogen we een karakterisering van de interactieve betrokkenheid
van deze moleculen bij de persistentie van chronische luchtweginfecties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert
Ruststatus fmri in kleine dieren: Een nieuwe kijk op neuroplasticiteit? Universiteit Antwerpen Abstract: In rust worden laag frequente fluctuaties in de intensiteit van het fMRI signaal geobserveerd die temporeel gecorreleerd zijn tussen verschillende regio's die bijgevolg functioneel geconnecteerd worden genoemd. De techniek om dit te meten wordt ruststatus fMRI genoemd. Het doel van deze thesis is enerzijds de op punt stelling van de techniek in controle ratten als proof-of-principle. Anderzijds zal de techniek geïmplementeerd op geoptimaliseerd worden in zangvogels. Gebruik makend van het goed ontwikkelde Model voor neuronale plasticiteit in het zangcontrole systeem van de zangvogel is het de bedoeling de resultaten van deze techniek te correleren aan technieken die structurele connecitiviteit meten (MEMRI, DTI). Organisaties: • Bio-imaging
Onderzoekers: • Anne Marie Van Der Linden • Elisabeth Jonckers
Rural change processes and spatial quality KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bos, Natuur en Landschap
Onderzoekers: • Hubert Gulinck • An Verhoeve
RUNX2 als een driver van slechte prognostische vroege T-cel voorlopercellen leukemie Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Franki Speleman
Ruminatie begrijpen vanuit een cognitief perspectief: een toets van het aandachtsbreedte model. Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken de rol van aandachtsbreedte in ruminatie en daarmee gepaard gaande correlaten (bvb. negatief affect, herstel van stress). Voor deze toetsing van het aandachtsbreedte model van ruminatie bij depressie maken we gebruik van zowel cross-sectionele, prospectieve (bvb. ruminatie-inductie) als experimentele studies (cfr. Cognitive Bias Modification). Dit alles gericht op het komen tot therapeutische implicaties. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ernst Koster
Ruimtelijk ontwerp als instrument voor een door betrokkenen gedeelde kwaliteitsbepaling KU Leuven Abstract: Kader doctoraatsproject Het doctoraatsonderzoek kadert in het SBO-IWT-onderzoek Spatial innovation, planning, design and user involvement (SPINDUS) dat van december 2009 tot december 2013 uitgevoerd wordt door de onderzoeksgroepen Planning en Ontwikkeling en OSA van de KU Leuven en de School of Architecture, Planning and Landscape van de Newcastle University. Hoofddoel van het SPINDUS-onderzoek is de ontwikkeling van een praktische en pedagogische planning- en ontwerpmethodologie om ruimtelijke kwaliteit te analyseren, te evalueren en te implementeren. Aangezien opinies van gebruikers en verschillende onderzoeksgemeenschappen over wat een ruimtelijke organisatie kwalitatief maakt sterk uiteenlopen is er nood een aan een interdisciplinaire verbreding van het begrip #ruimtelijke kwaliteit# en een vernieuwing van de onderzoeksmethodologie. Hiervoor wordt het SPINDUS-onderzoek interdisciplinair (het betrekken van verschillende ondezoeksdisciplines in een gedeelde methodologie) en tran Organisaties: • Departement Architectuur
Onderzoekers: • Jan Schreurs • Marleen Goethals
Ruimtelijke-temporele dissectie van organel-specifieke gamma-secretase interactomen gebruikmakend van nanothechnologie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Willem Annaert • Rosanne Wouters
Ruimtelijke patroonvorming van macrofyten: een geïntegreerd model voor het beheer van laagland rivieren. Universiteit Antwerpen Abstract: Hydro en morfodynamische modellen zijn een onmisbaar instrument voor rivierbeheerders. Bestaande modellen simuleren enkel de interacties tussen waterstroming, sedimenttransport en geomorfologische veranderingen van de rivierbodem. Waterplanten hebben in laagland rivieren echter een significante impact of deze processen. Ze beïnvloeden de waterkwaliteit en stroomsnelheid, kunnen overstromingsrisico's verhogen (door verhoogde weerstand tegen waterstroming) en veranderen de rivierbodem. Daarom is het noodzakelijk waterplanten toe te voegen aan een riviermodel. In dit onderzoek zal het bestaande hydrodynamische model STRIVE (STReam and River Ecosystem) worden uitgebreid om een instrument te hebben voor het beheer en herstel van rivieren met waterplanten. Eerst wordt een vegetatie module toegevoegd, deze beschrijft de ruimtelijke en temporele groei van waterplanten. Daarna wordt een transportmodule geïmplementeerd, deze simuleert sedimentatie in vegetatiepatches en erosie er naast. Data verzameld in het Nete bekken zullen worden gebruikt om beide modules te callibreren; ze bevatten informatie over vegetatiegroei, hydrodynamica en riviermorfologie. Dit uitgebreide model zal gebruikt worden om het huidige maaibeheer van de Zwarte Nete te optimalizeren, waarbij het overstromingsrisico wordt verkleind en een maximale bedekking van planten wordt behouden. Dit zal resulteren in advies over het maaitijdstip en maaipatroon. Vervolgens wordt de impact van klimaatverandering onderzocht, door veranderende debieten. Modelsenarios zullen de gevolgen van veranderende debieten inschatten op overstromingen. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Ruimtelijke en tijdsgebonden variatie van Tpeak - Tend interval op het electrocardiogram als risicofactor voor ventriculaire aritmie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Rik Willems • Bert Vandenberk
Ruimtelijke en ecologische determinanten van Eco-evolutionaire dynamieken: antropogene milieus als model (SPEEDY) Universiteit Gent Abstract: Ruimtelijke variatie speelt een sleutelrol in eco-evolutionaire responsen op omgevingsverandering. De manier waarop de omgeving populaties, gemeenschappen en ecosystemen beïnvloedt, hangt evenwel af van de interactie tussen locale en regionale processen. In deze studie worden eco-evolutionaire dynamieken op een geïntegreerde manier onderzocht langsheen gradiënten van anthropogene verstoring. Dit gebeurt via staalnames in gerepliceerde plots in (half)natuurlijke, landelijke en stedelijke habitaten in Vlaanderen. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Luc Lens
Ruimte en omgeving als bepalende factoren voor eco-evolutionaire dynamieken: anthropogene omgevingen als model (SPEEDY). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de federale overheid. UA levert aan de federale overheid de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Evolutionaire ecologie (EVECO)
Onderzoekers: • Erik Matthysen
rugrevalidatie door lichaamsgewicht-gecompenseerde beweging. Universiteit Gent Abstract: De patiënt zodanig bevestigen dat er enerzijds een veilige koppeling met het toestel gercaliseerd wordt maar anderzijds ook dat de fixatie maximaal comfortable is en niet beperkend in de flexie-extensie beweging. Belangrijke doelstellingen hierbij zijn dat enerzijds bij een actieve beweging van de patiënt hij het toestel niet mag "voelen" maar anderzijds dat hij bij een volledige passieve beweging geen pijn of beknelling ondervindt van het toestel. Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Lieven Danneels
RT 13/12 BIOGAMI 3: Blootstelling en risicobeoordeling van biogene aminen voor de Belgische bevolking Universiteit Gent Abstract: RT 13/12 BIOGAMI 3: Blootstelling en risicobeoordeling van biogene aminen voor de Belgische bevolking Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Frank Devlieghere • Bruno De Meulenaer
RT 13/11 VITADEK 1: Consumptie van voedingssupplementen en verrijkte voedingsmiddelen en het risico op het overschrijven van de veilige innamen voor vetoplosbare vitaminen (A,D,E,K) Universiteit Gent Abstract: RT 13/11 VITADEK 1: Consumptie van voedingssupplementen en verrijkte voedingsmiddelen en het risico op het overschrijven van de veilige innamen voor vetoplosbare vitaminen (A,D,E,K)
Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • John Van Camp • Bruno De Meulenaer
RT 13/10 SEGERI 1: Voedselveiligheidsrisico's van zaden en productieprocessen van gekiemde zaden Universiteit Gent Abstract: RT 13/10 SEGERI 1: Voedselveiligheidsrisico's van zaden en productieprocessen van gekiemde zaden Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele
Routine diagnostisch hulpmiddel voor infecties van de urinewegen veroorzaakt door ESBL en carbapenamase producerende bacteriën (ROUTINE). Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds EU. UA levert aan EU de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Rotavirussen - Genetische diversiteit in ontwikkelingslanden, interspecies transmissies en de karakterisatie van ongewone rotavirusstammen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Onderzoekers: • Marc Van Ranst • Jelle Matthijnssens • Elisabeth Heylen
Rood vlees en vleesproducten in het dieet: toxicologisch en metaboloom profiel onder gestimuleerde gastro-intestinale condities Universiteit Gent Abstract: De rol van vertering als factor in het stimulerend effect van (verwerkt) rood vlees op colorectale kanker zal onderzocht worden. Gastrointestinale digesten zullen in vitro gegenereerd worden, en geanalyseerd worden met untargeted massa spectrometrie gebaseerde fingerprinting. Parallel worden de digesten geëvalueerd op geno- en celtoxiciteit door DNA adduct profilering en met cellijnen in een nieuwe continue langdurige blootstelling. Een kleinschalige humane interventie met een strikt gecontroleerd dieet zal ook uitgevoerd worden. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Rompspieractiviteit tijdens crawlzwemmen KU Leuven Abstract: 1. Inleiding en achtergrondZwemmen is één van de meest populaire vormen van fysieke activiteit voor personen met een handicap omdathet verscheidene belangrijke voordelen heeft voor deze populatie. Voor sommigen onder hen, activiteit in het water blijft een therapeutische of recreationele doelstelling. Andere kiezen ervoor om competitiezwemmen te gaan doen. De competitie voor personen met een handicap wordt georganiseerd volgens een functioneel classificatiesysteem waarbij zwemmers met verschillende beperkingen tegen elkaar uitkomen in 1 van de 10 klassen. De doelstelling van classificatie is om de impact van de handicap op het resultaat van competitie te beperken, zodat de atleten die winnen in competitie die atleten zijn die de beste lichaamskenmerken, fysiologische en psychologische kenmerken hebben of gewerkt hebben om deze te verbeteren. Het overgrote deel van wetenschappelijke studies in Paralympisch zwemmen in het verleden handelden over classificatie. Tijdens de groei van het Pa Organisaties: • Adapt. Phys. Act. & Psychom. Revalidatie
Onderzoekers: • Filip Staes • Daniel Daly • Jonas Martens
Rol v/h Wilms tumor gen (WT1) als biomarker voor het voorspellen van leukemie recidief en voor de beoordeling van de werkzaamheid van DC vaccinatie met behulp van WT1 mRNA-transfected autologe dendritische cellen van patiënten met acute myeloid leukemie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds de VLK. UA levert aan de VLK de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Vigor F I Van Tendeloo
Rol van wild type en mutant small heat shock proteïne HSPB8 in axonale homeostase. Universiteit Antwerpen
Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • VIB DMG - Perifere Neuropathieën
Onderzoekers: • Delphine Bouhy
Rol van vrij-levende protozoa en biofilm vorming in de evolutie en persistentie van voedselpathogenen in natuurlijke en voedsel-gerelateerde omgevingen Universiteit Gent Abstract: Het project bestudeert de mechanismes die bijdragen tot persistentie van bacteriën in biofilms en identificeert de genen met een synergistisch en antagonistisch effect. Verder wordt de impact van vrij-levende protozoa op de vorming van bacteriële biofilms en de persistentie van bacteriën voor het protozoaire grazen geëvalueerd. Organisaties: • Vakgroep Veterinaire volksgezondheid en voedselveiligheid
Onderzoekers: • Kurt Houf
Rol van vitamine D status op skeletspier functie bij COPD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Rol van vitamine D status op lokaal luchtwegen aangeboren immuunresponsin COPD KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Rol van VEGF en stroomafwaartse transcriptionele regulatoren in normale en kwaadaardige hematopoietische stamceldifferentiatie Universiteit Gent Abstract: We onderzoeken de rol van VEGF en stroomafwaartse transcriptionele regulatoren tijdens hematopoiese en leukemische transformatie. Hierbij maken we gebruik van in vitro culturen voor hematopoietiche stamceldifferentiatie en van in vivo experimenten aan de hand van transgene muis modellen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Jody Haigh
Rol van vasculaire endotheliale groeifactor (VEGF) in filtratiefalen. KU Leuven Abstract: In 30-50% of the cases, glaucoma filtration surgery fails due to excessive post-operative scarring. In this study, we will investigate whether glaucoma and filtration surgery are associated with increased aqueous levels of VEGF. Expression of VEGF-receptors Flt-1 and KDR will be analyzed in cultured Tenon fibroblasts. The effect of VEGF on Tenon fibroblastsin vitro will be determined using a proliferation assay.This project will investigate the hypothesis that VEGF plays an important rolein scar formation after glaucoma filtration surgery and might be a target for improving outcome after filtering surgery. Organisaties: • Onderzoeksgroep Oogziekten
Onderzoekers: • Ingeborg Stalmans
Rol van tumor necrosis factor op natural killer T cel functie en survival in een proefdiermodel van spondyloartropathie Universiteit Gent Abstract: De rol van tumor necrosis factor (TNF) op de functie en overleving van natural killer T (NKT) cellen zal bestudeerd worden, zowel in gezonde dieren als in een proefdiermodel van spondyloartropathie. De rol van NKT cellen in dit ziektemodel zal bestudeerd worden dmv muis mutanten die geen NKT cellen hebben en door specifieke activatie van deze cellen dmv glycolipiden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Marc De Vos • Dirk Elewaut
Rol van transportine-SR2 in HIV-gemedieerde nucleaire import. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Moleculaire Virologie en Gentherapie
Onderzoekers: • Zeger Debyser • Frauke Christ
Rol van transient receptor potentiaal (TRP) receptoren en intersitiële cellen in de fysiologie en pathofysiologie van de urogenitale organen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Thomas Voets • Dirk De Ridder • Jan Deprest
Rol van T-cellen en macrofagen bij nier en lever ischemie/reperfusie beschadiging. Universiteit Antwerpen Abstract: Rol van T-cellen en macrofagen bij nier en lever ischemie/reperfusie beschadiging. Organisaties: • Nefrologie • Laboratorium Experimentele geneeskunde en Pediatrie (LEMP)
Onderzoekers: • Dirk Ysebaert • Marc De Broe
Rol van TAOK3 in de IRE-1-dependente ER stress respons. Universiteit Gent Abstract: Het endoplasmatisch reticulum (ER) is verantwoordelijk voor de correcte vouwing van nieuw gevormde eiwitten en hun posttranscriptionele modificatie. Eiwitten die verkeerd gevouwen zijn, hopen zich op in het ER, verbruiken hierbij (be)geleidende moleculen en dit leidt tot activering van 3 ER Stress sensoren: ATF6, PERK en IRE1. IRE1 is de meest instandhoudende sensor en heeft 2 katalytische functies: een transactiverende kinase activiteit waarbij het endonuclease domein resulteert in XBP1 activatie. XBP1 is een downstream transcriptiefactor die zorgt voor een inductie van genen die verantwoordelijk zijn voor een toename van eiwitvouwing en de herstelling van homeostase in het ER. Recente bevindingen suggereren echter dat IREI ook leidt tot de activering van MAP-kinasen zoals JNK, die zorgen voor een eventuele koppeling van ER stress aan inflammatie, autofagie en apoptose. In dit project zullen we de verder de moleculaire biologie van deze route uitgebreid verkennen; meer specifiek de TAOK3 (duizend en een kinase 3, een kinase koppeling: IREI aan JNK activatie) en nagaan waarom het tekort aan deze kinase een grote invloed heeft op de cellen van het immuunsysteem. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Rol van stamcellen uit beenmerg in regeneratie van de betacel massa bij experimentele diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Transplantatie van betacellen geïsoleerd uit donorpancreata is een veelbelovende therapie voor type 1 diabetes. Het tekort aan humane pancreasdonoren vormt echter een belangrijke hinderpaal voor de ontwikkeling van deze therapeutische strategie en voor haar toepassing op brede schaal. Daarom wordt gezocht naar alternatieve bronnen van insuline-producerende cellen voor transplantatie. Adulte beenmerg-afgeleide stamcellen zijn zo een mogelijke alternatieve bron van insuline-producerende cellen met belangrijke klinische relevantie aangezien ze autologe transplantatie toelaten. Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG • Nico DE LEU
Rol van specifieke histondeacetylases tijdens leverstellaatcelactivatie en fibrogenese. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de laatste twee decennia werd een grote vooruitgang geboekt in de kennis van het fibroseproces. In de eerste plaats door de identificatie van de stellaatcel als effectorcel van dit pathologische proces, maar ook door de identificatie van door stellaatcellen gesecreteerde mediatoren, matrixmoleculen, proteasen en hun inhibitoren in het wondhelingsproces van de lever. De activatie van leverstellaatcellen is de dominante factor in leverfibrogenese en gaat gepaard met hun transdifferentiatie naar contractiele myofibroblastachtige cellen (4). Inhibitie van dit proces kan dus een belangrijk doelwit zijn voor de therapeutische interventie in leverfibrogenese en meer algemeen fibroproliferatieve aandoeningen. In deze context dient vermeld te worden dat in de laatste 10 jaar stellaatcellen in vele organen werden beschreven, waardoor de studie van dit celtype de grenzen van de hepatologie overschrijdt. Het moleculaire mechanisme van stellaatcelactivatie is slechts ten dele gekend. Het ontrafelen van dit mechanisme, zou een belangrijke stap zijn in de ontwikkeling van een efficiënte antifibrogene therapie. Er is reeds aangetoond dat histondeacetylase (HDAC)-inhibitoren het activeringsproces van stellaatcellen kunnen remmen (5). De activiteiten van HDACs en histonacetyltransferasen (HATs) houden elkaar in evenwicht. De HATs acetyleren lysineresiduen van histoneiwitten, en verhogen daardoor de transcriptionele activiteit. De HDACs deacetyleren histoneiwitten, waardoor transcriptie onderdrukt wordt. Door de eerdere resultaten bekomen in het laboratorium (5) is het dus denkbaar dat stellaatcelactivatie HDAC-activiteit vereist. Over de precieze rol van de individuele HDACs, HDAC-complexen of hun doelwitten, tijdens stellaatcelactivatie is verder nog niets gekend. Momenteel lopen er wel verschillende klinische studies (fase I/II) waarin HDAC-inhibitoren, worden getest als antikankergeneesmiddel. De resultaten van deze studies zijn nog zeer preliminair. Een eerste vaststelling is wel dat de initiële waarnemingen uit preklinische studies, namelijk dat de HDAC-inhibitoren weinig toxisch zijn in vergelijking met de traditionele anti-tumorbehandelingen, bevestigd worden (6, 7). Het gebruik van HDAC-inhibitoren als mogelijk antifibrotisch middel, is dus een belangrijke te onderzoeken mogelijkheid en zal deel uitmaken van het voorgestelde project. Helaas zijn er nog steeds geen echt specifieke HDACinhibitoren beschikbaar en is het dus aangewezen om ook fundamenteel onderzoek te verrichten naar het onderliggende mechanisme van HDAC-afhankelijke stellaatcelactivatie in vitro en in vivo. Referenties 1.Leask A., Abraham D.J., TGF-beta signaling and the fibrotic response. Faseb J 2004, 18, 816-827. 2.Pinzani M., Rombouts K., Colagrande S.,
Fibrosis in chronic liver diseases: diagnosis and management. Journal of Hepatology Management of Liver Diseases 2005 2005, 42, S22-S36. 3.Arthur M., Meeting of the proposed EuroGOLF network. European Group on Liver Fibrosis (EUROGOLF). Chilworth Conference Centre Southampton UK, 1995. 4.Friedman S.L., Bansal M.B., Reversal of hepatic fibrosis -- fact or fantasy? Hepatology 2006, 43, S82-88. 5.Niki T., Rombouts K., De Bleser P., De Smet K., Rogiers V., Schuppan D., Yoshida M., Gabbiani G., Geerts A., A histone deacetylase inhibitor, trichostatin A, suppresses myofibroblastic differentiation of rat hepatic stellate cells in primary culture. Hepatology 1999, 29, 858-867. 6.Minucci S., Pelicci P.G., Histone deacetylase inhibitors and the promise of epigenetic (and more) treatments for cancer. Nat Rev Cancer 2006, 6, 38-51. 7.Hellebrekers D.M., Griffioen A.W., van Engeland M., Dual targeting of epigenetic therapy in cancer. Biochim Biophys Acta 2006. Organisaties: • Celbiologie en Histologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Leonardus VAN GRUNSVEN
Rol van SnRK1-signalering in de plant respons op Plasmodiophora brassicae infectie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Filip Rolland • Sander Hulsmans
Rol van Smad1/5 gemedieerde TGF/BMP signalering in lymfevaten ontwikkeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Lab Biochemische Neuro-endocrinologie
Onderzoekers: • Johannes Creemers • Pieter Stijnen
Rol van Sirtuin 1 in pancreas exocriene celdifferentiatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onderzoek van pancreas acinaire celdifferentiatie is belangrijk gezien de gededifferentiëerde acini vermoedelijk aan de basis liggen van pancreaskanker, maar ook omdat deze celpopulatie een bron is van nieuwe beta-cel vorming in vitro. Studies van acinaire celdifferentiatie hebben zich voornamelijk gericht op het ontrafelen van een transcriptiefactor netwerk dat de acinaire cellijn determineert tijdens de embryonale ontwikkeling en dat de stabiele differentiatie als functionele enzyme-secreterende acini regelt. Er is echter weinig inzicht in de epigenetische regulatie van deze genexpressie. Sirtuines, een klasse van histon-deacetylases die ook niet-histonen als doelwitproteïnes hebben, zijn nooit in deze context bestudeerd. Sirtuines worden geïnhibeerd door nicotinamide, een eindproduct van hun katalytische reactie. Wij vonden dat nicotinamide zorgt voor een sterk behoud van acinaire cendifferentiatie in vitro. Wij wensen de expressie en de werking van sirtuines in dit cultuursysteem te bestuderen, en de proteines te identificeren die worden gedeacetyleerd en dus cruciaal zijn voor acinaire dedifferentiatie. Het doel van deze studie is ook de expressie en de rol van sirtuines na te gaan in de embryonale fase. Zowel effecten op sirtuine activiteit als expressie zullen worden nagegaan, respectievelijk door het gebruik van een gekende inhibitor en activator van sirtuines, en anderzijds een transgeen muis model met conditionele sirtuine deficiëntie en lentivirale gentransfer. Dit onderzoek zal nieuwe inzichten creëren in de epigenetische regulatie van acinaire celdifferentiatie. Organisaties: • Pathologische Anatomie
Onderzoekers: • ILSE ROOMAN
Rol van silent Kv subeenheden in DRG neuronen. Universiteit Antwerpen Abstract: Spanningsgevoelige K+ kanalen komen algemeen voor in cellen. Een volledig geassembleerd K+ kanaal is een tetrameer van ¿subeenheden. Op basis van homologie kunnen spanningsafhankelijke K+ kanalen onderverdeeld worden in verschillende (sub)families. De Kv familie telt 11 subfamilies. Alle tot nu toe gekende "silent" Kv subeenheden vormen functionele heterotetramere kanalen met de Kv2.x subeenheden waarbij ze de biofysische eigenschappen van Kv2 wijzigen. Met yeast-two-hybrid is ook een associatie van de silent Kv6.3, Kv10.1 en Kv11.1 subeenheden met Kv3.1 en Kv5.1 gevonden. Met behulp van elektrofysiologische experimenten zullen we nagaan of deze associaties functioneel aantoonbaar zijn in vivo. Hiernaast zal getracht worden dit moleculair te bevestigen met FRET en co-immunoprecipitatie experimenten. Kv2 subeenheden komen in nagenoeg alle neuronale weefsels voor, terwijl "silent" subeenheden een specifieker expressiepatroon vertonen. Door RT-PCR zal de expressie van "silent" Kv subeenheden in DRG neuronen bepaald worden. De rol van de geïdentificeerde "silent" Kv subeenheden op de elektrische eigenschappen van de DRG neuronen zal met behulp van de patch-clamp techniek nagegaan worden. Dit zal in eerste instantie gebeuren door biofysische parameters zoals kinetica en spanningsafhankelijkheid van de natieve Kv2 stromen te karakteriseren. In de "current clamp" mode zal de rol van de aanwezige silent Kv subeenheden in de actiepotentiaal en de afvuurfrequentie van de DRG neuronen nagegaan worden. Vervolgens zal de functie van de aanwezige "silent" Kv subeenheden bevestigd worden door overexpressie of RNAi. De functie van Kv6.3 zal op een complementaire manier nagegaan worden door een gedragsstudie op Kv6.3 overexpressie muizen uit te voeren en vervolgens de muis DRG neuronen te isoleren en een elektrofysiologische analyse, vergelijkbaar met deze op wild-type DRG neuronen, uit te voeren. Met dit project zal een beter inzicht verkregen worden in de associatie, distributie en fysiologische rol van "silent" Kv subeenheden. De functie van Kv6.3 zal op een complementaire manier nagegaan worden door een gedragsstudie op Kv6.3 overexpressie muizen uit te voeren en vervolgens de muis DRG neuronen te isoleren en een elektrofysiologische analyse, vergelijkbaar met deze op wild-type DRG neuronen, uit te voeren. Met dit project zal een beter inzicht verkregen worden in de associatie, distributie en fysiologische rol van "silent" Kv subeenheden. Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Onderzoekers: • Dirk Snyders • Elke Bocksteins
Rol van sensorische TRP kationenkanalen in viscerale nociceptie en hypersensitiviteit KU Leuven
Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • N. N. • Guy Boeckxstaens
Rol van sensoriële TRP kanalen in the arteriële functie. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Ionenkanaalonderzoek
Onderzoekers: • Karel Talavera Pérez
Rol van sensoriële transient receptor potential kationenkanalen in de pathofysiologie van het respiratoir systeem. KU Leuven Abstract: Respiratoire functie wordt gereguleerd door sensorische input gegenereerd door receptoren in de luchtwegen. Op die manier wordt de controle behouden over de ademhalingsdynamiek en het verdedigingssysteem van de longtegen bv. blootstelling aan schadelijke chemische stoffen en sterke temperatuur schommelingen. Dergelijke factoren kunnen leiden tot specifiekereflexen zoals hoesten, mucus productie, ontsteking van de luchtwegen en luchtwegobstructie, wat mogelijks kan leiden tot allergisch rhinitis en astma. De ademhalingsreflexen die de zenuwban van de luchtwegen stimuleren zijn vrij goed beschreven, maar de aard van de moleculaire receptoren van stimulerende en sensibiliserende factoren zijn veel minder begrepen. In dit project onderzoeken we hoe TRP kanalen betrokken zijn bij de regulering van het ademhalingssysteem. De TRP kanalen zijn een superfamilie van kationkanalen, die functioneren als moleculaire sensoren en integratoren van verscheidene fysische en chemische stimuli. Wij gaan h Organisaties: • Laboratorium voor Ionenkanaalonderzoek
Onderzoekers: • Jeroen Vanoirbeek • Karel Talavera Pérez
Rol van schildklierhormonen in retinotectale axonregeneratie bij de adulte zebravis KU Leuven Abstract: Beschadiging van het centraal zenuwstelsel (CZS) leidt bij volwassen zoogdieren tot blijvende defecten door het tekort aan regeneratieve capaciteit. Schildklierhormonen (THs), gekend voor hun sleutelrol tijdens de ontwikkeling en maturatie van het CZS, werden recent naar voor geschoven als moleculen die regeneratie kunnen beïnvloeden. Verschillende studies hebben een positief effect van THs op de regeneratie van het perifeer zenuwstelsel aangetoond. Studies naar de rol van THs tijdens in vivo regeneratie van het volwassen CZS zijn echter schaars. Aangezien de optische zenuw (OZ) van de zebravis een makkelijk toegankelijk deel van het CZS is dat spontaan regenereert na beschadiging, wordt deze vaak gebruikt om moleculen te identificeren die belangrijk zijn bij CZS-regeneratie. Wij hebben het effect onderzocht van een verlaagde T3signalisatie op de regeneratie van de beschadigde OZ bij de volwassen zebravis.Hierbij hebben we eerst aangetoond dat de reïnnervatie van het optisch tectum(OT Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Rol van regulatoire T-cellen en IL-13 bij de behandeling van chronischeinflammatoire darmziekten en darmfibrose. KU Leuven Abstract: De ziekte van Crohn en colitis ulcerosa zijn chronische ontstekingsziekten van de darm, gekend onder de naam inflammatoire darmziekten. Heel wat patiënten met de ziekte van Crohn ontwikkelen, door de langdurige ontsteking, vernauwingen en verlittekening in de darm, wat ook darmfibrose wordt genoemd. Er bestaan tegenwoordig al vele mogelijkheden om de ziekteonder controle te brengen met ontstekingsremmende medicatie, maar geen enkele van deze behandelingen is in staat om het optreden van darmfibrose te voorkomen. Bovendien bestaan er geen goede behandelingen voor darmfibrose. Daarom hebben we in dit doctoraatsproject een diermodel in muizen ontwikkeld, waarbij er een afwisseling is tussen periodes van herval (ziekteactiviteit) en remissie (afwezigheid van ontsteking). In dit chronisch muizenmodel hebben we darmfibrose bestudeerd om zo meer inzicht te verwerven in de oorzaken van darmfibrose en om zo mogelijke aanknopingspunten te vinden voor het voorspellen, vroegtijdig opsporen en beha Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Gert Van Assche • Jan Ceuppens • Christine Breynaert
Rol van receptor signalisatie op functionaliteit van macrofagen tijdens infectie en regulatie van immuunfuncties. Universiteit Antwerpen Abstract: De doelstelling van dit project is om nieuwe mechanismen te identificeren voor modulatie van macrofagen tijdens activatie van het immuunsysteem en tijdens infectie met pathogenen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Paul F R C M Cos • Peter Delputte • Marjorie De Schryver
Rol van reactieve zuurstofintermediairen en antioxidans enzymen in de pathogenese van glomerulaire en interstitiële fibrose bij nierinsufficiëntie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Reactieve zuurstofradicalen spelen waarschijnlijk een belangrijke rodl in het ontstaan van glomerulosclerose. In een aantal experimentele modellen van chronisch nierfalen bij de rat worden een verhoogde productie van ROI en een verminderde antioxidans status waargeneomen.
toediening van vitamine E en/of de ACE inhibitor, enalapril, leidt toto een verbetering van de glomerulosclerose met ongeveer 50% tegelijkertijd wordt bescherming van de activiteit van antioxidans enzymen in de totale cotex en/of glomeruli waargenomen. teneinde sneer de invloed van medicatie op de glomerulosclerose n op de antioxidans status te kunnen bestuderen, onderzoeken we een muizenmodel, waarbij reeds na 20 dagen glomerulosclerose optreedt doelsteelingen van dit project: 1) ontwikkelen van een muizenmodel met glomerulosclerose om snel de invloed te kunnen onderzoeken van medicatie met ROI scavenger eigenschappen op antioxidans status en matrixvorming. Dit kan zowel inzicht bieden in de mechanismen die leiden tot sclerose als tot nieuwe benaderingen in de preventie van nierinsufficiëntie. 2. Rechtstreeks aantonen van ROI in vivo . 3) Meten van de concentratie van GSH en geperoxideerde lipiden in cortex en glomeruli als maat voor de aanwezigheid van ROI; aantonen van geperoxideerde lipiden op de antioxidans status en de ontwikkeling van sclerose in rattenmodellen van chronisch nierfallen. Verbetern van de techniek om RNA te isoleren uit glomeruli aangetast door sclerose. Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten • Anatomie
Onderzoekers: • CHRISTIANE VAN DEN BRANDEN • DIERIK VERBEELEN
Rol van polariserende analogen van aplha-galactosylceramide op de antivirale immuunrespons bij cytomegalie virus infecties Universiteit Gent Abstract: Dit project zal leiden tot nieuwe inzichten in het potentieel van gepolariseerde ?-GalCer analogen tijdens virale infecties, in het bijzonder mCMV, en wat de onderliggende mechanismen hiervan zijn. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Rol van Pituitary Adenylyl Cyclase-Activating Peptide (PACAP) bij patiënten met nefrotisch syndroom. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Kathleen Freson • Christel Van Geet • Lambertus van den Heuvel
Rol van pink1, een Parkinson gerelateerd gen, in mitochondiën en synaptische activiteit. KU Leuven Abstract: Mitochondriën zijn dynamische organellen betrokken bij ATP productie, bufferen van Ca en apoptose. Genetische studies van neuromusculaire juncties in Drosophila hebben aangetoond dat synapsen zonder mitochondriën een defect vertonen om een reserve poel (RP) van vesicles te mobiliseren. Deze defecten zijn een ATP afhankelijk proces. Innbsp;mutanten, een gen betrokken bij overerfbare Parkinson, is er ook een RP defect waargenomen, waarschijnlijk omdat het membraan van de mitochondriën in deze mutanten niet meer gedepolarizeerd is omwille van een verminderde Complex I functie en dus een verminderde oxidatieve fosforylatie. Met dit voorgestelde project willen we een beter inzicht krijgen in de rol van pink1 op synaptische mitochondriën en de etiologie van Parkinson beter begrijpen. We willen dit op twee manieren bewerkstelligen: 1) begrijpen hoe Pink1 inwerkt op Complex I. We ondernemen daarom een functionele rescue vannbsp;fenotypen met gist Complex I om te testen of Complex I de directe Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Sven Vilain • Patrik Verstreken
Rol van peroxisomen in inflammatoire responsen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cellulair Metabolisme
Onderzoekers: • Myriam Baes
Rol van peroxisomen in inflammatoire responsen Universiteit Gent Abstract: Peroxisomen zijn cellulaire organellen die de vorming en afbraak van bepaalde lipiden uitvoeren. We veronderstellen dat peroxisomale ?oxidatie kan interfereren met immuunreacties. Daarom zal de rol van het peroxisomale metabolisme in modelsystemen van neuronale inflammatieprocessen, chronische luchtwegontsteking en sepsis worden geanalyseerd. We zullen gebruik maken van algemene en conditionele MFP2-knockout muizen. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert • Dmitri Krysko
Rol van peroxisomen in de darm bij ziekte en gezondheid KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Lipidenbioch.& Proteïnen-interactie
Onderzoekers: • Myriam Baes • Paul Van Veldhoven
• Petruta Lavinia Morvay
Rol van periostine en integrine-av in volwassen muis enmenselijke hematopoiese KU Leuven Abstract: For past more than three years at KU Leuven, I carriedout research on the homing mechanisms ofhematopoietic stem cells and provided proof of principlethat homing potential of HSCs can be increased bymanipulating HSC culture protocols. I would like tocontinue the research on a rather focussed project forwhich I gathered preliminary data. In short I would like tounderstand how an HSC niche factor Periostin regulatesHSC function. In addition, this project would address howoutside-in signaling activated by binding of Periostin to itsreceptor Integrin-av leads to cell cycle regulation inHSCs. Insights in these processes will lead us to bettermethods of HSC culture with an aim to alter cell cyclestatus without depleting their stemness. Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Rol van perifere klokgenen in de circadiane regulatie van het hongerhormoon ghreline. KU Leuven Abstract: Het circadiaan systeem zorgt ervoor dat alle fysiologische processen uitgevoerd worden op het optimale tijdstip van de dag. Terwijl vele van deze processen worden gereguleerd door een cricadiane klok in de hersenen,zouden circadiane functies met betrekking tot eten kunnen afhangen van een afzonderlijk kloksysteem, dat zich mogelijk bevindt in de ghreline-secreterende cellen. Ghreline is een hongerhormoon dat wordt vrijgegeven door de maag en de frequenties van maaltijden bepaalt, door te stijgen voor en te dalen na voedselinname. Bovendien fluctueren ghreline waarden in het bloed op een diurnale manier met een piek overdag en een dal 's nachts. Dit project heeft als doel om the onderzoeken of de syntheseen de ritmiciteit van ghreline inderdaad gecontroleerd worden door perifere klokgenen in de ghreline-secreterende cel. Om dit te onderzoeken, zullen we zowel beroep doen op een ghreline-producerende cellijn als op een muismodel, waarbij we klokgenexpressie moduleren door voedingsritmes Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Inge Depoortere • Jorien Laermans
Rol van PAI-1 en TAFI in de aetiology van IBD en als prognostische merker en/of therapeutisch target om veneuze tromboembolisme in IBD patiënten te voorkomen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • L_Farma_biol
Onderzoekers: • Séverine Vermeire • Ann Gils • Marc Hoylaerts • Lize Bollen
Rol van PACAP bij patiënten met nefrotisch syndroom. KU Leuven Abstract: Deze studie onderzoekt de rol van PACAP (pituitary adenylate cyclase-activating polypeptide) deficiëntie bij patiënten met een nefrotisch syndroom. PACAP is een neuropeptide dat vermoedelijk een rol speelt als inhibitor van de productie, activering en functie van bloedplaatjes. Sommige studies tonen ook een protectief effect aan van PACAP op de proximale niertubuli. Patiënten met een nefrotisch syndroom hebben een gedaalde plasmaconcentratie van PACAP wegens verlies hiervan via de urine. Als hypothese stellen wij dat in ernstige nefrotische syndromen de PACAP deficiëntie in het plasma een toename van de megakaryopoiësis en een bloedplaatjesactivatie veroorzaakt, wat zorgt voor een gestegen risico op trombose bij deze patiënten. Bovendien zou PACAP deficiëntie in de peritubulaire capillairen een nadelig effect kunnen hebben op de proximale tubulaire functie en mee aan de basis kunnen liggen van de progressie van interstitiële nierschade.Om deze hypothese te toetsen, hebben we drie hoofd Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Kathleen Freson • Christel Van Geet • Elena Levtchenko • Benedicte Eneman
Rol van oxidatieve stress en heat shock protein 70 in chronische hittestress bij vleeskippen Universiteit Gent Abstract: In aride gebieden is hittestress een vaak voorkomend probleem bij snelgroeiende vleeskippen. Er zijn aanwijzingen dat oxidatieve stress hierin een rol speelt en de toediening van antioxidanten via de voeding hierbij bescherming kan bieden. Dit zou mogelijk gemedieerd worden door heat shock proteins. Dit project beoogt hierin meer inzicht te verwerven. Organisaties: • Vakgroep Dierlijke productie
Onderzoekers: • Stefaan De Smet
Rol van ontwikkelingsprocessen in de virulentie van humane pathogenen : van moleculaire mechanismen tot nieuwe therapeutische doelwitten Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is om de regulatorische mechanismen betrokken bij de belangrijkste microbiële ontwikkelingsprocessen op te helderen. Om dit doel te bereiken hebben we een consortium bestaande uit zeven Belgische partners en één internationale partner samengesteld. Deze acht teams zullen gezamenlijk de taken uitvoeren die ondergebracht werden in zes werkpakketten (WP) : WP1 : Ontwikkeling en/of optimalisatie van technologieën WP2 : De rol van nutrient sensing in de ontwikkeling van mono- en multispecies biofilms
WP3 : Persistentie WP4 : De rol van sRNA en eiwitten die interageren met sRNA in microbiële ontwikkelingsprocessen WP5 : De rol van intercellulaire communicatie in microbiële ontwikkelingsprocessen WP6 : Differentiatie van en infectie door ?-Proteobacteria Organisaties: • Vakgroep Farmaceutische analyse
Onderzoekers: • Tom Coenye
Rol van ontkoppeld eNOS in hartfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: De rol van ontkoppeld eNOS neemt de laatste jaren aan belang toe in de cardiopathogenesis van het hartinfarct en endotheeldisfunktie. Recent toonde dr. Moens aan in 2 Circulation-publicaties dat ontkoppeling van eNOS voorkomen en omgekeerd kan worden. In dit project zullen de moleculaire mechanismen die leiden tot ontkoppeld eNOS verder onderzocht worden. Tevens zal in dit project de extrapolatie gemaakt worden van deze bevindingen naar andere cardiologische ziektebeelden zoals chemotherapie-geïnduceerd hartfalen en ischemische cardiomyopathie. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR) • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Christiaan Vrints • Johannes Bogers
Rol van nutrienten en smaak in hersen-darm signaalgeving en in modulatie van emoties KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • TARGID
Onderzoekers: • Jan Tack • Lukas Van Oudenhove • N. N. • Jessica Biesiekierski
Rol van NOD-like receptoren in cytokine en chemokine productie Universiteit Gent Abstract: NLRs komen tot expressive in verschillende immuuncellen. Om hun rol in deze celtypes te bestuderen, zullen we hun rol in de secretie van cytokines en chemokines bepalen in macrofagen, dendritische cellen, T en B lymfocyten en in epitheelcellen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Mohamed Lamkanfi
Rol van nieuwe neurerin liganden in de ontwikkeling van synaptische connectiviteit KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Joris de Wit • Giuseppe Condomitti
Rol van N-cadherine bij invasie Universiteit Gent Abstract: Opregulatie van N-cadherine wordt waargenomen in een aantal invasieve tumorcellen. Wij zullen pogen invasie en apoptose te moduleren door te interfereren met de expressie of met de functie van N-cadherine. De middelen zijn: neutraliserende peptiden, monoclonale antistoffen en tyrosine kinase inhibitoren. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan de rol van P-cadherine afkomstig van myo-epitheelcellen. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke
Rol van natural killer T cellen in de fysiopathologie en behandeling van experimentele artritis Universiteit Gent Abstract: Stimulatie van invariante NKT (iNKT) cellen heeft gunstige effecten in verscheidene auto-immuunziekten (die vnl door activatie van Th1 cellen wordt gekenmerkt). Naargelang de stimulatie door verschillende synthetisch analogen van xGalCer (een gekende iNKT activator) kan de Th respons gepolariseerd worden naar een Th1- versus Th2-respons. Op deze manier willen we nieuwe therapeutische strategieën ontwikkelen op het vlak van autoimmuniteit. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Rol van Natural Killer T cellen en CD4+CD25+ regulatoire T cellen in chronische autoimmune artritis Universiteit Gent Abstract: Met dit onderzoeksvoorstel willen we de rol van Natural Killer T cellen en CD4+CD25+ regulatoire T cellen in een gevalideerd dierenmodel voor reumatoide artritis, het collagen Induced Arthritis (CIA) model, bestuderen. Daarnaast zal ook de ontwikkeling en homeostase van deze 2 celpopulaties in pathologische en fysiologische toestand onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Rol van Nanos en Pumilio familyleden in kankerprogressie Universiteit Gent Abstract: Transgene muizen met conditionele expressie van Nanos of PUM eiwitten zullen worden gekruist met welbekende muiskankermodellen om alzo het effect van ectopische Nanos/PUM-expressie op tumorprogressie te analyseren. Veranderingen in de eiwitexpressiepatronen onder invloed van tumor-geassocieerd Nanos/PUM zullen worden geïdentificeerd. Transcriptiefactor- en miRNA-netwerken die de expressie van Nanos en PUM reguleren zullen worden bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Rol van Nanos-3 in kankerprogressie Universiteit Gent Abstract: Metastasering is de hoofdoorzaak van kanker-gerelateerde sterfgevallen. Wij vonden evidentie voor een belangrijke rol van het nieuw ontdekte eiwit hNanos-3 in kankeruitzaaiing. Drie verschillende benaderingen zullen worden gevolgd om de mogelijke rol van hNanos-3-expressie in kwaadaardige ontaarding van long- en prostaatkankers te analyeren: genetische gemodifieerde tumormuismodellen, identificatie van moleculaire interactiepartners, en karakterisering van doelwittranscripten die voor sleuteleiwitten coderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Rol van myeloïde suppressor cel (MDSC) subpopulaties in tumor-geassocieerde immunosuppressie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Situering van het project Dankzij de ontdekking van tumorantigenen is immunotherapie van kanker de voorbije jaren een steeds belangrijker onderzoeksdomein geworden. Hoewel duidelijk aangetoond werd dat immuniteit tegen tumorantigenen opgewekt kan worden in kankerpatiënten met behulp van verschillende therapeutische benaderingen, zijn betekenisvolle klinische resultaten tot nu toe zeldzaam. Eén van de problemen bij het induceren van een efficiënte anti-tumor immuunrespons is de mogelijke aanwezigheid van zogenaamde CD11b+Gr-1+ myeloïed-afgeleide suppressor cellen ("Myeloid-derived suppressor cells" of MDSC) in het perifeer bloed en de lymfoïede organen van kankerpatiënten en tumordragende muizen1-3. Zo werd in onze onderzoekseenheid een correlatie gevonden tussen de progressie van subcutane BW-Sp3 en EG7 T-cel lymfoma tumoren en de expansie van CD11b+Gr-1+ MDSC in de milt4-6. Recente bevindingen van ons labo toonden voor het eerst aan dat MDSCs kunnen onderverdeeld worden in 2 belangrijke subpopulaties, gebaseerd op de differentiële expressie van de Ly6G oppervlaktemerker. Magnetische opzuivering van Ly6G- en Ly6G+ MDSCs, in combinatie met morfologische analyse en de expressie van oppervlaktemerkers, identificeerden een CD11b+Ly6G-F4/80+CD115+ monocytaire MDSC fractie (MO-MDSC) en een CD11b+Ly6G+F4/80CD115- neutrofiele polymorfonucleaire MDSC fractie (PMN-MDSC)6. Zowel MOMDSCs als PMN-MDSCs ondrukken antigen-specifieke CD8+ T-cel responsen in vitro, maar gebruiken daartoe verschillende effector molecules en signalisatiewegen. MO-MDSC-gemedieerde suppressie hangt deels (50%) af van de IFN-?/STAT1-geïnduceerde expressie van induceerbaar NO synthase (iNOS). PMN-MDSC-gemedieerde suppressie is daarentegen volledig IFN-?-afhankelijk doch STAT1 en iNOS-onafhankelijk6. Globaal geven onze huidige resultaten een eerste inzicht in de cellulaire compositie en CD8+ T-cel suppressieve functie van MDSC subpopulaties, doch belangrijke vragen omtrent hun effect op CD4+ T cellen, hun moleculair profiel, hun suppressief mechanisme en hun in vivo gedrag blijven onopgelost. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat bovenop de accumulatie van immature MDSC, tevens de efficiënte werking van mature antigen-presenterende dendritische cellen (DCs) aangetast kan zijn in tumordragers7. In deze context, tonen preliminaire data van ons labo een potentiële "cross-talk" tussen MDSCs en milt DCs, resulterend in een sterke productie van het DC-deactiverend cytokine interleukine (IL)-10. Deze data suggereren de intrigerende mogelijkheid dat MDSCs de antitumor T-cel activiteit onderdrukken op 2 manieren: (i) een rechtstreekse interactie met de T cel, en (ii) een inactivering van antigen-presenterende cellen. 2. Doelstelling van het project Dit project beoogt een ontrafeling van de T-cel suppressieve activiteit van MDSC subpopulaties (MO-MDSCs versus PMN-MDSCs) in tumordragende muizen. Dit impliceert in eerste instantie een diepgaand onderzoek naar de bidirectionele interacties tussen MDSC subpopulaties en CD8+ of CD4+ T cellen, resulterend in een gewijzigd moleculair en functioneel profiel van deze drie celtypes. Tevens zal de impact van MDSCs op antigenpresenterende cellen (DCs) geëvalueerd worden. Tenslotte zal nagegaan worden of MDSC-gemedieerde suppressie therapeutisch kan benaderd worden in vivo. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Rol van modulerende subeenheden van K-kanalen in het hart. Universiteit Antwerpen Abstract: Specifieke doelstellingen van het project : 1) Detectie van 'silent' Kv subeenheden in het hart en hun rol bij de traag inactiverende 'delayer rectifier current' bestuderen; 2) Transgene analyse van de fysiologische rol van 'silent' subeenheden; 3) Is de interactie tussen Kv1.5 en KChIP een stabiele interactie en wat zijn de functionele gevolgen? 4) Wat zijn de moleculaire determinanten van de interactie tussen Kv1.5 en KChIP subeenheden ? Organisaties: • Moleculaire biofysica, fysiologie en farmacologie
Rol van microbiële biodiversiteit in de aromatische kwaliteit van artisanale gefermenteerde levensmiddelen Vrije Universiteit Brussel Abstract: 1. Inleiding Fermentatie van levensmiddelen is gebaseerd op de inwerking van nuttige micro-organismen (bacteriën, gisten en/of schimmels) op rauwe grondstoffen afkomstig van landbouw en veeteelt, zoals melk, vlees, vis, granen, groenten en fruit, waarbij de productie van microbiële metabolieten zorgt voor gewijzigde producteigenschappen met betrekking tot textuur, aroma en smaak en een verbeterde houdbaarheid en veiligheid van het geproduceerde voedsel (bvb. Wood, 1997; Leroy & De Vuyst, 2004; Leroy et al., 2006). Dergelijke levensmiddelen zoals kaas, yoghurt, gefermenteerde worst en vis, zuurdesembroden, gefermenteerde groenten en fruit en alcoholische dranken worden van oudsher door de mens geconsumeerd, oorspronkelijk voornamelijk omwille van hun opmerkelijke stabiliteit bij omgevingstemperatuur. Hoewel levensmiddelenfermentatie in bepaalde regio's nog steeds een primaire rol speelt als preservatietechniek, is deze technologische functie in de Westerse wereld (waar gebruik van koeltechniek en voedseladditieven de standaard is) obsoleet geworden. Niettemin genieten gefermenteerde
producten nog steeds een opvallende populariteit en nemen ze vaak een vooraanstaande plaats in het gastronomisch landschap in omwille van hun unieke smaak- en textuureigenschappen. Zij vormen bovendien almaar meer het onderwerp van bescherming op regionaal, nationaal en Europees niveau (zie bvb. de Food Quality Certification, sinds 1992 een officiële erkenning van de Europese Commissie; http://ec.europa.eu/agriculture/foodqual/ quali1_nl.htm). Het wekt daarom geen verwondering dat in binnen- en buitenland bijzonder veel interesse gaat naar streekproducten, die het resultaat zijn van artisanale bereidingen (zie bvb. voor België, de Academie voor Streekgebonden Gastronomie [http://www.asg.be]; voor Frankrijk, Le Guide du terroir, [http://www.leguideduterroir.com/]). 2. Probleemstelling Hedendaagse commerciële starterculturen die gebruikt worden voor industriële productie van gefermenteerde levensmiddelen en dranken zijn armer aan biosynthetisch potentieel in vergelijking met de "wilde" microorganismen die overheersen in spontane, ambachtelijke fermentaties (Leroy & De Vuyst, 2004), wat leidt tot de idee dat onze voeding smaak verliest, minder divers wordt en dus verschraalt. De consument grijpt daarom graag naar levensmiddelen die gekoppeld worden aan streekspecialiteiten en oorsprongsbenamingen (het juridische concept 'Appellation d'Origine Contrôlée' is vooral gekend voor wijn, maar is hier lang niet toe beperkt), waarin ze vertrouwde smaken lijken te vinden. Producenten en kleinhandelaars spelen hier op in door dergelijke elementen, al dan niet terecht, in hun marketingstrategie op te nemen. Centraal staat het concept "artisanaal" dat wordt gekwantificeerd door accurate bepaling van de vorming en stabiliteit (onder invloed van omgevingsfactoren) van de betrokken laagmoleculaire microbiële metabolieten (afkomstig van het energiemetabolisme, het anabolisme en interconversiereacties). De link tussen deze artisanale kwaliteit en de oorspronkelijke microbiota is niet altijd even duidelijk. Deze informatie is evenwel noodzakelijk voor de ontwikkeling van interessante commerciële starterculturen. 3. Doelstelling Onderhavig project zal zich inlaten met het onderzoek naar de relatie tussen de microbiële diversiteit van gefermenteerde levensmiddelen van het artisanale type en de aanwezigheid van bacteriële aromacomponenten die bijdragen tot de eindkwaliteit. Dit impliceert twee benaderingen: (1) staalname van artisanale producten en analyse van de microbiële diversiteit van het gefermenteerde product in functie van de tijd, wat dan gelinkt kan worden aan de organoleptische en sensorische kwalitatieve eigenschappen van het eindproduct, en (2) het uitvoeren van in vitro laboratoriumfermentatie-experimenten ter bepaling van de kinetiek van aromaproducten. Dergelijke informatie is essentieel, indien microbiële culturen dienen samengesteld te worden die aan de verwachtingen (lees: natuurlijk, gezond en veilig voedsel) van de "moderne", veeleisende consument kunnen voldoen. De microbiële diversiteit van gefermenteerde levensmiddelen en dranken op basis van rauwe grondstoffen afkomstig van landbouw en veeteelt omvat zowel bacteriën, gisten als schimmels. Gezien de ervaring van de onderzoeksgroep zal voornamelijk aandacht worden besteed aan met melkzuurbacteriën, azijnzuurbacteriën en staphylococcen geproduceerde fermentatieproducten, doch waar nodig zal de nodige aandacht besteed worden aan gisten en schimmels. De onderzoeksgroep heeft, naast eigen veldexperimenten, contacten met verscheidene onderzoeksgroepen doorheen Europa (Italië, Roemenië, Griekenland, Ghana, Ivoorkust, Ecuador, ...) die in staat zijn plaatselijke artsinaal gefermenteerde levensmiddelen te bemonsteren in samenwerkingsverband. Afhankelijk van de beschikbaarheid van stalen zal voornamelijk worden ingegaan op levensmiddelen die behoren tot de volgende categorieën: zuivelproducten, gefermenteerde vleeswaren, zuurdesems, cacao en chocolade en gefermenteerde groenten. Op elk van deze producten heeft de onderzoeksgroep momenteel projecten lopen. Het onderzoek zal staalnamen (veldexperimenten in binnen- en buitenland), innovatieve microbiële identificaties (cultuurafhankelijk en cultuuronafhankelijk), geavanceerde metabolietbepalingen (chromatografie en massaspectrometrie), genexpressiestudies (o.a. real-time PCR en microroosteranalyse) en statistische analysen (o.a. PCA) omvatten. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Luc DE VUYST • FREDERIC LEROY
Rol van mechanische stress in slapende borstkankercellen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Georg Halder
Rol van matrix metalloproteïnases in de ontwikkeling, overleving en regeneratie van retinale ganglioncellen: inzichten ter behandeling van glaucoom. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons
Rol van macrofagen en T-cellen bij acute ischemische nierbeschadiging en chronische nierinsufficiëntie. Universiteit Antwerpen Abstract: Rol van macrofagen en T-cellen bij acute ischemische nierbeschadiging en chronische nierinsufficiëntie. Organisaties: • Nefrologie • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Marc De Broe
Rol van Ltab in de regulatie van thymische emigratie en perifere homing van Vai NKT cellen Universiteit Gent Abstract: Onderzoekswerk van onze groep toonde aan dat de interactie tussen LTab en LTbR zowel tijdens de foetale ontwikkeling als neonataal noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de Vai NKT cellen. Dit proces is afhankelijk van een interactie tussen LTab en LTbR gedurende de ontwikkeling van de thymus. Deze bevindingen bleken specifiek te zijn voor de ontogenie van Vai NKT cellen, gezien de emigratie van conventionele T cellen onafhankelijk was van LTab-LTbR signalisatie. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Rol van lipopeptiden geproduceerd door Bacillus en Pseudomonas spp. in direct antagonisme en geïnduceerde resistentie tegen rijstpathogenen Universiteit Gent
Abstract: In dit project zal de rol van cyclische lipopeptiden geproduceerd door Pseudomonas and Bacillus stammen in directe biologische bestrijding (antifungale en antibacteriële activiteit) en indirecte biologische bestrijding (inductie van systemische resistentie) worden bestudeerd. Rijst wordt gebruikt als modelplant. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Monica Höfte
Rol van lage densiteit lipoproteïnen op hematopoietische stamcellen in atherosclerose. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Stamcelbiologie en Embryologie
Onderzoekers: • Yingmei Feng
Rol van Kupffer cellen gedurende niet-steriele en steriele inflammatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: De kupffer-cellen in de lever omvatten circa 70% van het totaalaantal mononucleaire fagocyterende cellen in het lichaam. Zij spelen een belangrijke rol bij de klaring van het portale bloed van bacteriën, virussen, bacteriële producten zoals endotoxinen (lipopolysacharidecomponenten van de celwand van gramnegatieve bacteriën, het zgn. LPS) en immuuncomplexen. Bij dit project onderzoeken we de rol van de Kupffer cellen gedurende niet-steriele en steriele inflammatie. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • PATRICK DE BAETSELIER
Rol van inhiberende receptoren in piecemeal en anafylactische degranulatie van basofielen en mast cellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Didier Ebo • Luc De Clerck
Rol van inflammatoire neovascularisatie in betacelregeneratie Vrije Universiteit Brussel Abstract: PROBLEEMSTELLING Wereldwijd lijden ongeveer 250 miljoen mensen aan diabetes mellitus. Voor België wordt de actuele prevalentie geschat op ongeveer 8% en verwacht wordt dat deze zal stijgen tot 10% in 2025 (Vlaamse Diabetes Vereniging / Belgian Diabetes Register). Pathofysiologisch wordt de ziekte ingedeeld in 2 groepen met name diabetes mellitus type 1 en type 2 waarin respectievelijk een auto-immune destructie van de insulineproducerende betacellen en insulineresistentie ter hoogte van de insulinegevoelige weefsels met onvoldoende compensatie van de functionele betacelmassa aan de basis liggen van het ziektebeeld. Diabetes mellitus wordt algemeen gekenmerkt door een verhoogde bloedsuikerspiegel met verhoogd risico op hart- en vaataandoeningen. Orale anti-diabetica en/of insuline-injecties kunnen diabetes slechts in beperkte mate controleren en secundaire complicaties verlagen de levenskwaliteit van de patiënten en betekenen een zware socio-economische belasting. De nood aan nieuwe therapeutische strategieën dringt zich daarom op. Ondanks het succes van transplantatietherapie met endocriene cellen uit donor pancreassen is deze therapie niet op grote schaal toepasbaar wegens een algemeen tekort aan donororganen (Sahu et al., 2009; Shapiro et al., 2006). Een alternatieve strategie is in situ stimulering van betacelregeneratie. Interessante, zij het controversiële, resultaten zijn verkregen met het gebruik van beenmergstamcellen. In muismodellen werd aangetoond dat deze stamcellen de vorming van nieuwe insuline-positieve cellen kunnen initiëren zowel in normoglycemische (Ianus et al., 2003) als diabete muizen (Hess et al., 2003). Bovendien werd een zekere mate van normalisatie van de glycemie geobserveerd zowel in diabete muizen (Hess et al., 2003) als mensen (Couri et al., 2009). De onderliggende mechanismen zijn echter zeer onduidelijk. Terwijl Ianus et al. melden dat getransplanteerde beenmergstamcellen transdifferentiëren in betacellen, geven andere studies aan dat de beenmergstamcellen betacelregeneratie ondersteunen door differentiatie in vasculaire endotheelcellen (Hess et al., 2003) of dat de stamcellen differentiëren in cellen positief voor hematopoïetische merkers (Taneera et al., 2006). Recent toonde onze onderzoeksgroep aan dat injectie van een monoklonale hematopoietische stamcellijn in de pancreas van diabete, betacelgedepleteerde muizen een proces van betacelregeneratie met volledige normalisatie van glycemie initieert (De Leu et al., onder revisie). Deze betacelregeneratie was het gevolg van activering van eilandprogenitorcellen (Xu et al., 2008) en (pre)betacel proliferatie. De rol van de geïnjecteerde beenmergcellen bleek het uitlokken van een inflammatoire reactie met rekrutering van monocyten/macrofagen die neovascularisatie stimuleren (De Leu et al., onder revisie). Aan de hand van interferentie-experimenten werd aangetoond dat dit laatste cruciaal was voor betacelregeneratie. In het kader van dit IWT voorstel willen we enerzijds de inflammatoire reactie verder karakteriseren en anderzijds nagaan of ook met primaire cellen van humane oorsprong een gelijkaardig regeneratieproces kan geïnitieerd worden. Identificatie van (i) cytokines en groeifactoren belangrijk voor betacelprogenitor activering en proliferatie en (ii) alternatieven voor het gebruik van de stamcellijn - die een oncogen constitutief uitdrukt en dus niet kan overwogen worden in klinische trials - kunnen leiden tot nieuwe strategieën om betacelneogenese in vivo te stimuleren. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Rol van immunomodulaire drugs om de effectiviteit te verhogen van een anti-myeloma vaccinatie strategie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Progressie in de behandeling van myeloma opent een venster naar een anti-myeloma vaccinatie strategie ondersteund door een behandeling met immunomodulaire medicijnen (Imid's) zoals lenalidomide. Het effect van Imid's op de immuunsysteem van de myeloompatiënt zijn nog vrij onbekend. Organisaties:
• Immunologie en Microbiologie
Onderzoekers: • HENRI SCHOTS
Rol van hypoxie in de biologie van de dendritische cel en pathogenese van astma Universiteit Gent Abstract: Dendritische cellen (DCs) spelen een centrale rol in herkenning van allergenen en inductie van allergisch astma. Metabole processen zoals hypoxieadaptatie beinvloeden het ontstaan en verloop van inflammatoire aandoeningen. Onze hypothese is dat DCs hypoxie als gevaarsignaal interpreteren in de initiatie van inflammatoire processen. Met behulp van transgene muizen kunnen we de rol van hypoxie in DCs en astma bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Rol van histon deacetylases in de transdifferentiatie van leverstellaatcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In de beschadigde lever ondergaat de stellaatcel (fat-storing cel, Ito cel, peri- of parasinusoidale cel) een proces van transdifferentiatie, dikwijls ook activatie genoemd. Dit proces staat centraal in de ontwikkeling van leverfibrose: de geactiveerde stellaatcel prolifereert en synthetiseerd grote hoeveelheden extracellulaire matrixeiwitten. Onze groep heeft in het voorbije decennium een belangrijke bijdrage geleverd aan de kennis van de biologie van de stellaatcel. Meer en meer komt vast te staan dat ook andere organn zoals huid, long, hart, pancreas, nier en beenmerg, geactiveerde myofibroblasten een centrale rol spelen in fibrogenese. Inhibitie van transdifferentiatie van weefsel-specifieke quiescente fibroblasten is derhalve een antrekkelijke doelwit voor therapeutische interventie in vele fibroproliferatieve ziekten. Gebruik makend van stellaatcellen in cultuur, ontdekten wij dat HDAC inhibitoren sterke antifibrogene eigenschappen bezitten. prof. A. Geerts heeft een lopende samenwerking met Prof. D. Tourwé (Dept. Organische Scheikunde, VUB), gefinancierd middels een mini-GoA, met het oog op het synthetiseren van nieuwe HDAC inhibitoren. Het onderhavige project heeft tot doel om de werkingmechanismen te ontrafelen die aan de basis liggen van de antifibrogene eigenschappen van histone deacetylase inhibitoren. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten • Medische Biochemie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Franciscus SCHUIT • Daniel URBAIN
Rol van histon deacetylase 6 (HDAC6) biji perifere axonale neuropathieën en bij amyotrofische laterale sclerose (ALS). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Ludo Van Den Bosch • Wim Robberecht
Rol van het X-chromosoom in de biologie en prognose van het maligne melanoom. KU Leuven Abstract: Rol van het X-chromosoom in de biologie en prognose van het maligne melanoomDe huidige retrospectieve studie op 'rest'melanoomweefsel kadert in een internationaal project gefinancierd door Melanoma Research Alliance Het cutane melanoom is geassocieerd met een aanzienlijk 2,1 overlevingsvoordeel voor vrouwen, waarbij rekening gehouden wordt met meerdere confounder-variabelen. Wij stelden de hypothese dat sommige van de belangrijke genetische drijvers van melanoom-progressie, en dus ook mogelijkse therapeutische doelwitten, gerelateerd zijn met gonosomen, en meer bepaald met de specifieke genetica van het X-chromosoom.Recentelijk hebben we gevonden dat het verlies van 1 X-chromosoom in vrouwen (en 1 Y in mannen) correleert met slechte overleving. Alle gevallen van X-verlies in vrouwen hadden een effect op de inactieve X. Daarom identificeerden we een lijst van genen (gelegen op het X-chromosoom) die ontsnappen aan de X-inactivatie en ook tot expressie komen op het Y-chromosoom.Het globa Organisaties: • Translationeel Cel- en Weefselonderzoek
Onderzoekers: • Joost van den Oord
Rol van het tumor-gebaseerde stroma in de promotie van kankercel invasie Universiteit Gent Abstract: Kankercel invasie wordt veroorzaakt door specifieke genetische veranderingen en door blootstelling van paracriene signalen van het tumor geassocieerde stroma. Recente rapporteringen van ons labo suggereren dat myofibroblasten in grote hoeveelheden gerecruteerd worden in het stroma van tumoren. Wij zullen de rol van stromale myofibroblasten in de voorziening van contextuele signalen die leiden tot invasie karakteriseren. Organisaties: • Vakgroep Radiotherapie en Experimenteel Kankeronderzoek
Onderzoekers: • Marc Bracke
Rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne "PPR-like 1" als integretor van ethyleensignalisatie met andere signalisatieroutes in Arabidopsis Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne "PPR-like1" te onderzoeken. Preliminaire gegevens wijzen erop dat dit eiwit diverse signaalcascades beïnvloedt. Vooral de interactie ethyleen-ABA-sucrose zal nader bekeken worden. Hierbij zullen moleculairgenetische, fysiologische en analytische technieken (hormoonbepalingen) aangewend worden. Organisaties: • Vakgroep Plantenbiotechnologie en Genetica
Onderzoekers: • Dominique Van Der Straeten
Rol van het pentatricopeptiderepeat proteïne "PPR-like 1" als integrator van ethyleen signalisatie met andere signalisatieroutes in Arabidopsis. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project stellen we een gedetail'eerde analyse van de functie van het PPR-Iike1 eiwit voor. Daarbij staat het ontrafelen van een mogelijke functie als integrator van ethyleen, ABA en suiker signalisatieroutes centraal. Het PPR- like1 gen codeert voor een pentatricopeptide repeat (PPR) eiwit. Het PPR motief werd recent beschreven en blijkt karakteristiek voor een van de grootste genfamilies in het Arabidopsis genoom, met minstens 450 genen (Small en Peeters, 2000). Tot dusver is er relatief weinig bekend over het PPR motief, maar het blijkt wel een relatie te hebben met het frequent voorkomende TPR (tetratricopeptide repeat) motief, dat protelne-bindende eigenschappen vertoont. Dit laatste is ook aanwezig in SPY (spindly), een negatieve regulator van gibberelline respons in Arabidopsis. Recent werd aangetoond dat eiwit-eiwit interacties noodzakelijk zijn voor correcte werking van SPY (Tseng et al., 2001; Izhaki et al. , 2001 ). Zoals voor het TPR motief het geval is, wordt ook voor het PPR motief een dubbele alfa-helix voorspeld a's basis van de eiwiteiwit interacties. Enkele PPR genen werden inmiddels gecloond. In elk van deze gevallen blijkt het genproduct specifiek voor te komen in mitochondria of chloroplasten. Hun functie is vrij heterogeen. Zo bijvoorbeeld is Arabidopsis HCF152, a's homodimeer met RNA-bindende eigenschappen, betrokken in processing van chloroplast psbB-psbT -psbH-petB- petD RNAs (Meierhoff et al., 2003; Nakamura et al., 2003). Analoog is mais CRP1 betrokken in chloroplast petD RNA processing and petD and petA translatie (Fisk et al., 1999). Petunia Rf wardt naar de mitochondria getargeted en kan fertiliteit van cytoplasmatisch mannelijk-steriele planten herstellen (Bentolila et al., 2002). Ook in radijs werden dergelijke restorer genen aangetoond, Orf687 and Rfo, die eveneens coderen voor PPR eiwitten (Koizuka et al., 2003; Brown et al., 2003). Gezien het zeer groot aantal PPR genen, en het feit dat ze in diverse celcompartimenten voorkomen, kunnen vrij divergente functies voorspeld worden. Organisaties: • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Rol van het immuunsysteem in malaria KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Immunobiologie
Onderzoekers: • Philippe Van den Steen • Ghislain Opdenakker • N. N.
Rol van het endothelium en de microcirculatie in de differentiatie tussen gezond en ongezond ouder worden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Hypertensie & Cardiovasc. Epidemiologie
Onderzoekers: • Peter Verhamme • Aernout Luttun • Jan Staessen • Wenyi Yang
Rol van het dystrophine-geassocieerd eiwitcomplex in contractie van leverstellaatcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Portale hypertensie is een gevreesde complicatie van cirrose en wordt gekenmerkt door een verhoogde druk in de vena portae. Het wordt algemeen aanvaard dat leverstellaatcellen (LSC) een centrale rol spelen in de pathogenese van portale hypertensie: door contractie verhogen ze de vasculaire weerstand. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verwerven in de mechanismen die leiden tot contractie van LSC. Opdat een cel contractiele krachten zou kunnen overbrengen zijn er 3 voorwaarden: aanwezigheid van functionele motorproteïnen, een stevig cytoskelet en verankering met de extracellulaire matrix. Wij toonden aan dat er is LSC twee types non-muscle myosine aanwezig zijn die een verschillende lokalisatie en functie hebben. Wij hebben eveneens de expressie van de intermediaire filamenten synemine en syncoiline aangetoond. In skeletspiercellen is het dystrophine-geassocieerd proteïne complex (DAPC) de fysische en functionele link tussen de extracellulaire matrix en actine-myosine filamenten enerzijds en intermediaire filamenten anderzijds. We toonden aan dat verschillende elementen van het DAPC opgereguleerd worden tijdens activatie van LSC. Wij willen nu verder onderzoeken of de toename van de contractiliteit van de LSC mede te wijten is aan de opregulatie van het DAPC, en zo ja via welke mechanisme. Organisaties: • Fysiologie
Onderzoekers: • Hendrik REYNAERT
Rol van het apoplastisch ascorbaat/dehydroascorbaat redox koppel in stress signalisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De basis van dit project is de mogelijke rol van ascorbaat (vitamine C) in de perceptie en overdracht van stressresponsen bij planten. Het beoogt via een integratie van een biochemische, genomische en proteomische analyse een beeld te krijgen van de regulatie van eiwitten betrokken bij het ascorbaatmetabolisme ter hoogte van de plantplasmamembraan tijdens een acute sublethale cadmiumstress. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
Rol van het apoplastisch ascorbaat/dehydroascorbaat redox koppel in heavy metal stress signalisatie. Universiteit Antwerpen Abstract: Rol van het apoplastisch ascorbaat/dehydroascorbaat redox koppel in heavy metal stress signalisatie.
Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Nele Horemans
Rol van het AKT proteïne in de respons op genotoxische stress in humanehuidcellen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Sofie Claerhout • Georg Halder
Rol van hepatitis C virus in angiogenese en metastase van hepatocellulair carcinoma KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium Virologie en Chemotherapie
Onderzoekers: • Sandra Liekens • Mohammed Benkheil
Rol van groeifactor signalisatie in cardiovasculaire veroudering. Universiteit Antwerpen Abstract: De vergrijzing van de bevolking leidt tot nieuwe socio-economische en medische uitdagingen. Veroudering gaat gepaard met stijfheid van hart en bloedvaten wat leidt tot cardiovasculaire aandoeningen. Het onderliggende verouderingsproces is onvoldoende gekend en nieuwe inzichten zijn nodig voor de ontwikkeling van preventieve en curatieve maatregelen. Dit project onderzoekt de rol van twee gekende groeifactor systemen, insuline-like groeifactor (IGF) en neureguline-1(NRG1)/ErbB, in veroudering gerelateerde cardiovasculaire veranderingen. Het beschermende effect van deze systemen is goed beschreven in verschillende cardiovasculaire condities. Nochtans werd een daling in IGF gekoppeld aan een langere overleving. Om deze paradox te ontrafelen, bestuderen we de rol van IGF en NRG1/ErbB in een muismodel met ouderdom gerelateerde hart- en vaataandoeningen. Muizen met versnelde veroudering worden blootgesteld aan levensstijl risicofactoren die de cardiovasculaire veranderingen verergeren. Veranderingen in IGF en NRG1/ErbB signalisatie worden in kaart gebracht. Vervolgens worden de twee systemen in vivo geactiveerd en geremd met behulp van recombinante groeifactoren en specifieke receptor inhibitoren om effecten op cardiovasculaire veroudering te bestuderen. Tenslotte onderzoeken we of fysieke inspanning het verouderingsproces gunstig beïnvloedt via veranderingen in deze groeifactorsystemen. Muizen ondergaan inspanning op een loopband al dan niet onder behandeling met groeifactoren of specifieke receptor inhibitoren. Ter aanvulling onderzoeken we een mogelijk verband tussen de vermelde groeifactorsystemen en de expressie van niet-coderende RNAs (miRs, die fysiologische processen moduleren). Specifieke miRs werden gelinkt aan veroudering en sommige van deze blijken groeifactor signalisatie te beïnvloeden. Deze miRs hebben diagnostisch en therapeutisch potentieel. In elk deel van de studie wordt expressie van deze miRs gelinkt aan groeifactor signalisatie. Een functioneel verband kan in tweede instantie bepaald worden met miR analogen of inhibitoren. Deze studie is de eerste die de rol van IGF en NRG1/ErbB bestudeert in ouderdom gerelateerde cardiovasculaire aandoeningen. In de afgelopen tien jaar hebben IGF en NRG1 zich geprofileerd als nieuwe, krachtige middelen voor de behandeling van hartfalen. Gezien de controverse omtrent hun rol in veroudering is het blootleggen van effecten in het verouderende cardiovasculaire systeem van klinisch belang. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Katrien Lemmens • Hadis Shakeri
Rol van glucagon en endocriene FGFs in het sturen van de complexe endocriene en metabole veranderingen tijdens kritieke ziekte. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium vr Intensieve Geneeskunde
Onderzoekers: • Greta Van den Berghe • Ilse Vanhorebeek
Rol van glia cellen in de aanmaak en functie van enterische zenuw circuit. KU Leuven Abstract: Om verschillende gastro-intestinale functies min of meer onafhankelijk van het centraal zenuwstelsel te coördineren bevat ons spijsverteringskanaal een eigen zenuwstelsel. Dit enterisch zenuwstelsel bezit naast verschillende types neuronen, die georganiseerd zijn in gespecialiseerde netwerken, ook een groot aantal glia cellen. Deze cellen werden lange tijd enkel ondersteunende functies toebedeeld maar recent ontderzoek wijst echter aan dat ze een belangrijke role spelen in de neurobiologie en neurofysiologie van het gastro-intestinale stelsel. Zo werd bijvoorbeeld aangetoond dat enterische neuronen met glia cellen communiceren via purinerge signaalwegen. Onze hypothese is dat enterische glia cellen, die afkomstig zijn van dezelfde voorloper cellen als enterische zenuwcellen, een belangrijke rol spelen in de aanmaak en functie van enterische zenuw circuits, en dit zowel tijdens de ontwikkeling als gedurende het volwassen leven. In dit onderzoeksproject zullen daarom de interacties tusse Organisaties: • TARGID
Rol van genen die coderen voor kandidaat-adhesines van Helicobacter heilmannii sensu stricto bij kolonisatie van de maagmucosa Universiteit Gent
Abstract: Helicobacter heilmannii sensus stricto die van nature uit de maag van honden en katten koloniseert, kan ook maagpathologieën veroorzaken bij de mens. Voor de identificatie van genen betrokken bij kolonisatie van het maagslijmvlies, zullen deletie mutanten ontwikkeld worden. Voor mutanten die hun eigenschappen verloren hebben, zullen complementatie studies uitgevoerd worden om de functie van het gedeleteerde gen te bepalen. Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Rol van FUS mutaties bij amyotrofische laterale sclerose (ALS). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Neurobiologie (VRC)
Onderzoekers: • Ludo Van Den Bosch • Philip Van Damme
Rol van ER stress in de angiogenese geassocieerd aan lever cirrose en portale hypertensie Universiteit Gent Abstract: Modellen van portale hypertensie en cirrose worden gebruikt om de rol van ER stress in het ontstaan van angiogenese (in lever en splanchnisch gebied) en leverfibrose te bestuderen. We stellen de hypothese dat in PHT en cirrose, strategieën die ER stress inhiberen (gebruik makende van silencing RNA?s of JIK/Tao3K knockout muizen) de inflammatie en hypoxie (die beide leiden tot angiogenese en fibrose) kunnen verminderen. Maar ook omgekeerd, dat normaliseren van neo-bloedvaten of inhibitie van angiogenese met anti-PLGF, ER stress en hypoxia kunnen verminderen. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe • Anja Geerts • Isabelle Colle
Rol van (epi-)genetica in levensstijl en training-geïnduceerde aanpassingen in musculaire fitheid. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid
Rol van een zoetwaterschor in de siliciumcyclus in het Schelde-estuarium. Universiteit Antwerpen Abstract: Silicium speelt een grote rol bij de eutrofiëringsproblemen die wereldwijd in kustwateren worden waargenomen. Onderzoek aangaande het belang van estuaria in de regulatie van transport van Si van land naar zee is tot op heden eerder schaars. Er werden belangrijke indicaties van het belang van intertidale vegetatie en sediment als Si-reservoir binnen een estuarien systeem waargenomen. Het doel van dit project is inzicht te verwerven in de rol van een zoetwaterschor in de siliciumcyclus binnen het Schelde-estuarium. De verschillende siliciumreservoirs in het schor (vegetatie, sediment, poriewater, grondwater en oppervlaktewater) zullen door middel van een tweemaandelijkse monitoring kwantitatief worden bestudeerd. Door middel van dissolutie- en decompositie-experimenten, zowel in situ en ex situ, zal de interactie tussen de verschillende reservoirs worden bestudeerd. Massa-balansen worden uitgevoerd om de uitwisseling van silicium tussen intertidaal en pelagiaal te kwanitificeren. Het eindresultaat is een geïntegreerd beeld van de rol van een zoetwaterschor in de estuariene siliciumcyclus. Organisaties: • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Patrick Meire • Eric Struyf
Rol van dystrophine-geassocieerd eiwit complex in contractie van leverstellaatcellen. Universiteit Antwerpen Abstract: Portale hypertensie is een gevreesde complicatie van cirrose en wordt gekenmerkt door een verhoogde druk in de vena portae, wat kan leiden tot een aantal ernstige verwikkelingen zoals bloeding uit slokdarm- en maagvarices, ascites, encefalopathie, etc. Portale hypertensie wordt gedeeltelijk veroorzaakt door actieve contractie van leverstellaatcellen. Deze cellen worden dan ook aanzien als doelcellen voor de behandeling van porta Ie hypertensie. De exacte meehanismen van leverstellaatceleontraetie is niet volledig gekend. Daar waar de contractielrelaxatie van gladde spiercellen voornamelijk bepaald wqrdt door veranderingen in intracellulair Ca2+([Ca2+]j) , wordt de contractilteit van niet-spiercellen voornamelijk geregeld door de RhoA signaaltransductie. Het staat vast dat beide mechanismen betrokken zijn in LSC contractiliteit, maar het is nog niet geweten welk van de twee mechanismen een grotere rol speelt. Opdat een eel contractiele kraehten zou kunnen overbrengen zijn er 2 voorwaarden: een stevig eytoskelet en verankering met de extracellulaire matrix. In skeletale spiercellen is het dystrophine-geassocieerd prote"ine complex (DAPC) de fysische link tussen de extracellulaire matrix en actine-myosine filamenten enerzijds en de Intermediaire filamenten die synemine, syncoiline en desmine bevattenen anderzijds. Bovendien zou het DAPC ook een functionele rol kunnen spelen in de signaaltransductie van contractiliteit. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verwerven in de mechanismen die leiden tot contractie van leverstellaatcellen, en meer bepaald de rol die het DAPC hierin speelt. Hiervoor zullen er verschillende aspeeten verder onderzocht worden: - expressie en interactie van DAPC in LSC bij de muis en de mens. - de rol van DAPC en geassocieerde eiwitten in de contractiliteit van LSC. - Relatieve rol van [Ca2+]j en RhoA bij de contractie van LSC in normale en cirrhotische muizen en muizen met mutaties in het DAPC. - het identificeren van myosines in quiescente en geactiveerde leverstellaatcellen bij muis en mens, en dit zowel 02 mRNA als eiwitniveau. Organisaties: • Laboratorium voor celbiologie en histologie
Onderzoekers: • Jean-Pierre Timmermans
Rol van dystrophine-geassocieerd eiwit complex in contractie van leverstellaatcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Portale hypertensie is een gevreesde complicatie van cirrose en wordt gekenmerkt door een verhoogde druk in de vena portae. Het wordt algemeen aanvaard dat leverstellaatcellen (LSC) een centrale rol spelen in de pathogenese van portale hypertensie: door contractie verhogen ze de vasculaire weerstand. Daar waar de contractie/relaxatie van gladde spiercellen voornamelijk bepaald wordt door veranderingen in intracellulair Ca2+, wordt de contractilteit van niet-spiercellen voornamelijk geregeld door de RhoA signaaltransductie. Het staat vast dat beide mechanismen betrokken zijn in LSC contractiliteit. Opdat een cel contractiele krachten zou kunnen overbrengen zijn er 2 voorwaarden: een stevig cytoskelet en verankering met de extracellulaire matrix. In skeletale spiercellen is het dystrophine-geassocieerd proteïne complex (DAPC) de fysische en functionele link tussen de extracellulaire matrix en actine-myosine filamenten enerzijds en intermediaire filamenten anderzijds. In gladde spiercellen afkomstig van aorta, is de graad van contractiliteit evenredig met de hoeveelheid dystrophine. In preliminaire experimenten toonden we aan dat verschillende elementen van het DAPC opgereguleerd worden tijdens activatie van LSC. Wij postuleren dat de toename van de contractiliteit van de LSC mede te wijten is aan de opregulatie van het DAPC. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verwerven in de mechanismen die leiden tot contractie van LSC, en meer bepaald de rol die het DAPC hierin speelt. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN
Rol van dystrophine-geassocieerd eiwit complex in contractie van leverstellaatcellen Universiteit Gent Abstract: Leverstellaatcellen spelen een rol in de pathogenese van portale hypertensie. Wij postuleren dat de toename van de contractiliteit van leverstellaatcellen tijdens activatie mede te wijten is aan de opregulatie van DAPC. Het doel van dit onderzoek is meer inzicht te verwerven in de mechanismen die leiden tot contractie van leverstellaatcellen, en meer bepaald de rol die het DAPC hierin speelt. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Isabelle Colle
Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Wim Martinet
Rol van diverse vormen van celdood bij de destabilisatie van atherosclerotische plaques. Universiteit Antwerpen Abstract: Atherosclerose is een chronische inflammatoire aandoening van grote en middelgrote arteriën die wordt gekenmerkt door de vorming van plaques in de vaatwand. De afgelopen jaren heeft onze onderzoeksgroep aangetoond dat celdood een mogelijke oorzaak is van plaque destabilisatie. In dit project zullen diverse vormen van celdood (apoptose, necrose en autofagie) simultaan zowel in gladde spiercelculturen als monocyt/macrofagen onderzocht worden door toediening van specifieke stimuli. Parallel hiermee zullen methoden ontwikkeld worden om de verschillende vormen van celdood in celculturen te detecteren. Vervolgens zal nagegaan worden welke vormen van celdood geïnduceerd kunnen worden met atherosclerose-geassocieerde cytotoxische componenten zoals oxysterolen en geaggregeerd LDL in gecultiveerde macrofagen en gladde spiercellen. In tegenstelling tot apoptotische celdood zijn weinig humane genen of genproducten bekend die betrokken zijn bij autofagie. Vandaar dat we gebruik zullen maken van microarray en/of proteomics technieken (Western array of 2D gelelectroforese) om mogelijke merkers voor autofagie in celculturen te kunnen opsporen. Eenmaal geschikte biomarkers gevonden zijn en detectie van de diverse vormen van celdood mogelijk is, zullen deze technieken ook toegepast worden op humaan en experimenteel plaquemateriaal om celdood in het weefsel te kunnen lokaliseren. Finaal zal nagegaan worden of niet-apoptische celdood in atherosclerotische plaques kan beïnvloed worden door farmaca of een dieet. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Arnold Herman • Wim Martinet
Rol van dipeptidyl peptidase 4 (DPP4) in collageenmetabolisme en dipeptide homeostase. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Ingrid De Meester • Geert Behets • Adrian Covaci
Rol van de Wnt-pathway in het darmepitheel van de muis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In deze doctoraatsthesis zullen de extracellulaire componenten van de Wnt-pathway in de darm van de volwassen muis bestudeerd worden. Er zal getracht worden een inzicht te verkrijgen in enerzijds de bijdrage van de extracellulaire componenten van de Wnt-pathway tot de (normale) homeostase in de darm van de volwassen muis en in anderzijds de rol van deze componenten in de ontregeling van de homeostase bij darmkanker. Hierbij zal de nadruk liggen op het stamcelcompartiment in de darm. Organisaties:
• Cellulaire Genetica • Biologie
Onderzoekers: • Luc LEYNS • MICHELINE VOLDERS
Rol van de vitamine D receptor in de ontwikkeling van colonkanker en hetchemopreventief potentieel van selectieve vitamine D receptor modulatoren. KU Leuven Abstract: Colonkanker is één van de meest voorkomende kankers in de westerse wereld bij zowel mannen als vrouwen en wordt gekenmerkt door eenvrij hoge mortaliteit. Wanneer mogelijk, wordt de tumor operatief verwijderd en naargelang de aard en het stadium van de tumor krijgen patiënten eventueel bijkomende radiotherapie, cytotoxische therapie of gerichte biologische therapie. Er is echter nog ruimte voor een adjuvante therapie die het risico op het ontwikkelen van colonkanker vermindert. Uit talrijke studies blijkt dat er een omgekeerde correlatie bestaat tussen blootstelling aan zonlicht (de belangrijkste bron van vitamine D) of vitamine D3 inname en het risico op colorectale kanker. Bovendien tonen verschillende prospectieve studies aan dat er een omgekeerde correlatie bestaat tussen het risico op colorectale kanker en 25(OH)-vitamine D3 waarden in het serum. Naast zijn klassieke effecten op calcium- en fosfaathomeostase heeft 1,25- dihydroxyvitamine D3 [1,25(OH)2D Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Rol van de testiculaire nichecellen bij de proliferatie en differentiatie van spermatogoniale stamcellen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Inleiding en situering binnen het huidig onderzoek Sertolicellen zijn essentiëel om de differentiatie van SSC naar mature gameten toe te laten. Myoïde en Sertolicellen ondersteunen en voeden de germinale cellen, vormen de tubulaire wand en vormen de niche voor de SSC. Sertolicellen zijn de enige cellen in de testis die in direct contact staan met de germinale cellen en zijn actief betrokken bij de bescherming, de voeding en de differentiatie van de germinale cellen tijdens de spermatogenese. Defecten in de functie van de Sertolicellen verstoren de spermatogenese. Zo zijn Steel/Steeldickie muizen bijvoorbeeld steriel wegens een SSC-aplasie. Omdat deze nichecellen zo belangrijk zijn voor de spermatogenese, willen wij ons onderzoek uitbreiden naar de ondersteunende rol van de Sertolicellen bij de cultuur van embryonale stamcellen en van foetale, pre-pubertaire en adulte SSC. Aangezien chemotherapie ook een inactivatie van de Sertolicellen kan veroorzaken1 is het onze bedoeling na te kijken of het co-transplanteren van Sertolicellen een rol speelt bij de efficiëntie van SSCT. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica
Onderzoekers: • KAREN SERMON • HERMAN TOURNAYE
Rol van de regulatorische subeenheden in de SnRK1-gemedieerde metabole stress-signalering in planten KU Leuven Abstract: De specifieke rol van de regulatorische subeenheden in de SnRK1-gecontroleerde balans tussen groei en stresstolerantie in planten onderzoeken. Dit willen we aantonen in het cellulair Arabidopsis protoplastsysteem enin intacte Arabidopsis planten, en later ook in rijst en soja protoplasten. Daarnaast zouden we ook het belang van de suikerbindende domeinen van deze regulatorische subeenheden willen aantonen door middel van een uitgebreide fylogenetische analyse. Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Filip Rolland • Hannah Degroote
Rol van de pyruvaat kinase isovormen PKM1 en PKM2 in endotheelcel metabolisme en angiogenese. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Angiogenese en Neurovasculaire Link
Onderzoekers: • Maria Dewerchin
Rol van de "placental growth factor" (PlGF) in de pathogenese van hepatocellulair carcinoom. Universiteit Gent Abstract: Inhiberen van angiogenese ontneemt de tumor van zijn nutrieënttoevoer, waardoor tumorgroei en metastase vorming afgeremd wordt. PlGF is enkel betrokken in pathologische angiogenese, waardoor blokkeren van PlGF de gezonde organen niet beïnvloedt. Het doel van de studie is de rol van PlGF in de pathogenese van HCC te onderzoeken en bestuderen of angiogenese-inhibitie via PlGF-antilichamen als therapie kan dienen tegen HCC. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Hans Van Vlierberghe • Isabelle Colle
Rol van de peroxisoomproliferator-geactiveerde receptoren (PPAR) in de intestinale immuun respons tegen de protozaire parasieten Giardia duodenalis en giardia muris. Universiteit Gent Abstract: Peroxisoom proliferator-geactiveerde receptoren (PPAR) zijn ligand geactiveerde transcriptiefactoren die betrokken zijn bij lipide- en glucose-homeostase en immuunresponsen. Uit onderzoek blijkt dat de PPARs een rol spelen in de intestinale gastheerrespons na een infectie met de unicellulaire parasiet Giardia duodenalis. Het doel van dit project is om de rol en de regulatie van deze transcriptiefactoren na infectie verder te
ontrafelen. Organisaties: • Vakgroep Virologie, parasitologie en immunologie
Onderzoekers: • Peter Geldhof
Rol van de osteoblast in de ontwikkeling van renale osteodystrofie. Een proteomics benadering. Universiteit Antwerpen Abstract: Doelstellingen : *Karakterisatie van de temporele evolutie van het osteoblastproteoom. *Proteoomanalyse van de invloed van een uremisch milieu op de osteoblastdifferentiatie. *Rol van de osteoblastdifferentiatie in de ontwikkeling van 3 vormen van renale osteodystrofie. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese
Rol van dendritische cellen in Th1/Th17-immuungemedieerde aandoeningen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dendritische cellen (DCs) bewaren de balans tussen immuunreacties tegen lichaamsvreemde en tolerantie voor lichaamseigen eiwitten. Verstoring van deze balans kan tot pathologie leiden. De rol van DCs in T-helper (Th)1/Th17-gemedieerde aandoeningen (inflammatoire darmziekten, multipele sclerose, cardiovasculaire aandoeningen en reumatoïde artritis) wordt bestudeerd, met als doel nieuwe DC-gerichte therapeutische strategieën te ontwikkelen. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Rol van de hedgehog signaalweg in het ontstaan van T-cel acute lymfatische leukemia. KU Leuven Abstract: De hedgehog signaalweg speelt een belangrijke rol in celgroei en differentiatie en is betrokken in de ontwikkeling van vele weefsels, waaronderde ontwikkeling van T-cellen. Onderzoek zorgde voor de ontdekking van mutaties in deze signaalweg in vaste tumoren, maar niet in hematologischeziektebeelden. Na mutatie analyse van 97 kandidaat oncogenen in T-cell acute lymphoblastische leukemie (T-ALL), hebben we punt mutaties geïdentificeerd in verschillende genen die coderen voor belangrijke signaal proteïnen van de hedgehog signaalweg. We identificeerden mutaties in 7 van 17 (41%) cellijnen en 9 van 57 (15%) primaire T-ALL stalen. Hiernaast observeerden we ook dat de proliferatie van T-ALL cellijnen geïnhibeerd was door verschillende antagonisten van de hedgehog signaalweg.In dit project willen we de rol van de hedgehog signaalweg in de ontwikkeling van T-ALL meer in detail bestuderen, zowel op genetisch als functioneel niveau. We zullen meer T-ALL stalen sequeneren om zo een beter zicht te Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools
Rol van de gezondheid-gerelateerde claims en symbolen in het consumentengedrag Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Landbouweconomie
Onderzoekers: • Wim Verbeke
Rol van de functionele status van beta cellen in de pathogenese van diabetes Vrije Universiteit Brussel Abstract: Volgens onze werkhypothese beïnvloeden omgevingsfactoren het fenotype van de insulinehoudende B-cellen, en bepalen op deze manier het al dan niet ontstaan van celspecifieke wijsigingen in functie en structuur. De karakterisatie van extra cellulaire merkers der B-cel fenotypes kan helpen bij het stellen van vroege en etiologische diagnoses van diabetes. Inzicht in hun celbiologisch basis kan een doelwit aanduiden voor therapeutische interventies. In dit perspectief zullen we de invloed onderzoeken van fatoren die -direct of indirect - geassocierd werden met het ontstaan van type 1 of type 2 diabetes. We zullen nagaan of een B celdestructie tijdens een inflammatoir proces kan bevorderd door fenotype wijziginegn, hetzij door de ffecten van naburige ductale cellen en inflammatoire cytokines hetzij door de metabole toestand der cellen. Daarnaast zal onderzocht worden of een B celdysfunctie het gevolg kan zijn van een fenotype wijziging door langdurige blootstelling aan hoge gehaltes glucose en LDL/VLDL. Tijdens sit in vitro onderzoek zullen extra cellulaire merkers worden geïndentificieerd voor de verschillende fenotypes. Deze gegevens moeten het dan mogelijk maken om de functionele toestand van de b cel populatie te evalueren in vivo en in weefselsecties. Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • DANIEL PIPELEERS
Rol van (defecte) invertase-inhibitor complexen in planten. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Mol. Fysiol. Planten & Micro-org.
Onderzoekers: • Wim Van den Ende
Rol van de ER-Golgi cargo receptor, Rer1p, in de neurosecretorische route gebruikmakend van Drosophila als modelsysteem KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Laboratorium voor Membraantransport
Onderzoekers: • Willem Annaert • Lijun Jia
Rol van de CaCO3 cyclus in de klimaatsverandering. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het relatief belang van de mariene productie van carbonaten ten opzichte van de globale koolstofcyclus met uitwisseling tussen continenten, atmosfeer en oceanen in beschouwing genomen, wordt geschat op niveau van geologische tijdschaal. De verschillende chemische processen die het gedrag van carbonaten in een marien systeem bepalen worden beschreven in termen van evenwichtsreacties. Deze benadering laat toe de chemische toestand van de koolstofcyclus te beschrijven voor zeewater en om de invloed van biologische activiteit te voorspellen op de distributie van opgelost carbonaat en op saturatiegraad van het systeem ten opzichte van calciet, aragoniet en Mg-calciet. Organisaties: • Biologie
Onderzoekers: • Pascale-Emmanuelle LAPERNAT • MARIE-HERMANDE DARO
Rol van de antioxidans enzymen in de pathogenese van glomerulaire fibrose bij niersufficiëntie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Reactieve zuurstofradicalen spelen waarschijnlijk een belangrijke rodl in het ontstaan van glomerulosclerose. In een aantal experimentele modellen van chronisch nierfalen bij de rat worden een verhoogde productie van ROI en een verminderde antioxidans status waargeneomen. toediening van vitamine E en/of de ACE inhibitor, enalapril, leidt toto een verbetering van de glomerulosclerose met ongeveer 50% tegelijkertijd wordt bescherming van de activiteit van antioxidans enzymen in de totale cotex en/of glomeruli waargenomen. teneinde sneer de invloed van medicatie op de glomerulosclerose n op de antioxidans status te kunnen bestuderen, onderzoeken we een muizenmodel, waarbij reeds na 20 dagen glomerulosclerose optreedt doelsteelingen van dit project: 1) ontwikkelen van een muizenmodel met glomerulosclerose om snel de invloed te kunnen onderzoeken van medicatie met ROI scavenger eigenschappen op antioxidans status en matrixvorming. Dit kan zowel inzicht bieden in de mechanismen die leiden tot sclerose als tot nieuwe benaderingen in de preventie van nierinsufficiëntie. 2. Rechtstreeks aantonen van ROI in vivo . 3) Meten van de concentratie van GSH en geperoxideerde lipiden in cortex en glomeruli als maat voor de aanwezigheid van ROI; aantonen van geperoxideerde lipiden op de antioxidans status en de ontwikkeling van sclerose in rattenmodellen van chronisch nierfallen. Verbetern van de techniek om RNA te isoleren uit glomeruli aangetast door sclerose. Organisaties: • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten • Anatomie
Onderzoekers: • CHRISTIANE VAN DEN BRANDEN • DIERIK VERBEELEN
rol van DAMPs in immunomodulatie en regeneratie van het darmepitheel. Universiteit Gent Abstract: Intestinale celdood is een strikt gereguleerd process om homeostase te waarborgen en wekt normaal geen immuunrespons op. Een aantal ziekten kunnen worden geassocieerd met problemen met celdood processen. Er is gepostuleerd dat dit toegschreven kan worden aan de afgave van damage Associated Molecular Patterns (DAMPs) door stervende cellen. Het doel van het voorgestelde project is om een pijplijn te ontwikkelen voor DAMP identificatie en validatie. Identificatie van DAMPs en de analyse van hun effecten zullen een nieuw licht kunnen werpen op aangeboren immuniteit en zouden kunnen leiden tot nieuwe biomarkers coor celdood, ontsteking en weefselregeneratie. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Peter Vandenabeele
Rol van cytokinen in de pathogenese van aviaire influenzavirussen bij pluimvee en bij de mens Universiteit Gent Abstract: Met dit onderzoek willen we nagaan of een overproductie van bepaalde proinflammatoire cytokinen verantwoordelijk is voor de uitzonderlijke virulentie van zogenaamde hoog pathogene aviaire influenza virussen voor pluimvee en zoogdieren. Bij kippen en varkens zullen we experimentele infecties uitvoeren met hoog en laag pathogene vogel influenzavirussen, en we zullen de graad en localisatie van de virusvermeerdering en het cytokineprofiel vergelijken. Organisaties: • Vakgroep Geologie en bodemkunde
Onderzoekers: • Kristien Van Reeth
Rol van CYFIP1 bij hersenontwikkeling: therapeutische aanpak voor neurologische aandoeningen KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Claudia Bagni • Nuria Domínguez
Rol van connexines, InsP3 en calcium bij de overdracht van apoptotische signalen Universiteit Gent Abstract: Gap juncties laten de passage toe van moleculen kleiner dan 1,5 kDa tussen naburige cellen. Ze zijn belangrijk in de uitbreiding van apoptotische celdood, waartoe ook hemikanalen, 'halve gap junctie kanalen', via een paracriene weg kunnen bijdragen. Het doel is de
modulerende apoptotische signalen, doorgegeven via gap juncties, te identificeren en de rol van hemikanalen te onderzoeken. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie
Onderzoekers: • Luc Leybaert
Rol van connexine kanalen in de overdracht van apoptotische signalen Universiteit Gent Abstract: Gap juncties laten de passage toe van moleculen kleiner dan 1,5 kDa tussen naburige cellen. Ze zijn belangrijk in de uitbreiding van apoptotische celdood, waartoe ook hemikanalen, 'halve gap junctie kanalen', via een paracrienen weg kunnen bijdragen. Het doel is de rol van beide kanalen in apoptose te onderzoeken alsook de modulerende apoptotische signalen te identificeren. Organisaties: • Vakgroep Fysiologie en fysiopathologie
Onderzoekers: • Luc Leybaert
Rol van componenten van het corticostriatale systeem in responsflexibiliteit, sturing van aangeleerd gedrag en neurocognitieve deficits. KU Leuven Abstract: Verschillende hersenaandoeningen (bv. schizofrenie) zijn gerelateerd aan ernstige cognitieve stoornissen. Deze stoornissen worden met de beschikbare medicatie niet doeltreffend behandeld, waardoor ze een belangrijk medisch en economisch probleem vormen. Nieuwe inzichten in de onderliggende neurale processen zijn dus essentieel voor een beter begrip van de pathologie.Recente gegevens suggereren hiervoor een belangrijke, maarnog onbegrepen, rol voor het corticostriatale systeem in cognitieve functies. In dit project wordt deze neurocognitieve rol onderzocht door middel van laesiemuizen en transgene muizen, die in een specifieke gedragsbatterij getest zullen worden. Aansluitend zal eveneens de neurocognitieve rol van het nieuwe drugtarget PDE10A onderzocht worden.Deze kenniszal leiden tot nieuwe inzichten in de betrokken hersenmechanismen en behandelingswijzen van verschillende hersenaandoeningen. Organisaties: • OG Labo voor Biologische Psychologie
Rol van centrale angiotensine peptiden in de regulatie van sympathische activiteit en de bloeddruk: interactie met glutamaat, GABA en NO Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit project beoogt om de kennis te vergroten mbt de centrale regulatie van bloeddruk door samenhangende alteraties in belangrijke hersen neurotransmitters bij wijzigende bloeddruk en activiteit van het zenuwstelsel, en door relevante reciprocale receptor - neurotransmitter interacties in de hersens te onderzoeken. Experimenten zullen uitgevoerd worden bij deels verdoofde maar grotendeels bij bewustzijnde ratten, alsook in hypertensieve dierlijke modellen. We zullen proberen om de centrale mechanismes betrokken bij de recentelijk bevestigde hypotensieve respons bij renale denervatie te verhelderen. Organisaties: • Farmacologie
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisaties in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculaire en morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Het onderzoeksconsortium gaat na hoe klassieke cadherines en ?-protocadherines, en hierdoor gemoduleerde intracellulaire signalisatieprocessen, betrokken zijn bij de correcte ontwikkeling van complexe craniofaciale structuren. Xenopus-modellen worden gebruikt om te screenen naar de meest relevante moleculen; deze worden dan functioneel geanalyseerd in zowel Xenopus als de zebravis; de meest interessante moleculen worden tenslotte in muismodellen worden geanalyseerd. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy • Ann Huysseune • Dominique Adriaens • Ivonne Van Hengel
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Frans Van Roy
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedtailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercullulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens.
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via anlayse en generatie van gapste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegen (catenines, Wnt-signalisatie) bij de vorming van complexe kopstructuren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Dominique Adriaens
Rol van celadhesie-gemedieerde signalisatie in craniofaciale malformaties: een geïntegreerde moleculair-morfologische studie Universiteit Gent Abstract: Een multidisciplinair consortium heeft de ambitie om via analyse en generatie van gepaste diermodellen (klauwkikker, zebravis, muis) een gedetailleerd inzicht te verwerven in de rol van intercellulaire adhesiemoleculen (cadherines, protocadherines) en hiermee geassocieerde signaaltransductiewegne (catenines, Wnt-signalistie) bij de vorming van complexe kopstructeren. Deze modellen zullen op termijn ook belangrijk zijn bij de genetische analyse van craniofaciale malformaties bij de mens. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Ann Huysseune
Rol van CD36 in vetcel- en vetweefselontwikkeling. KU Leuven Abstract: CD36, een klasse B scavenger receptor, kan een rol spelen in de pathogenese van metabole aandoeningen zoals diabetes en obesitas. We hebben aangetoond dat CD36 expressie sterk toeneemt tijdens differentiatie van adipocyten en stellen daarom een rol voor voor CD36 in vetcel- en vetweefselontwikkeling. We hebben tevens vastgesteld dat expressie van CD36 in endotheelcellen downgereguleerd wordt door COUPTFII, een transcriptiefactor met een controversiële rol in adipogenese. Het is niet gekend of COUP-TFII de expressie van CD36 ook regelt in (pre)adipocyten en of dit gebeurt via Notch signaling. Dit zal onderzocht worden met gebruik van state-of-the-art in vitro en in vivo technieken. Voor in vitro studies gebruiken we embryonale stamcellen, muriene embryonale fibroblasten, afgeleid van CD36 deficiënte en wild-type muizen, en 3T3F442A of 3T3-L1 preadipocyten. Voor in vivo studies gebruiken we een model van de novo vetweefselvorming in NUDE muizen, zowel als modellen van nutritioneel geïn Organisaties: • Moleculaire en Vasculaire Biologie
Onderzoekers: • Henri Lijnen • Aernout Luttun
Rol van caspase-12 in immuun signalisatie en bacteriële infectie Universiteit Gent Abstract: De rol van het cysteine protease caspase-12 in de regulatie van inflammasoom acivering en andere immuun responses zal nagegaan worden aan de hand van een nieuwe lijn caspase-12-deficiente muizen. De rol van dit caspase tijdens LPS-geinduceerde endotoxemia en salmonella infectie zal bestudeerd worden in vivo. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Mohamed Lamkanfi
Rol van caspase-11 in inflammasoom en aangeboren immuun signalisatie Universiteit Gent Abstract: Immuuncellen herkennen infecties via receptoren die geconserveerde microbiële componenten binden. Ligand-gemedieerde activering van deze receptoren leidt tot activering van het inflammatoire caspase-1 in inflammasomen, en caspase-1-geïnduceerde maturatie en secretie van de inflammatoire cytokines IL1? en IL18. In dit project willen we de rol van het caspase-1 homoloog caspase-11 nagaan in de aangeboren immuunrespons en in de activering van inflammasomen. Organisaties: • Vakgroep biochemie
Onderzoekers: • Joël Vandekerckhove
Rol van cardidaal endotheel in de regeneratie van Myocard. Universiteit Antwerpen Abstract: 1) Transmigratie van mesenchymale stamcellen door cardiaal endotheel. In de eerste fase van het project wordt adhesie van mesenchymale stamcellen (MSC) aan cardiaal microvasculair endotheel (CMVE) in detail bestudeerd. Een tweede stap in homing van stamcellen omvat de transmigratie van MSC doorheen CMVE. Er zal gezocht worden naar factoren die MSC aanzetten tot migratie doorheen deze cardiale endotheelcellen. Dit zullen enerzijds factoren zijn met een gekende chemotactische werking op cellen zoals Stromal Cell Derived Factor-1. Anderzijds zullen gekende endotheel activatoren gescreend worden op hun potentie om migratie van MSC doorheen dit endotheel te faciliteren. Ook de anti-VCAM-1 en anti- ICAM-1 antilichamen gebruikt in de adhesiestudies zullen in dit verband van nut zijn om cel-cel interacties te blokkeren. 2) De invloed van cardiaal endotheel op differentiatie van mesenchymale stamcellen zal worden bestudeerd. Onze hypothese is dat cardiaal endotheel hierin een rol kan spelen: hetzij door direct cel-cel contact, hetzij door vrijstelling van paracriene stoffen. Expressie van volgende genen zal bepaald worden: transcriptiefactoren GATA-4, Nkx2.5, CRP-3, Tbx5 en merkers voor cardiomyocyten desmin, MHC-alfa, troponine-l. 3) Onderzoek naar expressie van cardiospecifieke proteïnen in endotheel. Studie van de expressie van genen die coderen voor transcriptiefactoren en contractiele proteïnen specifiek voor cardiomyocyten op mRNA- en eiwitniveau in endotheelcellen van cardiale (endocardiaal en microvasculair) en
niet cardiale oorsprong (aorta endotheel). Eerdere resultaten doen vermoeden dat er een nauwe band bestaat tussen cardiaal endotheel en cardiomyocyten en doen de hypothese ontstaan dat endotheelcellen zelf een belangrijke rol spelen bij cardiale regeneratie. Verwachte resulaten: Indien onze hypotheses juist zijn zullen tijdens deze experimenten zeldzame cardiale endotheelcellen transdifferentiëren tot hartspiercellen of geleidingsweefsel, maar mogelijks enkel in co-cultuur met hartspiercellen of na priming met farmaca. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer • Vincent Segers
Rol van cardidaal endotheel in de regeneratie van Myocard. Universiteit Antwerpen Abstract: 1) Transmigratie van mesenchymale stamcellen door cardiaal endotheel. In de eerste fase van het project wordt adhesie van mesenchymale stamcellen (MSC) aan cardiaal microvasculair endotheel (CMVE) in detail bestudeerd. Een tweede stap in homing van stamcellen omvat de transmigratie van MSC doorheen CMVE. Er zal gezocht worden naar factoren die MSC aanzetten tot migratie doorheen deze cardiale endotheelcellen. Dit zullen enerzijds factoren zijn met een gekende chemotactische werking op cellen zoals Stromal Cell Derived Factor-1. Anderzijds zullen gekende endotheel activatoren gescreend worden op hun potentie om migratie van MSC doorheen dit endotheel te faciliteren. Ook de anti-VCAM-1 en anti- ICAM-1 antilichamen gebruikt in de adhesiestudies zullen in dit verband van nut zijn om cel-cel interacties te blokkeren. 2) De invloed van cardiaal endotheel op differentiatie van mesenchymale stamcellen zal worden bestudeerd. Onze hypothese is dat cardiaal endotheel hierin een rol kan spelen: hetzij door direct cel-cel contact, hetzij door vrijstelling van paracriene stoffen. Expressie van volgende genen zal bepaald worden: transcriptiefactoren GATA-4, Nkx2.5, CRP-3, Tbx5 en merkers voor cardiomyocyten desmin, MHC-alfa, troponine-l. 3) Onderzoek naar expressie van cardiospecifieke proteïnen in endotheel. Studie van de expressie van genen die coderen voor transcriptiefactoren en contractiele proteïnen specifiek voor cardiomyocyten op mRNA- en eiwitniveau in endotheelcellen van cardiale (endocardiaal en microvasculair) en niet cardiale oorsprong (aorta endotheel). Eerdere resultaten doen vermoeden dat er een nauwe band bestaat tussen cardiaal endotheel en cardiomyocyten en doen de hypothese ontstaan dat endotheelcellen zelf een belangrijke rol spelen bij cardiale regeneratie. Verwachte resulaten: Indien onze hypotheses juist zijn zullen tijdens deze experimenten zeldzame cardiale endotheelcellen transdifferentiëren tot hartspiercellen of geleidingsweefsel, maar mogelijks enkel in co-cultuur met hartspiercellen of na priming met farmaca. Organisaties: • Menselijke fysiologie en pathofysiologie
Onderzoekers: • Gilles De Keulenaer • Vincent Segers
Rol van cardiale fibroblasten tijdens de overgangsfase van paroxysmale naar persistente voorkamerfibrillatie. KU Leuven Abstract: Voorkamerfibrillatie (VKF) is de meest voorkomende hartritmestoornis. Kortstondige episodes van de aritmie evolueren naar de ontwikkeling van persisterende VKF, welke continu aanwezig is. Deze pathologie is geassocieerd met aanzienlijke veranderingen ter hoogte van de voorkamers. Deze veranderingen situeren zich op verschillende niveaus, waarvan de structurele veranderingen verantwoordelijk zijn voor het langzame progressieve karakter van VKF. Het wordt gekenmerkt door dilatatie van de voorkamers en de aanwezigheid van fibrose. De behandeling van paroxysmale VKF is meer succesvol in vergelijking met persisterende VKF. Het is dan ook van klinisch belang om het progressieve karakter van VKF beter te begrijpen. De globale doelstelling van het project is de rol van cardiale fibroblasten te bestuderen tijdens deze processen. Fibroblasten zijn naast hartspiercellen de overgrote meerderheid van de cellen aanwezig in hethart. Ze spelen een centrale rol in de depositie van collageen en verander Organisaties: • Cardiologie
Onderzoekers: • Rik Willems • Ilse Lenaerts
Rol van cAMP-afhankelijke signalen in transcriptionele regulatie van het IL-6 gen in multiple myeloom cellen Universiteit Gent Abstract: Interleukine-6 (IL-6) is een belangrijke speler in de pathogenese van multipel myeloom (MM). Wij hebben opgemerkt dat verhoging van intracellulaire cAMP-niveaus IL-6 transcriptie in MM cellen afremt. In dit onderzoek zullen we onderzoeken wat de bijdrage van de verschillende cAMP-receptoren (PKA versus epac) in dit effect is en nagaan welke signaaltransductiecascades het doelwit zijn van cAMP. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Guy Haegeman
Rol van CA2+ signaaltransductie voor cystevorming in autosomaal dominante polycystische nierziekte. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Orgaansystemen
Onderzoekers: • Humbert De Smedt • Elena Levtchenko
Rol van beenmergcellen bij regeneratie van de endocriene pancreas in diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diabetespatiënten hebben als gevolg van een tekort aan betacellen en insuline een verhoogd risico op chronische perioden van hyperglycemie en ernstige secundaire complicaties. Transplantatie van donor betacellen biedt een oplossing hoewel bij deze therapie continue immuun onderdrukking van de patiënt nodig is en er bovendien een ernstig tekort is aan menselijke donororganen. Het vinden van alternatieve therapieën is noodzakelijk. Adulte, van beenmerg afgeleidde cellen zijn een mogelijke alternatieve bron van insuline producerende cellen met belangrijke klinische relevantie aangezien ze autologe transplantatie toelaten. Onze onderzoeksgroep heeft recent monoclonale, genetisch gemerkte hematopoietische stamcellen (HSCn) (seRM26) in de pancreas van diabete muizen getransplanteerd en normalizering van de glycemie geïnduceerd als gevolg van diabete muizen te ontrafelen en (II) die kennis gebruiken om via ontwikkeling van preklinische modellen naar klinische trials te evolueren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de volgende vragen beantwoorden: (1) Wat is de rol van de angiogene factor VEGF? (2) Kan een primaire, beenmerg-afgeleidde celpopulatie worden geïnduceerd / geïsoleerd die de rol van de seRM26 cellen kan evenaren? (3) Kunnen deze stamcellen
uit bloed (exogeen) of beenmerg (endogeen) de weg naar de pancreas vinden? (4) Kunnen beenmerg-afgeleidde cellen de hoeveelheid betacellen die nodig is voor transplantatie om de glycemie te normaliseren verlagen? Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Rol van beenmergcellen bij regeneratie van de endocriene pancreas in diabetes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Diabetespatiënten hebben als gevolg van een tekort aan betacellen en insuline een verhoogd risico op chronische perioden van hyperglycemie en ernstige secundaire complicaties. Transplantatie van donor betacellen biedt een oplossing hoewel bij deze therapie continue immuun onderdrukking van de patiënt nodig is en er bovendien een ernstig tekort is aan menselijke donororganen. Het vinden van alternatieve therapieën is noodzakelijk. Adulte, van beenmerg afgeleidde cellen zijn een mogelijke alternatieve bron van insuline producerende cellen met belangrijke klinische relevantie aangezien ze autologe transplantatie toelaten. Onze onderzoeksgroep heeft recent monoclonale, genetisch gemerkte hematopoietische stamcellen (HSCn) (seRM26) in de pancreas van diabete muizen getransplanteerd en normalizering van de glycemie geïnduceerd als gevolg van diabete muizen te ontrafelen en (II) die kennis gebruiken om via ontwikkeling van preklinische modellen naar klinische trials te evolueren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de volgende vragen beantwoorden: (1) Wat is de rol van de angiogene factor VEGF? (2) Kan een primaire, beenmerg-afgeleidde celpopulatie worden geïnduceerd / geïsoleerd die de rol van de seRM26 cellen kan evenaren? (3) Kunnen deze stamcellen uit bloed (exogeen) of beenmerg (endogeen) de weg naar de pancreas vinden? (4) Kunnen beenmerg-afgeleidde cellen de hoeveelheid betacellen die nodig is voor transplantatie om de glycemie te normaliseren verlagen? Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Rol van bacteriële biofilms als oorzaak van therapeutisch falen in intensieve zorgeenheden: in vitro en in vivo studie van 'biofilm' virulentiefactoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Marian Van kerckhoven
Rol van bacteriële biofilms als belangrijke oorzaak van therapeutisch falen in intensieve zorgeenheden: een in vitro en in vivo studie van 'biofilm' virulentie factoren. Universiteit Antwerpen Abstract: Isolaten van bacteriën zullen verzameld worden op de intensieve zorgafdeling bij patiënten met urinaire en intravasculaire catheters en endotracheale tubes voor onderzoek naar hun biofilm-vormende eigenschappen in relatie met therapiefalen. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van moleculair-biologische en beeldvormings technieken en in vitro en in vivo biofilm modellen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan Escherichia coli verantwoordelijk voor urineweginfecties, Pseudomonas aeruginosa als oorzaak van ventilatie-geassocieerde pneumonie en Staphylococcus aureus voor systemische infecties door veneuze catheters. De verkregen bank van volledig getypeerde stammen zal een diepgaande studie toelaten over mogelijke virulentie factoren die aan de basis liggen van biofilm vorming en therapiefalen. Organisaties: • Laboratorium voor Microbiologie, Parasitologie en Hygiëne (LMPH)
Onderzoekers: • Louis Maes • Sylvia Dewilde • Herman Goossens • Paul F R C M Cos • Surbhi Malhotra
Rol van auxine in de inductie van stress-geïnduceerde somatische embryogenese. Universiteit Antwerpen Abstract: Voorgaand onderzoek leert ons dat een milde stressbehandeling in staat is om geïsoleerde plantencellen aan te zetten tot dedifferentiatie en somatische embryogenese. Dit gebeurt door een samenspel met het plantenhormoon auxine. In dit project wordt, door experimenten op hormoon- en stressgerelateerde mutanten van Arabidopsis, dit samenspel verder onderzocht. Organisaties: • Moleculaire Plantenfysiologie en Biotechnologie
Onderzoekers: • Geert Potters
Rol van autofagie in normale en atherosclerotische arteriën Universiteit Antwerpen Abstract: Autofagie is een herstellend, levensondersteunend proces dat met diverse pathologische condities is geassocieerd. Hoewel sommige histologische studies hebben aangetoond dat autofagie in geavanceerde atherosclerotische plaques voorkomt, is de rol van autofagie in atherogenese, plaquestabiliteit en vasomotorfunctie grotendeels onbekend. In het onderhavige onderzoeksvoorstel willen we een gedetailleerd onderzoek van de rol van autofagie in atherosclerose en in normale vasculaire functie uitvoeren. Organisaties: • Fysiofarmacologie (FAR)
Onderzoekers: • Guido De Meyer • Wim Martinet
Rol van angiogenese in de darm in het ontstaan van extraintestinale articulaire manifestaties bij inflammatoir darmlijden Universiteit Gent Abstract: Recente data tonen aan dat een verhoogde angiongene activiteit aanwezig is in de aangetaste darm van patiënten met inflammatoir darmlijden (IBD). Via immunologisch onderzoek op menselijk darmweefsel en dieren experimenteel onderzoek willen we de rol van deze angiogenese beter omschrijven. Verder willen we onderzoeken of intestinale angiogenese bijdraagt tot het ontstaan van articulaire manifestaties bij IBD. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Martine De Vos
Rol van angiogenese en angiogenetische groeifactoren (VEGF, PLGF) in portale hypertensie en fibrosevorming in diermodellen van cirrose, steatose en portale hypertensie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel Het doel van dit project is de rol van placental growth factor (PLGF) in het ontstaan van portale hypertensie en zijn complicaties, in het ontstaan van cirrose en steatose/NASH verder te bestuderen. - We zullen ons focussen op de rol van PLGF in de vorming van angiogenese in het mesenterium, van collateralen (shunten) in de perifere, splanchnische en pulmonale circulatie, waarbij ook de initiërende factoren zoals hypoxie (HIF cascade) zullen worden bestudeerd. De klinische complicaties van cirrose zullen worden nagegaan wanneer cirrose geïnduceerd wordt in PLGF-/- muizen. Er zal worden onderzocht of deze klinische complicaties kunnen voorkomen worden (preventie studies) door het toedienen van anti-angiogenetische farmaca (anti-PLGF); kan de vorming van collateralen worden geïnhibeerd (zie orale presentatie C. Van Steenkiste), de longfunctie worden beïnvloed, de vorming van ascites worden verhinderd en meest belangrijk of de overleving kan worden verbeterd. Gezien patiënten zich meestal reeds in een stadium van cirrose of duidelijke PHT in de kliniek aanmelden, zal worden gekeken of elk van deze klinische complicaties reversibel zijn onder behandeling met anti-angiogenetische agentia. - De relatie tussen HSC, die fibrose induceren bij chronische leverschade, en angiogenese zal verder worden bestudeerd. Het effect van PLGF op HSC wordt bekeken, maar ook omgekeerd, of de HSC PLGF produceren en zo angiogenese kan induceren. Het gebruik van PLGF-/- muizen, anti-PLGF en recombinant PLGF zal ons helpen om de rol van PLGF in fibrose te bestuderen. - In het muismodel van steatose en NASH zal de expressie (proteine/ mRNA) van VEGF en PLGF met hun respectievelijke receptoren worden bepaald op verschillende tijdstippen in de lever, long en peritoneum. Het effect van het ontstaan van steatose, steatohepatitis en fibrose op de microcirculatie van peritoneum en lever (intravitaal microscopie en histologie), op collateraal vorming, portale druk en hemodynamica zal worden onderzocht. In een tweede tijd zal de rol van anti-angiogenetische factoren (anti-VEGF, anti-PLGF) in het ontstaan van steatohepatitis/fibrose in de NASH muismodellen worden bestudeerd. Organisaties: • Celbiologie en Histologie • Fysiologie
Onderzoekers: • ALBERT GEERTS • Hendrik REYNAERT • Leonardus VAN GRUNSVEN
Rol van angiogenese en angiogenetische groeifactoren (VEGF, PLGF) in portale hypertensie en fibrose vorming in diermodellen van cirrose, steatose en portale hypertensie Universiteit Gent Abstract: Modellen van portale hypertensie en cirrose worden gebruikt om de preventie en reversibiliteit van collateraalvorming (in perifeer, splanchnisch en pulmonaal gebied) na te gaan, door muizen te behandelen met anti-PLGF en door gebruik te maken van PLGF knock-out muizen. De fibrose vorming en de rol van hepatic stellate cellen in de angiogenese setting zal worden bestudeerd. In muismodellen van NASH wordt de rol van angiogenese in fibrose- en collateraalvorming in de verschillende stadia van steatose bestudeerd. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Isabelle Colle
Rol van aminozuurmetabolisme en peroxisomale enzymes in ziekteresistentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Deze aanvraag betreft co-financiering bij het Onderzoeksproject FWOAL411 met als onderwerp "Rol van aminozuurmetabolisme en peroxisomale enzymes in ziekteresistentie" Aanwijzingen voor een verband tussen aminozuurmetabolisme en ziekteresistentie werd verkregen in onderzoek naar ziekteresistentie van de tomatenmutant sitiens uitgevoerd aan het Laboratorium voor Fytopathologie (UGent, Prof. M. Höfte) en het Departement Planten Systeem Biologie (VIB-UGent, Dr. F. Van Breusegem). De ABA deficiënte sitiens mutant, die geraakt is in de laatste stap in de ABA-biosyntheseweg, heeft verhoogde resistentie tegen de necrotrofe schimmel Botrytis cinerea en de biotrofe schimmel Oidium neolycopersici. Wild type en sitiens planten werden met elkaar vergeleken 0 en 8 u na bladinfectie met B. cinerea met behulp van de Tom1 tomatenarrays. Hieruit bleken 240 genen significant verschillend geïnduceerd te worden ten gevolge van B. cinerea infectie, waaronder een reeks genen betrokken bij aminozuurmetabolisme. Veel van deze genen worden ook in Arabidopsis thaliana geïnduceerd na infectie met B. cinerea, en sommige genen tevens bij verschillende vormen van abiotische stress. Het doel van dit project is na te gaan of deze genen rechtstreeks betrokken zijn bij afweer tegen biotische en abiotische stressfactoren in Arabidopsis thaliana. Organisaties: • Toegepaste Biologische Wetenschappen
Onderzoekers: • GEERT ANGENON
Rol van aminozuur metabolisme en peroxisomale enzymes in ziekteresistentie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De tomatenmutant sitiens, die deficiënt is in productie van abscisinezuur, is resistent aan necrotrofe fungi zoals Botrytis cinerea (Audenaert et al., 2002, Plant Physiol. 128: 491-501) en heeft verminderde gevoeligheid aan de biotrofe fungus Oidium neolycopersici (Achuo et al., 2006, Plant pathology 55: 178-186). Via microarray analyse werden in tomaat genen geïdentificeerd die na infectie differentieel geïnduceerd worden in wild type and sitiens planten. Dit project heeft als doel experimenteel na te gaan of deze differentieel gereguleerde genen een rol spelen in de afweer tegen pathogenen bij tomaat en Arabidopsis thaliana. Het project is een samenwerking tussen het Laboratorium Fytopathologie (UGent), het departement Plant Systems Biology (VIB/UGent) en het Laboratorium Plantengenetica (Vrije Universiteit Brussel).
Onderzoekers: • Sigrid BRAUC • GEERT ANGENON • Eric DE WAELE
Rol van abscisinezuur in de gevoeligheid van tomaat voor breedspectrum pathogenen en arbusculaire mycorrhizae. Universiteit Antwerpen Abstract: Abscisinezuur (ABA) is een plantenhormoon dat , naast ethyleen en jasmonaat, een belangrijke rol speelt in de interactie tussen de plant en pathogene micro-organismen. Uit voorafgaand onderzoek aan de RUG is gebleken dat ABA mutanten veel resistenter zijn tegen Botridis cinerea en Sclerotinia sclerotiorum dan WT tomaten, maar geen verschil in gevoeligheid vertonen voor de biotrofe pathogeen Oidium lycopersici. De hypothese die we in dit onderzoek wensen te onderzoeken is dat (bepaalde) breedspectrum pathogenen na infectie een daling van het ABA gehalte verhinderen door zelf ABA te produceren of ABA productie door de plant te stimuleren (of afbraak door de plant te verhinderen) waardoor afweerreacties van de plant worden onderdrukt. Dit zou kunnen verklaren waarom interacties met deze pathogenen doorgaans compatiebeler zijn. Bovendien willen wij bekijken of breedspectrum AM een analoog mechanisme gebruiken om plant-afweer te onderdrukken. Organisaties: • Plantenbiochemie • Plantengroei en -ontwikkeling
Onderzoekers: • Els Prinsen
Rol van ABCC6, een transmembranaire transporter in de lever, in bindweefsel homeostase met Pseudoxanthoma Elasticum als studiemodel Universiteit Gent Abstract: Dit project beoogt de opheldering van de identiteit van het substraat van ABCC6, een transmembraan transporter die verstoord is door een erfelijke recessieve genodermatose, Pseudoxanthoma Elasticum (PXE). Tevens wordt beoogd het verband met een gestoorde calciumhomeostase die resulteert in abnormale bindweefselmineralisatie in deze aandoening op te helderen. Tenslotte zal ook de rol van vitamine K in deze aandoening geëploreerd worden. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe
Rol van aandachtsmechanismen en cognitieve controle bij depressie: een experimenteel onderzoek naar de onderliggende neuro-biologische werkingsmechanismen Universiteit Gent Abstract: Recent neurocognitief onderzoek heeft stemmingsstoornissen gerelateerd aan een dificit in de strategische aandachtprocessen geleid door een frontocorticaal-subcorticaal netwerk. De doelstelling van dit project is om via rTMS en ERP studies de functionele prefrontale aandachtsdefecten binnen dit netwerk te onderzoeken waardoor de relatie tussen cognitieve controle en klinische symptomatologie wordt onderzocht. Er wordt gebruik gemaakt van experimentele aandachtsparadigma's. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Rol-specifieke verbetering van motivatie en therapietrouw door het gebruik van technologie tijdens revalidatie bij aandoeningen van het spier-skeletsysteem. Universiteit Hasselt Abstract: Chronische musculoskeletale aandoeningen vormen een groeiend probleem met een grote impact op het functioneren en de levenskwaliteit van de patiënt, alsmede op de gezondheidszorg en economische systemen (afwezigheid op het werk, ziektekostenverzekering). Rehabilitatie kan de pijn doen dalen en het functioneel niveau van chronische pijn verbeteren. Echter, een gebrek aan motivatie en adherentie met oefenprogramma's belemmert het succes van een optimale behandelingsuitkomst, waarbij de patiënt geen gebruik maakt van zijn/haar volledig potentieel voor herstel. Het voorgestelde project ontwikkeld multi-perspectieve motivationele en overtuigende strategieën die benut kunnen worden om de patiënt warm te maken en te overhalen om alle mogelijke middelen te benutten om de uitkomst van de behandeling te optimaliseren. Drie aspecten staan centraal in dit onderzoek: 1) de definitie van een conceptueel model voor een multi-perspectieve strategie om motivatie te verbeteren en de patiënt over te halen tot optimale naleving van de behandeling gedurende musculoskeletale rehabilitatie, 2) de realisatie van technologie-ondersteunde overtuigende rehabilitatie die het ontwikkelde concept van motivationele en persuasieve strategieën voor rehabilitatie in musculoskeletale aandoeningen steunt, en 3) de definitie en toepassing van een multi-perspectieve evaluatie raamwerk voor rol-gebaseerde persuasieve rehabilitatie in musculoskeletale aandoeningen. Een focus van het project zal zijn om te patiënt te bereiken, voorbij de rehabilitatiesessies met beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, in zijn/haar natuurlijke omgevingscontext thuis, op werk, of gedurende zijn/haar vrije tijd. Organisaties: • Revalidatiewetenschappen • Expertisecentrum voor Digitale Media • Biomedisch Onderzoeks Instituut
Onderzoekers: • Karin CONINX • Annick TIMMERMANS
Rollen van Nanos familieleden in de progressie van kanker Universiteit Gent Abstract: Nanos-eiwitten binden op boodschapper-RNA's, die normaliter verantwoordelijk zijn voor de synthese van eiwitten die essentieel zijn voor de correcte embryonale ontwikkeling van vooral de geslachtsorganen. Op die manier reguleren Nanos-eiwitten de stabiliteit van deze belangrijke RNA's. Wij ontdekten dat deze Nanos-eiwitten in bepaalde tumoren (bv. in de prostaat of long) op abnormaal hoge wijze aangemaakt worden. Bovendien bleek zulke activering de kwaadaardige karakteristieken van de tumorcellen te verhogen. Ons project beoogt deze fenomenen grondig te bestuderen, zodat deze kennis hopelijk kan leiden tot een verbeterde diagnose of mogelijk zelfs betere therapie van dergelijke tumoren. Onze studies omvatten meerdere hoog-technologische invalswegen zodat de kansen dat nieuwe en bruikbare inzichten worden verworven zo groot mogelijk zijn.
Rol/len van CYFIP1 in hersenontwikkeling ende gevolgen in neurologische aandoeningen. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Claudia Bagni
Roles of the mevalonate pathway in zebrafish angiogenesis KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo v Endotheliale Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Massimo Santoro • Xiaowen Chen
Role of the Wnt factors in the establishment of the body axes. Vrije Universiteit Brussel Abstract: (Niet beschikbaar in het Nederlands) The aim of my research is to study the establishment of the body axes and the early patterning of vertebrate embryos. The main focus will be the understanding of mouse embryonic development but using the guiding principle that this is a common process to all vertebrates. Thus while the mouse will be the model organism I will focused on, I will also use the frog as a 'test tube' as it is an more manipulable organism. This double approach allows a quick testing of an hypothesis in the frog before moving to heavier experiments that will be carried on in the mouse. In the long term, my goal is to identify and characterize genes that are involved in the inductive and determinative processes that occur during the gastrulation, neurulation and segmentation stages of development. These genes will most likely be signaling and regulatory factors. For the present, I will start by studying in more details the signaling factor, Wnt-8 and its antagonist, Frzb-1, both secreted proteins. Wnt-8 is one of the members of a large family of homologous genes found in organisms as diverse as the worm, the fly and the vertebrates. Moreover, some of these genes have been originally isolated in mouse because of their capacity to induce breast cancer. During my postdoctoral research, I discovered in mouse and frog a new factor, Frzb-1 that behaves as a secreted antagonist of Wnt-8. More genes of the same family were subsequently discovered but none of them seems to be involved in the gastrulation process. It has been shown in the frog that the Wnt-8 factor is involved in the induction of mesoderm during the gastrulation process and its patterning, leading to the formation of muscle tissue. Until now all the functional studies have been done in the frog with DNA and RNA injection during the first cleavages of the embryo. This leads after translation and traduction to immediate secretion of the proteins in the extracellular space in the descendants of the injected cell(s). In contrast, in the embryo the Wnt-8 and Frzb-1 genes start normally to be expressed at a later stage, the gastrulation. The role of these factors can thus not be studied in a controlled temporal fashion similar to the normal situation nor in a restricted population of cells. The way I propose to circumvent these difficulties is to study the differentiation events in embryo explants that are placed in presence of conditioned medium containing the Wnt-8 and/or Frzb-1 proteins. The major obstacle to this approach is that although the first Wnt gene was discovered in 1982, no protein of any members of the vertebrate Wnt family has been shown to be secreted in detectable amount in expression systems, precluding any direct study of the Wnt proteins. Recently, I decide to tackle this problem and found that by transfecting the frog Wnt-8 gene carrying an epitope tag for an easy detection of the protein in a human embryonic kidney cell line, I could obtain substantial amount of the protein in a soluble form in the conditioned medium of these cells. This is the first case where a vertebrate Wnt protein is obtained in significant amount. Thanks to this breakthrough and the availability of secreted Frzb-1 protein, produced by a similar technique, I will study the effects of the conditioned medium containing the Wnt-8 protein, alone or with the addition of its antagonist, Frzb-1, on the determination and differentiation of embryo explants. I will first use frog embryo explants to test the proposed role of Wnt-8 in mesoderm patterning and muscle formation. For that purpose, I will dissect small regions of the embryo prior to or at the beginning of gastrulation. These explants will correspond either to the future ventral mesoderm that normally differentiate in blood or to the prospective neuroectodermal region that would form only neurons and epidermis. The incubation of these explants in presence of Wnt-8 will permit to test the hypothesis as the neuroectoderm may be induced to form mesoderm and the ventral mesoderm may differentiate in muscle. To analyze these events I will use two techniques, first a histological analysis of explants cultivated for several days to observe the various cell types that differentiate and second, a reverse-transcription PCR assay to detect the induction of determining genes a few hours after the beginning of the incubation of the explants. Subsequently, I plan to develop the technique of mouse embryo explants to continue analyzing the role of Wnt-8 factor in this model organism. This approach is entirely new and should open new ways of studying the early mouse development by allowing to analyze the role of different factors alone and in combination on the determination and differentiation processes. This would help finding which are the signaling molecules that are involved in mouse embryogenesis. Organisaties: • Cellulaire Genetica
Onderzoekers: • Luc LEYNS
Role of the mycobacterial cell wall lipids, myocolic acids, in the control of ontracellular replication of mycobacterium tuberculasis bacilli Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt nagegaan hoe mycobacteriële mycolzuren de gastheer celfunctie verstoren en hierdoor de intracellulaire vermenigvuldiging van mycolzuren tiberculosis bacillen promoot. Uitgaande van proefdieremodellen zal het oorzakelijk verband tussen M.
tuberculosis vermenigvuldiging, versoorde macrofaag cholesterol metabole reactiewegen en de cholesterolaard van mycolzuren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Johan Grooten
Role of the Hxt5 glucose transceptor in the concerted yeast nutrient sensing. KU Leuven Abstract: Until now, it has been assumed that the glucose requirement for activation of the FGM pathway was fullfilled by glucose sensing via the Ras/cAMP pathway. Recently, Hxt5, a hexose transporter, has been found to have a exceptional expression pattern. Like the FGM transceptors, Hxt5 is upregulated during conditions in which yeast growth is not sustained. Combined with the extraodinary long cytosolic N-terminal domain of Hxt5 this finding led to the hypothesis that Hxt5 might act as a glucose transceptor for the FGM pahtway. Preliminary data revealed that activation of theFGM pathway indeed relied on the presence of Hxt5. In this doctorate, we will elucidate the possible role of Hxt5 as a glucose transceptor for the FGM patway Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Joep Schothorst
Role of the fks1 gene in the virulence and resistance of nosocomial Candida albicans. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Giovanni Rodriguez Leguizamon
Role of the cAMP-PKA pathway on adhesion and pathogenicity in the humanfungal pathogen Candida glabrata. KU Leuven Abstract: Candida glabrata is an upcoming human fungal pathogen, frequently resistant to azole antifungal drugs and therefore difficult to treat clinically. One of the first steps in the infection process is adhesion to a surface, in which particular cell wall proteins play an important role. C. glabrata has a large group of such adhesins called the EPA-family. It isalready known that glucose has an effect on the expression of EPA1-3 via the putative receptor Gpr1, a homologue of S. cerevisiae Gpr1. The PKApathway, which is important for virulence in many fungal pathogens (eg.C. albicans), is a strong candidate for connecting Gpr1 to EPA gene expression. In this project, Gpr1 will be first investigated further in order to prove it is a true sensor for glucose, sucrose and fructose. Therefore we will make specific point mutants to abolish signaling and search for competitive inhibitors of signaling. We will do this in a strain where CgGpr1 is tagged with GFP, so that for each point mutant we are Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck • Hélène Tournu • Bea Timmermans
Role of superantigens in fungal airway disease Universiteit Gent Abstract: Fungal airway diseases are chronic eosinophilic mucosal inflammatory disorders driven by hypersensitivity responses to extramucosal fungi extracts1. Staphylococcus aureus, a prodigious superantigen producer, is commonly cultured from fungal sinus surgeries1,2. Although the role of superantigens in chronic rhinosinusitis has recently been recognized3,4, similar immunological mechanisms in fungal airway disease need to be explored1,5-7. Superantigens as a cofactor in fungal disease immunopathogenesis will open new horizons in treatment. References: 1.Schubert MS.A superantigen hypothesis for the pathogenesis of chronic hypertrophic rhinosinusitis, allergic fungal sinusitis, and related disorders. Ann Allergy Asthma Immunol. 2001 Sep;87(3):181-8. 2.Bachert C, Gevaert P, van Cauwenberge P.Staphylococcus aureus superantigens and airway disease. Curr Allergy Asthma Rep. 2002 May;2(3):252-8. 3.Zhang N, G Holtappels, P Gevaert, J Patou, Dhaliwal B, Gould H, C Bachert. Mucosal tissue polyclonal IgE is functional in response to allergen and SEB. Allergy 2010;66:141-8 4.Bachert C, Nan Zhang, Gabriele Holtappels, Lizzi De Lobel, Kristel van Steen. Differentiation of upper airway inflammation based on T effector cell subtypes and impact of Staphylococcus aureus enterotoxins on asthma co-morbidity. JACI 2010;126:962-8 5.Douglas R, Bruhn M, Tan LW, Ooi E, Psaltis A, Wormald PJ.Response of peripheral blood lymphocytes to fungal extracts and staphylococcal superantigen B in chronic rhinosinusitis. Laryngoscope. 2007 Mar;117(3):411-4. 6.Corriveau MN, Zhang N, Holtappels G, Van Roy N, Bachert C. Detection of Staphylococcus aureus in Nasal Tissue with Peptide Nucleic Acid ? Fluorescence In Situ Hybridization. Am J Rhinol Allergy 2009;23:461-465 7.Foreman A, G Holtappels, AJ Psaltis, J Jervis-Bardy, J Field, PJ Wormald, C Bachert. Adaptive immune responses in Staphylococcus aureus biofilm associated chronic rhinosinusitis. Allergy 2011 Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert
Role of ribosome defects in cancer. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen • Departement Oncologie
Onderzoekers: • Kim De Keersmaecker
Role of purinergic signaling in the pathophysiology of human chronic upper airway inflammation Universiteit Gent Abstract: Novel molecules have recently been implicated in the pathogenesis of airway diseases, one of which is the group purinergic mediators. The most investigated purine is the adenosine triphosphate (ATP) which is actively involved in the development and aggravation of human airway diseases. The Nucleotides exert their cellular actions by binding to P2X (P2X1-7) or P2Y receptors (P2Y1-14). Though the role of purinergic receptors have been partially studied with agonist and antagonists, the molecular mechanisms and the receptorsubtypes involved in the upper airway diseases and their functional implication. Organisaties: • Vakgroep Neus-, Keel-, Oorheelkunde en Logopedische-audiologische Wetenschappen
Onderzoekers: • Claus Bachert • Koen Van Crombruggen
Role of protein synthesis initiation factors in nitrogen transceptor signalling in yeast. KU Leuven Abstract: Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Johan Thevelein • Griet Van Zeebroeck • Marta Rubio Texeira • Michaela Conrad
Role of membrane organization and dynamics on cell behavior and response to external stimuli. Universiteit Antwerpen Abstract: Role of membrane organization and dynamics on cell behavior and response to external stimuli. Organisaties: • Pathofysiologie
Onderzoekers: • Patrick D'Haese • Marc De Broe
Role of inflammation in pulmonary precapillary arteriopathy in pulmonary arterial hypertension KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Marion Delcroix • Rozenn Quarck • Leanda Vengethasamy
Role of HH pathway in acute lymphoblastic leukemia (ALL). KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Departement Menselijke Erfelijkheid
Onderzoekers: • Jan Cools
Role of ER stress-autophagy cross-talk in melanoma KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Role of Endoplasmic Retriculum Stress in dendritic cells and immune-mediated lung disesases Universiteit Gent Abstract: Dendritic cells play crucial roles in the regulation of immunity and in the pathogenesis of many inflammatory lung diseases. These cells react to exogenous and endogenous danger signals. Lung cells of mice and patients exposed to environmental triggers of lung disease like allergens, cigarette smoke, fine dust particles or microbes often accumulate unfolded proteins in the endoplasmic reticulum (ER), leading to an adaptive unfolded protein response (UPR) or to signs of ER stress. Recently, it has been shown that DC?s express transcription factors involved in the UPR. Based on premliminary experiments and on my interpretation of the state ? of ?the art in the cell biology of ER stress and lung biology, I hypothesize that the presence of unfolded proteins in the ER is a crucial endogenous danger signal that is vital to understanding the biology of lung DCs and their involvement in inflammatory lung diseases. This knowledge on how ER stress regulates DC function could be employed for the development of new drugs for inflammatory lung diseases. Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Bart Lambrecht
Role of developmental processes in the virulence of human pathogens: from molecular mechanisms to novel therapeutic targets. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Molec. Microbiol. & Biotechnologie
Onderzoekers: • Patrick Van Dijck
Role of cytokine-serotonin, interaction in stress and depression. Universiteit Antwerpen Abstract: Role of cytokine-serotonin, interaction in stress and depression. Organisaties: • Medische biochemie
Onderzoekers: • Simon Scharpe
Role of CSC and EMT in metastases in HPV related head and neck cancer KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Radiotherapie
Onderzoekers: • Sandra Nuyts • Karolina Holacka
Role of BMP signaling in replication and regeneration of beta cells (BIG) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Geen NL abstract Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Role of autophagy in chemotherapy-mediated immunogenic cell death of cutaneous malignant melanoma. KU Leuven Abstract: The major aims of this project: to define whether thesecurrently used anti-melanoma therapeutics induce a cell death modality with immunogenic and/or inflammatory properties, secondly scrutinize thetype of danger signals associated to melanoma cell death in response tothese anticancer treatments and to reveal molecular pathways/mechanismsthat are responsible for or may interfere with their mobilization; unravel their role in boosting innate and adaptive immune responses both in vitro and vivo and translate these findings by examining patients material before and after treatment for the presence of an immunogenic cell death signature. Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Onderzoekers: • Patrizia Agostinis • Johannes Swinnen • Aleksandra Dudek
Rol en therapeutische implicatie van autofagie in melanoom lymfangiogenese. KU Leuven Abstract: Vergevorderd melanoom wordt gekenmerkt door een hoge graad van metastase en therapieresistentie, waardoor er nood is aan innovatieve therapieën. De spreiding van melanoomcellen naar de drainerende lymfeklier is een bepalende factor in patiëntprognose. Dit is logisch aangezien lymfevatenen bloedvaten de transportwegen zijn voor metastaserende kankercellen. De groei van nieuwe lymfevaten in/rond de tumor en in de drainerende lymfeklier (lymfangiogenese) is één van de eerste klinisch zichtbare tekenen van metastase, toch is er weinig gekend over de signaalmoleculen die deze processen reguleren. Autofagie is een cellulair afbraakmechanisme waaraan een tumorpromotende rol toegeschreven wordt, aangezien het de overleving en groei van de tumor en tumor cel-tumor stroma cel communicatie ondersteunt. De rol van autofagie in lymfangiogenese en metastasering via de lymfevaten werd tot dusver niet onderzocht. Het doel van dit project is om de rol van autofagie in lymfangiogenese en metastasering t Organisaties: • Labo voor Celdoodonderzoek & Therapie
Onderzoekers: • Patrizia Agostinis
Rol en regulatie van osteogene cel-adhesie en -migratie in de skeletale ontwikkeling en tijdens fractuurherstel KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Christa Maes
Rol en regulatie van neurogenine 3 en zijn doelwitgenen tijdens post-natale bèta cel differentiatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rol en regulatie van neurogenine 3 en zijn doelwitgenen tijdens post-natale bèta cel differentiatie Organisaties: • Pathologische Biochemie en Fysiologie • Medische Biochemie
Onderzoekers:
• Henry HEIMBERG • DANIEL PIPELEERS
Rol en regulatie van neurogenine 3 en doewitgenen tijdens beta cel differentiatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Rol en regulatie van neurogenine 3 en doelwitgenen tijdens beta cel differentiatie Organisaties: • Medische Biochemie
Onderzoekers: • Henry HEIMBERG
Rol en regulatie van het anti-inflammatoir eiwit A20 in selectieve autofagie Universiteit Gent Abstract: Selectieve autofagie speelt een belangrijke rol in aangeboren immuniteit en inflammatie. Gebruik makend van meerdere cellulaire modelsystemen zullen we nagaan of en hoe het anti-inflammatoir eiwit A20 autofagie reguleert. Daarnaast zullen we ook de mogelijke rol van autofagie in de anti-inflammatoire werking van A20 bestuderen. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Rudi Beyaert
Rol en positie van de verzekeringsarts in Europa en de bijbehorende opleiding. Een systematisch vergelijkend onderzoek KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Omgeving en Gezondheid
Onderzoekers: • Karel Hoppenbrouwers • Annette Elisabeth de Wind
Rol en moleculaire mechanismen van cel-cel adhesive signalisatie naar het cytoskelet in de skeletale ontwikkeling. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Skeletale Biologie en Engineering
Onderzoekers: • Christa Maes
Rol en mechanismen van proteïne-aggregatie in neurodegeneratieve ziektes. (APOPIS) Universiteit Antwerpen Abstract: Neurodegeneratieve hersenziekten, waaronder de ziekte van Alzheimer, Parkinson en Huntington, en motorneuron- en prionziekte, vormen een zware budgettaire last voor sociale en gezondheidszorg in Europa. Tijdens het ziekteverloop gaan alle functies van het centrale zenuwstelsel progressief verloren en uiteindelijk sterven de patiënten in een staat van volledige afhankelijkheid. Een klein deel van de patiënten wordt verklaard door een eenvoudige genmutatie, maar over het algemeen is de onderliggende etiologie van de ziekten slecht gekend. Een gemeenschappelijk kenmerk van alle neurodegeneratieve ziekten is de depositie van abnormale proteïneaggregaten. Er is geen behandeling beschikbaar die de degeneratie van de neuronen kan stopzetten, voorkomen of omkeren. Het APOPIS project is ontworpen om de unieke informatie die voortvloeit uit de kennis van de humane genoomsequentie toe te passen om deze verwoestende ziekten beter te begrijpen en behandelingen te ontwikkelen. Door integratie van Europa's meest excellente wetenschapscentra voor klinisch onderzoek, humane genetica, celbiologie, genomica, proteomica en bioinformatica, heeft de VERUM-stichting een consortium verwezenlijkt om de betrokken genen te identificeren, hun biologische functies te onderzoeken, hun rol in de pathofysiologische processen te bepalen en nieuwe opportuniteiten te ontwikkelen voor vroege diagnose, behandeling en preventie. De benadering is gebaseerd op humane genetica en identificatie van risicogenen in modelorganismen die wildtype en mutante varianten van gekende ziektegenen expresseren. Het consortium voldoet aan de hoge eisen die dit project stelt: toponderzoek in functionele genomica van de menselijke gezondheid, samenbrengen van nationale onderzoeksprojecten en biotechnologische en farmaceutische bedrijven voor de ontwikkeling van diagnostische tools en nieuwe geneesmiddelen, en voorzien in opleiding en mobiliteit om de vaardigheden van jonge onderzoekers te verbeteren. Organisaties: • VIB DMG - Neurodegeneratieve Hersenziekten
Onderzoekers: • Marc Cruts • Christine Van Broeckhoven • Samir Kumar-Singh
Rol en functie van specifieke Arabidopsis xyloglucan endotransglucosylase/hydrolase (XTH) proteïnen in de celwand tijdens celelongatie. Universiteit Antwerpen Abstract: De celwand bestaat uit een ladingdragende netwerk van cellulose microfibrillen die aan elkaar hangen door verbindende xyloglucanen. Het project heeft als doel specifieke celwand-enzymes die deze xyloglucanen modificeren, xyloglucaan endotransglucosylase/hydrolase (XTH), heteroloog tot expressie te brengen in de gist Pichia. Arabidopsis bevat 33 genen voor deze enzymen waarvan een aantal vooral in de wortel tot expressie komen. De enzymatische eigenschappen van deze wortelspecifieke XTHs worden vervolgens bepaald alsook het effect van exogene toediening aan groeiende weefsels. Zo kan de rol van XTH in celgroei beter begrepen worden. Organisaties: • Plantenmorfologie
ROCK inhibitie als neuroprotectieve en regeneratieve therapie in glaucomateuze optische neuropathieën. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Onderzoekers: • Godelieve Moons
Robust process analytical methods for industrial pratctice and their validation. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De voornaamste objectieven van dit project zijn : - werktuigen voor methodenvalidatie in een industriele context voor te stellen die onderzocht werden en aanvaard door belangrijke Europese industrieen, om op die wijze Europese standardizatie te bevorderen - betere methodenvalidatie procedures voor (multivariate) procesanalyse methoden te ontwerpen.Deze objectieven zullen gerealiseerd worden door het beschikbaar maken van gedetailleerde validatieprocedures en statistische pakketten, die nieuwe of aangepaste algoritmen bevatten. Organisaties: • Analytische Scheikunde en Farmaceutische Technologie
Onderzoekers: • DESIRE MASSART
Robotic harvesting of aplles and grapes KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling MeBioS
Onderzoekers: • Wouter Saeys • Tien Thanh Nguyen
RNAi voor bescherming van de Oost--?Afrikaanse hooglandbanaan tegen nematoden en snuitkevers Universiteit Gent Abstract: RNAi--?constructen zullen eerst in vitro uitgetest worden tegen Radopholus similis en Cosmopolites sordidus, 2 belangrijke plagen op banaan in Oeganda. De meest efficiente constructen zullen daarna in banaan geintroduceerd worden. Organisaties: • Vakgroep Moleculaire biotechnologie
Onderzoekers: • Godelieve Gheysen • Guy Smagghe
RNA interferentie identificatie van relevante nieuwe mutaties die gedetecteerd werden met volgende generatie sequeneringstechnologieën in T-celacute lympfatische leukemie. KU Leuven Abstract: Acute T-cel leukemie (T-ALL) wordt veroorzaakt door een opeenstapeling van een aantal genetische defecten die zorgen voor het verstoren van cruciale cellulaire functies zoals proliferatie, overleving, differentiatieen regulatie van de cel cyclus en van zelfvernieuwing. Onze kennis van de genetica die T-ALL veroorzaakt is nog steeds onvolledig ondanks het grote aantal reeds gekende mutaties. De recente ontwikkelingen in het domein van het sequeneren (next generation sequencing) laten ons nu toe om volledige kanker exomen, transcriptomen, en zelfs volledige kanker genomen te sequencen aan een nooit geziene snelheid en voor een relatief geringe kost. Op dit ogenblik zijn we dan ook TALL exomen en transcriptomen aan het sequencen om een vollediger beeld te krijgen van de moleculaire pathogenese van T-ALL. Op deze manier detecteren we mutaties die de kanker aandrijven, maar echter ook een hele reeks mutaties die niet tot de kanker bijdragen en die toevallig opgelopen werden in het kanker Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen • Departement Oncologie
Onderzoekers: • Kim De Keersmaecker
RNA interferentie als gen-specifieke therapie voor pancreas kanker. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Abdominale Oncologische Heelkunde
Onderzoekers: • Freddy Penninckx • Baki Topal
RNA interference-mediated strategy to control African sweetpotato weevils Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeskproject heeft de ambitie om Afrikaanse cultivars van zoete aardappelen te beschermen tegen schade door de Afrikaanse zoetaardappelsnuitkevers van Cylas puncticollis m.b.v biotechnologie, meer specifiek RNA interferentie Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Guy Smagghe
Risks and benefits on high intensity interval training in different populations with and without cardiovascular disease KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasc. en Respiratoire Revalidatie
Risk assessment of brominated flame retardants as suspected endocrine disrupters for human and wildlife health. (FIRE) Universiteit Antwerpen Abstract: Risk assessment of brominated flame retardants as suspected endocrine disrupters for human and wildlife health. (FIRE) Organisaties: • ECOFYSIOLOGIE EN BIOCHEMIE • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen
Risicospreidingsstrategieën en kleurpolymorfisma in een Australische rotspoelkikker langsheen een subcontinentale klimaatgradiënt. KU Leuven Abstract: Klimaatvariatie en de onzekerheid opredproductief succes zijn belangrijke drijfveren van fenotypische variatie in de natuur, met inbegrip van risicospreidingsstrategieën. Populaties die leven in habitatten met sterke variatie in de kwaliteit van de groeiseizoenen halen groot voordeel wanneer ze hun kansen spreiden, verschillende fenotypes produceren en de energie voor reproductie verdelen in ruimte en/of tijd. In deze studie onderzoeken we de adaptieve variatie in risicospreidingsstrategieën en kleurpolymorfisme in een Australische kikker (Crinia pseudinsignifera) die tijdelijke rotsspleten bewoont langs ene uitgebreide subcontinentale klimaatgradiënt (800km) van toenemende temperatuur en habitatonzekerheid (tijdsdruk). Het modelsysteem biedt een unieke gelegenheid om gelijktijdigde impact te bestuderen van klimaat op zowel risicospreiding in de ruimte (broedplaatsselectie) en in de tijd (ontwikkelingstijd). We zullen vervolgens ook onderzoeken in welke mate de verspreiding van verschi Organisaties: • Afd. Ecologie, Evolutie en Biodiv.behoud
Onderzoekers: • Luc Brendonck • Jane Reniers
Risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gestoeld op een reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem. Universiteit Hasselt Abstract: In situ immobilisatie van metalen, met behulp van metaalimmobiliserende bodemadditieven, is een potentiële saneringsstrategie voor metaalverontreinigde bodems. Diverse mechanismen zoals sorptie- en (co)precipitatiereacties, geïnduceerd door het toevoegen van een additief aan de bodem, kunnen een verlaging teweegbrengen van de biobeschikbaarheid van metalen en zo ook van de risicos geassocieerd met de contaminatie. Voornamelijk voor grootschalige diffuse verontreinigingen, zoals deze in de Belgische (en Nederlandse) Kempen, is deze techniek, door zijn relatief lage kost en de weinig ingrijpende impact op de omgeving, een aantrekkelijke optie. Tal van verschillende produkten zijn reeds onderzocht als potentiële bodemadditieven in deze context,maar vergelijken van de efficiëntie van de verschillende bodemadditieven doorheen de talrijke studies over metaalimmobilisatie, om zo te komen tot een selectie van het beste additief of tot een rangschikking volgens toenemende immobilisatiecapaciteit, is echter niet evident of zelfs onmogelijk. Deze moeilijkheid heeft hoofdzakelijk te maken met het feit dat door verschillende onderzoeksgroepen vaak verschillende evaluatiemethoden gebruikt werden, maar daarnaast blijkt de werking van bodemadditieven tevens bodemafhankelijk. Een doorgedreven literatuurstudie levert dus geen pasklare oplossing op voor de 700 m² verontreinigde bodems in de Kempen. Het project beoogt een risicogebaseerde bodemsanering in de Kempen, gebaseerd op de reductie van de mobiliteit en de biobeschikbaarheid van zware metalen in de bodem. Het onderzoeksproject omvat 2 onderdelen: (i) de uitwerking van een geoptimaliseerd en gestandardiseerd evaluatieprotocol met een fysicochemisch (UGent), milieubiologisch (UHasselt) en exotoxicologisch luik (PHL), en (ii) de geschiktheidsananlyse van een aantal potentiële metaalimmobiliserende bodemadditieven en hun commercialisatie. Resultaten uit dit onderzoek worden finaal getoetst aan de grondbeginselen van risico-gebaseerde sanering in nauw overleg met OVAM. Organisaties: • Milieubiologie • Centrum voor Milieukunde
Onderzoekers: • Kristin ADRIAENSEN
Risicofactoren voor zwangerschapsverwikkelingen bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes en hun risico voor het ontwikkelen van diabetes na de zwangerschap. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische & Experimentele Endocrinologie
Risicofactoren voor HIV-infecties onder de vrouwen van arbedsmigrant inNepal KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties:
• Acad. Centr. voor Huisartsgeneeskunde
Onderzoekers: • Catharina Matheï • Subash Thapa
Risicofactoren en verbeteren van outcome na longtransplantatie KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Pneumologie
Onderzoekers: • Geert Verleden • Bart Vanaudenaerde • David Ruttens
Risicofactoren en fenotypes van chronische afstoting na longtransplantatie. KU Leuven Abstract: Chronische afstoting blijft de belangrijkste laattijdige complicatie nalongtransplantatie. In dit project willen we risicofactoren en mechanismen van chronische afstoting bestuderen voornamelijk door gebruik te maken van humaan materiaal. In een vorige, single centered studie, hebben we reeds aangetoond dat luchtvervuiling een risicofactor voor de latere ontwikkeling van chronische afstoting. We willen dit nu bevestigen in eengrootschalig Europees project waar 10 andere Europese long transplant centra aan deelnemen. Chronische afstoting manifesteert zich ook op verschillende manieren en fenotypes. We willen het recent ontdekte restrictive allograft syndrome (RAS) fenotype in meer detail bestuderen aangezien dit fenotype de slechtste prognose omvat. Hiertoe willen we mediatorenmeten op biopsie en in lavage stalen en door gebruik te maken van een combinatie van CT, µC and histopathologie van geëxplanteerde longen op het moment van re-transplantatie willen we een dieper inzicht verwerve Organisaties: • Pneumologie
Risico-evaluatie van chemische stoffen met Intelligent Testing: zorgt toxicogenomics voor de ontbrekende schakel? Universiteit Antwerpen Abstract: Risico-evaluatie van chemische stoffen met Intelligent Testing: zorgt toxicogenomics voor de ontbrekende schakel? Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Nathalie Dom
Risico-evaluatie van chemische stoffen met Intelligent Testing: zorgt toxicogenomics voor de ontbrekende schakel? Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project kadert in een onderzoeksopdracht tussen enerzijds UA en anderzijds IWT. UA levert aan IWT de onderzoeksresultaten genoemd in de titel van het project onder de voorwaarden zoals vastgelegd in voorliggend contract. Organisaties: • Systemisch Fysiologisch en Ecotoxicologisch Onderzoek (SPHERE)
Onderzoekers: • Wim De Coen • Nathalie Dom
Risico-analyse voor de spillover van parasieten bij hommels Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject heeft de ambitie om een risico-analyse uit te voeren omtrent de spillover van parasieten bij de hommels als belangrijke bestuivers in onze natuur. Organisaties: • Vakgroep Gewasbescherming
Onderzoekers: • Guy Smagghe
Risico-analyse voor borstkanker op basis van gekende ontvankelijke lociin andere kankers. KU Leuven Abstract: Borstkanker is een van de meest gediagnosticeerde kankers in de westerse wereld met een significante mortaliteitsgraad wereldwijd. Dankzij consortia heeft het gast laboratorium meer dan 175 polymorfismen gegenotypeerd waarvan geweten is dat ze risico verhogend zijn in andere kanker types. Deze polymorfismen werden bepaalt voor > 35.000 borst kanker patiënten en > 20.000 gezonde controles. Dit project beoog te achterhalen welke van deze polymorfismen ook risico verhogend zijn voor borst kanker. Het valt op te merken dat elk polymorfisme op zich slechts een klein risico effect heeft, qua grote vergelijkbaar aan gekende omgevings kanker risico factoren. Daarom zal ik Bayesiaanse netwerken ontwikkelen omnieuwe genotype-genotype en genotype-omgeving interacties te ontdekken.Ik verwacht dat dergelijke interacties mij in staat zullen stellen om meer borst kanker gerelateerde risicos te ontrafelen. Bovendien biedt zulk een analyse de mogelijkheid om deze polymorfismen te gebruiken in praktisc Organisaties: • Laboratorium vr Translationele Genetica
Risico-analyse van de zoönotische transmissei van Coxiella burnettii vanuit de Belgische veehouderij (herkauwers) naar de mens Universiteit Gent Abstract: De oorzaak van opduikende humane infecties van Q-koorts (geassocieerd met C. burnetti) is wellicht te wijten aan een toename van de intensieve teelt van geiten voor melkproductie. Het huidige onderzoeksproject zal een risico-analyse uitvoeren met betrekking tot de mogelijke
zoönotische transmissie van C. burnetti vanuit de Belgische binnenlandse veehouderij (herkauwers) naar de mens Organisaties: • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Mieke Uyttendaele
Rioolwateranalyse als alternatieve methodologie om het druggebruik bij de algemene bevolking in te schatten. Universiteit Antwerpen Abstract: Met dit onderzoek naar de analyse van drugs in rioolwater als alternatieve methodologie om druggebruik op bevolkingsniveau in te schatten, is een nieuwe onderzoekslijn opgestart die op korte tijd een internationale uitstraling heeft gekregen. Een procedure werd ontwikkeld om via de analyse van rioolwater het gebruik van drugs bij de algemene bevolking in te schatten. Deze methodologie heeft een multidisciplinair karakter en brengt vakgebieden zoals toxicologie, farmacologie, analytische chemie, epidemiologie en sociologie/criminologie bij elkaar. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Alexander van Nuijs
Rijke moerasecologie met betrekking tot beperken-voedende beschikbaarheid op een Westeuropees moerasecosysteem. Universiteit Antwerpen Abstract: De lage productiviteit in moerasland wordt gehandhaafd door een vrij lage voedende beschikbaarheid. de restoratiemogelijkheden in soortenrijke laagvenen. In deze gebieden worden de groeiomstandigheden voor planten het meest bepaald door de volgende factoren: -waterstand en 'kwaliteit -minerale voeding: nutriëntenlimitering en 'opname en biomassa allocatie (afhankelijk van biotische en abiotische factoren) -bodemstructuur en 'kwaliteit Er werd getest welke factoren (biotisch of abiotisch) het best de 'relatief lage' nutriëntenbeschikbaarheid voor Caricion davallianae vegetaties en de hoge nutriëntenbeschikbaarheid voor snelgroeiende soorten (Molinia cearulea) bepalen. De experimenten werden uitgevoerd op gemeenschapsniveau en op het niveau van individuele soorten zoals Molinia caerulea, Carex demissa, Carex dioïca (in het Buitengoor bij Mol) en Carex cespitosa (in de venen van de Biebrza-vallei). De aard van de nutriëntenlimitering werd getest in relatie tot groeivorm en nutriëntenbeschikbaarheid in de bodem. Een groot deel van het werk bestond dus uit een kwantitatieve evaluatie van verschillende aspecten van de minerale voeding van meerjarige planten, afkomstig uit habitats die verschillen in bodemvruchtbaarheid. Hierbij werd speciaal aandacht besteed aan de strategieën van verschillende groeivormen en de ecologische gevolgen ervan. In dit werk werd voornamelijk gekeken van de beschikbaarheid van stikstof en fosfor omdat deze nutriënten in natuurlijke milieus vaak de voornaamste groeilimiterende nutriënten zijn. (Vitousek & Howarth, 1991; Koerselman & Meuleman, 1996; Verhoeven et al., 1996). Organisaties: • Ecosysteembeheer • Ecosysteembeheer
Onderzoekers: • Mohssine El Kahloun • Patrick Meire
Rijden onder invloed van drugs of psychoactieve geneesmiddelen: opsporing in bloed en speeksel Universiteit Antwerpen Abstract: Het voorgestelde project heeft als eerste doel het gebruik van drugs en psychoactieve geneesmiddelen in het verkeer na te gaan via chromatografische bepalingen van bloed- en speekselstalen afkomstig van verkeerscontroles of verkeersongevallen. Het tweede doel is speekseltesten die vals-positief screenen in het kader van de Belgische wetgeving te verklaren. Organisaties: • Toxicologie
Onderzoekers: • Kristof Maudens
Rigorous experimental validation and translation to other imaging modalities of a novel index for the non-invasive quantification of intrinsic myocardial contractility. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Cardiovasculaire Beeldvorming & Dynamica
Onderzoekers: • Frank Rademakers • Jan D'hooge • Piet Claus
Richtlijn voor de preventie en behandeling van decubitus Universiteit Gent Abstract: Het project had als doel een Belgische richtlijn te ontwikkelen voor de preventie en behandeling van decubitus. Op basis van evidentie naar effectiviteit van preventie en behandeling van decubitus bekomen door het systematisch doorzoeken van de literatuur werden aanbevelingen geformuleerd. Organisaties: • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde
Onderzoekers: • Sofie Verhaeghe
Richting geoptimaliseerd nut van klinische beeldvormende modaliteiten in preklinische theragnostic onderzoek KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Theragnostisch Laboratorium
Onderzoekers: • Yicheng Ni • Ting Yin
Richten op de gewijzigde aangeboren functionaliteit van de post- astma alveolaire macrofaag voor het verlichten van de ademhalingsorganen syncytical Virus-geïnduceerde astham exacerbatie . Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Johan Grooten
Richten op de chromatine voor innovatieve kankertherapie Universiteit Gent Abstract: Veranderingen in de chromatine omgeving (mutaties, translocaties, epigenetische wijzingen) zijn initiërende factoren van ongecontroleerde celgroei/oncogenese. ChromaTarget wenst vanuit een verbeterd inzicht in de maligne chromatine omgeving nieuwe, meer specifieke therapeutische strategieën (met minder nevenwerkingen) en lead compounds tegen een subset van kankers met een slechte prognose (T-cell progenitor acute lymphoblastische leukemie (ETP-ALL), MLL fusie gemedieerde leukemia, medulloblastoom) te ontwikkelen. Het vergelijken van 'omica' gegevens zal tevens via identificatie van specifieke biomerkers gepersonaliiseerde geneeskunde mogelijk maken. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica • Vakgroep Toegepaste Wiskunde, Biometrie en Procesregeling
Onderzoekers: • Franki Speleman • Daisy Flamez
Ribosome Mutations in Leukemia Development. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Groep Biomedische Wetenschappen • Departement Oncologie
Onderzoekers: • Kim De Keersmaecker • Tiziana Girardi
RIA-RETHRIM KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Labo Experimentele Transplantatie
Onderzoekers: • Timothy Devos
RIA-ARISE KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Klinische Cardiale Heelkunde
Onderzoekers: • Bart Meyns
Rho kinase (ROCK) inhibitoren als nieuwe antifibrotische strategie voorde behandeling van glaucoom. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Oogziekten
Onderzoekers: • Ingeborg Stalmans • Sarah Van de Velde
RHAMM en BMI1 als veelbelovende immunotherapeutische targetantigenen voor de ontwikkeling en optimalisatie van een multi-antigenetisch dendritisch celvaccin tegen leukemie en myeloom. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is bij de behandeling van bloedkankers, zoals acute myeloïde leukemie (AML), duidelijk nood aan nieuwe, goedverdragen adjuvante therapieën om het frequente herval waarmee deze ziekten gepaard gaan te controleren of zelfs te voorkomen. Een veelbelovende strategie hierbij is autologe immuuntherapie, die erop gericht is het immuunsysteem van de patiënt zelf te stimuleren om achtergebleven kankercellen doelgericht te vernietigen. Met dit project willen we in vitro de haalbaarheid en de potentiële kracht onderzoeken van een dendritisch celvaccin geladen met mRNA dat codeert voor verschillende tumorantigenen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Yannick Willemen
RHAMM als een aantrekkelijk immunotherapeutisch doelwitantigen voor dendritische cel-geïnduceerde T-cel immuniteit gericht tegen leukemie en myeloom. Universiteit Antwerpen Abstract: Er is bij de behandeling van bloedkankers, zoals acute myeloïde leukemie (AML), duidelijk nood aan nieuwe en goedverdragen adjuvante therapieën om het frequente herval waarmee deze ziekten gepaard gaan te controleren of zelfs te voorkomen. Een veelbelovende strategie hierbij is autologe immunotherapie, die erop gericht is het immuunsysteem van de patiënt zelf te stimuleren om overblijvende kankercellen te vernietigen. Dit project onderzoekt de haalbaarheid en de potentiële rol van een dendritisch celvaccin, geladen met RNA coderend voor tumorantigenen en
costimulatoire moleculen, in kanker immunotherapie. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Zwi Berneman • Yannick Willemen
Reward: Rewarding healthy food choices Universiteit Gent Abstract: In het REWARD-project onderzoeken we hoe beloningsgevoeligheid van kinderen en jongeren samenhangt met eetgewoonten. We willen verklaren waarom kinderen en jongeren vaak kiezen voor ongezond voedsel met een hoge beloningswaarde. Wanneer we het verband tussen beloningsgevoeligheid en eetgewoonten begrijpen, willen we uitzoeken hoe we kinderen en jongeren kunnen leren om gezondere keuzes te maken door in te spelen op beloningsgevoeligheid. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Lea Maes • Caroline Braet • Stefaan De Henauw • Patrick Kolsteren
Revealing the interaction between heat tolerance and climateric fruit ripening and postharvest quality of tomato. KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Faculteit Wetenschappen
Onderzoekers: • Bart Nicolai • Maarten Hertog
Revalidatie van patiënten met chronisch hartfalen. Universiteit Antwerpen Abstract: Het onderzoek spitst zich vooral toe op de evolutie van prognostische merkers gemeten tijdens en na de inspanningsproeven. Recente literatuur toont aan dat deze merkers in belangrijke mate de mortaliteit van patiënten met hartfalen voorspellen. Onze voornaamste vraag hieromtrent is of de invoering van krachttraining in het klassieke uithoudings-trainingsprogramma een invloed kan hebben op deze prognostische merkers. Organisaties: • Translationeel pathofysiologisch onderzoek (TPR)
Onderzoekers: • Viviane Conraads • Christiaan Vrints • Paul Beckers
Revalidatie en Kinesitherapie bij inwendige aandoeningen Universiteit Gent Abstract: Deze onderzoeksgroep richt zich vanuit een truncus communis op het vlak van evaluatie (kracht, evenwicht, inspanningscapaciteit, mobiliteit en functionaliteit) en (trainings)therapie tot specifieke volwassen populaties met inwendige aandoeningen uit de geriatrie, cardiologie, oncologie, endocrinologie, neurologie, ? ten behoeve van mutuele ontwikkeling van know-how. Vbn. Valrisicodetectie en -preventie bij patiënten met CVA, dementie en diabetes - ASsessment en aanpak deconditionering, performantie en levenskwaliteit bij kankerpatiënten - Combinatietraining bij obesitas, insulineresistentie, cardiovasculair risico Organisaties: • Vakgroep Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie
Onderzoekers: • Dirk Cambier
Revalidatie bij Axial spondyloartritis Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Inwendige ziekten
Onderzoekers: • Dirk Elewaut
Retinitis pigmentosa: genidentificatie en functionele analyse door geavanceerde genomica en zebravis studies Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de identificatie van nieuwe ziektegenen voor sporadische of autosomaal recessieve retinitis pigmentosa (RP). Specifieke doelen zijn: (1) prescreening van alle gekende RP genen met next-generation sequencing (NGS); (2) identificatie van nieuwe ziektegenen door homozygositeitsmapping en NGS van kandidaatregio?s; (3) in vivo functionele analyse van nieuwe RP genen in zebravis. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Anne De Paepe • Elfride De Baere
Retinitis pigmentosa: genidentificatie en functionele analyse door geavanceerde genomica en zebravis studies Universiteit Gent Abstract: Het doel van dit project is de identificatie van nieuwe ziektegenen voor sporadische of autosomaal recessieve retinitis pigmentosa (RP). Specifieke doelen zijn: (1) prescreening van alle gekende RP genen met next-generation sequencing (NGS); (2) identificatie van nieuwe
ziektegenen door homozygositeitsmapping en NGS van kandidaatregio?s; (3) in vivo functionele analyse van nieuwe RP genen in zebravis. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Elfride De Baere
Retinale zuurstofvoorziening in gezondheid en ziekte KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Onderzoeksgroep Oogziekten
Onderzoekers: • Ingeborg Stalmans • Evelien Vandewalle • Luis Pinto
Re-thinking the future of irrigated agriculture in Central Asia KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • Afdeling Bodem- en Waterbeheer
Onderzoekers: • Dirk Raes
Retentie van silicaat langs het Schelde continuüm en de impact op eutrofiëring in de kustzone (SISCO) Universiteit Gent Abstract: Dit project evalueert de rol van het Schelde estuarium als ?sink? voor Si. Processen die onderzocht worden zijn de opname van Si door estuariene diatomeeënbloeien en de remineralisatie van biogeen Si. Het project omvat monitoring van Si en diatomeeën in het Schelde continuüm en experimenten gebaseerd op een cultuurcollectie van estuariene diatomeeën. De resultaten zullen in een ecosysteemmodel geïntegreerd worden. Organisaties: • Vakgroep Biologie
Onderzoekers: • Wim Vyverman
Retentie van klinische vaardigheden KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • D. Farmaceutische & Farmacologische Wet.
Onderzoekers: • Jan Elen • Filip Staes • Nathalie Charlier • Lien Van Der Stock
Restoring cognitive functions in neurodegenerative disease models KU Leuven Abstract: Aangezien we langer leven dan eerdere generaties, zal het aantal ouderen aanzienlijk stijgen. Hierdoor zullen leeftijdsgebonden ziekten zoals neurodegeneratieve aandoeningen een grote uitdaging vormen voor zowel de individuele patiënten als voor de maatschappij en de gezondheidszorg. Ondanks de geleverde inspanningen in dit domein, blijven de mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de pathologieën slecht begrepen en ontbreken zietkemodificerende therapieën. Het voornaamste doel van dit doctoraatsonderzoek is het verwerven van nieuwe inzichten in de mechanismen die betrokken bij zijn bij cognitieve stoornissen bij neurodegeneratieve aandoeningen. Vermits er relevante C. elegans modellen bestaan voor deziekte van Alzheimer, de ziekte van Huntington en spinocerebellaire ataxia type 3, zullen deze gebruikt worden voor een snelle identificatie van interessante modifiers van de vroege cognitieve achteruitgang bij neurodegeneratieve ziekten.<w:latentstyles deflockedstate="false" defunhi Organisaties: • Afd. Dierenfysiologie en Neurobiologie
Restauratie en bescherming van kalksteen d.m.v. microbiologisch geproduceerd calciumcarbonaat Universiteit Gent Abstract: Het uiteindelijke doel van het onderzoeksconsortium is een kant-en-klaar product en methode op de markt te brengen voor de restauratie van kalksteen gebaseerd op de microbiële productie van calciumcarbonaat. Dit project beoogt de vertaling van gunstige resultaten uit laboexperimenten naar praktijktoepassingen. Na afloop van dit project dient de in situ efficiëntie aangetoond zijn alsook het optreden van mogelijke schadeprocessen. Organisaties: • Vakgroep Bouwkundige constructies
Onderzoekers: • Willy Verstraete • Nele De Belie
RESPONS PREDICTIE BIJ HET HELDERCELLIG NIERCELCARCINOOM BEHANDELD MET DOELGERICHTE THERAPIE TEGEN DE VASCULAR ENDOTHELIAL GROWTH FACTOR PATHWAY KU Leuven Abstract: Tot enkele jaren geleden was het gemetastaseerd heldercellig niercelcarcinoom een erg moeilijk te behandelen ziekte. Sinds 2005 beschikken we echter over een aantal nieuwe geneesmiddelen om deze ziekte te bestrijden. Deze geneesmiddelen trachten de aanmaak van
bloedvaten in tumoren tegen te gaan en worden bloedvatremmers genoemd. Opdat een tumor of de uitzaaiingen van een tumor zouden kunnen groeien, zijn er immers nieuwe bloedvaten nodig die zuurstof en energie aan de kankercel kunnen bezorgen. In de jaren zeventig reeds ontstond het idee om tumorgroei te vertragen door nieuwe en bestaande bloedvaten te blokkeren. Het heldercellig niercelcarcinoom is precies een ziekte waar er een belangrijke aangroei is van nieuwe bloedvaten. Mogelijks is het daarom dat bloedvatremmers de meest efficiënte therapie ooit zijn in de behandeling van deze ziekte. Sunitinib, pazopanib, axitinib, sorafenib en bevacizumab worden nu routinematig met succes gebruikt bij de behandeling van het gemetastaseerd he Organisaties: • Laboratorium Experimentele Oncologie
Onderzoekers: • Robert Paridaens • Patrick Schöffski • Benoit Beuselinck
Respiratory Syncitial Virus immunologie en moleculaire virologie Universiteit Gent Abstract: Het ectodomein van het Short Hydrophobic eiwit (SHe) van Respiratoir Syncytieel virus zal als recombinant virusachtig partikel worden gebruikt voor de ontwikkeling van een vaccin tegen dit virus. Het beschermend potentieel van SHe-specifiek adaptieve immuniteit zal worden gekarakateriseerd in een muismodel. Aan de hand van passieve transfer van antisera en immuuncellen zal het beschermingsmechanisme van dit vaccin worden bepaald. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Xavier Saelens • Rudi Beyaert
Resolving the glucocorticoid resistance of severe asthma Universiteit Gent Abstract: In dit project willen we gebruik maken van een nieuw muis asthma model om te onderzoeken hoe we de resistentie tegen de normal glucocorticoiden therapie kunnen omkeren. Organisaties: • Vakgroep Biomedische Moleculaire Biologie
Onderzoekers: • Claude Libert
Resolutieverbetering van diffusie MRI beelden via modelgebaseerde en numeriek-symbolische reconstructie. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project betreft fundamenteel kennisgrensverleggend onderzoek gefinancierd door het Fonds voor Wetenschappelijk OnderzoekVlaanderen. Het project werd betoelaagd na selectie door het bevoegde FWO-expertpanel. Organisaties: • Visielab
Onderzoekers: • Jan Sijbers • Annie Cuyt
Resistentie tegen antibiotica in de gemeenschap in Kenia Universiteit Gent Abstract: niet beschikbaar Organisaties: • Vakgroep Pathologie, bacteriologie en pluimveeziekten
Onderzoekers: • Patrick Butaye
Resistentie tegen antibiotica en het voorschrijven bij Europese kinderen (ARPEC). Universiteit Antwerpen Abstract: De algemene doelstelling van het project is het verbeteren van de kwaliteit bij het voorschrijven van antibiotica voor kinderen in Europa en het reduceren van de prevalentie van antimicrobiële resistentie van bacteriële infecties bij kinderen. Organisaties: • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Resistentie in gram-negatieve organismen: studie van interventie strategieën (R-GNOSIS). Universiteit Antwerpen Abstract: R-GNOSIS (2011-2015) combineert vijf internationale klinische interventiestudies, allen ondersteund door zeer innovatieve microbiologie en wiskundige modellering, dit om - in de meest relevante patiëntenpopulaties - de werkzaamheid en effect van eindpunt interventies vast te stellen om bloodstelling, dragerschap, besmetting en verspreiding van multiresistente Gram-negatieve bacteriën (MDR-GNB) te reduceren. Alle klinische werkpakketten (WP), zullen de wetenschap voorbij the state-of –the –art brengen in het genereren van nieuwe en translationeel klinisch relevante kennis, via hypothese-gedreven onderzoek met een focus op de patiënt gerichte resultaten die belangrijk zijn voor de mensen in Europa en daarbuiten. De studies en analyses voorgesteld in R-GNOSIS zullen een stap voorwaarts zijn in het identificeren van evidence-based preventieve maatregelen en klinische richtlijnen voor de eerste lijn en artsen gekoppeld aan een ziekenhuis alsook voor gezondheidszorg autoriteiten, om de verspreiding en impact van de strijd ongekende stijging van infecties veroorzaakt door de MDR-GNB in Europa. De Universiteit Antwerpen (UA) leidt het werkpakket betreffende ;'Functionele microbiologie en binnen-gastheer transmissie dynamiek van genen, plasmiden en klonen van MDR-GNB;. Hier passen we een bedside-to-bench;translationele benadering toe om de impact van antibiotica en darmen dekolonisatie bij MDR-GNB pathogenen en commensalen in de gemeenschap of het ziekenhuis door gebruik te maken van state-of-the-art microbiologische toepassingen. Onze geavanceerde in-vitro-analyses om resistentiegenoverdracht, de ecologie en evolutie van resistentie te onderzoeken zal ook baanbrekend modelstudies ondersteunen. De resultaten van de geplande diagnostische interventies zullen een revolutie veroorzaken binnen de huidige screeningpraktijken voor MDR-GNBs in ziekenhuizen en de invoering van het gebruik van point-of-care testen (POCTs) in de eerste lijn. Organisaties:
• Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens • Surbhi Malhotra
Resistentie genotypering voor de optimalisatie van HCV antivirale behandelingen. KU Leuven Abstract: Chronische hepatitis, veroorzaakt door het hepatitis C virus, is een groot gezondheidsprobleem. Meer dan 170 miljoen mensen wereldwijd zijn momenteel geïnfecteerd met dit virus. Slechts een minderheid van de patiënten is in staat spontaan te genezen van dit virus; bij anderen verloopt de infectie chronisch, wat gepaard gaat met een verhoogd risico op leverkanker en dood. Hoewel de huidige therapie reeds in een groot aantal patiënten virale klaring tot gevolg heeft, is niet elke patiënt even gevoelig aan de behandeling, waardoor er nog heel wat patiënten zijn zonder therapieopties. Momenteel lopen er heel wat klinische proeven, die aanleiding zullen geven tot nieuwe geneesmiddelen. Bij het gebruik van deze nieuwe geneesmiddelen werd echter een snelle ontwikkeling van resistentie vastgesteld. Dit is te wijten aan, zoals bij HIV, de aanwezigheid van een populatie van zeer nauw betrokken hepatitis C virussen binnenin éénpatiënt, ook gekend als quasispecies, die zich snel ontwikkelt als ant Organisaties: • Klinische & Epidemiologische Virologie
Resistentie en gebruik van antibiotica in het Middellandse-Zeegebied (ARMed). Universiteit Antwerpen Abstract: Gedurende 48 maanden zullen resistentie gegevens verzameld worden in de landen van het Middellandse- Zeegebied. De resultaten zullen onderworpen worden aan een programma voor kwaliteitscontrole. Epidiomiologische factoren die een invloed uitoefenen op de ontwikkeling van resistentie zullen in de studie betrokken worden. Gebruikscijfers van antibiotica zullen verzameld worden volgens de methode die ook in het Europese ESAC project gehanteerd wordt en het beleid in verband met infectiecontrole zal bestudeerd worden zoals in het HARMONY project wat de koppeling van de ARMed database met bestaande Europese databases zal vergemakkelijken. Organisaties: • Medische microbiologie • Instituut voor Vaccin-en Infectieziekten (VAXINFECTIO)
Onderzoekers: • Herman Goossens
Resistance breeding for powdery mildew (<em>Podosphaera pannosa) and black spot (<em>Diplocarpon rosae) in roses Hogeschool Gent Abstract: Een verbeterde ziekteresistentie is het hoofddoel in de veredeling naar nieuwe tuinrooscultivars. Kennis van de pathogenen zelf is hierbij van groot belang; daarom wordt onderzoek gevoerd naar het bestaan van verschillende pathotypes van de voornaamste schimmelziektes bij rozen: echte meeldauw (Podosphaera pannosa) en sterroetdauw (Diplocarpon rosae). Voor de ontwikkeling van resistentere rozengenotypes worden zowel ouderplanten als nakomelingen getest op hun resistentie; gestandaardiseerde bio-toetsen zijn hierbij onmisbaar. Voor het verkrijgen van resistentere rozentypes dienen "wilde" rozensoorten opnieuw in de veredeling te worden gebruikt. Deze soorten zijn niet altijd eenvoudig bruikbaar door o.a. ploïdieverschillen, bovendien zijn niet alle kenmerken van deze soorten gewild in moderne rozencultivars. Het onderzoek naar ziekteresistentieveredling bij rozen legt zich daarom toe op de diversiteit binnen de pathogenen, het ontwikkelen van biotoetsen voor resistentie en de mogelijkheden van resistente ouderplanten in interploïdie kruisingen. Ook de mogelijkheden van resistentie inductie worden getest. Dit onderzoek loopt via het Departement Plantengenetica en Veredeling (CLO-DvP) en in samenwerking met het Labo Fytopathologie van de UGent. Organisaties: • Departement Biowetenschappen en Landschapsarchitectuur
Onderzoekers:
Resiliëntie van ecosysteemkenmerken bij omgevingsstress: een studie naar het relatieve belang van ecologische en evolutionaire aanpassing. KU Leuven Abstract: