Olifant of slak? Het imago onderzoek van het OCD, de resultaten! Zo log of zo betrouwbaar als een olifant? Weinig aanpassingsvermogen net als een slak of juist als slak je sporen achter laten? In deze factsheet schetsen we het imago van het OCD. Ook gaan we in op de bekendheid van het OCD en de rol die het bureau volgens potentiële, interne opdrachtgevers heeft dan wel zou moeten hebben.
Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
OCD, wat???! Wat doet het OCD? Imago Communicatie Keuze onderzoeksbureau Toekomst van het OCD Conclusies
In het najaar van 2010 hebben we 438 (potentiële) interne opdrachtgevers (hoofden en beleidsmedewerkers van beleidsafdelingen in de Drechtsteden) benaderd met een korte vragenlijst. In totaal hebben 191 ambtenaren aan het onderzoek meegedaan, een respons van 44%.
1
OCD, wat???!
Hoe staat het met de bekendheid van het OCD? De ruime meerderheid (87%) van de (potentiële) interne opdrachtgevers heeft wel eens iets gehoord of gezien van het OCD. De bekendheid is het grootst in de gemeente Dordrecht en het laagst in de gemeente Sliedrecht (tabel 1). Dit eerste is gezien de ontstaansgeschiedenis van het OCD een logische uitkomst.
Tabel 1 Bekendheid OCD (%) organisatie Alblasserdam Dordrecht Drechtsteden Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht
bekendheid 96 67 59
totaal
87
Toelichting: = wijkt niet significant af van het gemiddelde
De meesten kennen ons omdat ze ooit opdrachtgever zijn geweest van een onderzoek (53%). Daarnaast hebben vier op de tien (ook) wel eens met ons samengewerkt of informatie bij ons opgevraagd (figuur 1). Het OCD heeft een aantal communicatiekanalen tot haar beschikking. Drie op de tien potentiële, interne opdrachtgevers geven aan ons te kennen via berichten op intranet en onze website. Het bereik van onze nieuwsbrief OCD.doc is wat lager (17%).
Figuur 1
Hoe ken je het OCD?
53%
opdrachtgever
45% 46%
samenwerking
39% 43% 37%
informatie gevraagd
33% 28%
berichten op intranet
% van kenners OCD % van totaal
28% 24%
website OCD
25% 21%
werkgroep waar OCD ook in zat OCD.doc
20% 17%
anders
20% 17% 0%
20%
40%
60%
80%
Bij de categorie anders (maar liefst 20%) noemt men o.a. het lezen van rapporten (8x) en een presentatie van het OCD op de afdeling bijgewoond (5x). Eén op de tien hoofden/beleidsmedewerkers (13%) is totaal onbekend met het OCD. De grote meerderheid van deze groep (78%) geeft aan nog nooit een onderzoeksbureau te hebben ingeschakeld wanneer er op hun beleidsterrein een vraagstuk of probleem voordoet waarbij ondersteuning gewenst is. Het is dan ook niet alleen belangrijk om de bekendheid van het OCD onder deze groep te vergroten, maar hen ook te wijzen op het belang van onderzoek bij het opstellen en evalueren van beleid.
2 13% van de potentiële, interne opdrachtgevers heeft nog nooit van het OCD gehoord.
Wat doet het OCD?
Aan degenen die het OCD (van naam) kennen, hebben we de vraag gesteld voor welke opdrachten zij denken dat je nu bij het OCD terecht kan. Verreweg de meest gegeven antwoorden, zijn: het periodiek verzamelen van prestatie- en resultaatinformatie (77%), het verzamelen en bewerken van statistieken (72%), het inzichtelijk maken van maatschappelijke problemen (69%) en het evalueren van beleid (62%). Alle andere zaken in figuur 2 waarvoor beleidsmedewerkers momenteel bij het OCD terecht kunnen, worden minder vaak genoemd. Opdrachten aangaande het aanreiken van oplossingen voor beleid en het schrijven van beleid zien potentiële, interne opdrachtgevers het minst vaak als product/dienst van het OCD: respectievelijk 11% en 3%. Dit laatste klopt ook. Het schrijven van beleidsnotities behoort namelijk niet tot ons takenpakket. Dit geldt ook voor het maken van geografische kaarten.
Figuur 2
Voor welke opdrachten kun je bij het OCD terecht?
periodiek verzamelen van prestatie- en resultaatinformatie
77%
verzamelen en bewerken van statistieken
72%
inzichtelijk maken van maatschappelijke problemen
69%
evalueren van beleid
62%
ondersteunen bij beleidsontwikkeling
39%
signaleren van maatschappelijke problemen
38%
advisering
28%
snelle vragen/informatie
27%
maken van geografische kaarten
19%
aanreiken van oplossingen voor beleid
11%
schrijven van beleidsnotities
3%
anders
2% 0%
3
20%
40%
60%
80%
Imago
Deskundig of niet deskundig? Vernieuwend of behoudend? Persoonlijk of zakelijk? Welke eigenschappen zijn kenmerkend voor het OCD? We hebben alle potentiële, interne opdrachtgevers 13 tegengestelde kenmerken voorgelegd en gevraagd waar zij het onderzoekcentrum zouden plaatsen tussen de twee uitersten. We scoren vooral goed wat betreft deskundigheid, betrouwbaarhheid en professionaliteit. Ook werken we meer vraaggericht dan aanbodgericht volgens de meesten en zien mensen ons meer als open organisatie dan gesloten (figuur 3). Voor alle andere kenmerken geldt dat we in de middenmoot scoren. Het imago van het OCD laat zich dus niet in extremen vertalen.
Figuur 3
Kenmerken van het OCD
onbetrouwbaar
betrouwbaar
niet deskundig
deskundig
onprofessioneel
professioneel
gesloten
open
aanbodgericht
vraaggericht
star
flexibel
zakelijk
persoonlijk
passief
actief
niet efficiënt
efficiënt
langzaam
snel
kleurloos
toonaangevend
behoudend
vernieuwend
stoffig
hip
Het OCD: een slak of olifant? Met welk dier wordt het OCD het meest geassocieerd? Het beeld is overwegend positief. In tabel 2 hebben we alle dieren op een rij gezet. Een uil wordt het vaakst genoemd, gevolgd door een (speur)hond en (roof)vogel.
Tabel 2
Dieren die met het OCD geassocieerd worden (aantal) + redenering uil 19 0 wijsheid, bedachtzaam, op afstand, scherpe blik betrouwbaar, snuffelen, alarmeren, goed luisteren (speur)hond 10 2 (toont weinig initiatief) scherpe blik van boven, verzamelen en bouwen van een (roof)vogel 9 1 nest (weinig contact) mol 5 3 diep graven, veel werk ondergronds (onzichtbaar) olifant 5 2 groot geheugen, betrouwbaar, alarmeren (log, onflexibel) muis 2 3 fijntjes, slim (onzichtbaar, grijs, te bescheiden) eekhoorn 4 0 verzamelen, selecteren op kwaliteit kameleon 3 0 aanpassingsvermogen, veelzijdig stokstaartje 3 0 overzicht houden, alarmeren, slim dolfijn 3 0 intelligent, nieuwsgierig, vriendelijk slak 0 3 traag, eigenwijs, weinig aanpassingsvermogen zebra 2 1 zwart-wit (wordt van veraf niet goed gezien) bij 2 0 verzamelen totaal
67
15
Toelichting: dieren die slechts één keer genoemd zijn: tijger, oester, meeuw, kameel, paard, poes, koe, worm, luiaard, ijsbeer, mus, chimpansee, bever, vleermuis, hamster, vos, schildpad, spin, babykangeroe, paard met oogkleppen.
Drie kwart van de potentiële, interne opdrachtgevers ziet het OCD als partner voor beleid.
Het OCD is… De slogan van het OCD is ‘partner voor beleid’. Drie kwart van de potentiële, interne opdrachtgevers vindt dat dit ook daadwerkelijk het geval is. Daarnaast zijn zeven op de tien van mening dat het OCD kwaliteit levert. Slechts 3% is het hiermee oneens. Met de stelling dat het OCD de goede dingen doet, is ruim de helft (57%) het eens. Over of het OCD onmisbaar is, zijn de meningen wat meer verdeeld. Vier op de tien hoofden/beleidsmedewerkers zijn van mening dat het OCD onmisbaar is en een kwart vindt juist dat het bureau niet onmisbaar (dus misbaar) is (figuur 4).
Figuur 4 Het OCD… is partner voor beleid
73%
levert kwaliteit
17%
68%
doet de goede dingen
29%
57%
35%
41%
is onmisbaar 0%
20%
(zeer) mee eens
10%
36% 40%
60%
niet mee eens, niet mee oneens
8% 24%
80%
100%
(zeer) mee oneens
4
Communicatie
Zoals we eerder al schreven, heeft het OCD een aantal communicatiemiddelen tot haar beschikking. In deze paragraaf gaan we in op de bekendheid met deze middelen en andere producten; onze factsheets en rapporten. Onze rapporten zijn het meest bekend. Drie kwart van alle beleidsmedewerkers heeft wel eens een rapport van ons in zijn/haar handen gehad. De website en factsheets staan op een gedeelde tweede plaats, met 50% (tabel 3). Duidelijk het minste bereik heeft onze intranetpagina OCD Nieuws. ‘Slechts’ een kwart is hierop geabonneerd. Onze nieuwsbrief OCD.doc is bij vier op de tien mensen bekend.
Drie kwart van alle potentiële, interne opdrachtgevers heeft wel eens een rapport van het OCD in zijn/haar handen gehad.
De intentie is om wekelijks één of meerdere berichten op intranet te plaatsen, via OCD Nieuws en de intranetpagina’s van de zes gemeenten. In Dordrecht lezen zeven op de tien wel eens iets over het OCD op Insite. In Papendrecht (10%) en Zwijndrecht (19%) is dit een stuk lager. Voor Zwijndrecht is een logische verklaring. Deze gemeente werkt namelijk met de digiwijzer en vrijwel niet met nieuwsberichten via intranet.
Tabel 3 Bekendheid communicatiemiddelen (%) organisatie OCD website rapport Nieuws Alblasserdam Dordrecht Drechtsteden Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht totaal
5
52
23
75
intranetberichten 71 10 19
50
45
factsheet
OCD.doc 41
Keuze onderzoeksbureau
Zes op de tien hoofden/beleidsmedewerkers geven aan wel eens een onderzoeksbureau in te schakelen wanneer er een vraagstuk of probleem voordoet op hun eigen beleidsterrein (waarbij ondersteuning nodig is).1 Vier op de tien denken nooit aan een onderzoeksbureau; een belangrijke groep voor het OCD. Uiteindelijk kiest 15% van alle potentiële, interne opdrachtgevers altijd voor het OCD wanneer zij een onderzoeksbureau inschakelen en nog eens een derde soms (figuur 5). Eén op de tien geeft aan altijd voor een ander onderzoeksbureau te kiezen; eveneens een belangrijke groep.
Figuur 5 Een onderzoeksbureau inschakelen potentiële doelgroep
45% van alle potentiële, interne opdrachtgevers kiest (wel eens) voor een ander onderzoeksbureau dan het OCD.
schakelt wel eens een onderzoeksbureau in (60%)
altijd OCD (15%)
soms OCD, soms ander bureau (33%)
schakelt nooit een onderzoeksbureau in (40%)
altijd ander bureau (12%)
Wat is de reden om voor een ander onderzoeksbureau te kiezen dan het OCD? De meest genoemde reden is dat het een specifieke vraag betreft, waarvoor men (denkt) niet bij het OCD terecht (te) kunnen. Acht op de tien ambtenaren die (wel eens) voor een ander onderzoeksbureau kiezen, noemt dit als één van de redenen. Daarnaast geven vier op de tien aan dat zij goede contacten en ervaringen hebben met een ander bureau. Slechts 6% kiest uit kostenoverweging voor een ander onderzoeksbureau en 15% zegt helemaal niet aan het OCD gedacht te hebben (figuur 6).
1
Dit is inclusief de beleidsmedewerkers die het OCD (nog) niet kennen. Eerder zagen we al dat van deze groep 22% wel eens een ander onderzoeksbureau heeft ingeschakeld.
Figuur 6
Reden voor de keuze voor een ander onderzoeksbureau
specifieke vraag, niet geschikt voor OCD
77% 40%
goede contacten/ervaringen met ander bureau niet aan OCD gedacht
15%
goedkoper
6%
anders
6% 0%
20%
40%
60%
80%
Toelichting: % van degenen het OCD kennen en (soms) een ander onderzoeksbureau inschakelen
6
Toekomst van het OCD
Het OCD wil bepaalde taken meer gaan doen. Drie daarvan zijn: advisering, meer een rol spelen aan de voorkant van beleid (het ontwikkelen van beleid) en beleidsevaluaties. Op welke taken vinden potentiële, interne opdrachtgevers dat wij ons meer moeten richten in de toekomst? Zes op de tien potentiële, interne opdrachtgevers zijn van mening dat het OCD in de toekomst meer beleidsevaluaties moet uitvoeren. Over het meedenken/ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid, zijn de meningen wat meer verdeeld: 43% vindt dat het OCD zich hierop meer moet gaan concentreren, 30% vindt juist van niet. Over de rol van het OCD als adviseur zijn nog wat meer mensen het niet eens (figuur 7). Vier op de tien zijn van mening dat ons bureau zich op deze taak niet meer moet concentreren dan nu het geval is. Drie op de tien vinden van wel.
Figuur 7 Toekomstige taken van het OCD (% van degenen die het OCD kennen) beleidsevaluaties
61%
beleid ontwikkelen
15%
43%
advisering
30%
29% 0%
20%
42% 40%
ja
Voor veel potentiële, interne opdrachtgevers is er geen verschil tussen advisering en meedenken/ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid.
24% 27% 30%
60% nee
80%
100%
weet niet
Wat zijn de achterliggende redenen? In tabel 4 hebben we voor iedere toekomstige taak de voor- en tegenargumenten op een rij gezet. Degenen die voor advisering en het meedenken/ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid zijn, noemen vooral als reden dat dit een meerwaarde heeft voor beleidsmedewerkers omdat zij de resultaten van een onderzoek hierdoor beter kunnen benutten. Ook ziet men beide taken als een logische volgende stap in het onderzoeksproces: ‘vanzelfsprekend in dialoog met de beleidsmakers’. Dat het OCD zich meer moet gaan concentreren op beleidsevaluaties, is volgens velen een goede ontwikkeling omdat dit essentieel in het beleidsproces is en momenteel binnen gemeenten (nog) te weinig wordt gedaan. En het OCD heeft de expertise: ‘de expertise van het OCD kan hierbij eigenlijk niet gemist worden’.
Tabel 4
Argumenten voor of tegen toekomstige taken van het OCD (aantal) beleidsbeleid ontevaluaties wikkelen
advisering
voor meerwaarde voor beleidsmedewerkers logisch proces: expertise is er, dus gebruiken OCD heeft bredere kijk op regio en landelijk OCD heeft brede scoop vanuit beleidsterreinen voorkomt verkeerde interpretatie van resultaten ondersteunen heeft meerwaarde, advisering niet wordt (nog) te weinig gedaan door gemeenten komt objectiviteit ten goede
0 24 0 0 0 0 39 12
18 8 2 5 3 17 0 0
18 9 5 3 2 0 0 0
tegen beperken tot kerntaak / taak beleidsmedewerkers belangenverstrengeling / objectiviteit waarborgen OCD heeft de expertise niet OCD kan eigen kerntaak nog verder ontplooien niet verstandig in tijden van bezuinigingen
12 0 0 2 0
30 2 2 2 0
42 9 6 4 2
Degenen die van mening zijn dat het OCD zich in de toekomst niet meer moet gaan richten op beleidsevaluaties, beleidsontwikkeling en advisering, geven hoofdzakelijk als reden dat deze taken niet tot de kerntaken van het OCD behoren en dat het taken van beleidsmedewerkers binnen de gemeenten zijn. ‘Dit is in de regio al goed geborgd. Bovendien is het handig dit te scheiden en kerntaken niet te vervuilen’. Overigens moeten we hierbij op merken dat de meeste ambtenaren geen verschil zien tussen advisering en het meedenken/ondersteunen bij het ontwikkelen van beleid. Wanneer het OCD beleidsmedewerkers voorziet van adviezen, is dit naar hun idee een bepaalde vorm van ondersteuning. Degenen die beide taken wel anders interpreteren (de ene keer ‘voor’, de andere keer ‘tegen’) vinden vooral dat het OCD zich niet meer moet concentreren op advisering (omdat dit de rol van beleidsmedewerkers is), maar beleidsmedewerkers wel moet ondersteunen met feitenmateriaal (21x genoemd). Zes ambtenaren geven juist aan dat advisering gewenst is en het ontwikkelen van beleid niet (omdat dit juist de taak van beleidsmedewerkers is). De scheidslijn tussen advisering enerzijds en ondersteuning en meedenken in het ontwikkelen van beleid anderzijds is voor velen dus lastig te maken.
Enkele suggesties voor het OCD… • • • •
• • • • • • •
7
Laat je zien. Zorg dat je zichtbaar bent/blijft en maak reclame. Maak meer gebruik van bestaande informatie en datasets in de markt en houd minder enquêtes. Ga vooral door als betrouwbaar onderzoekcentrum en laat wat actiever de verbindingen tussen de verschillende onderzoeken die jullie doen zien. Accurater, tijdsafspraken nakomen. In rapportages staan nu vaak de uitkomsten op een rij. De betekenis voor beleid ontbreekt veelal of zijn onvoldoende (te weinig in samenhang met andere ontwikkelingen) bekeken. De afkorting OCD is nog niet bekend genoeg om de klik te geven met wat het OCD doet. Misschien beter om de volledige naam te hanteren. Schuif aan bij beleidsoverleg om je meer te profileren. Speel in op de actualiteit en ben pro-actief. Kom los van het wat stoffige imago. Vooral doorgaan en blijven ontwikkelen. Het OCD ontwikkelt zich de laatste jaren in goede zin. Ook de rapporten zijn steeds beter leesbaar. Doe net alsof je een commercieel onderzoeksbureau bent en investeer veel meer in marketing. Stuur jullie nieuwsbrief sowieso naar alle afdelingen en bedrijven en zorg dat ze op de koffietafel terecht komen. Gegevens zijn (soms) te algemeen en blijken niet meer te kloppen.
Conclusie
Postbus 619 3300 AP Dordrecht
De bekendheid van het OCD is onder potentiële, interne opdrachtgevers groot. De meesten weten wie wij zijn en wat we doen. Dit betekent echter niet dat iedereen de weg naar ons bureau vindt. In totaal kiest 45% (wel eens) voor een ander onderzoeksbureau dan het OCD. We kunnen hier in sommige gevallen niets aan doen, omdat we als bureau niet beschikken over de juiste expertise. Echter, in 15% van de gevallen wordt gewoon niet aan ons gedacht. Het bereik van sommige communicatiemiddelen kan/moet dan ook zeker omhoog.
(078) 770 39 05
We kunnen een onderscheid maken tussen vier groepen potentiële, interne klanten:
drs. S.A.W. van Oostrom - Van der Meijden januari 2011
[email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
• • • •
degenen degenen degenen degenen
die die die die
ons ons ons ons
nog niet kennen; wel kennen, maar nooit een onderzoeksbureau inschakelen; kennen, maar ons niet (altijd) inschakelen als onderzoeksbureau; kennen en ons altijd inschakelen als onderzoeksbureau.
Het beeld dat men heeft van het OCD laat zich niet in extremen vertalen, maar is wel overwegend positief. Het vaakst worden we vergeleken met een uil. Een uil staat volgens de meesten voor wijsheid, een scherpe blik op afstand en bedachtzaamheid. Drie kwart ziet ons als partner voor beleid en zeven op de tien vinden dat we kwaliteit leveren. Over op welke taken het OCD zich in de toekomst meer moet concentreren, zijn de meningen wat meer verdeeld. Het meest eensgezind zijn de potentiële, interne klanten over beleidsevaluaties. Zes op de tien zijn van mening dat we ons hier in de toekomst meer op moeten richten.