Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
VAN DE REDACTIE
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
Redactie: Dolly Stegink Jannie Kassies Ton Stegink Redactieadres: Peeskesweg 24 7041 CB „s-Heerenberg Tel. 0314 661608 E-mail:
[email protected] Onze web site: www.knnv.nl/geolandwg Lidmaatschap van de Werkgroep Geologie en Landschap: Alleen leden van de KNNV kunnen ook lid zijn van de werkgroep. Leden:……………………… €15,Leden die de Nieuwsbrief digitaal willen ontvangen: …………..€12,50 Huisgenootleden:…………….€ 5,Bestuur: Voorzitter: Lieke Vullings Tel : 0243778885 e-mail:
[email protected] Penningmeester: Loes van Etten Regenboogstraat 177 3328HV Dordrecht Tel: 078 6175459 e-mail:
[email protected] Gironummer: 1719582S Secretaris: Dolly Stegink Tel: 0314 661608 e-mail:
[email protected] Lid: Aletta van Embden Tel: 0306567325 e-mail:
[email protected] Lid: Ger Vink Tel: 0343412598 e-mail:
[email protected] Bij de voorplaat: Foto: Leny Huitzing, Houx, een dorpje langs de Maas. De huizen versmelten tegen de achtergrond van de kalksteen.
2
De Nieuwsbrief verschijnt 2x per jaar; in het voorjaar en in het najaar. Uw kopij voor de Nieuwsbrief ontvangen we graag voor 1 april of 1 november. Wilt u dit, als het kan, digitaal bij ons aanleveren. Graag in platte opmaak (hoofdletters en vet wel aangeven) en de illustratie als bijlage toevoegen, dit is voor het opmaken van de Nieuwsbrief handiger. Voor de excursieverslagen willen we u vragen u te beperken tot maximaal 1½ A4 per dagdeel (exclusief afbeeldingen) Doelstelling van de werkgroep. Het doel van de werkgroep is het gezamenlijk beleven en bestuderen van de niet-levende natuur. We kijken hierbij vooral naar de geologie, die over het ontstaan van de aarde gaat. Daarnaast kijken we naar de vorm van het landschap, primair ontstaan door de geologische processen. De bodemkunde en waterhuishouding spelen hierin een belangrijke rol. De niet-levende natuur én levende natuur vormen samen mét het grondgebruik door de mens, het leefmilieu voor mens, dier en plant. Voorwaarden voor het lidmaatschap en deelname aan excursies. Buiten de als normaal geldende voorwaarden voor lidmaatschap van verenigingen, geldt dat leden van de werkgroep tevens lid moeten zijn van de KNNV. Adresmutaties moeten apart aan de secretaris van de werkgroep worden doorgegeven. De werkgroep en het bestuur daarvan stellen zich niet aansprakelijk voor claims van welke aard dan ook, bij problemen tijdens de excursies. Er worden geen verzekeringen, van welke aard ook, afgesloten. Deelname is dus een privé verantwoordelijkheid. Verwacht wordt dat deelnemers aan excursies hun persoonlijke gegevens paraat hebben voor het geval zich onverwachte incidenten zouden voordoen. INHOUDSOPGAVE
PAG.
Van de redactie.
2
Van het bestuur.
3
Afscheid Jan van Doorn
3
Verslag Jaarvergadering 15 maart 2009
4
Programma 2010
5
Excursieverslag Nelly, Condroz 4-9-2009
7
Excursieverslag Lieke, Condroz 5-9-2009
9
Excursieverslag Leny, Condroz , 5-9-2009
10
Excursieverslag Lyda en Paulien, Condroz, 6-9-09
12
Excursieverslag Jannie, Museum Hofland
13
Boekbespreking
14
Sedimenten
15
Opgavenblad
16
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
Van het bestuur Namens het bestuur wil ik beginnen met u prettige feestdagen te wensen en het allerbeste voor het komende jaar. Het afgelopen jaar heeft ons weer een aantal fijne excursies gebracht. De verslagen daarvan vindt u verderop in ons blad. Zoals u in de vorige Nieuwsbrief hebt kunnen lezen heeft Loes van Etten op de afgelopen contactdag aangegeven te willen stoppen met het penningmeesterschap en ook Aletta van Embden heeft aangegeven haar bestuursfunctie te willen neerleggen. Dat betekent een grote aderlating voor het bestuur. Gelukkig hebben we goede vervangers voor hen kunnen vinden. Leny Huitzing is bereid gevonden de taak van Aletta over te nemen en Hans Grotenhuis wil voor ons de penningen gaan beheren. De overdracht zal plaatsvinden op de komende contactdag. Beppina Boosman had zich op de vorige contactdag al bereid getoond de taken van Jan van Doorn in het bestuur over te nemen. Behalve deze wisseling is er ook in het ledenbestand nogal wat gewisseld. Gedurende het afgelopen half jaar hebben er weer mensen hun lidmaatschap moeten opzeggen. Naar aanleiding van het goede verslag van Leny Huitzing in de Natura hebben zich gelukkig ook weer een groot aantal mensen geïnteresseerd getoond in de werkgroep. We hebben deze afgelopen periode bericht van het overlijden gekregen van Piet den Dulk. Hij heeft de leeftijd van 92 jaar bereikt. Piet was een heel trouwe deelnemer aan onze excursie. Hij had zich samen met Nini in eerste instantie nog opgegeven voor de weekendexcursie naar de Condroz, maar meldde zich af omdat hij verwachtte dat de wandelingen voor hem wat te zwaar zouden zijn. Slechts enkele dagen na het weekend is hij overleden. We zullen ons Piet herinneren als een markante persoonlijkheid met een heel brede kennis en interesse. Tevens ontvingen we het bericht van overlijden van Jo Boomert. De laatste jaren kon zij om gezondheidsredenen Wolter al niet meer vergezellen op onze excursies, in het verleden was ze een actief lid van onze groep. Ook van de heer van Essen uit Steenwijk is een overlijdensbericht ontvangen. In 2009 zijn er heel wat veranderingen in het ledenbestand geweest. Opgezegd: Nieuwe leden: dhr. J.van Doorn Lia Oosterwaal, Utrecht mevr. E. Hendriks Marjan Verjaal, Amsterdam dhr. G. Balk Gerard Toonen, Zeist mevr. E. van Loon Ron Krabben, Lichtenvoorde Wim van der Meer, Drachten dhr. J. Pettinga Wim Mulderij,Enschede dhr. en mevr. Brugman Greet en Rob de Boer, Schoorl dhr. en mevr. Karsten Jan Nilessen, Boxmeer dhr en mevr. Veer Diana van Putten, Amsterdam dhr .J. v.d. Bovenkamp Gerrit en Paula Timmerman, Blokker dhr. M. Stevens Marian Barentszen, Delft C.J.M. van Wijk Zoelmond Bij deze Nieuwsbrief treft u weer een herinnering aan, voor het betalen van de contributie. Deze bedraagt € 15,00 per lid en € 5,00 voor een huisgenootlid. Voor diegenen die aangegeven hebben de Nieuwsbrief digitaal te willen ontvangen is de contributie € 12,50. Wij verzoeken u vriendelijk, als u nog niet heeft betaald, de contributie voor 31 januari te voldoen op giro 1719582 t.n.v. de penningmeester KNNV, Werkgroep Geologie en Landschap, Regenboogstraat 177, 3326 HV Dordrecht.
Nota Bene. Het penningmeesterschap wordt per 1 maart overgenomen door Hans Grotenhuis, Somervaart 18, 7421 EG, Deventer. Het gironummer blijft het zelfde 1719582 Verslag jaarvergadering 15 maart 2009 De contactdag was ook dit jaar weer redelijk goed bezocht. We waren met 30 mensen in het Milieucentrum in Utrecht. Lieke heette iedereen welkom en stond nog even stil bij het overlijden van Bert Kop, door een gedicht voor te lezen over bomen. Bert was zijn hele leven erg geïnteresseerd in bos. Daarna kwam het afscheid van Jan van Doorn ter sprake. Jan heeft al in 2008 zijn lidmaatschap van de werkgroep opgezegd, maar het is er tot nu toe niet van gekomen hem officieel te bedanken voor al het werk dat hij voor de werkgroep heeft gedaan. Het was de bedoeling om het op deze contactdag te doen, maar Jan heeft de laatste tijd erg met
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
3
zijn gezondheid lopen sukkelen en kon ook nu niet aanwezig zijn. Het bestuur heeft besloten om nu in kleine kring Jan nogmaals te bedanken. Tijdens de vergadering is er briefpapier rondgegaan waarop iedereen een groet aan Jan kon schrijven. Ook is er voor iedereen is er een nieuwe ledenlijst. Daarnaast gaat er een papier rond waarop een ieder aan kan geven of hij of zij in het vervolg de Nieuwsbrief digitaal wil ontvangen en hiermee een korting van € 2,50 op het lidmaatschap krijgt. Slecht 2 mensen geven aan dit te willen. Lieke zal contact zoeken met de landelijke KNNV of het noodzakelijk is dat iedereen die lid wil worden ook lid moet zijn van de KNNV, omdat er mensen zijn die aangeven dat de kosten dan wel erg hoog worden. Het bestuur wil graag dat dit in de beleidsraad besproken wordt. Wouter van den Bosch vult hierop aan dat we wel goed moeten nagaan hoe het dan zit met de verzekering tijdens excursies. De kascommissie bestaande uit Doede de Way en Teije van Seijen doet verslag van de controle. Zij spreken hun waardering uit voor het vele werk van de penningmeester. Zij doen de suggestie om ter verlichting van haar werk, een excursieleider per excursie aan te stellen voor planning en uitvoering. Door dat het jaar is afgesloten met een batig saldo is het niet nodig om over te gaan tot een contributieverhoging. Zij raden de vergadering aan om de penningmeester een welverdiend decharge te verlenen. Dit gebeurd dan ook De kascommissie wordt bedankt voor haar werk. Doede is dit jaar aftredend, zijn plaats wordt ingenomen door Leny Huitzing en Hans Crone stelt zich beschikbaar als reserve. Loes van Etten heeft aangegeven haar functie van penningmeester per 2010 te willen opgeven. Het bestuur is dus op zoek naar iemand die deze taak op zich wil nemen. Er is niemand die zich spontaan aanmeldt. Ook Aletta wil in 2010 aftreden, Beppina Boosman is bereid gevonden haar plaats in te nemen. Lieke neemt hierna het programma voor de komende tijd, zoals het er onder voorbehoud uitziet, door. Hierna volgt de rondvraag. Wouter van den Bosch vraagt of we er op willen letten dat de voorjaarsexcursie niet samen valt met de V.V. van de KNNV. Lieke antwoordt, dat we dat hebben geprobeerd, maar dat het op niet te volgen wijze toch op de zelfde datum is gekomen. Het bestuur zal er in de toekomst nog beter opletten. Teije van Seijen vraagt of erbij de planning van de excursies opgelet kan worden dat sommige mensen wel heel vroeg weg moeten om aan de excursies te kunnen deelnemen. Wellicht kunnen er anders tweedaagse excursies worden gehouden. Lieke geeft aan dat er al rekening mee wordt gehouden en geeft als tip dat men ook een dag van te voren zou kunnen gaan en overnachten bij iemand van de organisatie “Vrienden van de Fiets”. Verder vraagt Teije waar de “buikspreker” is gebleven. Hij is bij Loes van Etten. Er zal in de toekomst vaker gekeken worden of een excursieleider hem wil gebruiken. Tot slot vraagt Teije zich af of de werkgroep zelf een grondboor moet aanschaffen. De vergadering lijkt dit niet nodig omdat excursieleiders die willen boren er zelf een meenemen. Tijdens de rondvraag wordt er ook nog weer teruggekomen op het wel of niet lid zijn van de KNNV. Het volgende komt o.a. aan de orde: Lyda Kop geeft aan, dat bij het eventueel afsluiten van een verzekering erop gelet moet worden of er geen leeftijdsgrens wordt gehanteerd door de verzekeraar. Mogelijk zou een lidmaatschap kunnen worden omzeild door donateur te worden Corrie Geurts is lid van het Natuur Historische Genootschap dat in Limburg, waar het KNNV geen afdeling heeft.
Afscheid Jan van Doorn Door: Lieke Vullings en Loes van Etten Donderdag 14 mei was een prachtige zonnige dag die wij op een van de mooiste plekken in Nederland doorbrachten. Wij zijn: Loes en haar Jan, Jan van Doorn en Lieke. Zittend op het terras van het Watermuseum in Arnhem met een prachtig uitzicht op het drassige hooilandje van het Sonsbeekpark was dit een waardige geologische plek om afscheid te nemen van Jan van Doorn. De brief met teksten die op de ALV geschreven zijn heeft Jan hardop voorgelezen en dit deed hem zichtbaar goed. De koffie was lekker, het gebak goed, de sfeer prettig en uiteraard genoten wij van het mooie uitzicht en het klaterende watervalletje. De boekenbon heeft Jan blij in ontvangst genomen en hij gaat een boek over archeologie en historische geografie kopen. Met dit geschenk bedanken wij hem voor zijn enorme inzet voor onze werkgroep. Natuurlijk was het fijner geweest als dit afscheid voorkomen had kunnen worden, helaas ging dat niet, het leven loopt niet altijd zoals iedereen het wenst. Jan kijkt al met al met een goed gevoel terug op zijn twintigjarige lidmaatschap en hij bedankt bij dezen iedereen die een reactie heeft geschreven, hij voelt zich erdoor gewaardeerd. Wel vond hij het jammer dat niet meer bestuursleden aanwezig konden zijn. (Dolly en Aletta waren door privé omstandigheden verhinderd).
4
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
Wij alle vier kijken met een goed gevoel op deze dag terug en eveneens op Jans inzet voor de werkgroep. Overigens ging het inmiddels met Jans gezondheid al weer stukken beter dan daarvoor, hij probeert nu weer conditie op te bouwen. Wij wensen hem een snelle en verdere aansterking van zijn conditie, maar ook dat uit het oog niet uit het hart is.
Programma 2010 Zaterdag 13 maart: Contactdag te Wageningen met wandeling op de Grebbeberg. Aanvang: 09:30 uur De contactdag wordt dit jaar gehouden in het Groene Wiel, Centrum voor Natuur- en Milieu-educatie, Hendrikweg 14b Wageningen. Wilt u zich opgeven voor 1 februari 2010. U kunt hiervoor het losse opgavenformulier gebruiken, of u per email opgeven
[email protected]. De kosten voor deze dag zijn € 2,00. Wilt u deze storten op giro 1719582 t.n.v. KNNV, werkgroep geologie en landschap, Regenboogstraat 177, 3328 HV Dordrecht. Vanaf 09.30 uur ontvangst met koffie en thee ( voor eigen rekening de koffie 0,25 cent en/of de thee 0,10 cent). We beginnen met de jaarvergadering, waarin we afscheid nemen van Aletta van Embden, bestuurslid, en Loes van Etten penningmeester. Daarna worden de nieuwe bestuursleden Hans Grotenhuis als penningmeester en Beppina Boosman en Leny Huitzing als algemene bestuursleden voorgesteld. De kascommissie zal verslag doen. Verder zal gepraat worden over wat er aan de orde komt. Vervolgens geeft Leny Huitzing een toelichting op de middagexcursie. Rond 12:00 uur zullen we onze meegebrachte lunch nuttigen, en is er weer gelegenheid een kopje thee of koffie te drinken. Na de lunch vertrekken we per auto naar de parkeerplaats van het Militaire Ereveld op de Grebbeberg. We maken een wandeling over en rond de Grebbeberg in twee of drie groepen begeleid door Aletta van Embden, Ger Vink en Leny Huitzing. Er is keuze uit een lange wandeling van hooguit 8 km met afdaling langs steile trap voor wie zich daartoe in staat voelt en een korte wandeling van 3-4 km zonder steile afdaling. Rond 15.45 uur zijn we terug op de parkeerplaats van het Militaire Ereveld Grebbeberg. We zullen de dag afronden bij brasserie Mondial van hotel Paviljoen (bij Ouwehands Dierenpark).
van Wageningen. Steek de grote weg (Ritzema Bosweg) over naar het zuiden. Ga links en steek bij de stoplichten de Bevrijdingstraat over. U passeert een winkel met het opschrift „Office‟. Blijf rechtdoor lopen op de Ritzema Bosweg. Sla bij de kerk rechtsaf: Van Schelvenweg. Aan het einde links de Hendrikweg op en dan direct rechts is de parkeerplaats van het Groene Wiel Met de bus vanaf station Arnhem CS: Neem lijn 50 of 86 naar Wageningen. Stap uit op halte Arboretumlaan. Steek de grote weg - Ritzema Bosweg – over en ga direct links langs de Ritzema Bosweg. Sla bij de kerk rechtsaf: Van Schelvenweg. Aan het einde links de Hendrikweg op en dan direct rechts: de parkeerplaats van het Groene Wiel Met de auto N.B! Er mag niet geparkeerd worden op het kleine parkeerplaatsje van Het Groene Wiel. U kunt uw auto vlakbij gratis parkeren op de ventweg langs de Ritzema Bosweg. vanaf de A12: Neem afslag Wageningen en volg de N 781 in zuidelijke richting tot aan de N225. Ga op N225 (= Ritzema Bosweg) naar rechts tot aan de stoplichten waar u linksaf gaat: Arboretumlaan. Neem eerste straat rechts: Hendrikweg. Daar bevindt zich na 50 m links Het Groene Wiel. vanaf de A50: Neem de N225 richting Wageningen en passeer Renkum. De N225 heet in Wageningen Ritzema Bosweg. Sla bij het tweede stoplicht in Wageningen linksaf: Arboretumlaan. Neem dan de eerste straat rechts: Hendrikweg. Mocht het allemaal niet lukken, dan kunt u Leny Huitzing bellen vanaf 09.00 uur: 06-44696757.
Bereikbaarheid Met de bus vanaf station Ede-Wageningen: Neem lijn 86 of 88 naar Wageningen. Stap uit op het busstation
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
5
Rondwandeling Grebbeberg Bij „De Grebbeberg‟ zullen de meeste werkgroepleden in eerste instantie aan mei 1940 denken, aan de vele jongemannen die daar sneuvelden. Maar de Grebbeberg is ook het zuidelijke uiteinde van de Utrechtse Heuvelrug, een stuwwal bestaande uit Rijn- en Maassedimenten. Deze stuwwal liep met een boog door het zuiden naar de stuwwal WageningenLunteren. Die boog is zo‟n 130.000 jaar geleden weggeslagen door het smeltwater van het landijs en de destijds vlechtende rivieren. Vanaf een recent aangelegd uitzichtpunt op de 51 m hoge Grebbeberg, hebben we een mooi vergezicht over de Betuwe. We zien de Nederrijn uit het zuidoosten aankomen en naar het noordwesten wegstromen. Dat is niet altijd helemaal zo geweest, de Rijn heeft haar loop in het Holoceen diverse malen verlegd, zo kwam Rhenen rond 1200 pal aan de rivier te liggen. Dat Rhenen in 1285 stadsrechten kreeg zal daarmee te maken hebben. De Rijn verlegde zijn loop weer rond 1450 waardoor de stadskern van Rhenen nu weer enkele honderden meters van de Nederrijn verwijderd is. De Grebbeberg is zó bijzonder dat de provincie Utrecht hem in 1995 tot eerste Aardkundig Monument van Nederland heeft benoemd. Sinds 2001 vormt de
Grebbeberg samen met de Blauwe Kamer het natuurgebied Rijnoever. Reeds in de vroege middeleeuwen was men zich bewust van de strategische positie van deze „berg‟ gezien de aanwezigheid van een ringwalburcht. Ook koning Frederik van Pfaltz (17e eeuw) kon het uitzicht waarderen: na de jacht placht hij er het geschoten wild te verorberen aan de zogenoemde Koningstafel. Het gezicht op Rhenen met de Cuneratoren in het westen, doet ons begrijpen waarom Hollandse schilders dit beeld hebben vereeuwigd. Via een steile trap (lange wandeling) of bovenlangs de zandgroeve (korte wandeling) lopen we naar het noordwesten dat een mooi uitzicht biedt op het nabije Achterberg met Veenendaal en de Gelderse Vallei in de verte. Ook Ede is te zien. Even meer naar het oosten zien we Wageningen liggen. We passeren graften; lopen om de berg en door het bos langs de gerestaureerde stellingen van het Nederlandse leger van mei 1940. Daarna terug naar de parkeerplaats bij het Militaire Ereveld. Verder lezen: A.A. Brombacher, W. Hoogendoorn: Aardkundige waarden in de provincie Utrecht. 2e herziene druk, maart 2000.
Zondag 11 april : De voorjaarsexcursie “de Tongelaar”en omgeving Mill, Noord Brabant. Aanvang 10:00 uur Verzamelen bij de kerk in Mill Burgemeester Verstraatenlaan 3 5451 BR Mill
voor de streek te maken. (deze zijn helaas niet meer te koop).
Wilt u zich opgeven voor 1 februari 2010. U kunt hiervoor het losse opgavenformulier gebruiken, of u per e-mail opgeven.
[email protected] . De kosten voor deze dag zijn €8,00, wilt u deze storten op giro 1719582 t.n.v. KNNV, werkgroep geologie en landschap, Regenboogstraat 177, 3328 HV Dordrecht.
‟s Ochtends bezoeken we het gebied de “Tongelaar” van Het Brabants Landschap. Dit eeuwenoude landgoed ligt deels op rivierklei, deels op het middenterras van de Maas. Tot 1942 was dit een overloopgebied voor de Maas, de naam “Beerse Overlaat” zal bij veel mensen bekend zijn. Ook in toekomst zal het gebied weer dienst doen als waterbergingsgebied. De Peel watert hier af en de rivier De Raam stroomt er in een oude verwilderingsgeul uit de laatste ijstijd. Middels grondboringen zal onze excursieleider de verschillende bodemsoorten voor ons blootleggen, daarnaast bekijken we het flauwe, maar wel goed zichtbare reliëf en ook een stuifduin zal niet aan de aandacht ontsnappen. De flora op Tongelaar behoort tot het „fluviatiele‟ district. Een aantal prachtige, oude Brabantse boerderijen maken het plaatje compleet, je waant je even in een andere tijd. Na ongeveer 2,5 uur zullen we op landgoed Tongelaar een uur pauze houden. Je kunt hier geen meegenomen lunch opeten, maar wel een stuk appeltaart kopen. ‟s Middags bezoeken we een drietal excursiepunten in de omgeving We zien het verloop van de Peelhorst
Onze excursieleider zal Hans Pikkemaat zijn, een kwieke zeventiger. Hij heeft lesgegeven aan toekomstige aardrijkskunde docenten op de Hogeschool Arnhem – Nijmegen, maar was ook actief in de IVN afdeling “Maasvallei”. Hij kent de omgeving als zijn broekzak en heeft zijn kennis gebruikt om zowel een geo-route als een landschappelijke fietsroute door en
6
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
naar de Peelvlakte in Mill. In de omgeving van St. Hubert wordt ijzeroer opgeboord en in St. Anthonis kijken we naar veenlagen tussen dekzand. We sluiten de dag om circa 16.00 af in een café in Mill. Bereikbaarheid Openbaar Vervoer: met de trein naar Boxmeer of Cuyk (via Venlo of Nijmegen) en daar kun je opgehaald worden. Dit svp doorgeven bij de opgave.
Vanaf Mill gaan we carpoolend naar het gebied de Tongelaar, op het einde van de dag komen we terug in Mill. Auto: Vanaf de A73 afslag 4-Cuijk naar N321 richting Beers/Grave, sla rechtsaf bij Beersebaan/N321 (borden naar Grave/N321/Beers). Ga verder op de N321, sla linksaf bij Burgemeester Thijssenstraat vervolgen naar Millseweg. Flauwe bocht naar links bij Beerseweg. Neem op de rotonde de 2e afslag naar Hoogstraat, sla linksaf bij Kerkstraat. Neem de 1e afslag links, de Burgemeester Verstraatenlaan op.
Weekend 3,4 en 5 september. Dal van de Ahr in Duitsland door: Aletta van Embden De bestemming voor onze weekendexcursie in september 2010 zal het Ahrdal in Duitsland zijn. Deze minder bekende streek is zowel geologisch als landschappelijk zéér de moeite waard. En ook niet in de laatste plaats als gebied met de meest noordelijke wijnbouw van Duitsland. De rivier de Ahr ontspringt in de Eifel en stroomt in noordwestelijke richting langs de toeristisch bekende plaatsjes Altenahr, Ahrweiler en Bad Neuenahr. Tussen Bonn en Koblenz mondt de Ahr in de Rijn uit. Wie wel eens via de E31, de z.g.n. “Westrheinische”, met de auto richting Basel is gereden, zal ongetwijfeld genoten hebben van het prachtig uitzicht op het Ahrdal vanaf deze snelweg. Tijd om rond te kijken is er dan echter meestal niet, maar nu is er de kans te genieten van dit fraaie rivierdal. Het meer oostelijk gelegen Bad Neuenahr ligt in een licht golvend heuvellandschap omringd door wijnhellingen. Het meer westelijk gelegen Altenahr ligt in een indrukkend diep ingesneden landschap met plaatselijk loodrechte wanden, kloven en meanders. Het Ahrdal maakt deel uit van het “Rheinische Schieffergebirge”, oorspronkelijke gevormd in het Devoon en bestaat grotendeels uit het gesteente schieffer of leisteen. De zich steeds herhalende processen na het
Devoon, gebergtevorming – erosie - insnijding – e.a., waren uiteindelijk bepalend voor het huidige uiterlijk van het gebied. Langs de zuidhellingen van de Ahr loopt de “Rotweinwanderweg”. Vanaf deze hooggelegen route hebben we een prachtig zicht op de landschappelijke en geologische opbouw van het gebied. Dat de wijnliefhebbers onder ons ook aan hun trekken zullen komen, spreekt vanzelf. Het Ahrtal is bekend door zijn rode “spätburgunder”, die in Frankrijk pinot noir heet. Het gebied is relatief dichtbij en vanaf Utrecht in 3 tot 3 ½ uur met de auto te bereiken. Ook de reis per openbaar vervoer is eenvoudig. Ons uitgangspunt zal naar verwachting Altenahr zijn. Het voorjaarsnummer van de Nieuwsbrief zal gedetailleerder ingaan op de geologie en technische aspecten van deze excursie. Graag vragen we u om vrijblijvend uw belangstelling voor dit weekend alvast door te geven, om zodoende tevoren het te verwachten aantal deelnemers te kunnen peilen. U kunt hiervoor het losse opgavenformulier gebruiken of u per e-mail opgeven bij Loes:
[email protected] .
Zaterdag 16 oktober Najaarsexcursie Vollenhove en omstreken. Dit wordt een busexcursie naar gestuwde keileemrijke glaciale hoogten, voormalige kliffen, grondmorenes, de grijze en rode keileem en strandwallen. Over deze excursie is nog weinig bekend, zodra er meer gegevens beschikbaar zijn wordt dit op de site vermeld en natuurlijk uitgebreid in de volgende Nieuwsbrief. Wilt u zich, i.v.m. berekening van de kosten, vrijblijvend opgeven voor 1 februari 2010. U kunt hiervoor het losse opgavenformulier gebruiken of u per e-mail opgeven bij Loes:
[email protected] .
Excursieverslagen Weekendexcursie Condroz België vrijdagavond 4 september 2009 Verslag: Nelly ten Brink
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
7
Hoe zou je Hans kunnen evenaren in het vastleggen van de verschijnselen die in de Ardennen naar voren komen? Niet dus, dat ga ik dan ook niet proberen. Wat dit verslag betreft is er de poging om de sfeer van deze avond weer te geven en wat logica van wat Hans als aanvulling op zijn eigen verslag ons deze avond heeft voorgehouden. Wat mij bij de ontmoeting als eerste opviel, waren de twee vrije consumpties, en dat in Crisistijd. Vanwaar deze gulheid? Niet dat er de belofte kwam dat dit gewoonte gaat worden. Misschien gewoon een boekhoudkundig foutje wat zo weer werd recht getrokken? Een schone lei voor de nieuwe penningmeester is ook nog mogelijk. Want….daar zijn we naar op zoek! Hans stelde ene Vera als zijn assistente voor deze avond voor, maar later bleek zij heel duidelijk zijn Eva en reisgenote te zijn, toen we haar op het scherm tussen de Caledonische resten in Ierland zagen staan. Lieke startte de avond op, met alle stellen een compliment te geven dat ze zich zo heerlijk verspreid hadden onder de andere deelnemers met de wens dat dit traditie zou worden. Toch…, ik zag later een stelletje samen voor het scherm plaats nemen. Moet kunnen, denk ik dan die spreken elkaar ook niet iedere dag. De lezing begon, maar er kwam geen vaart in, we misten het beeld. Met veel aandacht werd er door 4 personen naar de oorzaak gezocht tot een 5e persoon eenvoudig de lensdop van het toestel pakte en daarmee het applaus binnen haalde. Toen konden we beginnen. Hans zette in de vier fasen op het scherm uiteen, wat Europa heeft gemaakt tot wat het nu is. Het verhaal begint op het moment dat Europa een schiervlakte is. De fasen die daar 10 tot 15 miljoen jaargeleden toe geleid hebben, zijn met drie gebergtevormende periodes, behoorlijk ingewikkeld. Op het scherm verscheen de kleurenkaart die aangaf waar de Caledonische, de Hercynische en de Alpine plooiing heeft plaatsgevonden. Juist door de kleurverschillen kwam duidelijk naar voren dat de schiervlakte door gebergtevorming in het noorden in de Caledonische tijd (o.a. Scandinavië) was aangegroeid, in het zuid westen door de Hercynische gebergtevorming (o.a. Spanje, Portugal), en zoals ieder wel weet, in Zuid Europa door de Alpine orogenese. Dit alles in een tijd dat het gebied, dat nu Europa heet, nog ver ten zuiden van de evenaar lag. Vele jaren is dit alleen een theoretisch verhaal voor me geweest en nu kwam er werkelijk een beeld bij me naar boven, waarmee ik verder kon denken. Deze orogenese ontstond steeds als de schollen, waaruit de continentale korst bestaat tegen elkaar botsten, waarbij de een onder de andere schoof, de zogenaamde subductie. Wat ik zelf zo mooi aan de subductie vind, is de cyclus waarin een bestaande oceaan steeds kleiner wordt doordat de schollen naar elkaar toe drijven en door deze druk de continentale
8
bodem omhoog wordt gedrukt en geplooid tot bergen, maar… dat gelijk door deze beweging ook weer oceanen ontstaan. Deze gebergtevormende activiteit is dus drie keer grootschalig gebeurd en wat het zo ingewikkeld maakt, is dat gebergte delen nu door elkaar heen lopen en op sommige plaatsen met elkaar vermengd raken. De Ardennen zijn met de Alpine vorming in het zuiden, hard aangestoten en zo omhoog gekomen, maar werden tegengehouden door de veel oudere massieven, de resten van de Caledonische laag. De dreun was zo geweldig, de druk van de duwende kracht zo groot, dat de basis van de Ardennen ook in beweging werd gebracht. En door de klap van de Afrikaanse plaat tegen de Europese plaat, die de Alpen vormde, een klap van zo`n 30 tot 40 miljoen jaar lang, werd ook langzaam de oude Thetys-zee (oceaan) gesloten. De Ardennen zelf zijn dus in de Caledonische orogenese tijdens het Devoon ontstaan en gelijk zijn de toppen dus door erosie ook gaan slijten. Door de tijd heen kun je niet meer van gebergte spreken, het is afgevlakt, we noemen dit een Schiervlakte. Neemt niet weg dat ook al zijn de toppen afgevlakt, nog duidelijk te zien is dat de Ardennen in de Caledonische periode sterk geplooid zijn en er zoveel synclinale (plooidalen) en anticlynalen naast elkaar zijn ontstaan, dat we het totaal een synclinorium kunnen noemen. Dit is een bekken waarin alle sedimentlagen, die daar door miljoenen jaren heen zijn afgezet, geplooid zijn. Ook zijn er in deze Ardennen nog overschuivingen te zien.(Wanneer een overschuiving over meer dan 5 km loopt dan heet het een dekblad) Op de Caledonische gesteentebasis ligt vaak een dik pakket sedimenten. Zo heeft Nederland bv. een Caledonische ondergrond (daar was ik nu altijd zo nieuwsgierig naar) met daarop bv. onder Amsterdam een sedimentlaag van 4 km en Parijs zelfs 100 km. Leuk om te weten. Op het moment dat dit wordt uitgelegd, zien we steeds een mannetje voor het scherm langs, met de armen verticaal omhoog van links naar rechts bewegen en zo met zijn schaduw op het scherm tot anti- en synclinale worden, om later in een verbeeldend massief op te gaan. De Ardennen zijn bekend om hun harde donkere kalksteen met fossielen. Dit gaan we morgen bekijken maar waar komen deze fossielen vandaan? Kun je dat nu plaatsen? Wij wel! Aan de randen van de schiervlakte lagen vroeger ondiepe zeeën, waarin veel koraal met het leven daarom heen, tot ontwikkeling is gekomen. Door erosie is nu 98 % gesedimenteerd en zijn de resten van deze koraalzee door deze sedimentlaag bedekt geraakt en door druk tot gesteente gevormd. Zelf vond ik het interessant om te horen dat na het Devoon in dit gebied, tot aan het Krijt geen sediments-
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
afzettingslagen meer te vinden zijn. Dit betekent, dat er in die periode geen zee meer was, maar land. Dat we dit alles morgen kunnen zien hebben we te danken aan het feit dat de Maas dwars door al deze opgeduwde lagen naar het noorden loopt en zo het
gebied 50 meter heeft ingesneden en voor ons ontsloten, waardoor we de lagen uit het Devoon en Carboon morgen naast en mogelijk over elkaar kunnen zien liggen.
1. De Maas bij Namen. Een lichtelijk gefotoshopte afbeelding waarbij de schiervlakte en rechts een terras te zien zijn.
De Maas loopt, zoals Hans zelf al beschreef, dwars op de strekking van het toen bestaande gebergte en heeft in zijn geschiedenis een behoorlijk dal uitgesleten. De Maas heeft zijn ontstaan in de Vogezen gehad en is, nu het zijn oorsprong weer in de Ardennen zelf heeft, een slaperig stroompje geworden. Dit omdat de bovenloop een obstakel door de opheffing en kanteling van de Ardennen kreeg, en de Moezel ook nog een stuk van z`n stroomgebied heeft afgenomen. Door dezelfde kanteling gleed de Maas af naar het westen waardoor z`n aanvoer vanuit de Rijn stopte en ons zo de rivierterrassen in Zuid Limburg bezorgde. Zo door de lezing heen probeert Hans niet alleen veel termen aan ons te slijten, maar hij lijkt er op uit te zijn, ons verdieping mee te willen geven, wat het volgen van het geologische proces betreft. Wat ik zelf even kwijt ben is waarom de Maas, niet zoals andere rivieren gewoon de strekking van het gebergte volgt? Was dit, omdat er een schiervlakte was die zich zeer langzaam door de miljoenen jaren heen heeft opgeheven waardoor de Maas de tijd kreeg om zich in te snijden? Is het tempo hier bepalend geweest? En is pas later, toen de opheffing een blokkade in zijn stroomgebied vormde, de stroomsnelheid zo sterk geworden dat er terrasvorming in Limburg ontstond? En zo wordt je als lezer dan toch nog aan het denken gezet. Weekendexcursie Condroz België zaterdagochtend 5 september 2009 Verslag: Lieke Vullings Plooiruggen, rovende rivieren en kronkelbergen. Het bezoek aan de Citadel van Namen en het uitzicht op de schiervlakte wil ik graag als vertrekpunt nemen voor het verslag. Deze jongste verschijnselen leggen nu eenmaal een aantal oudere lagen bloot. Dankzij de noeste arbeid van de Maas om de Alpine gebergtevorming bij te houden, kunnen wij de ontsloten flanken in de geplooide heuvels zien. De heuvels lopen oost-west, evenals bijvoorbeeld de rivier de Sambre, die bij Namen in de Maas uitmondt. Dat de Maas noord -zuid stroomt is te danken aan de schiervlakte. De schiervlakte is het afgevlakte restant van een gebergte gevormd tijdens de Hercynische gebergtevorming, die door de Alpine gebergtevorming is opgeheven. De Maas, die vrij over de al ontstane schiervlakte meanderde, moest zijn best doen om deze op
heffing bij te houden en sneed zich – vanwege zijn zuidelijke herkomst noordelijk zo‟n 60 tot 100 meter in. Hierdoor ontstond zijdelingse erosie en kwamen de flanken van de heuvels bloot te liggen, dit geeft ons nu zicht op plooiruggen en plooidalen. Vlakbij de Citadel van Namen zagen we een prachtige plooirug (Hercynische plooiing). Het assenvlak van de plooiingen, een denkbeeldige lijn die de verschillinde plooirichtingen met elkaar verbindt, is zichtbaar. Dit gebergte was een paar kilometer hoog, door erosie is veel verdwenen. De plooirug bestaat uit zandsteen, de ernaast staande verticale lagen zijn schalie (de oorspronkelijk verticale scheurtjes liggen nu horizontaal en zijn opgevuld met kwarts)zie 1. Zandsteen ontstond in een milieu met een relatief grote stroomsnelheid (Boven Devoon), de kleideeltjes bezonken in een langzamer stromend milieu (Carboon) en werden schalie.
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
9
de Moezel. Van de Maas blijft alleen de benedenloop achter, maar deze is wel korter geworden. In Profondeville staan we bovenop de schiervlakte en zien we de ingesneden Maasmeanders en een kronkelberg. De berg is een restberg en door riviererosie losgeraakt van de van de berg.
1 Gelaagdheid van zandsteen, kwarts en schalie In de omgeving is nog ouder en daardoor zeer hard gesteente van het Caledonische gebergte, dit is einde Siluur ontstaan. Omdat het Caledonische gesteente zo hard is loopt latere gebergtevorming (Hercynische) hier op „vast‟. Het Massief van Brabant en het Massief van Stavelot zijn resten van de Caledonische gebergtevorming waar de Hercynische gebergtevorming gedeeltelijk overheen is geschoven. Gevolg is dat de nieuwe plooiing over oudere plooiing heengaat. Teruglopend bekijken we het fenomeen „terugschrijdende erosie‟ en daarmee wordt zichtbaar hoe de Moezel de Maas heeft aangetapt. Een geul in het pad verbeeldt even de Moezel, het pad zelf is de Maas. Omdat de geul steeds verder terugschrijdt (als het ware achteruit een groter deel van het pad pakt) verdwijnt op een goede dag de Maas op deze wijze in de Moezel. De bovenloop van de Maas wordt nu de bovenloop van
2 1 De Maas – 2 Vroegere loop van de Maas - 3 Kronkelberg 4 Schiervlakte.
Weekendexcursie Condroz Belgie zaterdagmiddag 5 september 2009. verslag: Leny Huitzing Zandgroeve en Rocher de Fitevoye nabij Hun Na de lunch, op het terras van de Hunner kroeg St. Christophe, lopen we een eindje stroomopwaarts (langs de weg) over de westelijke Maasoever naar een verlaten groeve waar zandsteen uit het Famennien - de bovenste etage van het Devoon - is gewonnen. Onze gids toont ons daar een „dipslope‟. Als de helling van het terrein (Eng. „slope‟) samenvalt met de helling van een afzettingslaag (Eng. „dip‟), spreken we van een „dipslope‟. Deze dipslope is ontstaan door het winnen van de zandsteen en helt naar het zuidoosten. De stand van de aansluitende niet ontgonnen lagen suggereert dat we hier te maken hebben met een anticline. Dat weten we pas zeker als onderzoek zou uitwijzen dat de lagen in het centrum van de plooi het oudste zijn en de lagen naar buiten toe steeds jonger worden. Struikge-
10
was verhindert, dat we dichtbij de dipslope komen om het gesteente van dichtbij te bekijken, maar gelukkig ligt er een grote steen bij de ingang. Die voelt als schuurpapier - zandsteen dus - en bevat ook glimmers. Deze micarijke zandsteen wordt psammiet genoemd en
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
wordt in een brede strook ten zuiden van de SambreMaas gewonnen. We lopen terug en gaan via een stuw naar de oostoever van de Maas waar de Rocher de Fitevoye hoog boven de Maas uittorent. Stoere bergbeklimsters bedwingen de bijna loodrechte wanden. De lichte kalksteenrotsen dateren uit het Frasnien, de op een na jongste etage van het Devoon. Het lijkt of de vrijwel verticale wanden bovenaan horizontaal ombuigen. Dan zou er sprake zijn van een anticline. We verbazen ons erover dat deze rotsen naar het westen hellen terwijl ze hoogstens een paar honderd meter verwijderd zijn van de naar het zuiden hellende dipslope in de zandgroeve. Hoe kan dat? Emile zoekt de verklaring in de aanwezigheid van de rivier: rivieren lopen vaak door zwaktezones of door een breuk. Langs die breuk kan een draaiing zijn opgetreden. Van Hun via pont d’Yvoir naar Houx Terug bij restaurant St. Christophe rijden we zuidwaarts over de pont d‟Yvoir richting Houx op de oostoever van de Maas en passeren daarmee de grens Devoon - Carboon. Een kilometertje ten noorden van Houx parkeren we de auto‟s en gaan op zoek naar laaghellingen en overschuivingen. Bij de spoorbrug is het lichte Viseaangesteente (2e etage Carboon) sterk
geplooid, we zien zelfs secundaire plooien. We bevinden ons dan ook in de noordflank van het synclinorium van Dinant. Hier en daar wordt de structuur van de afzettingen gemaskeerd door opgeloste en weer neergeslagen kalksteen. Houx is een grijs dorpje, geheel opgetrokken uit de lichtgrijze Viseaankalksteen. Direct achter de huizen rijzen de lichte rotswanden vrijwel loodrecht omhoog; de muren van Chateau de Poilvache lijken er naadloos op aan te sluiten ( zie foto op de voorkant van deze Nieuwsbrief)). Kalksteen breekt gemakkelijk; hebben de bewoners geen last van vallend gesteente?. Ja, dat hebben ze, hoort Hans Crone van een bewoner die klaagt dat de huidige regering daar niets aan doet. Naar de kalksteengroeve van Salet Via pont d‟Yvoir rijden we terug naar de westoever en nemen de N971 naar Salet. We stappen uit bij een kleine grot langs de weg. Hier heeft de plaatselijke bevolking kennelijk bouwmateriaal gewonnen. De enkele centimeters dikke lagen van Bleu Belge – de
Molignéekalk die eerder zwart dan blauw is – staan hier loodrecht.
Door naar de grote groeve die nog in gebruik is. Ook hier gaat het om Molignéekalk uit het Viseaan 3 en behoort tot de „kolenkalk‟ die zo wordt genoemd omdat ze onder de kolen (Westfalien = 2e etage Boven Carboon) ligt. Er staan grote breekmachines en zeven, plus het resultaat daarvan: grote hopen zwarte kalksteen. We bekijken de gebroken steen op zoek naar fossielen maar vinden slechts calcietaders. Bestaat dit gesteente uit kalkskeletjes van planktonische organismen die op de diepzeebodem zijn neergedaald, of is het toch licht metamorf waardoor de fossielen zijn vernietigd? We verbazen ons ook over de overzijde van de groeve, waar een naar het zuiden gerichte dipslope, bestaande uit bankige kalksteen, overgaat in vrijwel verticaal staande veel dunnere lagen waarvan de hellingsrichting loodrecht op die van de dipslope staat. Hans C. wil weten hoe dat kan. Onze gids weet het niet en de anderen weten het evenmin. Hans wil het toch weten maar de vraag wordt weggelachen! Daar legt Hans C. zich niet bij neer: hij gaat erheen om heel goede foto‟s te maken om die aan een „echte‟ geoloog voor te leggen zodat wij te weten komen wat hier gebeurd is.. Vlakbij dit merkwaardige verschijnsel gekomen, zien we nog een
mooie anticline van dunne lagen evenals een kleine gebroken plooi. Als we vlak onder het vreemde ver-
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
11
schijnsel staan, zien we hoe het zit en wat Emile ook al zei: door druk uit het oosten zijn de dunne lagen tot een syncline geplooid zodat ze rechtop staan tegen de bankige kalksteen. Maar waardoor zijn de lagen links
zo dun vergeleken met de bankige kalksteen? Andere faciës? Elk antwoord is voorlopig en roept een nieuwe vraag op.
Weekendexcursie Condroz Belgie zondag 6 september 2009 verslag: Lyda en Paulien Kop De eerste stop was aan de voet van de ruïne van Montaigle aan de Molignée waar we de rotsen van Visékalk bekeken. De Molignée stroomt van west naar oost langs de Anticline subsequent. Een vraag: wanneer spreek je van een beek en wanneer van een rivier. Het antwoord is eenvoudig: over een beek kan je heen springen. De riviertjes zijn hier breed en niet diep. Van Anhé reden we over de hoogvlakte met mooi glooiend landschap, een ooit opgeheven schiervlakte. De schiervlakte is ontstaan einde Carboon en was einde Perm volledig geïsoleerd tot schiervlakte. Na geparkeerd te hebben bij Hastière, zien we een prachtige anticlinaal-plooi en de grens van Devoon en Carboon. Ten zuiden is het Devoon-gesteente te zien en ten noorden het Carboon-gesteente. Er ontstaat een discussie over de grenzen van de grote periodes (benamingen in Amerika en Engeland, soorten fossielen die er in thuishoren enz). Een aanrader vindt Hans de Jong het boek van Salomon Kroonenburg (hoogleraar Geologie aan de TU Delft): “De menselijke maat”.
2 Dankzij Emile, die vanaf de overkant van de Maas een foto maakte en Hans, die een afbeelding uit het boek “Leon Dejonghe & Florence Jumeau, Les plus beaux rochers de Wallonie, Service geologique de Belgique, Bruxelles, 2007” beschikbaar stelde.
Bij Hastière-Waulsort wilde Hans ons een mooie overschuiving laten zien, maar dat lukte niet, omdat “die verrekte vegetatie” ons dat verhinderde. Er was zelfs iemand die het een echte peepshow vond om
12
tussen de bomen door een glimp te proberen op te vangen! Gelukkig kon hij de overschuiving (1) goed laten zien in het boek “Les plus beau roches de Wallonie” (de foto is eigenlijk nog mooier dan in het echt!). Tegenover het kasteel Freijr aan de overzijde van de Maas, ligt een heel mooie synclinaal (zie omslagfoto op Nieuwsbrief 46). Hij is van boven afgesneden. De kern ligt bovenop en is het jongst. Er is nog wat extra gerommel van omslagjes en plooitjes, maar deze verstoringen zijn niet groot genoeg om het een synclinorium te mogen noemen. Terug langs de Maas tot waar de Lesse in de Maas komt. Dan gaan we over de stuw naar Anseremme om diverse rivierterrassen te bekijken. Het eerste is erg interessant, daar ontdekken we koffie, Belgische wafels en andere versnaperingen. Dan maken we een flinke klim over een pad bestaande uit een hoge trap en we komen uit op een aantal rivierterrassen, die zowel van de Lesse als van de Maas kunnen zijn. Op het oog alleen kun je dit niet vaststellen, je moet daarvoor geologisch onderzoek doen. De meeste terrassen zijn van de laatste 2 miljoen jaar. Door de opheffing van het land en de ingesneden Maas ligt dit terras erg hoog! De schiervlakte die we vanmorgen zagen ligt op 250m, de Maas op ca. 100m en dit terras ligt lager dan de schiervlakte. Eenmaal weer beneden, is het een gedrang van jewelste om een prachtig reuzenfossiel te fotograferen die te zien is in de stoep van een verlaten huis onder aan de hoge trap. Emiel heeft hem gevonden en schrijft een wedstrijd uit voor wie de mooiste foto kan maken en wie de juiste naam van het bijna 20 cm lange beest (of is het een koraalstengel?) weet. Er wordt een vraag gesteld waar kalk eigenlijk vandaan komt. CaCO3 is kalk. Door dieren wordt uit zeewater kalk verzameld en gevormd tot koraal en schelp. De dieren sterven en de kalk ervan komt als bezinksel op de shelf (zeebodem) terecht, waarna het onder hoge druk wordt versteend. Na afbraak van bergen komt deze kalk weer in zee terecht. Het is een lange kringloop van CO2 dat
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
verbonden wordt aan kalk. Kalksteen ontstaat niet zonder organismen. De Rocher Bayard, bij Dinant, wordt door tijdgebrek van het programma geschrapt, maar we kunnen het individueel, of vanuit de auto gaan bekijken. De Rocher Bayard is spectaculair, omdat de loodrechte lagen uit het Tournaisien precies vertikaal staan. In de kalksteen zie je zwarte grote strepen van vuursteen lopen. De rots is een toeristische attractie, waar verschillende verhalen over bestaan, zoals de legende van de 4
heemskinderen. Deze vertelt dat de rotsige piramide van de hoger liggende rots werd afgesplitst toen het sterke reuzenpaard Bayard, met de vier heemskinderen op zijn rug, op de vlucht voor keizer Karel de Grote, over de Maas moest springen. De sprong lukte natuurlijk wel, maar met z'n achterhoeven sloeg het paard een splinter van de rotswand. In werkelijkheid werd de afscheiding gemaakt door de Franse troepen van Lodewijk XIV nadat ze Dinant hadden bezet, om alzo een gemakkelijke route langs de Maas te maken. Ook schijnt de koning van België van de rots af gedonderd te zijn!
Najaarsexcursie naar museum Hofland zaterdagochtend 7 november 2009. verslag: Jannie Kassies. De koffie staat klaar en de prachtige, veelzijdige inventaris van het museum brengt de deelnemers meteen in de juiste stemming. Nadat Lieke ons welkom heeft geheten, worden we toegesproken door de voorzitter van museum Hofland. Hij legt uit dat het museum zich weliswaar richt op de regionale geologie, maar dat de uitstraling ervan veel groter is door de uitgebreide collectie en de inzet van vele onbetaalde, maar zeer geschoolde vrijwilligers. Daarna gaan we naar de filmzaal, waar we een prachtige film zien over de geologische ontwikkelingen in het Gooi gedurende twee miljoen jaar. Het begint met de aanvoer door rivieren van witte zanden uit het oosten en bruine zanden uit het zuiden. Deze worden nog gevonden tot op 100 meter diepte! Daarna de ijstijden: die van het Saalien stuwt de ondergrond op tot hoogteverschillen van wel 125 meter. Daar blijft niet veel van over als de winden van het warme Eemien hun afslijpend werk doen. De Tafelberg is nu het hoogste punt in het Gooi: 32 meter hoog. (Lang geleden ging ik met een Engelssprekende vriendin een wandeling maken naar de „Tablemountain‟. Na afloop vroeg ze verbaasd waar die mountain toch wel was…).
Na de film worden we in drie groepen verdeeld. Elke groep krijgt aan de hand van een bepaald onderwerp van de tentoonstelling een inleiding door een van drie deskundige, ervaren rondleiders.
De onderwerpen zijn: Gesteentecyclus Wel en wee van het klimaat Geschiedenis van het leven in het precambrium Gesteentecyclus. 4,5 miljard jaar geleden ontstond de aarde en zo‟n 3,8 miljard jaar geleden vormde zich door afkoeling van de planeet de korst, de gesteenten. Als het proces van afkoeling snel ging kon dat basalt zijn, ging het langzamer dan werd het gabbro, met grotere kristallen. Onder de korst bevond en bevindt zich de mantel met radioactief materiaal, gesmolten gesteente dat op verschillende manieren een uitweg zoekt. Bijvoorbeeld zoals in de Midatlantische Rug waar het magma nog steeds naar buiten komt, waardoor de oceaanbodem uit elkaar drijft. IJsland ligt op deze rug en daar komt het magma zichtbaar aan de oppervlakte. Door grote spanningen kan de dunnere oceaanbodem „onderduiken‟ onder de dikkere continentale bodem: subductie genoemd. Daardoor ontstaan troggen van wel 10 kilometer diep. Wanneer op grote diepte door de onderduiking van de oceanische plaat het continentale materiaal gaat smelten ontstaan ook vulkanen, die echter ander materiaal uitstoten. Het is dikker en bevat veel water, waardoor deze vulkanen zeer explosief kunnen zijn. Een derde soort vulkaan laat de dunne lava ver uitvloeien, zoals op Hawaï. Wel en wee van het klimaat. De samenstelling van de atmosfeer en de ligging van de continenten zijn verantwoordelijk voor de temperatuur op aarde. 600 miljoen jaar geleden konden we spreken van sneeuwbal aarde en 50 miljoen jaar geleden van broeikas aarde. En hoewel de aarde weer een ijstijd te wachten staat, maken we ons nu zorgen over de opwarming. Behalve het veelgenoemde CO2-gas spelen ook H2O, methaan, ozon en de Cfk‟s een rol. De „methaancyclus‟ is een speciale bron van verontrusting. Methaan-
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
13
gas wordt door koeien „uitgewind‟, maar belangrijker is dat het ligt opgeslagen in de permafrostbodem rond de Noordpool en in de oceanen. Bij opwarming van de aarde komt dit vrij en is dan een grote aanjager van de verdere opwarming van de aarde. Het proces is dan niet meer in de hand te houden. Aan de hand van een afbeelding van een tuinbouwkas wordt inzichtelijk gemaakt hoe het proces verloopt. Geschiedenis van het leven. Onze gids begint zijn verhaal met het ontstaan van ons zonnestelsel, van de aarde en de maan, en het effect van de enorme inslagen van meteorieten in het aardoppervlak. Hij laat ons de zwaarte voelen van een puur ijzeren meteoriet en laat het verschil zien tussen de stollingsgesteenten basalt en gabbro. Het leven op aarde begint zo‟n 3,5 miljard jaar geleden. In het uiterste zuidwesten van Australië kunnen we aan de kust nog zwarte, gelaagde groeisels vinden Het zijn stromateolieten, bacteriën met kalkskeletjes,
de oudste levensvorm op aarde en nog altijd aanwezig! Door de werking van eb en vloed groeien ze naar boven, waardoor de vreemde vormen ontstaan. Door hun fotosynthetiserend vermogen leverden ze een bijdrage aan het ontstaan van zuurstof in de atmosfeer, waardoor meer levensvormen konden ontstaan. Zo zien we een prachtig fossiel van een zeelelie (een dier! net als de zeester een stekelhuidige) van 400 miljoen jaar oud, gevonden op 300 meter diepte in Portugal, ingesloten in een kleilaag. Het is het mooiste stuk van de tentoonstelling. Het is inmiddels lunchtijd geworden. Geheel verzadigd van feiten maar met een knorrende maag dalen de drie groepen af naar de filmzaal waar we onze boterhammen kunnen opeten. We zijn onder de indruk van wat we gezien en gehoord hebben, en dat in zo‟n korte tijd, in dit kleine, maar bijzondere museum.
Boekbesprekeing door Lieke Vullings Bodem onder het landschap. Auteur: Jan Bokhorst, Een boek dat vrij kort en krachtig ingaat op verschillende bodemsoorten (oud, jong, zand, klei, leem, veen) in ons land. De invloed van hoge en lage waterstand, van wel of geen kalk op de plantengroei en de betekenis van humus. Er staan veel foto‟s in van landschappen, natuurlijke beplanting en vooral heldere en informatieve foto‟s van de opbouw van verschillende bodemsoorten. Daar waar nodig aangevuld met illustratief kaartmateriaal. Dit samen maakt het tot een prettig leesbaar en inzichtelijk boek. Er wordt veel aandacht besteed aan de landbouw, omdat die nu eenmaal een groot deel van de grond in gebruik heeft. Om tot goede landbouwgrond te komen worden de verschillende bodemactiviteiten en invloeden besproken. Er wordt ook aandacht besteed aan wat goede en slechte resultaten geeft en waarom. Bijvoorbeeld er kunnen ook teveel regenwormen in de grond zitten, waardoor geen goede bodemstructuur ontstaat (Flevopolders). Het Louis Bolk Instituut voor biologische landbouw is een van de mede uitgevers. Mensen die al veel over onze bodem weten zullen er niets nieuws in aantreffen, maar voor iedereen die zich op dit terrein een beginner acht of zich onzeker voelt kan in dit boek - op een plezierige, laagdrempelige wijze - iets van zijn of haar gading vinden. Zo leerde ik o.a. dat er bij Lelystad rivierduinen zijn, en dat er ook oude bewoning voorkwam. Kortom: de Flevopolders zijn meer dan alleen een jong landschap. Ik ontdekte ook,dat er bij de ontginning van de polders veel riet is ingezaaid, waardoor er veel wortelgangen van riet in de bodemopbouw zijn gekomen, wat zorgt
14
voor verticale poriën waardoor de bodem goed doorwortelbaar is en bomen en planten makkelijk bij het zoete grondwater komen. Het gevolg hiervan is veel groei en continue bladvorming, maar daardoor weinig afrijping. Hierdoor zijn er nauwelijks herfstkleuren te zien in de Flevopolders. In de Betuwe daarentegen is juist in de herfst vrij weinig water beschikbaar en mede door het gehalte aan organische stoffen in de bodem kunnen er uitbundige herfstkleuren ontstaan. Een enkele slordigheid trof ik ook aan; er staat dat wintereiken op de meer vochtige gronden „groeien‟ terwijl deze juist van nature op de drogere, armere gronden staan. Globaal worden alle bodemsoorten behandeld, maar niet in detail en niet op elke plek waar deze voorkomen. Wij weten bv. dat er op meer plaatsen löss is dan in Zuid Limburg. Alle termen worden achter in het boek nog een keer verduidelijkt, bronnen zijn genoemd en er zijn verwijzingen naar een aantal interessante websites. Een interessante nieuwsbrief (op internet) voor leden van de werkgroep kan „kennislink‟ zijn. Zij geven regelmatig een nieuwsbrief uit met veel aandacht voor ontwikkelingen en ontdekkingen op geologisch gebied. Deze staan altijd vrij bovenaan in de nieuwsbrief . Deze nieuwsbrief is vrij lang, maar je hoeft alleen maar te openen wat je interesseert. Uitgeverij Roodbont. ISBN 90-75280-94-7 E-mail naar
[email protected] voor het aan- en afmelden voor deze e-mailservice of kijk op www.kennislink.nl om een beeld van de nieuwsvoorziening te krijgen.
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
Een canon van het Nederlandse Landschap in 50 vensters en 12 thema’s. Hanneke van den Ancker Een zeer verzorgde, bondige uitgave voor maar € 5.95 met vooral prachtige illustraties. Ineens leeft de geologie in al zijn aspecten volop, het is bijna levensecht. Voortaan maken de leden van de werkgroep ruzie om een verslagje voor onze nieuwsbrief te mogen schrijven, zo levendig en behulpzaam is deze uitgave. De 2e druk lijkt alweer uitverkocht, maar volg de website via de volgende link www.boekwijs.nl/.../hetontstaan-van-het-nederlandse-landschap.html ISBN/EAN: 9789074980203
Sedimenten door: Wouter van den Bosch Grondboor & Hamer, no. ¾ van 2009. Dit is een verzamelnummer geworden van 11 artikelen over het hoofdstuk ‟Veen‟. Het beslaat liefst 116 pagina‟s en is daarmee ongeschikt voor een uitvoerige rapportage. Laat mij echter vooropstellen dat alle artikelen van hoge kwaliteit zijn en dat zij het onderwerp uitputtend behandelen. Ik neem dan ook de vrijheid om de artikelen naar persoonlijke smaak in te korten en U daarbij aan te raden het nummer los aan te schaffen. Het is de moeite waard! De meeste artikelen zijn in een voor ieder gemakkelijk leesbare stijl geschreven. Enkele zijn voor een groter publiek echter erg wetenschappelijk gesteld. Het eerst artikel heet “Veen in de MaasRijndelta: groei, afbraak en compactie”. Het is een helder artikel, dat ingaat op begin en einde van de veenvorming als gevolg van de toenmalige situaties, die echter later geheel zijn veranderd in verband met de menselijke activiteiten en de roofbouw op de turf. Die is in enkele decennia dan ook vrijwel geheel verdwenen. De verschillende stadia worden helder weergegeven, de vochtige laagvlakten, bossen, ontwatering, en tenslotte het afgraven en de landbouw. Een historie van nog geen 1000 jaar, maar toch van grote betekenis voor het landschap. De verschillend plantengemeen-
schappen worden beschreven, inclusief een doorsnede van de ondergrond. Een prima artikel! Het volgende verhaal is genaamd: “De nieuwe bodemkaart veengebieden Provincie Utrecht” door Jan Peeters, Esther Stouthamer en Marjolijn Bouwman. De bodemdaling wordt hierin behandeld en er is een bodemkartering uitgevoerd, waarbij de stand van het grondwater een belangrijke plaats krijgt. Het gebied omvat ca. 590 Km2. Verschillende benamingen als podzolgronden, brikgronden, eerdgronden en rouwveengronden worden beschreven en de verschillende eigenschappen verklaard. Een volgend artikel beschrijft “Veen- steenkool- en bruinkoolafzettingen met sporen in het landschap. Deze afzettingen stammen vooral uit het Tertiair en de overgang ervan wordt beschreven. Deze afzettingen komen vooral in Zuid Limburg aan de oppervlakte. Daarnaast wordt aandacht geschonken aan bruinkool. Vervolgens komt “Het ontstaan van het “Hooge Veene” “tijdens het Weichselien aan de orde. Dit wordt gevolgd door de winning van veen bij Mijdrecht, hetgeen een fraai plassenlandschap als turfloos gebied tot resultaat had. Ook hier is van het oorspronkelijke landschap vrijwel niets meer te zien. We vervolgen met het gebied ten zuiden van Amsterdam, waar een vroegmiddeleeuws landschap is ontstaan en verdwenen. De ontginningen worden beschreven en de wetgeving uit de Middeleeuwen gememoreerd. Vervolgens komt hetzelfde in een andere jurk tevoorschijn in de artikelen over gevonden voorwerpen in het veen als lijken en bosjes wol, die het milieu kennelijk prima hebben getrotseerd. Vervolgen komt het Darinkdelven aan de orde, waarin het belang van zoutwinning wordt toegelicht en komt als slot de houdbaarheid van hout en andere conserveringsomstandigheden aan de orde. Al bij al kom je dan tot de conclusie dat het een serie artikelen is waar we trots op mogen zijn. Waar ik lang op heb zitten staren en tot de conclusie kwam dat wij kans hebben gezien prachtige herinneringen om te buigen tot vuurtjes en landbouwgronden. Anderzijds zou ons land heel wat minder inwoners hebben kunnen bergen. Verschillende belangen en benaderingen spelen door je hoofd. Laten we het er maar op houden dat turf belangrijk is geweest en dat we er nu nauwelijks nog iets van hebben overgehouden. Een stukje historie van enkele honderden jaren is verdwenen in kachels en fornuizen. En 16 miljoen blijde inwoners. Wij leven bij het heden en voorbij is voorbij. Wij moeten verder...
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009
15
OPGAVENBLAD VOOR HET PROGRAMMA 2010 De spelregels. 1. 2. 3.
Uw schriftelijke opgaven worden vóór 1 februari verwacht bij Loes van Etten. Opgave per e-mail is mogelijk. Bij overinschrijving van een uiting is het bestuur gerechtigd tot annulering van de opgave. Onder voorlopige opgave wordt verstaan dat het lid de bedoeling heeft deel te nemen en dat daarmee rekening kan worden gehouden bij het maken van reserveringen en eventuele maaltijden. Als door omstandigheden een deelname vervalt, moet dit zo spoedig mogelijk en uiterlijk 2 weken voor de uiting, schriftelijk worden gemeld aan de secretaris. Het terugstorten van een aanbetaling kan daarvan afhankelijk zijn. Nadere excursie-informatie geschiedt op basis van dit blad! 4. Wij vragen van alle deelnemers een soepele medewerking om het programma zo ongestoord mogelijk te laten verlopen. 5. Voor de excursies worden door de werkgroep geen verzekeringen afgesloten. De deelnemers zijn zelf verantwoordelijk voor hun verzekeringssituatie. Voor claims, bij welke calamiteit dan ook, stellen KNNV en werkgroep zich niet aansprakelijk. 6. Gewenste keuzesituaties graag aangeven.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ondergetekende(n) geeft (geven) zich voorlopig op voor de volgende uitingen van de werkgroep Geologie en Landschap in het jaar 2010. De opgave en de te betalen onkosten moeten voor 1 februari gedaan worden bij Loes van Etten Regenboogstraat 177 3328 HV Dordrecht. Giro: 1719582. 1.
De contactdag en excursie: Zaterdag 13 maart in Wageningen. Aantal personen: ...... Ik kom met het openbaar vervoer.
kosten € 2,00 ja / nee
2.
Voorjaarsexcursie: Zondag 11april in Mill. Aantal personen:…… Ik kom met het openbaar vervoer.
kosten € 8,00 ja / nee
3.
De meerdaagse excursie:3, 4 en 5 september naar het Ahrtal in Duitsland, Voorlopige opgave voor ....... personen. De definitieve opgaven/gegevens met daarbij het vooruit te storten bedrag worden in het voorjaarsnummer van de Nieuwsbrief vermeld. U wordt verzocht voor de goede orde de volgende gegevens te verstrekken: Wijze van vervoer........................................................ auto / openbaar vervoer. Gewenste accommodatie…………………………….. ...... hotel / 1 persoonskamer .......................................................................... hotel / 2 persoonskamer .......................................................................... camping: tent/caravan Bijzondere gegevens ........................................................... vegetarisch / dieet / geen Waarschijnlijke tijd van deelname ..................................... alleen weekend / langer Afhalen bij openbaar vervoer ja / nee
4. Najaarsexcusie: Zaterdag 16 oktober, busexcursie Gaasterland en/of Vollenhove . Startplaats en kosten nog niet bekend. Dit is een voorlopige opgave. Gegevens komen in nieuwsbrief 48 Aantal personen: ...... Ik kom met het openbaar vervoer. ja / nee Naam en ondertekening:
16
Nieuwsbrief 47 Najaar 2009