bijlagen ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
BIJLAGEN BIJ DE TOELICHTING
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE bijlage 1
Notitie van beantwoording van de inspraakreacties op de uitgangspunten en ontwikkelingen voor het bestemmingsplan “Centrum en omge-
bijlage 2
ving”; Wijzigingsverzoek en ruimtelijke onderbouwing voor locatie voormalig post- en telegraafkantoor Raadhuisstraat 22a-24a;
bijlage 3
Wijzigingsverzoek en ruimtelijke onderbouwing voor locatie tuinen Binnenweg 133-145
NB: Bij de vaststelling van het bestemmingsplan zal aan aan de bijlagen in elk geval een zien ontwerpnota van beantwoording van de in te dienen zie nswijzen op het ontwerp bestemmingsplan zijn toegevoegd.
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
1.
NOTITIE VAN BEANTWOORDING BEANTWOORDING VAN DE INSPRAAK INSPRAAK-
REACTIES OP DE UITGANG UITGANGS NGSPUNTEN EN ONTWIKKELINGEN ONTWIKKELINGEN VOOR HET BESTEMMINGSPLAN BESTEMMINGSPLAN “CENTRUM EN EN OMGE OMGEVING”
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Notit Notitie itie van beantwoording van de inspraakreacties op de uitgangspunten en ontontwikkelingen voor het bestemmingsplan “Centrum en omgeving”
1.
Inleiding
In de vergadering van 16 juni 2009 hebben wij besloten om de voorbereiding van het nieuwe bestemmingsplan “Centrum en omgeving” te starten en de uitgangspunten en ontwikkelingen voor dit bestemmingsplan gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage te leggen. Gedurende deze termijn zijn er 20 inspraakreacties ontvangen, waarvan enkele door meerdere personen zijn ondertekend of zijn ingediend door een vereniging van omwonenden. Op een aantal onderwerpen zijn meerdere gelijkluidende inspraakreacties ingekomen. Om deze reden hebben wij gekozen voor een beantwoording naar onderwerp. Tevens wordt per onderwerp aangegeven op welke wijze wij met de reacties zullen omgaan bij de opstelling van het ontwerp-bestemmingsplan. 2.
Reacties naar aanleiding van de uitgangspunten uitgangspunten
2.1
Verruiming van de (erf)bebouwingsmogelijkheden (erf)bebouwingsmogelijkheden (4 (4 reacties)
Reactie: Verruiming van het aantal m2 erfbebouwing gaat ten koste van het (privé)groen (een van de kwaliteiten van Heemstede) en leidt tot een ongewenste verstening van de gemeente. Daarnaast zal er een wildgroei van allerlei bouwsels ontstaan met alle gevolgen van dien. De indruk bestaat dat de gemeente wil aanhaken bij de wens van het Rijk om het vergunningvrije bouwen te verruimen tot 100 m2. Deze wens is echter door de Tweede Kamer afgewezen. Dit vraagt om een heroverweging op dit punt door de gemeente. Antwoord: De inspraakreacties geven geen aanleiding tot wijziging van dit uitgangspunt. Motivatie: In Heemstede gelden op dit moment verschillende regelingen omtrent de erfbebouwingsmogelijkheden. Dit heeft vooral te maken met de verschillende periodes waarin de bestemmingsplannen tot stand zijn gekomen. Voor de nieuwe bestemmingsplannen is het uitgangspunt geweest een uniforme regeling te ontwerpen die voor alle percelen (met uitzondering van percelen die om bijvoorbeeld stedenbouwkundige redenen maatwerk behoeven) gaat gelden. Dit uitgangspunt is de basis geweest voor de nieuwe erfbebouwingsregeling. Voor de bepaling van het oppervlak aan bebouwing die in de nieuwe regeling wordt toegestaan is gekeken naar de mogelijkheden die het huidige bestemmingsplan biedt, naar de mogelijkheden van het vergunningvrij bouwen en naar wat stedenbouwkundig wenselijk is. Belangrijk hierbij is dat de gemeente een conserverende regeling voor ogen heeft; dus zo min mogelijk verandering in wat nu is toegestaan. Bij bestudering van de huidige regeling is gebleken dat men nu gemiddeld ongeveer 70m2 aan erfbebouwing mag bouwen. Minder dan 70m2 toestaan in de nieuwe regeling zou dan ook betekenen dat er inbreuk wordt gemaakt op bestaande rechten van eigenaren.
1
Meer dan 70m2 zou betekenen dat de waterbeheerder niet uit de voeten kan met het bestemmingsplan. De waterbeheerder stemt wel in met 70m2. Wel is ervoor gekozen meer mogelijkheden te bieden voor wat betreft de plaatsing van bebouwing waardoor de regel- en lastendruk wordt verminderd. Dit sluit bovendien aan op de vrijheid die het Rijk voor ogen heeft met de regeling rondom het vergunningvrij bouwen. Aanhaken op de wens van het Rijk om het vergunningvrij bouwen te verruimen tot 100m2 is uitdrukkelijk niet de wens van de gemeente en is dan ook niet verwerkt in het bestemmingsplan. Zoals hiervoor is toegelicht, worden er op het Heemsteedse schaalniveau bezien, dus in de nieuwe situatie, niet meer bouwmogelijkheden op erf toegestaan dan dat er in de bestaande situatie al mogelijk zijn. Van verstening van de gemeente als gevolg van het nieuwe beleid is naar onze mening dan ook geen sprake. Dit sluit uiteraard niet uit dat er in individuele gevallen meer of minder erfbebouwing mogelijk zal worden. 2.2 2.2
Loslaten parkeernorm voor kleinere ontwik ontwikkelingen (4 (4 reacties)
Reactie: Het loslaten van de parkeernorm voor kleinere ontwikkelingen leidt tot ongewenste verkeersbewegingen en parkeeroverlast in de naastgelegen woonstraten. Bij het bestemmen van de ontwikkelingslocaties moet het voorzien in de eigen parkeerbehoefte als uitgangspunt worden gehanteerd. Daarnaast zou ter voorkoming van een toename van de parkeerdruk bij eventuele herbestemming (zoals bijvoorbeeld de locatie van het voormalige postkantoor) moet worden gekozen voor funties die zo min mogelijk extra verkeer aantrekken. Antwoord: Met de voorgestelde oplossingen voor het parkeerprobleem wordt de mogelijke extra parkeerdruk als gevolg van het loslaten van de parkeernorm voor kleinere ontwikkelingen voldoende gecompenseerd. De inspraakreacties geven dan ook geen aanleiding tot wijziging van dit uitgangspunt. Motivatie: Om het centrum aantrekkelijk en leefbaar te houden is het van belang om ontwikkelingen, zoals uitbreiding van winkelruimte al dan niet in combinatie met het bouwen van apartementen, te blijven faciliteren. Voor grootschalige ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de herontwikkeling van het terrein van het voormalige postkantoor op de Binnenweg, zijn er voldoende mogelijkheden om op het eigen terrein in de parkeerbehoefte te voorzien. Voor dergelijke ontwikkelingen blijft de eis van voorzien in de eigen parkeerbehoefte dan ook onverkort van toepassing. Voor kleinschalige ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van het pand van Maison de Bonneterie, blijkt dit in de praktijk echter fysiek en/of financieel niet mogelijk te zijn. De toename van de parkeerdruk, onder andere als gevolg van het loslaten van de parkeernorm, vraagt wel om maatregelen. In die zin onderschrijven wij de bezwaren van insprekers. In 2005 is door bureau Goudappel Coffeng al geconstateerd dat er op termijn een parkeerprobleem ontstaat voor het centrum. Dit probleem beperkt zich echter vooral tot de zaterdagmiddag. 2
In verband hiermee is in de startnotitie “Herinrichting Binnenweg en bestemmingsplan Centrum e.o.” al een aantal oplossingen benoemd om op korte termijn het aantal centrumparkeerplaatsen te optimaliseren. Het betreft: •
extra parkeerplaatsen door uitbreiding van Albert Heijn op de huidige locatie voor het noordelijk deel van het centrum;
•
extra parkeerplaatsen door uitbreiding van het parkeeroppervlak van het bestaande parkeerterrein naast de bibliotheek bij de Eikenlaan voor het middendeel en;
•
extra parkeerplaatsen door realisatie van het parkeerterrein achter het verbouwde raadhuis in het zuidelijk deel.
Met het oog op de vraag welke maatregelen voor de langere termijn noodzakelijk zijn, hebben wij op verzoek van de raadscommissie Ruimte besloten een notitie over centrumparkeren in Heemstede op te stellen. Hiervoor is door Barticipation Consultancy op 24 juli 2009 het rapport 'Heemstede Centrum Parkeren' opgesteld. Dit is in september 2009 behandeld in ons college en in de raadscommissie Ruimte. Het onderzoek heeft bevestigd dat de parkeerproblemen in het centrumgebied op zaterdagmiddag het hoogst zijn en dat de parkeerproblemen zich hoofdzakelijk voordoen in het noorden en in het centrrale deel. Conclusie van het onderzoek is dat de oplossingen vooralsnog liggen in het intensiveren van parkeren op de Albert Heijn-locatie en op het bestaande parkeerterrein aan de Eikenlaan. Voor de laatstgenoemde locatie zijn er twee alternatieven: een geheel of gedeeltelijke ondergrondse voorziening of optimalisering van het parkeerterrein op maaiveldniveau. Wij hebben het voornemen uitgesproken deze conclusies over te nemen en deze voorgelegd aan de raadscomissie Ruimte. De commissie kan zich in meerderheid vinden in ons voornemen. 2.3 2.3
Loslaten 1000 m²m²-grens voor supermark supermarkten (3 (3 reacties reacties)
Reactie: Met het loslaten van deze grens kan een supermarkt (i.c. de Dekamarkt) ongebreideld uitbreiden, hetgeen gevolgen heeft voor de waarde van de omliggende panden. Dit staat ook haaks op de gewenste dorpse sfeer. Antwoord: De inspraakreacties geven geen aanleiding tot wijziging van dit uitgangspunt. Motivatie: In het kader van de startnotitie “Herinrichting Binnenweg en bestemmingsplan Centrum e.o.” is door bureau Ecorys onderzocht welk beleid er nodig is om de concurrentiepositie van het centrum te behouden en waar mogelijk te versterken. Uit het rapport spreekt dat de druk op het centrum dusdanig groot is, dat het bestemmingsplan voor behoud en versterking van de centrumfunctie ruimte moet blijven bieden. Dit hoeft niet gepaard te gaan met de aantasting van de bepalingen die de waarborging van de kleinschaligheid regelen, met uitzondering van de oppervlaktebeperking van 1.000 m2 voor supermarkten.
3
Voor deze categorie is een verruiming van het huidige ruimtelijk beleid noodzakelijk. De supermarkten zijn de belangrijkste trekkers in het centrum. Als deze niet in voldoende mate beantwoorden aan de wensen van de consument, dan bestaat het gevaar dat deze zullen uitwijken naar andere supermarkten en winkelcentra. Dit heeft dus ook gevolgen voor de overige winkels in het centrum. Dit neemt niet weg dat de extra verkeers- en parkeerbewegingen op een verantwoorde wijze moeten worden afgewikkeld. Bij het vaststellen van de ruimtelijke uitgangspunten voor eventuele uitbreidingsplannen zullen wij hierop nauwlettend toezien. Overigens zijn twee van de drie supermarkten in het centrum (Albert Heijn en de Dekamarkt) nu al groter dan 1.000 m2 en is er voorts, gezien de omvang van de marktruimte, geen aanleiding om het huidige aantal supermarkten te laten toenemen. 3.
Reacties naar aanleiding van de ontwikkelingen
3.1 3.1
Albert Heijn Blekersvaartweg (1 reactie, ingediend door het bestuur van de Vereniging
van omwonenden Albert Heijn)
Reactie: Door de Vereniging van omwonenden is een aantal uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van de bebouwing, de beeldkwaliteit, het gebruik en de inrichting van de openbare ruimte rond de locatie. Algemeen is gesteld dat de bebouwing niet strijdig mag zijn met het dorpse, kleinschalige karakter van het centrum en dat nieuwbouw niet mag leiden tot een dominant gebouw ten opzichte van de oudere reeds bestaande bebouwing. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het standpunt ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. De visie van de omwonenden wordt betrokken bij de voorbereiding en opstelling van de stedenbouwkundige randvoorwaarden. Motivatie: Voor deze locatie is door Ahold B.V. nog slechts de intentie uitgesproken om tot een herontwikkeling te komen. Er is dus nog geen sprake van concrete planontwikkeling. Zodra dit aan de orde komt, dan zullen wij de stedenbouwkundige randvoorwaarden vaststellen. Aan de Vereniging van omwonenden is al op verschillende momenten toegezegd dat de visie van de omwonenden zal worden betrokken bij de vaststelling van de stedenbouwkundige randvoorwaarden. 3.2
Julianaplein (1 (1 reactie)
Reactie: Voor het overgrote deel van de genoemde ontwikkelingslocaties geldt dat een planologische regeling in het nieuwe bestemmingsplan pas plaatsvindt als er een concreet bouwplan ligt. Voor een eventueel te bouwen parkeergarage onder het Julianaplein is dit niet het geval, terwijl daarvoor wel een wijzigingsbevoegdheid wordt opgenomen. Mede gelet op de uitkomsten van het onderzoek naar het centrumparkeren wordt dan ook verzocht de algemene lijn aan te houden en de wijzigingsbevoegdheid niet op te nemen. Voorts wordt de bouw van een ondergrondse parkeergarage zonder de bestaande bomen te rooien onmogelijk geacht. Dit gaat ten koste van de kwaliteit en uitstraling van het Julianaplein. 4
Antwoord: De ingekomen inspraakreactie, alsmede de recente besluitvorming over het centrumparkeren geven aanleiding tot wijziging van dit uitgangspunt in de zin, dat er voor de locatie “Julianaplein” geen wijzigingsbevoegdheid voor de bouw van een ondergrondse parkeergarage wordt opgenomen. Motivatie: De locatie Julianaplein is niet vergelijkbaar met de andere ontwikkelingslocaties. De intentie bij de andere locaties is om ofwel de huidige planologische regeling te handhaven, ofwel aan de hand van een concreet bouwwplan tot een positieve bestemming te komen. De intentie bij de locatie Julianaplein is om vooraf duidelijkheid te verschaffen over het kader waarbinnen een eventuele parkeergarage in de komende bestemmingsplanperiode kan worden gebouwd. Echter, uit het rapport 'Heemstede Centrum Parkeren' d.d. 24 juli 2009 van Barticipation Consultancy is naar voren gekomen, dat de bouw van een parkeergarage onder het Julianaplein vanuit exploitatieoogpunt niet gewenst is. Temeer omdat de problematiek zich alleen op de zaterdagmiddag voordoet, geconcentreerd in de deelgebieden Centrum Noord en Centrum Midden omdat deze met een aantal gerichte maatregelen afdoende kan worden opgelost. Voor het deelgebied Centrum Noord ligt de oplossing in het intensiveren van parkeren op de Albert-Heijn-locatie aan de Blekersvaartweg, voor het deelgebied Centrum Midden ligt die in het intensiveren van parkeren op het bestaande parkeerterrein aan de Eikenlaan, in een geheel of gedeeltelijke ondergrondse voorziening dan wel op maaiveldniveau. Aangezien wij het voornemen hebben uitgesproken de bovenstaande conclusies over te nemen en de raadscommissie Ruimte zich in meerderheid in dit voornemen kan vinden, ligt het niet in de rede dat gedurende de planperiode van het nieuwe bestemmingsplan een ontwikkeling op het Julianaplein plaatsvindt. Daarom zien wij af van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid. 3.3
Achterterrein Blekersvaartweg Blekersvaartweg 14 (2 reacties)
Reactie: Voor wat betreft eventuele bebouwing wordt gevraagd om een zorgvuldige inpassing, waarbij de samenhang met de aanwezige woonbebouwing en de voor dit gebied geldende welstandscriteria in acht worden genomen. Voorts zou eventuele bebouwing moeten zijn voorzien van een grote groene voor- en achtertuin. Voor wat betreft het speelterrein zijn tegengestelde reaties ontvangen. Enerzijds wordt gepleit voor handhaving van de speelbestemming met een groen karakter met een minimaal oppervlak van 600 m2. Anderzijds wordt de behoefte aan de aanleg van een speelterrein op deze plek betwijfeld. In de omliggende woningen wonen nauwelijks gezinnen met (kleine) kinderen. De aanleg van een speelterrein geeft eerder gelegenheid aan hangjongeren. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het standpunt ten aanzien van de beoogde ontwikkeling.
5
Motivatie: De vraag van insprekers om een zorgvuldige inpassing van eventuele bebouwing wordt door ons onderschreven. Bij de verdere planuitwerking zal hierop de nadruk blijven liggen. Onderdeel van een zorgvuldige inpassing is voldoende ruimte ten opzichte van de omliggende bebouwing in acht wordt genomen. Voor wat betreft de erfbebouwing wordt aansluiting gezocht bij het algemene uitgangspunt, zoals genoemd onder 2.1. Hoe de ruimte vervolgens feitelijk wordt ingevuld, is aan de bewoners. Door de initiatiefnemers is inmiddels een schetsplan ingediend, dat in bovenstaande zin zal worden beoordeeld. Voor wat betreft het speelterrein merken wij op het gehele terrein al sinds 1988 een speelbestemming rust. In het gebied tussen de Blekersvaart en de Burgemeester van Lennepweg is momenteel geen speelvoorziening aanwezig. Het dichtstbijzijnde speelterrein is gelegen op het Res Novaplein. Met name voor de jongere kinderen (t/m 12 jaar) is het van belang om een speelterrein binnen het omschreven gebied te hebben. Gezien de omvang van het gebied dat het speelterrein moet bedienen onderschrijven wij de stelling van inspreker, dat er geen behoefte aan een speelterrein op die locatie is, niet. Doordat de grond in particulier eigendom is, is de speelbestemming tot op heden niet gerealiseerd. Nu de grondeigenaar het initiatief heeft genomen tot ontwikkeling van de locatie, ontstaat die mogelijk nu wel. 3.4
Tuin Kees van Lentsingel (3 inspraakreacties, waarvan 1 met 26 handtekeningen (waaronder 5/6 van de directe bu buren)
Reactie: Met het opnemen van deze locatie in de publicatie van juni 2009 wordt het tot dan consistente beleid om op deze locatie geen bebouwing toe te staan verlaten. Dit is onacceptabel en zou moeten worden herzien. Antwoord: De ingekomen inspraakreacties, alsmede een nadere stedenbouwkundige beoordeling van de ingediende volumestudie geven aanleiding tot wijziging van dit uitgangspunt in de zin, dat er voor de locatie “Tuin Kees van Lentsingel” geen positieve bestemming van een bouwmogelijkheid wordt opgenomen. Motivatie: Het door insprekers aangehaalde beleid dat de gemeente van 1991 tot 2009 consequent heeft gevoerd (1991-1995: bestemmingsplan Van Merlen, 2008-2009: afwijzing bouwplan vrijstaande woning), is gebaseerd op het maximaal groen houden van de relatief extensief bebouwde (omgeving van de) Kees van Lentsingel. Het stedenbouwkundige aanknopingspunt hiervoor is het later gebouwde L. van Wijkplein, want door de combinatie van afstand, oriëntatie en opzet van deze woningconcentratie is de oorspronkelijke verkavelingsopzet van de Kees van Lentsingel afgesneden. Gelet op het tot dan gevoerde gemeentelijke beleid, vallen de reacties van de omwonenden op de publicatie van de uitgangspunten en ontwikkelocaties, waarin "opeens", weliswaar onder de nodige voorwaarden, toch een opening werd geboden voor mogelijke bebouwing, te begrijpen. 6
De voorwaardelijke opening voor bebouwing komt voort uit de gedachte dat op een perceel van ± 1.400 m² toch wel een woning moet zijn in te passen. In het kader van de beoordeling van de stedenbouwkundige ruimte voor een eventuele bouwmogelijkheid is namens de initiatiefnemer een volumestudie voorgelegd, waarbij de bebouwingsritmiek de strook vrijstaande woningen Kees van Lentsingel 10 t/m 5 in een rechte lijn met één woning wordt verlengd. De afstand tussen voorzijde van die woning en de achtergevels van de woningen L. van Wijkplein 12 t/ 15 komt echter uit op niet meer dan ± 20 m, hetgeen de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse te veel onder druk zet en daarmee afbreuk doet aan de oorspronkelijke stedenbouwkundige opzet van het villapark. Langs de Van Merlenlaan en in het Grotstuk zijn in het verleden zelfs voor ruimere locaties dan aan de Kees van Lentsingel verzoeken om het tussenbouwen van woningen afgewezen. Dit speelde ten tijde van de vaststelling van eerdergenoemd bestemmingsplan Van Merlen en ook nu komen al die locaties binnen het plangebied van bestemmingsplan Centrum en omgeving te liggen. Het risico op precedentwerking is dan ook aanwezig. Alle aspecten en belangen tegen elkaar afwegend komen wij tot de conclusie, dat het positief bestemmen van de beoogde bebouwing ongewenst is. 3.5
Parkeerterrein Dekamarkt Binnenweg (7 reacties)
Reactie: De bouw van een parkeerdek zorgt voor overlast voor de omliggende woningen. Genoemd worden extra geluid van auto’s en winkelwagens, stank van draaiende motoren, lichthinder van parkerende auto’s, het risico van hangjongeren, zwerfvuil. Door de verruimde openingstijden wordt de overlast nog versterkt. Daarnaast is er sprake van een inbreuk op de privacy vanwege visuele hinder door hogere bebouwing en verminderde zonlichttoetreding. Dit leidt tot een waardevermindering van de omliggende panden. De belangen van de omliggende woningen worden onvoldoende evenwaardig afgewogen tegen die van de Dekamarkt. Antwoord: De inspraakreacties geven geen aanleiding tot wijziging van het standpunt ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. Gelet op de mededeling van de Dekamarkt wordt geen verdere actie ondernomen. Motivatie: Er kan alleen sprake zijn van een realistisch te achten plan als zorgvuldig is omgegaan met de aspecten die door insprekers worden aangehaald. Bij de opstelling van de ruimtelijke randvoorwaarden voor een eventueel bouwplan zullen de gekozen oplossingen voor deze aspecten dan ook nadrukkelijk worden beoordeeld. De Dekamarkt heeft naar aanleiding van ambtelijk vooroverleg echter meegedeeld op dit moment geen mogelijkheden te zien tot uitbreiding van het huidige aantal parkeerplaatsen. Dit betekent dat de huidige regeling zal worden gehandhaafd en eventueel hernieuwd initiatief afgewacht.
7
3.6 3.6
Parkeerterrein KerklaanKerklaan-Drenthelaan en winkelpand winkelpand Kerklaan 1 (1 reactie)
Reactie: Op deze locatie mag geen hoogbouw verrijzen. Dit tast de privacy en het woongenot van de omliggende panden te veel aan. Het heeft voorts een nadelig effect op waarde en aanzicht van een historisch fraai pand als Kerklaan 7. Bovendien is de kans groot dat (een deel van) de bestaande centrumparkeerplaatsen verloren gaat door de eigen parkeerbehoefte van een bouwplan. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van het standpunt ten aanzien van de beoogde ontwikkeling. Motivatie: Het huidige bestemmingsplan “Centrum” laat ter plaatse al een substantieel bouwvolume (goothoogte 7 m-bouwhoogte 12 m, in het nieuwe bestemmingsplan te verlagen tot 11 m) toe. De beoogde nieuwbouw dient hierop in beginsel te zijn afgestemd. Uitgangspunt voor de beoogde bebouwing is dat deze aansluit bij de bestaande volumes. Voorts is de compensatie van de bestaande centrumparkeerplaatsen in het bouwplan een hard uitgangspunt. Aan de hand van een concreet bouwplan en de bijbehorende ruimtelijke onderbouwing moet vervolgens worden beoordeeld of daadwerkelijk sprake is van een zorgvuldige ruimtelijke ordening. 4.
Overige reacties
4.1
Blekersvaartweg 6
Reactie: Door de eigenaar van het perceel Blekersvaartweg 6 wordt verzocht om een wijziging van de huidige bedrijfsbestemming tot een woonbestemming. Dit om de mogelijkheid te hebben om in de toekomst een nieuwe woning te bouwen. Antwoord: De inspraakreactie geeft vooralsnog geen aanleiding tot wijziging van de huidige planologische regeling. Met inspreker zal overleg worden gestart over noodzaak en mogelijkheden tot functiewijziging. Motivatie: Door Bureau Stedelijke Planning is een analyse gemaakt van de levensvatbaarheid van de in Heemstede aanwezige bedrijventerreinen en bedrijfslocaties in de woonomgeving. Hieruit is naar voren gekomen, dat de verspreide bedrijfslocaties in de woonwijken in beginsel een waardevolle bijdrage leveren aan de bedrijvigheid in Heemstede. Het beleid moet dan ook in eerste instantie worden gericht op behoud van deze locaties. Als dit niet mogelijk blijkt, dan moet in tweede instantie worden ingezet op gemengde functies (bijvoorbeeld kantoor, praktijk, of werkplaats aan huis) en pas in laatste instantie op andere functies, zoals wonen. Naar aanleiding hiervan zullen wij eerst met de initiatiefnemer in overleg treden over de mogelijkheden tot continuering van de bedrijfsbestemming, dan wel wijziging naar gemengde 8
functies. Afhankelijk van de uitkomst van dit overleg wordt beoordeeld of een verdere uitwerking van een woonbestemming wenselijk is. 4.2
Functie speelautomatenhal
Reactie: Door de eigenaar van de speelautomatenhal op de Binnenweg wordt verzocht om de functie speelautomatenhallen in overeenstemming met de huidige verordening speelautomaten positief te bestemmen voor de gehele Binnenweg. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van de uitgangspunten en ontwikkelingen. Deze zal wel worden betrokken bij de uiteindelijke planologische regeling van dit onderwerp in het nieuwe bestemmingsplan. Motivatie: In het huidige bestemmingsplan “Centrum” is de speelautomatenhal toegestaan binnen de bestemming “Centrumdoeleinden” en daarmee planologisch toegestaan op de gehele Binnenweg en Raadhuisstraat. Op grond van het bepaalde in de “Verordening Speelautomaten” is deze reikwijdte beperkt tot de Binnenweg. De bestemming van de speelautomatenhal is zo specifiek, dat dit onderwerp niet is opgenomen in de uitgangspunten van het nieuwe bestemmingsplan. De regeling vindt plaats bij de opstelling van het ontwerp-bestemmingsplan. Daarbij zal het de intentie zijn om in het winkelcentrum één automatenhal toe te staan met een bij het karakter van het centrum passende omvang. Het verzoek van inspreker zal bij de besluitvorming worden betrokken. 4.3
Lijsterbeslaan, doorgang tussen nrs 2 en 10:
Reactie: De doorgang tussen Lijsterbeslaan 2 en 10 heeft in het huidige bestemmingsplan de bestemming “Wonen”. Op grond hiervan is het niet toegestaan om ter plaatse gebruik voor verkeer naar parkeerterrein Dekamarkt toe te staan. Op grond van het overgangsrecht is dit tot op heden gedoogd, maar dit gedogen zou moeten vervallen op het moment dat het nieuwe bestemmingsplan van kracht wordt. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging van de uitgangspunten, aangezien het tegengaan van het gebruik van de doorgang als ontsluiting voor het parkeerterrein al afdoende is geregeld. Motivatie: In het geldende bestemmingsplan “Centrum” heeft de bedoelde uitrit al de bestemming “Woondoeleinden” gekregen. Deze bestemming staat het gebruik van de uitrit als ontsluiting van een parkeerterrein niet toe. Wij zien geen aanleiding om deze bestemming in het nieuwe bestemmingsplan te wijzigen.
9
Het herstellen van de uitrit als ontsluiting van het parkeerterrein voor autoverkeer zou op grond van de jurisprudentie rond het overgangsrecht ook al in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan en dus ook met het nieuwe bestemmingsplan en zal dan ook niet worden toegestaan. Aangezien het gebruik van de uitrit door voetgangers en fietsers wel is voortgezet, blijft dit onder het overgangsrecht vallen, ook na vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan. 4.4
Conservering gebied rond IJzeren Brug
Reactie: Het gebied rond de IJzeren Brug (de overgang tussen de Raadhuisstraat en de Binnenweg) moet conserverend worden bestemd, met name waar het de waardevolle bomen betreft. Antwoord: De inspraakreactie geeft geen aanleiding tot wijziging of aanvulling van de uitgangspunten. Motivatie: Voor het gebied rond de IJzeren Brug is het niet de bedoeling om de huidige planologische regeling te wijzigen. Dit betekent overigens wel dat bijvoorbeeld ter plaatse van de Bloemenhof hogere bebouwing is toegestaan dan nu aanwezig. Voor wat betreft het behoud van waardevolle bomen worden in het nieuwe bestemmingsplan beschermende bepalingen opgenomen voor de belangrijkste laanbeplanting en voor specifiek aangewezen monumentale of beeldbepalende bomen. In het gebied rond de IJzeren brug zullen naar verwachting de laanbeplanting langs de Kerklaan en de eik op de hoek van de Zandvaartkade en de Binnenweg worden beschermd. Overigens is het gemeentelijk groenbeleid erop gericht om het aanwezige groen in de openbare ruimte waar mogelijk in stand te houden 5.
Vervolg Vervolg
De conclusies uit deze notitie worden betrokken bij de verdere voorbereiding en opstelling van het ontwerp-bestemmingsplan. Voorzover de conclusies betrekking hebben op de beoogde ontwikkelingen, moet worden opgemerkt dat de verwerking ervan en de opname van de betreffende ontwikkelingen in het(ontwerp-)bestemmingsplan afhangen van de planuitwerking door de initiatiefnemers. Deze nota van beantwoording wordt toegezonden aan alle insprekers en zal tevens worden geplaatst op de gemeentelijke website www.heemstede.nl. Naar verwachting zal het bestemmingsplan “Centrum en omgeving” in het derde kwartaal van 2010 in procedure worden gebracht door middel van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
10
beoogde ontwikkelingen, moet worden opgemerkt dat de verwerking ervan en de opname van de betreffende ontwikkelingen in het(ontwerp-)bestemmingsplan afhangen van de planuitwerking door de initiatiefnemers. Deze nota van beantwoording wordt toegezonden aan alle insprekers en zal tevens worden geplaatst op de gemeentelijke website www.heemstede.nl. Naar verwachting zal het bestemmingsplan “Centrum en omgeving” in het derde kwartaal van 2010 in procedure worden gebracht door middel van tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
2.
WIJZIGINGSVERZOEK EN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING ONDERBOUWING
VOOR LOCATIE VOORMALIG VOORMALIG POSTPOST- EN TELEGRAAFKANTOOR TELEGRAAFKANTOOR RAAD RAADHUISSTRAAT HUISSTRAAT 22A22A-24A
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
ruimtelijke onderbouwing
Postlaan 3 Raadhuisstraat 22A/24A te Heemstede gemeente Heemstede
juli 2010
I
1
INLEIDING
2
OMSCHRIJVING LOCATIE
3
HET PROJECT
3.1 3.2
NIEUWE BEBOUWING OPENBARE RUIMTE
4
VIGEREND BELEID
4.1 4.2 4.3 4.4
RIJKSBELEID
5
MILIEUASPECTEN
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
INLEIDING
6
RUIMTELIJKE ASPECTEN
6.1 6.2 6.3
WATER
7
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
8
MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID
9
JURIDISCHE ASPECTEN
10
AFWEGING EN CONCLUSIE
PROVINCIAAL BELEID REGIONAAL BELEID GEMEENTELIJK BELEID
KLIC-MELDING BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING GELUID BODEM EXTERNE VEILIGHEID LUCHTKWALITEIT
|
ECOLOGIE
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
INHOUD
VERKEER EN VERVOER ARCHEOLOGIE
separate bijlagen − −
− − − −
Bodemonderzoek BK Ingenieurs 2008 – nr. 20081085 (conform NEN 5740) Akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting vanwege verkeerslawaai en de benodigde geluidwering van gevels van te bouwen woningen/appartementen en ruimte aan de Postlaan en Raadhuisstraat te Heemstede (gemeente Heemstede), Hans Dokter bv, 2010 Samenvatting raportage luchtkwaliteit 2006 Bouwhistorische inventarisatie – Hylkema Consultants b.v. 2008 Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase). Risicoanalyse planschade inzake de ontwikkeling van het voormalige Post- en Telegraafkantoor Postlaan - Raadhuisstraat te Heemstede, projectnr. 232264 Oranjewoud
1
De herontwikkeling past niet binnen de regels van het vigerende bestemmingsplan voor de locatie. De wens van zowel de gemeente Heemstede als v.o.f. Rijshout is om het te realiseren plan op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan “Centrum en omgeving” Dit document is daartoe opgesteld. De opbouw van deze ruimtelijke onderbouwing is als volgt. Na deze inleiding (1) wordt ingegaan op de begrenzing en het karakter van de projectlocatie (2). Daarna volgt een ruimtelijk beschrijving van het project (3) alsmede de uitvoerbaarheidsaspecten van het project. Allereerst wordt ingegaan op de relevante beleidskaders van de verschillende overheden zowel vigerend als toekomstig (4). Daarna komen de milieuaspecten aan de orde (5). Deze worden gevolgd door de relevante ruimtelijke aspecten (6). Nadat de economische haalbaarheid is aangetoond (7) en de maatschappelijke uitvoerbaarheid zijn weergegeven (8) volgt tot slot juridische aspecten (9) en de afweging en conclusie (10).
|
Timpaan en Bouwbedrijf van Luling zijn een samenwerking aangegaan in v.o.f. Rijshout om de herontwikkeling van het perceel hoek Postlaan 3 / Raasdhuisstraat 22A/24A te Heemstede te realiseren. V.o.f. Rijshout heeft het perceel aangekocht en streeft een herontwikkeling van het perceel na, waarbij uiteindelijk zowel verbouw als nieuwbouw gerealiseerd zal worden bestaande uit 14 woningen en ca. 330m2 kantoorruimte (met balie functie i.c.m. centrum functies met bijbehorende half verdiepte parkeergarage. Op het perceel is in de huidige situatie het voormalig post-telegraaf kantoor gesitueerd dat in een verouderde staat verkeerd.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
1. INLEIDING
2
2 . O M S C H R I J V I N G L O C AT I E De omgeving van de projectlocatie De projectlocatie is centraal gelegen in Heemstede ten westen van de Heemsteedse Dreef en ten oosten van de Herenweg op de kruising tussen de Postlaan en de Raadhuisstraat. De Heemsteedse Dreef en de Herenweg doorkruisen Heemstede en zijn twee belangrijke hoofdverkeerswegen.
Ligging projectlocatie Heemstede
Begrenzing projectlocatie
De projectlocatie ligt in een woonomgeving die bestaat uit een breed palet van bouwstijlen en verschillende woningtypes, zoals twee-onder-een-kap, rijtjeswoningen en vrijstaande woningen met bijbehorende tuinen, waarbij de jaren ’20 - ’30 stijl de meest voorkomende stijl is. Ten westen van de projectlocatie is het winkelgebied aan de Raadhuisstraat gelegen. De ontsluiting van de omgeving vindt plaats doordat de straten uitkomen op de Heemsteedse dreef / N201, danwel via de Provincieenlaan en Kerklaan naar de Herenweg / N208. Beide wegen zijn belangrijke verkeersaders in de ontsluiting van Haarlem en Heemstede en lopen min of meer in de noord/zuid richting. De Heemstede Dreef gaat in zuid-oostelijke richting naar Hoofddorp, als N201, en in de noord richting naar Haarlem/Zandvoort. De Herenweg / N208 gaat in zuidelijke richting via Bennebroek in de richting van Hillegom/Lisse en in de noordwestelijke richting naar Haarlem. De A208 / A9 zijn via de N208 vanaf de projectlocatie bereikbaar en de A4 is via N201 / N208 te bereiken.
Het karakter van de projectlocatie De projectlocatie voorziet in een bestaande en te handhaven bebouwing aan de westzijde en nieuwbouw aan de oostzijde met bijbehorende half verdiepte parkeergarage. De ruimte om het gebouw bestaat uit trottoirs met aangrenzende parkeerplaatsen en aan de oostzijde een wijkgebonden speeltuin. De bebouwing heeft een drietal ‘voorgevels’ aan west-, zuid- en oostzijde, waarbij de bebouwing aan de westzijde (Raadhuissstraat) gehandhaafd zal blijven en de gevel aan de zuidzijde (Postlaan/Raadhuisstraat) gehandhaafd zal blijven en uitgebreid zal worden. Aan de zijde van de Lieven de Keylaan zal de speeltuin worden gerealiseerd. De half verdiepte parkeergarage zal bereikbaar zijn via de Postlaan.
Aanzicht projectlocatie vanuit Postlaan
Aanzicht hoek Raadhuisstraat / Postlaan
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
Aanzicht vanuit Raadhuisstraat
|
3
4
3. HET PROJECT Inleiding Naar aanleiding van de ver-/nieuwbouwplannen voor het projectplan aan de Postlaan heeft architectenbureau Phoenix in opdracht van v.o.f. Rijshout een plan gemaakt voor 14 wooneenheden, 29 parkeerplaatsen en ca. 330 m2 kantoorruimte (met baliefunctie i.c.m. centrum functies (begane grond). Het volledige perceel is ca. 1.445 m2. Hieronder wordt het ontwerp van de bebouwing en de openbare ruimte toegelicht.
Bestaande situatie
3.1 Nieuwe bebouwing Het ontwerp van de bebouwing voorziet in een gebouw in een dubbele U-vorm met drie bouwlagen. De vleugels van de gebouwen volgen de Raadhuisstraat, Postlaan en Lieven de Keylaan. De bebouwing is tweelaags voorzien van een vrij steile kap. Er zal veel aandacht besteed worden aan het spanningsveld tussen de nieuw te bouwen gevels en de bestaande, waarbij stijlbehoud en eerbied voor het bestaande als uitgangspunt zal dienen. Daarnaast zal bijzondere aandacht worden besteed aan gevelopeningen, detaillering en groenelementen.
Raadhuissstraaat (verbouw)
Postlaan (verbouw / nieuwbouw)
hoek Raadhuisstraat/Postlaan (verbouw)
Lieven de keylaan + trafo (nieuwbouw)
Lieven de Keylaan + trafo (nieuwbouw)
Lieven de Keylaan + trafo (nieuwbouw)
De kleurstelling en het materiaalgebruik zal zoveel mogelijk in stijl jaren ’20 en ’30 worden gerealiseerd met rode bakstenen, rode dakpannen en wit schilderwerk.
Binnentuin
|
In het ontwerp is veel aandacht besteedt aan het verhoogde binnenterrein. Het binnenterrein wordt ‘meeontworpen’ met het totale project en zal een kwalitatieve en plezierige uitstraling hebben en een meerwaarde vormen voor zowel het gebouw als de uiteindelijke bewoners.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
5
Aanzicht entree Postlaanzijde
Vogelvlucht binnentuin hoek Raadhuisstraat / Postlaan
Impressie binnentuin
Impressie binnentuin
6
Plattegronden Niveau -1 In het nieuwbouwdeel zal een ondergrondse parkeergarage worden gerealiseerd die ruimte biedt aan ca. 14 parkeerplaatsen. De parkeerplaatsen zijn bereikbaar via een autolift.
Begane grond De begane grond voorziet in een te verbouwen gedeelte als een kantoorruimte (met baliefunctie) en centrum functies en in het nieuwbouwdeel in een parkeergarage die ruimte biedt aan ca. 15 parkeerplaatsen (zowel prive als semi-openbare parkeerplaatsen) en bergingen ten behoeve van wonen. De garage is via een korte hellingbaan bereikbaar. Het uiteindelijk te bepalen aantal prive en openbare parkeerplaatsen zal in nader overleg met de gemeente Heemstede worden bepaald. Nieuwe traforuimte i.o.m nutsbedrijf
Grens nieuwe speelterrein
In het bestaande deel zullen 4 woningen worden gerealiseerd met oppervlaktes van c. 90m2 In het nieuwbouwdeel zullen 10 appartementen worden gerealiseerd van ca. 55 m2 tot ca. 80 m2.
|
1e verdieping
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
7
2e verdieping
8
3.2 Openbare ruimte Voor de inrichting van de openbare ruimte rondom het gebouw is een inrichtingsschets gemaakt voor de buitenruimte. De situatie zoals deze aan de Raadhuissstraat zijde op dit moment is zal gehandhaafd blijven. Aan de Raadhuisstraat-zijde is de entree naar de kantoorruimte gesitueerd. Aan de Postlaan-zijde is zowel de ingang naar het binnengebied c.q. de woningen als de parkeergarage en autolift gesitueerd. Ten behoeve van de inrit van de parkeergarage en autolift zal aan de Postlaan-zijde een inrit gecreëerd dienen te worden. De bebouwing zal aansluitend op de openbare verharding worden gerealiseerd. Daarnaast zal de speeltuin, zoals deze reeds aanwezig is, gehandhaafd blijven. Wel zal de speelplaats worden aangepast in overleg met de gemeente. De gevel aan deze zijde is met aandacht voor de omgeving ontworpen, waarbij er in het bijzonder aandacht besteedt zal worden aan de materialisering van de trafo en de relatie tot de speeltuin. Foto (oude) situatie speelplaats Lieven de Keylaan
Speelterrein / Groen Er zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan een ‘groene’ invulling van het bouwplan. Op de grens van het nieuwe bouwdeel en het speelterrein worden gevels open c.q. luchtig gerealiseerd in verband met ventilatie van de parkeerkelder. Deze gevelopeningen worden ingevuld met hekwerk en opgaande groenvoorzieningen. Daarnaast zal het binnen gebied tussen het bestaande en nieuwe deel worden ingevuld met groen middels bakken en/of schermen.
Tekening gemeentelijke ontwikkelingsnotitie
De inrit van de parkeergarage wordt dusdanig gesitueerd dat de bestaande grote en beeldbepalende bomen langs de Postlaan zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Indien kap van één van de bomen onvermijdelijk is, dan zal een verzoek tot kapvergunning worden ingediend, waarbij de verwachting is dat deze verleend zal worden. Opgemerkt dient te worden dat de bomen niet monumentaal zijn, wel onderdeel uitmaken van een laanstructuur, maar deze structuur eveneens niet monumentaal is. Kortom er zijn geen beperkende randvoorwaarden.
|
Bomen (Postlaan)
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
9
10
4. V I G E R E N D B E L E I D 4.1 RIJKSBELEID Nota ruimte 2004 In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020. Bovendien bevat het een doorkijk op de langere termijn, namelijk de periode 2020-2030. De Nota Ruimte vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota’s c.q. de planologische kernbeslissingen (PKB’s) behorende bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (en de Actualisering daarvan in de Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het relatief beperkte oppervlak van Nederland. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en borging van de veiligheid. Met de Nota Ruimte heeft het kabinet gekozen voor een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. Het accent verschuift daarmee van het stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Er wordt meer nadruk gelegd op “ontwikkelingsplanologie” en minder op “toelatingsplanologie”. Daarnaast is het landelijke beleid gericht op het optimaal benutten van het huidige bebouwde gebied. Steden en dorpen kunnen door bundeling van verstedelijking of economische activiteiten eenvoudiger worden ontsloten en ondersteunen een optimale benutting van de infrastructuur. Tevens maakt bundeling het mogelijk om functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen ondersteund wordt en arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bij bundeling dient te worden aangesloten op bestaande ruimtelijke structuren. De ontwikkeling die in deze ruimtelijke onderbouwing is opgenomen betreft de herontwikkeling van een locatie in bebouwd gebied. Door de realisatie van het projectplan wordt een groter draagvlak voor voorzieningen gerealiseerd en kunnen zorgtaken gecombineerd worden. Overigens wordt het projectplan ingepast in de bestaande ruimtelijke structuur. Het projectplan is als zodanig in overeenstemming met het rijksbeleid uit de Nota Ruimte.
4.2 PROVINCIAAL BELEID Streekplan Noord-Holland Zuid 2003 (overgangsbeleid) De Provinciale Staten van Noord-Holland hebben op 17 februari 2003 het streekplan Noord-Holland Zuid vastgesteld. Het streekplan is met de partiële streekplanherziening “streekplan Noord-Holland Zuid van 19 november 2007 op belangrijke onderdelen herzien. Met ingang van 1 juli hebben de streekplannen de status van structuurvisie gekregen. Op dit moment is een nieuwe Structuurvisie in de maak zolang deze niet is goedgekeurd is het Streekplan 2003 leidend. De project locactie valt binnen de in het Streekplan gestelde ‘Rode Countouren’. Het streekplan beschrijft het ruimtelijk beleid voor de komende jaren voor Noord-Holland Zuid. Hierbij wordt onder andere ingezet op het behouden en versterken van de landschappelijke kwaliteiten, vooral door te zorgen voor recreatief medegebruik. Het vinden van ruimte voor waterberging en het behoud van de cultuurhistorische structuren spelen daarbij een hoofdrol. Verder is het beleid gericht op het zorg dragen voor een betere bereikbaarheid. Voor woningbouw geldt dat de provincie in de periode tot 2020 met een toename van 166.000 woningen ruimte wil bieden aan de (gedifferentieerde) vraag naar woningen. Het projectplan voorziet in die vraag die verwoord is in het streekplan
Op 16 februari 2010 heeft Gedeputeerde Staten de ontwerp structuurvisie Noord Holland vastgesteld. De commissie Ruimtelijke Ordening en Grondzaken (ROG) heeft zich op 29 maart laten informeren over de structuurvisie en verordening. Op 26 april adviseert de commissie ROG aan Provinciale Staten over de structuurvisie. Provinciale Staten stellen vervolgens de structuurvisie vast. Op het moment van vervaardigen van deze ruimtelijke onderbouwing is het onduidelijk wanneer de Structuurvisie zal worden vastgesteld. Ten aanzien van wonen zijn de voornaamste aandachtspunten. Bij verstedelijking staat de kwaliteit voorop. Ruimtelijke ontwikkelingen voor wonen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of versterkt (ja, mits-principe). De woningbouwmogelijkheden worden primair ingezet binnen het bestaand bebouwdgebied. Transformatie van gebieden buiten het bestaand bebouwd gebied is onder stringente voorwaarden (Verordening) mogelijk. Een gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woningen moet bevorderd worden. Het bouwplan voldoet aan deze wensen vanuit de ontwerp Structuurvisie.
4.3 REGIONAAL BELEID Luchthavenindelingsbesluit Schiphol Ten oosten van Heemstede is Schiphol gelegen. De ligging van Schiphol brengt beperkingen met zich mee ten opzichte van de ruimtelijke mogelijkheden in de omgeving. Deze beperkingen zijn aangegeven in het luchthavenindelingsbesluit Schiphol en vormt een uitwerking van de Wet luchtvaart. Dit besluit is vastgesteld op 26 november 2002 en geïntegreerd, als bijlage, in het streekplan Noord-Holland Zuid. Het luchthavenindelingsbesluit Schiphol geeft beperkingen voor het aantrekken van vogels voor omliggende gebieden. Voor de projectlocatie zijn deze beperkingen niet van toepassing. Naast beperkingen voor het aantrekken van vogels geeft het luchthavenindelingsbesluit eveneens beperkingen voor bebouwing en de hoogte van bebouwing. De beperkingen voor bebouwing zijn niet van toepassing op de projectlocatie. De hoogtebeperkingen opgenomen in het LIB zijn wel van toepassing, maar vormt geen belemmering. De beperkende hoogte volgens het LIB bedraagt 145 m1. De te realiseren bebouwing zal niet hoger worden dan 13,5 m1. Het LIB is derhalve niet van invloed op het bouwplan.
|
Structuurplan Noord-Holland 2040
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
11
12
4.4 GEMEENTELIJK BELEID Vigerend bestemmingsplan Voor de projectlocatie vigeert het bestemmingsplan “Centrum” zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Heemstede op 21-7-1994 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland op 28-2-1995 en de Raad van Staten op 7-7-1997 Op grond van het vigerende bestemmingsplan heeft de projectlocatie de bestemming ‘Centrum doeleinden’ en de bestemming ‘verkeersdoeleinden en groenvoorzieningen’.
‘Centrum doeleinden’ Detailhandelsbedrijven en aanverwante dienstverlening en horecabedrijven (maximaal 19 in hele plangebied), maatschappelijke instellingen, kantoren, bedrijven (maximaal categorie 2), bovenwoningen (in voorste 12 m1), tuinen, erven, verblijfsgebied en parkeervoorzieningen. Het bouwvlak is ca. 850 m2, waarvan ca. 450 m2 gemeentelijk monument. In totaal laat het bestemmingsplan een bouwvolume toe van ca. 6.000 m3, waarvan ca. 3.350 m3 monument. Op deze bestemming mogen alleen gebouwen worden opgericht die verband houden met de bestemming.
‘Verkeersdoeleinden en groenvoorzieningen’ Het achterterrein van ca. 600 m2 (de plaats van het vroegere badhuis) is bestemd voor Verkeersdoeleinden en Groenvoorzieningen. Op deze bestemming mogen alleen gebouwen worden opgericht die verband houden met de bestemming.
−
Uitsnede bestemmingsplan kaart Bestemmingsplan Heemstede ‘Centrum’.
Strijdigheid Het projectplan bestaat deels uit verbouw van het bestaande gebouw wat binnen het bestaande bouwvlak wordt gerealiseerd. De nieuwbouw zal deels worden gerealiseerd binnen het bestaande bouwvlak en deels erbuiten. Voor wat betreft de bestaande bebouwing zal het plan binnen de contouren van het vigerende bestemmingsplan worden gerealiseerd met beneden kantoren en boven woningen. De strijdigheid van het projectplan ligt met name bij het feit dat de nieuwbouw deels wordt gerealiseerd buiten het vigerende bouwvlak en in strijd is met de vigerende bestemming.
Herontwikkelingsnotitie (2007)
|
In 2007 is door de gemeente Heemstede een ontwikkelingsnotitie gemaakt naar aanleiding van de vraag te beantwoorden wat de herontwikkelingsmogelijkheden zijn van het KPN gebouw. Deze notitie is geschreven om de verschillende partijen betrokken bij deze locatie c.q. ontwikkeling van dezelfde informatie te voorzien. In deze notitie zijn een aantal randvoorwaarden geboden waaraan een eventuele herontwikkeling dient te voldoen. Een ca. 200 m2 groter bouwvlak met gedifferentieerde hoogtematen en bebouwingpercentages, waarbij: Het monumentendeel (of tenminste het deel met de kappen) het dominante volume blijft en de rest van het bouwvlak wat betreft hoogtematen afgestemd wordt op de woningen aan de Postlaan (goothoogte max. 6 m1, bouwhoogte max. 10 m1) Het max. toelaatbare volume voor het totale project 7.000 m3 bedraagt wat betekend dat het middendeel voor grofweg 50% kan worden bebouwd), monument+(ver)nieuwbouw een complex dient te zijn (dus geen verspreid staande bouwvolumes), aanvaardbare functies in de nieuwbouw zijn: wonen en maatschappelijke voorzieningen – ook centrumfuncties, maar slechts gedeeltelijk (als ‘aanheling’ op wat in monumentdeel wordt ondergebracht), De nieuwbouw moet (ook) frontvormend zijn richting speelterrein en Postlaan.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
13
Conclusie De ontwikkeling van de ver- en nieuwbouw is wat betreft de verbouw in overeenstemming met de vigerende bestemming. De nieuwbouw is slechts ten dele in strijd met de vigerende bestemming. Daarnaast voldoet het gewenste plan aan de uitgangspunten zoals omschreven beschreven in de ontwikkelingsvisie van de gemeente Heemstede. Om het project te kunnen realiseren is het wenselijk dat het plan integraal onderdeel uit gaat maken van de het nieuwe bestemmingsplan ‘Centrum en omgeving’.
14
Welstand Welstandsnota Centrumgebied Heemstede (2010) In het huidige bestemmingsplan Centrum (juli 1994) zijn voorschriften opgenomen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, karakteristiek en beeldkwaliteit. De voorschriften betreffen het gebied waar stedenbouw en architectuur elkaar overlappen. In die zin kunnen zij beschouwd worden als een voorloper van de gebiedsgerichte welstandscriteria zoals die zijn opgenomen in de welstandsnota 2010. De welstandsnota doet ook uitspraken over reclame-uitingen, markiezen en rolluiken. Om de karakteristieke beeldkwaliteit, het dorpskarakter en de leefbaarheid van het centrumgebied te behouden is een strikte regelgeving ten aanzien van de openbare ruimte noodzakelijk. Algemene regels voor winkelpuien, reclame, rolluiken, luifels uitstallingen en terrassen zijn dan ook onontbeerlijk. Het driehoekige Raadhuisplein wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van het Raadhuis (1906) en door de al dan niet complexmatige (woon)bebouwing. De langgerekte, licht gebogen Raadhuisstraat en Binnenweg bestaan uit opeenvolgende delen die wat betreft straatprofiel, rooilijnen, bebouwing en functie enigszins van elkaar verschillen. De meeste gebouwen zijn individueel van karakter en hebben op de begane grond een winkelfunctie. Op enkele plekken is de oorspronkelijke kleinschalige en lage woonbebouwing nog aanwezig. De gevelwanden bezitten veel plasticiteit in de vorm van erkers, balkons, luifels, loggia’s en ruime dakoverstekken enzijn soms rijk gedetailleerd. De forse, wisselend georiënteerde kappen zijn gedekt met rode of gesmoorde pannen. De gevels zijn veelal van bruine en rode baksteen. Houtwerk is meestal gebroken wit geschilderd.
Welstandsregime Het beleid en het welstandstoezicht moet bijdragen aan het maximaal behouden en versterken van de stedenbouwkundige, architectonische en cultuurhistorische kwaliteit van het centrumgebied. Het dorpse karakter draagt in belangrijke mate bij aan de karakteristiek van het centrum. Het Raadhuisplein en een deel van de Binnenweg verdient extra aandacht voor het behouden van de karakteristieke architectuur van de woonbebouwing in samenhang met het privé-groen en de erfafscheidingen. In de winkelstraten is het terugdringen van forse luifels en gevelreclames (zie ook notitie reclame) belangrijk. Er heeft mondeling overleg plaatsgevonden met Welstandszorg Noord Holland (Monumentenadviescommissie). Hieruit is naar voren gekomen dat met het plan als positief kritisch beoordeelt.
Projectlocatie De projectlocatie (t) valt onder het regime van de welstandsnota Centrumgebied Heemstede. Het bouwplan zal getoetst worden aan de redelijke eisen van welstand voortkomend uit deze welstandsnota. Mede gezien het vooroverleg worden er ten aanzien van de welstandelijke toets geen problemen verwacht.
15
Samenvatting redengevende omschrijving Het voormalig postkantoor heeft cultuurhistorische waarde vanwege de uniciteit en de oorspronkelijke functie als dorpspostkantoor. Het object heeft stedenbouwkudige en situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan de Raadhuisstraat hoek Postlaan. Het pand is van architectonische waarde vanwege de kwaliteit van het ontwerp en de detailering in de trant van de Amsterdamse School. In het bouwhistorisch onderzoek is de uitgebreidere redengevende omschrijving geformuleerd.
Samenvatting en conclusie advies Er is uit onderzoek gebleken dat er geen sprake is van een beschermingswaardig interieur. De indeling van het pand is gewijzigd als gevolg van de functiewijziging van het postkantoor naar hoofdzakelijk techniekruimte. Het is het overwegen waard om bij de ontwikkeling op het achterterrein aandacht te besteden aan de in het advies genoemde (stijl)kenmerken. De reconstructie van de zijgevel naar historisch voorbeeld zou te ver voeren, maar kan bij een nieuwe invulling van het pand wel als inspiratie dienen. Bij het ontwerp van de ver-nieuwbouw is door de architect Phoenix, architectuur en stedebouw uit Eindhoven sterk rekening gehouden met de stijlkenmerken en zal het project met aandacht voor de bouwhistorische inventarisatie en het verleden worden gerealiseerd.
De Speelvisie 2007 - 2010 Kinderen hebben ruimte nodig om te spelen en zich te ontwikkelen. Gemeenten dienen deze ruimte te reserveren om kinderen te stimuleren om te gaan spelen. Dit kan in de vorm van informele speelplaatsen (ruimte voor kinderen om hun eigen spel te bedenken, de fantasie wordt geprikkeld) of in de vorm van formele speelplaatsen. Formele speel- of sportplaatsen worden ingericht met speeltoestellen of sporttoestellen die uitdaging bieden, waardoor kinderen hun grenzen kunnen verkennen. De gemeente is voornemens de speeltuin, die door de gemeente gehuurd wordt van de eigenaar van Raadshuisstraat 22a/24a, aan de Lieven de Keylaan te herinrichten. De uitvoering van de werkzaamheden is in april 2010 reeds gestart. De ontwikkelaar van het voorgelegen project is met de gemeente overeengekomen de speeltuin zoveel mogelijk te handhaven.
Conclusie Geconcludeerd kan worden dat de ver- en nieuwbouw met bijbehorende parkeervoorzieningen past binnen de beleidsuitgangspunten van het rijk, de provincie Noord-Holland, de gemeente Heemstede, de gemeentelijke monumentenlijst en De Speelvisie 2007-2010.
|
Alvorens te starten met herontwikkeling van het pand aan de Raadhuisstraat 22a/24a en de Postlaan 3 is door Hylkema Consultants b.v. een bouwhistorische inventarisatie uitgevoerd voor dit pand, een voormalig postkantoor. Het object is een gemeentelijk monument. Doel van de inventarisatie is vast te stellen of er zich naast de in de redengevende omschrijving genoemde beschermingswaardige onderdelen nog andere, niet genoemde monumentale zaken in of aan het pand bevinden.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
Monument (gemeentelijk)
16
5.MILIEUASPECTEN 5.1 INLEIDING Aan de verschillende overheden zijn op basis van milieuwetgeving zoals de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de ‘Wet luchtkwaliteit’ vele taken en bevoegdheden op milieugebied toegekend. Deze hebben ook betrekking op de ruimtelijke ordening. Het milieubeleid van de verschillende overheden is er op gericht om te komen tot een integrale verbetering van de leefomgevingskwaliteit door een vroegtijdige integratie van milieukwaliteit in ruimtelijke planvormingsprocessen. In het kader van het onderhavig projectplan is onderzoek gedaan naar bodem, geluid en lucht. Tevens zijn de aspecten milieuzonering en externe veiligheid beoordeeld.
5.2 KLIC-MELDING Er is een oriënterende Klic-melding gedaan om na te gaan of in het projectgebied kabels en leidingen aanwezig zijn. In de grond zijn alleen de gebruikelijke huisaansluitingen aanwezig van Continuon (elektriciteit), KPN (telecom) en de gemeente Heemstede (riolering). Met deze aansluitingen zal gedurende de werkzaamheden rekening worden gehouden, zodat beschadigingen worden voorkomen. Kort voor de start van de werkzaamheden zal nog een definitieve Klic-melding worden gedaan door de uitvoerend aannemer.
Bij deze ontwikkeling zal in het bijzonder aandacht besteedt moeten worden aan de kabels en leidingen gezien de ligging en aard van het object (voormalig KPN gebouw).
Electriciteit Volgens de Klic-melding is op dit moment de wijkcentrale electriciteit (laagspanning en middenspanning) gevestigd op het terrein achter Raadhuissstraat 22a /24a. De kabels die vanuit het trottoir van de Postlaan via de Lieven de Keylaan lopen hebben geen directe invloed op de nieuwbouw. Wel zal de trafo in overleg met de betreffende eigenaar verplaatst dienen te worden buiten de grens van de te realiseren bebouwing. Gezien het kabel verloop is dit goed realiseerbaar. De verplaatsingskosten en vergunningen zijn meegenomen in de ontwikkeling. Wel zal de trafo op een gedeelte van de speelplaats gerealiseerd moeten worden met afdoende voorzieningen in overleg met de eigenaar te realiseren. De trafo zal door de architect worden meeontwerp en in overleg met de stedenbouwkundige, waarbij de materialisering zoveel mogelijk zal worden afgestemd op het ontwerp.
KPN Volgens de Klic-melding lopen er een aantal KPN-kabel/leidingen over het terrein achter en naast Raadshuisstraat 22a/24a. In overleg met de KPN (verkoper van het gebouw) zijn er diverse opstalrechten en erfdienstbaarheden gevestigd die de instandhouding van de KPN telefooncentrale in het gebouw garandeert. Daarnaast dient er een strook van ca. 1 m1 aan weerszijden van de kabels en leidingen strook vrijgehouden te worden van opstallen e.d. Deze instandhouding geldt tot na opzegging van KPN.
17
Onderzoek milieuzonering Bij het realiseren van nieuwe functies dient gekeken te worden naar de omgeving waarin deze gerealiseerd worden. Hierbij spelen twee vragen een rol: 1 past de nieuwe bestemming in de omgeving? 2 laat de omgeving de nieuwe bestemming toe? Een gebouw met kantoren op de begane grond en bovenwoningen en appartementen kan worden beschouwd als een milieugevoelige functie, maar niet als een milieubelastende functie. Om deze reden zal alleen een beoordeling worden gemaakt van het gebouw als milieugevoelige functie.
Het gebouw als milieugevoelige functie Het gebouw ligt midden in een woonwijk. In de directe omgeving van de projectlocatie zijn alleen ‘centrumfuncties’ van toepassing. Deze functies vormen geen belemmering voor de realisatie van de ver/nieuwbouw.
Conclusie De ontwikkeling van de ver-nieuwbouw past in de omgeving. Er zijn in de nabijheid van de projectlocatie wat betreft milieuzonering geen belemmeringen voor de ontwikkeling van de ver-nieuwbouw, noch vormt de realisatie van de ver-nieuwbouw een belemmering voor de eventuele milieuvergunningen van bedrijven gevestigd in de nabijheid van de projectlocatie.
5.4 GELUID Inleiding De mate waarin het geluid, veroorzaakt door wegverkeer, door spoorwegverkeer, en/of door inrichtingen (industrielawaai) het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder. De wet stelt dat in principe de geluidbelasting op de gevel van gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen en ziekenhuizen niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde. De voorkeursgrenswaarde is de waarde die zonder meer kan worden toegelaten. Voor de vaststelling van een geluidbelasting hoger dan de voorkeursgrenswaarde (met de grenswaarde als plafond) dient ontheffing te worden verkregen via een zogenoemde hogere grenswaardeprocedure. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting. Wonen is een geluidgevoelige functie in het kader van de Wet geluidhinder. Dit betekent dat de ontwikkeling van de ver-nieuwbouw moet voldoen aan de eisen zoals gesteld binnen deze wet. De gemeente Heemstede heeft aangegeven dat de Postlaan, Raadhuisstraat en Lieven de Keylaan allen een 30 km regime kennen en daardoor niet onderzoeksplichtig zijn in het kader van de Wet geluidhinder. Wel is door Hans Dokter bv een akoestisch onderzoek uitgevoerd2 in het kader van het bouwbesluit met betrekking tot de geluidsbelasting van de gevel als gevolg van het verkeer op de Postlaan, Raadhuisstraat en Lieven de Keylaan
1
VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering 2007 Akoestisch onderzoek naar de geluidwering van gevels van de ver-/nieuwbouw van het voormalig KPN gebouw. (gemeente Heemstede), Hans Dokter bv 10 mei 2010 2
|
Bij milieuzonering gaat het om afstanden die bij voorkeur in acht moeten worden genomen rondom milieubelastende functies zoals bedrijven, industrie en nutsvoorzieningen. Het gaat hierbij om milieuaspecten als geur, stof, geluid en gevaar die een belemmering kunnen vormen voor gevoelige functies als wonen, scholen en ziekenhuizen. In het kader van ruimtelijke ordening geeft de VNG-publicatie “Bedrijven en milieuzonering1” indicatieve afstanden om een voldoende ruimtelijke scheiding te bewerkstellingen tussen belastende en gevoelige functies.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
5.3 BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING
18
Akoestisch onderzoek De geluidsbelasting op het bouwplan afkomstig van het verkeer van de Postlaan, Raadhuisstraat en Lieven de Keylaan is het hoogste aan de zijde van de Raadhuisstraat. Hier bedraagt de gevelbelasting maximaal 58 dB. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt daarmee wel overschreden. De maximaal toelaatbare waarde van 65 dB wordt hiermee niet overschreden. Door middel van voldoende gevelisolatie (25 db) zal gezorgd worden dat aan het maximale binnenniveau van 33 dB zal worden voldaan. De geluidsbelasting op de gevel aan de Postlaan bedraagt maximaal 54 db (21 db geluidwering), de geluidsbelasting op de gevel aan de Lieven de Keylaan is 48 db (15 db geluidwering). De projectlocatie is tevens gelegen binnen de geluidszone van de Heemsteedse Dreef die een 50 km-regime kent. Uit het akoestisch onderzoek komt naar voren dat de grote afstand tussen de projectlocatie en de Heemsteedse Dreef (190m1) in combinatie met de volledige afscherming van de tussenliggende woonbebouwing zorgt dat de geluidsbelasting van deze weg buiten beschouwing kan worden gelaten.
Railverkeerslawaai De ontwikkellocaties bevinden zich niet binnen de geluidszones van spoorlijnen in Heemstede. In het plangebied bevinden zich geen spoorlijnen.
Industrielawaai De ontwikkellocaties bevinden zich niet binnen de geluidszone van gezoneerde industrieterreinen. In en nabij het plangebied bevinden geen gezoneerde industrieterreinen.
Conclusie Het aspect akoestiek zorgt niet voor belemmeringen ten aanzien van de realisatie van het projectplan, wel dient er afdoende geluidwering gerealiseerd te worden om aan de geldende binnenwaarden normen uit het bouwbesluit te kunnen voldoen. Dit zal ten behoeve van de bouwaanvraag aangetoond worden middels een rapport geluidwering van de gevel.
5.5 BODEM Inleiding De bodemkwaliteit is in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling van belang indien er sprake is van functieveranderingen of een ander gebruik. De bodem moet geschikt zijn voor de nieuwe functie. Het doen van bodemonderzoek bij bouwactiviteiten is een verplichting uit het Besluit Indieningvereisten. Bij functies waarbij sprake is van langdurig verblijf (langer dan drie uur) van mensen is bodemonderzoek noodzakelijk. Bij de nieuwe functie wonen is een langdurig verblijf van mensen aan de orde. Ten behoeve van het ver-nieuwbouw is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd.
Bodemonderzoek Medio 2008 heeft BK Ingenieurs het verkennend bodemonderzoek en asbest-ingrondonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd conform de richtlijn NEN-5740 ‘Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek’. Ten aanzien van de periode waarin het bodemonderzoek is uitgevoerd zal de bruikbaarheid van het bodemonderzoek moeten worden beoordeeld. Aangezien de verwachting is dat er tussen medio 2008 en het uitvoeren van het bouwplan geen veranderingen in bodem hebben plaatsgevonden en/of zullen plaatsvinden, is het door BK Ingenieurs uitgevoerde verkennend bodemonderzoek nog steeds actueel en kan hiervan gebruik worden gemaakt bij de beoordeling of de bodemkwaliteit geschikt is voor de functie Centrumfuncties (wonen, parkeren en kantoor). Voorafgaand aan het veldwerk is historisch bodemonderzoek uitgevoerd. De locatie is ca. 1445 m2 groot, ca. 682 m2 hiervan is bebouwd en deels onderkeldert. Op de locatie bevindt zich tevens een transformatorhuis. Uit dit vooronderzoek is gebleken dat in de omgeving reeds onderzoek is uitgevoerd bij Raadhuisstraat 15 – 25, Raadhuisstraat 27, Raadhuisstraat 28 en Raadhuisstraat 53 – 65. Hieruit is naar voren gekomen dat op een aantal van deze onderzoekslocaties verschillende maten van verontreiniging zijn
aangetroffen, maar deze hebben volgens BK ingenieurs geen invloed op de bodemkwaliteit van de projectlocatie. De projectlocatie is aangemerkt als ‘onverdacht’.
Locatieinspectie Er is gebleken bij locatie inspectie dat er een bovengrondse tank aanwezig is in een betonnen vloeitstofdichte bak. Een deel van de locatie is verhard en zijn er geen asbestverdachte objecten op de locatie gevonden. De gemeente Heemstede heeft een Bodemkwaliteitskaart (BKK), waaruit blijkt dat de locatie gelegen is in de zogenoemde bodemkwaliteitzone: Woongebied 1. met de bijbehorende waardes zowel in de bovengrond als ondergrond, zie onderstaande figuren. De bovengrond in het omliggende gebied is aangemerkt als licht verontreinigd. De ondergrond is aangemerkt als ‘schoon’.
|
Kaart bovengrond
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
19
Kaart ondergrond
Tijdens het vooronderzoek is de locatie opgedeeld in twee deellocaties. 1.) mogelijke ‘ondergrondse tank’ 2.) het overige terrein.
20
Voor locatie 1. is gekozen voor de strategie ‘verdacht’ en voor locatie 2. de strategie ‘onverdacht’. Het veldwerk is uitgevoerd conform BRL SIKB 2000 en de bijbehorende VKB Protocollen. Tijdens de boorwerkzaamheden is voortdurend zintuiglijk beoordeeld op de aanwezigheid van bodemvreemde materialen. Verder zijn bij de uitvoering van het veldwerk het maaiveld en de opgeboorde grond visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van asbestverdachte materialen.
De gestelde hypothese bij onderzoekslocatie 2. is juist gebleken. Er zijn alleen wat licht verhoogde gehalten aangetroffen die overeenkomen met de BKK. De hypothese van locatie 1. is onjuist gebleken. De verwachte verontreiniging met minerale olieeen is niet aangetroffen. Wel is een lichte verontreiniging met barium aangetroffen in het grondwater. Aangezien dit een lichte verontreiniging betreft is nader onderzoek niet nodig.
Conclusie Uit het verkennend bodemonderzoek en de BKK is gebleken dat er geen belemmeringen zijn ten aanzien van de ontwikkeling van het projectplan.
5.6Externeveiligheid Inleiding Binnen de gemeente Heemstede zijn de veiligheidsrisico’s op een systematische wijze geïnventariseerd. Het gaat hierbij onder meer om bedrijven waar op grote schaal gevaarlijke stoffen worden opgeslagen, verwerkt of geproduceerd, maar ook om de bijbehorende vervoersstromen. Naast deze risico’s zijn ook de mogelijke effecten van bijvoorbeeld natuurgeweld, uitval van nutsvoorzieningen of grote evenementen in kaart gebracht. inleiding Bepaalde maatschappelijke activiteiten brengen risico’s op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee. Externe veiligheid richt zich op het beheersen van de risico’s bij de productie, opslag, transport en gebruik van gevaarlijke stoffen. Nieuwe vestiging van dergelijke activiteiten is van invloed op de omgeving, doordat veiligheidsafstanden worden gesteld. Hierdoor is het van belang dat het ruimtelijk beleid en het externe veiligheidsbeleid op elkaar worden afgestemd. In opdracht van de gemeente Heemstede heeft de Milieudienst IJmond een onderzoek uitgevoerd naar het centrum gebied van Heemstede. In dit advies valt de locatie op de hoek Raadhuislaan / Poststraat. In het advies wordt bovengenoemd ruimtelijke plan beoordeeld op verschillende externe veiligheidsaspecten uit het Besluit Externe Veiligheid voor Inrichtingen (het BEVI) en de circulaire ‘risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’. De verantwoordingsplicht is aan de orde als het invloedsgebied van een BEVI-inrichtingen over het gebied waarvoor een ruimtelijk plan wordt opgesteld, valt. Bij de beoordeling gaat het om de volgende risicobronnen: * bedrijven, waar handelingen met gevaarlijke stoffen worden uitgevoerd; * vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg; * transport van gevaarlijke stoffen door een buisleiding
Wetgeving Het BEVI is in oktober 2004 in werking getreden. Het besluit heeft tot doel zowel individuele als groepen burgers een minimum (aanvaard) beschermingsniveau te bieden. Indien, op grond van een WRO-besluit, de bouw of vestiging van een kwetsbaar- of beperkt kwetsbaar object mogelijk gemaakt, is het BEVI van toepassing. In augustus 2004 is voor het vervoer van gevaarlijke stoffen de circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen gepubliceerd. In de circulaire RNVGS (2004) is het rijksbeleid over de afweging van veiligheidsbelangen die een rol spelen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen in relatie tot de omgeving, verduidelijkt en geoperationaliseerd. In de circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij het BEVI.
Om te kunnen bepalen of een BEVI-inrichting en/of het vervoer van gevaarlijke stoffen voldoet aan de externe veiligheidsnormen, moeten eerst het plaats-gebonden risico en het groepsrisico worden bepaald.
Beoordeling/Verantwoording In de directe omgeving van de planlocatie liggen geen Bevi-inrichtingen. De gemeente Heemstede heeft geen routering vervoer gevaarlijke stoffen vastgesteld. Onbekend is of (en zo ja in welke mate) er over wegen in de nabijheid (200 m) van de planlocatie vervoer is van gevaarlijke stoffen.
Aanname Indien er over wegen in de directe omgeving van het plan transport plaats vindt van gevaarlijke stoffen, dan zal dit naar verwachting vervoer van LPG zijn. Aan de hand van de vuistregels kan worden bepaald dat deze weg geen 10-6 contour zal hebben (< 8.000 LPG_tankwagens/jaar). Verder kan aan de hand van de vuistregels worden bepaald of de oriënterende waarde niet zal worden overschreden (drukke woonwijk 70 personen/hectare, eenzijdige bebouwing, < 200 LPG_tankwagens/jaar). Via het gebied rijden vermoedelijk alleen incidenteel de LPG-tankwagens. Geen van de benzinestations in de buurt heeft een LPG verkooppunt. Het dichtstbijzijnde benzinestation ligt op hemelsbreed ca. 670 m1 afstand van de projectlocatie (Texaco – Heemsteedsedreef)Op ca. 1,2 km1 ligt een Shell tankstation eveneens langs de Heemsteedse Dreef. Beide stations hebben geen LPG opslag en vormen zowel door deze beperking als de afstand tot de projectlocatie geen belemmering voor de ontwikkeling van de projectlocatie.
Conclusie en aanbeveling externe veiligheid De te volgens procedure is voor zowel het BEVI als de circulaire RNVGS het wettelijke instapmoment om een ruimtelijk plan te toetsen aan de externe veiligheidsaspecten plaatsgebonden risico en groepsrisico. De gemeente Heemstede heeft aan de milieudienst IJmond een milieu-advies te leveren voor een aanzienlijk deel van het grondgebied van Heemstede. Dit advies is als uitgangspunt gebruikt. Uit het rapport komt de conclusie dat het plan voldoet aan de gestelde normen.
|
Voor zowel de handelingen met gevaarlijke stoffen bij bedrijven als het transport van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, namelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico (10-6 /jaar) geeft inzicht in de kans op overlijden van een individu op een bepaalde afstand van een risicovolle activiteit. Het groepsrisico wordt bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval bij een risicovolle activiteit en geeft het aantal mogelijke (dodelijke) slachtoffers weer. Ten aanzien van het PR geldt dat er bij besluitvorming op een ruimtelijk plan een grenswaarde in acht dient te worden genomen (kwetsbaar object) danwel met een richtwaarde rekening dient te worden gehouden (beperkt kwetsbaar object). Voor het GR geldt een oriënterende waarde (BEVI) of een oriëntatie waarde (circulaire). De provincie Noord-Holland heeft een toetsingskader (stappenplan) groepsrisico opgesteld voor de beoordeling van ruimtelijke plannen.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
21
22
5.7 LUCHTKWALITEIT Luchtkwaliteit plangebied In verband met een goede ruimtelijke ordening is de luchtkwaliteitssituatie in het plangebied in grote lijnen beoordeeld door Milieudienst IJmond in opdracht van de gemeente Heemstede. De luchtkwaliteit in een bepaald gebied wordt bepaald door de achtergrondconcentratie van fijn stof en stikstofdioxide plus de bijdragen van lokale bronnen die bij de achtergrondconcentratie opgeteld worden. Volgens Car 2, versie 6.1.1 bedraagt de achtergrond-concentratie van fijn stof in het plangebied 26 microgram voor het jaar 2008 en 24 microgram in 2010 (exclusief zeezoutcorrectie). De achtergrondconcentratie van stikstofdioxide bedraagt in 2010 23 microgram. In het plangebied zijn een aantal drukke verkeerswegen opgenomen, bijvoorbeeld de Herenweg en de Heemsteedse Dreef. Uit de door de Milieudienst IJmond opgestelde rapportage luchtkwaliteit over het jaar 2006 blijkt in de gehele gemeente Heemstede geen overschrijdingen van de grenswaarden voor fijn stof en stikstofdioxide optreden. Een samenvatting van deze rapportage is opgenomen in bijlage 2. Conclusie luchtkwaliteit In deze notitie zijn opmerkingen over de luchtkwaliteitsaspecten voor het bestemmingsplan Centrum en omgeving te Heemstede opgenomen. In november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Volgens deze wet is sprake van een plan die niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het plan hoeft niet meer te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. Wel zal in het kader van een goede ruimtelijke ordening een motivatie nodig zijn. In dit verband wordt opgemerkt dat in het plan(gebied) ruimschoots worden voldaan aan de normen van de Wet luchtkwaliteit. De conclusie is dat de Wet luchtkwaliteit geen knelpunt vormt voor de realisatie van het plan.
5.8 ECOLOGIE Inleiding In het kader van onderhavig project moet worden getoetst of er sprake is van negatieve effecten op de aanwezige beschermde soorten zoals de Flora- en faunawet die aangeeft. Als hiervan sprake is, moet ontheffing of vrijstelling worden aangevraagd. Voorts moet bekeken worden of er effecten zijn op aangewezen gebieden zoals Vogel- en/of Habitatrichtlijngebieden.
Quick scan flora en fauna De huidige locatie is nagenoeg volledig bebouwd/verhard met klinkerverharding, waardoor de kans op dieren en/of planten nihil is. Tevens is een inspectie gedaan in de te slopen gebouwen die een eventuele schuilplaats voor dieren kunnen vormen. Uit deze inspectie is gebleken dat er geen vogels in de gebouwen broeden en/of vleermuizen overwinteren of slapen. Ten aanzien van soortenbescherming zijn geen beschermde of bedreigde plantensoorten of resten van plantensoorten op de projectlocatie aangetroffen. Voor mogelijke voorkomende amfibieënsoorten, zoals de bruine kikker, kleine watersalamander en de gewone pad geldt een algemene vrijstelling uit de Flora- en Faunawet waaraan geen verdere eisen zijn verbonden. Doordat de projectlocatie volledig is verhard en er geen sloten en/of vijvers aanwezig zijn, is het niet mogelijk dat er vissen en/of reptielen op de projectlocatie aanwezig zijn. Daarnaast wordt er met de sloop- en aanlegfase begonnen voordat het broedseizoen van de vogels van start gaat en zullen de werkzaamheden continu voortduren.
Conclusie Het aspect Flora en Fauna vormt geen belemmering voor de realisatie van het projectplan op de projectlocatie. Gezien het feit dat de projectlocatie volledig verhard is en er geen noemswaardige bomen en/of bossages op de locatie aanwezig zijn, er geen vogels en/of vleermuizen in de gebouwen broeden en wordt begonnen met de sloop- en aanlegfase voordat het broedseizoen van start gaat, is afdoende gewaarborgd dat er geen overtredingen van de Flora- en faunawet zullen plaatsvinden. Er hoeft derhalve geen flora- en faunaonderzoek te worden uitgevoerd.
|
Voor het aspect gebiedsbescherming is op basis van de ligging van de projectlocatie voldoende aannemelijk gebleken dat er door de ver-nieuwbouw geen negatieve effecten voor Flora en Fauna zijn te verwachten. De projectlocatie in Heemstede bevindt zich niet in de nabijheid van een beschermd natuurgebied en/of een ecologische hoofdstructuur. Voor de activiteit is daarom geen vergunning nodig op grond van de Natuurbeschermingswet.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
23
24
6.RUIMTELIJKE ASPECTEN 6.1WATER Inleiding In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem. Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies. In de waterparagraaf worden de uitkomsten van het overleg opgenomen. In het kader van deze ruimtelijke onderbouwing zal overleg met het Hoogheemraadschap van Rijnland plaatsvinden. Deze waterparagraaf geeft allereerst een beschrijving van het beleid op het gebied van water op verschillende bestuursniveaus.
Europeesbeleid De waterkwaliteit legt een claim op het gebruik van de ruimte. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is vanaf december 2000 van kracht en heeft als doel te komen tot schone, ecologisch gezonde stroomgebieden waarin op een duurzame manier met het gebruik van water wordt omgegaan. Uitvoering geven aan de verplichtingen van de Kaderrichtlijn is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle overheden en geldt als een resultaatsverplichting. De wateren binnen de EU moeten in 2015 aan de in de KRW gestelde eisen voldoen. De provincie Noord-Holland maakt volledig deel uit van het deelstroomgebied Rijndelta en het daarbinnen begrensde deelstroomgebiedsdistrict Rijn-West. Binnen Rijn-West werkt de provincie Noord-Holland samen met alle betrokken waterbeheerders (Rijkswaterstaat, buurprovincies, waterschappen en gemeenten) aan het opstellen van het regionale deel van het genoemde stroomgebiedbeheersplan Rijndelta.
Rijksbeleid In het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben rijk, provincies, waterschappen en gemeenten afgesproken dat in 2015 het watersysteem op orde moet zijn en blijven. Water moet weer de ruimte krijgen en is medesturend voor het ruimtelijk beleid. Als een van de eerste stappen is afgesproken dat de waterschappen in beeld brengen hoeveel waterberging er nodig is om aan de zogenaamde werknormen te kunnen voldoen. Voor stedelijk gebied houdt dit bijvoorbeeld in dat de hoeveelheid wateroppervlak die nodig is om te zorgen dat bij neerslag het waterpeil maar eens in de 100 jaar tot aan het maaiveld kan stijgen.
Provinciaalbeleid Provinciaal beleid geeft aan dat de manier waarop in West-Nederland met water wordt omgegaan, bepalend is voor het grondgebruik. De beperkingen die het water geeft, zijn tot op zekere hoogte technisch oplosbaar. Om wateroverlast tot het aanvaardbare te beperken en voor behouden of verkrijgen van een goede waterkwaliteit, stelt de provincie eisen aan nieuwe ontwikkelingen. Het doel is het realiseren van robuuste en veerkrachtige watersystemen. Uitgangspunt voor het voorkomen van wateroverlast en watertekorten is eerst het water vasthouden, dan pas bergen en in laatste instantie afvoeren. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit gaat het om schoonhouden, dan scheiden van waterstromen (zoet-zout, slechte-goede kwaliteit) en tenslotte zuiveren. Dit geldt voor zowel het landelijk gebied als het stedelijk gebied.
Klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling hebben steeds meer invloed op het waterbeheer. In het Provinciaal Waterplan 2006 – 2010 ‘Bewust omgaan met Water’ staat globaal beschreven wat de provincie samen met haar partners de komende vier jaar doet om ervoor te zorgen dat we veilig achter de dijken kunnen wonen, geen natte voeten krijgen bij hevige regenbuien en dat de kwaliteit van het water voldoet aan de eisen die we hieraan stellen. Het waterplan is op 30 januari 2006 vastgesteld door Provinciale Staten. Het beschrijft de kaders voor waterbeheer in de provincie NoordHolland. Binnen deze kaders gaan waterschappen en gemeenten maatregelen treffen om ons te beschermen tegen wateroverlast en om de waterkwaliteit te verbeteren.
Beleidwaterbeheerders Met ingang van 1 januari 2005 zijn het waterschap De Oude Rijnstromen en het hoogheemraadschap van Rijnland gefuseerd tot het nieuwe Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het waterkwantiteitsbeheer en de waterkwaliteit.
Integrale inrichtingscriteria oppervlaktewater en kunstwerken In deze nota worden een aantal thema’s behandeld die betrekking hebben op de inrichting van het watersysteem. In de nota zijn voorwaarden opgenomen waarbij bij de inrichting van het gebied en met nadruk de aanleg van kunstwerken, rekening gehouden moet worden. Bij de behandeling van de kunstwerken is onderscheid gemaakt naar algemene voorwaarden en aanvullende voorwaarden. De algemene voorwaarden zijn op alle kunstwerken van toepassing. De aanvullende voorwaarden zijn alleen voor dat betreffende type kunstwerk van toepassing.
Nota dempingen en verhard oppervlak Deze nota is een uitwerking van het beleid dat in het Waterbeheersplan 2000 (WBP2000) is geformuleerd. Voor het dempen van oppervlakte water is in de beleidsnota het volgende opgenomen. Het dempen van water is slechts toegestaan als dat het algemeen nut ten goede komt, of noodzakelijk is voor de continuering van de bedrijfvoering. Daarbij is het dempen van water in principe slechts toegestaan als (bij voorkeur in de directe nabijheid) in het zelfde peilvak, 100 % wordt gecompenseerd. Voor verhard oppervlak gelden de volgende uitgangspunten op basis van deze beleidsnota. Bij nieuwe ontwikkelingen moet worden voorkomen dat de waterbergingsbehoefte wordt afgewenteld op het omliggende gebied. Derhalve moet minimaal 15% gecompenseerd worden.
Beleidsregel regionale keringen Dit beleid geldt voor alle boezem- en polderkaden, landscheidingen en waterscheidingen binnen het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland. De projectlocatie is niet nabij een dergelijke zone gelegen.
Beleidsregel peilafwijking Door middel van deze beleidsregel wil Rijnland inzichtelijk maken waar het voor staat en wat het beleid is in de komende jaren op het gebied van vergunningverlening met betrekking tot peilafwijkingen. De beleidsregel zal dienen als toetsingskader bij vergunningen. Als waterkwantiteitsbeheerder is het verplicht om peilbesluiten vast te stellen voor het oppervlaktewater. Dit betekent dat het hoogheemraadschap, voor elk peilvak dat het beheert en onderhoudt, een peil bepaalt en vaststelt. Rijnland legt de prioriteit bij de verbetering van het peilbeheer. Rijnland streeft naar een goed systeem met grote peilvakken, waarvan de te hanteren peilen in een peilbesluit worden vastgelegd. Voor de peilvaststelling wordt gekeken naar maaiveldhoogte, functie, grondsoort, etc. Vervolgens worden alle belangen in het betreffende peilvak afgewogen. Bovendien wordt opnieuw gekeken naar de begrenzing van de verschillende peilgebieden. Bij deze afweging worden de mogelijkheden bestudeerd om peilafwijkingen te integreren in het peilvak. Indien de noodzaak van onderbemalingen kan worden voorkomen bij de indeling van de peilvakken dan verdient dit de voorkeur. Daarnaast bestaat de noodzaak van een helder toetsingskader voor de regulering van bestaande peilafwijkingen en het toetsen van nieuwe aanvragen. Het hoogheemraadschap heeft de beleidsregel peilafwijkingen opgesteld om peilafwijkingen
|
Waterhuishoudingsplan - waterplan 2006 - 2010
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
25
26
te reguleren. Het doel hiervan is het eenduidig toetsen van bestaande peilafwijkingen en het beoordelen van nieuwe aanvragen voor peilafwijkingen.
Waterbeheerplan In 2006 is het Waterbeheerplan in werking getreden onder de naam Waterwerk Rijnland. In het Waterbeheerplan worden de ambities uiteengezet. Kern van het Waterbeheerplan is dat maatregelen getroffen moet worden voor de ontwikkelingen waar het westen van Nederland mee te maken heeft of krijgt. De aanpak van Rijnland ten aanzien van deze ontwikkelingen kent een driedeling. Zo wil Rijnland de veiligheid gaan waarborgen. In het kader van deze veiligheid vindt toetsing plaats van zeewering, dijken en kades. Om de veiligheid in de toekomst te waarborgen zullen de zwakke plekken versterkt worden en delen van kades en dijken verhoogd worden. Naast het onderdeel veiligheid richt Rijnland zich op het verbeteren van het waterbeheer. Door het intensieve gebruik van de ruimte in het Rijnland gebied zit er weinig rek in het watersysteem. Een goed gereguleerd peilbeheer en een goede inrichting van kanalen en sloten zijn hier bij onontbeerlijk. Ook wordt de aandacht gericht op de mogelijkheden van waterberging voor opvang bij hevige buien en het vasthouden voor langere droge perioden. Ook het onderdeel waterkwaliteit is een belangrijk aspect waarmee Rijnland zich bezighoudt. Ondanks de verbeteringen van de laatste jaren, is er nog meer verbetering mogelijk. Vervuiling dient te worden beperkt en afvalwater zal gezuiverd gaan worden. Ook de eisen die ten aanzien van waterkwaliteit gesteld worden in het kader voor zwemwater worden nagestreefd. De omschrijving van deze aanpak en welke strategie hierbij wordt gevolgd staat omschreven in het strategiedeel van het Waterbeheerplan. Hoe deze aanpak en strategie zich vertaald naar de praktijk wordt in het uitvoeringsdeel uiteengezet.
Waterberging ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen Bij ruimtelijke ontwikkelingen waar het verhard oppervlak toeneemt - en/of waarbij het waterbergend vermogen afneemt - moet aanvullende waterberging -bijvoorbeeld in de vorm van open water, infiltratievoorzieningen, etc.- worden gerealiseerd. Binnen de projectlocatie dient voldoende ruimte gereserveerd te worden voor waterberging. In de gebiedsspecifieke uitwerking is door de regionale waterbeheerder het uiteindelijke percentage aanvullende waterberging vastgesteld. Indien een initiatiefnemer meer dan 500 m2 maar minder dan 10.000 m2 verhard oppervlak wil aanleggen, dient de initiatiefnemer minimaal 15% van het nieuw aan te leggen verhard oppervlak te reserveren voor extra open water. Bij de beoordeling van alle ruimtelijke plannen door Rijnland zal op dit criterium van 15% worden getoetst. Deze 15%-regel is een flexibele norm, omdat niet meer wordt uitgegaan van een minimaal benodigd percentage van het totale plangebied, maar van een percentage van de verandering van het verharde oppervlak binnen het plangebied. Als nulsituatie geldt de actuele situatie op het moment van beoordeling van het ruimtelijk plan.
Beheer en veiligheid Het Hoogheemraadschap van Rijnland is primair verantwoordelijk voor het waterbeheer in de projectlocatie en draagt zorg voor duurzame veiligheid tegen en met het water en voor blijvend genoeg water van goede kwaliteit op de juiste plaats. Naast planologische bescherming van de bestaande waterlopen en hoofdwatergangen met een beschermde zone gelden ook de voorschriften uit de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland.
De projectlocatie Waterschap De waterschappen hebben geen formele grondwaterbeheerstaken in stedelijk gebied. De waterschappen dragen conform de Waterschapswet zorg voor de afwatering. Door middel van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) kunnen de waterkwaliteitsbeheerders invloed uitoefenen op de lozingen van onttrokken grondwater. Bijvoorbeeld bij bouwputbemalingen en bodemsaneringen. Het hoogheemraadschap van Rijnland is kwantiteitsbeheerder van de boezemwateren in Heemstede, zoals de Leidsevaart, de Blekersvaart, het Spaarne, de Glipper Zandvaart en de Ringvaart van de Haarlem. Enkele wateren zijn geheel of gedeeltelijk in beheer bij particulieren, onder andere de Höckervaart. Het Hoogheemraadschap Rijnland is tevens waterkwaliteitsbeheerder van al het oppervlaktewater in Heemstede.
De projectlocatie is gelegen in het stedelijk gebied van Heemstede. In de projectlocatie zijn geen watergangen en waterkeringen aanwezig. Het regenwater in de projectlocatie dat neerkomt op het verharde oppervlak wordt afgevoerd via het bestaande rioolstelsel. Het regenwater dat neerkomt op niet verhard oppervlak wordt opgenomen in de bodem (infiltratie).
Verhard oppervlak (toename / afname) Het Hoogheemraadschap Rijnland heeft een minimale ondergrens van 500 m² aan toename van verharding vastgesteld. Indien de verharding van een projectplan niet meer toeneemt dan 500 m² dan is het treffen van compenserende maatregelen niet noodzakelijk. Bij het projectplan zal een afname van het verhard oppervlak worden gerealiseerd, doordat de locatie op dit moment nagenoeg volledig verhard is met bebouwing danwel klinkerverharding. Het oppervlakte van de speeltuin zal grotendeels gehandhaafd blijven als speeltuin. Er dient derhalve geen watercompensatie gegraven te worden
|
Kenmerken watersysteem
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
27
28
Duurzaam bouwen Conform de uitgangspunten in de Nationale Pakketten Duurzame Stedebouw en Duurzaam bouwen zullen er geen uitloogbare materialen gebruikt worden, zoals koper, lood en zink voor dakbedekking, gevelbekleding, regenwaterafvoer, drinkwaterleidingen of straatmeubilair gebruikt worden.
Riolering en afkoppeling In Heemstede is een gemengd rioolstelsel aanwezig en verspreid door de gemeente Heemstede zijn diverse drainagesystemen aanwezig. De riolering nabij bij de projectlocatie is een gemengd rioolstelsel. Het vuilwater en hemelwater zal gescheiden worden aangelegd en aangeboden zodat in een later stadium afkoppeling mogelijk is. Op dit moment is het niet mogelijk om het vuilwater en hemelwater aan te sluiten op een gescheiden rioolstelsel.
Grondwater en vergunning De grondwaterstroming in Heemstede is afhankelijk van diverse regionale en lokale factoren. In beginsel wordt de stijghoogte in de verschillende watervoerende pakketten en het stromingspatroon bepaald door de relatief grote regionale en lokale verschillen in de maaiveldhoogte van duingebied, boezemgebied en strandwal tot aan de Haarlemmermeerpolder. De unieke ligging van Heemstede in deze overgangszone leidt tot een complex stromingspatroon van het grondwater met grondwaterstanden tussen NAP -0,60m tot NAP -1,30m (zomerpeil) en NAP +0,20 tot NAP -0,45m (winterpeil). In het project is een half verdiepte parkeergarage opgenomen tot -2360 onder peil In het oorspronkelijke gebouw was ook een kolenkelder opgenomen (tot ruim 3,20 m1 onder peil). Dat impliceert min of meer dat het grondwater, toen, niet zo hoog kwam. De later toegevoegde grote kelder is eenvoudig van opzet en in de huidige staat vrij van lekkages en/of vochtproblemen. Deze kelder wordt bij de huidige plannen gesloopt. Op de plattegrond en in de doorsnede is de positie van de huidige kelder gemarkeerd; de oude kelder gaat bijna 1,5 m1 dieper de grond in dan de nieuw te realiseren parkeergarage. De verwachting is dat bij aanleg van de nieuwe kelder boven het huidige grondwaterniveau gebleven zal worden en derhalve geen invloed zal hebben op het grondwater.
Overleg Hoogheemraadschap Rijnland In het kader van de watertoets is per email door dhr. M. Schipper van Rijnland een concept wateradvies gemaakt. Dit (concept) wateradvies maakt onderdeel uit van deze ruimtelijke onderbouwing. Wanneer de opmerkingen uit het (concept) wateradvies van dhr. Schipper worden opgevolgd dan zal het Hoogheemraadschap een positief advies uitbrengen
Conclusie Er zijn in de huidige situatie, geen knelpunten in de waterhuishouding van de projectlocatie bekend. De verwachting is dat de huidige waterhuishouding door de realisatie van het projectplan niet wordt verstoord. In de projectlocatie zijn geen bestaande waterlopen aanwezig. Omdat het bouwplan gezien de aard en het nieuw te bouwen oppervlak, ten opzicht van de bestaande situatie, zorgt voor een afname van het verhard oppervlak heeft de ver-nieuwbouw geen veranderende invloed op de waterhuishouding. Daarnaast zullen er geen uitloogbare materialen worden gebruikt en zal de hemelwaterafvoer van de dakvlakken worden aangesloten op het rioolstelsel. Het plan zal in overeenstemming met het (concept) wateradvies van het Hoogheemraadschap worden uitgevoerd.
6.2 VERKEER EN VERVOER Inleiding Bij het realiseren van een nieuwe functie dient gekeken te worden naar verkeersaspecten als ontsluiting en bereikbaarheid, parkeren en verkeersveiligheid.
Ontsluiting / bereikbaarheid Het projectgebied ligt in een woonwijk waar een 30 km-regime van toepassing is. Ontsluiting zal met name via de Heemsteedse Dreef plaatsvinden. De Heemsteedse Dreef is de hoofdverkeersas van Heemstede. De Heemsteedse Dreef gaat over in de N201 (tweebaans) in de oostelijke richting van Hoofddorp en snelweg A4 en in de noord/westelijke richting naar Haarlem en Zandvoort. Daarnaast kan via de Raadhuisstraat en de Provincienlaan en Kerklaan worden ontsloten naar de Herenweg.
|
Het project gebied valt onder in het Grondwaterbeheerplan van de gemeente Heemstede onder het gebied ‘Centrum Zuid’ en wordt gezien als een aandachtsgebied.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
29
30
In het projectgebied en de directe omgeving is er sprake van een gescheiden wegenstelsel voor langzaam verkeer en autoverkeer. Voetgangers kunnen zich over het trottoir bewegen. Er zullen zo min mogelijk hoogteverschillen ontstaan bij de aanleg van de garage ten opzichte van het bestaande trottoir. Fietsers, bromfietsers en scooters dienen gebruik te maken van de rijbaan. Verwacht wordt dat er sprake zal zijn van een beperkte toename van de verkeersaantrekkende werking door de realisatie van het projectplan ten opzichte van huidige situatie. De verkeersaantrekkende werking zal worden veroorzaakt door zowel de nieuwe bewoners van de woonruimtes als gebruikers en bezoekers van de kantoren. De toename zal geen consequenties hebben ten opzichte van de bestaande capaciteit van de wegen. De realisatie van het projectplan op de projectlocatie zal niet leiden tot onaanvaardbare verkeershinder. Doordat de parkeerplaatsen van zowel de eigenaren gebruikers en gedeeltelijk bezoekers nagenoeg geheel inpandig worden gerealiseerd zal er weinig tot geen hinder ontstaan als gevolg van parkeren. Voor noodhulpdiensten zal de projectlocatie op dezelfde wijze bereikbaar zijn als in de huidige situatie. De noodhulpdiensten kunnen dichtbij de entree van het gebouw parkeren.
Uitrit (Postlaan) De inrit van de parkeergarage wordt dusdanig gesitueerd dat de bestaande grote en beeldbepalende bomen langs de Postlaan zoveel mogelijk gehandhaafd blijven. Indien kap van één van de bomen onvermijdelijk is, dan zal een verzoek tot kapvergunning worden ingediend, waarbij de verwachting is dat deze verleend zal worden. Opgemerkt dient te worden dat de bomen niet monumentaal zijn, wel onderdeel uitmaken van een laanstructuur, maar deze structuur eveneens niet monumentaal is.
Verkeersveiligheid Het trottoir ter plaatse heeft een breedte variërend van 4,5 tot 6,5 m1 en biedt daarmee afdoende ruimte om de verkeersafhandelingen uit de parkeergarage aan de zijde van de Postlaan op een verantwoorde wijze te organiseren. Het gebied betreft een 30 km gebied met relatief langzaam verkeer en maakt geen onderdeel uit van de doorgaande wegen structuur. Er zal aandacht besteed moeten worden aan het beperkte zicht bij het uitrijden van de autolift op de voetgangers die op het trottoir langs de Postlaan lopen.
Parkeren In de planuitwerking is rekening gehouden met de ter plaatse toegestane centrumfuncties de daarbij behorende ‘worst case’ maximale parkeerbelasting op verschillende maatgevende momenten. Hieruit is naar voren gekomen dat de parkeeropgave op het voor centrum maatgevende moment maximaal 29 parkeerplaatsen
In totaal worden 29 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd, wat aansluit bij de CROW-kengetallen welke door de gemeente Heemstede als norm worden gehanteerd: Woningen midden: 5st 1.5 pp/won. Woningen goedkoop: 9st. 1.3 pp/won. Kantoren / beperkte centrum functies maatschappelijke 3.0 pp/100m² met baliefunctie 2.3 pp/100m²
8 12 330m² 5 4
|
bedraagt, uitgaande van een combinatie van 14 woningen enerzijds en kantoor, detailhandel of een maatschappelijke functie anderzijds. Deze 29 parkeerplaatsen dienen op eigen terrein te worden opgelost. Van de 29 te realiseren parkeerplaatsen mogen maximaal 8 parkeerplaatsen individueel worden uitgegeven, de overige parkeerplaatsen blijven beschikbaar voor dubbelgebruik. Over de borging van de beschikbaarheid van deze plaatsen zullen partijen nadere afspraken maken Gebleken is dat een horecafunctie (cafe/cafetaria/restaurant e.d.) op het zaterdagmiddag moment bij realisatie van 29 parkeerplaatsen een te grote parkeerbelasting oplevert. Op grond hiervan zal, voor deze ontwikkeling c.q. plandeel met de centrumbestemming, de horecafunctie worden uitgezonderd. Bovenstaande genoemde parkeerbehoefte heeft geleid tot een ondergrondse parkeerkelder waarin plaats is voor 15 auto’s en een tweede parkeerdek met plaats voor nog eens 14 auto’s, op een niveau dat enigszins verhoogd ligt tov. het straatniveau. Dit dek is min of meer vrij toegankelijk. De parkeerkelder wordt ontsloten middels een parkeerlift.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
31
32
Doorsneden van de te realiseren parkeergarage
Parkeer overschot Mocht een beperkt tekort aan parkeerplaatsen ontstaan als gevolg van de functie toewijzing van de commerciële ruimte (centrum doeleinden) dan is het mogelijk om deze eventuele piekbelasting in de nabijheid van het project op te vangen in de openbare ruimte. Uit een parkeertelling in 2009 is gebleken dat op de Raadhuisstraat en het Raadhuisplein in de avondsituatie een overschot aan parkeerplaatsen aanwezig is. Bovendien ligt op ca. 100 a 150 meter afstand het parkeerterrein van het raadhuis. Ook hier is in de avondsituatie een substantieel aantal parkeerplaatsen vrij.
Conclusie Over de borging van de beschikbaarheid van de benodigde parkeerplaatsen zullen de gemeente en de ontwikkelaar nader afspraken maken. De aspecten verkeer en parkeren zorgen hiermee niet voor belemmeringen ten aanzien van de realisatie van het projectplan.
33
Het archeologisch (voor)onderzoek is verankerd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die in september 2007 in werking is getreden. Deze wet voorziet in wijziging van onder meer de Monumentenwet, de Wet op de ruimtelijke ordening, de Wet Milieubeheer en de Woningwet. Er is bij implementatie bewust gekozen voor een vergaande integratie van de zorg voor archeologische waarden in de ruimtelijke ordening. Hiermee is het Europese Verdrag van Valletta geïmplementeerd. Door de ondertekening van het Verdrag van Malta (Valletta, 1992) heeft Nederland zich verplicht tot het beschermen van het archeologisch erfgoed. Uitgangspunt van het verdrag is het archeologische erfgoed waar mogelijk te behouden. Met de Wet op de archeologie zijn gemeenteraden verplicht om bij de vaststelling van hun bestemmingsplan rekening te houden met in de grond aanwezige en verwachte archeologische monumenten. In de praktijk betekent dit dat archeologisch vooronderzoek moet worden uitgevoerd bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Het provinciale beleid schrijft voor dat de bescherming van de archeologische vindplaatsen in een bestemmingsplan geregeld wordt.
Provincie
|
In het kader van het archeologisch onderzoek is gekeken naar de waarden die op de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Holland voor de projectlocatie worden verwacht. De Cultuurhistorische Waardenkaart geeft geen archeologische verwachtingswaarde voor de projectlocatie. Tevens zijn er geen cultuurhistorische verwachtingen ten aanzien van de projectlocatie aangegeven op de Cultuurhistorische Waardenkaart.
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
6.3 ARCHEOLOGIE
Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart provincie Noord-Holland met aanduiding projectlocatie
Gemeente Heemstede Onlangs heeft de gemeente Heemstede voortbordurend op de nieuwe WRO ee,n gemeentelijk archeologisch beleid vastgesteld. Dit beleid schrijft voor dat indien bij een project dieper wordt uitgegraven dan 40 cm1 en/of een project wordt gerealiseerd met een minimale oppervlakte van 10.000 m2 de ontwikkelaar c.q. gemeente een archeologisch onderzoek dient uit te voeren ondanks het provinciaal beleid.
34
Ten behoeve van het plan zal een parkeergarage worden gerealiseerd, waarmee aan de voorwaarden, opgenomen in het archeologisch beleid van de gemeente Heemstede, ‘dat bij ontgraven dieper dan 40 cm1 een archeologisch onderzoek genoodzaakt is’ zal moeten worden voldaan. Aan de voorwaarden t.a.v. het minimale oppervlak van 10.000 m2 wordt niet voldaan.
Uitsnede gemeentelijke archeologische kaart
= projectlocatie
rcheologisch onderzoek Door onderzoeksbureau RAAP is een locatie onderzoek verricht naar de archeologische waarde(n) van de ondergrond. Dit onderzoek is in juni/juli 2010 uitgevoerd middels een bureau- en inventariserend veldonderzoek voor de locatie Raadhuisstraat 22 / 24a te Heemstede. Het onderzoek omvatte het verwerven van informatie over bekende en verwachte archeologische waarden en had tot doel een gespecificeerde archeologische verwachting op te stellen voor het plangebeid. Doel van het veldonderzoek was inzicht te geven in de landschappelijke en bodemkundige context en genese van het plangebied en in de locatie (horizontaal en verticaal) van kansrijke zones.
Bureauonderzoek Op basis van bureauonderzoek is voor het plangebied een hoge verwachting gedefinieerd voor de aanwezigheid van waardevolle archeologische overblijfselen vanaf het Late Neolithicum. Hierbij kan het gaan om (resten van) prehistorische nederzettingsterreinen, akkerlagen en/of gebruiksvoorwerpen. Op basis van het historisch kaartmateriaal wordt vanaf de 17e eeuw met name eventuele overblijfselen van akkerlagen, gebruiksvoorwerpen of infrastructuur verwacht. Het plangebied grenst aan een terrein van hoge archeologische waarde (monumentnummer 13927; historische kern van de Zandvaarterbuurt). De geologische bodemopbouw bestaat waarschijnlijk uit duinzand (Oude Duinen) op veen op strandwalzand. Indien daadwerkelijk aanwezig bevinden dergelijke archeologische resten zich waarschijnlijk in de top van het strandwalzand en/of op verschillende niveaus in het daaroverheen afgezette duinzand. Deze niveaus zullen zich bodemkundig kenmerken door ontkalking van het zand en/of de aanwezigheid van een vegetatieniveau. Ook in de top van het veen kunnen archeologische resten worden verwacht, met name als de top van het veen veraard is. De top van de strandwal ligt naar verwachting op een diepte van maximaal circa 3 meter beneden NAP.
Veldonderzoek Tijdens het veldonderzoek is onder de verstoorde bovengrond kalkloos duinzand aangetroffen al dan niet afgedekt door niet veraard bosveen. In het duinzand zijn geen vegetatieniveaus aangetroffen. Gezien de aanwezigheid van het veenpakket en daaronder het aanwezige duinzand in boring 2, bevindt het plangebied zich vermoedelijk op de flank van een met veen overgroeide duin. Aangezien de guts op 2 à 3 m1 -Mv leeg liep, kon geen verdere informatie over de bodemopbouw worden verzameld. De bodem is tot circa 1,7 m1 -Mv verstoord. De verstoorde bovengrond is zeer heterogeen en bestaat uit opgebracht kalkrijk zand ten behoeve van bodemverbetering in boring 2 tot restanten oorspronkelijke bouwvoor in boring 1.
Conclusie Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
7. E C O N O M I S C H E U I T V O E R B A A R H E I D Het project wordt op initiatief van V.o.f Rijshout gerealiseerd. Alle voor zover van toepassing zijnde kosten, zoals planschade e.d, die verband houden de realisatie van het project zijn dan ook voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de gemeente Heemstede zijn er geen kosten verbonden aan de ontwikkeling van het projectplan. De Gemeente Heemstede en V.o.f. Rijshout zijn voornemens een verhaalsovereenkomst op te stellen t.a.v. de mogelijk te verwachten planschade en, voorzover van toepassing, het kostenverhaal. In april 2010 is door Oranjewoud een risicoanalyse planschade uitgevoerd ten aanzien van het bouwplan op de projectlocatie. Uit de risicoanalyse planschade is gebleken dat de voorgenomen ontwikkeling waarschijnlijk zal leiden tot een planologische verslechtering waardoor schade, die op basis van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor vergoeding in aanmerking dient te komen, van toepassing is een en ander conform het rapport Risicoanalyse planschade zoals uitgevoerd door Oranjewoud d.d. mei 2010 en prijspeil van datum opname.
Conclusie Uit het genoemde rapport is naar voren gekomen dat de maximaal te verwachten planschade de economische uitvoerbaarheid van het project mogelijk maakt.
8 . M A AT S C H A P P E L I J K E U I T V O E R B A A R H E I D Het onderhavige plan zal worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan wat in de maak is bij de gemeente Heemstede. In het kader van deze procedure zal het plan conform de wettelijke procedures ter inzage worden gelegd. Gedurende deze periode(s) kan een ieder een zienswijze c.q. bezwaar bij de gemeente Heemstede indienen. De eventuele zienswijzen zullen te zijner tijd in deze paragraaf worden opgenomen of als separate bijlage worden bijgevoegd. Het college van burgemeester en wethouders van Heemstede zal op basis van de zienswijzen een passende uitspraak doen. Vervolgens zal een besluit door het college genomen worden ten aanzien van het bestemmingsplan en de projectlocatie. Tegen dit besluit kan beroep ingesteld worden.
|
In boring 2 is duinzand vermengd met veenbrokken aangetroffen. De aangetroffen archeologische indicatoren in de verstoorde bovengrond (inclusief de restanten oorspronkelijke bouwvoor) wijzen erop dat het gebied in de Nieuwe tijd zeer waarschijnlijk in gebruik is geweest als landbouwgrond. Gezien de aanwezige bebouwing aan de overzijde van de straat in de Nieuwe tijd is het niet verwonderlijk dat afval uit deze periode in het plangebied terecht is gekomen).
R UIMTELIJKE O NDER BOUW ING VER -N IEUW BO UW HO EK PO STLAAN/RAA DHUISSTR AAT TE HEEMSTEDE|
35
36
9. JURIDISCHE ASPECTEN Privaatrechtelijk Er zijn onderhandelingen gaande met het nutsbedrijf Eneco inzake de huidige inpandige trafo om deze te verplaatsen buiten het pand aan de oostgevel (zijde speeltuin), zoals weergegeven in de plattegrond in hoofstuk 3.
Publiekrechtelijk De ontwikkelaar is onder nader overeen te komen voorwaarden bereidt om de grond van de speeltuin te verkopen aan de gemeente Heemstede.
1 0. A F W E G I N G E N C O N C L U S I E Geconcludeerd kan worden dat de realisatie van de ver-nieuwbouw van het voormalig postkantoor tot kantoorruimte (met baliefunctie) en centrumfuncties, woonruimte en parkeervoorziening op de hoek van Raadhuisstraat 22A / 24A en Postlaan 3 te Heemstede overeenkomstig de in de vorige paragrafen gegeven omschrijving van het project en de projectlocatie, zowel ruimtelijk, economisch, maatschappelijk, juridisch als milieuhygiënisch inpasbaar is en geen onaanvaardbare negatieve effecten heeft op de in de omgeving aanwezige waarden en belangen.
RENVOOI govolaanzlchton
LV
EBB»
Tffi^ T
ÜMMÏH EËËJ J I I LJ
n I lllllilllll «
]
|iiii.i.i!rriirn;M!iiiinii!irriimnn!miiiii!irMT-|
_ ZUIDGEVEL
WESTGEVEL [RAADHUISSTRAAT]
|
[POSTLAAN]
OOSTGEVEL [LIEVEN DE KEYLAAN]
RENVOOI
GEVEL METSELWERK
materiaal en kleurgebruik: TIMMtRWfcRK
F
uro
DAKEN [)IVLI.:;;I.N
[fÜÏÏSEM.
AlKHTEClIUl mSTECEDOUW
TCL: W O - T O M M
nonlun KPN-aoi™™
B-08
NOORDGEVEL DEF. ONTWERP
PIOT DATUM
3.
WIJZIGINGSVERZOEK EN RUIMTELIJKE ONDERBOUWING ONDERBOUWING
VOOR LOCATIE TUINEN BINNENWEG BINNENWEG 133133-145
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Ontwerp-bestemmingsplan Centrum en omgeving
Bouwadvies Calculatie Bouwaanvragen Tekeningen Bouwbegeleiding Onderhoud
r f l'iY^U^m--i'J;i«l Voor kleine en grote T % T % M M 3 0 JUNI 2010 verbouwingen mï m M^L voor bedrijven en r^^^ l ^ ^ ^ l ^ 1 ^ 1 particulieren , ' Tel. 023 - 5426384 Schoterweg 33 2021 HZ Haarlem F a x 0 2 3 .5426385
[email protected]
Gemeente Heemstede College van Burgemeester en Wethouders postbus 352 2100 AJ Heemstede Haarlem, 29 juni 2010 Betreft: verzoek wijziging bestemmingsplan "Centrum" Geacht college, Namens de heer F.P.M, van Kordelaar resp. de gezamenlijke eigenaren van de percelen kadastraal bekend gemeente Heemstede sectie A nummers 8129, 6746, 6 4 8 1 , 9327 en 5529 verzoek ik U, binnen de voorgenomen algemene herziening van het bestemmingsplan "Centrum", een strook grond welke 7,5 meter uit de Blekersvaart is gelegen als volgt te bestemmen: - een strook van 3,5 meter aansluitend op de gronden met hoofdbestemming "Centrumdoeleinden" overeenkomstig deze hoofdbestemming en bijbehorende mogelijkheden. - een strook van 4 meter tot aan de Blekersvaart als "Groen" in hoofdzaak bestemd voor groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplantingen. In het vigerende bestemmingsplan "Centrum" heeft de strook grond van 7,5 meter uit de Blekersvaart de nadere aanwijzing (z) zonder gebouwen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd. Dit verzoek heeft betrekking op de gehele strook C{z). Alle eigenaren ondersteunen als mede initiatiefnemer dit verzoek ten bewijze waarvan u als bijlage de akkoordverklaringen van de respectievelijke eigenaren aantreft. De eigenaren verklaren zich bereid een planschadeovereenkomst met de Gemeente Heemstede aan te gaan. Namens de eigenaren is op voorhand een risicoanalyse planschade uitgevoerd. Hoogachtend,
D. Roelofsen Bouwadviesburo Kennemerland BV
For Living Inschriiving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVO! 1998 van toepassing.
Uittreksel Kadastrale Kaart
Deze kaart is noordgericht 12345 PerceelnUmmer 25 Huisnummer Kadastrale grens - __ Voorlopige grens
Schaal 1:500
^
^ Kadastrale gemeente Sectie Perceel
HEEMSTEDE A 6744
K
^.
F.P.M, van Kordelaar Bellamylaan 1
•<e*-i^
j izf •
2111 C H Aerdenhout.
Aan de heer P.J. Schotvanger Noord Schalkwijkerweg 146 2034 .TC Haarlem
Aerdenhout 25 januari 2010 Betreft strook grond aan Blekersvaart te Heemstede
Geachte mijnheer Schotvanger, Zoals ik reeds met U telefonisch overleg gevoerd heb met betrekking tot de strook grond achter Uw pand Binnenweg 135 en het Uw eigendom zijnde stukje grond achter Binnenweg 135 doe ik U hierbij het verzoek bijgesloten kopie voor accoord te ondertekenen. Waarbij U instemt dat door mij een bestemmingswijziging in het nieuwe bestemmingsplan wordt aangevraagd bij de gemeente Heemstede inhoudende dat de huidige bestemming zichtstrook C (z) gewijzigd wordt in een groenstrook langs de Blekersvaart van 4m diep, en de rest van 3,5m een bouwbestemming krijgt.Onder de huidige bestemming mag er niet op gebouwd worden. Ik voeg een kopietekening van de huidige situatie bij,de stippellijn geeft de toekomstige bouwgrens aan. Indien U nog vragen heeft dan ben ik bereikbaar mobiel 06 53954120.
Voor accoord:
o-^g
si. éïS'.
Hierbij geeft de heer J.L. de Pauw wonende aan de Zandvoorterweg 34 te Aerdenhout, als eigenaar van het pand Binnenweg 139 te Heemstede kadastraal bekend Gem Heemstede sectie A nr 4729 en nr 6481, toestemming aan F.P.M, van Kordelaar om mede namens hem aan het College van Burgemeester en Wethouders te verzoeken om bij de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan de strook grond grenzend aan de Blekersvaart te Heemstede , welke strook thans de bestemming zichtstrook heeft C (z), deze te wijzigen in een strook met een bouwbestemming gecombineerd met een groenstrookbestemming welke laatste strook grenzend zal zijn aan de Blekersvaart.
Aerdenhout 9 februari 2010
f
/ ^C-^&hS
L.Pr eJcjanöéKL . rr&S
COBRASPEN \
ONTVANGEN - 3 HAM 2010
O //(gthM: / f^ J Y .
/
Bouwadviesbureau BKK T.a.v. de heer D. Roelofsen Schoterweg 33 2021 HZ HAARLEM
Overveen, 2 maart 2010
Betreft Kenmerk
Binnenweg 141 te Heemstede TB-CB-(52)-15-131 SVP/kvw
Geachte heer Roelofsen, Naar aanleiding van uw brief van 1 februari jl. en ons gesprek d.d. 19 februari inzake Binnenweg 141 te Heemstede berichten wij u namens eigenaresse als volgt. Graag maken wij gebruik van uw aanbod om ons belang te behartigen met betrekking tot het wijzigen c.q. vergroten van het te bebouwen grondoppervlak. Deze vergroting heeft in ons geval betrekking op het kadastraal perceel Gemeente Heemstede, sectie A perceel 8129. Daarnaast zou ik willen voorstellen om de voorgenomen bebouwing van perceel 6746 in een vroegtijdig stadium met elkaar bespreekbaar te maken, zodat partijen hieromtrent afspraken kunnen maken om zo een win-winsituatie te creëren. Graag hebben wij nader overleg met u. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd Hoogachtend,
S. van Pareen Directeur Beheer
Ter Hoffsteedeweg 4, 2051 ER Overveen, Postbus 3 1 , 2050 AA Overveen, Tel.: 023-5264949, Fax; 023-5271555 E-mail:
[email protected] www.cobraspen.nl K.v.K.: 33137565
Bouwadviesburo Kennemerland BV Schoterweg 33 2021 HZ Haarlem 023-5426384
[email protected]
RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Naam aanvrager Adres Postcode en woonplaats Hoedanigheid aanvrager Gegevens gemachtigde
Objectadressen Kadastraal bekend Kenmerk gemeente Heemstede Auteur Gecontroleerd Dossier Opgesteld Gewijzigd
De heer F.P.M. van Kordelaar Bellamylaan 1 2111 CH Aerdenhout Eigenaar Bouwadviesburo Kennemerland BV Schoterweg 33 2021 HZ Haarlem 023-5426384
[email protected] Binnenweg 135 t.e.m.143 2101 JE Heemstede HEEMSTEDE, sectie A, nrs. 8129, 6746, 6481, 9327 en 5529 474630
: D. Roelofsen : : 1900-C(z) : 23 juli 2010 : 9 augustus 2010
Inschrijving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVOI 1998 van toepassing.
Bouwadviesburo Kennemerland BV Ruimtelijke Onderbouwing Binnenweg 135 t.e.m.143 Heemstede 9 augustus 2010
pagina 2/5
Inleiding Door de gezamenlijke eigenaren van de percelen kadastraal bekend gemeente Heemstede sectie A nummers 8129, 6746, 6481, 9327 en 5529 is een verzoek ingediend om binnen de voorgenomen algemene herziening van het bestemmingsplan “Centrum”, de bestemming van een strook grond welke 7,5 meter uit de Blekersvaart is gelegen te wijzigen, waarbij een strook van 3,5 meter aansluit op de hoofdbestemming “Centrumdoeleinden” en een strook van 4 meter tot aan de Blekersvaart “Groen” blijft. In het vigerende bestemmingsplan “Centrum” heeft de strook grond van 7,5 meter uit de Blekersvaart de nadere aanwijzing (z) zonder gebouwen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd. Dit verzoek heeft betrekking op de gehele strook C(z). Aan het bevoegd gezag wordt gevraagd een projectbesluit te nemen op grond van de Wet ruimtelijke ordening waardoor bedoelde bestemmingsplanwijziging mogelijk wordt. Het doel van deze ruimtelijke onderbouwing is om te laten zien dat alle ruimtelijk relevante aspecten zijn meegewogen en dat er sprake is van een verantwoorde ruimtelijke inpassing van het initiatief in de omgeving. Beschrijving van het project Bestaande winkelruimtes kunnen worden uitgebreid over de volle breedte van de percelen over extra diepte van 3,5 meter overeenkomstig de voorschriften en bijbehorende mogelijkheden binnen de hoofdbestemming “Centrumdoeleinden”. Als gevolg van deze uitbreiding worden de winkels aantrekkelijker voor een bredere groep winkeliers. De strook van 4 meter tot aan de Blekersvaart is en blijft “Groen” en krijgt nu ook formeel deze bestemming waarmee de strook bestemd is voor groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplantingen. Gebouwen en gebouwen geen gebouw zijnde zijn niet toegestaan. Streekplan Noord-Holland Zuid, Regio Zuid-Kennemerland De strook C(z) is binnen het Streekplan gesitueerd binnen de stedelijke contouren van de gemeente Heemstede. Er is geen sprake van een groene of cultuurhistorische waarde. Evenmin is er sprake van een milieubeschermingsgebied. Geldend beleid gemeente Heemstede Het bestemmingsplan Centrum van 21-07-1994 is van toepassing.
Inschrijving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVOI 1998 van toepassing.
Bouwadviesburo Kennemerland BV Ruimtelijke Onderbouwing Binnenweg 135 t.e.m.143 Heemstede 9 augustus 2010
pagina 3/5
Toekomstig beleid gemeente Heemstede Het verzoek betreft de wijziging van de bestemming van gronden met de nadere aanduiding C(z), zijnde Centrumdoeleinden zonder gebouwen, passend binnen de voorgenomen algemene herziening van het bestemmingsplan “Centrum”. Ruimtelijke beoordeling Met de voorgenomen planologische wijziging ontstaat de mogelijkheid om de gebruiksmogelijkheden van de grond te vergroten, hetgeen de gewenste dynamiek voor het winkelgebied ten goede komt, terwijl ook met de nieuwe omvang een voldoende robuuste buffer tussen de Blekersvaart en de bebouwing resteert. Door het niet (blijven) toestaan van bebouwing en het maken van privaatrechtelijke afspraken over de instandhouding en het onderhoud van het groene karakter van de strook wordt de kwaliteit van deze open ruimte, bezien vanaf de Blekersvaartweg, voldoende gewaarborgd. Parkeren De totale uitbreiding van gebruiksmogelijkheden betreft 130 m², verdeeld over 5 percelen. De mogelijkheden tot het oplossen van de extra parkeerbehoefte op eigen terrein zijn niet aanwezig. De effecten van deze uitbreiding op de parkeerbalans zijn (ook in samenhang bezien) dusdanig gering dat dit plan kan worden geschaard onder de kleinere ontwikkelingen. Aan bouwplannen in deze categorie wordt binnen het nieuwe ruimtelijk beleid voor het winkelgebied geen parkeeropgave opgelegd. Geluid Zowel op de Binnenweg als op de nabijgelegen Blekersvaartweg geldt een 30 kmregime. Op grond hiervan is geen nader onderzoek naar de geluidbelasting vanwege het wegverkeerslawaai noodzakelijk. Luchtkwaliteit Bij planvorming is de luchtkwaliteit één van de milieuaspecten waar onderzoek naar dient te worden verricht. In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn handvaten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. De eventuele uitbreiding van winkelruimte valt ruimschoots binnen deze grenswaarden, zodat de Wet luchtkwaliteit geen belemmering vormt voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Milieuzonering Niet aan de orde. Externe veiligheid
Inschrijving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVOI 1998 van toepassing.
Bouwadviesburo Kennemerland BV Ruimtelijke Onderbouwing Binnenweg 135 t.e.m.143 Heemstede 9 augustus 2010
pagina 4/5
De gemeente Heemstede heeft inzake het bestemmingsplan ‘Centrum en Omgeving‘ aan de milieudienst IJmond verzocht een milieuadvies te leveren. De te volgen ruimtelijke procedure is voor zowel het BEVI als de circulaire RNVGS het wettelijke instapmoment om een ruimtelijk plan te toetsen aan de externe veiligheidsaspecten plaatsgebonden risico en groepsrisico. Het plan voldoet aan de gestelde normen. Bodem Indien en voorzover in de toekomst van de nieuwe bebouwingsmogelijkheden gebruik wordt gemaakt, zullen de bouwplannen per perceel namens de gemeente Heemstede door de Milieudienst IJmond worden getoetst. Flora en fauna Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een beschermd gebied. Door de aanwezigheid van oppervlaktewater aan de rand van het projectgebied, is het projectgebied in principe geschikt voor amfibieën, vissen of reptielen. Een strook van 4 meter vanaf de waterlijn blijft in dit plan onbebouwd. Vleermuizen hebben geen verblijfplaats binnen het projectgebied als gevolg van het ontbreken van bomen en (bij)gebouwen. Archeologie Zowel op de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Noord-Holland als de Archeologische waardenkaart Heemstede is het bouwvlak aangeduid als een gebied met beperkte cultuurhistorische of archeologische waarde. Op grond van deze aanduiding en vanwege de geringe verstoring van de grond bestaat geen reden voor het uitvoeren van een archeologisch (voor)onderzoek. Water Het bouwperceel wordt aan de oostzijde begrensd door de Bleekersvaart. Voor primaire watergangen zijn zoneringen, resp. inrichtingseisen van toepassing. Op het onderhavige perceel is de beschermingszone 5 meter breed. Betreffende strook blijft over een diepte van 4 meter onbebouwd gemeten vanuit de kadastrale erfgrens. Het bebouwen en/of beplanten van de beschermingszones langs primaire wateren is onder voorwaarden toegestaan. Een positief wateradvies van het Hoogheemraadschap Rijnland is derhalve voorwaardelijk. Indien de hemelwaterafvoer van toekomstige winkeluitbreidingen naar de Blekersvaart worden geleid zullen hierbij geen uitlogende, milieubelastende materialen, zoals zink, koper en lood worden toegepast in het dakoppervlak en de hemelwaterafvoeren.
Water (vervolg)
Inschrijving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVOI 1998 van toepassing.
Bouwadviesburo Kennemerland BV Ruimtelijke Onderbouwing Binnenweg 135 t.e.m.143 Heemstede 9 augustus 2010
pagina 5/5
Voor afzonderlijke projecten met een te verharden oppervlak kleiner dan 500 m2 is geen compensatie vereist. De oppervlakte van de gezamenlijke stroken bedraagt 130 m², zodat geen compensatie is vereist. Economische uitvoerbaarheid Het betreft hier een particulier initiatief. Er zijn geen redenen aan te nemen dat de uitvoerbaarheid niet verzekerd zou zijn. Planschadevergoeding Alle eigenaren ondersteunen als mede initiatiefnemer dit verzoek en verklaren zich bereid een planschadeovereenkomst met de Gemeente Heemstede aan te gaan. Namens de eigenaren is op voorhand een risicoanalyse planschade uitgevoerd. Privaatrechtelijke belemmeringen Kabels, leidingen en/of erfdienstbaarheden zijn niet aan de orde. Maatschappelijk overleg Bij de besluitvorming zullen de uitkomsten van het overleg met het rijk, de provincie en het waterschap, alsmede de beoordeling van de eventueel in te dienen zienswijzen worden betrokken.
Bijlagen: 1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 2.3
Uitsnede Bestemmingsplankaart met gearceerde strook C(z) Bestemmingen Overzicht vigerende bestemmingsplannen Uitsnede Cultuurhistorische waardenkaart Uitsnede Legger Hoogheemraadschap Rijnland Uittreksel kadastrale kaart
Inschrijving handelsregister onder nr. 34182734. Voor onze dienstverlening en leveringen is de RVOI 1998 van toepassing.
A* / ,.vf Cf k ^ ^ J k h ' M