NOODHULP
EBOLA EEN JAAR NA DE UITBRAAK VAN EBOLA AUGUSTUS 2014 – AUGUSTUS 2015
Weg naar Joe Blow Town
HET LEVEN IN JOE BLOW TOWN Aan het einde van een lange smalle weg ligt een dorpje, JOE BLOW TOWN. In dit dorpje heerst een serene rust. Hier en daar speelt een kindje of doet iemand de was. Wel gezellig zouden we als Nederlanders zeggen. Maar als je goed kijkt, zie je hier en daar een huis dat in verval raakt, er woont niemand meer. Dit dorp is zwaar getroffen door ebola. Er wonen nu nog 107 mensen, voor de ramp waren dat er 138. 21 Mensen zijn overleden aan ebola en 15 mensen zijn ziek geweest, maar hebben het overleefd. Een aantal mensen zijn uit het dorp vertrokken. Emmers met kraantjes en chloor werden uitgedeeld. Voorlichting werd gegeven over hoe je ebola kunt voorkomen en wat je moet doen als iemand ziek wordt. Maar het belangrijkste is dat er een aanspreekpunt was voor de mensen. Dit dorpje is zeker drie maanden afgesloten geweest van de buitenwereld om verdere ebola-besmetting te voorkomen. Contact was niet mogelijk, de school was dicht en het land bewerken of gewassen verhandelen was niet toegestaan. ZOA Liberia bleef contact houden, bracht voedsel en schoon drinkwater. Maar vooral menselijk contact. De dorpelingen ontvingen een prepaid kaartje, daarmee konden ze altijd een medewerker bellen en hun verhaal vertellen, ook al was het midden in de nacht. Zoals een van de dorpelingen opmerkte: “Er kwamen hier nog maar twee auto’s, die van het ebola-begrafenisteam en die van jullie organisatie”. Een medewerker vertelde: “Soms was ik verdrietig of moedeloos door wat ik aantrof, maar ik mocht niet huilen, want ik was hun teken van hoop dat deze tijd voorbij zou gaan en het normale leven terug zou keren”. Willy is een jonge man die dit zelf heeft ondervonden: “Mijn vrouw werd ziek, omdat ze deed wat haar hart haar ingaf: het verzorgen van zieke dorpsgenoten”. Ook Willy’s twee kinderen en hijzelf kregen ebola. “Op een gegeven moment lagen we met z’n vieren in een speciale ebola-kliniek”. Willy en zijn dochter Christin hebben het overleefd, zijn vrouw en zoontje niet. Het verdriet is te lezen in zijn ogen, zijn gezicht vertrekt als hij vertelt over die periode. Willy is blij met de waterput die is geslagen in zijn dorp. Schoon drinkwater en hygiëne zijn belangrijk in een land waar de gezondheidszorg niet op orde is. Maar ook vertelt hij dat hij graag weer op het land zou willen werken, echter zaden en ander materiaal ontbreken nog.
NOODHULPCLUSTER Bijna een jaar geleden brak in West-Afrika de ebola-epidemie uit. Het Christelijk Noodhulpcluster startte een noodhulpactie en ontving in het achterliggende jaar een grote hoeveelheid giften. Om verantwoording af te leggen aan onze donateurs, brengen we een rapportage uit waarin we op hoofdlijnen inzicht geven in het vele werk dat verzet is.
INHOUDSOPGAVE Voorwoord Inleiding Noodhulpfase Wederopbouw Financiën Samenwerking Colofon
05 06 08 12 16 18 19
VOORWOORD December 2013. De maand waarin de eerste ebola-slachtoffers vallen in Guinea. Het virus verspreidt zich al snel naar Liberia, Sierra Leone en Guinea. Op 8 augustus 2014 roept de WHO de ebola-uitbraak uit tot internationale noodsituatie, inmiddels zijn ruim 10.000 mensen overleden aan het virus. Zoals Willy, die samen met zijn gezin is getroffen door het virus en zijn vrouw en zoon verloor. Door voorlichting te geven over ebola namen de hulpverleners het mysterie weg en komt er steeds meer kennis en informatie vrij. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van kinderprentenboeken, geschreven en geïllustreerd in Nederland, of door radioprogramma’s en het uitdelen van brochures. Langzamerhand wordt duidelijk wat ebola is, wat je kunt doen om het te voorkomen en hoe je het kunt herkennen en isoleren. De epidemie ging als een golf door West-Afrika en vereiste grote aanpassingen van de gehele bevolking. Begroetingen die voorheen gepaard gingen met handen schudden of zelfs omhelzingen worden nu beperkt tot een handzwaai of een aanraking van de elleboog. Ook begrafenisrituelen moesten worden aangepast, want het aanraken van de overledenen brengt grote risico’s met zich mee. De scholen waren gesloten, kinderen kregen maandenlang geen onderwijs. Langzaamaan herstelt de bevolking van de schok en de vele levens die zij verloren. Samen werken we aan de toekomst en het verbeteren van de algemene gezondheid door verbeterde hygiëne, de beschikbaarheid van schoonwater en sanitaire voorzieningen. Ook de economische en agrarische ontwikkeling heeft erg geleden onder deze epidemie en moet weer op gang geholpen worden. De bevolking blijft krachtig, is niet afwachtend maar komt zelf in actie. Velen zetten zich vrijwillig in om het virus te bestrijden en daarmee het aantal slachtoffers te beperken. De middelen die door onze organisaties worden verstrekt konden op deze manier nog meer mensen bereiken. We vertellen daar in deze rapportage meer over en laten u graag zien dat uw geld zorgvuldig besteed wordt. We willen we u hartelijk bedanken voor uw giften en gebed. Namens het Christelijk Noodhulpcluster,
Leo Visser, directeur Red een Kind Marco van der Graaf, directeur Tear Jan Lock, directeur Woord en Daad Johan Mooij, directeur ZOA
05
INLEIDING De ebola-uitbraak in West-Afrika is ’s werelds dodelijkste uitbraak tot nu toe en maakte meer slachtoffers dan alle voorgaande bekende uitbraken van het virus. Op 8 augustus 2014 heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) deze uitbraak uitgeroepen tot een internationale noodsituatie. Sinds het begin van de epidemie zijn ruim 10.000 mensen overleden aan de gevolgen van ebola en zijn er ruim 27.000 mensen besmet geraakt. Het dagelijks leven in de getroffen landen raakte ernstig ontwricht.
De organisaties van het Christelijk Noodhulpcluster werken (via partnerorganisaties) al jaren aan wederopbouw in Liberia en Sierra Leone en kwamen direct in actie. Een acute noodhulpcampagne werd opgezet met voornamelijk aandacht voor preventie. Het stoppen van de verspreiding
van het virus is dé remedie om het aantal slachtoffers drastisch terug te brengen en uiteindelijk het virus uit te roeien. Behandeling van de ziekte is namelijk nog steeds onmogelijk, slechts de symptomen kunnen worden behandeld. Door voorlichting over ebola en door de verspreiding van zeep, chloor en emmers om goede hygiëne te bevorderen werd de verspreiding van het virus teruggedrongen. Door de contacten van ebola-slachtoffers na te gaan werden mensen vroegtijdig gecontroleerd op symptomen en zo nodig geïsoleerd om verdere besmettingen te voorkomen. Inmiddels lijkt de ergste periode voorbij, maar het virus heeft grote gaten geslagen in de gemeenschap.
West Afrika
Guinea Sierra Leone Liberia
6
Voor hulpverleners was het niet gemakkelijk om voorlichting over ebola te geven. In sommige delen van deze West-Afrikaanse landen werd het bestaan van ebola ontkend, anderen verdachten de blanke medewerkers van hulporganisaties van verspreiding van het virus. Families die werden getroffen door de ziekte werden gestigmatiseerd en raakten hierdoor nog meer geïsoleerd van de rest van de gemeenschap. Al met al een behoorlijke uitdaging voor iedereen die aan deze hulpverlening heeft bijgedragen. Een ongekende ramp waar ook de WHO niet op voorbereid was. We zijn dankbaar dat we een bijdrage konden leveren en zijn ervan overtuigd dat de programma’s die zijn uitgevoerd verschil maken in de levens van mensen.
7
NOODHULPFASE SITUATIE LIBERIA EN SIERRA LEONE
INFORMATIEVOORZIENING
Op 30 maart 2014 werden in Liberia de eerste twee ebolaslachtoffers gemeld. In mei 2014 werd de eerste besmetting met het ebola-virus in Sierra Leone geconstateerd. Het slachtoffer was een stammenleider in het grensgebied die patiënten uit Guinea had behandeld.
In de gemeenschappen wordt informatie gegeven over het ebola-virus. Denk aan preventie, symptomen, welke actie men moet ondernemen als men symptomen krijgt, hoe om te gaan met mensen die ziek worden en wat te doen na het overlijden van een patiënt. We gebruiken voorlichtingsmateriaal in woord en beeld, zodat ook mensen die niet kunnen lezen het goed kunnen begrijpen.
Voor beide landen geldt dat het gebruik om het lichaam van een overledene aan te raken en de totale onbekendheid met ebola zorgden voor een snelle verspreiding. In het begin reageerde de overheid onvoldoende. Toen de enorme omvang van de uitbraak duidelijk werd namen de overheden wel vergaande maatregelen. Zo moesten de scholen in september na de zomervakantie dicht blijven en werden bepaalde wijken en/of dorpen in quarantaine geplaatst. Tevens werd in Sierra Leone en Liberia een ‘State of Public Health Emergency’ afgekondigd en moest de bevolking een aantal malen een paar dagen thuis blijven, waarbij de overheid huis aan huis bezoeken aflegde om alle ebola-besmettingen op te sporen. Het bestaande wantrouwen tegen de overheid werd versterkt door deze noodzakelijke, maar vergaande maatregelen. Het duurde dan ook lang voordat de bevolking de boodschappen van voorlichtingscampagnes serieus nam.
8
Dit gebeurt door vele organisaties, in vele verschillende gebieden, op allerlei manieren. Zowel in de stad als ook in de kleinere dorpen. In Liberia, in Montserrado, Margibi en Bong County werden brochures uitgedeeld met informatie over het voorkomen van ebola en hoe om te gaan met ebola slachtoffers. Ruim 117.000 mensen zijn bereikt met deze campagne. Ook werden in samenwerking met Trans World Radio 33.000 flyers verspreid om informatie te verstrekken en mensen bewust te maken van de maatregelen die zij zelf kunnen treffen.
VOORLICHTINGSPROGRAMMA In Sierra Leone is vanaf juli 2014 door partnerorganisatie Evangelical Fellowship of Sierra Leone (EFSL) een voorlichtingsprogramma uitgevoerd in twee districten (Bonthe en Pujehun). Deze is vanaf oktober verder uitgebreid naar nog drie districten (Port Loko, Bo, Kenema), om zo mensen bekend te maken met de symptomen en voor te lichten over hoe zij besmetting kunnen voorkomen. Het programma bestond uit de volgende elementen: • 5.000 posters met voorlichting over ebola geproduceerd in overleg met het ministerie van gezondheid en op 200 publieke plaatsen in 200 locaties (zoals kerken en scholen) verspreid • 200 voorlichtingsbijeenkomsten in scholen, kerken en ander openbare ruimtes. Toen grote bijeenkomsten niet meer mogelijk waren (van overheidswege bepaald), zijn huisbezoeken afgelegd. Deze huisbezoeken concentreerden zich op gebieden waar een actieve uitbraak was. De voorlichting werd in samenwerking met 20 klinieken gedaan. • 40.000 mensen ontvingen twee korte boodschappen over ebola per SMS • 10 bijeenkomsten (2 per district) met lokale leiders, religieuze leiders en andere belanghebbenden plaatsgevonden, waar over ebola, de gevolgen en de aanpak werd doorgesproken. Uit deze discussies bleek bijvoorbeeld dat veel ebola-overlevenden oogproblemen hebben door de toediening van een hoge dosis chlorine. Naar aanleiding van dit signaal is contact gelegd met een oogkliniek en is lobby gevoerd zodat ebola-slachtoffers gratis behandeling krijgen.
Doordat de gemeenschappen in Sierra Leone EFSL als betrouwbare organisatie kenden, werd de boodschap goed ontvangen. Er waren veel geruchten en tegenstrijdige berichten en mensen wisten vaak niet wat te geloven. Zeker de overheid werd gewantrouwd en er gingen veel
geruchten dat klinieken niet goed voor mensen zorgden. De impact van de voorlichting van EFSL blijkt ook uit het feit dat aan het begin van het project slecht 20% geloofde dat ebola bestond. Na 4 maanden van voorlichting was dit gestegen naar 50%. De mensen in deze groep waren ook bereid voorzorgsmaatregelen te nemen om besmetting te voorkomen. De voorlichtingsboodschappen betroffen in het begin een sterke waarschuwing voor ebola waarbij impliciet werd gecommuniceerd dat als iemand ebola krijgt, deze persoon ten dode opgeschreven is. Toen men zich realiseerde welke negatieve implicatie deze boodschap voor zieke mensen had is gekozen voor een positievere formulering. Er is toen meer nadruk gelegd op de kans om te overleven als mensen zich snel melden bij een kliniek en op het belang van snel hulp zoeken.
TASK FORCE TRAINING In Liberia, in Montserrado en Margibi County werken speciale teams samen om de dorpen goede voorlichting te geven over de verspreiden van ebola, hoe je infectie kunt voorkomen en wat je kunt doen als je symptomen van het virus vertoond. Daarnaast ontvingen de dorpen ook emmers, chloor en zeep om goede hygiëne-maatregelen te kunnen nemen. De Task Force Training is in 83 dorpen gegeven waar 1.383 leden deelnamen aan de training. Samen bereikten zij vervolgens 813 dorpen en 555.700 mensen. Volgens de deelnemers heeft de training levens gered. Toegang tot goede informatie en middelen is cruciaal om de uitbraak te stoppen. In veel van de dorpen was ZOA Liberia de enige organisatie die langskwam, mensen waren dankbaar dat ze niet werden vergeten en voelden zich gesteund door medewerkers en de teams die hen bezochten.
9
RADIOSPOTJES
KINDERBOEK
Radio is een krachtig middel in West-Afrika. Om de verspreiding van ebola tegen te gaan hebben we bijgedragen aan het maken van 16 radioprogramma’s en 40 spotjes. Het betrof een programma van Trans World Radio (TWR). Via de radio kregen mensen informatie over ebola, hoorden ze wat ze het beste konden doen bij de ziekte en op welke manier ze zichzelf konden beschermen.
De schrijfster Hijltje Vink schreef een boekje over ebola: “When life turned upside down”. Dit kinderboek met het daarbij behorende werkboek is bedoeld om kinderen te helpen op een goede manier om te gaan met de trauma’s die kinderen tijdens de ebola-uitbraak opliepen. Het lezen van de boeken en het doorpraten in de klas helpt de kinderen bij de verwerking.
De programma’s zijn gemaakt in het Engels, Frans en enkele lokale talen en zijn uitgezonden in acht landen in WestAfrika, waaronder Liberia en Sierra Leone. In Sierra Leone werden er via radio 75 discussie-programma’s uitgezonden door partnerorganisatie EFSL. In deze programma’s konden mensen inbellen met vragen over ebola en werd voorlichting gegeven. Tevens werd door EFSL twee keer per dag een korte boodschap verspreid via de radio, waardoor circa 665.000 mensen bereikt werden.
“Ik wil graag mijn dank uitspreken naar broeder JeanTraoré van TWR, hij gaf ons goede informatie over ebola. Mensen zijn erg bang voor deze ziekte en niemand weet of de epidemie misschien ook in ons land zal uitbreken. We zijn nu goed geïnformeerd en nemen de hygiën- maatregelen in acht om te voorkomen dat ebola in ons land uitbreekt. Ook ik, als imam, zal gebruik maken van de gebedstijden om dit advies aan mijn moslimbroeders mee te geven en aan iedereen die ik ken, zoals mijn buren.” (Divo, Côte d’Ivoire).
10
Het boek gaat ook in op vragen en antwoorden over ebola. In totaal zijn 30.000 Engelse prentenboeken en 10.000 werkboeken naar Sierra Leone en Liberia verscheept. Partnerorganisatie EFSL heeft in juni instructiedagen verzorgd voor het onderwijzend personeel en de kerkelijke medewerkers, die de boekjes uitdelen, zodat ze weten hoe ze optimaal van dit materiaal gebruik kunnen maken.
HET VERSTREKKEN VAN SANITAIRE MIDDELEN Goede hygiëne is één van de beste preventiemethoden. In drie districten van Liberia werkte ZOA Liberia aan het vergroten van de kennis over het ebola virus en het verstrekken van middelen om verdere infecties te voorkomen en zo het overdragen van het virus een halt toe te roepen. In totaal werden 36,000 speciale emmers met een kraantje uitgedeeld, samen met
een fles chloor en 111,000 stukken zeep. Partnerorganisatie EFSL in Sierra Leone verstrekte aan 2.000 kwetsbare huishoudens in uitbraakgebieden (hot spots) verzorgingsmiddelen om zich beter tegen ebola te beschermen (emmer, zeep, chloor). Tevens ontvingen 215 kerken dezelfde materialen om een punt in te richten waar elke bezoeker zijn of haar handen kon wassen.
CONTACT TRACING De verspreiding van ebola kan ook worden tegengegaan door contact tracing, het monitoren en ondersteunen van mensen die in contact zijn geweest met ebolapatiënten. Dit doen de County Health Teams van ZOA Liberia in Margibi County door deze mensen 21 dagen te volgen. Zolang ze nog niet ziek zijn, zijn ze niet besmettelijk. Zodra ze echter symptomen vertonen, worden ze geïsoleerd, onderzocht en behandeld. De 190 contact tracers en hun 13 supervisors ontvingen een kleine vergoeding, regenjassen en beltegoed. Gedurende drie maanden volgden zij soms wel 1,000 mensen per dag. Naast het opsporen van de contacten werden er ook nieuwe gevallen van ebola opgespoord door de 100 case finders. Een snelle constatering kan leiden tot een snelle opname en minder risico voor de patiënt en zijn of haar omgeving.
ONDERSTEUNING AAN KLINIEKEN EN ZIEKENHUIZEN Vanaf april 2014 is partnerorganisatie MAP gestart met het verstrekken van middelen aan klinieken en ziekenhuizen in Liberia. Daarbij ging het om het uitdelen van persoonlijke beschermingsmiddelen, medicijnen en medische voorraden voor zowel ebola-slachtoffers als andere patiënten. Hierbij werd nauw samengewerkt met het Ministerie van Gezondheid. Gezondheidsmedewerkers ontvingen o.a. beschermende kleding, medicatie en zeep. Vrijwilligers vanuit de dorpen zijn getraind in preventievoorlichting, het bereiden van chloorwater en hoe om te gaan met ebola-patiënten. Meer dan 3.000 huishoudens in 9 districten zijn getraind, 1.600 van hen ontvingen een pakket met o.a. een preventiebrochure, zeep, chloor, handschoenen, handborstel en crème. Partnerorganisatie MAP zorgde ervoor dat de radio en de TV hun preventiespots konden blijven uitzenden door hen brandstof te verstrekken. Vrijwilligers deelden aan ruim 3.000
huishoudens brochures uit met informatie over het voorkomen van ebola en hoe om te gaan met slachtoffers.
STEUN AAN FAMILIELEDEN VAN EBOLA-SLACHTOFFERS Familieleden van personen die besmet zijn met ebola werden om verdere besmetting te voorkomen voor minimaal 21 dagen in quarantaine gezet of opgenomen in medische centra. Personen die de ziekte niet ontwikkelen maar zeker ook de overlevenden raken ernstig getraumatiseerd door deze maatregelen die diep ingrijpen in hun leven. Bij terugkeer naar huis worden ze nogmaals getroffen door het stigma dat ze krijgen vanuit de gemeenschap. Veel kinderen hebben geen ouders meer om voor hen te zorgen en kwetsbare volwassenen zoals ouderen en alleenstaande vrouwen hebben geen middelen meer om voor zichzelf te zorgen. Vanaf februari 2015 is er door de organisaties WHI, EFSL en CTF een programma gestart. 300 kinderen en 150 volwassenen zullen directe steun in de vorm van officiële registratie, opsporen van familieleden, re-integratie, materiele ondersteuning, ondersteuning in levensonderhoud, overige medische kosten en psychosociale ondersteuning ontvangen. Daarnaast is er een vangnet in 21 dorpen opgezet waarbij mensen getraind worden in het herkennen van trauma en traumacounseling bij kinderen en volwassenen. Tevens zijn 15 mensen werkzaam in de gezondheidzorg als kinderadvocaat aangewezen, die voor de belangen van de kwetsbare groep kinderen zullen opkomen.
Megan Nykyforchyn-Clark van WHI verteld: “Onze maatschappelijk werkers komen schrijnende situaties tegen waarin Ebola wezen verkeren. Bij een recent bezoek aan een dorp ontmoetten de medewerkers 3 kinderen in de leeftijd van 3 tot 8 jaar waarvan de ouders overleden waren aan Ebola. Ze verbleven alleen, ondervoed en getraumatiseerd in het huis van hun ouders en dorpelingen vermeden angstvallig het contact, bang om besmet te raken. Het gemeenschapshoofd had uit voorzorg de geldende quarantaine periode van 21 dagen met een aantal extra dagen verlengd en niemand had gezorgd dat de kinderen in deze periode verzorgd werden. Iedereen had uit angst deze kinderen aan hun lot overgelaten”. Door voorlichting en steun kunnen dit soort situaties voorkomen worden en kunnen kinderen in deze traumatische situaties veel beter opgevangen worden.
11
WEDEROPBOUW WATER EN SANITATIE Partnerorganisatie MAP in Liberia blijft gezondheidscentra ondersteunen met medicijnen en medische voorraden, maar breidt de hulp uit naar betere hygiene en water en sanitatie in scholen. Tijdens de ebola-uitbraak waren de meeste scholen gesloten. In Liberia bleek dat ruim 55% van de scholen geen toegang heeft tot water en 43% van de scholen geen toiletfaciliteiten heeft. Het Ministerie van Onderwijs ontwikkelde een Back to School-strategie, MAP draagt hieraan bij door 187 scholen te voorzien van goede voorlichting en basis hygiënemiddelen. ZOA Liberia draagt bij door het slaan van nieuwe waterputten en het herstellen van defecte waterputten. Hierdoor hebben dorpen die getroffen zijn door ebola toegang tot voldoende schoon drinkwater. Hoewel er niet direct een
12
link is met het voorkomen van ebola, is een goede watervoorziening cruciaal. Dit leidt tot vermindering van ziektes en infecties en draagt bij aan de algehele gezondheid van de bevolking. Het repareren van waterputten met geld vanuit het buitenland leidt nu niet direct tot zelfredzaamheid. Om dit te vergroten is er een training georganiseerd voor de dorpen, waarbij is gesproken over het (financieel) beheer van de watervoorziening. Door een kleine vergoeding te vragen voor het water is er geld om later reparaties uit te voeren, mocht dit nodig zijn. Tegelijkertijd worden mensen opgeleid die de pomp kunnen repareren in geval van een defect. In totaal zijn 25 nieuwe waterputten gebouwd, 16 putten gerepareerd en hebben 42 dorpen training ontvangen.
TOEKOMST Sinds oktober 2014 daalt het aantal ebola-besmettingen. Ook de bevolking is minder gespannen nu de berichten goed zijn. De aandacht voor ebola-bestrijding moet echter niet verslappen. Daarnaast is herstel van de economie en het verbeteren van de algemene gezondheidssituatie noodzakelijk om de getroffen landen er weer bovenop te helpen.
LEVEN NA EBOLA Sinds haar ontslag uit een ebola behandelcentrum in november 2014, herstelt de 16-jarige Fatu geleidelijk. Ze is nog zwak, maar ziet haar gezondheid verbeteren. De besmetting heeft echter wel een blijvende gehoorschade bij Fatu veroorzaakt. De vader van Fatu overleed jaren geleden. Na de ebola uitbraak bleef Fatu als wees achter. Haar moeder, maar ook tante en oma overleefden de uitbraak niet. Fatu heeft twee zussen, Memanatu is ouder, Isatu is jonger. De oudste zus, Memanutu, heeft een gezin en besloot voor haar jongere zusjes en haar oom te gaan zorgen. Ze wonen nu met negen mensen in een huis en moeten met elkaar zien rond te komen van het inkomen van Memanatu’s man, hij werkt in de bouw. Fatu: “Ik ben blij dat ik bij mijn zus kan wonen, het is niet ver weg van waar ik vroeger woonde. Ik kan mijn vrienden dus gelukkig nog steeds zien en ik kan ook naar dezelfde school blijven gaan.” Zowel Fatu en Memanatu hebben allebei te maken gehad met stigmatisering. Fatu: “Mensen wezen ons na, en wisselden soms zelfs van rijbaan als ze ons zagen. Mensen wennen er nu steeds meer aan en raken er meer en meer van overtuigd dat ik niet meer besmettelijk ben. Het was in het begin wel erg moeilijk en ik ben dankbaar dat mijn zus me nooit heeft vermeden.” In april 2015 kon Fatu, na een gedwongen pauze van bijna een jaar, eindelijk weer naar school. Met haar gehoorverlies is dit wel een grote uitdaging en het is heel spannend hoe dit verder zal gaan. Fatu droomt ervan om ooit een verpleegstersopleiding te doen, zodat ze op een dag zelf zieke mensen tot steun kan zijn.
1
Op 9 mei 2015 is Liberia door de WHO officieel ebola-vrij verklaard, Sierra Leone verklaarde in januari een district ebola-vrij, maar is nog niet volledig vrij verklaard. Ook Guinea worstelt nog met de epidemie. Tijdens het schrijven van deze rapportage zijn helaas toch opnieuw gevallen van ebola bekend geworden in Liberia. De situatie blijft onzeker en fragiel. Eén van de eerste stappen die nu gezet worden, is het verstrekken van voldoende schoon drinkwater en een verbeterde hygiëne. De economie heeft enorm geleden onder deze epidemie. Op de langere termijn is het nodig dat ook hier aandacht aan wordt besteed. De gevolgen zullen nog lange tijd voelbaar zijn in Liberia, Sierra Leone en andere getroffen landen. De Wereldbank rapporteerde in januari dat de verwachte economische groei in Sierra Leone van 11,3% voor 2014 uiteindelijk slechts 4% betrof1. Veel bedrijven zijn getroffen doordat grenzen tijdelijk gesloten waren, buitenlandse investeerders zich terugtrokken en import van goederen stagneerde omdat schepen de havens in WestAfrika niet aan durfden te doen. Ook de agrarische sector is getroffen. Vanwege het besmettingsgevaar stelde de overheid diverse dorpen / gebieden onder tijdelijke quarantaine, waarbij niemand het gebied in of uit mocht voor een periode van 3 weken of meer. Dit betekende dat boeren soms hun land niet konden bereiken om er te oogsten of dat de oogst niet vervoerd kon worden naar de markt. Woord en Daad onderzoekt hoe ze eventueel economische ontwikkelingen met name op landbouw gebied kan ondersteunen om de impact van ebola te verminderen. Tear-partner MAP blijft in de komende maanden nog hygiëne voorlichting geven op scholen, de 187 scholen worden ook gecontroleerd op hun toiletfaciliteiten. ZOA Liberia blijft werken aan contact tracing, goede voorlichting en het verstrekken van emmers, chloor en zeep. Dit blijft nodig om de epidemie tegen te gaan en het virus voorgoed de kop in te drukken. De partnerorganisaties van Woord en Daad zullen zich blijven richten op voorlichting, onderwijs voor kinderen, opvang van getraumatiseerde kinderen en zoeken naar mogelijkheden voor agrarische bedrijfsontwikkeling voor getroffen boeren.
ttps://www.worldbank.org/en/news/press-release/2015/01/20/ebola-most-african-countries-avoid-major-economich loss-but-impact-on-guinea-liberia-sierra-leone-remains-crippling
13
MATTHEW UIT LIBERIA KIJKT WEER VOORZICHTIG VOORUIT
14
EEN JONG GEZIN Matthew: “Ik ben 26 jaar oud en woon al mijn hele leven in Centraal Grozierville, in Montserrado. Ik heb zes zussen en een broer. Mijn ouders werkten dagelijks op het land, terwijl wij naar school gingen. Ik heb de middelbare school afgerond, ben getrouwd en we kregen twee dochters: Maria en Princess. Net als mijn vader en grootvader werk ik ook op ons land.” HARD GETROFFEN “In maart 2014 hoorden we het nieuws van ebola, maar we besteedden er in eerste instantie weinig aandacht aan. Totdat we op 12 september 2014 één van de leden van onze kerk verloren. We belden het ebola-team en de bloedtest was positief, daarna nam het begrafenisteam het lichaam mee. Mijn schoonzus werd met spoed naar het ziekenhuis in Monrovia gebracht maar overleed eind oktober aan ebola. Haar twee kinderen woonden in mijn huis, maar ook zij waren besmet en stierven begin november. Het ebola-team kwam om ook hen te begraven. Ze bespoten ons huis voor zeven dagen, voordat we hier opnieuw konden wonen. We sliepen tijdelijk in de kerk hiernaast. We werden verstoten door het dorp, iedereen was bang om te worden besmet. Mijn moeder werd ziek en werd na twee dagen toegelaten in het ziekenhuis in Monrovia. Ze reageerde niet op de behandeling, verloor haar eetlust en na vijf dagen overleed ze, op 17 november 2014. We hielden geen begrafenis, haar lichaam werd verbrand. EEN GOEDE UITSLAG Aan het einde van de maand kreeg mijn vrouw koorts. Ik dacht dat ze de volgende met ebola zou zijn. Ze werd direct naar het ziekenhuis gebracht, maar gelukkig was de eerste test negatief, en de tweede en derde ook! Na twee weken van behandeling werd ze vrijgelaten uit het ziekenhuis. De hele familie (14 personen) woonde samen in mijn huis van september tot december 2014. We zijn gezamenlijk in quarantaine geweest voor 42 dagen. In de tijd kwam een contactpersoon twee keer per week bij ons op bezoek, maar we ontvingen geen eten, geen medicijnen, niets. Ik ging gewoon naar ons land en bracht cassave en ander voedsel mee.” Op de vraag of hij zich niet verlaten voelt door veel mensen antwoordt Matthew: “Ja, mensen hebben ons in de steek gelaten, maar ik kan het ze niet kwalijk nemen, ik begreep waarom”. We proberen de draad weer op te pakken in het leven; mijn zussen en broer zijn terug in Monrovia en Firestone. Mijn vader en grootouders wonen bij mij op het erf.”
15
FINANCIËN OVERZICHT ONTVANGSTEN / BESTEDINGEN NOODHULP EBOLA TOT EN MET 31 MEI 2015 ZOA
WOORD EN DAAD
Inkomsten eigen fondsenwerving (netto*)
307.797
236.189
Overige inkomsten (acties derden) • Lakarmissionen • Erikshjalpen • Lakarmissionen • EO-Metterdaad
46.663 40.062 269.295 108.944
Totaal inkomsten acties derden
464.964
0
772.761
236.189
INKOMSTEN
TOTALE INKOMSTEN NOODHULP EBOLA
DIRECTE BESTEDINGEN (UITVOERENDE ORGANISATIE) • ZOA Liberia • Evangelical Fellowship in Sierra Leone (EFSL) • World Hope International (WHI) • MAP international • Trans World Radio
471.918
Totaal
471.918
233.179
300.843
3.010
RESTANT TE BESTEDEN
74.597 158.582
Bestedingen met betrekking tot Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL) zijn inbegrepen in de programmabestedingen en niet op de inkomsten in mindering gebracht.
Inkomsten uit gezamenlijke noodhulpcampagne Kosten fondsenwerving en organisatie * Netto inkomsten
1.363.280 109.754 1.253.526
* Per organisatie kan het percentage voor fondsenwerving- en organisatiekosten verschillen.
16
RED EEN KIND
TEAR
TOTAAL
68.516
86.060
698.562
90.000 0
90.000
554.964
68.516
176.060
1.253.526
20.000
180.000 12.765
491.918 74.597 158.582 180.000 12.765
32.765
180.000
917.862
35.751
-3.940
335.665
17
SAMENWERKING OVERZICHT PARTNERORGANISATIES Organisatie
Sector
Cotton Tree Foundation (CTF)
Woord en Daad werkt in Sierra Leone sinds 2002 samen met de organisatie CTF. CTF is in 2000 opgericht en richt zich op (vak)onderwijsprogramma’s en ook op economische landbouwontwikkeling. CTF heeft 33 medewerkers. De organisatie werkt in Freetown en in de plattelandsgebieden Port Loko en Bombali. Hun missie is om bij te dragen aan de sociaaleconomische versterking van rurale gemeenschappen.
Evangelical Fellowship in Sierra Leone (EFLS)
Woord en Daad werkt in Sierra Leone sinds 2007 samen met de lokale organisatie EFSL. EFSL is in 1959 opgericht en is een koepel voor 48 evangelische kerken en organisaties in Sierra Leone. Het hoofdkantoor van EFSL is in Freetown. Aan de ene kant voert EFSL zelf programma’s uit en aan de andere kant ondersteunt EFSL haar leden met coördinatie, financiering en de uitvoer van programma’s op het gebied van (vak)onderwijs, microkrediet, landbouwontwikkeling, hiv/aids en beleidsbeïnvloeding.
MAP International
Tear werkt bij de bestrijding van ebola samen met MAP. Sinds 1950 heeft MAP medicijnen en overige essentiële medische hulpgoederen geleverd aan non-profit partners, zendingsziekenhuizen, klinieken en medische teams in meer dan 115 landen. MAP is sinds 1970 aanwezig in Liberia en kon tijdens de uitbraak van ebola direct hun leveringen van medische hulpmiddelen opschalen. Tear en MAP werken samen door Integral Alliance, een wereldwijde alliantie van meer dan 20 christelijke internationale noodhulp organisaties. De jarenlange aanwezigheid van Tear’s partner MAP in Liberia en hun capaciteit voor het leveren van directe levensreddende steun tijdens de ebola crisis heeft geleid tot de huidige steun via MAP International.
Trans World Radio (TWR)
Trans World Radio wil mensen in alle landen bereiken met het Evangelie van Jezus Christus. Wereldwijd maakt TWR gebruik van 16 grote en duizenden lokale radiozenders. Er zijn uitzendingen in meer dan 230 talen. De programma’s van TWR worden ook via andere media, zoals internet, mobiele telefoon en MP3-spelers beluisterd. TWR zendt radioprogramma’s uit in negen landen in West-Afrika en is voor deze programma’s ondersteund door Red een Kind.
World Hope International (WHI)
Woord en Daad werkt in Sierra Leone sinds 2012 samen met WHI, een christelijke NGO opererend vanuit Noord-Amerika met een landenvestiging in Sierra Leone. Ze richt zich op armoedebestrijding en in Sierra Leone heeft WHI o.a een MFI opgericht en implementeert ze in nauwe samenwerking met First Step Economic Zone programma’s om boerenorganisaties te versterken en te integreren in marktgerichte waardeketens.
ZOA Liberia
ZOA heeft sinds 2003 een eigen kantoor in Liberia en focust met name op water, sanitatie, hygiëne en voedselzekerheid. Activiteiten binnen het reguliere programma werden op beperkte schaal doorgezet waar mogelijk. Tijdens de ebola-epidemie richtte ZOA Liberia zich met name op activiteiten gerelateerd aan preventie van ebola-besmetting.
18
COLOFON Red een Kind G. Stephensonstraat 11 Postbus 40169 8004 DD Zwolle T: 038 460 46 48 E:
[email protected] I: www.redeenkind.nl Tear Laan van Vollenhove 2941 Postbus 981 3700 AZ Zeist T: 030 69 69 600 E:
[email protected] I: www.tear.nl Woord en Daad Spijksedijk 16e Postbus 560 4200 AN Gorinchem T: 0183 611 800 E:
[email protected] I: www.woordendaad.nl ZOA Sleutelbloemstraat 45 Postbus 4130 7322 AJ Apeldoorn T: 055 366 33 39 E:
[email protected] I: www.zoa.nl Fotografie Eigen fotografie deelnemende organisaties Opmaak Frivista, concept & design
19