Het Klassiek Collectief
“Idyllische romantiek” 23 mei 2015, 20:15 uur, NedPho-Koepel, Amsterdam 24 mei 2015, 14:15 uur, Nieuwe Kerk, Den Haag
Programma
Richard Wagner – Siegfried Idyll Originele versie voor 13 instrumenten
Sergej Prokofiev – Tweede vioolconcert Soliste: Floor le Coultre
Pauze
Johannes Brahms – Derde symfonie
Voorwoord Beste bezoeker, Namens het orkest en onze dirigent heet ik u van harte welkom op deze tweede concertreeks van het Klassiek Collectief. Wij zijn ongelooflijk blij dat u de moeite hebt genomen naar een van onze concerten te komen. Na het succes van onze eerste concertreeks hebben wij er geen moment aan getwijfeld een vervolg te geven aan ons project. Ons concept, waarbij gevorderde amateurs, conservatorium studenten en professionele musici het orkest vormen, is een gat in de markt. Dit blijkt uit het enorme animo om aan ons project deel te nemen. Naast het feit dat wij veel positieve reacties hebben ontvangen van mensen die gevraagd zijn om mee te spelen, heeft een groot aantal musici ons benaderd mee te mogen spelen via onze website. Ik dank al deze musici, zonder hen was dit project niet mogelijk geweest. Essentieel voor de realisering van dit project zijn uiteraard de financiën. Tot onze grote vreugd hebben wij toezeggingen gekregen voor een financiële bijdrage van het Amsterdams Fonds voor de Kunst en het VSB fonds, waardoor ons project is mogelijk gemaakt. Ook het constructief meedenken en de flexibiliteit van onze dirigent Herman Draaisma heeft de organisatie van dit project soepel laten verlopen. Tot slot zijn wij ontzettend blij met onze geweldige soliste van vanavond, Floor le Coultre. Afgelopen project leidde zij het orkest als concertmeester, nu schittert zij in een rol als soliste voor het orkest. Laten we beginnen, u bent hier tenslotte voor de muziek. Mede namens mijn vertrouwelingen Stefan Ebels en Stefan Guirten wens ik u een fijn concert toe. Jasper Wentink
De Muzikanten Fluit
Rob van Dord, Esther Randsdorp
Hobo
Jasper Wentink, Beryl ter Haar
Klarinet
Stefan Guirten, Aniek Schuitemaker
Fagot
Sebastiaan van Denderen, Adam Romey, Miriam Moester
Hoorn
Hanna Guirten, Rianne de Heide, Henk Veld, Christiaan Poel
Trompet
Melanie Garrett, Loes van den Hoven
Trombone
Hugo Boom, Thijs Macco, Jorrit Kafoe
Pauken
Dominique Vleeshouwers
Percussie
Maarten Tempelman
Viool 1
Stephan Nieuwesteeg (CM), Karien Kooiman, Simone van Hoof, Fanny de Graaf, Maartje Hetsen, Liesbeth Praat, Rosanne Turner, Wouter Peelen, Sandra Karten, Leonard Kroese, Stefan Ebels, Amanda van Eijk
Viool 2
Juliette van Kalmthout (AV), Karin Ebels, Zoë Eekhof, Leonore Broekhof, Sven Cornets de Groot, Chantal van den Engel, Nina van Lier, Izar Perdijk, Judith van Andel, Rogier Strijbis, Myrthe Ziedses des Plantes
Altviool
Laura Kok (AV), Blanca Sanchez, Janneke Bockwinkel, Marnix Verberne, Maarten Gramsma, Irene Doolaard, Arthur Verkerke, Merel Coebergh, Renee Vulto
Cello
Rogier Tamminga (AV), Keimpke Zigterman, Ivo Bles, Martijn Kortleve, Yola Janssen, Emma Brouwer, Floor Bakker, Irene van der Vossen
Contrabas
Jesse Feves (AV), Siward Tacoma, Joep Deiman, Jacob van der Vlugt, Floris Sluiter
Dirigent Herman Draaisma
Herman Draaisma begon zijn studie klarinet aan de Muziek Pedagogische Academie bij Gerard van der Weerd en studeerde af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Pierre Woudenberg. Daarnaast rondde hij een studie basklarinet af bij Tom Sieuwerts. Na voltooiing van de klarinet studie volgde hij, eveneens aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag, een studie orkestdirectie bij Lucas Vis die hij na zijn afstuderen assisteerde bij onder andere Taller theater. In 1992 trad Herman in dienst als klarinettist/basklarinettist bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest in Amsterdam. In 2011 dirigeerde hij Het Nederlands Kamerorkest met een wereldpremière van Matijs De Roo. Daarnaast geeft hij leiding aan diverse symfonieorkesten, harmonieorkesten en blazersensembles uit de amateurwereld. Zo is hij vaste dirigent van Strijkorkest ‘Zoroaster’ in Utrecht en van het jeugdstrijkorkest ‘Arcato’ in Zutphen, Blazersensemble ‘Nieuwe Maten’ en ‘Septentriones’, en Harmonieorkest ‘Noordenwind’. Regelmatg is hij werkzaam als repetitor bij het Studenten Utrecht Concert, Crea Orkest Amsterdam, Utrechts Studenten Koor en Orkest, Sweelinck Studenten Orkest, VU- Orkest, Nederlands Studenten Orkest, Festival Orkest Tilburg, Amersfoorts Jeugdorkest, Hofstads Jeugdorkest Den Haag, Mozart Philharmonisch Orkest, Stedelijk Harmonieorkest Purmerend en het Diemer Harmonie Orkest.
Soliste Floor le Coultre Floor (1990) begon op vierjarige leeftijd met vioollessen bij haar tante Josien Le Coultre in Groningen. September 2004 vervolgde ze haar vioolstudie bij Joyce Tan in Utrecht aan de jong talenten klas en de AMT en sinds januari 2008 studeert Floor bij Ilona Sie Dhian Ho, bij wie ze na het behalen van haar Gymnasium diploma haar studie voortzette aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Voorjaar 2014 heeft Floor haar Masters in Den Haag behaald met een 9.5 en onderscheiding. In 2011 is Floor in de nationale finale van het SJMN benoemd tot Jong Muziek Talent Nederland. Verder is ze prijswinnares van verschillende nationale concoursen, zoals het Prinses Christina Concours en het Davina van Wely vioolconcours. Zomer 2011 won ze tijdens het Peter de Grote Festival de Labberté-Hoedemaker Award. Floor mocht al meerdere malen met orkest soleren. Ze werkte samen met Nederlandse dirigenten als Johannes Leertouwer, Daan Admiraal, Peter Biloen, Peter Stam en Arjan Tien. Winter 2011 speelde ze in het concertgebouw van Amsterdam de vioolsolo in Ein Heldenleben van Richard Strauss. Dit was live te horen op radio 4 en is zeer lovend ontvangen. Floor is dol op kamermuziek. Met pianotrio Myosotis, pianist Tobias Borsboom en cellist David Bordeleau, treedt ze regelmatig op. Daarnaast speelt ze regelmatig duo’s, strijkkwartetten en andere kamermuziek ensembles wat haar veel energie en plezier geeft. Ook speelt Floor tegenwoordig regelmatig mee met Amsterdam Sinfonietta. Floor bespeelt een Franse viool van Pierre Silvestre uit 1858, welke haar ter beschikking is gesteld door het NMF.
Richard Wagner - de Siegfried Idyll In de ochtend van 25 december 1870, op haar 33ste verjaardag, werd Cosima Wagner gewekt door het geluid van prachtige muziek uit de hal van de villa in Tribschen, gelegen bij Luzern. Een aantal motieven kwamen haar bekend voor en deden haar denken aan de een jaar eerder gecomponeerde opera Siegfried. Toen de hemelse muziek was afgelopen, kwamen haar man Richard Wagner (1813-1883) en hun kinderen de kamer binnen, en gaven haar de partituur. Cosima was tot tranen toe geroerd door dit prachtige verjaardagsgeschenk. De titel luidde: ‘Tribschen Idyll mit Fidi-Vogelsang und OrangeSonnenaufgang, als symphonischer Geburtstagsgruß. Seiner Cosima dargebracht von ihrem Richard’. Fidi was het koosnaampje van hun 18 maanden oude zoon, Siegfried. De Vogelsang verwijst naar een passage uit de opera Siegfried, en de Orange-Sonnenaufgang waarschijnlijk naar de zonsopgang na de geboorte van Siegfried. Het werk staat nu beter bekend als Siegfried-Idyll. De Siegfried Idylle (in E-groot) is voor Wagners begrippen een betrekkelijk licht stuk en ligt gemakkelijk in het gehoor. Deze toegankelijkheid en transparantie zal nog sterker naar voren komen in de huidige uitvoering in de kleine, originele bezetting. Normaliter wordt het werk namelijk uitgevoerd in een (door Wagner) bewerkte versie voor kamerorkest. Een reden om extra te genieten van deze originele uitvoering.
Sergej Prokofiev – Tweede Vioolconcert Toen Sergej Prokofiev (1891-1953) negen jaar oud was, had hij al diverse composities geschreven en met 13 jaar was hij de jongste leerling ooit aan het conservatorium van Sint Petersburg. Hij maakte naam als een bijzonder groot talent, maar ook als iemand met een eigenzinnig karakter. Hij stond dan ook bekend als enfant terrible: ‘Ik verafschuw imitatie en ik verafschuw het bekende’. Prokofiev blaakte van zelfvertrouwen en voelde zich verstikt tijdens de conservatieve lessen aan het conservatorium. Het Eerste Pianoconcert, geschreven door Prokofiev voor zijn eigen afstuderen, was een sensatie en al op jonge leeftijd stond hij bekend als beroemde en beruchte avantgardistische componist. Na de Eerste Wereldoorlog en de Russische Revolutie kreeg Prokofiev toestemming om buiten Rusland te reizen. Hij reisde van 1918 tot 1933 als concertpianist door heel Europa en Amerika. In 1933 keerde hij terug naar Rusland en in 1936 verhuisde hij naar Moskou. Hij kwam terecht in een afschuwelijke en ongunstige periode van Stalinistische terreur en censuur. Hij werd beschuldigd van ‘antisociaal formalisme’, zijn composities werden verboden, afgekeurd door de Pravda, en ook zijn huwelijk liep stuk. Prokofievs laatste jaren waren treurig, zijn gezondheid was slecht en zijn artistieke vrijheid werd dusdanig aangetast dat hij in deze periode niets bijzonders meer produceerde. Prokofiev stierf op 5 maart 1953 aan een hersenbloeding, op exact dezelfde dag als Stalin. Ondanks dit trieste levenseinde heeft Prokofiev fantastische en zeer originele muziek geschreven. Hij vertegenwoordigt de toegankelijke kant van de moderne klassieke muziek. Tot zijn bekendste composities behoren zijn Klassieke Symfonie, het Derde Pianoconcert, het Tweede Vioolconcert en het ballet Romeo en Julia. Allemaal meesterwerken,
maar geen van zijn werken is zo populair geworden als Peter en de Wolf, voor verteller en orkest. Het Tweede Vioolconcert (in G-klein) werd geschreven in 1935. Het onstaan van dit concert staat symbool voor Prokofievs leven op dat moment. Het thema van het eerste deel werd geschreven in Parijs, het thema van het tweede deel in Voronezh (Rusland), de orkestratie werd afgerond in Baku (Azerbeidjan) en de première vond plaats in Madrid. Het eerste deel (Allegro Moderato) begint met een onbestemde melodie voor solo viool, die wordt uitgebreid met een steeds gespierdere begeleiding. De violen in het orkest houden zich aanvankelijk bijzonder rustig, zodat de solist alle klank en ruimte krijgt. De afwisseling van melodiën, begeleidingen en tempi geven dit deel een onnavolgbaar karakter: De luisteraar heeft geen overzicht of idee waar de muziek hen heen brengt. Opvallend is dat de pauken ontbreken, maar een belangrijke rol is weggelegd voor de grote trom. Een grote tegenstelling volgt in het tweede deel (Andante assai), waar de eenvoudige begeleiding in pizzicato van violen en klarinetten (in een drie-delige maatsoort) tegen een lyrische melodie (in een twee-delige maatsoort) staat. Na een beweeglijk tussenstuk wordt de aanvankelijke begeleiding door het volledige orkest gespeeld en de violiste schittert boven het orkest uit. Er volgen nog een aantal afwisselende passages, waarin veel interactie tussen de solist en orkest plaatsvindt. Tot slot keert het begin van dit deel terug, en begeleidt de violiste met haar pizzicati het blaasorkest, dat de melodie speelt. Het derde deel (Allegro ben marcato) is weer compleet anders dan de eerste twee delen. Het heeft een duivels karakter, verschillende ritmes volgen elkaar snel op, de violiste haalt halsbrekende toeren uit, en er bestaat een constant gevoel in een soort sprint naar het einde toe te werken. Let in dit deel op de geweldige hoge melodie op de g-snaar van de viool, de castagnettes (dit schijnt een ‘eerbetoon’ te zijn aan Spanje, waar het werk in première ging), en aan het einde op de grote trom, die als een onregelmatige hartklop de soliste opzweept.
Johannes Brahms - Derde Symfonie In tegenstelling tot Prokofiev en Wagner was Johannes Brahms (18331897) geen vernieuwer. Hij schreef in het traditionele idioom en gebruikte structuren als de symfonie, variaties, de sonate en de fuga. Ook maakte Brahms geen gebruik van nieuwe vindingen zoals de althobo of tuba. Brahms was een bescheiden, teruggetrokken man. Hij maakte graag wandelingen in de natuur en deed daar inspiratie op voor zijn composities. Ondanks zijn succes als componist – het was meer uitzondering dan regel dat een componist tijdens zijn leven succesvol was –, leefde hij sober en hechtte hij veel waarde aan dagelijkse regelmaat. ‘Frei aber froh’ is het thema waar de Derde Symfonie (in F-groot) met zijn drie majestueuze akkoorden mee begint: F – As – F. Zo voelde Brahms zich ook in 1883, toen de Derde Symfonie in première ging. Jarenlang ging hij gebukt onder de immense druk en verwachtingen die hem werden opgelegd. Zijn voorganger Beethoven had immers negen onevenaardbare symfonieën geproduceerd. Brahms’ Eerste Symfonie, waar hij meer dan tien jaar aan gewerkt had, was zes jaar voor de Derde Symfonie gecomponeerd en sindsdien had hij ook andere meesterwerken op de planken gebracht, waaronder zijn Tweede Symfonie, het Vioolconcert en het Deutsches Requiem. De drie heroïsche openingsakkoorden waarmee het eerste deel (Allegro con bio) begint, vormen de basis voor de thema’s in alle delen van deze symfonie. Hierna volgt een lyrisch thema en verschillende melodieën in de houtblazers geven vorm aan dit complexe deel. Strijkers genieten van hun melodische lijnen, het koper vormt een stabiele basis in de forte passages.
Opvallend in dit eerste deel zijn de constante ritmische verschuivingen, waar Brahms bekend om staat. De puls verschuift binnen de maat, waardoor de schijn wordt gewekt dat het orkest de dirigent niet volgt. De melodie in de strijkers na de openingsakkoorden, in maat drie, is een citaat is uit de Derde Symfonie, de Rheinische, van Robert Schumann. Het tweede deel (Andante) opent met een melodie in de klarinet, begeleid door een prachtig koraal in de blazers. Het tweede deel zingt van eerste tot laatste noot, en rondt af met een zacht akkoord. De ingetogen afsluiting is naast de F – As – F structuur nog een overeenkomst tussen alle delen. De delen sluiten niet af met een uitbundige overwinning, maar met een ingetogen akkoord. Het derde deel (poco allegretto) is een intermezzo dat begint met een uitgestrekte melodie in de celli, gevolgd door de rest van de strijkers. Na een ritmische tussenpassage is deze melodie aan de hoorn gegeven, gevolgd door motieven in de blazers. De onheilspellende melodie in het laatste deel (Allegro) wordt gevolgd door een prachtige melodie in de celli en hoorns. Let hier op de ‘walking bass’ in de contrabassen. Ook dit stormachtige deel besluit niet in een triomfantelijke ontwikkeling, maar glijdt weg in een verzucht piano. Deze symfonie typeert Brahms’ karakteristieke diepgang: hartstocht, pessimisme, kwestbaarheid én sereniteit, ze komen allemaal samen in de autobiografische Derde Symfonie.
De NedPho-Koepel Concertlocatie 23 mei 2015, Amsterdam De NedPho-Koepel is de voormalige Majellakerk, die sinds 2012 bewoond wordt door het Nederlands Philharmonisch Orkest|Nederlands Kamerorkest (NedPhO|NKO). Met de NedPhOKoepel beschikt het NedPhO|NKO als enig professioneel orkest in Nederland een eigen, goed uitgeruste thuishaven en heeft de Indische Buurt een culturele ontmoetingsplek van topkwaliteit. De Gerardus Majellakerk werd in 1925 gebouwd door architect Jan Stuyt. Stuyt vond zijn inspiratie voor het ontwerp bij de Byzantijnse kerken die hij bezocht tijdens een bedevaart naar Palestina. De Byzantijnse invloed in de kerk is onder meer terug te zien in de grote twaalfzijdige vieringtoren. De Majellakerk stond in 1992 nog op de nominatie om te worden gesloopt, maar kreeg met de komst van het NedPhO|NKO een nieuwe bestemming. De verbouwing en herinrichting van de kerk voor ruim €3,5 miljoen heeft ruim een jaar geduurd en was een intensief en ingrijpend project. Binnen is een vlakke vloerzaal van ruim 400 m2 gerealiseerd waarbij de koepelruimte is heringericht als één grote repetitie- en concertzaal. Daarnaast biedt de NedPhO-Koepel plaats aan oefenstudio’s, instrumentenopslag, een muziekbibliotheek en kamers voor dirigenten en solisten. Het orkest vormt in haar nieuwe onderkomen letterlijk het hart van de organisatie: het podium onder de monumentale koepel wordt omringd door kantoren en de overige orkestruimten.
De Nieuwe Kerk Concertlocatie 24 mei 2015, Den Haag De Nieuwe Kerk in Den Haag behoort tot de Top-100 der Nederlandse UNESCO-monumenten. De Kerk werd tussen 1649 en 1656 gebouwd toen de Grote Kerk te klein was geworden. Voor de demping van de grachten lag de kerk op een eiland, omgeven door grachten. De architectuur van de Nieuwe Kerk geldt als een hoogtepunt van de vroege protestantse kerkelijke architectuur in Nederland en vertoont elementen van zowel het classisisme als de renaissance. Door de sterke afname van het aantal kerkgangers, is eind jaren ’60 van de vorige eeuw besloten de Nieuwe Kerk van haar kerkelijke functie te ontheffen. Naar aanleiding hiervan is de Nieuwe Kerk grondig gerenoveerd en werd er een unieke locatie gecreëerd voor het houden van zeer uiteenlopende evenementen en concerten. De Nieuwe Kerk is onderdeel van het complex Dr. Anton Philipszaal / Lucent Danstheater / Nieuwe Kerk. Door de komst van hightech panelen is de akoestiek in de Nieuwe Kerk bijzonder geschikt gemaakt voor het geven van concerten, zonder afbreuk te doen aan het karakter van het gebouw. Mede dankzij deze goede akoustiek vormt de Nieuwe Kerk al jaren een bekend cultureel podium voor diverse (inter)nationale muzikale gezelschappen en organisatoren.
Viool, altviool of cello huren? Alles online geregeld, kwaliteitsinstrumenten tegen goede prijzen!
Een viool huren kan al vanaf 26,- euro per kwartaal! Ook verkoop van alle accessoires en benodigdheden voor strijkinstrumenten.
Tot op onze volgende concerten!
Op de hoogte blijven?
www.hetklassiekcollectief.nl