Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven) ontwerp bestemmingsplan
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Aanleiding Bestaande situatie Toekomstige situatie Leeswijzer
7 7 7 8 9
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3
Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
11 11 14 15
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Sectoraal beleid Wonen Economische zaken Verkeer Milieu Water Natuur & Landschap Archeologie en Cultuurhistorie
19 19 19 21 22 27 33 35
Hoofdstuk 4 4.1 4.2
Plansystematiek Regels Uitgangspunten per functie
47 47 47
Hoofdstuk 5 5.1 5.2
Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid
51 51 51
Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3
Vooroverleg Rijkswaterstaat Provincie Gelderland Waterschap
53 53 54 54
Bijlagen Bijlage 1
Advies Veiligheidsregio Gelderland Zuid
57 57
Regels
59
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
61 61 73
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10
Bestemmingsregels Groen Verkeer Water Leiding - Riool Waarde - Archeologie 3 Waarde - Cultuurhistorie 1 Waterstaat - Waterkering Waterstaat - Waterstaatkundige functie
77 77 79 81 83 85 89 91 93
Hoofdstuk 3 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels
95 95 96 97 98
2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 15 Algemene afwijkingsregels Artikel 16 Overige regels
99 100
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 17 Overgangsrecht Artikel 18 Slotregel
103 103 104
Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (model Nijmegen) Bijlage 2 Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen)
105 107 119
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3
4
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Toelichting
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
5
6
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
De gemeente Nijmegen wil meer historische schepen voor langere tijd binden aan Nijmegen. De haven waar bij uitstek historische schepen kunnen liggen is de Lindenberghaven. We willen een historische haven realiseren in een deel van de Lindenberghaven. De ontwikkeling tot historische haven is onderdeel van het project Oostelijke Waalkade. Doel is de aantrekkelijkheid van de Lindenberghaven en de omgeving te vergroten. De herinrichting van de Lindenberghaven heeft naar verwachting een positief effect op de overige projecten uit de nabije omgeving (zoals de bouw van de Donjon, de herbestemming van de Stratemakerstoren aan de Waalkade en de restauratie van het Valkhofpark). We streven naar de realisatie van een historische haven waarbij rekening wordt gehouden met de huidige functies en gebruikers van de haven, maar ook met nieuwe functies. Zo kunnen horecaschepen en schepen die ingericht zijn als gastenverblijf ligplaats nemen naast de huidige woonschepen en de pleziervaart. Deze schepen dragen bij aan de doelstelling economisch bruisende binnenstad en hebben een toeristisch-economische functie. De Lindenberghaven is uniek als stadshaven zo dicht bij het centrum van Nijmegen. Gelegen tegen het centrum en aan de Waalkade waar vanaf de Middeleeuwen tot ver in de 20e eeuw een keur aan verschillende binnenvaartschepen aanlegde, komen hier de historische schepen het meest tot hun recht.
1.2
Bestaande situatie
De Lindenberghaven is een passantenhaven voor jachten en pleziervaartuigen, gelegen in het uiterste noordoost puntje van het oude Nijmegen ten westen van Waalbrug. Vooral in de zomer is het druk. Aan de huidige passantensteiger kunnen tot 50 pleziervaartjachten liggen met een lengte tot 15 meter. Jaarlijks worden gemiddeld 1.250 jachten ontvangen. In de monding van de haven liggen twee drijvende restaurants (de Nijmeegse boot en de varende pannenkoekenboot). In de haven liggen twee woonboten haaks op de steiger, een daarvan is een historisch woonschip. Aan de oostzijde heeft de Orca, een bedrijfsschip dat dienst doet als varend gastenverblijf, een vaste ligplaats. In de periode oktober t/m maart liggen er vaak historische schepen aan de passantensteiger. Dit zijn monumentale schepen ouder dan 50 jaar die deel uitmaken van de zogenaamde schepencarrousel. De schepencarrousel is een systeem waarbinnen historische schepen (zoals sleepboten, vrachtschepen en zeilschepen) uitgewisseld worden tussen verschillende ligplaatsen. De schepen liggen voor een korte periode op een ligplaats. Op de ligplaats presenteren de schepen en schippers het verhaal van het schip en de cultuurhistorie van de scheepvaart, door middel van onder andere informatieborden. Er wordt duidelijk gemaakt waar en waarom het schip gebouwd is, wat het zoal heeft beleefd in de loop van de tijd en waarom bepaalde aanpassingen gedaan zijn. Deze schepen moeten ook een functie kunnen vervullen voor toerisme en/of recreatie en/of cultuurhistorie.
Vigerend bestemmingsplan Nijmegen Centrum Binnenstad De Lindenberghaven ligt binnen het plangebied van bestemmingsplan Nijmegen Centrum-Binnenstad. Dit bestemmingsplan is op 28 februari 2013 in werking getreden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
7
De Lindenberghaven kent de volgende bestemmingen: 1. 2. 3. 4.
Enkelbestemming "Water" Dubbelbestemming "Waarde-Cultuurhistorie 1" Dubbelbestemming "Waterstaat-Waterstaatkundige functie" Functieaanduiding Haven
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en – berging, watergangen, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, aanlegsteigers, aanmeerpalen, loopbruggen, kunstwerken zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken. Voor bijbehorende voorzieningen zoals: groen, sport- en speelvoorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'haven' zijn de gronden tevens bestemd als passantenhaven en ligplaats voor maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen.
1.3
Toekomstige situatie
Voor de ontwikkeling aan de oostelijke Waalkade zal de inrichting van de Lindenberghaven aangepast worden. De wijziging van de inrichting past binnen de mogelijkheden van het vigerende bestemmingsplan. Echter per 1 juli 2012 is het Besluit geluidhinder en het Activiteitenbesluit gewijzigd voor wat betreft de bescherming van ligplaatsen van woonschepen tegen geluidhinder. Een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen is in het Besluit geluidhinder aangewezen als geluidsgevoelig terrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder. Het gaat daarbij om legale en permanente ligplaatsen. Een legale ligplaats in het kader van het Besluit geluidhinder is een ligplaats die als zondanig is bestemd in het bestemmingsplan. De grenswaarden gelden op de grens van de ligplaats, er gelden geen binnenwaarden voor woonschepen. In het vigerende bestemmingsplan is voor de gehele lindenberghaven 1 aanduiding 'haven' opgenomen en binnen die aanduiding zijn de mogelijkheden beschreven (gronden bestemd voor: passantenhaven en ligplaats voor maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen). Hierbij zijn geen afstanden tussen de verschillende functies opgenomen.
8
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Met onderhavig bestemmingsplan worden deze afstanden wel geregeld. In de regels is opgenomen dat de afstand tussen permanente woonschepen en horecaschepen minimaal 30 meter moet bedragen en de afstand tussen permanente woonschepen en bedrijfsvaartuigen minimaal 10 meter. Voor de situering van de horecaschepen is een aanduiding aan de oostzijde en een aanduiding aan de westzijde van de Lindenberghaven opgenomen. Horecaschepen zijn uitsluitend binnen die aanduiding toegestaan. Op de westelijke aanduiding voor horeca is tevens een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen ten behoeve van het realiseren van één bedrijfs-/horecawoning behorende bij het bedrijf/horeca opgenomen. Dit betreft de bestaande bedrijfswoning op de Quirins (De Nijmeegse boot). Deze bedrijfs-/horecawoning is 1 van de vijf planologische toegestane permanente woonschepen uit het vigerende bestemmingsplan. De overige permanente woonschepen (maximaal 4) zijn mogelijk binnen de aanduiding 'woonschepenligplaats', welke is gelegen over de oostelijke helft van de Lindenberghaven. Binnen de gehele aanduiding 'haven' is een passantenhaven mogelijk, evenals niet permanente (woon)schepen en bedrijfsvaartuigen. In navolging op Rijksbeleid worden alleen permanente ligplaatsvergunningen verstrekt aan schepen die ook beschikken over een vergunning in het kader van de Waterwet. Met de Waterwet geeft het Rijk uitvoering aan de Beleidsregels grote rivieren waarmee zoveel mogelijk ruimte aan de rivier wordt geboden.
1.4
Leeswijzer
Na dit inleidende hoofdstuk (Hoofdstuk 1) met een beschrijving van het plan, waarbij wordt ingegaan op de huidige en gewenste situatie, en de te doorlopen procedure om de gewenste situatie mogelijk te maken. Vervolgens komt in Hoofdstuk 2 het beleidskader aan de orde. Hoofdstuk 3 gaat in op de omgevingsfactoren. In Hoofdstuk 4 staat de plansystematiek centraal. In Hoofdstuk 5 de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid weergegeven. Tot slot zijn in Hoofdstuk 6 de reacties uit het wettelijk vooroverleg opgenomen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
9
10
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleid 2.1
Rijksbeleid
2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte In 2012 heeft het de Rijksoverheid de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld, waarin het ruimtelijk beleid wordt vastgelegd. De SVIR laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van de mainports, greenports, brainports en valleys met bijbehorende achterlandverbindingen. Voor deze topregio's heeft het Rijk een excellente ruimtelijk-economische structuur voor ogen, door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in een goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's en concentratie van de topsectoren. Hiervoor moeten genoeg woningen, bedrijventerreinen en kantoren beschikbaar zijn. En deze moeten passen bij de wensen van bedrijven en hun werknemers. In Nijmegen bevindt zich een van deze topregio's: de Health Valley. Tot 2028 heeft het kabinet in de SVIR 3 rijksdoelen geformuleerd: 1. de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken. Dit betekent bijvoorbeeld een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; 2. de bereikbaarheid verbeteren; 3. zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.
2.1.2 Besluit ruimtelijke ordening Met ingang van 1 januari 2012 is het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in werking getreden. Aan het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) wordt op 1 oktober 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking toegevoegd als procesvereiste. Teneinde zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren, acht het kabinet het van belang dat provincies en gemeenten de benutting van ruimte motiveren in alle categorieën ruimtelijke besluiten. Daartoe wordt in artikel 3.1.6 van het Bro een artikellid ingevoegd (artikel 3.1.6, tweede lid, nieuw), op grond waarvan overheden nieuw te realiseren stedelijke ontwikkelingen standaard dienen te motiveren met behulp van een drietal opeenvolgende stappen. Het plan vormt geen nieuw te realiseren stedelijke ontwikkeling. 2.1.3 Beleidslijn Grote Rivieren De Waal is aangewezen als verbindingswater voor vrachtscheepvaart en heeft daarmee een belangrijke economische functie. Na de hoogwaters in 1993 en 1995 is door het rijk de beleidslijn Ruimte voor de Rivier opgesteld. Deze beleidslijn is inmiddels vervangen door de Beleidslijn Grote Rivieren. Uitgangspunt is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden. Er gelden twee concrete doelstellingen:
de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden ontwikkelingen tegengaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken. Voor elke activiteit in het rivierbed is een vergunning nodig (Wet beheer rijkswaterstaatswerken). De beleidslijn biedt een systematische aanpak om stap voor stap de afwegingsgronden en rivierkundige voorwaarden voor ruimtelijke initiatieven in het rivierbed te kunnen bepalen ten behoeve van de beoordeling van initiatieven. Stroomvoerend regime Voor de bedijkte rivieren (waaronder de Waal) geldt dat de dijk een harde grens vormt.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
11
Hierdoor is de ruimte die de rivier beschikbaar heeft voor de maatgevende afvoer ingesnoerd. Het gebied achter deze dijken loopt grote risico's bij overstroming of dijkdoorbraak. Voor het waarborgen van de veiligheid van de gebieden achter de dijken is het bij hoogwater van groot belang dat een vlotte afstroming gegarandeerd is. Obstakels in het rivierbed dienen te worden voorkomen. De verwachte toenemende rivierafvoeren vragen om meer (buitendijkse) ruimte, waar deze nu al schaars is in dit gebied. Dit vraagt om terughoudendheid bij het toestaan van nieuwe ontwikkelingen in het rivierbed. Voor bedijkte rivieren is het stroomvoerend regime van kracht. Voor niet-riviergebonden activiteiten geldt een “nee, tenzij”- regime. Dat wil zeggen dat uitbreiding of vestiging van nieuwe, niet-riviergebonden activiteiten in principe niet mogelijk is, tenzij op basis van voorafgaand onderzoek kan worden aangetoond dat specifieke omstandigheden van toepassing zijn. Zo kan er sprake zijn van een groot openbaar belang of zwaarwegend bedrijfseconomisch belang. Ook is het denkbaar dat een activiteit redelijkerwijs niet buiten het rivierbed kan worden gerealiseerd. In het 'Besluit algemene regels ruimtelijke ordening' is de ruimtelijke doorwerking van de Beleidslijn grote rivieren geregeld. 2.1.4
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
In het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) zijn rijksregels opgenomen ten aanzien van de ruimtelijke inrichting van Nederland. Deze zijn van belang voor de inhoud van bestemmingsplannen. Het kabinet heeft de keuze voor deze onderwerpen gemaakt in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Deze structuurvisie bundelt het nationale ruimtelijke en infrastructuurbeleid in 13 nationale belangen. Met de uitbreiding van het Barro en het Bro (Besluit Ruimtelijke Ordening) is de juridische verankering van de SVIR nagenoeg compleet. In het Barro zijn een aantal onderdelen van nationaal belang opgenomen die beschermt worden. Voor dit plangebied zijn de onderdelen Rijksvaarwegen en Grote rivieren van belang. 2.1.4.1 Rijksvaarwegen De rivier de Waal behoort tot de categorie Rijksvaarweg (hoofdwateren in Bijlage II, lid 1, onder C van het Waterbesluit). Dit betekent dat er rekening moet worden gehouden met het voorkomen van belemmeringen voor de scheepvaart (artikel 2.1.3. van het Barro). Daarbij wordt gelet op het volgende: a. de doorvaart van de scheepvaart in de breedte, hoogte en diepte; b. de zichtlijnen van de bemanning en de op het schip aanwezige navigatieapparatuur voor de scheepvaart; c. het contact van de scheepvaart met bedienings- en begeleidingsobjecten; d. de toegankelijkheid van de rijksvaarweg voor hulpdiensten, en e. het uitvoeren van beheer en onderhoud van de rijksvaarweg Onderhavig bestemmingsplan voorziet niet in planologische wijzigingen die een van bovenstaande onderdelen belemmeren. 2.1.4.2 Grote rivieren De rivier de Waal behoort tot de categorie Grote rivieren (kaart Grote rivieren, Bijlage III bij het Barro) en onderhavig plangebied is gelegen in de subvlakken rivierbed en stroomvoerend deel rivierbed. Rivierbed
12
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Het gehele plangebied is gelegen in het vlak 'rivierbed', een nieuw bestemmingsplan gelegen in dit vlak wijst ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan alleen nieuwe bestemmingen in een rivierbed aan in het geval er sprake is van: a. een zodanige situering van de bestemming dat het veilig en doelmatig gebruik van het oppervlaktewaterlichaam gewaarborgd blijft; b. geen feitelijke belemmering voor de vergroting van de afvoercapaciteit van de rivier; c. een zodanige situering van de bestemming dat de waterstandverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is, en d. een zodanige situering van de bestemming dat de ecologische toestand van het oppervlaktewaterlichaam niet verslechtert. Eventuele resterende waterstandeffecten of afname van het bergend vermogen moeten worden gecompenseerd. In een bestemmingsplan wordt vastgelegd hoe de effecten op de waterstand en de afname van het bergend vermogen worden gecompenseerd. Met onderhavig bestemmingsplan wordt voldaan aan bovengenoemde punten en er is geen sprake van effecten op de waterstand of afname van het bergend vermogen. Het betreft een haven (passantenhaven en voor overige schepen), die in het bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum - Binnenstad' ook al als zodanig bestemd is.
Stroomvoerend deel rivierbed Het gehele plangebied is gelegen in het vlak 'stroomvoerend deel rivierbed'. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op het stroomvoerend deel van het rivierbed kan, ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan, uitsluitend een wijziging mogelijk maken, voor zover daarbij een of meer van de volgende activiteiten worden mogelijk gemaakt: a. de aanleg of wijziging van waterstaatkundige kunstwerken; b. de verwezenlijking van voorzieningen voor een betere en veilige afwikkeling van de beroeps- of recreatievaart; c. de bouw of wijziging van waterkrachtcentrales; d. de vestiging of uitbreiding van overslagbedrijven of het realiseren van overslagfaciliteiten, uitsluitend voor zover de activiteit gekoppeld is aan het vervoer over de rivier; e. de aanleg of wijziging van scheepswerven voor beroeps- of pleziervaartuigen; f. de verwezenlijking en het beheer van natuurterreinen; g. de uitbreiding of wijziging van bestaande steenfabrieken; h. de verwezenlijking van voorzieningen die onlosmakelijk met de waterrecreatie zijn verbonden; i. de winning van oppervlaktedelfstoffen; j. de verwezenlijking van voorzieningen van groot openbaar belang die niet buiten het rivierbed kunnen worden gerealiseerd; k. activiteiten van een zwaarwegend bedrijfseconomisch belang voor bestaande grondgebonden agrarische bedrijven die niet buiten het rivierbed kunnen worden gerealiseerd; l. een functieverandering binnen de bestaande bebouwing; m. activiteiten die onderdeel uitmaken van de lijst van maatregelen opgenomen in de Bijlage bij de planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier en waarvan de uitvoering wordt gefinancierd door Onze Minister. Het betreft een haven (passantenhaven en voor overige schepen), die in het bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum - Binnenstad' ook al als zodanig bestemd is en is daarmee passend in het 'stroomvoerend deel rivierbed'.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
13
2.2
Provinciaal beleid
Omgevingsvisie Gelderland: Onderhavig plangebied is gelegen in de volgende relevante structuurvisiegebieden: Groene ontwikkelingszone Intrekgebieden Regio Stadsregio Romeinse Limes Hieronder worden de voor deze planherziening van belang zijnde structuurvisiegebieden nader uitgewerkt.
Groene ontwikkelingszone De provincie en haar partners streven samen naar een compact en hoogwaardig stelsel van onderling verbonden natuurgebieden. De Groene Ontwikkelingszone (GO) heeft een dubbele doelstelling. Er is ruimte voor verdere economische ontwikkeling in combinatie met een (substantiële) versterking van de samenhang tussen aangrenzende en inliggende natuurgebieden. De GO bestaat uit terreinen met een andere bestemming dan bos of natuur die ruimtelijk vervlochten zijn met het Gelders Natuurnetwerk (GNN). Het gaat vooral om landbouwgrond, maar ook om terreinen voor verblijfs- en dagrecreatie, infrastructuur, woningen en bedrijven. Bevoegd gezag voor de GNN/GO is de provincie Gelderland. Het provinciaal beleid uit de omgevingsvisie is vertaald in de provinciaalse omgevingsverordening. Onder hoofdstuk 2.7 Natuur en landschap zijn zowel het GNN als de GO omschreven.
Conclusie Dit bestemmingsplan valt binnen de groene ontwikkelingszone van het Gelders Natuurnetwerk. Met onderhavig bestemmingsplan wordt een herinrichting van de Lindenberghaven mogelijk gemaakt waarbij aangesloten wordt bij de vigerende mogelijkheden uit het bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum Binnenstad'. Er worden geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, het nieuwe bestemmingsplan dient voornamelijk om een functiescheiding in het kader van een goede ruimtelijke ordening te regelen. Aangezien alle toegestane functies in het bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum Binnenstad' in de gehele Lindenberghaven zijn toegestaan is er met onderhavig bestemmingsplan geen sprake van een significante aantasting van de kernkwaliteiten van het gebied.
14
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Regio Stadsregio De Stadsregio Arnhem Nijmegen wordt gekenmerkt door:
het grootste stedelijke netwerk van Oost-Nederland; hoge kwaliteit van het voorzieningenniveau; kennisinstellingen: universiteit en hogescholen; de strategische ligging halverwege de Randstad en het Ruhrgebied; economische kracht: brede basis en topsectoren; goede bereikbaarheid over weg, water en spoor; de combinatie van stedelijke kwaliteiten en een mooie natuurlijke omgeving.
De inzet van gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers en de provincie is nodig om in te kunnen spelen op de opgaven in de Stadsregio Arnhem Nijmegen. De gezamenlijke inspanningen richten zich onder andere op de speerpunt 'gebiedskwaliteiten benutten': kwaliteiten van het buitengebied (natuur en cultuurhistorie) verbinden met ontwikkelingsmogelijkheden. Onderhavig bestemmingsplan voorziet in de versterking van een cultuurhistorische kwaliteit. We willen een historische haven realiseren in een deel van de Lindenberghaven. De ontwikkeling tot historische haven is onderdeel van het project Oostelijke Waalkade. Doel is de aantrekkelijkheid van de Lindenberghaven en de omgeving te vergroten. De herinrichting van de Lindenberghaven heeft naar verwachting een positief effect op de overige projecten van de oostelijke Waalkade en nabije omgeving (zoals de bouw van de Donjon, de herbestemming van de Stratemakerstoren aan de Waalkade en de restauratie van het Valkhofpark). In combinatie met de ligging van de Lindenberghaven dichtbij de Ooijpolder (via de brug over Het Meertje) vormt deze ontwikkeling een versterking van de stedelijke kwaliteit en van de entree van het buitengebied.
Romeinse Limes De provincie en haar partners streven er samen naar de historische verdedigingslinie de Limes te beschermen met adequate ruimtelijke regelingen. Het is een cultuurhistorisch fenomeen van wereldbelang dat gedeeld wordt met buurprovincies. De ambitie van de provincie is om de Romeinse Limes te beschermen tegen ongewenste ingrepen en verder te ontwikkelen en beleefbaar te maken. Er loopt een aanvraag bij Unesco om de Romeinse Limes aangewezen te krijgen als werelderfgoed. Ontwikkelingen zijn alleen mogelijk als deze de aanwezige kernkwaliteiten niet aantasten. De kernkwaliteiten van de Romeinse Limes worden niet aangetast door deze ontwikkeling.
2.3
Gemeentelijk beleid
2.3.1 Structuurvisie Nijmegen 2013 In December 2013 heeft het College van B&W de Structuurvisie 2013 vastgesteld. Deze geeft het ruimtelijk beleid weer tot 2020. Duurzame stedelijke ontwikkelingen staan centraal in de structuurvisie, dit basisprincipe hangt samen met de volgende drie integrale ruimtelijke pijlers:
Typisch Nijmegen, de ambitie is om de bestaande en voor Nijmegen unieke kwaliteiten zoveel mogelijk te behouden en waar mogelijk te versterken. De typerende kwaliteiten zijn: de unieke ligging in het landschap, de ruimtelijke dragers van de stad, de historische gelaagdheid, de dynamiek: Nijmegen is een stad in beweging en de duurzaamheid krijgt
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
15
een prominente rol in deze visie met een brede invulling. Economische structuurversterking, de ruimtelijke kwaliteit van een stad is afhankelijk van de economische aantrekkingskracht. We willen ruimte bieden voor de ontwikkeling van de economische dynamiek van een wijk. We willen de creativiteit van ondernemers de ruimte geven. Karakteristieke wijken, onze ambitie is om wijken te hebben waarin mensen graag wonen met een variatie in het aanbod van woningen (zowel in woningtype als in prijsklasse). Meer dan in de afgelopen jaren zet de gemeente Nijmegen, samen met partners, in op organisch en vraaggericht ontwikkelen, waar mogelijk in minder complexe projecten. De uitdaging is om daarbij het aanbod beter toe te snijden op de vraag vanuit de markt met meer aandacht voor de wensen van bewoners door burgerparticipatie, maatwerk, tijdelijk gebruik van leegstaande gebouwen en braakliggende terreinen, innovatieve oplossingen en een focus op duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.
Duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit betekent dat we zorgvuldig omgaan met de ruimte in en om de stad. Het accent zal de komende jaren in de wijken meer op consolidatie en kleinschalige vernieuwing komen te liggen. De focus ligt op behoud, verduurzaming, eigentijdse aanpassingen, herbestemming en transformatie van bestaande woningen en gebouwen naast de ontwikkeling van het Waalfront, Nijmegen CS en de Waalsprong. De ruimtelijke inrichting van steden wordt steeds meer een doorslaggevende economische concurrentiefactor. Hoge ruimtelijke kwaliteit wordt steeds belangrijker in de concurrentiestrijd met andere steden. Steden worden aantrekkelijker door samenwerking met bedrijfsleven, kennisinstellingen en bewoners te stimuleren, door een goede bereikbaarheid op openbaar vervoersknooppunten en door het aanbieden van toplocaties voor talent en investeerders. Minstens zo belangrijk is het ontwerpen en aanbieden van concurrerende woonmilieus, met hoogwaardige voorzieningen, voldoende recreatiemogelijkheden, cultuur en leefkwaliteit. We zullen steeds meer met gemengde bestemmingen in bestemmingsplannen werken, om economische kansen mogelijk te houden.
Recreatie Vrije tijd (toerisme en recreatie) is een belangrijke groeisector in Nijmegen. Een trend is dat het aandeel ouderen toeneemt, een belangrijkere doelgroep voor recreatie met relatief veel tijd en geld. Ook het aantal allochtonen stijgt. De vrijetijdsbesteding van deze groep is meer familie- en groepgeoriënteerde, gericht op de openbare ruimte. Tenslotte is opvallend dat steeds meer mensen in eigen land op vakantie gaan. Nu al is de toeristische sector goed voor bijna 6% van de Nijmeegse werkgelegenheid, tegen een landelijk gemiddelde van 4%. In Nijmegen zijn drie toeristische pijlers te onderscheiden: de bruisende Binnenstad, de groene en blauwe omgeving en het verleden van Nijmegen. Nijmegen heeft een gunstig toeristisch imago, maar de hotelcapaciteit is beperkt. Nijmegen wordt gezien als een aantrekkelijke, sfeervolle, gezellige, gastvrije en ruimdenkende stad. Wandelen en fietsen worden gezien als goed bij de stad passende activiteiten, inclusief een aantrekkelijk horeca- en evenementenaanbod. Het Stadscentrum trekt nog steeds de meeste toeristische bezoekers. Door de variatie in horecagelegenheden, maar ook door de culturele attracties als Lux, de Commanderie, de Stevenskerk en het rijke aanbod aan evenementen. We streven naar meer overnachtingsmogelijkheden in de stad, met hotels bij knoop Lent en in het Opus gebouw en een aantal kleinere initiatieven. Ook is de ambitie om de cruisevaart passagiers meer de stad in te laten komen. Blijven mensen langer in de stad, dan wordt er vaak gefietst en gewandeld in de groene omgeving of langs de Waal. Met het project Nijmegen omarmt de Waal willen we toeristische en zakelijke bezoekers kennis laten maken met diverse ontwikkelingen rond de Waal. De ontwikkeling van het Valkhofkwartier, de omgeving van het Vasim en het eiland Veur Lent bieden hiervoor volop kansen. We zetten daarnaast in op meer dagattracties (o.a. een WO2 museum) en meer locaties voor evenementen. Met deze ontwikkelingen willen we de attractiewaarde van het centrum van Nijmegen nog verder vergroten.
16
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Horeca In het stadscentrum bevindt zich de meeste horeca, ruimtelijk geconcentreerd in de horecaaccentgebieden met elk zijn eigen type horeca. De ambitie is om de komende jaren de belangrijke rol van de horeca verder te versterken. De horeca ondersteunt de andere functies van het stadscentrum en is een grote trekker van bezoekers. We kijken daarbij naar de ruimte die er nu nog is in de horeca-accentgebieden. Mocht deze ruimte te beperkt zijn dan kan verruiming plaats vinden. Nieuwe daghoreca kan zich vestigen in de ringstraten. De bestaande horeca in de accentgebieden en daarbuiten krijgt ook ruimte om te vernieuwen.
Cultuurhistorie Cultuurhistorie draagt bij aan een duurzame stedelijke ontwikkeling: de identiteit van een gebied en de kwaliteit van het woon- en leefklimaat wordt mede bepaald door de geschiedenis van de plek. De ambitie is om cultuurhistorie, monumenten en andere karakteristieke gebouwen en objecten bij te laten dragen aan een toekomstbestendige en duurzame stad, waar mensen graag willen wonen, werken en verblijven. Het gebied Valkhofkwartier bestaat uit de deelgebieden Valkhofpark, Waalpark (aan weerszijden van Voerweg), Kelfkensbos, Hunnerpark, Lindenberg, de Veerpoorttrappen en de Waalkade. Er spelen diverse ontwikkelingen in dit gebied, zoals de bouw van de Donjon, de herbestemming van de Stratemakerstoren aan de Waalkade, de restauratie van het Valkhofpark en initiatieven voor de historische haven en het Waalkadegebied. Al deze ontwikkelingen vinden plaats op steenworp afstand van elkaar. De inzet van de visie is dat al deze initiatieven samen veel sterker staan en gezamenlijk het merk ‘ Het Valkhofkwartier’ stevig neerzetten. Met de visie willen we een aanzet geven om met de partners in het gebied tot transformatie van het gebied tot een nog aantrekkelijker verblijfsgebied. 2.3.2 Bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum - Binnenstad' Het plangebied is gelegen in het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum Binnenstad' en heeft momenteel de bestemming 'Water' met de aanduiding 'haven'. De gronden ter plaatse van de aanduiding 'haven' zijn bestemd voor passantenhaven en ligplaats voor maximaal 5 woonschepen, een gastenschip, een museumschip en 2 bedrijfsvaartuigen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
17
18
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 3 Sectoraal beleid 3.1
Wonen
Woonvisie Nijmegen 2009-2020 Het gemeentelijk beleid op het gebied van wonen is vastgelegd in de Woonvisie 2009-2020, Wonen Leeft! In deze nota wordt het woonbeleid uiteengezet tot 2020. In de woonvisie worden de volgende strategische keuzes gemaakt voor Nijmegen: Ongedeelde stad: voorkomen van een tweedeling tussen de bestaande stad en de Waalsprong en binnen wijken en stadsdelen. Het doel blijft om woonmilieus te realiseren waarin mensen graag wonen, met een positief gewaardeerd woonklimaat. Leefbaar, schoon, en veilig en met variatie in het aanbod zodat mensen niet noodgedwongen hun wijk uitmoeten als ze aan een nieuwe stap in hun wooncarrière toe zijn. Het behoud van deze doorstromers en stijgers komt de leefbaarheid en sociale structuur ten goede. De gemeente richt zich op binnenwijkse wooncarrières en meer treden op de woonladder. Daarvoor is het ook nodig dat het aanbod, de spreiding en de kwaliteit van voorzieningen in orde is. Een ongedeelde stad vraagt om meer dan alleen een gedifferentieerde woningvoorraad. Bewoners binden: is het tweede centrale uitgangspunt. De gemeente wil zorgen dat mensen een positieve keuze kunnen maken. Dat kan alleen als de gemeente rekening houdt met de individuele wensen en financiële mogelijkheden. Dat kan met een adequaat nieuwbouwbeleid waarbij de gemeente ook als kwaliteitsimpuls de kansen benut om nieuwe bewoners aan te trekken. Dat betekent sterke wijken waar mensen een wooncarrière kunnen maken, die levensloopbestendig zijn en waarin voldoende variatie is in huur en koop, woningtype en prijsklassen. Door een hoge kwaliteit van woningen en woonomgeving en de nodige keuzevrijheid te bieden kunnen bewoners aan Nijmegen gebonden worden. Hierbij spelen ook voorzieningen, economische structuur en cultureel klimaat een rol. De Nijmeegse Woningmarkverkenningen 2013-2020 Recent (18 februari 2014) zijn er nieuwe woningmarktverkenningen "De Nijmeegse Woningmarkt 2013-2020) vastgesteld. Deze woningmarktverkenning geeft de richting aan voor diverse woningbouwlocaties in de stad. Er blijkt veel vraag naar stedelijk wonen in en rondom het centrum. De Lindenberghaven behoort tot het centrumgebied. Onderhavig bestemmingsplan maakt geen nieuwe permanente woonschepenligplaatsen mogelijk. Vanuit wonen bestaan er geen bezwaren tegen het bestemmingsplan.
3.2
Economische zaken
Voor de invulling van de haven met verschillende schepen en functies hebben we aan de hand van een aantal scenario's gekozen voor een variant waarin er in de haven plaats moet zijn voor de huidige woonschepen, de pleziervaart en historische schepen. In de afgelopen periode hebben we voor het bepalen van de inrichting en het ontwerp, intensief overleg gevoerd met direct betrokkenen, zoals de bewoners van de Lindenberghaven en een vertegenwoordiging van de ondernemersvereniging Waalkade, alsook met professionele organisaties op het terrein van historische schepen zoals het Havenmuseum Rotterdam en de Landelijke Vereniging voor Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig (LVBHB). Alle deskundige inbreng hebben we gebruikt om tot een goed toekomstbeeld van de Lindenberghaven te komen waarbij sprake is van een juiste verdeling van de ligplaatsen voor de verschillende functies. Voor schepen die ligplaats nemen in de Lindenberghaven bestemmen we een deelgebied van de haven voor:
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
19
woonschepen. De huidige twee woonschepen krijgen hier een permanente ligplaats; de pleziervaart (tot 50 ligplaatsen); horecaschepen tot en met categorie 2a volgens de Staat van horeca-activiteiten. overige historische schepen. Dit kunnen oude bedrijfsvaartuigen zijn waarop niet wordt gewoond omdat deze schepen een toeristisch-economische functie hebben of schepen behorend tot de schepencarrousel waarop wel mag worden gewoond. Deze categorie overige historische schepen krijgen altijd een tijdelijke ligplaats.
De laatste categorie wordt hier toegelicht. Historische schepen met een toeristisch-recreatieve functie kunnen worden ingezet voor rondvaarten of bij evenementen in en rond de haven voor het demonstreren van de met de schepen verbonden ambachten. Een ander voorbeeld van invulling met tijdelijke ligplaatsen voor schepen waarop wordt gewoond is de schepencarrousel. Nijmegen neemt al deel aan de schepencarrousel in de Lindenberghaven voor de winterperiode. De schepencarrousel is een systeem waarbinnen historische schepen uitgewisseld worden tussen ligplaatsen in verschillende steden. De schepen nemen maximaal drie maanden ligplaats in een haven waarna plaats wordt gemaakt voor een ander historisch schip. De eigenaren van deze historische schepen willen met hun schip/woning regelmatig verplaatsen en juist liever niet meer dan enkele maanden in dezelfde haven liggen. Door gebruik te maken van schepen van de schepencarrousel wordt het beeld in de haven dynamischer. We kiezen er voor deze schepen ook in het toeristische vaarseizoen te laten aanmeren.
Horecaschepen Een deel van de historische haven zal worden ingericht voor horecaschepen. We willen het horeca-accentgebied Waalkade uitbreiden met de ligplaatsen voor historische horecaschepen aan de oostzijde van de Lindenberghaven. De ruimtelijke (verblijfs)kwaliteit van de Waalkade en de Lindenberghaven krijgen hiermee een belangrijke impuls waarmee we bezoekers van de stad en toeristen vanaf de cruiseschepen aan de Waalkade willen binden. Het is een uniek gebied voor horeca in de haven met de Waalbrug als achtergrond. In het bestemmingsplan worden ook de bestaande ligplaatsen voor Quirins (De Nijmeegse boot) en de Pannekoekenboot meegenomen. Vanuit de horecanota Gastvrij Nijmegen zijn beleidslijnen opgesteld voor het toestaan van nieuwe horeca. De nieuwe horeca is niet gelegen in een horeca-accentgebied, maar wij willen nieuwe concepten op unieke locaties ondersteunen. De Lindenberghaven is een unieke locatie gericht op de toeristische bezoeker. Het initiatief voldoet aan de definitie die in de horecanota is opgenomen voor unieke locaties. Daarnaast is de nieuwe horeca gelegen naast het horeca-accentgebied Waalkade. Het horeca-accentgebied Waalkade wordt hiermee uitgebreid met de ligplaatsen voor de bestaande horecaschepen én nieuwe ligplaatsen voor historische horecaschepen in de Lindenberghaven. Hierbij zijn maximaal 5 horecaschepen in onderhavig plangebied toegestaan.
20
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3.3
Verkeer
3.3.1
Bereikbaarheid
Gemotoriseerd verkeer: De Lindenberghaven is te bereiken via de bestaande doodlopende opgang. Ten opzichte van de huidige situatie zijn er geen veranderingen. Ter hoogte van de aansluiting wordt de Waalkade eenrichtingverkeer, met uitzondering van lijnbussen en langzaam verkeer, richting Nijmegen West. Tussen het Generaal James Gavinweg en de aansluiting gelden geen beperkingen. Langzaam verkeer: De Lindenberghaven is via de Waalkade te ontsloten voor fietsers. Voor voetgangers zijn er naast deze ontsluiting ook nog een tweetal trappen naar de Waalkade. Voetgangers kunnen via de Ooypoort brug naar de Uiterwaarden van de Ooyse Schependom lopen. Openbaar vervoer: Voor gebruik van het openbaar vervoer is het plangebied aanwezen op de haltevoorzieningen van de Waalkade Deze bevinden zich ter hoogte van de vismarkt. 3.3.2 Expeditie Expeditie vindt plaats via de opgang naar de Waalkade. Onder de Waalbrug is er voldoende ruimte om te keren en daarna weer voorwaarts te ontsluiten. 3.3.3 Parkeren Het aantal parkeerplaatsen wordt berekend aan de hand van de beleidsregels voor de toepassing van artikel 2.5.30 uit de Nijmeegse bouwverordening. Het artikel is een uitwerking van de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde parkeervisie (2012) en de hierin verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012). Het plangebied valt in de sterk stedelijke zone "Centrum/ binnenstad". Voor de vaste parkeerplaatsen kan per boot (mits een eigen adres) één parkeervergunning aangevraagd worden. Het aandeel bezoekers parkeren wordt in de openbare ruimte opgelost. 3.3.4 Verkeersveiligheid Aan de hand van de wegencategorisering kaart uit de nota Nijmegen Duurzaam bereikbaar (augustus 2012) is bepaald welke snelheidregime er geldt. Op de GOW-plus, GOW-basis en de industrieterreinen geldt 50 km/h. Voor de rest binnen bebouwde kom geldt 30 km/h. Op de Waalkade geldt een maximum snelheid van 50 km/h.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
21
3.4
Milieu
3.4.1 Bedrijvigheid De belangrijkste problematiek die te verwachten is, is de mogelijk optredende spanning tussen bedrijfs- en horecabestemmingen en de in het bestemmingsplan aangewezen permanente ligplaatsen voor woonschepen. Dergelijke ligplaatsen worden met ingang van 1 juli 2012 gezien als voor geluid gevoelige bestemmingen. Voor dit soort problematiek biedt de gangbare systematiek van de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" en het hierop gebaseerde specifieke Nijmeegse beleid mbt horeca echter voldoende handreikingen om de geprojecteerde ontwikkelingen milieuhygiënisch te beoordelen. Onderhavig bestemmingsplan voldoet aan de normstelling van zowel de VNG-brochure als het Nijmeegse beleid dienaangaande. Daarnaast dient de geprojecteerde bedrijvigheid zich te houden aan de normstelling van het Activiteitenbesluit. Deze normstelling is zodanig dat er enerzijds voor de aangevraagde activiteiten voldoende "bedrijfsruimte" aanwezig is om deze op normale wijze te kunnen uitoefenen, terwijl anderzijds de omwonenden afdoende bescherming genieten om tegen overmatige milieuhinder beschermd te worden. Met andere woorden het woon- en leefklimaat ter plaatse van de woonschepen kan, ten aanzien van deze vorm van milieuhinder, in ieder geval aanvaardbaar worden genoemd. 3.4.2 Geluid Bestemde ligplaatsen voor woonschepen worden sinds 1 juli 2012 in het Besluit geluidhinder als geluidsgevoelig terreinen genoemd. Er is voor toepassing van de Wgh in het ruimtelijk spoor (Wro, afwijken bestemmingsplan Wabo) specifiek overgangsrecht opgenomen. Ligplaatsen in het water die op 1 juli 2012 in een gemeentelijke verordening zijn aangewezen om door een woonschip te worden ingenomen kunnen tot 1 juli 2022 bij de eerste toepassing van een aantal procedures van rechtswege worden opgenomen in het bestemmingsplan zonder dat ze worden getoetst als geluidsgevoelig terrein. Er gelden er gelden geen binnenwaarden voor woonschepen. De Wet geluidhinder (Wgh) is van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een weg. Wegen waarvoor een maximum toegestane snelheid geldt van 30 km/uur en die binnen een als woonerf aangeduid gebied liggen zijn niet gezoneerd en daardoor niet onderzoeksplichtig. De ligplaatsen liggen binnen de zone van de Waalbrug en de Waalkade (Wgh wegverkeer). Op de Waalkade geldt tot aan museum de Stratemakerstoren een 50 km/u regime. Voor deze wegen is akoestisch onderzoek verricht. De voorkeurswaarde uit de Wgh voor wegverkeer bedraagt 48 dB. Als de voorkeurswaarde wordt overschreden kan een hoge waarde worden vastgesteld. De geluidsbelasting mag in dat geval niet meer dan 63 dB bedragen. Uit akoestisch onderzoek blijkt dat ten gevolge van wegverkeer op de Waalbrug en de Waalkade de voorkeurswaarde van 48 dB wordt overschreden. De hoogst berekende geluidsbelasting ten gevolge van wegverkeer op de Waalkade bedraagt 54 dB. Hiermee wordt de maximum toegestane geluidsbelasting van 63 dB niet overschreden. Het is niet mogelijk om bronmaatregelen en overdrachtsmaatregelen toe te passen en ook is het niet mogelijk om de ligplaatsen verder van de geluidbron af te situeren. De geplande ontwikkeling kan worden gerealiseerd als voor 5 ligplaatsen een hogere waarde is vastgesteld. Een hogere waarde procedure is dus noodzakelijk.
22
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3.4.3 Externe veiligheid De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die ontstaan door inrichtingen vallend onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en risicovolle transportroutes. Voor het plaatsgebonden risico (PR) zijn grenswaarden voor kwetsbare objecten aangegeven en richtwaarden voor beperkt kwetsbare objecten. Het groepsrisico (GR) dient verantwoord te worden. Deze herziening van het bestemmingsplan "Nijmegen Lindenberghaven" leidt tot een beperkte wijziging van het gebruik van de haven. In de omgeving zijn geen inrichtingen aanwezig die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Wel zijn er twee transportassen die risico's in het plangebied veroorzaken. Dit zijn de Waal, en de routering gevaarlijke stoffen van de gemeente Nijmegen over de Waalbrug.
Toets aan plaatsgebondenrisico Onder het (PR) wordt verstaan de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen van die bron. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden (PR*10-6) als toetsingswaarden aangegeven voor kwetsbare objecten en richtwaarden voor beperkt kwetsbare objecten. Daar waar gesproken wordt van een plaatsgebonden risicocontour wordt de PR 10-6 contour bedoelt. Het plangebied ligt buiten de PR 10-6 contour van de transportroutes. De haven ligt buiten de oeverlijn zoals gedefinieerd door Rijkswaterstaat. Groepsrisico De twee transportassen (Routering Nijmegen, en de Waal) hebben een invloedsgebied welke over het plangebied valt. De afstand tot de ligplaatsen voor de pleziervaart tot aan de oeverlijn is minder dan 25 meter. Het betreft hier boten die kortdurend aanwezig zijn en vaak alleen in de zomer of bij evenementen. Het zijn dus beperkt kwetsbare objecten. In zuidelijke richting is een vak bestemd voor de woonschepen. Deze woonschepen zijn kwetsbare objecten die buiten de 25 meter van de oeverlijn liggen maar binnen de 90 meter van de oeverlijn. Conform de beleidsvisie externe veiligheid van de gemeente Nijmegen (februari 2012) volstaat een lichte verantwoording van het groepsrisico. Het aantal personen per hectare in de eerste 25 meter vanaf de oeverlijn is in het plangebied zeer gering. Alleen recreatievaart zal in deze zone afmeren en eventueel andere passanten boten. In bepaalde delen van het jaar kunnen daarmee enkele tientallen personen in deze zone verblijven. In de zone van 25-90 meter, die de gehele haven omvat, zijn naar schatting dan op bepaalde delen van het jaar maximaal 100-200 personen aanwezig in dit gebied. In de zone verder van het plangebied waarin eventueel nog toxische scenario's zich kunnen voordoen ligt de binnenstad van Nijmegen met een dichtheid van ongeveer 130 personen/ha. De toename van de dichtheid in het invloedsgebied door dit bestemmingsplan is nihil en leidt dus niet tot een merkbare toename van het groepsrisico. Berekening van het groepsrisico is op grond van de Handleiding Risicozonering Transportroutes (HART, juni 2014) dan ook niet nodig. Bij toepassing van de vuistregels uit bijlage 1 van het HART blijkt dat ook de 10% van de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Gezien het feit dat de permanente woonschepen buiten de 25 meter plasbrandaandachtsgebied ligt worden aanvullende veiligheidsmaatregelen niet nodig geacht. Vestiging van zeer kwetsbare objecten met beperkt zelfredzame personen is niet mogelijk binnen het plangebied. Aanvullende maatregelen zijn dan ook niet nodig. De haven ligt daarnaast voor een zeer klein deel binnen de 30 meter van de routering vervoer gevaarlijke stoffen zoals die door de gemeente is vastgesteld. Het transport over de waalbrug is echter dusdanig gering (en daarmee de risico's) dat kan worden volstaan met standaard verantwoording 3b van pagina 34 van de beleidsvisie voor deze risicobron.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
23
Advies Veiligheidsregio De Veiligheidsregio Gelderland Zuid is gevraagd om advies uit te brengen over de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid voor de nieuwe ontwikkeling. In haar advies van 18 februari jl. (zie Bijlage 1 van de toelichting) geeft ze aan dat de gevolgen van de bestemmingsplanherziening dusdanig gering zijn dat kan worden volstaan met een verwijzing naar paragraaf 2.5 van de beleidsvisie externe veiligheid.
Conclusie De ontwikkeling zoals mogelijk gemaakt wordt, na afweging van de risico's die het transport van gevaarlijke stoffen in het gebied veroorzaken, verantwoord geacht. 3.4.4 Fysieke veiligheid Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De van toepassing zijnde voorwaarden worden genoemd: 3.4.4.1 ontvluchting en zelfredzaamheid Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. Ten zuiden van de haven loopt het ontsluitingspad naar het evenemententerrein 'De Kaaij'. Deze route is, naast de trap naar de Voerweg, de enige ontvluchtingsmogelijkheid voor het evenemententerrein. Om die reden is dit pad belangrijk voor ontvluchting van het terrein én als toegang voor hulpverleningsdiensten. Voor de woonschepen aan de zuidelijke steiger geldt dat, de huidige schetsen beziend, conform de concept-handreiking 'Brandveiligheid van woonschepen en woonschepenhavens'' (2007) ontvluchting in 2 zijden vanaf de schepen mogelijk is. Dit geldt niet voor de passantensteiger, de handreiking is hierop ook niet van toepassing. De ontvluchting van de passantensteiger kan wel verbeterd worden indien men aan het westelijke uiteinde van deze steiger ook nog een verbinding met de wal (krib) maakt. Aan de hand van de voorgelegde verbeelding kunnen, behoudens bovenstaande opmerking, wat betreft de inrichting van de openbare ruimte dan ook geen beperkingen worden geconstateerd. 3.4.4.2 Situering van gebouwen (en in dit geval schepen) In verband met brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar. In het plangebied worden geen gebouwen voorzien. In het geval van schepen bestaan er geen harde wettelijke eisen. Conform de concept-handreiking 'Brandveiligheid van woonschepen en woonschepenhavens' (2007) is het echter aanbevelenswaardig om voor woonschepen een afstand van 5 meter tussen een woonschip en een ander schip aan te houden ter voorkoming van brandoverslag. Bij schepen die voor bewoning gebruikt worden, raden wij aan om dit in overweging te nemen.
24
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Op basis van de huidige verbeelding zien wij op voorhand geen bijzondere beperkingen, bij de verdere inrichting van het plan raden wij u aan bovenstaande in overweging te nemen. 3.4.4.3 Bluswatervoorziening Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater voor gebouwen en/of bouwwerken. In het geval van schepen bestaan er geen harde wettelijke eisen. Conform de concept-handreiking 'Brandveiligheid van woonschepen en woonschepenhavens' (2007) is het aanbevelenswaardig om voor woonschepen binnen 40 meter van de toegang van het schip in een bluswatervoorziening te voorzien. De huidige situatie voldoet niet aan deze richtlijn als men uitgaat van de nu beschikbare brandkranen. Gezien de beperkte omvang van de voorziene boten lijkt de beschikbare hoeveelheid bluswater op de brandweervoertuigen afdoende bij een brand van beperkte omvang. Verder bestaat de verwachting dat de voertuigen van de brandweer in Nijmegen op korte termijn kunnen beschikken over dompelpompen die voor waterwinning vanaf de Waal geschikt zijn. Indien het incident dusdanig verloopt dat er behoefte is aan meer water, dan is (ook nu al) de in Nijmegen gelegen blusboot inzetbaar. Op basis van het huidige plan zien wij dan ook geen bezwaren. 3.4.4.4 Bereikbaarheid Wat bereikbaarheid betreft is het voor dit plangebied belangrijk dat het eerder aangegeven pad aan de zuidzijde van het plangebied altijd begaanbaar is voor hulpverleningsvoertuigen. Daarbij zijn brandweervoertuigen maatgevend. Voor brandweervoertuigen is het belangrijk dat het pad voldoet aan onderstaande criteria:
een breedte van ten minste 4,5 meter; een verharding over een breedte van ten minste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste 14.600 kilogram; een vrijgehouden hoogte boven de kruin van de weg van ten minste 4,2 meter
Verder gaat de concept-handreiking 'Brandveiligheid van woonschepen en woonschepenhavens' (2007) uit dat de toegang van woonschepen tot op 40 meter benaderd moet kunnen worden door hulpverleningsvoertuigen. De huidige schetsontwerpen voldoen hier niet per definitie aan. Dit zou verbeterd kunnen worden door halverwege de zuidelijke steiger een extra verbinding tussen steiger en oever te maken (ter hoogte van de trap). Dit heeft als bijkomend voordeel dat brandbestrijding vanaf de wal met een hogedrukslang (standaard op brandweervoertuigen) vergemakkelijkt wordt, aangezien deze een lengte heeft van 90 meter en de steiger volgens huidige schetsen ca. 170 meter lang wordt. Het is wenselijk dat bij de toegangen tot de steigers opstelplaatsen voor de brandweervoertuigen zijn. Dit kan de openbare weg zijn. Op basis van de huidige verbeelding zien wij op voorhand geen bijzondere beperkingen, bij de verdere inrichting van het plan raden wij u aan bovenstaande in overweging te nemen. 3.4.4.5 Conclusie Vanuit het oogpunt van fysieke veiligheid ziet de brandweer in beginsel geen beperkingen ten aanzien van het voorliggende bestemmingsplan, behoudens voornoemde opmerkingen met betrekking tot inrichting van de openbare ruimte, situering en bereikbaarheid. De voorwaarden t.a.v. bereikbaarheid en bluswatervoorziening zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012 en de bijgevoegde nota 'Randvoorwaarden en Richtlijnen Brandweer Nijmegen m.b.t. bluswater en bereikbaarheid'.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
25
3.4.5
Kabels, leidingen en explosieven
Riolering Aangrenzend en in het plangebied loopt een hoofdtransportriool met een overstort op de Lindenberghaven. Boven dit riool en de bijbehorende beschermingszone van 6 meter aan weerszijden van de leiding mag niet gebouwd worden. Bij werkzaamheden boven deze leiding is toestemming van de leidingbeheerder (gemeente Nijmegen) noodzakelijk.
Riool technische ontsluiting boten De bestaande riooltechnische ontsluiting van de boten bevindt zich aan de Waalkade. De riolering is uitgevoerd als persriool. Vanuit het bouwbesluit 2012 geldt de verplichting om vuilwater en hemelwater op een verantwoorde manier te verwerken. Vuilwater wordt verplicht op het openbaar riool aan te sluiten. Gemeente Nijmegen hanteert bij het duurzaam omgaan met hemelwater de nota 'Afkoppelen en infiltreren hemelwater'.
Niet Gesprongen Explosieven Het plangebied valt in een hoge kans van aantreffen gebied. Hier hebben oorlogshandelingen plaatsgevonden en er hebben na de 2e WO geen grootschalige grondroerende werkzaamheden plaatsgevonden.
26
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3.5
Water
3.5.1 De watertoets Voor de ruimtelijke aspecten heeft het Nationaal Waterplan de status van structuurvisie. Hierin zijn water en ruimtelijke ontwikkelingen geïntegreerd, conform de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Bouwbesluit 2012 en de Waterwet. Binnen de volgende documenten is de watertoets verankerd:
Nota Anders Omgaan met Water (Kabinetsstandpunt over het waterbeleid 21e eeuw, dec. 2000) Bestuursakkoord Water (mei 2011) Landelijke Handreiking Watertoets 3 (RIZA, december 2009) Waterplan 2010 – 2015 (WP4) Waterbeheerplan 2010-2015 (Waterschap Rivierenland 30 oktober 2009) Grondwaterbeleidsplan Waterschap Rivierenland 2011-2014
3.5.2 Algemeen Het plangebied maakt deel uit van de bestaande waterhuishoudkundige inrichting van het gebied Waal (inclusief nevengeul),en het gebied Nijmegen-Centrum. Voor dit gebied is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2016 relevant.
Doorstroming en waterberging Waal Er gelden algemene regels en specifieke maatregelen op het gebied van water. Hiermee moet rekening worden gehouden bij ontwikkelingen in het gebied. Eén van de belangrijkste richtlijnen is dat het buitendijkse gebied valt onder de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de Beleidslijn Grote Rivieren. Inrichtingsmaatregelen in het gebied mogen hierdoor niet leiden tot een verminderde doorstroming of waterberging.
Beleidslijn grote Rivieren De Waal is aangewezen als verbindingswater voor vrachtscheepvaart en heeft daarmee een belangrijke economische functie. Na de hoogwaters in 1993 en 1995 is door het rijk de beleidslijn Ruimte voor de Rivier opgesteld. Deze beleidslijn is inmiddels vervangen door de Beleidslijn Grote Rivieren. Uitgangspunt is het waarborgen van een veilige afvoer en berging van rivierwater onder normale en onder maatgevende hoogwaterstanden. Er gelden twee concrete doelstellingen:
de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed behouden ontwikkelingen tegengaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging nu en in de toekomst feitelijk onmogelijk maken.
Voor elke activiteit in het rivierbed is een vergunning nodig ( Wet beheer rijkswaterstaatswerken). De beleidslijn biedt een systematische aanpak om stap voor stap de afwegingsgronden en rivierkundige voorwaarden voor ruimtelijke initiatieven in het rivierbed te kunnen bepalen ten behoeve van de beoordeling van initiatieven.
Stroomvoerend regime Voor de bedijkte rivieren (waaronder de Waal) geldt dat de dijk een harde grens vormt. Hierdoor is de ruimte die de rivier beschikbaar heeft voor de maatgevende afvoer ingesnoerd.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
27
Het gebied achter deze dijken loopt grote risico's bij overstroming of dijkdoorbraak. Voor het waarborgen van de veiligheid van de gebieden achter de dijken is het bij hoogwater van groot belang dat een vlotte afstroming gegarandeerd is. Obstakels in het rivierbed dienen te worden voorkomen. De verwachte toenemende rivierafvoeren vragen om meer (buitendijkse) ruimte, waar deze nu al schaars is in dit gebied. Dit vraagt om terughoudendheid bij het toestaan van nieuwe ontwikkelingen in het rivierbed. Voor bedijkte rivieren is het stroomvoerend regime van kracht.
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) Deze Europese richtlijn en de later daaraan toegevoegde "dochterrichtlijn" Grondwater geven de beleidsregels aan voor het bereiken van een goede chemische en ecologische waterkwaliteit in alle oppervlaktewateren en het grondwater in Europa. Nijmegen valt binnen Stroomgebied Rijn-West en daarbinnen weer in het beheergebied van waterschap Rivierenland. De Waal is ook een waterlichaam binnen dit stroomgebied, waarvoor Rijkswaterstaat verantwoordelijk is.
Waterbeheerplan 2010-2015 Het Waterbeheerplan beschrijft de hoofdlijnen voor alle watertaken van het Waterschap Rivierenland (waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en zuivering afvalwater) in deze planperiode. Ook wordt een doorkijk gegeven naar het jaar 2027 in verband met doelstellingen voor de waterkwaliteit (KRW). De KRW-maatregelen spelen op Nijmeegs grondgebied pas na 2015 (behoudens eerdere aanleg van natuurvriendelijke oevers). In het stedelijke gebied lopen gezamenlijke acties voor vergroting van de waterberging en aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van ons waterplan Nijmegen 2001. Het waterbeheerplan 2010-2015 wordt opgevolgd door het waterbeheerprogramma 2016-2021. Het ontwerp is in februari 2015 vastgesteld, definitieve vaststelling is voorzien voor november 2015.
Keur op de waterkeringen en wateren Waterschap rivierenland (2014) Deze keur is gebaseerd op de Waterstaatswet, de wet op de waterhuishouding en de Waterstaatswet 1900. De keur ziet dus toe op de uitoefening van de natte waterstaatszorg door waterschappen. De keur stelt regels in het belang van de waterkeringzorg en het waterkwantiteitsbeheer. De waterkering is ook vastgelegd in deze keur. De begrenzingen van deze dijk en de diverse beschermingszones zijn in de zogenaamde legger vastgelegd.
Waterplan Nijmegen (2001) Het in juni 2001 vastgestelde Waterplan Nijmegen vormt voor de Nijmeegse waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor het samen werken aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving in Nijmegen tegen de laagste maatschappelijke kosten. De doelstellingen uit het Waterplan zijn grotendeels overgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP 2010 t/m 2016). In 2013 is het Waterplan geactualiseerd met een uitvoeringsprogramma tot 2015. In 2015 wordt het Waterplan geëvalueerd.
28
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 t/m 2016 Het Gemeentelijk Rioleringsplan Nijmegen 2010-2016 geeft invulling aan de wettelijke gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Het GRP beschrijft welke activiteiten en hoeveel geld en personeel nodig zijn om deze zorgplichten uit te voeren. In het GRP 2010-2016 ligt het accent op meer en beter beheren. Dit betekent onder andere: gegevens goed op orde krijgen en houden, gericht meten aan de riolering en grondwater, en meer maatwerk bij het vaststellen van de juiste maatregelen op het juiste tijdstip. Een aantal andere belangrijke uitgangspunten en activiteiten in het GRP 2010-2016 is: 1. Om de kwaliteit van riolering op een goed niveau te houden zetten we vaker in op reparatie en renovatie in plaats van op het volledig vervangen van riolen; 2. We onderzoeken de gevolgen van de klimaatontwikkeling voor water in de stad; 3. We blijven hemelwater afkoppelen van het riool, maar gerichter op het oplossen van regenwateroverlast problemen; 4. Bij het afkoppelen van openbare ruimte zoeken we vooral naar combinaties met verbetering van groen. We willen dus vooral bovengronds infiltreren. Zowel voor afkoppelen gebouwen als voor toepassing van vegetatiedaken bij bestaande bebouwing is subsidie mogelijk. 5. Voor de financiële structuur kiezen we voor een gesloten systeem en daarbij passend voor een geïntegreerde voorziening voor zowel het spaardeel investeringen, als het onderhoud, als de financiële resultaten op de exploitatie.
3.5.3 Oppervlaktewater Binnen het plangebied is oppervlaktewater van de Waal aanwezig. De Waal is onderdeel van de nationale water hoofdstructuur. Rijkswaterstaat is beheerder van de Waal. De zuidzijde van de Waalbrug kruist de waterkering van de Waal. De afstroming en doorvaart van de Waal mogen niet beperkt worden en de waterkeringen langs de Waal mogen niet aangetast worden. 3.5.4 Primaire waterkering Door het plangebied loopt een primaire waterkering. De waterkering bestaat uit een technische constructie met een vaste keermuur, deels in combinatie met een zogenaamde flexibele waterkering, die bij dreigend hoogwater tijdelijk op de keermuur wordt geplaatst. De hoogte van de waterkering ter plekke van de Lindenberghaven ligt op NAP + 15,70 meter. De meest recente dijkversterking is in 2009 afgerond. De waterkeuring is goedgekeurd in de derde toetsingsronde.
Beleid Waterkeringen Waterschap Rivierenland voert zijn taken onder andere uit op grond van een wet (verordening) genaamd: de Keur Waterschap Rivierenland 2014. Hierin staat wat er gedaan moet worden (geboden) en wat er niet mag (verboden) bij een water of bij een waterkering (dijken e.d.). Watervergunning Voor alle uit te voeren activiteiten die de Keur verbiedt en die niet onder de algemene regels vallen, moet een watervergunning worden aangevraagd. De aanvrager dient duidelijk te maken waarom de activiteit voor hem van belang is. Het waterschap moet alle betrokken belangen afwegen. Als het belang van de aanvrager niet duidelijk is, of als het waterschap het belang niet zwaar genoeg vindt ten opzichte van het belang van het waterschap of derden (buren e.d.), wordt een watervergunning geweigerd. De waterwet stelt in dit verband dat een besluit op grond van de Keur het zogenaamde 'nee-tenzij' principe kent.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
29
Watervergunningen worden alleen verleend als het belang van de waterkering of het waterberging niet in het gedrang komt. Beleidsregels regelen de uitoefening van bevoegdheden. Om duidelijk te maken hoe het waterschap omgaat met het verlenen van vergunningen, zijn beleidsregels opgesteld. Hierin zijn duidelijke, vaste uitgangspunten omschreven over wat belangrijk is bij veel voorkomende activiteiten. Op deze manier is het ook voor de burger duidelijk aan welke voorwaarden hij moet voldoen om een watervergunning te krijgen. Waterkeringen zijn ontworpen om bescherming te bieden tegen een maatgevende afvoer te kunnen weerstaan. Ze zijn in het algemeen niet sterker gemaakt dan hiervoor nodig is. Bij het ontwerpen van waterkeringen is in het verleden weinig rekening gehouden met eventuele toekomstige niet-waterkerende elementen zoals bomen, gebouwen en andere objecten. Later in de kern- of beschermingszone aangebrachte niet-waterkerende elementen hebben invloed op de kwaliteit van de waterkering doordat ze:
de waterkerende functie kunnen aantasten; een toekomstige verzwaring kunnen belemmeren of aanzienlijk duurder maken; doelmatig beheer en onderhoud bemoeilijken.
Toetsingscriteria bij ruimtelijke plannen De algemene toetsingscriteria voor het waarborgen van de waterstaatkundige functie van waterkeringen vallen uiteen in een aantal onderdelen. Deze onderdelen zijn hieronder aangegeven en uitgewerkt.
Beheer Het waterschap is onder andere verantwoordelijk voor het beheer van de waterkeringen. Onder beheer wordt verstaan het geheel van activiteiten dat noodzakelijk is om te waarborgen dat de functie van de waterkering blijft voldoen aan de daarvoor vastgestelde eisen en normen. Om te zorgen dat de waterkering blijft voldoen aan de vereiste normen, is het noodzakelijk te inspecteren en te monitoren. Bij beoordeling zal altijd de toets plaatsvinden of het plan belemmerend werkt voor de inspectie en monitoring.
Onderhoud Het waterschap wil het dijkonderhoud op een doelmatige manier uitvoeren. Zonder onderhoud neemt de kwaliteit van de waterkering af en daarmee de vereiste veiligheid. Bij beoordeling van een plan zal worden gekeken of het uitvoeren van onderhoud nog op een doelmatige wijze mogelijk is.
Functiescheiding Tussen voorzieningen voor de waterkerende functie en voorzieningen voor andere functies moet een duidelijke scheiding aanwezig zijn. Bij andere functies moet men onder andere denken aan wegen, bebouwing, recreatief- of ander medegebruik. Verweving van functies is niet gewenst. De functie van de waterkering is van primair belang. Andere functies zijn ondergeschikt aan de waterkerende functie. Eventuele andere functies worden aan de waterkering aangepast, niet andersom. Functiescheiding geldt in principe voor alle waterkeringen, zowel voor primaire waterkeringen als voor regionale waterkeringen.
30
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Afmetingen en zonering van waterkering volgens legger en Keur Bij alle waterkeringen wordt rekening gehouden met het behoud van de waterkerende functie en het kunnen uitvoeren van doelmatig beheer en onderhoud. Bovendien wordt bij een aanvraag getoetst in hoeverre ruimte is gereserveerd voor toekomstige aanpassingen en/of versterkingen aan de waterkering. In de leggers zijn de noodzakelijke afmetingen van de waterkering vastgelegd. Zonering: In de Keur staat vermeld dat de kernzone en de beschermingszone samen het waterstaatswerk (waterkering) vormen. Daarnaast wordt ook een buitenbeschermingszone onderscheiden. Exacte afmetingen van de zoneringen zijn beschreven in de legger. Voor de situatie waar geen legger aanwezig is, is de overgangsbepaling van artikel 7.3 van de Keur van toepassing. Hierin is voor waterkeringen, waarvoor het vaststellen van een legger niet is voorgeschreven, en/of waarvoor het vaststellen van een legger wel is voorgeschreven maar deze nog niet is vastgesteld, een zonering benoemd. Nadere uitleg beperkingen Iedere zone kent beperkingen ten aanzien van de activiteiten die in deze zones mogen plaatsvinden. De beperkingen zijn groter naarmate de afstand tot de waterkering kleiner wordt.
Figuur 1: De zonering ter plaatse van het plangebied
Ad. 1 Kernzone Waterschap Rivierenland wil in principe geen nieuwe permanente bouwwerken toestaan in de kernzone van waterkeringen. De reden van dit verbod is dat bij een volgende dijkversterking vooral de ruimte in de kernzone van groot belang is.
Ad. 2 Beschermingszone Nieuw bouwen in de beschermingszone kan alleen als bij de bouwhoogte rekening gehouden wordt met de ruimte die nodig is voor toekomstige dijkversterking. Waterschap Rivierenland zal per geval op basis van de specifieke omstandigheden overwegen welke voorwaarden gesteld moeten worden. Hierbij worden zowel de constructie van de waterkering als de
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
31
constructie en de functie van het bouwwerk beoordeeld. Bij dit plan zijn onder meer de verankering van de damwanden een aandachtspunt. Overige werken zoals slopen, afgravingen, ophogingen, beplanting en kabels en leidingen zijn niet zondermeer mogelijk en vergunningsplichtg. Er zijn speciale toetsingscriteria. Ingrepen mogen geen invloed hebben op veiligheid en stabiliteit van de waterkering
Ad. 3 Buitenbeschermingszone Waterschap toetst onder andere op diepe ontgrondingen, maar ook ontgravingen zoals bijvoorbeeld parkeerkelders. Ingrepen mogen geen invloed hebben op veiligheid en stabiliteit van de waterkering. 3.5.5 Grondwater Het plangebied bevindt zich grondwaterbeschermingsgebied.
in
niet
een
grondwaterwingebied
of
De grondwaterstanden in het plangebied worden gedicteerd door de stand van de Waal. Uitgangspunt bij nieuwe stedelijke in- en uitbreidingen is dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd. Dat wil zeggen dat de oorspronkelijke grondwaterstanden en -stromen in de omgeving niet mogen wijzigen.
32
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3.6
Natuur & Landschap
3.6.1
Natura2000 & Natuurbeschermingswet
Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet die oorspronkelijk in 1967 is vastgesteld maar in 1998 ingrijpend is gewijzigd. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen in een aanwijsbesluit en beschermd op grond van de wet:
Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden 'Uiterwaarden Waal', 'Gelderse Poort' Beschermde Natuurmonumenten (Rondom Nijmegen gaat het dan om 'Oude Waal' en 'Bronnenbos Refter') In het aanwijsbesluit wordt de exacte ligging van het gebied aangegeven en welke habitats in het gebied moeten worden beschermd. De provincie legt per gebied vast welke waarden aanwezig zijn en waar de te beschermen habitats liggen. Voor alle werkzaamheden die schadelijk zijn voor de beschermde habitats moet een vergunning worden aangevraagd. Conclusie: De wijzigingen in dit bestemmingsplan zijn dermate klein dat negatieve effecten op Natuurbeschermingswet niet aan de orde zijn voor dit bestemmingsplan.
Natura 2000 Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden en vormt daarmee de basis voor het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. Natura 2000 is niet enkel ter bescherming van gebieden maar draagt ook bij aan soortenbescherming. Het Natura 2000 netwerk omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. In en om Nijmegen gaat het om de Natura 2000 gebieden 'Uiterwaarden Waal' en de 'Gelderse Poort'. Conclusie: De wijzigingen in dit bestemmingsplan zijn dermate klein dat negatieve effecten op het nabij gelegen Natura2000 gebied Gelderse Poort niet aan de orde zijn. 3.6.2 Flora en Fauna Op 1 april 2002 is de Nederlandse Flora- en faunawet in werking getreden. Deze nieuwe wet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten. De Flora- en faunawet bundelt alles wat te maken heeft met de bescherming van flora en fauna in Nederland die voorheen in verschillende wetten was opgenomen. Ook is de Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn (Europees) en het CITES-verdrag (overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde soorten wilde dieren en planten) in de Flora en faunawet verwerkt. Hierdoor heeft Nederland nu één wet voor de bescherming van alle in het wild voorkomende beschermde soorten.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
33
Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het “nee, tenzij principe”. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Ook moet aangetoond worden dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang. In de Flora- en faunawet is daarnaast een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht is van toepassing op alle planten en dieren, ongeacht of ze wettelijk beschermd zijn. De zorgplicht houdt in dat er bij ingrepen zoals bouwactiviteiten altijd zorgvuldig moet worden omgegaan met de aanwezige planten en dieren. Schadelijke activiteiten moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. Bevoegd gezag voor de Flora- en faunawet is het Ministerie van Economische Zaken. Conclusie: De wijzigingen in dit bestemmingsplan zijn dermate klein dat negatieve effecten op flora en faunawet niet aan de orde zijn voor dit bestemmingsplan. 3.6.3
Groen
Groenplan De groene draad (2007) Het groenbeleid is vastgelegd in 'De groene draad - kansen voor het Nijmeegse groen' en heeft als doelstelling:
inzicht te geven in het totaal van groene ontwikkelingen in en om de stad en hun onderlinge samenhang; een sturingsinstrument voor het bestuur te zijn voor groene ontwikkelingen in de stad; vanuit een groen toekomstperspectief een gids of leidraad te zijn voor toekomstige stedelijke ontwikkelingen; de groene ambities te benoemen voor de komende jaren die vertaald worden in een uitvoeringsprogramma. De hoofdgroenstructuur en de hoofdbomenstructuur zijn de basis en de ruggengraat van het groen in Nijmegen. Deze structuren houden we dan ook in stand. In bestemmingsplannen gaat het dan om de bestemmingen Groen, Natuur en Bos. Daarnaast kennen ook andere plekken een groene bestemming bijvoorbeeld kleinere groenplekken op wijkniveau. Conclusie: In dit bestemmingsplan wordt de hoofdgroenstructuur in stand gehouden. Handboek stadsbomen (2009) Het Handboek Stadsbomen is een uitwerking van het Groenplan "De Groene draad, kansen voor het Nijmeegse groen'. Het Handboek Stadsbomen vormt het kader voor inrichtingsplannen en beheerplannen voor de openbare ruimte waar het bomen betreft. Het handboek is daarnaast te definiëren als toetsingskader voor ruimtelijke plannen en initiatieven en biedt inzicht in de beleidsuitgangspunten ten aanzien van bescherming, aanplant, beheer en kap van bomen. De hoofddoelstelling van het Handboek Stadsbomen is het waarborgen van de duurzame instandhouding van het Nijmeegs bomenbestand door middel van behoud èn ontwikkeling. De volgende uitgangspunten staan daarbij centraal:
34
Optimale inzet van middelen. Waarborgen van een vitaal bomenbestand.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Zorgen voor draagvlak; zorgvuldig afwegen, bewust besluiten en tijdig communiceren. Meer bomen en meer kronen. Inzet op kwantiteit en kwaliteit. Het Handboek Stadsbomen heeft betrekking op alle bomen binnen de gemeentegrenzen. Dat zijn dus niet alleen de park-, laan- en straatbomen, maar ook bomen in tuinen en op particuliere terreinen. Voor bosopstanden, bosplantsoen en bomen in natuurgebieden gelden andere beleidskaders en wet- en regelgeving. In het Handboek Stadsbomen is de hoofdbomenstructuur opgenomen. Deze structuur vormt samen met de hoofdgroenstructuur de basis van het groen in Nijmegen. De hoofdbomenstructuur leggen we niet vast in bestemmingsplannen maar wordt wel beschreven in de toelichting en speelt daarmee wel een rol in bestemmingsplannen. Conclusie: In dit bestemmingsplan wordt de hoofdbomenstructuur in stand gehouden.
3.7
Archeologie en Cultuurhistorie
3.7.1
Cultuurhistorische waarden
Rijksbeleid Cultuurhistorie speelt een belangrijke rol bij de ruimtelijke inrichting van ons land. Het geeft identiteit en kwaliteit aan een gebied. Om deze redenen heeft het rijk de beleidslijn ingezet om cultuurhistorie onderdeel te laten zijn van het afwegingskader bij het opstellen van bestemmingsplannen. Deze beleidslijn is verwoord in de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg uit 2009 en heeft geleid tot wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2012. Met het gewijzigde Bro zijn gemeenten wettelijk verplicht cultuurhistorie deel uit te laten maken van het afwegingskader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het rijk vraagt hiermee aan gemeenten om bij het opstellen van bestemmingsplannen, projectafwijkingsbesluiten en beheersverordeningen gebouwen, objecten en structuren met cultuurhistorische waarde te inventariseren en daaraan conclusies te verbinden en in het bestemmingsplan te verankeren. De Monumentenwet 1988 vormt de basis voor de monumentenzorg. Rijksmonumenten worden op basis van deze wet aangewezen, evenals rijksbeschermde stadsgezichten. De Lindenberghaven ligt binnen het rijksbeschermd stadsgezicht 'Benedenstad', dat in 1980 werd aangewezen.
Gemeentelijk beleid Het gedachtengoed uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg en het gewijzigde Besluit ruimtelijke ordening is aanleiding geweest om ook het gemeentelijk erfgoedbeleid te actualiseren. Dit heeft geresulteerd in de Nota Cultureel Erfgoed, die op 15 mei 2013 door de raad is vastgesteld. Deze nota beschrijft op welke manier erfgoed kan bijdragen aan de ambitie van de gemeente Nijmegen om de identiteit van de stad te behouden en te versterken. Hiervoor worden drie strategieën ingezet: duurzame ruimtelijke ontwikkeling, kennis & inspiratie en bescherming & instandhouding. De strategie duurzame ruimtelijke ontwikkeling heeft betrekking op een toekomstbestendige stad, waar erfgoed ingezet wordt om bij gebiedsontwikkelingen de eigen identiteit van de locatie te behouden of te versterken. De verplichtingen vanuit het Besluit ruimtelijke ordening en de daaruit voortvloeiende beleidsvrijheid die we als gemeente hebben, zetten we in om deze ambitie te kunnen realiseren. Erfgoed is namelijk een factor die kwaliteit geeft aan de ruimte en daarmee ruimtelijke ontwikkelingen kan verrijken. De cultuurhistorische elementen die onderdeel zijn van de identiteit van de stad kan men niet allemaal als beschermd monument of gezicht aanwijzen, maar zijn wel onderdeel van de manier waarop we onze stad
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
35
beleven, inrichten en gebruiken. De cultuurhistorische beleidskaart is de basis voor de cultuurhistorische inbreng bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Het bestemmingsplangebied valt binnen gebiedstype 4 van de cultuurhistorische beleidskaart. In beschermde gebieden (gebiedstype 4) is cultuurhistorie de bepalende factor bij het opstellen van ruimtelijke plannen. Er is in deze gebieden sprake van een bijzonder karakter, met een samenhang tussen het stedenbouwkundig plan, het bebouwingsbeeld, de architectuur van de bebouwing en eventueel het aanwezige groen. Uitgangspunt is de bestaande situatie zoveel mogelijk te handhaven en ontwikkelingsmogelijkheden af te stemmen op de cultuurhistorische waarden en karakteristieken. Er is gedetailleerde aandacht voor cultuurhistorie. In bestemmingsplannen zorgen planregels en passende functies voor behoud van de cultuurhistorische waarden.
Uitsnede Cultuurhistorische Beleidskaart – het plangebied valt binnen gebiedstype 4 (rood)
Historisch-ruimtelijke ontwikkeling De Lindenberghaven ligt langs de Waalkade. Deze kade was van oudsher een plek van handel en vertier. Schepen legden langs de kade aan om geladen en gelost te worden. De Waalkade lag buiten de middeleeuwse omwalling. De locatie van de Stratemakerstoren ten zuiden van het plangebied, herinnert hier nog aan. Tot het einde van de achttiende eeuw werd het oostelijk gedeelte van de Waalkade beëindigd door de stadsmuur, die aan de voet van de Valkhofheuvel ten dele direct aan de rivier stond. In 1789, nadat de Fransen in Nijmegen behoorlijke schade hadden aangericht, werd door het stadsbestuur toestemming verleend om huizen op de plek van de Stratemakerstoren te bouwen. Vermoedelijk werd de Waalkade in deze periode in oostelijke richting verlengd. In ieder geval is op het kadastraal minuut uit 1832 zichtbaar, dat ten zuiden van de plek van de huidige Lindenberghaven inmiddels een verbinding tussen de Waalkade en de Lange Baan was ontstaan. De kade ging over in een weiland, dat aan 't Meertje grensde. In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd in de buitenbocht van de Waal een zestal kribben aangelegd, die aan weerszijden van ´t Meertje kwamen te liggen. In het laatste kwart van de negentiende eeuw werd vanaf de Waalkade een strekdam in de lengterichting van de rivier aangelegd. Deze kromme dam, die begon ter hoogte van de Grotestraat, volgde het beloop van de buitenbocht van de Waal. Het gedeelte tussen de meest westelijke krib en
36
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
deze nieuwe strekdam werd gedempt en ingericht als plantsoen. Het water tussen deze kade en de naastgelegen strekdam werd in gebruik genomen als haven. Bij de toegang tot deze haven kwam de Gemeentelijke Bad- en Zweminrichting te liggen, een drijvend bouwwerk dat voorheen aan Lentse zijde lag. Langs de strekdam lagen de aanmeerplaatsen van enkele stoombootrederijen.
Fragment van een stadsplattegrond uit 1897. Deze kaart geeft een indruk van de ruimtelijke inrichting van het plangebied voordat de vluchthaven werd aangelegd.
De huidige Lindenberghaven werd omstreeks 1920 aangelegd als een vluchthaven, waar schepen in geval van nood naar konden uitwijken. De vluchthaven ontstond door een transformatie van de negentiende-eeuwse haven. Wederom werd gebruik gemaakt van één van de strekdammen die in de jaren zeventig van de negentiende eeuw waren aangelegd. Ditmaal werd de dam die direct ten westen van 't Meertje lag, omgevormd tot oostelijke havendam. Vanaf deze dam kwam een nieuwe strekdam in westelijke richting te liggen, parallel aan de Waalkade. Aan de westzijde werd de inrichting gewijzigd door de gebogen strekdam te verwijderen en een gedeelte van het plantsoen af te graven. Op deze plek werd een nieuwe kade gerealiseerd, die dienst ging doen als hoge loswal. De havenmond lag tussen deze hoge loswal en de nieuwe strekdam en was in tegenstelling tot de havenmond van de oude haven stroomafwaarts gericht. De havenmond kreeg een breedte van circa 40 meter. De havenkom werd circa 65 meter breed. De 15 meter lange kade aan de westzijde van de havenkom werd gevormd door een restant van één van de zes kribben. Ten zuiden van de havenkom kwam een lage loswal te liggen. Aan de zuidzijde van deze brede strook gronden lag de hoger gelegen Waalkade. Middels twee flauwe afritten vanaf de Waalkade kon de loswal worden bereikt. Langs de westelijke afrit stond een kademuur van basaltblokken met hardstenen afdekplaat.
De Lindenberghaven in 1935. De loswal was lager dan tegenwoordig en was onverhard. De Lindenberghaven werd bij de aanleg van de Waalbrug gebruikt ten behoeve van baggerwerkzaamheden. Op de loswal werd daartoe tijdelijk een smalspoor aangelegd.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
37
Foto van de vluchthaven tijdens hoogwater, Leeuwarder Courant, donderdag 28 februari 1935, derde blad (www.delpher.nl).
Bij de bouw van de Waalbrug in 1935-1936 werden de gronden tussen de oostelijke kademuur van de Lindenberghaven en de oostelijk daarvan gelegen krib gedempt. Op dit terrein werd één van de pijlers van de Waalbrug geplaatst. Tijdens de bouw van de brug speelde de Lindenberghaven een belangrijke rol ten behoeve van baggerwerkzaamheden en de aanvoer van bouwmaterialen. In 1985 werd de vluchthaven in het kader van de herinrichting van de Waalkade omgevormd tot passantenhaven c.q. jachthaven. De belangrijkste ruimtelijke ingreep was de ophoging en herinrichting van de lage loswal. De huidige kademuur langs de zuidzijde van de havenmond en havenkom, die bestaat uit een schuin talud dat bekleed is met basaltblokken, dateert uit deze periode. Eveneens werd in deze periode de drijvende steiger in de haven aangelegd.
Cultuurhistorische waarden Op navolgende kaart is de historisch-ruimtelijke ontwikkeling van de Lindenberghaven na 1850 samengevat. Vanuit cultuurhistorisch perspectief is de afmeting van de haven, die samenhangt met de ligging van de kribben die omstreeks 1875 werden aangelegd, een waardevolle karakteristiek. De oostelijke kade van de Lindenberghaven is een restant van één van deze kribben en is van hoge cultuurhistorische waarde. De strekdam langs de haven die omstreeks 1920 werd aangelegd, is eveneens van hoge cultuurhistorische waarde. Beide historisch-ruimtelijke structuren zijn van belang vanwege de historisch-stedenbouwkundige waarde en hun relatieve zeldzaamheid. Door de grootschalige herinrichting in de jaren tachtig van de vorige eeuw vormen deze twee structuren inmiddels schaarse restanten van de historische inrichting van de Waalkade. De zuidelijke kade van de Lindenberghaven is in de jaren tachtig van de vorige eeuw, bij de ophoging en herinrichting van het aanliggend terrein, tot stand gekomen. Deze kade heeft een indifferente waarde. De Lindenberghaven herinnert aan de invloed die de scheepsvaart had op de ontwikkeling van dit gedeelte van de oude binnenstad. Kenmerkend voor de zone tussen de rivier en de bebouwing was van oudsher de sobere en functionele inrichting. De vluchthaven vormt hiervan een voorbeeld. Bij de herinrichting van de vluchthaven in de jaren tachtig is het ruwe, informele karakter gehandhaafd. De vluchthaven, inclusief de restanten van de kribben die de geïntegreerd zijn in de aanleg, getuigt van de pogingen die vanaf het midden van de 19 eeuw werden ondernomen om de rivier te normaliseren, met als doel om de bevaarbaarheid te verbeteren en de veiligheid te vergroten.
38
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Effect van planvoornemen op cultuurhistorische waarden Het planvoornemen heeft mede betrekking op de herinrichting van de openbare ruimte rond de haven. Eén van de beoogde ruimtelijke ingrepen is het wijzigen van het profiel van de zuidelijke kade van de havenkom. De bestaande kade wordt afgegraven. Langs de oever met stortstenen wordt een voetpad aangelegd. Het naastliggend talud wordt ingericht als trap, bestaande uit betonnen zitelementen. Voorts wordt de bestaande drijvende steiger vervangen door twee nieuwe drijvende steigers. De inrichting van de zuidelijke kade van de havenkom en de bestaande steiger dateren uit het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Door de beoogde ruimtelijke ingrepen worden geen cultuurhistorisch waardevolle structuren aangetast. Door de aanleg van de betonnen trap zal de zuidelijke kade van de havenkom een eigentijds karakter krijgen. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt wordt het van belang geacht om bij de inrichting en het gebruik van de oostelijke kade en de noordelijke strekdam rekening te houden met het ruwe, informele karakter van de haven. Het behoud van dit ´historisch decor´ langs de Waal sluit tevens aan bij de intentie om de Lindenberghaven ten dele te bestemmen als ligplaats voor historische bedrijfsvaartuigen.
Verankering van cultuurhistorisch waarden in dit bestemmingsplan In dit bestemmingsplan is de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' toegekend aan de gronden, vanwege de ligging van het plangebied binnen het rijksbeschermd stadsgezicht Benedenstad. Aan deze dubbelbestemming zijn regels gekoppeld die gericht zijn op het behoud van cultuurhistorische waarden en het herstel en benutten van het cultuurhistorisch karakter.
Toetsingskader Gelet op het feit dat het plangebied valt binnen het rijksbeschermd stadsgezicht Benedenstad dient de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in het kader van het wettelijk vooroverleg als een belanghebbende instantie betrokken te worden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
39
3.7.2
Archeologie
3.7.2.1 Archeologische uitgangspunten Archeologie is binnen de planologie een conserverende waarde. Immers, archeologie is een niet aanvulbare waarde, wat wil zeggen wat eenmaal vernietigd is, nooit meer hersteld kan worden. Vandaar dat de omgang met archeologie zo op behoud is gericht. Behoud, bij voorkeur in situ, staat voorop, en dit principe zien we op elk niveau van archeologiebeleid terug. De wens om archeologie in situ te behouden heeft verschillende achtergronden. Ten eerste het uitgangspunt dat de natuurlijke conservering de beste is, en ten tweede dat archeologie in zijn context begrepen moet worden. Een archeologische vondst, of het nu een voorwerp of een structuur is, is een drager van informatie, in relatie tot zijn omgeving. Het zal altijd iets kunnen zeggen over de lokale geschiedenis, vaak over de regionale geschiedenis en soms ook over de nationale geschiedenis of zelfs internationale geschiedenis. Archeologie zonder context heeft duidelijk aan waarde verloren. Een derde uitgangspunt is de aanname dat toekomstige generaties mogelijk betere vormen van archeologisch onderzoek zullen hebben. Typerend voor gravend archeologisch onderzoek is dat het onderzoek het onderzoeksobject vernietigd: je kunt het maar eenmaal onderzoeken. Dit verklaart de nadruk op het goed documenteren van wat er tijdens het onderzoek aangetroffen wordt, zowel in het veld als nadien bij de uitwerking. Vandaar de hoop dat door nieuwe technieken dit mogelijk zal veranderen. Zouden we nu alles opgraven dan kan men later nooit meer onderzoek doen. Een vierde en niet onbelangrijk punt is de economische kant van archeologisch onderzoek. Dit kan erg duur zijn, waardoor bijvoorbeeld de economische haalbaarheid van een plan in het geding kan komen. Maatregelen om de bodem niet of maar beperkt te verstoren zijn dan ook economisch zinvol. Archeologie geeft inzicht in de (lokale) geschiedenis, en kan een belangrijke identiteitsdrager zijn. Het streven is om cultuurhistorische waarden, waaronder archeologie, mee te nemen bij inrichtingsplannen. Gebieden met een grote cultuurhistorische waarde hebben naast een grote leefbaarheid vaak ook een hogere economische waarde. 3.7.2.2 Rijksbeleid Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007).
3.7.2.3 Provinciaal beleid De provincies hebben nog maar een beperkte rol als het om archeologie gaat. Door de Monumentenwet 1988 is de rol van het rijk en de provincies sterk afgenomen, ten gunste van de gemeenten. Deze zijn verantwoordelijk voor het opnemen van archeologie in bestemmingsplannen en voor het daarvan afgeleide vergunningenstelsel. Er zijn enkele uitzonderingen hierop: de provincies zijn verantwoordelijk voor ontgrondingen, en kunnen op basis daarvan aan de ontgrondingsvergunning ook voorwaarden stellen die betrekking
40
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
hebben op archeologie. Tevens is de provincie bevoegd gezag bij inpassingsplannen en bij mer-trajecten op provinciaal niveau. De provincie Gelderland kent een groot belang toe aan goed archeologisch beleid op gemeentelijk niveau, en heeft daarom de instelling van regioarcheologen gefaciliteerd, zodat vrijwel alle Gelderse gemeenten kunnen beschikken over gedegen archeologische ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van archeologisch beleid. Daarnaast heeft de provincie voor een drietal grotere regio's zogenaamde kennisagenda's laten opstellen, om zo de bestaande kennis en kennislacunes inzichtelijk te maken. De provincie Gelderland is verder actief betrokken bij de nominatie van de Romeinse grenszone, de Limes, tot Unesco werelderfgoed. Het is de bedoeling dat de onder deze status vallende terreinen ook planologisch beschermd gaan worden. 3.7.2.4 Gemeentelijk beleid Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is er, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. De Structuurvisie voor Nijmegen uit 2013 legt nadrukkelijk een koppeling tussen archeologie en lokale identiteit, en als bron of inspirator voor toerisme, een economisch belangrijke factor in de economie van de gemeente Nijmegen. Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld (ABAK), waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones en hun waardering zijn aangegeven. Deze kaart is onderdeel van de Nota Nieuw Beleid (2013) en in een bijgewerkte vorm van het facetbestemmingsplan archeologie (2014). De op de kaart aangeduide waarden worden overgenomen in (nieuwe) bestemmingsplannen. Nieuwe inzichten worden in deze kaart verwerkt en waar nodig zullen deze zo overgenomen worden in nieuwe bestemmingsplannen. Het streven van de gemeente Nijmegen is in eerste instantie gericht op behoud in situ. Planaanpassingen kunnen de kosten voor archeologisch onderzoek overbodig maken, of sterk beperken. Initiatiefnemers wordt dan ook aangeraden in een vroeg stadium met de gemeente in overleg te gaan inzake de mogelijkheden om te kijken naar de best mogelijke opties. Het kan daarbij gaan om adviezen voor de soort van archeologisch onderzoek die het beste gekozen kan worden, of om de mogelijkheden van archeologie sparend bouwen te bekijken.
3.7.2.5 Archeologie binnen het plangebied Het plangebied ligt in een gebied met meerdere archeologische waarden. Het gaat daarbij om de waarde archeologie 1 en de dubbelbestemming waarde archeologie 3. Voor de waarden 1 en 3 gelden de regels van het recent onherroepelijk geworden facetbestemmingsplan Archeologie (2014). Van de waarde 1 gebieden is de archeologische waarde van het gebied nog niet door onderzoek vastgesteld, of er geldt een lage of middelhoge archeologische verwachting. Aan een waarde 1 gebied zijn ondergrenzen verbonden, waarbij archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt. Deze grenzen bedragen voor het plangebied een oppervlak van tenminste 2.500 m2 en een verstoring of bodemingreep die dieper dan 30 cm gaat.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
41
Een waarde 3 gebied heeft een zeer hoge archeologische waarde, die door de dubbelbestemming beschermd wordt. Aan een waarde 3 gebied zijn ondergrenzen verbonden, waarbij archeologisch onderzoek noodzakelijk wordt. Deze grenzen bedragen voor de geplande ingreep een oppervlak van tenminste 50 m2 en een verstoring of bodemingreep die dieper dan 30 cm gaat. In het voorliggende geval gaat het bij het waarde 3 gebied vooral om vondsten en sporen die in verband staan met de stadsmuur van het middeleeuwse en latere Nijmegen. Daarnaast kunnen er nog resten van haven gerelateerde werken voorkomen, zoals kades, werven en met de scheepvaart en transport samenhangende zaken. Ook archeologische waarden uit andere perioden kunnen voorkomen, zoals uit de Tweede Wereldoorlog en de Romeinse tijd. Het gebied ligt aan de buitenbocht van de Waal, op een punt waar deze een sterke knik moet maken. Hierdoor ontstaat een grote druk op het land, wat tot sterke erosie kan leiden. Omdat op dit punt ook de vestingwerken van de stad Nijmegen lagen, leidde dit vaak tot problemen. Diverse muren, reparaties en pogingen om verzakkend muurwerk te verankeren kunnen vanaf de dertiende eeuw voorkomen. Voor die vestingwerken lagen vanaf de dertiende of veertiende eeuw werven tot aan de Veerpoort, en was er nog sprake van een natuurlijke oever. Door de toenemende erosieve kracht van de rivier worden de houten werven in de zestiende eeuw vervangen door stenen kades. In de tweede helft van de zeventiende eeuw is al te zien dat de rivier desondanks aan het opschuiven is.
Detail van een stadsgezicht op Nijmegen van de schilder Feltman uit 1669, met daarop de toenmalige situatie van het plangebied.
Resten van deze en oudere verdedigingswerken als de waterkerende werken (inclusief zogenaamde ijsbrekers) kunnen mogelijk in het gebied aanwezig zijn. Op basis van recent uitgevoerd archeologisch onderzoek verder westelijk op de Waalkade kon worden vastgesteld dat daar nog resten van de stadsmuren en kadewerken aanwezig waren (F. de Roode en W.J.A. Kuppens, De Oude Haven, de Rode Toren en de stadsmuur herontdekt. Archeologisch onderzoek op de westelijke Waalkade, Archeologische Berichten Nijmegen – Rapport 36, Nijmegen 2012).
42
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Kaartje op basis van uitgevoerd archeologisch onderzoek op de westelijke Waalkade, en de projectie van de verwachte loop van zowel vestingmuur als kade uit de zestiende eeuw.
In 1980 zijn het plangebied werkzaamheden uitgevoerd, zonder dat daarbij archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Uit het Regionaal Archief Nijmegen is de volgende foto afkomstig, die een indruk geeft van de werkzaamheden. Onduidelijk is of er nadien nog delen van de te verwachten muren en kades binnen het huidige plangebied aanwezig zijn. Resten van oudere periodes, als ze al aanwezig zijn, kunnen op een grotere diepte nog steeds verwacht worden. Ook vondsten die door erosie of het omwerken van de grond weliswaar uit hun oorspronkelijke context geraakt zijn, kunnen nog aanwezig zijn. In de Tweede Wereldoorlog is in de directe omgeving zwaar gevochten. Resten daarvan kunnen zich zowel in het water als op het land bevinden. Dat laatste is gezien de foto's en onze beperkte kennis van wat er in 1980 exact is gedaan, niet helemaal zeker.
Volgens de beschrijving “Bouwwerkzaamheden aan de dijk van de Waalkade met op de achtergrond Velorama, gezien vanaf de Waalbrug”. Afkomstig uit de Fotocollectie Regionaal Archief Nijmegen, foto F48061, uit 1980.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
43
In de directe omgeving is een groot aantal archeologische onderzoeken en waarnemingen geregistreerd. Deze hebben onder andere betrekking op het Valkhof, een beschermd archeologisch rijksmonument. Maar ook op de huidige kade, waar getuige eerder archeologisch onderzoek de oude stadsmuren van de stad Nijmegen lopen of liepen. De huidige Stratemakerstoren, eveneens een beschermd rijksmonument, maakte daar deel van uit. Op het schilderij van Feltman is de Stratemakerstoren en het muurwerk uit het midden van de zeventiende eeuw nog goed te zien. In de ondergrond bevindt zich, mogelijk, nog veel ouder muurwerk. De vertaling van deze waarden in de archeologische beleids- en advieskaart (ABAK) van de gemeente Nijmegen, en in het vigerende bestemmingsplan, heeft ertoe geleid dat met name het landgedeelte de hoogste gemeentelijke archeologische waarde kent: waarde 3. In de navolgende kaart is dit afgebeeld, waarbij de toekomstige situatie over de planologische kaart is gelegd. Daarbij is aangegeven welke waarde het gebied heeft volgens het bestemmingsplan (wit op blauw), en binnen welke archeologische zones (wit op rood) het gebied valt. Dit zijn er twee: Z-08 en Z-09, die eigenlijk onderdeel zijn van een en hetzelfde grote doorlopende dicht bebouwde gebied dat sinds de komst van de Romeinen in circa 20 voor Chr. van het Kops Plateau in Nijmegen oost doorloopt tot en met de Romeinse stad Ulpia Noviomagus in Nijmegen west. Daarvoor was er ook al gedurende de steentijd, de bronstijd en de ijzertijd sprake van bewoning en begravingen. Dit was echter minder massaal en lag meer verspreid. Dit deel van Nijmegen is daarna gedurende de hele middeleeuwen en nieuwe tijd ook nog in gebruik geweest. De kans op het aantreffen van archeologische resten is daarmee erg hoog. Aan de onderkant van de kaart is nog een deel van de Valkhofheuvel te zien, waar zich de resten van een Romeins castellum en van een Karolingische palts bevinden. De opvolger daarvan is pas rond 1800 gesloopt. De Valkhofheuvel heeft daarom de status van beschermd archeologisch rijksmonument gekregen. De "uitstraling" van deze complexen en perioden loopt door tot in het plangebied.
In kleur de waarden Archeologie: lichtgroen waarde 1, oranje waarde 3 en in signaal-rood: waarde 4 beschermd rijksmonument. In het plangebied komen alleen de waarden 1 en 3 voor.
Bij waarde 3 gebieden is de archeologische waarde van het gebied al bepaald. Bij waarde 1 gebieden moet die nog worden vastgesteld. Het bevoegd gezag kan, als vastgesteld is welke impact de voorgenomen ingrepen hebben op de aanwezige archeologische waarden, maatregelen verbinden aan de vergunningverlening.
44
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Deze maatregelen, en de archeologische onderzoeken die vooraf kunnen gaan aan een dergelijk besluit, worden bij voorkeur als maatwerk toegepast. Ze worden dus zoveel mogelijk per geval bekeken. Er zijn verschillende opties voor het te verrichten archeologisch onderzoek, die hieronder kort worden weergegeven.
Uitgebreid archeologisch onderzoekschema, naar de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Het ruitje in het midden van de bovenstaande afbeelding staat voor het rapport dat moet aantonen hoe het met de archeologie binnen het plangebied is gesteld. De daarboven staande onderzoekstappen kunnen elkaar opvolgen, maar er kan ook gekozen worden om maar één bepaald soort onderzoek uit te voeren. In het algemeen geldt dat hoe lager men in de boom komt, hoe hoger de kosten worden, maar ook dat de data die gegenereerd worden steeds beter worden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
45
Op basis van het advies kan de gemeente maatregelen opleggen. Deze variëren van het vrijgeven van het terrein tot het nemen van langdurige fysieke beschermingsmaatregelen. Een andere vorm kan het behoud van de archeologische waarden zijn door middel van een opgraving. Dit wordt ook wel behoud ex situ genoemd. 3.7.2.6 Benodigd onderzoek Afhankelijk van de plannen zullen bij de vergunningverleningen voorwaarden gesteld kunnen worden. De exacte eisen zullen pas geformuleerd kunnen worden als de concrete, bodemverstorende ingrepen, bekend zijn, en welke impact de voorgenomen ingrepen op die waarden hebben. De initiatiefnemer heeft de verplichting het bevoegd gezag te voorzien van gegevens die aantonen hoe het met de archeologische waarden is gesteld. Ten laatste bij de vergunningaanvraag zullen de concrete plannen bekend moeten zijn. In samenspraak met het bevoegd gezag kan bepaald worden welke ingrepen wel of niet raadzaam zijn, en indien uitgevoerd, welke gevolgen daar vanwege de archeologie voor de initiatiefnemer aan verbonden zullen worden. 3.7.2.7 Meldingsplicht artikel 53 Monumentenwet 1988 Archeologische vondsten gedaan bij niet-archeologisch onderzoek moeten gemeld worden, op basis van artikel 53 van de Monumentenwet 1988. Dit soort vondsten wordt aangeduid als toevalsvondst. Om het documenteren van toevalsvondsten mogelijk te maken verdient het de aanbeveling de volgende standaardtekst bij de vergunningverlening op te nemen, die refereert aan de wettelijke meldingsplicht van archeologische waarden (ex artikel 53 Monumentenwet 1988): Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze melding kan ook worden gedaan bij de gemeentearcheoloog.
46
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 4 Plansystematiek 4.1
Regels
De regels van het bestemmingsplan zijn opgebouwd uit inleidende regels (waar wordt ingegaan op de begrippen en wijze van meten), de bestemmingsregels (waar de bestemmingen worden beschreven), de algemene regels (waar de algemeen geldende regels staan), de overgangs- en slotregels (met het overgangsrecht). In de bestemmingsplanregels komen de enkelvoudige bestemmingen Groen, Verkeer en Water voor. Deze bestemmingen zijn opgenomen voor locaties waar slechts één hoofdfunctie is toegestaan. Binnen de genoemde bestemmingen kunnen te beschermen waarden, zoals archeologische waarden, voorkomen. Om deze waarden te beschermen wordt een dubbelbestemming opgenomen waarbij de te beschermen waarde voorrang krijgt op de reguliere gebruiksfunctie. In het bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven) komen de dubbelbestemmingen 'Leiding - Riool', 'Waarde - Archeologie 3', 'Waarde - Cultuurhistorie 1', 'Waterstaat - Waterkering' en 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' voor. Behalve bestemmingen kunnen er in het bestemmingsplan aanduidingen worden opgenomen. Deze aanduidingen bevatten specificaties van de gebruiks- en dubbelfuncties met betrekking tot het gebruik of het bouwen. Aanduidingen komen zowel voor op de verbeelding als in de regels. Er worden in de SVBP 2012 zes soorten aanduidingen onderscheiden: gebiedsaanduidingen, functieaanduidingen, bouwvlakken, bouwaanduidingen, maatvoeringsaanduidingen en figuren. In het bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven) komen de gebiedsaanduidingen 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1', 'veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen 2' en 'vrijwaringszone - dijk' voor, de functieaanduidingen 'bedrijfswoning', 'haven', 'specifiek vorm van horeca - horeca tot en met categorie 2a' en 'woonschepenligplaats' voor, de maatvoeringsaanduiding 'aantal', 'aantal wooneenheden' voor en de figuur 'hartlijn leiding - riool' voor.
4.2
Uitgangspunten per functie
4.2.1
Bestemmingen
Groen De bestemming 'Groen' is opgenomen voor groenvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen, waterhuishoudkundige en geluidwerende voorzieningen, ondergeschikte bouwwerken ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming en voor bouwwerken voor algemeen nut.
Verkeer De bestemming 'Verkeer' is opgenomen voor wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder fiets- en voetpaden), openbaar vervoer, kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen en fietsenstallingen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
47
Water De bestemming 'Water' is opgenomen voor verkeer te water en voor de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en -berging, watergangen, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, aanlegsteigers, aanmeerpalen, loopbruggen, kunstwerken zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken. Ter plaatse van de aanduiding 'haven' zijn de gronden tevens bestemd voor passantenhaven en niet-permanente ligplaats voor historische (woon)schepen en bedrijfsvaartuigen. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 2a' zijn ligplaatsen voor horecaschepen voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen) toegestaan, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' maximaal 1 bedrijfswoning is toegestaan. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn maximaal 4 permanente woonschepen toegestaan. 4.2.2 Dubbelbestemmingen Leiding- Riool Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 6 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.
Waarde - Archeologie 3 De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' is opgenomen voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebied van zeer grote archeologische waarde). Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan. In de dubbelbestemming is een aanlegvergunningenstelsel en zijn binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen.
Waarde - Cultuurhistorie 1 De dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 1' is opgenomen voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de gronden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij het gaat om bestaande bouwwerken. Tevens is een sloopverbod opgenomen. In de dubbelbestemming is een aanlegvergunningenstelsel en zijn binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen.
Waterstaat - Waterkering De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' is opgenomen voor het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken. In de dubbelbestemming zijn bouwregels en zijn binnenplanse afwijkingsmogelijkheden opgenomen.
48
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Waterstaat - Waterstaatkundige functie De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterstatkundige functie' is opgenomen voor de afvoer van hoog opperwater, sediment en ijs, voor de waterhuishouding, verkeer te water, verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit en het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier en/of kanaal, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens. In de dubbelbestemming zijn bouwregels, binnenplanse afwijkingsmogelijkheden en is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. 4.2.3
Algemene regels
4.2.3.1 Algemene bouwregels
Beeldende kunst Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van beeldende kunst. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven.
(Bouw)werken ten algemenen nutte Overige nutsbedrijven (zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, 3 gasdrukregel- en meetstations) met een inhoud van minder dan 50 m zijn niet opgenomen op de plankaart. Deze nutsbedrijven zijn op grond van de algemene regels binnen alle bestemmingen toegestaan. Op basis van de algemene bouwregel (Bouw)werken ten algemene nutte' zijn tevens straatmeubilair, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, infiltratievoorzieningen, transformatorhuisjes e.d. binnen alle bestemmingen toegestaan. Op grond van de begripsbepaling van straatmeubilair behoren dan ook bijvoorbeeld beeldende kunst, speelvoorzieningen, afvalinzamelsystemen en reclameobjecten tot de mogelijkheden.
Ondergronds bouwen Bij deze algemene regel staan de regels voor ondergronds bouwen aangegeven. Bij alle bestemmingen is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen onverkort van toepassingen blijven. Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan.
4.2.3.2 Algemene gebruiksregels
Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten Bedrijven bij woningen zijn toegestaan voorzover deze vallen onder de aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
49
Bed en Breakfast In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor de hoofdfuncties bedrijven, voorzover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen is op de verdieping(en) een bed en breakfast toegestaan.
Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV. 4.2.3.3 Algemene aanduidingsregels
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1 Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1' zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan.
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2 Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. Er is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
vrijwaringszone - dijk Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering. Op de gronden in deze zone mag niet worden gebouwd. Er is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
50
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1
Economische uitvoerbaarheid
Middels deze bestemmingsplanwijziging, welke een gevolg is van de wijziging van het Besluit geluidhinder en het Activiteitenbesluit per 1 juli 2012, worden de afstanden tussen de verschillende functies in de haven geregeld. De Lindenberghaven is een van de projecten opgenomen in de planexploitatie G212 Oostelijke Waalkade. Het plangebied is eigendom van de gemeente Nijmegen. In de planexploitatie G212 Oostelijke Waalkade, zijn de kosten en de dekking van de verschillende onderdelen opgenomen. De kosten bestaan hoofdzakelijk uit civieltechnische kosten en plankosten. De dekking bestaat uit diverse subsidies en een gemeentelijke bijdrage. Voor tekorten is een voorziening getroffen ten laste van de saldireserve. Derhalve kan gesteld worden dat de bestemmingswijziging financieel-economisch uitvoerbaar is. Door de aangegeven dekkingen is het kostenverhaal verzekerd en hoeft bij vaststelling van het bestemmingsplan geen exploitatieplan op grond van artikel 6.12 Wro vastgesteld te worden.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Voor dit bestemmingsplan is op 1 juli 2015 een vooraankondiging gepubliceerd. Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende 6 weken ter visie gelegd. Binnen deze termijn wordt eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen tegen het plan kenbaar te maken. De tervisielegging wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website en in de "Staatscourant".
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
51
52
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 6 Vooroverleg 6.1
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat heeft in haar mail van 30 juli 2015 in het kader van vooroverleg op grond van artikel 3.1.1. lid 1 Besluit ruimtelijke ordening een reactie gegeven. Rijkswaterstaat heeft de volgende opmerkingen op het plan. In paragraaf 1.3 van de Toelichting van het bestemmingsplan staat dat er op basis van het vigerende bestemmingsplan nog plek is voor 3 extra woonschepen. Op grond van de Waterwet is dit niet toegestaan. Door Rijkswaterstaat is in het kader van de Waterwet in de Lindenberghaven de volgende (woon-)schepen vergund:
Vergunning woonschip 'Satellité'; in gebruik als woonschip Vergunning woonschip 'Bon Vivant'; in gebruik als woonschip Vergunning woonschip 'De Orca'; in gebruik als gastenverblijf Vergunning woonschip 'De Zeester'; in gebruik als horecaschip
In de toegangsgeul naar de haven zelf:
Vergunning van een drijvende inrichting niet voor vervoer bestemd dienende tot aanlegsteiger voor een rondvaartboot ( t.b.v. de Pannekoekenboot) en tot woon- en restauratieruimte; in gebruik als horecaschip (Quirins)
Het vigerende bestemmingsplan voorziet in 5 woonschepen, hetgeen aansluit op de 5 schepen die als zodanig door Rijkswaterstaat zijn vergund. Alhoewel vergund als woonschip, zijn bovengenoemde schepen niet allemaal als zodanig in gebruik. Uw gemeente heeft hierdoor géén ruimte meer om nieuwe woonschepen in de Lindenberghaven toe te laten. M.b.t. de Schepencarrousel wil ik er op wijzen dat op soortgelijke wijze er 'varend erfgoed' tijdelijk (max. 3 maanden) ligplaats neemt in diverse andere steden, waaronder Arnhem, Tolkamer, Doesburg etc., ook buiten Gelderland, zie ook http://www.schepencarrousel.nl/ In het bestemmingsplan wordt gesproken over een periode van 1 à 2 jaar, maar dit komt dus niet overeen met de werkwijze van de Schepencarrousel. Alhoewel er door de betreffende eigenaren op de schepen wordt gewoond, staan de bewuste schepen niet als woonschip binnen betreffende gemeenten geregistreerd.
Reactie gemeente: Per abuis zijn de (woon)schepen uit de Schepencarousel meegeteld bij het aantal permanente woonschepen. Dit is, vanwege het tijdelijke karakter van de Schepencarrousel, niet de bedoeling. Met dit bestemmingsplan willen wij geen nieuwe permanente woonschepen toestaan, maar uitsluitend de bestaande planologische mogelijkheden ten aanzien van permanente woonschepen overnemen. Dit betekent een aantal van maximaal 5 permanente woonschepen in de Lindenberghaven. In onderhavig bestemmingsplan is op de verbeelding en de regels dan ook opgenomen dat er maximaal 1 bedrijfswoning (dit is de bedrijfswoning op de 'Quirins') is toegestaan binnen de aanduiding 'bedrijfswoning' en dat binnen de aanduiding 'woonschepenligplaats' een maximum aantal permanente woonschepen is toegestaan van 4. De toelichting van het bestemmingsplan is op de genoemde onderdelen aangepast. Dit aangepaste bestemmingsplan is nogmaals voor vooroverleg aangeboden aan Rijkswaterstaat en Rijkswaterstaat heeft per mail van 11 november 2015 ingestemd met
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
53
onderhavig bestemmingsplan.
6.2
Provincie Gelderland
Bij brief van 22 oktober 2009 heeft de Provincie Gelderland aangegeven op welke wijze waarop en de mate waarin de Provincie betrokken wil worden bij het vooroverleg ex. artikel 3.1.1. Bro. In deze brief is gesteld dat voor plannen met provinciale belangen waarvoor op grond van de Wro-agenda provinciale verantwoordelijkheid geldt vooroverleg nodig is. Het plangebied is gelegen in de Groene Ontwikkelingszone (GO). Het plan is conform de brief en de Wro-agenda een provinciale verantwoordelijkheid. Derhalve is vooroverleg gevoerd met de Provincie Gelderland. De Provincie Gelderland heeft per brief van 30 juli 2015 in het kader van artikel 3.1.1. Bro overleg een reactie gegeven. Het voorontwerp geeft de provinciale afdelingen aanleiding om te adviseren ten aanzien van de onderstaande provinciale belangen.
Groene ontwikkelingszone Het plangebied is gelegen in de Groene Ontwikkelingszone (GO). Het provinciale beleid voor GO is opgenomen in paragraaf 4.3.1.3 van de Omgevingsvisie en in 2.7.2 van de Omgevingsverordening. In de Toelichting van het bestemmingsplan wordt kort ingegaan op de uitgangspunten van het beleid voor GO, maar er wordt niet ingegaan op de regels zoals opgenomen in onze verordening. Toetsing aan die regels ontbreekt. Overigens zijn de afdelingen inhoudelijk akkoord met de conclusie dat er geen invloed is op (kernkwaliteiten van) GO. De afdelingen adviseren vorenstaande opmerking te verwerken in het plan.
Reactie gemeente: In de toelichting van het bestemmingsplan is paragraaf 2.2 ten aanzien van het onderdeel 'groene ontwikkelingszone' aangepast.
6.3
Waterschap
Het waterschap Rivierenland heeft in haar brief van 13 juli 2015 in het kader van artikel 3.1.1 Bro overleg een reactie gegeven. Het plan geeft aanleiding tot het maken van opmerkingen. Wij hebben geen opmerkingen bij de verbeelding en de regels van het bestemmingsplan, deze zijn conform onze eisen en wensen. De toelichting is op een aantal punten niet correct, met name ten aanzien van de aspecten van de primaire waterkering. Wij verzoeken u de tekst hier aan te passen op de volgende opmerkingen:
54
Pagina 25: riooltechnische aansluiting: het creëren van extra doorvoeren door de waterkering is niet wenselijk, wij gaan er vanuit dat de extra rioolleidingen worden aangesloten op het buitendijks aanwezige leidingstelsel en er geen aanvullende doorvoeren gerealiseerd hoeven te worden. Pagina 27: het waterbeheerplan 2010-2015 wordt opgevolgd door het waterbeheerprogamma 2016-2021. Het ontwerp is in februari 2015 vastgesteld, definitieve vaststelling is voorzien voor november 2015. Pagina 27: De keur op de waterkeringen en wateren voor Waterschap Rivierenland 2006 is vervallen. De vigerende regelgeving betreft de 'Keur Waterschap Rivierenland 2014'.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Pagina 27: Waterplan Nijmegen: de zin 'In 2015 wordt naar verwachting een nieuw Waterplan opgesteld' graag vervangen door 'in 2015 wordt het Waterplan geëvalueerd'. Pagina 28: De waterkering is ter hoogte van het plangebied GEEN groene dijk. De waterkering bestaat uit een technische constructie met een vaste keermuur, deels in combinatie met een zogenaamde flexibele waterkering, die bij dreigend hoogwater tijdelijk op de keermuur wordt geplaatst. De hoogte van de waterkering ter plekke van de Lindenberghaven ligt op NAP + 15.70 meter. De tekstpassage dat de waterkering is afgekeurd is niet juist. De meest recente dijkversterking is in 2009 afgerond. De waterkering is goedgekeurd in de derde toetsingsronde. Pagina 28: de tekst over het Deltaprogramma kan geactualiseerd worden, er is een definitief advies van 2014 voor het Deltaprogramma Rivieren. De benaming Brugkwartier is inmiddels ook gedateerd. Nieuw is het principe 'overstromingsrisico benadering'. Pagina 28: de keur van 2009 is vervallen, vigerend is de 'Keur Waterschap Rivierenland 2014' De kaart met de zoneringen van de waterkering is niet correct. Zie ingevoegde figuur voor de juiste zoneringen op basis van de vigerende legger.
Wij adviseren positief over het plan, mits de toelichting ten aanzien van de primaire waterkering en de keur van het waterschap wordt gecorrigeerd. Wij verzoeken u aan te geven op welke wijze onze opmerkingen worden verwerkt in het plan. Daarnaast verzoeken wij u het waterschap te betrekken bij de verdere procedure van het plan en de planning hiervan aan te geven. Reactie gemeente: In de toelichting van het bestemmingsplan is paragraaf 3.5 op genoemde punten aangepast.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
55
56
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Bijlagen Bijlage 1 Zuid
Advies
Veiligheidsregio
Gelderland
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
57
58
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Regels
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
59
60
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven) met identificatienummer NL.IMRO.0268.BP5011-ON01 van de gemeente Nijmegen. 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen. 1.3 aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is. 1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend. 1.6 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.7 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.8 achtergevellijn de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan; 1.9 agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren. 1.10 archeologische waarden Onder archeologische waarden kunnen worden verstaan:
archeologische verwachtingswaarden; vastgestelde archeologische waarden of resten.
1.11
archeologische verwachtingswaarde
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
61
de kans op archeologische vondsten of informatie. 1.12 archeologisch deskundige de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie. 1.13 archeologisch onderzoek onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling beschikkend over een opgravingsvergunning conform de Monumentenwet 1988. 1.14 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.15 bed and breakfast een overnachtingsmogelijkheid gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed- en breakfast heeft maximaal 4 kamers en 8 slaapplaatsen. 1.16 bedrijf een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen. 1.17 bedrijfsvaartuig een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, niet zijnde een zee-, binnen- of horecaschip, hoofdzakelijk gebruikt als of bestemd voor de uitoefening van enig bedrijf of beroep dan wel voor de uitoefening van sociaal-culturele activiteiten. 1.18 bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw, horecaschip, bedrijfsvaartuig of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw, horecaschip, bedrijfsvaartuig of het terrein noodzakelijk moet worden geacht. 1.19 bedrijvigheid het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren. 1.20 beperkt kwetsbaar object verspreid liggende woningen, woonschepen en woonwagens van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen/woonschepen/woonwagens per hectare, en dienst- en bedrijfswoningen van derden. Kantoorgebouwen, voorzover zij niet als kwetsbaar object kunnen worden aangemerkt. Hotels en restaurants, voorzover zijn niet als kwetsbaar object kunnen worden aangemerkt. Winkels, voorzover zij niet als kwetsbaar object kunnen worden aangemerkt. Sporthallen, zwembaden en kampeerterreinen. Sport- en kampeerterreinen en terreinen voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet als kwetsbar object kunnen worden aangemerkt. Bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet als kwetsbaar object kunnen worden aangemerkt.
62
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Objecten die met bovenstaande gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn. Objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of electriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen dat ongeval.
1.21 beschermd stadsbeeld stadsbeelden die overeenkomstig de bepalingen van de gemeentelijke monumentenverordening zijn aangewezen als beschermde stadsbeelden en waarvan een kaart met daarop aangegeven de begrenzing van het te beschermen gebied is opgenomen in het gemeentelijk monumentenregister Nijmegen. 1.22 beschermd stadsgezicht stadgezicht dat ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet is aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant. 1.23 bestaand a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.24 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.25 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.26 BEVI-bedrijf bedrijf vallend onder de werkingssfeer van artikel 2 lid 1 a tot en met f van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen. 1.27 bevoegd gezag bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning. 1.28 bijgebouw een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht is ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte. 1.29 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.30 bouwhistorisch onderzoek in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek”.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
63
1.31 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.32 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. 1.33 bouwmarkt een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt 2 verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m , waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden. 1.34 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.35 bouwperceelsgrens een grens van een bouwperceel. 1.36 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.37 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 1.38 casino een speelcasino zoals bedoeld in artikel 27 lid g van de Wet op de kansspelen, te weten de voor het publiek opengestelde of bedrijfsmatig gedreven inrichting, waar door middel van gemeenschappelijk beoefende kansspelen aan de deelnemers de gelegenheid wordt gegeven om mede te dingen naar prijzen of premies, indien de aanwijzing der winnaars geschiedt door enige kansbepaling, waarop de deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen. 1.39 cultuurhistorische waarden waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed. 1.40 cultuur en ontspanning voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, speelautomatenhal, theater en wellness. Prositutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'. 1.41 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen.
64
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
1.42 detailhandel in volumineuze goederen detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair. 1.43 dienstverlenend bedrijf een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke. 1.44 erf de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak. 1.45 escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige). 1.46 evenement evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV). 1.47 garagebedrijf een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd. 1.48 garagebox overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen. 1.49 gastenschip een schip waarop overnachtingsmogelijkheden voor gasten worden geboden. 1.50 gebieden met een hoge archeologische verwachting deze gebieden onderscheiden zich vanwege een hoge tot zeer hoge verwachting op het aantreffen van archeologische resten. 1.51 gebieden van zeer grote archeologische waarde voor deze gebieden staat het vast dat zich archeologische resten in de bodem bevinden. 1.52 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.53 gebouwd terras aan- of uitbouw in de openbare ruimte ten behoeve van een aangrenzend horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
65
1.54 geluidsgevoelige functies geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. b. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
woningen; andere geluidsgevoelige gebouwen: onderwijsgebouwen; ziekenhuizen; verpleeghuizen; verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; kinderdagverblijven.
geluidsgevoelige terreinen I.
een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Huisvestingswet (woonwagen); II. ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen. 1.55 gevelbreedte de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd. 1.56 groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit. 1.57 historisch schip een vaartuig dat een positieve beoordeling van de betreffende behoudsorganisatie voor historische schepen heeft gekregen en/of door het college eveneens als behoudenswaardig wordt beoordeeld. 1.58 historisch stedenbouwkundig erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving. 1.59 historisch landschappelijk erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie. 1.60 hoekovergang een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw. 1.61 hoofdbebouwing hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen. 1.62 hoofdgebouw(en) een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
66
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
1.63 hoogwaardig openbaar vervoer een vorm van openbaar vervoer die gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus en trein, waarbij de nadruk ligt op het snel en betrouwbaar en comfortabel vervoeren van passagiers over vrijliggende HOV-infrastructuur. 1.64 horecabedrijf een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast. 1.65 horecaschip een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt als hotel-, restaurant- of café of voor aanverwante activiteiten. 1.66 hotel/pension een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. 1.67 huisvesting in verband met mantelzorg huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning. 1.68 kantoor een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie. 1.69 landschappelijke waarden waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. 1.70 kiosk een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d. 1.71 kwetsbaar object Woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde beperkt kwetsbare objecten. Gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, te weten: 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen; 2. scholen; 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen. Gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn, zoals: 1. kantoorgebouwen waaronder begrepen bedrijfskantoren en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object; 2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijke bruto vloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per winkel, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd. Kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
67
1.72 maatschappelijke voorzieningen het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, begeleid wonen met permanent aanwezige zorg (24-uurs zorg), uitvaartcentrum en bibliotheek. 1.73 mantelzorg intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond. 1.74 moestuin gronden waarop op kleine schaal groenten, kruiden, bloemen en/of fruit worden verbouwd dan wel geteeld. 1.75 natuurlijke waarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied. 1.76 omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.77 ondergronds bouwwerk a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk. 1.78 ondergeschikte detailhandel detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.79 ondergeschikte kantoren kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.80 ondersteunende horeca horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 1.81 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 1.82 overkapping een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw.
68
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
1.83 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. 1.84 parkeerdak plat dak dat als parkeerplaats gebruikt kan worden. 1.85 parkeergarage onder- of bovengrondse voorziening waar automobilisten (meestal) overdekt hun auto's kunnen parkeren. 1.86 passantenhaven haven bestemd voor het kortstondig afmeren van pleziervaartuigen. 1.87 perceelsgrens de grens van een bouwperceel. 1.88 permanente bewoning bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon. 1.89 productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.90 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding. 1.91 raamprostitutie een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen. 1.92 recreatieve voorzieningen op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin. 1.93 seniorenwoning woning bestemd voor zelfstandig wonende ouderen. 1.94 seksinrichting een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
69
1.95 speelautomatenhal een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c, van de Wet op de kansspelen. 1.96 sportvoorzieningen gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad. 1.97 straatmeubilair de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, gedenktekens, abri's en dergelijke. 1.98 straatprostitutie het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken. 1.99 stacaravan een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken. 1.100 standplaats een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten. 1.101 supermarkt een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen. 1.102 terras een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een bedrijf of instelling waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden verstrekt. 1.103 uitbouw een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte. 1.104 verblijfsgebied binnen de bestemming Verkeer gelegen gronden vooral bedoeld voor voetgangers en niet voor doorgaand verkeer. 1.105 voorgevellijn de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan.
70
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
1.106 wadi voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren. 1.107 werk een werk, geen bouwwerk zijnde. 1.108 winkelcentrum een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden. 1.109 wonen de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonboot. 1.110 woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen. 1.111 woonark een vaartuig, niet zijnde een woonschip, dat feitelijk niet geschikt en bestemd is om te worden gebruikt als middel tot verplaatsing te water en dat wordt gebruikt of is bestemd tot woon- en nachtverblijf. 1.112 woonboot elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dagen/of nachtverblijf van één of meer personen. Hieronder vallen zowel woonschepen als woonarken. 1.113 woonschip onder woonschip verstaan we een (voormalig) schip met een (metalen) scheepsromp, dat is ingericht of verbouwd voor permanente bewoning waarbij de oorspronkelijke verschijningsvorm grotendeels behouden is gebleven. Met schip wordt in deze bedoeld: elk van oorsprong watergaand vaartuig, met eigen voortstuwing, dat gebruikt wordt (of werd) om goederen, passagiers of beide te vervoeren. 1.114 woonwagen een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. 1.115 zaalverhuur een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is. 1.116 zeer kwetsbaar object een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurs zorg.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
71
1.117 zorgwonen de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonboot, waarbij met behulp van zorg/ondersteuning door derden, zelfstandig gewoond wordt. 1.118 zorgwoning een woning in een wooncomplex die bedoeld is voor mensen die uitsluitend met behulp van zorg/ondersteuning door derden zelfstandig kunnen wonen. Het betreft daarbij een woning die geschikt is voor rollatorgebruik dan wel voor rolstoelgebruik. In het wooncomplex zijn extra voorzieningen aanwezig, zoals een ontmoetingsruimte.
72
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens. 2.2 de afstanden tussen lijnen afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn. 2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie. 2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd. 2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes. 2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw. 2.7 de bouwhoogte van een kap vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.8 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.9 gevellijn de plaats vanaf waar de bouw- en goothoogte van het aangrenzende maatvoeringsvlak wordt gemeten. 2.10 de goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, (brand)trappen, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken, luifels, balkons en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
73
2.11 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.12 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
74
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
2.13 de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.14 het bebouwde oppervlakte de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons. 2.15 het bebouwingspercentage het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel. 2.16 het peil de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld “bouw- en goothoogte” en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld. 2.17 het (bruto) verkoopvloeroppervlak de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken. 2.18 het vloeroppervlak de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
75
76
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. bijbehorende voorzieningen zoals: sport- en speelvoorzieningen, terrassen, hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; d. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen; e. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; f. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2; c. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 3.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers en geluidwerende voorzieningen niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen.
3.3 Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: het gebruik van gronden ten behoeve van parkeren, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
77
3.4 Afwijken van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 ten behoeve van moestuinen onder de voorwaarden dat: a. b. c. d.
78
het gaat om het telen van groenten, kruiden, kleinfruit en bloemen; het uitsluitend gaat om hobbymatig gebruik van de gronden als moestuin; het oprichten van gebouwen niet is toegestaan; het gebruik als moestuin geen onevenredige hinder oplevert voor omliggende (woon)functies.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 4
Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met een functie voor verblijf en verplaatsing (waaronder terrassen), verkeerswegen (waaronder busbanen, fiets- en voetpaden), openbaar vervoer (waaronder hoogwaardig openbaar vervoer), kunstwerken (zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken), parkeervoorzieningen (waaronder garageboxen en parkeergarages) en fietsenstallingen; b. bijbehorende voorzieningen zoals: groen-, sport- en speelvoorzieningen en taluds; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; d. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen; e. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; f. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van fietsenstallingen; b. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2 ; c. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 4.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. de oppervlakte van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van fietsenstallingen 2 mag per fietsenstalling niet meer bedragen dan 20 m . De bouwhoogte van fietsenstallingen mag niet meer dan 3 meter bedragen; b. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; c. de bouwhoogte van palen, (licht)masten en ballenvangers en geluidwerende voorzieningen mag niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen. Ter plaatse van de aanduiding 'brug' mogen bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, hoger zijn.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
79
80
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 5
Water
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de waterhuishouding en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de waterbeheersing, waterafvoer en –berging, watergangen, waterlopen en waterpartijen alsmede voor taluds, oevers en onderhoudsstroken, aanlegsteigers, aanmeerpalen, loopbruggen, kunstwerken zoals bruggen en andere waterstaatkundige werken; b. verkeer te water; c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' voor bedrijfswoningen, waarbij maximaal één bedrijfswoning is toegestaan; d. ter plaatse van de aanduiding 'haven' tevens als passantenhaven en niet-permanente ligplaats voor historische (woon)schepen en bedrijfsvaartuigen; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 2a' als ligplaatsen voor horecaschepen voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen), waarbij het maximum aantal horecaschepen is bepaald door middel van de aanduiding 'aantal'; f. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' als ligplaats voor permanente woonschepen, waarbij het maximum aantal woonschepen is bepaald door middel van de aanduiding 'aantal wooneenheden'; g. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, ten behoeve van het aangrenzende hoofdgebouw in de naastgelegen bestemming; h. bijbehorende voorzieningen zoals: groen, sport- en speelvoorzieningen.
5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd. 5.2.2
Specifieke bouwregels
De in artikel 5.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. in verband met de bescherming van geluidgevoelige bestemmingen dient de onderlinge afstand tussen permanente woonschepen en horecaschepen minimaal 30 meter te bedragen; b. in verband met de bescherming van geluidgevoelige bestemmingen dient de onderlinge afstand tussen permanente woonschepen en bedrijfsvaartuigen minimaal 10 meter te bedragen; c. in verband met het voorkomen van brandoverslag bij woonschepen, dient de onderlinge afstand tussen woonschepen en tussen woonschepen en andere schepen minimaal 5 meter te bedragen, tenzij op andere wijze een weerstand tegen brandoverslag van ten minste 30 minuten, bepaald volgens NEN 6068, wordt verkregen; d. aangrenzend aan het hoofdgebouw van de naastliggende bestemming mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximum diepte van 2 meter; e. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, met uitzondering van aanmeerpalen, mag niet meer dan 5 meter bedragen; f. de bouwhoogte van aanmeerpalen mag niet hoger zijn dan 16 meter + NAP.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
81
5.3 Specifieke gebruiksregels a. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is een bedrijfswoning toegestaan, waarbij geldt dat maximaal één bedrijfswoning is toegestaan; b. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - horeca tot en met categorie 2a' zijn ligplaatsen voor horecaschepen voor zover deze voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten (model Nijmegen) toegestaan, waarbij geldt dat maximaal het aantal horecaschepen dat is toegestaan is aangegeven door middel van de aanduiding 'aantal'; c. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' zijn permanente woonschepen toegestaan, waarbij geldt dat maximaal het aantal woonschepen dat is toegestaan is aangegeven door middel van de aanduiding 'aantal wooneenheden'; d. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan: het aanleggen van terrassen op pontons.
82
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 6
Leiding - Riool
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, instandhouding en/of bescherming van een rioolwatertransportleiding. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2 ; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
6.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn. b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij het gaat om bestaande bouwwerken. 6.3
Afwijken van de bouwregels
6.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: lid 6.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 6.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de belangen van de leiding(en) hierdoor niet worden geschaad. 6.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leiding(en) niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
83
6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 6.4.1
Omgevingsvergunningsplicht
Het is verboden op of in de in lid 6.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden; b. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; c. het aanbrengen of rooien van diepwortelende beplantingen, het planten of kappen van bomen en het indrijven van voorwerpen in de grond; d. het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; e. het aanleggen van rioleringen, leidingen of kabels anders dan ten behoeve van de bestemming; f. het opslaan van zaken (waaronder begrepen afvalstoffen).
6.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
6.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de belangen van de leiding(en) hierdoor niet worden geschaad.
6.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en) omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leiding(en) niet worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
84
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 7
Waarde - Archeologie 3
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (gebieden van zeer grote archeologische waarde). 7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Waarde - Archeologie 3 uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd. 7.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. het bouwplan is gesitueerd tot maximaal 3 meter uit de fundering van een bestaand gebouw; 4. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld; 5. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en 2 overkappingen van het bouwperceel maximaal 50 m bedraagt. Voor zover openlucht zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken, zijn toegestaan geldt dat de totaal bebouwde oppervlakte 2 maximaal 75 m mag bedragen; 6. het gaat om bestaande bouwwerken.
7.3
Afwijken van de bouwregels
7.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen.
7.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
85
7.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 onder h van de Monumentenwet 1988; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige; d. het doen van nader archeologisch onderzoek.
7.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 7.4.1
Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energieof telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
7.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: a. op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; c. de oppervlakte van de werken en werkzaamheden als bedoeld onder 7.4.1 onder d niet 2 groter is dan 50 m ; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
86
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen.
7.4.3
Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover op grond van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat de archeologische waarden hierdoor niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 7.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: de bestemming Waarde - Archeologie 3 als bedoeld in lid 7.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek of anderszins is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn en niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
87
88
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 8
Waarde - Cultuurhistorie 1
8.1 bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Cultuurhistorie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische waarden van de gronden. 8.2 bouwregels Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij het gaat om bestaande bouwwerken. 8.3
Afwijken van de bouwregels
8.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 8.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. 8.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 8.4.1
Werken en werkzaamheden
Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het ophogen of verlagen van de bodem met meer dan 1 meter; b. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; d. het kappen van bomen.
8.4.2
Uitzonderingen
Het in lid 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
89
8.4.3 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 8.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
8.5.1
Sloopverbod
Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag bestaande bouwwerken te slopen, tenzij: het slopen van een bestaand bouwwerk op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan niet omgevingsvergunningplichtig was en waarvan de sloop reeds in uitvoering was ten tijde van de inwerkingtreding van het plan. 8.5.2
Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het slopen van een bouwwerk
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
90
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 9
Waterstaat - Waterkering
9.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het in stand houden van, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere waterstaatswerken. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Algemene bouwregels
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden gebouwd. 9.2.2
Specifieke bouwregels
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn. b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij het gaat om bestaande bouwwerken. 9.3
Afwijken van de bouwregels
9.3.1
Afwijkingsbevoegdheid
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 9.3.2
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 9.3.3
Adviesprocedure voor afwijkingen
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
91
92
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 10
Waterstaat - Waterstaatkundige functie
10.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor : a. b. c. d. e.
de afvoer van hoog opperwater, sediment en ijs; waterhuishouding; verkeer te water; verbetering van de hoofdwaterkering alsmede voor de vergroting van de afvoercapaciteit; het gebruik ten behoeve van de uitvoering van bouwwerken, werken en werkzaamheden, welke passen in het kader van het normale beheer en onderhoud van de rivier en/of kanaal, zoals oever- en kribvakverdedigingen en strekdammen en het plaatsen van bakens en scheepvaarttekens.
10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd. 10.2.2 Specifieke bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 5 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels uitsluitend worden gebouwd indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de waterbergingscapaciteit gelijk blijft. Uitbreiding van bouwwerken is niet toegestaan.
10.3
Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijkingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen. 10.3.2 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad. 10.3.3 Adviesprocedure voor afwijkingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of door voorgenomen bouwactiviteiten de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
93
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 10.4.1 Omgevingsvergunningsplicht Het is verboden op of in de in lid 10.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. het ophogen van gronden; b. het dempen van watergangen.
10.4.2 Uitzonderingen Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die: a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
10.4.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de waterstaatkundige belangen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. 10.4.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
94
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 11
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
95
Artikel 12
Algemene bouwregels
12.1 Beeldende kunst Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximum bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn. 12.2 (Bouw)werken ten algemenen nutte Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten en schuilgelegenheden, is binnen alle bestemmingen toegestaan, met dien verstande dat: a. de inhoud van elk gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m³; b. de oppervlakte van elke overkapping niet meer mag bedragen dan 20 m²; c. de goothoogte van gebouwen niet meer dan 3 meter mag bedragen en de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 5 meter mag bedragen; d. de bouwhoogte van overkappingen niet meer dan 3 meter mag bedragen; e. voor de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, de bouwregels van de geldende bestemming van toepassing zijn; f. de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn. 12.3 Ondergronds bouwen Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van op de begane grond toegestane functies; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak' ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; c. bouwen onder peil binnen de bestemming Wonen is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, voor zover bovengronds aan- en uitbouwen zijn toegestaan dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; d. bouwen onder peil binnen de bestemming Tuin is toegestaan, mits grenzend aan het hoofdgebouw met een maximum diepte van 1,5 meter dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; e. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximum diepte van 3 meter achter de achtergevelrooilijn dan wel tot zover als de bestaande bovengrondse aan- of uitbouw reikt; f. bouwen onder peil ten behoeve van een woning binnen de bestemming [Gemengd] is tevens buiten de aanduiding 'bouwvlak' toegestaan, mits grenzend aan de woning met een maximum diepte van 1,5 meter voor de voorgevellijn danwel tot zover als de bestaande aan- of uitbouw reikt; g. bouwen onder peil ten behoeve van bouwwerken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 12.2 is toegestaan; h. de regels van de dubbelbestemming en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
96
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 13 13.1
Algemene gebruiksregels
Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
13.1.1 Bouwregels Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven. 13.1.2 Specifieke gebruiksregels In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden: a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit; b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn; c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving; d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroepsof bedrijfsactiviteit; e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken. In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan. 13.2 Bed en breakfast In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor de hoofdfuncties bedrijven, voorzover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen is op de verdieping(en) een bed en breakfast toegestaan. 13.3 Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
97
Artikel 14 14.1
Algemene aanduidingsregels
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 1' zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. 14.2
veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2
14.2.1 Gebruiksregels Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. 14.2.2 Afwijking van de gebruiksregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 ten behoeve van het toevoegen van nieuwe zeer kwetsbare objecten, indien door middel van een uitwerking van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico inzichtelijk is gemaakt dat nieuwe zeer kwetsbare objecten wenselijk/mogelijk zijn binnen deze zone. Het bevoegd gezag wint hierover vooraf schriftelijk advies in bij de Veiligheidsregio en over de eventueel te stellen voorwaarden. 14.3
vrijwaringszone - dijk
14.3.1 Omschrijving gebiedsaanduiding Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering. 14.3.2 Bouwregels Op de gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' mag niet worden gebouwd. 14.3.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.3.2 voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het bevoegd gezag wint vooraf schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
98
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Artikel 15
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
99
Artikel 16 16.1
Overige regels
Parkeerregels
16.1.1 Algemene parkeerregels Het is verboden te bouwen dan wel het gebruik van gronden en/of bouwwerken te wijzigen indien er niet wordt voldaan aan de op grond van dit artikel gestelde eisen ten aanzien van parkeren, stallen, laden en lossen. 16.1.2 Specifieke parkeerregels bij bouwplannen a. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het laden of lossen van goederen in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op de bij het bouwplan behorende en daartoe bestemde gronden. 16.1.3 Specifieke parkeerregels bij gebruikswijzigingen a. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. De parkeer- en stallingsbehoefte wordt bepaald op de wijze zoals beschreven in de beleidsregels Parkeren. b. de onder sub a bedoelde ruimte voor het parkeren of stallen van auto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan: 1. indien de afmetingen van bedoelde parkeerruimten ten minste 2,50 m bij 5,00 m en ten hoogste 3,25 m bij 6,00 m bedragen met dien verstande dat als de parkeerruimte tevens fungeert als toegang tot het gebouw de afmetingen ten minste 3,00 m bij 5,00 m dienen te bedragen; 2. indien de afmetingen van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte voor zover die ruimte niet in de lengterichting aan een trottoir grenst - ten minste 3,50 m bij 5,00 m bedragen; c. indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de behoefte aan laad- en losruimte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden. 16.1.4 Afwijken van de parkeerregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1.1, 16.1.2 en 16.1.3. Het bevoegd gezag neemt hierbij, conform de beleidsregels Parkeren, in overweging of:
100
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
a. het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; b. er op andere wijze in de benodigde parkeer-, stallings-, laad- of losruimte wordt voorzien; c. er een financiële voorwaarde dient te worden gesteld. 16.1.5 Specifieke gebruiksregels Ruimte(n) voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen, bromfietsen en fietsen, voor zover de aanwezigheid van deze ruimten krachtens deze parkeerregels is geëist, dient te allen tijde voor dit doel beschikbaar te blijven. Ander gebruik wordt aangemerkt als strijdig gebruik. 16.2 Voorrangsregeling bestemmingen Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming. Indien twee of meer dubbelbestemmingen prioriteitenvolgorde te worden aangehouden: a. b. c. d.
samenvallen,
dient
de
volgende
in de eerste plaats de planregels van artikel 6 Leiding - Riool; in de tweede plaats de planregels in artikel 9 Waterstaat - Waterkering; in de derde plaats de planregels van artikel 10 Waterstaat - Waterstaatkundige functie; de vierde plaats de planregels van artikel 8 Waarde - Cultuurhistorie 1.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
101
102
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 17 17.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
17.1.1 Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
17.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.
17.1.3 Uitzonderingen Artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 17.2
Overgangsrecht gebruik
17.2.1 Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 17.2.2 Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 17.2.3 Uitzonderingen Artikel 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
103
Artikel 18
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)'.
104
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Bijlagen bij de regels
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
105
106
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Bijlage 1 Nijmegen)
Staat van bedrijfsactiviteiten (model
Staat van bedrijfsactviteiten
05
Visserij, kweken van vis en schaaldieren
Cat
0502
Kweken van vis en schaaldieren
3.1
15
Milieuaspect G-GE30
Industrie Cat Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken 1511 Slachterijen (geen pluimveeslachterijen) 3.2 1513.1 Vervaardiging van snacks en kant-en-klaar-maaltijden 3.1 1513.2 Vervaardiging van vleeswaren (geen snacks) en overige 3.1 vleesverwerking 1551 Melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 3.2 Melkproductenfabrieken v.c. > 55.000 t/j 4.2 2 1552 Bereiding van consumptie-ijs p.o. = 200 m 2 2 Bereiding van consumptie-ijs p.o. > 200 m 3.2 1561 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)< 500 t/u 4.1 Vervaardiging van meel (geen zetmeel)= 500 t/u 4.2 1562 Vervaardiging van zetmeel < 10 t/u 4.1 Vervaardiging van zetmeel = 10 t/u 4.2 1571 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) < 100 t/u 4.1 Vervaardiging van veevoeder (mengvoeder) = 100 t/u 4.2 1572 Vervaardiging van voer voor huisdieren 4.1 1581 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. < 2.500 kg 2 meel/week Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: v.c. = 2.500 kg 3.2 meel/week 1582 Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit 3.2 2 1584.2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. = 200 m 2 2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. < 2.000 m 3.2 2 Vervaardiging van chocolade en suikerwerk p.o. > 2.000 m 5.1 1585 Vervaardiging van deegwaren 3.1 1589 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. 4.1 1591 Distilleerderijen en likeurstokerijen 4.2 1596 Bierbrouwerijen 4.2
Milieuaspect G-GE100 G-GE50 G-GE50
17
Vervaardiging van textiel en textielproducten
1771 1772
Vervaardiging van gebreide en gehaakte kousen en sokken 3.1 Vervaardiging van gebreide en gehaakte truien, vesten en 3.1 pullovers
Milieuaspect G50 G50
18
Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont
1822
Vervaardiging van bovenkleding (geen werkkleding en kleding van 2 leer) Vervaardiging van onder- en nachtkleding 2 Vervaardiging van overige kleding en -toebehoren n.e.g. 2
1823 1824
Cat
Cat
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G100 G100 G30 G100 G200 G300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE300 G-GE200 G-GE30 G-GE100 G-GE100 G-GE30 GE100 GE500 GE50 GE200 GE300 GE300
Milieuaspect G30 G30 G30
107
20
Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, Cat riet e.d. 2020 Vervaardiging van fineer en plaatmaterialen 3.2 2030.2 Vervaardiging van overig timmerwerk 3.2
Milieuaspect G-GE100 G100
21
Milieuaspect G-GE-S5 0 G200 G300 G100 G100 G100
Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren; Cat uitgeverijen en drukkerijen e.d. 2112.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton < 3 t/u 3.1 Vervaardiging van grafisch papier en karton 3 - 15 t/u Vervaardiging van grafisch papier en karton > 15 t/u 2121.1 Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton 2123 Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier 2125 Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren 22
4.1 4.2 3.2 3.2 3.2
2222.1 2222.2 2222.3 2222.5 2222.6 2223 2224 2225 2231
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen Cat media Drukkerijen van boeken e.d. 3.2 Drukkerijen van tijdschriften 3.2 Drukkerijen van reclame 3.2 Drukkerijen van formulieren 3.2 Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen 2 Grafische afwerking en binderijen 1 Grafische reproductie en zetten 2 Overige activiteiten verwant aan de drukkerij 2 Reproductie van geluidsopnamen 1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 G30 G10 GE30 G-GE30 G10
24
Vervaardiging van chemische producten
Cat
2416
Vervaardiging van kunststof in primaire vorm
5.2
Milieuaspect GE700
2430
Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek
4.2
GE300
2442
Formulering en afvullen geneesmiddelen
3.1
G-GE50
2466
Chemische kantoorbenodigdheden fabrieken
3.1
G-GE50
Vervaardiging van overige chemische producten n.e.g.
4.1
G-GE200
25
Vervaardiging van producten van rubber en kunststof
Cat
2522
Productie van verpakkingsmateriaal en assemblage 3.1 kunststofbouwmaterialen Kunststofverwerkende bedrijven zonder fenolharsen 4.1 Kunststofverwerkende bedrijven met fenolharsen 4.2 Vervaardiging van overige producten van kunststof 4.1
Milieuaspect G-GE50
2524
26 2612 2613 2621
108
GE200 GE300 GE200
Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en Cat gipsproducten Vormen en bewerken van vlakglas 3.1
Milieuaspect G50
Vervaardiging van holglas 3.2 Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens 2 < 40 kW Vervaardiging van huishoudelijk/sieraardewerk, Elektrische ovens 3.2
G100 G30
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G100
= 40 kW 2661.1 Vervaardiging van producten van beton voor de bouw 2663 Vervaardiging van stortklare beton p.c. < 100 t/d
5.2 3.2
G700 G100
Vervaardiging van stortklare beton p.c. > 100 t/d 4.2 Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. = 3.1 2 2.000 m Natuursteenbewerking, zonder breken zeven en drogen, p.o. > 3.2 2 2.000 m
G300 G50
Milieuaspect G-GE700
2751
Vervaardiging van metalen in primaire vorm en van producten Cat van metaal Vervaardiging van ijzer, staal en ferro-legeringen(EGKS) p.c. < 5.2 1.000t/j Gieten van ijzer p.c. < 4.000 t/j 4.2
2754
Gieten van overige non-ferrometalen
G300
28
Vervaardiging van producten van metaal (geen machines en Cat transportmiddelen) Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw 3.1 2 p.o.= 200 m Vervaardiging van metalen constructiewerken gesloten gebouw 3.2 2 p.o.> 200 m Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.= 200 3.1 2 m Vervaardiging van metalen ramen, deuren en kozijnen, p.o.> 200 3.2 2 m Oppervlaktebehandeling, Algemeen 3.2 Oppervlaktebehandeling, Lakken, moffelen en emailleren 3.2 2 Overige metaalbewerking, p.o.= 200 m 3.1 2 Overige metaalbewerking, p.o.> 200 m 3.2 Vervaardiging van hang- en sluitwerk 3.2 Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.= 200 3.1 2 m Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. p.o.> 200 3.2 2 m
Milieuaspect G50
29
Vervaardiging van machines en apparaten
2911
Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (geen motoren 4.1 2 voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) p.o. > 2.000 m 2 Vervaardiging van industriële ovens en branders, p.o. > 2.000 m 4.1 Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen, 4.1 2 p.o. > 2.000 m Vervaardiging van landbouwmachines en -werktuigen (geen 4.1 tractoren), 2 p.o. > 2.000 m Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van 4.1 2 papier, karton en papier- en kartonwaren, p.o. 2.000 m Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor 4.1 2 specifieke industriële activiteiten, p.o. > 2.000 m
Milieuaspect G200
2670
27 2710
2811
2812
2851 2852 2863 2875
2921 2922 2932
2955 2956
30 3002
4.2
Cat
Vervaardiging van elektrische en optische apparaten en Cat instrumenten Vervaardiging van computers 2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G100
G300
G100 G50 G100 G100 G-GE100 G50 G100 G100 G50 G100
G200 G200 G200
G200 G200
Milieuaspect G-GE30
109
31
Milieuaspect G-GE200
3130
Vervaardiging van overige elektrische machines, apparaten Cat en benodigdheden Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en 4.1 transformatoren Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad 4.1
3162
Vervaardiging van koolelektroden
GE1500
32
Vervaardiging van audio-, videoen Cat telecommunicatieapparaten en benodigdheden Vervaardiging van elektronische componenten 3.1 Vervaardiging van zendapparaten voor televisie en radio en van 3.1 apparaten voor lijntelefonie en -telegrafie
Milieuaspect G50 G50
Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, Cat orthopedische artikelen e.d., precisie- en optische instrumenten en uurwerken 3310.1 Tandtechnische bedrijven 2 3310.2 Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten en 2 overige orthopedische en protheseartikelen 3320 Vervaardiging van meet-, regel- en controleapparaten (niet voor de 2 bewaking van industriële processen) 3350 Vervaardiging van uurwerken 2
Milieuaspect
34
Milieuaspect G200 G200
3110
3210 3220
6
33
Vervaardiging van transportmiddelen
3420.1 Carrosseriebouw 3420.2 Vervaardiging van aanhangwagens en opleggers 35
Cat 4 4
G200
G-GE30 G-GE30 G30 G30
Vervaardiging van transportmiddelen (geen auto's, Cat aanhangwagens en opleggers) 1 Nieuwbouw en reparatie van metalen schepen > 25 m , 5.1 baggermaterieel, booreilanden e.d. Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen, metaal 4.1 1 < 25 m Vervaardiging van fietsen 3.2 Vervaardiging van invalidenwagens 3.2 Vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. 3.2
Milieuaspect G500
3611 3612.1 3612.2 3615 3622 3630 3663.1 3663.2
Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige Cat goederen n.e.g. Vervaardiging van zitmeubels 3.2 Interieurbouw 3.2 Vervaardiging van bedrijfsmeubels 3.2 Vervaardiging van matrassen 3.2 Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) 2 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 Sociale werkvoorziening 2 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 3.1
Milieuaspect G100 G100 G100 G100 GE30 G-GE30 G-GE30 G50
37
Voorbereiding tot recycling
Cat
3720
Voorbereiding tot recycling van afval (geen metaalafval)
4.2
Milieuaspect G300
40
Productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water
Cat
3511 3512 3542 3543 3550 36
4000.1 Centrale productie van elektriciteit (olie/gas) > 75 MW
110
5.1
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G200 G100 G100 G100
Milieuaspect G500
4000.2 Decentrale productie van elektriciteit, stoom en warm water 4000.3 Distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water
5.1 4.2
G500 G300
41
Winning en distributie van water
Cat
4100
Winning en distributie van water
3.1
Milieuaspect G50
45
Bouwnijverheid
Cat 2
4511.1 Slopen van bouwwerken b.o. < 2000 m 3.1 2 Slopen van bouwwerken b.o. > 2000 m 3.2 2 4511.2 Grondverzet b.o. < 2000 m 3.1 2 Grondverzet b.o. > 2000 m 3.2 2 4521.1 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw < 2000 m 3.1 2 Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw > 2000 m 3.2 2 4521.3 Leggen van kabels en buizen < 2000 m 3.1 2 Leggen van kabels en buizen > 2000 m 3.2 2 4522 Dakdekken en bouwen van dakconstructies < 2000 m 3.1 2 Dakdekken en bouwen van dakconstructies > 2000 m 3.2 4523.1 Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen 3.1 2 < 2000 m Aanleggen van wegen, luchthavens, spoorwegen en sportterreinen 3.1 2 > 2000 m 2 4523.2 Stratenmaken < 2000 m 3.1 2 Stratenmaken > 2000 m 3.2 2 4525.1 Heien en andere funderingswerkzaamheden < 2000 m 3.1 2 Heien en andere funderingswerkzaamheden > 2000 m 3.2 2 4525.2 Vlechten van betonstaal < 2000 m 3.1 2 Vlechten van betonstaal > 2000 m 3.2 4525.4 Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. < 3.1 2 2000 m Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw n.e.g. > 3.2 2 2000 m 2 4531 Elektrotechnische bouwinstallatie < 2000 m 3.1 2 Elektrotechnische bouwinstallatie > 2000 m 3.2 2 4532 Isolatiewerkzaamheden < 2000 m 3.1 2 Isolatiewerkzaamheden > 2000 m 3.2 2 4533.1 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair < 2000 m 3.1 2 Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair > 2000 m 3.2 4533.2 Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten < 3.1 2 2000 m Installatie centrale verwarmings-/luchtbehandelingsapparaten > 3.2 2 2000 m 2 4534 Overige bouwinstallatie < 2000 m 3.1 2 Overige bouwinstallatie > 2000 m 3.2 2 4541 Stukadoren < 2000 m 3.1 2 Stukadoren > 2000 m 3.2 2 4542 Timmeren < 2000 m 3.1 2 Timmeren > 2000 m 3.2 2 4544 Schilderen en glaszetten < 2000 m 3.1 2 Schilderen en glaszetten > 2000 m 3.2 2 4545 Overige afwerking van gebouwen < 2000 m 3.1 2 Overige afwerking van gebouwen > 2000 m 3.2 50
Reparatie van consumentenartikelen en handel
5020.1 Auto-onderdelenservicebedrijven
Cat 2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Milieuaspect G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G50 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G100 Milieuaspect G30
111
5020.2 5020.3 5020.4 5020.5 5030.1
Bandenservicebedrijven 2 Reparatie van specifieke auto-onderdelen 2 Carrosserieherstel 3.2 Overig onderhoud en slepen van auto's 2 Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen en 2 -accessoires 5030.2 Groothandel en handelsbemiddeling in banden 2 5040.1 Groothandel en handelsbemiddeling in motorfietsen en onderdelen 2 en accessoires daarvan
G30 G30 G100 G30 G30
51
Milieu-as pect G50
5121.5
5121.8 5122 5123.1 5123.2 5124.1 5131.1 5132 5133.1 5134 5136 5137 5138.1 5138.3 5139 5142.1 5142.3 5142.6 5143.2 5143.3 5143.4 5143.5 5146.2
5147.1 5147.4 5147.5 5147.8 5147.9 5148.1 5148.3 5148.4 5148.5 5148.6 5148.7
112
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en Cat motorfietsen) Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) < 3.1 500 t/u Groothandel in veevoeder (geen ruw-, meng- en krachtvoeder) > 4.2 500 t/u Groothandel in overige akkerbouwproducten < 500 t/u 3.1 Groothandel in overige akkerbouwproducten > 500 t/u 4.2 Groothandel in bloemen en planten 2 Groothandel in levend vee 3.2 Groothandel in huisdieren, siervissen, siervogels en wilde dieren 3.2 Groothandel in huiden en vellen 3.1 Groothandel in groenten en fruit 3.1 Groothandel in vlees/vleeswaren, pluimvee, wild/gevogelte (niet 3.1 levend) Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten 3.1 Groothandel in dranken 2 Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk 2 Groothandel in koffie/thee/cacao/specerijen (geen ruwe tropische 2 producten) Groothandel in snacks 2 Gespecialiseerde groothandel in overige voedings-/genotmiddelen 2 n.e.g. Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment 2 Groothandel in bovenkleding 2 Groothandel in onderkleding 2 Groothandel in textielwaren algemeen assortiment 2 Groothandel in audio- en videoapparaten 2 Groothandel in beeld- en geluidsdragers 2 Groothandel in verlichtingsartikelen 2 Groothandel in overige elektrische huishoudelijke apparaten 2 Groothandel in medische en tandheelkundige instrumenten, 2 verpleegen orthopedische artikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in sportartikelen (geen watersportartikelen) 2 Groothandel in speelgoed 2 Groothandel in optische artikelen 2 Groothandel in muziekinstrumenten 2 Groothandel in huismeubilair 2 Groothandel in woningtextiel en vloerbedekking 2 Groothandel in papieren kartonwaren (geen 2 verpakkingsmateriaal) Groothandel in boeken, tijdschriften en ander drukwerk 2 Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden (geen 2 schoolboeken, kantoormeubels en -machines) Groothandel in fietsen en bromfietsen 2 Groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. 2
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G30 G30
G300 G50 G300 G30 G100 G100 GE50 GV50 GV50 GV50 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30
G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30 G30
5151.2 Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. < 4.1 3 100.000 m Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen o.c. > 5.1 3 100.000 m 5151.3 Groothandel in minerale olieproducten (geen brandstoffen) 3.2 5152.2 Groothandel in ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 5152.3 Groothandel in non-ferrometalen en -halffabrikaten 3.2 2 5153.1 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in hout en plaatmateriaal b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in verf en verfwaren b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.3 Groothandel in vlakglas b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in vlakglas b.o. > 2000 m 3.1 2 5153.4 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m 2 2 Groothandel in zand en grind b.o. < 200 m 3.2 2 5153.5 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in tegels en plavuizen b.o. > 2000 m 3.1 5153.6 Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. < 2000 2 2 m Groothandel in sanitaire artikelen/installatiemateriaal b.o. > 2000 3.1 2 m 5153.7 Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. < 2 2 2000 m Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen b.o. > 3.1 2 2000 m 5153.8 Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. < 2000 2 2 m Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment b.o. > 2000 3.1 2 m 2 5154.1 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren b.o. < 2000 m 3.1 2 5154.2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m 2 2 Groothandel in verwarmingsapparaten b.o. < 2000 m 3.1 5155.1 Groothandel in chemische grondstoffen en chemicaliën voor 3.2 industriële toepassing 5155.2 Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen 2 5156.2 Groothandel in papier en karton 2 2 5157.1 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. < 1000 m 3.1 2 Groothandel in autosloopmateriaal b.o. > 1000 m 3.2 5157.2 Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen 3.1 2 b.o. < 1000 m Groothandel in ijzer- en staalschroot en oude non-ferrometalen 3.2 2 b.o. > 1000 m 5157.3 Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 3.1 2 m Groothandel in overige oude materialen en afvalstoffen b.o. < 1000 3.2 2 m 5161 Groothandel in gereedschapswerktuigen 3 5164.1 Groothandel in computers en -randapparaten e.d. 3.1 5164.3 Groothandel in kantoormeubels 3.1 5165.2 Groothandel in machines voor de productie van voedings- en 3.1 genotmiddelen (geen verpakkingsmachines) 5165.3 Groothandel in intern transportmaterieel 3.1 5165.4 Groothandel in machines en apparaten warmte-,koel- en 3.1 vriestechniek 5165.5 Groothandel in verbrandingsmotoren, pompen en compressoren 3.1
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
GV200 GV500 GE100 G100 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G100 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 G30 G50 GV100 GR-S-GGV100 G30 G50 G100 G50 G100 G50 G100 G50 G50 G50 G50 G50 G50 G50
113
5165.6 Groothandel in appendages, technische toebehoren e.d. 3.1 5165.7 Groothandel in elektromotoren, elektrotechnische en elektronische 3.1 instrumenten, schakelkasten en ander installatiemateriaal 5165.8 Groothandel in meet- en regelapparaten 3.1 5165.9 Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie/ 3.1 handel 5166 Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren 3.1 5171.2 Groothandel in scheepsbenodigdheden en visserijartikelen 2 5171.3 Groothandel in emballage 2 5171.4 Groothandel in vakbenodigdheden n.e.g. 2 5171.5 Overige gespecialiseerde groothandel n.e.g. 2 5172.2 Niet-gespecialiseerde groothandel in overige goederen 2
G50 G50
52
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen Cat auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) 5261 Postorderbedrijven 3.1 5263.1 Colportage 3.1 5263.2 Straathandel 3.1 5271 Reparatie van schoeisel en lederwaren 1 5272 Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten 1 5273 Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen 1 5274 Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. 1
Milieu-as pect G50 G50 G50 G10 G10 G10 G10
60
Vervoer, opslag en communicatie
6010 6021.1 6021.2 6022 6023 6024.1
Vervoer per spoor 4.2 Openbaar personenvervoer over de weg 3.2 Geregeld besloten personenvervoer over de weg 3.2 Ongeregeld personenvervoer per taxi 2 Ongeregeld personenvervoer per autobus 3.2 2 Verhuisvervoer b.o, < 1000 m 3.1 2 Verhuisvervoer b.o, > 1000 m 3.2 Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, < 1000 3.1 2 m Goederenvervoer over de weg (geen verhuisvervoer) b.o, > 1000 3.2 2 m
Milieuaspect G-GV300 G100 G100 G30 G100 G50 G100 G50
6024.2
Cat
63
Dienstverlening voor het vervoer
6311.2
Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag < 4.2 2 2000 m Laad-, los- en overslagactiviteiten (geen zeeschepen) opslag > 5.2 2 2000 m Opslag in tanks 3.1 Opslag in koelhuizen e.d. 3.1 Opslag (geen opslag in tanks, koelhuizen e.d.) 3.1 Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g. Stalling 3.2 van vrachtwagens (met koelinstallaties)
6312.1 6312.2 6312.3 6321
Cat
64
Post en telecommunicatie
Cat
6411 6412.1 6412.2
Nationale postdiensten Lokale postdiensten Koeriersdiensten
2 2 2
71
Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van Cat roerende goederen en zakelijke dienstverlening
114
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G50 G50 G50 G30 G30 G30 G30 G30
G100
Milieuaspect G300 G700 G50 G50 G50 G100
Milieuaspect G30 G30 G30 Milieuaspect
7110.1 7110.2 7121
G30 G30 G30
7122 7123 7132 7133 7134.2 7140.3 7140.4 7140.5
Verhuur van personenauto's (geen operational lease) 2 Operational lease van personenauto's 2 Verhuur van transportmiddelen vervoer over land (geen 2 personenauto's) Verhuur van schepen 3.1 Verhuur van vliegtuigen 3.1 Verhuur van bouwmachines en -werktuigen 3.1 Verhuur van computers en kantoormachines 3.1 Verhuur van machines en werktuigen n.e.g. 3.1 Verhuur van leesportefeuilles 2 Verhuur van kleding, huisraad e.d. 2 Verhuur van overige roerende goederen n.e.g. 2
72
Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
Cat
7250
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines
1
Milieuaspect G10
73
Speur- en ontwikkelingswerk
Cat
7310.1 7310.3 7310.4
Speur- en ontwikkelingswerk op het gebied van landbouw en 2 visserij Medisch en farmacologisch speur- en ontwikkelingswerk 2 Overig natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 2
74
Overige zakelijke dienstverlening
Cat
7470.1 7470.2 7481.1 7481.3
Reiniging van gebouwen Reiniging van transportmiddelen en overige reiniging n.e.g. Fotografie Ontwikkelcentrales
3.1 3.1 2 2
90
Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige Cat dienstverlening Afvalwaterinzameling en –behandeling <1000.000 i.e. 4.1 Afvalwaterinzameling en –behandeling 1000.000 – 3000.000 i.e. 4.2 Afvalwaterinzameling en –behandeling >3000.000 i.e. 5.1 Afvalinzameling 3.1 Afvalverwerking - kabelbranderijen 3.2 - Vuilstorten 4.2 - Vuiloverslagstations 4.2 - Composteerbedrijven: - niet belucht v.c < 5.000 ton/jr. 4.2 v.c. 5.000 tot 20.000 ton/jr. 5.2 v.c. > 20.000 ton/jr. 4.1
Milieuaspect GE200 GE300 GE500 G-GE50
92
Cultuur, sport en recreatie
Cat
9211.1 9220.1
Productie van (video)films (geen televisiefilms) Omroeporganisaties
2 2
Milieuaspect G30 G30
93
Overige dienstverlening
Cat
9301.1 9301.2 9301.3 9301.3
Wasserijen en linnenverhuur Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wassalons, wasserettes
3.1 2 2 1
9000.1
9000.2 9000.3
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
G50 G50 G50 G50 G50 G30 G30 G30
Milieuaspect G-GE30 G-GE30 G-GE30 Milieuaspect GE50 GE50 G30 G30
GE100 G-GE300 G-GE300 GE300 GE700 GE-S200
Milieuaspect G50 G-GE30 G30 G10
115
Toelichting op Staat van bedrijfsactiviteiten
Inleiding In dit bestemmingsplan wordt de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan een "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen". Dit is een lijst waarin de binnen de gemeente Nijmegen voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang:
geluid; geur; stof; gevaar (vooral brand en explosiegevaar); verkeer; visuele aspecten.
Gebruikte bronnen Als belangrijkste bron bij het opstellen van de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is gebruik gemaakt van de lijst van bedrijfstypen uit de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten editie 2009 (het "Groene Boekje"). In deze uitgave worden voor een groot aantal bedrijfstypen en activiteiten richtafstanden ten opzichte van een rustige woonwijk gegeven, uitgaande van functiescheiding. Uitgangspunt hierbij is de hoofdactiviteit van het desbetreffende bedrijf. Daarbij is ervan uitgegaan dat de bedrijven ter voorkoming van hinder en/of gevaar die technieken toepassen, die tenminste thans als het meest gebruikelijk worden beschouwd. In de praktijk blijkt dat vaak de wat zwaardere bedrijfscategorieën al gebruik maken van de Best Beschikbare Technieken (BBT) voor de meest milieubelastende activiteiten.
In de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" is voor de indeling van de bedrijven naar activiteiten, evenals in de VNG-publicatie, uitgegaan van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI) uit 1993, waarvan in de VNG-publicatie overigens op enkele punten is afgeweken.
Model Nijmegen De lijst Model Nijmegen gaat net zoals voorgenoemde uitgave van de VNG uit van een rustige woonwijk. In de lijst Model Nijmegen is principieel niet afgeweken van de hindercirkels per bedrijfsactiviteit (gevaar, geur, geluid, stof, verkeer en visueel) zoals vermeld in de VNG-publicatie.
De lijst die hier is opgesteld als "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" deelt de bedrijven in een vijftal categorieën en een zevental subcategorieën in. Categorie 1 heeft betrekking op bedrijven die geen hinder van belang veroorzaken en categorie 4 en 5 op de potentieel milieuhinder veroorzakende zware bedrijven, meestal fabrieken. In het uitgangspunt voor deze lijst (zie bronnen) heeft men in de lijst van VNG ook nog categorie 6 bedrijven opgenomen. Deze komen echter binnen Nijmegen niet voor en zijn ook niet te verwachten. Deze zijn daarom in de "Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen" niet opgenomen.
116
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Het verschil van deze lijst Model Nijmegen ten opzichte van de lijst van bedrijfsactiviteiten als in de VNG-publicatie zijn:
bedrijven die niet in Nijmegen voorkomen, zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen, indien deze zich in de toekomst wel binnen Nijmegen willen vestigen zal dit van geval tot geval worden afgewogen; dienstverlenende bedrijven, begraafplaatsen, kantoren, detailhandel, horecabedrijven, maatschappelijke voorzieningen, agrarische bedrijven en culturele functies zijn niet in deze lijst Model Nijmegen opgenomen. Deze functies krijgen een eigen bestemming en vallen in het bestemmingsplan niet onder de bedrijven; activiteiten die niet plaatsgebonden zijn, zijn wel vermeld in de lijst maar krijgen niet vanzelfsprekend een bedrijfsbestemming; garagebedrijven en benzineservicestations (met en zonder lpg) zijn niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen en daarmee niet algemeen toegestaan binnen de bedrijfsbestemming. Alleen door een aanduiding of een specifieke bestemming op te nemen kunnen deze bedrijven alsnog worden toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben namelijk veelal een dermate ruimtelijke uitstraling dat deze bedrijven alleen op specifieke locaties worden toegestaan.
Categorie-indeling en criteria voor de toelaatbaarheid van bedrijven In de VNG-publicatie zijn de 10 richtafstanden van de lijst van bedrijfstypen teruggebracht tot zes hoofdcategorieën welke hieronder vermeld staan:
categorie 1 categorie 2
categorie 3
categorie 4 categorie 5
categorie 6
bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn in woonwijken. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd en/of verzamelwegen. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving op behoorlijke afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op grote afstand van woonwijken gesitueerd dienen te zijn. De aan te houden afstanden dienen per geval te worden bepaald. komen in Nijmegen niet voor.
In tegenstelling echter tot de eerdere VNG uitgave zijn thans deze hoofdcategorieën 3, 4 een 5 verdeeld in de subcategorieën 3.1, 3.2, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2 en 5.3 ieder met hun eigen richtafstanden ten opzichte van gevoelige objecten in een rustige woonwijk en gemengd gebied als hieronder aangegeven:
milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2
richtafstanden rustige wijk gemengd gebied 10 m 0m 30 m 10 m 50 m 30 m 100 m 50 m 200 m 100 m 300 m 200 m 500 m 300 m 700 m 500 m
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
117
5.3
1000 m
700 m
De richtafstanden die gelden ten opzichte van een rustige woonwijk, kunnen zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat, met één afstandsstap worden verlaagd indien sprake is omgevingstype gemengd gebied. Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend.
Opgemerkt over het bovenstaande dient wel te worden dat indien er sprake is van bedrijvigheid die onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen vallen, dan wel voor met name genoemde A-inrichtingen (gezoneerd) als opgenomen in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer van geval tot geval moet worden bepaald hoe groot de hinder-/gevarencontour is. Er kan dan niet alleen maar rekening worden gehouden met de in de voorgaande staten vermelde afstanden.
Opzet van de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen In de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is de categorie-indeling weergegeven op grond van bedrijfsactiviteiten. Hiervoor is gebruikgemaakt van de SBI codes 1999. Deze indeling wordt hier gebruikt om bedrijfsactiviteiten in te kunnen delen. Het kan dus voorkomen dat de activiteiten binnen een bedrijf in twee of meer verschillende groepen volgens de SBI-indeling vallen. In die gevallen geldt dan de hoogste categorie van deze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Indien de bedrijfsonderdelen duidelijk ruimtelijk van elkaar kunnen worden gescheiden, kunnen de bedrijfsonderdelen echter ook apart worden ingedeeld.
In de staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is zoals eerder vermeld eveneens uitgegaan van zonering (afstandscriteria/hindercirkels) ten opzichte van een rustige woonwijk als vermeld in de VNG-publicatie.
Flexibiliteit De Staat van Bedrijfsactiviteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. Het is bovendien tijdgebonden. In de praktijk komt het dan ook voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is verondersteld. Tevens kunnen de richtafstanden wanneer sprake is van een gemengd gebied met één afstandsstap worden verlaagd. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag met een omgevingsvergunning kan afwijken om bedrijven in een naastgelegen hogere categorie dan wel een bedrijf wat niet voorkomt op de Staat van bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen toe te staan. De voorwaarde(n) daarbij is dat de bedrijfsactiviteiten naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven als bedoeld in de betreffende categorie.
118
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
Bijlage 2 Nijmegen)
Staat van horeca-activiteiten (model
Staat van horeca-activiteiten
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Onder lichte horeca wordt geen detailhandel en/of ondersteunende horeca verstaan. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Lichte horeca
automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; ijssalon; koffiebar; lunchroom; snackbar; tearoom.
1b. Overige lichte horeca
bistro; grillroom; hotel of pension; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice).
Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder kan onder andere bestaan uit openingstijden 's nachts en/of verkeersaantrekkende werking. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 2a. Middelzware horeca
bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; zalenverhuur (zonder regulier muziek-/dansevenementen).
gebruik
ten
behoeve
van
feesten
en
2b. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
bedrijven genoemd onder categorie 1a, 1b en 2a met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizzeria, chinees, McDrive).
Categorie 3: zware horeca
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
119
Bedrijven die grote hinder veroorzaken voor omwonenden. Deze hinder bestaat onder andere uit een combinatie van openingstijden 's nachts èn verkeersaantrekkende werking:
dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).
Toelichting op Staat van horeca-activiteiten
Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door "gewone" (niet agrarische) bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Het vestigen van horecabedrijven middels een bestemmingsplan is ruimtelijk relevant om vormen van hinder te voorkomen. Verdere regulering van individuele bedrijven vindt plaats middels de Wet milieubeheer en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) welke mogelijkheden biedt om vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten met name op de volgende vormen van hinder:
geluid; geur; verkeer.
Analoog aan de regeling voor "gewone" bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: a. indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; b. onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; c. uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. In het Bestemmingsplan vindt de verdere ruimtelijke afweging per locatie plaats.
Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie "bedrijven en milieuzonering" een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: a. de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden. Het Besluit horecabedrijven en de circulaire industrielawaai hanteren voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen; b. de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder
120
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt. Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (onderverdeeld in subcategorieën):
Categorie 1: lichte horeca Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds geopend zijn (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden: a. horeca die qua ruimtelijke uitstraling vergelijkbaar is met detailhandel, zoals: cafetaria, ijssalon, lunchroom en dergelijke. Met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen; b. overige lichte horeca, zoals restaurants, hotels en pensions. Categorie 2: middelzware horeca Bedrijven die aanzienlijke hinder kunnen veroorzaken voor omwonenden door enerzijds de openingstijden (ook 's nachts) en/of de grote verkeersaantrekkende werking: a. cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals centrumgebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen; b. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: grotere restaurants, grotere hotels, McDrives e.d. (bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²). Deze bedrijven zijn vooral toelaatbaar langs grotere verkeerswegen. Categorie 3: zware horeca Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts zijn geopend en tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en hetgeen grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen, zoals: dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.
ontwerp bestemmingsplan Nijmegen Centrum - Binnenstad - 11 (Lindenberghaven)
121