Maandelijks magazine departement Biologie
14e jaargang oktober 2014
[Faculteit Bètawetenschappen Biologie]
8 Deze maand:
De dreiging van Ebola
p. 12
Leer de medezeggenschap kennen! p. 6-8
Bedreigde bacteriën p. 17
Finnen: een apart maar geweldig volkje p. 16
| INHOUD |
Inhoud Van welk beest is deze neus? p.8
Hoe gevaarlijk is het ebola- virus nou eigenlijk? p.12
2 Inhoud – Colofon 3 Redactioneel – Wetenschappelijke column 4 Bestuurscolumn - Departementsberichten 5 Advertentie 6-7-8 Even voorstellen: de medezeggenschap 8 Opmerkelijke organismen 9 Biologie in het nieuws 10-11 Intervieuw Vijko Lukkien 12 -13 Natural disasters : Ebola 13 Advertentie 14-15 Biologische bestemmingen: Scandinavië 16 Groeten uit... 17 Recensie: De beestjes in ons 18 Eerstejaarscolumn- student uit eten
UBV 19 20 21 22 23 24
UBV Bestuurscolumn - Mededelingen UBV Activiteiten UBV Archief UBV Commissie spotlight - Recept van de maand UBV Fotoverslag UBV Foto van de maand – Agenda
| COLOFON |
Wat Vijko gaat doen na zijn pensioen p.10
Leer meer over de natuur in Scandinavië p.14
Hoofdredactrice Judith Korhorn
Loes Kip Iris Schepers
Redactie Anoek van den Bosch Valerie Buijs Dorrit de Jong Kahren van Eer Michiel de Groot Maarten Geurts Ilja Kocken Daan Laméris Marloes Leeflang Martine van der Linde Iris van Meijl Lisa Rijnbeek Judith Smit Anne van Vlimmeren Sarah Wells
Eindredactie Judith Korhorn Merit van der Velden
Freelance bijdragen Linda Brouwer Jos Dekker Sam von der Dunk
|2
Aan dit nummer werkten verder mee De geïnterviewden en fotografen Foto voorkant: Kahren van Eer Vormgeving Lotte Scholten Adverteren in BioSCOPE Judith Korhorn
[email protected] Adverteren voor de UBV Esther van Andel
[email protected]
|REDACTIONEEL|
|
Sorry
De stad en de bioloog
Op iedere werkvloer worden fouten gemaakt. Dit kunnen kleine dingen zijn als het omstoten van je koffiekopje, waarbij je haastig ‘sorry’ zegt tegen je collega die volledig onder jouw koffie zit. Soms moet je aan meer mensen je excuses aanbieden vanwege een wat grotere fout. Zo heb ik mij een keer moeten verontschuldigen aan alle BioSCOPE-lezers, omdat verschillende koppen in het juninummer niet klopten. Bovendien heb ik pas vorige maand op Facebook gemeld dat de fotograaf van het meinummer niet juist is weergegeven in de colofon (de prachtige oranje-getinte foto is gemaakt door Aja Radl). Excuses waren daar ook wel op zijn plaats.
‘Je komt naar Utrecht om biologie te gaan studeren. Leuke stad: met zijn grachten, werven, binnenplaatsjes, cafés, muziekpaleis en parken. Leuke studie ook, biologie in Utrecht. Het grootste deel van je studie werk je binnen in collegezalen, laboratoria, studielandschappen of op je kamer. Zo leer je natuur kennen in woord en beeld, in tabellen en grafieken, via boeken en dictaten, achter je laptop of microscoop. Het is modelnatuur met soms grote maatschappelijke relevantie. Buiten, in het veld, is ook natuur. Daarvoor ga je naar de Galapagoseilanden, Australië, Indonesië, deGuyana’s, Peru, Gambia of waar ook. Je verblijft een aantal maanden in een hut of tent en struint rondop plaatsen waar wellicht nog nooit een mens is geweest. Echte natuur, natuur zoals die er ooit geweest is. Of geweest zou moeten zijn, wellicht.
Gek genoeg heb ik de afgelopen maanden minder vaak ‘sorry’ hoeven zeggen dan ik heb moeten doen als baliemedewerkster bij de Albert Heijn (‘Het spijt me mevrouw, maar deze actie is van vorige week’). Wel ben ik van nature iemand die erg snel haar excuses maakt, zelfs op momenten dat het eigenlijk niet nodig is. Zo verontschuldig ik mij al wanneer ik moet hoesten in het bijzijn van een roker, omdat ik verwacht beledigend te zijn met mijn gekuch. Soms maak ik een foutje waarbij ik de enige ben die er last van heeft, zoals bij een project waarin ik vastloop, maar betuig ik uit gewoonte mijn spijt aan degene met wie ik op dat moment werk. Misschien moet ik het maar eens afleren, als dat ge-sorry. Goed, fouten worden nu eenmaal gemaakt. Let’s move on! Waarschijnlijk zijn jullie mijn geklaag al meer dan zat (sorry darvoor) en wil je eigenlijk verder bladeren in dit blad. Vergeet dan pagina 6 tot en met 8 niet, waar alle leden van de OAC-B en de ODC zich aan jullie voorstellen. Lees ook vooral het interview met de onlangs gepensioneerde Vijko Lukkien (pagina 10 tot en met 12). Verder hebben we weer eens een opmerkelijk organisme gevonden (pagina 9) en op pagina 13 vind je interessante informatie rond de onrust over Ebola. Ook hebben we vanaf deze maand weer een eerstejaarscolumnist! Lees op pagina 18 hoe Linda Brouwer haar eerste maand als biologiestudente heeft ervaren. Ik wens jullie allemaal weer veel leesplezier! En sorry dat ik zo vaak ‘sorry’ zeg. Judith
W ET E N S C HA PPE L I J K E C OLUM N |
Steden zijn vaak een blinde vlek op biodiversiteitskaarten. Daar, dicht bij huis, is ook veel natuur te vinden. Interessante natuur. In Amsterdam bijvoorbeeld zijn in 2002 850 verschillende soorten planten aangetroffen, meer dan de helft van de Nederlandse flora. Daaronder telt Amsterdam 70 Rode lijstsoorten. Verder herbergt de stad ook 32 soorten libellen, 36 soorten dagvlinders, 170 soorten broedvogels en wel 1100 soorten paddenstoelen. In je eigen studiestad komen meer dan 100 soorten voor die beschermd zijn in Nederland. Er zijn typische stadssoorten, die van de stad afhankelijk zijn. Het zijn vaak warmteminnaars, pioniers, nieuwkomers en tuinvlieders. Net studenten eigenlijk. Stadsnatuur is dus bijzonder rijk. Het heeft te maken met de grote diversiteit aan milieus, van heel groen en open tot stenig en dicht, koel en warm, droog en nat. En dat allemaal dicht opeen. In deze stedelijke jungle neemt het aantal soorten toe en vind je ook veel nieuwe soorten (neofyten), de allochtonen van de natuur. Steden zijn de biodiversiteitshotspots van de toekomst. Sommige studenten ontdekken die natuur in de flora- en faunacursussen. Leuke cursussen, las ik. Stedelijke natuur is niet alleen rijk; ze draagt ook bij aan de gezondheid en welbevinden van mensen. Voor kinderen is het iets om in te snuffelen, mee te spelen en aan te proeven. Stedelijke natuur is anders dan de doorsnee natuur. Het gaat niet zomaar om planten en beestjes in een ander milieu. Het is een eigen systeem, waarvan je je kunt afvragen of hier niet andere ecologische wetten gelden dan buiten de stad. Jos Dekker
|3
|
BE ST U U R S C OLUM N |
Een goed geoliede machine
Nieuwe combinatie van start
Sinds 1 september ben ik studentlid van het departementsbestuur. Nog geen twee weken later is de deadline voor de BioSCOPE en nu al is mij gevraagd iets te schrijven voor de bestuurscolumn.
In september is een nieuwe combinatiestudie van start gegaan: Molecular Life Sciences. Men spreekt van een combinatiestudie, omdat de inhoud het raakvlak beslaat tussen de bachelors biologie, scheikunde en farmacie. De studenten van MLS volgen in het eerste jaar enkele eigen vakken, maar moeten ook bij biologie en scheikunde vakken volgen. Deze nieuwe studie is een initiatief van Piet Gros en Paul van Bergen en Henegouwen, die beiden een eigen onderzoeksgroep hebben aan de universiteit. Ze zullen de studenten optimaal voorbereiden op de interdisciplinaire aard van veel masters. Dat hier vraag naar is, blijkt uit de opkomst: in het eerste jaar zitten nu 49 studenten Molecular Life Sciences. Het aantal studenten bij Biologie heeft daar niet onder te lijden; dit jaar zijn er zoals altijd rond de 230 eerstejaars biologen.
Van wat ik tot nu toe meekrijg vanuit mijn functie, lijkt het met biologie eigenlijk best goed te gaan. Een promotie hier, een benoemde hoogleraar daar, een dikke beurs voor een onderzoeker zus en een Nature-publicatie voor een onderzoeker zo. Dat zijn de berichten die de afgelopen weken zijn langsgekomen. Er vertrekken hier en daar ook medewerkers. Sommigen gaan met pensioen en een bijzonder hoogleraar gaat nu toch helemaal naar Wageningen. Dat is allemaal geen nieuws om van wakker te liggen. Vooralsnog geloof ik dat het departement biologie een goed geoliede machine is. Dat het goed gaat met biologie is altijd belangrijk, maar komend jaar is het even extra relevant: aan het eind van het jaar moet er namelijk een rapport klaarliggen voor de onderwijsvisitaties van biologie in 2015. Wat zijn onderwijsvisitaties eigenlijk? Om de zoveel jaar krijgt een opleiding, tegelijk met alle vergelijkbare opleidingen in de rest van Nederland, een commissie van ambtenaren op bezoek. Door een onafhankelijke organisatie wordt formeel bepaald of een opleiding aan vooraf bepaalde normen voldoet. Ook de kwaliteitszorg van de betreffende opleidingen wordt versterkt en het lerend vermogen van elkaar vergroot door een reflectieproces te doorlopen. Er gaat bijna een jaar over dit reflectieproces heen en daarna moet nog bepaald worden of aan de normen is voldaan. Komend jaar is dus het jaar dat onze opleiding met reflectie bezig zal zijn en ik zal meeluisteren. Ik kan wellicht hier en daar input geven vanuit mijn achterban: de studenten. Nu maar hopen dat de biologiemachine echt zo goed geolied is!
Dorrit de Jong
|4
| D E PA R T E M E N T S B E R I C H T E N |
Computersimulaties verhelderen fundamentele processen in plant Onderzoekers van de groep Theoretische Biologie & Bioinformatica aan de Universiteit Utrecht hebben samen met collega’s uit Wageningen en Helsinki ontdekt hoe planten snel kunnen reageren op prikkels, zoals zwaartekracht of licht, en tegelijkertijd hun structuur behouden. Het gaat om een belangrijke fundamentele ontdekking, die interessant kan zijn voor de landbouw en veel bijdraagt aan het universitaire project Future Food Utrecht. In de landbouw wordt vanwege de steeds groeiende voedselbehoefte voortdurend gezocht naar mogelijkheden om gewassen te ontwikkelen die meer opbrengen en beter bestand zijn tegen ziekten en het veranderende klimaat. “Wij combineerden experimenten met computersimulaties om te laten zien hoe het hormoon auxine in een samenspel met regeleiwitten de snelle reacties van een plant organiseert met behoud van de structuur.” vertelt Kirsten ten Tusscher, eerste auteur van de publicatie. “In computermodellen kun je processen die in de echte plant sterk aan elkaar gekoppeld zijn, van elkaar loskoppelen om te onderzoeken wat de rol van de feedback tussen deze processen is. Onze modellen zijn essentieel geweest om te laten zien dat de oude ideeën niet konden kloppen en de scheiding tussen langzame en snelle processen duidelijk te krijgen.” De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in Nature
HIJGAATVOORZAAD.NL MARK: “Voldoende en gezond voedsel voor een groeiende wereldbevolking is hét vraagstuk van mijn generatie.” Check zijn avontuur op: www.hijgaatvoorzaad.nl |5
|MEDEZEGGENSCHAP|
Even voorstellen: de medezeggenschap Het academische jaar is weer begonnen. Dat betekent dat er veel nieuwe studenten zijn, een aantal studenten die niet meer terugkomen omdat ze klaar zijn met hun studie en nog weer anderen die lekker doorgaan waarmee ze gestopt waren voor de zomervakantie. Zo’n wisseling van de wacht is ook zichtbaar in de medezeggenschap. Ook dit jaar is er een (grotendeels) nieuwe studentengeleding die jouw stem als student vertegenwoordigd in de medezeggenschap. Hoog tijd dus voor een voorstelrondje. De studentgeleding van de OAC-B Ten eerste is er de opleidingsadviescommissie-biologie (OAC-B). Deze commissie bestaat uit 6 docenten en 6 studenten die de kwaliteit van het onderwijs binnen de opleiding biologie bewaken. Hierbij adviseren zij het bestuur van biologie over de ontwikkeling en uitvoering van onderwijsbeleid. Daarnaast maken de leden van de OAC-B geregeld deel uit van ontwikkelteams die zich bezig houden met de vernieuwing van specifieke onderdelen van de opleiding. De volgende studenten zullen zich aankomend jaar bezig houden met de kwaliteit van het onderwijs.
Jonno van Vulpen Hallo, ik ben Jonno, derdejaars biologiestudent en voor de tweede keer OAC-B lid. Afgelopen jaar hebben we met de OAC-B een onderzoek gedaan naar feedback in het onderwijs, naast de evaluaties van de cursussen die door deze commissie worden uitgevoerd. Naast biologie houd ik ook van muziek maken en speel ik gitaar in mijn vrije tijd. Over een paar jaar hoop ik de microbiologie in te duiken en misschien buitenaards leven te ontdekken of te helpen het leven naar het buitenaardse te brengen. Als dit allemaal gebeurd is, word ik een leraar om de jeugd te inspireren. Of ik blijf op Mars wonen, afhankelijk van de technologische vooruitgang.
Amy Pace Hallo, ik ben Amy Pace, derdejaars biologiestudent en ik zit in de introductie- commissie en de foto-commissie. Maar twee commissies zijn toch niet genoeg? Nee, dat klopt, daarom zit ik sinds dit jaar ook in de OAC-B. Natuurlijk doe ik het niet voor het aantal commissies. Biologie vind ik de mooiste en leukste studie die er is en zeker hier in Utrecht. Maar naast dat het leuk is, wil ik natuurlijk ook dat de kwaliteit van onze studie goed is. Daarom ga ik me dit jaar hard inzetten om bij te dragen aan de verbetering van de cursussen van biologie. Linde Berg
Hannah Löwenhardt Mijn naam is Hannah Löwenhardt, 21 jaar en derdejaars biologiestudent. Na het jaar 2013/2014 ben ik ook dit jaar weer terug te vinden in de onderwijsadviescommissie van biologie. Omdat ik betrokken wil blijven bij wat er gebeurt in het departement, maar ook onder de studenten, wil ik graag de brug tussen deze twee zijn. Het lijkt me leuk om wederom de studenten te vertegenwoordigen en ik hoop dus ook dat jullie me hierbij helpen. Laat dus vooral horen wat je van dingen vindt, ik sta er altijd voor open!
|6
Hoi, ik ben Linde! Momenteel zit ik in het 5e jaar van mijn studie en als vice-voorzitter van de UBV heb ik mij een jaar lang druk bezig gehouden met allerlei onderwijs gerelateerde zaken. Dit vond ik zo leuk, dat een jaar in de medezeggenschap ook vast en zeker goed bij me zal passen. Naast mijn biologenbestaan ben ik een fanatieke zeiler en houd ik van reizen, sporten en mijn baantje bij het Universiteitsmuseum. Verder ben ik dol op uitersten en zul je me op mijn vrolijkst zien bij een lekker zonnetje of een goed pak sneeuw!
Thomas Olijhoek Hey lezers! Mij is gevraagd om een stukje voor jullie hier in de BioSCOPE te schrijven. Nu, ik ben Thomas, ik ben 23 jaar en ik ben nu aan mijn 5e jaar biologie hier in Utrecht bezig. In deze vijf jaar heb ik een bestuursjaar bij de UBV gedaan, gewerkt als studentvoorlichter voor de bachelorsvoorlichtingsdagen en meeloopdagen en heb ik me een jaartje ingezet voor de ODC. O ja, daarnaast heb ik natuurlijk ook nog gestudeerd. Hoe kun je deze bezigheden voltooien? Ik denk door ook het onderwijs bij de opleiding te bekijken en het hopelijk nog beter te maken dan het als is.
Luka van Groeningen Hoi! Ik ben Luka, ik woon nog (steeds) in Soest en dit wordt mijn tweede jaar biologie. Vorig jaar zat ik in de EOC, de eerstejaars onderwijs commissie, waarin je met docenten praat over de goede en slechte punten van eerstejaarsvakken. Daarom leek het me leuk om dit jaar als vervolg daarop lid te worden bij de OAC-B en zo de kwaliteit van het onderwijs te kunnen verbeteren. Naast mijn studie fiets ik nog bijna dagelijks 2 uur op en neer naar de Uithof om vervolgens dus veel te bezweet in de collegezaal te komen. Verder doe ik nog kickboksen, MMA en help ik bij het organiseren van een prachtig gala met de galacommissie.
De studentgeleding van de ODC Naast de OAC-B is er ook nog de onderdeelscommissie (ODC). Wanneer het bestuursteam veranderingen willen invoeren in het beleid, worden deze eerst voorgelegd aan deze commissie. De commissie voorziet deze voorstellen van advies. Een aantal beleidszaken en -stukken vereisen de instemming van de commissie alvorens ze geldig zullen worden. Verder adviseert de commissie het bestuursteam ook (mogelijk ongevraagd) over lopende zaken. De commissie bestaat uit 4 studenten en 4 medewerkers. De volgende studenten zullen zich aankomend jaar bezig houden met het te voeren beleid.
Tom Roth
Iris van der Grift
Hoi, mijn naam is Tom Roth. Ik ben 21 jaar oud en momenteel bezig met mijn derde bachelorjaar biologie. Ik hoop over een aantal jaar als primatoloog aan de slag te kunnen. Mensapen, en met name orang-oetans, zijn namelijk mijn grote passie binnen de biologie. Naast studeren houd ik van concerten bezoeken, gitaar spelen en lezen. Net als vorig jaar maak ik dit jaar deel uit van de ODC. Ik vind het belangrijk dat de medezeggenschap toegankelijk en bereikbaar is voor alle biologiestudenten, dus ik ben altijd te bereiken voor opmerkingen of tips. Hopelijk wordt het een mooi jaar en kunnen we de studie biologie nog beter maken dan hij al is!
Hoi, ik ben Iris van der Grift. Vorig jaar ben ik begonnen aan de opleiding biologie en in mijn eerste jaar ben ik lid geweest van de EOC, de eerstejaars onderwijs commissie. Hier is vooral gefocust op de vakken in het eerste jaar. Het ging voornamelijk over hoe deze ingedeeld waren en of er verbeteringspunten waren. Hierna leek het mij leuk om verder te gaan met de medezeggenschap, maar wist ik nog niet precies hoe. Ik wilde meer te weten komen over hoe dat nu werkt, zo’n departement, en over hoe beslissingen genomen worden. Vanuit die nieuwsgierigheid heb ik me opgegeven voor de ODC en hoop zo ook een bijdrage te kunnen leveren aan de medezeggenschap.
|7
Ruben Vleeschouwers Hoi allemaal, ik ben Ruben, derdejaars biologiestudent en voor het tweede jaar op rij ga ik in de ODC. Na een jaartje het reilen en zeilen binnen het departement te hebben gevolgd, denk ik dat het dit jaar makkelijker is om de mening van de studenten te vertegenwoordigen en misschien zelfs hier en daar wat aanpassingen te maken. Ook dit jaar zal communicatie weer een van onze belangrijkste punten zijn. Heb jij leuke ideeën of gedachten die je graag wil delen? Neem dan gerust contact met één van ons vier op!
|
Ilja Kocken Hallo, ik ben Ilja Kocken. In 2013 heb ik mijn bachelor biologie afgerond, waarna ik tijdens een geweldig bestuursjaar bij de UBV begonnen ben aan mijn Master Marine Sciences. Ik houd van watersporten: duiken, zwemmen, schaatsen, maar vooral ook van snowboarden en surfen. Dat komt waarschijnlijk doordat mijn sterrenbeeld Waterman is. Ik heb gedurende mijn bestuursjaar bij de UBV heel veel geleerd over communicatie, strategie en hoe het departement ongeveer werkt. Daarom denk ik het komende jaar bij de ODC een goede bijdrage te kunnen leveren. Ik zal me inzetten om waar nodig ook kritische geluiden te laten horen.
OPMERKELIJKE ORGANISMEN |
De Koningsneus door Ilja Kocken
Opmerkelijk, dat is hij wel. Of eigenlijk dat was hij. Deze Rhinorex condrupus is een grote planteneter waarvan de overblijfselen gevonden zijn in wat nu Utah is. Het is een hadrosaurus, een eendenbekdino die in het krijt leefde. Doorgaans hebben hadrosauriërs een grote ornamentele rand op hun kop, maar deze grote jongen heeft in de plaats daarvan een enorme neus! De Rhinorex was zo’n negen meter lang en woog rond de 3855 kg. Waarom het zo’n grote neus had is nog onduidelijk; de verwante soorten hebben geen goed ontwikkelde reukzin. Het zou natuurlijk gebruikt kunnen worden als seksueel ornament, of als eetgerei, een soort bestek voor grote bomen. Omdat de huid van hadrosauriërs zo goed gepreserveerd blijft, heeft het onderzoek zich tot nu toe daarop gefocust. Dat terwijl de botten ook heel erg goed geconserveerd zijn. De fossielen werden ontdekt en zijn eens grondig onderzocht. Onderzoeker Terry Gates van de North Carolina State University, beschrijft het onderzoekingsproces als volgt: ‘We hadden bijna een hele schedel, dat was geweldig. Maar het prepareren was erg moeilijk. Het duurde twee jaar om het fossiel uit de zandsteen, waar het in verborgen lag, op te graven – het was alsof je een dinosaurusschedel uit een betonnen uitrit moest graven.’ Onze vrolijke vriend is dus bijzonder, omdat hij een supergrote neus heeft en omdat zijn huid erg goed geconserveerd blijft als fossiel. Leuk toch?
|8
Hier wordt hij aangevallen door een krokodil uit het Krijt! Dit pareltje is getekend door Julius Csotonyi.
Referenties: http://www.iflscience.com/plants-and-animals/meet-rhinorex-aptlynamed-king-nose-hadrosaur geraadpleegd op 22-09 -2014. http://news.ncsu. edu/2014/09/hadrosaur/ geraadpleegd op 22-09-2014 (en zelf vertaald)
| BIOLO GIE IN HET NIEUWS |
Biologie in het Nieuws door Martine van der Linde
Zesde zintuig dan toch echt? Eigenlijk is het al geen nieuws meer, maar een nieuwtje blijft het wel: de laatste paar jaar is in Nederland veel onderzoek gedaan naar ‘emotional blindsight’. Dit is een bijzonder fenomeen wat kan optreden bij mensen die blind zijn geworden aan een oog door een beschadiging van het visuele centrum in de hersenen. Een aflevering van het programma ‘Through the Wormhole’ op Discovery Channel besteedde aandacht aan de resultaten van het onderzoek van Beatrice de Gelder, een bekende neuropsycholoog. Zij stelde vast dat de patiënten in staat waren emoties waar te nemen op gezichten, terwijl hun goede oog werd afgeschermd. Wat deze waarneming nóg opmerkelijker maakt, is dat de proefpersonen zich niet bewust waren van de herkenning van emotie. Zij vertelden de onderzoekers dat ze maar wat gokten, terwijl ze veel vaker goed ‘gokten’ dan fout. Dit is te verklaren: de beelden die het oog ontvingen konden niet worden verwerkt in het bijbehorende visuele centrum, omdat dat kapot was. De beelden kwamen wel aan in het systeem wat emoties herkent. Zou hiermee het geheim van het zesde zintuig ontrafeld zijn? http://www.beatricedegelder.com/documents/Uncannysightintheblind.pdf
Rara, wat ben ik? Wij biologen vinden het natuurlijk geweldig als er een nieuwe soort wordt ontdekt. De pret bederft vervolgens al snel als blijkt dat dit nieuwe organisme niet in één van onze perfect gedefinieerde hokjes te plaatsen is. Dit overkwam Deense onderzoekers bij een visexpeditie in Tasmanië. Op de foto zie je het organisme wat de onderzoekers boven water haalden. Wat op de foto sterk op een soort zwemmende paddenstoel lijkt, bleek bij nader onderzoek toch echt een diertje te zijn. Het is maar een paar millimeter groot en leeft op wel hon-
derden meters diep in de oceaan bij Australië. Het diertje lijkt op andere levensvormen die zo’n 600 miljoen jaar geleden leefden. het vertoont kenmerken van kwallen en koralen. Toch kan het ‘paddenstoeldiertje’ – wat de officiële naam Dendrogramma heeft gekregen – niet worden ingedeeld in een van deze stammen van het dierenrijk. Wel is duidelijk dat het een metazoa is, een grote groep onder het rijk van de dieren waartoe onder andere wormen, muizen en mensen behoren. De biologen hebben het paddenstoeldiertje voorlopig de wetenschappelijke naam incertae sedis meegegeven. Dit betekent ‘van onzekere zetel’. De onderzoekers denken dat er met het paddenstoeldiertje een heel nieuwe stam metazoa is ontdekt. http://www.plosone.org/article/info%3Adoi%2F10.1371%2Fjournal. pone.0102976>
Oude bomen trekken een sprintje Hoe ouder we worden, hoe langzamer we groeien. Of erger: we gaan krimpen. Je zou verwachten dat ook bomen langzamer gaan groeien als ze ouder worden. Het tegenovergestelde blijkt waar: bejaarde bomen groeien meer dan jonge bomen. Ze trekken als het ware een verticaal sprintje. Uit onderzoek bleek dat oude bomen niet alleen een opslagplaats zijn voor koolstof, maar ook koolstofdioxide actief omzetten in zuurstof. Ze dragen dus gewoon bij aan het in stand houden van de koolstofkringloop, net als jonge bomen. Eigenlijk doen ze dat nog beter dan jonge bomen, want naarmate de bomen ouder worden, gaan ze relatief meer koolstofdioxide omzetten. Naast dat oudere bomen sneller groeien, gaan ze dat ook steeds sneller doen naarmate ze ouder worden. De groei van een boom bleek exponentieel toe te nemen met zijn leeftijd. Deze versnelde groei geldt niet alleen voor reuzenbomen zoals sequoia’s (foto), maar ook voor heel normale, Nederlandse bomen, zoals de kastanjeboom en de zomereik. Dat de oudere bomen sneller groeien en meer koolstof vastleggen is waarschijnlijk te verklaren doordat ze een groter oppervlak aan bladeren hebben. Dat de oudjes in de bossen net zo productief – zo niet productiever – blijken te zijn dan de jonge bomen, is belangrijk voor het natuurbeleid in binnen- en buitenland. Een oude boom kappen en een nieuwe planten is dus niet hetzelfde voor het bos. http://www.nature.com.proxy.library. uu.nl/nature/journal/v507/n7490/ pdf/nature12914.pdf http://www.digital-images.net/ Images/YosemiteNP/MariposaGrove/Giant_Sequoia_Mariposa_ Grove_2664.jpg
| N T E RV I EW |
Met pensioen: Vijko Lukkien door Lisa Rijnbeek
Vijko Lukkien is al jaren verbonden met de Universiteit Utrecht en de Botanische Tuinen. Velen zullen hem overigens kennen als oprichter van Stichting Trésor. Aan alles komt echter een eind: afgelopen juni is hij met pensioen gegaan. BioSCOPE sprak met hem over zijn carrière, maar ook over ontbossing en duurzaamheid. Hoe was de Universiteit Utrecht toen u begon? En in welk jaar bent u begonnen? In eerste instantie heb ik de Hogere Tuinbouwschool gedaan. Na een tijdje gewerkt te hebben in de Nederlandse en Belgische Tuinbouw, ben ik toen in 1979 biologie gaan studeren. In de kranten stonden stukken als ‘vogels in Amerika sterven massaal door DDT gebruik’. Ik wilde, passend bij de gedachten in de jaren ‘70 een bijdrage leveren om de wereld te verbeteren, mede daarom ben ik toen biologie gaan studeren. De universiteit was een plek die veel ruimte bood aan nieuwe gedachten. Als je wilde kreeg je alle ruimte en geld was minder belangrijk dan nu. Biologie vond ik een hele aantrekkelijke studie, omdat je al in het eerste jaar niet alleen colleges had, maar ook veel practica en je ging veel naar buiten. Wat ook anders was: er waren nog geen computers en we hadden dus veel boeken per college, en juist dat vond ik erg aantrekkelijk. De universiteit was om te leren en hoogleraren raadden dan ook buiten de lesstof nog extra boeken aan.
Toen studeerde u af, en toen? Ik ben afgestudeerd in de jaren ‘80, een periode met veel werkloosheid, vooral onder pas afgestudeerden. Ik had in die periode het geluk dat mij door het departement biologie een baan aangeboden werd waarbij ik drie maanden zou meewerken in de Botanische Tuinen, zonder zekerheid op verlenging van het contract. Al vrij snel werd ik bedrijfsleider en later directeur. Bezuinigingen binnen de universiteit deden hun intrede en er moest ook bezuinigd worden op de Botanische Tuinen. Een goede oplossing bleek om de tuinen die verdeeld waren over zes verschillende locaties in de provincie Utrecht (Baarn, De Bilt, Doorn, Utrecht nieuwe gracht, Utrecht Uithof de rotstuin en de systeemtuin en de research kassen in de research velden) tot één tuin te brengen in het toen nog nieuwe universiteitscentrum de Uithof. Aan die grote operatie heb ik als directeur van de tuinen mogen meewerken. Vooral tijdens mijn werk in de Botanische Tuinen is mijn interesse gegroeid voor internationale natuurbescherming, vooral in tropische gebieden. In 1992 heb ik aan een internationaal congres van Botanische Tuinen en herbaria in Rio de Janeiro deelgenomen, waarbij het ging om de vraag hoe kenniscentra en geldbronnen vooral op het Noordelijk halfrond van de wereld ingezet konden worden voor de bescherming van gebieden. Vooral in de tropen, dus plaatsen waar door onder andere grootschalige kap van regenwouden grote verliezen dreigden.
| 10
En daar kwam Trésor uit? Ja, ik heb na thuiskomst het adressenbestand van de relaties van de universiteit gevraagd, met het doel een aantal voorlichtingsbijeenkomsten in de Botanische Tuinen te organiseren over de resultaten van het congres, dit in de vorm, zoals het toen heette, van een Amerikaanse ontbijt vroeg in de ochtend. In de uitnodiging heb ik mijn eerste uiteenzetting gegeven over het begrip duurzaamheid en de daarbij horende noodzaak van de bescherming van biodiversiteit. Er was een verrassend grote opkomst. Tijdens één van de drie ontbijtsessies werd door een van de deelnemers ingebracht dat de katholieke kerk in Frans Guyana een uniek grondgebied met primair regenwoud wilde verkopen om van de opbrengst een nieuwe kerk te laten bouwen. Het Trésorinitiatief is tot stand gekomen doordat veel van de deelnemers aan deze ontbijtsessies aan dit idee van concrete natuurbescherming hun financiële bijdrage wilden leveren. En tenslotte, maar erg belangrijk, de universiteit wilde voor de gehele aankoop van het gebied garant staan. Het gebied van Trésor is in vergelijking met al het oerwoud in Zuid-Amerika nogal klein, wat heeft het beschermen van zo’n klein gebied nou voor zin? Het gebied is in vierkante meters inderdaad redelijk klein, nu zo’n 40 vierkante kilometer, maar de effecten van dat kleine gebied op het beschermen van het regenwoud zijn heel groot. Toen we begonnen, hebben we alle scholen in Frans-Guyana uitgenodigd voor een educatieve rondleiding door het gebied. Daarmee zijn jonge mensen in aanraking gekomen met het fenomeen ‘natuurbescherming’, waar ze tot dan toe weinig van gehoord hadden. Het gebied van Trésor was het eerste beschermde gebied in Frans-Guyana, maar daarna is de regering van Frans-Guyana meer gebied in bescherming gaan nemen. Het waait als het ware uit. Hoe gaat het nu met Trésor?
| 11
regenwouden staan en er is dus meer landbouwgrond nodig om de monden te blijven voeden. Daar moet regenwoud voor gekapt worden en daar kunnen wij vanuit het Westen moeilijk wat aan doen of wat van zeggen. Toch zijn er zeker dingen die we kunnen doen, want vanuit West-Europa en Amerika is er enorm veel vraag naar producten die samenhang vertonen met het kappen van bossen (bijvoorbeeld teelt van soja en palmolie) en het leegvissen van zeeën. Wat je zelf kunt doen, is bewuster worden van waar je eten vandaan komt. Koop zo bewust mogelijk (geen sushi en Big Mac’s bijvoorbeeld), koop producten uit eigen omgeving en dan is het hopen dat de markt aantrekt. De oplossing zit hem, als je het mij vraagt, niet in extremen, maar juist in kleine haalbare stappen en vooral bewustwording. Hoe ziet u de toekomst als het gaat om ontbossing? Bent u pessimistisch of juist optimistisch over de huidige ontwikkelingen? Ik ben nooit pessimistisch geweest. Er komen steeds meer initiatieven om de natuur te beschermen. Het enige is dat ik soms misschien wat treurig ben over het trage tempo waarin het bewuster worden van mensen verloopt. Maar je ziet ook steeds meer (jonge) mensen die waarde hechten aan het bewust omgaan met spullen (niet verspillen dus) en verantwoord eten. We hebben het nu eigenlijk vooral over Trésor en het behoud van regenwouden gehad, maar wat heeft u verder gedaan op het gebied van onderzoek en onderwijs? Ik heb nooit grootschalig primair onderzoek gedaan, wel veel onderzoek gefaciliteerd. Dat onderzoek ging over bijvoorbeeld de koolstofcyclus van tropische bossen en populatiestudies van grote zoogdieren en vogels in Trésor. Daarnaast hebben we veel aandacht besteed aan het identificeren van de verschillende ecosysteemdiensten (zoetwaterbron, koolstofopslag, bosproducten, wetenschappelijke en culturele waarden) van het gebied.
Trésor wordt beslist als voorbeeldproject gezien van een geslaagd internationaal natuurbeschermingsproject. Het is een relatief kleine stichting die heel transparant is. Donateurs zien waar hun geld heen gaat. Mede daardoor heeft Trésor denk ik heel trouwe donateurs. Al vanaf het begin heb ik het gebied ooit terug willen geven aan met name de jeugd van Frans-Guyana. Het Conservatoire du Littoral in Parijs, een overheidsorganisatie voor natuurbescherming in de Franse overzeese gebieden, is hierbij een ideale partner gebleken. In ruil voor de eigendomsoverdracht van het gebied hebben we geld beschikbaar gekregen om jonge mensen een kans te geven iets te doen voor het behoud van bossen. Met deze gedachte werkt de Stichting Trésor nu samen met de de Prins Bernard Leerstoel en het Copernicus Instituut onder de naam van de Academie voor Ecosysteemdiensten. Het gaat dus goed met de stichting en we blijven bezig met nieuwe projecten.
Na al uw werk voor zowel de Universiteit als Trésor gaat u dan eindelijk met pensioen. Hoe hoopt u uw vrijkomende tijd in te vullen?
De problemen die door ontbossing ontstaan, zijn nog steeds erg actueel. Er komen via diverse media dan ook steeds filmpjes en berichten voorbij over hoe slecht het gaat en wat je eraan kunt doen. Wat moet er volgens u gebeuren om ontbossing tegen te gaan? En wat denkt u dat een normale Nederlandse student kan doen? Er heerst nog steeds een grote inkomensongelijkheid in de wereld. Die ongelijkheid helpt niet mee als het gaat om het tegengaan van ontbossing. Er is bevolkingsgroei in de landen waar de
Zie een academische studie vooral als een uitnodiging om van meet af aan in jezelf te investeren. Je krijgt mogelijkheden om mensen te ontmoeten. Pak die mogelijkheden, want in de toekomst moet de baan jou vinden en niet andersom. Houd op om cijfergericht te gaan werken. Houd op tevreden te zijn als je een 7 of een 8 hebt: heb je iets geleerd? Dat is waar het om gaat. Blijf geloven in je dromen, dat heb ik ook gedaan en een heel goed gevoel aan over gehouden.
Ik blijf veel dezelfde dingen doen. Waarom niet eigenlijk? De afgelopen tijd kwamen er weleens mensen naar me toe met vragen als ‘hoe lang moet je nog?’ of de opmerking ‘goh, krijg je straks tijd voor leuke dingen!’ Maar dat heeft nog nooit gespeeld bij mij. Ik doe al wat ik leuk vind en sinds twaalf jaar ook nog eens samen met mijn vrouw Pipasi. Wat ik gedaan heb, had nooit door geld gecompenseerd kunnen worden. Ik heb altijd plezier gehad in mijn werk en dat gun ik iedereen. U hebt natuurlijk erg veel lesgegeven. Welke les zou u onze lezers nog mee willen geven?
| NAT U R A L D I S A S T E R S |
De dreiging van Ebola door Valerie Buijs
Met enige regelmaat duikt ergens ter wereld een griezelige ziekte op die veel slachtoffers maakt en zorgt voor algehele mediapaniek. Recentelijk is dat Ebola in Afrika. Wat veroorzaakt deze ziekte, en hoe gevaarlijk is het? Ebola wordt veroorzaakt door het Ebola virus, vernoemd naar de rivier in Congo waar de eerste epidemie voorkwam in 1976. Ebola veroorzaakt hemorragische koorts: patiënten verliezen bloed via ontlasting, overgeven, soms ook uit de neus, tandvlees en ogen. Daarnaast kan Ebola nog veel meer symptomen veroorzaken, zoals hoofdpijn, koorts, diarree en uitslag. De incubatietijd bedraagt enkele dagen tot 3 weken. Er bestaan behalve Ebola ook andere ziekten die hemorragische koorts veroorzaken, waarvan een bekende het Marburg virus is. Dit is het eerste bekende hemorragische virus en werd ontdekt doordat onderzoekers in Marburg, Duitsland, ermee besmet raakten en stierven. Zij bleken besmet te zijn door apen die geïmporteerd waren uit Afrika voor onderzoek naar een poliovaccin. De meeste uitbraken van Ebola en andere hemorragische virussen vinden plaats in Afrika omdat bepaalde dieren daar functioneren als natuurlijk reservoir. Voor Ebola zijn dit drie soorten vleerhonden die alleen voorkomen in Afrika. Af en toe treed een hemorragische virus echter buiten dit continent. In 1989 stierven bijvoorbeeld tientallen mensen in de arme wijken van Baltimore aan een hemorragisch virus dat werd overgedragen door ratten. Er bestaan een aantal verschillende subtypes van Ebola. Welke dieren besmet kunnen raken, verschilt per subtype en sommige types zijn dodelijker dan andere (sterfepercentage: 30-90%). De
| 12
recente uitbraak in West Afrika word veroorzaakt door het Zaire Ebola virus, waarvan het sterftepercentage rond de 90% ligt. Ebola vormt een langwerpig virusdeeltje, zoals op de afbeelding te zien is. De buitenste laag wordt gevormd door een glycoproteine (GP). Het genetische materiaal van het virus bevat zeven genen en staat opgeslagen op een enkele streng RNA, die beschermd wordt door een nucleoproteine (NP). Polymerase (L) en een polymerase cofactor (VP35) zijn nodig voor replicatie van het virus. De andere genen zijn nodig voor onder andere transcriptie en het afsplitsen van het virus van de gastheercel. Ebola infecteert de endotheelcellen van onder andere bloedvaten, waardoor de hemorragische symptomen ontstaan. Er is tot nu toe nog geen medicijn of vaccin op de markt omdat het virus goed is in het omzeilen van het afweersysteem. Het glycoproteine kan bijvoorbeeld bepaalde structuren op het virus of op de gastheercel afdekken en zo voorkomen dat het virus gevonden wordt door het afweersysteem. Ook werkt het virus bepaalde signalen tegen, zodat het afweersysteem zijn werk niet meer goed kan doen. Onlangs was veel in het nieuws dat na toediening van een nieuw experimentaal medicijn, ZMapp, vijf van zes patienten waren genezen. ZMapp is een cocktail van een aantal monoclonale antilichamen. Een bijzonder aspect van het medicijn is dat de antilichamen gemaakt kunnen worden in planten zoals Nicotiana benthamiana. Dit maakt de productie van het medicijn snel en gemakkelijk. In augustus is een artikel gepubliceerd over ZMapp en de effecten van het medicijn op Ebola in resus makaken. Het medicijn redde 100% van de apen wanneer het medicijn vijf dagen voor infectie werd toegedient. Dat is ontzettend veelbelovend, maar hoe dit werkt in mensen moet nog worden onderzocht.
Aangepast uit de Wit, E. (2011). De structuur van Ebola met haar eiwitten en hun functies.
Is het genezen van vijf uit zes patiënten toeval of hebben we met een wondermiddel te maken? De zesde patient was oud (65 jaar), maar daartegenover staat dat een testgroep van zes personen absoluut niet significant is. Er is nu een debat ontstaan over of ZMapp op grote schaal toegediend moet worden in patiënten in Afrika; er zouden duizenden mensen gered kunnen worden. Aan de andere kant weten we niet wat voor bijwerkingen het medicijn zou kunnen hebben. Massale toediening zou tot een enorm drama kunnen leiden, mocht achteraf blijken dat het medicijn verschrikkelijk bijwerkingen heeft. Op dit moment is de voorraad van het medicijn zeer schaars. De VS heeft een enorm geldbedrag gegeven aan het bedrijf dat
| ADVERTENTIE |
ZMapp produceert om de ontwikkeling ervan te versnellen: er staat nu een clinical trial gepland. In de nabije toekomst zullen we weten of een van ’s werelds dodelijkste ziektes te genezen is.
Referenties: Willey, J. M. Prescott, Harley, and Klein’s Microbiology-7th international ed./Joanne M. Willey, Linda M. Sherwood, Christopher J. Woolverton. New York [etc.]: McGraw-Hill Higher Education, 2008. de Wit, Emmie, Heinz Feldmann, and Vincent J. Munster. “Tackling Ebola: new insights into prophylactic and therapeutic intervention strategies.” Genome medicine 3.1 (2011): 5. Zhang YunFang, Li DaPeng, Jin Xia and Huang Zhong. Fighting Ebola with ZMapp: spotlight on plant-made antibody. Science China Life Sciences (2014). Qiu, Xiangguo, et al. “Reversion of advanced Ebola virus disease in nonhuman primates with ZMapp.” Nature (2014).
|
BIOLOGISCHE BESTEMMINGEN |
Scandinavië door Dorrit de Jong
Een bioloog houdt, behalve van verre reizen, vaak ook heel erg van kamperen. En voor kamperen hoef je niet ver van huis. Lekker goedkoop, we blijven toch ook studenten. Afgelopen zomer ben ik gaan kamperen in Scandinavië. Vergezeld door mijn vriendje, de hond Tupac en een auto vol met boodschappen om kosten te besparen in het dure Scandinavië, ben ik richting het noorden vertrokken. De auto was recentelijk omgebouwd tot mini-campertje. Als we de stoelen naar voren schoven, pasten we er precies in de lengte in. Die gebruikten we echter voornamelijk om snel door te kunnen trekken als we onderweg waren, want voor de ultieme kampeerervaring hadden we een lichtgewicht tentje mee voor tweeënhalf persoon. De hond hoefde dus niet buiten te slapen. We zijn ’s avonds na het eten vertrokken en waren met maar één bestuurder toch de volgende avond al een heel eind voorbij Malmö in Zweden. Het weer was toen nog zoals mensen denken dat het is in Scandinavië: regen, regen en nog meer regen. Dat trok echter snel bij en we hebben nog zeker twee weken volle zon en temperaturen rond de 25 graden gehad! Scandinavië is dus niet per se bar en boos. We zijn niet ver naar het noorden geweest. Dat kostte te veel tijd en benzine. In Zweden zijn we eerst in Småland terechtgekomen. Dat is een Zweedse provincie met veel meertjes (maar dat hebben ze allemaal) en een relatief dichtbevolkt gebied. Dit gebied is qua toerisme compleet ingericht op vissers en kanoërs. Overal langs de kusten zijn kraantjes met drinkwater en wc’s, van die vieze chemische zonder doortrekker, maar wel altijd voorzien van wc-papier. Er zijn ook kampvuurplaatsen en op de mooiste
en rustigste stukjes zijn plekjes ingericht om te kamperen. Al die voorzieningen zijn aangegeven op gedetailleerde kaarten die overal langs het water staan. Campings zijn dus overbodig! In dit deel van Zweden hebben we tot wel vijf keer toe een paar kraanvogels gespot, majestueuze beesten die groter zijn dan een ooievaar en een trompetachtig geluid maken dat ver door de bossen echoot. Zweden is sowieso een interessante bestemming als je van vogels houdt, vooral met haar vele vreemde watervogels. Na Småland zijn we doorgetrokken naar Värmland, wat volgens onze boekjes het meer ‘ruige Zweden’ zou zijn. Nou heeft Zweden een vrij glooiend landschap, dus echt ruig was het niet te noemen. Het was wel een en al natuur. We kwamen daar terecht in het Glaskogen Naturreservat. Je bleek daar niet zomaar overal te mogen kamperen, dus we zochten een camping op. Aan de receptie werd duidelijk dat de campings er vrij duur zijn. We konden echter voor ongeveer vier euro per persoon een ticket voor alle toeristische voorzieningen van het natuurreservaat Een lemming
| 14
kopen, inclusief gebruik van speciale hutjes voor overnachtingen. Het hutje waar we vervolgens terecht kwamen lag aan een meertje vol kleine rotseilandjes, met de zonsondergang precies tussen de takken van de bossen door. Zo’n mooie plek hadden we nog nooit gezien. Het was een tienpersoonshutje met een klein keukentje en we hadden hem het grootste deel van de tijd voor ons alleen. Eén avond kwam een visser met zijn zoon in het hutje overnachten. Daar hebben we ’s avonds spelletjes mee gespeeld bij het kampvuur. We hebben vanaf daar ook meerdaagse wandeltochten gemaakt. Een lichtgewichttentje en een voorraadje gedroogd voedsel in de rugzakken en lopen maar. Overal in het gebied waren ‘shelters’, hutjes die aan één kant open zijn, waar je je slaapzak in legt en een vuurtje voor aansteekt om de muggen weg te houden. Best spannend als je ’s nachts allemaal bosdieren kunt horen! Maar ideaal om door te trekken. Het bleek waar te zijn dat je in heel Zweden last hebt van muggen, maar vervelender waren de dazen die, in tegenstelling tot de muggen, ook overdag achter je aan komen en vervelend steken (biologisch weetje: veel mensen denken dat dit horzels zijn, horzels kunnen echter niet steken). Als laatste zijn we nog in Noorwegen naar de befaamde Hardangervidda geweest, de grootste hoogvlakte van Europa. Er woont daar helemaal niemand en er zijn ook geen voorzieningen. Echt wildkamperen dus. Je kunt wel overal je tentje opzetten, want er groeit bijna niets. Al het water is bovendien drinkbaar en als je geen eten bij je hebt, kun je vissen! De hond, die van een ras is dat voor hazenjacht wordt ingezet, wist onder elke rots een krijsend klein hamster-achtig beestje vandaan te halen. Ze waren overal en ’s ochtends kwamen ze vanaf de overkant van het meer aanzwemmen. Achteraf bleek dat dit lemmings waren. En wanneer je in het voorjaar komt, liggen overal in de Hardangervidda geweien van elanden, die jaarlijks worden afgeworpen. Het landschap van de Hardangervidda is veel grilliger dan dat van Zweden en was dus ook een prachtige toevoeging aan onze vakantie. Voor comfortabel kamperen kun je echter beter naar Zweden toe.
Boven: Het uitzicht over het meer vanuit ons hutje Onder: Wildkamperen in de Hardangervidda
| G R O E T E N U I T. . . |
Finnen zijn een apart volkje, maar geweldig! door Kahren van Eer
Dit halfjaar heeft de BioSCOPE twee redactieleden in het buitenland zitten. Kahren van Eer en Marloes Leeflang zullen jullie afwisselend op de hoogte houden van hun avonturen in Finland en Australië. Deze maand is de beurt aan Kahren. Het is nu alweer 3 weken geleden dat ik in Helsinki aankwam. Ik dacht dat ik me als een toerist zou voelen, een toerist die niet weet waar ze naartoe moet en niet weet hoe alles werkt. Die gedachte maakte mij lichtelijk nerveus voor deze uitwisseling. Maar toen ik door de douane was, verdween dit gevoel snel en maakte het plaats voor nieuwe spannende en leuke gevoelens. Je doet het namelijk alleen, op uitwisseling gaan naar een ander land, en dat is toch wel stoer! Het eerste wat mij opviel toen in aankwam in Helsinki, was de taal! En allemachtig wat een taal. Je begrijpt er niets van. Woorden van wel 20 letters zag je voorbij komen. Voor mijn gevoel is Fins één van die talen die op het laatste moment tussen de andere talen is gepropt, zonder dat er werd gekeken of de taal er überhaupt tussen paste. De Finnen hebben woorden voor dingen waar wij hele zinnen aan toe wijden, leerde ik later. Zo betekent ‘juoksentelisinkohan’: ‘Ik vraag mij af of ik zonder doel rond zal gaan rennen’. Ik woon in een studiootje bij de Viikki campus. Viikki ligt ten noorden van Helsinki centrum. Eerst dacht ik dat het best eenzaam zou zijn, omdat ik aan een studentenhuis gewend ben. Echter, waar ik woon, wonen nog honderden andere exchange-studenten! Toen ik aankwam bij mijn nieuwe huisje, merkte ik al snel dat ik niet alleen zou zijn. Ik ben namelijk niet mijn kamer binnen gegaan om mijn koffer uit te pakken, maar heb de hele avond zitten kletsen en eten met andere leuke mensen vanuit verre en nabije landen. Het is heel gemakkelijk om nieuwe mensen te leren kennen. Iedereen is nieuw, kent niemand en dus is iedereen extra sociaal. Dit in tegenstelling tot de Finnen zelf. Het Finse volk is, en dan druk ik het misschien nog zacht uit, een apart volkje. Het is bijvoorbeeld niet normaal om tegen een Fin te lachen of om te groeten als je de persoon niet kent. Je zult dan een rare of zelf verschrikte blik terug krijgen. Verwacht ook niet dat hij of zij zomaar een praatje met je begint, als je bijvoorbeeld samen op de bus staat te wachten. De Finnen zijn namelijk erg kalm en verlegen. Dit geven ze ook zonder meer toe als je eenmaal een gesprek met ze start. Zodra er een gesprek tot stand is gekomen, veranderen ze in leuke, sociale, beleefde en vooral erg behulpzame mensen. Vooral als ze merken dat je een toerist bent, dan lijkt het alsof deze verlegenheid er nooit is geweest. Toen ik in Helsinki aankwam was ik op een gegeven moment de weg kwijt. Ik stond met mijn koffer in de ene hand en met mijn mobiel in de andere om op de kaart te kijken. Voordat ik de kaart had geopend, stapte een man op mij af die mij de weg wilde wijzen. Dat was toch wel erg aardig. Het derde en misschien het meest belangrijke wat mij opviel aan de Finnen was hun meer dan uitbundige drinkgedrag. Voordat ik hier kwam, wist ik dat Finland een groot drinkprobleem had. Alleen had ik niet gedacht dat het zo duidelijk te zien was in het alledaagse leven. Rond zeven uur kan je al veel mensen, van
zestien tot negentig jaar, spotten met bier in de hand. De mensen zijn aangeschoten of zo dronken dat ze een struik proberen op te eten en dan gewoon in een halve coma neervallen (waargebeurd). Het ergste is nog dat dit zo normaal is geworden, dat niemand er meer naar omkijkt. Maar goed, we gaan over naar een leuker onderwerp. Wat valt er hier zoal te doen? Het antwoord is: best veel tot nu toe. Als het warm is zijn er altijd veel leuke activiteiten, feestjes en reizen. Het is heel gemakkelijk om rond te reizen. Je kunt bijvoorbeeld naar Talinn, de hoofdstad van Estland voor maar 15 euro! Je kunt naar Nuuksio, een heel mooi nationaal park in Espoo. In Helsinki is niet heel veel te doen. Het is een beetje zoals Utrecht, alleen andere gebouwen en heel andere straatnamen. Over de cursussen heb ik nog niet veel te zeggen, gewoon om de reden dat ik nog niet veel heb gehad! Wat ik wel meteen doorkreeg is dat de meeste docenten het niet echt leuk vinden om college te geven. Ze willen liever bezig zijn met hun eigen onderzoek. De colleges zijn dus vaak niet goed te volgen. Wel zijn de colleges hier veel informeler dan in Nederland. Zo beginnen veel docenten in het midden van hun praatje ineens een verhaal over iets compleet anders, zoals de aardappelen in hun tuin. Ik ben erg blij dat ik hierheen ben gekomen. Ik heb veel nieuwe mensen leren kennen in de korte tijd dat ik hier ben, zowel exchange-studenten als Finnen. Nu maar hopen dat ik de strenge winter overleef!
| 16
|RECENSIE |
Bedreigde bacteriën door Judith Korhorn
Mensen worden dikker. Dit klinkt keihard, maar het is uiteindelijk net zo hard als de waarheid die in deze stelling zit. Het is zelfs een ziekte geworden die net zo ernstig wordt bestempeld als ondervoeding: obesitas. Verschillende oorzaken worden geopperd, zoals ongezond eten en erfelijkheid. Martin Blaser, Amerikaans microbioloog, heeft echter nog een andere suggestie: de verdwijning van allerlei bacteriesoorten in ons lichaam. Blaser onderzoekt al dertig jaar de bacteriën die in het menselijk lichaam huizen. Hij maakt zich zorgen om de minuscule levensgemeenschappen die onze lichamen al eeuwenlang beschermen tegen allerlei pathogenen. Zijn zorgen uit hij in zijn boek De beestjes in ons, waarmee hij de lezer tegelijkertijd vermaakt met de uitzonderlijke symbiose tussen mens en bacterie. De beestjes in ons (oorspronkelijke titel: Missing microbes), is in 2014 uitgebracht door Uitgeverij Atlas Contact. In dit boek neemt Martin Blaser de lezer mee in de wondere wereld van bacteriën met behulp van anekdotes en interessante weetjes. Zijn verhaal heeft echter een serieuze ondertoon; hij wil namelijk duidelijk maken dat ons microbioom langzaam aan het verdwijnen is. Door middel van zijn onderzoeken legt hij uit dat dit verschijnsel hoogstwaarschijnlijk de oorzaak is van vele moderne chronische aandoeningen. Hierbij moet je niet alleen aan obesitas denken, maar ook aan astma, hooikoorts, prikkelbare darmen en zelfs autisme. Het uitsterven van verschillende bacteriesoorten, met in het bijzonder genoemd de Heliobacter pylori, is onder andere te wijten aan het veelvoudig gebruik van antibiotica. Er worden echter ook andere moderne gewoonten naar voren gebracht die in eerste instantie geen verband lijken te hebben met onze bacteriën, waarna blijkt dat dit verband er wel degelijk is. Gelukkig komt de microbioloog ook met oplossingen om onze bacteriën zo veel mogelijk te beschermen en oppert hij manieren hoe we sommige soorten weer terug kunnen krijgen.
al mijn bacterievriendjes. Het feit dat hij geen romanschrijver is, vergeef ik hem dan ook met alle respect. Als je als student geïnteresseerd bent in microbiologie, dan is het zeker raadzaam om dit boek te lezen. Het geeft een overzicht van de huidige ontwikkelingen binnen deze biologie-tak en je kan er een hoop ideeën uithalen voor een eigen onderzoek. Ook voor andere biologen en zelfs voor leken zou ik dit boek aanbevelen. Vooral de interessante weetjes zullen blijven hangen, die je vervolgens aan je familie en vrienden kunt vertellen. Misschien kan je dan eindelijk je gezette neef geruststellen dat hij misschien wel gewoon een bacterie mist. Bestel het boek: http://www.atlascontact.nl/boek/de-beestjes-inons/ Met dank aan Uitgeverij Atlas Contact, in het bijzonder Ruben Burbach, voor het recensie-exemplaar.
Martin Blaser is een wetenschapper, geen schrijver. Dat is ook wel te merken aan de structuur van zijn verhaal, die eigenlijk moeilijk te ontdekken is. Ik kon er een aardig begin, middenstuk en eind in vinden, maar verder heb ik mij tijdens het lezen vaak afgevraagd waar ik eigenlijk naartoe werd geleid. Bijzaken werden soms iets te gedetailleerd uitgelegd, waardoor de rode draad in het boek wel eens zoek raakte. Dit is eigenlijk alles wat ik als negatief heb ervaren, want verder vond ik het een fantastisch amusant boek om te lezen. Zijn eigen ervaringen maken het verhaal levendig en ook zijn onderzoeken geven kleur aan het geheel. De denkstappen die hij en zijn collega’s maken binnen de onderzoeken zijn er ook in verwerkt, wat ervoor zorgt ervoor dat de lezer wordt meegenomen in het proces. Je raakt overtuigd van zijn visie en je twijfelt niet aan zijn zorgen om ons microbioom. Nu heeft Blaser stiekem hulp gehad bij het schrijven van dit boek: het is Sandra Blakeslee die zijn academische proza heeft omgezet in een tekst die voor een groter publiek toegankelijk is. Hierdoor reikt zijn verhaal wel verder dan alleen academici en dat is ook het hele doel: zo veel mogelijk mensen waarschuwen en oplossingen bieden voor dit probleem. Wat mij betreft heeft hij het goed gedaan: ik ben mij zeker bewuster geworden van
|17
| E E R ST E JA A R S C OLUM N |
|
De slapende student
Pickels!
door Linda Brouwer
Een van de stereotype beelden van de student – naast het smerige studentenhok en het iedere avond feesten - is het beeld van de student die op zijn boeken of in een college in slaap valt. Na drie weken als kersverse student ben ook ik tijdens de zelfstudie in slaap gevallen. De hoeveelheid stof is overweldigend en de hersens zijn, na drie maanden vrij, weinig toch een beetje ingedut. Om me heen zie ik regelmatig de ogen dichtzakken en tijdens een bepaalde lezing in de dierentuin moesten zelfs mijn mentormama’s eraan geloven. Verder geen slecht woord over mijn mentormama’s hoor! Zij hebben er voor gezorgd dat ons groepje een hechte groep geworden is, dankzij lijpe spellen en kekke avondjes. En ja, er horen ook feestjes bij. Het UBV-feest was super! Maar ik weet vrij zeker dat ik meer avonduurtjes doorbreng met mijn neus in de studieboeken dan op de dansvloer met de biologenfamilie. Die familie heeft mij wel erg geholpen om me thuis te voelen binnen de studie. Mensen blijven toch kuddedieren, hoezeer we ook het tegendeel van onszelf willen beweren. Vijf minuten blijven zitten in een loeiend brandalarm (het is vast een oefening) is daar een typisch voorbeeld van. Blijkbaar waren we allemaal redelijk in slaap gesust tijdens het college! Gelukkig was het deze eerste maand niet alleen studeren. Met een groep biologen naar de dierentuin was een hele ervaring an sich. Eindelijk echt kunnen kijken naar een dier, zonder dat de rest na één blik alweer naar het volgende verblijf wilde. Heerlijk. In de dierentuin kreeg ik ook een ‘lightbulb’ momentje toen me bij de gewone duivelsvis inviel waar de uitdrukking ‘gebiologeerd’ vandaan kwam (nadat mijn mama me kwam halen omdat mijn hele groepje al verder was). Ook de sportdag mag ik niet onbesproken voorbij laten gaan. De zon, enthousiaste teams en een grote hoeveelheid verdachte taarten waren ruimschoots aanwezig. De teleurstellende en van gesjoemel verdachte uitslagen werden goedgemaakt door groepjes uit de top vijf, die onze lekkere brownie lieten staan en mooie gezichten trokken bij hun gekozen taarten.
STUDENT UIT ETEN |
door Anoek van den Bosch Onlangs kwam mijn moeder naar het verre Utrecht om daar een gezellig dagje met haar studerende dochter door te brengen. Na een paar uur struinen langs de grachten, moest er natuurlijk ook gegeten worden. Uiteraard ga je als student dan niet bij het meest exclusieve restaurant eten, maar een ‘patatje met’ wil je je moeder ook niet aandoen. Uiteindelijk zijn we daarom lekker hamburger gaan eten bij burgerrestaurant en wijnbar Pickels. Overal ter wereld kun je wel een hamburger eten, maar op weinig plekken worden ze geserveerd met een goed glas wijn. Bij Pickels hebben ze naast heerlijke hamburgers, gemaakt van biologisch rundvlees, namelijk ook heerlijke wijnen. Toen mijn moeder en ik gingen zitten, kregen we meteen een kaart met de meest bijzondere burgers en wijnen toegereikt. Van wijn heb ik zelf weinig verstand en een extreme vleeseter ben ik ook niet, maar toch heb ik erg genoten van het eten bij Pickles. Ik koos een gambaburger en de wijn liet ik mij aanraden. Ze proberen je iets te drinken te geven dat goed past bij de smaak van je eten. Op mijn gambaburger zaten ook nog inktvisringen en een stapeltje groenten. De burger was onmogelijk om in één keer in je mond te stoppen, dus je moest heel beschaafd telkens een stukje afsnijden. Dat is maar goed ook, want anders had ik hem veel te snel opgegeten. De burger was in één woord: geweldig. Bij mijn burger kwam een klein emmertje friet en dat waren oprecht de beste frietjes die ik ooit heb gegeten. Er zaten een soort van verse kruiden op, die een beetje naar peper smaakte, maar dan beter.
Ook de gebruikelijke ongemakken maak ik mee, zoals te zware tassen (de mijne is inmiddels gedoopt tot schildpad), vroeg opstaan, spierpijn van opeens veel fietsen en vijf keer je trein missen. Ja, vijf keer in drie weken. Ik ben niet zo’n held in kaartlezen, of op tijd komen. Misschien is het ook tijd om mezelf voor te stellen. Ik ben Linda Brouwer, dit jaar jullie eerstejaarscolumnist. Als je iets wilt weten, mijn column leuk vindt of gewoon een praatje wil maken, spreek me gerust aan! Enne, wees zo vriendelijk om de belangrijkste punten achteraf door te geven aan je slapende buren, ze zullen je dankbaar zijn. Biologie doen we samen! Pickles is te vinden in een straat die menig bioloog wel bekend zal voorkomen van de Poema, namelijk de Drieharingstraat. Ik kan iedereen aanbevelen om hier een keertje zo’n chique burger te gaan eten!
| 18
|
BE ST U U R S C OLUM N |
De laatste loodjes door Ilja Kocken
De afgelopen maanden zijn een heerlijke drukke achtbaan geweest. Mijn bestuur draait inmiddels als een zeer goed op elkaar ingespeelde geoliede machine en we genieten met volle teugen van de laatste loodjes. Gedurende de vakantie hebben we stiekem allerlei UBV-werk zitten doen, waardoor de eerste weken erg soepel verlopen zijn. En na een heerlijk bestuursweekendje bij Linde, waar we zelf paddenstoelen gezocht hebben, zijn we weer helemaal tot rust gekomen en waren we klaar voor een frisse start aan het laatste gedeelte van ons prachtige bestuursjaar. We vergaderen nu alweer een paar weken samen met het kandidaatsbestuur en helpen hen bij het kritisch kijken naar hun beleidsplan. Dat is natuurlijk wel anders, met zijn twaalven vergaderen. We vergaderen strakker, strenger en sneller dan voorheen, maar op de gezellige grapjes die we eerder gemakkelijk tussendoor konden maken, moet helaas wel worden bezuinigd. Ik geniet ondanks de grote deadlines ontzettend van de heerlijke gezellige drukte op de UBV-kamer, het tussentijds een uurtje Santoska spelen en het gezellige geouwehoer met mijn bestuursgenootjes. We voelen denk ik allemaal al een beetje aankomen dat de laatste maand alweer is aangebroken, waardoor we er bewust extra van genieten. Ik denk dat we, als we op 22 oktober op de wissel ALv terugkijken, op ons jaar heel erg trots kunnen zijn. Wat we tot nu toe al gedaan hebben is al super: een nieuw UBV-adviesbureau waar studenten extracurriculair casussen uit het bedrijfsleven op kunnen pakken; een nieuwe duurzaamheidscommissie om de duurzame initiatieven van het vorige bestuur een échte plek te geven binnen de UBV; de start met de vernieuwing van het Meerjarenbeleid; de vernieuwing van de UBV-site (www.ubv.info); de geweldige integratie met Proton, de studievereniging voor Scheikunde, om ook de MLSstudenten een veilige thuishaven in het BBG te bieden; en natuurlijk de geweldige viering van onze negentigste verjaardag en het achttiende lustrum. En ons staat nog de supergrote viering van ‘Omarm de Natuur!’ te wachten! Een evenement georganiseerd door mijn bestuursgenootjes en de duurzaamheidscommissie om studenten, scholieren en ouders kennis te laten maken met lokale duurzame bedrijfjes en initiatieven. Je kan meeloten voor het goede doel (Stichting Trésor) en gezamenlijk pogen het Nederlandse record boomknuffelen te verbeteren! Kom je ook op 3 oktober naar Landgoed Beerschoten in de Bilt?
MEDEDELINGEN |
Vernieuwde Website De UBV-site (www.ubv.info) is de afgelopen periode grondig onder handen genomen door het bestuur en de Werkgroep Website. Bekijk snel hoe geweldig hij nu ook op mobiele telefoons werkt! Binnenkort zullen de foto’s ook allemaal in hoge resolutie op onze nieuwe Flickr pagina verschijnen!
Emailadressen Voor algemene vragen kun je terecht op
[email protected]. Voor al je vragen over huisvesting of stukjes voor in de BioSCOPE: Ilja Kocken
[email protected] Voor al je vragen over UBV-activiteiten en de nieuwsbrief: Anoek van den Bosch
[email protected] Voor al je vragen over financiën: Sjoerd Mollema
[email protected]
Voor al je vragen over onderwijs: Linde Berg
[email protected] Voor al je vragen over sponsoring: Esther van Andel
[email protected] Voor al je vragen over de boekverkoop of voor wijzigingen van je contactgegevens: Joep Wijnhoven vicepenningmeester@ubv. info
Wil je iets leuks doen naast je studie en/ of wil je nieuwe biologen leren kennen? Deze commissies stonden onlangs op de commissiemarkt en zochten nog mensen! Wees er dus snel bij!
Ik wil mijn bestuurscolumn graag afsluiten met een heel erg hard in-je-hoofd-of-hardop-gelezen DANKJEWEL voor wat voor bijdrage je dan ook hebt geleverd aan mijn bestuursjaar bij de UBV. Ik heb er enorm van genoten (en zal dat de komende weken natuurlijk nog extra doen).
Mastercommissie Werkgroep de Driehoek Lezingcommissie Goededadencommissie Borrelcommissie 26ste Almanakcommissie Muziekcommissie Onderwijscommissie Smulcommissie Creatieve commissie Buitenlandse reiscommissie
Met vriendelijke biologische groet,
Zoekt jouw commissie nog nieuwe leden? Laat dit weten aan het bestuur!
Ilja Kocken Voorzitter van het honderdste bestuur der Utrechtse Biologen Vereniging 2013-2014
| 19
|
| UBV ACTIVITEITEN |
Waarschuwing van Moeder Universiteit
MegaMentorGroepjesReünie
De introductieperiode is weer van start gegaan. Een fenomeen dat door de IC en de UBV in het leven is geroepen om nieuwe studenten zich een beetje thuis te laten voelen bij hun nieuwe studie. Gezellig samen dingen doen... Nou, onzin als je het mij vraagt. De introductieperiode gaat niet alleen om het hebben van een leuke tijd, maar vormt een waarschuwing voor studenten. Moeder Universiteit wil namelijk aan de ene kant graag zieltjes winnen voor de wetenschap, maar aan de andere kant wil ze de studenten ook voorbereiden op alle tegenslagen die ze tegen kunnen gaan komen. Dat zie je al duidelijk doorschemeren aan het begin van alles: de speurtocht. De frisse hoofdjes van de eerstejaars verzamelen data in de vorm van letters en nog meer letters. Hongerig naar een resultaat (het woord) laten ze hun hersenen kraken, maar tot een oplossing zullen ze nooit komen. Als je het mij vraagt een korte samenvatting van het leven als onderzoeker.
Nadat de introductie-activiteiten voor de nieuwe eerstejaars afgelopen waren, was het op woensdag 17 september tijd voor de tweedejaars. Het bestuur der UBV organiseerde samen met de Borrelcie, de borrelcommissie en de Kikkerviscie, de eerstejaarscommissie, de MegaMentorGroepjesReünie! Het doel van deze borrel was de mentorgroepjes van vorig jaar weer te herenigen met elkaar en met hun mentoren. Het gezellige mentorgroepjesgevoel van jaar één kon zo weer even worden herleefd. Aan het eind van de middag stroomde de UBV kamer vol met tweedejaars, maar ook met mentormama’s en -papa’s die heel benieuwd waren hoe het met hun kindjes ging. Toen bier en borrelhapjes ook gearriveerd waren, kon de gezellige avond beginnen.
door Lisa Rijnbeek
Zo heb je nog wat van die ‘leuke’ dagen, bijvoorbeeld de sportdag. Voorafgaand aan de dag worden taarten gebakken: lekkere taarten die er vies uit zien en vieze taarten die er lekker uit zien. Vanaf twee uur barst het los op het veld van Olympos. Al op een reuzachtige bal worstelend trekken mensen aan touwen en gooien ze frisbies. Flessen omstotend zingen ze hitjes en skippieballend springen ze rond als het logo van de UBV. Zo gaat dat een tijdje door tot iedereen moe is en al bierdrinkend af gaat wachten tot het winnende groepje bekend wordt gemaakt. Moeder Uni maakt je moe, zorgt ervoor dat je niet meer met je volle verstand kan denken (na al dat bier) en dan mag je iets mee naar huis nemen. Wat is hier nu de les? Op welk feestje je ook staat, onthoud: hoe lekkerder ze eruit zien, hoe viezer ze vaak van binnen zijn.
door Iris Schepers
Ten eerste was het leuk om de ‘gezinnetjes’ weer herenigd te zien. Gezinnetjes als in mentormama’s en -papa’s met hun kinderen. In het begin van het eerste jaar trokken de mentorgroepjes namelijk veel met elkaar en met hun mentoren op. Toen het studiejaar echter drukker werd, de introductie-activiteiten afgelopen waren en er verschillende cursussen gekozen konden worden, werd het contact soms helaas wat minder. Het was daarom erg leuk om elkaar weer eens te spreken! Op de borrel waren dan ook veel groepjes van trotse mama’s en blije kindjes te zien. Ook waren mensen bezig met de typische UBV-kamer activiteiten, zoals bord- en kaartspelletjes spelen en foto’s kijken in de Almanak. Na de zomervakantie was het natuurlijk ook interessant om van iedereen de vakantieverhalen te horen. Ook waren er een aantal mensen die Biologie inmiddels verlaten hebben en aan een andere studie begonnen zijn. Leuk om ook hen weer even terug te zien op de UBV kamer en verhalen te horen over hun introductie en eerste weken. De MegaMentorGroepjesReünie was tevens de laatste activiteit van de eerstejaarscommissie van 2013-2014. De Kikkerviscie is momenteel bezig met het vormen van de commissie voor het huidige jaar, die ook weer helemaal uit eerstejaars zal bestaan. Er zullen dus vast nog meer gezellige borrels komen voor (al dan niet ex-) eerstejaars! Kortom, de MegaMentorGroepjesReünie was een groot succes en is wie weet volgend jaar voor herhaling vatbaar!
Een goede opwarming is belangrijk!
| 20
| UBV ARCHIEF |
Voetbal mee met de UBVee door Iris van Meijl
De afgelopen tijd ben ik al een paar keer met Anoek de archiefkasten ingedoken. Tijdens deze archiefwerkdagen zijn we een aantal bijzondere brieven en documenten tegen gekomen. Over een van onze vondsten ga ik jullie in deze column wat vertellen. Hoewel niet iedereen altijd even enthousiast inhaakt op een gesprek over voetbal, gaan we het daar vandaag stiekem toch over hebben. Het is geen stukje waarin de voetbalgeschiedenis van bekende voetballers of de beste verdedigingstechnieken besproken worden, maar een terugblik naar de voetbalcompetities van de UBV.
Tijdens de competitie speelde alle teams tegen elkaar. Dit was blijkbaar een heel gepuzzel, want in het archiefmapje zaten veel verschillende roosters. Een van de roosters was dan ook getiteld ‘zoveelste plus één wedstrijdrooster’. Nadat alle wedstrijden gespeeld waren vond de finaledag plaats, waarna aan het winnende team de wisselbeker overhandigd werd. Alle teamleden die de eerste, tweede en derde prijs bemachtigd hadden werden beloond met een mooi groen lint.
In 1972 bereikte de UBV een dieptepunt. Het telde toen nog geen honderd leden en er werden slechts weinig activiteiten georganiseerd. Onder andere door het organiseren van een voetbaltoernooi wilden een aantal leden hier verandering in brengen. Na dit toernooi zijn verschillende andere activiteiten op touw gezet en ook deze werden goed bezocht. Door deze activiteiten en vooral ook door een zeer enthousiast en hard werkend interim bestuur duurde deze UBV-crisis niet lang en was de UBV er in 1974 alweer bovenop. In navolging van dit gezellig en sportieve voetbaltoernooi is in 1974 een voetbalcompetitie opgestart. Deze pakte goed uit en bleef nog jaren voortbestaan. Zoals op de foto te zien is, kregen leden een brief waarin ze uitgenodigd werden om mee te doen met de competitie. Het idee van conditie opbouwen werd hierbij ook genoemd. Of dit ook de reden was van de vele aanmeldingen, laten we maar even in het midden. Uitnodiging voor de voetbalcompetitie
| 21
Boven: zoveelste plus één wedstrijdrooster voetbalkompetitiee’ Onder: Lint voor de winnende teamleden
| COMMISSIE SPOTLIGHT |
| R E C E P T VA N D E M A A N D |
Muziekcommissie La Waaij ftw
Romige citroenpasta met sperzieboontjes
door Sam von der Dunk
De muziekcommissie van de UBV is vorig jaar omgedoopt tot La Waaij. Met een enthousiaste groep van 11 muzikanten/ muziekliefhebbers gaat de commissie proberen de harten en zielen van alle UBV-leden te bereiken. Afgelopen jaar hebben we een Open Podium (OP) en een Klassiek Open Podium (KOP) georganiseerd. Dankzij het talent en plezier van de vele deelnemers, waren deze avonden nog voor geruime tijd het gespreksonderwerp van menig aanstaand plantenfysioloog, boswachter of dolfijnentrainer. Fighting Churchill, Greg & The Grooves en Black Panda zijn vooral door optredens op het Open Podium in The Stairway to Heaven bekend geworden. Het Open Podium trekt ook veel bezoekers buiten de UBV, wat de sfeer ten goede komt. Dit jaar werd de lustrumcommissie betrokken bij de organisatie: voorafgaand aan het eerste optreden werd het UBVlied gezongen bij de Domtoren. Komend jaar zal het daarom een uitdaging worden om dit OP XL te overtreffen. Maar zoals gezegd, is er ook een toneel waar het geweld van krijsende gitaren wordt verruild voor de fijne klanken van piano, fluit, zang of accordeon. Vorig jaar vond het KOP plaats in de ACU, een sfeervol restaurantje op de Voorstraat met een kelder voor optredens. We hebben het zaaltje met zoveel mogelijk stoelen volgepropt, want bij klassieke muziek is dansen net wat minder gebruikelijk. Toch biedt deze avond net zoveel mogelijkheden voor artiesten als het OP. Jazz, of eigenlijk al het andere (los van klassieke muziek) wat ook onversterkt kan worden gespeeld, is welkom. Voor beide open podia zouden we wel willen adviseren aan de aspirant-deelnemers om zich zo snel mogelijk op te geven zodra de inschrijflijsten op de UBV-kamer hangen. Vlak voor zo’n groot evenement kan het al helemaal vol zitten. Naast deze grote muziekavonden heeft La Waaij vorig jaar de traditie van de MuziekQuizPUT hervat. In een drukke PUT stonden fanatieke UBV’ers loodrecht tegenover elkaar. Eén persoon speelde onze Pubquiz echter met zoveel bravoure, dat we overwegen bij de volgende MuziekQuizPUT de ‘Bas Heukels’ uit te reiken, een soort Oscarverkiezing. De muziekcommissie is ook van plan enkele muzikale workshops te houden in het nieuwe studiejaar. Zo houden sommigen nog altijd een Ocarina-workshop te goed. Deze workshops zullen bijna altijd plaatsvinden in de UBV-kamer en we raden iedereen aan om zich in te schrijven; het kan alleen maar leuk zijn om met zijn dertigen tegelijk een raar instrument te bespelen. La Waaij gaat met een frisse wind het nieuwe jaar tegemoet, terwijl het toch ook op de ervaring bouwt van een commissie die al meer dan tien jaar oud is. Muziek is gevoel en om maar eens een vakgeleerde aan het woord te laten: “Music is the strongest form of magic.” Marilyn Manson. Met hartelijke groeten van Macilino, Vidar, Dorrit, Hannah, Jonno, Thomas, Mardie, Sam, Mark, Laura en Nick! Getekend: La Waaij
| 22
door Loes Kip
Het studentenleven is weer in volle gang. Met een zwaar hart heb ik afscheid genomen van lang uitslapen en dagen lang lekker niks doen, en de vroege ochtenden in de collegezaal wederom begroet. Plots lukt het weer om gewoon voor het middaguur uit je nest te zijn! De wonderen zijn de wereld nog niet uit, blijkt dan maar weer. Eenmaal terug in het goede, vertrouwde universiteitsritme, begin ik ook weer snel terug te grijpen naar mijn goede, vertrouwde recepten. Na een lange dag op de uni is het altijd fijn als je even je hersenen een korte timeout kunt geven. Ook tijdens het koken. Hierbij mijn go-to recept. Chill eten voor weinig werk. Romige citroen pasta met sperzieboontjes (2 personen) - 300 gram sperziebonen - 300 gram pasta naar keuze - 200 gram kipfilet - 250 ml room - 1 Citroen - 1-2 uien - Parmezaanse kaas - Tijm Verhit een scheutje olijfolie op laag vuur in een hapjes- of wokpan. Snij de ui in blokjes en voeg deze toe aan de pan en fruit ze een paar minuten aan. Snij de kipfilet in kleine blokjes en voeg deze toe wanneer de ui goed aangefruit is. Dit is ongeveer ook het moment dat je de pasta op het vuur kunt zetten. Als je goed uitkomt, zijn zowel de pasta, saus en boontjes precies op hetzelfde moment klaar. Voeg aan je sauspan de room, tijm en het sap uit een hele citroen toe. Rasp een klein kommetje vol parmezaanse kaas en voeg al roerend steeds een beetje toe. Dit is puur een kwestie van smaak en wat je zelf lekker vindt. Ik vind het zelf altijd handig om niet in de eerste instantie al te veel toe te voegen en gewoon bij de pasta een kommetje met wat over is gebleven van de kaas aan tafel te gaan. 2 à 3 minuten voordat de pasta helemaal gaar is voeg je de gedopte boontjes toe. Die kun je dan lekker meekoken en dat scheelt je ook weer een pan met de afwas. Nadat de boontjes enigszins gaar zijn giet je de hele mikmak af en voeg je ’t toe aan de saus. Eet smakelijk!
|
FOTOVERSLAG |
Introductieprogramma! De Sportdag was w eer een succes als vano ud s, heerlijk truckduw en, balrijden, stor mbaanrennen, worstelen , skippyballen en ga zo maar do or!
de stad! 3D-tw is ter in
o men erg serieus gen en d er w ts fi ut o De elingen eze entho usiast d r o o d zich presenteren Hier zie je de co mmissies ierig ronden de eerstejaars nieuwsg snuffelen.
en natuurlijk wel De intro ductieweken moest n feest in de afgesloten worden met ee met het thema Poema. Ditmaal natuurlijk “Sixties and Seventies”.
| 23
| Foto van de maand | Elke maand een leuke, mooie, grappige of ontroerende biologische foto. Foto’s kunnen door iedereen (verbonden aan het departement Biologie) worden ingezonden. De fotocommissie van de UBV bepaalt de winnaar. De winnaar krijgt zijn foto in het formaat 20 x 30 cadeau, gesponsord door Foto de Zavel. Digitale foto’s opsturen naar
[email protected]
Door Joep Meeuwissen Op de foto zie je een wit-gekleurde ‘Gewone Kameleonspin’ die zojuist een bij gevangen heeft, gespot in Brabant, Breda. Bon appétit!
Agenda UBV 9 oktober Duikuitje: De duikcommissie organiseert een uitje naar Zeeland! Als we 14 man met een diploma bij elkaar kunnen schrapen, gaan wij op avontuur naar de Kabbelaar. Daar zullen we de weelde onderwaterwereld ontdekken!
UBV 27 oktober Opening: De kamer heeft uiteraard weer een prachtige herinrichting gekregen, waar het 101ste bestuur hard aan heeft gewerkt. Kom ’s ochtends gezellig kijken hoe het is geworden onder het genot van een stukje taart!
UBV, Introductiecommissie departement biologie 10-14 oktober EJW: Het geweldige, fameuze en (bijna) verplichte Eerstejaarsweekend is een geweldig weekend waarop eerstejaars biologen elkaar en hun mentoren beter leren kennen. Leuke spelletjes spelen en ’s avonds heerlijk feesten tot in de late uurtjes.
UBV 28 oktober PUT: Nog een PUT! Dit thema wordt echt geweldig, alleen weten we nog niet precies wat het gaat worden. Maar zeker is dat jij naar de Oudegracht gaat komen om gezellig met biologen een biertje te drinken, een kaartje te leggen en misschien wel een dansje te wagen.
UBV 14 oktober PUT: De tijd is gekomen om weer heerlijk te PUTten in ons biologencafé aan de Oudegracht! Lekker barhangen of een dansje wagen onder het genot van je gezellige medebiologen, misschien wel een potje toepen en een biertje!
UBV 30 oktober Lezing: Corné Pieterse zal een lezing geven over zijn nieuw ontdekte plantenvaccin! Onze in-house plantenbioloog zal ons alles vertellen over hoe hij het immuunsysteem van planten een boost kan geven zonder daarbij de groei te beperken.
UBV 22 oktober Wissel-ALv: Het bestuur van de UBV zal op deze wisselALv in de Aula van het Academiegebouw, zoals de naam al doet vermoeden, wisselen! Het honderdste bestuur hoopt hier succesvol het stokje over te mogen dragen aan het 101ste kandidaatsbestuur.
UBV 31 oktober Bioborrel: De laatste vrijdag van de maand is de Bioborrel! De borrel in de Kruytkantine waarbij medewerkers en studenten samenkomen om gezellig te borrelen. Kom langs en regel je toekomstige stageplek/stagiair!