www.researchportal.be - 28 Jan 2016 09:34:37
Onderzoeksprojecten (1 - 114 van 114) Zoekfilter: Classificaties: Ontwikkelingspsychologie
Bilaterale samenwerking in het kader van gezamenlijke doctoraatsprojecten_Bench fee i.h.k. van Joint PhD VUB-ULB, Alexandra Dreesman Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van dit werk is het definiëren van verschillende responsprofielen, verschillende immunotypen die gerelateerd zijn aan de klinische manifestaties. Deze gedefinieerde immunotypen zouden clinici helpen bij het differentiëren van geïnfecteerde gezonde kinderen met degenen die actieve tuberculose ontwikkelt hebben. In vervolgstudie zal opgezet worden bij kinderen met actieve tuberculose om de immunologische reactie gedurende de behandeling te karakteriseren. Het doel is om een immunotype te identificeren die als biomarker kan dienen bij een positieve respons op de behandeling. Organisaties: • Pediatrie
Onderzoekers: • ANNE MALFROOT
De betrokkenheid van het geheugen voor seriële orde informatie bij taalverwerving Universiteit Gent Abstract: Voorgesteld onderzoeksproject zal de interactie tussen het lange-termijn geheugen voor seriële orde-informatie en taalleren onderzoeken. We zullen het computationeel model van Page en Norris empirisch valideren en de cognitieve mechanismen onderzoeken onderliggend aan enerzijds taalleren bij kinderen en anderzijds problematische taalontwikkeling. Tenslotte zal de neurologische basis van de geheugenprocessen betrokken bij taalleren worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wouter Duyck
De rol van mithochondriale dysfuncties in de pathogenese van autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Mitochondriale dysfuncties (MD) worden in toenemende mate vastgesteld bij kinderen met autismespectrumstoornis (ASS). Het onderzoek heeft tot doel de relatie tussen beide beter te begrijpen en te onderzoeken of MD een rol speelt in de pathogenese van ASS. Het onderzoek wordt verricht bij kinderen met een diagnose van ASS en bij een hoog--?risicogroep van broers en zussen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De rol van mithochondriale dysfuncties in de pathogenese van autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Mitochondriale dysfuncties (MD) worden in toenemende mate vastgesteld bij kinderen met autismespectrumstoornis (ASS). Het onderzoek heeft tot doel de relatie tussen beide beter te begrijpen en te onderzoeken of MD een rol speelt in de pathogenese van ASS. Het onderzoek wordt verricht bij kinderen met een diagnose van ASS en bij een hoog--?risicogroep van broers en zussen. Organisaties: • Vakgroep Pediatrie en genetica
Onderzoekers: • Rudy Van Coster
Zelf-ander distinctie en de rol hiervan in het mentaliseren bij volwassenen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Het betreft een studie naar de spatiotemporele elementen van theory of mind bij kinderen en volwassenen met een autismespectrumstoornis, waarbij gebruik wordt gemaakt van fMRI en EEG technieken. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Jan Wiersema
Motiverend coachen: De rol van de jeugdcoach als hefboom tot levenslang sporten. Universiteit Gent Abstract: Motiverend coachen Motiverend coachen: De rol van de jeugdcoach als hefboom tot levenslang sporten. Vl.overh.-min.fin.begr.werk.RO en sport Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Maarten Vansteenkiste
Reward: Rewarding healthy food choices Universiteit Gent Abstract: In het REWARD-project onderzoeken we hoe beloningsgevoeligheid van kinderen en jongeren samenhangt met eetgewoonten. We willen verklaren waarom kinderen en jongeren vaak kiezen voor ongezond voedsel met een hoge beloningswaarde. Wanneer we het verband tussen beloningsgevoeligheid en eetgewoonten begrijpen, willen we uitzoeken hoe we kinderen en jongeren kunnen leren om gezondere keuzes te maken door in te spelen op beloningsgevoeligheid. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie • Vakgroep Maatschappelijke gezondheidkunde • Vakgroep Voedselveiligheid en Voedselkwaliteit
Onderzoekers: • Lea Maes • Caroline Braet • Stefaan De Henauw • Patrick Kolsteren
Actieve mechanismen van Persoonlijkheidsontwikkeling gedurende de levensloop Universiteit Gent Abstract: Het huidige project onderzoekt de Five-Factor Theory (McCrae & Costa, 1996) en Social Investment Theory (Roberts & Wood, 2006), twee prominente theorieen van normatieve persoonlijkheidsontwikkeling. Meer specifiek zal de bijdrage van genen versus omgevingsfactoren (i.e., sociale rollen, levensgebeurtenissen) onderzocht worden. Hiervoor zullen we een follow-up bevraging organiseren van een tweelingensteekproef waarvan reeds persoonlijkheidsdata verzameld werden in 1997 en 2000. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt
De relatie tussen sociale motivatie en sociale cognitie bij broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Verschillende etiologische modellen proberen de symptomen van autismespectrumstoornissen (ASS) te verklaren. Binnen dit onderzoeksproject willen we de rol van sociale motivatie deficits binnen de etiologie van ASS en de relatie met (verstoorde) sociale cognitie nagaan. We zoeken en creëren hierbij geschikte paradigma?s voor onderzoek bij heel jonge kinderen (5 maand tot 3 jaar) met een verhoogd risico op ASS. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Hoe adolescenten omgaan met ouderlijke druk: De rol van opvoedingsgeschiedenis en emotieregulatie Universiteit Gent Abstract: In het huidige project zal onderzocht worden of jongeren op verschillende manieren kunnen omgaan met dwingende opvoedingsstrategieën. Hierbij wordt nagegaan of de reacties van jongeren mede bepaald worden door de algemene opvoedingsvoorgeschiedenis enerzijds, en de stijl van emotieregulatie anderzijds. Tot slot zal onderzocht worden of de stijl van emotieregulatie beïnvloed kan worden door een interventie. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Wim Beyers • Maarten Vansteenkiste
De Neurobiologische Basis van Toestandsregulatietekorten bij ADHD Universiteit Gent Abstract: Het globale doel van dit onderzoek is het identificeren van de neurale basis van toestandsregulatietekorten bij kinderen met ADHD. Aan de hand van een reeks functionele beeldvormings- en elektrofysiologische studies zal de activering van de hersenen van personen met en zonder ADHD vergeleken worden onder wisselende taakeisen die de mate van taakgerelateerde activatie en arousal wijzigen van optimale naar suboptimale toestanden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Hoe pijn wordt doorgegeven binnen families: de rol van observationeel leren in de ouder-kind dyade Universiteit Gent Abstract: Kinderen met een ouder met chronische pijn, zijn kwetsbaarder om zelf pijnklachten te ontwikkelen. Onderzoek benadrukt de rol van psychologische processen zoals pijngerelateerde vrees bij chronische pijn. We verwachten dat kinderen psychologische kwetsbaarheden aanleren door het herhaaldelijk observeren van pijn bij een ouder. Om de effecten van observatie van pijn te onderzoeken bij kinderen, maken we gebruik van experimentele paradigma?s. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Hoe Vermijd je de Motivationele Problemen wegens een Overdaad aan Informatie in de Werkomgeving van Astronauten? De Kritische Rol van het Vragen om een Mandaat. Universiteit Gent Abstract: Dit project behoort tot het theoretisch kader van de Zelf--?Determinatie Theorie en heeft als doelstelling de gevolgen te onderzoeken van een overdaad aan informatie op de motivatie en het welzijn van individuen in de astronautische werkomgeving, en de efficientie te bestuderen van maatregelenen tegen deze effecten. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Maarten Vansteenkiste • Stijn Van Petegem
Speelt persoonlijkheid van kinderen en adolescenten een modererende rol in de effecten van autonomieondersteunende en controlerende contexten? Universiteit Gent Abstract: Socialisatieonderzoek bestudeert in toenemende mate de ontwikkelingsuitkomsten van autonomieondersteunend en controlerend opvoeden bij kinderen en adolescenten. De doelstelling van dit project is om na te gaan of de effecten van autonomieondersteuning en controle
gemodereerd worden door de persoonlijkheid van kinderen en adolescenten. Om deze onderzoeksvraag te beantwoorden worden een korte-termijn longitudinale studie en een reeks van experimentele studies voorgesteld. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Bart Soenens
Ouders die het te goed willen doen? Een studie naar ouderlijke overbescherming tijdens de lagere schoollleeftijd, adolescentie, en opkomende volwassenheid. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert de maatschappelijke trend van ouderlijke overbescherming. In een steekproef van lagere schoolkinderen, adolescenten en opkomende volwassenen willen we (a) de betekenis van ouderlijke bescherming uitklaren, (b) dynamieken identificeren die kunnen verklaren waarom ouders dergelijk opvoedingsgedrag toepassen en (c) de gevolgen van overbescherming bestuderen voor het kind; specifiek hun zelfregulatie en vermogen om om te gaan met faalervaringen. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Wim Beyers
Ouders die het te goed willen doen? Een studie naar ouderlijke overbescherming tijdens de lagere schoollleeftijd, adolescentie, en opkomende volwassenheid. Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoeksproject bestudeert de maatschappelijke trend van ouderlijke overbescherming. In een steekproef van lagere schoolkinderen, adolescenten en opkomende volwassenen willen we (a) de betekenis van ouderlijke bescherming uitklaren, (b) dynamieken identificeren die kunnen verklaren waarom ouders dergelijk opvoedingsgedrag toepassen en (c) de gevolgen van overbescherming bestuderen voor het kind; specifiek hun zelfregulatie en vermogen om om te gaan met faalervaringen. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Wim Beyers
Noodondersteunend opvoeden bij kinderen met Downsyndroom, Cerebrale Parese of een Autismespectrumstoornis: op zoek naar sleutels voor een betere ouderondersteuning Universiteit Gent Abstract: Beurs Lisa Dieleman Noodondersteunend opvoeden bij kinderen met Downsyndroom, Cerebrale Parese of een Autismespectrumstoornis op zoek naar sleutels voor een betere ouderondersteuning. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Bart Soenens
De effecten van mentale representaties van leerkrachten van dyadische leraar-leerlingrelaties op sociale informatieverwerking: Nieuwe inzichtengebaseerd op affectief priming onderzoek KU Leuven Abstract: Geen Nederlandstalig Abstract Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Karine Verschueren • Guy Bosmans • Katja Petry • Jantine L. Spilt
Autismespectrumstoornissen bij extreem prematuur geboren kinderen Universiteit Gent Abstract: Studies tonen aan dat extreem prematuur geboren kinderen te maken krijgen met moeilijkheden in diverse gebieden van hun functioneren, zo ook met autismespectrumstoornissen (ASS). Er zal worden geprobeerd de kennis over deze samenhang te verdiepen. Het Vlaamse deel van de kinderen van de EPIBEL-cohorte zal op 12-13 jarige leeftijd worden opgevolgd. Daarnaast zal een nieuwe cohorte extreem prematuur geboren kinderen worden opgevolgd vanaf de geboorte. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Ouderlijke voedingsstrategieën en de relatie tot het eetgedrag en het gewicht van het kind Universiteit Gent Abstract: Dit project onderzoekt ouderlijke voedingsstrategieën in relatie tot het eetgedrag en de gewichtsstatus van het kind via designs die toelaten het domein- en kindspecifieke karakter van deze ouderlijke strategieën te bestuderen (sibling designs). Bovendien zullen observatiestudies naast vragenlijstonderzoek uitgevoerd worden. Op deze manier wil het project een bijdrage leveren aan de operationalisatie van het concept ?ouderlijke voedingscontrole?. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet
Sense of Coherence en Salutogenese doorheen de Adolescentie en Jong-Volwassenheid: Een ontwikkelingspsychologische en contextuele benadering innormatieve en medische populaties.
KU Leuven Abstract: Sense of coherence (SOC) is een kernconstruct uit de salutogenetische traditie en verwijst naar de mate waarin iemand de wereld en zijn omgeving als begrijpbaar, controleerbaar en betekenisvol percipieert. Het huidige project onderzoek hoe SOC ontwikkelt doorheen de adolescentie en jong-volwassenheid en hoe SOC wordt beïnvloed door contextuele factoren en normatieve ontwikkelingstaken, zoals de ervaren opvoeding thuis, de werkcontext en identiteitsvorming. Verschillende steekproeven (studenten, jongvolwassesen en individuen met een chronische ziekte) zullen gebruikt worden. Het huidige project zal ook onderzoeken hoe veranderingen in SOC tesamen optreden met algemene (bv. depressieve symptomen en gezondheidsgedrag) en steekproef-specifieke uitkomstmaten (bv. werkbevlogenheid of -burnout, ziekte-aanpassing). Tenslotte zullen zowel meidatie- als moderatiemechanismen longitudinaal onderzocht worden. Het huidige project brengt dus onderzoekers samen uit verschillende disciplines (ontwikkel Organisaties: • OE School- en Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekers: • Koen Luyckx • Philip Moons
Multisensorische integratie en sociale cognitie in autismespectrumstoornissen: Een integratieve benadering. Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wees uit dat problemen met sociale cognitie in autismespectrumstoornissen gerelateerd zijn aan moeilijkheden eigen en andermans motorische acties te onderscheiden. Ik suggereer dat deze moeilijkheden veroorzaakt worden door een afwijkende integratie van lichaamsgerelateerde sensorische informatie met informatie uit andere zintuigen. Deze relatie wordt multisensorische integratie en problemen met sociale cognitie zal onderzocht worden, gebruikmakend van EEG, fMRI en gedragsmaten. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Marcel Brass
Een longitudinale studie van ouder-baby en sibling interacties bij zeer jonge broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis. Universiteit Gent Abstract: Broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis vertonen een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van kenmerken van ASS. Interactiepatronen binnen het gezin spelen hierbij mogelijks een rol. Met deze studie willen we de interactie tussen deze broers/zussen van kinderen met ASS en hun ouders enerzijds en hun broer/zus met ASS anderzijds beter in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Depressie in de vroege adolescentie: de relatie tussen emotie en cognitieve controle processen Universiteit Gent Abstract: Deze studie wijst op een potentieel belangrijke rol van verstoorde executieve controleprocessen als onderliggend mechanisme van de vertekende informatieverwerking en de maladaptieve emotieregulatie die gepaard gaan met een depressie. Bijgevolg beoogt dit project de cognitieve verwerking van emotioneel materiaal te onderzoeken bij depressieve jongeren door gebruik te maken van verschillende experimentele paradigma?s die gericht zijn op inhibitie, updaten, aandachtscontrole en shifting. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet • Sven Müller
De betrokkenheid van het geheugen voor seriële orde informatie bij taalverwerving Universiteit Gent Abstract: Voorgesteld onderzoeksproject zal de interactie tussen het lange-termijn geheugen voor seriële orde-informatie en taalleren onderzoeken. We zullen het computationeel model van Page en Norris empirisch valideren en de cognitieve mechanismen onderzoeken onderliggend aan enerzijds taalleren bij kinderen en anderzijds problematische taalontwikkeling. Tenslotte zal de neurologische basis van de geheugenprocessen betrokken bij taalleren worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wouter Duyck
Rekenvaardigheid bij kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Twee studies werden opgezet om de rekenvaardigheden bij kinderen met een ASS te onderzoeken. In de eerste studie worden de rekenmoeilijkheden van kinderen met ASS en hun brussen nauwkeurig beschreven. De link met enkele belangrijke onderliggende processen wordt onderzocht. In de tweede studie worden de prenumerische vaardigheden van drie groepen kleuters longitudinaal opgevolgd en gerelateerd aan hun rekenvaardigheden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Anne Desoete
Experimentele opstelling voor onderzoek naar binoculairerivaliteit KU Leuven Abstract: All research in this proposal will be in the area ofExperimental Psychology. Therefore, the panel'Psychology, Pedagogy, Didactics and Social Work' wouldbe most suitable to evaluate the proposal. Organisaties: • OG Labo voor Experimentele Psychologie
Onderzoekers: • Johan Wagemans • Mark Vergeer
Ontwikkeling van diagnostische, biochemische en moleculaire methoden, de preventie en de studie van behandelingsmogelijkheden bij OXPHOS deficiënties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Defecten van de oxidatieve fosforylatie liggen aan de basis van een heterogene groep van erfelijke aandoeningen, beter gekend als mitochondriale cvtopathieen, De incidentie werd lang sterk onderschat, maar de morbiditeit en mortaliteit van deze aandoeningen hebben een belangrijke impact op de publieke gezondheid. Honderden proteïnen zijn betrokken in vorming en werking van deze vijf enzymatische complexen waarvan een handvol staat onder duale genetische controle. Er is geen eenduidige correlatie tussen fenotype en genotype. Hoewel gedurende de laatste dertig jaar talrijke mitochondriale en nucleaire mutaties werden geIdentificeerd, hypothekeren deze aspecten nog steeds de bevestiging van een klinische diagnose via biochemisch en moleculair onderzoek in een grote patientenqroep. Met de ontwikkeling van nieuwe en de uitbouw van bestaande analysemethoden, wil dit project bijdragen in het onderzoek naar de oorzakelijke onderliggende mechanismen van geisoleerde en gecombineerde complex deficienties. In een moleculair luik zal het accent worden gelegd op qPCR, sequencing en het ontrafelen van defecten van demitochondriale translatie machinerie. Ook de aanzet tot de ontwikkeling van een behandeling en de preventie van deze patientenproblematiek vraagt de nodige aandacht. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Pediatrie
Onderzoekers: • WILLY LISSENS • Kim VANCAMPENHOUT • SARA SENECA • LINDA DE MEIRLEIR
Gezamenlijk project toegekend aan ULB-VUB: Ontwikkeling van een diagnostische test die de tuberculose-bacterie opspoort bij kinderen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De instelling 'VUB' en het ' Koning Boudewijnstichting - Fonds Jeanne & Alice Van de Voorde' hebben voor het project ' Gezamenlijk project toegekend aan ULB-VUB: Development and evaluation of new diagnostic markers of tuberculosis in children. Ontwikkeling van een diagnostische test die de tuberculose-bacterie opspoort bij kinderen.' een overeenkomst afgesloten die kadert in de dienstverleningsopdracht van de instelling. Hierbij kunnen de onderzoeksresultaten worden overgedragen aan het bedrijf, kan een billijke vergoeding worden afgesproken mbt de valorisatie van het onderzoek of kunnen andere afspraken gemaakt worden aangaande intellectuele eigendom, zoals bepaald in de afgesloten overeenkomst. Organisaties: • Pediatrie • Inwendige Geneeskundige Specialiteiten
Onderzoekers: • ALAIN DUPONT • ANNE MALFROOT • Alexandra DREESMAN
Impliciet en expliciet emotieregulatie in klinsch-angstige adolescenten: relevantie voor kinderen en adolescenten met angststoornissen Universiteit Gent Abstract: Eerder onderzoek naar de ontwikkeling van angststoornissen richt zich op het verwerken van passieve emotionele stimuli. In dit project stel ik gedrags- en neuro-imaging studies voor die actieve, expliciete en impliciete emotieregulatie-strategieën bij jongeren onderzoeken. Ik verwacht dat angstige jongeren, in vergelijking met gezonde adolescenten, minder goed in staat zullen zijn om expliciet hun emoties te reguleren. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet • Sven Müller
Ontwikkeling van diagnostische, biochemische en moleculaire methoden, de preventie en de studie van behandelingsmogelijkheden bij OXPHOS deficiënties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Defecten van de oxidatieve fosforylatie liggen aan de basis van een heterogene groep van erfelijke aandoeningen, beter gekend als mitochondriale cytopathiëen. De incidentie werd lang sterk onderschat, maar de morbiditeit en mortaliteit van deze aandoeningen hebben een belangrijke impact op de publieke gezondheid. Honderden proteïnen betrokken in vorming en werking van deze vijf enzymatische complexen staan onder duale genetische controle, maar er is geen eenduidige correlatie tussen fenotype en genotype. Hoewel gedurende de laatste dertig jaar talrijke mitochondriale en nucleaire mutaties werden geïdentificeerd, hypothekeren deze aspecten de bevestiging van een klinische diagnose via biochemisch en moleculair onderzoek in een grote patiëntengroep. Met de ontwikkeling van nieuwe en de uitbouw van bestaande analysemethoden, wil dit complementair interuniversitair samenwerkingsproject Brussel-Gent bijdragen in het onderzoek naar de oorzakelijke onderliggende mechanismen van geïsoleerde en gecombineerde complex deficiënties. Het biochemische luik zal, naast de studie van afwijkende mitochondriale morfologie, zich vooral concentreren op identificatie en kwantificatie van subeenheden van defecte complexen (BN-PAGEproteomics). In een moleculair luik zal het accent eerder worden gelegd op qPCR, sequencing en het ontrafelen van defecten van de mitochondriale translatie machinerie. Ook de aanzet tot de ontwikkeling van een behandeling en de preventie van deze patiëntenproblematiek vraagt de nodige aandacht. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Pediatrie
Onderzoekers: • WILLY LISSENS • SARA SENECA • LINDA DE MEIRLEIR
Kwetsbaarheid voor depressie gedurende de levensloop: de invloed van tijdsperspectief op aandachtsbias voor negatieve versus positieve interpersoonlijke informatie
Universiteit Gent Abstract: In dit project wordt de relatie tussen tijdsperspectief, aandachtsbias voor affectieve stimuli en gemoedstoestand onderzocht binnen een levensloopperspectief. Vermits aandachtsbias een kwetsbaarheidsfactor is voor depressie, en vermits deze bias in latere informatieverwerkingsstadia plaatsvindt, is het klinische relevant om te onderzoeken welke top-down processen een invloed uitoefenen op deze bias, teneinde handvatten aan te reiken naar therapeutische interventies. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Rudi De Raedt
Je krijgt niet altijd wat je ziet: Individuele verschillen in de manier waarop adolescenten opvoeding percipiëren en het verband met aanpassing Universiteit Gent Abstract: Hoewel opvoeding een belangrijke rol speelt in de aanpassing van adolescenten, zijn de effecten van opvoeding soms klein. In dit project onderzoeken we de hypothese dat aanpassing van adolescenten sterker wordt beïnvloed door hun percepties van opvoeding dan door oudergerapporteerde of geobserveerde opvoeding. Verder gaan we na of de persoonlijkheid van adolescenten hen meer of minder vatbaar maakt voor opvoeding. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Bart Soenens
De fast-food generatie: de rol van gevoeligheid voor beloning in het hedonische eetgedrag van adolescenten Universiteit Gent Abstract: Adolescenten groeien op in een maatschappij waar fast-food alomtegenwoordig is. Terwijl sommigen zich overeten en overgewicht ontwikkelen, doen anderen net het omgekeerde. Dit onderzoek vertrekt van Gray?s reinforcement sensitivity theory en wil bij 120 adolescenten onderzoeken hoe gevoeligheid voor beloning en straf samenhangt met eetgedrag/gewicht. Er worden psychofysiologische, gedragsmatige en zelfrapportage metingen gebruikt binnen experimenteel en longitudinaal onderzoek. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet
Neurofysiologisch onderzoek bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis en bij jonge broers en zussen: een longitudinale studie Universiteit Gent Abstract: Broers en zussen van kinderen met een autismespectrumstoornis vertonen een verhoogde kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van kenmerken van ASS. Interactiepatronen binnen het gezin spelen hierbij mogelijks een rol. Met deze studie willen we de interactie tussen deze broers/zussen van kinderen met ASS en hun ouders enerzijds en hun broer/zus met ASS anderzijds beter in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Orchideeën en paardebloemen: meta-analytische en empirische tests van de differentiële susceptibiliteitshypothese Universiteit Gent Abstract: Dit project combineert meta-analytisch en empirisch onderzoek naar de waarde van de differentiële susceptibiliteitshypothese die stelt dat kinderen onderling verschillen in hun temperamentele gevoeligheid voor omgevingsinvloeden, zoals opvoeding. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Ivan Mervielde
Persoonlijkheidsontwikkeling van de kindertijd tot de jongvolwassenheid: genen versus omgeving Universiteit Gent Abstract: De huidige studie beoogt om de Five Factor Theory en de Social Investment Theory als verklaringsmodellen van normatieve persoonlijkheidsontwikkeling te onderzoeken, gebruik makend van longitudinale (over 14 jaar) tweelingdata. Meer specifiek zal onderzocht worden hoeveel van de variantie in persoonlijkheidsontwikkeling toe te schrijven is aan genen versus omgeving. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Filip De Fruyt • Marleen De Bolle
Een vergelijking van twee modellen van ADHD: Toestandsregulatie versus aversie voor uitstel Universiteit Gent Abstract: Het doel van ons onderzoek is het vergelijken van twee vooraanstaande neuropsychologische modellen van ADHD: toestandsregulatie en aversie voor uitstel. Aan de hand van gedrags- en psychofysiologische metingen worden specifieke voorspellingen van beide modellen nagegaan en wordt getracht het inzicht in cognitieve en motivationele processen te vergroten. Ons onderzoek draagt bij tot de psychologische theorievorming rond ADHD, met implicaties voor diagnostiek en behandeling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Motorische ontwikkelingsstoornissen bij kinderen met autisme Universiteit Gent Abstract: De prevalantie van motorische stoornissen bij kinderen met autisme in kaart brengen en de aard van deze stoornissen beschrijven. Mogelijkheid tot subtypering van de kinderen met autisme op basis van de motorische stoornissen in relatie tot een aantal kenmerken van autisme
onderzoeken. Door middel van experimenteel onderzoek het verband tussen olivio-cerebellaire disfuncties bij autisme en de motorische stoornissen aantonen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Emotieregulatie bij eetstoornissen: een onderzoek naar de onderliggende mechanismen Universiteit Gent Abstract: Tot op heden is weinig onderzoek verricht naar de mechanismen die onderliggend zijn aan de relatie tussen hechting en (symptomen van) eetstoornissen. In dit huidig project willen we onderzoeken of affectieve regulatieproblemen en maladaptieve cognitieve schema's als mediatoren kunnen beschouwd worden in het verband tussen verstoringen in de ouder-kind relatie (onveilige hechting) en eetstoornissymptomen bij adolescenten. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet
De invloed van interpersoonlijke en omgevingsfactoren op de ontwikkeling en instandhouding van eetgerelateerde problemen bij kinderen en adolescenten. Universiteit Gent Abstract: Huidig project bouwt verder op de nood aan een integratieve en prospectieve aanpak van eetproblemen bij jongeren. Er wordt gebruik gemaakt van instrumenten die een categoriale visie en dimensionele visie op eetproblematiek vertegenwoordigen. Dit project komt tegemoet aan de nood voor longitudinaal en experimenteel onderzoek in de klinische ontwikkelingspsychologie en dit bij participanten van verschillende ontwikkelingsfasen en van beide geslachten. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Caroline Braet
De reactie van ouders op de pijn van hun kind: een affectief-motivationele analyse Universiteit Gent Abstract: Sociale processen die een rol spelen in de ervaring van pijn en hinder zijn tot op heden weinig onderzocht. Daarom wil ik de determinanten onderzoeken van ouderlijke gedragingen als reactie op pijn bij hun kind, waarbij de focus ligt op ouderlijke catastrofale gedachten. Vanuit affectief-motivationele visies zal onderzocht worden of catastrofale gedachten leiden tot vreesreacties en gedragingen gericht op pijnreductie. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
De betrokkenheid van het geheugen voor seriële orde informatie bij taalverwerving Universiteit Gent Abstract: Voorgesteld onderzoeksproject zal de interactie tussen het lange-termijn geheugen voor seriële orde-informatie en taalleren onderzoeken. We zullen het computationeel model van Page en Norris empirisch valideren en de cognitieve mechanismen onderzoeken onderliggend aan enerzijds taalleren bij kinderen en anderzijds problematische taalontwikkeling. Tenslotte zal de neurologische basis van de geheugenprocessen betrokken bij taalleren worden onderzocht. Organisaties: • Vakgroep Experimentele psychologie
Onderzoekers: • Wouter Duyck
'Vergeten' kinderen: hun beleving van verliessituaties en de mogelijke impact hierop van situatiekenmerken, in kaart gebracht via participerende observatie en belevingsonderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Gecompliceerde verliesverwerking bij kinderen vormt een (empirisch) onderbelicht onderzoeksthema en weinig studies zijn aan het straatkinderenfenomeen gewijd. Een koppeling van de schaarseI onderzoeksresultaten in dit verband doet vermoeden dat straatkinderen zich t.a.v. de confrontatie en het omgaan met verlies in een specifieke situatie bevinden. Cillebeert en Claes (2002) bepleiten dat de term 'straatkinderen' ook op zinvolle wijze kan worden aangewend in de Belgische context. Via participerende observatie bij vier laagdrempelige jeugdwerkinitiatieven in Vlaanderen en twee in Bolivie, zal a.d.h.v. belevingsonderzoek vanuit fenomenologisch perspectief een antwoord worden gezocht op volgende onderzoeksvragen: (1) Hoe beleven straatkinderen (veranderingen die gepaard gaan met) het verlies van een persoon binnen hun microsysteem (Bronfenbrenner, 1995)?, ( 2 ) Welke copingstrategieën hanteren zij bij het omgaan met aan dit soort verlies gekoppelde stressoren?, (3) Stroken de op de Westerse geestelijke ; gezondheidszorg geënte concepten als complicated grief (Melhem et al., 2007) en childhood traumatic grief (Cohen et al., 2004) met de verhalen van deze kinderen over hun denken, voelen en doen?, en (4) Welke situatiekenmerken en andere variabelen hebben mogelijk een invloed op de beleving van dit soort verlies door straatkinderen? Om een rijker inzicht in deze materie te vergaren, zullen crea-sessies worden opgezet met straatkinderen en semigestructureerde diepte-interviews worden gevoerd met straathoekwerkers. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht bij autismespectrumstoornissen: onderlinge samenhang en rol van het spiegelneuronen-systeem Universiteit Gent Abstract: Imitatie, het begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht zijn vroege tekorten bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het spiegelneuronensysteem wordt gelinkt aan ondermeer imitatie, empathie en gedeelde aandacht. Het huidige onderzoek gaat na of er bij jonge
kinderen met autismespectrumstoornissen tekoreten zijn in het spiegelneuronen-systeem en of deze een verband houden met de tekorten in imitatie, begrip van intentionaliteit en gedeelde aandacht. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Training van vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: Kinderen met een autisme spectrum stoornis (ASS) vertonen tekorten in de vroege sociaalcommunicatieve vaardigheden: joint attention, imitatie en symbolisch spel. Deze studie gaat de effectiviteit na van kortdurende interventies om deze vaardigheden te trainen bij jonge kinderen met ASS. Dit gebeurt met het oog op het ontwikkelen van een geïntegreerd behandelingsprogramma. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Kwaliteit van Leven van broers en zussen van personen met een beperking Universiteit Gent Abstract: Kan het concept Kwaliteit van Leven van broers en zussen (brussen) de dynamische invloed van een kind met een beperking op de brussen in het gezin beschrijven en de ondersteuning aan deze brussen mee vorm geven en/of evalueren? De ontwikkeling van een specifiek instrument, dat de Kwaliteit van Leven van Brussen in kaart brengt, is noodzakelijk om deze vragen te beantwoorden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De gevolgen van complex trauma bij minderjarige slachtoffers van extrafamiliaal geweld: naar een nieuw diagnostisch concept? Universiteit Gent Abstract: Traumatische ervaringen kunnen tot ernstige problemen leiden, meestal omschreven met het concept ?posttraumatische stressstoornis?. Dit syndroom volstaat echter niet om de uiteenlopende problemen ten gevolge van het meemaken van een trauma te omvatten, zeker niet bij het meemaken van ?complex trauma?. Onderzoek bij volwassenen heeft geleid tot het conceptualiseren van het symptomencomplex kenmerkend voor de gevolgen van complex trauma als ?Complex PTSD?. Bij kinderen en adolescenten die slachtoffer zijn van complex trauma is dit nieuwe concept echter weinig bruikbaar. Daarom stellen van der Kolk en collegae (2005) het concept ?Developmental Trauma Disorder? voor als het geheel van problemen die kinderen als gevolg van complex trauma problemen kunnen ontwikkelen. Het voorliggend onderzoek wil nagaan of dit nieuwe concept eveneens toepasbaar is bij kinderen die het slachtoffer waren van complexe, meervoudige traumatische ervaringen van extrafamiliale aard (oorlog, geweld, vluchtervaringen, foltering,?), gezien onderzoek tot nu zich beperkt heeft tot complex trauma van intrafamiliale aard. Hiertoe zullen drie opeenvolgende onderzoekslijnen worden uitgevoerd. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Separatie, identiteit en intimiteit tijdens de adolescentie en opkomende volwassenheid: prospectieve toetsing van epigenetische hypotheses Universiteit Gent Abstract: De separatie-individuatietheorie (Blos, 1967) en de levenslooptheorie van Erikson (1968) stellen dat de ontwikkelingstaken separatie, identiteit en intimiteit elkaar sequentieel opeenvolgen tijdens de adolescentie en de opkomende volwassenheid. Gebruik makend van nieuwe conceptualiseringen en longitudinaal onderzoek bij jongeren tussen 15 en 22 jaar, worden in dit project de centrale hypotheses (fasering, voorwaardelijkheid) van dit epigenetische principe prospectief getoetst. Organisaties: • Vakgroep Ontwikkelings-, persoonlijkheids- en sociale psychologie
Onderzoekers: • Wim Beyers
Bezoek van Prof. Prkachin (University of Northern British Columbia) aan de Universiteit Gent: een samenwerkingsverband betreffende innovatief onderzoek omtrent empathie voor pijn Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag betreft een verblijf van een buitenlands onderzoeker, Prof. dr. K. Prkachin, een expert in het domein van de faciale expressie van pijn, aan de onderzoeksseenheid Gezondheidspsychologie (vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie). Tijdens dit onderzoeksverblijf zullen bestaande gezamenlijke projecten veder uitgewerkt worden, en nieuwe gezamenlijke projecten ontwikkeld worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar Universiteit Gent Abstract: Onderzoek wijst op problemen met regulatieve vaardigheden bij vroeggeboren kinderen en de mogelijke link met minor problemen. In een longitudinaal opzet wordt de link tussen regulatieve vaardigheden op fysiologisch en gedragsmatig vlak onderzocht bij vroeggeboren kinderen in het eerste levensjaar. Dit binnen een sociale en niet-sociale context. De predictieve waarde ten aanzien van de sociaal-communicatieve ontwikkeling wordt nagegaan. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Wanneer en hoe heeft het afleiden van de aandacht van pijn een effect op de pijnervaring: een meta-analyse en experimentele benadering Universiteit Gent Abstract: De aandacht wegrichten van pijn is intuïtief aannemelijk maar er zijn twijfels over de effectiviteit ervan. In dit project wordt via een metaanalyse van de vakliteratuur en via experimentele studies onderzocht wanneer aandachtsafleiding van pijn faalt en werkt. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
Genetische basis van corticale malformaties. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De vorming van de cerebrale cortex is erg complex maar kan worden ingedeeld in verschillende stadia die elkaar opvolgen en deels overlappen. Verstoring van één of meerdere van deze processen door externe factoren of genetische afwijkingen resulteert in het ontstaan van corticale malformaties. Deze vormen een belangrijke oorzaak van mentale en motorische handicap, ernstige epilepsie, leerstoornissen en autisme. Voor de grote meerderheid van deze patiënten en families kan tot op heden geen enkele uitspraak gedaan worden over oorzaak of herhalingsrisico. Patiënten hebben een levenslange nood aan multidisciplinaire opvolging. Behandeling betsaat tot op heben louter uit sympoonbestrijding. Het doel ba, deze studie bestaat erin de genen die aan de basis liggen van deze malformaties verder in kaart te brengen. Er wordt beroep gedaan op een reeks van meer dan 110 multicentrisch gerecruteerde patiënten met corticale malformaties om nieuwe kandidaatregio's te definiëren, bestaande kandidaatintervallen te verkleinen, en genotype-fenotype correlaties te definiëren. Dit onderzoeksproject zal bijdragen tot een vroegere en betere diagnosestelling en is momenteel de enige manier om herhaling binnen eenzelfde familie te voorkomen. Organisaties: • Embryologie en Menselijke Genetica • Pediatrie • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • WILLY LISSENS • Anna JANSEN • SARA SENECA • LINDA DE MEIRLEIR
Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Universiteit Antwerpen Abstract: Syntaxis voor de geest. Gesproken taalontwikkeling en ontwikkeling van Theory of Mind in dove kinderen met een cochleair implantaat. Organisaties: • Centrum voor Computerlinguïstiek en Psycholinguïstiek (CLiPS)
Onderzoekers: • Etienne Gillis • Martine M R Coene
Gedrags- en emotionele problemen bij Congolese gevluchte adolescenten in de Democratische Republiek Congo en in Uganda. Universiteit Gent Abstract: Het onderzoek zal de prevalentie van gedrags- en emotionele problemen en mogelijke beïnvloedende factoren hierbij bij adolescenten afkomstig uit de Democratische Republiek Congo die op de vlucht zijn in eigen land of in Uganda in kaart brengen. Aanbevelingen uit deze studie worden daarna getoetst, zodat het onderzoek finaal leidt tot het optimaliseren van de hulpverlening aan deze Congolese vluchtelingenadolescenten. Organisaties: • Vakgroep Orthopedagogiek
Onderzoekers: • Eric Broekaert
Overeenkomsten en verschillen in de informatieverwerkingstekorten bij ADHD en dyslexie Universiteit Gent Abstract: Dit onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de gelijkenissen en verschillen in de informatieverwerkingstekorten bij ADHD en dyslexie, en in de aard van de relatie tussen beide stoornissen. Hiertoe zullen we de prestatie van 4 groepen kinderen (ADHD, dyslexie, ADHD + dyslexie, controles) cohortsgewijs vergelijken op maten van respons inhibitie, wergeheugen, fonologische verwerking, en benoemingssnelheid. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
De longitudinale relatie tussen affectieve stoornissen en persoonlijkheid bij kinderen en adolescenten Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag wil de associatie tussen angst en depressie en persoonlijkheid, zoals gerepresenteerd in het Vijf Factoren Model (VFM) onderzoeken bij kinderen in hun overgang naar de adolescentie. Meer bepaald zal het longitudinaal verloop tussen de bovenvermelde constructen bestudeerd worden volgens vier vormen van continuïteit en zal de validiteit van het VFM ter differentiatie van angst en depressie onderzocht worden. Organisaties: • Vakgroep Nieuwste geschiedenis
Onderzoekers: • Filip De Fruyt
Verblijf buitenlands onderzoeker aan de Universiteit Gent, dr. A. Cano, USA Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag betreft een verblijf van een buitenlands onderzoeker, dr. A. Cano (associate professor), een experte op het vlak van onderzoek naar de sociale dimensies van pijn. Haar studiebezoek heeft 2 doelstellingen: 1) het geven van een voordracht over haar onderzoek betreffende communicatiestrategieën binnen koppels waarin 1 partner lijdt aan chronische pijn 2) het uiwerken van een aantal gezamenlijke projecten
Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Liesbet Goubert
Een analyse van stijlen en dimensies van hechting bij volwassenen door middel van impliciete en expliciete maten Universiteit Gent Abstract: Project heeft tot doel om (1) dominante conceptualisaties van hechting bij volwassenen te onderzoeken dmv impliciete metingen van asscciaties en zelf-rapportage, (2) het verband tussen hechtingsdimensies te onderzoeken, zowel de relatie tussen de twee dimensies als de verschillende conceptualisaties van de dimensies, en (3) na te gaan of impliciete maten gebruikt kunnen worden om gedrag te voorspellen indicatief voor hechting bij volwassenen Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse • Jan De Houwer
Screening naar Autismespectrumstoornissen in Vlaamse kinderdagverblijven Universiteit Gent Abstract: Vlaamse kinderdagverblijven vullen voor elk kind een vragenlijst in die peilt naar ontwikkelingsproblemen. Aan de ouders van kinderen die signalen van ontwikkelingsproblemen vertonen, wordt gevraagd bijkomende vragenlijsten in te vullen. Indien kinderen hierop positief screenen voor autismespectrumstoornissen of een significante taalachterstand vertonen, worden ze uitgenodigd voor een ontwikkelingsonderzoek. Indien nodig, worden deze kinderen daarna doorverwezen voor uitgebreidere assessment. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Ouderlijke 'distress' en empathische reacties op de pijn van hun kind: een evolutionair perspectief Universiteit Gent Abstract: Pijn en beperkingen bij kinderen werden tot nu toe vooral onderzocht vanuit een intra-individueel perspectief. Mensen zijn echter sociale wezens, en het is daarom aannemelijk dat ook de sociale context van pijn belangrijk is. De doelstelling van dit onderzoeksproject is om, vanuit een sociaal-evolutionair perspectief, kennis te verzamelen over 'distress' en empathische reacties bij ouders van een kind met pijn. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez
De rol van de hoeveelheid taalaanbod in de communicatieve ontwikkeling van één- en tweetalige baby's en peuters in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: Dit project bestudeert de mogelijke invloed van de mate waarin er met jonge kinderen verbaal gecommuniceerd wordt op de vroege communicatieve ontwikkeling. Er werden observationele en gerapporteerde gegevens verzameld bij 30 eentalige en 30 tweetalige families in Vlaanderen. Deze gegevens worden gecodeerd en geanalyseerd om een rangschikking te kunnen maken in termen van de relatieve omvang van het taalgebruik gericht tot elk kind. Deze rangschikking wordt dan vergeleken met de communicatieve ontwikkeling van de kinderen zoals gemeten d.m.v. de MacArthur Communicative Development Inventory. Organisaties: • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer
De rol van opvattingen over mucoviscidose in het verklaren van levenskwaliteit en ervaren stress tijdens medische procedures bij patiënten en hun verzorgers binnen het gezin Universiteit Gent Abstract: De doelstelling van dit project is nagaan wat de rol is van opvattingen van de patiënt en zijn/haar verzorger binnen het gezin over mucoviscidose en de behandeling ervan in het verklaren van hun levenskwaliteit en hun ervaren stress tijdens medische procedures. We verwachten dat de resultaten van dit project aanwijzingen zullen opleveren voor de optimalisatie van de behandeling van patiënten met mucoviscidose en hun onmiddellijke omgeving. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Liesbet Goubert
Motorische vaardigheden bij kleuters van 4 tot 6 jaar, gerelateerd aan de bewegingscultuur in de kleuterschool en het jonge gezin. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In onze huidige sedentaire levensstijl is het niet duidelijk welke factoren uit de bewegingscultuur een bepalende rol spelen bij het bieden van een voldoende stimulerende omgeving voor de (motorische) ontwikkeling van het jonge kind. Het doel van deze studie is het valideren van een onderzoeksinstrument om de bewegingscultuur in de kleuterschool en in gezinnen te analyseren en te onderzoeken of er een verband is met de motorische vaardigheden van kleuters. De doelgroep bestaat uit (a) verantwoordelijken voor (bewegings)opvoeding in de kleuterschool, (b) ouders van kinderen 4-6 jaar, (c) kinderen van 4-6 jaar. De vragenlijst voor de scholen, gericht naar directie en leerkrachten, wordt naar alle kleuterscholen in de provincies Vlaams-Brabant, OostVlaanderen en Antwerpen verstuurd. Uit de respondenten worden er 40 scholen geselecteerd voor verder onderzoek, gebaseerd op de index bewegingscultuur-school (20 scholen met hoge en 20 met lage score). Van de geselecteerde scholen worden de ouders aangeschreven van kleuters in de leeftijdscategorie 4-5-6 jaar. De vragenlijst betreffende de bewegingscultuur-gezin wordt hierbij als onderzoeksinstrument gebruikt. Van deze respondenten worden er 1200 kinderen, verdeeld over vier kwadranten betreffende de bewegingscultuur (school en gezin), getest op hun motorische vaardigheden. Voor het meten van het niveau van de motorische vaardigheden wordt de gestandaardiseerde test Mot 4-6 (Zimmer, 1987) gebruikt. De vraag naar samenhang tussen school- en gezinskenmerken enerzijds (fase I) en motorische prestaties van het kind anderzijds
(fase II) noodzaakt een multilevel design. Organisaties: • Bewegingsvorming en Wetenschap • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • CHRISTIANE SAMAEY • CAROLINE ANDRIES • Wouter COOLS • KRISTINE DE MARTELAER
Onderzoek naar het bi-directionale karakter van de sociale communicatie en interactie tussen kinderen met ASS en hun moeder Universiteit Gent Abstract: Met deze studie willen we voornamelijk inzicht krijgen in het bi-directionele karakter van de sociale communicatie en interactie tussen kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en hun moeder. In een cross-sectioneel onderzoek vergelijken we kinderen met ASS, kinderen met een ontwikkelingsvertraging, en normaal ontwikkelde kinderen, telkens in interactie met hun moeder. In de longitudinale vervolgstudie worden eventuele verschillen in interactie verder uitgediept en gelinkt aan het huidige en toekomstige functioneren van het kind. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Aandachts- en interpretatiebias bij agressieve kinderen: een experimentele analyse Universiteit Gent Abstract: Volgens vigerende sociaal psychologische theorieën houdt agressief gedrag bij kinderen verband met bepaalde vormen van informatieverwerking van sociale cues. Dit project beoogt een fundamenteel-experimentele analyse naar het bestaan van een automatische aandachtsverschuiving naar sociaal bedreigende stimuli (kwade gezichten) en interpretatiebias bij kinderen met agressie. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van agressie: reactief en proactief. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Geert Crombez
Onderzoek naar de lichamelijke en psychologische ontwikkeling van intracytoplamatische Sperma Injectie ICSI-kinderen door middel van individuele en gezinsdiagnostiek Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel: Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI), een nieuwe technologie in de behandeling van infertiliteit, is reeds in gebruik in meer dan 750 Europese ziekenhuizen. Dit onderzoek gaat na welke de implicaties zijn op het vlak van de medische en psychosociale ontwikkeling van kinderen geboren na ICSI behandeling. Men verwacht dat ICSI kinderen, in vergelijking met kinderen geboren na een spontane zwangerschap, meer mineure fysieke anomalieën vertonen, naast meer moeilijkheden met de fijne/grove motoriek evenals meer temperaments- of gedragsproblemen. Opzet: Er vindt een follow-up studie plaats naar de ontwikkelingsgegevens van 6- tot 11-jarige ICSI-kinderen. De gegevens van deze kinderen op 5-jarige leeftijd zijn reeds beschikbaar (verzameld in 1999-2000). In Fase 1 (2002-2003) wordt bij de nu 8- à 9-jarige kinderen die op wereldvlak als eersten door middel van ICSI geboren werden, de fysieke gezondheid, psychomotorische coördinatie, het cognitief functioneren en gedrag, evenals de gezinsrelaties geëvalueerd. Deze evaluatie herhaalt zich in de follow-up fasen bij kinderen op resp. 9-, 10- en 11-jarige leeftijd (fasen 2, 3, 4; 2003-2005). De gegevens van de ICSI-kinderen worden vergeleken met die van een controle-groep van kinderen geboren na spontane zwangerschap en gematched naar socio-demografische variabelen. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Centrum Medische Genetica • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Verblijf buitenlands onderzoeker aan de universiteit Gent, Prof. Dr. K. Craig, Canada Universiteit Gent Abstract: Deze aanvraag betreft een verblijf van een buitenlands onderzoeker, Prof. Dr. K. Craig, een wereldautoriteit op het vlak van onderzoek betreffende de sociale context van pijn (gezondheidspsychologie). Ten eerste zal Prof. Dr. K. Craig een voordracht geven over de laatste inzichten omtrent de sociale context van pijn. Ten tweede zullen een aantal gezamenlijke projecten uitgewerkt worden. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Geert Crombez • Liesbet Goubert
Internationaal Multi-center ADHD Genetics Project Universiteit Gent Abstract: ADHD is de meest voorkomende gedragsstoornis in de kindertijd. Het image-project stelt zich tot doel de genen betrokken bij ADHD te identificeren en te linken aan klinische vaststellingen. Het onderzoek bestaat uit een klinisch- en DNA onderzoek obv bloedsamples, van zowel het kind met ADHD, een sibling en beide ouders. Het project betreft een samenwerking tussen 10 onderzoekscentra centra in Europa. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Screening naar Autismespectrumestoornissen bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking in voorzieningen in Vlaanderen
Universiteit Gent Abstract: Met deze studie willen we de prevalentie van autismespectrumstoornissen (ASS) bij kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking bepalen. Aan de hand van de preventiestudie willen we eventuele problemen op vlak van diagnostiek naar ASS in de zorgsector voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking in kaart brengen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Ontwikkeling en evaluatieonderzoek van een pedagogisch preventieprogramma omtrent opvoedings- en gezinsondersteuning bij genotmiddelengebruikvan vroege adolescenten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Sedert 1994 bouwde de vakgroep ONLE de nodige expertise op inzake de registratie van genotmiddelengebruik bij adolescenten. De gegevens vormen een basis voor preventieactiviteiten van adolescenten in Vlaanderen. Het toenemende genotmiddelengebruik bij adolescenten, ook in de vroege adolescentie (12 tot 15 jaar) leidt tot hogere opvoedingsspanningen bij de ouders.Geleidelijk aan werd in onze onderzoeken de focus ook gericht op de invloed van ouders op het genotmiddelengebruik van adolescenten. De ontwikkeling van preventieprogramma's omtrent genotmiddelengebruik waarbij zowel ouders als hun adolescenten zijn betrokken, wordt internationaal als noodzakelijk geacht.Het onderzoek heeft tot doel na te gaan welke elementen belangrijk zijn bij een programma van opvoedingsondersteuning en tevens de effectiviteit van het opvoedingsondersteuningsprogramma te bekijken. Het onderzoek omvat vier fasen. In een eerste fase zal aan de hand van literatuurstudie en secundaire analyse van de epidemiologische genotmiddelenonderzoeken van de vakgroep ONLE een begrippenkader worden opgesteld dat aan de preventiewerkers zal worden voorgesteld. Aan de hand van een Delphi-onderzoek zal in een tweede fase nagegaan worden hoe het opvoedingsprogramma gestalte moet krijgen. In een derde fase wordt het preventieprogramma samen met de preventiediensten van genotmiddelengebruik uitgetest. Parallel aan het programma zal via een 'Solomon Four Group Multivariate Repeated Measures' onderzoeksdesign de effectiviteit van het preventieprogramma worden nagegaan. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • PATRICK LAMBRECHT • CAROLINE ANDRIES
Onderzoek naar de lichamelijke en psychologische ontwikkeling van Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI)kinderen door middel van individuele en gezinsdiagnostiek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Doel: Intracytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI), een nieuwe technologie in de behandeling van infertiliteit, is reeds in gebruik in meer dan 750 Europese ziekenhuizen. Dit onderzoek gaat na welke de implicaties zijn op het vlak van de medische en psychosociale ontwikkeling van kinderen geboren na ICSI behandeling. Men verwacht dat ICSI kinderen, in vergelijking met kinderen geboren na een spontane zwangerschap, meer mineure fysieke anomalieën vertonen, naast meer moeilijkheden met de fijne/grove motoriek evenals meer temperaments- of gedragsproblemen. Opzet: Er vindt een follow-up studie plaats naar de ontwikkelingsgegevens van 6- tot 11-jarige ICSI-kinderen. De gegevens van deze kinderen op 5-jarige leeftijd zijn reeds beschikbaar (verzameld in 1999-2000). In Fase 1 (2002-2003) wordt bij de nu 8- à 9-jarige kinderen die op wereldvlak als eersten door middel van ICSI geboren werden, de fysieke gezondheid, psychomotorische coördinatie, het cognitief functioneren en gedrag, evenals de gezinsrelaties geëvalueerd. Deze evaluatie herhaalt zich in de follow-up fasen bij kinderen op resp. 9-, 10- en 11-jarige leeftijd (fasen 2, 3, 4; 2003-2005). De gegevens van de ICSI-kinderen worden vergeleken met die van een controle-groep van kinderen geboren na spontane zwangerschap en gematched naar socio-demografische variabelen. Organisaties: • Centrum voor Ethiek • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Pediatrie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • SMADAR WESTREICH • INGEBORG LIEBAERS • MARY-LOUISE BONDUELLE
Geslachtsverschillen in het empatisch vermogen van volwassenen met en zonder een pervasieve ontwikkelingsstoornis Universiteit Gent Abstract: De bijdrage van dit project is tweeledig. Vooreerst willen we kijken of er geslachtsverschillen optreden bij normaal ontwikkelde (NO) personen indien gebruik gemaakt wordt van (a) observationele, (b) directe, en © indirecte maten van empathie. Ten tweede, aangezien het empathisch vermogen van personen met autisme/POS onmiskenbaar verstoord is, zullen we hun prestaties op alledrie bovenstaande taken vergelijken met NO personen. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers • Ann Buysse
Van kwaliteit van ondersteuning naar kwaliteit van leven van personen met een autismespectrumstoornis Universiteit Gent Abstract: In het onderzoek wordt nagegaan in welke mate de Quality of Life van personen met een autismespectrumstoornis gerelateerd is aan de organisatie van de ondersteuning waar men beroep op doet. Hierbij worden tevens persoonsgebonden beïnvloedingsfactoren in rekening genomen, nl. intelligentie, ernst van de symptomen en mate van zelfbepaling. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Verwerken van Sociale Informatie bij Kinderen: De Rol van Situationele gegevens en Kenningsstructuren Universiteit Gent Abstract: De doelstelling is de validiteit na te gaan van de link tussen sociale aangepastheid bij kinderen en hun gebruik van situationele cues en kennisstructuren voor het begrijpen van sociale situaties. Meer bepaald, om deze link te evalueren gebruik makend van (1) specifieke predicties gebaseerd op de schematheorie (2) problematische en niet-problematische sociale situaties en (3) een random groep kinderen.
Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Ann Buysse
Arousal regulatie en informatieverwerking bij kinderen met autisme Universiteit Gent Abstract: Hoewel sociale tekorten het belangrijkste definiërde kenmerk zijn van autisme, komen er steeds meer aanwijzingen dat een meer algemeen cognitief deficit - gedeeltelijk - aan de basis ligt van deze stoornis. Dit project zal nagaan of autisme en ADHD onderscheiden kunnen worden vanuit het perspectief van executieve functies en toestandsregulatie. Tevens zal getest worden of autisme geassocieerd is met een primair deficit van overarousal. Organisaties: • Vakgroep Experimenteel-klinische en gezondheidspsychologie
Onderzoekers: • Herbert Roeyers
Moeder-kind interactie en taalontwikkeling in vierjarige één- en tweetalige kleuters in Vlaanderen. Universiteit Antwerpen Abstract: In dit project worden gegevens verzameld over moeder-kind-interactie en taalgebruik door 60 vierjarige kleuters in Vlaanderen (30 eentalig Nederlandstalig en 30 Frans-Nederlands tweetalig). Doel is een gegevensbestand te creëren dat het mogelijk zal maken (1) de gegevens longitudinaal te analyseren in vergelijking met vroeger verzamelde gegevens van dezelfde kinderen, (2) de gegevens synchroon te vergelijken tussen de twee taalgroepen (een- vs. tweetaligen) en (3) het verband te onderzoeken tussen moeder-kind-interactiestijlen en taalontwikkeling, zowel synchroon als longitudinaal. Organisaties: • Communicatiewetenschappen • Taal, media en socialisatie
Onderzoekers: • Annick De Houwer
Differentieel onderzoek naar de mediërende copingprocessen bij ouders van kinderen met een internaliseringexternaliseringsstoornis Vrije Universiteit Brussel Abstract: In heel wat studies wordt het ontstaan of het instandhouden van stoornissen bij kinderen in verband gebracht met de kenmerken van het gezin in het algemeen en de kenmerken van de ouders in het bijzonder. Onderzoek hieromtrent in het kader van de aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) staat nog in de kinderschoenen, hoewel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de copingvaardigheden van de gezinsleden in deze context steeds vaker benadrukt worden. Dit onderzoeksproject heeft tot doel de ervaren stress in de opvoedingssituatie en de hiermee gepaard gaande cognitieve attributies en copingprocessen van de ouders in kaart te brengen. Aan de hand van een interview met de ouders en enkele vragenlijsten (NOSI, NVOS, CBCL) wordt nagegaan hoe ouders de opvoeding van een kind met ADHD ervaren, hoe zij aankijken tegen de stoornis van hun kind en hoe zij hiermee omgaan. Ook de algemene copingvaardigheden van de ouders worden bevraagd (UCL). Daarnaast wordt gepeild naar de ouderlijke beleving van het gezinsfunctioneren en de gezinsrelaties in deze gezinnen (GDS). De visie van het kind zelf wordt hierbij ook in rekening gebracht (FRT). Tenslotte zullen de verzamelde gegevens vergeleken worden met de gegevens van gezinnen met een kind zonder klinisch significante problemen. Door het in kaart brengen van de mediërende aspecten van de attributie- en copingprocessen van ouders met een kind met ADHD, kan dit onderzoek een bijdrage leveren tot de huidige kennis betreffende de ontwikkeling en het instandhouden van emotionele en gedragsstoornissen enerzijds en het verband met het gezin en de ouders anderzijds. Vanuit praktisch oogpunt kan kennis over deze mechanismen tevens nuttig zijn voor de begeleiding van deze gezinnen. NB : afkortingen onderzoeksinstrumenten - NOSI : Nijmeegse Ouderlijke Stress Index - NVOS : Nijmeegse Vragenlijst voor de Opvoedingssituatie - CBCL : Child Behavior Checklist - UCL : Utrechtse Coping Lijst - GDS : Gezins Dimensie Schalen - FRT : Familie Relatie Test Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Emotie-congruent denken en depressie bij kinderen. Evaluatie van de effecten van emotie-inductie op de cognitief gedragstherapeutische behandeling Vrije Universiteit Brussel Abstract: Cognitieve gedragstherapie blijkt momenteel de enige effectieve therapievorm voor kinderen met een depressie, maar ook hier worden slechts bescheiden resultaten genoteerd. Mogelijk bieden de stemmingcongruente cognitietheorie van Teasdale en de relational frame theory van Hayes een verklaring. De theorie van Teasdale is gebaseerd op onderzoek naar associatieve priming. Nieuwe (rationele, positieve) cognities kunnen niet worden aangeleerd aan depressieve individuen, omdat ze niet congruent zijn aan de emotionele gemoedstoestand. De theorie van Hayes gaat ervan uit dat een (depressie)symptoom niet kan worden weggenomen door herstructurering van cognities. Het moet veeleer worden gerecontextualiseerd. Beide theorieën werden tot nu toe nauwelijks experimenteel getoetst en helemaal niet bij kinderen. In dit onderzoek gaan we bij 9 tot 12-jarigen na of en in hoeverre een interventie, gebaseerd op een integratie van de theorieën van Teasdale en Hayes, meer effect heeft dan een cognitief gedragstherapeutische behandeling. Het betreft een breed onderzoek met een combinatie van een quasi-experimenteel vergelijkend groepsdesign en een single-case time-series analysis design. De op de theorieën van Hayes en Teasdale gebaseerde interventie wordt door de onderzoeker ontworpen en vooraf in pilootonderzoek uitgeprobeerd. Het geprotocolleerde Pak Aan programma van Stark en Kendall wordt gebruikt als cognitief gedragstherapeutische behandeling. Het onderzoek vindt plaats in de provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg en Oost-Vlaanderen. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Ouderschap en vruchtbaarheidsproblemen: Longitudinaal onderzoek naar de perceptie en uitvoering van de moeder- en vaderrol bij paren die een ICSI-behandeling hebben ondergaan.
Vrije Universiteit Brussel Abstract: Ouderschap is tegenwoordig geen eenduidig begrip meer. Verschillende maatschappelijke evoluties, waaronder de snelle evolutie op het vlak van medisch geassisteerde procreatie, hebben bijgedragen tot veranderingen in het beeld en de praktijk van ouderschap. Naast het ontstaan van vershillende vormen van oudershap zit men tevens een tendens waarbij de verschillen tussen moederschapd en vaderschap lijken te verkleinen. Onderzoekingen vinden toch verschillen tussen de betrokkenheid van vaders en moeders. Deze zouden echter minder belangrjik zijn dan de gelijkenissen. Verschillende andere factoren dan geslacht lijken de rolperceptie en -uitvoering van vaders en moeders te beïnvloeden. Hiervan uitgaande kan men zich de vraag stellen in welke mate de beeldvorming met betrekking tot ouderschap en de uitvoering van de vader- en moederrol beïnvloed worden door de wijze va procreatie (medisch geassisteerd vs.natuurlijk). De evoluties op het domein van medisch geassisteerde procreatie laten immers toe dat meer en meer onvruchtbare paren langs medische weg toch kinderen kunnen krijgen. Het hier voorgestelde longitudinaal onderzoek zal het opvoedingsbeeld, het opvoeingsgedrag en de beïnvloede variabelen nagaan bij paren die een ICSIbehandeling hebben ondergaan, op verschilende meetmomenten afhankelijk van de leeftijd van het kind. Tevens wordt een controlegroep onderzocht van paren die op een antuurlijke wijze een kind kregen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Bevorderen van een etisch bewustzijn in het secundair en hoger onderwijs: xenotransplantatie van insuline produceerende varkenscellen als casestudie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Nieuwe medische ontwikkelingen, die mogelijk risico's inhouden voor de samenleving geven aanleiding tot hevige ethische discussies. Het brede publiek is vaak weinig geïnformeerd over deze nieuwe technieken en beperkt zich vaak tot een emotionele argumentatie. Ook in het secundair en het paramedisch hoger onderwijs beschikt men momenteel niet over hanteerbare modellen die het ethisch bewustzijn stimuleren. De onderzoeksgroep ontwikkelde in het kader van onderzoek naar de attitudes van verschillende deelpopulaties t.o.v. toekomstige transplantatie van insulineproducerende varkenscellen een discussietechniek (inhoudelijk en procesmatig), die mits enige aanpassing ook zijn toepassing kan hebben in een opvoedkundig project. Zo zou de toepasbaarheid van het model van Bach, dat tot doel heeft het ethisch bewustzijn te stimuleren, bij groepen leerlingen (ASO) en studenten verpleegkundige, getoetst worden.Wij willen nagaan in hoeverre de interventie (les omtrent xenotransplantatie, gericht opzoeken van informatie, participeren in focusgroep-gesprekken) een invloed heeft op het ethisch bewustzijn. Daarbij worden twee metingen voorzien aan de hand van de door ons ontwikkelde vragenlijst (Diabetes: nieuwe behandelingsmethoden). Deze metingen moeten ons inzicht verschaffen in de evolutie die de leerlingen en studenten vertonen inzake de argumenten (aard en hoeveelheid) die zij hanteren i.v.m. (T0 en T1) en hun houding t.o.v. xenotransplantatie en medisch-ethische problemen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Ondezoek naar agressie ten aanzien van dieren gepleegd door kinderen: kenmerkend voor een levensfase of symptoom van een pathalogische situatie Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dierenmishandeling is een fenomeen dat in alle culturen, op alle leeftijden, en dus ook op kinderleeftijd, voorkomt. Hoewel prevalentiegegevens ontbreken, is men het er over eens dat dit probleem veel voorkomt. Dit onderzoek heeft tot doel na te gaan in welke mate en onder welke vorm dierenmishandeling binnen niet-klinische populaties kinderen voorkomt. In de onderzoeksliteratuur wordt agressief gedrag van kinderen ten aanzien van dieren meestal in verband gebracht met gedragsstoornissen en intrafamiliaal geweld. Hierbij beschouwt men dierenmishandeling als predictor voor ernstig delinquent of anti-sociaal gedrag op latere leeftijd. Omdat deze onderzoekingen veelal retrospectief van aard zijn en klinische populaties omvatten, kan men hun validiteit in vraag stellen. Het doel van dit project is dan ook na te gaan welke vormen van geweld kinderen binnen niet -klinische populaties op dieren plegen en welke persoons- en contextgebonden variabelen hierbij een rol spelen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
De gezinsbeleving van mishandelde kinderen aan de hand van de Familie Relatie Test Vrije Universiteit Brussel Abstract: De 'Familie Relatie Test' (FRT) is één van de weinige gestandaardiseerde instrumenten die peilt naar de gezinsrelaties zoals ervaren door het kind . Normeringsonderzoek bij een modale populatie toonde reeds aan dat de gezinsbeleving bij kinderen afhankelijk is van persoons(geslacht, leeftijd, plaats in de kinderrij) evenals gezinskenmerken (gezinssamenstelling, aantal kinderen). Lopend onderzoek zal tevens toelaten om variaties in de gezinsbeleving na te gaan in functie van eventuele individuele problematieken, zoals bij kinderen met AD/HD. Tot op heden zijn er echter onvoldoende systematische studies verricht naar hoe mishandelde en/of verwaarloosde kinderen de gezinsrelaties ervaren, terwijl de noodzaak hiertoe net in het kader van gezinsgeweld het grootst is. Dit onderzoek heeft tot doel om na te gaan hoe mishandelde en/of verwaarloosde kinderen de gezinsrelaties beleven. Voortbouwend op initieel onderzoek met gegevens uit het 'Vertrouwensarsen Centrum' (VAC-Jette, AZ-VUB), zal, op basis van beschikbare dossiergegevens van het 'Ambulant Bureau Jeugdwelzijnszorg' (Leiden, Nederland), onderzocht worden in welke mate en op welke wijze de antwoordpatronen van 6- tot 12jarige mishandelde en/of verwaarloosde kinderen op de 'Familie Relatie Test' afwijken van deze van de modale normpopulatie. Uitgaande van eventuele significante variaties in de FRT-antwoordpatronen al naargelang van het type mishandeling en/of verwaarlowing en overige gezins- en persoonsvariabelen, zal de relevantie blijken van een aparte normering voor de FRT-antwoorden van mishandelde en/of verwaarloosde kinderen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH
Het gebruik van donormateriaal bij medische geassisteerde voortplanting : een psychologisch, ethisch en juridisch onderzoek. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Onvruchtbaarheid wordt steeds meer een maatschappelijk probleem. Een steeds groter aantal personen wordt als individu en als koppel met de emotionele stress van sub-fertiliteit en haar behandeling geconfronteerd. De recente achteruitgang van de kwaliteit van het sperma van de westerse man lijkt aan te geven dat de problemen in de toekomst alleen maar zullen toenemen. Bovendien hebben de medische technieken met de jaren een steeds breder toepassingsveld verworven. Dit is in belangrijke mate te danken aan de groei van de medische kennis en de verfijningen van de technologische mogelijkheden. Zo is er de opkomst van de spermadonatie, eiceldonatie, donatie van gameten van geaborteerde foetussen, de ontwikkeling van de intracytoplasmatische micro-injectie (ICSI), ...
Binnen het kader van het project rond het gebruik van vreemd genetisch materiaal wordt aandacht besteed aan de volgende partijen : de donoren en de acceptoren. Het algemeen doel van dit onderzoek is informatie te verzamelen omtrent de opvattingen van de verschillende onderzoekspopulaties (sperma- en eiceldonoren, sperma- en eicelacceptoren) i.v.m. geheimhouding, anonimiteit, motivatie, ... Ook de attitude t.o.v. eicel- en spermadonatie bij vrouwen, mannen en studenten in het algemeen wordt nagegaan. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Een onderzoek naar het effect van visuele communicatiestrategieën op de ouderlijke sensitiviteit bij dove kinderen tussen 18 en 20 maanden. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek gaat na of het leren gebruiken van de visuele communicatiestrategieën, kenmerkend bij dove ouders, leidt tot een meer sensitieve interactiestijl bij horende ouders van jonge kinderen met een auditieve handicap. De opvoeding van kinderen met een auditieve handicap wordt geconfronteerd met twee hardnekkige problemen. Binnen de poulatie van dove kinderen en volwassenen is de prevalentie van gedragsproblemen en psychopatologie drie tot vijf mal hoger dan in de normaalhorende populatie. Als tweede hardnekkig probleem geldt dat de meerderheid van dove personen, zowel de geschreven als gesproken taal slechts in beperkte mate verwerven. De problematische ouderkindinteractie tussen horende ouders en dove kinderen op jonge leeftijd wordt aangeduid als één van de belangrijkste oorzakelijke factoren. In tegenstelling toto dove ouders, wordt het interactiegedrag van horende ouders gekenmerkt door een gebrek aan sensitiviteit en een hoge mate van controle met negatieve gevolgen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en taalaanwerving van het kind. Dove ouders daarentegen ontwikkelen een vlotte communicatie door specifieke communicatiestrategieën aan horende ouders met als doel het voorkomen en doorbreken van een insensitieve en controlerende interactie, is onderwerp van dit onderzoek. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Het wereldspel als differentiaaldiagnostisch instrument bij jonge kinderen met een ontwikkelingsstoornis. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De klassieke tests die gericht zijn op de diagnostiek van kinderen met een ernstige ontwikkelingsacterstand kampen enerzijds met een te beperkte invalshoek t.a.v. de vaak multifactoriëleproblematiek.Anderzijds ondervinden ontwikkelingsgeretardeerde kinderen vaak moeilijkheden met het volbrengen van de gestelde opdrachten .Dit onderzoek wil nagaan of het wereldspel samen met een dynamisch georiënteerde leertest een meerwaarde kan bieden bij de (handelingsgerichte) diagnostiek bij jonge kinderen met een ernstige ontwikkelingsachterstand van minstens één jaar op één of meerdere ontwikkelingsaspecten, gemeten d.m.v. een genormeerde ontwikkelingstest.Hiervoor worden 150 kinderen tussen 4 en 8 jaar met een ontwikkelingsachterstand getest d.m.v. het wereldspel en de leertest.Bijkomend worden mogelijke gedragsstoornissen opgespoord en wordt het gezinsfunctioneren in kaart gebracht.De resultaten van deze kinderen worden vergeleken met een normgroep van 250 kinderen uit overeenkomstige leeftijdsgroepen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
De zelfexpressie van het kind binnen een 'multimethod' persoonlijkheids- en gezinsdiagnostiek: naar integratie van een multidimensioneel theoretisch en merthodologisch kader Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het bepalen van de aard en de omvang van problemen bij kinderen vindt vaak plaats binnen een 'multimethod, multiple informant' benadering. Hierbij wordt in toenemende mate de noodzaak erkend om ook via het kind zelf betrouwbare en valide informatie te verzamelen. Onderzoek in dit verband blijft echter gekenmerkt door fundamentele lacunes, die bijdragen tot het fragmentarische karakter van de huidige theorievorming betreffende het informatie- inwinningsproces in de kinderpsychodiagnostiek.Het huidige onderzoek heeft tot doel om een integratief multidimensioneel theoretisch en methodologisch kader te ontwikkelen betreffende de (zelf)expressie van het kind in een 'multimothod' psychodiagnostiek.De onderzoeksopzet is opgevat in drie uitvoeringsfasen, met a) methodologische oppuntstelling van de Multimethod onderzoeksbatterij, b) systematische verkenning van de factoren die vorm geven aan de informatie bekomen vanwege het kind en zijn ouders, c) expliciteren van de relatie tussen informatie aangebracht door ouders en kind binnen een psychodiagnostisch 'disclosure'-model. De vooropgestelde ontwikkeling van een integratief theoretisch model met een multimodale methodologische onderbouw heeft brede implicaties, zowel wat betreft kinderpsychodiagnostische modelvorming als wat betreft de noodzakelijke uitbouw van adequate informatie-inwinningsmethoden bij het kind. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • SMADAR WESTREICH
De kwaliteit van ouder-kind relaties en de psychologische ontwikkeling van kinderen in lesbische gezinnen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dit onderzoek is het derde deel van een follow-up studie naar de ontwikkeling van kinderen geboren in een lesbische relatie via KID. In het eerste deel van deze follow-up studie werden 30 kinderen tussen 4 en 8 jaar onderzocht wat betreft hun gedrags- en emotionele ontwikkeling, hun sekserol ontwikkeling van de ouder-kind interacties (1989-1996). In een tweede deel van deze studie wordt de psychseksuele, de sociale en de identiteitsontwikkeling onderzochrt van dezelfde kinderen die nu tussen 11 en 14 jaar oud zijn (1998-2001). Het hier besproken derde luik van dit onderzoek heeft een tweeledig doel: (1) de initiële onderzoeksgroep van 4 tot 8-jarige kinderen uitbreiden van 30 narr 80 . (2) Een aantal relevante onderzoeksvragen die als aanbevelingen voor meer gedetailleerd onderzoek uit de vorige rapportage kwamen, verder uitwerken. Aandacht zal worden besteed aan (1) de ontwikkeling van hechtingsrelaties tussen kind en beide moeders, (2) de emotionele ontwikkeling van het kind, in het bijzonder de ontwikkeling van het zelfconcept, (3) de ontwikkeling van de genderidentiteit en het sekserol gedrag. De studiegroep zal worden vergeleken met een gematchte controlegroep van kinderen opgegroeid bij heteroseksuele ouders. Er zal gebruik worden gemaakt van een multimethodische aanpak (zelfontworpen interviews, gestandardiseerde vragenlijsten, psychologische tests). Organisaties: • Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie
Onderzoekers: • ANNE BREWAEYS
Intergenerationeel onderzoek naar de communicatie over seksualiteit Vrije Universiteit Brussel Abstract: Jongeren kunnen met vele problemen terecht bij hun ouders, maar als het om vragen of dilemma's met betrekking tot seksualiteit gaat, is de rol van de ouders als gesprekspartners niet duidelijk. De jongeren klagen over het feit dat hun ouders enkel de gevaren van seksuele ervaringen beklemtonen en dat relationele en gevoelsaspecten van seksualiteit weinig aan bod komen. De doelstelling van het project is te onderzoeken op welke manier ouders informatie doorgeven aan hun kinderen over seksualiteit (welke attituden, waarden, normen worden impliciet en expliciet overgedragen doorheen zowel de directe als de indirecte communicatie), alsook na te gaan welke factoren deze intergenerationele transmissie van attituden, waarden en normen beïnvloeden. Hierbij dient rekening gehouden met de opvoeding die de ouders zelf kregen, met de kwaliteit vand e relatie tussen de ouders en met de kwaliteit van de relatie tussne ouders en het kind. Uit een model van Belsky (1984) en Gerris (1989) blijkt immers dat deze relaties een invloed hebben op de intergenerationele transmissie van attituden, gedrag en kennis omtrent seksualiteit. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Onderzoek naar de noden en behoeften van personen met dementie, mantelzorgers en georganiseerde thuiszorg.(PBO98 Beleidsdomein : Welzijn/Thema 66 : Effectiviteit van de zorg) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dementie is een frequente ziekte bij ouderen, die in een vroeg stadium en in toenemende mate leidt tot afhankelijkheid van de hulp van derden. Drievierden van de dementerende ouderen verblijven thuis, ondersteund door hun mantelzorgers. Om vanuit het beleid de thuiszorg efficiënt te kunnen ondersteunen dient men bij het ontwikkelen van diensten oog te hebben voor de noden en behoeften van de dementerende ouderen en de mantelzorgers. Er zal daarom getracht worden inzicht te krijgen in de kanalen langs waar vroegdetectie van dementie kan plaats vinden, inschatten welk de ervaren psychisch-sociale belasting is op de beginnend dementerende, welke de psychisch-sociale en fysieke belasting is op de centrale verzorger thuis, welke informatiebehoeften, welke psychisch-educatieve en materiële ondersteuning door professionelen beiden nodig hebben, welke de determinanten van een hulpvraag zijn, welke de aard en omvang is van aangeboden professionele thuiszorg en hoe deze ervaren wordt, en welke behoeften de professionele zorgverleners hebben op informatief en educatief vlak en tenslotte welke de perceptie is van dementie bij alle betrokkenen. Deze informatie moet toelaten a) beleidsgerichte oplossingen aan te reiken, b) informatief materiaal te ontwikkelen . Organisaties: • Maatschappelijke Gezondheidszorg
Onderzoekers: • ANNE-MARIE DEPOORTER
Metacognitie, compensatie en neuropsychologische functiestoornissen bij oudere volwassenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen wordt niet enkel gebruikt om mogelijke functiestoornissen op te sporen, maar ook om de impact ervan op het dagelijkse functioneren te voorspellen. "Compensatie" in de gerontologie refereert aan het feit dat leeftijdsgebonden achteruitgang van functies, wat vaak in het laboratorium wordt waargenomen, de prestatie op dagelijkse activiteiten minder beïnvloedt dan men zou kunnen verwachten. Een correct inzicht in de eigen cognitieve problemen is een noodzakelijke voorwaarde voor het gebruik van compensatiestrategieën en aangepast gedrag. Binnen dit onderzoek wordt de plasticiteit van het verouderende cognitieve apparaat onderzocht. Het selectieve optimalisatie met compensatie-model van Baltes zal gebruikt worden als theoretische achtergrond. Het model gaat ervan uit dat succesvol ouder worden afhankelijk is van een wisselwerking tussen selectie, optimalisatie en compensatie, als copingstrategie in het licht van mentale en fysieke achteruitgang. Het doel van het onderzoek is om via een holistisch multidimensioneel concept meer inzicht te verkrijgen in de relatie van neuropsychologisch onderzoek met dagelijks functioneren via metacognitie, selectie, optimalisatie en compensatie, alsook in de psychologische en medische variabelen die deze relatie beïnvloeden. De onderzoeksresultaten zullen een aanvulling zijn bij het klassieke neuropsychologisch onderzoek en kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de prestatie van testresultaten, wat kan resulteren in betere voorspellingen en verhoogde levenskwaliteit en veiligheid voor ouderen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Onderzoek naar de neuropsychologische sequelen bij Apparently Life Threatening Event (ALTE) en 'at risk' Sudden Infant Death Syndrome (SIDS) Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen we nagaan welke neuropsychologische gevolgen er zich kunnen voordoen bij kinderen op de leeftijd van 4 tot 8 jaar, die in de periode van de eerste zes maanden na hun geboorte een ALTE hebben doorgemaakt. ALTE staat voor "Apparently Life Threatening Event". Nieuwe medische behandelingen doen het sterftecijfer bij zuigelingen dalen (mortaliteit neemt af), maar wat gebeurt er met de psychologische morbiditeit? Aan de hand van een uitvoerige neuropsychologische screening willen we nagaan of deze kinderen een vergelijkbaar profiel vertonen als controlekinderen. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Geheugenconsolidatie tijdens de slaap en de rol van emotie en arousal - een experimenteel onderzoek bij gezonde vrijwilligers en patiënten. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Dat slaap betrokken is bij geheugenprocessen werd reeds eerder aangetoond. Op basis van specifieke slaapdeprivatie experimenten constateerde men dat de REM slaap betrokken is bij het voordien geleerd complex, divergent en declaratief materiaal. Sommige auteurs evenwel kwamen tot de bevinding dat de diepe slaap (slow wave sleep) een positiever effect heeft op de herinnering dan de REM slaap. Met dit onderzoek willen wij nagaan welke specifieke bijdrage geleverd wordt door de REM en de SWS slaap op geheugen- en aandachtsfuncties tijdens de daaropvolgende dag. Dit zal bestudeerd worden via experimentele slaapverstoring (lawaai, enz.) maar ook bij patiënten aangezien deze een spontaan optredende slaapverstoring of slaapfragmentatie vertonen. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
De topsport in Vlaanderen. Een studie naar de combinatie van een studie- en sport-carrière in het secundair onderwijs. Deel 1: evaluatie van ontwikkeling, organisatie en structuren van topsportscholen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Tijdens het schooljaar 1999-2000 verlenen 14 sportfederaties-bonden op basis van het 'topsportconvenant' aan 501 jonge topatleten het topsporter statuut waarmee er a) 343 als 'leerling-topsport' de studierichting 'topsport' volgen in één van 9 topsortscholen en er b) 158 in hun eigen school beroep doen op specifieke flexibiliteiten. Tijdens de eerste onderzoeksfase werd aan de hand van a) interviews met initiatiefnemers van het topsportconvenant, beleidsverantwoordelijkheid BLOSO, begeleiders van topsportscholen en leerlingen-topsport en b) documentenanalyse, de volgende onderzoeksinstrumenten ontwikkeld: 1) vragenlijsten voor de erkende topsporters en hun ouders, 2) semi-gestructurerse interviews voor de vakleerkrachten en trainers in de topsportscholen en 3) Delphi-vragenlijsten voor de beleidsverantwoordelijken van de topsortscholen,de sportfederaties, de sportbeleidsinstanties en de ministeries van Onderwijs en van Sport. Met deze instrumenten zal tijdens deze tweede onderzoeksfase de begeleiding verstrekt op studie-, sportief en psycho-sociaal vlak geëvalueers worden. Dit onderzoek vormt een onderdeel van een onderzoeksproject van het Interuniversitair Onderzoekscentrum voor Sport. Deze onderzoeksgegevens zullen de VUB in staat stellen in te speken op de behoeften van kandidaat-eerste generatie topsportstudenten. Organisaties: • Sportbeleid en -management
Onderzoekers: • PAUL WYLLEMAN
Trends in genotmiddelengebruik bij adolescenten van de provincie Vlaams-Brabant. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit onderzoeksproject, in opdracht van de Provincie Vlaams-Brabant - Departement Welzijn en Gezondheidszorg, werd een stap verder gezet in het genotmiddelengebruik bij adolescenten. Via een follow-up onderzoek na 4 jaar (Brussel) en na 7 jaar (Vlaams-Brabant) na het basisonderzoek worden de tendensen van het genotmiddelengebruik in de volledige adolescentiefase aan de oppervlakte gebracht. Naast het in kaart brengen van deze tendensen zal de relatie van het risicogedrag waartoe genotmiddelen wordt gerekend met opvoedingsgedrag van ouders worden nagegaan. Tezelfdertijd wordt een longitudinaal onderzoek uitgevoerd bij 300 leerlingen van het vierde secundair onderwijs. Deze leerlingen zullen gedurende 3 jaren worden gevolgd. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Depressie bij kinderen in de (buitengewone) basisschool. Orthopedagogische aanpak in de onderwijsleersituatie. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Depressie bij kinderen wordt vooral uitgelokt door de omgeving: gezin en school. Het is dus belangrijk dat leerkrachten depressie kunnen ontdekken en er mee kunnen omgaan. Daartoe heeft het deartement Orthopedagogiekd van de VUB een interventie ontworpen. De voorbije 2 jaar heeft het de medewerkers van De Richter, een Limburgse gemeenschapsschool voor buitengewoon basisonderwijs, opgeleid voor die orthopedagogische interventie. De resultaten lijken hooopvol. Daarom lijkt het aangewezen om deze aanak uit te dragen naar een andere basischolen, zowel voor buitengewoon als voor gewoon onderwijs. Dit gefaxerd onderzoek loopt over 2 jaar. Het wil orthopedagogisch aanpak in De Richter evalueren en mogelijke knelpunten blootleggen. Om die daarna weg te werken en de aanpak bij te sturen. Pas daarna kan deze intervantie veralgemeend worden. Organisaties: • Pedagogiek en Orthopedagogiek
Onderzoekers: • FRANK DE FEVER
Invloed van leeftijd op automatische en verwachtingsmechanismen bij volgorde effekten in seriele reaktietijdtaken. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit projekt stellen we voor te onderzoeken of twee verschillende mechanismen van menselijke informatie verwerking, automatische facilitatie en subjektieve verwachting, die aangetoond werden in seriële reaktietijdtaken, beiden op dezelfde monotone manier vertragen met leeftijd. In vorig onderzoek met jonge volwassenen vonden we dat beide mechanismen van mekaar onderscheiden kunnen worden op basis van de verschillende reaktietijd patronen veroorzaakt door de volgorde van stimulus aanbiedingen. Onderzoek met 12-jarige kinderen toonde aan dat automatische facilitatie sterker was, terwijl verwachtingseffekten afwezig bleven. Deze resultaten, samen met deze van een voorstudie met ouderen, blijken aan te geven dat alleen automatische facilitatie monotoon afneemt met leeftijd, terwijl verwachting na de volwassenheid stabiel blijft, en een dominerende rol kan spelen bij ouderen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • ERIC SOETENS
Procesbegeleiding experimenten in de bijzondere jeugdzorg. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het werken met migrantenjongeren en hun familie is een vrij nieuw fenomeen in de bijzondere jeugdzorg in Vlaanderen. Door taalproblemen, culturele barrieres en moeilijkheden in de samenwerking met ouders en jongeren is de bijzondere jeugdzorg in Vlaanderen niet
aangepast aan deze migranten. Het onderzoek naar sociale welzijnsinterventies die rekening houden met de culturele identiteit van de verschillende etnische groepen resulteerde vrij recent in een categoriale benadering. Dat betekent dat migranten jongeren gegroepeerd worden en ondersteuning krijgen van een begeleider met dezlfde etnische oorsprong. Over de vraag of deze categoriale benadering een oplossing biedt is er echter nog weinig onderzoek beschikbaar. Het doel van dit onderzoek is de experimentele categoriale projecten, die recent opgestaert werden in Vlaanderen op te volgen. De voor- en nadelen van deze benadering worden bestudeerd. Verder worden vanuit de verschillende perspectieven (ouders, jongeren, begeleiders) de positieve en negatieve elementen van de categoriale bendering besproken. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Copinggedrag bij jonge kinderen : Longitudinaal onderzoek naar de ontwikkeling van copingstijlen Vrije Universiteit Brussel Abstract: In vergelijking met andere leeftijdsgroepen, werden jonge kinderen tot op heden relatief weinig betrokken in het onderzoek naar copinggedrag. In die onderzoeken waar ze wel betrokken werden, zien we echter dat het copinggedrag bestudeerd werd in een beperkt aantal ( experimentele) situaties. Vanuit de literatuur, wordt ook de behoefte aan longitudinaal onderzoek naar het copinggedrag van jonge kinderen in meerdere, gelijkaardige situaties beklemtoond. Dergelijk onderzoek kan immers een grote waarde hebben voor de, ook in de uitgebreide literatuur over coping bij volwassenen, nog niet opgeloste onderzoeksvraag, namelijk of copingstijlen kunnen worden opgevat als gegeneraliseerde copingstrategieen.In dit projekt willen wij dan ook de ontwikkeling van copingstijlen bij jonge kinderen van 0 tot 3 jaar bestuderen d.m.v. een longitudinaal onderzoek. Vooreerst zullen de mogelijke veranderingen in het, tijdens overgangsperioden vertoonde, copinggedrag in functie van zowel de chronologische als de mentale leeftijd (gemeten m.b.v. de BOS 2- 30) onderzocht worden. Daarnaast zal nagegaan worden welke variabelen de ontwikkeling in het copinggedrag bij jonge kinderen beïnvioeden. Hierbij zullen zowel het temperament van het kind (gemeten m.b.v. de verkorte versie van de Infant Temperament Questionnaire) als de reactie van de verzorgers als onafhankelijke variabelen gehanteerd worden. Ten laatste, beogen wij na te gaan in welke mate de op jonge leeftijd ontwikkelde copingstrategieën (copingstijlen) een voorspellende waarde kunnen hebben voor de gehanteerde copingstrategieen (copingstijlen) na de leeftijd van 3 jaar.Verlenging:Jonge kinderen werden, in vergelijking met andere leeftijdsgroepen, slechts ten dele in onderzoek naar copinggedrag betrokken (Karraker et al. 1994; Karraker & Lake, 1991; Zeitlin, 1981). Daar waar ze wel betrokken werden, zien we echter dat de meeste onderzoeken, het copinggedrag bij jonge kinderen als reactie op één of slechts enkele stressvolle gebeurtenissen in een laboratorium besproken hebben. Een, bij de lacune in kennis aansluitende, doelstelling van dit onderzoek is dan ook het bestuderen van het copinggedrag bij jonge kinderen in meerdere, niet-experimentele situaties. Meer bepaald werd geopteerd voor het bestuderen van het copinggedrag bij jonge kinderen (12 tot 36 maanden) tijdens overgangsperiodes. Niet alleen laat het bestuderen van het copinggedrag in meerdere natuurlijke situaties, die gespreid worden in de tijd, ons toe om na te gaan of het copinggedrag verandert of gelijk blijft in de loop van tijd, maar kan dit ons ook een inzicht bieden in de (in)consistentie van het individuele copinggedrag in verschillende situaties. Tevens zal nagegaan worden of het temperament en het geslacht van het kind de (mogelijke) ontwikkeling in het copinggedrag beïnvloeden. Doordat jonge kinderen een afhankelijkheidspositie hebben ten opzichte van hun verzorgers, dient tevens de sociale context in het onderzoek naar hun copinggedrag betrokken te worden (Leiderman, 1983). Meer in het bijzonder zal bestudeerd worden hoe de opvoeders reageren op het copinggedrag van het kind. Om kinderen met een ontwikkelingsachterstand uit de proefgroep uit te sluiten, zal een ontwikkelingsniveau opgesteld worden met behulp van de Bayley Ontwikkelingsschalen (van der Meulen & Smrkovsky, 1983). Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Effecten van experimenteel geïnduceerde slaapverstoring op de semicircadiane alertheid. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen wij nagaan welke de effecten zijn van specifieke slaapfasenverstoring (REM en SWS slaap) en van verkorting van de totale slaaptijd op de aandachtsfuncties tijdens de daaropvolgende dag. Meer bepaald gaan we na wat de effecten zijn op de semicircadiane alertheid. Dit aan de hand van selectieve aandachtstests en van een simulatierit over een uur in een ééntonige omgeving. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Het cognitief interview : een methode om de kwaliteit (de volledigheid en de betrouwbaarheid) van geheugenproducties te optimaliseren, en dit bij jong-, midden-, en laatvolwassenen. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het onderzoek (OZR-financiering) kende zijn voorzien verloop en verkeert in het eindstadium. Door de problematiek die werd onderzocht, met name de efficiëntie van de geheugenfunctie bij het zich herinneren van gebeurtenissen, namelijk toevoegingen, weglatingen, fouten naast corrcte geheugenprestaties, hebben wij vastgesteld dat de wijze waarop deze herinneringen worden bevraagd een invloed heeft op de geheugenproductie. Deze invloed verschilt naargelang de leeftijd van de bevraagde. Rekening houdend met de relevantie van deze vaststellingen voor het nagaan van de betrouwbaarheid van de geheugenproducties in getuigenverklaringen, heeft dit onderzoek ook repercussies voor de praktijk inzake getuigenverhoor. Vandaar dat wij de onderzoeksgegevens waarover wij nu reeds beschikken verder in deze richting willen analyseren om zo niet alleen theoretische, maar ook praktijkrelevante besluiten te kunnen formuleren. Rekening houdend met het maatschappelijk debat, dat momenteel gevoerd wordt, behoeft het belang van deze diepgaandere analyse geen betoog. Om de hypothese "het cognitiefinterview verhoogt de kwaliteit (betrouwbaarheid en volledigheid) van de geheugenreproducties bij zowel jong-, midden-, als laatvolwassenen" te toetsen, zodanig dat wij fijnere parameters kunnen opstellen om de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen te kunnen onderzoeken, is een uitbreiding van de onderzoekspopulatie noodzakelijk (45 proefpersonen: 15 in elke cohorte). Bovendien is een hercodering van de reeds beschikbare data (video-opnames) op basis van een nieuw coderingsschema aangewezen. Bij de laatvolwassenen zal bovenop de geplande meetmomenten een derde meetmoment ingevoerd worden, waarbij het effect van motivationele aspecten wordt nagegaan. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Ondersteuning van project : Onderzoek naar de neuropsychologische sequelen bij (A)apparently (L)life (T)threatening (E)events (ALTE). Vrije Universiteit Brussel Abstract: Met dit onderzoek willen we nagaan welke neuropsychologische gevolgen er zich kunnen voordoen bij kinderen op de leeftijd van 4 tot 8 jaar, die in de periode na hun geboorte een ALTE hebben doorgemaakt. ALTE staat voor "Apparently Life Threatening Event". Nieuwe medische behandelingen doen het sterftecijfer bij zuigelingen dalen (mortaliteit neemt af), maar wat gebeurt er met de psychologische morbiditeit? Aan de
hand van een uitvoerige neuropsychologische screening willen we nagaan of deze kinderen een vergelijkbaar profiel vertonen als controlekinderen. Organisaties: • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • RAYMOND CLUYDTS
Exploratie van interventieonderzoek met betrekking tot de gerontagogische praxis. Toepassingsdomein : gerontagogische geheugencursus. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De projectleider heeft in samenwerking met het team van de dienst SOGE, een geheugencursus voor ouderen ontwikkeld. Naast de ervaringsdeskundigheid met betrekking tot de implementatie van deze cursussen, werd er ook gewerkt aan publicaties hieromtrent. Zo verscheen er in 1992 een boek omtrent dit thema, en in 1997 werd een handleiding voor deze cursussen uitgebracht. In onze kennisontwikkeling terzake is er nu ook nood aan onderzoek om de ervaringsgerichte gerontagogische kennis verder te exploiteren. Bovendien wensen we na te gaan of deelname aan deze gerontagogische cursussen leidt tot verandering inzake de perceptie van het eigen geheugenfunctioneren en inzake een aantal psychosociale criteria. Een derde aandachtspunt van dit onderzoek betreft de psychometrische kwaliteiten van de gehanteerde meetschalen. Op dit ogenblik zijn diverse cursussen lopende, die door de projectleider op een gestandardiseerde manier gedoceerd worden. Via dit project willen we de heirbij verzamelde informatie dus verder analyseren. Zodat we op termijn kunnen komen tot meer fundamentele vraagstellingen omtrent interventieonderzoek bij gerontagogische cursussen. Organisaties: • Agogiek
Onderzoekers: • CHRISTEL GEERTS
Een belevingsonderzoek bij kinderen en jongeren in een veranderende bewegingscultuur : ervaringen en visie van de schoolgaande jeugd en de leerkrachten betreffende L.O. en de schoolsport. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Uit onderzoek blijkt dat kinderen zelf niet enthousiast zijn over de school, die belangrijke delen van de kinderwereld opeist. Terwijl sport een populaire vrijetijdsbesteding is bij jongeren weten we niet hoe kinderen het bewegingsaanbod op school, met name de les LO en de schoolsport, ervaren. Het laatste decennium is er een toename van kwalitatief onderzoek merkbaar in de internationale literatuur in het algemeen en in de LO in het bijzonder. Bij deze laatsten kan een onderscheid gemaakt worden tussen de onderzoeken waarbij het accent ligt op de acties en ervaringen van de leerkracht LO en deze waar de leerling centraal staat. Buitenlandse onderzoeksgegevens kunnen echter niet zomaar vertaald worden naar onze eigen Vlaamse situatie, omdat qualitatieve data contextafhankelijk zijn. Bovendien zijn er geen onderzoeken waarbij: (a) zowel leerkrachten als leerlingen bevraagd worden, (b) de ervaringen met curriculaire én extra-curriculaire sportactiviteiten samen worden geëvalueerd, (c) rekening gehouden wordt met verschilllen naargelang leeftijd, geslacht, sportief niveau én onderwijsnet. Met dit onderzoek willen we meer inzicht verwerven in de wijze waarop kinderen en jongeren alsook leerkrachten LO het bewegingsaanbod in de school ervaren en wensen, dit in de context van de huidige bewegingscultuur in Vlaanderen. Organisaties: • Bewegingsvorming en Sporttraining
Onderzoekers: • KRISTINE DE MARTELAER
Het geheugen op latere leeftijd : een cross-sectioneel onderzoek vanuit de informatieverwerkingsbenadering m.b.t. de cognitieve ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project willen wij het geheugen op latere leeflijd onderzoeken d.m.v. een cross-sectioneel onderzoek. R.J. Sternberg ( 1988.-l992) stelt immers dat algemeen aanvaarde theorieën omtrent de evolutie van de cognitieve ontwikkeling op latere leeflijd in twijfel kunnen getrokken worden en dit als gevolg van de traditioneel gebruikte evaluatiecriteria en het miskennen van de cohorteereffecten. ln deze studie willen wij nagaan als Sternbergs kritiek toepasbaar is op de evolutie van het geheugen op latere leeftijd . Daarvoor wordt gebruik gemaakt van drie homogene geboortecohorten. die elk een stadium in de levensloop vertegenwoordigen en die onderling vergelijkbaar zijn m.b.t die variabelen die een rol spelen in de cognitieve ontwikkeling. (mannen en vrouwen van respectievelijk 70-75, 45-50 en 19-20 jaar). Om de onderzoekshypothese te toetsen wordt een instrument ontwikkeld dat zowel een product- als procesevaluatie mogelijk maakt (informatieverwerkingstheorie). Omwille van de vertrouwdheid van alle cohortes met het medium, wordt een videocompilatie, die episodisch opgebouwd is en verschillende topics bevat. getoond aan de groepen. Gedurende de verschillende sessies, die na de videovoorstelling op verschillende momenten plaats vinden. worden de mate van herinneren en herkennen nagegaan d.m.v. observaties, analyse en bevraging. De studie wordt uitgevoerd in twee perioden van twee jaar waarbij een mannelijke en een vrouwelijke groep bestudeerd wordt, teneinde mogelijke geslachtsverschillen na te gaan. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Cognitieve en Fysiologische Psychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • CAROLINE ANDRIES • RAYMOND CLUYDTS
Eiceldonatie: Beslissingen van toekomstige ouders en de perceptie door de ouders van de impact van deze beslissingen op de gezinsrelaties Vrije Universiteit Brussel Abstract: Eiceldonatie biedt echtparen de kans hun kinderwens te realiseren.In deze vorm van In Vitro Fertilisatie (IVF) worden 2 vrouwen betrokken in de behandeling: (1) de donor die een eicel afstaat , (2) de vrouw met dysfunctionele ovaria die zwanger wenst te worden.Eiceldonatie houdt een vrij zware behandeling voor de donor in. Bijgevolg zijn slechts weinig vrouwen bereid eicellen vrijwillig te doneren.Om het probleem van de wachtlijst ( 3 à 4 jaar ) te omzeilen stelt het fertiliteitscentrum voor, dat de echtparen zelf een donor zoeken.De wensouders kunnenopteren voor twee mogelijke behandelingsvormen : (1) behandeling met eicellen van hun eigen donor of (2) behandeling met de (anonieme ) eicellen van een donor die aangebracht werd door een ander paar wensouders die ook een beroep moeten doen op deze vorm van fertiliteitshulp ("Personalised Anonimity Procedure").Deze beslissing heeft uiteraard belangrijke consequenties voor (1) de perceptie van de ouders van het statuut van het toekomstige kind en de ouder-kind relatie , (2) de relatie van het gezin en zijn leden tot de sociale omgeving. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie • Gynecologie - Urologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • PAUL DEVROEY
Inter- en intragenerationele relaties bij bejaarde weduwen Vrije Universiteit Brussel Abstract: Wanneer het voor een bejaarde progressief moeilijker wordt om zichzelf te behelpen en zijn volledige zelfstandigheid te bewaren, dan wordt vaak de gezonde partner binnen het echtpaar de eerste verzorger. In hoeverre of tot welke grens is de begeleiding van de partner haalbaar in de thuissituatie ? Welke veranderingen brengt de toenemende handicap teweeg t.a.v. de relationele dynamiek tussen het ouder wordende echtpaar ? Hoe percipiëren de kinderen deze vorm ondersteuning en onderlinge solidariteit tussen hun ouders en hoe ondersteunen zij deze ? In dit onderzoek richten we onze aandacht op deze eerste vorm van onderlinge ondersteuning bij gezondheidsproblemen m.a.w. we onderzoeken de mogelijkheden en de effekten van de intragenerationele hulpverlening binnen de echtpaarrelatie.Verlenging:Dit project omvat een onderzoek naar het familiaal netwerk van bejaarde, alleenwonende weduwen. In dit onderzoek wordt niet alleen gepeild naar het type en de frequentie van de onderlinge contacten, maar de aandacht wordt vooral gericht op meer kwalitatief-inhoudelijke aspecten van relaties en de subjectieve beleving ervan door de weduwe zelf.Er wordt uitgegaan van het geheel van de familiale relaties, d.w.z. alle ascendenten en descendenten over de verschillende gereraties en ook neven en nichten.Het doel van dit onderzoek omvat tevens de wederzijdse beeldvorming van relaties door de betrokkenen en de eventuele transmissie van waarden, normen en rolpatronen tussen de verschillende generaties. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Attitudes over predictie en preventie van diabetes bij familieleden van personen met insuline-afhankelijke diabetes: studie bij ouders. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In Vlaanderen werd een grootschalige familiestudie gestart naar de vroegere detectie en preventie bij eersterangsverwanten van insulineafhankelijke diabetici. De bedoeling van dit onderzoek is om op basis van immunologische en/of erfelijke kenmerken personen te detecteren met een verhoogd risico op diabetes (in een preklinische fase). Ze zullen in de toekomst de kans krijgen om aan internationale preventie deel te nemen.Tot op heden werd er weinig aandacht besteed aan de beleving en de attitudes van de participanten aan screening programma's. In parallel met het medisch project, werd daarom een psychologische studie gestart. Het doel is om psycho-sociale parameters op te sporen met een voorspellende waarde voor coping met een verhoogd risico op het ontwikkelen van diabetes. Identificatie van deze parameters, zal toelaten te interveniëren bij eventuele aanpassingsproblemen.De studiegroep bestaat op dit ogenblik uit eersterangsverwanten ouder dan 16 jaar. Een bijkomende OZR financiering zou het mogelijk maken deze groep uit te breiden tot ouders die beslist hebben om hun kinderen jonger dan 16 jaar te laten testen op mogelijk risico voor diabetes. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Geassisteerde procreatie : Het omgaan met onvruchtbaarheid en vreemd genetisch materiaal vanuit een psychologisch, ethisch en juridisch standpunt. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het omgaan met onvruchtbaarheid en vreemd genetisch materiaal vanuit een psychologisch, ethnisch en juridisch standpunt. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
Uitwerken van het neuropsychologisch georienteerde luik binnen de screening van het rijgeschiktheidsonderzoek van ouderen waarvoor het CARA bevoegd is. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Het doel van deze studie is om een valide betrouwbaar en computergestuurd te ontwikkelenwaarmee de rijgeschiktheid van ouderen kan onderzocht worden. De laatste jaren wordt er steeds meer onderoek verricht waarbij er getracht wordt om problematisch rijgedrag te voorspellen. Meestal wordt het werkelijke rijgedrag gesimuleerd om de ecologische validiteit te optimaliseren Het specifiele doel van het hier voorgestelde onderzoek is om de cognitieve subtakent die noodzakelijk zijn voor een goede rijprestatie die leeftijdsgevoelig kunnen zijn te identificeren; een goed neuropsychologisch instrument te selecteren om deze vaardigheden te meten en te trachten deze gemeten vaardigheden te gebruiken om het werkelijke rijgedrag te voorspellen. Daar waar een reactie op simulaties steeds een beroep doet op een amalgaam van vele functied, kan men door middel van neuropsychologische tests elementiare functies onderzoeken. Op deze manier kunnen de resultaten op een wetenschappelijk verantwoorde manier gebruik worden voor revalidatieadvies en om eventuele beperkingen op het rijbewijs te voorzien, vermits dit de enige manier is om tot een verfijnde diagnose te komen. Daar er meer rijfouten dan ongevallen voorkomen zal niet enkel de ongevalfrequentie als valideringsmaatstaf genomen worden, maar ook de fouten die worden vastgesteld tijdens een rijproef alsook zelfgerapporteerde problemen. Het leeftijdsspecifieke karakter van de cognitieve problemen zal onderzocht worden door de prestaties op de tests te contrasteren tegen een jongere proefgroep. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN
De zelfexpressie van het kind binnen een 'multi-method' persoonlijkheids- en gezinsdiagnostiek: naarr een integratie van een multidimensioneel theoretisch en methodologisch kader Vrije Universiteit Brussel Abstract: www.faceprogram.com Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • SMADAR WESTREICH
De zelfexpressie van het kind binnen een 'multi-method' persoonlijkheids- en gezinsdiagnostiek: naar een integratie van een multidimensioneel theoretisch en methodologisch kader. Vrije Universiteit Brussel Abstract: Kind-, Opvoedings- en Gezinsdiagnostiek in FACE-perspectief. Celestin-Westreich, S., Celestin, L.P. Leuven/Den Haag: ACCO.
Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • SMADAR WESTREICH
Dynamische kenschetsing van jonge kinderen met een ernstige ontwikkelingsachterstand. Vrije Universiteit Brussel Abstract: De klassieke tests die gericht zijn op de diagnostiek van kinderen met een ernstige ontwikkelingsacterstand kampen enerzijds met een te beperkte invalshoek t.a.v. de vaak multifactoriëleproblematiek.Anderzijds ondervinden ontwikkelingsgeretardeerde kinderen vaak moeilijkheden met het volbrengen van de gestelde opdrachten .Dit onderzoek wil nagaan of het wereldspel samen met een dynamisch georiënteerde leertest een meerwaarde kan bieden bij de (handelingsgerichte) diagnostiek bij jonge kinderen met een ernstige ontwikkelingsachterstand van minstens één jaar op één of meerdere ontwikkelingsaspecten, gemeten d.m.v. een genormeerde ontwikkelingstest. Hiervoor worden 150 kinderen tussen 4 en 8 jaar met een ontwikkelingsachterstand getest d.m.v. het wereldspel en de leertest.Bijkomend worden mogelijke gedragsstoornissen opgespoord en wordt het gezinsfunctioneren in kaart gebracht.De resultaten van deze kinderen worden vergeleken met een normgroep van 250 kinderen uit overeenkomstige leeftijdsgroepen. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • CAROLINE ANDRIES
Het geheugen op latere leeftijd: een cross-sectioneel onder zoek vanuit de informatieverwerkingsbenadering m.b.t. de cognitieve ontwikkeling. Vrije Universiteit Brussel Abstract: In dit project willen wij het geheugen op latere leeflijd onderzoeken d.m.v. een cross-sectioneel onderzoek. R.J. Sternberg ( 1988.-l992) stelt immers dat algemeen aanvaarde theorieën omtrent de evolutie van de cognitieve ontwikkeling op latere leeflijd in twijfel kunnen getrokken worden en dit als gevolg van de traditioneel gebruikte evaluatiecriteria en het miskennen van de cohorteereffecten. ln deze studie willen wij nagaan als Sternbergs kritiek toepasbaar is op de evolutie van het geheugen op latere leeftijd . Daarvoor wordt gebruik gemaakt van drie homogene geboortecohorten. die elk een stadium in de levensloop vertegenwoordigen en die onderling vergelijkbaar zijn m.b.t die variabelen die een rol spelen in de cognitieve ontwikkeling. (mannen en vrouwen van respectievelijk 70-75, 45-50 en 19-20 jaar). Om de onderzoekshypothese te toetsen wordt een instrument ontwikkeld dat zowel een product- als procesevaluatie mogelijk maakt (informatieverwerkingstheorie). Omwille van de vertrouwdheid van alle cohortes met het medium, wordt een videocompilatie, die episodisch opgebouwd is en verschillende topics bevat. getoond aan de groepen. Gedurende de verschillende sessies, die na de videovoorstelling op verschillende momenten plaats vinden. worden de mate van herinneren en herkennen nagegaan d.m.v. observaties, analyse en bevraging. De studie wordt uitgevoerd in twee perioden van twee jaar waarbij een mannelijke en een vrouwelijke groep bestudeerd wordt, teneinde mogelijke geslachtsverschillen na te gaan. Organisaties: • Ontwikkelings- en Levenslooppsychologie
Onderzoekers: • INGRID KRISTOFFERSEN • CAROLINE ANDRIES