CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
Programma van Eisen
Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw en grootschalige renovatie/uitbreiding van scholen/onderwijshuisvesting
Aanp. AH 11/10/2010 Aanp. AH 17/11/2010 v 2.3 Aanp. AH 22/1/2011 v 2.4
versie 2.4 datum 22 januari 2011 Werkgroep binnenmilieu scholen Arno Harting gemeente Utrecht SO/MiDu telefoon 030 286 4598
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 1 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ___________________________________________________________ 2 INLEIDING OP HET PROGRAMMA VAN WENSEN __________________________________ 3 context ________________________________________________________________________________ 3 nieuwbouw en renovatie _________________________________________________________________ 3 bestaande onderwijsgebouwen ____________________________________________________________ 3
PROGRAMMA VAN WENSEN DUURZAAM BOUWEN EN ENERGIEZUINIGHEID nieuwbouw en grootschalige renovatie en/of uitbreiding _____________________________________ 5 duurzaam bouwen ______________________________________________________________ 5 prestatiegericht bouwen door ‘Meten is weten’ _______________________________________________ 5 visie op de toekomstbestendigheid _________________________________________________________ 5
energiezuinigheid _______________________________________________________________ 6 energieprestatie ________________________________________________________________________ 6 studie naar een toekomstbestendige energievoorziening ________________________________________ 6 tenminste te realiseren maatregelen ________________________________________________________ 7
BIJLAGE ___________________________________________________________________ 9 LEGENDA ______________________________________________________________________ 9
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 2 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
INLEIDING OP HET PROGRAMMA VAN EISEN context De gemeente heeft een ambitieus duurzaamheidsbeleid vastgelegd in het Milieubeleidsplan en in een aantal meer sectoraal ingerichte afspraken. Met betrekking tot duurzaam bouwen in brede zin, waar energie, binnenmilieu/gezondheid en milieuvriendelijk materiaalgebruik onderdelen in zijn, is dat jaren geleden al vastgelegd in de Kadernota Duurzaam Bouwen en voor het onderdeel energie/klimaat onlangs nog eens herbevestigd in het Utrechtse klimaatbeleid ‘Utrecht maakt Nieuwe Energie’ en het (ontwerp) Duurzaamheidsplan Utrecht ‘Energie steken in een duurzame stad’. Rode draad in dit beleid is om in 2030 als stad CO2-neutraal te zijn en als gemeentelijke organisatie in 2011. In dit breed gedefinieerde duurzaamheidsbeleid probeert de gemeente met partners in de gebouwde omgeving tot afspraken te komen om de milieubelasting te verminderen en het binnenmilieu te verbeteren. Het verminderen van de milieubelasting heeft gevolgen voor materiaalgebruik en energieverbruik in nieuwe en bestaande scholen. Bij materiaalgebruik gaat het dan minimaal om duurzaam houtgebruik en het vermijden van verontreiniging van water(bodems) door uitlogende bouwmaterialen (koper, zink en lood). Het fossiel energieverbruik heeft zeer grote gevolgen. Het energieverbruik van fossiele brandstoffen leidt tot de uitstoot van broeikasgassen, milieuvervuiling, geopolitieke spanningen en kosten. Vermindering van dit verbruik is dus belangrijk. Dat betekent (het ontwerp van) een gebouw met een laag (fossiel) energieverbruik en energiezuinig gedrag van de gebruikers van het gebouw en zijn installaties. Een gedegen gebruikershandleiding is daarvoor van groot belang. Mogelijke meerinvestering in een gebouw kan lagere energielasten tot gevolg hebben. Door de inkoop van groene stroom (en in de toekomst groen gas of warmte) kan de uitstoot van broeikasgassen verder verminderd worden. Samen met het hieronder besproken energiezuinige gebouwontwerp moet dat leiden tot een 50 tot 70% lagere CO2-uitstoot van een onderwijsgebouw ten opzichte van de bouwregelgeving (Bouwbesluit). Een minimale kwaliteit van het binnenmilieu in scholen en daarmee de gezondheid van leerlingen en medewerkers is onlangs geborgd in het ‘Programma van Eisen Binnenmilieu’ tussen schoolbesturen en gemeente. Wat nog ontbrak waren afspraken over de overige onderwerpen binnen het brede Duurzaam bouwen beleid, zowel bij nieuwbouw/renovatie al in bestaande scholen. Dit Programma van Eisen voorziet daar in voor het deel nieuwbouw en grootschalige renovatie/uitbreiding. nieuwbouw en renovatie Voor gemeentelijke gebouwen, waar de multifunctionele accommodaties (MFA’s) vaak onder vallen, heeft Utrecht in het verleden de Leidraad duurzame gemeentelijke bouwprojecten vastgesteld. Schoolbesturen worden als bouwheer van (monofunctionele) scholen uitgenodigd om deze brede benadering van duurzaam bouwen in haar nieuwbouw/grootschalige renovatie activiteiten en voor zover van toepassing bij bestaande gebouwen mee te nemen. Het Programma van Eisen duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw is hiervoor de handreiking. bestaande onderwijsgebouwen In het gebruik vormt energieverbruik de belangrijkste milieubelasting van onderwijsgebouwen. Door verstandig om te gaan met verwarming, verlichting en het beheer is veel te besparen, zowel in kosten als in milieu. Hiervoor is het Programma Energiebesparingscampagne Gedrag bestaande scholen opgesteld, een separaat document. In vervolg op de aanpak ‘verbetering binnenmilieu bestaande scholen’ zal er ook energiebesparingsmaatregelen onderzocht en zo mogelijk uitgevoerd worden in schoolgebouwen waar dit PvE op van toepassing is (anders gezegd, de scholen waar nieuwbouw, grootschalige renovatie/uitbreiding niet aan de orde is). Zie hiervoor het document ‘Programma van Eisen Fysieke maatregelen energiezuinigheid bestaande scholen/onderwijshuisvesting’. Meer informatie over het Duurzaam bouwen beleid van de gemeente kunt u lezen op de gemeentelijke website www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=45542&klikOuder=267313 . Voorts kunt u contact opnemen
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 3 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
met Arno Harting, Stadsontwikkeling, afdeling Milieu & duurzaamheid, 030-286 4598,
[email protected] .
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 4 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
PROGRAMMA VAN EISEN DUURZAAM BOUWEN EN ENERGIEZUINIGHEID nieuwbouw en grootschalige renovatie en/of uitbreiding duurzaam bouwen Gemeente Utrecht heeft zich ten doel gesteld de milieubelasting ten gevolge van bouwactiviteiten en het gebruik van gebouwen zoveel mogelijk te beperken. Voor gemeentelijke gebouwen is deze doelstelling vertaald in concrete ontwerpuitgangspunten in de “Leidraad duurzame gemeentelijke bouwprojecten”. De ontwerpende partijen van gemeentelijke gebouwen dienen kennis te nemen van deze leidraad en deze toe te passen. Ook andere partijen zoals schoolbesturen hebben besloten van deze leidraad kennis te nemen en deze toe te passen. In het bijzonder gaat het daarbij over beperken van de milieubelasting door materiaalgebruik, beperken van de verontreinigende emissie naar water(bodem) en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Concreet gaat het dan tenminste om: o het gebruik van 'meer hout in de bouw', natuurlijk uit duurzaam beheerde bossen met hout met FSC certificaat als hoogste waardering, o beperken van het gebruik van nieuw gewonnen zand en grind en van cement, o het vermijden van uitlogende verontreinigende bouwmaterialen als koper, zink en lood, o beperken van het fossiel energieverbruik en o toegankelijkheidseisen. Binnenmilieu/gezondheid is apart geborgd in het PvE binnenmilieu. prestatiegericht bouwen door ‘Meten is weten’ De afgelopen jaren is er een trend zichtbaar geworden waarbij niet meer uitgegaan wordt van de traditionele maatregelenlijstjes (zoals in de Leidraad), maar waarbij uitgegaan wordt van prestatieeisen. Met een beoordelingsinstrument wordt -zo wetenschappelijk mogelijk- de milieubelasting van een bouwwerk berekend. Door een duurzaamheidsprestatie aan het begin in het Programma van Eisen te formuleren, tijdens het ontwerpproces in acht te nemen en het resultaat nog eens te toetsen, wordt de bouwinitiatiefnemer vrijgelaten op welke manier deze de duurzaamheidsprestatie wil bereiken. Een mindere prestatie op het ene aspect kan dan gecompenseerd worden door een betere prestatie bij een ander aspect. Ook is het mogelijk om voor bepaalde aspecten zoals binnenmilieu/gezondheid en beperking fossiel energieverbruik een ‘tenminste te behalen’ prestatie vast te leggen. De milieubelasting, flexibiliteit en ‘gezondheid’ van een bouwwerk (bouw en gebruik) kan inzichtelijk worden gemaakt met bijvoorbeeld het prestatie-eis gerichte instrument GPR Gebouw (www.gprgebouw.nl ). De gemeente Utrecht kan het ontwerp- en toetsingsinstrument gratis beschikbaar stellen aan schoolbesturen. Teneinde een gebouw zoals een school substantieel mensen milieuvriendelijk te laten scoren, moet de overall score in GPR Gebouw tenminste 7½ zijn (net als in een traditioneel schoolrapport is 10 het maximum). Voor de aspecten energie en binnenmilieu/gezondheid is gelet op de specifieke doelstellingen van de gemeente een hogere score nodig, namelijk een 8.
Alle scholen een 7½ en voor energie een 8. visie op de toekomstbestendigheid De specifieke ontwikkelopgave zal haar stempel drukken op wat kan en op wat moet om de duurzaamheidambities binnen handbereik te brengen. Het bereiken van een duurzame kwaliteit van een ontwikkelplan is afhankelijk van het in samenhang en evenwichtig samenbrengen van zaken als ambitie, proceskennis, kennis van de mogelijkheden, durf, innovatievermogen en vasthoudendheid. Teneinde dit samenbrengen gestructureerd vorm te geven is het nuttig om te starten met het
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 5 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
vastleggen van een visie op de toekomstbestendigheid/duurzaamheid van het project. Op de website van de gemeente http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=45544 staat informatie over ‘duurzaam huisvesten’, te downloaden via http://www.utrecht.nl/images/DSO/DSOmilieu/dubo/NPDBduurzaamhuisvesten.pdf . Vanuit die visie wordt het ontwerpen van een duurzame locatie of bouwwerk verder gevoed en getoetst. Daarbij kunnen prestatie-gerichte instrumenten als het eerder genoemde GPR Gebouw helpen.
energiezuinigheid Hoewel energie in de brede betekenis van het woord ook onderdeel van duurzaam bouwen is, wordt het vaak apart benoemd en toegelicht. Een laag fossiel energieverbruik kan op zeer veel manieren gerealiseerd worden. Voorts is er op het gebied van regelgeving het een en ander specifiek vastgelegd. Vanwege de omvangrijke effecten van fossiel energieverbruik is vermindering dus belangrijk. Dat betekent (het ontwerp van) een gebouw met een laag (fossiel) energieverbruik en energiezuinig gedrag van de gebruikers van het gebouw en zijn installaties. Een gedegen gebruikershandleiding is daarvoor van groot belang. Mogelijke meerinvestering in een gebouw kan lagere energielasten tot gevolg hebben en daarmee een aantrekkelijk terugverdieneffect. Door de inkoop van groene stroom (en in de toekomst groen gas of warmte) kan de uitstoot van broeikasgassen verder verminderd worden. Samen met het hieronder besproken energiezuinige gebouwontwerp moet dat leiden tot een 50 tot 70% lagere CO2-uitstoot van een onderwijsgebouw ten opzichte van de bouwregelgeving en geen specifiek duurzaam inkoopbeleid. Daarom is het belangrijk dat schoolbesturen en gemeente overeenkomen dat alle scholen groene energie inkopen, te beginnen met groene stroom. Dat is nauwelijks duurder dan gewone 'landelijke mix' stroom. energieprestatie Wettelijk dient een gebouw te voldoen aan een bepaalde EnergiePrestatieCoëfficiënt (EPC), in 2010 1,3. De gemeente Utrecht heeft in haar klimaatdoelstellingen een hoge doelstelling uitgesproken en wil in 2030 CO2-neutraal zijn. In het kader hiervan dient de CO2-uitstoot fors te worden teruggebracht. Dientengevolge zal nadrukkelijk uitgegaan moeten worden van een zwaardere EPC eis, te weten: voor een gebouw met een gasgestookte installaties een 25% lagere EPC eis t.o.v. het Bouwbesluit voor een gebouw met warmtelevering uit stadsverwarming een 30% lagere EPC eis t.o.v. het Bouwbesluit De EnergiePrestatieCoëfficiënt (EPC) berekening dient dit aan te geven. De EPC dient te worden bepaald volgens NEN 2916. Het opwekkingsrendement voor stadsverwarming is daarbij vastgesteld op 1,1. In de toekomst wordt deze NEN 2916 vervangen door de NEN 7120. Hoe warmtelevering dan beoordeeld wordt is nog niet duidelijk. studie naar een toekomstbestendige energievoorziening Als verdieping van de eerder genoemde Visie op de toekomstbestendigheid is een onderzoek naar de economisch en ecologisch optimale energievoorziening van belang. De volgorde van de Trias Energetica is daarbij van belang met op de eerste plaats behoeftevermindering, zowel aan de verwarmingskant als aan de koelingkant. Aan de orde komt dan de mogelijkheden om de energiebehoefte te verminderen zoals een zeer goede gebouwschil en zongericht bouwen (waarbij wel rekening gehouden moet worden met temperatuur overschrijding vanaf het vroege voorjaar tot de late herfst), mogelijkheden van energie-efficiënte opwekkingsmogelijkheden zoals centrale en decentrale warmtelevering en vormen van duurzame energie zoals zonnecollectoren (warmwater). Steeds meer wordt Warmte/Koude-opslag (WKO) toegepast, mede vanwege de mogelijkheid om kosteneffectief koeling aan te bieden. Dit systeem houdt het midden tussen efficiëntie en duurzame energie. Tot slot nog een opmerking over zonnepanelen voor stroomopwekking (ook wel PV genoemd van het Engelse photo-voltaïc). Vaak wordt deze vorm van stroomopwekking naar voren geschoven als hèt
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 6 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
wondermiddel voor alle problemen. Deze dure maatregel mag niet leiden tot kannibaliseren van veel effectievere maatregelen. Vanuit educatie over duurzame energie, bewustwording en imago is een 2 kleine zonnestroominstallatie op het dak nuttig. Een systeem van circa 8m kan dan al voldoende zijn. tenminste te realiseren maatregelen Naast prestatiegerichte bouwen met de mogelijkheid om zelf de speerpunten te bepalen is het verstandig om de onderliggende minimum maatregelen toe te passen voor zover van toepassing. De eerder onder de kop 'duurzaam bouwen' genoemde maatregelen op het gebied van materiaalgebruik en toegankelijkheid. Isolatie van de gebouwschil De isolatie van de schil dient ten minste een Rc waarde te hebben van: 2 gevel: 4,5 m K/W 2 dak: 5,5 m K/W 2 begane grondvloer: 3,5 m K/W. ++ 2 De gevel dient minimaal HR glas te hebben met een U waarde van 1,2 W/m K. Luchtdichtheid van de schil Ter vermijding van ongecontroleerde lekverliezen door een onvoldoende luchtdichtheid van de schil dienen details uitgevoerd te worden overeenkomstig de kwaliteit 'goed' volgens de SBR referentiedetails of daarmee vergelijkbaar. Ter vermijding van te hoge binnentemperaturen en daarmee de noodzaak om 'stroomvretende' airco's aan te brengen is buitenzonwering aan de oost-, zuid- en westgevel noodzakelijk. Energiezuinige ventilatie Bij gebalanceerde ventilatie dient er warmteterugwinning te worden toegepast welke ten minste een rendement van 75% bezit. Energiezuinige verwarming Er dient een Laag Temperatuur Verwarmingssysteem (LTV) te worden toegepast met een aanvoertemperatuur van maximaal 35 graden. Energiezuinige verlichting De daglichttoetreding dient te zijn afgestemd op het gebruik van de ruimte. Er dient een optimale daglichttoetreding gerealiseerd te worden. Het verlichtingsniveau dient afgestemd te zijn op de vraag. Verlichtingsarmaturen dienen voorzien te zijn van hoogfrequente voorschakelapparatuur en spiegeloptiek. Het gebouw voorzien van een veegschakeling, tenminste in algemene ruimten en toiletten etc.. Verlichtingsarmaturen aan de gevel voorzien van een daglichtafhankelijke regeling. In de groepsruimten naast de normale schakelaar aanwezigheidsdetectie aanbrengen. Breng dimbare verlichting aan. Regeling De indeling van de installaties dient afgestemd te zijn op het gebruik, onnodig energiegebruik dient hierdoor te worden voorkomen. De verwarming dient per ruimte te worden nageregeld. De regeling van het klimaat draagt bij aan een beperking van het energiegebruik en een verhoging van het comfort.
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 7 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
Integraal ontwerpen Een ontwerp kan aan kwaliteit winnen als alle te onderscheiden onderdelen van het gebouw in totale samenhang worden ontworpen. Bij bezuinigingsoperaties vraagt dit ook bijzondere aandacht. Denk bijvoorbeeld aan het toepassen van een minder robuuste zonwering uit kostenoverweging. De vraag die dan beantwoord moet worden is: "Heeft de beoogde klimaatinstallatie nog voldoende capaciteit om bij een gemiddelde zomer aan de comfortcondities te kunnen voldoen?" (Vraag Heeft iemand een beter voorbeeld over integraal ontwerpen?? ) Oplevering Een goed gebouw ontwerpen is één, ook goed bouwen is twee. Daarom moet tijdens de bouw goed gecontroleerd worden of de technische uitgangspunten ook toegepast worden. Inregelen van de installatie hoort daar ook bij. Teneinde dit te toesten dient een opleveringscontrole van de installatie plaats te vinden. Daarbij moet tenminste gedacht worden aan ventilatiemetingen, waterzijdig inregelen en na een stookseizoen controleren van de verwarmingsinstallatie. Ook moet de bouwer een gebruikshandleiding/instructie voor gebouw en installatie opstellen en overdragen.
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 8 van 9
CONCEPT Moet nog vastgesteld worden door schoolbesturen en gemeente
BIJLAGE LEGENDA EPC
Energie Prestatie Coëfficiënt; Deze dimensieloze waarde moet aan minimale eisen voldoen als gevolg van het Bouwbesluit. Hoe lager deze waarde des te minder energieverbruik het gebouw bij gemiddeld gebruik heeft.
Rc waarde
warmteweerstand van een constructie, hoe hoger dit getal, hoe beter de 2 isolatiewaarde, eenheid m K/W.
U waarde
warmtedoorgangscoëfficiënt van glas, hoe lager hoe dit getal hoe beter de 2 isolatiewaarde, eenheid W/m K.
Ventilatiecapaciteit
hoeveelheid verse buitenlucht in m /h.
Circulatievoud
aantal keer dat de luchthoeveelheid in een ruimte wisselt per uur.
Ventilatievoud
aantal keer dat de luchthoeveelheid in een ruimte ververst wordt per uur.
ZTA
zontoetredingsfactor voor een raam; hoe hoger het getal hoe meer zonnestralen (warmte) het raam doorlaat.
UGRl
Unified Glare Rating; een getal dat aangeeft in welke mate armaturen en hun werking in de ruimte lichthinder veroorzaken vanuit de ooghoogte en kijkrichting van de gebruiker. Bij kantoorwerk dient deze waarde zich tussen de 16 en 25 te bevinden. Hoe kleiner het getal des te minder lichthinder er moet zijn.
veegschakeling
schakeling waardoor door middel van 1 knop alle verlichting wordt uitgeschakeld in een gebouw of gebouwdeel (behoudens de nood/vluchtverlichting).
zomer/nachtventilatie
schakeling die er voor zorgt dat onder bepaalde voorwaarde de warmte in de zomer buiten de bedrijfstijden en vaak in de late nacht (als de buitentemperatuur gedaald is) door de mechanische ventilatie wordt afgevoerd; vaak zijn er dan grote inbraakwerende ventilatie-openingen in de gevel aangebracht.
3
CONCEPT Programma van Eisen Duurzaam bouwen en energiezuinigheid nieuwbouw/renovatie scholen/onderwijshuisvesting blz. 9 van 9