Nieuwe romantiek? Leven we vandaag in een romantische tijd?
3.1
Wat betekent dit dan? …
Je krijgt 2 teksten over dit thema. ORIËNTEREN
Bij elke tekst krijg je enkele vragen. Die los je op per twee. Dit
betekent: roep je leraar erbij.
Tekst 1: “Meer romantiek in je leven” Opdracht 1: Voor je begint te lezen Gebruik hiervoor alle zichtbare tekstgegevens: titels, ondertitels, illustraties, bron… 1. wat is het thema? ……………………………………………….. 2. Welk teksttype hebben we hier? ……………………………………………………
Opdracht 2: voorkennis 1. Wat weet je al over het onderwerp? VOORBEREIDEN
…………………………………………………. 2. Wat zou de bedoeling van deze tekst kunnen zijn? …………………………………….. ……………………………………..
Opdracht 3: het thema Lees de tekst. Blijf je bij hetzelfde thema? UITVOEREN
Ja/neen (omcirkel) Indien neen, wat voeg je eraan toe? ………………………………….
1/6
Opdracht 3: tekstanalyse 1. Wat is nu het doel van de tekst? Waaraan merk je dit? Het doel is …………………………… Ik merk dit aan ……………………….. 2. a. Is deze tekst ‘wetenschappelijk’ of niet? ……………………………….. b. Waarom: vind je vooral feiten of meningen? Leg uit. ………………………………. 3. Is deze tekst duidelijk opgebouwd? Waarom wel/niet? ………………………………………. 4. Vat de top-6 van romantische tips samen in je eigen woorden. Gebruik de imperatief. Doe dit in 6 zinnen. Dit zijn de ‘do’s.’ Voeg er telkens een ‘don’t’ aan toe die erbij past. Een voorbeeldje toont je hoe het moet: Tip 1 Geef je vriend of vriendin vaak een complimentje Don’t Scheld je vriend of vriendin niet uit voor stomme vent of stomme trut!.
TIP 2 ….
…
TIP 3 …
…
TIP 4 …
…
TIP 5 …
…
TIP 6 …
… 2/6
5. Beeld je in dat je vriend(in) dit zou doen… Kies 2 tips uit het lijstje. Vertel waarom die niet zal werken bij jouw vriend(in). Voeg toe waarom! Bv Als mijn vriend plots zou afkomen met allerlei complimentjes dan zou ik er hem van verdenken dat hij een oogje heeft op een ander meisje omdat hij denkt dat ik het zo niet zal vermoeden.
a. Als mijn vriend(in) ……………. dan…………………………………………………………… omdat ……………………………………………………………………… b. Als mijn vriend(in) ………………………. dan…………………………………………………………… omdat ………………………………………………………………………
Tekst 2: “Waarom we in de 21ste eeuw romantischer zijn dan ooit” Opdracht 5: illustraties 1. Bekijk de illustraties bij de tekst. Welke informatie herken je uit tekst 1? …………………………..
2. Welke ‘sfeer’ krijg je? (positief, negatief, grappig, spannend…) …………………….
3/6
Opdracht 6: Lees de tekst. 3. De illustraties zijn achteraf bij de tekst geplakt. a. Passen ze erbij? ……………………………….. b. Waarom wel/niet? ………………………………..
Opdracht 4: woordenschat en gevoelswaarde De tekst zit boordevol moeilijke woorden. Eerst een stukje theorie: We spreken van de gevoelswaarde van woorden. Bijna alle woorden hebben een duidelijke woordenboekbetekenis. Dit is een neutrale betekenis. Iedereen aanvaardt die. We noemen dit de denotatie van een woord. Vele woorden roepen bij ons een gevoel op, een subjectief Als een woord een positieve gevoelswaarde heeft, zeggen we dat het een positieve connotatie heeft. Bij een negatieve spreken we van een negatieve connotatie. Een voorbeeld: School Denotatie: gebouw waar onderwijs wordt gegeven; onderwijs, les Connotatie: voor de meesten heeft school een negatieve connotatie: saai, veel werk, geen vrijheid, … a. Gebruik de context om het volgende te weten: zijn deze woorden positief, negatief of neutraal? Hebben deze woorden dus een positieven neutrale of negatieve connotatie? Zet een kruisje in de juiste kolom. positief
neutraal
negatief
- de burn-out - floreren - de onvermoede plekken - de kitsch - het cliché - authentiek - de melancholie - cruciaal
4/6
Zoek twee woorden waarvan het ene een positieve connotatie heeft en het andere een negatieve. Zeg ook wat de denotatie is. Woord 1: ………………………… Denotatie: ……………………….. Connotatie: ………………………… Woord 1: ………………………… Denotatie: ……………………….. Connotatie: …………………………
b. Ga nu op zoek naar de woordverklaring, de denotatie van de volgende woorden. Vermeld welke strategie je gebruikte: (1) Mijn kennis (2) De context (3) Vergelijken met andere woorden
begrippen
Strategie (1) (2) (3)
betekenis
- de burn-out
- floreren
- de onvermoede plekken
- de kitsch
- het cliché
- authentiek
- de melancholie
- cruciaal
5/6
Opdracht 5: inhoud 1. In de 1ste alinea geeft hij 10 voorbeelden van dingen die beantwoorden aan zijn definitie van ‘romantisch’. Welke? 1. chihuahua’s 2. het brood van Le Pain Quotidien 3. … 4. … 5. … 6. … 7. … 8. … 9. … 10. … 2. In de 2de alinea geeft de auteur een definitie van het begrip ‘romantisch’: “Terwijl net authenticiteit een voorwaarde is om iets romantisch te noemen, aldus de schrijver. Uniciteit, echtheid, emoties, en ook wel melancholie zijn cruciale waarden in de romantiek, in het leven van vandaag” Vat samen in je eigen woorden. ……………………………. ………………………………..
Opdracht 6: spreken Je leraar geeft jullie per 2 één begrip uit opdracht 5. Ga op het internet op zoek naar informatie hierover: Bv Wat is het? Waar vind je het? Wat is het belang ervan? Wat zijn de eigenschappen? …. Verwerk in een samenvatting (geen copy paste!) Zoek ook 2 bruikbare foto’s. Bereid een korte spreekoefening voor. Geef meer uitleg geeft over de begrippen. Je mag een spiekbriefje gebruiken, geen voluit geschreven tekst.
- Heb je alle opdrachten gemaakt? REFLECTEREN REVISEREN
- Verwittig je leraar als je helemaal klaar bent.
6/6