1 HELDERSE VERENIGING VOOR SOCIALE GESCHIEDENIS Verenigingsorgaan “De Morgen” verschijnt eens per 3 maanden en is bij de Koninklijke Bibliotheek
Opgericht op 30 december 1991 en ingeschreven bij geregistreerd de Kamer Voor Koophandel voorStandard HollandsSerial onder Internationaal Number (ISSN) 1572-7378. Noorderkwartier d.d. 22 september 1993, onder dossiernummer V 637339.
Bestuurssamenstelling: Voorzitter; W.F.H. v.d. Paard
0223-614023
Secretaris J.G. Kikkert
0223-612426
Noordzeestraat 3
Den Helder
Penningmeester; H. v.d. Blom e
0223-641945
Bestuursleden; H. Boerekamps
Losse nummers à € 3,50. Eerder verschenen nummers kunnen worden besteld door overmaking van € 3,50. per gewenst exemplaar op postrekening 700681 t.n.v. HVSG, te Den Helder o.v.v. het/ de betreffende nummer(s).
0223-615541
2 Penningmeester; C. Dalenberg
Het logo van de Morgen: Voor gebruikmaking van het logo, zoals dat sinds medio 1993 wordt gevoerd, is toestemming verkregen van de Brusselse hoofdredactie van het Vlaamse dagblad “De Morgen”.
0223-669499
R. Schenk
Aanmoedigingen, op- aanmerkingen en/of klachten over De Morgen gaarne naar
[email protected] Inleveren kopij voor “De Morgen”. Uw bijdrage dient samen met ingescande foto’s/ tekeningen op schijf, USB-stick of via de E-mail aangeleverd te worden bij de redacteur. e
e,
e,
e,
e
H. Boerekamps
Inleverdata: Voor de 15 van de 2 5 8 11 maand. Publicatie hoeft niet te betekenen dat de daarin vermelde meningen het inzicht van de redactie of van de vereniging weergeven. Auteurs dragen de verantwoording voor de inhoud van hun bijdragen. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten of niet te plaatsen.
Leden van verdienste: Mies Campfens, Daaf Fiege, Cees Rondèl en Jan Kikkert.
Internet: Natuurlijk is de HVSG ook via internet bereikbaar. Onze website www.hvsg.net.
Redactie “de Morgen”; G. Hoekmeijer
0223-628033
H. Boerekamps.
0223-669499
Webeditor;
Contributie: het lidmaatschap van de HVSG bedraagt minimaal € 12,50 per jaar. Voor elk volgend lid, woonachtig op het adres van een al ingeschreven lid, geldt een minimum contributie van € 2,50. INHOUD: Pag. 2, Een Judas storm Pag. 4, Grote Club aktie
Pag. 10, De Iep Affaire Pag. 15, Belangenbehartiging
Pag. 5, De Morgenstond Pag. 7, Het Draaieorgel
1
2 Een Judas storm Als u dit leest, liggen de najaarsstormen al achter ons. In andere delen van de wereld woeden orkanen, cyclonen en tyfoons. Op vrijdag 8 november 2013 horen we van de tyfoon Haiyan die de Filipijnen treft. Haiyan die (voor ons) Yolanda heet, heeft een windkracht van 230 kilometer per uur, met uitschieters naar 378! De ravage en het menselijke leed zijn met geen pen te beschrijven. Van heinde en verre wordt hulp geboden; slechts een pleister op de wonde. Het aantal dodelijke slachtoffers is ruim 4.000. De schade wordt geschat op 4,8 tot 10,7 miljard euro.
Wij, aan de kust, weten wat waaien is, maar een vergelijking met die tyfoon gaat niet op. Toch ligt de 28e oktober nog vers in ons geheugen. Dan raast de storm met als naam Christian (volgens de Duitsers), Simone (volgens de Zweden) en Sint Judas (volgens de Engelsen) over West-Europa. Omdat de instanties van de Europese Unie hem Christian noemen, is dit de officiële naam. De zwaarste windstoten bereiken een snelheid van 152
kilometer per uur, gemeten bij Lauwersoog. Langs de gehele kust worden bomen met wortel en tak uit de grond gerukt, of knappen af als lucifershoutjes. Los en vast vliegt door de lucht. Mensen worden getroffen door omwaaiende bomen. In de West-Europese kustgebieden vallen 18 doden. De verzekeraars ramen de schade op 95 miljoen euro. Terwijl de mensen op de Filipijnen nog vertwijfeld rond lopen, zijn wij op pannenjacht. Hoe bestaat het, dat er zoveel verschillende dakpannen zijn. Veel leveranciers, zo blijkt, hebben het bijltje erbij neergegooid. Energiebesparing alom. Auto’s met grote of kleine aanhangwagens rijden kriskras door de stad. Het juttersbloed stroomt hartstochtelijk door de aderen der houtverzamelaars. Boomstammen, soms zelfs complete bomen, worden naar huis gezeuld. Daar wachten bijl en kettingzaag. De verkopers van houtkachels beleven gouden tijden. Laat nu de winter maar komen. Dat wij nu relatief ontspannen de stormen over ons heen kunnen laten komen, komt door een eeuwenlange natuurlijke voorbereiding. Dijk en duin zijn na honderden jaren redelijk op sterkte. Huizen en gebouwen zijn berekend op de grillen der elementen. De afgesloten verzekering fungeert als vangnet. Zie hier onze schijnbare veiligheid. Toch knaagt die permanente discussie over klimaatverandering aan dat gevoel van veiligheid. Gelukkig hebben we die oktoberstorm, die Christian, achter ons. Wij kennen nu ook een woordje Filipijns: Haiyan. Hoe jammer dat het tot ons is gekomen vanuit zo een grote ramp. 2
3 Maar, hoe zit het eigenlijk met de naamgeving van de stormen, in alle soorten en maten? Engelsen houden van tradities. De naam die zij geven aan de oktoberstorm – Sint Judas – getuigt daarvan. Vroeger is aan elke dag een heilige verbonden. Ja, er zijn honderden heiligen. Stormt het op een bepaalde dag, dan krijgt hij (de storm) de naam van die heilige. Enkele heiligen voeren de boventoon. Sint Elisabeth haalt rond de 19e november afschrikwekkend uit in de eerste helft van de 15e eeuw. Het meest gevreesd lijken de stormen op Allerheiligen, dus rond 1 november. Om en bij 1 november van de jaren 1170, 1532, 1570, 1675 en 2006 halen zij verwoestend uit. Het zou onjuist zijn om dit de heiligen in de schoenen te schuiven. De Australische weerman Clement Wragge geeft medio vorige eeuw meisjesnamen aan de tropische stormen. In 1953 is dit officieel overgenomen. Bijzonder, om aan mannelijke woorden een vrouwennaam te geven. Als we bedenken dat wij tot de weinigen op de aardbol behoren die worstelen met de verdeling van woorden in mannelijk en vrouwelijk, dan valt het wel mee, en zeker niet op.
hebben de bewoners zich te ruste gelegd. Tot zij wakker worden door een aanwakkerende storm. Pikzwarte wolken komen eraan rollen, en daaronder het geweldig rollen van de golven. Het land ten zuiden van Huisduinen
wordt overspoeld. De Zanddijk is immers nog niet aangelegd. Kustbewoners weten, ongeacht de tijd, wat dat betekent. In dat jaar weten zij van de zwakte van de wierdijken. Veel huisjes zijn bepaald niet stormbestendig. De bewoners van Helder vluchten naar Huisduinen. Daar treffen zij de Huisduiners aan op de hoogste duinen. Bij zich hebben zij dat wat tilbaar is. Na een verschrikkelijke nacht breekt de dag aan. Eindelijk neemt de storm af. De wierdijk is overspoeld maar niet doorgebroken. Op 2 november is de grond van Huisduinen droog. Wat de bewoners zien, is niet best: een aantal huizen is van de aardbodem verdwenen, vele zijn tot bouwval verworden, verdronken beesten liggen op het land, en, helaas, ook mensen. Wat hebben wij een geluk dat we nu de storm over ons heen kunnen laten komen. Niet zelden bij een knappend houtgestookt haardvuurtje. Het bestuur van de HVSG wenst u veel luwte in 2014.
Terug naar een storm op Allerheiligen; nu van 31 oktober op 1 november 1570. Het gehele kustgebied, met Huisduinen en Helder, wordt zwaar op de proef gesteld. Na een mooie dag
Willem van der Paard voorzitter
3
4 GROTE
CLUB
ACTIE
2013
Bijna een jaar geleden werd het idee geboren om deel te nemen aan de Grote Club Actie. Een landelijke en jaarlijks terugkerende actie ten behoeve van verenigingen werd in april van dit jaar voorgelegd aan de Algemene Leden Vergadering. Er waren op dat moment geen tegenstemmers mits de leden van tevoren goed zouden worden geïnformeerd. Wij zijn van mening dat dit goed en volgens afspraak gebeurde en omdat we wat extra geld zeker kunnen gebruiken werd met enthousiasme de start gemaakt. Om een afgestemd aantal loten te bestellen konden de leden die de informatie hieromtrent niet helemaal hadden gevolgd alsnog afberichten indien er bezwaren of anders waren. In totaal werden 250 loten besteld. De loten werden per 5 zoals afgesproken verdeeld onder onze leden met de bedoeling deze aan familieleden, vrienden, kennissen of buren te verkopen. Een minimale inspanning naar onze mening.
Een aantal weken daarna meldde onze penningmeester de eerste betalingen. Teleurstellend was het bij het afwerken van de lijst waar nog geen reactie was ontvangen tijdens een persoonlijk bezoek alsnog de loten retour te moeten ontvangen. Tenslotte een woord van dank aan de leden die hebben meegewerkt om uiteindelijk de actie positief te kunnen afsluiten. Hartelijk dank daarvoor ! Of we deze actie volgend jaar opnieuw organiseren zullen wij ons over beraden. Wat leverde het de vereniging uiteindelijk op ? Opbrengst van de loten 522,00 *) Kosten loten aan GCA 158,05 Netto opbrengst 363,95 *) actie was bij de opmaak van dit stukje (17 november) nog niet geheel afgerond en kan dus enige euro’s verschillen Cor Dalenberg
4
5 DE MORGENSTOND HEEFT.……………………NR 9 Hoewel we door de superstorm die de Filipijnen pijnigde onze eigen storm alweer vergeten zijn, mede omdat die achteraf slechts een briesje was vergeleken met die in Azië, kunnen we nog dagelijks de gevolgen hiervan aanschouwen. Overal plekken met ontwortelde reuzen of ontwrichte bestrating, waar de bomen reeds verwijderd zijn. Of – zoals bij mij in de straat – de in stukken gezaagde stammen, die nog op transport wachten. En dat zijn geen kleintjes hoor! Zeker een omtrek van tweeënhalve meter dik zijn ze – het waren prachtige oude klimbomen, deze gesneefde wilgen. Ruim tweehonderd bomen heeft dit stormpje ons gekost. Daar kan zelfs de beruchte gemeentelijke plantsoenendienst – of hoe die tegenwoordig ook moge heten - niet tegenop. In twintig jaar raadslidmaatschap kom ik nog niet op de helft, denk ik, van het aantal bomen die door dit publieke orgaan in die tijd zijn gekapt en zo onderwerp werden van mijn bestuurlijke toorn. Want altijd vermoedde ik kwade wil bij onze hoveniers. De boom was ziek? Smoesjes dames en heren, hij stond gewoon in de weg van de plannenmakers. Zoals het inderdaad een verzinsel was, dat de bomen op de parkeerplaats aan de Weststraat aangetast waren door het asfalt, zoals toenmalig wethouder Jan Manderfeld zich door zijn ambtenaren liet influisteren. Dat bleek ruim een jaar later, toen de officiële kapvergunning pas werd afgegeven, waarin de bomen als gezond werden omschreven. Kwaad kon ik me ook maken over verzoeken van burgers, die bomen gekapt wilden hebben: ‘….hij beweegt als het waait, er vallen blaadjes af……….’Of de bewoner van een huurwoning in Jeruzalem, in een mooie straat met prachtige bomen, die kleine vruchtjes droegen…… en lieten vallen:’…..dat loopt zo in, meneer……..dat is heel vervelend……..’Op
zulke momenten kon ik niet nalaten om nogal sarcastisch te reageren: ‘okay, mijnheer heeft zo’n last van die bomen? Zullen we dan alles maar kappen? Wilt u soms een inklapbare kunstboom van Floratex? Weerbarstige momenten uit het leven van een volksvertegenwoordiger. Het werd bijna een obsessie voor me. Ik voelde me vaak een eenzame strijder – een Don Quichotte – in voortdurend gevecht tegen de barbaren, die Den Helder wilden omvormen tot een grijze, kale, geasfalteerde steenvlakte. Zelfs de toch zo aimabele Jan Overzet, de toenmalige directeur van de dienst, kon mij niet overtuigen van zijn ‘onschuld’, al hij weer eens omstandig moest uitleggen waarom er weer zo’n prachtige beeldbepalende boom om moest. Zoals elk leven eindig is, zo ook dat van bomen, verzuchtte hij dan, moe van elke keer weer die uitleg te geven, die toch niet werd verstaan. Misschien was het zijn geluk, dat de beruchte iepziekte toesloeg. Als er dan weer eens een iep was ontdekt met de gevreesde iepenspintkever als bewoner, moest er uiteraard direct worden opgetreden: kappen! Ja, ja, het zal wel weer, was altijd mijn eerste gedachte. Altijd werd er als verzachting van het leed door de beleidsmakers gerept over de ‘herplant plicht’. Het meest memorabele op het gebied van de bomenkap in Den Helder is nog steeds de zogenaamde “Iep affaire” in 1979. Van het geliefde voormalige Julianaplantsoen (met de al even betreurde muziektent) werden de laatste der ‘Mohikane’ iepen bedreigd door de uitbreiding van de schouwburg. Enfin, er was een actiegroep, waar ik deel van uitmaakte; er ‘ketenden’ zich een paar mensen vast aan de monumentale iep, er waren wat schermutselingen, korpschef Emiel Hubrechtsen verscheen op plaats delict met een kleine eenheid van de ME en de boom 5
6 ging om. De actie haalde de landelijke pers en de affaire leidde tot raadsdiscussies en een motie van wantrouwen tegen wethouder van den Bosch. De affaire liep zoals gebruikelijk met een sisser af. Na ons stormpje kwam ik oud collega raadslid Ben Schrieken bij de groenteboer tegen. We bespraken de kaalslag, die de stad had getroffen,
maar de door sommigen wel eens spottend ‘de amateur bioloog uit oud Den Helder’ genoemde oude brombeer haalde zijn schouders op over de schade: ‘………….ach, uiteindelijk horen ze hier niet thuis………die bomen………opgestoven duinzand helm en zeeklei is hier de biotoop…………’ Ik herinnerde me dat hij Donkere Duinen ook altijd als misplaatst nepbosje zag. Gerard Hoekmeijer Elders in deze editie kunt u een terugblik op de bovengenoemde “Iep Affaire” lezen.
gesneefde wilgen bij de Commeniusschool
6
7 Aanloop tot de straatorgelexploitatie in Nederland In geen enkel land heeft de exploitatie van straatdraaiorgels zich zo ontwikkeld als in Nederland. In veel Europese steden was de orgelman met zijn buikorgeltje in de
Foto 1, orgeldraaier aan het eind van de 19tiende eeuw. negentiende eeuw een bekende verschijning. In sommige Midden- en Zuid-Amerikaanse steden is dat heden ten dage trouwens nog
steeds zo. Wie via YouTube zoekt naar organillo, vindt een heleboel korte filmpjes van orgeldraaiers in bijvoorbeeld Mexico, Chili of Peru. Op foto 1 het voorbeeld van een orgeldraaier uit het eind van de negentiende eeuw. In dit geval is het echter de Helderse orgelman Hein de Wolf bij de firma Perlee in Amsterdam op bezoek en bereid even te poseren toen er een foto voor een of ander blad gemaakt moest worden. In 1875 vestigde de Belg Leon Warnies zich op de Palmgracht in de Amsterdamse Jordaan, waar hij begon met het verhuren van kleine, draagbare orgels. Warnies was muzikant, had een muziekhandel in Antwerpen, maar trok ook graag de wereld rond. Een paar van zijn kinderen werden tijdens een lange reis door Zuid-Amerika geboren. Oudste zoon Leon in 1872 in Rio de Janeiro en dochter Suzanne in 1874 in Lima, de hoofdstad van Peru. Op de terugreis van hun tocht sloeg de bliksem in de mast van het schip waarop men voer. Leon Warnies stond op dat moment vlak bij die mast en raakte ernstig aan zijn hoofd gewond. Vanaf dat moment verminderde zijn gezichtsvermogen en werd hij uiteindelijk volledig blind. 7
8 Terug in Europa vestigde het gezin zich dus in Amsterdam. Van de orgeltjes die Warnies verhuurde zijn er twee bewaard gebleven en in het bezit van de firma Perlee in Amsterdam. Het zijn zeer kleine tongenorgels, waarvan het geluid wordt voortgebracht door aangeblazen metalen tongen, ongeveer zoals in de accordeon. Algemeen wordt Warnies gezien als de eerste orgelverhuurder in Nederland. Bijna al zijn kinderen zouden zich later ook met verhuur of in- en verkoop van orgels gaan bezighouden. Leon en Gabriël vormden samen de Gebr.Warnies. Dit bedrijf werd in november 1923 opgeheven, waarbij het totale bezit aan instrumenten, meer dan vijtig orgels en piano’s, in Frascati in Amsterdam openbaar werd geveild. Zie foto 2. Leon jr. had zich een paar jaar daarvoor al uit het bedrijf teruggtrokken en In Gabriël was in 1921 in de Valeriuskliniek overleden. Foto 2
Ook de zonen Karel, Clement en Dorus verhuurden, repareerden en handelden in orgels, automatische piano’s en tingel-tangels. Ze hadden trouwens nog iets gemeen: allemaal hadden ze, zoals een nazaat het eens omschreef, dorst, veel dorst. Dochter Suzanne verhuurde onder de naam Wed. MöhlmannWarnies ook orgels. Haar zoon Henk Möhlmann vestigde zich later als orgelverhuurder aan de Brouwersgracht. Dochter Leontine Warnies, weduwe van Karel Struijs, hertrouwde met sigarenmaker Gijs Perlee en verhuurde orgels onder de naam G. Perlee-Warnies. Hun zoon Gijs zou later Nederlands bekendste orgelverhuurder worden, eigenaar van ondermeer het beroemde orgel De Arabier. In 1892 introduceerde in Parijs de Italiaanse draaiorgelbouwer Anselmo Gavioli het kartonnen draaiorgelboek, waarin het muziekpatroon in gaten was uitgeponst. De gaten werden in een mechaniek door verend opgehangen metalen pennen afgetast.
8
9 Rubberen rollen transporteerden het orgelboek door het mechaniek, een procedé dat heden ten dage nog steeds gebruikt wordt. Gavioli was niet de uitvinder van het draaiorgelboek. In 1712 had ene Joseph Jacquard het automatisch weefgetouw uitgevonden, waarbij het patroon van de weefsels in karton werd uitgeponst. A. F. Seytre kreeg in 1842 octrooi om dit systeem ook te gebruiken voor het automatisch laten spelen van muziekinstrumenten. Weliswaar was Gavioli niet de uitvinder van het orgelboek, door zijn toepassing ervan kon zijn firma nu veel grotere en meer uitgebreide orgels gaan bouwen. Men was immers nu niet meer gebonden aan de beperkte omvang van de tot dan toe gebruikte cilinders. Zelfs bij de grootste cilinders duurde een muziekstuk hooguit ongeveer anderhalve minuut., terwijl een orgelboek in principe van bijna onbeperkte omvang kan zijn. Spoedig speelden de Gavioli orgels dan ook volledige marsen, walsen, operaof operette uittreksels. Foto 3, Draaiorgel De Harmonica Den Helder
Het duurde enige tijd voor deze nieuwigheid overal in Europa was doorgedrongen. Leon Warnies hoorde ervan en begreep onmiddellijk de grote betekenis van Gavioli’s toepassing. Hij besloot meteen om een paar boekorgels te bestellen in Parijs. Of dat ook bij Gavioli was is niet bekend. Er waren in die tijd namelijk meerdere orgelfabrikanten in Parijs: Charles Marenghi, Limonaire Frères en Gasparini. Vooral de laatste twee hebben veel orgels geleverd aan Nederlandse afnemers. Soms werden ze met wagonladingen tegelijk aangevoerd. Bij Gasparini werd soms de naam van de afnemer al op het orgelfront geschilderd, zoals te zien op foto 3. Dit orgel kreeg in Nederland de bijnaam De Zwaantjes. Het bestaat allang niet meer. Leon Warnies heeft de komst van de eerste door hem bestelde boekorgels net niet meer meegemaakt. Hij overleed in december 1902. Na de introductie van het boekensysteem gingen Franse en Belgische orgelbouwers over tot het vervaardigen van zodanig grote instrumenten dat ze niet meer draagbaar waren. In ons land werd daarom driewielige houten kar ontwikkeld waarop de orgelmensen hun instrumenten voortbewogen. Een geheel Nederlands verschijnsel had zijn intrede gedaan. Daarover een volgende keer meer. Wim Snoerwang
9
10 DE IEP AFFAIRE Hoe een iep landelijk nieuws werd. Het Bernhardplein ongeveer ter hoogte van het meest rechtse trapje naar de Kampanje was ruim 34 jaar geleden het tafereel van een opstootje tussen een handjevol actievoerders, ‘bomendokter’ Chris van der Leede en ‘een blik agenten’ opengetrokken door de toenmalige chef van de Helderse gemeentepolitie, Emiel Hubrechtsen. Aanleiding was de dreigende kap van een monumentale 70 jaar oude iep – één van de laatste overblijfselen van het ooit zo fraaie Julianaplantsoen aldaar. Tekentafel contra milieubewustzijn. Het was vrijdagochtend 22 juni 1979, om tien minuten over negen, dat deze groene reus sneefde door de kettingzagen, die in opdracht van wethouder Gerard van den Bosch met veel kabaal in actie waren gekomen. Op zijn plek moesten nu twee parkeerplaatsen en het trapje komen, dat was nu eenmaal door de plannenmakers zo ingetekend. Ook was de ruimte nodig voor de kramen van de zaterdagmarkt, die daar zou komen. Misschien met de ogen van nu en zeker net na de door de natuur zelf veroorzaakte kaalslag, waarbij ruim tweehonderd bomen in de stad zijn omgeblazen, kijken we een beetje vreemd op van de aandacht in deze De Morgen voor het rooien van slechts één boom. Maar het omhakken van deze iep was toen aanleiding voor flinke maatschappelijke en politieke commotie, die zelfs de landelijke pers haalde. Het was natuurlijk eind juni, het begin van de ‘komkommertijd’ en de boom stond recht in het zicht van het journaille van de Helderse Courant, dat toen nog bureau hield in de Spoorstraat, waar nu slager Halman is gevestigd.
Waarom moest deze ‘unieke’ veldiep wijken? Welnu de gemeentelijke plannenmakers wilden voor de schouwburg een verdiept parkeerterrein aanleggen, dat tevens dienst kon doen als marktplein. En laat daar nu precies op de hoek onze iep staan – al zeventig jaar, maar daar hebben de tekenaars meestal geen idee van, omdat zij immers niet vaak achter hun tekentafel vandaan komen. Zij hebben een plattegrond op schaal, waarin zij hun lijnen moeten trekken en daar staan nooit bestaande bomen in getekend. Zolang er sprake is van stadsontwikkeling en planologie, wordt er zo gewerkt. Dat er in de loop van de jaren zeventig zoiets als milieubewustzijn is gegroeid, was nog niet helemaal bij de planologen doorgedrongen. Wel bij de verantwoordelijke politici. Die weten in die tijd heel goed hoe gevoelig milieu en natuur
‘Het laddertje van Laning’; v.l.n.r.: Sjaak Pach, zuster Swaanswijk, Dick Wolff, Guus Verhoef(op ladder) en Fred van Vliet (foto: archief G.H.)
10
11 liggen bij een groeiende deel van het electoraat. Maar voor ambitieuze doeners en no nonsens bestuurders is milieu een vloek, die hun onstuitbare daden- en geldingsdrang in de weg zit. Dat is tenminste de overheersende indruk die achterblijft na het lezen van de diverse krantenartikelen, die ten grondslag liggen aan dit artikel. Het laddertje van Laning Diverse personen en organisaties wisten van het voornemen van B&W om de boom te rooien. Er verschenen ingezonden brieven in de media, waarin hiertegen werd geprotesteerd. De plaatselijke afdelingen van het Wereld Natuur Fonds onder aanvoering van de bekende Nieuwedieper Gerard Peters(raadslid PvdA) en de Pacifistisch Socialistische Partij beraadden zich op acties om de kap te voorkomen. Er werd een handtekeningenactie op touw gezet. Als actief lid van de Helderse PSP was ik betrokken bij het bedenken van een meer ‘harde’ actie, zoals dat destijds werd benoemd. We zouden in de boom klimmen en ons vastketenen. Actie! Harde actie! Alleen al het uitspreken van die woorden veroorzaakte een adrenalinestoot. Maar eerst spandoeken! Oude lakens, verf, kwasten: ‘SPAAR DE IEP!!!’ Tijdens een barbecuefeestje in buurthuis “Centrum”, toen tijdelijk gevestigd in een voormalig winkelpand in de bocht van de Koningstraat, bespraken we de actie onder het genot van een biertje en saté. Maar opeens – na middernacht - werd de beoogde actie heel urgent. Roel Laning, huisarts, CDAfractievoorzitter in de gemeenteraad en actief centrumbewoner was na het beluisteren van het spraakmakende radioprogramma “Met het oog op morgen”, waarin gemeentevoorlichter Henk Kalee namens het college het woord voerde over de toen al landelijk bekende iep, naar het buurthuis gekomen om ons te ‘tippen’ dat de iep de
volgende morgen in alle vroegte – bij verrassing - gerooid zou worden! Paniek, shit…….morgenvroeg al. Laning was op de hoogte van onze plannen en bood ons zijn ladder aan, want die zouden we beslist nodig hebben om in de boom te klimmen. Hij zou deze in de bosjes bij het VBM-gebouw tegenover zijn huis verstoppen. Hij vroeg ons wel er geen ruchtbaarheid aan te geven, dat hij de ladder ter beschikking had gesteld. Maar Roel, jij bent toch ook tegen de kap? Vroegen wij nog naar de bekende weg, maar dachten tegelijkertijd: ‘typisch CDA’. Een blik agenten en een bomendokter. De volgende morgen waren we al rond half zeven ter plekke. De ladder werd tegen de
‘harde actie’…….in het midden in overall: ‘bomendokter’ Chris van der Leede (foto: archief G.H.) boom geplaatst en PSP-er Dick Wolff, ‘zuster’ H.H. Swaanswijk en Sjaak Pach werden met een kunststof lint met daarop de bekende wervende tekst: ‘op de markt is uw gulden een daalder waard’ symbolisch vastgeketend aan de oude iep. De heer Pach was de voorzitter van de “Vereniging van ambulante handel” en wilde met zijn rol duidelijk maken dat zijn club niet om het verdwijnen van de iep gevraagd had. Ook Chris van der Leede was er met zijn personeel en materieel was ondertussen verschenen. Zij plaatsten hun ladder ook tegen de boom en begonnen met 11
12 lange touwen takken vast te binden om straks na het afzagen te laten neerdalen. Hierbij ontstonden enige schermutselingen. Iemand had een touw van ‘bomendokter’ van der Leede doorgeknipt. De sfeer werd langzamerhand enigszins grimmig en misschien was het maar goed, dat na een half uurtje geduw en getrek de politie ten tonele verscheen. Een tiental agenten van ons lokale politiekorps onder aanvoering van hun in burger gestoken commandant, maakten in korte tijd een eind aan de schermutselingen. De bomendokters konden nu ongestoord hun klus klaren. Van de laatste zeven resterende iepen stonden er nog maar vijf………………..
Gerard ‘Zwarte Piet’ van de Bosch was op vakantie (foto Helders Weekblad)
Zwarte Piet De dagen erna en weken later nog werd in de kolommen van diverse lokale en regionale bladen veel aandacht besteed aan de teloorgang van de intussen beroemde veldiep. In de Helderse Courant stond een ooggetuige verslag, dat qua toonzetting sympathie liet doorschemeren met de actievoerders. De PvdA raadsleden Geert Klein Bennink en Henk van der Veen dienden schriftelijke vragen in bij B&W en het regende ingezonden brieven, waarin verontwaardigd werd gereageerd: ‘….waarom moest deze prachtige gezonde boom wijken voor een paar vierkante meter stenen…..?’ Er was één briefschrijver, die het maar onzin vond, al die commotie voor één zo’n boom en deze vroeg zich ook vilein af of de dames en heren actievoerders ‘…niet gewoon naar hun werk moesten, zoals alle andere hardwerkende Nederlanders…..’ In een ledenvergadering van de PvdA in het roemruchte partijbureau “t Pandje” in de Molenstraat op 27 juni kregen de beide PvdAwethouders Cor Out en Jan van Eeden ‘de wind van voren’, maar CDA-wethouder Gerard van den Bosch werd echter tot ‘Zwarte Piet’ uitgeroepen.
Daar gaat ie…..geheel links commissaris E. Hubrechtsen(foto: archief G.H.) Hoe was het mogelijk dat de unanieme mening van de raadscommissie milieuzaken, die twee dagen voor de kap aan de wethouder van milieuzaken had gevraagd om serieus het behouden van de boom te onderzoeken, door het college was genegeerd? Out verweerde zich door te stellen dat er tussentijds geen collegevergadering had plaats gevonden. Hij zou ’s avonds samen met burgemeester A.P. J. van Bruggen naar collega van den Bosch op bezoek zijn geweest met een brief van de directeur van het Wereld Natuur Fonds, waarin dringend werd verzocht deze ‘unieke veldiep’ te sparen. Maar ‘Zwarte Piet’ van den 12
13 Bosch beriep zich op het collegebesluit en weigerde daarop terug te komen. Volgens één der aanwezigen op deze ledenvergadering waren twee PvdA raadsleden van het tijdstip van rooien op de hoogte: Peet Vroege en Ben Schrieken. Waarom zij er niet bij waren die betreffende morgen? Vroege was afwezig en Schrieken verdedigde zich ‘….ik wist het pas om acht uur die ochtend…….de strijd was toch al aan de gang……en toen ik om half negen langs fietste lag ie al om…..’ Schrieken was echter ook verbolgen om het rooien van de boom, zo stelde hij uitdrukkelijk. Let wel: de boom ging precies om tien over negen neer.
jarige iep op het Bernhardplein’ op de agenda van de reguliere raadsvergadering geplaatst..
Wie de schoen past. Vrijdagmiddag 30 juni – een week na dato – werden zo’n vijfhonderd handtekeningen voor het behoud van de iep door René Smit namens de plaatselijke PSP en zuster H.H. Swaanswijk aan burgemeester van Bruggen overhandigd. Zij waren in gezelschap van een flinke groep mensen, die van de eerste burger echter geen kans kregen om daarbij te protesteren, want ze werden niet binnen gelaten. De burgemeester zei te betreuren dat de iep moest worden gerooid, maar volgens hem was er door het college correct gehandeld. Volgens hem wogen de argumenten voor het behoud van de boom niet op tegen de die voor het rooien. René Smit komt aan het slot van deze bijeenkomst tot de conclusie ‘dat de schoen ergens wringt’, maar de burgemeester verklaart daarop, dat ‘de schoenen van het college prima zitten’ Een aspirine met hoofdpijn Woensdagavond 4 juli zou de apotheose volgen van wat nu door iedereen als “Iep Affaire” wordt betiteld. D’66 onder aanvoering van Krijn Harte had een ‘voorstel tot het uitspreken van afkeuring aangaande de besluitvorming rond het rooien van de 70-
Burgemeester A.P.J. van Bruggen (foto: Helderse Courant) Deze werd echter op aandringen van burgemeester van Bruggen veranderd in ‘voorstel tot het houden van discussie’, omdat wethouder van den Bosch op vakantie was gegaan. Van Bruggen zou tegen Harte hebben gesuggereerd dat alleen al het indienen van een ‘motie van afkeuring’ zou kunnen leiden tot het aftreden van de bestuurder. Vlak voor deze vergadering komen B&W met een verklaring waarin de schuld van alles wordt toegedicht aan de gemeenteraad. Centraal in de discussie staat de bijeenkomst in het gebouw van Openbare Werken aan de Sportlaan van de commissie stadsontwikkeling op 28 maart 1979. Hierin zou de commissie op de hoogte zijn gebracht van het voornemen tot rooien en dit hebben goedgekeurd. Op de cruciale raadsvergadering van 4 juli veegt Harte echter de vloer aan met de visie van B&W: er waren slechts drie commissieleden aanwezig op deze informele bijeenkomst, zonder agenda en de iep is toen niet eens ter sprake gekomen! VVD raadslid Joop Buijs 13
14 stelde dat in de al eerder genoemde vergadering van de commissie milieuzaken van 20 juni er unaniem was aangedrongen op het zoeken van een alternatief voor rooien.
Roel Laning: Weekblad)
parabel….
(foto:
Helders
Fractievoorzitter Roel Laning van het CDA scoorde veel bijval met zijn parabel waarin hij de zeven iepen vergeleek met een klas schoolkinderen, die wilde oversteken juist toen een zware vrachtwagen……..’gelukkig konden alle kinderen – op één na, die overreden werd -……’ De vergadering liep uit tot half twee ’s nachts, de uiteindelijk door D’66 ingediende en door Henk van der Veen(PvdA) ondersteunde motie van afkeuring werd verworpen door de voltallige CDA fractie en een meerderheid van het VVD smaldeel. VVD raadslid A. Witte concludeerde dat van deze affaire ‘zelfs een aspirientje nog hoofdpijn krijgt’.
kop van het artikel vroeg de scribent zich hoopvol af: ‘wordt na de iep nu ook drs. G.J. van den Bosch omgehakt?’ Weer een dag later blijkt het Den Helder weer eens gelukt te zijn om het landelijke nieuws te halen, ditmaal over de stam van een gerooide iep: met grote vette letters en in een bijna paginagroot artikel in het Algemeen Dagblad van 6 juli 1979 van de hand van Jan van Gelderen werd het vaderland op de hoogte gebracht van ‘de woede over kappen iep’. Aardig is de eerste allinea: ‘Den helder is rijk gezegend met openbaar groen en dat staat heel aardig bij het muisgrijs van al die oorlogsschepen. De Plantsoenendienst vecht zich naar tegen de zoute zeewind’ en ‘elke boom die hier geplant wordt, moet drie keer worden geplant’, aldus een medewerker van die dienst. De openingspassage in een eveneens zeer kritisch artikel in de in heel Noord Holland verschijnende Onze Krant van 28 juni is misschien het meest veelzeggend: ‘ik zeg over die rottige iep geen ene rotmoer meer’, sprak wethouder G.J. van den Bosch verleden week donderdagavond (21 juni) vanuit de WGW kantine en hij sommeerde voorlichter Henk Kalee om het collegestandpunt te verwoorden in het NOS radioprogramma “Met het oog op morgen”. De wethouder was gevraagd om in dat programma de discussie aan te gaan met de vertegenwoordiger van het WNF Gerard Peters. Er zijn na 22 juni 1979 tot nu nog heel wat iepen en andere fraaie exemplaren verloren gegaan en dat ligt, zo weten wij niet alleen aan de zoute zeewind. Gerard Hoekmeijer
De zoute zeewind In een venijnig artikel in het Helders Weekblad van een dag later wordt vol gas uitgehaald naar de afwezige ‘dictatoriale’ wethouder, die het als ‘sluwe vos’ weer slim gespeeld had en op moment suprême op vakantie was. In de
Geraadpleegd: eigen archief; Helderse Courant; Helders Weekblad; Onze Krant; Algemeen Dagblad.
14
15 Belangenbehartiging bij de Koninklijke Marine lll “Tijdens de Tweede Wereldoorlog” De muiterij aan boord van Hr,Ms. De Zeven Provinciën, had grote indruk gemaakt in de Nederlandse samenleving maar wat misschien wel erger was: binnen de Koninklijke Marine waren de onderlingen verhoudingen ernstig geschaad. Na de muiterij werden in Nederland zowel als in Nederlands Indië commissies ingesteld die een onderzoek instelden naar de betrouwbaarheid van een gedeelte van het marinepersoneel. Een aantal van de bestuurders van de neutrale bonden, werd op grond van de bevindingen van de commissies ontslagen, maar ook schepelingen die nooit bestuurslid geweest waren, werden slachtoffer van de commissies. Het is moeilijk te achterhalen welke argumenten en criteria de commissies gebruikten. Van de Bond van Onderofficieren werden bijvoorbeeld de voorzitter, de vicevoorzitter en de secretaris ontslagen maar de penningmeester mocht blijven. De man werd later nog erelid van de VBZ. Voor de schepelingen waren de maatregelen volstrekt ondoorzichtig, temeer daar twee ontslagen hoofdbestuurders in 1939 werden teruggeroepen in actieve dienst en dat ook na de Tweede Wereldoorlog zijn gebleven. Door de maatregelen van de marineleiding en de gebrekkige communicatie tussen wat restte van de besturen en de leden raakten de bonden in verval. Na de opheffing van het vergaderverbod deden de besturen er alles aan om de bonden te reanimeren maar het lukte niet erg. De animo onder het personeel was er uit, de behoefte aan contacten met de oud-bestuurders was gering, in ieder geval aanzienlijk minder dan de ijverige besturen hadden gehoopt. Het enige orgaan voor belangenbehartiging dat nog goed functioneerde was het Marine Sanatorium Fonds. Het MSF werd beheerd door de onderofficieren maar stelde zich open voor alle schepelingen. Toen in augustus 1939 de algemene mobilisatie werd afgekondigd en de kans op oorlog steeds groter bleek te worden, heeft het bestuur van het MSF maatregelen genomen om het kapitaal van het Fonds in
veiligheid te stellen te stellen. De maatregelen kwamen er in feite op neer dat het bestuur, meteen na afloop van de betrokken vergadering het besluit ten uitvoer bracht, bij de Hema voor één gulden een koffer kocht en tezamen voor enkele tonnen aan waardepapieren naar Amsterdam bracht om het onder te brengen in de kluizen van de Middenstandsbank. In de nacht van 24 op 25 juni 1940 werd Den helder gebombardeerd door geallieerde vliegtuigen. Naast militaire doelen werd ook de Helderse binnenstad getroffen waardoor een groot gedeelte van de stad verwoest werd, o.a. het mooie marine Bondsgebouw. Het secretariaat werd overgebracht naar een huurhuis in Overveen. De belangenbehartiging werd vanaf dat moment alleen nog uitgevoerd door het MSF. Er was in Nederland eenvoudig geen instantie meer die iets te maken had met arbeidsvoorwaarden van militairen van de Koninklijke Marine die in Nederland waren achtergebleven. Zij werden gedemobiliseerd, voor zover ze niet in krijgsgevangenschap waren en konden proberen een baantje te zoeken. Wat de bonden die samenwerkten in het MSF konden doen, lag dus vooral op het terrein van het MSF. Daartoe zocht het MSFbestuur contact met enkele artsen om te onderzoeken op welke wijze de marinegezinnen zo goed mogelijk geholpen konden worden. Men kwam tot de conclusie dat de beste methode was tuberculose te bestrijden. Het bestuur begon met zwakke kinderen uit het geteisterde Rotterdam onder te brengen bij boeren op de Veluwe, in de omgeving van Lunteren. Dit bleek meteen een groot succes. Bij de boeren heerste geen voedselschaarste zoals in de grote steden en in de landelijke omgeving knapten de kinderen zienderogen op. Daarom ging met ook patiëntjes uit andere grote steden uitzenden. De boeren werkten fantastisch mee, voor een vergoeding van slechts 2 gulden en vijftig cent per kind per dag, namen zij de totale verzorging op zich. Een arts uit Lunteren nam geheel kosteloos de medische controle op zich. Later kwam het moment waarop ook de verenigingen en stichtingen die zich bezig hielden met tuberculosebestrijding hun 15
16 boeken moesten inleveren bij de Duitse autoriteiten.. Tegelijkertijd werden de tegoeden van het MSF bij de banken geblokkeerd. De bezetters waren van mening dat het werk van het MSF ook, en beter, uitgevoerd kon worden door “Winterhulp” een organisatie die onder Duitse controle stond. Het MSF-bestuur dacht hier – terecht – anders over en besloot actie te ondernemen om de hulpverlening aan marinegezinnen in eigen hand te houden en het MSF-kapitaal onder eigen beheer te houden. De, sedert het uitbreken van de oorlog werkloze stafmuzikant Bos, nam de taak op zich in Den Haag bij de “Commissaris voor de niet-commerciële verenigingen en stichtingen” te gaan pleiten voor toestemming om het werk voort te zetten. Zijn activiteiten hadden succes want inderdaad werd het beslag na enige tijd opgeheven en de toestemming het werk voort te zetten verleend. De Vereniging van Onderofficieren bij de Zeemacht was gedurende de bezetting een verboden vereniging en niet in staat op enigerlei wijze contact te onderhouden met de (nu ex) leden. Toch werd op sommige plaatsen in Nederland waar naar verhouding veel exmarinemensen woonden, onderling contact gezocht en gevonden. Veel militairen liepen met de kleine medaille voor langdurige en trouwe dienst, of andere tekenen waaraan men elkaar herkende, op de revers van hun burgerkleding maar dat was riskant want klikgrage NSB'ers waren overal. In Amsterdam werd een plek van samenkomst gevonden in café “ De Ster” – “het sterretje” op de Martelaarsgracht waar het marinepersoneel op een vaste dag in de week bij elkaar kwam om het laatste nieuws uit te wisselen. Zo hield men zicht op een zeker ledenbestand en dat was nodig want het MSF had geld nodig om aan het werk te kunnen blijven en voor dat geld was men afhankelijk van het marinepersoneel. Het lukte allemaal wonderwel totdat de Duitse bezetter besloot de officieren, onderofficieren en manschappen, combattanten, opnieuw in krijgsgevangenschap te nemen. Dat gebeurde op 10 en 13 mei 1943. Wie zich aan de maatregel onttrok, moest wel onderduiken, zoals dat toen genoemd werd, maar dan kon je ook maar beter
onbereikbaar zijn. En wie niet onderdook, kon vanzelfsprekend geen functie vervullen in het MSF zonder opgepakt te worden. Vanaf 13 mei 1943 trad W. Françoise, tot dan vicevoorzitter van het MSF, op als gemachtigde van de vereniging van Onderofficieren van de Zeemacht. Als sergeant-schrijver werd hij beschouwd als non-combattant, evenals de ziekenverplegers. Daardoor konden ook enkele andere bestuurders actief blijven. De omstandigheden leidden tot een grote uitbreiding van de taken want vanaf dat tijdstip moesten niet alleen de gezinnen van in het buitenland verkerende marinemensen worden ondersteund maar ook de krijgsgevangenen en hun gezinnen. Contributie kon er niet geheven worden, er waren slechts uitgaven en geen inkomsten. De Vereniging en de stichting moesten interen op hun bezit door effecten en aandelen te belenen en/of te verkopen. Over de laatste maanden van de oorlog valt over de belangenbehartiging weinig meer te zeggen. De moeilijke omstandigheden maakten het vrijwel onmogelijk nog iets voor de marinegezinnen te doen en ook onder de bestuurders vielen slachtoffers. Toen in de barre winter van 1944-45 de secretaris, majoor-ziekenverpleger J. de Haas overleed en majoor-ziekenverpleger H. Dirkzwager, die een leidende functie bekleedde in de verzetsbeweging op 19 februari 1945 te Haarlemmerliede werd gefusilleerd, viel de hulpverlening vrijwel stil. W. Françoise, de stille kracht op de achtergrond, was al eerder van zijn bed gelicht en gevangengezet in kamp Amersfoort. Toen hij gelukkig werd vrijgelaten, dook hij onder en viel ook zijn werkkracht weg. Gedurende de gehele oorlog was Françoise actief in het verzet. Hij heeft echter nooit een zgn. groepsnummer ontvangen en daardoor staat hij ook niet vermeld op de oorkonde die later namens de “groep 2000” aan ZKH Prins Bernard werd aangeboden. Mevrouw J.J. Van Tongeren noemt hem in haar historisch verslag over de groep een medewerker die steeds op de achtergrond bleef maar bij belangrijke beslissingen altijd voor de groep op de bres stond. Joop Swarte 16