323
STAD OUDENAARDE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD IN ZITTING VAN MAANDAG 25 NOVEMBER 2013 OM 19.00 UUR Aanwezig:
Marnic De Meulemeester, Burgemeester, Pieter Orbie, Peter Simoens, Carine Portois, John Adam, Guy Hove, Richard Eeckhaut, Peter Dossche, Schepenen, Stefaan Vercamer, OCMW-voorzitter-schepen, Luc Vanquickenborne, Secretaris, Dirk De Bock, Lauweryns Danny, Sybille De Vos, Lieven Cnudde, Mathieu De Cock, Günther Botteldoorn, Mathieu Mas, Marleen Derveeuw, Wim Merchie, De Temmerman Katrien, Maarten Blondeel, Elisabeth Meuleman, Franka Bogaert, Murat Yurtay, André Vansteenbrugge, Bruno Van Waeyenberghe, Roland Van Heddegem, Steven Bettens, Tim Vanderhaeghen, Kristof Meerschaut, Hilde De Smet, Els Bostyn, Raadsleden, OPENBAAR
BRANDWEER. 1.
Forfaitaire bijdrage van de beschermde gemeenten binnen de gewestelijke groep Oudenaarde voor het dienstjaar 2009 - 2010 - 2011. Advies.
De Gemeenteraad, Gelet op de wet van 31 december 1963 betreffende de Civiele Bescherming, artikel 10§4, 3° gewijzigd door de wet van 14 januari 2013; Gelet op het Koninklijk besluit van 25 oktober 2006 tot vaststelling van de normen voor de in aanmerking komende kosten en het aandeel, bedoeld in artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming in geval van brand; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de Civiele Veiligheid en alle latere wijzigingen; Overwegende dat de gewestelijke brandweerdienst Oudenaarde de gemeenten Zingem, Horebeke, Maarkedal en Wortegem-Petegem beschermt aangezien deze gemeenten niet over een brandweerdienst beschikken; Overwegende dat in het schrijven van de Gouverneur dd. 30 oktober 2013 het advies van de gemeenteraad gevraagd wordt betreffende de door de Gouverneur berekende forfaitaire bijdrage voor het dienstjaar 2009, 2010 en 2011 ; Overwegende dat het te ontvangen bedrag 566 525 EUR voor dienstjaar 2009 en 707 415 EUR voor dienstjaar 2010 en 612 893 EUR voor dienstjaar 2011 bedraagt; Besluit : eenparig Art. 1.- De gemeenteraad verleent gunstig advies betreffende de door de Gouverneur berekende forfaitaire bijdrage zijnde 566 525 EUR voor dienstjaar 2009 en 707 415 EUR voor dienstjaar 2010 en 612 893 EUR voor dienstjaar 2011. Art. 2.- Afschrift van dit advies wordt overgemaakt aan de Gouverneur van de provincie OostVlaanderen. SECRETARIE 2.
Intercommunale Westlede. Goedkeuren van de agenda van de bijzondere algemene vergadering op dinsdag 3 december 2013 en aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger.
De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad Oudenaarde aangesloten is bij de intercommunale Westlede; Gelet op het feit dat de stad met de brief van 2 oktober 2013 wordt opgeroepen om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering op dinsdag 3 december met als agenda: 1. Goedkeuring verslag algemene vergadering op 18 juni 2013. 2. Activiteiten en strategie. 3. Begroting 2014.
324 4. Wijziging reglement op de begraafplaats. Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit moeten aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1. De Heer Mathieu Mas, raadslid, wonende Edelareberg 7 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van de intercommunale Westlede. Artikel 2. Mevrouw Carine Portois, schepen, wonende Stationsplein 81 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van de intercommunale Westlede. Artikel 3. Keurt de agenda en bijhorende stukken voor de bijzondere algemene vergadering van 3 december 2013 van de intercommunale Westlede goed en geeft de vertegenwoordiger van de stad de opdracht de voorstellen tijdens die vergadering goed te keuren. Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft daarvan kennis aan de intercommunale Westlede, Smalle Heerweg 60 te 9080 Lochristi. 3.
Intercommmunale SOLVA. Goedkeuring van de agenda van de algemene vergadering op dinsdag 10 december 2013 en aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger.
De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-economische expansie (SOLVA); Gelet op de aangetekende brief van 18 oktober 2013 van SOLVA waarbij de stad wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de algemene vergadering op dinsdag 10 december 2013 met volgende agenda: 1. Samenstelling van het bureau (art. 40). 2. Benoeming van de bestuurders voor mandaten opengevallen sinds de jongste gewone algemene vergadering. 3. Goedkeuren actieplan en budget 2014 Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbeslissing moeten aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1. Zijn goedkeuring te verlenen aan de punten, vermeld op de agenda met bijhorende stukken waarover een beslissing moet worden genomen en die voorgelegd worden aan de algemene vergadering van SOLVA op 10 december 2013. Artikel 2. De Heer Dirk De Bock, raadslid, wonende Mijttestraat 2 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van SOLVA. Artikel 3. De heer Richard Eeckhaut, schepen, wonende Spoorweglaan 47 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de algemene vergaderingen van SOLVA. Artikel 4. De vertegenwoordigers die zullen deelnamen aan de algemene vergaderingen van SOLVA op te dragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen die ter zake genomen worden in de gemeenteraad. Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft er kennis van aan SOLVA, Joseph Cardijnstraat 60 te 9420 Erpe-Mere. 4.
Intercommunale SOLVA. Goedkeuren van de statutenwijziging en aanduiden van een vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering op maandag 10 december 2013.
De gemeenteraad,
325 Gelet op het feit dat de stad aangesloten is bij het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband voor ruimtelijke ordening en socio-culturele expansie (SOLVA); Gelet op de aangetekende brief van 4 september 2013 van SOLVA waarbij de stad wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering op maandag 10 december 2013 met volgende agenda: 1. Samenstelling van het bureau. 2. Wijzigen van de statuten in uitvoering van het decreet op de Intergemeentelijke Samenwerking dd. 18 januari 2013. Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het decreet van 6 juli 2001 houdende intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een buitengewone algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbeslissing moeten aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1. Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering op 10 december 2013 en aan de statutenwijziging van SOLVA. Artikel 2. De Heer Dirk De Bock, raadslid, wonende Mijttestraat 2 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergaderingen van SOLVA. Artikel 3. De heer Richard Eeckhaut, schepen, wonende Spoorweglaan 47 te 9700 Oudenaarde wordt voor de legislatuur 2013-2018 aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergaderingen van SOLVA. Artikel 4. De vertegenwoordigers die zullen deelnamen aan de buitengewone algemene vergaderingen van SOLVA op te dragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen die ter zake genomen worden in de gemeenteraad. Artikel 5. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft er kennis van aan SOLVA, Joseph Cardijnstraat 60 te 9420 Erpe-Mere. 5. FIGGA. Goedkeuren van de agenda van de buitengewone algemene vergadering op woensdag 18 december 2013 en aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger. De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad Oudenaarde aangesloten is bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband FIGGA; Gelet op het feit dat de stad met aangetekende brief van 18 oktober 2013 wordt opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering op woensdag 18 december 2013 met volgende agenda: 1. Strategie voor het boekjaar 2014. 2. Begroting over het boekjaar 2014 en meerjarenbegroting. 3. Statutaire benoemingen en mededelingen. Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers voor een (buitengewone) algemene vergadering van een intercommunale bij gemeenteraadsbesluit moeten aanduiden uit de leden van de gemeenteraad Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet. BESLUIT: eenparig Artikel 1. De Heer Wim Merchie, raadslid, wonende Edelareberg 24 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van FIGGA op 18 december 2013. Artikel 2. Mevrouw Franka Bogaert, raadslid, wonende Galgestraat 19 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van FIGGA op 18 december 2013. Artikel 3. Keurt de agenda van de buitengewone algemene vergadering van FIGGA op 18 december 2013 goed en geeft de vertegenwoordiger van de stad de opdracht zijn/haar stemgedrag af te stemmen, op de beslissing die de gemeenteraad ter zake heeft genomen.
326 Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft hiervan kennis aan het intergemeentelijk samenwerkingsverband FIGGA, Ravensteingalerij 4 bus 2 te 1000 Brussel. 6.
Gaselwest. Goedkeuren van de agenda van de buitengewone algemene vergadering op woendag 18 december 2013.
De gemeenteraad Gelet op het feit dat de stad Oudenaarde aangesloten is bij de intercommunale vereniging Gaselwest; Gelet op het feit dat de stad per aangetekende brief van 1 oktober 2013 wordt opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Gaselwest, op woensdag 18 december 2013; Gelet op het dossier met documentatiestukken dat aan de stad werd overgemaakt; Gelet op het feit dat het eerste agendapunt van de vergadering statutenwijzigingen omvat; Gelet op het feit dat de gemeenteraad zijn goedkeuring dient te hechten aan de agenda van de algemene vergadering; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1. Zijn goedkeuring te hechten aan de agenda van de algemene vergadering, tevens jaarvergadering van de intercommunale vereniging Gaselwest op 21 juni 2013: - Statutenwijzigingen – goedkeuring. - Bespreking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2014 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2014. - Uitkering voorschot op dividend 2013 – bekrachtiging. - Volmachtverlening inzake bestellingen van Gaselwest aan Eandis – bekrachtiging. - Statutaire benoemingen. - Statutaire mededelingen. Artikel 2. Zijn goedkeuring te hechten aan de voorgestelde statutenwijzigingen van de intercommunale vereniging Gaselwest. Artikel 3 . De vertegenwoordigers van de stad, die zullen deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de intercommunale vereniging Gaselwest op 18 december 2013, op te dragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormelde artikelen. Artikel 4 . Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de intercommunale vereniging Gaselwest ter attentie van het secretariaat, p/a Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle. 7. IMWV. Goedkeuren van de agenda van de bijzondere algemene vergadering op 18 december 2013 en aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger. De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad Oudenaarde aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Intercommunale Maatschappij voor Watervoorziening, afgekort IMWV. Gelet op de aangetekende brief dd. 29 oktober 2013 waarbij de stad wordt opgeroepen om deel te namen aan de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van IMWV op 18 december 2013 met als agenda: 1. Te ontwikkelen activiteiten en te volgen strategie voor het boekjaar 2014. 2. Voorstelling commissaris-revisor, lid IBR. 3. Benoemingen. 4. Mededelingen. 5. Varia. Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachthoudende vereniging bij gemeenteraadsbesluit moeten aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad. Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig
327 Artikel 1. De Heer Günther Botteldoorn, raadslid, wonende Stuivegemstraat 7 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering van de IMWV op 18 december 2013. Artikel 2. Mevrouw Brigitte Coppitters, raadslid, wonende Wortegemstraat 128 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger om deel te nemen aan de bijzondere algemene vergadering van de IMWV op 18 december 2013. Artikel 3. Keurt de agenda met toelichtingen voor de bijzondere algemene vergadering van de IMWV op 18 december 2013 goed en geeft aan de vertegenwoordiger van de stad de opdracht de voorstellen op de bijzondere algemene vergadering goed te keuren. Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft daarvan kennis aan het secretariaat van de IMWV, p/A TMVW, Stropkaai 14 te 9000 Gent. 8.
ISWA cvba. Goedkeuren van de agenda van de buitengewone algemene vergadering op 17 december 2013 en aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger.
De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad Oudenaarde aangesloten is bij het Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven (ISWa) cvba; Gelet op de aangetekende brief dd. 29 oktober 2013 waarbij ISWa cvba het stadsbestuur uitnodigt voor de buitengewone algemene vergadering op dinsdag 17 december 2013 met als agenda: 1. Samenstellen bureau. 2. Verslag vorige vergadering dd. 12 juni 2013. 3. Bespreking van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het volgende boekjaar. 4. Bespreking van het budget voor 2014 en vaststelling van de bijdrage van de deelnemers in de werkingskosten van de vereniging voor het jaar 2014. 5. Benoeming bestuurder op voordracht van de stad Oudenaarde. 6. Procedure vroegtijdige ontbinding ISWa. Gelet op artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Vlaams decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers voor een algemene vergadering van een opdrachtgevende vereniging bij gemeenteraadsbesluit moet aanwijzen uit de leden van de gemeenteraad; Gelet op de artikels 39 en 43 van het gemeentedecreet; Gaat over tot de aanduiding van een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering op 17 december 2013; BESLUIT: eenparig Artikel 1. De Heer Lieven Cnudde, raadslid, wonende Heurnestraat 161 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van ISWa op 17 december 2013. Artikel 2. De Heer Danny Lauweryns, raadslid, wonende Monseigneur Lambrechtstraat 30 te 9700 Oudenaarde wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de stad om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van ISWa op 17 december 2013. Artikel 3. Neemt kennis van de agenda met toelichtingen en geeft opdracht aan de vertegenwoordiger van de stad de voorstellen op de buitengewone algemene vergadering van ISWa op 17 december 2013 goed te keuren. Artikel 4. Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van deze beslissing en geeft hiervan kennis aan het secretariaat van het Intercommunaal Samenwerkingscomité van Waterbedrijven (ISWa) cvba, p/a Willekensmolenstraat 122 te 3500 Hasselt. 9.
Toekennen van eretitel aan oud-burgemeesters en oud-schepenen.
De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Overwegende dat een aantal oud-burgemeesters en oud-schepenen in aanmerking komt om de titel van ere-burgemeester of ere-schepen te dragen; Overwegende dat Barones Anne Marie Van Oost-de Gerlache het mandaat van burgemeester heeft waargenomen in de deelgemeente Mullem tijdens de legislatuur 1971-1976;
328 Overwegende dat de heer Joannes Verroken het mandaat van burgemeester heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1983-1988; Overwegende dat de heer André De Vos het mandaat van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1977-1982; Overwegende dat de heer Jean-Marie Vossaert het mandaat van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1977-1982; Overwegende dat de heer Luc Van Coppenolle het ambt van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1983-1988; Overwegende dat de heer Jean-Pierre Van Der Meiren het ambt van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1983-1988 en van 1989 tot december 1991; Overwegende dat de heer Julien Verstraeten het ambt van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 1989-1994; Overwegende dat de heer Luc Tsjoen het ambt van schepen heeft waargenomen tijdens de legislatuur 2001-2006; Gelet op artikel 69 van het gemeentedecreet; Gelet op de getuigschriften van goed zedelijk gedrag van de betrokkenen; BESLUIT: eenparig Artikel 1. Aan de Vlaamse Regering voor te stellen de titel van ere-burgemeester toe te kennen aan barones Anne Marie Van Oost-de Gerlache en aan de heer Joannes Verroken. Artikel 2. De titel van ere-schepen toe te kennen aan de heren André De Vos, Jean-Marie-Vossaert, Luc Van Coppenolle, Jean-Pierre Van Der Meiren, Julien Verstraeten en Luc Tsjoen. 10.
Wijziging bijlage aan het huishoudelijk reglement verklaring gebruik tablet pc.
De gemeenteraad, Gelet op de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad in zitting van 25 februari 2013; Overwegende dat de bijlage aan het huishoudelijk reglement inzake de verklaring van het gebruik van de tablet pc dient aangepast te worden; Gelet op artikel 17 van het gemeentedecreet; Besluit: met 22 stemmen voor en 9 onthoudingen Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de aangepaste verklaring in kader van het gebruik van de tablet Verklaring gebruik tablet pc Ondergetekende, gemeenteraadslid van de stad Oudenaarde verklaart op heden een tablet pc te hebben ontvangen van de stad Oudenaarde en akkoord te gaan met onderstaande voorwaarden tot het gebruik van de tablet pc. 1. De tablet pc, verder genoemd ‘het toestel’ wordt door het stadsbestuur ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden ter ondersteuning van hun taken als raadslid gedurende de looptijd van de legislatuur 2013-2018. Het toestel blijft eigendom van het stadsbestuur. Het raadslid is gebruiker van het toestel. 2. De stedelijke administratie stelt via het toestel alle documenten ter beschikking die worden opgemaakt in voorbereiding van de gemeenteraadszittingen. Daarnaast worden ook andere bestuursdocumenten ter beschikking gesteld in uitvoering van het gemeentedecreet of andere toepasselijke wetgeving . 3. De documenten worden standaard aangeleverd in pdf-formaat. Alleen in het geval een document om materiële redenen niet elektronisch ter beschikking kan worden gesteld, zal het betrokken document alleen in een papieren versie raadpleegbaar zijn. 4. Aan de gebruiker wordt de keuze gelaten om het ter beschikking gestelde toestel naast professioneel gebruik ook voor privaat gebruik aan te wenden. In voorkomend geval zal door de gebruiker RSZ (thans 13,07% werknemersbijdrage op een forfait van 180 EUR) en inkomstenbelasting (thans belast op de werkelijke waarde van het voordeel van het persoonlijk gebruik) verschuldigd zijn op het voordeel dat aan de gebruiker ter beschikking werd gesteld. 5. Onder professioneel gebruik wordt verstaan: 6. a. Het lezen / bewerken van alle stukken m.b.t. het bestuur van de gemeente, waaronder, doch niet exclusief: de agenda van de gemeenteraad, notulen van vergaderingen, persberichten, uitnodigingen,via de door de gemeente aangereikte software.b. Het ontvangen en versturen van emails (via de mailaccount van de stad) die verband houden met de uitoefening van het mandaat.
329
7.
8.
9. 10.
c. Het raadplegen van internetpagina’s in uitoefening van het mandaat. Gebruikers die het toestel enkel voor professioneel gebruik aanwenden zullen niet in staat zijn om zelf apps toe te voegen of te verwijderen; noch om privé-mailaccounts aan het toestel de koppelen. Gebruikers die het toestel tevens voor privaat gebruik aanwenden zijn wel in staat om zelf apps toe te voegen of te verwijderen en om privé-mailaccounts aan het toestel te koppelen. Door de stad wordt geen IT-ondersteuning geboden voor het privé-gebruik van het toestel. Het toestel wordt ter beschikking gesteld voor de duur van het mandaat. Bij het einde van de legislatuur of bij vroegtijdige beëindiging van het mandaat dient het toestel terugbezorgd aan het stadsbestuur. Het raadslid draagt “als goede huisvader” zorg bij het gebruik van het toestel en is persoonlijk verantwoordelijk bij verlies, diefstal, of schade door onzorgvuldig en of onachtzaam gebruik. In dit geval staat het raadslid de eerste drie jaar in voor de kosten van herstel of vervanging. Het toestel mag niet worden uitgeleend aan derden. Internet is op eigen kosten. Het raadslid stemt ermee in dat ingeval er software door de gemeente (om welke reden dan ook) op het toestel dient geplaatst te worden, daardoor geïnstalleerde data en software kunnen verloren gaan.
BESTUUR INFRASTRUCTUUR MOBILITEIT 11. Gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende; de circulatie in de Wallestraat, een parkeerplaats voor personen met een handicap in de Aalststraat 66, een zone 30 in de Annekensstraat, de circulatie in de Kruisstraat, het wegnemen van een parkeerplaats voor personen met een handicap in de Nederenamestraat 242, het aanpassen van de uren van het parkeerverbod op de Markt t.h.v. de Zalm. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij KB van 16 maart 1968; Gelet op de gemeentewet, gecoördineerd bij KB van 24 juni 1988; Gelet op het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op de omzendbrief MOB/2009/01 van 3 april 2009; Gelet op het mobiliteitsplan van de stad Oudenaarde, conform verklaard op 21/11/2012; Overwegende dat de hierna voorziene maatregelen gemeentewegen betreft; Overwegende dat bewoners van de Wallestraat en de Annekensstraat de vraag stelden tot een veiliger verkeerssituatie; Overwegende dat door het plaatsen van een beeld van Adriaan Brouwer in de Kruisstraat een gewijzigde circulatie ontstaat; Overwegende dat de parkeersituatie op de Markt t.h.v. de Zalm de enige uitzondering vormt betreffende de uren waarop tijdens de wekelijkse markt een parkeerverbod geldt; BESLUIT: eenparig Artikel 1: In de Annekensstraat wordt een zone 30 voorzien. Dit wordt gesignaleerd door de verkeersborden F4a en F4b. Artikel 2: In de Aalststraat, in de omgeving van huisnummer 66, wordt een parkeerplaats voorbehouden voor personen met een handicap voorzien. Dit wordt aangeduid met bord E9a met onderbord personen met een handicap. Artikel 3: Artikel 2 van het gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 26 januari 2009 wordt afgeschaft (parkeerplaats voor personen met een handicap Nederenamestraat 242). Artikel 4: Artikel 3 van het gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 25 april 2005 wordt afgeschaft (verbod gemotoriseerd verkeer met 4 wielen, Kruisstraat, uitgezonderd laden en lossen).
330 Artikel 5: De Kruisstraat wordt niet langer doorrijdbaar voor gemotoriseerd verkeer, d.m.v. het plaatsen van een standbeeld t.h.v. het kruispunt met de Hoogstraat. Dit wordt gesignaleerd door het verkeersborden C3 met onderbord M2 aan beide zijden van de Kruisstraat. Artikel 6: Het enig artikel van het gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer, goedgekeurd in de zitting van 23 september 1996 wordt afgeschaft (parkeerverbod donderdag van 8u tot 14u in de Hoogstraat t.h.v. de Zalm). Artikel 7: Het gedeelte van de Wallestraat gelegen tussen de huisnummers 31 en 32, wordt niet langer doorrijdbaar voor gemotoriseerd verkeer. Dit wordt aangeduid met de verkeersborden C31, onderborden M2 en F45b. Artikel 8: Dit aanvullend reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid. KUNSTONDERWIJS. MUZIEKACADEMIE. 12. Vaststellen van de prestaties van de leraren voor het schooljaar 2013-2014.
De Gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding en latere wijzigingen; Gelet op de onderwijsdecreten ; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Executieve van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Executieve van 31 juli 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31.07.1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds Kunstonderwijs, studierichtingen Muziek, Woordkunst en Dans en latere wijzigingen en de desbetreffende ministeriële omzendbrieven; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 29.04.1992 betreffende de verdeling van betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, en latere wijzigingen en op de ministeriële omzendbrieven terzake; Gelet op de noodzaak om de prestaties van de leraren (zie bijlage) voor elk schooljaar vast te stellen; Gelet op het advies van het Overlegcomité dd. 21.10.2013; Gelet op het verslag van de Bestuurscommissie dd. 09.10.2013; Gelet op artikel 42 van het nieuwe gemeentedecreet ; BESLUIT :eenparig Artikel 1: De wekelijkse prestaties van de leraren aan de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord worden voor het schooljaar 2013-2014 vastgesteld zoals hieronder voorzien. Artikel 2: De prestaties zullen aangepast worden naargelang de noodwendigheden van het onderwijs. Artikel 3: Ze zullen bezoldigd worden volgens de wettelijke weddebarema’s van het Ministerie van Onderwijs. Documenten C en C bis schooljaar 2013-2014 1. Document C 1. SR Muziek Titularis/interim
Kunstvak
Totaal u/w LS in
HS
Ackaert Renaat Bettens Stijn Biesemans Karolien
Cello Accordeon AMW/SZ
5 8 12
1 1 0
4 7 12
Buiten pakket 0 0 0
331 Bossuyt Steven Braekevelt Ruth Casteels/Van Bree Casteels/Dhaene Chiers Kaat Colpaert Joost Colpaert Joost Creemers Mariëlle Creemers Mariëlle Creemers Mariëlle De Gussem Nele De Clercq Mia De Clercq Mia De Praetere Tom De Praetere Tom Delaere Pieter Devos Veerle Devos Veerle Devos Veerle Devos Veerle De Wever Siglinde De Wilde D./Zeuwts An De Wilde D./Zeuwts An Dhaene Ronald Dhaene Ronald Fournier Bram Goemaere Yves Stragier Maarten Herreman Filip Herreman/VanOverberghe Herreman /Van Audenhove Herreman/Van Overberghe Herreman/Van Houtte Heye Frank Heye Frank Keymeulen/Stragier Keymeulen/Deceuninck Keymeulen/Torfs Keymeulen/Vermeire Keymeulen/Torfs Moeyaert Jan Torfs Sander Van Geert Rudy Van Geert Rudy Vandemeulebroecke/Braekevelt Vandenabeele Veerle Vanhoutte Karlien Vanlancker Ann/Dewever Vanlancker Ann/Van Bree Vanlancker Ann/Debruyne Van Overberghe Koen Van Overberghe Koen Vantieghem Veerle Verbrugge Saïdja Verbrugge Saïdjah
Trompet Piano Blokfluit Samenspel Hoorn AMC Muziekgeschiedenis Zang Koor Vocaal ensemble Gitaar AMV/SZ AMV/Ped Coö AMT Muth Samenspel Viool Viool/ped. coördinatie Samenspel InstrumentaalEnsemble Fluit Harp Samenspel Slagwerk Samenspel Trombone Slagwerk Begeleidingspraktijk Pianobegeleiding Pianobegeleiding Piano Piano/ped coördinatie Piano Orgel Begeleidingspraktijk Gitaar Gitaar Gitaar Gitaar Begeleidingspraktijk Piano Begeleidingspraktijk Klarinet Saxofoon Samenspel AMV/SZ Piano Hobo/ped.coördinatie Samenspel Hobo Piano Pianobegeleiding AMV/SZ Initiatie Viool
5 14 2 1 4 6 2 6 1 1 18 21 1 4 1 0 14 1 1 1 11 4 1 11 1 2 5 3 11 1 4 1 5 2 3 9 4 4 4 1 10 1 3 6 3 5 2 1 1 2 17 3 15 0 1
4 11 1 1 3 6 0 6 1 0 15 21 1 4 0 0 11 0 1 0 8 4 1 8 1 2 4 1 5 0 3 0 4 0 1 7 4 3 3 0 9 1 3 4 3 5 2 0 1 2 15 1 15 0 1
1 3 1 0 1 0 2 0 0 1 3 0 0 0 1 0 3 1 0 1 3 0 0 3 0 0 1 2 6 1 1 1 1 2 2 2 0 1 1 1 1 0 0 2 0 0 0 1 0 0 2 2 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0
332 Vercruysse Jan Verschelden Vera Wynant Patrick Wynant Patrick Subtotaal 2. Woordkunst Goddeeris Edith Goddeeris Edith Goddeeris Edith Goddeeris Edith Janssens Erika Janssens Erika Janssens Erika Janssens Erika/De Nil Janssens Erika Janssens Erika Vandewalle Magda Vandewalle Magda Vandewalle Magda Vandewalle Magda/De Nil Vandewalle Magda/De Nil De Leenheer An De Leenheer An De Leenheer An De Leenheer An De Nil Annelies De Nil Annelies Smits Anne Smits Anne Subtotaal Totaal
Fluit Piano Viool Instrumentaal ensemble SR Muziek AVV Toneel Drama Welsprekendheid AVV Drama Voordracht Voordracht Welsprekendheid VV Toneel RS Voordracht Voordracht Drama AVV Voordracht RS Voordracht /ped coördin Drama AVV Literaire Creatie RS SR Woordkunst Muziek en Woordkunst
5 8 2 9 310 X 2 8 1 1 3 1 12 4 1 1 12 1 2 1 1 4 10 2 6 1 1 4 2 81 391
5 6 2 0 243 X 2 3 1 0 3 1 7 4 1 1 3 0 2 1 1 4 3 0 2 1 1 0 0 41 284
0 2 0 9 67 X 0 5 0 1 0 0 5 0 0 0 9 1 0 0 0 0 7 2 4 0 0 4 2 40 107
0 0 0 0 5 X 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5
2. Document C bis: Uren directie, administratief personeel en ICT-coördinatie Titularis/interim De PraetereTom Calcoen Mattie Boebaert/Van Bree Van Coster Karolien De Clercq Gerda De Praetere Geert
functie ICT Coördinatie Opsteller Opsteller Opsteller Opsteller Directeur
Uren dep/onderwijs 5/38 21/38 10/38 0 0 20/20
Ten laste Stad Oud 0 0 0 38/38 8/38 0
KUNSTONDERWIJS TEKENACADEMIE. 13. Vaststellen van de prestaties van de leraars voor het schooljaar 2013-2014. De Gemeenteraad, Gelet op het decreet betreffende het onderwijs van 31 juli 1990, inzonderheid titel V - deeltijds kunstonderwijs; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Executieve van 31 juli 1990 houdende organisatie van het deeltijds kunstonderwijs; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Executieve van 31 juli 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel van de instellingen voor deeltijds kunstonderwijs; Gelet op het Koninklijk Besluit van 12 juli 1989 betreffende de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtweddetoelage in het gesubsidieerd onderwijs zoals gewijzigd door het Besluit van de Vlaamse Executieve van 27 juni 1990;
333 Gelet op het advies van het Overlegcomité 21.10.2013; Gelet op het verslag van de Bestuurscommissie 09.10.2013; Gelet op de noodzaak om de prestaties van de leraren (zie bijlage) voor elk schooljaar vast te stellen ; Gelet op artikel 42 van het nieuwe gemeentedecreet ; BESLUIT : eenparig Artikel 1: De wekelijkse prestaties van de leraren aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunst worden voor het schooljaar 2013-2014 vastgesteld zoals voorzien in bijlage geviseerd ontwerp. Artikel 2: Deze zullen aangepast worden naargelang de noodwendigheden van het onderwijs. Artikel 3: Zij zullen bezoldigd worden volgens de wettelijke weddenbarema’s van het Ministerie van Onderwijs. BESTUUR SPORT. 14. Goedkeuren politiereglement ter gelegenheid van eenmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteiten omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd Ronde van Vlaanderen voor vrouwen en Ronde van Vlaanderen voor elite dd. 06.04.2014. De Raad, Gelet op de artikelen 41 en 162 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 42, 43 en 248 tot en met 261 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de artikelen 1, 2 en 3 van de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op het Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de wet betreffende de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gecoördineerd door het Koninklijk Besluit van 16 maart 1968; Gelet op het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 art.7 $ 2, 1° houdende de oprichting van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening; Gelet op de wet van 13 mei 1999 betreffende de invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 1999; Gelet op het Koninklijk Besluit van 7 januari 2001 tot vaststelling van de procedure tot aanwijzing van de ambtenaar en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet van 13 mi 1999 betreffende de invoering van gemeentelijke administratieve sancties, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 2 februari 2001; Gelet op het Koninklijk Besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen; Gelet op de omzendbrief OOP 30bis van 3 januari 2005 aangaande de uitvoering van de wetten van 13 mei 1999 tot uitvoering van gemeentelijke administratieve sancties, van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeenteraad en van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet, Belgisch Staatsblad 20 januari 2005 (tweede uitgave); Gelet op de omzendbrief OOP 30ter waarbij uitleg verschaft wordt bij de wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet krachtens de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen; Gelet op de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen; Gelet op de wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie; Gelet op de nieuwe gemeentewet, meer bepaald de artikelen 119, 119bis, 119ter en art.135§2; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de ministeriële omzendbrief van 10 december 1987 van de minister van Binnenlandse Zaken houdende gecoördineerde algemene onderrichtingen inzake ordehandhaving; Overwegende dat de gemeenteraad kan voorzien in een politieverordening waarin de overtredingen zijn opgenomen die hij strafbaar wenst te houden op het grondgebied van de gemeente; Overwegende dat artikel 119bis, §1, van de nieuwe gemeentewet aan de gemeenteraad de keuzevrijheid laat politiestraffen of administratieve sancties te bepalen voor overtredingen van zij reglementen of verordeningen; Overwegende dat op zondag 6 april 2014 de wielerwedstrijd ‘Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen’ en ‘Ronde van Vlaanderen voor Elite’ het grondgebied van onze gemeente doorkruist; Overwegende dat de doortocht van deze wielerwedstrijd traditioneel een enorme volkstoeloop met zich meebrengt, vooral bij de start, aankomst, en langs hellingen en kasseistroken;
334 Overwegende dat de laatste jaren het aantal commerciële activiteiten die langsheen de reisweg van de wielerwedstrijd worden georganiseerd blijft toenemen; Overwegende dat dergelijke activiteiten voornamelijk georganiseerd worden op locaties die op zich al veel toeschouwers aantrekken waardoor de te nemen veiligheidsmaatregelen tr hoogte van deze delen van de reisweg moeten verhoogd worden; Overwegende dat een coördinatie en overleg tussen de verschillende organisatoren van activiteiten op dezelfde locatie aangewezen is; Overwegende dat het aangewezen is dat de organisatoren van de verschillende activiteiten onderling de nodige afspraken maken inzake opvang van de toeschouwers, parkings, enz….teneinde de overlast voor de bewonrs langsheen deze delen van de reisweg tot een minimum te beperken; Overwegende dat een aantal bijkomende maatregelen zich opdringen om zowel de veiligheid van de toeschouwers te kunnen waarborgen en om het normaal verloop van de wedstrijd te kunnen garanderen: - Voorafgaandelijke kennisgeving van alle commerciële activiteiten langsheen de reisweg; - Voorafgaandelijk overleg tussen de organisatoren van de verschillende activiteiten langsheen de reisweg en de bestuurlijke overheid; - Voorafgaandelijk overleg tussen de verschillende hulp- en veiligheidsdiensten onderling opdat de dringende hulpverlening kan gegarandeerd worden; Overwegende dat bijgevolg en aansluitend op de evaluatie van de editie van 2013, onderhavige politieverordening wordt opgenomen en goedgekeurd met het oog op de organisatie van de Ronde van Vlaanderen op 5 en 6 april 2014; BESLUIT: eenparig I. Activiteiten op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein. Artikel 1: Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd ‘Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen’ en ‘Ronde van Vlaanderen voor Elite’ en die doorgaat op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, wordt op zondag 6 april 2014 slechts toegelaten op voorwaarde dat deze door de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft voorafgaandelijk en schriftelijk werd vergund. Alle aanvragen tot vergunning moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid ten laatste op 1 februari 2014 bij de burgemeester worden ingediend op volgend adres: Administratief Centrum Maagdendale, Tussenmuren 17, 9700 Oudenaarde. De aanvraag tot vergunning moet op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende gegevens vermelden: 1. De naam , adres en contactgegevens van de aanvrager/organisator 2. Als de organisatie gebeurt door een rechtspersoon zal haar benaming, haar rechtsvorm, ht adres van haar hoofdzetel alsook de statutaire bepaling en/of beslissing van het bevoegde orgaan van de rechtspersoon die de ondertekenaar toelaat haar te vertegenwoordigen, opgegeven moeten worden. 3. De juiste omschrijving van de geplande éénmalige of bijkomende activiteit met de vermelding of deze publiek of alleen op een uitnodiging toegankelijk is met een raming van het aantal genodigden. 4. De juiste locatie ervan. 5. De logistieke faciliteiten (tenten, toiletten, parkings, toegang,…) die zullen worden in plaats gesteld. 6. De interne veiligheidsmaatregelen (nadars, stewards, ….) 7. De eventuele aanwezigheid van een medisch hulppost, met inhoudelijke beschrijving. Artikel 2: Ten laatste op 14 maart 2014 verzendt de burgemeester aan de in artikel 1 bedoelde aanvragers hetzij de vergunning hetzij een gemotiveerde weigering van vergunning. In de vergunning wordt duidelijk gesteld onder welke voorwaarden zij wordt verleend. De organisatoren van de vergunde activiteiten hebben de plicht de voorwaarden onder dewelke de vergunning werd verleend na te leven. Een afschrift van de vergunde activiteiten wordt aan de korpschef van de lokale politie en aan de commandant van de brandweer bezorgd, en indien van toepassing, aan de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Artikel 3: Indien wordt vastgesteld dat een organisator één of meerdere voorwaarden waaronder de vergunning werd verleend, niet naleeft kan de burgemeester de vergunning onmiddellijk bij gemotiveerde beslissing intrekken en de activiteit hetzij verbieden, hetzij doen stopzetten in toepassing van artikel 133, eerste lid, juncto artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet. De titularis van de vergunning zal onverwijld door de burgemeester in kennis worden gesteld van de beslissing waarmee de verleende vergunning
335 wordt ingetrokken. Het niet naleven van een of meerdere voorwaarden in het verleden kan door de burgemeester als motief ingeroepen worden om het verlenen van de vergunning te weigeren. II. Activiteiten in een besloten plaats met openbaar karakter. Artikel 4: Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd ‘Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen’ en ‘Ronde van Vlaanderen voor Elite’, en die doorgaat in een besloten plaats maar die voor iedereen vrij toegankelijk is, hetzij gratis, hetzij tegen betaling van een inkomgeld, hetzij op vertoon van een toegangskaart of een uitnodiging wanneer deze ter beschikking wordt gesteld van eenieder die ze aanvraagt, dient ten laatste op 1 februari 2014 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient, op straffe van niet-ontvankelijkheid, de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1. Artikel 5: De burgemeester kan in functie van het aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen organiseren met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde de nodige afspraken te maken inzake opvang van de toeschouwers en/of genodigden, de in te richten parkings, het in te huren sanitair, de vrij te houden evacuatiewegen, de te plaatsen veiligheidsvoorzieningen, enz.. Artikel 6: De burgemeester kan de activiteiten zoals bedoeld in artikel 4, op grond van artikel 133, eerste lid, juncto artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet, hetzij verbieden, hetzij doen stopzetten in volgende gevallen: (i) De aanvrager leeft de inhoud van hetzij de in artikel 4 bedoelde melding, hetzij de in toepassing van artikel 5 gemaakte afspraken niet na, zoals door de bevoegde politiediensten vastgesteld; of (ii) De activiteiten van de aanvragen kunnen, niettegenstaande de hiertoe ondernomen pogingen om in toepassing van artikel 5 tot afspraken te komen, niet worden georganiseerd onder omstandigheden waarbij de veiligheid van zowel de deelnemers als de toeschouwers gewaarborgd is; of (iii) De activiteiten van de aanvrager vormen een gevaar voor de openbare orde (m.n. openbare rust, openbare veiligheid of openbare gezondheid) De beslissing van de burgemeester, zoals bedoeld in onderhavig artikel, zal worden genomen op basis van een verslag, opgesteld door de veiligheidscel belast met het analyseren, beoordelen en opvolgen van de aanvragen en samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende hulpdiensten. III. Veiligheidszones Artikel 7: De burgemeester kan op basis van een risicoanalyse, rekening houdend met de massale volkstoeloop op bepaalde plaatsen en de aard van het terrein, op voorhand een gebied als veiligheidszone definiëren, ten einde de openbare veiligheid en orde beter te kunnen beheersen. Een veiligheidszone is een duidelijk afgebakend gebied waar bijkomende veiligheidsmaatregelen noodzakelijk zijn omwille van het groot aantal mensen, de beperkte mobiliteit, de aanwezigheid van risicoverzwarend materiaal (tenten, gasflessen,…). Iedere éénmalige of bijkomende commerciële of publicitaire activiteit anders dan vermeld onder rubriek I en II, die plaats heeft omwille van de doortocht van de wielerwedstrijd ‘Ronde van Vlaanderen voor Vrouwen’ en ‘Ronde van Vlaanderen voor Elite’ en die plaats vindt in een veiligheidszone, dient eveneens ten laatste op 1 februari 2014 gemeld aan de burgemeester van de gemeente waar de activiteit plaats heeft. De melding dient de gegevens te bevatten opgesomd in artikel 1. De burgemeester organiseert rekening houdend met ht aantal aanvragen of meldingen en de juiste locatie van de aangevraagde of gemelde activiteiten één of meerdere coördinatievergaderingen met de organisator van een randactiviteit en met de verschillende hulpdiensten teneinde in nauwe samenspraak met de lokale veiligheidscel één inplantingsplan en één veiligheidsplan op te maken voor de hele veiligheidszone. Artikel 8: Naargelang de veiligheidszone zich bevindt op de openbare weg of op een daarbij aansluitend niet afgesloten terrein, dan wel op een besloten plaats die voor iedereen vrij toegankelijk is, zijn de bepalingen van respectievelijk artikel 2 en 3, dan wel artikel 6 van toepassing. IV Algemene bepalingen Artikel 9: Normatief kader Onverminderd zijn algemene bevoegdheid in het kader van de openbare orde, hanteert de burgemeester de volgende besluiten als normatief kader om de veiligheid van de randactiviteiten af te toetsen (bijlage): - Algemeen politiereglement van de gemeenten van de politiezone Vlaamse Ardennen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17.12.2009
336 -
Gemeentelijk Reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiektoegankelijke inrichtingen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 23 oktober 2008 - De richtlijnen ter bescherming tegen brand- en paniekrisico’s in instellingen van tijdelijke aard goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2012 - De veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties met gas en/of elektriciteit en bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsch zonneenergiesysteem, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 28 juni 2012 - Besluit van de Vlaamse Regering dd. 17 februari 2012 tot wijziging van het KB van 24februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvereniging en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek en inrichtingen - Besluit van de Vlaamse Regering dd. 17 februari 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, wat betreft het maximaal geluidsniveau van muziek in inrichtingen - Minimumnormen voor medische inzet op basis van ‘Prima’ Artikel 10: Sancties Onverminderd de maatregelen, opgenomen in artikel 3 en artikel 6, zullen overtredingen van de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 van deze verordening worden bestraft met een administratieve geldboete van maximum 250,00 euro. Onverminderd de toepassing van een administratieve geldboete mot de overtreder van de bepalingen van artikel 1, 4 en 7 alsook degene die één of meerdere voorwaarden niet naleeft zich schikken naar de aanmaningen van de burgemeester zoniet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en risico van de overtreder. De gemeente houdt zich hetzelfde recht voor indien de organisator van de activiteit niet tijdig kan worden opgezocht. De burgemeester kan in toepassing van artikel 135 Nieuwe Gemeentewet ter vrijwaring van de openbare orde tevens elke randactiviteit verbieden. Artikel 11: Deze verordening wordt bekendgemaakt zoals voorgeschreven in art. 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 12: Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan het parket van de Procureur des Kongs bij de politierechtbank te
337 Overwegende dat het onroerend goed wordt verkocht aan VOF Gillau De Scheerder – De Bock, Nestor De Tièrestraat 147 te 9700 Oudenaarde. Overwegende dat conform de akte van verkoop van 25/08/1994 meer bepaald artikels 8 en 10 van de algemene voorwaarden de kopers zich het recht ontzeggen het verkregen goed gedurende een termijn van twintig jaar geheel of gedeeltelijk te vervreemden of te verhuren aan een derde zonder de schriftelijke en voorafgaande toelating van de stad-verkoopster en conform artikel 11 van dezelfde akte heeft de stad voorkooprecht. Overwegende dat in toepassing van de bepalingen van de eigendomstitels van 06/07/2007, met aangehechte voorwaarden, welke voor het eerst werden aangehecht aan de akte verleden voor het Aankoopcomité Gent II dd° 25/08/1994 blijven de toelating tot verkoop en het voorkooprecht van toepassing.; Gelet op het gemeentedecreet dd° 15/07/2005 meer bepaald artikels 42 en 43; BESLUIT: eenparig Artikel 1 : Het recht van voorkoop wordt niet uitgeoefend. Artikel 2 : Er wordt toelating gegeven aan Lasat-Foucart BVBA J.D.M Products tot verkoop aan VOF Gillau De Scheerder – De Bock van een nijverheidsgebouw op en met grond gelegen Meersbloem – Melden 30 kadastraal bekend onder 12de Afdeling Sectie A nr. 1453 e. Artikel 3 : Afschrift van dit besluit wordt verstuurd aan notaris Leen Coppejans, Baarstraat 16 bus 1 te 9700 Oudenaarde. 16. Oprichting van het gemeentelijk Intern rechtspersoonlijkheid 'Grondbeleid'. Goedkeuring.
Verzelfstandigd
Agentschap
zonder
De gemeenteraad, Overwegende dat de regie grondbeleid zoals ze nu bestaat een gewoon gemeentebedrijf is zonder rechtspersoonlijkheid; Overwegende dat de regie grondbeleid werd opgericht met de bedoeling gronden (bouwgrond en industriegrond) bouwrijp te maken, door onder andere de aanleg van wegenis, riolering, nutsleidingen, om ze vervolgens te verkopen aan particulieren of bedrijven; dat de regie grondbeleid nu ook stadsvernieuwingsprojecten realiseert; Overwegende dat volgens het gemeentedecreet gemeentebedrijven, zoals de regie grondbeleid, niet meer in de huidige vorm kunnen blijven bestaan en dat dit tegen 01 januari 2014 dient aangepast; Overwegende dat de regie grondbeleid aansluit bij een gemeentelijk Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA), d.w.z. geen eigen rechtspersoonlijkheid en onder aansturing van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen, maar wel met een afzonderlijke begroting en jaarrekening; Overwegende dat een “verzelfstandigd agentschap” een gemeentelijk beleidsinstrument is waarvan een actieve rol verwacht wordt met betrekking tot de kwaliteitsbevordering van de publieke en private ruimte van de stad door gerichte impulsen te geven aan de ontwikkeling en het beheer van het gemeentelijk patrimonium met openbaar en privaat karakter; Overwegende dat het Intern Verzelfstandigd Agentschap als missie heeft een dynamisch autonoom instrument te zijn dat de beleidsuitvoering ondersteunt in de kwaliteitsbevordering van de publieke en private ruimte; Overwegende dat volgende operationele autonomie van het hoofd van het agentschap wordt gedelegeerd: 1) Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen; 2) Het college van burgemeester en schepenen stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst die afgesloten wordt tussen het college van burgemeester en schepenen en het hoofd van het agentschap; 3) Het hoofd van het agentschap heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor volgende aangelegenheden: a. De organisatie van de operationele processen met het oog op de realisatie van de afgesproken doelstellingen; b. Het aanwenden van de ter beschikking gestelde middelen voor de werking van het agentschap, de uitvoering van de doelstellingen en taken van het agentschap en het sluiten van contracten ter verwezenlijking van de opdrachten van het agentschap; c. Interne controle binnen het agentschap; 4) Met betrekking tot de delegatie van de hierboven vermelde beslissingsbevoegdheid wordt volgende aanvullende delegatie verleend:
338 a. De realisatie van de ontvangsten en de aanwending van de uitgavenkredieten door het agentschap gebeuren overeenkomstig de beheersovereenkomst; b. De college van burgemeester en schepenen staat in voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap; c. Het agentschap staat in voor de interne controle van zijn bedrijfsprocessen en activiteiten; d. Het college van burgemeester en schepenen kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over aangelegenheden; Overwegende dat het Intern Verzelfstandigd Agentschap in principe zelfbedruipend is stelt de Stad zich toch garant dat het agentschap steeds over voldoende financiële middelen kan beschikken teneinde haar doelstellingen ten uitvoer te brengen; Overwegende dat bij de inwerkingtreding van het agentschap alle financiële middelen van de huidige regie grondbeleid aan het agentschap worden overgedragen; Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikel 42 en 43; Gelet op het gemeentedecreet, inzonderheid artikels 221 tot en met 224, houdende de gemeentelijke intern verzelfstandigde agentschappen; Besluit: eenparig Artikel 1: De oprichting van het gemeentelijk Intern Verzelfstandigd Agentschap zonder rechtspersoonlijkheid “Grondbeleid” wordt goedgekeurd. Artikel 2: De volgende beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang worden toevertrouwd aan het Intern Verzelfstandigd Agentschap: 1) Het Intern Verzelfstandigd Agentschap heeft als missie een dynamisch instrument te zijn dat de beleidsuitvoering ondersteunt in de kwaliteitsbevordering van de publieke en private ruimte; 2) Het Intern Verzelfstandigd Agentschap heeft tot taak het financieel rendement van het agentschap te maximaliseren. Begroting en jaarrekening worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad; Artikel 3: De volgende operationele autonomie van het hoofd van het agentschap wordt gedelegeerd: 1) Het agentschap ressorteert onder het hiërarchisch gezag van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen; 2) Het college van burgemeester en schepenen stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst die afgesloten wordt tussen het college van burgemeester en schepenen en het hoofd van het agentschap; 3) Het hoofd van het agentschap heeft delegatie van beslissingsbevoegdheid voor volgende aangelegenheden: a. De organisatie van de operationele processen met het oog op de realisatie van de afgesproken doelstellingen; b. Het aanwenden van de ter beschikking gestelde middelen voor de werking van het agentschap, de uitvoering van de doelstellingen en taken van het agentschap en het sluiten van contracten ter verwezenlijking van de opdrachten van het agentschap; c. Interne controle binnen het agentschap; 4) Met betrekking tot de delegatie van de hierboven vermelde beslissingsbevoegdheid wordt volgende aanvullende delegatie verleend: a. De realisatie van de ontvangsten en de aanwending van de uitgavenkredieten door het agentschap gebeuren overeenkomstig de beheersovereenkomst; b. Het college van burgemeester en schepenen staat in voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap; c. Het agentschap staat in voor de interne controle van zijn bedrijfsprocessen en activiteiten; d. Het college van burgemeester en schepenen kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over aangelegenheden; Artikel 4: Het college van burgemeester en Schepenen is belast met de uitvoering van dit besluit. Artikel 5: Dit besluit treedt in werking op 01 januari 2014. Artikel 6: Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de toezichthoudende overheid.
339 BESTUUR INFRASTRUCTUUR ADMINISTRATIE. 17. Aanleg fietspad (LAF) langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de HeirwegAxelwalle (Oudenaarde) - dossier LAF-2012-021. Grondaankopen in der minne en pachtverbrekingen. Vaststellen van de voorwaarden. De gemeenteraad, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd° 29 april 2013 houdende goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomst met de provincie Oost-Vlaanderen en goedkeuren van het plan en de tabel van grondaankopen met betrekking tot het dossier “Aanleg fietspad LAF langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de Heirweg –Axelwalle ( Oudenaarde) – dossier LAF-2012-021 ”; Overwegende dat in het kader van de samenwerkingsovereenkomst door de diensten van de provincie Oost-Vlaanderen de nodige onderhandelingen zijn uitgevoerd; Gelet op het plan van grondaankopen in der minne en tabel van grondinnemingen ; meerbepaald de innemingen 3,4,5,6 en 7; Overwegende dat met het oog op de realisatie van het verkeersplateau op het kruispunt “ Heurnestraat Heuvel “ het noodzakelijk is om bijkomend een perceel met oppervlakte van 15,23 m² ( kadastraal 9 e afdeling Heurne deel van nr. 169S) aan te kopen jegens de dhr. en mevr. Schepens - De Weer; Overwegende dat pachtverbrekingen met regeling van de vergoedingen dienen gerealiseerd voor de innemeningen 3,4,6 en 7; Gelet op de ontwerp aktes van aankoop; Gelet op de overeenkomsten van pachtverbreking met regeling der vergoeding; Overwegende dat de nodige kredieten voorzien zijn in het budget van 2013 op artikel 42110/711-60 ( aankoop gronden) van de buitengewone begroting; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: De aankoop in de minne van gronden met het oog op het realiseren van “Aanleg fietspad LAF langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de Heirweg –Axelwalle (Oudenaarde) – dossier LAF-2012-021 ” met een oppervlakte van in zijn totaliteit 1.924,23 m² en voor een bedrag van in zijn totaliteit 9.559,69 EUR wordt goedgekeurd overeenkomstig de in bijlage geviseerde tabel en plan van aankoop. Artikel 2 : De vergoedingen voor pachtverbrekingen met regeling der vergoeding met een oppervlakte van in zijn totaliteit 1.780,00 m² en voor een bedrag van 1.424,00 EUR wordt goedgekeurd overeenkomstig de in bijlage geviseerde tabel. Artikel 3 : De uitgaven worden verrekend op artikel 42110/711-60 van de buitengewone begroting 2013. Artikel 4 : Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering van het dossier. 18. Aanleg fietspad (LAF) langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de HeirwegAxelwalle (Oudenaarde) - dossier LAF-2012-021. Goedkeuren van het ontwerp, de wijze van gunnen en het stadsaandeel in de werken. De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd° 29 april 2013 houdende goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen, de stad Oudenaarde en de gemeente Zingem met betrekking tot het dossier “ aanleg fietspad LAF ( lange afstandsfietspad) langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de Heirweg –Axelwalle ( Oudenaarde) ”; Overwegende dat dit gedeelte fietspad kadert in de verdere uitbouw van het lange afstandsfietspad ( LAF) De Pinte- Ronse , voornamelijk gelegen langsheen de spoorlijn L86 ( Gent – Ronse); Gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en de stad Oudenaarde; Overwegende dat in het kader van bovengenoemd LAF de provincie 100 % van de kosten voor de aanleg van het fietspad voor zich neemt; Overwegende dat de stad de kosten draagt van eventuele werken die niet de aanleg van het fietspad uitmaken; Overwegende dat het aangewezen is om een verkeersplateau ter beveiliging van het kruispunt Heuvel aan te leggen , dat de kosten ten laste van de stad zullen vallen gezien deze niet de aanleg van een fietspad uitmaken;
340 Gelet op het schrijven dd° 22 oktober 2013 van de provincie Oost-Vlaanderen houdende vraag tot goedkeuren van het ontwerp; Gelet op het lastenboek opgesteld door de diensten van de provincie Oost-Vlaanderen; Gelet op de plans van uitvoering ( 3); Gelet op de raming ten bedrage van 217.066,50 EUR excl. btw waarvan 199.426,50 EUR excl. btw ten laste van de provincie en 17.640,00 EUR excl. btw ten laste van de stad Oudenaarde; Overwegende dat overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst de provincie als opdrachtgever zal optreden bij de aanbesteding , gunning en de uitvoering van de opdracht; Overwegende dat wat betreft het stadsaandeel in de uitgave voor deze opdracht de nodige kredieten zullen voorzien worden in het budget van 2014; dat deze beslissing uitwerking krijgt na goedkeuring van het budget 2014 door de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Met betrekking tot het dossier “Aanleg fietspad LAF langs de spoorlijn N86 tussen de Kouterstraat (Zingem) en de Heirweg –Axelwalle ( Oudenaarde) ” wordt het bestek en de raming ten bedrage van in zijn totaliteit 217.066,50 EUR excl. btw goedgekeurd. Artikel 2 : Het stadsaandeel in de werken wordt voorlopig bepaald op 17.640,00 EUR excl. btw. Artikel 3 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van openbare aanbesteding. Artikel 4 : Het stadsaandeel wordt voorzien in het budget van 2014. Deze beslissing heeft uitwerking na goedkeuring van het budget 2014 door de gemeenteraad. Artikel 5 : Het college van burgemeester en schepenen kan aan de overeenkomst iedere wijziging aanbrengen die het bij uitvoering nodig acht in zoverre hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % voortvloeien boven de goedgekeurde raming. Artikel 6 : Deze beslissing wordt voor verder gevolg overgemaakt aan de provincie Oost-Vlaanderen. 19. Zwembad: verplaatsen elektriciteitskast vanuit zwembad naar laagspanningskast buiten (naast hoogspanningscabine) - locatie Rodelos - bestek nr. W22022013. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, Overwegende dat recent een laagspanningskastkast geplaatst is naast de hoogspanningscabine ter hoogte van het stedelijk zwembad “ De Zwem.com” ; Overwegende dat het aangewezen is de elektriciteitskast van de “ Zwem.com” te verplaatsen naar deze laagspanningskast; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. W22022013 werd opgesteld door de ontwerper ing. Frank Slots; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 11.050,00 EUR excl. btw of 13.370,50 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien wordt in het buitengewoon budget van 2014; dat deze beslissing slechts uitwerking heeft na goedkeuring van het budget 2014 door de gemeenteraad; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105;
341 Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. W22022013 en de raming voor de opdracht “Zwembad: verplaatsen elektriciteitskast vanuit zwembad naar laagspanningskast buiten (naast hoogspanningcabine)”, opgesteld door de ontwerper ing. Frank Slots. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 11.050,00 EUR excl. btw of 13.370,50 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht wordt voorzien in het budget van 2014. Deze beslissing heeft slechts uitwerking na goedkeuring van het budget 2014 door de gemeenteraad. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen kan aan de overeenkomst idere wijziging aanbrengen die het bij uitvoering nodige acht in zoverre hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % voortvloeien boven de goedgekeurde raming. 20. Aanleg klinkerverharding rond kantine jeugd KSVO - sportcentrum. Locatie Rodelos - bestek nr. W22032013. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, Overwegende dat het aangewezen is om een klinkerverharding aan te brengen rond de kantine van KSVO – jeugd gelegen Rodelos; Gelet op het bijzonder bestek met nr. W22032013 werd opgesteld door de ontwerper ing. Frank Slots; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 51.243,00 EUR excl. btw of 62.004,03 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. W22032013 en de raming voor de opdracht “Aanleg klinkerverharding rond kantine jeugd KSVO - sportcentrum.”, opgesteld door de ontwerper ing. Frank Slots. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 51.243,00 EUR excl. btw of 62.004,03 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: Het college van burgemeester en schepenen kan aan de overeenkomst iedere wijziging aanbrengen die het bij uitvoering nodig acht in zoverre hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % voortvloeien boven de goedgekeurde raming.
342 21. Aanleg multifunctioneel sportterrein Serpentstraat - locatie schoolgebouw Serpentstraat bestek nr. W21422013. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, Overwegende dat het aangewezen is om een multifunctioneel sportterrein aan te leggen op de koer van de vroegere gemeenteschool te Eine gelegen Serpentstraat; Gelet op het bijzonder bestek met nr. W21422013 opgesteld door de ontwerper ing. Karolien Gabriel ; Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 52.391,50 EUR excl. btw ; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. W21422013 en de raming voor de opdracht “Aanleg multifunctioneel sportterrein Serpentsstraat”, opgesteld door de ontwerper ing. Karolien Gabriel. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale raming bedraagt 52.391,50 EUR excl. btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3 : Het college van burgemeester en schepenen kan aan de overeenkomst iedere wijziging aanbrengen die het bij uitvoering nodig acht in zoverre hieruit geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 % voortvloeien boven de goedgekeurde raming. 22. Gezamenlijke aankoop door de stad, OCMW, politiezone en centraal kerkbestuur van elektrische energie voor hun installaties en gebouwen en de openbare verlichting. Goedkeuren van de lastvoorwaarden en bestek. De gemeenteraad, Gelet op de Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG; Gelet op de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38;
343 Gelet op de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat sinds 1 juli 2003 elke afnemer op de Vlaamse elektriciteitsmarkt vrij is om te contracteren met de elektriciteitsleverancier van zijn keuze.; Overwegende dat de VREG in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten stelt dat verschillende besturen deze overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven; Overwegende dat de huidige opdracht volgens vermelde principes werd uitgeschreven en gegund; Overwegende dat de huidige opdracht afloopt op 31 december 2014; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht moet gegund worden en er geen reden is om daarbij af te wijken van voormelde principes; Gelet op het O.C.M.W.-raadsbesluit d.d. 09/09/2013 waarbij de Stad Oudenaarde wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; Gelet op het raadsbesluit van de politiezone dd. 13/09/2013 waarbij de Stad Oudenaarde wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; Gelet op het akkoord van het Centraal Kerkbestuur van Oudenaarde van 25/09/2013 met de melding dat alle kerkfabrieken van Oudenaarde zullen deelnemen aan deze gezamenlijke aankoop; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Het mandaat te aanvaarden gegeven door het OCMW Oudenaarde, de politiezone Vlaamse Ardennen en het Centraal kerkbestuur van Oudenaarde op respectievelijk 09/09/2013, 13/09/2013 en 25/09/2013 om voor rekening van het OCMW, de politiezone en de verschillende kerkfabrieken van Oudenaarde een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van elektriciteit conform het door het OCMW, de politiezone en het Centraal Kerkbestuur goedgekeurde bestek. Artikel 2: Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van elektrische energie ten behoeve van de stad, de politiezone, het O.C.M.W. en de kerkfabrieken van Oudenaarde en voor de openbare verlichting voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3: In het definitieve bestek dient voorzien te worden dat de leverancier 100% groene energie levert. Artikel 4: Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 5: De stad neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone, het O.C.M.W. en het Centraal Kerkbestuur alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Artikel 6: De stad belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffend collegebesluit. Artikel 7: De stad zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 8: De stad, en in voorkomend geval, het OCMW, de politiezone en de verschillende kerkfabrieken, zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 9: In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8, is de stad mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht.
344 23. Gezamenlijke aankoop door de stad, OCMW, politiezone en centraal kerkbestuur van gas voor hun installaties en gebouwen. Goedkeuren van de lastvoorwaarden en het bestek. De gemeenteraad, Gelet op de Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG; Gelet op de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op het Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het “Energiedecreet”) van 8 mei 2009, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid (het “Energiebesluit”) van 19 november 2010, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en het Decreet van 18 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op 2 niveaus, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 38; Gelet op de Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven. Overwegende dat de huidige opdracht volgens vermelde principes werd uitgeschreven en gegund; Overwegende dat de huidige opdracht afloopt op 31 december 2014; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht moet gegund worden en er geen reden is om daarbij af te wijken van voormelde principes; Gelet op het O.C.M.W.-raadsbesluit d.d. 09/09/2013 waarbij de Stad Oudenaarde wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; Gelet op het raadsbesluit van de politiezone dd. 13/09/2013 waarbij de Stad Oudenaarde wordt aangeduid om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven; Gelet op het akkoord van het Centraal Kerkbestuur van Oudenaarde van 25/09/2013 met de melding dat alle kerkfabrieken van Oudenaarde zullen deelnemen aan deze gezamenlijke aankoop; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Het mandaat te aanvaarden gegeven door het OCMW Oudenaarde, de politiezone Vlaamse Ardennen en het Centraal kerkbestuur van Oudenaarde op respectievelijk 09/ 09/2013, 13/09/2013 en 25/092013 om voor rekening van het OCMW, de politiezone en de verschillende kerkfabrieken van Oudenaarde een gunningsprocedure voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 38 van de Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten te organiseren voor de levering van gas conform het door het OCMW, de politiezone en het Centraal Kerkbestuur goedgekeurde bestek. Artikel 2: Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht van levering van gas ten behoeve van de gemeente, de politiezone, het O.C.M.W. en de kerkfabrieken van Oudenaarde voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot en met 31 december 2017. Artikel 3: Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Artikel 4: De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan de politiezone, het O.C.M.W. en het Centraal Kerkbestuur alvorens over te gaan tot effectieve gunning.
345 Artikel 5: De gemeente belast conform het goedgekeurde bestek Eandis cvba, Brusselsesteenweg 199, 9090 Melle, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure zoals nader bepaald in het desbetreffende collegebesluit. Artikel 6: De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Artikel 7: De gemeente, en in voorkomend geval, het OCMW, de politiezone en de verschillende kerkfabrieken, zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Artikel 8: In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 7, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. BESTUUR INFRASTRUCTUUR RO. 24. Rooilijnplan Boembeekstraat. Voorlopige goedkeuring. De gemeenteraad, Overwegende dat ons bestuur wenst over te gaan tot het uitvoeren van weg- en rioleringswerken aan de Boembeekstraat. Overwegende dat om deze realisatie te kunnen verwezenlijken er dient overgegaan tot de wijziging van het rooilijnplan. Gelet op het ontwerp van rooilijnplan. Gelet op de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen inzonderheid artikel 28 inzake het openbaar onderzoek. Gelet op het gemeentedecreet. BESLUIT: eenparig Artikel 1: Het ontwerp rooilijnplan wordt voorlopig vastgesteld. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het openbaar onderzoek. Artikel 3: De definitieve beslissing zal genomen worden na afloop van het verplicht te houden openbaar onderzoek. BESTUUR FINANCIËLE ZAKEN. ONTVANGERIJ. 25. Erediensten. Kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike). Meerjarenplan 20142019. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004, en latere wijzigingen, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 2, 33, 43, 49, 52/1 en 57; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van Wortegem-Petegem dd. 26 september 2013 houdende goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 van o.a. de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike); Overwegende dat een aantal inwoners van de stad Oudenaarde parochiaal aangesloten zijn bij de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike); Overwegende dat het aandeel van 17,65 % van de stad Oudenaarde verhoudingsgewijze berekend werd aan de hand van het aantal inwoners van de stad parochiaal aangesloten bij de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike) en het aantal parochianen van voornoemde kerkfabriek; Overwegende dat de stad Oudenaarde volgens bovengenoemd verhoudingsgetal dient bij te passen bij de tekorten in de exploitatie van de kerkfabriek en dient bij te dragen in de investeringen van de gebouwen van de eredienst; Gelet op de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van het meerjarenplan 2014-2019 van de kerkfabriek SintAmandus Wortegem-Petegem (Ooike). Artikel 2: Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan : - het gemeentebestuur van Wortegem-Petegem - de financieel beheerder van de stad Oudenaarde.
346 26. Erediensten. Kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike). Budget boekjaar 2014. Aandeel stad in de exploitatietoelage. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004, en latere wijzigingen, betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikelen 2 en 45 tot en met 50; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten, inzonderheid artikel 17 tot en met artikel 21; Gelet op de omzendbrief BB-2007/01 van het Kabinet van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering dd. 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad van Wortegem-Petegem dd. 26 september 2013 houdende akteneming van het budget 2014 van o.a. de kerkfabriek van Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike); Overwegende dat in het budget 2014 van de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike) een exploitatietoelage 2014 ingeschreven werd ten bedrage van 9.050,02 euro; Overwegende dat een aantal inwoners van de stad Oudenaarde parochiaal aangesloten zijn bij de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike): Overwegende dat het aandeel van 17,65 % van de stad Oudenaarde verhoudingsgewijze berekend werd aan de hand van het aantal inwoners van de stad parochiaal aangesloten bij de kerkfabriek Sint-Amandus Wortegem-Petegem (Ooike) en het aantal parochianen van voornoemde kerkfabriek; Overwegende dat het aandeel van de stad Oudenaarde vastgesteld wordt op 9.050,02 euro x 17,65 % of 1.597,33 euro; Overwegende dat de nodige kredieten wordt opgenomen in het budget 2014 van de stad Oudenaarde onder rekening 0790-00-6494000; Gelet op de artikelen 42 en 43 van het Gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Het aandeel van de stad Oudenaarde in de exploitatietoelage 2014 van de kerkfabriek SintAmandus Wortegem-Petegem (Ooike) wordt vastgesteld op 1.597,33 euro. Artikel 2: Voornoemd stadsaandeel ten bedrage van 1.597,33 euro wordt opgenomen in het budget 2014 van de stad Oudenaarde onder rekening 0790-00-6494000. Artikel 3: Een afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan : - het gemeentebestuur van Wortegem-Petegem - de financieel beheerder van de stad Oudenaarde. BESTUUR INFRASTRUCTUUR CENTRALE AANKOOP 27. Aankoop tablets - locatie Tussenmuren 17 - bestek nr. L20922013. Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De gemeenteraad, Overwegende dat het aangewezen is om tablets aan te kopen, dat het uitgangspunt hiervoor is om de papierstroom zoveel mogelijk te beperken en daardoor kosten te besparen; Overwegende dat de raadsdossiers digitaal aangeboden kunnen worden voor raadpleging via de tablets; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Aankoop tablets” een bijzonder bestek met nr. L20922013 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 16.528,68 EUR excl. btw of 19.999,70 EUR incl. 21% btw, afgerond 20.000 EUR incl. btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2013, op artikel 10110/742-53 van de buitengewone begroting; Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 30 september 2013 waarbij goedkeuring werd verleend aan de voorwaarden van het IT-aankoopcontract 2013-2017 conform het bestek met referenties ICT-8222 en 8223 en de wijze van gunnen waarbij de stad Kortrijk optreedt als aanbestedende overheid; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet bereikt);
347 Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. L20922013 en de raming voor de opdracht “Aankoop tablets”. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 16.528,68 EUR excl. btw of 19.999,70 EUR incl. 21% btw, afgerond 20.000 EUR incl. btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2013, op artikel 10110/742-53 van de buitengewone begroting. BESTUUR FINANCIËLE ZAKEN. ONTVANGERIJ. 28. Financiële rapportering april 2013-september 2013 in uitvoering van artikel 165 en 166 van het gemeentedecreet. Kennisgeving. De gemeenteraad neemt eenparig kennis. 29. Aanvullende belasting op de personenbelasting. De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 28 september 2009, waarbij voor de aanslagjaren 2010 tot en met 2013 een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van 7 % werd geheven; Overwegende dat de financiële toestand van de stad de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd. 4 november 2013 om de aanslagvoet van voormelde belasting te behouden; Gelet op de wet dd. 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB2011/01 dd. 10 juni 2011betreffende ‘coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de omzendbrief BB2013/7 dd. 22 maart 2013 betreffende ‘strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op artikelen 464 tot en met 470bis van het Wetboek der Inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2013 tot en met 2019 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2: De belasting wordt vastgesteld op 7 % van het volgens het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3: De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek der Inkomstenbelastingen. Artikel 4: De ontvangsten zullen geboekt worden op artikel 0/0020/0020-00/7301000. Artikel 5: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan : - de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen - de Federale Overheidsdienst Financiën, Mevrouw Verbeek, Mechanografische diensten Kardex, North Galaxy – Toren A – 19de verdieping, Koning Albert II-laan 33 bus 43 te 1030 Brussel.
348 30. Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing. De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 28 september 2009, waarbij voor de aanslagjaren 2009 tot en met 2013 1200 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven werden; Overwegende dat de financiële toestand van de stad de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op het voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen dd. 4 november 2013 om het bedrag van de opcentiemen op de onroerende voorheffing te behouden; Gelet op artikel 9 van het decreet dd. 9 november 2012 houdende diverse bepalingen betreffende financiën en begroting; Gelet op artikelen 251 tot en met 260ter, artikelen 297 tot en met 463, artikel 464 en artikelen 472 tot en met artikel 504 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen; Gelet op het decreet dd. 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2001, hoofdstuk XII – onroerende voorheffing; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43 §2, 15°; Gelet op de omzendbrief BB2011/01 dd. 10 juni 2011betreffende ‘coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de omzendbrief BB2013/7 dd. 22 maart 2013 betreffende ‘strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2014 tot en met 2019 worden 1200 opcentiemen op de onroerende voorheffing geheven. Artikel 2: De gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing worden geïnd door het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Postsite, Vaartstraat 16 te 9300 Aalst. Artikel 3: De ontvangsten zullen geboekt worden op artikel 0/0020/0020-00/7300000. Artikel 4: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan : - de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen - de Vlaamse Belastingdienst, Mevr. Katrien Matthijs, Onroerende Voorheffing, Bauwensplaats 13 bus 2 te 9300 Aalst. 31. Algemene Gemeentelijke Heffing. De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Gemeenteraad dd. 26 november 2007, waarbij er beslist werd een gemeentelijke belasting, zijnde Algemene Gemeentelijke Heffing te vestigen; Overwegende dat de bestaande gemeentelijke belasting, Algemene Gemeentelijke Heffing (A.G.H.), op 31 december 2013 vervalt, dat de A.G.H. een belangrijke bron van inkomsten is voor het vereffenen van de dagelijkse uitgaven van de stad, dat als criterium voor het vaststellen van de grondslag van de A.G.H. de grondoppervlakte wordt genomen waar de belastingplichtige het genot van heeft, dat de belastingplichtigen zijn opgesplitst in categorieën volgens gelijkwaardige situaties en de aanslag rekening houdt met het vermogen van de belastingplichtigen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelasting; Gelet op art. 298, §2 van het Wetboek der Inkomstenbelasting; Gelet op de omzendbrief BA-2004/03 van 14.07.2004 betreffende de gemeentefiscaliteit : coördinatie van de onderrichtingen; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 42§3 en artikel 43§2, 15°; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; BESLUIT: met 22 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 7 onthoudingen TITEL I - ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Vanaf 1 januari 2013 en voor een termijn, eindigend op 31 december 2019, wordt jaarlijks ten behoeve van de gemeente een Algemene Gemeentelijk Heffing gevestigd. Artikel 2: De Algemene Gemeentelijke Heffing is ten laste van : 1° ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente het genot heeft van of dit kan uitoefenen inzake om het even welke woning of woongelegenheid, wanneer het een goed
349 betreft dat onroerend is door zijn aard, ongeacht of het gezin aldaar in de bevolkingsregisters is ingeschreven 2°, a) de natuurlijke en/of de rechtspersoon en feitelijke vereniging die op 1 januari van het aanslagjaar, als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente : - een nijverheids-, landbouw-, tuinbouw- of handelsbedrijf exploiteren ; - een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen inbegrepen de vennootschappen die roerende en/of onroerende goederen beheren; b) de gepensioneerden die bijkomend nog één of meer van de onder litt. A) hiervoor, bedoelde activiteiten uitoefenen. Artikel 3: §1 De Algemene Gemeentelijke Heffing ten laste van de personen bedoeld in art. 2, 1° wordt verder in dit besluit "Algemene Gemeentelijke Heffing- gezinnen" genoemd en verkort aangeduid als "A.G.H.gezinnen". §2 Deze ten laste van de personen bedoeld in art. 2, 2° wordt verder in dit besluit "Algemene Gemeentelijke Heffing-bedrijven" genoemd en verkort aangeduid als "A.G.H.-bedrijven". Artikel 4: Teneinde dubbele belasting te voorkomen is de A.G.H.-gezinnen niet verschuldigd door hen die een beroeps-en/of bedrijvenactiviteit uitoefenen op hetzelfde adres als waar zij gedomicilieerd zijn en waarvoor zij reeds een A.G.H.-bedrijven verschuldigd zijn. TITEL II - BEPALINGEN EIGEN AAN DE A.G.H.- GEZINNEN. Artikel 5: §1 Een gezin bestaat uit hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij uit twee of meer personen die, al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden, gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven. §2 De belasting wordt gevestigd op naam van de referentiepersoon van het gezin. §3 De hoofdverblijfplaats en de samenstelling van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar blijken uit het bevolkingsbestand van de gemeente waar het gezin ingeschreven is. De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar de (hoofd)verblijfplaats, de referentiepersoon en/of de samenstelling van het gezin wijzigt, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. §4 Bij leegstand wordt de heffing gevestigd op de eigenaar, hetzij de natuurlijke of rechtspersoon en/of de feitelijke vereniging. Artikel 6: §1 De heffing is verschuldigd per woning of woongelegenheid, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de gemeente gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden ongeacht of het om een hoofd- of een ander verblijf gaat. §2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de gemeente wanneer zij haar adres heeft of de hoofdingang gelegen is in de gemeente. Deze laatste is ook de plaats van aanslag in de belasting. Artikel 7: §1. De heffing wordt vastgesteld rekening houdende met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte van het onroerend goed dat door het gezin wordt gebruikt of tot zijn gebruik wordt voorbehouden. §2. Onder onroerend goed dat door het gezin wordt gebruikt of tot zijn gebruik wordt voorbehouden wordt verstaan, de totaliteit van de kadastrale percelen die tot hetzelfde logische bouwperceel behoren waarop de woning of de woongelegenheid is gelegen. Aldus behoren tot hetzelfde logische bouwperceel, de bij de woning of woongelegenheid horende binnenplaats, de moes- of siertuin, het park, de doorgangen en de gebouwde en ongebouwde aanhorigheden die er de accessoria van zijn, wanneer alles aan elkaar paalt. §3. Voor de berekening van de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte wordt, onafgezien van het bepaalde bij voorgaande § 2, slechts een diepte van 50 meter in rekening gebracht, gemeten vanaf de rooilijn of vanaf de bouwlijn indien het perceel niet begrensd wordt door het openbaar domein. Artikel 8: De heffing wordt per woning of woongelegenheid als volgt vastgesteld, in toepassing van de bepalingen van artikel 7 a) tot 2.000 m²: 75,00 EUR b) meer dan 2.000 m² tot en met 3.500 m²: 150,00 EUR c) meer dan 3.500 m² tot en met 5.000 m²: 223,50 EUR d) meer dan 5.000 m² : 336,00 EUR
350 Artikel 9: §1. De heffing wordt verminderd met 50 % voor al de belastingplichtigen voor zover zij op 01.01 van het aanslagjaar als volle eigenaar niet meer dan één bebouwde eigendom bezitten,- gedeelten van volle eigendom worden niet in aanmerking genomen,- gestaafd door een verklaring op eer, onder voorbehoud van controle door het Stadsbestuur en voor zover zij behoren tot de lage inkomens waarvan het gezamenlijk belastbaar inkomen lager ligt dan 16.965,43 EUR (1) verhoogd met 3.140,77 EUR (1) per persoon ten laste. Het bewijs van inkomen wordt geleverd door de belastingplichtige op basis van de recentste berekeningsnota van de personenbelasting opgemaakt door de administratie der belastingen. Bij gebreke ervan dient de belastingplichtige een kleefbriefje afgeleverd door de mutualiteit voor te leggen, ten bewijze dat zij genieten van de voorkeurstarieven inzake gezondheidszorg op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, met latere wijzigingen. Worden beschouwd als ten laste : - het kind waarvoor op 1.1 van het aanslagjaar kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald ; - een gehandicapt kind (minstens 66 % invaliditeitspercentage) wordt voor 2 personen ten laste aangerekend ; - de echtgeno(o)t(e), de partner en elk familielid dat tot het gezin behoort worden voor 1 persoon ten laste in aanmerking genomen. ( voor 2 personen indien minstens 66 % invaliditeitspercentage) - de belastingplichtige die een invaliditeitspercentage heeft van minstens 66 % wordt voor één persoon ten laste in aanmerking genomen. §2. De gezinsverantwoordelijken die op 1 januari van het aanslagjaar genieten van het recht op maatschappelijke integratie (het zogenaamde leefloon) op basis van de wet van 26.05.2002 (met latere wijzigingen) of die de financiële hulp equivalent leefloon genieten in toepassing van de wet van 02.04.1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, zijn vrijgesteld. Het bewijs hiervan wordt geleverd door een attest van het OCMW. §3. De gezinsverantwoordelijke die op 1 januari van het aanslagjaar genieten van de inkomensgarantie voor ouderen zijn vrijgesteld. Artikel 10: Diegenen die menen aanspraak te kunnen maken op de bepalingen voorzien in de artikelen 4, 7, 9 en 21 dienen deze te laten gelden bij het College van Burgemeester en Schepenen uiterlijk binnen de maand na overhandiging van het aanslagbiljet. Artikel 11: Ieder gezin is ertoe gehouden binnen de maand na overhandiging van het aanslagbiljet de precieze belastbare oppervlakte kenbaar te maken,voor zover deze niet overeenstemt met de oppervlakte weerhouden voor het vaststellen van de heffing. Artikel 12: De verklaring waarvan sprake in de artikelen 10 en 11 dient uitsluitend te gebeuren door middel van het bij het aanslagbiljet gevoegde formulier. Wie dit formulier niet ontving, kan dit bij het stadsbestuur afhalen op de Financiële Dienst van het Administratief Centrum Maagdendale. De behoorlijk ingevulde, gedag- en genaamtekende formulieren worden binnen de gestelde termijn ingediend bij het stadsbestuur Oudenaarde, Administratief Centrum Maagdendale Tussenmuren 17 te 9700 Oudenaarde. TITEL III. BEPALINGEN EIGEN AAN DE AGH-BEDRIJVEN. Artikel 13: §1 De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijk persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. §2. Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan. A. LAND- EN/OF TUINBOUWBEDRIJVEN. Artikel 14: §1 De heffing is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden.
351 §2 De heffing wordt ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdende met de totale oppervlakte dienstig voor het land- of tuinbouwbedrijf. Artikel 15: §1 De heffing wordt per land- of tuinbouwbedrijf als volgt vastgesteld : a) tot 30 ha 150,00 EUR verhoogd met 9,30 EUR per ha b) meer dan 30 ha 150,00 EUR verhoogd met 11,16 EUR per ha De heffing wordt niet progressief berekend. §2 De landbouwbedrijven, houders van meer dan : 15.000 kippen en/of gevogelte, betalen 150,00EUR + 37,19EUR per 3.000 stuks boven de 15.000 ; 60 zeugen, betalen 150,00 EUR + 2,79 EUR per zeug boven de 60 ; 400 mestvarken, betalen 150,00 EUR + 0,56 EUR per varken boven de 400 ; 200 runderen, betalen 150,00 EUR + 0,75 EUR per rund boven de 200 ; §3 De heffingen vermeld in de § 1 en 2 zijn cumuleerbaar. Artikel 16: Land- en/of tuinbouwers die hun beroep uitoefenen als gepensioneerde of in cumulatie met een hoofdberoep, genieten 50 % vermindering, zonder dat de heffing minder dan 150,00 EUR kan zijn, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 9. B. HANDEL, NIJVERHEID EN VRIJE BEROEPEN. Artikel 17: §1 De heffing is verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden. §2 De heffing wordt vastgesteld rekening houdende met de totale bebouwde en onbebouwde oppervlakte, ongeacht de kadastrale indeling waarop de vestiging zich bevindt. §3 Onder vrije beroepen wordt verstaan elke zelfstandige beoefenaar van een dienstverlenend intellectueel beroep welke is onderworpen aan een deontologie. Artikel 18: §1 De heffing wordt per vestiging als volgt vastgesteld : a) tot 500 m² 150,00 EUR + 0,75 EUR per m² b) vanaf 501 m² tot en met 1000 ² 150,00 EUR + 1,11 EUR per m² c) vanaf 1001 m² tot en met 5000m² 150,00 EUR + 1,49 EUR per m² d) vanaf 5001 m² tot en met 10000m² 150,00 EUR + 1,71 EUR per m² e) vanaf 10.001 m² 150,00 EUR + 1,97 EUR per m² met een maximum van 111.516,00 EUR. Voor de handelsbedrijven, zijnde die natuurlijke of rechtspersonen die in hoofdorde activiteiten ontplooien gericht op kopen en verkopen, financiën en dienstverlening, waarbij het product hoofdzakelijk rechtstreeks aan de eindgebruiker wordt afgeleverd, wordt het voornoemd maximum per vestiging op 7.401,00 EUR bepaald. - Voor de vrije beroepen : a) tot 100 m² 150,00 EUR + 0,75 EUR per m² b) vanaf 101m² tot en met 200 m² 150,00 EUR + 1,11 EUR per m² c) vanaf 201m² tot en met 300 m² 150,00 EUR + 1,49 EUR per m² d) vanaf 301m² tot en met 400 m² 150,00 EUR + 1,68 EUR per m² e) meer dan 400 m² 150,00 EUR + 1,86 EUR per m² Als belastingplichtige wordt aanzien de rechtspersoon, de feitelijke vereniging of de fysische persoon, naargelang de wijze waarop het beroep wordt uitgeoefend. - Voor de v.z.w’s die commerciële activiteiten ontplooien wordt de heffing forfaitair vastgesteld op : a) tot 1.000 m² 150,00 EUR b) vanaf 1001 m² tot en met 10.000 m² 336,00 EUR c) meer dan 10.000 m² 708,00 EUR De heffing wordt niet progressief berekend. §2 Het deel van de onbebouwde oppervlakte wordt vrijgesteld : - Voor 125 %, als het gebruikt is als parking, oprit, afrit, doorgang, en als dusdanig bestraat en uitgetekend met verf of afgeboord met gazon en/of struikgewas. - Voor 100 % als het gebruikt wordt als landbouwgrond of als weide; - Voor 125 % als het aangelegd en goed onderhouden is als groenzone, d.w.z. met aanplanting van bomen, struiken en/of gazon en het jaar door onkruidvrij wordt gehouden; - Voor 125 % als het aangelegd is als bufferzone. Als bufferzone wordt verstaan, het randperceel dat als overgangsgebied dient tussen gebieden waarvan de stedenbouwkundige bestemming niet met elkaar te verzoenen is en onder de volgende voorwaarden : a) minimumdiepte : 10 meter of overeenkomstig de bouw- en uitrustingsvoorwaarden b) aanplanting met loofboomsoorten, zoals populier,els, wilg, beuk in een plantverband van 1,5 x 1,5 m c) degelijk onderhouden, d.w.z. het jaar door onkruidvrij.
352 §3 Het deel van de onbebouwde oppervlakte die in welkdanige akte of reglementering ook, voorzien werd als bufferzone, doch nog niet als dusdanig werd gerealiseerd, om welke reden ook, wordt onderworpen aan een extra belasting van 1,49 EUR/m². Bij toepassing van deze regel kan de maximum voorziene aanslag van 111.516,00 EUR, voorzien in art. 17 §1, worden overschreden. §4 Bedrijven tegen welke een overtreding werd vastgesteld wegens het niet respecteren van hun bouwen/of exploitatie- en/of milieuvergunning of die vermelde vergunningen niet bezitten, kunnen slechts aanspraak doen gelden op 50 % van de voorziene vrijstellingen in het aanslagjaar volgend op hetwelk voornoemde overtredingen werden vastgesteld. §5 Bedrijven die geen gevolg geven aan de stedenbouwkundige voorschriften tot aanleg van voldoende parkeermogelijkheden, kunnen slechts aanspraak doen gelden op 50 % van de voorziene vrijstellingen §6 Na aftrek van de vrijstellingen waarvan sprake in §2, mag de totale belastbare oppervlakte niet minder bedragen dan 75 % van de bebouwde oppervlakte. §7 De bepalingen voorzien onder §4 en §5 zijn niet cumuleerbaar doch de aanslag is die welke het hoogst is. §8 De bedrijven wiens oppervlakte kleiner is dan 200m² kunnen geen beroep doen op enige vrijstellingen. §9 De bedrijven die buiten de door het College van Burgemeester en Schepenen toegestane feestelijkheden op het openbaar domein koopwaren uitstallen of een verbruikersterras exploiteren, betalen een supplementaire heffing van 18,59 EUR per m² ingenomen openbaar domein. Het totaal aantal m² dat in aanmerking komt voor de berekening van de supplementaire heffing, is vermeld in de vergunning die hen verleend werd door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 19: Handelaars die hun beroep uitoefenen als gepensioneerde of in cumulatie met een hoofdberoep, genieten 50 % vermindering zonder dat de heffing minder dan 150,00 EUR kan zijn, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 9. TITEL IV. GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN. Artikel 20: Milieuvriendelijke investeringen kunnen in mindering gebracht worden van de AGHbedrijven voor zover deze investeringen worden gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest zoals voorzien in het MB van 01-10-2007 tot uitvoering van het BVR 16-05-2007 tot toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen en latere wijzigingen hieraan. Voornoemde éénmalige teruggave bedraagt de helft van de toegekende subsidie, zonder echter de 40 % van de AGH-bedrijven in het jaar waarin de investering werd verricht, te overschrijden, onverminderd de toepassing van art. 18 §4 en §6. De aanvragen daartoe dienen gericht te worden aan het College van Burgemeester en Schepenen binnen de 6 maand na de toekenning van de subsidie. Artikel 21: Bedrijven die in de loop van het aanslagjaar een erkenning verkrijgen door de bevoegde instanties als bedrijf in moeilijkheden kunnen een teruggave bekomen van 25 % van de verschuldigde heffing. De aanvraag, vergezeld van het attest van erkenning als bedrijf in moeilijkheden afgeleverd door de bevoegde instanties, dient gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen binnen de 6 maanden na de erkenning. Artikel 22: §1 Jonge, beginnende land- of tuinbouwers, handelaars en beoefenaars van vrije beroepen, van minder dan 35 jaar op 1 januari van het aanslagjaar, genieten een vermindering van 50 % gedurende de eerste 3 jaar van hun beroepsuitoefening, zonder dat de heffing minder dan 150,00 EUR kan zijn. §2 Onder handelaar wordt verstaan de heffingsplichtige die : - een nieuwe eenmanszaak, E.V.B.A. of B.V.B.A. heeft opgericht ; - statutair zaakvoerder is ; - onbeperkt bevoegd is voor het dagelijks bestuur ; - meerderheidsaandeelhouder blijft gedurende vijf jaar - aangesloten is bij de Sociale Zekerheid van zelfstandigen ; - voorheen nooit handelaar is geweest. Artikel 23: Elke zelfstandige en elke vennootschap die : - voor het eerst de hoedanigheid van belastingplichtige aanneemt of die de hoedanigheid van belastingplichtige volledig of definitief stopzet; - op het grondgebied van de gemeente één of meerdere nieuwe/bijkomende vestigingen zal gebruiken of tot gebruik voorbehouden en/of die één of meerdere vestigingen sluit; - zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres(sen) op het grondgebied van de stad wijzigt of die voor een bepaalde vestiging een wijziging van de belastbare oppervlakte kent; moet binnen de maand, uit eigen beweging, het Stadsbestuur van Oudenaarde – dienst Gemeentebelastingen, hiervan schriftelijk in kennis stellen. Een dergelijke kennisgeving dient te worden gedag- en genaamtekend.
353 Indien de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief wordt stopgezet en/of indien één of meerdere vestigingen worden gesloten en/of indien de belastbare oppervlakte wijzigt, is het vereist dat de zelfstandige of de vennootschap spontaan de nodige bewijzen hieromtrent bij de kennisgeving voegt. Artikel 24: §1. Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar per vestiging afzonderlijk aangifte doen op een aangifteformulier dat het stadbestuur ter beschikking stelt. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte(n) moet(en) binnen de hiervoor gestelde termijn toekomen bij het Stadbestuur Oudenaarde, Financiële Dienst, Tussenmuren 17 te 9700 Oudenaarde. §2. Een belastingplichtige is voor een vestiging vrijgesteld van de in §1. voorgeschreven aangifteplicht, op voorwaarde dat hij/zij voor het vorige aanslagjaar voor deze vestiging werd aangeslagen op basis van een tijdig ingediend aangifteformulier of een voorstel van aangifte dat tijdig werd verbeterd of vervolledigd. Een belastingplichtige kan niettemin worden verplicht voor een dergelijke vestiging – waarvan sprake in het eerste lid – een aangifteformulier in te dienen, indien hem/haar dat uitdrukkelijk wordt gevraagd door het Stadsbestuur van Oudenaarde, Financiële Dienst. §3. Voor de vestiging waarvoor overeenkomstig §2, eerste lid, een vrijstelling van de aangifteplicht geldt, wordt de belastingplichtige een voorstel van aangifte ter beschikking gesteld. Het voorstel van aangifte wordt uitgereikt door het Stadsbestuur van Oudenaarde, Financiële Dienst en vermeldt de gegevens inzake de vestiging. §4. Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar het voorstel van aangifte gedag- en genaamtekend indienen bij het Stadsbestuur van Oudenaarde, Financiële Dienst, met een duidelijk en volledige vermelding en opgave van het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of vervolledigen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte NIET indienen bij het Stadsbestuur. §5. Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in §4. vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte. Indien de belastingplichtige evenwel de in §4., eerste lid, voorziene verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste en/of onvolledige gegevens vermeldt en/of foutieve verbeteringen aanbrengt op het voorstel van aangifte, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in §1. gestelde termijn en/of met een onjuiste aangifte en zijn de bepalingen van artikel 27 en artikel 28 van toepassing. §6. Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige niet overeenkomstig §2., eerste lid, vrijgesteld is van de aangifteplicht en waarvoor hij/zij vanwege het Stadsbestuur geen aangifteformulier ontvangt, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het Stadsbestuur, Financiële Dienst. Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige overeenkomstig §2., eerste lid, vrijgesteld is van de aangifteplicht en waarvoor hij/zij vanwege het Stadsbestuur geen voorstel van aangifte ontvangt, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte afhalen of aanvragen bij het Stadsbestuur, Financiële Dienst. Artikel 25: Het model van aangifteformulier wordt bepaald door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 26: Elke fractie van één m² wordt voor een toepassing van dit besluit als één eenheid beschouwd. Artikel 27: Bij gebreke aan aangifte binnen de in artikel 24 § 1 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 28: De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 29: De heffing wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 30: De heffing is betaalbaar binnen de twee maand na het verzenden van het aanslagbiljet. Artikel 31: De verzendingskosten van aangetekende aanmaningen worden integraal teruggevorderd bij de belastingplichtige en zullen dan ook bijgerekend worden bij de te betalen belasting.
354 Artikel 32: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 33: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de wet van 24.12.1996, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 7 tot 10 (Rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten ; rechten en voorrechten van de schatkist ; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 34: Deze beslissing zal voor kennisname worden overgemaakt aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. (1) Bedrag geldig op 1.9.13. Voor de volgende jaren zal het bedrag van kracht op 1.9 van het jaar dat het aanslagjaar voorafgaat, worden in aanmerking genomen overeenkomstig de toepassing van het K.B. van 01.04.2007 met betrekking tot de grensbedragen voor de toekenning van de verhoogde tegemoetkoming. 32.
Belasting op logiesverstrekkende exploitaties.
De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 22 december 2008 waarbij er beslist werd een belasting te heffen op bedrijven en particulieren die logies verstrekken; Gelet op de heffingstermijn die verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het feit dat de tarieven dateren van 2008 en dat het billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op het voorstel aan het Schepencollege dd. 4 november 2013 met betrekking tot verlening en tariefaanpassing van diverse belastingsreglementen; Overwegende dat de Stad een financiële inspanning levert (budget Toerisme) en dat het daarom billijk is een belasting te heffen op toeristische verblijven; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven ten laste van logiesverstrekkende exploitaties. Artikel 2: De belasting bedraagt : 12,13 EUR per kamer per aanslagjaar voor exploitaties van minder of gelijk aan 5 kamers 30,87 EUR per kamer per aanslagjaar voor exploitaties van meer dan 5 kamers. Onder logiesverstrekkende exploitaties wordt verstaan iedere toeristische exploitatie die, ongeacht haar benaming, met daartoe uitgeruste kamers logies verstrekt voor een duur die minstens gelijk is aan één nacht. Artikel 3: De belasting is verschuldigd op toestand van 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 4: De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden jaarlijks een aangifte in te dienen bij het Stadsbestuur – dienst Belastingen op een daartoe voorgeschreven formulier en dit uiterlijk op 28 februari van het aanslagjaar. Indien de belastingplichtige geen aangifteformulier heeft ontvangen, dient hij zelf het initiatief te nemen om dit formulier te bekomen. Elke uitbating die voor het eerst in exploitatie treedt en zo ook elke stopzetting van bedrijvigheid dient veertien dagen vooraf schriftelijk gemeld te worden bij het Stadsbestuur – dienst Belastingen.
355 Artikel 5:In geval van niet aangifte, bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting vermeerderd met een belastingverhoging. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoogde belasting wordt eveneens ingekohierd. Iedere persoon, bedoeld in artikel 4, is verplicht zich aan controle te onderwerpen door de daartoe aangestelde ambtenaren. Artikel 6: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 7: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 9: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0/0020/0020-00/7341900. Artikel 10: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis(rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 11: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 33. Belasting op taxidiensten en op de exploitatie van diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 september 2009 waarbij een belasting werd geheven op taxidiensten en op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder; Gelet op het decreet van 20 april 2001 tot organisatie van het personenvervoer over de weg, gewijzigd bij decreet van 8 mei 2009; Overwegende dat ingevolge Artikel 49 van bovengenoemd decreet de gemeenten verplicht worden de belasting op taxidiensten en op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder in te voeren; Gelet op het feit dat de heffingstermijn verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op de nota aan het College van Burgemeester en Schepenen dd. 4 november 2013 met betrekking tot de verlening van de belasting op taxidiensten en op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelasting; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op Artikel 298 §2 van het Wetboek der Inkomstenbelasting; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 en voor een termijn, eindigend op 31 december 2019, wordt jaarlijks een belasting gevestigd op de exploitatie van taxidiensten en op de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 2: De belasting wordt gevestigd op de vergunning die werd afgegeven overeenkomstig artikel 26, §2 en 3, of overeenkomstig artikel 42, §2 en 3, van het decreet van 20 april 2001 betreffende de
356 organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen, met latere wijzigingen. Daarbij is volgende terminologie van toepassing : §1. Taxivoertuigen : voertuigen bestemd voor een taxidienst. §2. Verhuurvoertuigen : voertuigen bestemd voor een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder. Artikel 3: §1. Het tarief wordt vastgesteld als volgt : A. voor de vergunning van taxivoertuigen, ongeacht of ze een standplaats op het openbaar domein innemen, en ongeacht of ze gebruik maken van radiotelefonie : 250,00 euro per in de vergunning vermeld voertuig B. voor de vergunning van verhuurvoertuigen : 250,00 euro per in de vergunning vermeld voertuig. §2. Tarief A. en B. kunnen gecumuleerd worden. §3. De tarieven vermeldt in art. 3 §1. worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2000. Artikel 4: De belasting is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. Ze is jaarlijks verschuldigd en ondeelbaar ten laste van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die houder is van de exploitatie op 1 januari van het aanslagjaar of op het moment van de afgifte van de vergunning. De vermindering van het aantal voertuigen geeft geen aanleiding tot een belastingteruggave. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten dienst stellen van een of meer voertuigen voor welke reden dan ook. Artikel 5: De belasting moet betaald worden binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 6: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 7: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 8: De ontvangsten zullen geboekt worden op artikel 0/0020/0020-00/7341400. Artikel 9: Deze beslissing zal voor kennisname worden overgemaakt aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 34. Belasting op aanplakborden. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissingen dd. 26 november 2007 en 25 februari 2008 waarbij er beslist werd een belasting te heffen op aanplakborden; Gelet op de heffingstermijn die verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het feit dat het tarief dateert van het jaar 2007 en het billijk is het tarief aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het College van Burgemeester en Schepenen dd. 4 november 2013 met betrekking tot verlenging en tariefaanpassing van diverse belastingsreglementen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelasting; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;
357 Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 en voor een termijn, eindigend op 31 december 2019, wordt een jaarlijkse belasting geheven op de aanplakborden. Artikel 2: Onder aanplakborden wordt verstaan elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht enkel door aanplakking. Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de eigenaars van het aanplakbord en, in bijkomende orde, als de eigenaar onbekend is, door de eigenaar van de grond of van de muur waarop het bord zich bevindt. Artikel 4: Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld per bord en bedraagt 32,90 euro per vierkante meter nuttige oppervlakte, dit is de volledige binnenoppervlakte van het bord, zonder lijst. Borden van minder dan 1 m² komen niet in aanmerking. Ieder gedeelte van een m² wordt voor een volle m² aangerekend. Artikel 5: De belasting is verschuldigd voor gans het jaar, ongeacht het tijdstip in de loop van het aanslagjaar waarop het betrokken bord wordt geplaatst, met uitzondering van hetgeen wordt beschikt in artikel 6.1. Artikel 6: De belasting is niet verschuldigd voor : 1. De constructie opgericht na 1 december van het aanslagjaar. 2. De constructies geplaatst door openbare besturen of door openbare diensten of door belastingplichtigen die de Algemene Gemeentelijke Heffing betalen. 3. Verenigingen met of zonder rechtspersoonlijkheid die filantropisch, wetenschappelijk, cultureel, pedagogisch, sociaal of sportief doel nastreven, voor zover geen winst wordt beoogd. 4. De reclameborden binnen de omheining van sportterreinen. 5. De constructies alleen gebruikt ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen of ter promotie van handelsgebeurtenissen. Artikel 7: De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden, uiterlijk op 15 januari van het jaar volgend op het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 8: Bij gebrek aan aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, en dit onverminderd het recht van bezwaar en beroep. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het College aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op datum van verzending van de betekening op zijn opmerkingen schriftelijke voor te dragen. Artikel 9: De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 10: De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Artikel 11: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 12: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het
358 uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 13: De ontvangsten zullen geboekt worden op artikel 0/0020/0020-00/7342200. Artikel 14: Deze beslissing zal voor kennisname worden overgemaakt aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 35. Belasting op de inzameling en verwijdering van rstafval, grofvuil en snoeihout - DIFTAR. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 oktober 2009 waarbij de belasting op de inzameling en verwijdering van restafval – Diftar werd goedgekeurd; Overwegende dat de tarieven inzake de huis-aan-huisophalingen op afroep, zijnde de fracties grofvuil en snoeihout, werden afgesproken binnen de intercommunale I.VL.A.; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 23 september 2013 en 4 november 2013 waarbij de tarieven werden goedgekeurd; Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema); Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 tot vaststelling van het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord beheer van huishoudelijke afvalstoffen 2008-2015; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 23 december 1985 tot oprichting van de Intercommunale Vereniging voor de verwijdering van Huishoudelijke Afvalstoffen der Vlaamse Ardennen; Gelet op het besluit van de Gemeenteraad van 27 juni 2005 houdende goedkeuring participatie tot de uitbouw van een diftarsysteem op de huisvuilophalingen (opgezet door I.VL.A); Overwegende dat er een terugnameplicht bestaat voor huishoudelijk verpakkingsafval : papier en karton, hol glas en plasticverpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons; Overwegende dat huisvuil en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval tweewekelijks huisaan-huis worden ingezameld door middel van een diftarsysteem met containers; Overwegende dat het gemeentelijk inzamelcircuit van de huisvuilophalingen opengesteld wordt voor zowel de burger als de kleine KMO en de zelfstandige onderneming; Overwegende dat de door, of op vraag van, de gemeente ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in opdracht van de gemeente gerecycleerd, nuttig toegepast of verwijderd worden; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen zwaar doorwegen op de gemeentelijke financiën; Overwegende dat de gemeentelijke inkomsten en uitgaven in evenwicht dienen te zijn; Overwegende dat de kosten van inzameling, hergebruik, recyclage, nuttige toepassing en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen verhaald worden op de aanbieders; Overwegende dat de invoering van een gedifferentieerde kohierbelasting de gemeente toelaat het principe “de vervuiler betaalt” toe te passen, waarbij prioriteit gegeven wordt aan afvalvoorkoming, slechts in tweede instantie aan hergebruik en tenslotte recyclage van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen wordt gestimuleerd; Overwegende dat ernaar gestreefd wordt om de kohierbelasting op het hergebruik, de recyclage, de nuttige toepassing en de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen in de gemeenten zo optimaal mogelijk op elkaar af te stemmen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 wordt de belasting op de inzameling en verwijdering van restafval Diftar vastgesteld als volgt : Artikel 2: Huisvuilophaling :
359 §1. Per ophaalpunt wordt maximum één container tot maximum 240 liter gratis ter beschikking gesteld. Eén 1100 liter container wordt enkel gratis ter beschikking gesteld van onderwijsinstellingen, overheidsinstellingen en grotere appartementsblokken, op hun verzoek. §2. Het bedrag van de belasting wordt als volgt samengesteld : Per aanbieding van de container : 40 liter container 0,15 EUR 120 liter container 0,30 EUR 240 liter container 0,60 EUR 1100 liter container 2,93 EUR per kilogram aangeboden afval : 0,25 EUR Artikel 3: Huis-aan-huisophalingen op afroep : - grofvuil : 30,00 euro per afroep (max. 3 m³) - snoeihout : 15,00 euro per afroep (max. 3 m³) Artikel 4: De belasting is verschuldigd door eenieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake huis-aan-huisinzameling van huisvuil, huis-aan-huisophaling op afroep (grofvuil en snoeihout) en de gemengde fractie van het vergelijkbaar bedrijfsafval : a) De referentiepersoon van ieder gezin als zodanig ingeschreven in het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister van de stad. De andere leden van ieder gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. b) Ieder gezin dat op het grondgebied van de stad om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de stad; c) De natuurlijke of rechtspersonen en feitelijke vereniging die als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de stad een landbouw-, tuinbouw- of veeteeltbedrijf exploiteren, een industriële, nijverheids-, handels-, commerciële dienstverlenende activiteit voeren of er een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefenen; d) De overheidsinstellingen (politie, OCMW, …), de onderwijsinstellingen en de verenigingen met een clublokaal. Artikel 5: §1.De belasting wordt ingekohierd door middel van een kohier dat halfjaarlijks opgemaakt en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Het kohier is samengesteld uit de belasting voor de geregistreerde gewichten en de belasting voor de aanbiedingen op het ophaalpunt voor de aangegeven periode. §2. Het aan te rekenen bedrag per belastingplichtige zal minstens 1,18 EUR per maand bedragen. §3. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. §4. De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Artikel 6: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis(rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 7: De ontvangsten zullen geboekt worden op 0/0020/0020-00/7332200. Artikel 8: De gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 wordt opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 9: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 36.
Contantbelasting op het parkeren.
De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissingen dd. 22 december 2008 en dd. 30 maart 2009 waarbij de contantbelasting op het parkeren werd gestemd; Gelet op de heffingstermijn die verstrijkt op 31 december 2013;
360 Gelet op het akkoord van het Schepencollege dd. 12 november 2013; Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 29 november 1999, zijnde het Politiereglement - gemeentelijk aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer betreffende parkeerautomaten; Gelet op het decreet dd. 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen; Gelet op de wet van 20 maart 2007 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer en van de wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorrijtuigen in te voeren; Gelet op het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op het Koninklijk Besluit van 09 januari 2007 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 01 december 1975, art. 2 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit van 7 mei 1999 gewijzigd op 3 maart 2003, 28 september 2005 en 24 augustus 2006, waarbij de personen worden aangewezen die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten kunnen bekomen alsook de ministeries die bevoegd zijn om deze kaart uit te reiken en waarbij het model ervan alsmede de modaliteiten van afgifte, intrekking en gebruik worden bepaald; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op Artikel 298 §2 van het Wetboek der Inkomstenbelasting; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 22 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 en voor een termijn, eindigend op 31 december 2019 wordt er ten voordele van de Stad Oudenaarde een contantbelasting geheven op plaatsen waar de beperking van de parkeertijd gereglementeerd is en waar het verplicht gebruik van de parkeerautomaten van kracht is. Artikel 2: De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking verkiest te parkeren in de zone betalend parkeren, kan hetzij in de voormiddag (betalend van 8.30 u. tot 12.30u.), hetzij in de namiddag (betalend van 14 u. tot 18.30 u.) parkeren op de onder artikel 1 bedoelde plaatsen, tegen betaling van een belasting van 25,00 EUR. Deze gebruiksmodaliteit wordt op de toestellen aangeduid als “tarief 1”. De belasting wordt betaald : a. ofwel vooraf, door het nemen van een ticket uit de parkeerautomaat. b. ofwel binnen de vijf werkdagen na de vaststelling van het ontbreken van het parkeerticket, door middel van het aangehecht overschrijvingsformulier op rekening van de Stad Oudenaarde. c. ofwel door middel van een elektronische parkeerkaart. Artikel 3: In afwijking van artikel 2 wordt de belasting bepaald door “tarief 2” voor de bestuurders die opteren voor een korte parkeerduur. Betaling daarvan geeft recht op een onafgebroken parkeertijd waarvan de duur beperkt wordt volgens de modaliteiten op de toestellen onder “Tarief 2”. Dit tarief is als volgt: - eerste 15 minuten : gratis, een ticket is evenwel verplicht - eerste 30 minuten : 0,50 EUR - 1 uur : 1,00 EUR De maximum parkeertijd van 1 of 3 uur wordt ter plaatse aangeduid op de toestellen. Artikel 4a: Inwoners van de stad die voldoen aan de voorwaarden inzake residentieel parkeren, zoals vastgelegd in het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007, kunnen per wooneenheid twee bewonerskaarten bekomen. Het tarief wordt bepaald op 74,40 EUR per aanslagjaar voor de eerste bewonerskaart en op 125,00 EUR per aanslagjaar voor de tweede bewonerskaart. Artikel 4b: Medici en paramedici (zijnde huisartsen, thuisverplegers, kinesisten en dierenartsen) kunnen een parkeerkaart bekomen voor de volledige zone betalend parkeren. De kostprijs van deze parkeerkaart wordt bepaald op 74,40 EUR per aanslagjaar. Artikel 5: De belasting bepaald in artikel 3 is bij voorafbetaling verschuldigd en betaalbaar door middel van het inbrengen in het apparaat van de daartoe geschikte muntstukken of betaling via proton. De elektronische betaalkaart kan aangekocht worden tegen de waarde van de parkeertijd, verhoogd met 5,00 EUR per stuk. Het toestel om deze kaart te gebruiken (PIAF) kan aangekocht worden tegen 60,00 EUR per stuk.
361 Artikel 6: De straten en pleinen die voorzien zijn van parkeerautomaten worden bepaald bij politiereglement. Artikel 7: Het bewijs van betaling, dit is hetzij de parkeer- of bewonerskaart, vooraf aangekocht of het parkeerticket afgeleverd door de parkeerautomaat moeten door de bestuurder zichtbaar achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht of als er geen voorruit is op het voorste gedeelte van het voertuig. Artikel 8: Overeenkomstig art. 27.3.1 van het verkeersreglement moet het voertuig de parkeerplaats verlaten hebben uiterlijk bij het verstrijken van de toegestane parkeertijd. Artikel 9: Op zon- en feestdagen is er geen belasting verschuldigd. Artikel 10: De minder-validen, houders van een speciale kaart uitgereikt door een officiële instelling, overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999 en latere wijzigingen, worden vrijgesteld van de betaling van het voorgeschreven parkeergeld indien deze kaart zichtbaar is aangebracht op de binnenkant van de voorruit of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig. Artikel 11: Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting wordt de belasting van 25,00 EUR ambtswege ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. De belasting wordt ingekohierd op naam van de houder van de nummerplaat. Artikel 12: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 13: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen Artikel 14: De ontvangsten zullen geboekt worden op het artikel 0020/0020-00/7361100. Artikel 15: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 37. Belasting op het parkeren in de blauwe zone en het parkeren met beperkte parkeertijd. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 september 2009 waarbij de belasting op het parkeren in de blauwe zone werd gestemd; Gelet op de heffingstermijn die verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het akkoord van het Schepencollege dd. 12 november 2013; Gelet op de wet dd. 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid waarin onder meer bepaald werd dat wanneer de gemeenteraden overeenkomstig de wetgeving en de reglementen op de politie van het wegverkeer, reglementen inzake het parkeren vaststellen, die betrekking hebben op parkeren voor een beperkte tijd, het betalend parkeren en het parkeren voorbehouden aan de bewoners, dan kunnen zij parkeerheffingen instellen die van toepassing zijn op motorvoertuigen; Gelet op het Koninklijk Besluit van 22 december 2003 houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake verkeersveiligheid, zijnde 1 maart 2004; Gelet op het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 met betrekking tot de gemeentelijke parkeerkaart; Gelet op het decreet dd. 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens; Gelet op het decreet dd. 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen; Gelet op het Koninklijk Besluit van 09-01-2007 tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 01-12-1975, art. 2 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit van 3 maart 2003 tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 mei 1999, waarbij de personen worden aangewezen die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten kunnen bekomen alsook de ministeries die bevoegd zijn om deze kaart uit te reiken en waarbij het model ervan alsmede de modaliteiten van afgifte, intrekking en gebruik worden bepaald;
362 Gelet op de reglementering van 31 maart 2003 inzake het gebruik van de parkeerschijf; Gelet op de wet van 20 juli 2005 tot wijziging van de gecoördineerde wetten van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op Artikel 298 §2 van het Wetboek der Inkomstenbelasting; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 22 stemmen voor, 2 stemmen tegen en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt er ten voordele van de Stad Oudenaarde een contantbelasting geheven voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is én waar : een blauwe zone-reglementering van toepassing is een zone parkeren met beperkte parkeertijd (kort parkeren / Kiss & Ride zone) van toepassing is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, §2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. Artikel 2a: De belasting voor het parkeren in een blauwe zone wordt als volgt vastgesteld : Gratis voor de wettelijk vastgestelde duur, zijnde 2 uur; Een forfaitair bedrag van 25,00 EUR per halve dag (voormiddag van 9 u. tot 12.30 u – namiddag van 14 u tot 18 u) voor elke periode die langer is dan deze die gratis is ; De duur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf met de vermelding van het uur van aankomst. Deze reglementering is niet van toepassing op de bewoners die de door de gemeente uitgereikte officiële bewonerskaart bekomen hebben overeenkomstig het ministerieel besluit van 3 mei 2004 tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 december 1991, en deze zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig. Per wooneenheid kan één gratis bewonerskaart bekomen worden, voor een tweede bewonerskaart wordt 74,40 EUR aangerekend. Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991. Artikel 2b: In de zone waar parkeren met beperkte parkeertijd is toegelaten wordt de maximum parkeerduur bepaald door middel van verkeersborden.Indien hier langer geparkeerd wordt dan de toegestane duur zal een belasting worden geheven van 25,00 EUR; Artikel 3: De belasting is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de stad; deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief; Artikel 4: De gebruiker van een motorvoertuig die de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig plaatst en dit in een blauwe zone, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de belasting binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig. Bij niet-betaling van deze contant te betalen belasting wordt de belasting van 25,00 EUR ambtswege ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. De belasting wordt ingekohierd op naam van de houder van de nummerplaat. Artikel 5: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en
363 gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 6: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen Artikel 7: De ontvangsten zullen geboekt worden op het artikel 0020/0020-00/7361100. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 38. Belasting op het niet afkoppelen van hemelwater. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 2 maart 2009 waarbij een belasting werd geheven op het niet afkoppelen van hemelwater; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het feit dat het tarief dateert van 2009 en het billijk is dit aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op het voorstel aan het schepencollege dd. 4 november 2013 aangaande de tariefaanpassing; Gelet op het reglement van 2 maart 2009 houdende het vaststellen van de reglementering met betrekking tot de tussenkomst van de Stad Oudenaarde in de kosten voor afkoppeling op particulier domein van de hemelwaterafvoer van het afvalwaternet; Overwegende dat dit reglement de verplichting oplegt tot optimale afkoppeling van hemelwater in volgende 3 in het reglement opgesomde situaties : - de Stad Oudenaarde legt een gescheiden riolering aan en wordt daarvoor gesubsidieerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) die de optimale afkoppeling van de betrokken particuliere eigendommen eist als voorwaarde voor subsidiëring - de Stad Oudenaarde legt een 2-DWA riolering aan op het openbaar domein waarbij afkoppeling onafwendbaar is om wateroverlast te vermijden - de aanleg van iba’s door de Stad Oudenaarde op particulier domein waarbij afkoppeling noodzakelijk is voor de goede werking van de iba. Overwegende dat in de 3 voornoemde situaties – tenzij het gebouwen betreft waarvoor de bouwaanvraag dateert van na 31/01/2000 en waarbij de riolering gescheiden vergund werd maar in strijd met de vergunning toch gemengd werd uitgevoerd – de stad de afkoppelingskosten integraal ten laste neemt volgens het ontwerpplan, opgemaakt door de afkoppelingsadviseur en goedgekeurd door de gemeente; Overwegende dat voor woningen, gebouwd vanaf 31/01/2000 en bij grote verbouwingen na 31/01/2000 de afkoppeling van hemelwater en afvalwater wordt opgelegd in de stedenbouwkundige vergunningen en/of aangeduid is op het goedgekeurde plan horende bij de stedenbouwkundige vergunning; dat deze afkoppeling evenwel niet altijd gerealiseerd wordt in overeenstemming met de bouwvergunning; Overwegende dat fiscale maatregelen dienen getroffen te worden tegenover eigenaars die, binnen de zones waar de stad de afkoppelingskosten ten laste neemt, zich onttrekken aan de regelgeving door : - de afkoppeling te weigeren - het rioolstelsel gemengd uit te voeren daar waar de bouwvergunning de verplichting voorziet om een gescheiden rioolstelsel te installeren - een wederrechtelijke wijziging – installatie gemengde riolering – na de optimale afkoppeling door de stad door te voeren; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;
364 Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting gevestigd op het niet optimaal afkoppelen van hemelwater op privé-terrein in de door de Stad Oudenaarde vastgestelde afkoppelingsprojecten. Artikel 2: Onder afkoppelingsprojecten worden verstaan de aanleg van een gescheiden riolering in de openbare weg zoals vastgesteld in het reglement van 2 maart 2009 houdende het gemeentelijk reglement dat de tussenkomst van de Stad Oudenaarde regelt in de kosten voor afkoppeling op particulier domein van de hemelwaterafvoer van het afvalwaternet. Het betreft de volgende 3 in het reglement vastgestelde situaties : - de Stad Oudenaarde legt een gescheiden riolering aan en wordt daarvoor gesubsidieerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) die de optimale afkoppeling van de betrokken particuliere eigendommen eist als voorwaarde voor subsidiëring - de Stad Oudenaarde legt een 2-DWA riolering aan op het openbaar domein waarbij afkoppeling onafwendbaar is om wateroverlast te vermijden - de aanleg van iba’s door de Stad Oudenaarde op particulier domein waarbij afkoppeling noodzakelijk is voor de goede werking van de iba. Artikel 3: De belasting is verschuldigd door : - de eigenaar van de woning waarvan de bouwaanvraag dateert van vóór 31/01/2000 die bij de uitvoering van de rioleringswerken weigert de afkoppeling zoals bedoeld in artikel 2 van onderhavig reglement te laten uitvoeren - de eigenaar van de woning waarvan de bouwaanvraag dateert van na 31/01/2000 die het hemelwater bij woningen in door de gemeente vastgestelde afkoppelingsprojecten niet afkoppelt zoals beschreven in de stedenbouwkundige vergunning en/of aangeduid op het goedgekeurde plan horende bij de vergunning - de eigenaar die, nadat de Stad Oudenaarde op haar kosten de optimale afkoppeling gerealiseerd en gefinancierd heeft, zijn riolering zonder schriftelijke toestemming van de stad wijzigt en alsnog een gemengde riolering installeert zal eveneens aan de belasting onderworpen worden. Artikel 4: De belasting wordt vastgesteld op een forfaitair bedrag van 1.650,00 euro per jaar voor elk begonnen jaar dat de afkoppeling op privé-terrein niet gerealiseerd is na de uitvoering van de rioleringswerken op het openbaar domein. De inkohiering gebeurt op basis van de opgestelde PV’s. Artikel 5:De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 6: De belasting moet betaald worden binnen de 2 maand na toezending van het aanslagbiljet. Artikel 7: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het college van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Indien hij wenst gehoord te worden, dient hij dit uitdrukkelijk te vermelden in het bezwaar. Artikel 8: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis(rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 39. Belasting op nachtwinkels. De gemeenteraad, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 17 december 2012; Overwegende dat het stadsbestuur erkent dat nachtwinkels voorzien in een socio-economische behoefte van de moderne consument;
365 Overwegende dat nachtwinkels de openbare orde verstoren, de netheid aantasten en de ordehandhavers en gemeentelijke diensten extra belasten; Overwegende dat het gewettigd is om de nachtwinkels hiervoor financieel te laten bijdragen; Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 4 november 2013 aangaande het reglement op de nachtwinkels; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt ten behoeve van de stad Oudenaarde een belasting geheven op nachtwinkels. Artikel 2: Voor de toepassing van het belastingreglement moet onder nachtwinkels worden verstaan elke vestigingseenheid die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen onder ‘verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen’, geen enkele andere handelsactiviteit uitoefent dan deze verkoop, een maximale netto-verkoopoppervlakte heeft van 150 m² en op een duidelijke en permanente manier de vermelding ‘nachtwinkel’ draagt, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening. Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel. Artikel 4: Het bedrag van de belasting : - Openingsbelasting : 5.040,77 euro De openingsbelasting is een éénmalige belasting en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De openingsbelasting is verschuldigd voor het ganse jaar, welke ook de aanvangs- of stopzettingsdatum of de wijziging van uitbating in het jaar is. - Jaarlijkse belasting : 1.008,14 euro per nachtwinkel. Als refertedatum voor het heffen van de jaarlijkse belasting geldt 1 januari van het jaar volgend op de opening of wijziging van uitbating van de nachtwinkel. Het stopzetten of overdragen van de activiteit in de loop van het aanslagjaar geeft geen aanleiding tot enige teruggave. Artikel 5: Nachtwinkels gelegen op het grondgebied van de stad Oudenaarde die hun activiteit startten vóór de inwerkingtreding van dit reglement zijn vrijgesteld van de openingsbelasting. Artikel 6: De openingsbelasting zal worden ingevorderd bij wijze van kohier welke wordt opgemaakt op basis van de vestigings- en uitbatingsvergunning hen verleend door het College van Burgemeester en Schepenen. De jaarlijkse belasting zal worden ingevorderd bij wijze van kohier welke wordt opgemaakt op basis van de gekende vestigingen van de nachtwinkels. Zolang geen stopzetting werd doorgegeven aan het College van Burgemeester en Schepenen zal de jaarlijkse belasting worden geheven. De belasting moet betaald worden binnen de 2 maand na toezending van het aanslagbiljet. Artikel 7: Elke wijziging of stopzetting van een vestiging van een nachtwinkel dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtige onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden meegedeeld aan het stadsbestuur. Artikel 8: Alle bepalingen inzake openingsuren en dergelijke meer zijn opgenomen in de politieverordening betreffende de vestiging, de uitbating en de openingsuren van nachtwinkels. Artikel 9: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
366 Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 10: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen . Artikel 11: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0020-00/7340800. Artikel 12: Deze beslissing zal voor kennisname overgemaakt worden aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 40. Belasting op de verschillende wijzen van lijkbezorging inzake personen die niet in de gemeente woonden en er niet overleden zijn. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 november 2007 waarbij een belasting werd geheven op de verschillende wijzen van lijkbezorging inzake personen die niet in de gemeente woonden en er niet overleden zijn; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 en 10 november 2005 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2006 tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de schriftelijke kennisgeving van de laatste wilsbeschikking; Gelet op het feit dat het tarief dateert van 2007 en het billijk is dit aan te passen aan de huidige levensduurte;; Gelet op de nota aan het College van Burgemeester en Schepenen dd. 14 oktober 2013 aangaande de tariefaanpassing; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelasting; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op Artikel 298 §2 van het Wetboek der Inkomstenbelasting; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 en voor een termijn, eindigend op 31 december 2019, wordt een belasting geheven voor het begraven van een lichaam of van de as, verstrooien en bijzetten in columbarium van de stoffelijke resten van personen die niet te Oudenaarde overleden zijn en ook niet ingeschreven zijn in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de stad Oudenaarde. Artikel 2: Deze belasting is niet verschuldigd voor de overledenen die : - Bijgezet worden in een verleende niet-vervallen concessie - Ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van de stad en aansluitend inwoonden bij bloed- of aanverwanten, buiten de stad, tot op het ogenblik van het overlijden - Ingeschreven waren in één van de bevolkingsregisters van de stad en aansluitend opgenomen waren in een instelling buiten de stad, tot op het ogenblik van overlijden. Artikel 3: De belasting wordt vastgesteld op 315,00 euro. Artikel 4: De belasting dient contant betaald te worden door de aanvrager bij de aanvraag. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 5: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
367 Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 6: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 7: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0990-00/7331400. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname worden overgemaakt aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 41. Belasting op het ontgraven van een lijk. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 maart 2012 en dd. 4 juni 2012 waarbij het tarief voor het ontgraven van een lijk werd vastgelegd; Gelet op het decreet dd. 16 januari 2004, en latere wijzigingen, op de begraafplaatsen en lijkbezorging; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Overwegende dat het tarief dateert van 2012 en het dan ook billijk is het tarief aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 14 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven op het ontgraven van een lijk, alsook voor de ontgraving en de verwijdering of verplaatsing van een asurne, behalve indien de ontgraving of verplaatsing gebeurt ingevolge een gerechtelijk onderzoek. Artikel 2: Het tarief wordt vastgesteld op 260,00 EUR. Artikel 3: De belasting is verschuldigd door de aanvrager, op het ogenblik van de aanvraag. Artikel 4: De belasting moet contant betaald worden, tegen afgifte van een kwitantie. Bij gebreke van contante betaling wordt de belasting van ambtswege ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 5: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 6: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.. Artikel 7: De ontvangsten zullen geboekt worden onder rekening 0990-00/7331400. Artikel 8: De gemeenteraadsbeslissingen dd. 26 maart 2012 en 4 juni 2012 zullen worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Aritkel 9: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen.
368 42. Belasting op het afleveren van administratieve stukken. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissingen dd. 29 maart 2010 en 19 december 2011 waarbij er ten voordele van de stad Oudenaarde een belasting wordt geheven op het afleveren van administratieve stukken; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het feit dat bij verlies van pin- en puk codes nieuwe dienen aangevraagd te worden door de stad en dit kosten en bijkomende administratie meebrengt en het billijk is deze door te rekenen aan de burger; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 14 oktober 2013 met betrekking tot de tarieven van administratieve stukken; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie-en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB-2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt er ten voordele van de stad Oudenaarde een contantbelasting geheven op het afleveren van administratieve stukken. Artikel 2: Het bedrag van de belasting wordt als volgt bepaald : A. Op de afgifte van identiteitskaarten : 1. het identiteitsstuk voor kinderen onder de 12 jaar : gratis 2. de kids-ID : gratis 3. de kids-ID in het kader van de spoedprocedure : - spoed 1 : 170,00 euro, waarin de vergoeding voor het productiecentrum is inbegrepen - spoed 2 : 106,00 euro, waarin de vergoeding voor het productiecentrum is inbegrepen 4. afgifte van elektronische identiteitskaarten aan Belgen, 12 jaar en ouder, en de afgifte van de elektronische vreemdelingenkaart : 2,50 euro, zijnde de gemeentetaks bij de voorziene vastgestelde kostprijs van het Ministerie. 5. voor de afgifte van de eIK aan Belgen en de afgifte van de elektronische vreemdelingenkaart, in het kader van de spoedprocedure : - spoed 1 : 179,50 euro, waarin de vergoeding voor het productiecentrum en de gemeentetaks zijn inbegrepen - spoed 2 : 115,50 euro, waarin de vergoeding voor het productiecentrum en de gemeentetaks zijn inbegrepen B. Afgifte, vernieuwing, verlenging en vervanging van verblijfsbewijzen en verblijfsdocumenten aan vreemdelingen : 1. afgifte, vernieuwing en vervanging (redenen : foto niet meer gelijkend, verandering van identiteit of van burgerlijke stand, woonstverandering in de gemeente of overbrenging van verblijfsplaats naar een andere gemeente) van verblijfsbewijzen en attesten van immatriculatie : 6,50 euro 2. vervanging (bij beschadiging, verlies, diefstal of vernietiging) van verblijfsbewijzen en attesten van immatriculatie : 8,00 euro 3. verlenging van bewijzen van inschrijving in het vreemdelingenregister : 1,50 euro 4. aflevering van de bij het KB van 8 oktober 1981 (en latere wijzigingen) gepubliceerde bijlagen : 6,50 euro met uitzondering van de bijlage 22 welk document kosteloos wordt afgeleverd 5. verlenging van de bij het KB van 8 oktober 1981 (en latere wijzigingen) gepubliceerde bijlagen : 1,50 euro 6. verlies van de bij het KB van 8 oktober 1981 (en latere wijzigingen) gepubliceerde bijlagen : 8,00 euro C. afgifte van internationaal reispaspoort :
369 Afgifte van paspoorten, gewone- en spoedprocedure : 24,00 euro voor 5 jaar D. afleveren van huwelijksboekje : 21,00 euro E. documenten afgeleverd bij de aangifte van geboorte en overlijden : 6,00 euro F. het afleveren van allerlei andere getuigschriften, attesten, uittreksels en vergunningen die ambtshalve of op verzoek worden afgeleverd : gratis G. afgifte van rijbewijs : 5,00 euro, zijnde de gemeentetaks bij de voorziene vastgestelde kostprijs van het Ministerie H. aanvraag nieuwe pin- en puk code : 5,00 euro per aanvraag. Artikel 3: Bij de afgifte van de kids-ID, de elektronische identiteitskaarten aan Belgen van 12 jaar en ouder en de afgifte van de elektronische vreemdelingenkaart dient te worden verstaan onder spoedprocedure : - spoed 1 : vóór 15.00 uur aangevraagd wordt de volgende dag geleverd - spoed 2 : vóór 15.00 uur aangevraagd wordt 2 dagen later geleverd. Artikel 4: De belasting is contant te betalen en wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen die een verzoek tot bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van hun aanvraag het bedrag van de belasting in bewaring geven indien dit document niet onmiddellijk bij de aanvraag kan afgeleverd worden. De bedragen van de gemeentebelasting, de kostprijs van de kids-ID, de eIK, het kanselarijrecht en de productieprijs van een internationale reispas en de kosten voor de eventuele spoedprocedure, te betalen aan de bevoegde Federale Overheidsdienst, worden eveneens geïnd op het ogenblik van de ondertekening van het basisdocument. Het bewijs van de betaling van de belasting blijkt uit het kassaticket. Bij gebrek aan betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Artikel 5: Zijn van de belasting vrijgesteld : - de stukken die in uitvoering van een wet, een KB of een overheidsverordening door het gemeentebestuur kosteloos moeten worden afgeleverd - de stukken afgeleverd aan administratieve overheden, gerechtelijke instanties en aan de intercommunales waar de stad in de beheerraad is vertegenwoordigd - de stukken afgeleverd aan behoeftigen, de behoeftigheid wordt door elk overtuigend bewijsstuk gestaafd - de machtigingen betreffende godsdienstige of politieke manifestaties, en de activiteiten die als dusdanig reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de Stad Oudenaarde - de geldigverklaring van aanvraagformulieren voor vermindering van de NMBS, de Lijn en andere openbare vervoerdiensten - het gelijkvormig verklaren van facturen voor ‘toekenning van steun aan kleine graanproducenten’ - attest laatste wilsbeschikking - attest van afstand van organen. Artikel 6: De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken welke krachtens een wet, een KB of een overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de gemeente onderworpen is. Uitzondering wordt gemaakt voor de rechten welke de met het afleveren van reispassen belaste gemeenten ambtshalve toekomen en waarvan in het besluit van de Regent dd. 26 juli 1948 sprake is. Artikel 7: De verzendingskosten van de gevraagde documenten worden integraal teruggevorderd voor zover het correspondentie betreft die rechtstreeks met particulieren en privé-instellingen gevoerd wordt. Deze bepaling is eveneens van toepassing op de stukken die aan voornoemde kosteloos afgeleverd worden. Artikel 8: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 9: Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9 bis (rechtsmiddelen;
370 invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10: De ontvangsten zullen geboekt worden op het rekening 0020-00/7315000, 0020-00/7318999 en 0020-00/7020001. Artikel 11: De Gemeenteraadsbeslissingen dd. 29 maart 2010 en 19 december 2011 worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 12: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 43. Belasting op stand- en plaatsrechten op markten. De gemeenteraad Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 24 november 2008 waarbij de belasting op stand- en plaatsrechten werd geheven; Gelet op de heffingstermijn welke verstrijkt op 31 december 2013; Gelet op het feit dat de tarieven dateren van 2009 en het billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op het akkoord van het Schepencollege dd. 28 oktober 2013 aangaande de tariefaanpassing; Gelet op het verslag van de marktcommissie dd. 7 november 2013; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de omzendbrief BB2008/07 van 18 juli 2008 met betrekking tot het decreet betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelasting; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 43 §2, 15°; Gelet op de financiële toestand van de stad; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Voor de periode van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2019 wordt een belasting geheven op stand- en plaatsrechten op markten. De tarieven worden vastgesteld als volgt : Art. 2.1. : voor de markt op donderdag : 1. Voor ingesloten kramen : per dag : 2,75 EUR per lopende meter met een minimum van 10,00 EUR per semester : 52,00 EUR per lopende meter per jaar : 81,00 EUR per lopende meter 2. Voor hoekkramen : per dag : 3,50 EUR per lopende meter met een minimum van 10,00 EUR per semester : 67,00 EUR per lopende meter per jaar : 112,00 EUR per lopende meter 3. In het kader van de publiciteitsactie zal aan de “risico’s” (vergoedingen vastgesteld per dag) een extra bijdrage van 1,50 EUR aangerekend worden op de te betalen standplaatsvergoeding. 4. Voor het parkeren van voertuigen achter en tussen de kramen : 12,50 EUR per marktdag per auto De standplaatsen worden verhuurd voor een termijn van 1 jaar, betaalbaar per jaar of per zes maanden. Art. 2.2 : De betaling moet geschieden door de marktkramer op eerste verzoek tot betaling binnen één maand na het versturen van de betalingsaanvraag en voor het 2de semester ten laatste op 1 juli van het lopende dienstjaar. Een marktkramer voor het eerste jaar op de markt betaalt in verhouding van de verstreken periode. Art. 2.3 : De belasting voor de standplaats per dag is contant te betalen tegen kwijting of tegen afgifte van een abonnement of vignet. Bij gebreke aan betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting. Art. 3.1 : voor de boerenmarkt : Catergorie A : Marktkramers met een rechtstreekse afzet van eigen geteelde of gekweekte producten naar de consument : per jaar : 168,00 EUR per standplaats. Categorie B : Overige marktkramers die geen rechtstreekse afzet van eigen geteelde of gekweekte producten naar de consument hebben : per jaar : 745,00 EUR per standplaats. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoekkramen en ingesloten kramen. De standplaatsen worden verhuurd voor een termijn van 1 jaar, betaalbaar per jaar of per zes maanden. De belasting is contant te betalen tegen kwijting. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.
371 Elektriciteit wordt forfaitair aangerekend zoals voor de wekelijkse markt. Bij de aanvraag van een standplaats wordt het verbruik aangegeven. Artikel 4: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0020-00/7360000. Artikel 5: De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Indien de belastingplichtige wenst gehoord te worden, dient hij daar uitdrukkelijk om te vragen in zijn bezwaarschrift. Artikel 6 : Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken I (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten; rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 7: Deze beslissing zal voor kennisname overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 44. Gemeentelijke saneringsbijdrage. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 november 2012 waarbij de retributie op de gemeentelijke saneringsbijdrage werd goedgekeurd; Gelet op het decreet dd. 24 december 2004 tot begeleiding van de begroting waarbij aan de drinkwatermaatschappijen een saneringsplicht wordt opgelegd voor het door hen geleverde drinkwater. De drinkwatermaatschappijen kunnen aan de gemeentelijke saneringsplicht voldoen door een overeenkomst te sluiten met de stad, een gemeentebedrijf, een intercommunale of een intergemeentelijk samenwerkingsverband; Gelet op de overeenkomst afgesloten tussen TMVW en de Stad Oudenaarde teneinde aan de saneringsplicht te voldoen; Overwegende dat het aangewezen is om de vervuiler te laten bijdragen in de kosten voor sanering van het door hem geproduceerde afvalwater; Overwegende dat de gemeenteraadsbeslissing dd. 26 november 2012 voorziet dat de gemeentelijke saneringsbijdrage hetzelfde tarief zal zijn als het intercommunaal tarief van TMVW; Overwegende dat nagenoeg alle vennoten van TMVW het intercommunaal tarief volgen;; Overwegende dat het aangewezen is om ook voor de volgende jaren het intercommunaal tarief van TMVW te volgen; Overwegende dat, teneinde de gelijkheid tussen de verschillende gebruikers te behouden, het tarief voor eigen waterwinners te verhogen voor 2014; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 12 november 2013; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf aanslagjaar 2014 wordt de gemeentelijke saneringsbijdrage gelijkgesteld met het intercommunaal tarief van TMVW. De Gemeenteraad geeft machtiging aan het College van Burgemeester en Schepenen om zo spoedig mogelijk het exacte tarief vast te stellen. Voor volgende jaren zal de gemeentelijke saneringsbijdrage ook hetzelfde tarief zijn als het intercommunaal tarief van TMVW. Artikel 2: Het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage, aanslagjaar 2014, voor de eigen waterwinners wordt vastgelegd op 0,77 euro/m³ (excl. BTW) Artikel 3: De gemeentelijke saneringsbijdrage voor groot verbruikers zal maximum 50.000,00 euro (excl. BTW) bedragen. Artikel 4: De Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 november 2012 wordt opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing.
372 Artikel 5: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen TMVW. 45. Retributie op de verkoop van compostvaten. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 waarbij een retributie geheven werd op de verkoop van compostvaten; Overwegende dat de tarieven reeds dateren van 2011 en het dan ook billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 23 september 2013 waarbij de aanpassing van de tarieven werd goedgekeurd; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van gemeentelijke niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 worden de tarieven voor de verkoop van : - compostvaten : 19,00 euro/compostvat (incl. BTW) - beluchtingsstok : 4,15 euro/stok (incl. BTW) - compostvat + beluchtingsstok : 23,00 euro (incl. BTW). Artikel 2: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 3: De ontvangsten zullen geboekt worden op 8/0309/0309-01/7000007. Artikel 4: Bij het van kracht worden van huidige Gemeenteraadsbeslissing wordt de beslissing dd. 28 november 2011 opgeheven. Artikel 5: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 46.
Retributie handelsafval op het containerpark.
De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 waarbij een retributie geheven werd voor het handelsafval op het containerpark; Overwegende dat de tarieven dateren van 2011 en dat het dan ook billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Overwegende dat bij het huidige systeem twee types afstempelkaarten bestaan afhankelijk van het aangeboden afval en het eenvoudiger is één stempelkaart te gebruiken; Overwegende dat door Vlarema de lokale overheden decretaal verplicht worden om voor bepaalde afvalfracties kosten aan te rekenen zodat een gratis containerpark niet langer tot de mogelijkheden behoort en de fracties grofvuil, steenpuin en landbouwfolie hiertoe behoren; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 23 september 2013 waarin de tarieven werden goedgekeurd; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van gemeentelijke niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 wordt een retributie geheven op het aanvoeren van : - Papier en karton, glas, metalen - Geëxpandeerd polystyreen (piepschuim met bolletjesstructuur), behalve verpakkingen van etenswaren - Grof vuil, harde plastics, bloempotjes, houtafval, inert bouw- en sloopafval, tuinafval - landbouwfolie door handelsbedrijven, zijnde die natuurlijke of rechtspersonen die in hoofdzaak activiteiten ontplooien gericht op kopen en verkopen, waarbij het product rechtstreeks aan de eindgebruiker wordt afgeleverd,
373 alsook door zelfstandigen en bijberoepen die niet noodzakelijk bezig zijn met verkoop van goederen maar ook het leveren van diensten (bv. bouw- en tuinaannemers, boekhouding, …). De bedrijven/handelaars/zelfstandigen moeten gevestigd zijn op het grondgebied van Oudenaarde. De aangevoerde materialen, moeten voorgesorteerd en in zuivere toestand worden aangeboden. Artikel 2: De retributie wordt vastgesteld op : - 8,00 euro/m³ (1 stempel) voor goedkope afvalfracties (papier en karton, glas, geëxpandeerd polystyreen, metalen) - 8,00 euro/m³ (1 stempel) voor landbouwfolie - 16,00 euro/m³ (2 stempels) voor dure afvalfracties (grofvuil, harde plastics, bloempotjes, houtafval, inert bouw- en sloopafval, tuinafval). De eenheidsmaat is bepaald op 1 m³. Elk deel kleiner dan 1 m³ wordt als 1 m³ beschouwd. Artikel 3: Het bedrijfsafval mag enkel aangevoerd worden tijdens de speciale openingsuren voor handelsbedrijven. Industrieel afval wordt niet aanvaard. De nettovracht mag hoogstens 2 m³ per dag bedragen, aan te voeren in maximaal 2 ritten. Voor tuinafval wordt de hoeveelheid aan te voeren afval beperkt tot 4 m³/week. Artikel 4: De betaling van de retributie wordt geregeld met stempelkaarten, te verkrijgen op de Financiële Dienst. De stempelkaarten zijn per stuk verkrijgbaar aan 80,00 euro per kaart. Eén stempel staat gelijk aan een waarde van 8,00 euro. De kaarten staan op naam en zijn niet inruilbaar. De kaarten reeds afgeleverd conform de Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 kunnen verder gebruikt worden. Artikel 5: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 6: De ontvangsten zullen geboekt worden op 8/0309/0309-01/7332500. Artikel 7: De Gemeenteraadsbeslissing dd. 28 november 2011 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 47.
Retributie op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein.
De gemeenteraad, Gelet op het feit dat de stad en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied; Gelet op het feit dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein; Gelet op de goedkeuring door de stad van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden; Gelet op het feit dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten, de Vlaamse Administratie van Wegen en Verkeer en van Binnenlandse Aangelegenheden; Gelet op het feit dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling, voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van gemeentelijke niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 43, §2, 15°: BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Algemeen Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijke openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen. Permanente nutsvoorzieningen zijn :
374 Alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …) inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof, - telecommunicatie, - radiodistributie en kabeltelevisie, - de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden, - alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen. De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad. Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2014 voor een termijn eindigend op 31 december 2016. Artikel 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,00 euro, voor werken in voetpaden 1,50 euro en voor werken in aardewegen 0,90 euro. Wanneer in dezelfde sleuf gelijktijdig werken uitgevoerd worden voor twee of meer nutsvoorzieningen bedraagt voormelde retributie voor de eigenaar van elke nutsvoorziening 60 % van hogervermeld(e) bedrag(en). Een begonnen dag geldt voor een volledige dag. Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht. Artikel 3: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen. Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m³, wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad aanwezig aansluitingspunt. Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad. Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad. Artikel 4: Inning. De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. Artikel 5: Definitief karakter. Indien geen bezwaren worden ingediend gedurende het openbaar onderzoek zal deze verordening als definitief worden aanzien en aan de hogere overheid worden toegezonden voor toepassing van het algemeen toezicht. -
48. Retributie voor de inschrijvingsgelden, uitleenvergoeding en gebruik snoezelruimte van de speel-o-theek. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 2 maart 2009 met betrekking tot de inschrijvingsgelden en uitleenvergoeding voor de speel-o-theek; Gelet op het feit dat de lidgelden voor de speel-o-theek reeds geruime tijd ongewijzigd bleven; Gelet op het feit dat het billijk is de tarieven aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op het voorstel aan het Schepencollege dd. 28 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van gemeentelijke niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen
375 Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 zullen volgende inschrijvingsgelden worden gevraagd voor de speel-o-theek : - gezinnen : 5,10 euro - van de 1° tot en met de 5° klas of pedagogische eenheid : 20,40 euro - vanaf de 6° klas of pedagogische eenheid : 5,10 euro - voor scholen voor buitengewoon onderwijs, van de 1° tot en met de 5° klas : 20,40 euro - voor scholen voor buitengewoon onderwijs, vanaf de 6° klas of pedagogische eenheid : 5,10 euro. Artikel 2: Het tarief voor gebruik van de snoezelruimte : 1,50 euro per beurt. Artikel 3: Er wordt een boete van 0,25 euro aangerekend per stuk en per begonnen week laattijdigheid. Artikel 4: Bij beschadiging of verlies van het spel- of bezigheidsmateriaal en literatuur wordt het volgende aangerekend : 1. als een onderdeel van het materiaal verloren of kapot is : 1.1 ingeval het onderdeel bestelbaar of herstelbaar is, wordt het aankoopbedrag van het te bestellen onderdeel of de kosten van herstelling van het onderdeel aan de schadeveroorzaker aangerekend mits ondertekening van een verklaring van verlies of schade 1.2 ingeval het onderdeel niet herstelbaar is, noch in de handel verkrijgbaar, maar het materiaal nog optimaal bruikbaar is, wordt 2,50 euro per onderdeel aan de schadeveroorzaker aangerekend 1.3 ingeval het onderdeel niet herstelbaar is, noch in de handel verkrijgbaar en het materiaal hierdoor niet meer bruikbaar is, wordt volgende regeling getroffen : - als de aankoopwaarde van het bezigheidsmateriaal minder dan 124,00 euro bedraagt, wordt deze kostprijs aan de ontlener aangerekend met vermindering van een jaarlijkse afschrijfwaarde van 10 % tot maximaal 50 % - als de aankoopwaarde van het bezigheidsmateriaal meer dan 124,00 euro bedraagt, wordt het te betalen bedrag van schade ter bespreking voorgelegd. 2. als het bezigheidsmateriaal volledig kapot of verloren is : 2.1 door roekeloos gebruik : zie punt 1.3 2.2 door slijtage : het materiaal wordt heraangekocht door de speel-o-theek 3. als het bezigheidsmateriaal volledig defect is, maar nog herstelbaar : 3.1 door roekeloos gebruik : de herstellingskosten worden aan de schadeverwekker aangerekend 3.2 door slijtage : de herstellingskosten zijn ten laste van de speel-o-theek Artikel 5: De retributie is betaalbaar bij de aanvraag om het materiaal te ontlenen. De betaling van de schadekosten van de materialen gebeurt via een onkostennota opgemaakt door de speel-o-theek. De betaling gebeurt door storting op rekening van het Stadsbestuur van Oudenaarde Artikel 6: De ontvangsten van het lidgeld, de uitleenvergoedingen en het gebruik van de snoezelruimte worden geboekt op rekening 0909-02/7010002. Artikel 7: De gemeenteraadsbeslissing dd. 2 maart 2009 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van de huidige beslissing. Artikel 8: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 49. Retributie voor het gebruik van elektriciteit. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 25 maart 2013 waarbij een retributie gevestigd werd op het gebruik van elektriciteit; Gelet op artikel 6 van het BTW-wetboek waardoor de Stad Oudenaarde sinds 1 juli 2007 voor bepaalde zaken aan de BTW onderworpen is; Overwegende dat de stad Oudenaarde eveneens BTW-plichtig is voor de verkoop van elektriciteit; Overwegende dat de stad Oudenaarde bijgevolg de BTW op de verkochte elektriciteit dient door te storten aan de Belgische staat en het derhalve billijk is dat de verbruikers van de elektriciteit de BTW aan de stad Oudenaarde betalen; Overwegende dat de tarieven dateren van 2009 en het billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 28 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten;
376 Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 94 met betrekking tot de invordering van gemeentelijke niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Vanaf 1 januari 2014 worden de tarieven voor het gebruik van elektriciteit vastgesteld als volgt: A. voor de marktkramers per stekker van 16 ampère of 2 x 32 ampère : - 121,00 EUR (excl. BTW) per jaar, van 1/1 tot en met 31/12 - 90,00 EUR (excl. BTW) per half jaar, van 1/1 tot en met 30/06 en/of van 1/7 tot en met 31/12 per stekker van 3 x 32 ampère : - 181,00 EUR (excl. BTW) per jaar, van 1/1 tot en met 31/12 - 133,00 EUR (excl. BTW) per half jaar, van 1/1 tot en met 30/06 en/of van 1/7 tot en met 31/12 per stekker van 3 x 63 ampère : - 240,00 EUR (excl. BTW) per jaar, van 1/1 tot en met 31/12 - 181,00 EUR (excl. BTW) per half jaar, van 1/1 tot en met 30/06 en/of van 1/7 tot en met 31/12 B. voor de kermiskramen en woonwagens per stopcontact van 1 x 16 ampère : 121,00 EUR (excl. BTW) per periode van 10 dagen per stopcontact van 2 x 32 ampère : 121,00 EUR (excl. BTW) per periode van 10 dagen per stopcontact van 3 x 32 ampère : 181,00 EUR (excl. BTW) per periode van 10 dagen per stopcontact van 3 x 63 ampère : 301,00 EUR (excl. BTW) per periode van 10 dagen C. voor de kermissen in de deelgemeenten per stopcontact van 1 x 16 ampère : 12,00 EUR (excl. BTW) per dag per stopcontact van 2 x 32 ampère : 12,00 EUR (excl. BTW) per dag per stopcontact van 3 x 32 ampère : 18,00 EUR (excl. BTW) per dag per stopcontact van 3 x 63 ampère : 30,00 EUR (excl. BTW) per dag D. voor de avondmarkten – braderijen – halve-dag activiteiten per stopcontact van 1 x 16 ampère : 6,00 EUR (excl. BTW) per halve dag per stopcontact van 2 x 32 ampère : 6,00 EUR (excl. BTW) per halve dag per stopcontact van 3 x 32 ampère : 9,00 EUR (excl. BTW) per halve dag per stopcontact van 3 x 63 ampère : 15,00 EUR (excl. BTW) per halve dag E. voor andere activiteiten voor het gebruik van een electriciteitskast, inclusief verbruik : 27,00 euro (excl. BTW) per dag Artikel 2: Waterverbruik : Voor het gebruik van een standpijp, incl. verbruik : 11,00 euro (excl. BTW) per dag. Uitzondering voor circussen : effectief verbruik tegen geldend drinkwatertarief. Artikel 3: Met de betrokken marktkramers/foorreizigers die kiezen voor aansluiting, zal een contract worden afgesloten voor één jaar of zes maanden. Dit contract is stilzwijgend vernieuwbaar. Het kan slechts afgesloten worden of stilzwijgend verlengd worden op voorlegging van het bewijs waaruit blijkt dat de overeenstemmende vergoeding werd betaald op rekening BE80-0910-0031-5277 van het stadsbestuur van Oudenaarde. Artikel 4: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 5: Het is, om veiligheidsredenen, verboden aan te sluiten bij particulieren. Artikel 6: Bij niet naleving van de bepalingen van dit retributiereglement kan betrokkene, op zijn kosten en risico, van de standplaats verwijderd worden. Artikel 7: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0500-00/7000099 en 0710-00/7000099 Artikel 8: De gemeenteraadsbeslissing van 25 maart 2013 wordt opgeheven met ingang van het van kracht worden van huidige Gemeenteraadsbeslissing. Artikel 9: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen 50. Retributie voor het voltrekken van huwelijksplechtigheden en voor het registreren van wettelijke samenlevingen met ceremonie op zaterdag. De gemeenteraad,
377 Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 24 oktober 2011 met betrekking tot de retributie voor het voltrekken van huwelijksplechtigheden en voor het registreren van wettelijke samenlevingen met ceremonie op zaterdag; Overwegende dat dit tarief dateert van 2011 en dat het dan ook billijk is dit aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 14 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 wordt het tarief voor het voltrekken van huwelijksplechtigheden en voor het registreren van wettelijke samenlevingen met ceremonie op zaterdag vastgesteld op 240,00 euro. Artikel 2: De retributie wordt contant betaald bij de aanvraag door de aanvrager. Bij kwijting zal een ontvangstbewijs overhandigd worden als bewijs. Artikel 3: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 4: Bij het van kracht worden van huidige Gemeenteraadsbeslissing zal de beslissing dd. 24 oktober 2011 worden opgeheven. Artikel 5: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0130-00/7020003. Artikel 6: Deze beslissing zal voor kennisname overgemaakt worden aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 51. Retributie betreffende tarieven stedelijke begraafplaatsen. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissingen dd. 26 maart 2012 waarbij de tarieven voor de stedelijke begraafplaats werden vastgelegd; Overwegende dat de tarieven dateren van 2012 en dat het aangewezen is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 14 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het decreet dd. 16 januari 2004, en latere wijzigingen, op de begraafplaatsen en lijkbezorging; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: De bevoegdheid tot het verlenen van concessies op de stedelijke begraafplaats Pontstraat, wordt opgedragen aan het College van Burgemeester en Schepenen. De term ‘concessies’ in dit reglement omvat zowel graf- als nisconcessies. Met ingang van 1 januari 2014 worden hiernagenoemde tarieven van toepassing. Artikel 2: Er worden concessies toegestaan voor een termijn van 30 jaar. Deze concessies kunnen hernieuwd worden n.a.v. een bijzetting of op de vervaldatum van de concessie. Artikel 3: Voor nieuwe concessies worden volgende tarieven toegepast : Grafconcessie 1 persoon – 30 jaar – in volle grond 460,00 EUR Grafconcessie 1 urne – 30 jaar – in volle grond
460,00 EUR
Grafconcessie 2 personen – 30 jaar – in een door 1.835,00 EUR (nl. prijs concessie 1.285,00 EUR de stad geplaatste grafkelder + prijs kelder 550,00 EUR)
378 Grafconcessie 2 urnen – 30 jaar – in een door de 1.225,00 EUR (nl. prijs concessie 855,00 EUR + stad geplaatste grafkelder op het urnenveld 370,00 EUR) Nisconcessie 1 urne – 30 jaar
460,00 EUR
Nisconcessie 2 urnen – 30 jaar (= 1 dubbele nis)
920,00 EUR
In de kostprijs voor de grafkelder op de begraafplaats in de Pontstraat is het tweemaal openen van de grafkelder inbegrepen. Artikel 4: Een niet-geconcedeerd graf of columbariumnis op de begraafplaats in de Pontstraat wordt gedurende een periode van 10 jaar (wettelijke termijn) behouden. Artikel 5: De verlenging van een bestaande concessie gebeurt op aanvraag van een belanghebbende : Eeuwigdurende concessie die ingevolge de wet Gratis voor een nieuwe periode van 50 jaar van 20 juli 1971 omgezet werden in concessies (ingevolge wetgeving) van 50 jaar Een niet-geconcedeerd graf of columbariumnissen en alle concessies vermeld in artikel 3 kunnen onbeperkt verlengd worden tegen 260,00 EUR per overledene voor een periode van 5 jaar. De hernieuwing van de concessie dient aangevraagd te worden vóór de vervaldatum. Wanneer bij het verstrijken van de oorspronkelijke concessieduur voor de concessie van 30 jaar niemand of niet alle begunstigden werden bijgezet in de concessie dan kan aan de concessiehouder, op dezelfde plaats, een concessie voor eenzelfde termijn als de oorspronkelijke concessie toegestaan worden mits betaling van het retributietarief dat van toepassing is op de datum van de hernieuwing van de concessie. Wanneer een nieuwe concessie aangevraagd wordt ter vervanging van een oude concessie, wordt er geen rekening gehouden met de kostprijs van de oorspronkelijke concessie. Artikel 6: De term ‘bijzetting’ omvat de plaatsing van een lijkkist of een asurne in een bestaande, nog niet volzette, geldige concessie. Voor de concessies op de deelgemeenten geldt bovendien dat de plaats voorzien voor één lijkkist mag ingenomen worden door maximum drie asurnen. In grafkelders mogen geen asurnen tussen de plaatsen voorzien voor de lijkkisten geplaatst worden. Het tarief voor de hernieuwing op aanvraag ten gevolge van een bijzetting wordt als volgt bepaald : (P x BT) / OT, met een minimum van 75,00 euro. P : concessietarief op het ogenblik van de bijzetting BT : bijkomende termijn waarmee de concessie verlengd wordt OT : oorspronkelijke termijn van de concessie. Voor de bijzetting in een concessie vergund voor de wet van 20 juli 1971 wordt een bijzettingstaks van 175,00 euro aangerekend. De einddatum van deze concessie wordt niet verlengd. Wanneer nog geen volledig jaar verstreken is sinds de vorige bijzetting wordt een bijzettingstaks van 75,00 euro aangerekend. De einddatum van deze concessie wordt niet verlengd. Artikel 7: Er wordt een vergoeding gevraagd van 60,00 euro voor het leveren en aanbrengen van de naamplaatjes van de personen van wie de as verstrooid werd op de asweide, alsook voor de naamplaatjes aan de columbariumnissen. De naamplaatjes worden via het stadsbestuur besteld en blijven gedurende een periode van 15 jaar behouden. Artikel 8: De grafzerken voor het urnenveld worden besteld en geplaatst via het stadsbestuur. Platte steen voor niet-geconcedeerde grond en 255,00 euro concessies (behalve kelders) Afmetingen 60 x 60 x 5 met gegraveerde naam + geboortejaar + overlijdensjaar van de overledene
379 Platte steen voor de grafkelders
340,00 euro
Afmetingen 65 x 65 x 5 met de gegraveerde namen + geboortejaar + overlijdensjaar van de beide personen van wie de asurne in de kelder dient bijgezet te worden Artikel 9: Overeenkomstig het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging dd. 16 januari 2004, artikel 21, vallen de kosten van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand aangestelde geneesheer bij crematie, ten laste van de woonplaats van de overledene. Het tarief dat de aangestelde geneesheer te Oudenaarde mag aanrekenen wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand vastgesteld. Artikel 10: Het bedrag van elke nieuwe concessie moet vóór de bijzetting gestort worden. Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 11: Voor het gebruik van de neutrale afscheidsruimte wordt een vergoeding van 60,00 euro (excl. BTW) aangerekend. De inrichtingskosten vallen ten laste van de aanvrager. De toewijzing van het lokaal en voorwaarden gebruik worden bepaald door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 12: De ontvangsten zullen geboekt worden onder artikels 0990-00/7331400, 0990-00/7331300 en 0990-00/7331100, 0990-00/7209999. Artikel 13: De gemeenteraadsbeslissing dd. 26 maart 2012 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 14: Deze beslissing zal voor kennisname, overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 52. Retributie voor het gebruik door particulieren van verkeerssignalisatie eigendom van de stad. De gemeenteraad, Gelet op de Gemeenteraadsbeslissing dd. 26 september 2011 met betrekking tot de retributie voor het gebruik door particulieren van verkeerssignalisatie eigendom van de stad; Overwegende dat de tarieven betreffende het gebruik door particulieren van verkeerssignalisatie eigendom van de stad dateren van 2011 en het billijk is deze aan te passen aan de huidige levensduurte; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 28 oktober 2013 met betrekking tot de tariefaanpassing; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 43 §2, 15°; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 zijn volgende tarieven van toepassing voor het gebruik van verkeerssignalisatie, eigendom van de stad. Artikel 2: De retributie is verschuldigd door de personen aan wie de vereiste machtiging gegeven werd. Ook wanneer de gemeentelijke overheid, krachtens art. 14 van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, en krachtens de artikels 51.1, 51.2, 78.2 van het K.B. van 1.12.1975, ertoe gehouden zijn door andere veroorzaakte verkeersbelemmeringen te signaleren, zal de ingebreke gebleven aanvrager van de vereiste machtiging de retributie verschuldigd zijn. Artikel 3: De retributie wordt vastgesteld als volgt : Omschrijving
Tarief
Set verbodsborden ‘verboden parkeren’/week
11,50 euro
(1 set bestaat uit 2 paaltjes met telkens hierop gemonteerd 1 bordje E1, 1 onderbordje tbv tekst,
380 1 bordje TXa of TXb en 2 voeten) Verkeersbord/stuk/week
1,50 euro
Onderbord of pijltjes/stuk/week
1,00 euro
Wegomlegging en wegwijzer/stuk/week
1,50 euro
Voeten/stuk/week
2,00 euro
Nadarafsluitingen per element/stuk/week
7,00 euro
Verkeerskegel/stuk/week
2,00 euro
Signalisatielamp, zonder batterij/stuk/week
2,00 euro
Batterij voor signalisatielamp teruggenomen)/stuk
(worden
niet 3,00 euro
Verlies of diefstal van bovenvermelde stukken, 10 x tarief uitgezonderd batterijen Onder ‘week’ wordt verstaan een periode van 7 kalenderdagen. Iedere begonnen periode van 7 kalenderdagen wordt als een volledige week aangerekend. Artikel 4: Indien de materialen niet met eigen vervoer worden afgehaald en/of teruggebracht in het stadsmagazijn Paalstraat 9 te Oudenaarde, is volgend tarief verschuldigd voor het vervoer : 1) met kleine bestelwagen : 36,00 euro 2) met vrachtwagen : 46,00 euro. Artikel 5: De materialen kunnen slechts verkregen worden mits voorlegging van de vereiste machtiging, af te geven door het stadsbestuur. Artikel 6: Het benaderend bedrag van de retributie moet ter gelegenheid van de aanvraag bij de aangestelde van het gemeentebestuur in bewaring worden gegeven. Deze zal hiervan een berekening opmaken en een ontvangstbewijs afleveren. Artikel 7: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 8: De gemeenteraadsbeslissing dd. 26 september 2013 zal worden opgeheven bij het van kracht worden van huidige beslissing. Artikel 9: De ontvangsten zullen geboekt worden op rekening 0200-00/7050999. Artikel 10: Deze beslissing zal voor kennisname overgemaakt worden aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. 53. Machtiging aan het college van burgemeester en schepenen tot het vaststellen van retributies. De gemeenteraad, Gelet op art. 29 van het decreet van 23 januari 2009 tot wijziging van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, waarbij art. 43 §2 van het gemeentedecreet wordt gewijzigd; Overwegende dat hierdoor de bevoegdheid van de Gemeenteraard inzake het vaststellen van retributies wordt versoepeld en de Gemeenteraad nog enkel zelf moet beslissen over het kader en de bijzondere voorwaarden van de retributie; Overwegende dat de delegatie enkel activiteiten van vrijetijdsdiensten betreft, onder andere van De Woeker, andere culturele activiteiten, sportactiviteiten; Overwegende dat het vaststellen van de retributie zelf en de wijze van inning aan het College van Burgemeester en Schepenen kan worden gedelegeerd; Gelet op de nota aan het Schepencollege dd. 4 november 2013;
381 Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald Artikel 94 met betrekking tot de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen; Gelet op het Gemeentedecreet Artikel 253 en de Omzendbrief BA 2006/01 dd. 13 januari 2006 houdende regeling voor het Vlaams Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten; BESLUIT: met 24 stemmen voor en 7 onthoudingen Artikel 1: De Gemeenteraad machtigt het College van Burgemeester en Schepenen, met ingang van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2019, tot het vastleggen van de retributies voor deelname aan activiteiten georganiseerd door de vrijetijdsdiensten en voor producten rechtstreeks verbonden aan deze activiteiten, mits inachtneming van volgende algemene voorwaarden : -
dat de retributie verschuldigd is door elke deelnemer aan een activiteit georganiseerd door de vrijetijdssector of aan elke afnemer van een product rechtstreeks verbonden aan deze activiteit
-
dat het College van Burgemeester en Schepenen de uitzondering hierop bepaalt, met name vrijstelling van retributie voor bv. sponsors, subsidieverlenende overheden, geschenkexemplaren, promoties en bijzondere acties
-
dat de tarieven worden bepaald op basis van een raming van de kostprijs per activiteit of per product
-
dat het College van Burgemeester en Schepenen hierop ook kortingen berekend voor abonnementen, speciale doelgroepen (OK-pas, senioren, kinderen, jongeren, …) in verhouding tot de basisprijs.
Artikel 2: De ontvangsten zullen worden geboekt op de respectievelijke rekeningen per dienst (cultuur, toerisme, jeugd, sport, bibliotheek, ….). Artikel 3: Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering gebeuren volgens de procedure voorgeschreven door artikel 94 van het Gemeentedecreet, of langs gerechtelijke weg. Artikel 4: Deze beslissing zal voor kennisname overgemaakt worden aan de Provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen. BESTUUR SOCIALE ZAKEN 54. Toelage noodhulp Syrië 12-12 en de Filipijnen. De gemeenteraad, Gelet op de noodsituatie in Syrië als gevolg van de oorlogssituatie en de noodsituatie in de Filipijnen als gevolg van de tyfoon; Gelet op het feit dat verschillende organisaties oproepen om dringend hulp te verlenen aan de slachtoffers van beide situaties; Overwegende dat het past hiervoor een toelage vast te stellen; Overwegende dat in de begroting 2013 onder artikelnummer 84440/332-02 krediet voorzien is voor het verlenen van deze toelage; Gelet op de nota aan het College dd 7/10/2013; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen; Overwegende dat volgens artikel 9 van deze wet enkel de toelagen vanaf 1.239,47 euro onder toepassing vallen van de wet; Overwegende dat artikel 4 van deze wet voorschrijft dat de aanwending van de toelagen moet bepaald worden door de verstrekker, in dit geval de Gemeenteraad; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; BESLUIT: eenparig Artikel 1: Er wordt een toelage van 1.250 euro toegekend aan de hulpverlening n.a.v. de oorlog in Syrië en een toelage van 1.250 euro aan de hulpverlening n.a.v. de tyfoon in de Filipijnen.
382 Artikel 2: Deze toelage zal verrekend worden op artikelnummer 84440/332-02. Artikel 3: De toelage voor Syrië zal gestort worden op het rekeningnummer van het Belgisch Consortium voor Noodhulpsituaties 12-12 (BE19 0000 0000 1212), met vermelding hulpverlening Syrië en de toelage voor de Filipijnen zal gestort worden op het rekeningnummer van het Rode Kruis (000-0000053-53), met vermelding hulpverlening tyfoon Filipijnen. Artikel 4: de trekkers van de door de stad verleende en uitgekeerde toelagen met een waarde vanaf 1.239,47 euro moeten die toelage aanwenden als volgt: noodhulp. Artikel 5: afschrift van deze beslissing zal overgemaakt worden aan de ontvangerij voor betaalbaarstelling. SECRETARIE 55. Notulen van de gemeenteraadszitting van 21 oktober 2013. Goedkeuring. Aangezien er geen opmerkingen werden geformuleerd over de notulen van de gemeenteraadszitting van 21 oktober 2013, worden deze goedgekeurd. Bij hoogdringendheid aan de agenda toegevoegd punt 56. Bekken van de Bovenschelde. Aanduiden van een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger voor deelname aan de algemene bekkenvergadering op 17 december 2013 en voordracht van een vertegenwoordiger en een plaatsvervanger in het bekkenbureau. De Gemeenteraad Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid; Gelet op het decreet van 19 juli 2013 tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid artikels 15, 16 en 17; Overwegende dat deze decreetswijziging de integratie van het deelbekkenniveau in het bekkenniveau beoogt, zowel wat betreft plannen als structuren; Gelet op de brief van de provinciegouverneur, tevens voorzitter van het bekkenbestuur van het Bovenscheldebekken, dd. 19 september 2013 m.b.t. de vraag tot afvaardiging in de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau. Vraag tot: 1. Aanduiding van een gemeentelijke mandataris voor alle steden en gemeenten die die op het grondgebied van het bekken bevinden. 2. Voordracht van een vertegenwoordiger voor de steden en gemeenten in het bekkenbureau. Per begonnen schijf van 25 gemeenten wordt één gemeentelijke vertegenwoordiger voorzien. Dit zijn 2 vertegenwoordigers voor het Bekken van de Bovenschelde.. De verkozen afgevaardigden voor het bekkenbureau worden geacht standpunten in te nemen en dossiers te behandelen die breder gaan dan het grondgebied van hun eigen gemeente of stad. Het is belangrijk dat deze afgevaardigden voeling hebben met meerdere gemeenten en een effectief aanspreekpunt zijn voor de gemeenten. Vandaar dat deze afgevaardigden niet noodzakelijk gemeentelijke mandatarissen hoeven te zijn, maar bijvoorbeeld evengoed een afgevaardigde van een gemeentelijke rioolbeheerder of een gemeentelijk havenbedrijf kunnen zijn. Deze afgevaardigden hoeven geen mandataris te zijn. Overwegende dat de algemene bekkenvergadering tot taak heeft: 1. goedkeuring van het ontwerp van het bekkenspecifieke deel van het stroomgebiedbeheerplan en het ontwerp van bekkenspecifieke deel van het wateruitvoeringsprogramma; 2. advies verlenen op de waterbeleidsnota; 3. de aanduiding te organiseren van de vertegenwoordigers van de gemeenten en van de polders en wateringen die zetelen in het bekkenbureau; 4. het voorstellen van een adequate bevoegdheidsverdeling van de waterwegen en de onbevaarbare waterlopen ; 5. de toelichting en/of bespreking van belangrijke projecten of intenties binnen het bekken te agenderen.
383 Overwegende dat het bekkenbureau tot taak heeft: 1. Gebiedsgericht en thematisch overleg garanderen door samenwerking met provincies, gemeenten, havenbedrijven, polders en wateringen en diensten van de Vlaamse overheid; 2. Voorbereiden van de algemene bekkenvergadering: ontwerp bekkenspecifiek deel stroomgebiedbeheerplan, wateruitvoeringsprogramma, advies op waterbeleidsnota 3. Advisering investeringsprogramma’s waterbeheerders, investeringsprogramma’s bovengemeentelijke waterzuivering, technische plannen Aquafin, zoneringsplan Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen BESLUIT: eenparig Art. 1 – Zich akkoord te verklaren met de deelname van de gemeente in het Bekken van de Bovenschelde onder voorzitterschap van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen. Hiertoe worden volgende gemeentelijke mandatarissen aangeduid. Effectief lid: schepen Richard Eeckhaut, Spoorweglaan 47, 9700 Oudenaarde Plaatsvervanger:schepen Guy Hove, Ommegangstraat 4, 9700 Oudenaarde Art. 2 – Antwoordformulier A wordt ingevuld gezonden naar het bekkensecretariaat van het Bekken van de Bovenschelde, p/a VMM, Guldensporenpark 105 in 9820 Merelbeke. Art. 3 – Geen voordracht voor een vertegenwoordiger van de steden en gemeenten in het Bekkenbureau van het Bekken van de Bovenschelde te doen onder voorzitterschap van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen.
De vergadering wordt geheven om 22u45.
Goedgekeurd in zitting van 16 december 2013.
De Secretaris,
De Burgemeester-Voorzitter,
L. VANQUICKENBORNE
M. DE MEULEMEESTER