Notitie Opvoeding en participatie
Landelijk Netwerk Moeder- en vadercentra Datum © MOVISIE
Utrecht, 09 maart 2009
Opvoeding en participatie Het Landelijk Netwerk Moedercentra is verheugd over de aandacht van het huidige kabinet voor een aantal knelpunten rondom het hedendaagse gezin, zoals die benoemd worden in de nota Gezinsbeleid 2008. Er wordt veel van ouders verwacht op het gebied van participatie: een baan, vrijwilligerswerk, actief zijn op school, enzovoort. Daarnaast moeten ouders extra aandacht besteden aan de opvoeding van hun kinderen. De moeders en vaders die de moeder- en vadercentra in Nederland bezoeken, zijn de ervaringsdeskundigen bij uitstek op dit gebied. Zij lopen in de praktijk tegen veel obstakels aan. De moeders en vaders namens wie wij in deze notitie spreken, hebben vaak een sociaaleconomische achterstandspositie. Ze leven van een minimuminkomen, zijn alleenstaande ouder, beheersen de Nederlandse taal niet goed, hebben geen opleiding, geen betaald werk en leven in sommige gevallen vrij geïsoleerd. Binnen de circa 45 moeder- en vadercentra in het land werken zij aan hun ontwikkeling vanuit hun eigen kwaliteiten en ervaringen. Moeder- en vadercentra willen graag een rol spelen in het bijdragen aan een oplossing van de knelpunten, maar hebben vaak niet de capaciteit of de middelen hiervoor. Op initiatief van het Landelijk Netwerk Moeder- en vadercentra en Tweede Kamerlid Samira Bouchibti zijn op 26 januari jl. ongeveer 60 vaders en moeders verbonden aan de moeder- en vadercentra in de Tweede Kamer in Den Haag bijeengekomen om te praten over hun ervaringen op het gebied van opvoeding en participatie en om te reageren op de Gezinsnota 2008. Naar aanleiding van die bijeenkomst is deze notitie opgesteld om aandacht te vragen voor een aantal onderwerpen. Wij hopen dat het kabinet deze notitie ziet als waardevolle aanvulling op de nota Gezinsbeleid 2008 en dat zij in de uitvoering van het beleid onze aandachtspunten gebruikt om die beter aan te laten sluiten bij de werkelijkheid van de gezinnen.
Namens de moeders en vaders van de moeder- en vadercentra, Jamila Achahchah Landelijk Netwerk Moedercentra
1
1 Kinderopvang 1
Tijdens cursussen en activiteiten in moeder- en vadercentra is er onvoldoende laagdrempelige kinderopvang die bovendien wordt gerund door niet of onvoldoende opgeleide krachten. Moeders kunnen niet deelnemen aan een activeringstraject, empowerment- of omscholingscursus wanneer er geen opvang is voor hun kinderen. De reguliere kinderopvang is niet toegankelijk en te duur. De kosten van de tussenschoolse opvang zijn nergens te verhalen en eveneens te hoog voor ouders met een laag inkomen. Als mogelijke oplossing voor dit probleem kan bijvoorbeeld gedacht worden aan opgeleide en betaalde krachten voor de kinderoppas in de moedercentra zelf, een continurooster op scholen of door gastouderopvang te stimuleren.
2 (Financiële) voorzieningen en tegemoetkomingen Een aantal ouders die de moeder en vadercentra bezoeken beheerst de Nederlandse taal onvoldoende. Daardoor zijn zij onbekend met hun rechten op bepaalde (financiële) voorzieningen en tegemoetkomingen, zoals alleenstaande oudertoeslag, WOZ en PGB. Gemeenten kunnen hier beter op inspelen door laagdrempelige voorlichting in de eigen taal te bieden. Bijvoorbeeld door voorlichting via de moedercentra en aandacht voor deze informatie tijdens inburgeringstrajecten.
3 Toegankelijkheid opvoedingsondersteuning Bepaalde organisaties die opvoedingsondersteuning bieden, zoals het Centrum voor Jeugd en Gezin, zijn onbekend en slecht bereikbaar voor de doelgroep. Stem in de uitvoering van het beleid het aanbod beter af op de doelgroep en besteed aandacht aan de bereikbaarheid van de opvoedingsondersteunende organisaties. Een actieve benadering en communicatie afgestemd op moeilijk bereikbare groepen is onontbeerlijk.
4 Keuzevrijheid in werken naast de opvoeding Met name voor alleenstaande moeders is het zwaar om meerdere kinderen op te voeden en fulltime te werken. In het geval dat de moeder gedwongen is om te werken, heeft ze onvoldoende tijd voor de opvoeding. Volgens de moeders en vaders die wij spraken zouden alleenstaande ouders de ruimte moeten krijgen om te kiezen voor de opvoeding, zonder verlies van inkomen of uitkering
1
Wanneer we in deze notitie spreken over moedercentra, bedoelen we zowel de moeder- als vadercentra van
Nederland
2
5 Verantwoordelijkheid en rechten van vaders Opvoeden is een taak van de moeder én de vader. In veel gezinnen is de vader zich onvoldoende bewust van zijn rol, waardoor extra druk komt te liggen op de moeder. Het is belangrijk om vaders bewuster te maken van hun rol en verantwoordelijkheden in het opvoeden. Anderzijds krijgt bijvoorbeeld bij een echtscheiding de moeder alle (financiële) steun. Gelijke behandeling en rechten voor (alleenstaande) vaders is belangrijk. Besteed daarom in het beleid aandacht aan mannenemancipatie. Moedercentra zouden bijvoorbeeld ook ’s avonds open kunnen zijn voor vaders als er voldoende beroepskrachten en vrijwilligers zijn en het aanbod op de vraag van vaders afgestemd wordt.
6 Flexibiliteit en creativiteit voor arbeidsplaatsen en opleidingen Veel re-integratiebedrijven slagen er niet om de vrouwen te bemiddelen naar de arbeidsmarkt. Degenen die graag aan het werk willen, beschikken niet over de juiste startkwalificaties of kunnen geen baan vinden waarbij ze ook voor hun kinderen kunnen blijven zorgen. Moedercentra vormen vaak de eerste stap naar een reguliere arbeidsplek. Echter, door een tekort aan professionele betaalde krachten kunnen moedercentra niet voldoende cursussen en activiteiten aanbieden die bijdragen aan de ontwikkeling van de bezoekers. Goede structurele ondersteuning van betaalde krachten is belangrijk. Daarnaast kunnen re-integratiebureaus en -bedrijven samenwerken met de moedercentra, zodat cursussen als een sollicitatietraining of een computercursus meteen kan leiden tot een stagebaan of werkervaringbaan in het moedercentrum zelf. 7 Beheersing Nederlandse taal De slechte beheersing van de Nederlandse taal belemmert een aantal ouders om te participeren. Analfabetisme speelt met name onder de oudere vrouwen, die daardoor niet goed in staat zijn om de Nederlandse taal te leren. In het dagelijkse leven komen zij amper in contact met mensen die Nederlands als moedertaal hebben. Daardoor hebben zij onvoldoende de gelegenheid om dat wat zij geleerd hebben in de praktijk te oefenen. Om dit probleem aan te pakken, is het dus van belang dat deze vrouwen in contact komen met Nederlandssprekenden. Dat kan bijvoorbeeld door het stimuleren van buddy- en mentorprojecten in de wijk.
8 Gezondheidsproblemen Zowel lichamelijke als geestelijke klachten spelen een rol bij het niet optimaal kunnen functioneren en participeren. Veel vrouwen weten, vaak ook door taalproblemen, niet de juiste weg te bewandelen voor het vinden van hulp en hulpmiddelen voor henzelf of hun kinderen.
3
Hier kan men bijvoorbeeld aandacht aan besteden door outreachende gezondheidszorg en door voorlichting in de buurt.
9 (Financiële) stress van alleenstaand ouderschap Een flink aantal vrouwen die gebruikmaakt van het moedercentrum is alleenstaand. Het merendeel van hen moet rondkomen van een uitkering. Ze hebben extra stress door de lichamelijke en geestelijke belasting die dit teweegbrengt. Dit kan niet alleen hun eigen ontwikkeling en participatie belemmeren, maar ook die van hun kinderen. Bijvoorbeeld: ondanks dat de kinderen van alleenstaande ouders hun sportlidmaatschap vergoedt krijgen, is het voor een alleenstaande vrouw erg moeilijk meerdere kinderen naar verschillende sportclubs te brengen wanneer zij niet in het bezit is van een auto of rijbewijs . Besteed daar in het beleid aandacht aan, bijvoorbeeld door meer (sport)voorzieningen, clubs en verenigingen met een laagdrempelig aanbod terug te brengen in de wijk.
4